KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50
PLEN 311
CRIV 50
PLEN 311
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag
mercredi
15-01-2003
15-01-2003
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
PS
Parti socialiste
cdH
centre démocrate Humaniste
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID
Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties
:
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV
Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV
Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Regeling van de werkzaamheden
1
Ordre des travaux
1
Sprekers: Yves Leterme
, voorzitter van de
CD&V-fractie
, Frieda Brepoels
, voorzitter van
de VU&ID-fractie
, Gerolf Annemans,
Vincent Decroly, Pieter De Crem, Louis
Michel
, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
, Fred Erdman, Paul
Tant
Orateurs: Yves Leterme
, président du groupe
CD&V
, Frieda Brepoels
, présidente du
groupe VU&ID
, Gerolf Annemans, Vincent
Decroly, Pieter De Crem, Louis Michel
,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
, Fred Erdman, Paul Tant
WETSONTWERP EN -VOORSTELLEN
11
PROJET ET PROPOSITIONS DE LOI
11
Wetsvoorstel van de heer Dirk Van der Maelen,
mevrouw Martine Dardenne en de heren Robert
Denis, Claude Eerdekens, Stef Goris en Peter
Vanhoutte houdende wijziging van de wet van
5 augustus 1991 betreffende de in-, uit-, en
doorvoer van en de bestrijding van illegale handel
in wapens, munitie en speciaal voor militair
gebruik dienstig materieel en daaraan verbonden
technologie (2083/1 tot 6)
11
Proposition de loi de M. Dirk Van der Maelen,
Mme Martine Dardenne et MM. Robert Denis,
Claude Eerdekens, Stef Goris et Peter Vanhoutte
modifiant la loi du 5 août 1991 relative à
l'importation, à l'exportation et au transit d'armes,
de munitions et de matériel devant servir
spécialement à un usage militaire et de la
technologie y afférente (2083/1 à 6)
11
- Wetsvoorstel van de heer Pieter De Crem tot
wijziging van artikel 14 van de wet van
5 augustus 1991 betreffende de in-, uit-, en
doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor
militair gebruik dienstig materieel en daaraan
verbonden technologie (59/1 en 2)
11
- Proposition de loi de M. Pieter De Crem
modifiant l'article 14 de la loi du 5 août 1991
relative à l'importation, à l'exportation et au transit
d'armes, de munitions et de matériel devant
servir spécialement à un usage militaire et de la
technologie y afférente (59/1 et 2)
11
- Wetsvoorstel van de dames Els Van Weert en
Annemie Van de Casteele tot wijziging van de wet
van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit-, en
doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor
militair gebruik dienstig materieel en daaraan
verbonden technologie (2055/1 en 2)
11
- Proposition de loi de Mmes Els Van Weert et
Annemie Van de Casteele modifiant la loi du
5 août 1991 relative à l'importation, à l'exportation
et au transit d'armes, de munitions et de matériel
devant servir spécialement à un usage militaire et
de la technologie y afférente (2055/1 et 2)
11
Beroep op het reglement
11
Rappel au règlement
11
Spreker: Frieda Brepoels
, voorzitter van de
VU&ID-fractie
Orateur: Frieda Brepoels
, présidente du
groupe VU&ID
Algemene bespreking
12
Discussion générale
12
Beroep op het reglement
12
Rappel au règlement
12
Sprekers:
Danny Pieters
,
Daniel
Bacquelaine
, rapporteur
Orateurs:
Danny Pieters
,
Daniel
Bacquelaine
, rapporteur
Buitenlandse delegatie
17
Délégation étrangère
17
Sprekers: Leen Laenens
, rapporteur
, Frieda
Brepoels
, voorzitter van de VU&ID-fractie
,
Louis Michel
, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken
, Vincent Decroly,
Daniel Bacquelaine
, voorzitter van de MR-
fractie
, Jean-Pierre Grafé, Pieter De Crem,
Hugo Coveliers
, voorzitter van de VLD-
fractie
, Francis Van den Eynde
Orateurs: Leen Laenens
, rapporteur
, Frieda
Brepoels
, présidente du groupe VU&ID
,
Louis Michel
, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères
, Vincent
Decroly, Daniel Bacquelaine
, président du
groupe MR
, Jean-Pierre Grafé, Pieter De
Crem, Hugo Coveliers
, président du groupe
VLD
, Francis Van den Eynde
Regeling van de werkzaamheden
44
Ordre des travaux
44
Sprekers: Francis Van den Eynde, Yves
Leterme
, voorzitter van de CD&V-fractie
,
Jean-Pierre Grafé
Orateurs: Francis Van den Eynde, Yves
Leterme
, président du groupe CD&V
, Jean-
Pierre Grafé
Algemene bespreking (voortzetting)
46
Discussion générale (continuation)
46
Sprekers: Els Van Weert, Fred Erdman,
Martine Dardenne, Vincent Decroly, Louis
Michel
, vice-eerste minister en minister van
Orateurs: Els Van Weert, Fred Erdman,
Martine Dardenne, Vincent Decroly, Louis
Michel
, vice-premier ministre et ministre des
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Buitenlandse Zaken
, Yves Leterme
, voorzitter
van de CD&V-fractie
, Francis Van den
Eynde, Jef Valkeniers, Pieter De Crem,
Leen Laenens, Jean Depreter, Charles
Picqué
, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
, Frieda Brepoels
,
voorzitter van de VU&ID-fractie
Affaires étrangères
, Yves Leterme
, président
du groupe CD&V
, Francis Van den Eynde,
Jef Valkeniers, Pieter De Crem, Leen
Laenens, Jean Depreter, Charles Picqué
,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
, Frieda Brepoels
, présidente
du groupe VU&ID
Bespreking van de artikelen
73
Discussion des articles
73
Sprekers:
Vincent Decroly, Daniel
Bacquelaine
, voorzitter van de MR-fractie
Orateurs:
Vincent Decroly, Daniel
Bacquelaine
, président du groupe MR
BIJLAGE
79
ANNEXE
79
INTERNE BESLUITEN
79
DECISIONS INTERNES
79
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
79
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
79
B
ESLISSINGEN
79
D
ECISIONS
79
INTERPELLATIEVERZOEKEN
80
DEMANDES D'INTERPELLATION
80
I
NGEKOMEN
80
D
EMANDES
80
VOORSTELLEN
82
PROPOSITIONS
82
T
OELATING TOT DRUKKEN
82
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
82
V
ERZOEK OM ADVIES VAN DE
R
AAD VAN
S
TATE
83
D
EMANDE D
'
AVIS AU
C
ONSEIL D
'E
TAT
83
MEDEDELINGEN
83
COMMUNICATIONS
83
SENAAT
83
SENAT
83
O
VERGEZONDEN WETSONTWERPEN
83
P
ROJETS DE LOI TRANSMIS
83
G
EAMENDEERDE WETSONTW ERPEN
83
P
ROJETS DE LOI AMENDES
83
E
VOCATIE
84
E
VOCATION
84
REGERING
84
GOUVERNEMENT
84
I
NGEDIENDE WETSONTWERPEN
84
D
EPOT DE PROJETS DE LOI
84
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2002
85
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2002
85
K
LACHT TEGEN DE VOORZITTER VAN DE
C
OMMISSIE
VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE
LEVENSSFEER
85
P
LAINTE CONTRE LE PRESIDENT DE LA
C
OMMISSION
DE LA PROTECTION DE LA VIE PRIVEE
85
ARBITRAGEHOF
85
COUR D'ARBITRAGE
85
A
RREST
85
A
RRET
85
B
EROEPEN TOT VERNIETIGING
86
R
ECOURS EN ANNULATION
86
P
REJUDICIËLE VRAAG
86
Q
UESTION PREJUDICIELLE
86
REKENHOF
86
COUR DES COMPTES
86
B
UDGETTAIRE AANREKENINGEN
86
I
MPUTATIONS BUDGETAIRES
86
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
15
JANUARI
2003
14:15 uur
______
du
MERCREDI
15
JANVIER
2003
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.18 heures par M. Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Louis Michel.
De
voorzitter
: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
Dirk Van Der Maelen, Luc Sevenhans, André Schellens, wegens ziekte / pour raison de santé;
Peter Vanhoutte, Stef Goris, Léon Campstein, Mirella Minne, met zending buitenlands / en mission à
l'étranger.
