KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 243
CRIV 50 PLEN 243
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
EANCE PLENIERE
woensdag mercredi
26-06-2002 26-06-2002
18:05 uur
18:05 heures
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
PS Parti
socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke
Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt
Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:

Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail:
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
WETSONTWERPEN
1
PROJETS DE LOI
1
Wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar
2002 (1754/1 en 2) (1753/1)
1
Projet de loi ajustant le budget des Voies et
Moyens de l'année budgétaire 2002 (1754/1 et 2)
(1753/1)
1
- Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2002 (1755/1 tot 13)
1
- Projet de loi contenant le premier ajustement du
budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2002 (1755/1 à 13)
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Reprise de la discussion générale
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Simonne
Creyf, Marcel Hendrickx, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie, Herman Van Rompuy,
Yves Leterme
, voorzitter van de CD&V-
fractie, Hugo Coveliers, voorzitter van de
VLD-fractie
Orateurs: Servais Verherstraeten, Simonne
Creyf, Marcel Hendrickx, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale, Herman Van Rompuy,
Yves Leterme
, président du groupe CD&V,
Hugo Coveliers
, président du groupe VLD
Wetsontwerp tot bekrachtiging van het koninklijk
besluit van 4 juli 2001 betreffende de erkenning
van beroepsorganisaties van beoefenaars van
een niet-conventionele praktijk of van een praktijk
die in aanmerking kan komen om als niet-
conventionele praktijk gekwalificeerd te worden
(1698/1 en 2)
15
Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal
du 4 juillet 2001 relatif à la reconnaissance des
organisations professionnelles de praticiens d'une
pratique non conventionnelle ou d'une pratique
susceptible d'être qualifiée de non
conventionnelle (1698/1 et 2)
15
Algemene bespreking
16
Discussion générale
16
Spreker: Magda De Meyer, rapporteur
Orateur: Magda De Meyer, rapporteur
Bespreking van de artikelen
16
Discussion des articles
16
BELANGENCONFLICT
16
CONFLIT D'INTÉRÊTS
16
26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
26
JUNI
2002
18:05 uur
______
du
MERCREDI
26
JUIN
2002
18:05 heures
______

De vergadering wordt geopend om 18.35 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 18.35 heures par M. Herman De Croo, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Johan Vande Lanotte.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Berichten van verhindering
Excusés

Claudine Drion, Karel Pinxten, Guido Tastenhoye, wegens ziekte / pour raison de santé;
Jean-Pol Henry, met zending / en mission;
Georges Clerfayt, Danny Pieters, Lode Vanoost, Raad van Europa / Conseil de l'Europe.
Wetsontwerpen
Projets de loi
01 Wetsontwerp houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar
2002 (1754/1 en 2) (1753/1)
- Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2002 (1755/1 tot 13)
01 Projet de loi ajustant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2002 (1754/1 et 2)
(1753/1)
- Projet de loi contenant le premier ajustement du budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2002 (1755/1 à 13)

Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale

De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
01.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in het
kader van de algemene bespreking wil ik mijn amendement nummer
20 onder de aandacht brengen dat onzes inziens ten onrechte door
de meerderheid werd weggestemd. Dat amendement strekte ertoe de
subsidies aan het Studiecentrum voor Kernenergie die de regering
nogmaals wou verminderen in de begrotingscontrole, te verhogen.
01.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je souhaite revenir un
instant sur mon amendement n°
20, qui a été injustement rejeté.
Cet amendement tend à indexer
les subsides accordés au Centre
26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De dotaties en de afbouw van dotaties gaan permanent door tijdens
de paars-groene legislatuur. Tijdens vorige begrotingen, ook de
begroting van dit jaar, werden de middelen wel niet verminderd,
maar werden er wel bijkomende opdrachten toevertrouwd aan het
centrum zonder dat er in bijkomende kredieten werd voorzien.
Merkwaardig is dat, terwijl de departementen voor grote
werkingskosten indexeringen krijgen, zulks voor het Studiecentrum
voor Kernenergie tot de investeringskosten beperkt blijft. Nochtans
wordt het geconfronteerd met stijgende personeelslasten. Er is niet
alleen sprake van discriminatie tegenover de andere departementen,
maar ook tegenover het Instituut voor Radio-elementen wiens
subsidies wel worden geïndexeerd.

De bedoeling van mijn amendement is om de discriminatie weg te
werken en de subsidies te indexeren. Het gaat hier immers om
investeringen in veiligheid, milieu en werkgelegenheid, zeker nu er
ook hoogradioactief afval naar de regio wordt gestuurd. Het beleid
dat de paars-groene regering voert, ook bij onderhavige
begrotingscontrole, maakt het voor jonge vorsers zeer
onaantrekkelijk om nog in wetenschap te investeren. De regering
speelt met vuur inzake de toekomstige energievoorziening en onze
veiligheid. Daarom heb ik dat amendement ingediend.
d'études pour l'énergie nucléaire.
Cela permettrait tout d'abord
d'éliminer toute discrimination à
l'égard des départements et des
autres institutions, comme l'Institut
des radio-éléments. Ensuite, cela
démontrerait la volonté du
gouvernement d'investir dans la
sécurité, l'environnement et
l'emploi. Dans l'état actuel des
choses, l'institut est chargé de
nouvelles missions sans recevoir
de moyens supplémentaires. Les
jeunes chercheurs sont
démotivés.

De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, ik kan de artikelsgewijze
bespreking pas morgen aanvatten, omdat het deel Justitie in
afspraak met minister Verwilghen en de heer Van Parys
morgenmiddag doorgaat. U hebt dus tijdens de algemene bespreking
onmiddellijk uw amendement verdedigd.
Le président: Nous ne traiterons
que demain le volet relatif à la
Justice et procéderons ensuite à
la discussion des articles.

01.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb een
opmerking bij artikel 2.33.1. De regering heeft een amendement
nummer 2 ingediend betreffende de eenmalige toelage aan
uitkeringsgerechtigde werkloze piloten. Die toelage zal worden
toegekend als eenmalige tegemoetkoming in de kosten voor de huur
van een vluchtsimulator voor een sessie van ten hoogste twee uur
voor het afleggen van een bekwaamheidsproef of de
vaardigheidstest met het oog op het verkrijgen, hernieuwen of
opnieuw geldig maken van een bevoegdheidsverklaring van het type
meerpilotenvliegtuigen.

Mijnheer de minister, ik heb een subamendement ingediend om de
eenmalige toelage die aan uitkeringsgerechtigde werkloze piloten
wordt toegekend, uit te breiden tot, ten eerste, de ex-piloten van ex-
Sabena en CityBird die ondertussen om te overleven een andere job
hebben aanvaard, maar die toch hun vlieglicentie willen behouden en
eventueel later toch nog piloot zouden willen worden, en, ten tweede,
de leerling-piloten van de negende promotie van de Sabena Flight
Academy.

Ten eerste, laat ik de werkloze ex-piloten aan bod komen. Mijnheer
de minister, het koninklijk besluit van 13 maart 2002 bepaalt de
voorwaarden waaraan de werkloze piloten van de ex-Sabena en
CityBird moeten voldoen om de eenmalige premie voor het gebruik
van de vluchtsimulatoren te kunnen genieten. Het koninklijk besluit
schrijft voor dat, om in aanmerking te komen voor de premie, men
moet bewijzen werkloos te zijn op het ogenblik van de aanvraag. Het
gevolg is dat wie zijn vlieglicentie wil onderhouden beter werkloos
blijft, wat onrechtvaardig is ten opzichte van de ex-piloten die om den
01.02 Simonne Creyf (CD&V): Le
gouvernement a déposé
l'amendement n° 2 à l'article
2.33.1 relatif à l'octroi d'une
allocation unique à certains pilotes
chômeurs indemnisés. Cette
allocation vise à financer la
location d'un simulateur de vol
grâce auquel les pilotes peuvent
entretenir leurs aptitudes et
conserver leur licence de vol.

Nous avons déposé un sous-
amendement pour élargir l'octroi
de cette allocation aux anciens
pilotes de la Sabena et de Citybird
qui ont accepté un autre emploi
mais qui désirent néanmoins
conserver leur licence de vol,
ainsi qu'aux élèves pilotes de la 9
e
promotion de la Sabena Flight
Academy
.

La ministre, Mme Durant, a
déclaré le 22 mai, en commission
de l'Infrastructure, que certaines
conditions génèrent des
conséquences contraires à
l'objectif poursuivi, à savoir la
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
brode een andere job hebben aanvaard en er toch blijven van
dromen om opnieuw piloot te worden.

Mijnheer de minister, ik wil er uw aandacht op vestigen dat collega
Arens minister Durant hierover heeft ondervraagd in de commissie
Infrastructuur van 22 mei 2002. Minister Durant heeft geantwoord dat
de voorwaarde werkloos te zijn gevolgen met zich brengt die tegen
het beoogde doel ingaan, namelijk de reïntegratie van de ex-piloten
in hun vroeger beroep. Daarop vervolgt de minister ­ ik zal uit het
verslag voorlezen van de commissie, meer bepaald het groene
document ­ ....
réintégration dans l'emploi
précédent.

