Commissie voor Landsverdediging

Commission de la Défense nationale

 

van

 

Woensdag 23 april 2025

 

Voormiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 23 avril 2025

 

Matin

 

______

 

De behandeling van de vragen vangt aan om 10.25 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Peter Buysrogge.

Le développement des questions commence à 10 h 25. La réunion est présidée par M. Peter Buysrogge.

 

01 Débat d’actualité sur le budget de la Défense et questions jointes de

- Rajae Maouane à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le financement de la Défense" (56003658C)

- Kjell Vander Elst à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Les plans budgétaires en matière de défense" (56003800C)

- Kjell Vander Elst à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Les contributions des entités fédérées" (56003801C)

- Annick Ponthier à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "L'augmentation du budget de la défense" (56004067C)

- Robin Tonniau à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Les budgets de la défense et la norme fixée par l'OTAN" (56004074C)

- Peter Buysrogge à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Les développements géopolitiques et le budget de la défense" (56004079C)

- Philippe Courard à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "La part du PIB consacrée à la Défense" (56004126C)

- Kjell Vander Elst à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le volet Défense de l'accord de Pâques" (56004392C)

- Axel Weydts à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Les répercussions de l'accord de Pâques sur la Défense" (56004464C)

- François De Smet à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le budget de la Défense à la suite de l'accord de Pâques" (56004468C)

- Darya Safai à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "L'accord de Pâques et le budget supplémentaire de la défense" (56004494C)

- Luc Frank à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "L’augmentation du budget de la défense" (56004586C)

- Mathieu Michel à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le budget de la Défense" (56004616C)

01 Actualiteitsdebat over het Defensiebudget en toegevoegde vragen van

- Rajae Maouane aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De financiering van Defensie" (56003658C)

- Kjell Vander Elst aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De budgettaire plannen inzake defensie" (56003800C)

- Kjell Vander Elst aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De bijdragen van de deelstaten" (56003801C)

- Annick Ponthier aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De verhoging van het defensiebudget" (56004067C)

- Robin Tonniau aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "Het defensiebudget en de NAVO-norm" (56004074C)

- Peter Buysrogge aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De geopolitieke ontwikkelingen en het defensiebudget" (56004079C)

- Philippe Courard aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "Het percentage van het bbp dat aan Defensie besteed wordt" (56004126C)

- Kjell Vander Elst aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "Het paasakkoord over Defensie" (56004392C)

- Axel Weydts aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De weerslag van het paasakkoord op Defensie" (56004464C)

- François De Smet aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De impact van het paasakkoord op de defensiebegroting" (56004468C)

- Darya Safai aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "Het paasakkoord en het extra defensiebudget" (56004494C)

- Luc Frank aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De verhoging van de defensiebegroting" (56004586C)

- Mathieu Michel aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "Het defensiebudget" (56004616C)

 

01.01  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, ik begin met het goede nieuws: u hebt een akkoord. Ik feliciteer u daarvoor. Het is goed dat er een traject komt om de 2 %-norm te halen en dat er extra wordt geïnvesteerd in defensie. Mijn fractie en ikzelf zijn daarvan voorstander en zijn een partner voor u om dat te verwezenlijken, mocht dat nodig zijn.

 

Het ronduit slechte nieuws is dat het heel vaak over eenmalige ingrepen gaat, zonder veel structurele financiering. Ik lees dat het gaat over opbrengsten van de Russische tegoeden. Dat is een eenmalige financiële injectie, maar geen structurele financiering. Het gaat over een uitzonderlijk dividend van Belfius van ongeveer 500 miljoen. Opnieuw, dat is een eenmalige financiering, geen structurele financiering. Eventueel zal het gaan over de verkoop van overheidsparticipaties. Ook dat is een eenmalige ingreep, maar er is nog geen idee welke, wanneer en hoe. We zullen misschien wat lenen bij de Europese Unie, maar waarvoor, wanneer en hoe, ook daarover heeft men nog geen idee.

 

Voorts lees ik – dit is toch opmerkelijk – dat men de uitgaven zal normeren. Ik heb opgezocht wat dat precies betekent. Dat zou betekenen dat we bij andere overheidsdepartementen zoeken naar wat er misschien nog onder het petje van militaire uitgaven kan worden bijgeteld. Dat is niet meer of niet minder dan een boekhoudtruc, waarmee onze krijgsmacht niets is. Ik ben er voorstander van dat we kijken wat er met de gewesten en de gemeenschappen kan worden georganiseerd inzake militaire mobiliteit en investeringen waarvan de Belgische defensie kan profiteren, maar gemaakte uitgaven die al jaar en dag onder een bepaald petje vallen nu onder militaire uitgaven inschrijven, is een boekhoudtruc waarmee onze krijgsmacht niets is.

 

Er is dus geen structurele verankering, zelfs dit jaar niet. Er zijn eenmalige financiële injecties voor dit jaar, maar zelfs die volstaan momenteel nog niet om aan 2 % te geraken voor 2025, laat staan voor 2026, 2027, 2028 en 2029. Dan zal immers heel dat circus, heel die carrousel opnieuw moeten draaien.

 

Mijnheer de minister, ik ben een partner in de zoektocht naar de structurele verankering van de ondergrens van de 2 %-norm voor de financiering voor onze strijdkrachten. Ik vind het bijzonder jammer en bijzonder teleurstellend dat u, nadat u 8 maanden hebt onderhandeld en 11 weken over defensie hebt heronderhandeld, nu met eenmalige injecties komt, zonder structurele financiering voor de 2 %-norm, terwijl de geopolitieke situatie, die al bijzonder ernstig was, op ons continent nog veel erger is geworden.

 

Waar komt de 4 miljard extra voor dit jaar vandaan? Wat is daarvan structureel? Wat is daarvan eenmalig? Wat valt binnen en wat valt buiten de begroting? Graag kreeg ik daarover wat duidelijkheid.

 

Hebt u op zijn minst al een idee hoe u het in 2026, 2027, 2028 en 2029 zult aanpakken om een structurele verankering mogelijk te maken? Ik zou graag zien dat ook na 2029 de ondergrens van 2 %, die in juni nog zal worden opgetrokken op zijn minst gehandhaafd kan blijven. Hebt u daarover al nagedacht?

 

Wanneer zult u naar het Parlement komen met een plan voor de besteding van de middelen? Ik begrijp dat nog niet alles afgeklopt kan worden. Ik begrijp ook dat uw strategische visie nog niet klaar is. Er wordt echter elke week in de pers een nieuw idee geponeerd, terwijl hier in het Parlement op nog geen enkele manier gesproken is over de 4 miljard. Met 4 miljard dit jaar kan men heel veel doen. Waaraan zullen die middelen besteed worden? Daarover hebben we hier in het Parlement nog op geen enkele manier duidelijkheid gekregen. Hebt u daarvan al een idee? Wanneer zult u met dat plan voor dit jaar naar het Parlement komen?

 

Ten slotte, ik heb al veel gehoord over de bijdrage van de deelstaten. In het regeerakkoord staat ook dat onderzocht zal worden in hoeverre de deelstaten kunnen betrokken worden. Vlaams minister-president Diependaele heeft al opgeworpen dat zoiets niet mogelijk is, aangezien uitgaven voor initiatieven van de deelstaten niet in rekening kunnen worden gebracht voor de NAVO-norm.

 

Wij weten niet hoe het federale defensiefonds eruit zal zien, maar de Vlaamse regering heeft wel al een Vlaams defensieplan opgesteld en een Vlaams defensiefonds opgericht. Ik heb de indruk dat de bevoegdheidsniveaus gewoonweg naast elkaar werken, langs elkaar leven. Daarom vraag ik u hoe het zit met de bijdragen van de deelstaten. Wat hebt u aan de deelstaten concreet gevraagd? Wat mogen we van de deelstaten verwachten? Hoe ziet u de samenwerking en coördinatie tussen het Vlaamse en federale defensiefonds? Ik zie op dit moment door de bomen het bos niet meer. Men neemt allerhande maatregelen, maar er is op dit moment helemaal geen structuur. Ik krijg daarover graag wat duidelijkheid.

 

01.02  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, het paasakkoord, waarvan het defensieakkoord een onlosmakelijk onderdeel is, heeft een aantal positieve punten naar voren gebracht. Zonder het over de rest van de inhoud te hebben, wil ik hier even dieper ingaan op de punten die met defensie samenhangen.

 

Al jaren is het Vlaams Belang pleitbezorger van de 2 %-norm. Al van toen de heer De Crem minister van Defensie was – waar is de tijd? – pleiten wij daarvoor. Het budget bleef echter alsmaar ongeveer hetzelfde, ook onder minister Vandeput zaten we op 0,97 %, als ik me niet vergis.

 

Het is dus hoog tijd. Dit akkoord wordt geen dag te vroeg voorgesteld. Toch hebben wij, zoals ook de vorige vraagsteller al aangaf, nog heel veel vragen, met name over de invulling van de plannen. We hebben minstens evenveel vragen als het aantal aankondigingen op dat vlak in de media en dat waren er heel wat. Ten eerste, waar blijft het budgettaire kader? Daarover hadden we het zonet al tijdens de regeling der werkzaamheden. Als parlementsleden tasten we eigenlijk, buiten de mededelingen in de media weliswaar, in het duister. We vangen allerlei verhalen op, we horen van overzichtstabellen en dergelijke, maar concreet weten we nog altijd niet waar deze regering de aangekondigde 3,9 miljard euro voor dit jaar zal halen.

 

Daarnet hoorden we premier De Wever in de commissie voor Binnenlandse Zaken. Hij had het over 1,2 miljard euro aan vennootschapsbelasting op de Russische tegoeden, waarvan al meteen 1 miljard euro naar Oekraïne vloeit. We hebben ook gesproken over de dividenden van Belfius, voor een bedrag van 500 miljoen euro, en dan hadden we het nog over de 2 miljard euro die buiten de EU-begroting wordt gehouden. Daar valt wel wat over te zeggen. U weet dat wij daar geen voorstander van zijn. We vinden het niet correct dat die factuur op de lange baan wordt geschoven, naar de volgende generaties. Ik weet dat minister Van Peteghem dat tot voor kort ook niet correct vond, maar blijkbaar is hij van mening veranderd. Wij denken dat er andere alternatieven zijn om dat budget te halen, niet alleen voor dit jaar, maar ook voor de komende jaren. Wat betreft de structurele uitgaven blijven wij dus op dit moment op onze honger zitten. Het budgettaire kader ontbreekt. Dat is een eerste element.

 

Ten tweede, collega De Vreese heeft het vanmorgen in de commissie voor Binnenlandse Zaken gehad over een topakkoord. Eindelijk wordt de 2 %-norm gehaald. Ik heb haar echter gezegd dat die euforie misschien wel heel kort zal duren, want in juni komt er een NAVO-top aan waar de lat al meteen veel hoger zal worden gelegd. Op dat moment zullen we onze broek dus niet meer zelf kunnen ophouden, om het met de woorden van de eerste minister te zeggen.

 

De voorzitter: Kunt u afronden, mevrouw Ponthier?

 

01.03  Annick Ponthier (VB): Ik vraag u om duidelijkheid te scheppen in de commissie, mijnheer de minister. Wat met de hocus pocus omtrent de andere uitgaven die u aankondigt inzake militaire mobiliteit en andere? Wat met de structurele inspanning richting 2029 en daarna? Wat met betrekking tot de akkoorden die u hebt gesloten met de deelstaten of die u nog zult sluiten?

 

01.04  Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, de arizonapartijen zijn het alvast over één zaak eens: dit jaar moet de NAVO-norm van 2 % gehaald worden. Hoe dat geld er komt of vanwaar het komt, maakt blijkbaar niet zoveel uit. Een deel zou komen uit tijdelijke en eenmalige investeringen, maar het grootste deel daarvan, 2 miljard euro, zou volgens de eerste minister buiten de begroting worden gehouden.

 

De Standaard publiceerde vandaag een tabel waaruit moet blijken dat er deze legislatuur maar liefst 4,8 miljard euro gewoonweg niet gefinancierd is. We zullen morgen kunnen controleren of dat klopt, wanneer u uw tabellen publiceert.

 

Wanneer het over pensioenen, het klimaat of ons openbaar vervoer gaat, krijgen we telkens opnieuw te horen dat er geen budgettaire ruimte is, maar voor de structurele aankoop van wapens en gevechtsvliegtuigen gaan alle sluizen open. Is dat nu orde op zaken stellen, zoals de N-VA belooft? Waar moet dat geld vandaan komen en hoe zullen we die 2 % financieren? De regering raakt het daarover niet eens, maar toch ligt er al een voorstel op tafel om naar 2,2 % van ons bbp te gaan tegen 2029. Men moet zich geen illusies maken, na die 2,2 % komt er 2,3 %, 3 % en wie weet ook de 5 % die Trump vraagt.

 

Mijnheer de minister, hoe kunt u verklaren dat de structurele aankoop van wapens mogelijk is buiten de begroting om, terwijl het onmogelijk is om de pensioenen of de klimaatcrisis aan te pakken of ons openbaar vervoer te verbeteren? Waar zult u die jaarlijkse structurele budgetten voor defensie eigenlijk halen? Vanaf welk percentage van ons bbp geven wij volgens u genoeg uit aan defensie?

 

Binnen Arizona stellen de heren Mahdi, Prévot en Vandenbroucke voor om de sterkste schouders mee de factuur te laten betalen. Hoe staat u daartegenover? Kan dat voor u?

 

01.05  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, we nemen een risico door hier nu al een klein debat te voeren, terwijl we eigenlijk de bespreking van de beleidsnota en het budget zouden moeten afwachten. Anderzijds is er een akkoord, dus is het goed dat we hierover toch al een actualiteitsdebat kunnen voeren.

 

De geopolitieke omstandigheden vereisen dat er inspanningen gebeuren, dat de huidige regering inspanningen levert. De regering heeft dat bij het afsluiten van het regeerakkoord ook al gedaan en heeft een duidelijk traject afgesproken om die 2 % tegen het einde van de legislatuur te halen. Nu worden die ambities nog opgetrokken en nog versterkt. Dat is volgens mij ook noodzakelijk, allereerst om ons defensieapparaat verder te kunnen versterken en ten tweede om solidair te zijn met onze partners in de huidige geopolitiek moeilijke omstandigheden. Eindelijk, zou ik zeggen. Mevrouw De Vreese heeft dat blijkbaar deze morgen ook al gezegd en ik herhaal het. 