01 Regeling van de werkzaamheden
01 Ordre des travaux
De
voorzitter
: Voor wij punt 1 van onze agenda aanvatten, geef ik het woord aan collega Leterme. Ik
vermoed voor een beroep op het Reglement, of de regeling van de werkzaamheden.
01.01
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister, collega's, ik denk dat de crisis rond Irak brede
lagen van onze bevolking bezighoudt. Hele delen van de bevolking
en ook van de vertegenwoordigers van het volk volgen met zeer veel
aandacht wat daar gebeurt en welke houding in ons land, maar ook
buiten ons land, wordt aangenomen ten aanzien van wat ik de Irak-
crisis zal noemen.
Ik begroet uiteraard de collega's fractieleiders die ons van elders
beluisteren en die niet in de zaal aanwezig zijn, maar mijn fractie
vindt het niet meer dan normaal hier wel te zijn. Immers, mijnheer de
voorzitter, mijnheer de vice-eerste minister, collega's, wij hadden het
bijzonder normaal en elementair gevonden dat wij vandaag of
morgen met de eerste minister van gedachten konden wisselen over
het standpunt dat onze regering en de vertegenwoordigers van ons
land innemen in dit dossier. Het gaat hier om standpunten die met
betrekking tot deze crisis en naar aanleiding van formele en
informele procedures vrij open ingenomen worden ten aanzien van
01.01
Yves Leterme
(CD&V): La
population et ses représentants
s'inquiètent beaucoup de la crise
irakienne et de l'attitude belge à
ce propos. Il faut éviter qu'une
guerre n'éclate, et le
gouvernement doit communiquer
son point de vue. Nous avons été
à la fois étonnés et horrifiés de
constater que la Conférence des
présidents, qui vient d'avoir lieu, a
abordé en détail des points de
procédure mais qu'elle n'est pas
parvenue à obtenir un consensus
sur la possibilité de débattre du
problème irakien avec le
gouvernement demain après-midi.
M. De Crem a déposé deux
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
de internationale gemeenschap.
Ik denk dat onze bevolking bekommerd is over de inspanningen die
door ons land moeten worden geleverd om een oorlog te vermijden.
Wij willen, ten eerste, solidair met de minister van Buitenlandse
Zaken, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, deze
inspanningen ondersteunen. Ten tweede, wij willen ook goed in
ogenschouw nemen welke stappen er informeel of formeel worden
gezet, in het licht van wat onder meer vanuit de Verenigde Staten de
laatste weken is opgebouwd en ingezet.
Ik moet zeggen, mijnheer de voorzitter, dat de teleurstelling maar
ook verbijstering van mij en de collega's buitenmatig is, wanneer ik
terugdenk aan wat wij daarstraks in de Conferentie van voorzitters
hebben meegemaakt. De Conferentie van voorzitters, collega's,
heeft zich voor het overgrote deel moeten bezighouden met het
inzetten van een debat over de procedure betreffende de vraag of
het mogelijk zou zijn om deze week nog een gedachtewisseling te
laten plaatsvinden. Gelet op verklaringen, zelfs van regeringsleden,
denk ik dat dit deze week urgent aan de orde is.
Wij hebben met heel wat verbijstering moeten vaststellen, mijnheer
de voorzitter, mijnheer de vice-eerste minister, dat in de Conferentie
van voorzitters omtrent een zo belangrijk dossier blijkbaar geen
consensus kon worden gevonden om morgennamiddag waar het
toch al enige tijde de geplogenheid is om op donderdagnamiddag
een plenaire vergadering van de Kamer te houden ten
aanschouwen van iedereen, op een transparante manier, als
vertegenwoordigers van het volk met de regering van gedachten te
kunnen wisselen over de stand van dit dossier. Ik herhaal het: dit is
geen marginaal dossier. Het is wellicht het belangrijkste dossier dat
vandaag in de publieke opinie leeft.
Namens CD&V wens ik twee bemerkingen te maken. Ten eerste, ik
wens te onderstrepen dat mijn fractie met afschuwen tot en met uw
pogingen, mijnheer de voorzitter, heeft aanschouwd om dit soort
debat te verwijzen naar avondvergaderingen lees na de
avondjournaals en nadat de kranten gedrukt zijn of nog erger naar
volgende week.
Wat dit punt betreft, wens ik u te herinneren aan een
gedachtewisseling naar aanleiding van het vragenuurtje van vorige
week. De heer Mark Eyskens wilde een mondelinge vraag stellen
met betrekking tot de evolutie van dit dossier. U wees hem erop
luidens het Reglement is dat correct dat er interpellaties hangende
waren die deze week dinsdag aan de orde zouden komen en
behandeld worden in de commissie voor de Buitenlandse Zaken. De
heer De Crem heeft twee dringende interpellatieverzoeken
ingediend. De eerste diende hij in op zaterdag en was gericht aan de
eerste minister. Het tweede verzoek werd vanmorgen ingediend en is
gericht aan de eerste minister. Wij verwachtten dat de eerste
minister morgen hierover uitleg komt geven, maar wij stellen vast dat
dit niet mogelijk is en dat met alle mogelijke middelen en excuses
men roept zelfs technische problemen in wordt geprobeerd om het
debat inzake de houding van België in de Irak-crisis niet te laten
plaatsvinden.
Wij vragen met aandrang dat in de agenda van de plenaire
demandes d'interpellation
urgentes adressées au Premier
ministre mais, en invoquant toute
une série de prétextes et
d'excuses, le premier ministre est
parvenu à ne pas devoir fournir
d'explications demain après-midi.
D'aucuns cherchent à éluder le
débat et souhaiteraient l'organiser
un vendredi soir, loin des caméras
de télévision.
Nous exigeons que le premier
ministre puisse être interpellé
demain après-midi sur l'attitude du
gouvernement belge concernant
la crise irakienne. Pendant l'heure
des questions orales de la
semaine dernière, le président de
la Chambre avait d'ailleurs fait
allusion à l'organisation, cette
semaine encore, d'un débat sur
l'Irak.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
vergadering ruimte wordt gemaakt om morgennamiddag
interpellaties te kunnen houden in aanwezigheid van de eerste
minister over de Irak-crisis. Ik verwijs naar de twee
interpellatieverzoeken van de heer De Crem die ingediend werden en
die een urgent karakter hebben.
De
voorzitter
: Collega's, vorige week werd in de Conferentie van
voorzitters afgesproken dat de problematiek van Irak deze week zou
besproken worden. Het is correct dat de heer Eyskens zijn vraag
terzake niet gesteld heeft.
Op een bepaald ogenblik deze week waren er 7
interpellatieverzoeken ingediend, gericht aan vice-premier Michel.
Geen van de 7 droeg het predikaat van urgentie. Twee interpellaties
waren gericht aan de eerste minister, een van mevrouw Van Weert
en een van de heer De Crem. De interpellatie van de heer De Crem
droeg het urgentiepredikaat en handelde onder meer over de situatie
van inscheping en verscheping in Antwerpen.
Tussen de middag hebben wij op de Conferentie van voorzitters twee
andere interpellatieverzoeken tot de eerste minister ontvangen: een
van collega De Crem, met hoogdringendheid, en een van collega
Van den Eynde. Dat is de hele situatie. Ik herhaal. Er zijn zeven
interpellaties tot de heer Michel. Twee interpellaties tot de eerste
minister werden vanmiddag ingediend. Twee interpellaties, eveneens
tot de eerste minister, waren reeds ingediend op maandag of
zaterdag van de voorbije week.
Na wat discussie hebben wij tijdens de Conferentie van voorzitters
besloten dat er misschien een geheel moest zijn in plaats van aparte
behandelingen. Was een aparte behandeling mogelijk? De minister
van Defensie zou kunnen antwoorden op de interpellaties met
betrekking tot Antwerpen over de inscheping en de verscheping
van Amerikaanse troepen en materiaal. De heer Michel was
geïnterpelleerd door zeven collega's van de Kamer en de eerste
minister door twee.