De voorzitter: Mevrouw Creyf, de groene documenten zijn zeer nuttig. Het gaat om het integraal verslag.
De heer Tant heeft daarstraks een verklaring van de heer Van Hoorebeke woordelijk weergegeven, dank
zij de goede werking van onze diensten terzake. Ik dank ze daarvoor.
01.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, hun werk is
zeker niet zonder belang, het gaat om zeer goede documenten en ik
wens er nu graag gebruik van te maken.

Mme. Durant répond ceci: "Dès lors, j'ai donné l'instruction d'adapter
dans les meilleurs délais l'arrêté royal du 13 mars 2002. L'objectif est
d'éviter de pénaliser les pilotes qui ont accepté un emploi temporaire
pour diverses raisons, notamment financières. Ainsi, je procéderai
aux modifications voulues car cette condition est discriminatoire et a
des conséquences perverses."

Mevrouw Durant zegt dus dat zij onmiddellijk werk zou maken van de
wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2002, omdat zij
erkent dat het feit dat de eenmalige toelage enkel gegeven wordt aan
uitkeringsgerechtigde werklozen een "effet discriminatoire" heeft en
"des conséquences perverses". Mijnheer de voorzitter, ik wil graag
aan deze tekst refereren. Mevrouw Durant heeft deze verklaring
expliciet afgelegd.

Wij stellen nu vast dat daarvan in het amendement niets terug te
vinden is en dat het amendement van de regering enkel betrekking
heeft op de uitkeringsgerechtigde werklozen. De belofte van
mevrouw Durant klopt dus niet met wat de regering nu voorstelt in de
aanpassing van de begroting, want de eenmalige toelage blijft
beperkt tot uitkeringsgerechtigde werklozen.

Daarom hebben wij dit amendement ingediend. Uitgaand van de
verklaring van minister Durant vragen wij dat de eenmalige uitkering
voor het gebruik van vluchtsimulatoren uitgebreid wordt naar de ex-
piloten ­ niet naar de uitkeringsgerechtigden ­ van ex-Sabena en ex-
City Bird.

De tweede uitbreiding die we vragen is deze voor de leerling-piloten
van de 9
de
promotie. Mevrouw Durant heeft wat dat betreft wel
gezegd dat zij daarvoor geen budget heeft, maar dat, als de regering
bereid is om haar een budget ter beschikking te stellen, zij graag iets
voor die leerling-piloten van de 9
de
promotie wil doen. Over de
situatie van de 80 leerling-piloten van de 9
de
promotie van de Sabena
Flight Academy heb ik alle betrokken regeringsleden ondervraagd.
Deze jonge mensen hebben fase 1 en fase 2 van hun opleiding
gevolgd en doorlopen. Fase 3 zou gebeuren bij Sabena maar is door
het faillissement onmogelijk gemaakt. Ook deze mensen staan voor
01.03 Simonne Creyf (CD&V):
Volgens mevrouw Durant moet
het koninklijk besluit van 13 maart
jongstleden worden aangepast om
te voorkomen dat piloten die een
tijdelijke baan hebben aanvaard
zouden worden benadeeld. Dat
zou immers discriminerend zijn en
nefaste gevolgen hebben.

La ministre admet donc les
conséquences et promet d'adapter
l'arrêté royal. Mais on n'en voit
trace dans l'amendement qui ne
concerne que les chômeurs
indemnisés.

La Ministre, Mme Durant, était
disposée à étendre la mesure aux
élèves-pilotes mais elle ne
disposait à cet effet d'aucun
budget. Il s'agit de quatre-vingt
élèves qui ont accompli les
phases 1 et 2 de leur formation
mais que la faillite de la Sabena a
empêchés de suivre la phase 3.
Ils sont également confrontés à la
nécessité de faire renouveler leur
licence de vol tous les six mois. Ils
devraient pouvoir bénéficier eux-
aussi d'une prime unique pour
renouveler leur licence et
conserver leurs aptitudes de vol.

La ministre a rejeté notre
amendement mais nous avons été
entendus par le groupe VLD qui
nous a soutenus en commission et
s'est en définitive abstenu.

26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
het probleem van het hernieuwen van de vlieglicentie. Omdat ook zij
nog een Belgische vlieglicentie hebben moeten zij de hernieuwing
doen om de 6 maanden, wat moeilijk is als men niet vliegt, wat
moeilijk is als men geen job heeft en bovendien is het een dure
aangelegenheid na de zware investeringen die men uiteraard al heeft
gedaan.

Mijnheer de minister, vandaar ook dat wij ook voor hen de eenmalige
premie vragen om hun licentie te kunnen hernieuwen en hun skills,
hun vliegvaardigheden, te kunnen onderhouden. Van heel het pakket
dat door de regering is beloofd geworden aan deze leerling-piloten
zou dit maar een zeer minieme tegemoetkoming zijn, maar het zou
ten minste een tegemoetkoming zijn voor een 80-tal jonge mensen
die een groot deel van hun opleiding hebben genoten en nu voor het
probleem staan van het behouden van hun vlieglicentie.

Mijnheer de voorzitter, ik kan nog zeggen dat de minister ons
amendement niet heeft aanvaard, maar ik ben wel gelukkig u te
kunnen melden dat ons amendement en onze verdediging wel
gehoor heeft gekregen bij de VLD-fractie die ons expliciet en
mondeling in de commissie heeft gesteund en die zich bij de
stemming heeft onthouden.
De voorzitter: Mijnheer Van Rompuy, uw goedheid zal nog meer worden geprezen in uw fractie als de
heer Hendrickx ook een paar woorden mag zeggen.

(...)
01.04 Marcel Hendrickx (CD&V): Mijnheer de voorzitter, inderdaad,
de goedheid van de heer Van Rompuy is oneindig.

Mijnheer de voorzitter, collega's, er is daarstraks zeer lang gepraat
over een belangrijke groep in het kader van de veiligheid, namelijk
de politie. Ik zou het toch graag even hebben over die andere groep
die altijd maar wordt vergeten, namelijk de brandweer. Zowel in de
commissie als in de plenaire vergadering heb ik uiteenzettingen over
de brandweer gedaan. Ik viel van mijn sokken toen belangrijke
kredieten voor de werking van de brandweer werden verminderd. Het
is nu drie jaar dat deze regeringsploeg aan het bewind is. In de
aanvankelijke regeringsverklaring werd niets gezegd over de
brandweer. Minister Duquesne heeft een paar keer paniekvoetbal
gespeeld, bijvoorbeeld na de ramp van Enschede. Toen kwam hij
plots met een voorstel dat maar 14 dagen heeft geleefd en dat na
een dreiging van een betoging onmiddellijk is afgevoerd. Hij heeft
beloofd om werkgroepen op te richten. Die werkgroepen hebben
uiteindelijk nog geen resultaat opgeleverd. Integendeel, de onrust bij
de brandweer en bij de civiele bescherming wordt met de dag groter.

Vorige week moest u in De Financieel Economische Tijd nog lezen
dat er nog geen oplossing is voor het vakantiegeld van de
brandweer. In het Lambermont-akkoord werd de brandweer zoals
altijd vergeten en nu weet men niet goed of dit federaal dan wel
gewestelijk is.

Ik kom dan bij de amendementen die wij hadden ingediend en die in
de commissie werden verworpen. Wij willen ze toch handhaven.
Enerzijds klaagt iedereen aan, ook een groot aantal leden van de
meerderheid, dat de brandweer met totaal verouderd materieel moet
01.04 Marcel Hendrickx (CD&V):
J'ai été très surpris de voir le
gouvernement opérer des coupes
sombres dans d'importants crédits
alloués au fonctionnement des
services d'incendie. Pendant trois
ans, les services d'incendie et la
protection civile ont été laissés
pour compte par ce
gouvernement. La déclaration de
gouvernement initiale faisait
l'impasse sur ce thème et les
groupes de travail mis en place
par le ministre Duquesne n'ont
pas encore donné de résultats.
Aucune solution n'a pu encore
être apportée au problème du
pécule de vacances des sapeurs-
pompiers. Les accords du
Lambermont ont oublié les
hommes du feu et on ne sait plus
très bien s'ils ressortissent à la
compétence fédérale ou
régionale. Nous maintenons nos
amendements.

Les pompiers ne disposent que de
matériel archaïque. Et c'est
précisément le moment que
choisit le gouvernement pour
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
werken en dat men niet is uitgerust om deskundig te werken. Juist op
dit ogenblik wordt er in de voorstellen een lineaire besparing
doorgevoerd voor de aankoop van materieel door de brandweer. Het
investeringskrediet daalt met maar liefst 30%. Hoe kan de brandweer
zijn functie vervullen als men geen materieel kan aankopen?

Anderzijds is het ook zo dat men de uitgaven die bestemd zijn voor
de gemeenten en voor de werking van de dienst 100 op dezelfde
wijze terugdraait. De dienst 100 moet uiteraard normaal kunnen
functioneren en dat betekent dat men hier kosten overdraagt van de
federale overheid naar de gemeenten. Ook hier is er dus een lineaire
verlaging.

