Commissie voor Financiën en Begroting

Commission des Finances et du Budget

 

van

 

Woensdag 2 april 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 2 avril 2025

 

Après-midi

 

______

 

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 13 et présidée par M. Frédéric Daerden.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.13 uur en voorgezeten door de heer Frédéric Daerden.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Alexia Bertrand aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "Het budgettair-structurele plan voor de middellange termijn (MTFSP) dat bij de EC ingediend werd" (56003588C)

- Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "Het begrotingsplan voor de middellange termijn" (56003865C)

01 Questions jointes de

- Alexia Bertrand à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le plan budgétaire et structurel à moyen terme (MTFSP) déposé auprès de la Commission européenne" (56003588C)

- Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le plan budgétaire à moyen terme" (56003865C)

 

01.01  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, het is feest vandaag. Het is uw eerste sessie mondelinge vragen en we vieren dat met de talrijke collega's in de zaal. Ik zie dat de opkomst bijzonder groot is.

 

Het meerjarig structureel begrotingsplan of MTFSP dat u bij de Europese Commissie hebt ingediend, moet aantonen hoe België zijn begrotingsdoelstellingen zal halen en hoe de saneringsinspanningen zullen worden verdeeld. Het omvangrijke document roept wel vragen op in verband met de haalbaarheid en de transparantie van het plan. Het voorziet het tekort tegen 2029 onder 3 % te brengen, met een intermediair doel van 3,5 % in 2028.

 

U kondigt in uw plan de oprichting van een Defensiefonds aan, maar nergens wordt een specifiek bedrag of een concrete financieringsbron vermeld. Hoeveel verwacht u exact te halen uit de verkoop van activa? Is er een plan B, indien die inkomsten onvoldoende blijken te zijn?

 

Het begrotingsplan bevat geen vastgelegde verdeling tussen de federale overheid en de deelstaten, entiteit 1 en entiteit 2. Hebt u garanties dat de deelstaten akkoord zullen gaan met de lastenverdeling of dreigen er spanningen, zeker wat de defensie-uitgaven betreft?

 

Het tekort bedroeg in 2023 4,2 % en volgens tabel 4 zou dat in 2028 3,5 % moeten bedragen. Het betekent dat het tekort op drie jaar tijd met 1,2 % moet dalen of 0,4 % per jaar. Tussen 2028 en 2029, in het laatste jaar van de legislatuur, zou het plots met 0,6 % op één jaar tijd dalen. Is dat realistisch? Is dat geen backloading, wat de Commissie niet per se graag zag? Welke structurele hervormingen worden gepland om zo'n abrupte sprong mogelijk te maken? Wat gebeurt er, als die doelstelling niet gehaald wordt?

 

Welke maatregelen garanderen dat de schuld effectief zal dalen na 2027? Die blijft immers eerst oplopen alvorens ze begint te dalen. Hebt u overleg gehad met kredietbeoordelaars over de impact van het traject op de Belgische kredietwaardigheid?

 

De uitgavennorm zal niet worden nageleefd in 2025. Blijkbaar heeft de Commissie flexibiliteit getoond. Welke concrete engagementen hebt u voor Europa genomen om het saneringstraject geloofwaardig te maken?

 

01.02  Frédéric Daerden (PS): Je me permettrai de poser ma question depuis le fauteuil de président.

 

Monsieur le ministre, le plan budgétaire à moyen terme de la Belgique envoyé aux instances européennes a été communiqué aux députés et publié par BOSA, après approbation par le Comité de concertation, le 14 mars, si je ne me trompe. Si ce plan reprend l'engagement relatif à la trajectoire des dépenses de l'ensemble des pouvoirs publics, il est précisé dans le plan que la répartition de la trajectoire entre l'entité 1 et l'entité 2 sera effectuée à une date ultérieure et que l'avis du Conseil supérieur devra être mis à jour. Ce plan reprend également le plan de réforme défendu par le gouvernement.

 

Monsieur le ministre, à la lecture de ce plan, de nombreuses interrogations subsistent. Comment les efforts vont-ils se répartir entre les différentes entités? Même si cet aspect n'a pas été communiqué, peut-être a-t-il déjà été préparé? Quel est le calendrier pour préciser la répartition de cet effort?

 

Le Conseil supérieur des Finances a-t-il déjà été sollicité? Quand sera-t-il amené à remettre son avis?

 

Comment se répartit l'objectif des 3 % du PIB en investissements? Où en sommes-nous aujourd'hui et quelle est la trajectoire pour les prochaines années? Comment comptez-vous assurer le suivi de cet objectif?

 

Pourriez-vous également communiquer aux membres du Parlement les analyses suivantes, qui sont mentionnées dans le plan? Je pense notamment à l'analyse évoquée à la page 52 concernant l'incidence de la réforme des pensions sur la trajectoire réalisée par le Bureau fédéral du Plan et le Service fédéral des Pensions.

 

De même, qu'en est-il de l'analyse évoquée à la page 53 concernant l'incidence de la limitation des allocations de chômage réalisée par le Bureau fédéral du Plan, ainsi que de l'analyse évoquée à la page 57 concernant l'estimation des effets à long terme de la réduction de l'impôt des personnes physiques et des cotisations sociales de l'accord de coalition fédérale 2025-2029?

 

Enfin, pourriez-vous détailler le calendrier envisagé par le gouvernement concernant l'adaptation de l'accord de coopération de décembre 2013?

 

01.03 Minister Vincent Van Peteghem: Nadat in het Overlegcomité alle deelentiteiten hun goedkeuring hebben gegeven, werd op 19 maart 2025 het eerste Belgische budgettair-structureel plan voor de middellange termijn ingediend. Het werd gepubliceerd op de website van de FOD Beleid en Ondersteuning (FOD BOSA) en werd ook doorgestuurd naar het commissiesecretariaat om aan u te bezorgen.

 

Het plan wordt momenteel onderzocht door de Europese Commissie. Ik ben ervan overtuigd dat het plan robuust is dankzij alle erin opgenomen hervormingen, die ook de aanpassingsperiode van 4 naar 7 jaar rechtvaardigen. Het laatste woord daarover is uiteraard aan de Commissie en vervolgens aan de Raad.

 

Le traitement des dépenses de défense est repris dans le tableau 7.1 relatif aux mesures indicatives visant à accroître les recettes et à réduire les dépenses de l’entité. Dans ce contexte, je voudrais faire référence aux propositions de la Commission européenne visant à donner aux États membres la possibilité d’augmenter leurs dépenses de défense en activant la clause dérogatoire nationale sans que cela soit imputé au compte de contrôle qui permet de suivre le dépassement par rapport aux critères des dépenses.

 

Dat neemt natuurlijk niet weg dat de verhoging van het defensiebudget hoe dan ook op de begroting en de overheidsschuld zal blijven wegen. Daarom onderzoekt de regering hoe ze die noodzakelijke verhoging het beste kan doorvoeren, zonder de houdbaarheid van onze overheidsfinanciën in het gedrang te brengen.

 

Het klopt dat er op het moment nog geen afspraken zijn gemaakt over de verdeling tussen de entiteiten I en II. Ik heb aan de voorzitter van de afdeling Financieringsbehoeften van de Overheid van de Hoge Raad van Financiën de opdracht gegeven om, rekening houdend met het netto-uitgaventraject dat bij de Europese Commissie werd ingediend, een herberekening te maken van de in het advies van juli 2024 opgenomen scenario's. Op basis van die actualisatie zullen er gesprekken tussen de federale overheid en de deelentiteiten over een mogelijke verdeling van die inspanning worden gevoerd.

 

Wat de vraag naar de timing van de maatregelen betreft, het is natuurlijk logisch dat grote hervormingen die een regering plant, een bepaalde tijd nodig hebben om op kruissnelheid te komen. Zoals ik al eerder in de commissie zei, is er zeker en vast geen backloading van onze inspanning. Er is veeleer een frontloading van de noodzakelijke beslissingen: we nemen nu beslissingen over broodnodige hervormingen die onze financiën op termijn beter zullen maken. Dat die pas op een later tijdstip renderen en op kruissnelheid komen, is volgens mij niet meer dan logisch.

 

Il y aura d'abord une réforme des pensions visant à contenir la hausse des coûts liés au vieillissement et à maintenir les gens plus longtemps au travail. Je ne vais pas répéter tout ce qui est écrit dans le plan mais je tiens à souligner que cette réforme permettrait de réduire les dépenses de pension de 2,4 milliards d'euros d'ici 2029.

 

En outre, dans une première analyse qualitative de l'impact des mesures, le Bureau fédéral du Plan confirme qu'elles auront un effet croissant même après 2029. Et vous pourrez lire dans le plan que le Bureau fédéral du Plan établit des trajectoires de croissance similaires pour d'autres mesures également.

 

Wat de stijgende schuldgraad betreft, ik wijs erop dat de Europese Commissie slechts één indicator zal monitoren, met name de maximaal toegelaten groei van de netto-uitgaven. Indien aan die indicator wordt voldaan, acht de Europese Commissie dat de lidstaat de nodige acties heeft ondernomen om de schuld op een duurzaam neerwaarts pad te brengen op middellange termijn. Die logica zit opgebouwd in de debt sustainability analysis en heeft de maximaal toegelaten groei van de netto-uitgaven als uitkomst.

 

We hebben die plannen niet ter goedkeuring voorgelegd aan de kredietbeoordelaars. Op het moment dat de kredietbeoordelaars een beoordeling opmaken, treden zij uiteraard ook in contact met de overheid, meestal via de administratie, en wordt daar feedback gegeven. Ongetwijfeld is de feedback over de inspanningen in het regeerakkoord daarin ook meegenomen.

 

In het Europees kader komt het uiteindelijk de Ecofin-raad toe om te beslissen over het uiteindelijk voorgestelde traject voor een specifieke lidstaat. Maar zoals al herhaaldelijk gezegd, ben ik ervan overtuigd dat de voorgenomen structurele hervormingen gecombineerd met een consistent saneringsbeleid, zowel de Europese Commissie alsook de kredietbeoordelaars zullen kunnen overtuigen.

 

01.04  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, ik ben toch een beetje in de war. Ten eerste leer ik uit tabel 7.1 van uw meerjarig structureel begrotingsplan wat de impact is van de hervormingen, maar dat is totaal exclusief defensie. U vermeldt hoeveel u aan defensie wilt besteden, maar niet wat de financieringsbronnen daarvoor zijn. Daarnaar had ik net om gevraagd.

 

Ten tweede, u verwijst naar de algemene ontsnappingsclausule en dat de overheidsfinanciën houdbaar moeten zijn, maar in tegenstelling tot een paar weken geleden, stelt u niet meer dat de uitgaven volledig moeten worden gecompenseerd. Wat is het nu, moeten ze volledig gecompenseerd zijn of niet? Ik heb de indruk dat u de flexibiliteit die de Europese Unie u biedt, aangrijpt, om een bocht te nemen, maar daarmee hebt u geen oplossing voor de schuld.

 

Wat is uw standpunt nu inzake defensie-uitgaven? Moeten ze nog steeds volledig gecompenseerd worden, of niet?

 

Ten derde, ik ben ook in de war wanneer het gaat over uw ambitie voor de begroting. U verwijst in het plan naar een tekort van 3 % voor heel België, wat de Europese regels opleggen, maar in uw beleidsverklaring hebt u het alleen over 3 % voor Entiteit I. Wat is dan de ambitie? U moet de Europese regels volgen. Dat betekent 3 % voor iedereen. Maar u herhaalt dat u onder 3 % wil geraken voor Entiteit I, terwijl Entiteit I al ongeveer 2,7 % haalt. U wilt het eigenlijk slechter doen dan wij vorig jaar deden.

 

Kortom, uw antwoord roept nog veel meer vragen op. Ik zal hier zeker op terugkomen.