Er zijn verschillende voorstellen geweest. Na contacten tussen de
aanwezige minister, collega Daems, en ik vermoed de eerste
minister en de regering, was er een voorstel om alles te behandelen
volgende dinsdagochtend, wanneer alle ministers aan boord zijn,
zowel de eerste minister, als de heer Michel en de heer Flahaut.
Mijnheer Tant, het tweede voorstel was om de drie urgente
interpellaties deze week te behandelen. Na wat discussie bleek,
rekening houdend met de agenda, dat de drie ministers aanwezig
konden zijn op vrijdag in de late namiddag. Volgens het derde
voorstel zouden de twee urgente interpellaties van algemene aard
van collega's De Crem en Van den Eynde in voorkomend geval zijn
ingetrokken en vervangen door vragen tijdens het vragenuurtje van
morgennamiddag. Collega Erdman had gesuggereerd wat meer
ruimte voor het vragenuurtje te laten. Dat is de objectieve
beschrijving van de stand van zaken.
Daarnaast werd op zeker ogenblik de Kamer geïnformeerd over de
beschikbaarheid van de vice-eerste minister om in de plenaire
vergadering zijn interpellaties te beantwoorden morgennamiddag.
Dat is de situatie zoals wij ze kennen.
Le
président
: La semaine
dernière, nous sommes
effectivement convenus que la
question irakienne serait évoquée
cette semaine. Sept demandes
ordinaires d'interpellation ont été
déposées cette semaine à
l'attention du ministre Michel et
deux à l'attention du premier
ministre, parmi lesquelles une par
M. De Crem, qui a demandé
l'urgence, et l'autre, une demande
ordinaire, par Mme Van Weert. Ce
midi, MM De Crem et Van den
Eynde ont encore déposé chacun
une demande d'interpellation
urgente.
Au cours de la Conférence des
présidents, plusieurs scénarios ont
été élaborés: traiter conjointement
toutes les interpellations mardi
prochain dans le cadre d'un débat
avec le premier ministre et les
ministres Michel et Flahaut, ou
traiter les trois interpellations
urgentes vendredi après-midi, ou
remplacer deux des trois
interpellations urgentes par de
simples questions. Aucun accord
n'a pu être obtenu. Aux termes du
Règlement, l'urgence peut être
demandée pour trois
interpellations en séance plénière:
les deux demandes de M. De
Crem et celle de M. Van den
Eynde. Dans ce cas, elles doivent
être examinées avant la fin de la
semaine.
Dans ces conditions, j'ai fait une
triple proposition: remplacer les
deux demandes urgentes
d'interpellation du premier ministre
par MM. De Crem et Van den
Eynde par des questions pouvant
être examinées demain; la
première interpellation de M. De
Crem relative au transport de
troupes pourra être traitée par le
premier ministre et le ministre
Flahaut, qui sera de retour jeudi
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Wij zijn niet tot een akkoord gekomen in de Conferentie van
voorzitters.
Wat zegt het Reglement? Het Reglement zegt twee essentiële
dingen in dat verband.
Ten eerste, ik vermoed dat de Kamer, indien zij de urgentie vraagt,
de regels daarvoor kent. Er zijn drie interpellaties die de urgentie hier
kunnen verkrijgen, namelijk de interpellatie van de heer De Crem,
zaterdagochtend ingediend maar "gecomptabiliseerd" op
maandagochtend, over de situatie in de haven van Antwerpen; de
interpellatie van de heer De Crem, vandaag rond de middag
ingediend en gericht aan de eerste minister; de interpellatie van de
heer Van den Eynde, rond hetzelfde uur ingediend.
Indien de urgentie daarvoor wordt gevraagd, moet ik de Kamer
consulteren. Ik kan dan beslissen waar die interpellaties
plaatsvinden, maar ze moeten binnen de week zelf worden
afgehandeld.
Ik heb een globaal voorstel gedaan. Ik herhaal nogmaals waaruit dat
drievoudig voorstel bestond. Ten eerste, de twee dringende
interpellaties op algemeen vlak aan de eerste minister kunnen
worden vervangen door een vraag morgen. Ten tweede, de
interpellaties aan de eerste minister in verband met Antwerpen
inscheping, verscheping en dies meer kunnen we laten
beantwoorden door de eerste minister én door Landsverdediging,
waarvan de minister donderdagavond laat terugkomt. Ten derde, wij
kunnen het geheel door de drie ministers laten beantwoorden op
dinsdagochtend.
Dat is de situatie die ik, denk ik, heel correct naar voren heb
gebracht zoals ze was op dat ogenblik.
soir; enfin, l'ensemble des
interpellations pourra être traité
conjointement, mardi matin, par
les trois ministres concernés.
01.02
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, u hebt een
aantal dingen gezegd die wellicht de situatie weergeven zoals u die
ziet.
Mijn punten zijn de volgende. Ten eerste, het interpellatierecht is een
grondwettelijk recht dat ieder parlementslid toekomt. Ik veronderstel
dat wij het daarover eens zijn.
Ten tweede, het gaat hier niet over een klein dossier. Het gaat echt
over een maatschappelijk dossier dat heel de bevolking bezighoudt
en waarover wij zeer zorgvuldig, zelfs voorzichtig, moeten proberen
om voor ons land de beste houding aan te nemen. De oppositie moet
terzake de rol spelen die haar is toebedeeld.
Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat u hebt er zelf allusie op
gemaakt de eerste minister morgennamiddag om 14.15 uur
beschikbaar is.
Ten tweede stel ik vast dat wij vanochtend in de Conferentie van
Voorzitters een stuk hadden, mijnheer de minister van Buitenlandse
Zaken, waarin verwezen wordt naar een toezegging van uw kant dat
u morgennamiddag beschikbaar bent van 15 uur tot 17 uur. Daar zijn
ondertussen allerlei technische problemen tussengekomen.
01.02
Yves Leterme
(CD&V):
Nous constatons que l'instrument
politique qu'est l'interpellation ne
convient pas au gouvernement
parce qu'il n'est pas en mesure
d'adopter une position à laquelle
puissent adhérer toutes ses
composantes. Il est manifeste à
mes yeux que le président prête
son concours aux tentatives du
premier ministre d'esquiver les
interpellations. M. Verhofstadt
n'est-il pas disponible demain
après-midi? Pourquoi les
interpellations ne pourraient-elles
pas être développées demain
après-midi?
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Mijnheer de voorzitter, ten derde zegt u zelf dat een van de
elementen van uw voorstel ik weet niet of u dat als kamervoorzitter
doet was om de eerste minister morgen tijdens het vragenuurtje te
laten antwoorden op vragen. Ik leid daaruit af dat het effectief alleen
nog te maken heeft met het feit dat het politieke instrument van de
interpellatie met betrekking tot het Irak-dossier deze regering en
meerderheid op dit moment niet goed uitkomt. Het komt ze niet goed
uit, omdat ze ten gronde niet in staat is om ten aanzien van de
Kamer een houding aan te nemen die door de gehele regering en
meerderheid wordt gedragen.
Wij vinden het feit dat u ik word nu even persoonlijk en ik wil me
daarvoor verontschuldigen zich inschrijft in een logica waarbij zo
een belangrijk maatschappelijk debat zou verwezen worden naar een
commissievergadering 's avonds bijzonder jammer. Met alle respect,
maar de eerste minister houdt vooral het belang van de camera's in
het achterhoofd en het feit dat de journaals en de kranten afgesloten
zijn. We vinden het bijzonder jammer dat u zich mee inschrijft in
pogingen om het grondwettelijk interpellatierecht in te perken en te
degraderen tot een avondlijke commissievergadering, terwijl het uw
eerste verantwoordelijkheid is om te zorgen dat dit in deze plenaire
vergadering van de Kamer kan gebeuren.
Ik herhaal het: de eerste minister heeft blijkbaar geen probleem om
morgen aanwezig te zijn. Hij heeft geen probleem om te antwoorden
op mondelinge vragen. Blijkbaar heeft de eerste minister vandaag
een probleem om namens zijn regering te antwoorden op
interpellaties van de oppositie met betrekking tot de politieke aanpak
van het Irak-dossier door zijn meerderheid en regering.