Ons derde voorstel betreft een kredietvermindering van 2.121 euro
die bestemd was om het nationaal informaticanet uit te bouwen en de
brandweer- en veiligheidsdiensten erop te kunnen aansluiten. Men
zegt dat de facturen van Belgacom in de vorige jaren te hoog zijn
geweest. De compensatie is dat men dit krediet nu niet krijgt.
Mijnheer de minister, ik vrees dat wij vandaag of morgen in België
een catastrofe zullen meemaken. Er is geen materieel en geen
degelijke vorming terwijl er ongenoegen tot en met heerst bij de
brandweer. Net op dat ogenblik acht u het noodzakelijk om deze
kredieten terug te schroeven terwijl u in feite een verhoging van de
kredieten had moeten voorzien om de brandweer op een normale
wijze uit te rusten. We vinden dit bijzonder jammer en wij dringen er
nogmaals op aan om deze amendementen te aanvaarden. Wij hopen
dat u de brandweer de kans zult geven om op een moderne en
hedendaagse wijze hun toch zo belangrijke functie uit te oefenen. Als
wij morgen voor een catastrofe staan zal er gevraagd worden wie
daarvoor verantwoordelijk is. We kunnen dat antwoord vandaag
onmiddellijk geven.
réaliser des économies linéaires à
concurrence de trente pour cent
sur les crédits d'investissement
pour l'acquisition de matériel. Les
dépenses en faveur du service
100 sont réduites sur le même
mode, ce qui implique en réalité
que ces coûts seront à la charge
des communes. A cela s'ajoute
encore une réduction de crédits de
2.121 euros, qui étaient destinés à
relier les services d'incendie et de
sécurité au réseau informatique,
les factures de Belgacom s'étant
avérées excessives ces dernières
années.

Nous demandons instamment
l'approbation de nos
amendements, afin que les
services d'incendie puissent
assumer leurs missions dans des
conditions conformes à l'époque
qui est la nôtre.

01.05 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, de
heer Van Rompuy heeft gezegd dat hij zich vooral op het
economische aspect zou concentreren. Ik wil hier niet ingaan op de
individuele amendementen, ik heb er reeds in de commissie op
geantwoord. Ik wil echter twee antwoorden geven aan de heer
Pieters. Ten eerste, wanneer men begint uit te zuiveren, dan is dat
allemaal goed en wel. Men moet echter blijven uitzuiveren en finaal
komt men dan tot theoretische rekeningen. Ik geef een voorbeeld.
Als men de situatie in 2001 bekijkt, dan stellen we vast dat de
restituties van de BTW in 2001 heel sterk zijn gestegen door de zeer
sterk gestegen export in 2000. Als we de evolutie van het primair
saldo bekijken, betekent dit dat de verhouding van de BTW in 2000
en 2001 eigenlijk niet juist is weergegeven. Men zou dat volledig
opnieuw moeten berekenen. Men kan daar een aantal elementen uit
nemen en men zou dat theoretisch ook moeten doen.

Het Instituut voor de Nationale Rekeningen heeft de definitieve
begrotingscijfers voor 2001 vandaag bekendgemaakt. Dat betekent
dat het primair saldo in 2000 6,9% was en in 2001 6,9%. Als ik
rekening houd ­ in Belgische franken ­ met 30 miljard, namelijk 20
miljard van UMTS en 10 miljard van de eenmalige verkopen, zitten
wij toch nog altijd op een primair saldo van 6,6% in 2001. Laten wij
eerlijk zijn en een eenmalige meevaller niet mee verrekenen: wij
hebben in het verleden ook al eens iets mee verrekend. Een primair
saldo van 6,9% in 2001 lijkt mij een vrij goed resultaat bij een groei
van 1%. De definitieve vorderingensurplus is niet 0,2 zoals wij zeer
01.05 Johan Vande Lanotte,
ministre: Je tiens à dire à M.
Pieters que quand on commence
à épurer, on peut poursuivre à
l'infini pour, en fin de compte,
aboutir à un résultat très
théorique.

L'Institut des comptes nationaux a
publié aujourd'hui les chiffres
budgétaires pour 2001. Le solde
primaire pour 2000 et pour 2001
s'élevait à 6,9 pour cent. C'est un
bon résultat compte tenu de la
croissance économique limitée.
Notre objectif a été atteint en ce
qui concerne la capacité de
financement - 0,2 plus UMTS-
puisque ce dernier se chiffre à 0,4
pour cent.

J'admets que certaines dépenses
ont évolué trop rapidement en
2000 mais cette augmentation des
dépenses a été compensée en
2001 et en 2002, malgré la
26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
voorzichtig hadden aangekondigd, maar wel 0,4. Dat betekent dat wij
de doelstelling die wij ons begin van het jaar hadden gesteld, volledig
realiseren. De doelstelling was 0,2 plus UMTS. 0,2 plus UMTS is 0,4.
Volgens het Instituut voor de Nationale Rekeningen hebben wij met
de groei van 1% effectief die oorspronkelijke doelstelling van 0,4
bereikt. Ik wil dat toch eens benadrukken.

Als wij heel objectief zijn, kan men voor 2000, onder andere door de
aantrekkende groei van de economie, de kritiek hebben dat een
aantal uitgaven vlugger zijn geëvolueerd. Ik zal niet ontkennen dat
men dan iets meer heeft uitgegeven. In 1999 hebben wij het goed
onder controle kunnen houden. In 2000 denk ik dat er iets meer is
uitgegeven, tenzij men het heel strak zou bekijken. Ik denk wel dat
men voor 2001 en 2002 moet zeggen dat wij met een groei van 1%
bijzonder goed op schema zijn gebleven. Dat is beter dan verwacht.
Twee keer een jaar met 1% en gaan naar een evenwicht ­ naar 0,1 ­
en het jaar daarop met een groei van 1% toch nog een resultaat
kennen dat men 0,4 overheeft, daar moet men van durven zeggen
dat wij sterker hebben gepresteerd dan men normaal kan
verwachten. Ik aanvaard de kritiek dat men in 2000 misschien iets te
ver is gegaan, maar als men de cijfers bekijkt, moet men dan ook
zeggen dat men dit in 2001 sterk heeft rechtgezet. Dat is toch ook
een prestatie die niet onbelangrijk is.
croissance limitée à un pour cent.

01.06 Herman Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik was niet zinnens veel over de
begroting te zeggen omdat de heer Pieters dat reeds heeft gedaan
en wij dat in het verleden reeds zo vaak hebben gedaan dat de
toegevoegde waarde daarvan niet groot dreigt te zijn. Ik wil het
veeleer hebben over de economische toestand en zijdelings over een
aantal aspecten van openbare financiën.

De eerste bedenkingen gaan over de situatie zoals wij die vandaag
nationaal en internationaal ervaren. De conjunctuurbarometer van de
Nationale Bank is voortreffelijk in het voorspellen van de evolutie en
geniet ook een grote internationale faam, omdat als het in België
goed gaat, het ook in de rest van Europa goed gaat. Dat heeft men
vastgesteld in een observatie van de jongste jaren. Die
conjunctuurbarometer die een uitstekende faam heeft, moet men
toch bijna even voorzichtig benaderen als opiniepeilingen. Men mag
twee fouten nooit begaan. Men moet altijd het onderscheid maken
tussen een onderliggende factor die men ontwaart en fenomenen aan
de rand die dat kunnen vertekenen. Een tweede voorzorgsmaatregel
die men moet nemen, ook wanneer men conjunctuurbarometers
zoals opiniepeilingen bekijkt, is dat men er zich moet voor hoeden te
extrapoleren. Men moet zich ervoor hoeden als het goed gaat de
lijnen door te trekken alsof ons de volgende jaren niets kan
overkomen, of, als het slecht gaat, dat men de volgende jaren in een
soort van depressie belandt.

Voornamelijk in 1999 en 2000 heeft men niet alleen aan de zijde van
de overheid, maar ook bij de sociale partners, gedacht dat de
economie de daaropvolgende 8 jaar zou groeien, zoals dat in
Amerika gebeurd is. Tijdens de Clinton-periode heeft men 8 jaar lang
onafgebroken een stijging van economische activiteit gehad. Men
dacht dat zulks hier ook het geval ging zijn, en daar kwam dus
bruusk een einde aan, een tijdje vóór 11 september 2001. Ook nu
moet men goed oppassen. Als ik sommige bewindslieden, zoals dat
01.06 Herman Van Rompuy
(CD&V): Il y a lieu de prendre en
considération le baromètre de la
conjoncture de la Banque
nationale avec toute la
circonspection nécessaire, tout
comme c'est le cas avec les
sondages d'opinion. Il convient de
faire une distinction entre les
facteurs sous-jacents et les
phénomènes marginaux et il faut
éviter toute extrapolation.

En 1999 et en 2000, on a été trop
optimiste. Le boom économique a
soudainement pris fin avant le 11
septembre 2001.