 

01.05  Frédéric Daerden (PS): Merci monsieur le ministre pour vos éléments de réponses. Au-delà de la réaction de ma collègue, je vais analyser les éléments communiqués mais je regrette l’absence d’informations concernant la trajectoire des entités. Je pense que c’est interpellant quant à la bonne coordination budgétaire pour nos différentes entités. Je regrette aussi l’absence de documents concernant les analyses demandées, et que vous ne proposez pas de transmettre.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De leningen in het kader van het witboek voor defensie" (56003703C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De financiering van de verhoogde defensie-uitgaven" (56003851C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De onduidelijkheid over de rol van de deelstaten in de financiering van de defensie-uitgaven" (56003856C)

- Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De defensie-investeringen" (56003869C)

- Alexia Bertrand aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De transparantie over de defensie-uitgaven" (56003883C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De verkoop van overheidsparticipaties in het kader van de verhoging van de defensiebegroting" (56003966C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De budgettaire uitzondering voor defensie-uitgaven" (56003978C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De impact van eurobonds op de Belgische begroting" (56003688C)

- Alexia Bertrand aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De stand van zaken m.b.t. de overheidsparticipaties" (56003884C)

02 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Les prêts dans le cadre du livre blanc pour la défense" (56003703C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le financement de l'augmentation des dépenses de défense" (56003851C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le manque de clarté quant au rôle des entités fédérées dans le financement des dépenses de défense" (56003856C)

- Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Les investissements en défense" (56003869C)

- Alexia Bertrand à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "La transparence quant aux dépenses en matière de défense" (56003883C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "La vente de participations publiques dans le cadre de l'augmentation du budget de défense" (56003966C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "L'exception budgétaire pour les dépenses de défense" (56003978C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "L'incidence des euro-obligations sur le budget belge" (56003688C)

- Alexia Bertrand à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "L'état de la situation en ce qui concerne les participations publiques" (56003884C)

 

02.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, ik moet vaststellen dat hier maar liefst zes vragen op een hoop worden gegooid. Enerzijds gaat het om vragen over de Europese aspecten van de defensiefinanciering en anderzijds gaat het om vragen over de begrotingsaspecten van België met betrekking tot defensie. Ik heb alles herwerkt tot een reeks van vragen, mijnheer de minister, maar ik reken er uiteraard op dat alle vragen wel degelijk zullen worden beantwoord.

 

Als ik de pers mag geloven, zou de begroting van 2025 in de schoot van uw regering ondertussen rond zijn, maar twee van de belangrijkste losse eindjes zijn helemaal nog niet opgelost. Het gaat om de modaliteiten van de zogenaamde meerwaardebelasting, dat zijn wellicht vijgen na Pasen, en de meeruitgaven voor defensie. Hierover gaat deze reeks vragen.

 

In het licht van de plannen van de federale regering om de defensie-uitgaven te spijzen, zei u tijdens een zondagmiddaguitzending in het VTM Nieuws dat de meeruitgaven voor defensie, in uw woorden, moeten worden gecompenseerd. U somde in de studio van VTM toen vier opties op. Ik heb daarover telkens een aantal vragen.

 

Optie één, de verkoop van overheidsparticipaties. De recente koersstijging van onder andere BNP Paribas heeft de waarde van het Belgische overheidsbelang in de bankgroep tot ruim 5 miljard euro opgetrokken. Dit heeft opnieuw het debat aangewakkerd over de kans om een deel van deze participatie te verkopen.

 

Mijnheer de minister, acht u in het licht van uw uitspraken in het VTM Nieuws de huidige waardering van BNP Paribas een geschikte kans om een deel van die overheidsparticipatie te verzilveren? In de commissie voor Financiën heeft de minister van Financiën bij de beleidsverklaring benadrukt dat strategische overwegingen en dividendopbrengsten bij dergelijke beslissingen in rekening moeten worden genomen. Hoe weegt de regering de strategische waarde van deze participaties af tegen de behoefte aan bijkomende financiering voor defensie? Wordt er binnen de regering ook gekeken naar andere potentiële verkopen van overheidsparticipaties zoals Belfius? Welke randvoorwaarden stelt u daarbij op?

 

De tweede optie die u schetste, was extra besparingen. Hoe zult u garanderen dat de financiering van de verhoogde defensie-uitgaven niet ten koste gaat van noodzakelijke investeringen in binnenlandse veiligheid en in essentiële sociale voorzieningen als pensioenen en gezondheidszorg. Welke structurele besparingen worden concreet overwogen en welke sectoren zullen erdoor getroffen worden? Als het alternatief is dat er nieuwe belastingen overwogen worden, welke specifieke maatregelen liggen dan op tafel en welke impact zullen ze hebben op burgers en bedrijven in dit land?

 

De derde optie die u schetste, was de vennootschapsbelasting op de geblokkeerde Russische tegoeden bij Euroclear. Daar kom ik straks nog op terug.

 

De vierde optie was extra geld halen bij de deelstaten. Nu heeft de minister van Defensie, Theo Francken, gesuggereerd dat uitgaven voor bijvoorbeeld havenbescherming en infrastructuuraanpassingen meegerekend kunnen worden als defensie-uitgaven. Echter, de Vlaamse minister-president, Matthias Diependaele, stelt dat de NAVO-richtlijnen dergelijke regionale uitgaven expliciet uitsluiten. Dat roept natuurlijk vragen op over de haalbaarheid van de federale strategie en de reële impact op de begroting.

 

Hoe verhouden uw uitspraken in de VTM-studio, mijnheer de minister, zich tot de bewering van de Vlaamse minister-president dat regionale uitgaven niet meetellen als defensie-uitgaven? Gelet op het standpunt van de Vlaamse regering, hoe realistisch acht u de beoogde samenwerking met de deelstaten in de financiering van de defensie-uitgaven? Indien de Vlaamse uitgaven niet kunnen worden meegerekend, welke alternatieve compensatiemaatregelen zal de federale regering nemen om de miljarden aan extra defensie-uitgaven niet te laten doorwegen op de federale schuld?

 

Mijnheer de minister, u maakte er in het VTM-nieuws een punt van dat de extra defensie-uitgaven niet mogen worden doorgeschoven naar de volgende generatie en dat ze dus moeten worden gecompenseerd. Collega Bertrand heeft het daar daarnet ook al over gehad. Gisteravond konden we allemaal vaststellen dat de regering die uitgaven wel zal doorschuiven en ze dus niet zal compenseren. Er is een kleine 4 miljard euro nodig. Voor 1,2 miljard wordt gerekend op de extra vennootschapsbelasting die Euroclear betaalt, omdat het extra winst maakt dankzij het beheer van de bevroren Russische tegoeden.

 

Daarnaast rekent de regering op een extra dividend van Belfius, goed voor een bedrag van een half miljard euro. Er zal ook worden gekeken welke bestaande investeringen die nu nog niet het label 'defensie' dragen, voortaan kunnen meetellen in de berekening.

 

De regering wil dus voor het grootste deel, zijnde zowat 2 miljard euro, althans dit jaar, gebruikmaken van de mogelijkheid van de Europese Commissie om met die extra defensie-uitgaven geen rekening te houden bij de beoordeling of België de begrotingsdoelstellingen haalt. Daarom zal in de komende jaren het aandeel van de structurele financiering van het defensiebudget, dus met echte besparingen of nieuwe belastingen, alleen maar toenemen. Dan zullen uiteraard de klassieke tegenstellingen weer opduiken in uw regering. Die discussie probeert de premier vandaag natuurlijk te vermijden, maar vroeg of laat komen die ongetwijfeld op tafel.

 

Hoe rijmt u uw eigen uitspraken dat de defensie-uitgaven moeten worden gecompenseerd met het feit dat uw regering nu voor het grootste deel van de financiering, zowat 2 miljard euro, zal lenen en dus extra schulden daadwerkelijk doorschuift naar de toekomstige generaties. Is het nu al duidelijk, mijnheer de minister, waar uw regering in 2029 wil landen? De defensie-uitgaven bedragen nu 1,3 % van het bruto binnenlands product. Er is blijkbaar al een akkoord om dat percentage dit jaar nog te verhogen tot 2 %. Zal dat 2,2 %, 2,5 % of 3 % – die nu bij de NAVO circuleert – zijn in 2029? Wat is uw ambitie als minister van Begroting?

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil nog ingaan op de Europese aspecten van mijn vragen over defensie.

 

Ten eerste is de mogelijkheid om nieuwe defensie-uitgaven buiten de begroting te houden aan een aantal voorwaarden onderworpen. Ik heb die ook uiteengezet in mijn schriftelijk ingediende vraag. In hoeverre wenst de regering gebruik te maken van die door de Europese Commissie verleende flexibiliteit? Gaat dat om het bedrag van 2 miljard euro, dat ik zopas vermeldde?

 

In hoeverre ziet de regering het haalbaar om aan de voorwaarden voor de activering van die nationale ontsnappingsclausule te voldoen, in het bijzonder de voorwaarde met betrekking tot de budgettaire houdbaarheid op middellange termijn? Bij die houdbaarheid kunnen een aantal vragen worden gesteld.

 

Een tweede Europees aspect betreft de Europese lening. Eind maart 2025 publiceerde de Europese Commissie haar ‘Witboek voor de toekomst van de Europese defensie’. Daarin staat ook de mogelijkheid om te lenen via de EU volgens het principe van ‘eerst komt, eerst maalt’. Aangezien de voorwaarden voor de leningen als gunstig worden verondersteld, rijst natuurlijk de vraag of de regering gebruik wil maken van deze leningen. Kunt u dat even beantwoorden, mijnheer de minister?

 

Wat een derde en laatste Europees aspect betreft, heeft de Europese Commissie als onderdeel van het ReArm Europe-plan, ‘Paraatheid 2030’, een pakket financiële hefbomen voorgesteld aan de Europese lidstaten om investeringen in defensie te stimuleren. De Europese Unie overweegt daarbij ook de invoering van zogenaamde eurobonds, euro-obligaties. Daarbij zouden alle lidstaten collectief garant staan voor nieuwe schulden, wat vooral landen met een stabiele economie en een lage rente nadelig kan treffen. Onder andere Nederland, maar ook Oostenrijk verzetten zich al fel tegen deze maatregel. Zij vrezen dat de gezamenlijke schuldopbouw de begrotingsdiscipline ondermijnt en financiële risico's verschuift naar economisch sterkere landen.

 

Ik heb daarbij nog een drietal bijkomende vragen, mijnheer de minister. Welke positie neemt België in ten aanzien van het voorstel om gezamenlijke Europese schulden aan te gaan? Werd die positie ook doorgesproken en overeengekomen met de deelstaten? Zo niet, wat is bijvoorbeeld het standpunt van de Vlaamse regering? Eerder week dat namelijk toch wel wat af van het federale standpunt.

 

Acht u het wenselijk dat België zou bijdragen aan schulden van andere Europese lidstaten, terwijl het zelf kampt met een aanzienlijke schuldgraad? In hoeverre vreest u dat eurobonds of euro-obligaties de begrotingsdiscipline in de EU verder zullen verzwakken, waarvoor Nederland en Oostenrijk waarschuwen?

 

02.02  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, l'accord de gouvernement prévoit une augmentation additionnelle du budget de la Défense afin d'atteindre 2 % du PIB d'ici à 2029. Depuis, de nombreuses formations politiques au sein de la majorité se sont positionnées pour anticiper cette trajectoire dès 2025, ce qui aurait un impact de 17 milliards d'ici à 2029. Dans le tableau budgétaire transmis par le gouvernement, les investissements supplémentaires en Défense sont neutralisés.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous rappeler les grands éléments d'accord au niveau européen concernant la neutralisation des dépenses en Défense et les aides apportées aux États membres?

 

Savez-vous déjà quels investissements vont être immunisés de la procédure de déficit excessif au niveau de la Défense? Pour combien d'années cet accord est-il valable?

 

Comment seront ensuite prises en compte les dépenses de Défense dans le calcul du déficit excessif?

 

Quels sont les investissements déjà consentis en Défense qui intègrent le calcul de 2 % du PIB, et comment sont estimés les milliards d'investissements nécessaires sur les prochaines années pour atteindre 2 % du PIB dès 2025?

 

Concernant le fonds Défense, serait-il possible d'avoir un éclaircissement concernant les différents schémas d'investissement envisagés par le gouvernement et sa contribution à l'effort global?

 

Vu la nécessité d'investissement pour de nombreux pays européens et le différentiel en termes de situation entre les uns et les autres, comptez-vous plaider auprès des instances européennes pour la création de garanties ou d'un fonds européen quelconque?

 

02.03  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, ik heb u deze vraag al eens gesteld, maar u mag mij het antwoord ook schriftelijk bezorgen. Kunt u mij gedetailleerd toelichten hoe u tot het bedrag van 17,2 miljard bent gekomen? Na een snelle berekening kom ik uit op 20 of 21 miljard euro om aan 2 % te geraken, maar blijkbaar hebt u al rekening gehouden met een aantal voorafgaande verbintenissen. Kunt u dat toelichten?

 

Mijn kernvraag is wel of u uw uitspraken kunt bevestigen. Dat is mij immers nog minder duidelijk na uw antwoord op mijn eerste vraag. Kortom, bevestigt u vandaag dat alle nieuwe uitgaven moeten worden gecompenseerd? Zo ja, betekent het dat u geen gebruik zal maken van de flexibiliteit die Europa zal bieden, dus van de ontsnappingsclausule? Die vraag is echt belangrijk.