01.03
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat
de discussie, die inderdaad reeds vorige week gestart is, vanochtend
werd voortgezet en hier nu ook weer aan de orde is, zo lang
aansleept, omdat men een en ander gewoon op een hoopje probeert
te gooien. Mijn collega Van Hoorebeke heeft reeds op 6 januari net
na het kerstverlof een interpellatie ingediend aan de vice-eerste
minister. Dat is vandaag dus reeds meer dan 10 dagen geleden.
Intussen neemt zowat iedereen een standpunt in over de situatie in
Irak. Wij stellen vast dat de verschillende regeringspartijen alle
kansen krijgen om via de pers hun standpunt te vertolken. Dat
standpunt zit absoluut niet op één lijn en er is dus duidelijk geen
regeringsstandpunt op dit ogenblik. Vanuit de oppositie hebben wij
hier veel vragen over.
Mijnheer de voorzitter, ik stel mij toch ook heel wat vragen over de
regeling van de werkzaamheden hier. Ik doel niet alleen op deze
week want het zal volgende week natuurlijk nog erger worden. Als wij
afwezigheidslijsten of aanwezigheidslijsten hoe u het ook wil
noemen krijgen van de verschillende regeringsleden, dan stellen
wij vast dat de heer Michel zoals collega Leterme terecht zegt in
een aparte nota meedeelt dat hij morgen ter beschikking is van de
Kamer tussen drie en vijf uur en dat hij tijdens de conferentie
blijkbaar ineens niet meer ter beschikking is, om welke reden dan
ook. Collega Daems heeft dat meegedeeld. Hij is wel morgenavond
ter beschikking. De eerste minister staat aanwezig voor heel de
donderdag, maar die blijkt nu ook alleen maar om twee uur aanwezig
te kunnen zijn en niet 's avonds. De heer Flahaut, die niemand
01.03
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Le débat s'éternise alors que M.
Van Hoorebeke a déposé une
demande d'interpellation voici
plus de dix jours. Les partis de la
majorité expriment des points de
vue divergents dans la presse. Il
n'y a plus, depuis belle lurette, de
point de vue gouvernemental
unanime. L'opposition s'interroge
à juste titre à ce sujet. Cette
question étant très importante,
j'estime que le premier ministre et
le ministre Michel devraient
pouvoir se libérer demain pour
venir en débattre au Parlement.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
vraagt en die als afwezig vermeld staat, zou wel aanwezig kunnen
zijn. Ik vraag mij dus af wat wij hier in feite in de Kamer op dit
ogenblik nog aan het doen zijn. Ik vraag dan ook met aandrang,
voorzitter, dat de vice-eerste minister en de eerste minister aanwezig
zijn. De vice-premier, die hier aanwezig is, kan waarschijnlijk zelf een
concrete oplossing zoeken voor morgennamiddag. U gaat daarmee
akkoord? Kijk, het wordt al bevestigd dat de bespreking
morgennamiddag op een deftige manier doorgang kan vinden.
De
voorzitter
: De heer Annemans en vervolgens de heer De Crem hebben het woord. Normaal is er maar
één spreker per fractie, maar ik zal die bepaling niet strikt toepassen.
01.04
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
u bent allang lid van de Kamer, maar zelfs voor u zal het iets te lang
geleden zijn om u te kunnen herinneren dat op 4 augustus 1914
Albert I van Saksen-Coburg hier door het Warandepark te paard
heen kwam om voor de verenigde kamers het spreekgestoelte te
bestijgen en gewapend en in ornaat een mededeling te doen over de
oorlogssituatie die was ontstaan na de Duitse inval.
Het is niet dat, voorzitter, wat wij van u en deze meerderheid vragen,
namelijk dat u Albert II van Saksen-Coburg tot hier zou noden en
zeker niet in groot ornaat. Wij vragen enkel, in al de bescheidenheid
die dit Parlement kenmerkt en hopelijk gesteund door de voorzitter
die niet altijd even bescheiden maar toch onze hoofdman is, dat deze
regering, vertegenwoordigd door de eerste minister en desgevallend
de minister van Buitenlandse Zaken, morgen, donderdagnamiddag
de dag waarop het Parlement doorgaans vergadert , naar hier zou
komen om een parlementair, democratisch en open debat te hebben
over de mogelijke oorlogssituatie waarin ons land zich bevindt.
Ik kan mij in mijn bescheiden parlementaire ervaring veel kleiner
dan de uwe, voorzitter, maar toch reeds aanwezig niet herinneren
dat er ooit een oppositie heeft bestaan ik heb er altijd toe behoort
maar soms werd ik geflankeerd door liberalen en nu door christen-
democraten die zoveel problemen had om een regeringslid, een
regeringsaanvoerder, een eerste minister op een
donderdagnamiddag naar het Parlement te krijgen voor een
belangrijke aangelegenheid. Ik denk dat deze zaak door een
eenvoudige mededeling van onze goede minister van Buitenlandse
Zaken kan worden opgevangen zodat we dit incident zo snel mogelijk
kunnen afronden.
01.04
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Nous
demandons seulement que le
gouvernement soit représenté au
Parlement demain après-midi par
le premier ministre, et
éventuellement par le ministre
Michel, dans la perspective d'un
débat parlementaire démocratique
et ouvert. L'opposition n'a jamais
éprouvé autant de difficultés à
assurer son rôle démocratique
que sous ce gouvernement.
01.05
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, je
voudrais aussi attirer votre attention sur ce problème de timing. On
joue sur le temps et je pense que cela devient un des ingrédients les
plus courants et les plus sournois de la propagande du gouvernement
dit arc-en-ciel.
Je suis désolé mais les ministres doivent être responsables
constitutionnellement vis-à-vis du Parlement. Cela implique un
minimum de loyauté je ne parle même pas de courtoisie qui est
une notion subjective , qui consiste à répondre aux interpellations
ou à être disposé à y répondre dans les délais requis. Or, sur la
problématique qui inquiète de plus en plus plusieurs d'entre nous sur
ces bancs, à savoir le possible déclenchement d'une nouvelle
offensive contre l'Irak, je voudrais vous rappeler que la première
01.05
Vincent Decroly
(onafhankelijke): De timing
hanteren en erop speculeren zijn
de slinkse middelen die de
regering aanwendt om haar
verantwoordelijkheden tegenover
het Parlement te ontlopen. Ik
vraag een minimum aan loyaliteit.
De ministers zijn verantwoordelijk,
ze moeten bereid zijn op de
interpellaties te antwoorden.
Op 18 september heb ik een
interpellatieverzoek ingediend,
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
interpellation que j'ai pu déposer à ce sujet datait du 18 septembre.
Elle n'a pu être développée en commission des Affaires étrangères
que le 12 novembre, soit près de huit semaines je dis bien huit
semaines, monsieur le président après l'introduction de cette
demande d'interpellation. Elle n'a pu donner lieu à un vote en séance
plénière, où chacun a pu s'exprimer et voter voter, pas seulement
communiquer devant les télévisions ou lors des manifestations
pacifistes le 21 novembre, soit près de neuf semaines après que le
sujet ait fait l'objet d'une demande d'interpellation au sein de notre
assemblée.
Je trouve que ce n'est pas un fonctionnement correct et il est de plus
en plus significatif que, pour défendre sa politique, notre
gouvernement n'a d'autre méthode de travail que de jouer sur le
temps et de reporter le plus tard possible le seul moment qui compte
vraiment en politique et en démocratie, c'est-à-dire le moment du
vote de ceux qui le soutiennent et de sa majorité sur des
recommandations précises, introduites devant votre assemblée et
discutées lors de nos réunions du jeudi.
maar deze interpellatie is pas op
12 november, namelijk acht
weken later, in de commissie aan
bod gekomen en er werd pas op
21 november, dus negen weken
later, in de plenaire vergadering
over de moties gestemd! Ik stel
vast dat het beleid van de
regering erin bestaat de zaken zo
lang mogelijk uit te stellen.
01.06
Pieter De Crem
(CD&V): Voorzitter, ik heb u een interpellatie
toegestuurd op zaterdag, met de vraag ze op basis van het
Kamerreglement bij hoogdringendheid te behandelen. Dus ik denk
dat de termijn dan loopt.
Twee. U heeft een onderscheid gemaakt tussen technische
interpellaties en politieke interpellaties. Het voorwerp van mijn
interpellatie is de politiek.