Il ne faut pas penser trop vite que
tout va se rétablir. La conjoncture
économique est à nouveau à la
baisse. Ce marasme se traduit par
un tassement des investissements
et de l'embauche. Le
consommateur aussi se montre
fort hésitant. Chaque jour
comporte son lot d'annonces de
coupes sombres et d'évolutions
boursières défavorables. Le
négativisme est plus grand encore
aux Etats-Unis. Les économies
européennes et nord-américaine
sont liées, et ce lien est aussi bien
psychologique qu'effectif. Tout
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
vroeger heette, hoor, zit men heel vlug terug in het scenario "alles
komt terug", met een economische groei rond 3% de komende jaren
enzovoort.

Ik heb het daarnet tijdens de pauze aan de minister gezegd. Ik was
persoonlijk er nogal over verwonderd dat de conjunctuurbarometer
van de bank de eerste maanden van het jaar zo plots optrok. Dat
correspondeerde niet met de waarneming die ik op het terrein had en
de echo's die mij bereikte vanuit de wereld van de ondernemers. Het
verwondert mij dan ook niet dat die barometer de jongste twee
maanden aan een klein dipje bezig is. Er blijft een fundamentele
onzekerheid in het economisch leven, niet alleen bij ons, maar ook in
de ons omringende landen. Dat uit zich in een afzwakkend
investeringsgedrag. Dat uit zich natuurlijk in grote voorzichtigheid bij
aanwervingen van werknemers. Normaal volgt de werkgelegenheid
op de herneming van de conjunctuur met een tijdsafstand van 6 tot 9
maanden, maar dat zit er op het ogenblik zeker niet in. Bedrijven
blijven heel omzichtig wanneer zij nieuwe mensen moeten
aanwerven.

Bij de consumenten is er ook een grote aarzeling. Die is ingegeven
door twee factoren. De eerste factor zijn de berichten de jongste
weken, dag na dag, op internationaal vlak, alsook van multinationale
bedrijven in ons land, over afdankingen, soms van honderden
tegelijk, zelfs bij bedrijven die niet eens verlieslatend zijn. Er is bij
ons een grote samenhang tussen het vertrouwen van de consument
en de werkgelegenheid. Komt daar nog bij dat de beurs, waar we
allemaal zoveel voor gedaan hebben opdat de mensen er opnieuw in
zouden beleggen, een zodanige inzinking achter de rug heeft dat het
vertrouwen erin bijna compleet verdwenen is. Men keert terug naar
vaste, zekere waarden in de brede betekenis van het woord.

Consumentenvertrouwen en investeringen zijn getekend door een
heel grote mate van onzekerheid. Dat is ook zo in de Verenigde
Staten. Als de Amerikaanse president om de drie maanden zegt dat
er een nieuwe aanslag komt, dan moet men niet verwachten dat de
consument daar bijzonder gretig door zal worden om nieuwe
aankopen te doen. In de Verenigde Staten, waar het aandelenbezit
zoveel meer verspreid is, ervaart men de neergang van de beurs nog
meer dan hier. Vergeet niet dat de neergang van de beurs ­ we
moesten daar de kranten van vandaag zelfs niet voor lezen ­
dusdanig is dat men terug op het niveau zit van net na 11 september.
In elk geval, men ondervindt nu de weerslag van de enorme
overinvesteringen die er in een aantal sectoren gebeurd zijn. Die
overinvesteringen hebben de financiële toestand van de bedrijven
bijzonder kwetsbaar gemaakt, zeker als het wat minder goed gaat in
de economie.

In Europa hebben velen gedacht dat er een ontkoppeling is tussen de
Amerikaanse en de Europese economie ­ wij redden het hier wel en
in de Verenigde Staten gaat het nu slecht ­, zoals men het
omgekeerde ook dacht tot voor enkele tijd. Wij leven niet alleen in
een globalisering van de reële markten, we leven ook in een
globalisering van de psychologische markten. Door het wereldwijde
net en voornamelijk door radio en televisie heeft een omslaan van de
stemming van de consumenten en de producenten in de Verenigde
Staten ook hier een weerslag. Dat kan men niet ontkennen. Er zijn
geen beschotten; er is geen ontkoppeling. Er is wel een enorme
développement aux Etats-Unis a
un impact en Europe. A cela
s'ajoute la faiblesse structurelle de
l'économie allemande, déphasée
par rapport à la nouvelle
économie mondiale. Autrement
dit: le gouvernement doit se
fonder sur des perspectives de
croissance particulièrement
moroses. Etant donné les
dernières informations parues
dans la presse, nul ne me
contredira.

La compétitivité de nos
entreprises ne s'est pas améliorée
ces dernières années. Durant les
deux dernières années, les
salaires ont dérapé d'un pour cent
par an. La conclusion d'un accord
interprofessionnel en automne
n'ira donc pas de soi si on veut
contrôler ce dérapage. Il n'est pas
facile d'appliquer la loi de
sauvegarde de la compétitivité,
d'autant que les élections
approchent.

La rentabilité des entreprises
belge est faible. Cet état de
choses ne favorise pas les
investissements. La réforme de
l'impôt des sociétés ne motivera
pas les investisseurs, puisqu'il
s'agit d'une opération
financièrement neutre. S'il y a
toujours un bénéficiaire, il y a
fatalement aussi toujours un
payeur. Au départ, c'étaient les
petites entreprises mais
aujourd'hui ce sont les grandes.
J'imagine que le lobbying va jouer
à plein. Une réduction nominale
du taux d'imposition n'aura, au
reste, guère d'incidence. C'est le
montant réel de l'impôt qu'il faut
prendre en considération, compte
tenu de certains postes
déductibles. Les entreprises l'ont
bien compris.

Nous attendons toujours la
deuxième réduction des charges
sociales. Selon toutes les sources
officielles, la première aura été
engloutie par la majoration des
revenus.
26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
navelstreng tussen Europa en de Verenigde Staten.

Er is in Europa bovendien een groot bijkomend probleem, met name
het structureel probleem van de Duitse economie. De Duitse
economie ­ niet alleen na de Wiedervereinigung ­ heeft zich de
jongste jaren, sinds het einde van de Kohl-periode, onvoldoende
aangepast aan de nieuwe gegevens van de wereldeconomie. Op
velerlei vlakken geeft het land blijk van een gebrek aan
aanpassingsvermogen en dat weegt ­ 20 procent van de Europese
economie is Duits ­ op de hele Europese Unie. Ik trek daaruit de les
dat de regering bijzonder voorzichtig moet zijn als zij bij de opmaak
van de begroting voor 2003 aan economische groeiverwachtingen
doet. Voor 2001 heb ik gelijk gekregen in mijn voorzichtigheid. Men
heeft dat toen weggewuifd, maar ik raad u aan de deugd van de
voorzichtigheid te beoefenen bij de opmaak van de begroting voor
2003. De jongste dagen horen wij wat meer over die onzekerheden.
Een maand of veertien dagen geleden was men nog een pessimist.
Vandaag is iedereen in dezelfde stemming.

Ik heb een tweede reeks van beschouwingen in datzelfde
economische gedeelte. Een aantal elementen van het beleid spelen
een rol in de appreciatie van de algemene economische toestand. Ik
geef u, beknopt, vijf of zes elementen.

In de eerste plaats verwijs ik naar het probleem van de competitiviteit
van ons bedrijfsleven, die de jongste twee jaar ­ zoals alle instanties
weergeven ­ is aangetast. Ten opzichte van de drie buurlanden
hebben wij de jongste jaren een ontsporing van ongeveer 1 procent
per jaar. Dat betekent dat men voor de onderhandelingen in het
najaar over het volgende interprofessioneel akkoord voor een
onmogelijke opdracht staat. Dat akkoord moet de ontsporing
recupereren. Als men weet dat men per jaar een loonruimte heeft
van maximum 1 procent ­ voor de volgende twee jaar dus 2 procent
­ en de ontsporing van de voorbije periode 2 procent bedraagt, kan
men zich inbeelden wat de ruimte is. Die ruimte is er niet, maar zo
onderhandelt men nooit. Er is ongetwijfeld een probleem voor het
IPA in het najaar. Dat zal op het bord van de regering komen.
Iedereen weet dat de wet op de competitiviteit moeilijk hanteerbaar
is. We hebben ze in 1993 één keer gehanteerd, maar dat was geen 9
maanden voor de verkiezingen. Dat was in het begin van de
legislatuur.

In de tweede plaats is er niet alleen een probleem van competitiviteit,
maar ook van rendabiliteit van de ondernemingen. Dat weegt op het
investeringspatroon. De investeringen zijn zeer nauw gecorreleerd
aan de rendabiliteit van de ondernemingen. Het bruto-
exploitatietekort van de ondernemingen zal dit jaar nul zijn. Er is
geen enkele groei na een groei de voorbije jaren van ongeveer 7 tot
8 procent.

De hervorming van de vennootschapsbelasting is eigenlijk geen
element dat een nieuwe schwung aan het investeringsbedrag zal
geven. Dat wist men al bijna op voorhand. In een nuloperatie is er
iemand die betaalt en iemand die ontvangt. De betalers achtervolgen
u en de ontvangers zijn u niet dankbaar. Eerst was de regering van
plan de kleine ondernemingen te laten betalen, maar men heeft het
geweer op tijd van schouder veranderd. Nu betalen de grote
ondernemingen. Daar is het einde van het verhaal en het lobbyen ­
Il n'y a guère eu de changements
en ce qui concerne la prolifération
de la réglementation. Le
gouvernement s'était proposé de
réduire la charge administrative
de 10 pour cent en deux ans et de
25 pour cent en quatre ans. Selon
le Bureau du Plan, cette charge a
augmenté. Selon l'indice du
processus de Lisbonne de l'UE,
notre pays n'atteint que 38 pour
cent.