 

De ambities van de huidige regering staan toch wel in schril contrast met die van de regering-De Croo, die op dat vlak niet thuis gaf. Er is heel wat tijd verloren gegaan om naar dat heldere traject van 2 % te evolueren. Er bestond een vaag traject tegen 2035, dat aan vele voorwaarden gekoppeld was en budgettair niet hardgemaakt kon worden. Het is dan ook redelijk ironisch dat net nu de collega van Open Vld u hier de les komt spellen.

 

Mijnheer de minister, ik heb de volgende, heel concrete vragen voor u. Kunt u duiding geven bij het akkoord? Welke opschalingen zullen er met dat extra budget gebeuren, zowel op korte termijn als op middellange termijn, om defensie te versterken? Hoe zult u het Parlement verder bij het traject betrekken? Ik kijk uit naar uw antwoorden.

 

01.06  Philippe Courard (PS): Monsieur le ministre, nous ne remettons pas du tout en cause les 2 %. Je l'ai toujours dit: nous faisons partie du parlement de l'OTAN. Les messages sont clairs: il y avait, en effet, un retard à rattraper. Nous sommes donc favorables aux 2 % mais la question est de savoir comment y arriver.

 

Par le passé, des coupes importantes ont été effectuées sous le gouvernement Michel. La situation était devenue fort compliquée. Ensuite, Mme Dedonder avait peu à peu repris l'investissement. Mais le contexte international actuel nous pousse à atteindre les 2 %, "voire davantage", nous a dit le premier ministre. C'est effectivement le message que nous entendons de certains alliés.

 

Mais la question que nous nous posons vraiment est de savoir comment les financer?

 

Le premier ministre vient de dire que nous irions chercher les financements. Il ne faudrait pas trop toucher aux bijoux de famille car si nous les consommons maintenant, nous ne les aurons plus demain. Ce serait de la mauvaise gestion. Différents partenaires de la majorité s'expriment en disant: "Oui pour ceci mais pas cela…" Cela démontre une absence d'entente au sein du gouvernement pour atteindre l'objectif des 2 %.

 

Je pense aussi, à l'instar de la publication aujourd'hui dans De Standaard – et ce n'est pas le PS qui le dit! –: "Federaal defensieplan komt bijna 5 miljard euro te kort!" Manifestement, monsieur le ministre, notre inquiétude est grande et nous voudrions savoir d'où viendra cet argent et comment cet effort nécessaire sera financé dans la durée.

 

Je terminerai en indiquant que le premier ministre espagnol – socialiste que notre gouvernement ne considérera pas comme une référence, mais qui pour moi l'est beaucoup – a dit qu'"il atteindrait les objectifs, trouver les milliards nécessaires, sans toucher aux impôts, ni aux dépenses sociales et sans augmenter le déficit public". Il s'agirait, me semble-t-il, de s'en inspirer! Si vous venez avec des volontés d'achat de F-35, je pense qu'il s'agit plutôt d'un mirage!

 

01.07  Axel Weydts (Vooruit): Beste collega's, ik denk dat het niet veel zin heeft om te verwijzen naar voorgaande regeringen. De afspraak om 2 % van ons bbp te besteden aan defensie dateert al van de NAVO-top van Wales in 2014, tien jaar geleden. Elke partij hier aanwezig heeft dus boter op het hoofd. In een van die regeringen van de afgelopen tien jaar zat ook een Defensieminister van N-VA-signatuur, die ook niet in de richting van die 2 %-norm is gegaan. Ik wil dus oproepen om te stoppen met de discussie over hoeveel vorige regeringen al dan niet hebben geïnvesteerd in defensie. We hebben allemaal boter op het hoofd.

 

In de discussie over de 2 %-norm zal ik blijven herhalen dat 2 % het middel is. Het doel is dat we meer veiligheid bereiken in ons land en in Europa. De discussie moet veeleer daarover gaan. Wat zullen we exact doen? Waaraan zullen we de extra middelen besteden? Hoe zorgen we ervoor dat ons land weer veilig wordt, dat ons land weer luchtverdedigingssystemen kan krijgen, dat ons land de strijdt aanbindt met de hybride oorlogsvoering die tegenwoordig volop bezig is? Voor Vooruit is het belangrijk dat een deel van het beschikbare budget dat nu voor defensie wordt vrijgemaakt, ook geïnvesteerd wordt in het personeel, waarvan we straks een inspanning vragen op het vlak van pensioenen, terwijl er heel veel vragen zijn om het statuut van het militair personeel te verbeteren voor de toekomst. Zullen er alstublieft ook middelen voorzien worden voor een sociaal akkoord daaromtrent?

 

Mijnheer de minister, ik heb nog een kleine bijvraag over iets wat me een beetje stoort. In de beleidsverklaring lees ik – terecht – dat een en ander gebaseerd zal worden op het NDPP, het NATO Defense Planning Process, dat volop in ontwikkeling is. In de beleidsverklaring lees ik letterlijk dat er ook nieuwe verbintenissen zullen worden aangegaan, die met name voortvloeien uit de capaciteitsdoelstellingen, vastgelegd in het kader van het lopende NDPP. Dan komt de zin waarover mijn vraag gaat: "Defensie is reeds op de hoogte van de gevraagde inspanningen." Uit goede bron weet ik ook dat Defensie daarvan al op de hoogte is. Zo werkt het ook, want er vinden gesprekken plaats tussen de NAVO en onze Belgische Defensie, om te bekijken welke capaciteiten wij moeten voorzien. Wat mij een beetje stoort, is dat Defensie daarvan al op de hoogte is, maar dat wij daarover in het Parlement nooit voorafgaand kunnen debatteren. Eigenlijk is dat op zich een debat waard. We moeten dat vandaag niet oplossen, maar die manier van handelen klopt democratisch gezien niet helemaal.

 

De voorzitter: Collega François De Smet is afwezig en niet verontschuldigd.

 

01.08  Darya Safai (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben tevreden dat we, ook al komt u binnenkort met uw beleidsnota, vandaag al over het budget van gedachten kunnen wisselen, want dat is nodig om de plannen te realiseren. Vandaag zullen we het dus hebben over het resultaat van de onderhandelingen.

 

Collega's, wij staan achter de planning. Waar een wil is, is een weg. We moeten de middelen allemaal samen vinden en we zullen dat ook zeker doen.

 

De geopolitieke omstandigheden zijn veranderd en we hebben eigenlijk geen andere keuze dan het budget van Defensie heel snel op te schroeven. We zullen die middelen wel vinden, waar dan ook. Dat moeten we ook, want op de top van Den Haag zal de 2 %-norm al achterhaald zijn. Dat is gewoon de realiteit. De oorzaak daarvan is dat de vorige regering gewoon niets heeft gedaan voor extra investeringen in Defensie, terwijl de oorlog in Oekraïne al meer dan twee jaar bezig is. In godsnaam, dat moest al eerder gebeuren. De arizonaregering is er dus mee bezig, maar dat is uiteraard een heel moeilijke taak. We zeggen niet dat het gemakkelijk is, maar we zijn hier allemaal – ik hoor hetzelfde verhaal van andere collega's – om de middelen te vinden.

 

Ik luister dan ook graag naar uw antwoord op de vragen over het paasakkoord, mijnheer de minister.

 

01.09  Luc Frank (Les Engagés): Monsieur le ministre, le gouvernement a décidé dans l'accord de Pâques de porter le budget de la Défense au niveau exigé par l'OTAN, soit 2 % du PIB, dès cette année. Il faut nous en féliciter. Je suis d'accord avec le collègue Weydts sur le fait qu'il ne sert à rien de toujours regarder vers le passé. Il est positif que nous ayons pris cette décision.

 

Cet accord comprend deux volets. L'un concerne le financement de ces 2 % et l'autre porte sur l'utilisation des fonds ainsi rendus disponibles. Pour ce qui est du financement, l'accord doit encore être précisé, notamment en ce qui concerne l'optimisation des actifs, mais cela relève des compétences du ministre des Finances ou du ministre du Budget.

 

J'ai néanmoins une question à ce sujet. Un certain nombre de dépenses qui ne sont pas prises en compte actuellement dans les dépenses de Défense le seront, afin d'atteindre plus facilement ces 2 %. Cependant, cela ne va pas renforcer nos capacités en tant que telles. Pourriez-vous nous donner des exemples de ces dépenses? A-t-on une idée du montant total des dépenses qu'on espère pouvoir prendre en compte?

 

Pour ce qui est de l'utilisation de ces fonds, je tiens à rappeler que Les Engagés accordent une grande importance à la participation de la Belgique aux divers projets européens qui se mettent en place pour le moment. Nous espérons que cette participation fera partie des dépenses prioritaires, afin notamment de combler les lacunes capacitaires identifiées par le livre blanc. Pouvez-vous nous expliquer la façon dont ces objectifs européens seront pris en compte dans les dépenses à effectuer cette année?

 

D’autre part, avez-vous déjà une idée des équipements ou des munitions qui pourront être achetés cette année et qui pourront être comptabilisés par l’OTAN?

 

01.10  Mathieu Michel (MR): Monsieur le ministre, je profite de ces deux minutes pour vous dire que j'ai une grande chance – que je partage avec M. Van den Heuvel – d'être à la fois en commission de la Défense et en commission du Budget. Et je pense effectivement, comme vous l'avez rappelé, que toute une série de questions ne se posent pas à vous mais au ministre du Budget. En l'occurrence, il y a les deux questions essentielles de savoir où on va trouver les moyens – cette question sera posée en commission du Budget – mais surtout de savoir à quoi on va dépenser ces moyens.

 

Alors, je vous ai lu. Vous pensez que la première chose, c'est avoir les moyens. La deuxième, c'est avoir une vision stratégique. Et la troisième, vous l'avez évoquée et j'en suis rassuré, c'est aussi penser au personnel. C'est une préoccupation que je partage avec le collègue Weydts également.

 

Au sujet des dépenses, je souhaite vous rendre attentif à la vision de mon parti qui est de considérer que la défense ne se limite pas aux dépenses militaires mais aussi à la sécurité intérieure et aux nouvelles formes de guerres, y compris les guerres hybrides. Dès lors, la question essentielle pour nous, au-delà du fait de savoir où nous trouverons les moyens pour honorer ces 2 % d'engagement, est de savoir à quoi vont être dépensés ces montants pour qu'ils soient les plus utiles possible.

 

Monsieur le ministre, comment compte-t-on répartir ces quatre milliards supplémentaires de dépenses d'ici la fin de l'année 2025, notamment en termes d'achat de munitions, de nouveaux matériels et autres? Peut-on détailler aujourd'hui la répartition des dépenses belges de défense en équipements, opérations extérieures, cyberdéfense et éventuellement protection de sites stratégiques civils? Pouvez-vous nous préciser quelle part de ces dépenses sont consacrées justement à cette sécurité intérieure et avec quelle forme de concertation avec votre collègue Quintin, notamment en matière de cybersécurité et de protection des infrastructures critiques? En ce qui concerne les questions de budget, je les poserai au ministre du Budget.

 

01.11  Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een heel korte vraag.

 

Zoals de vorige sprekers al hebben aangegeven, leven wij in een andere tijd. Ik ben altijd enigszins verrast door de toon van sommige aanwezigen hier die doen alsof wij in een andere wereld leven. Wij leven niet meer in de jaren negentig of tweeduizend, waarin wij discussieerden over het vredesdividend. Wij leven nu in een totaal andere geopolitieke situatie. Er is ook een zekere urgentie. Het is al opgemerkt, 2014 is tien jaar geleden. Als we geloofwaardig willen blijven, moeten we de bijdrage van 2 % absoluut halen.

 

Er wordt ook beweerd dat die bijdrage concurrentie voor de sociale uitgaven is. Ik wil toch even herhalen dat wij het nu over 4 miljard euro hebben. Dat is 4 miljard euro, maar er komt niet elk jaar 4 miljard euro bij. In de pensioenuitgaven komt er elk jaar 4 miljard euro bij. In 2029 zijn de pensioenuitgaven dus niet 4 miljard euro hoger dan vandaag, maar bijna 20 miljard euro hoger. Voor de gezondheidszorg is dat ruim 3 miljard euro elk jaar erbij. In het huidige regeerakkoord is immers de groeinorm voor de gezondheidszorg bewaard.

 

Eerlijkheidshalve moet ik dus de leden tegenspreken die beweren dat Defensie een concurrent is voor de sociale uitgaven. Dat klopt niet. Het gaat hier om een en-enverhaal, waarover wij ook waken. Het is belangrijk dat daarbij de juiste cijfers worden gebruikt. Dat geldt ook voor de vraag die de heer Michel hier in de commissie heeft gesteld. Wat zal er met het extra budget gedaan worden? Die prioriteiten zullen wij graag van de minister horen. We zullen ze de komende weken horen. Dat is vandaag nog niet aan de orde. Voor ons is de grote uitdaging dat de extra miljarden euro op de juiste manier worden gebruikt. Verder moet ook de rol van de deelstaten de komende weken duidelijk uitgeklaard worden.

 

01.12  Theo Francken, ministre: Merci beaucoup pour toutes vos questions. Je pense qu'il s'agit là d'un débat intéressant et essentiel.

 

Ten eerste, hier wordt geïnsinueerd dat ik een tabel gelekt zou hebben naar de pers en dat ik dus in die zin het Parlement de primeur zou ontnemen. Ik heb me er zelf in het verleden nogal dik over gemaakt wanneer dat gebeurde. Het zou nogal hypocriet zijn, mocht ik dat zelf doen. Ik heb dat niet gedaan. Daar ben ik heel formeel over. Het komt niet van mij. Ik heb die niet gelekt naar de pers. Ik doe dat niet. Ik vind dat niet correct. Ik vind dat het Parlement als eerste geïnformeerd moet worden over zo'n belangrijke budgettaire kwestie.