Drie. U drijft het Parlement in de richting van een therapeutisch
gesprek met de eerste minister, met de minister van Buitenlandse
Zaken en met de minister van Landsverdediging. Bij mijn weten heb
ik geen interpellatie gericht aan de minister van Landsverdediging en
ben ik ook niet van plan dat te doen. Ik vraag u dat u, vermits de
eerste minister in het land is en vermits hij hier is om tijdens het
vragenuur vragen te beantwoorden, beslist, na samenspraak, dat
morgen de eerste minister wordt geïnterpelleerd over de houding van
zijn regering waarvan hij tot nader order voorzitter is, de primus
inter pares in de Irak-kwestie en dit naar aanleiding van meerdere
verklaringen. Dat zijn verklaringen van de heer Boutmans, van de
heer Geysels, van hemzelf, van de burgemeester van Sint-Niklaas,
de heer Willockx, lid van de Kroonraad, die gezegd heeft dat hij
eigenlijk van niets wist, van de minister van Landsverdediging die
gezegd heeft dat hij van niets wist maar nadien toch van iets wist,
van de minister van Volksgezondheid en feitelijk vice-premier van
deze regering die zei dat de minister van Landsverdediging zijn
GSM-nummer niet had, waardoor hij pas later op de hoogte was
gebracht. Het gaat ook om de verklaringen van de heer vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken vandaag in de meest
gelezen krant van het land. Die deelt mee: "België is absoluut niet
betrokken bij het Golf-conflict. Er worden alleen verdragen
geëerbiedigd. Onze regering heeft geen reden om de transporten
tegen te houden, ook al gaan wij niet akkoord met de Amerikaanse
politiek".
Ik denk dus, voorzitter, dat degene die niet wil verschijnen in het
Parlement, die in de aanloop van de Golfoorlog van 1991 met de
Walid Khaled-affaire de pleisters- en priknaaldenaffaire de
01.06
Pieter De Crem
(CD&V):
J'ai demandé l'urgence pour
l'interpellation que j'ai déposée
samedi dernier. Le temps passe.
Le ministre distingue-t-il les
interpellations techniques des
interpellations politiques? La
mienne est clairement politique.
Le gouvernement a-t-il ou non
l'intention de mener un débat
ouvert en étant représenté par le
premier ministre et les ministres
Michel et Flahaut? Il est en effet
urgent que le gouvernement
adopte une position claire, ce qui
permettra d'arrêter le flux de
déclarations contradictoires que
nous découvrons chaque jour
dans la presse. La Chambre doit
requérir la présence du premier
ministre lors de la séance de
demain, sans quoi cette institution
sera déshonorée et nous ne
serons plus dignes d'y siéger.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
gangmaker was van de parlementaire oppositie en die nu in de
Wetstraat 16 zit, hier absoluut moet zijn.
Als u vandaag uw verantwoordelijkheid niet opneemt, met de
investituur van uw ambt, en de eerste minister morgen niet opvordert
in het Parlement vanaf 14.15 uur, dan hebben we hier de publieke
ontering van dit instituut. Ik weet dat u een groot democraat bent. U
heeft de hoogste anciënniteit in deze Kamer dit is een hulde aan de
voorzitter sinds 1968, het revolutiejaar.
Ik vind dat u absoluut vandaag de eerste minister moet opbellen en
hem zeggen, hem verzoeken hier aanwezig te zijn. Als dat niet kan in
deze omstandigheden, dan zijn we niet waardig lid te zijn van de
federale Kamer van het koninkrijk België.
De
voorzitter
: Minister Michel heeft het woord namens de regering.
01.07 Minister
Louis Michel
: Mijnheer de voorzitter, ik wil allereerst
zeggen dat ik het niet rechtvaardig vind te beweren dat de eerste
minister hier niet wil verschijnen. Hij heeft voorgesteld morgen om
14.15 uur een minidebat te houden. Hij is nog altijd voorstander van
die oplossing en u mag dus hier niet komen zeggen dat de eerste
minister weigert te komen debatteren over dit gevoelig onderwerp.
01.07
Louis Michel
, ministre: Il
n'est pas correct d'accuser le
premier ministre de ne pas vouloir
se présenter devant le Parlement.
Il est lui-même favorable à
l'organisation, demain à 14 h.15,
d'un mini-débat.
Je dois dire que je suis un peu surpris par l'emballement de certains.
Il n'est pas juste de dire que le premier ministre ne veut pas débattre
de cette question. Il a d'ailleurs proposé d'aborder cette dernière
dans le cadre d'un mini-débat, demain, à 14.15 heures. Et cette
proposition est maintenue.
De plus, monsieur le président, il me paraît extrêmement léger de
vouloir utiliser un sujet aussi sensible pour des raisons
manifestement médiatiques ou politiciennes.
(Désapprobation sur divers bancs)
J'estime très honnêtement, monsieur le président, qu'un sujet d'une
telle importance mérite que l'on transcende les clivages classiques.
Het is onjuist dat de eerste
minister niet bereid is de discussie
aan te gaan: hij heeft ingestemd
met een minidebat morgen om
14.15 uur.
Bovendien lijkt het mij van weinig
ernst te getuigen om een zo
gevoelig debat voor partijpolitieke
en mediadoeleinden te gebruiken.
Voor zo een belangrijk debat zou
men de klassieke tegenstellingen
moeten kunnen overstijgen.
(
Geroep bij de oppositie
)
Het onderwerp is ernstig genoeg, denk ik, om te verwachten van alle
democratische partijen dat zij er een serene discussie over houden.
Mijn formeel voorstel luidt dat een minidebat zou worden gehouden,
morgen om 14.15 uur, in aanwezigheid van de eerste minister. Punt.
Le sujet est grave et il mérite de
faire l'objet d'un débat serein avec
l'ensemble des partis de la
majorité. Je propose la tenue d'un
mini-débat demain en présence
du premier ministre. L'opposition
devrait cesser de lancer des
accusations qui n'ont aucun
fondement.
01.08
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil kort
repliceren. Daarnet heb ik heel bewust en met veel overtuiging
namens mijn fractie de nadruk gelegd op de noodzaak dit dossier
sereen te benaderen. Ik betreur enigszins dat de vice-eerste minister
die sereniteit nu aantast door verklaringen die onze goede trouw
terzake in twijfel trekken.
01.08
Yves Leterme
(CD&V):
C'est moi qui ai insisté pour que
ce dossier soit abordé dans un
climat serein. La majorité propose
à présent d'organiser un mini-
débat sur un maxi-problème.
Notre groupe souhaite dès lors
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Mijnheer de vice-eerste minister, met uw permissie, u stelt voor een
minidebat te organiseren over een maxiprobleem, een dossier dat
heel de bevolking bezighoudt en dat wellicht binnen uw meerderheid
een groot probleem is. Maar het punt waaraan wij vasthouden is dat,
conform het grondwettelijk recht van ieder parlementslid, wij morgen
de kans moeten krijgen de regering te interpelleren. Wij hebben die
politieke verantwoordelijkheid. Dat is de essentie van onze opdracht,
die verschilt van die van de Senaat, mijnheer de voorzitter, die altijd
graag over de Senaat spreekt. Wij staan erop morgen in plenaire
vergadering onze interpellaties te ontwikkelen. Wij staan erop dat wij
de kans krijgen het grondwettelijk interpellatierecht dat ieder
parlementslid toekomt ook de heer De Crem uit te oefenen.
Trouwens, ik roep de vice-eerste minister en de meerderheid op om
inzake het Irak-dossier te stoppen met de mediamieke nummertjes.
Dit dossier is te ernstig om de lijn die de voorbije weken werd gevolg
voort te zetten.
faire usage de son droit
d'interpeller le gouvernement,
conformément à notre mission en
tant que parlementaires. Nous
tenons à pouvoir exercer le droit
d'interpellation, qui nous est
garanti par la Constitution.
Je lance un appel à la majorité
pour qu'elle cesse toute
manoeuvre médiatique dans le
dossier irakien.
De
voorzitter
: Eerst komen de replieken en daarna zal ik een voorstel doen.