Il est frappant de constater que six
pour cent des entreprises
seulement profitent des
possibilités offertes en matière de
participation des travailleurs, ce
qui représente un statu quo par
rapport à la période antérieure à la
réforme.

J'ai identifié un certain nombre
d'écueils pour le futur.

L'énergie nucléaire va être bientôt
abandonnée, mais nul ne sait ce
qui la remplacera, alors qu'elle
produit 60 pour cent de l'électricité
belge. C'est économiquement
injustifiable, surtout si l'on tient
compte de la nécessité pour la
Belgique de respecter les accords
de Kyoto. Cette combinaison va
induire une hausse des prix. La
politique en faveur d'une
électricité propre générera à elle
seule des augmentations de prix
de 8 pour cent d'ici à 2010.
Depuis 1999, les prix de
l'électricité ont beaucoup plus
augmenté en Belgique que dans
les autres pays.

Ce gouvernement va moins
investir dans le chemin de fer que
le dernier gouvernement
Dehaene. Nous n'avons toujours
pas vu la couleur des 8 milliards
de francs pour le Réseau Express
Régional. La décision, purement
politique, de démettre Monsieur
Schouppe de ses fonctions
d'administrateur délégué va
coûter très cher. La très faible
ministre de la Mobilité n'a pas été
en mesure d'arrêter un plan
cohérent pour réduire le problème
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
eens de wet in de commissie voor de Financiën wordt behandeld ­
nog niet in zicht. Ik heb zelf nooit veel aandacht geschonken aan de
vermindering van het nominaal tarief van de
vennootschapsbelasting. Als men weet welke fiscale specialisten
middelgrote en grote bedrijven hebben, weet men ook dat zij geen
zand in de ogen gestrooid krijgen als men hen verminderde nominale
tarieven voorschildert, maar zij bij de reële berekening ­ na het
afschaffen van allerhande aftrekposten ­ toch een negatief saldo
zien.

Ik denk niet dat zij lijden aan de fiscale illusie. Daarvoor zijn zij veel
te goed gewapend, niet alleen de top maar ook de subtop.

Derde vaststelling van de ontgoochelingen, naast rendabiliteit en
competitiviteit, is de sociale lastenverlichting. Men had gezegd dat er
een eerste verlichting zou komen en dat men haar zou versnellen. Er
zou ook een tweede komen. Er is geen tweede gekomen. Volgens de
Nationale Bank en de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid is de
eerste lastenverlichting opgegaan in inkomensstijging. Ik weet dat het
VBO dit betwist. De officiële instanties zitten echter op dezelfde
golflengte. Dit is een reden waarom men aarzelt.

Een volgend punt is de toenemende regelgeving. Het VBO heeft een
brochure uitgegeven waarin het zegt dat er een einde moet komen
aan het "pesten van de werkgevers". Ik ben niet degene die vindt dat
elke brochure de moeite waard is om te citeren. Het geeft echter een
sfeer aan die ook op het terrein wordt aangevoeld. De vermindering
van de administratieve lasten zou 10% moeten zijn na 2 jaar, 25% na
4 jaar. Het Planbureau zegt dat de administratieve lasten niet zijn
afgenomen maar toegenomen! Dit weegt op onze kleine en
middelgrote ondernemingen. 18% vindt dat de regering haar beloften
nakomt. De rest vindt dat de regering haar beloften niet nakomt! Dat
is een significant teken dat te maken heeft met bedrogen
verwachtingen inzake sociale, fiscale en administratieve lasten. Als
men een index maakt van het Lissabon-proces van de Europese
Unie moet men niet verwonderd zijn dat ons land slechts 38% haalt ­
een dikke buis. Zelfs nieuwe initiatieven zoals winstparticipaties slaan
niet aan. Een statistiek terzake uit het Limburgse waarvan ik
aanneem dat hij correct is, toont aan dat slechts 6% van de bedrijven
er gebruik van maakt. Dat was vroeger ook al zo. Deze hervorming
heeft niet de verhoopte resultaten gebracht.

Een derde reeks van beschouwingen handelt over de gevaren voor
de toekomst. Ik zal er een drietal aansnijden. Ten eerste, het
energiebeleid. Theoretisch is niets zo gemakkelijk als de inbreng van
de kernenergie af te schaffen en uit te faseren tussen 2010 en 2025.
Het enige probleem is dat men niet weet hoe dit moet ingevuld
worden. Het zijn niet een paar windmolens langs de Vlaamse kust die
zullen zorgen voor een compensatie van meer dan 50%, bijna 60%
van de elektriciteitproductie in ons land. Men schrapt de kernenergie
maar vertelt er niet bij hoe men dit zal vervangen. Dat is een van de
meest onverantwoorde economische beslissingen die de jongste
jaren werd genomen. Ik wik mijn woorden.

De combinatie van het afschaffen van de kernenergie en het doen
naleven van de Kyoto-normen is een andere aberratie. Men maakt
het zichzelf bijzonder moeilijk. Wij hebben het reeds heel moeilijk om
de Kyoto-normen te halen omdat ons land een heel energie-
des embouteillages.

On peut s'attaquer de deux
manières aux conséquences du
vieillissement de la population
mais le gouvernement n'en retient
aucune. En ce qui concerne l'État
social actif
, une notion naguère
très populaire, le nombre
d'emplois a baissé pour la
première fois depuis 1994. Au
cours des quatre dernières
années, la Belgique a en outre
créé moins d'emplois que ses
voisins par point de croissance
économique. Le travail à temps
partiel, qui s'était pourtant
considérablement répandu au
cours des années 90, évolue
constamment à la baisse. Le taux
d'activité a connu une hausse
moins importante ces deux
dernières années. Il n'est pas
question d'une inversion de
tendance.

Il n'y a guère eu de changements
en ce qui concerne la prolifération
de la réglementation. Le
gouvernement s'était proposé de
réduire la charge administrative
de 10 pour cent en deux ans et de
25 pour cent en quatre ans. Selon
le Bureau du Plan, cette charge a
augmenté. Selon l'indice du
processus de Lisbonne de l'UE,
notre pays n'atteint que 38 pour
cent.

Il est frappant de constater que six
pour cent des entreprises
seulement profitent des
possibilités offertes en matière de
participation des travailleurs, ce
qui représente un statu quo par
rapport à la période antérieure à la
réforme.

J'ai identifié un certain nombre
d'écueils pour le futur.

L'énergie nucléaire va être bientôt
abandonnée, mais nul ne sait ce
qui la remplacera, alors qu'elle
produit 60 pour cent de l'électricité
belge. C'est économiquement
injustifiable, surtout si l'on tient
compte de la nécessité pour la
26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
intensieve activiteit heeft. Dan spreek ik nog niet over de discussie
ten gronde met betrekking tot kernenergie. Men neemt een beslissing
zonder een alternatief te hebben. Men neemt een beslissing over
kernenergie waarmee men zich inzake duurzame ontwikkeling
compleet vast rijdt, zeker wat de CO²-uitstoot betreft.

Ik ga nog verder. Dat weegt op de prijzen. Het groenestroombeleid
waardoor men boetes opgelegd krijgt als men onvoldoende
alternatieve energieën ontwikkelt, kan aanleiding geven tot
prijsstijgingen in Vlaanderen en in Wallonië van 2,6% op dit ogenblik
tot 8% in 2010.

Voor Wallonië spreekt men zelfs over 16%. Duurdere energie, alleen
door dit aspect, want ik heb het nu nog niet over het moment
wanneer men de kernenergie volledig zou uitfraseren en door
duurdere energiebronnen zou vervangen. Ik ben dan ook niet
verwonderd over wat de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven mij
leert: sedert 1999 zijn de elektriciteitsprijzen in België gevoeliger
gestegen dan in de ons omringende landen. Tot zover de
problematiek aangaande de energie.

Dezelfde problematiek geldt voor het bedrijfsleven en de economie
inzake mobiliteit. Als we daar de consequenties van de beoogde
doelstellingen bekijken dan zien we dat er nu minder wordt
geïnvesteerd in het Spoor dan in de laatste jaren van de regering-
Dehaene toen er moest worden gesaneerd. De inspanning voor het
openbaar vervoer is verminderd in plaats van vermeerderd. Ik ben
afkomstig uit het Brusselse. Waaraan is de 8 miljard besteed van het
fameuze gewestelijke expresnet, het fameuze RER? Daar is nog
geen frank van vastgelegd. Dan heb ik het zelfs nog niet over de
hervorming van de NMBS. We weten welke gigantische prijs men
aan het betalen is voor één partijpolitiek manoeuvre zijnde het
verwijderen van de afgevaardigde bestuurder. Daar draait het
uiteindelijk allemaal om. Men heeft de stabiliteit van deze
onderneming weggenomen.