 

Ten tweede, ik heb gezegd dat de begroting morgen wordt ingediend, volgens mijn informatie waar ik op dit moment over beschik. Dat heb ik gezegd. Ik wil dat nog eens heel duidelijk zeggen. Ik kan me voorstellen dat morgen bij het begin van de plenaire vergadering gezegd zal worden dat de minister van Defensie gezegd heeft dat de begroting er zou zijn, maar dat men de tabel nog niet gekregen heeft. Volgens de informatie waarop ik op dit moment beschik, als bescheiden minister van Defensie en dus niet als minister van Begroting of als vice-eersteminister of eerste minister, zal dat morgen gebeuren. Mocht het pas vrijdag of maandag of dinsdag gebeuren, dan moet u daarvoor bij de minister van Begroting zijn. U moet daarvoor niet bij mij zijn, want de tabellen die ik moest indienen zijn volledig klaar.

 

Bonjour à toutes et tous. Avant les vacances de Pâques, le gouvernement a conclu un accord important pour renforcer la crédibilité internationale et la sécurité de notre pays. Il s'agit d'un accord portant sur l'accélération du mouvement de renforcement de notre défense.

 

L'accord de gouvernement prévoyait déjà une accélération de cinq ans par rapport au programme de gouvernement précédent, dans le sens où l'objectif d'un effort de défense équivalent à 2 % du PIB devait être atteint d'ici la fin de cette législature, en 2029. Compte tenu du contexte géopolitique actuel, il va sans dire que cette mesure est insuffisante.

 

Dat is hier ook door verschillende collega's gezegd.

 

C'est pourquoi nous avons pris les mesures nécessaires pour garantir l'atteinte de cette norme de 2 % dès cette année.

 

Wij behoren tot de slechtste leerlingen van de klas. Ook Italië en Spanje deden het niet goed. Spanje heeft vandaag aangekondigd dat het de 2 % zal bereiken. Hoe het die zal financieren enzovoort, laten we daar nog even op wachten. Ze zeggen dat het niet zal gebeuren via besparingen maar alleen door nieuwe belastingen te heffen. Dat wil ik wel allemaal nog even afwachten. Ik meen dat daar ook in Spanje nu nog geen duidelijkheid over is.

 

Hetzelfde geldt voor Italië. Italië heeft vorige week beslist dat het die 2 % dit jaar wil behalen, net als Spanje. Ik meen dat zo iedereen die 2 % bevestigd heeft, of zo goed als iedereen. Misschien Luxemburg nog niet, maar ik heb begrepen van mijn collega dat men ook daar binnen de regering volop aan het overleggen is om nog voor de NAVO-top een move te doen. We zullen zien hoe dat afloopt.

 

Dat betekent dus eigenlijk dat wat wij doen echt wel nodig was. Anders zouden we het enige land geweest zijn dat voor de NAVO-top geen 2 % haalde. Dat zou bijzonder beschamend zijn en het zou alleen maar pijnlijker worden. Dan zou u vandaag heel andere vragen stellen, bijvoorbeeld hoe het in godsnaam kan dat iedereen samenkomt om die 2 % nog dit jaar te behalen behalve wij en of we soms blind zijn. Op welke planeet leeft men dan? Ik meen dat we het juiste hebben gedaan.

 

Daarmee zal dit land eindelijk voldoen aan een belofte die het ondertussen al meer dan een decennium geleden aan onze NAVO-bondgenoten gedaan heeft. Dit is de grootste investering in defensie in 40 jaar. Hiermee herstellen we niet alleen de geloofwaardigheid van onze defensie, maar ook de diplomatieke geloofwaardigheid van ons land.

 

Ce gouvernement veut envoyer un signal clair à la communauté internationale: elle peut compter sur nous! Nous sommes aux côtés de nos alliés et de l'Ukraine, prêts à faire notre part pour assurer la sécurité du monde occidental.

 

Het gaat om een grote extra inspanning, die voor dit jaar ongeveer 3,9 miljard euro bedraagt. We zullen die verwezenlijken via extra financiering via, ten eerste, de vennootschapsbelasting op de zogenoemde frozen assets. Er wordt beweerd dat het om eenmalige inkomsten gaat, maar dat klopt niet, want die belasting wordt al verschillende jaren geheven en dat zou nog enkele jaren kunnen duren. Dat zullen we nog bekijken. Het is natuurlijk ook niet oneindig.

 

Vervolgens gaat het om extra financiering via een dividend van Belfius, via een juistere normering van onze uitgaven, zodat die worden aangerekend voor de NAVO-norm, en via een tijdelijk hoger tekort. Deze legislatuur zal de schuldgraad evenwel niet stijgen. Een gezonde begroting blijft voor de regering evenzeer een absolute prioriteit.

 

In verband met de NAVO-top in juni en het traject vanaf 2026 zal de regering in de ministerraad beslissen hoe aan een eventuele hogere – hoogstwaarschijnlijk hogere – NAVO-doelstelling gevolg gegeven zal worden. We zullen die beslissing afwachten. Er wordt gesproken over 3 % en 3,5 %. Sommigen spreken over 5 %. De vraag is ook welk tijdstraject voor de nieuwe doelstelling zal gelden. De 2 %-norm moest binnen tien jaar na de ondertekening in Wales gehaald worden. Nu zal het akkoord in Den Haag worden ondertekend. Men moet het percentage en het tijdstraject samen bekijken. Er lopen veel onderhandelingen. We wachten de resultaten in juni af.

 

De minister van Financiën krijgt de opdracht om vóór 1 juli een defensiefonds op te starten, dat op termijn gefinancierd zal worden met publieke activa en private middelen. Dat wordt een instrument dat het mogelijk maakt om strategisch te investeren in hightech, innovatie en industrie. Zo bouwen we mee aan een modern defensie-ecosysteem met oog voor economische groei en werkgelegenheid.

 

Sinds mijn aantreden als minister van Defensie heb ik aan talrijke vergaderingen op internationale fora deelgenomen. In die vergaderingen en in de pers circuleren verschillende percentages die onder andere de secretaris-generaal van de NAVO en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken naar voren schoven. Wat die percentages gemeen hebben, is dat ze allemaal hoger liggen dan 2 %. Het lijkt me dan ook duidelijk dat de NAVO-norm van 2 % bbp weldra zal worden verhoogd. Daarom zullen we binnen de regering na de NAVO-top in Den Haag bekijken hoe we aan een eventuele hogere NAVO-doelstelling en het groeipad daarnaartoe gevolg kunnen geven.

 

De besteding van die middelen door Defensie zal in eerste instantie worden uitgewerkt in mijn beleidsnota, die samen met de begrotings­documenten en ‑tabellen in het Parlement zal worden ingediend. Normaliter zal ik die presenteren in de loop van volgende week of de week daarna. Dat moeten we met de Kamerdiensten bekijken. Daarna zal ik vóór 1 juli een strategische visie voorstellen waarin zal worden toegelicht hoe de bijkomende middelen besteed zullen worden. In grote lijnen zullen de extra investeringen worden gebruikt om de capaciteitsdoelstelling te bereiken die de EU en de NAVO aan België hebben opgelegd.

 

Cette vision stratégique sera soumise au Parlement par le biais de la loi de programmation militaire. Les différents dossiers relatifs aux achats seront bien entendu soumis à la commission chargée du Contrôle des achats et des ventes militaires.

 

Het is evident dat dit een commissie achter gesloten deuren is, maar een aantal andere aankopen zullen gewoon in openbare vergadering worden besproken. Daar is niets mis mee. We hebben straks nog een actualiteitsdebat over de F‑35 en er zijn nog andere aankopen, maar u weet dat de prijs, de concurrentie en andere zaken in een besloten vergadering moeten worden besproken. Daarover bestaan er duidelijke regels.

 

We streven naar investeringen die een positief effect hebben op zowel de nationale als de Europese economie. Daarnaast zal er ook aandacht zijn voor het personeel, de hoeksteen van onze organisatie. Met de specificiteit van het militaire statuut zal terdege rekening worden gehouden om een sociaal akkoord te bereiken met de vakorganisaties.

 

Het spreekt voor zich dat als de regering beslist om na de NAVO-top te voldoen aan een hoger NAVO-percentage, de minister van Defensie een aangepaste strategische visie aan de ministerraad zal voorstellen. Het zal geen nieuwe strategische visie zijn maar een soort annex. Er komt nu 21 miljard bij, maar als er daar nog bij zou komen, dan zult u mij vragen waarvoor dat extra geld zal dienen. Dan zal ik daarmee naar het Parlement komen en zal dat worden aangepast. Dat zal dan in het najaar zijn.

 

Ik meen dat we toch beter al met iets komen vóór de NAVO-top, ook wat betreft de strategische visie en het aankoopprogramma. Ik zou kunnen zeggen dat ik alles pas in het najaar zal doen, omdat we dan een volledig zicht op het budget zullen hebben, maar ik heb altijd gezegd dat we het vóór 21 juli in de Kamer zouden bespreken en ik zal proberen mij daaraan te houden. Mocht de Kamer daarover een ander oordeel hebben, laat het mij dan weten, dan kan ik mijn mensen een paar versnellingen lager doen schakelen.

 

Wat betreft de NAVO-norm an sich, zal ik samen met de minister van Begroting aan alle federale en regionale departementen vragen welke lopende en toekomstige uitgaven, inclusief investeringen en dual-useprojecten, onder de NAVO-norm kunnen worden gebracht. Deze oefening kan breder gaan dan louter defensie-uitgaven, maar moet gaan over uitgaven die inzake normering tellen voor de NAVO-norm. De discussie over de NAVO-norm is helder. Er wordt soms gezegd dat het ene land dit en het andere land dat doet, maar het is vrij duidelijk wat men onder de NAVO-norm kan brengen en wat niet. Dat is geen rocketscience.

 

We zullen in deze oefening ook onderzoeken welke wijzigingen er moeten gebeuren om lopende en toekomstige uitgaven en investeringen te structureren zodat ze wel onder de NAVO-norm vallen. Ik heb van in het begin de opdracht gegeven om nog eens met de luizenkam door alle federale uitgaven te gaan om te bekijken wat we mogelijk kunnen aanrekenen als NAVO-uitgaven. Daar zitten wel dingen tussen.

 

Als we bijvoorbeeld het kustwachtvliegtuig aankopen – dat zit een ander project – in een aanbesteding of een parallelle tender, kunnen we dat dan aanrekenen als NAVO-uitgave als we daar een defensiestempel op zetten? Dat is natuurlijk een interessante zaak. Dat is voor de kustwacht, maar als we dat militair aankopen, kunnen we dat wel aanrekenen voor de NAVO, volgens de definitie.

 

Ik heb het ook gehad over de pensioenen van de miliciens. Dat is een bedrag van 180 miljoen euro, dat tot nu toe nog nooit werd meegeteld. Dat zouden we wel kunnen doen. Dat is geen extra operationeel budget voor Defensie, maar we moeten proberen dat te laten meetellen voor de NAVO-normering als we 2 % of misschien zelfs nog meer moeten halen en reeds grote budgettaire problemen hebben in dit land. Als we dat niet doen, is dat redelijk dwaas. Dus natuurlijk moeten we dat doen. Het is toch evident dat men eerst bekijkt wat we allemaal al doen? Het is niet zo dat we geen groot overheidsbeslag hebben in dit land. We geven al redelijk wat geld uit. Dus misschien kunnen we eerst eens bekijken naar wat we kunnen aanrekenen als NAVO-uitgave.

 

Gaat dat over miljarden? Nee, dat gaat over honderden miljoenen. Dit jaar is het bijvoorbeeld 125 miljoen. Zullen we die hebben? Ja, we zullen die vinden. De komende jaren zal dat wat meer zijn. Zullen we dat proberen te vinden? We zullen dat moeten proberen. We zullen er alles aan doen.

 

Wat met de regio's? De regio's doen bepaalde dingen die NAVO-aanrekenbaar zijn, zoals enablement. Bij het aanpassen van een brug zodat er diepladers met tanks door kunnen, opdat er oostwaartse mobiliteit kan plaatsvinden, kan het stuk voor de forward mobility aanrekenbaar zijn voor de NAVO-norm. Als een brug versleten is en men wil gewoon een nieuwe brug, dan is dat niet NAVO-aanrekenbaar, want dat heeft niets te maken met de mobiliteit van militaire eenheden. Dat gaat dan gewoon over een versleten brug. De aanpassing van een kaai voor het gemakkelijk laten landen van troepen en faciliteren van troepentransport is als specifiek luik NAVO-aanrekenbaar. De aanleg van een nieuwe kaai voor alle mogelijke containerschepen is dat natuurlijk niet. Het moet wel specifiek met een militaire doelstelling gebeuren. Daarvoor moet er verder worden gepraat, ook met de deelstaten.

 

Het defensieplan van de deelstaten in Vlaanderen is heel goed. Daar zitten zaken in die NAVO-aanrekenbaar zijn, maar niet alles. Het aankopen van een bedrijf of het inkopen in een defensiebedrijf is niet NAVO-aanrekenbaar. Zo niet zouden we de aankoop van FN Herstal kunnen meetellen en dan zou ons probleem bijna opgelost zijn. Sommige zaken zijn dus NAVO-aanrekenbaar en andere zaken niet. Participaties van een defensiefonds in start-ups, scale-ups en andere defensiebedrijven om het kapitaal te versterken en om ze sterker te maken in het kader van de Europese ontwikkelingen zijn niet NAVO-aanrekenbaar.

 

Dat neemt niet weg dat men dat moet doen. Ik denk dat het daartoe het geschikte moment is. Dat kan mijns inziens op de lange termijn heel lucratief zijn voor de overheid. Kortom, niet elk debat gaat over de NAVO-aanrekenbaarheid, ook al vormt dat wel het belangrijkste thema.

 

We moeten twee zaken doen.

 

Ten eerste, we moeten de NAVO-norm halen. We moeten ervoor zorgen dat we dat op een goede manier doen, door met de luizenkam door de uitgaven te gaan en te controleren wat NAVO-aanrekenbaar is. Van welke uitgaven hebben we vroeger niet gezien dat ze dat zijn en die moeten we erbij tellen.