01.09
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik meen dat
de vice-eerste minister alleen maar moest bevestigen dat hij hier
morgen samen met de eerste minister aanwezig zou zijn. Hij moest
helemaal geen voorstel doen tot het houden van een minidebat. De
leden van het Parlement zullen hun werk wel zelf organiseren en zij
vragen om te interpelleren.
U weet ook, mijnheer de minister, mijnheer de vice-eerste minister,
dat aan een interpellatie een motie kan worden verbonden en dat de
bespreking van zo'n belangrijk dossier niet tot een minidebat kan
worden herleid.
Wij vragen aldus uitdrukkelijk om onze interpellaties terzake te
kunnen formuleren, morgennamiddag.
01.09
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Il n'appartient pas au ministre
Michel de proposer ici
l'organisation d'un mini-débat.
C'est à la Chambre qu'il revient de
régler l'organisation de ses
travaux. L'opposition est
demandeuse d'interpellations
dignes de ce nom, lesquelles
incluent le droit de déposer des
motions.
01.10
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
het voorstel tot het houden van een minidebat is, per definitie,
beschamend.
Blijkbaar moeten wij politieke conclusies trekken uit het feit dat de
regering weigert om deel te nemen aan een normale interpellatie.
Misschien zal zij straks die weigering intrekken wat ik hoop , want
het zou beschamend zijn, niet alleen voor het land al interesseert
dat mij niet veel maar vooral voor de regering en voor het
Parlement.
Mijnheer de voorzitter, dit mogen wij ons niet laten aandoen. Over
deze aangelegenheid mag geen minidebat worden gevoerd.
In het andere geval en dat zou andermaal beschamend zijn zal
moeten worden gestemd over de vraag of de regering al dan niet wil
worden geïnterpelleerd. Daartoe zouden wij immers worden
gedwongen, als oppositie. Wij zullen die stemming misschien
verliezen of misschien winnen, maar ook al verliezen wij ze, de
schaamte zal bij de regering liggen en niet bij ons.
01.10
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Que le
gouvernement refuse des
interpellations est tout bonnement
scandaleux. Peut-être devrions-
nous tirer de ce refus des
conclusions politiques et
l'opposition sera-t-elle contrainte
de voter sur la question de savoir
si le gouvernement accepte ou
non qu'on l'interpelle.
Indépendamment du résultat du
vote, cela équivaudrait à un
blâme pour la coalition au pouvoir.
01.11
Fred Erdman
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, de essentie van 01.11
Fred Erdman
(SP.A):
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
het probleem en de hoofdvraag van de oppositie, is dat er een
antwoord wordt gegeven omtrent de houding van de regering.
Ik kan niet inschatten, mevrouw Brepoels, wat de draagwijdte zou
zijn van al dan niet interpelleren met een motie.
(Protest)
Ik stel alleen vast dat men er in deze kwestie niet op is gericht om
een antwoord te krijgen, maar men integendeel louter procedurele
spelletjes speelt.
(...)
U weet dat ik daarstraks een voorstel heb geformuleerd waarbij ik
tezelfdertijd heb aangeduid dat niet in het kader van de gewone
vragen, maar met een uitgebreide vraag het antwoord dat men van
de eerste minister verwacht, zou kunnen worden verkregen vermits
hij akkoord gaat om hier om kwart na twee te zijn. Indien men er dus
werkelijk op uit is om in deze zaak gewoon procedurele spelletjes te
spelen, heeft men andere bedoelingen dan ten overstaan van de
publieke opinie de werkelijke houding van deze regering toe te
lichten.
L'essentiel, c'est qu'une réponse
soit apportée aux questions
portant sur la position du
gouvernement. Je ne vois
vraiment pas l'intérêt de
s'interroger sur la possibilité ou
l'impossibilité d'interpeller les
ministres, à moins, peut-être, que
d'aucuns veuillent se livrer à des
manoeuvres procédurières.
L'opposition a pourtant eu la
possibilité d'obtenir une réponse
du premier ministre, qui était
disposé à être présent parmi nous
mais, apparemment, ses objectifs
sont tout autres.
De
voorzitter
: Collega's, wat wordt juist gevraagd? Qu'est-ce qu'on demande exactement? Mijnheer
Leterme, zeg mij duidelijk wat u wilt.
01.12
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij vragen dat
deze Kamer van Volksvertegenwoordigers over een dossier dat heel
de samenleving bezighoudt als er deze tijd al een belangrijk
dossier is, is het wel dat dossier op zijn minst dat kan doen waartoe
zij is verkozen. De Kamer moet de regering ondervragen, maar
vooral ten aanzien van de ingenomen standpunten moet men
toelaten dat de volksvertegenwoordigers hun verantwoordelijkheid
opnemen en hun houding bepalen, zodat zij door de kiezers kunnen
worden beoordeeld. Dat is de essentie van de vraag. Daarom vragen
wij uitdrukkelijk dat morgen de premier is beschikbaar, dus de
problemen liggen blijkbaar elders die interpellaties met een
dringend karakter op het normale tijdstip in de plenaire vergadering
kunnen worden afgehandeld.
01.12
Yves Leterme
(CD&V): Il
est scandaleux que, dans ce
dossier important, la Chambre ne
soit pas en mesure de travailler
correctement. Elle doit pourtant
s'acquitter de son devoir à l'égard
de l'électeur. Notre groupe
demande tout simplement de
pouvoir développer des
interpellations demain après-midi,
conformément à la procédure
normale.
De
voorzitter
: Ik pas artikel 26 en artikel 91 toe, en ik vraag of een vijfde van de Kamer deze
verzoekschriften steunt.
01.13
Paul Tant
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor alle
duidelijkheid: ik denk dat wij het met elkaar eens waren om te zeggen
dat de urgentie in de Conferentie verworven was.
De
voorzitter
: De urgentie is aangenomen, maar het is een ander gevolg. Zijn hier 30 collega's die het
standpunt van de heer Leterme steunen? Willen die rechtstaan? Ik zal ze dan tellen, samen met de heer
griffier.
Meer dan 30 leden staan recht.
Plus de 30 membres se lèvent.
Collega's, u bent met 30. Met toepassing van artikel 91, laatste alinea, te lezen met artikel 26, 5, zullen
deze interpellaties in plenaire vergadering doorgaan. Ik moet alleen nog datum, uur en plaats vastleggen.
Ze moeten in principe deze week worden gehouden.
Conformément au règlement, les interpellations urgentes, soutenues par plus de 30 membres, seront donc
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
développées et je crois que leur intérêt est général en séance plénière cette semaine. Je vais vérifier
à quel moment elles pourront avoir lieu.
01.14
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb akte
genomen van uw verklaring. Ik wil nogmaals, namens mijn fractie,
onderstrepen dat ik het bijzonder betreur dat wij zo'n strijd moeten
voeren om de essentie van de functie van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers te laten uitoefenen. Het is jammer dat de
regering, de meerderheid en nu ook de voorzitter zich moeten
verschuilen achter het Reglement om te proberen te vermijden dat
de Kamer haar rol vervult.
01.14
Yves Leterme
(CD&V): Je
déplore que nous soyons
contraints de mener un tel combat
pour pouvoir assumer notre
fonction et que la majorité, ainsi
que le président, en soient réduits
à invoquer la procédure pour
empêcher l'opposition de jouer
son rôle.
De
voorzitter
: Mijnheer Leterme, ik moet het Reglement toepassen. De interpellaties zullen in plenaire
vergadering worden gehouden. Ik moet nu nagaan wanneer precies en ik vermoed wanneer dat zal zijn.
01.15
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de voorzitter,
ik vermoed het ook. De eerste minister heeft na zes telefoons over
en weer laten weten dat hij ter beschikking zou zijn van de Kamer om
14.15 uur morgennamiddag. Ik hoop dat hij het verstand heeft om
tegemoet te komen aan uw verzoek om dan de interpellaties te
beantwoorden, want in het andere geval zullen wij daaruit alle
mogelijke politieke conclusies kunnen trekken.
01.15
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): Après bien des
difficultés, nous avons obtenu que
le premier ministre assiste demain
à la séance plénière de 14.15
heures. Je présume que nous
pourrons dès lors l'interpeller à ce
moment-là.