Inzake het fileprobleem is er naast een maatschappelijk ook een
economisch probleem. Er is geen samenhangend plan ter bestrijding
van de files. Zulks houdt natuurlijk ook verband met de buitengewoon
zwakke minister van Verkeer die "wij" hebben en die u hebt en die
niet in staat is geweest om een mobiliteitsplan naar voren te brengen.
Ik heb het niet enkel over de individuele reiziger, maar ook over het
economisch leven in het algemeen.

Het laatste probleem dat ik even wou aanraken is het probleem van
de veroudering van de bevolking. De heer Pieters heeft er daarnet
ook op gewezen. Er zijn minstens twee methoden ­ er zijn er nog
andere ­ om daar een antwoord op te geven. Ik vind dat men op de
twee vlakken niet ambitieus genoeg of zelfs ondermaats heeft
gepresteerd. Het eerste vlak bestrijkt de actieve welvaartsstaat, een
woord dat ik trouwens in maanden niet meer heb gehoord. Als ik naar
de cijfers kijk dan merk ik dat de werkgelegenheidsgraad dit jaar voor
het eerst sinds 1994 is gedaald. Er zijn in de jaren '90 nog jaren
geweest met een groei van 1%, maar dan telkens gevolgd door een
rechte stijging van de werkgelegenheidsgraad. Vandaag treedt er
met die groei van 1% een daling op. Kijk ik dan naar de
werkgelegenheid die per punteconomische groei is gerealiseerd, dan
presteren wij daar de jongste 4 jaar minder dan de ons omringende
Belgique de respecter les accords
de Kyoto. Cette combinaison va
induire une hausse des prix. La
politique en faveur d'une
électricité propre générera à elle
seule des augmentations de prix
de 8 pour cent d'ici à 2010.
Depuis 1999, les prix de
l'électricité ont beaucoup plus
augmenté en Belgique que dans
les autres pays.

Ce gouvernement va moins
investir dans le chemin de fer que
le dernier gouvernement
Dehaene. Nous n'avons toujours
pas vu la couleur des 8 milliards
de francs pour le Réseau Express
Régional. La décision, purement
politique, de démettre Monsieur
Schouppe de ses fonctions
d'administrateur délégué va
coûter très cher. La très faible
ministre de la Mobilité n'a pas été
en mesure d'arrêter un plan
cohérent pour réduire le problème
des embouteillages.

On peut s'attaquer de deux
manières aux conséquences du
vieillissement de la population
mais le gouvernement n'en retient
aucune. En ce qui concerne l'État
social actif
, une notion naguère
très populaire, le nombre
d'emplois a baissé pour la
première fois depuis 1994. Au
cours des quatre dernières
années, la Belgique a en outre
créé moins d'emplois que ses
voisins par point de croissance
économique. Le travail à temps
partiel, qui s'était pourtant
considérablement répandu au
cours des années 90, évolue
constamment à la baisse. Le taux
d'activité a connu une hausse
moins importante ces deux
dernières années. Il n'est pas
question d'une inversion de
tendance.

Lors du sommet de Barcelone,
tous les gouvernements
européens ont acquiescé à
l'intention exprimée de retarder,
d'ici à 2010, l'âge moyen de la
retraite effective de cinq ans. Ce
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
landen. Kijk ik naar de deeltijdse arbeid die wij van ongeveer 14% in
1992 naar ongeveer 20% in 2000 hadden gebracht dan zie ik voor de
allereerste keer in 10 jaar trimester per trimester een daling van het
aantal parttime werkenden. Dit is nochtans het middel om de
combinatie tussen zorg, gezin en arbeid te kunnen verwezenlijken.
De positieve beweging van de werkgelegenheidsgraad is dus
onderbroken. Kijk ik naar de activiteitsgraad ­ het aantal werkenden
plus het aantal werklozen over het aantal mensen op beroepsleeftijd
­ dan zie ik dat ze de jongste 2 jaar minder is gestegen dan de
voorbije twee jaar. Er is geen enkele trendbreuk vast te stellen. Bij
zowel de werkgelegenheidsgraad als de activiteitsgraad merk ik niets
van het zo gethematiseerde concept van de actieve welvaartsstaat.

Ik spreek nog even voort over de actieve welvaartsstaat en het
begunstigen van langer en in elk geval van meer werken. Het gaat
over een probleem, niet alleen voor nu maar ook voor de toekomst.
Op de top van Barcelona heeft men een besluit genomen dat, als
men het ernstig neemt, bijna een kleine revolutie vereist ­ zo niet
vermoed ik dat men het zomaar heeft genomen -: de effectieve
pensionering, dus de effectieve leeftijd waarop men uittreedt, moet
tussen nu en 2010 met vijf jaar verhogen. Dat hebben onze regering
en alle andere Europese regeringen onderschreven. U moet goed
weten wat dat inhoudt. De feitelijke pensioenleeftijd is nu iets onder
de zestig jaar. Dat wil zeggen dat men tussen nu en 2010 ­ eens
diep ademhalen en men is er ­ die leeftijd moet optrekken met vijf
jaar.

Ik neem dat men niet het eerste jaar moet beginnen, en zeker niet
het eerste jaar voor de verkiezingen, daarvoor heb ik alle begrip ­ zo
verstandig zijn we nog wel. Als men toch wil voortdoen tijdens de
volgende periode, zal men een iets doortastender programma
moeten hebben dan nu. Als ik kijk naar de balans van de actieve
welvaartsstaat in globale cijfers is dat niet zo glorierijk.

De Hoge Raad voor de Werkgelegenheid heeft trouwens gezegd dat
men inzake de arbeidsparticipatie van ouderen ambitieuzer moet
worden. Hij pleit voor bijkomende maatregelen, en u weet dat het
een instelling is die haar woorden wikt en weegt wanneer zij een tekst
schrijft. Het is trouwens de minister van Arbeid die de voorzitter is
van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, maar toch geeft de
Raad blijk van een zekere zin voor onafhankelijkheid. Het concept
van Barcelona zal ons nog lang achtervolgen, ten minste als men het
au sérieux neemt.

In datzelfde spoor van de veroudering van de bevolking is er ook de
voorbereiding van de grote kosten van de veroudering ­ waarover
mijn collega ook heeft gesproken ­ in de vorm van gezondheidszorg
en pensioenen, naast alle andere elementen die een grote rol kunnen
spelen. Wij staan immers niet alleen voor een veroudering van de
bevolking, maar vooral voor een vermindering van de
beroepsleeftijd.

Ik kom tot het structureel primair overschot volgens de definitie van
de Nationale Bank, en dat is het enige wat ik met betrekking tot de
begroting wilde zeggen. U zegt terecht dat men niet alles mag
aftrekken, want op de duur wil dat niets meer zeggen. Dat optellen en
aftrekken heb ik echter niet zelf uitgevonden: het komt van het
jaarverslag van de Bank; het komt zelfs niet uit een misplaatste
changement nécessitera une
petite révolution. A l'heure
actuelle, l'âge moyen lors du
départ à la retraite en Belgique se
situe un peu en dessous de
soixante ans.

Je suppose que l'on ne cherchera
plus, au cours de l'année qui
précède les élections, à atteindre
l'objectif de Barcelone qui, s'il est
peu populaire n'en est pas moins
indispensable. Le prochain
gouvernement devra agir
beaucoup plus énergiquement
dans ce domaine. Les coûts
inhérents au vieillissement de la
population pèsent lourd, en raison
non seulement du coût colossal
des pensions mais aussi de celui
des soins de santé. Le Conseil
supérieur de l'emploi préconise
dès lors une politique plus
ambitieuse en matière d'activation
des personnes plus âgées.

Dans le rapport annuel de la
Banque nationale, une
dégradation de l'excédent
structurel primaire de l'ordre de
0,6 pour cent est constatée.

26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
oppositiedrang. Als ik naar die structurele verandering in 2001 en
2003 kijk, stel ik een verslechtering van het structureel primair
overschot vast, na de conjunctuur er te hebben uitgehaald en na de
eenmalige maatregelen, van ongeveer 0,6%. Zelfs al zou ik
aannemen dat die verbetering...
01.07 Minister Johan Vande Lanotte: Ik weet het, ik heb die cijfers
ook gezien. Maar het Instituut voor de Nationale Rekeningen zegt dat
het primair saldo gelijk is gebleven: in 2000 6,9% en in 2001 nog
6,9% in een situatie waarbij er in 2000 een groei was van 4% en in
2001 van 1%, ook al komen daarbij 0,3% aan eenmalige
maatregelen bij.
01.08 Herman Van Rompuy (CD&V): Maar u hebt elk jaar
eenmalige maatregelen.
01.09 Minister Johan Vande Lanotte: Ik ga ervan uit dat er een
verslechtering is van 0,3% door de eenmalige maatregelen. De
6,9%-6,9% is dus eigenlijk 6,9%-6,6%, als ik in 2001 de eenmalige
maatregelen volledig buiten beschouwing laat en ik ben
superorthodox en rekening houdend met het feit dat de conjunctuur
die in 2000 nog 4% bedroeg, nu slechts 1% bedraagt en het primair
saldo daalt van 6,9% naar 6,6%.