 

Ten tweede, we moeten onderzoeken hoe we onze industrie kunnen versterken. Als initiatieven ter zake NAVO-aanrekenbaar zijn, is dat goed. Als ze niet aanrekenbaar zijn, moeten we dan niets doen? Neen, dat mag ons er niet van weerhouden om nu te schakelen. Er lopen twee parallelle sporen waarvoor de regering duidelijke instructies heeft gegeven aan zowel Jan Jambon als aan mezelf.

 

De richtlijnen van de NAVO inzake normering zijn duidelijk. De vraag is evenwel of wij in het verleden te conservatief waren in verband met de normering. Daarbij rijst de vraag of regionale uitgaven ook voor de verwezenlijking van de norm kunnen meetellen. De NAVO is daar in haar richtlijnen expliciet over: dat kan niet. Er wordt echter tegelijkertijd in een voetnoot marge gelaten. Dus moeten we dat onderzoeken. Dan gaat het – ik herhaal het – niet over nieuwe uitgaven, ook geen regionale, maar wel over bestaande uitgaven. Voor de NAVO tellen uitgaven van deelstaten, van regionale overheden, niet, maar er is een uitzondering, onder andere in het kader van forward mobility. In die zin zijn er toch nog mogelijkheden. We zijn dat verder aan het onderzoeken en we hebben dat allemaal onder controle. We zijn daar volop mee bezig.

 

Gezien de algemene dreiging, die door het OCAD werd vastgesteld op niveau 3, het huidige capaciteitstekort van de Directie Beveiliging (DAB) van de federale politie en de wil van de regering om Defensie te betrekken bij binnenlandse veiligheids­taken, onder meer om politiediensten vrij te maken voor de versterking van de strijd tegen criminaliteit, zal Defensie met Binnenlandse Zaken vóór 1 mei een protocol sluiten. We hebben dus nog een paar dagen. Het ligt nu weer bij de diensten van minister Quintin.

 

Zo kunnen we, in afwachting van het passende juridisch en operationeel kader en de oprichting en de operationalisering van de territoriale reserve, zo snel mogelijk instaan voor de beveiliging van bepaalde gevoelige nucleaire sites. Ook daarover is een akkoord gesloten. Ik zal binnen de kortst mogelijke tijd met een passend juridisch kader komen omwille van de veiligheid en de rechtszekerheid van onze militairen. Ik heb daar gisteren nog lang over vergaderd en dat is vrijwel klaar. Ik zal dat zo snel mogelijk aan de regering voorleggen, waarna ik de tekst als wetsontwerp in het Parlement zal indienen.

 

Conclusie, het is een compromis. Ben ik chaud om de beveiliging van de nucleaire sites opnieuw over te nemen? Neen. U kent mijn mening daarover. Het regeerakkoord is duidelijk. Ik ben wel heel gevoelig voor de problemen in onder andere Anderlecht en – gisteren nog – Schaarbeek en voor het feit dat er bijna geen federale reserve of federale politie beschikbaar is om in Brussel extra ondersteuning te bieden in die probleemwijken. We moeten de minister van Binnenlandse Zaken steunen. Ik heb ook begrepen dat verschillende partijen opriepen om onze militairen niet in Oekraïne in te zetten, maar ze hier de straat op te sturen. We zullen de militairen op de sites inzetten en de taak van politiemensen gedeeltelijk overnemen, zodat die laatsten in Brussel op straat de veiligheid kunnen handhaven. Dat zal vrij snel gebeuren: op 1 juli zullen zij al de beveiliging op de eerste sites op zich nemen.

 

Er moet tegelijk parallel absoluut een duidelijk inzetkader komen. Dat is bijna klaar en ik zal dat aan de regering voorleggen. De inzetregels zijn immers niet duidelijk en het is heel frustrerend voor onze troepen dat ze dergelijke taken moeten over­nemen. De territoriale reserve wordt opgebouwd en uitgebouwd. Vanaf september beginnen we met de jongeren, maar daarnaast is ook de reserve in aantrek. Ook op dat vlak komt er een versoepeling van de regels, bijvoorbeeld inzake leeftijd en medische voorwaarden. Daar zijn we ook mee bezig. Wij zijn dus parallel bezig met een aantal punten.

 

Mijnheer Vander Elst, nogmaals, ik sta honderd procent achter het Vlaams defensiefonds en wij zullen onderzoeken of initiatieven in dat verband al dan niet NAVO-aanrekenbaar zijn. Het is echter niet omdat wij zaken zullen doen via de FPIM dat er geen zaken via de PMV kunnen gebeuren. Ik heb er helemaal geen probleem mee dat Vlaanderen het licht ziet inzake defensie en naar een meer realistischere koers switcht. Ik zal de eerste zijn om dat toe te juichen. In het verleden waren de exportvergunningen nooit een gemakkelijke kwestie voor Vlaanderen. Wanneer er ter zake enig realisme aan de dag wordt gelegd, is dat goed. Ik ben ervan overtuigd dat de minister-president dezelfde visie is toegedaan. Ik heb een officieel onderhoud met hem gehad. Dat was een van de conclusies.

 

Mijnheer Weydts, inzake de NDPP’s wil ik er toch even aan herinneren dat ik tijdens de vorige legislatuur specifiek daarover een voorstel van resolutie heb ingediend met het oog op meer transparantie in dat proces en vooral in de uitkomst. Aangezien het daarbij om geheime documenten gaat, kan ik die hier niet delen. Nederland doet dat wel. Wat is echter het punt? Bij het begin van een proces moet worden aangekondigd dat de documenten publiek zullen worden gemaakt in het Parlement. Voor de NDPP’s 2025 zijn wij dus te laat. Dat proces is immers een paar jaar geleden begonnen. Nu zouden wij dus een brief moeten sturen naar de NAVO om te melden dat wij met de volgende NDPP’s zoals Nederland publiek naar buiten zouden komen en transparantie zouden geven aan de Kamer en dus aan alle inwoners van het land. Dat betekent dat ik de komende weken of maanden een brief zou moeten sturen aan de NAVO om te melden dat NDPP 2025 is afgerond en dat wij met NDPP 2029 publiek naar buiten zullen treden. De NAVO moet weten dat wij een deel publiek zullen maken en in het Parlement zullen bespreken omwille van de transparantie en de democratische controle.

 

Ik zal inderdaad die brief naar de NAVO sturen. Ik zal proberen consequent te zijn met het voorstel van resolutie dat ik tijdens de vorige legislatuur heb ingediend. Het is niet altijd gemakkelijk om consequent te zijn met voorstellen die men zelf heeft gedaan. Dat is een bijzonder moeilijke evenwichtsoefening. Het is aan de oppositie om dat goed in de gaten te houden. Die zal er ongetwijfeld veel plezier aan beleven om een en ander onder mijn neus te duwen.

 

01.13  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

U hebt nog eens goed uiteengezet dat alle NAVO-partnerlanden de 2 %-norm zullen halen. Wie nu nog denkt dat dat voor ons te veel of overbodig is, of dat we in andere zaken moeten investeren, hallucineert volgens mij. We moeten mee.

 

Dat moet weliswaar op een structurele manier gebeuren en daaromtrent blijf ik wat op mijn honger. Ik weet dat ik wellicht de beleidsnota en de tabellen moet afwachten om te bekijken waar precies de financiële middelen naartoe gaan en vanwaar ze zullen komen. In de opsomming die u maakt, hebt u het over de Russische tegoeden. Die zullen nog wel een aantal jaren lang een bron van inkomsten zijn. Dat klopt zeker, maar dat zijn geen structurele middelen waarop u kunt rekenen, waarop u kunt bouwen, waarmee u de strategische visie die u plant, kunt uitwerken voor de komende vijftien tot twintig jaar. Dat gaat gewoon niet. Er moet dus meer werk gemaakt worden van een structurele financiering en op dat vlak blijf ik echt op mijn honger.

 

Wat het NAVO-defensieplanningsproces NDPP betreft, heb ik ook een mondelinge vraag ingediend, maar die komt vandaag wellicht niet aan bod, aangezien die helemaal onderaan de agenda staat. Ik ben blij dat u een stap zet naar openheid en transparantie in het Parlement. Dat vind ik een goede zaak, waarvoor ik zeker applaus wil geven. Wat de financiële middelen en de structurele verankering betreft, kijk ik uit naar de beleidsnota, maar ik vrees voor heel veel eenmalige ingrepen. Volgens het regeerakkoord zou ons land opnieuw een modelbondgenoot binnen de NAVO worden en het paasakkoord spreekt over een solidaire bondgenoot, maar zonder structurele financiële verankering vrees ik dat we financieel niet solidair genoeg zullen zijn, waardoor we op dat vlak nog steeds een ongeloofwaardige bondgenoot zijn. Hopelijk worden we deze legislatuur ten minste een structurele bondgenoot, maar daarvoor kijk ik uit naar uw beleidsnota.

 

01.14  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, dank u voor uw uitgebreide en gedetailleerde antwoord.

 

Het moet worden gezegd, onze geloofwaardigheid op internationaal vlak staat op het spel. U weet dat ongetwijfeld. Dat we die 2 %-norm behalen tegen de NAVO-top in Den Haag in juni lijkt me een zekerheid. Die vraag is dus niet aan de orde. De manier waarop die norm wordt bereikt, is natuurlijk wel een vraag. Op dat vlak blijven we op onze honger.

 

U hebt de middelen voor dit jaar toegelicht. Daarvoor wordt de trukendoos bovengehaald. Ik heb het al gehad over de EU-middelen die buiten de begroting zullen worden gehouden. U zegt dat de schuldgraad deze legislatuur niet zal stijgen, maar dat is natuurlijk pertinent onjuist. Dat weet u ook. De schuldgraad wordt opgebouwd doordat u die 2 miljard uit de begroting houdt. Zo bouwt u schulden op voor de toekomstige generaties. Nochtans is dat iets waarvan deze regering initieel gezegd had dat ze het niet zou doen. Op dat vlak stelt u dus wel teleur.

 

Een tweede vraag die we ons moeten stellen, is waaraan het geld wordt uitgegeven. We wachten uw beleidsnota natuurlijk af, maar ik vind dat we onze eigen veiligheid moeten vooropstellen: onze cyberveiligheid en de beveiliging van onze kritieke infrastructuur. Dat lijkt me echt wel een dringende nood.

 

U zegt ook dat u met een luizenkam door de overheidsuitgaven wilt gaan. U kent onze voorstellen ter zake. Wij pleiten voor het besparen op onze EU-bijdrage. We moeten korting bedingen op dat vlak. Nederland probeert dat te doen door te onderhandelen. Wij hebben het ook over besparen op ontwikkelingshulp en dergelijke, en over een efficiëntere overheid. Op dat gebied is er nog wat werk aan de winkel de komende jaren. We volgen dat zeker op.

 

01.15  Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Francken, u hebt al duidelijk gemaakt dat we morgen dan toch geen begrotingstabel mogen verwachten. Hopelijk krijgen we die dan volgende week. Het debat ging eigenlijk vooral over de vraag waaraan we ons defensiebudget willen spenderen. Ik heb die vraag bij verschillende fracties gehoord. Kopen we veel munitie aan? Gaan we voor extra F-35's, fregatten of luchtafweergeschut? Willen we ook investeren in personeel? Daarvan ben ik zelf voorstander.

 

We hebben de vakbonden hier in onze commissie gehoord. De lonen zijn bijzonder laag voor de uren die worden geklopt en de werkomstandigheden zijn absoluut ondermaats. Dus ja, we moeten investeren in het personeel van Defensie. Waar moet dat geld evenwel vandaan komen? Dat is de vraag die u moet beantwoorden en die u nog altijd niet kunt beantwoorden. Waar denkt u die miljarden te halen? U wilt die onder meer halen bij het personeel van Defensie. Onder uw ministerschap zal het personeel van Defensie langer moeten werken voor een lager pensioen. Dat zijn de feiten.

 

U schrijft op uw sociale media: "Defensie is business." Ik geef u gelijk, Defensie is big business. De winstmarges van Rheinmetall gaan door het plafond. Die zijn fenomenaal, tot zelfs 1.850 %. Dat zijn ook de krachten die hier spelen. De industrie speelt hier op ons in om de sluizen open te zetten voor Defensie. Er is bijna geen concurrentie. Het kan niet op. Die kracht speelt hier en dat voelt men, maar het is een kracht waartegen wij zullen vechten.

 

01.16  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, ik wil eerst ingaan op het laatste punt van collega Tonniau.

 

Het is belangrijk om na te gaan hoe we onze eigen industrie hierin kunnen betrekken. Dat is ook goed voor alle arbeiders die in die fabrieken werken. We moeten niet alleen kijken naar wat er internationaal geïnvesteerd moet worden – wat er in Frankrijk of Amerika geïnvesteerd moet worden – maar ook proberen na te gaan hoe onze eigen Vlaamse, Waalse en Brusselse industrie en de mensen die daarin tewerkgesteld zijn daarvan kunnen genieten.

 

Mijnheer de minister, proficiat met uw stevig akkoord. Het is belangrijk dat de regering een stevige versnelling plaatst om Defensie op te schalen en dat we op die manier ook aantonen dat we solidair zijn in internationaal verband, waar we achterophinkten met al onze budgettaire beperkingen. Het is dus goed dat die inspanning gebeurt.

 

Er moeten nog verder worden uitgeklaard hoe dat allemaal kan worden geconcretiseerd en hoe dat structureel kan worden verankerd. Voor mij als voorzitter is het wel van belang om de betrokkenheid van het Parlement te kunnen garanderen met een deftige bespreking van de beleidsnota gekoppeld aan het budget, met een actualisatie van de strategische visie, met een aanpassing van de militaire programmeringswet, met concrete dossiers die in een besloten commissie besproken worden en met wetsontwerpen. Kortom, collega's, ik denk dat er ook voor ons de komende maanden nog heel wat werk op de plank ligt en ik kijk uit naar een goede samenwerking.