Le
président
: Le règlement, c'est le règlement! Cela vaut pour nous et cela vaut pour les autres!
L'incident est clos.
01.16
Gerolf Annemans
(VLAAMS BLOK): U gaat het ook voor
hem toepassen.
Wetsontwerp en -voorstellen
Projet et propositions de loi
02 Wetsvoorstel van de heer Dirk Van der Maelen, mevrouw Martine Dardenne en de heren Robert
Denis, Claude Eerdekens, Stef Goris en Peter Vanhoutte houdende wijziging van de wet van
5 augustus 1991 betreffende de in-, uit-, en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in
wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik dienstig materieel en daaraan verbonden
technologie (2083/1 tot 6)
- Wetsvoorstel van de heer Pieter De Crem tot wijziging van artikel 14 van de wet van
5 augustus 1991 betreffende de in-, uit-, en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair
gebruik dienstig materieel en daaraan verbonden technologie (59/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de dames Els Van Weert en Annemie Van de Casteele tot wijziging van de wet
van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit-, en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor
militair gebruik dienstig materieel en daaraan verbonden technologie (2055/1
en 2)
02 Proposition de loi de M. Dirk Van der Maelen, Mme Martine Dardenne et MM. Robert Denis,
Claude Eerdekens, Stef Goris et Peter Vanhoutte modifiant la loi du 5 août 1991 relative à
l'importation, à l'exportation et au transit d'armes, de munitions et de matériel devant servir
spécialement à un usage militaire et de la technologie y afférente (2083/1 à 6)
- Proposition de loi de M. Pieter De Crem modifiant l'article 14 de la loi du 5 août 1991 relative à
l'importation, à l'exportation et au transit d'armes, de munitions et de matériel devant servir
spécialement à un usage militaire et de la technologie y afférente (59/1 et 2)
- Proposition de loi de Mmes Els Van Weert et Annemie Van de Casteele modifiant la loi du
5 août 1991 relative à l'importation, à l'exportation et au transit d'armes, de munitions et de
matériel devant servir spécialement à un usage militaire et de la technologie y afférente (2055/1 et
2)
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Beroep op het reglement
Rappel au règlement
02.01
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, na dit
proceduredebat doe ik een beroep op het Reglement en vraag ik of u
bij het begin van deze plenaire vergadering wil vaststellen of het
quorum bereikt is.
02.01
Frieda Brepoels
(VU&ID):
J'invoque le Règlement et je
souhaite que le président vérifie si
le quorum est bien atteint.
De
voorzitter
: Dat speelt geen rol, mevrouw. Het is een telling van een vijfde van de leden van de Kamer.
02.02
Frieda Brepoels
(VU&ID): Neen, mijnheer de voorzitter. Ik
bedoel dat wij deze namiddag...
De
voorzitter
: Volgens mijn beslissing wordt er nu geen stemming
gehouden!
Le
président
: Je m'oppose à
cette proposition
02.03
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, daar gaat
het niet over! Ik heb het niet over het vorige debat. Ik heb het over
de punten die nu geagendeerd staan. Er staan 4 punten
geagendeerd. Ik vraag u vast te willen stellen of een quorum
aanwezig is.
De
voorzitter
: Ik zal dat doen wanneer het mij past. Het Reglement
laat mij zulks toe.
Le
président
: Selon le
Règlement, c'est le président lui-
même qui décide s'il est
nécessaire de le faire et quand il
faut le faire.
02.04
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, conform
artikel 31 van het Reglement vraag ik u nu te willen vaststellen of het
quorum bereikt is.
De
voorzitter
: Dat is niet waar mevrouw. Ik kan het laten vaststellen op het ogenblik dat ik het wens vast
te stellen! En ik wens het nu niet te doen.
02.05
Frieda Brepoels
(VU&ID): Waar staat dat in het Reglement,
mijnheer de voorzitter?!!
De
voorzitter
: De agenda staat vast en is goedgekeurd geweest door een vorige vergadering. Punt 1 zal
nu besproken worden. Ik heb een proceduredebat toegelaten en zo hoop ik correct geleid!
Je viens de faire mener un débat de procédure pendant trois quarts d'heures. S'il n'y a pas de demande
explicite de modification de l'ordre du jour, nous abordons à présent le point 1 de l'ordre du jour.
Je continue avec ce que j'ai commencé! De cette façon-là, on peut amuser la galerie du matin au soir!
Cela fonctionne avec tout le monde peut-être, mais pas avec moi!
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze drie wetsvoorstellen te wijden
(Instemming)
.
Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces trois propositions de loi
(Assentiment)
.
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
La parole est au rapporteur, M. Bacquelaine.
Beroep op het reglement
Rappel au règlement
02.06
Danny Pieters
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, Mijnheer de
voorzitter, ik vraag het woord voor een beroep op het Reglement.
De
voorzitter
: U hebt het woord, mijnheer Pieters. U krijgt 2 minuten.
02.07
Danny Pieters
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik probeer
beleefd, kalm en vriendelijk te weten wat artikel 31 inhoudt. Ik denk
dat het niet past te zeggen dat ik moet zwijgen of ophoepelen. Ik
neem aan dat u deze uitspraken gedaan hebt in het vuur van uw
betoog. Ik denk dat dit niet past.
02.07
Danny Pieters
(VU&ID):
Je ne puis admettre que vous
m'imposiez le silence avec une
telle brutalité.
De
voorzitter
: Mijnheer Pieters, ik zal u artikel 31 voorlezen. Ik
citeer: "Op het voor de vergadering gestelde uur, neemt de voorzitter
kennis van de presentielijst opgemaakt door de griffiediensten; hij
kan ofwel onmiddellijk de vergadering openen ofwel de namen doen
afroepen". Ik ga verder met punt 3 van artikel 31. Ik citeer opnieuw:
"Indien vastgesteld wordt dat het vereiste aantal leden niet aanwezig
is kan de voorzitter de vergadering voor ten hoogste zestig minuten
verdagen. Maakt hij van dit recht geen gebruik of is het vereiste
aantal leden nog niet aanwezig, dan stelt hij de volgende vergadering
op één der vier volgende werkdagen vast...."
Ik heb de beslissing te nemen! Traditie is dat nooit bij het begin van
een vergadering over dit type van vraag gestemd wordt. Mochten we
de agenda wijzigen, dan hebt u gelijk en moet ik een stemming
vragen. U moet mij geen dingen willen doen doen die ik niet gewoon
ben te doen. We zijn niet bij het begin van een bespreking. Mocht ik
straks punt 4 wijzigen wat kan zijn dan moet ik het akkoord van
de Kamer krijgen.
Mijnheer Pieters, verontschuldig mij dat ik een beetje uit mijn
krammen ben geschoten, maar, het weze mij vergeven!
Het incident is gesloten.
Le
président
: Une telle demande
visant à vérifier le quorum est
particulièrement inhabituelle en
début de séance. Elle serait plus
compréhensible dans le cadre
d'une demande de modification
de l'ordre du jour, par exemple.
Pourquoi nous mettrions-nous à
adopter des comportements
inusités?
02.08
Daniel Bacquelaine
, rapporteur: Monsieur le président, il
s'agit du rapport de nos discussions au sein de la commission des
Affaires étrangères concernant la proposition de loi modifiant la loi du
5 août 1991 relative à l'importation, à l'exportation et au transit
d'armes, de munitions et de matériel devant servir spécialement à un
usage militaire et de la technologie y afférente.
Le travail concernant ce rapport a été scindé en deux, Mme Laenens
fera quant à elle la synthèse des auditions effectuées en commission
et qui ont été déterminantes pour l'évolution de cette proposition.
Nos travaux peuvent être divisés en trois parties. Nous avons
d'abord entrepris la présentation et la discussion d'un premier texte.
Dans un deuxième temps, il s'est agi de l'organisation d'auditions
d'ONG, de représentants des industries d'armement et des
organisations syndicales. Enfin, dans une troisième phase, nous
avons apporté les dernières modifications au texte, qui a ensuite été
02.08
Daniel Bacquelaine
,
rapporteur: Tijdens de vergadering
van de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen van 6
november 2002 hebben de
verscheidene fracties de kans
gehad hun mening te geven over
een eerste versie van het
wetsvoorstel. De heer Dirk Van
der Maelen bracht in herinnering
dat de besprekingen hierover in
het Parlement al tijdens de vorige
zittingsperiode werden aangevat
en onderstreepte dat het
Belgische aandeel in de Europese
wapenhandel slechts 5
procentbedraagt en dat er dus een
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
présenté en commission lors de la dernière semaine du mois de
décembre 2002.