 

Overweegt u nog steeds om de opbrengsten van de Russische tegoeden te gebruiken? Kijkt u nog steeds naar bijdragen van de deelstaten? Hoe ver staat het op het vlak van de verkoop van overheidsparticipaties? Ik heb die vragen in het verleden al gesteld, maar toen moest de regering en het kernkabinet daarover nog vergaderen. Ik begrijp dat dat ondertussen gebeurd is. Ik hoop een update van u te krijgen.

 

02.04 Minister Vincent Van Peteghem: Collega's, ik zal eerst ingaan op het Europees kader en vervolgens zal ik eventueel wat dieper ingaan op het Belgisch plan waaraan we momenteel werken.

 

In eerste instantie staat ons land voor een cruciale strategische keuze in een sterk veranderende geopolitieke realiteit. De oorlog tussen Rusland en Oekraïne en de daaruit volgende dreigingen voor onze Europese veiligheid vereisen een verhoogde paraatheid en een versterking van onze internationale engagementen. In dat licht zal ons land zijn verantwoordelijkheid nemen en zich engageren om die defensie-inspanningen substantieel te verhogen.

 

Die inspanning wordt maximaal in lijn gebracht met het initiatief Readiness 2030 van de Europese Commissie, eerder bekend onder de naam ReArm Europe Plan, waar men enkele weken geleden nog over sprak. Die Readiness 2030 beoogt de militaire capaciteit van de Europese Unie aanzienlijk te versterken door tot 800 miljard euro te mobiliseren voor defensie-inspanningen en -investeringen. Het vertrekt eigenlijk vanuit een aantal belangrijke begrotingspijlers.

 

De eerste is de invoering van een nieuw Europees financieringsinstrument, de zogenaamde safe lening, waarbij de Europese Unie tot 150 miljard euro zal ophalen op de kapitaalmarkt om lidstaten via leningen te ondersteunen bij het versterken van de defensie-investeringen.

 

Mijnheer Vermeersch, u sprak daarnet over first come, first served. Of we daar gebruik van zullen maken, zal afhangen van de percentages en interestvoeten die betaald moeten worden en van de voorwaarden van terugbetaling. Ik wil benadrukken dat er nog geen duidelijk kader over is. Het is inderdaad het idee van first come, first served. Ook daar is het mogelijk dat er met bepaalde percentages per lidstaat zal worden gewerkt. De Raad zal die zaken nog moeten vastleggen en we werken momenteel verder met een voorstel van de Commissie.

 

In tweede instantie is er uiteraard ook de mogelijkheid tot activering van de nationale ontsnappingsclausule, die national escape clause. Dat geeft lidstaten de kans om extra budgettaire ruimte te nemen binnen het stabiliteits- en groeipact, het SGP, om de defensie-uitgaven te verhogen

 

Ten derde, we zullen defensie-investeringen ook stimuleren in onze Europese begroting, waar gekeken wordt naar versoepelingen en financiële stimulansen binnen ons cohesiebeleid. Ik denk onder andere aan het feit dat Europa vandaag heeft gezegd dat men cohesiemiddelen ook kan gebruiken om defensie-uitgaven te financieren. Op die manier zullen we de defensiesector in dit land ondersteunen.

 

La Commission propose de prévoir la possibilité d'activer la clause dérogatoire nationale du Pacte de stabilité et de croissance, telle que prévue à l'article 26 du règlement.

 

Cette clause dérogatoire nationale permet de s'écarter de la trajectoire des dépenses nettes approuvées en cas de circonstances exceptionnelles échappant au contrôle de l'État membre. Elle s'applique lorsque ces circonstances ont une incidence majeure sur les finances publiques, pour autant que la viabilité de ces dernières ne soit pas mise en péril.

 

Om dus de impact op de begrotingspositie van de lidstaten te beperken en extra defensie-uitgaven aan te moedigen, stelt de Commissie een gecontroleerd gebruik van die ontsnappingsclausule voor. Dat houdt in dat de lidstaten de vraag dienen te stellen, wat toegelaten is tot maximaal 1,5 % van het bbp met als referentiejaar 2021. Dat betekent dat de defensie-uitgaven in 2021, het jaar voor de oorlog, vergeleken worden met het percentage vandaag. De lidstaten krijgen de mogelijkheid om dat bedrag maximaal buiten het opgelegd groeitraject van de netto-uitgaven te plaatsen.

 

Hormis cette flexibilité pour les dépenses de défense supplémentaires, le cadre budgétaire continuera de fonctionner normalement. Cela signifie que les États membres ne doivent pas soumettre de nouveau plan budgétaire structurel. Seuls les écarts par rapport à la trajectoire des dépenses nettes liés à l'augmentation des dépenses de défense sont couverts par cette clause dérogatoire nationale.

 

Gezien de huidige hoge schuldgraad van ons land en het snel oplopende begrotingstekort bij ongewijzigd beleid is een blanco cheque echter onmogelijk. Vandaar dat we het defensieplan momenteel bespreken binnen de regering.

 

Het cijfer waarnaar vaak wordt verwezen, is inderdaad die 17,2 miljard euro, waarbij de reeds afgesproken engagementen, inclusief wat er in het regeerakkoord staat, worden afgemeten ten opzichte van de 2 % die volgens de NAVO-normen moet gehaald worden. Als men het verschil tussen die twee percentages omzet in bbp en euro's, boven op wat er in het regeerakkoord en in het verleden reeds werd afgesproken om de komende jaren te doen, komt men dus aan die inspanning van 17,2 miljard euro over een periode van vijf jaar, tot 2029, het einde van deze legislatuur.

 

Betekent dit dat we gehouden zijn aan die 2 %? U vraagt hoe ver we nu zitten en wat er wordt gevraagd. Dat wordt momenteel binnen de regering besproken. Dat kan hoger zijn, maar dan begrijpt u ook meteen wat de impact daarvan zal zijn op het bedrag dat daarmee overeenstemt.

 

Bij die verschillende pistes kijken wij inderdaad naar verschillende bronnen. Ik heb verwezen naar die overheidsparticipaties, naar extra structurele inspanningen, naar de middelen die via de vennootschapsbelasting van Euroclear worden ingebracht en ook, waar mogelijk, naar extra inspanningen van de deelstaten. Ik verwees daarnet naar de discussie over de cohesiefondsen. Ik verwijs naar inspanningen die eventueel NATO-aanrekenbaar zouden kunnen zijn van investeringen die op deelstaatniveau gebeuren, hoewel dat bijzonder ingewikkeld ligt bij de NAVO zelf.

 

Het is logisch dat we zullen moeten kijken wat er daarmee zal gaan gebeuren. Over Euroclear heb ik in het verleden reeds gezegd dat die middelen moeten gebruikt worden voor ondersteuning van Oekraïne. Dat is ook het standpunt dat door de regering wordt gedeeld.

 

Betekent dit, met de elementen die ik aanhaal, dat we geen gebruik zullen maken van de flexibiliteit die Europa ons biedt? Neen, we zullen daar wel gebruik van maken, net omwille van het feit dat ik ook altijd aangegeven heb, namelijk dat we door die flexibiliteit wel wat in de tijd kunnen schuiven met de compensaties. Ik geef het heel eenvoudige voorbeeld van een overheidsparticipatie die verkocht wordt. Het is niet altijd interessant om de verkoop  in het lang en breed aan te kondigen. Men weet immers dat dit een negatieve impact heeft op de prijs en op de opbrengst die men kan behalen uit die participatie.

 

Daar wordt rekening mee gehouden bij de verdere voltooiing via die flexibiliteit en via de opening die in het National Escape Clause gelaten is door de Europese Commissie. Daar gaan we in dat defensieplan dus uiteraard maximaal gebruikmaken van de budgettaire flexibiliteit in het Europese kader, zonder uiteraard de Belgische schuld, het tekort ongeremd te laten oplopen.

 

Momenteel zijn daar nog besprekingen over aan de gang binnen de regering, maar zodra er overeenstemming is, zal ik uiteraard met veel plezier de gemaakte keuzes bespreken in deze commissie.

 

02.05  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik stel vast dat u voor het Europese kader rond die defensie-uitgaven eigenlijk niet veel verder komt dan het aflezen van de persberichten van de Europese Commissie. Ik heb die ook gelezen en op basis daarvan heb ik een aantal gedetailleerde vragen gesteld. U beantwoordt die niet vandaag, voor een deel omdat die niet te beantwoorden zijn. Het Europees kader staat nog in de stellingen. Er zijn veel woorden uitgesproken op Europees niveau, maar de concrete invulling is heel onduidelijk, ook van die 800 miljard euro, dat is meer een doorschuifoperatie.

 

Wat het binnenlandse aspect betreft, de begroting, hoorden wij deze week bijvoorbeeld minister van Defensie Theo Francken zeggen: “Ik wil heel wat extra mensen aanwerven, nieuwe militairen, een nieuwe brigade oprichten.” U weet als minister van Begroting dat een luchtafweersysteem kopen een hele investering is, een eenmalige uitgave, maar een nieuwe brigade stichten, dat is nieuw personeel, dat is een structurele uitgave.

 

Het is vandaag helemaal niet duidelijk hoe deze regering die structurele meeruitgaven zal financieren. Het is trouwens ook niet duidelijk in hoeverre deze regering tot eenmalige investeringen of structurele uitgaven zal overgaan. Minister van Defensie Francken heeft helemaal nog niet gezegd waar hij die vele miljarden aan zal uitgeven.

 

Ik kan vandaag alleen maar vaststellen dat de regering-De Wever een rookgordijn ophangt rond die defensie-uitgaven en het defensiebudget.

 

Iedereen is het erover eens, ook mijn partij, dat die defensie-uitgaven significant de hoogte in moeten. We hebben echter nog maar twee oplossingen in de pers gezien en gehoord. Een eerste oplossing zijn de extra miljoenen die voortkomen uit de geblokkeerde Russische tegoeden. Dat is ondertussen een golden oldie geworden, een schijf die blijft draaien. Dat was immers ook al zo tijdens de vivaldiregering. De tweede oplossing is het extra, eenmalige, megadividend van Belfius. Dat is dus zeker niet gegarandeerd voor de komende jaren.

 

De regering-De Wever hanteert dus een soort camouflagetechniek voor die defensie-uitgaven: bestaande uitgaven worden zo veel mogelijk gecamoufleerd en in een militair jasje gestoken om ze te doen lijken op defensie-uitgaven. Naast militaire manoeuvres doet u ook een aantal boekhoudkundige manoeuvres. U gaat niet voor structurele inkomsten, niet voor structurele zaken. U schuift de hele discussie over besparen of extra belasten door naar volgend jaar en misschien zelfs naar een volgende regering.

 

Mijnheer de minister, in de studio van VTM hebt u zich sterk gemaakt dat al die meeruitgaven voor defensie zouden moeten worden gecompenseerd. Ze mochten niet worden doorgeschoven naar toekomstige generaties. Vandaag stellen we echter vast in de pers dat uw regering net het omgekeerde doet. U schuift ze wel door naar de volgende jaren en zult ze op dit moment niet fundamenteel, niet structureel compenseren.

 

U herhaalde hier ook dat u zou 'schuiven met compensaties'. Dat is weer een ander woordgebruik. 'Schuiven met compensaties' betekent dat u die discussie rond de defensie-uitgaven, over hoe ze structureel zullen worden gefinancierd met minder uitgaven of meer belastingen, doorschuift naar een volgend jaar, wellicht naar een volgende regering en volgende generaties. U weet immers beter dan wie ook als minister van Begroting dat de schulden van vandaag de belastingen zijn van morgen.

 

Uw regering is gestart met de ambitie om de begroting op orde te krijgen, maar tot op vandaag hebben we onder andere met de begrotingstabellen van de regering gezien dat er veel mist hangt over de terugverdieneffecten. U rekent zich rijk. Ook in de begrotingsdiscussie rond de defensie-uitgaven hangt er heel wat onduidelijkheid, heel wat mist. Tot op vandaag weten we eigenlijk niet hoe u dat alles zult financieren. De hete aardappel wordt gewoon doorgeschoven naar een volgende begrotingsbespreking in 2026, maar ook naar de volgende regeringen en dus naar de volgende generaties.

 

Mijnheer de minister, wij blijven daaromtrent dus op onze honger zitten. Ik kondig u alvast aan dat de meer gedetailleerde vragen die niet zijn beantwoord, ook schriftelijk zullen worden gesteld in de hoop zo toch een duidelijk antwoord te krijgen.

 

02.06  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos différentes réponses. À ce stade, cela reste relativement flou, notamment en termes d'impacts. Même, pour ce qui est du montant des 17 milliards d'euros, on se réjouira de voir comment cela se calcule de manière précise. Je suppose que le gouvernement clarifiera tout cela dans le cadre du budget prochain.