Een structurele verlaging met 0,6% is volgens mij haast onmogelijk,
als ik de cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen
bekijk.
01.09 Johan Vande Lanotte,
ministre: J'ai vu les chiffres.
L'Institut national des comptes
signale que le solde primaire reste
inchangé à 6,9 pour cent. Il a
connu une hausse de 4 pour cent
en 2000, contre 1 pour cent en
2001. Si, faisant preuve d'une
stricte orthodoxie budgétaire, je
retranche les mesures non
récurrentes à concurrence de 0,3
%, il reste toujours un solde non
négligeable de 6,6 %. Comment
obtient-on dans ces conditions la
réduction structurelle de 0,6 %?
01.10 Herman Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de minister, de
cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen laten een
verbetering zien ten opzichte van de eerste cijfers van 0,2%. Er is
een primair overschot, oorspronkelijk geraamd op 6,7%. Volgens uw
uitspraak van zonet, stijgt dat overschot tot 6,9%.

Ik heb het niet nagekeken, maar laten wij veronderstellen dat die
verhoging met 0,2% een structurele verhoging is. Ik weet niet waar
die verhoging vandaan komt, maar volgens mij is ze niet structureel
doch eenmalig.

Zelfs al zou die verhoging structureel zijn, dan geef ik ze u nog
cadeau. In dat geval hebt u geen verslechtering van 0,6% maar wel
een verslechtering van 0,4%. Ik heb die berekeningen niet gemaakt.
Voor 2001 bijvoorbeeld hebt u 0,5% aan eenmalige factoren. In de
raming gaat het om verandering in eenmalige factoren van 0,5% van
het BNP. Die verbetering van het saldo wordt er bij de berekening
van het structureel saldo echter uitgehaald. Er zijn dus niet alleen
conjuncturele factoren. Voor dat éne jaar hebt u al 0,5% uit de telling.

Zelfs al zou de huidige verbetering van 0,2% een structurele
verbetering zijn, dan is alles wel beschouwd het niveau van het
primair overschot ten opzichte van 1999 verminderd. Dat kan u
nakijken. Dat doet mij besluiten dat de vermindering van de
openbare schuld minder duurzaam is dan gedacht. Ik sluit mij aan bij
01.10 Herman Van Rompuy
(CD&V): A supposer que
l'amélioration structurelle soit de
0,2 pour cent, il n'en reste pas
moins qu'on se retrouve en
définitive avec une détérioration
de 0,4 pour cent. Force est de
constater que le niveau du solde
primaire a reculé par rapport à
1999. Ce surplus sera donc moins
durable qu'escompté. Il n'est
certes pas question d'un
dépassement budgétaire ou d'un
dérapage de la dette publique
mais on peut se demander si la
politique du gouvernement sera
suffisamment ambitieuse pour
faire face aux conséquences du
vieillissement de la population. Il
convient de prendre sans délai
des mesures structurelles pour
anticiper ce phénomène. Le
Fonds de vieillissement ne peut
être alimenté uniquement avec
des rentrées fortuites: il faut un
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
de uitspraak van collega Pieters, zeggende dat het Zilverfonds, dat
de structurele uitgaven mee moet financieren, naar mijn idee te veel
door toevallige of eenmalige inkomsten is gevoed. Ik heb dat ook in
een interview gezegd. Voor een keer zal ik mezelf citeren. Ik weet
dat sommige regeringsleden zichzelf vroeger citeerden en de
coherentie van hun beslissingen dan lieten afhangen van hun laatste
interview, maar de namen van die leden zal ik na de vergadering wel
eens noemen.

Ik heb niet gezegd dat de openbare financiën ontsporen. Daarover
gaat het niet. De vraag luidt echter wel: is het ambitieus genoeg om
de grote doelstelling, voorbereid te zijn op de veroudering van de
bevolking, te kunnen aanhouden? Die beproeving zullen wij in 2003
nogmaals meemaken. Het Planbureau en ook andere instanties ­ de
bronnen waaraan wij ons vaak laven, geeft dezelfde cijfers ­
kondigen aan dat, als er niets gebeurt, er opnieuw een tekort van
0,3% van het nationaal inkomen zal ontstaan. U moet echter op een
overschot van 0,5% uitkomen. U moet dus een kloof overbruggen
van ongeveer 0,8% van het bruto binnenlands product. Ik weet wel
dat er altijd mogelijkheden zijn om dat op een sympathieke manier te
doen zonder al te veel mensen te pijnigen. Toch wordt het moeilijk
als u op een overschot van 0,8% van het bruto binnenlands product
zou moeten uitkomen.

Dat wilde ik zeggen over de gevaren van de toekomst op het vlak
van het energiebeleid en de mobiliteit. Van die twee domeinen zie ik
geen enkel samenhangend plan of geen enkele ontwikkelde visie
met daar tegenover gestelde middelen. Wel was er het concept van
de actieve welvaartsstaat en het Zilverfonds. Met de cijfers in de
hand bewijs ik echter mijn thesis dat er geen enkele trendbreuk is in
de actieve welvaartsstaat. De openbare schuld ontspoort weliswaar
niet, maar er is een onvoldoende structurele voorbereiding om die
grote kosten op ons te nemen.

Mijn besluit is het volgende. Het beleid, dat natuurlijk moet werken in
een internationale omgeving die ik daarnet gekarakteriseerd heb,
mist langetermijndoelstellingen op de domeinen die ik heb
opgesomd. Als er langetermijndoelstellingen worden gesteld, moeten
die ook realistisch zijn, zodat zij ook geloofwaardig zijn.

De kern van het probleem ­ en dat wordt de jongste weken en
maanden steeds duidelijker ­ is dat de kloof tussen enerzijds,
verwachtingen, beloftes allerhande van de regering als een geheel
en van individuele ministers op federaal en Vlaams niveau, en
anderzijds realisaties ­ mensen maken daarin geen onderscheid ­
verwarring en een gebrek aan zekerheid en houvast met zich
meebrengt. Het volstaat om contact met het economisch leven te
hebben om zich hiervan binnen de vijf minuten te vergewissen. Wie
dat ontkent, heeft onvoldoende contacten. Er is niet zozeer een
debatcultuur nodig. De tijd is voorbij dat men de mensen op hun
woorden taxeert. Er zijn resultaten in het beleid nodig. Maar
resultaten ziet men op een aantal vlakken echt niet. Dat werd in het
eerste anderhalf jaar door de conjunctuur gemaskeerd, maar het is
gaandeweg duidelijk geworden dat er hiaten in het beleid zijn. De
verzoening met de politiek komt er niet door woorden te gebruiken,
maar door resultaten te boeken. Wij moeten nog één jaar wachten op
de verandering, maar de verandering zal er komen.
solde structurel substantiel.

Manifestement, la politique mise
en oeuvre par ce gouvernement
ne comporte pas la vision à long
terme, le projet cohérent et les
ressources que suppose un tel
projet. Le gouffre entre les espoirs
suscités et les réalisations
effectives du gouvernement laisse
la population et les entreprises
perplexes. Ce n'est pas d'une
culture de débat mais de résultats
dont a besoin le pays. Il faudra
encore un an avant que s'opèrent
de véritables changements.
26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
01.11 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, men
moet inderdaad naar de daden kijken en niet naar de woorden. Als
wij de resultaten bekijken die vandaag werden bekendgemaakt ­
men mag daarbij niet vergeten dat een belangrijke eenmalige
inkomst in 2001 met opzet niet werd meegerekend ­, kunnen wij
zeggen dat wij de tegenvallende economische situatie in 2001, die
wij samen met veel anderen, aanvankelijk positiever hadden
ingeschat, gecorrigeerd hebben. Het resultaat is dat wij de
doelstelling die wij aanvankelijk vanuit een goede economische
situatie hadden vooropgesteld, in een slechte economische situatie
hebben gehaald: bij een groei van 1% in tegenstelling tot de
voorspelde groei van 2% tot 2,5% hebben we toch het
vooropgestelde overschot van 0,4% bereikt. Dat moet toch worden
benadrukt.

Er is veel gezegd over het resultaat. In september 2001 stevenden
wij af op een tekort van 20 tot 30 miljard. Ik herinner mij de
voorspelling dat er een tekort zou zijn. Iedereen zei dat er een
immens tekort in 2001 zou zijn. De waarheid is dat wij de 0,4%
hebben gehaald. Niettegenstaande de woorden van september en
oktober blijkt uit de daden van vandaag dat wij geslaagd zijn. Ik hoop
dat daarin geen verandering komt. Ik hoop dat men blijft kijken naar
de daden waaruit blijkt dat we hard maken wat wij hadden
vooropgesteld. Wij hebben onze eigen foutieve inschatting van de
economische conjunctuur ­ dat konden we ook niet met 11
september; velen hebben zich trouwens vergist ­, volledig
gecorrigeerd.