 

01.17  Philippe Courard (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos nombreuses réponses.

 

Toutefois je reste sur ma faim concernant la problématique du financement. Je suis inquiet. Où trouvera-t-on cet argent? Comme indiqué dans l'article, il est question de 5 milliards de trop. Comptabilise-t-on les 4 milliards nécessaires à l'allongement de carrière des militaires? Car la traduction claire de cet allongement de carrière engendrera un certain coût pour la Défense.

 

Je suis aussi inquiet pour la défense européenne. Certes, le discours est clair, mais comme il est question de racheter des F-35 aux états-Unis, mettrons-nous véritablement l'accent sur cette défense européenne?

 

Vous avez évoqué la nécessité et l'importance d'une santé budgétaire, et cela fait partie des points d'attention du gouvernement. Cependant, j'ai malgré tout l'impression que ce sera la classe moyenne qui devra casquer pour atteindre les objectifs précités, et c'est ce que je déplore.

 

01.18  Axel Weydts (Vooruit): Dank u, mijnheer de minister, voor uw omstandige antwoorden.

 

Ik vond het heel interessant. Vooruit is heel blij dat er ook middelen zullen worden besteed aan het statuut van het personeel. We weten allemaal wat er moet gebeuren. De vragen van de vakorganisaties zijn zeer duidelijk. Het is dus een heel goede zaak dat we ook in die richting kijken en dat een groot deel van het voorziene extra budget voor Defensie ook naar het personeel kan vloeien. Men mag capaciteit aankopen zoveel men wil, maar zonder gemotiveerd personeel om dat te bedienen, staat men nergens.

 

In datzelfde kader ben ik het ook volledig met u eens dat er zo snel mogelijk een juridisch kader moet komen voor de inzet van de militairen bij statische bewakingsopdrachten. Laten we de frustratie die op dat vlak al heel lang leeft zo snel mogelijk wegwerken. Ook de oprichting van de territoriale reserve zal een belangrijke zaak zijn. Ik weet dat u die niet van vandaag op morgen kunt oprichten. Het zal tijd vragen, maar zal ook belangrijk zijn.

 

Ik ben ook heel tevreden dat er meer transparantie komt in het NDPP. Dat is heel belangrijk voor het Parlement en onze democratie. Er kunnen ook zaken achter gesloten deuren worden besproken. Als zaken niet vatbaar zijn om openbaar te worden gemaakt, dan kunnen we in dit Parlement democratische transparantie bieden achter gesloten deuren.

 

01.19  Darya Safai (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het geld dat we in Defensie pompen, is niet per se verloren geld. We kunnen daar ook veel uithalen. Investeren in onze Defensie zal ook geld opbrengen, evenals werkgelegenheid. Het is een goede zaak voor onze economie.

 

Diplomatie is vandaag niet meer genoeg om een relatie met andere landen op te bouwen. Autocratieën, zoals Rusland en Iran, werken niet meer alleen via diplomatie. De actualiteit duwt ons richting een sterkere Defensie, zodat we onszelf kunnen verdedigen.

 

Volgende week zetten jullie deze debatten voort. Spijtig genoeg zal ik er dan niet bij zijn. Ik ga met het NAVO-parlement naar Turkije voor een rapport over Iran en de nucleaire ambities van Iran. Dat is enorm belangrijk. Ik wil wel nog benadrukken dat we de budgetten moeten opschroeven en klaar moeten zijn voor een wereld die heel sterk aan het veranderen is.

 

01.20  Luc Frank (Les Engagés): Monsieur le ministre, je vous remercie pour toutes vos réponses.

 

Pour mon groupe, l'augmentation du budget de la Défense est un signal fort adressé à la population, à nos alliés, à nos partenaires, mais aussi – et c'est là un élément essentiel, selon moi – à nos agresseurs, parce que nous sommes agressés chaque jour. La Belgique respecte enfin ses obligations internationales et répond aux bouleversements géopolitiques de ces dernières années ainsi qu'aux ambitions de puissances agressives. Par ce biais, la Belgique met en place une réelle capacité de défense qui doit lui permettre de mieux participer à la défense territoriale du continent européen et, partant, de notre propre terre.

 

Par le biais de l'OTAN, cela doit mener à la constitution d'un pilier européen solide au sein de cette alliance ainsi qu'au développement de l'autonomie stratégique européenne. C'est pourquoi ce nouveau budget va servir à reconstruire nos capacités militaires et à créer celles que nous partagerons avec nos alliés européens. Dans l'immédiat, il faut faire fonctionner ce dont nous disposons, compléter nos équipements et acheter suffisamment de munitions pour pouvoir se défendre.

 

01.21  Mathieu Michel (MR): Monsieur le ministre, merci pour vos réponses ainsi que pour l'énergie que vous consacrez à la réalisation de cet objectif de 2 %. En fin de compte, l'essentiel est de savoir à quoi nous allons dépenser cet argent. Merci aussi pour vos explications quant aux dépenses éligibles au niveau de la norme OTAN. Vous avez souligné qu'outre les dépenses actuellement éligibles, il faut entamer une réflexion sur d'autres types de dépenses telles que les investissements dans des start-up de défense et autres. Il s'agit là, selon moi, d'un élément essentiel.

 

Je pense qu'on peut également s'interroger sur les positions que la Belgique prend au sein de l'OTAN et sur l'attention à accorder au caractère évolutif des guerres. La guerre d'hier n'est pas celle de demain, et c'est dès aujourd'hui qu'il faut investir dans les guerres à venir, et ce, en matière d'intelligence artificielle, de cybersécurité ou encore de manipulation des fausses informations. Dès lors, il est plus que jamais essentiel d'investir dans la guerre du futur et de ne pas se laisser distraire par les dépenses d'hier. Je vous invite donc à prendre conscience que la menace évolue et que la guerre de demain ne sera certainement pas celle d'aujourd'hui.

 

01.22  Koen Van den Heuvel (cd&v): Dank u wel voor uw antwoord, mijnheer de minister.

 

Het is heel duidelijk dat we voor de geloofwaardig­heid van ons land absoluut die 2 % moeten behalen, gelet op de geopolitieke context.

 

Voor ons is het ook belangrijk dat het geld op de juiste manier wordt besteed. We kijken dus uit naar de volgende weken. Wat telt, is dat het op een efficiënte manier gebeurt, namelijk zoveel mogelijk via Europese samenwerking, die moet worden versterkt.

 

Dual-use is eveneens een absolute prioriteit voor ons. Zoals daarnet gezegd, moeten we de deelstaten zoveel mogelijk betrekken bij deze uitdaging.

 

De voorzitter: Dank u wel. Daarmee is dit actualiteitsdebat afgerond.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Actualiteitsdebat over de Europese defensietop en Oekraïne en toegevoegde vragen van

- Darya Safai aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De conclusies van de Europese top van 20 en 21 maart 2025 inzake defensie" (56003631C)

- Axel Weydts aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De Europese defensietop van 27 maart 2025 in Parijs" (56003741C)

- Darya Safai aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De Europese defensietop van 27 maart 2025 in Parijs" (56003823C)

- Staf Aerts aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De gevolgen van de Europese top over Oekraïne voor de Belgische defensie" (56003849C)

- Rajae Maouane aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De Europese top over Oekraïne" (56003854C)

- Annick Ponthier aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De reis van premier De Wever en de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken naar Oekraïne" (56004213C)

- Kjell Vander Elst aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "Het bezoek aan en het steunpakket voor Oekraïne" (56004282C)

- Axel Weydts aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De steun aan Oekraïne" (56004314C)

- Philippe Courard aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De zending naar Oekraïne" (56004376C)

- Robin Tonniau aan Theo Francken (Defensie, belast met Buitenlandse Handel) over "De Europese defensietop van 27 maart in Parijs en de oorlog in Oekraïne" (56004414C)

02 Débat d'actualité sur le sommet européen de la défense et l'Ukraine et questions jointes de

- Darya Safai à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Les conclusions en matière de défense du sommet européen des 20 et 21 mars 2025" (56003631C)

- Axel Weydts à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le sommet européen de la défense du 27 mars 2025 à Paris" (56003741C)

- Darya Safai à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le sommet européen de la défense, le 27 mars 2025 à Paris" (56003823C)

- Staf Aerts à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Les conséquences pour la défense belge du sommet européen sur l'Ukraine" (56003849C)

- Rajae Maouane à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le sommet européen sur l'Ukraine" (56003854C)

- Annick Ponthier à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le voyage en Ukraine du premier ministre et des ministres de la Défense et des Affaires étrangères" (56004213C)

- Kjell Vander Elst à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "La visite en Ukraine et les mesures de soutien prévues" (56004282C)

- Axel Weydts à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le soutien à l'Ukraine" (56004314C)

- Philippe Courard à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "La mission en Ukraine" (56004376C)

- Robin Tonniau à Theo Francken (Défense, chargé du Commerce extérieur) sur "Le sommet européen en matière de défense du 27 mars à Paris et la guerre en Ukraine" (56004414C)

 

02.01  Darya Safai (N-VA): Op 20 en 21 maart bogen de Europese leiders zich in Brussel over de Europese defensie en de steun aan Oekraïne. U verklaarde eerder dat op de vorige Europese top een belangrijk signaal werd gegeven door de bevestiging dat de Europese defensie stelselmatig zal worden opgebouwd.

 

Op 27 maart organiseerde de Franse president Macron een Europese defensietop in Parijs. Eerste minister Bart De Wever vertegenwoordigde er ons land. Na een eerste editie in Londen begin maart kwam de nieuwe top er na de onderhandelingen in Saoedi-Arabië geleid door de Verenigde Staten met Rusland en Oekraïne over een beperkt staakt-het-vuren. Macron en de Britse premier Starmer proberen samen een coalition of the willing op poten te zetten om Oekraïne te steunen. Voor Macron moeten nu de verschillende niveaus van steun voor Oekraïne worden gedefinieerd, voor wanneer er een vredesakkoord gesloten is. Het gaat om steun aan het Oekraïense leger en eventueel een ontplooiing van troepen.

 

Tijdens de Europese top herbevestigden de staatshoofden en regeringsleiders hun engagement om extra te investeren in defensie. Ze willen de Europese defensie versterken en verzekeren dat ze Oekraïne kunnen blijven steunen.

 

Hoe passen deze beslissingen binnen het ReArm Europe-programma, dat de Europese Commissie voorstelde? Hebt u kennisgenomen van het witboek rond de Europese defensie? Welke zijn voor u de voornaamste aandachtspunten? Welke engagementen werden door ons land aangegaan? Wat zijn de gevolgen voor Defensie op korte en lange termijn?

 

02.02  Axel Weydts (Vooruit): Mijnheer de minister, de beslissing van de regering om de steun aan Oekraïne niet alleen voort te zetten, maar ook op te trekken, stemt mij zeker tevreden. Dat is een teken van internationale solidariteit. Het is niet te min om te stellen dat Oekraïne op dit moment ook onze oorlog aan het uitvechten is. De Oekraïners vechten voor wat wij in Europa belangrijk vinden, voor de waarden van Europa, voor vrije democratie. Dus elke euro die we uitgeven aan Oekraïne, is inderdaad welbesteed. Op dat vlak ben ik het volledig eens met de eerste minister.

 

Mijnheer de minister, voor de detailvragen verwijs ik naar de tekst van mijn vraag zoals ingediend. Ik heb wel nog een bijkomende vraag. Acht u het mogelijk om meer in detail bekend te maken welke steun wij effectief aan Oekraïne geven? Nederland doet dat ook. We hebben het daarstraks al gehad over wat Nederland publiek maakt inzake het NDPP. Ik heb een infografiek van de Nederlandse krijgsmacht bij die heel duidelijk en tot in detail uitlegt welke middelen voor Oekraïne worden uitgetrokken. De meningen zijn wat verdeeld over de vraag of dergelijke informatie publiek gemaakt moet worden. Sommigen stellen dat men moet tonen wat men uitgeeft. Anderen vinden dat die informatie gevaarlijk kan zijn, omdat ook de vijand te zien krijgt over welke middelen Oekraïne beschikt, waardoor de vijand gemakkelijker kan inschatten hoelang Oekraïne nog sustainable is en nog verder oorlog kan voeren. Ik stel u daarom een open vraag, waar ik zelf nog niet helemaal uit ben. In hoeverre kunnen we de effectieve steun die wij aan Oekraïne leveren, gedetailleerd publiek maken? Met die informatie kan het draagvlak bij de bevolking mogelijk ook vergroot worden. Dat vind ik een debat op zich waard, maar omdat ik niet correct kan zeggen of dat publiek gemaakt moet worden, wil ik graag uw inschatting vernemen.

 

02.03  Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de vragen die nu aan de orde zijn, gaan over beslissingen op Europese toppen die intussen al meer dan een maand achter ons liggen. In deze snelle tijden lijkt dat soms een eeuwigheid, maar niettemin is het van belang om een duidelijk zicht te krijgen op de steun die we ook vanuit ons land aan Oekraïne geven.

 

Het is belangrijk om steun te blijven geven, aangezien Oekraïne vecht voor onze waarden. Oekraïne voert uiteindelijk een strijd voor onze democratie. Dat land moet dus echt absoluut op onze steun kunnen blijven rekenen.

 

Zijn wij op die Europese toppen nieuwe engagementen aangegaan? Heeft de keuze om de middelen van Euroclear of de interesten ervan als NAVO-middelen op te nemen, een effect op de steun die wij bieden? Betekent het dat wij van humanitaire steun naar militaire steun overgaan? Op welke manier positioneren we ons in de debatten over een sterkere Europese defensie en de financiering daarvan? Welke Belgische prioriteiten horen daarbij?

 

Op de Europese top ging het niet alleen over Oekraïne en defensie en Europese defensie, maar ook over het Midden-Oosten. Op welke manier acht u het aangewezen om de hefbomen uit de EU-Israël-associatieovereenkomst over de schending van de mensenrechten toe te passen, omdat Israël dat continu aan het doen is. Werd dat ook op de Europese defensietop besproken? Welk standpunt neemt u daarover namens België in?

 

De voorzitter: Mevrouw Maouane is afwezig.