 

Il est clair que les impacts pour les finances publiques seront importants. Au-delà, je pense qu'il faut vraiment que des solutions stratégiques qui bénéficient à notre activité économique soient également trouvées.

 

02.07  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, het is jammer dat de vaste voorzitter niet aanwezig is. U doet het heel goed, maar hij had anders het belang van de vragensessies kunnen zien. Wij hebben vandaag heel veel geleerd. Wij hebben acht weken moeten wachten, mijnheer de minister, maar in militaire termen, de aftocht is begonnen. U hebt net een bocht van 180 graden gemaakt. U zult de defensie-uitgaven niet meer compenseren. Dat hebt u ons net verteld.

 

02.08 Minister Vincent Van Peteghem: (…)

 

02.09  Alexia Bertrand (Open Vld): U hebt ons net meegegeven dat u gebruik zult maken van de leningen van Europa. U hebt niet bevestigd dat u die uitgaven zult compenseren. U hebt ons net verteld dat u het geld van de Russische tegoeden toch zult gebruiken voor Oekraïne, nadat u op VTM Nieuws had verklaard dat die tegoeden een financieringsbron waren voor de defensie-uitgaven.

 

Ik ben gerustgesteld; Ik ben blij dat te horen. Het omgekeerde was immers immoreel. Ook wat dat betreft hebt u echter uw kar gekeerd.

 

Mijnheer de minister, er blijft niets over van uw plan. U hebt wel extra geld gevraagd voor Justitie, waarvoor er na het regeerakkoord eigenlijk niets is veranderd, in tegenstelling tot Defensie, waarover de uitgaven inderdaad moeten stijgen.

 

U moet durven te hervormen. Kijk naar de gezondheidszorg. Onder de Zweedse regering heeft Maggie De Block de groeinorm beperkt. U kunt daar miljarden euro's halen, zonder te raken aan de patiëntenrechten.

 

Het is mij nog steeds niet duidelijk hoe het zit met de bedragen. Ik zou heel graag een schriftelijk antwoord krijgen. In uw begrotingstabellen staat immers maar 996 miljoen euro. Ik zie dus nog steeds niet waar het verschil vandaan komt tussen het bedrag van 20 à 21 miljard euro en het bedrag van 17,2 miljard euro. Wat behelzen de voorafgaande verbintenissen?

 

Wat de Europese ontsnappingsclausule betreft, waarom vergelijkt u met 2021? De regering-De Croo is van 1,05 % naar ongeveer 1,3 % gegaan. Dat betekent dus dat een vergelijking begint vanaf 1,05 % en niet vanaf 1,3 %. Waarom gaan wij zo ver terug in de tijd? Dat geeft u nog een extra voordeel, hoewel dat gewoon een groeipad was, vastgelegd in het STAR-plan.

 

Volgens mij is dus vandaag de conclusie dat u een bocht hebt genomen, tenzij u nu verklaart ten overstaan van de commissie – en u krijgt die kans – dat de uitgaven voor Defensie volledig gecompenseerd moeten worden.

 

02.10 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw Bertrand, u vertelt hier allemaal foute dingen en vergelijkt onder andere percentages bij ongewijzigd beleid. Wij vergelijken met 2021, omdat Europa dat jaartal zelf naar voren schuift. Dus ja, wij stellen onze defensieplannen op binnen dat kader, goed beseffend dat ons land een ongelofelijke grote schuld torst en we het begrotingstekort duurzaam moeten verkleinen. Ik zal die plannen hier met heel veel plezier komen toelichten, zodra ze afgeklopt zijn.

 

02.11  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, wij wachten al echt weken op die uitleg en u hebt net bevestigd dat u uw uitspraken van in VTM Nieuws niet herhaalt. U hebt niet gezegd dat de uitgaven volledig gecompenseerd moeten worden. Integendeel, u hebt net bevestigd dat u gebruik wilt maken van de flexibiliteit van Europa. Ik denk dat iedereen dat heel duidelijk en helder gehoord heeft.

 

02.12 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw Bertrand, in het persbericht heb ik onderstreept dat we van de flexibiliteit van Europe gebruik zouden maken om te vermijden dat we maatregelen nemen die minder opbrengen dan we willen. Ik hoef u toch niet te verduidelijken dat, als we vandaag aankondigen dat we een participatie willen verkopen, we daar geen deftige prijs voor krijgen? Dan is het misschien beter om die participatie in plaats van dit jaar volgend jaar of het jaar nadien te verkopen. Op dat ogenblik zullen we inderdaad en uiteraard gebruikmaken van de flexibiliteit. Het zou pas slecht bestuur zijn, als we alles per se in dat ene jaar willen compenseren. Dit is exact ook de idee achter de enveloppe die we voorgesteld hebben, namelijk vermijden dat we de schuld verder laten oplopen.

 

De discussies daarover in de regering zijn momenteel aan de gang. Wanneer het plan is afgeklopt, zal ik het hier met veel plezier komen toelichten.

 

02.13  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, dat u de verkoop in de tijd spreidt, is een zaak, maar dat heeft niets te maken met het principe dat de uitgaven moeten worden gecompenseerd. U hebt dat niet willen herhalen. Qui ne dit mot, consent. Iedereen heeft duidelijk begrepen dat u terugkomt op uw uitspraken in VTM Nieuws, want u hebt moeten plooien in het kernkabinet.

 

02.14  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wil, in CD&V-termen, slaan en zalven tegelijk. De minister heeft gelijk: de mogelijkheid om de defensie-uitgaven buiten de begroting te houden, komt met een aantal voorwaarden van de Europese Commissie. Een van die voorwaarden is dat de toename in de defensie-uitgaven ten belope van maximaal 1,5 % van het bbp, berekend wordt met 2021 als basis. 2021 als referentie is een duidelijke voorwaarde.

 

De minister heeft eerder wel verklaard dat de uitgaven gecompenseerd moesten worden. Vandaag raakt de regering echter niet verder dan te zeggen dat ze de honderden miljoenen euro's aan vennootschapsbelastingen op de geblokkeerde Russische rekeningen ter financiering zal gebruiken, wat de vivaldiregering ook ieder jaar opnieuw deed. U zult ook het dividend van Belfius gebruiken, maar dat is een eenmalige financieringsbron, want er is geen garantie dat Belfius zoals dit jaar ook volgend jaar op een boerenjaar kan rekenen. Dat is geen structurele compensatie.

 

De minister maakte zich in VTM Nieuws sterk dat hij de uitgaven zou compenseren, maar wat is het echte probleem? In het kernkabinet krijgt hij daar geen steun voor. De andere ministers zeggen helemaal niet dat zij de uitgaven willen compenseren. Hij staat alleen met dat standpunt. Hij krijgt dat helemaal niet verkocht. Dit is het echte probleem: hij doet beloftes waarvoor er geen back-up is van de andere regeringspartijen en waarmee ze duidelijk niet akkoord gaan. Zijn partij staat met dat standpunt helemaal geïsoleerd in de regering.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le calendrier pour le budget ajusté 2025" (56003864C)

03 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "Het tijdpad voor de aangepaste begroting 2025" (56003864C)

 

03.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, vous avez récemment voté une seconde tranche de douzièmes provisoires jusqu'au mois de juin. Enfin, plutôt, nous avons voté. Vu le timing et le temps nécessaire à l'élaboration d'un budget, je suppose que l'ensemble des administrations et des cabinets sont en plein travail sur ce thème. J'ai donc été surpris de lire dans le journal Le Soir, le 26 mars dernier je pense, que le conclave se tiendrait mi-avril, contrairement d'ailleurs aux informations qui avaient été transmises aux membres de la Chambre des représentants et qui stipulaient que les documents budgétaires seraient transmis le 11 avril. Mes questions sont donc les suivantes.

 

Le gouvernement s'est-il déjà accordé sur un calendrier budgétaire précis? Pourriez-vous nous communiquer les échéances de ce calendrier? Où en sont actuellement les travaux budgétaires? Pourriez-vous nous communiquer l'objectif budgétaire envisagé par le gouvernement pour 2025? Merci déjà pour vos réponses, monsieur le ministre.

 

03.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Merci, monsieur Dardenne. Vendredi dernier, le gouvernement est parvenu à un accord sur l'élaboration du budget initial pour 2025. Sur cette base, mon administration travaille actuellement sur les documents budgétaires nécessaires qui seront déposés à la Chambre des représentants dans le courant du mois d'avril. Dans ce contexte, une discussion approfondie pourra également avoir lieu sur l'objectif budgétaire de ce gouvernement pour 2025.

 

03.03  Frédéric Daerden (PS): Merci, monsieur le ministre. Il est évidemment crucial pour nos débats et pour le bon fonctionnement de notre commission et du Parlement que nous puissions disposer des documents parlementaires complets et en bonne et due forme le plus rapidement possible. C'est évident, surtout vu le peu d'informations à notre disposition depuis la conclusion de l'accord de gouvernement. Il est aussi crucial que la Cour des comptes puisse faire son travail et qu'on puisse disposer de celui-ci.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le tableau budgétaire et la réduction de subventions fédérales" (56003866C)

04 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De begrotingstabel en de afbouw van federale subsidies" (56003866C)

 

04.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, le tableau budgétaire transmis à la Chambre des représentants reprend une ligne d'économies intitulée "réduction de subventions fédérales" avec un impact de 25 millions d'euros dès 2025, augmentant jusqu'à 200 millions à l'horizon 2029. Sans plus de précisions.

 

Monsieur le ministre, que recouvre cette ligne budgétaire? Quelles subventions sont visées et seront supprimées ou réduites dans les prochaines années? Sur quelle enveloppe budgétaire porte cette économie? Comment cette économie a-t-elle été évaluée et sur quelles bases? Enfin, comment comptez-vous réaliser cette économie en 2025 vu le timing qui avance?

 

04.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Daerden, au sein du gouvernement fédéral, il a été convenu qu'un registre de subsides serait élaboré sur la base duquel un screening ciblé des subsides versés par le pouvoir fédéral serait effectué.

 

Le subside versé à Unia serait notamment réduit de 25 %. Il a également été convenu que je présenterai, en tant que ministre du Budget, un plan d'action au Conseil des ministres d'ici l'élaboration du budget 2026. Le dépôt de ce budget au Parlement sera l'occasion de développer cette mesure. En 2025, un million d'euros d'économies sera réalisé en réduisant de 25 % l'allocation d'Unia. L'économie restante de 24 millions d'euros sera répartie entre les différents départements dans le cadre du processus technique du contrôle budgétaire 2025 en juillet et sera réalisée par blocage administratif.

 

04.03  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie. Je me réjouis donc de nos discussions sur le budget et d'avoir des informations plus précises à ce moment-là. Vous évoquez par ailleurs Unia, ce qui reste marginal par rapport à l'effort global à réaliser.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le tableau budgétaire et la "sous-utilisation primaire et en sécurité sociale"" (56003867C)

05 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De begrotingstabel en de "onderbenutting primair en sociale zekerheid"" (56003867C)

 

05.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, le tableau budgétaire transmis à la Chambre des représentants reprend une ligne comportant l'augmentation de la sous-utilisation primaire et en sécurité sociale: 50 millions en 2025 et 250 millions en 2029.

 

Comment l'augmentation de cette sous-utilisation a-t-elle été estimée?

 

Quelles dépenses supplémentaires seront selon vous davantage sous-utilisées par rapport aux précédents exercices budgétaires?

 

Quelles sont les moyennes des sous-utilisations des dernières années qui permettraient d'envisager une hausse de la sous-utilisation tant au niveau primaire que de la sécurité sociale?

 

Comment comptez-vous réaliser cette économie en 2025, vu le timing dans lequel nous sommes?

 

05.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Le gouvernement a convenu d'augmenter chaque année l'objectif de sous-utilisation.

 

D'ici 2025, cette sous-utilisation devrait conduire à une réduction des dépenses de l'ordre de 50 millions d'euros.

 

La sous-utilisation se répartit comme suit: 77 % pour le Collège des services publics fédéraux (SPF) et services publics de programmation (SPP); 14 % pour Collège des institutions publiques de sécurité sociale (IPSS); 9 % pour le Collège des organismes d'intérêt public (OIP).

 

En tant que ministre du Budget, le gouvernement m'a également chargé du monitoring régulier des dépenses et de la communication de ces informations au Conseil des ministres. Si le monitoring montre que l'objectif de sous-utilisation ne sera pas atteint, des blocages seront imposés après reporting préalable au Conseil des ministres.