Met een overschot van 0,4% dit jaar kunnen we een bedrag in het
Zilverfonds stoppen. Dat is nog niet gestructuraliseerd, omdat de wet
pas in werking treedt. Hoe dan ook, onze overschotten hebben we
nagenoeg allemaal voor het Zilverfonds gereserveerd. Dat kunnen
wij toch ook binnen dit jaar op ons conto schrijven.
01.11 Johan Vande Lanotte,
ministre: Je tiens à souligner que
les résultats restent très
acceptables. Nous avons réussi à
corriger l'évolution défavorable de
la conjoncture, qui s'était encore
détériorée depuis le mois de
septembre 2001. L'objectif initial
de 0,4 pour cent dans le cadre
d'une croissance économique
estimée de 2 pour cent a été
atteint. La croissance quant à elle
a même stagné à 1 pour cent.
N'oublions pas qu'après le 11
septembre certaines prévisions
pessimistes faisaient craindre un
déficit de 20 à 30 milliards. Or, il y
a un excédent budgétaire, que
nous réservons dans sa presque
totalité au Fonds de
vieillissement. Des mesures ont
donc bien été prises et nous
fondons notre action sur une
vision à long terme. Il
appartiendra à d'autres de
déterminer si des changements
sont nécessaires.
01.12 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
vraag over een dossier dat ik in de commissie met de minister heb
besproken en dat ik nog even onder de aandacht wil brengen.
De voorzitter: Met welke minister hebt u gesproken?
01.13 Yves Leterme (CD&V): Ik heb met de vice-eerste minister
gesproken. Ik wou ook een aantal vragen stellen aan minister
Daems, maar ik wil deze uitstellen tot de artikelsgewijze bespreking
van morgen.

De minister van Begroting zal zich herinneren dat ik een paar weken
geleden zijn arbitrage had gevraagd bij een conflict tussen de heren
Daems en Flahaut, in verband met de odyssee van het personeel
van de radiomaritieme diensten, het zogenaamde "Radio Oostende".
De voorzitter: Ik heb die diensten ooit goed gekend.
01.14 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het lot van het
personeel gaat ook de minister ter harte, zoals zo veel zaken in mijn
streek de minister ter harte gaan en soms zie ik dat met lede ogen
aan. In deze zaak moet ik vaststellen dat, hoewel de problemen van
deze mensen de minister ter harte gaan, dit niet belet dat wij nu al na
01.14 Yves Leterme (CD&V): Je
me propose de réitérer une des
questions que j'avais déjà posées
en commission et qui concerne le
personnel de l'ancien Service
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
twee tot drie jaar ­ ook tijdens de voorgaande legislatuur was de
situatie niet evident ­ al een zeer lange tijd dus, geconfronteerd
worden met problemen die zich, op het individuele vlak, in die
gezinnen voordoen en grote proporties beginnen aan te nemen. Ik wil
de ruime schare toehoorders-collega's verduidelijken dat het gaat
over de voordelen die deze mensen konden verkrijgen van de
sociale dienst en waarop zij bij hun vorige werkgever recht hadden.
Collega Coveliers zou willen onderbreken, mijnheer de voorzitter.
Radio maritime d'Ostende. A la
suite de la restructuration, le
personnel et leurs familles
perdront certains avantages
octroyés par le service social
Prosano. Quel département
prendra en charge les arriérés?
Les ministres Daems et Flahaut
ne peuvent pas continuer à se
renvoyer la balle. Où en est ce
dossier?
01.15 Hugo Coveliers (VLD): (...)
01.16 Yves Leterme (CD&V): Mijnheer de voorzitter, deze voordelen
werden door de sociale dienst toegekend, in functie van het
toenmalige statuut en vooral in functie van de vroegere
rechtsverhouding tussen de radiomaritieme diensten enerzijds en de
VZW Pro Sano ­ what's in a name? ­ anderzijds. Die VZW vervult
de rol van de sociale dienst voor de personeelsleden. Het gaat over
extra schoolgeld en nog over een aantal andere zaken, zoals een
hospitalisatieverzekering en zo verder.

Tussen de ministers Daems en Flahaut is er betwisting gerezen over
de vraag wie uiteindelijk moest "betalen" als minister en op wiens
kredieten de uitgaven moesten worden aangerekend. Let wel, het
gaat om een bedrag aan achterstallen, gespreid over een periode tot
anderhalf jaar, wat voor de gezinnen neerkomt op een bedrag van
ettelijke duizenden franken, of honderden euro's. Ik heb zopas een
brief ontvangen van de minister van Defensie die zegt dat, wat hem
betreft, de kous af is. Deze mensen krijgen de voordelen niet, omdat
zij ondertussen als personeelslid geïntegreerd zijn in het ministerie
van Landsverdediging.

De minister had in commissie aangekondigd ­ wegens allerlei
redenen konden een aantal afspraken niet doorgaan ­ dat hij het
dossier ter harte nam en dat hij met zijn diensten zou overleggen om
een oplossing te vinden. Namens de mensen, waarvan het lot zowel
de minister als mijzelf ter harte gaan, wil ik hier in plenaire
vergadering nogmaals vragen wat de stand van zaken is en wil ik de
minister oproepen om als arbiter op begrotingsvlak op te treden
tussen de ministers Damens en Flahaut, om zo snel tot een oplossing
te komen, waardoor onze streekgenoten, mijnheer de minister,
krijgen waarop zij uiteindelijk toch recht hebben.

01.17 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, men
heeft mij die vraag gesteld en de vergadering werd, wegens redenen
die u kent, uitgesteld en zal doorgaan op 1 juli 2002, volgende
maandag dus.
01.17 Johan Vande Lanotte,
ministre: La réunion au cours de
laquelle ce sujet sera examiné
n'aura lieu que le 1er juillet.
De voorzitter: Mijnheer de vice-eerste minister, buiten de
artikelsgewijze bespreking die ik morgen zal beëindigen en waarbij
reeds een aantal collega's hun amendementen hebben verdedigd, ik
denk aan de heren Goyvaerts en Hendrickx, Verherstraeten en
mevrouw Creyf, wordt morgen de afdeling Justitie nog besproken.
Wij hebben een goed debat gehad, met verscheidene
onderbrekingen. Wenst u nu nog tussen te komen?
Le président: Je suspens la
discussion générale de ce projet
de budget. Nous la reprendrons
demain, après les questions
orales, et nous passerons alors au
volet relatif à la Justice.
26/06/2002
CRIV 50
PLEN 243
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
01.18 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ik ben
tussengekomen wanneer de vragen mij daartoe noopten.
De voorzitter: Dat is juist. Ik onderbreek de algemene bespreking. De algemene bespreking wordt morgen
voortgezet. Na het vragenuurtje zullen wij met de afdeling Justitie beginnen. Dat is zo afgesproken met
collega Verwilghen die weerhouden is in de Senaat. Daarna volgt de artikelsgewijze bespreking, waar men
eventueel nog het woord kan voeren.
02 Wetsontwerp tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 4 juli 2001 betreffende de
erkenning van beroepsorganisaties van beoefenaars van een niet-conventionele praktijk of van
een praktijk die in aanmerking kan komen om als niet-conventionele praktijk gekwalificeerd te
worden (1698/1 en 2)
02 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 4 juillet 2001 relatif à la reconnaissance
des organisations professionnelles de praticiens d'une pratique non conventionnelle ou d'une
pratique susceptible d'être qualifiée de non conventionnelle (1698/1 et 2)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
02.01 Magda De Meyer, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik
verwijs naar het schriftelijk verslag.
02.01 Magda De Meyer,
rapporteur: Je me réfère à mon
rapport écrit.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1698/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1698/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2, met tekstverbeteringen, worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2, avec corrections de texte, sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Belangenconflict
Conflit d'intérêts
CRIV 50
PLEN 243
26/06/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Bij brief van 26 juni 2002 zendt de voorzitter van het Vlaams Parlement de tekst over van een op 26 juni
door het Vlaams Parlement aangenomen motie betreffende een belangenconflict, zoals bepaald in artikel
32, § 1bis van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet
van 16 juni 1989 en de bijzondere wet van 7 mei 1999.
Par lettre du 26 juin 2002, le président du Parlement flamand transmet le texte d'une motion adoptée par
le Parlement flamand le 26 juin 2002, concernant un conflit d'intérêts tel que défini par l'article 32, § 1
er
bis,
de la loi ordinaire du 9 août 1980 de réformes institutionnelles, modifié par la loi du 16 juin 1989 et par la
loi spéciale du 7 mai 1999.

Het belangenconflict betreft het ontwerp van programmawet (nr. 1823/001-2001/2002). Het gaat over de
beroepsinlevingovereenkomsten.
Le conflit d'intérêts porte sur le projet de loi-programme (n° 1823/001-2001-2002). En fait, il porte sur
l'amendement n° 6 que le gouvernement a déposé à cette loi-programme.

Overeenkomstig artikel 58 van ons Reglement zal ik het overleg met het Vlaams Parlement regelen, maar
u kent ook de gevolgen dezer.
Conformément à l'article 58 de notre Règlement j'organiserai une concertation avec le Parlement
flamand.

De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 19.38 uur. Volgende vergadering donderdag 27 juni 2002 om 14.15 uur.
La séance est levée à 19.38 heures. Prochaine séance jeudi 27 juin 2002 à 14.15 heures.