 

02.04  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, uw bezoek aan Oekraïne, samen met de minister van Buitenlandse Zaken en de eerste minister, stond enerzijds in het teken van steun aan Oekraïne en anderzijds in het teken van de steun aan onze Europese defensiebedrijven. Die zien in de bewapening van Oekraïne een kans om te investeren in fabrieken in dat land. Met hetzelfde geld kan men in Oekraïne namelijk meer wapens maken. Volgens rekenwerk van denktank Bruegel liggen de productiekosten van drones er bijvoorbeeld rond de 500 euro per stuk. Dat is tot drie keer lager dan in Europa.

 

U hebt ook een aantal mensen van defensiebedrijven naar Oekraïne meegenomen. We hebben gezien dat Thales, John Cockerill en FN Herstal mee zijn afgereisd. Werden ook Vlaamse defensiebedrijven uitgenodigd om hun mogelijkheden in Oekraïne te bekijken. Welke? Waarom waren ze er wel of niet? Wat is de uitkomst van uw bezoek aan Kiev? Kijkt u zelf ook naar het opstarten van productiesites op defensievlak in Oekraïne over afzienbare termijn? Welke opties werden ter zake besproken? Met welke bedrijven zou dat zijn?

 

Tot slot, wat is er besproken rond het steunpakket van 1 miljard euro? Wat zal Oekraïne daar concreet mee doen? Ik dank u alvast voor uw antwoorden.

 

02.05  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, collega Ponthier heeft al gezegd dat u samen met de eerste minister en de minister van Buitenlandse Zaken bent afgereisd naar Oekraïne. Ook mijn fractie en ikzelf erkennen ten volle het belang van de solidariteit en steun voor Oekraïne in zijn strijd tegen de Russische agressor. Het is niet alleen een strijd tussen Oekraïne en Rusland, het is ook een strijd voor onze normen en waarden, voor democratie, voor veiligheid en voor vrijheid, ook voor ons.

 

Via de pers konden we vernemen dat er dit jaar een nieuw militair steunpakket van 1 miljard euro aan Oekraïne wordt gegeven. Er reisden ook een aantal defensiebedrijven mee, wat een zeer goede zaak is. Het is belangrijk dat we de industrie zoveel mogelijk betrekken, vandaar de volgende vragen.

 

Mijnheer de minister, wat valt er exact binnen het steunpakket van 1 miljard euro aan Oekraïne? Er zijn een aantal collega's die al gewezen hebben op wat we kunnen zeggen en wat we niet kunnen zeggen, maar er zijn toch al een aantal zaken gezegd. Ik vraag me dan ook af waar we de grens trekken van wat wel en wat niet mag worden meegedeeld in het Parlement of in de media.

 

Wanneer vertrekken de eerste twee F-16's voor reserveonderdelen? Zijn de leveringen van die twee gevechtsvliegtuigen voor 2026 het minimum? Zal die levering plaatsvinden in het voorjaar of in het najaar?

 

Voor de overige leveringen van F-16's zijn we afhankelijk van de levering van de F-35 aan België, waar blijkbaar toch wel wat vertraging op zit. Wat is nu de tijdslijn voor de leveringen van de 34 F-35's aan ons land? Wanneer zal de nieuwe vloot gevechtsvliegtuigen volledig zijn?

 

In verband met de defensiebedrijven, welke akkoorden werden gesloten tussen de Belgische defensiebedrijven en Oekraïne? Het zou onder andere gaan om gezamenlijke wapenproductie en investeringen in productie op Oekraïens grondgebied. Wat is de return van die investeringen voor België? Zijn er bepaalde afspraken gemaakt die ook de defensie-industrie en de productie in ons land zullen versterken?

 

Ik wil nog even terugkomen op de vennoot­schapsbelasting op de bevroren Russische tegoeden. Er was sprake van dat we die zullen meetellen voor de defensie-uitgaven hier. Er was eerder ook al sprake van dat we die zouden meetellen voor het militaire steunpakket aan Oekraïne. We kunnen dat geld natuurlijk geen twee keer uitgeven. Hoe zit dat nu juist? Waar vallen de bevroren Russische tegoeden juist onder?

 

02.06  Philippe Courard (PS): Monsieur le ministre, vous êtes allé avec le ministre des Affaires étrangères et le premier ministre en Ukraine, accompagné de chefs d'entreprises belges du secteur de la défense. Cela me donne l'occasion de rappeler ici que mon groupe est tout à fait favorable au soutien à l'Ukraine. Il est important, capital, et on ne le répète peut-être pas assez. Je tiens à le redire parce qu'une partie de l'opinion publique se lasse un peu de cette guerre-là. Une partie de l'opinion publique ne comprend pas, par égoïsme, que ce qui se passe en Ukraine a des répercussions chez nous, et que si demain l'Ukraine devait être abandonnée, les conséquences seraient incommensurables pour l'Europe et pour notre pays en particulier. Il faut donc inlassablement rappeler cette nécessité de défendre la liberté et de défendre l'Ukraine. C'est aussi nous protéger de problèmes futurs.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous rapidement faire un débriefing de cette mission? Des engagements ont-ils été pris par votre département? Les sociétés qui vous ont accompagné étaient-elles heureuses d'être sur place? Des contacts ont-ils eu lieu? Un bilan est-il à tirer de ces visites?

 

02.07  Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, ik val een beetje in herhaling als ik zeg dat er op 27 maart in Parijs topoverleg plaatsvond met enkele Europese leiders, waar de oorlog in Oekraïne en de situatie met Rusland werd besproken. Ook onze premier was bij dat overleg aanwezig. Tijdens die bijeenkomst kwamen drie pijlers voor een veilig Europa naar voren: een sterk Oekraïens leger, een Europese veiligheidsmacht en een beter georganiseerde Europese defensie. De conclusie van dat topoverleg was dat we er alles aan moesten doen om de druk op Rusland hoog te houden. De premier zei niet te geloven dat de woorden van Rusland oprecht zijn, noch dat Rusland zich aan de gemaakte afspraken zou houden. We hopen, aldus de premier, dat ook de Verenigde Staten snel tot die conclusie zullen komen.

 

President Zelensky voegde daaraan toe dat de Amerikanen voortdurend de voorwaarden aanpassen van de mineralendeal die zij willen sluiten. Ook Amerika blijkt dus geen betrouwbare partner te zijn.

 

Vandaag zien we dat de oorlog met Rusland financieel voordelig blijkt te zijn voor de arizonaregering, meer in het bijzonder voor het Defensiebudget. Vijf jaar lang rekent Arizona namelijk op meer dan een miljard euro aan jaarlijkse belastinginkomsten uit de bevroren tegoeden geparkeerd bij Euroclear. De regering vertrekt dus van de aanname dat de sancties en daarmee ook het voortdurende conflict met Rusland nog minstens vijf jaar zullen aanhouden.

 

Mijnheer de minister, ik heb drie vragen voor u. Heeft Europa eigenlijk diplomatieke initiatieven genomen om een vredesakkoord te bereiken op die toppen? Zijn er binnen de coalition of the willing ook veiligheidsopties overwogen die inzetten op duurzame vrede zonder te focussen op de verdere opbouw en inzet van militaire macht? Hoe gaan we dat conflict beëindigen als men niet eens met Rusland aan tafel wil zitten?

 

02.08  Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de minister, heel kort wil ik vanuit onze fractie zeggen dat het ook voor ons een absolute prioriteit is om Oekraïne te blijven ondersteunen. Dat is absoluut nodig om onze westerse democratie op een stevige manier te verdedigen. Het is ook goed dat ons land heeft toegezegd mee te zullen werken binnen een Europese context, want dat vind ik absoluut de weg die we moeten kiezen. Het is een Europees verhaal. Volle steun voor Oekraïne vinden wij duidelijk de juiste weg vooruit en wij gaan ook volledig akkoord met het bedrag van 1 miljard.

 

02.09  Theo Francken, ministre: Merci beaucoup pour vos questions.

 

Je retiens de vos questions trois grands thèmes: premièrement, le Livre blanc européen; deuxièmement, le Sommet européen des 20 et 21 mars; troisièmement, la visite en Ukraine. Je vais donc répondre thème par thème.

 

Ten eerste, over het witboek. Het witboek heeft als doel de Europese Defensie klaar te stomen tegen 2030, zodat we beter gewapend zijn tegen alle mogelijke bedreigingen. De voorgestelde maat­regelen moeten de lidstaten aanzetten tot hogere defensie-investeringen, gezamenlijke aankopen stimuleren en beter inspelen op de noden van de industrie.

 

La Belgique approuve les sept capacités phares prioritaires que les États membres de l'Union européenne devraient développer ensemble.

 

Daarnaast wordt een voorstel gedaan voor een defensieomnibus, bedoeld om administratieve procedures en regels te vereenvoudigen en de kruiscertificering van defensieproducten te bevorderen. Tevens bevat het witboek een strategie om de militaire steun aan Oekraïne op te voeren op basis van het voorstel 'verhoogde militaire steun voor Oekraïne' van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Kaja Kallas.

 

Dit pleit voor de integratie van Oekraïne in de militaire mobiliteit van de EU-defensie-industrieprogramma's en PESCO-projecten. België draagt daaraan al bij via het Kallasplan, onder meer door onze steun aan het Tsjechische munitie-initiatief. Voorts voorziet het witboek in een leenfaciliteit van 150 miljard, onder de naam Securitiy and Action for Europe (SAFE), ter ondersteuning van gezamenlijke aankopen. Daar­naast is het mogelijk de nationale ontsnappings­clausule in het Stabiliteits- en Groeipact te activeren voor defensie-uitgaven tot 1,5 % van het bbp, verspreid over vier jaar. Boven­dien geldt er een gezamenlijke inkoopdoelstelling van minstens 40 %.

 

België ziet in deze vlaggenschipprojecten een kans voor zowel onze krijgsmacht als voor onze economie. Dat geldt in het bijzonder voor domeinen als militaire mobiliteit, luchtafweer­systemen, systemen voor diepe precisieaanvallen, cyberveiligheid en de bescherming van kritieke infrastructuur.

 

Voor de Belgische defensiebedrijven betekent de defensieomnibus een belangrijke stap vooruit. De kruiscertificering van de capaciteit biedt eveneens voordelen. Maatregelen die gericht zijn op de overgang naar een gemeenschappelijke Europese defensiemarkt, zoals de herziening van de EU-richtlijnen inzake defensieaanbestedingen en intra-Europese overdrachten, zijn bovendien cruciale stappen die aansluiten bij enkele van de ambities uit het regeerakkoord. Als we de Europese defensiemarkt willen verbeteren en minder types van bepaalde producten willen, want het is soms echt belachelijk hoeveel types er bestaan, zullen we de kruiscertificering moeten doen en ook een aantal richtlijnen aanpassen. Daar is men nu mee bezig, wat niet betekent dat het dan allemaal opgelost zal zijn.

 

Ik wil toch nog even in herinnering brengen dat het interessant is te kijken naar de hoorzitting met de baas van Dassault, vorige week in de Franse Senaat. Ik zal het fragment online zetten waarin hij over het SCAF-project zegt dat de Franse strategische autonomie van het hoogste belang is. Hij had het dus niet over de Europese strategische autonomie, maar over de Franse strategische autonomie! Ik wil dat toch even zeggen. Voor sommige Europese lidstaten, en zeker voor Frankrijk, is alles wat defensie aanbelangt gewoon een essentieel onderdeel van hun buitenlands beleid en van hun internationale veiligheids­belangen. Bepaalde technologieën en geheime sleutels delen? De Fransen zijn zo ongeveer de enigen die inzake nucleaire capaciteit volledig autonoom kunnen opereren. Dat vloeit voort uit de beslissing van generaal De Gaulle, lang geleden, naar aanleiding van de Suezcrisis, waarvan de Fransen nu zeggen: “Zie je wel dat we gelijk hadden? Zie je wel dat we altijd gelijk hebben gehad?” Ik denk dus niet dat we er al helemaal zijn.

 

De beste voorbeelden daarvan zijn volgens mij het het SCAF en het Tempestprogramma, We zullen een nieuw gevechtsvliegtuig maken, van de zesde generaties.  Er zijn twee Europese programma's. Iedereen praat maar over Europese defensie. Voor sommigen is dat zelfs het absolute walhalla. Als we dat bereiken, dan kunnen de NAVO en die Amerikanen overboord. Voor de huidige president Trump bestaat er natuurlijk weinig steun in het land, maar om dan maar te zeggen dat alles van Europa moet komen? Wat is het grootste ontwikkelingsprogramma op Europees niveau? Dat is er niet één, dat zijn er twee. We weten immers allemaal dat luchtmachtprogramma's de duurste zijn. Dat zijn er dus twee: het Frans-Duitse SCAF/FCAS en het Brits-Italiaanse Tempest. Misschien kunnen we beginnen met daar één programma van te maken. De ontwikkelingskosten bedragen 60 miljard euro per programma. Voor 350 toestellen per programma. Reken maar uit! Een F-35 is een koopje in vergelijking met de volgende generatie fighter jets!

 

Het moet en het zal echter Europees zijn en voor sommigen mag dat tegen elke prijs. “We betalen dat, want het is Europees, joepie, yay!” Ik denk toch dat we nog heel veel werk hebben en dat we vooral met onszelf moeten beginnen. Misschien moeten we maar eens minder naar de andere kant van de Atlantische Oceaan verwijzen en beginnen in Europa. Voor mij is dan de hoogste inzet één ontwikkelingsprogramma – één, geen twee – voor de volgende generatie fighter jets of jacht­vliegtuigen, pardon. Excuse me for my English, dat niet altijd even goed is.

 

Ik kom nu tot de trip naar Oekraïne en de Belgische militaire steun aan Oekraïne. Wat is de stand van zaken en wat zijn de toekomstplannen?

 

Tijdens het bezoek aan Kiev en de ontmoeting met president Zelensky kondigde België een nieuw militair steunpakket van 1 miljard euro aan voor 2025. De details van dit pakket worden momenteel verder uitgewerkt, maar het omvat onder meer directe bilaterale militaire steun, evenals bijdragen aan diverse internationale capaciteitscoalities. Exclusief dit nieuwe pakket heeft België sinds 2022 al voor 1,25 miljard euro aan militaire uitrusting aan Oekraïne geleverd. Inclusief humanitaire hulp stijgt dat bedrag tot 2,2 miljard euro.