 

05.03  Frédéric Daerden (PS): Je vous remercie pour ces réponses que j'aurais tendance à qualifier d'optimistes. J'ai l'impression que ces objectifs seront difficilement atteignables.

 

Nous aurons l'occasion évidemment d'en reparler lors des discussions budgétaires à venir, notamment avec la Cour des comptes.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le tableau budgétaire et les compétences usurpées" (56003868C)

06 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De begrotingstabel en de usurperende bevoegdheden" (56003868C)

 

06.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre. Selon le vocabulaire politique, des "compétences usurpées" sont des compétences exercées par les gouvernements des entités fédérées mais financées par l'État fédéral. À cet égard, le tableau budgétaire transmis à la Chambre reprend une ligne d'économies intitulée "compétences usurpées", avec un impact de 58 millions à l'horizon 2029, sans plus de précisions.

 

Mes questions sont donc les suivantes: que recouvre cette ligne budgétaire? Quelles sont les compétences et les politiques financées par l'État fédéral visées? Comment cette économie a-t-elle été évaluée et sur quelle base? Pouvez-vous lister les économies visées? Enfin, comment comptez-vous réaliser cette économie en 2025 vu le timing?

 

06.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Après un screening des différentes allocations de base en matière de compétences usurpées, le gouvernement a convenu de les réduire. La mise en œuvre concrète de cette mesure pour 2025 a été discutée dans le cadre de l'élaboration du budget 2025 qui sera déposé à la Chambre dans le courant du mois d'avril. À partir de l'élaboration du budget 2026, le contrôle des compétences usurpées sera intégré dans le processus technique d'élaboration du budget, circulaire sur l'élaboration du budget 2026, en vue de réaliser les objectifs fixés.

 

06.03  Frédéric Daerden (PS): Merci monsieur le ministre. Des économies finalement à réaliser sur le dos des entités fédérées sans beaucoup d'analyse et de concertation approfondie à ce jour, on ne peut que le regretter.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "La provision interdépartementale" (56003870C)

07 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De interdepartementale provisie" (56003870C)

 

07.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, la spécialité budgétaire vise à ce que chaque dépense corresponde à un poste budgétaire spécifique. C'est un principe budgétaire central qui est régulièrement rappelé par la Cour des comptes et qui vise notamment à garantir le rôle du Parlement dans le vote et le contrôle de l'exécution du budget.

 

Au sein du tableau budgétaire transmis à la Chambre, une ligne en dépense, intitulée "provision interdépartementale" comporte un impact de 150 millions d'euros en 2029.

 

Quelle dépense cette ligne budgétaire est-elle amenée à financer et quelle est sa répartition? Comment concilier le respect des principes du droit budgétaire et la transparence avec ce type de provision dont l'intitulé flou semble annoncer un pot gouvernemental mobilisable à la bonne discrétion du gouvernement? Et enfin, quelle est la répartition envisagée pour 2025?

 

07.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Daerden, comme les gouvernements précédents, ce gouvernement prévoit également une enveloppe interdépartementale pour les nouvelles politiques. Cette enveloppe servira à financer, entre autres, un accord social en dehors du secteur des soins.

 

Les crédits sont mis à disposition par le biais d'une décision de répartition du ministre du Budget délibérée en Conseil des ministres.

 

07.03  Frédéric Daerden (PS): Merci pour vos quelques éléments de réponse, monsieur le ministre. Mais cette provision interdépartementale, soit le gouvernement sait comment l'utiliser et comment préciser son affectation et ne souhaite pas nous le communiquer, soit on reste dans le flou, ce qu’on ne peut que regretter.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le tableau budgétaire et les gains en matière d’intérêts" (56003871C)

08 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De begrotingstabel en de rentewinst" (56003871C)

 

08.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, dans son rapport du 6 mars 2025, le Comité de monitoring a évalué les charges d'intérêts à 10,7 milliards pour 2025.

 

Le tableau budgétaire transmis à la Chambre des représentants reprend un impact positif pour le budget concernant les charges d'intérêts. Dès 2025, l’impact sera de plus ou moins 37 millions. L'impact positif pour 2029 est estimé à  365 millions.

 

Comment cet impact a-t-il été estimé? Cette estimation se base-t-elle sur les perspectives de l'Agence Fédérale de la Dette, sur la révision à la baisse des charges suite à la réduction du déficit ou sur de nouvelles estimations pour l'OLO dans les prochaines années?

 

Pourriez-vous communiquer le calcul ayant servi de base à cette estimation?

 

08.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Daerden, le calcul initial des gains en intérêts a été effectué sur la base d’une présentation du SPF BOSA aux partis en négociation en novembre 2024. Cependant, dans le cadre de l’élaboration du budget 2025, le rendement a été révisé à zéro pour cette année.

 

08.03  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces quelques éléments de réponse. Nous aurons l’occasion d’en reparler prochainement.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Les effets retour" (56003872C)

09 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De terugverdieneffecten" (56003872C)

 

09.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, le tableau budgétaire transmis à la Chambre des représentants reprend une trajectoire de recettes supplémentaires liées à l'augmentation du taux d'emploi. Cette ligne est centrale dans le tableau budgétaire présenté par le gouvernement puisqu'elle permettrait au gouvernement de récupérer plus de 1,5 milliard dès 2026 et plus de 7,8 milliards en 2029. Cette trajectoire ne prend par ailleurs pas en compte les effets retour négatifs en termes de recettes de cette réforme.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous communiquer le détail du calcul de cette ligne budgétaire? Quelle est votre estimation du nombre d'emplois à politique constante et quel nombre d'emplois supplémentaires la Belgique devrait-elle atteindre afin d'obtenir les effets retour envisagés et les 80 % de taux d'emploi?

 

Quel taux d'emploi est monitoré? Celui des 20-64 ans conformément à la définition EFT ou un taux d'emploi élargi? Excluez-vous de ce taux d'emploi les flexi-jobs, le travail occasionnel ou d'autres formes de travail irrégulier? Incluez-vous l'augmentation éventuelle du travail étudiant dans les effets retour envisagés, les flexi-jobs, le travail occasionnel et d'autres formes de travail irrégulier? Quelles sont les mesures identifiées dans l'accord de gouvernement qui permettent d'atteindre un taux d'emploi de 80 % en 2029 et quel est leur calendrier d'exécution qui permet de respecter la trajectoire du tableau budgétaire?

 

Comptez-vous inclure dans votre trajectoire les effets retour négatifs en termes de recettes liées à certaines décisions de l'accord de gouvernement, notamment l'impact de la réforme des pensions, de la limitation à deux ans des allocations de chômage ou de la suppression de l'enveloppe bien-être sur le pouvoir d'achat et la demande intérieure?

 

Comment prenez-vous en compte ou estimez-vous l'impact de ces réformes, à la hausse et à la baisse, sur les paramètres macroéconomiques, les recettes et donc la trajectoire budgétaire?

 

09.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Daerden, dans le cadre de l'exposé d'orientation politique, j'ai déjà répondu en détail à vos questions relatives aux effets retour. Je ne peux que répéter qu'il est impossible d'indiquer avec précision quelles mesures permettront de créer quel emploi et quel en sera l'effet retour précis. L'estimation du gouvernement se fonde sur une croissance réaliste de l'emploi résultant d'un ensemble de mesures ambitieuses visant à réformer le marché du travail, la législation applicable en matière de pensions et la fiscalité, compte tenu du nombre d'emplois vacants.

 

Selon Statbel, il y avait déjà 174 564 emplois vacants au quatrième trimestre 2024. Ces postes sont donc disponibles aujourd'hui sans qu'aucune mesure n'ait été mise en œuvre, indépendamment de l'effet des réductions de charges supplémentaires pour les entreprises. L'effet combiné des mesures fédérales, et notamment la perspective de l'effet de la réduction de l'impôt sur le travail, permettra de prévoir une plus grande portion de ces emplois vacants que cela n'aurait été le cas autrement. Ce nombre considérable d'emplois vacants démontre que la création prévue d'un nombre d'emplois élevé est réalisable.

 

Dans la nouvelle réglementation européenne, l'évolution des dépenses primaires nettes sera le seul indicateur. Il convient donc de distinguer les analyses ex ante et ex post pour les effets retours. Ex ante, les éventuels effets retour économiques négatifs ou positifs des mesures de consolidation ou des réformes n'auront aucune incidence sur la norme de croissance des dépenses primaires nettes ou sur le respect de celles-ci. En revanche, ex post, les éventuels effets dérivés sur la diminution des dépenses de chômage sont inclus dans les dépenses primaires nettes et peuvent donc contribuer au respect de la norme de croissance.

 

09.03  Frédéric Daerden (PS): Merci, monsieur le ministre, mais permettez-moi de rester dubitatif et de regretter que le gouvernement ne définisse pas les mesures et ne les énumère pas avec précision. Nous aurons cependant l'occasion de revenir sur cette thématique ultérieurement.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "L’économie de 1,8 % par an sur l’enveloppe du personnel" (56003873C)

10 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De besparing van 1,8 % per jaar op de personeelsenveloppe" (56003873C)

 

10.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, des services publics de qualité et correctement dotés sont nécessaires pour mener des politiques ambitieuses. À cet égard, le tableau budgétaire transmis en marge de la déclaration gouvernementale aux membres de la Chambre des représentants prévoit une économie de 1,8 % dans les frais de personnel de la fonction publique, hors services de sécurité, avec un impact de -77 millions dès 2025 et de -392 millions en 2029.

 

Comment cet impact a-t-il été estimé et sur quelle enveloppe porte cette économie? Pouvez-vous me transmettre la liste des départements, organismes, services publics fédéraux, parastataux, etc., concernés?

 

Comment l'économie sera-t-elle réalisée? S'agit-il de limiter les recrutements à venir, s'agit-il de non-remplacements, ou d'autres mesures sont-elles envisagées?

 

Combien d'emplois vont-ils disparaître au sein de la fonction publique en 2025, 2026, 2027, 2028 et 2029?

 

Concernant l'immunisation des départements relatifs à la sécurité, confirmez-vous bien cette immunisation et quels départements sont-ils concernés?

 

Vu les chiffres précis repris dans le tableau budgétaire, s'agit-il d'une économie linéaire ou des économies précises ont-elles été identifiées?

 

Chaque ministre dispose-t-il d'une certaine latitude au sein de ses départements ou l'économie doit-elle être réalisée spécifiquement sur le personnel?

 

Enfin, comment comptez-vous réaliser une première économie en 2025?

 

10.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Le gouvernement a convenu de réduire l'enveloppe salariale totale des services publics fédéraux (SPF), services publics fédéraux de programmation (SPP), institutions publiques de sécurité sociale (IPSS), organismes administratifs publics (OAP) et services administratifs à comptabilité autonome (SACA) de 1,8 % par an. Une exception est faite pour les départements de la sécurité, qui reprennent la Défense, la police fédérale et le SPF Justice. Cette économie ne s'applique pas non plus en 2025 aux postes diplomatiques et consulaires ni à certaines divisions organiques du SPF Intérieur. Une solution structurelle sera élaborée lors du budget 2026.

 

10.03  Frédéric Daerden (PS): Merci monsieur le ministre pour ces quelques éléments de réponse. Permettez-moi d'être inquiet pour le personnel, les conditions de travail et l'organisation des services.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "L’économie de 1,8 % par an sur les frais de fonctionnement" (56003874C)

11 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De besparing van 1,8 % per jaar op de werkingskosten" (56003874C)

 

11.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, le tableau budgétaire transmis en marge de la déclaration gouvernementale aux membres de la Chambre des représentants prévoit une économie de 1,8 % dans les frais de fonctionnement de la fonction publique, hors service de sécurité.

 

Monsieur le ministre, comment cet impact a-t-il été estimé et sur quelle enveloppe porte cette économie? Pouvez-vous me transmettre la liste des départements et organismes concernés? Quant à l'immunisation des départements relatifs à la sécurité, confirmez-vous bien cette immunisation? Quels départements sont-ils concernés? Pourquoi ne pas mobiliser la revue des dépenses pour ce type d'exercice? Enfin, comment comptez-vous réaliser cette économie en 2025?

 

11.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Daerden, cette question est fort similaire à la dernière. Comme déjà indiqué, le gouvernement a convenu de réduire l'enveloppe totale des frais de fonctionnement des SPF, SPP, IPSS, ou IPPSSCA, (?) de 1,8 % par an à l'exception des départements de sécurité, défense, police fédérale et SPF Justice. Mais, en 2025, cette économie ne s'applique pas non plus aux postes diplomatiques et consulaires, aux charges locatives, aux frais de fonctionnement de la Régie des Bâtiments et à certaines divisions organiques du SPF Intérieur.

 

Mais, de nouveau, une solution structurelle sera élaborée lors de l'élaboration du budget 2026.

 

11.03  Frédéric Daerden (PS): Je vous remercie, monsieur le ministre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "La réduction des dividendes suite à la réduction des actifs" (56003875C)

12 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De lagere opbrengsten uit dividenden door de afstoting van activa" (56003875C)

 

12.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, le tableau budgétaire transmis à la Chambre des représentants reprend une ligne concernant l'impact budgétaire négatif lié à la réduction d'actifs. Une perte de recettes de 100 millions dès 2026 est reprise au sein de ce tableau, si je ne me trompe. Aucune précision n'est donnée sur les actifs concernés qui devraient être cédés, en tout ou en partie, et contribuer à baisser les dividendes de l'État fédéral.

 

Monsieur le ministre, quels sont les actifs qui feront l'objet d'une vente ou d'une cession partielle? Pourriez-vous nous communiquer le détail du calcul qui mène à cette perte de recettes de 100 millions? Sur quelles bases cette perte a-t-elle été évaluée?

 

12.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Daerden, l'accord de gouvernement précise que l'État gère ses participations en fonction de leur rendement financier et définit sa stratégie de sortie en prenant en compte le rendement des dividendes par rapport au taux d'emprunt auquel il accède ainsi que la maximisation de la plus-value réalisée lors de la cession. Le regroupement de ses participations au sein d'un instrument tel que la Société Fédérale de Participations et d'Investissement (SFPI) permet à l'État de bénéficier de la compétence et de la mise en commun de l'expertise nécessaire à leur bon encadrement.

 

L'élaboration concrète de cette mesure pourra être discutée ultérieurement une fois que la stratégie adoptée sera plus claire.

 

12.03  Frédéric Daerden (PS): Merci, monsieur le ministre, pour ces informations qui permettent d'un peu mieux comprendre cette déclaration. Nous aurons l'occasion d'y revenir.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le rendement budgétaire de la lutte contre la fraude fiscale" (56003876C)

13 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De opbrengst van de fiscalefraudebestrijding" (56003876C)

 

13.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, la lutte contre la fraude, et en particulier la fraude fiscale, est évidemment essentielle pour garantir le respect des normes et renforcer le contrat social qui lie tous les citoyens.

 

Le tableau budgétaire transmis à la Chambre reprend une ligne de recettes supplémentaires liées à la lutte contre la fraude fiscale à hauteur de 200 millions en 2026 et 400 millions en 2029.

 

Pourriez-vous apporter des précisions sur cette ligne budgétaire et la méthode de calcul? Comment le rendement a-t-il été évalué et sur quelle base, monsieur le ministre?

 

13.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Les tableaux budgétaires prévoient en effet un produit de la lutte contre la fraude fiscale à partir de 2026 à hauteur de 300 millions d'euros. La mise en œuvre concrète de cette mesure pour 2026 sera discutée dans le cadre de l'élaboration du budget 2026, qui sera bien sûr aussi déposé à la Chambre plus tard cette année.

 

13.03  Frédéric Daerden (PS): Nous n'avons plus qu'à attendre.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Alexia Bertrand aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De keuze van de FOD Financiën inzake de Russische tegoeden" (56003878C)

14 Question de Alexia Bertrand à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le choix du SPF Finances en ce qui concerne les avoirs russes" (56003878C)

 

14.01  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, het Monitoringcomité houdt in zijn berekening nog steeds rekening met een impact van 1,26 miljard euro uit de opbrengst van bevroren Russische tegoeden. Maar ik las in hetzelfde verslag dat de FOD Financiën dit vanaf 2025 niet meer opneemt.

 

Wat is het standpunt van de regering hierover en wordt deze opbrengst definitief uitgesloten van de begrotingsramingen?

 

14.02 Minister Vincent Van Peteghem: Het Monitoringcomité heeft zowel langs de ontvangsten- als langs de uitgavenzijde rekening gehouden met hetzelfde bedrag van 1,26 miljard euro. Met andere woorden, er is geen impact op het saldo. De reden van opname van dit bedrag is het feit dat de FOD Financiën heeft aangegeven dat het deze inkomsten dit jaar toch zal innen. Maar voor verdere toelichting verwijs ik uiteraard naar mijn collega, de minister van Financiën.

 

14.03  Alexia Bertrand (Open Vld): Er is dus wel een discrepantie tussen het standpunt van het Monitoringcomité en dat van de FOD Financiën. Het lijkt me wel eigenaardig dat ze deze opbrengsten niet meer mee rekenen. Is dat al een voortschrijdend inzicht voor de toekomst? Ik zal de minister van Financiën zeker bevragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van Alexia Bertrand aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De overschrijdingen van de departementale kredieten" (56003879C)

15 Question de Alexia Bertrand à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Les dépassements des crédits départementaux" (56003879C)

 

15.01  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, het Monitoringcomité signaleert een overschrijding van de departementale kredieten in 2024.

 

Kunt u per beleidsdomein aangeven welke departementen in overschrijding zijn gegaan en voor welke bedragen? Welke maatregelen worden genomen om een herhaling in 2025 te vermijden?

 

15.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw Bertrand, het is me niet duidelijk waar u die informatie in de nota van het Monitoringcomité hebt gevonden. De enige tabel met realisaties inzake de primaire uitgaven per departement is tabel 24 op pagina 49. In die tabel worden echter enkel de realisaties 2024 opgenomen en worden die ook niet vergeleken met het totaal van de toegestane kredieten. Dat totaal bestaat uit de initiële kredieten, aangepast naar aanleiding van twee aanpassingsbladen en rekening houdend met eventuele herverdelingen en verdelingen vanuit de provisies.

 

Indien men de gerealiseerde vereffeningen vergelijkt met de toegestane kredieten, wordt er enkel op het niveau van defensie een ogenschijnlijke overschrijding vastgesteld van 9,8 miljoen euro. Die overschrijding vloeit voort uit de toegestane plafondverhoging voor het Fonds voor wedergebruik van ontvangsten, uit prestaties voor derden, uit de vervreemding van overtollig geworden materieel, waarvan munitie, en uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de minister van Defensie toevertrouwde patrimonium. Rekening houdend met de toegestane plafondverhoging zijn er in principe geen overschrijdingen van de kredieten vastgesteld in 2024.

 

15.03  Alexia Bertrand (Open Vld): Dank u wel, mijnheer de minister, dat was heel duidelijk.

 

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Alexia Bertrand aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De personeelsuitgaven bij de federale overheid" (56003880C)

16 Question de Alexia Bertrand à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Les dépenses de personnel dans l'administration fédérale" (56003880C)

 

16.01  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, de loonkosten van de federale overheid blijven stijgen. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de index en de indexering van de kredieten.

 

Kunt u het verschil geven tussen hetgeen te maken heeft met de automatische loonindexatie en de spilindexoverschrijding en anderzijds eventuele andere stijgingen? Hoeveel bedraagt de verwachte toename van de personeelsuitgaven in 2025 ten opzichte van 2024? Zijn er eventueel maatregelen voorzien?

 

16.02 Minister Vincent Van Peteghem: Ik heb veel begrip voor uw vraag. De regering heeft vrijdag een tweede ronde van begrotingsnotificaties goedgekeurd. De detailverwerking van die beslissing kan nu opgestart worden. Het lijkt mij aangewezen om even te wachten tot de concrete begrotingsdocumenten er zijn vooraleer uw concrete vraag te beantwoorden.

 

Het is wel zo dat de regering beslist heeft om een vermindering van de personeelsenveloppe met 1,8 % per jaar door te voeren, met een uitzondering voor de departementen waarnaar ik daarnet verwees, met name de veiligheidsdepartementen, maar ook nog een aantal andere posten voor 2025.

 

Anderzijds is het natuurlijk ook wel zo dat een aantal maatregelen in de steiger staat die moeten bijdragen aan een grotere efficiëntie van de overheid, zoals de reorganisatie van de federale overheid, maar ook de centralisatie van de ondersteunende stafdiensten. Die tweede maatregel zal er natuurlijk voor zorgen dat we de komende jaren de totale loonkostenmassa van de federale overheid onder controle kunnen houden.

 

16.03  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, ik zal wachten tot de begrotingsnotificaties er zijn en dan zal ik terugkomen met mijn vraag. Het is zeker iets om in de gaten te houden, want ik heb u niet horen zeggen dat dit komt door de automatische loonindexering of door een overschrijding van de spilindex. Ik vermoed dat er andere redenen zijn voor de toename van de personeelsuitgaven. Ik zal zeker terugkomen met deze vraag.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Alexia Bertrand aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De actualisatie van de begroting sinds de beleidsverklaring van de minister" (56003885C)

17 Question de Alexia Bertrand à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "L'actualisation du budget depuis l’exposé d’orientation politique du ministre" (56003885C)

 

17.01  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, de regering heeft net begrotingsnotificaties aangenomen. Zijn er nieuwe ontwikkelingen die een impact op het begrotingstraject hebben, opgedoken? Wat is de actuele begrotingssituatie op basis van het meest recente rapport van het Monitoringcomité? Hebt u tabellen aangepast?

 

Hoe zult u de doordat de hervorming van het fiscaal voordeel op tweede verblijven dit jaar niet van toepassing wordt, weggevallen 210 miljoen euro inkomsten compenseren? Moet u door actualisatie van andere posten nog compenseren? Hoe?

 

17.02 Minister Vincent Van Peteghem: Volgens het rapport van het Monitoringcomité van maart bedraagt het begrotingstekort van entiteit 1 dit jaar 22.964 miljoen euro, dus bijna 23 miljard euro, bij ongewijzigd beleid.

 

De regering heeft op twee momenten reeds begrotingsnotificaties goedgekeurd. De eerste keer was op 14 februari en de tweede keer op 28 maart. De regering heeft in dat kader enkele compenserende maatregelen genomen, die nu worden verwerkt, zoals ik daarnet al zei, en weldra ook meer uitvoerig in het Parlement zullen worden besproken.

 

In juli 2025 zullen we met de regering opnieuw een begrotingscontrole doen, waarbij het rendement van de vooropgestelde maatregelen en de ingeschreven departementale kredieten opnieuw zullen worden geëvalueerd.

 

17.03  Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, u spreekt over een begrotingscontrole. Ik vermoed dat de maatregelen op dat moment nog niet in werking getreden zijn, want u stelt de begroting voor eind mei. Vooraleer de maatregelen in werking treden, moet u toch op één of twee maanden rekenen. Het is dus een begrotingscontrole om voor de allereerste keer een evaluatie of een inschatting te maken van de maatregelen uit het regeerakkoord en de begrotingsnotificaties. Klopt dat? Moet ik dat zo begrijpen?

 

U hebt al twee keer een aantal begrotingsnotificaties afgeklopt. Welke zijn dan de compenserende maatregelen? Kunt u zeggen hoe u bijvoorbeeld de weggevallen 210 miljoen euro aan fiscale inkomsten compenseert? Vermoedelijk hebt u daar al een duidelijk zicht op. Hoeveel moet er desgevallend gecompenseerd worden?

 

17.04 Minister Vincent Van Peteghem: Hiermee antwoord ik meteen op de vraag van de heer Van Quickenborne.

 

We hebben nu een vertaling gemaakt van de begrotingstabel die tijdens de formatie is opgesteld en in het Parlement werd ingediend. We zullen bekijken wat de impact is van de maatregelen die we de komende weken hier voorstellen, en op dat moment een begrotingscontrole uitvoeren.

 

Het klopt dat er dit begrotingsjaar geen opbrengst is door de schrapping van de federale intrestaftrek voor tweede woningen. Die was bij de opmaak van de begroting van 2025 geraamd op 210 miljoen euro. Er worden dus natuurlijk maatregelen genomen om die minderopbrengst te compenseren. Wij zullen die bespreken op het moment dat de begroting in het Parlement is ingediend.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "Het gat van 210 miljoen euro in de begroting van 2025" (56003889C)

18 Question de Vincent Van Quickenborne à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le trou de 210 millions d'euros dans le budget de 2025" (56003889C)

 

18.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, in de begroting voor 2025 stond 210 miljoen euro ingeschreven als opbrengst voor de schrapping van de fiscale aftrek voor intresten op niet-eigen woningen. U hebt echter aangegeven dat – althans dit jaar – niet meer te willen doen. Er is dus nu een tekort van 210 miljoen euro.

 

Intussen lezen wij in het ontwerp van programmawet dat de regering kiest voor een andere oplossing. Dat stond gisteren ook in De Tijd. Er zou nu worden gekozen voor het principe van front loading. Dat houdt in dat de regering in het kader van de liquidatiereserves eenmalig de mensen de kans geeft om reserves die men reeds heeft aangelegd tussen de drie en de vijf jaar vervroegd op te nemen aan een tarief van 6,5 % in plaats van de huidige 20 %. Die maatregel is beschreven in het ontwerp van programmawet dat op de regeringstafel ligt.