 

België blijft via internationale coalitiemechanismen gerichte steun verlenen. Die omvat onder meer gespecialiseerde training van F‑16-technici en ondersteuning bij het F-16-beheer. In 2025 zal België reserveonderdelen van 1 à 2 F‑16’s doneren, gevolgd door de levering van de eerste twee operationele straaljagers in 2026. De inzet is helder, zodra België F‑35’s ontvangt, krijgt Oekraïne F-16’s.

 

Wat internationale capaciteitscoalities betreft, levert België al bijdragen aan zes van de acht bestaande coalities, waaronder die voor luchtmacht, luchtverdediging, artillerie, marine, IT en mijnopruiming. Recent werd de Belgische steun hernieuwd voor de door Tsjechië geleide munitiecoalitie. Twee weken geleden heb ik de Tsjechische minister ontvangen in het NAVO-hoofdkwartier, of eigenlijk ben ik door hun delegatie ontvangen. Dat geldt ook voor de door Estland geleide IT-coalitie. Twee weken geleden heb ik die brief met de Estse collega ondertekend, want de vorige regering had dat nog niet opnieuw bevestigd.

 

De Europese EUMAM-missie wordt door België gezien als het primaire platform voor de militaire training van Oekraïense strijdkrachten. België ondersteunt het Europese voorstel om deze missie in Oekraïne zelf verder uit te breiden.

 

Daarnaast onderschrijft België het voorstel van de Europese Commissie, zoals opgenomen in het witboek, om Oekraïne te behandelen als een de facto EU-lidstaat bij gezamenlijke defensie­aankopen en subsidiëring. België pleit voor nauwere business-to-businessrelaties tussen Oekraïense en Europese ondernemingen, met bijzondere aandacht voor kleine en middelgrote bedrijven. In dit kader steunt België ook de opname van Oekraïne in het European Defence Industry Programme (EDIP), dat in 2025 gelanceerd wordt.

 

België toont zich ook tevreden over het memorandum of understanding voor militair-technische samenwerking, dat op 24 januari 2024 werd ondertekend om de samenwerking tussen de Oekraïense en Belgische defensie-industrieën te versterken.

 

Tijdens het bezoek aan Oekraïne reisden tien prominente Belgische defensiebedrijven mee die alle reeds actief waren in dat land. In Kiev werden concrete overeenkomsten gesloten, waaronder – dit is niet exclusief, maar dit zijn de overeen­komsten die bekendgemaakt kunnen worden – een letter of intent tussen Sabena Engineering en Ukranian Defence Industry GSC voor het onderhoud van F-16’s in Oekraïne. Een tweede overeenkomst betreft een memorandum of implementation of MOI tussen Thales Belgium en SDB AME voor de productie van 70 mm-raketten, ter ondersteuning van de strijd tegen drones.

 

Dat is inderdaad een productiefaciliteit in Oekraïne. Ik zal ze binnenkort proberen te bezoeken. De faciliteit zou de moeite zijn. Dat bezoek is niet gelukt tijdens de trip, omdat de heer Prévot een veel te drukke agenda had in België. Hij moest dus tijdig terug zijn in België. Anders waren we sowieso daar ook langs geweest. Dat was nu niet mogelijk, maar ik zal dat zeker nog doen.

 

Les entreprises qui ont participé à cette journée de l’industrie de défense belgo-ukrainienne sont Sabena Engineering, Thales Belgium, Patria Belgium Engine Center, John Cockerill Defense, FN Browning, Sioen, OIP, Exail, ILIAS et K&S Belgium.

 

Daar zijn dus ook Vlaamse bedrijven bij. Het zijn de grote jongens, die het graag wilden. Het zijn bedrijven die al handeldrijven met Oekraïne. Het event is heel goed verlopen. Tijdens de terugreis op de trein ben ik samen met de eerste minister en minister Prévot bij al die mensen langsgegaan. Wij hebben een goed gesprek kunnen voeren met al die bedrijfsleiders. Ik denk dat zij het erg gewaardeerd hebben dat ze even met de eerste minister hebben kunnen praten.

 

We hebben ter plaatste een goede persconferentie gegeven in een kelder. Men gaat daar constant van kelder naar kelder. We hebben een demonstratie gekregen van wat de Oekraïners hebben aan drones. Dat was indrukwekkend. Dat materiaal stond opgesteld in kelders onder hotelgebouwen aan -2 °à -5 °C en wordt verhuisd in de stad. Het is ongelooflijk wat daar allemaal ondergronds gebeurt. Ze zijn natuurlijk heel bang van raketten uit Rusland.

 

We hebben daar een groot rondetafelgesprek georganiseerd. De pers was uitgenodigd. We hadden geen pers meegenomen. Er waren enkele cameraploegen die zelf op accreditatie ter plaatse waren geraakt. Wij hadden ervoor gekozen geen persmensen mee te nemen. De eerste minister wou dat absoluut niet. Ikzelf had daar geen problemen mee, maar hij wou dat niet … (Hilariteit in de zaal)

 

We hebben nog veel werk met de defensie-industrie. U moet begrijpen dat de bedrijfsleiders hun industrie willen uitbouwen in Oekraïne, maar er bestaan enkele praktische problemen. Onze bedrijfsleiders uit de defensiesector gaan ter plaatse, maar de vraag is of zij verzekerd zijn. Wat gebeurt er indien ze worden aangevallen of wanneer iemand sterft wegens een raket- of een droneaanval? Vannacht was er nog een aanval in Odessa. Constant wordt er nog aangevallen. Het gaat eigenlijk om een staakt-het-vuren op papier. Dus wie verzekert die werknemers? Bijna niemand wil dat doen.

 

Wij zijn daarvoor een oplossing aan het zoeken. De vraag werd gesteld of die werknemers als reservist ingeschreven konden worden. Men kan ze echter niet als militair sturen, want dan is men betrokken bij een oorlog, als er iets misloopt. Daar moet dus goed over worden nagedacht. Het gaat om kleine, praktische zaken die gemakkelijk op te lossen lijken. Niet alleen ons land, maar ook andere landen kampen met die problemen. Een goede verzekering is nodig, dat is evident.

 

Veel werknemers staan niet te springen om naar Oekraïne te gaan, eerlijk gezegd. Ze verkiezen hier in hun bedrijf te blijven in plaats van gedurende zes maanden een productie-eenheid op te starten in Oekraïne. Dat is begrijpelijk. Het gaat om een land in oorlog. Wij zijn dat niet gewoon, veel van die werknemers zijn dat ook niet gewoon.

 

Er is dus nog veel werk aan de winkel. De benadering was volgens mij zeer positief. Ik denk dat president Zelensky dat miljard heeft gewaardeerd, maar nog veel meer het feit dat we met die bedrijfsleiders ter plaatse zijn gegaan. We hebben goodwill getoond om samen business te doen en expertise uit te wisselen. Ik hoop dat dat zo goed zal blijven lopen.

 

President Zelensky heeft ons zeer hartelijk onthaald en heeft veel tijd voor ons uitgetrokken, voor de eerste minister natuurlijk. We hebben daar tijdens een lunch over heel wat gepraat. Het gesprek was zeer openhartig, in tegenstelling tot wat ik had verwacht. President Zelensky heeft echt diepgaand gepraat over issues waarover men dagelijks in de krant leest. Ik kan niet alles onthullen, maar zijn openhartigheid en transparantie zijn me sterk bijgebleven.

 

Tot slot kom ik tot de coalition of the willing en de bijeenkomst in Parijs. Er was twee weken geleden ook een bijeenkomst in het kader van de NAVO waarop ik aanwezig was. De gesprekken in Parijs rond de coalition of the willing stonden in het teken van de versterking van de steun aan Oekraïne en de voorbereiding van mogelijke vredes­handhavings­maatregelen. De bijeenkomst werd op 27 maart bijgewoond door vertegenwoordigers van 31 landen en had tot doel de concrete bijdrage van elk land af te stemmen en te coördineren. Ter verduidelijking, ik was niet aanwezig op die vergadering. Ik was wel aanwezig op de vergadering van de zogenaamde Ramsteingroep hier in het NAVO-hoofdkwartier.

 

Die Ramsteingroep werd altijd geleid door de Amerikanen. Zij willen dat echter niet meer doen en nu zijn het de Britten en de Fransen die dat gezamenlijk doen. Een centraal discussiepunt was de mogelijkheid om Europese veiligheidstroepen naar Oekraïne te sturen zodra er een vredesakkoord met Rusland is bereikt. Hoewel er nog geen definitieve beslissingen zijn genomen, bestaat er een brede steun voor het principe dat elk akkoord gepaard moet gaan met robuuste veiligheidsmaatregelen ter bescherming van Oekraïne. Hoe die maatregelen per land ingevuld worden, verschilt echter sterk.

 

België is bereid verantwoordelijkheid te nemen binnen de coalitie, op voorwaarde dat er een brede steun voor en een actieve deelname aan een militaire inzet is. België vraagt ook dat de NAVO en de VS logistieke en inlichtingenondersteuning voorzien, evenals een backstop voor de eventuele inzet van troepen op het terrein. Een heel grote discussie is natuurlijk wat er gebeurt wanneer de troepen worden aangevallen. Zal men dan Rusland de oorlog verklaren of wat zal er dan gebeuren? Welke rol België precies op zich zal nemen binnen een mogelijke vredes- of regeneratiemissie hangt af van de uiteindelijke invulling, noden en vorm van de operatie en wordt momenteel verder onderzocht en besproken. Zoals ik heb gezegd, gebeurt dat onder leiding van de Fransen en de Britten samen met alle CHOD's van de betrokken landen. Om veiligheidsreden en uit discretie kunnen hierover geen verdere details worden gegeven.

 

De Europese inspanningen hangen ook sterk samen met het mogelijke succes van de Amerikaanse bemiddeling in het streven naar een full ceasefire met Rusland. Vandaag is daarvoor een heel belangrijke dag, dus we wachten af wat er verder zal uitkomen.

 

Le président français Emmanuel Macron a appelé à l'unité européenne et a souligné que le soutien à l'Ukraine devait être maintenu aussi longtemps que nécessaire. Selon lui, le maintien des sanctions contre la Russie reste également crucial pour faire pression. Le chancelier allemand Olaf Scholz a partagé ce point de vue et a mentionné que la levée des sanctions serait une grave erreur.

 

Voorts werd besproken op welke manier de coalitie Oekraïne bijkomend kan ondersteunen met militaire training en materieel om de verliezen van het Oekraïense leger aan te vullen. Dat is essentieel voor het versterken van de Oekraïense eerste verdedigingslinie tegen toekomstige Russische agressie.


De coalition of the willing is vastberaden om Oekraïne blijvend te ondersteunen. Tegelijk is het duidelijk dat een bijkomende concretisering nodig is om de geplande maatregelen te verfijnen en op te schalen.

 

Collega’s, basically is België behoorlijk forward-leaning om deel te nemen aan een dergelijke coalition of the willing. Ik weet dat sommige partijen dat totaal niet zien zitten. Wij zijn daar wel voorstander van. Ik blijf dat zeggen. Ik heb dat helemaal in het begin verklaard in een interview. Daarvan is wel wat misbruik gemaakt om te beweren dat wij Vlaamse jongens en zonen zouden laten sterven in Oekraïne, maar u moet dat natuurlijk bekijken in het kader van een vredesakkoord en een staakt-het-vuren.

 

Dat standpunt is ondertussen bevestigd door de eerste minister. Er is minder fuzz over dan toen. Het standpunt is echter niet gewijzigd. Ik blijf bij wat ik toen heb gezegd. Wij zijn forward-leaning. We zullen zien wat we doen. Komt er een vredesakkoord? Komt er een staakt-het-vuren? Komt er een inzet van een coalition of the willing? In dat geval bekijken we wat we zullen doen. Nu wordt volledig uitgewerkt wat wij kunnen doen, wat de verschillende scenario’s zijn en welke capaciteit wij kunnen leveren. Dat is militair geheim en dat kan ik hier dus niet delen.

 

Het is echter heel concreet. Als er deze week dus een akkoord zou komen, dan zal er ook onmiddellijk worden gepraat over veiligheids­garanties en zullen de Fransen en de Britten de lead nemen van een dergelijke coalition of the willing, waarbij het gaat over een inzet die er relatief snel kan komen. Hoogstwaarschijnlijk zal er daarbij ook een Belgische deelname zijn.

 

Wanneer dat moment aangebroken is, moet er een regeringsbeslissing komen. Wanneer de regering daarover beslist heeft, mijnheer de voorzitter, zal ik natuurlijk zo snel mogelijk naar het Parlement komen om toelichting te geven. Dat is evident. Dat zal in de commissie voor de Opvolging van de militaire missies zijn, maar waarschijnlijk ook in de commissie voor Landsverdediging, deels publiek en deels achter gesloten deuren, om toelichting te geven bij wat wij daar exact zullen doen, waar wij gestationeerd zullen zijn en welke militaire inzet wij juist zullen leveren. Dat proces is volop bezig. U hoort er misschien minder over, maar die gesprekken zijn heel hard bezig achter de schermen.

 

02.10  Darya Safai (N-VA): Mijnheer de minister, ik val in herhaling als ik zeg dat ik blij ben met de steun van ons land aan Oekraïne. Collega's, beschouw dit als een les voor de toekomst. Als wij in 2014 een duidelijk en sterk antwoord hadden gegeven op de invasie van Rusland in de Krim, dan was dit vandaag misschien niet gebeurd. Wij moeten Oekraïne blijven steunen en autocratieën als Rusland, Iran, China en Noord-Korea duidelijk laten zien dat wij samen sterker dan ooit staan en dat wij ons ook kunnen verdedigen.

 

02.11  Axel Weydts (Vooruit): Mijnheer de minister, mij is in dit actualiteitsdebat niet duidelijk geworden wat nu eigenlijk het standpunt is van het Vlaams Belang over de steun aan Oekraïne. Dat is wel heel vreemd. Men stuurt persberichten uit zeggende dat de steun aan Oekraïne onverantwoord en gevaarlijk is. Ik heb mevrouw Ponthier dat hier vandaag niet horen herhalen. Het is heel duidelijk dat het Vlaams Belang daar een beetje op twee benen hinkt. Dat op zich is gevaarlijk. De steun aan Oekraïne in twijfel trekken en persberichten uitsturen om het draagvlak daarvoor bij de bevolking te proberen onderuit te halen is echt gevaarlijk.