 

U rekent daarvoor op een opbrengst van 238 miljoen euro. Dat is dus een compensatie die groter is dan de 210 miljoen euro. Hoe komt u aan dat bedrag van 238 miljoen euro? Klopt het dat dit gaat over front loading? Zult u dus belastingopbrengsten die in de toekomst zullen worden gerealiseerd versneld naar voren halen om de begroting van 2025 op te smukken?

 

18.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Van Quickenborne, ik kan hetzelfde antwoord geven als daarnet. Zoals in de pers werd vastgesteld, zal de intrestaftrek voor de federale woonlening dit jaar inderdaad geen opbrengst generen. Er zijn nog een aantal andere zaken in de begroting die niet de verwachte opbrengst zullen genereren, of omgekeerd, die wat positiever ingeschat en geraamd kunnen worden.

 

Die elementen hebben wij meegenomen in de begroting 2025. Voor de concrete toelichting van die maatregel verwijs ik u naar de minister van Financiën. Voor mij gaat het erover dat onze initiële begroting 2025 in lijn moet liggen met de afspraken die daarover zijn gemaakt tijdens de formatiegesprekken. We kunnen het hier verder over hebben zodra de initiële begroting ter bespreking voorligt in de Kamer.

 

18.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, wat is het probleem om te communiceren over wat er al is beslist door de regering? U verwijst naar de begrotingscontrole, maar er is een beslissing genomen door de regering en een begrotingsnotificatie vastgelegd, waarbij men zegt dat er een uitbreiding komt van de belastbare basis roerende voorheffing. De budgettaire impact daarvan zal voor 2025 238 miljoen euro bedragen. Die beslissing is genomen door de regering. Waarom kunt u die dan niet gewoon meedelen?

 

18.04 Minister Vincent Van Peteghem: Omdat ik graag heb dat u een zicht hebt op het volledige document dat we zullen bespreken zodra het in het Parlement is ingediend.

 

18.05  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Ik heb het volledige document hier bij. Het is beslist door de regering. Er valt daarover meer te lezen in de kranten dan er in dit Parlement wordt gezegd. Het is een beslissing van de regering om eenmalig een tarief van 6,5 % toe te passen. Ik heb de begrotingsnotificatie hier bij. Waarom is het een probleem om dat te bevestigen? Ik begrijp dat niet.

 

18.06 Minister Vincent Van Peteghem: Ik zal niet ontkennen wat daar staat en wat u zegt. Opnieuw, ik heb aangegeven dat wij ervoor moeten zorgen dat de besliste maatregel of dat het budget in overeenstemming is met wat we in de formatie hebben afgesproken. Er zijn compensaties in de min en de plus opgenomen in de begroting 2025. Voor de specifieke maatregelen die worden genomen, verwijs ik, zoals altijd al het geval is geweest, ook in het verleden, graag naar de bevoegde minister.

 

18.07  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): U bent als minister van Begroting wel de hoeder van de begroting. Dat betekent dus dat de maatregelen die genomen worden, moeten worden getoetst aan het begrotingskader. U hebt die maatregelen genomen, die zijn beslist geweest.

 

De vraag is voor eerst hoe u aan dat bedrag van 238 miljoen euro komt? Dat is uw verantwoordelijkheid. Als u zegt dat de maatregel 238 miljoen opbrengt, is dat uw verantwoordelijkheid.

 

Vervolgens gaat het over front loading. Hoe rijmt u die aanpak van front loading, dus het naar voor trekken van belastingopbrengst, met uw pleidooi voor duurzame financiën en het niet doorschuiven van de facturen naar de toekomstige generaties? Dat zijn eigenlijk mijn vragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

19 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De begrotingsimpact van de geplande besparing op de werkloosheidsuitgaven vanaf 2026" (56003890C)

19 Question de Vincent Van Quickenborne à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "L'impact budgétaire des économies prévues sur les dépenses liées au chômage dès 2026" (56003890C)

 

19.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, uit de begrotingstabel blijkt dat de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd volgend jaar een besparing van 902 miljoen euro zal opleveren. Op kruissnelheid zou dat een besparing van 1,8 miljard euro per jaar moeten opleveren.

 

Collega's, mijnheer de voorzitter, als een maatregel volgend jaar 902 miljoen euro moet opleveren, dan betekent dat dat men op de bestaande groep van werklozen onmiddellijk ingrepen wil realiseren. Het is onvermijdelijk dat men dan niet enkel nieuwe werklozen zal treffen, maar ook mensen die vandaag al werkloos zijn.

 

Mijnheer de minister, bevestigt u ten eerste dat de besparing 902 miljoen euro bedraagt in 2026? Bevestigt u ten tweede dat die enkel haalbaar is als de maatregel ook geldt voor de bestaande groep werkzoekenden? Ten derde, zal deze maatregel terugwerken op de huidige werklozen, bijvoorbeeld mensen die vandaag al één jaar zonder werk zitten, en hen volgend jaar uitsluiten van uitkeringen? Kunt u verduidelijken hoe deze maatregel precies begroot is in de oefening voor 2026? Hoe robuust is die raming zonder wetgevende basis?

 

19.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Van Quickenborne, in het begrotingstraject dat binnen de regering is overeengekomen voor de periode 2025-2029, is inderdaad in een opbrengst van 902 miljoen euro in 2026 voorzien, die voortvloeit uit de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd en de versterking van de degressiviteit.

 

Voor de concrete uitwerking van die maatregel verwijs ik, zoals ook bij andere maatregelen, naar de minister van Werk Clarinval.

 

19.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, het is de eerste keer dat we dit hier horen in het Parlement. Het bedrag waarnaar u verwijst, staat immers niet in de budgettaire tabel die werd rondgedeeld door de regering in februari, maar staat wel in een van de twee achterliggende tabellen, die tot nu toe niet werden bekendgemaakt. U hebt deze dus nu wel bekendgemaakt, waarvoor mijn uiterste dank, ik apprecieer dat.

 

U bent dus de hoeder die ervoor zorgt dat dit bedrag wel degelijk wordt binnengehaald. Wij hebben vandaag echter mogen kennisnemen van het feit dat de discussie over de meerwaardebelasting gekoppeld wordt aan de discussie over de werkloosheid. De regering is blijkbaar een linkse regering. De regeringspartijen stellen dat ze de werkloosheidsuitkeringen pas in de tijd zullen beperken als er een akkoord is over de meerwaardebelasting.

 

Het probleem is dat die meerwaardebelasting volgend jaar moet renderen en dat de werkloosheidsuitkeringen volgend jaar ook moeten opbrengen. Die werkloosheidsuitkeringen kunnen pas volgend jaar geld opbrengen als er nu al beslissingen worden genomen. De minister van Werk mikt erop om dat vanaf 1 juli van dit jaar te doen. Dat betekent dat het wetten betreft die al goedgekeurd worden in mei en juni.

 

Het gevolg is dat de koppeling ertoe zal leiden dat de geraamde opbrengst, die u bevestigd hebt, van 902 miljoen euro in 2026, niet zal worden gehaald. U zult dus opnieuw in de problemen komen, niet alleen met de begroting van 2025, maar nu ook al met de begroting van 2026. Zoals men het mooi zegt in het Engels: you will continue to kick the can down the road.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

20 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De budgettaire compensatie van het uitstel van strengere SWT-regels (rol van sociale partners)" (56003891C)

20 Question de Vincent Van Quickenborne à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "La compensation budgétaire du report du durcissement du RCC (rôle des partenaires sociaux)" (56003891C)

 

20.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, ook deze vraag gaat over een vrij actueel thema, want de regering heeft beslist – tenzij u dat ontkent – om het sociaal akkoord van midden maart 2025 te respecteren. De heer Ronse heeft hier grote verklaringen afgelegd. Het regeerakkoord zou tot op de letter worden nageleefd, maar dat is dus niet het geval, want de regering volgt de sociale partners in het sociaal akkoord over SWT en landingsbanen.

 

Uit dezelfde budgettaire tabel waaruit ik daarnet geciteerd heb, blijkt dat er daardoor een gat ontstaat van 26,4 miljoen euro. U had meer bepaald geraamd dat de SWT-hervormingen dit jaar 10 miljoen euro zouden opleveren, maar nu blijkt dat er uiteindelijk een verlies van 8,4 miljoen euro is. Daarnaast stond voor de landingsbanen in de initiële begroting een opbrengst van 8 miljoen euro, maar die is in uw aangepaste begrotingstabel op nul miljoen gezet. Het gevolg is een tekort van 26,4 miljoen euro, door het uitstelgedrag van deze regering.

 

Mijnheer de minister, zult u die 26,4 miljoen euro verhalen op de sociale partners, conform de geest van het regeerakkoord? Dienen de sociale partners de compensatie aan te leveren? Wat is de timing voor die budgettaire compensatie? Wordt die al voorzien in de begroting van 2025?

 

Werd de beslissing over het SWT- en landingsbanenuitstel vooraf getoetst op begrotingsneutraliteit, zoals voorzien in het regeerakkoord? Ik citeer uit het regeerakkoord: "We responsabiliseren daarvoor alle partners in de rol van paritaire beheerders van de sociale zekerheid. Afspraken tussen de sociale partners die de inkomsten of uitgaven van de federale overheid beïnvloeden, zullen vooraf worden getoetst op de inpasbaarheid in het begrotingstraject. Indien niet, zal er geen instemming worden verleend en vraagt de regering een evenwaardige compenserende maatregel op te nemen."

 

De vraag is dus, mijnheer de minister, of er een evenwaardige maatregel is uitgewerkt en waaruit die bestaat. Ik dank u alvast voor uw antwoord.

 

20.02 Minister Vincent Van Peteghem: Het is inderdaad zo dat de regering het akkoord binnen de Groep van Tien van 13 maart 2025 integraal heeft goedgekeurd. De regering zal bij de begrotingscontrole in juli, na overleg met de sociale partners, bekijken hoe de kostprijs gecompenseerd kan worden in het budget van de sociale zekerheid of, indien ontoereikend, in een maatregel met betrekking tot de hervorming van de arbeidsmarkt. De regering zal daarnaast ook een monitoring opstarten waarbij gewaakt wordt over de instroom voor 30 juni 2025. Als die groter is dan geraamd, wordt er bijkomend gecompenseerd.

 

20.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Dank u, mijnheer de minister. Nu citeert u wel uit de begrotingstabel, dat vind ik interessant. Daarnet, toen het ging over de roerende voorheffing en de 210 miljoen euro, besliste u om niet te citeren uit de budgettaire tabel en zei u dat de minister van Financiën dat maar moest beantwoorden. En nu... Ik dacht niet dat u bevoegd was voor Sociale Zaken, maar goed, nu zegt u wel wat de oplossing is. U zegt dat de sociale partners het moeten doen, hetzij in de sociale zekerheid, hetzij door extra hervormingen op de arbeidsmarkt. Ik begrijp dus niet goed waarom u voor het ene wel een antwoord geeft en voor het andere niet.

 

Hier antwoordde u wel op de vraag door te verwijzen naar de budgettaire tabel en daarnet antwoordde u niet. U bent nogal selectief in uw antwoorden. Ik vind dat vreemd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De besparing op de indexering van het ambtenarenpensioen en het tekort van 29,1 miljoen euro" (56003892C)

21 Question de Vincent Van Quickenborne à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Les économies sur l'indexation de la pension de fonctionnaire et le déficit de 29,1 millions d'euros" (56003892C)

 

21.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Ik ben benieuwd of ik nu wel een antwoord krijg, mijnheer de minister. Mijn vraag gaat over de besparing op de indexering van de ambtenarenpensioenen. Uit het regeerakkoord blijkt dat de regering de indexering van het ambtenarenpensioen tijdelijk wil beperken tot het niveau van het werknemerspensioen. Die maatregel is begroot op een besparing van 115 miljoen euro in 2025. Door de late aantreding van de federale regering in februari 2025 kan er echter geen rekening met de overschrijding van de spilindex in januari 2025 meer worden gehouden. Het gevolg is dat dit maar een opbrengst van 29,1 miljoen euro in de plaats van 115 miljoen euro genereert.

 

Mijnheer de minister, waar zult u dit verschil van 85,9 miljoen euro halen? Komt er een alternatieve maatregel, zoals u daarnet heeft gezegd, in het kader van het sociaal akkoord met de sociale partners? Waar wordt er bijgestuurd? Ziet u ruimte voor nieuwe inkomsten om dit te compenseren? Op welke manier zal dit verlies aan begrotingsopbrengsten worden geregistreerd en gecompenseerd? Is dit een eenmalig probleem, of dreigt dit ook in de volgende jaren te gebeuren, indien zich gelijkaardige problemen met de timing voordoen?

 

21.02 Minister Vincent Van Peteghem: De indexering van de wettelijke pensioenen van ambtenaren en gemengde loopbanen wordt tijdelijk beperkt tot de bovengrens in het werknemerspensioen. Tijdens deze periode is er ook geen indexering van het absoluut plafond voor de ambtenaren, het zogenaamde Wijninckxplafond.

 

Doordat de regering is aangetreden in februari 2025, kan er geen rekening meer worden gehouden met de overschrijding van de spilindex van januari 2025. Hierdoor daalt de budgettaire opbrengst in 2025 tot 29 miljoen euro in plaats van de voorziene 115 miljoen euro.

 

In het kader van de opmaak van de initiële begroting voor 2025 hebben wij dus enkele compenserende maatregelen genomen. Dat gebeurde tijdens dezelfde discussie van daarnet over die 210 miljoen met de plussen, minnen en compensaties die daar tegenover staan. Zoals reeds eerder gezegd, worden die maatregelen momenteel verwerkt en zullen we ze binnenkort besprekekn.

 

21.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Dat is opnieuw een gat van 85 of 86 miljoen euro. Na de 210 miljoen euro van daarnet tikt dat wel allemaal aan als men de optelsom maakt van al die extra gaten in de begroting van 2025. We komen dan waarschijnlijk nu al aan een tekort van 2,5 à 3 miljard euro dat u achterlaat. Zoals het er nu naar uitziet, mijnheer de minister, zal de begroting van 2025 dus slechter eindigen dan de rekeningen van 2024.

 

U kunt dat wijten aan het feit dat het allemaal zeer lang heeft geduurd, maar ik vind dat toch heel eigenaardig. U hebt dus in februari tabellen ingediend in het Parlement waarvan u toen al wist dat ze fout waren. U wist toen immers al dat de index was overschreden in januari. U wist dat toen u de tabellen neerlegde. U hebt dus tabellen neergelegd die manifest fout waren. Er zaten fouten in. Dat blijkt nu en u geeft toe dat er een gat is van 86 miljoen euro.

 

Als we dan vragen hoe u dat zult compenseren, antwoordt u dat u dat wel zal bekijken. Het is dus heel duidelijk dat deze regering de begroting van 2025 niet ernstig neemt. Ze laat daarin serieuze tekorten achter en uiteindelijk zal de budgettaire situatie verder verslechteren.

 

Men gebruikt dan stoere woorden als het rotten moet stoppen, het bloeden moet worden gestelpt, maar als ik kijk naar wat er gebeurd is, men laat ze verder rotten en men laat ze nog verder bloeden. De cijfers voor 2025 zullen slechter zijn dan die van 2024. Dat is geen mooi vooruitzicht voor u, mijnheer de minister van Begroting.

 

Herpak u, schroef de vijzen aan en dwing uw collega's om de opbrengsten die beloofd zijn, ook effectief te halen. Het gaat om een tekort van 86 miljoen euro, op één maatregel. Dat is toch vrij stevig.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

22 Question de Frédéric Daerden à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "Le soutien aux administrations locales" (56003935C)

22 Vraag van Frédéric Daerden aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De ondersteuning van de lokale besturen" (56003935C)

 

22.01  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, la réforme fiscale, la réforme du marché du travail, celle des pensions, entraîneront des charges supplémentaires pour les pouvoirs locaux. Le tableau budgétaire transmis aux membres de la Chambre le reconnaît et reprend d'ailleurs une ligne en dépenses concernant le soutien aux administrations locales, avec un impact de 527 millions en 2029.

 

Cette compensation semble bien faible au regard des charges du passé et de l'avenir, qui vont peser sur les finances locales. De nombreuses zones d'ombre subsistent et je vais vous poser quelques questions. Tout d'abord, que recouvre la ligne budgétaire "soutien aux administrations locales" reprise dans le tableau budgétaire transmis aux membres de la Chambre? Comment l'impact de 527 millions sur les pouvoirs locaux des réformes des pensions et du marché du travail a-t-il été évalué? Quelles compensations sont-elles visées, et pour quelles mesures? Comment se répartit la compensation entre la réforme du marché du travail et la réforme des pensions? Est-ce que cette ligne budgétaire intègre une compensation aux CPAS pour la prise en charge des revenus d'intégration? Si oui, à quelle hauteur? Si une partie de l'enveloppe est destinée aux CPAS, est-ce qu'une compensation pour l'augmentation des frais de gestion des dossiers liés à l'augmentation des dossiers à traiter est prévue? À quelle hauteur? Confirmez-vous, comme indiqué dans le tableau budgétaire, que cette compensation vise uniquement les réformes du marché du travail et des pensions?

 

À quoi M. Boucher fait-il référence, dans sa sortie, quand il déclare que le gouvernement va intervenir dans toutes les villes de plus de 100 000 habitants? Plusieurs dizaines de millions d'euros seront alors injectés dans les fonds de pension de 7 villes en Flandre et de 3 en Wallonie.

 

Je reviens à d'autres questions. Comment la répartition de cette compensation est-elle prévue entre les différents pouvoirs locaux, et sur la base de quels critères? Et enfin, est-ce qu'une compensation budgétaire est prévue dans votre trajectoire pour compenser les impacts de la réforme fiscale sur les Régions et les pouvoirs locaux? Merci d'avance pour vos réponses.

 

22.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Dans le cadre des différentes réformes du marché du travail, y compris la réduction du chômage dans le temps, nous prévoyons un renforcement des moyens des CPAS afin qu'ils puissent continuer à jouer pleinement leur rôle à partir de 2027. Les effets de la limitation des allocations de chômage dans le temps sur un afflux supplémentaire de bénéficiaires du revenu d'intégration seront compensés pour les CPAS par un accroissement du financement du revenu d'intégration par l'autorité fédérale.

 

Ce financement accru dépend de la conclusion d'un PIIS et des résultats liés au nombre de bénéficiaires du revenu d'intégration qui trouvent un emploi durable. Le montant de l'aide ainsi octroyée s'élèvera à 342,55 millions d'euros en 2029. En outre, le gouvernement fédéral allège la charge de pensions des pouvoirs locaux par la poursuite du système de bonus-malus en tant que ristourne sur la facture respo en application de la loi du 30 mars 2018 et prévoit une dotation spécifique afin de soutenir l'augmentation de leur facture respo due au passage à l'emploi contractuel. Le montant de l'aide ainsi octroyée s'élèvera à 184,50 millions d'euros en 2029. Les détails exacts de ces mesures seront bien sûr présentés au Parlement à une date ultérieure.

 

22.03  Frédéric Daerden (PS): Merci monsieur le ministre pour vos quelques réponses, mais de nombreuses questions restent sans réponse. Nous aurons néanmoins l'occasion de revenir sur cet thème-là prochainement.

 

Je crains que les compensations soient minces au regard des estimations des différents acteurs, qu'il s'agisse des autres entités ou des centres de recherche universitaires, mais nous aurons l'occasion d'affiner cette question.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

23 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Begroting, belast met Administratieve Vereenvoudiging) over "De waarschuwing van het IMF inzake de begroting" (56003967C)

23 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Budget, chargé de la Simplification administrative) sur "La mise en garde du FMI concernant le budget" (56003967C)

 

23.01  Wouter Vermeersch (VB): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn ingediende vraag.

 

Het recent gepubliceerde IMF-rapport schetst een zorgwekkend beeld van onze overheidsfinanciën. De Belgische economie kampt met vertragende groei, afnemende concurrentiekracht en een oplopende druk op de overheidsuitgaven door vergrijzing en andere structurele kosten. Het IMF pleit voor een jaarlijkse begrotingsinspanning van 4 miljard euro tot minstens 2031 om de financiële stabiliteit te waarborgen. Daarbij wordt expliciet gewezen op de noodzaak van uitgavendiscipline.

 

Hoe evalueert de minister van Begroting de analyse van het IMF en in hoeverre acht de minister de aanbevelingen haalbaar?

 

Op welke manier zal de regering invulling geven aan de voorgestelde jaarlijkse begrotingsinspanning van 4 miljard euro, en welke structurele hervormingen worden overwogen om de efficiëntie van overheidsuitgaven te verbeteren?

 

Welke lessen trekt de minister uit het IMF-rapport?

 

23.02 Minister Vincent Van Peteghem: Uw vraag betreft de waarschuwing van het IMF inzake de begroting. Als u het regeerakkoord aandachtig leest, zult u merken dat de uitgangspunten van de regering heel nauw aansluiten bij de analyse van het IMF en dat de belangrijkste door het IMF geschetste uitdagingen ook gecounterd worden door de structurele hervormingen die wij met de huidige regering hebben gepland.

 

Ik wil twee passages uit het IMF-rapport aanhalen die duidelijk illustreren dat het IMF positief kijkt naar wat wij zullen ondernemen en die de hervormingen als belangrijke structurele hervormingen met impact bestempelen.

 

Het eerste citaat luidt: "The new coalition agreement includes significant structural reforms and seeks to pursue fiscal consolidation. During the next four years, the government intends to reduce the fiscal deficit and pursue important reforms, including shifting part of the tax burden from labour to capital and reviewing social benefits, introducing capital gains taxation, increasing labour market flexibility, imposing time limits on unemployment benefits, raising the effective retirement age, and reforming the health sector."

 

Een tweede citaat luidt: "The policy agenda of the new government, which includes significant structural reforms and fiscal consolidation, is an opportunity to make headway."

 

Met het budgettair-structureel plan voor de middellange termijn dat we hebben ingediend bij de Europese Commissie, streven we veel van de door het IMF vooropgestelde doelstellingen na. Zo wordt beoogd om het structureel primair saldo de komende legislatuur jaarlijks met ongeveer 0,6 % van het bruto binnenlands product te doen afnemen. Zoals ik al eerder aan u of de heer Vereeck heb gezegd, trek ik uit het IMF-rapport dus vooral de les dat wat wij nu doen een heel duidelijk antwoord biedt op de door het IMF geschetste uitdagingen. Daar ben ik van overtuigd.

 

23.03  Wouter Vermeersch (VB): Dank u, mijnheer de minister, voor u antwoord.

 

U zei dat de uitgangspunten van het IMF gelijkaardig zijn aan de uitgangspunten van deze regering. Uit de analyses van de begrotingsexperts die zich gebogen hebben over uw begrotingstabel en over de plannen van uw regering, blijkt duidelijk dat zij bijzonder kritisch zijn over de terugverdieneffecten die u voorziet. Ze stellen heel duidelijk dat de hervormingen die uw regering naar voren schuift niet zullen volstaan om de begroting op orde te krijgen.

 

U verwees ook naar de budgettaire plannen die bij Europa ingediend zijn. Wij hebben die nagekeken en we hebben ze naast de begrotingstabel van februari gelegd. Het zijn nagenoeg gelijkaardige documenten. De inhoud gaat toch in dezelfde richting. Dus ook daar blijven wij bij de vaststelling dat de terugverdieneffecten en de hervormingen niet zullen volstaan om de boel op orde te krijgen.

 

Het IMF is wel degelijk heel kritisch. Het waarschuwt voor vertragende groei, afnemende concurrentiekracht, oplopende druk op de overheidsuitgaven door de vergrijzing, u welbekend, en andere structurele kosten.

 

Daarbovenop, mijnheer de minister, komen de nieuwe defensie-uitgaven, maar ook de 'Liberation Day' in de VS, met de handelstarieven die vandaag duidelijk zullen worden en die wellicht de economische groei verder onder druk zullen zetten.

 

We kunnen maar tot één conclusie komen, namelijk dat dit land nooit buffers heeft gehad en geen nieuwe crisissen aankan.

 

Nieuwe crisissen dienen zich vandaag aan. Er is een defensiecrisis, mogelijk ook een crisis inzake de importheffingen, een economische crisis en mogelijk zelfs een recessie, volgens een aantal waarnemers. Dat baart ons zorgen. U hebt geen buffers. Uw vivaldiregering heeft geen buffers aangelegd. De huidige arizonaregering heeft die buffers ook helemaal niet.

 

Mijnheer de voorzitter, als de rekeningen niet kloppen, dan gaan ze maar één richting uit. Dat is in de richting van de Vlamingen. Mijnheer de minister, daar zult u het Vlaams Belang op uw pad treffen. Wij zullen de Vlaamse belangen blijven verdedigen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 16 h 14.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.14 uur.