 

Het is onze taak als democratische politici om mensen uit te leggen waarom het belangrijk is dat wij de steun aan Oekraïne voortzetten. Die mensen zijn momenteel aan het vechten voor de waarden die wij in Europa verdedigen. Dat mogen we nooit vergeten. Dat is absoluut heel belangrijk. We zullen dat moeten blijven doen de komende jaren, zolang het nodig is.

 

Ik ben ook heel tevreden dat we momenteel niet veel horen over de specificiteit van de inzet van mogelijke troepen bij een eventueel vredes­akkoord. Dat is een teken dat daar achter de schermen goed aan gewerkt wordt. Het zou heel dom zijn om dat nu voor de schermen te doen.

 

Het is echter evident dat het ook voor Vooruit een kwestie van solidariteit is. Als die vraag ooit komt – en laten wij hopen dat die er zo snel mogelijk komt – dan moet België daarin zijn rol spelen en moeten wij solidair zijn met onze partners en vooral met Oekraïne.

 

Mijnheer de minister, met betrekking tot de details verwees ik naar een infographic van de Nederlandse krijgsmacht. U bent daar niet verder op ingegaan. Dat is misschien iets voor een verder debat, daarover kunnen we het later nog hebben. Ik had graag geweten – maar het kan later – of het verstandig is om dergelijke dingen tot in detail te delen.

 

02.12 Minister Theo Francken: Dat is door meerdere collega's gevraagd. De tabel met wat we precies zullen leveren, is nog niet 100 % afgeklopt. Op het moment dat die is afgeklopt, kan die eventueel achter gesloten deuren worden gedeeld, of openbaar, maar dat moet ik bespreken met mijn adviseurs.

 

De voorzitter: Of in de commissie voor de Opvolging van de militaire missies.

 

02.13  Axel Weydts (Vooruit): Dank u. Dat lijkt mij heel verstandig.

 

02.14  Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

We moeten Oekraïne blijven steunen. Dat wordt door veel partijen gedragen en er bestaat daarover bij de grote meerderheid geen discussie.

 

We moeten verder gaan en de moed hebben om te onderzoeken hoe we minder afhankelijk worden van onder andere Rusland op het vlak van olie en gas. Daarop besparen en die omslag maken, zal ook een belangrijk instrument zijn om onrechtstreeks de oorlogskas van Rusland te treffen. We kunnen daarop nog meer inzetten dan we vandaag al doen.

 

Op mijn vraag over de steun en de rol die de middelen van Euroclear daarin spelen, heb ik, tenzij ik het gemist heb, geen antwoord gekregen. Betekent dit dat die steun, die vandaag ook naar humanitaire projecten in Oekraïne gaat, wegvalt nu die onder de NAVO-norm wordt gezet? Ik zal daarover dus opnieuw vragen moeten indienen tot we daar zicht op krijgen. Hetzelfde geldt voor de zaken waarin we zullen investeren en de middelen waarmee we dat zullen doen. Welke humanitaire steun willen we blijven bieden? Ik vind het belangrijk dat we Oekraïne op die manier blijven steunen.

 

Wat betreft uw vragen over meer Europese samenwerking, het is mij niet helemaal duidelijk of u voor meer Europese samenwerking bent dan wel of die totaal onmogelijk acht, maar ik meen dat dit toch echt the way to go is.

 

02.15 Minister Theo Francken: Ik ben daarvoor, maar ik ben realistisch. Ik zeg u dat het grootste Europese onderzoeksprogramma dat loopt heel verdeeld is, heel duur en heel slecht loopt en geen goed voorbeeld is. In die zin denk ik dat we goed moeten kijken hoe we dat kunnen verbeteren. Ik hoop dat dit de komende weken zal gebeuren.

 

Ik kijk enorm uit naar het toekomstige Duitse regeerakkoord en zal het luik defensie aandachtig lezen. Duitsland maakt immers deel uit van SCAF. Wat zullen de Duitsers doen? Als we het effectief zo zullen aanpakken dat we twee projecten doen met 350 toestellen, dan is dat onbetaalbaar. Dat kan zo niet verder. Nogmaals, luister naar wat de baas van Dassault vorige week in de hoorzitting van de Franse Senaat zei over het strategisch belang van de wapenindustrie in Frankrijk en hoe dat precies wordt gepercipieerd bij Dassault. Basically zei hij dat Dassault dat toestel helemaal alleen kan maken, dat het daarvoor niemand nodig heeft. Hij vroeg zich af waarom hij al die geheimen zou moeten delen met andere landen, waarmee hij voor alle duidelijkheid Europese naties bedoelde. Bij grote industriële bazen – Dassault is geen kleine speler, maar echt een van de grote jongens in Europa – is er dus nog altijd veel weerstand. We moeten ons goed realiseren dat we enerzijds een politiek discours hebben van meer Europese samenwerking, maar anderzijds soms een heel ander discours op het terrein tussen de grote defensiebonzen, tussen de technologische strijders. Daarvan moeten we ons bewust zijn.

 

Ik ben voorstander van Europese samenwerking. Ik vind het heel vreemd dat uit mijn uitspraken geconcludeerd zou kunnen worden dat ik daartegen ben. Dat is absoluut niet juist. Ik ben wel realistisch en ik probeer mij te informeren op basis van dossierkennis en de concrete werking op het terrein. In dat opzicht zie ik een groot verschil tussen het politieke discours en datgene wat op het terrein gebeurt en dat betreur ik, voor alle duidelijkheid.

 

02.16  Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, bedankt voor de opheldering.

 

Dat u voor meer Europese samenwerking bent, is prima. Het realisme, de voetnoot die u daarbij plaatst, mis ik wel zodra het gaat over de F-35 en de Amerikaanse steun. De Amerikaanse president zegt namelijk dat hij minderwaardige toestellen zal leveren aan de partners, of dat hij dat alleszins overweegt. Ik vraag me af of de Europese Unie in zijn ogen zelfs nog een partner is. Ik vind dat we daarin evengoed realistisch moeten zijn en een evenwicht moeten blijven bewaren, maar ik ben zelf ook absoluut voor meer Europese samenwerking. Daar kan ik mij geheel achter scharen.

 

02.17  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, dank voor uw uitgebreide antwoord.

 

Het staat buiten discussie dat de defensie-industrie, zeker ook op Europees vlak, maximaal ondersteund moet worden. Ook is het goed dat er op het terrein productiesites worden opgezet, waarvan we binnenkort zullen zien wat die concreet zullen inhouden. Het opzetten van die productiesites is goed, al was het maar om de afhankelijkheid van andere internationale partners waar mogelijk af te bouwen.

 

Ik heb niet precies begrepen of de Vlaamse bedrijven, onder andere Sioen en OIP, al dan niet concrete deals hebben afgesloten.

 

02.18 Minister Theo Francken: Niet alle deals konden publiek gemaakt worden.

 

02.19  Annick Ponthier (VB): Goed, daar valt dus nog wel wat te onderzoeken. Ik denk dat het belangrijk is dat u de Vlaamse industriepartners op dat vlak niet uit het oog verliest, zodat ze zich ook maximaal kunnen inschakelen in verschillende elementen van het samenwerkingsakkoord. We weten immers dat Vlaamse defensiebedrijven ook zeer belangrijke innovatieve en hoogtechnologische defensietoepassingen uitwerken. Op dat vlak mogen we geen kansen onbenut laten.

 

Collega Weydts, ik weet niet waar u het haalt. Wij hebben vanaf dag één Oekraïne ondersteund. U kunt dat nakijken in alle debatten die hier in dit Huis hebben plaatsgevonden. U kunt ons natuurlijk ook de vraag stellen. We zijn collega's. U kunt altijd verduidelijking vragen. Mocht u een bepaald persbericht fout begrepen hebben, wil ik dat uiteraard voor u uitklaren. Maar nogmaals, wij hebben Oekraïne vanaf dag één ondersteund, in alle initiatieven die deze regering heeft genomen. De steun van 1 miljard die hier voorlag, is natuurlijk van een andere orde. Daar valt wel een en ander over te zeggen. Dit terzijde.

 

Ik dank de minister nogmaals voor de concretisering van zijn antwoorden. We zullen dit sowieso verder opvolgen.

 

02.20  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, dank u voor uw duidelijke en uitgebreide antwoord.

 

Ik heb vernomen dat de details van het steun­pakket nog worden uitgewerkt, maar dat die ons, hetzij publiekelijk, hetzij achter gesloten deuren, meegedeeld zullen worden zodra ze afgeklopt zijn. Dat is een goede zaak.

 

Over de tijdslijn van de F‑35 hebt u niet geantwoord, maar ik moet eerlijk toegeven dat dit thuishoort in een ander debat. Dat zal voor een andere keer zijn.

 

Wat de bedrijven betreft, hebt u gezegd dat er 10 bedrijven mee geweest zijn en dat er 2 akkoorden afgesloten zijn, maar dat het geen exclusieve lijst betrof. Ik meen dat dit een zeer geslaagde zet was. Als we het immers over de rol van de Europese Unie hebben, gaat het voor mij in de eerste plaats daarover, namelijk de defensiebedrijven in Europa op elkaar afstemmen en samenwerken. Sommige collega's horen dat niet graag, maar onze economie moet ook draaien. In Europa moet die ook draaien. Dat is een deel van de strategische autonomie. We moeten op eigen benen kunnen staan, ook met onze defensie-industrie. Het is dus goed dat er 10 bedrijven mee geweest zijn en dat er akkoorden afgesloten zijn. Ik hoop daar in de toekomst nog wat meer details over te vernemen.

 

02.21  Philippe Courard (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie.

 

Je pense que vous avez eu des réponses assez complètes sur l’ensemble des questions.

 

Je profite quand même de l’occasion pour rappeler que l’Europe ne peut compter que sur elle-même. Les Américains, malheureusement, nous l’ont démontré au quotidien depuis quelques mois, depuis l’arrivée notamment de M. Trump. Nous avons été lâchés par les Américains. Cela nécessite véritablement une défense européenne de qualité.

 

Je voudrais aussi souligner, comme député fédéral belge, que quand on parle des entreprises, certains évoquent toujours certaines entreprises situées dans une Région plutôt que dans une autre. Je pense que nous devons avoir une approche globale sur l'ensemble du pays.

 

S'il y a un bénéfice à tirer pour l'emploi et pour les entreprises, c'est sur l'ensemble du pays qu’il faut compter. Toutes les entreprises sont de qualité et peuvent offrir les services qui sont nécessaires par les temps qui courent. Certains qui font parfois des reproches au Sud du pays en termes d'emploi, de chômage, etc., devraient se réjouir que les entreprises du Sud du pays soient performantes en matière de défense.

 

02.22  Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, u sprak over gesprekken achter de schermen over eventuele vredestroepen. Ik hoop dat de gesprekken achter de schermen ook over vrede mogen gaan, over echte vredes­onderhandelingen, niet alleen achter de schermen, maar ook voor de schermen, want ik maak me eigenlijk zorgen over het voortzetten van deze oorlog. Hoelang gaat die nog duren?

 

De regering rekent immers op de inkomsten van Euroclear. Nog vijf jaar lang rekent men zich rijk met de inkomsten van Euroclear. Met andere woorden, men gaat er precies van uit dat de oorlog nog vijf jaar zal duren of vijf jaar moet duren. Onlangs, vandaag ook, heeft Rusland de intentie getoond om de wapens kortstondig neer te leggen tijdens een paasbestand van 30 uur. Jan Balliauw van het Egmont Institute en een ex-VRT-journalist, zei daarover dat dat bestand hem niet erg serieus lijkt en dat Poetin vooral wil tonen dat Rusland nog altijd bereid is om verder te praten over een bestand. Dat zijn zijn woorden.

 

Momenteel aast de VS eigenlijk op de grondstoffen in Oekraïne, terwijl Trump Poetin opnieuw aan de onderhandelingstafel probeert te krijgen, bijvoorbeeld met als voorwaarde het bevriezen van nieuwe wapenleveringen. Wat doen wij? Wij trekken 1 miljard euro uit voor militaire steun, terwijl extra wapenleveringen de oorlog zullen verlengen. Meer wapens zijn meer doden, meer economische en milieuschade. Jan Balliauw voegde daaraan toe dat de Europese Unie en Rusland dringend en beter met elkaar moeten communiceren. Ik citeer hem opnieuw: "De communicatie van Europa gaat nu te vaak alleen nog maar over het bewapenen tegen Rusland."

 

Ik sluit mij daarbij aan. Onderhandelingen zijn noodzakelijk om tot een duurzame vrede te komen. Verdere bewapening is niet de oplossing voor deze verschrikkelijke oorlog. Ik hoop van harte dat er heel snel werk kan worden gemaakt van een echt vredesakkoord.

 

02.23  Luc Frank (Les Engagés): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Je reviens à la date du 27 mars, date à laquelle le Conseil européen réaffirmait le soutien de l'Union européenne à l'Ukraine. Malheureusement, une fois de plus, la Hongrie, en mouton noir, a refusé de se joindre au consensus et a préféré soutenir M. Poutine. On peut d'ailleurs se poser la question de savoir comment la coopération avec la Hongrie reste possible en matière de défense. Face au risque d'arrêt de l'aide militaire américaine, il était essentiel que les Européens réaffirment leur soutien et tant pis si cela irrite certains membres de l'administration américaine.

 

C'est pourquoi je suis heureux que la mission en Ukraine du premier ministre et des ministres des Affaires étrangères et de la Défense ait été un tel succès. Il est important que des contrats aient été conclus entre des sociétés de notre industrie de l'armement et des sociétés ukrainiennes. Dans une perspective d'élargissement de l'Union européenne à l'Ukraine, il est bien d'intégrer nos industries du secteur de la défense. Je suis également content d'entendre que la Belgique prendra ses responsabilités en cas d'accord de paix en Ukraine.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.18 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12 h 18.