Les différents groupes ont pu s'exprimer sur une première version de
la proposition de loi lors de la commission des Affaires étrangères du
6 novembre 2002. Notre collègue Dirk Van der Maelen, président du
groupe SP.A, a rappelé que la réflexion parlementaire avait débuté
lors de la précédente législature, soulignant que la part belge dans le
secteur européen du commerce des armes ne s'élevait qu'à 5% et
que, par conséquent, une approche coordonnée au niveau européen
était nécessaire.
En outre, M. Van der Maelen a souligné les modifications déjà
apportées à la loi de 1991, modifications visant à soumettre à
l'obtention d'une licence toute implication dans le commerce des
armes et à instaurer un régime d'extraterritorialité des sanctions
pénales.
M. Van der Maelen a ensuite souligné les points de la proposition qui
lui paraissaient les plus significatifs et notamment l'intégration du
code de conduite européen dans la législation belge une première
qui peut connaître un effet d'entraînement dans les autres Etats
membres , l'ajout de nouveaux critères à prendre en compte dans la
décision d'accorder ou de refuser une licence ou l'amélioration du
contrôle du respect de la clause de non-réexportation. Une
amélioration supplémentaire pourrait constituer dans l'introduction
d'une formule sur le marquage des armes. Le parlementaire termina
son intervention par le refus d'introduire un contrôle a priori du
Parlement.
Pour le groupe MR, Robert Denis a souligné les avancées apportées
sur le plan de la transparence et de l'efficacité. Lui aussi espère que
l'intégration d'une partie des critères du code de conduite de l'Union
européenne aura un effet d'entraînement sur nos partenaires de
l'Union. Le député a, lui aussi, refusé le pouvoir de codécision du
Parlement sur l'octroi des licences, une telle formule ne garantissant
pas la confidentialité requise. Robert Denis a conclu son intervention
en considérant que la Belgique, à travers cette proposition, renforçait
le caractère éthique de sa position sur la scène internationale.
Au nom du groupe Ecolo-Agalev, Martine Dardenne a estimé que les
deux points importants de cette proposition étaient l'intégration dans
la législation belge du code de conduite et le renforcement du
contrôle parlementaire. Appartenant au même groupe, Peter
Vanhoutte distingue trois types d'Etats: ceux à qui on peut vendre
des armes, ceux à qui on ne peut pas vendre des armes et ceux qui
sont dans une zone grise et pour lesquels il est important de bien
délimiter un bon cadre d'appréciation. A son sens, les capacités de
défense ne doivent pas être négligées car elles visent à protéger la
démocratie et il ne faut pas fermer nos entreprises d'armement au
profit d'autres pays moins délicats sur le plan éthique. L'intervenant a
estimé qu'il serait erroné d'aborder ce dossier en termes
communautaires, les exportations flamandes connaissant une
croissance non négligeable.
Pour le parti socialiste, Patrick Moriau a souligné l'importance d'une
réflexion afin d'éviter tout effet pervers issu de la proposition de loi
faisant ainsi référence aux réactions des différents acteurs
coördinatie op het Europese
niveau moet komen. Voorts wees
de heer Van der Maelen ook op de
wijzigingen die al werden
aangebracht aan de wet van 1991
en die voorzien in het
onderwerpen aan een vergunning
van elke betrokkenheid bij de
wapenhandel en in een
extraterritoriale werking van de
sancties. Vervolgens
beklemtoonde hij op de
gedragscode die in de Belgische
wetgeving werd opgenomen, de
toevoeging van nieuwe criteria
waarmee rekening moet worden
gehouden om een vergunning toe
te kennen of te weigeren en de
betere controle op de naleving
van de clausule van niet-
wederuitvoer. De wetgeving zou
nog kunnen worden verbeterd
door te voorzien in een procedure
voor het merken van de wapens.
De heer Robert Denis
onderstreepte namens de MR-
fractie de vooruitgang die werd
geboekt, hoofdzakelijk wat
transparantie en doeltreffendheid
betreft. Hij hoopt dat het
overnemen van een deel van de
criteria van de gedragscode van
de EU onze partners binnen de
Unie ertoe zal aanzetten hetzelfde
te doen. De heer Denis wees de
medebeslissingsbevoegdheid van
het Parlement inzake de
toekenning van de licenties van
de hand en eindigde zijn betoog
met de overweging dat België het
ethische karakter van zijn
standpunt op de internationale
scène versterkt. Mevrouw Martine
Dardenne was namens de Ecolo-
Agalev-fractie van mening dat het
opnemen van de gedragscode in
de Belgische wetgeving en de
versterking van de parlementaire
controle de twee belangrijkste
punten zijn. De heer Vanhoutte
van zijn kant maakte een
onderscheid tussen drie soorten
Staten: die waaraan men wapens
kan verkopen, die waaraan men
geen wapens kan verkopen en tot
slot de landen die zich in een
grijze zone bevinden en waarvoor
beoordelingscriteria moeten
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
concernés: entreprises, syndicats et ONG. Le député cite la limite
d'âge pour les enfants soldats, la lutte contre le terrorisme, le lien
entre défense militaire et défense sociale et le député demande
l'audition des différents acteurs concernés.
Pour le VLD, Stef Goris a souligné l'importance de laisser aux
ministres responsables de la décision un pouvoir d'appréciation.
L'intervenant a également souligné les préoccupations du secteur en
Flandre.
Au nom de l'opposition, Peter De Crem a retiré sa proposition afin
d'introduire des amendements sur la proposition de loi en discussion
et Els Van Weert a souligné l'importance du principe de précaution et
de la question de la production sous licence dans un pays tiers. Elle a
également défendu la rédaction d'une liste de pays avec lesquels
aucun commerce d'armes ne serait permis.
Lors de cette première discussion, le ministre des Affaires étrangères
est également intervenu pour préciser que la FN avait développé un
savoir-faire très sophistiqué: traçabilité, destruction d'armes à
distance et qu'il refusait les slogans réducteurs de la reconversion à
tout prix du secteur de l'armement.
Suite aux auditions du 29 novembre, des amendements ont été
rédigés afin de tenir compte de certaines remarques faites par les
intervenants. Personnellement, je me suis réjoui au nom de mon
groupe que les inquiétudes patronales et syndicales aient pu être
rencontrées. Le ministre pourra ainsi tenir compte des enjeux socio-
économiques. Les informations contractuelles resteront
confidentielles et cela, même dans le rapport semestriel. Une
procédure simplifiée sera arrêtée pour les licences concernant les
pays européens.
En ce qui concerne les enjeux et l'introduction des enjeux socio-
économiques dans les critères d'appréciation, monsieur le président,
je souhaiterais, à ce moment-ci de mon rapport, intervenir sur la
nécessité d'une correction technique dans le texte. Il y a en effet, à
l'article 3 une différence entre la version néerlandaise et la version
francophone. Dans la version néerlandaise, on parle de "deze
factoren van invloed mogen" ...
worden uitgewerkt. Volgens hem
mag de defensiecapaciteit niet
over het hoofd worden gezien. De
spreker besloot dat het verkeerd
zou zijn dit dossier uit een
communautair oogpunt te
benaderen. De heer Patrick
Moriau heeft voor de PS gewezen
op de noodzaak van een reflectie
teneinde mogelijke ongewenste
neveneffecten van het
wetsvoorstel te voorkomen,
daarbij doelend op de reacties
van de verscheidene actoren,
bedrijven, vakbonden en NGO's.
De heer Stef Goris heeft er
namens de VLD op gewezen hoe
belangrijk het is de bevoegde
ministers bij hun beslissing de
nodige beoordelingsruimte te
geven. Namens de oppositie trok
de heer De Crem zijn voorstel in
en diende hij amendementen in bij
het voorliggende wetsvoorstel en
wees mevrouw Els Van Weert op
het belang van het
voorzorgsbeginsel en van het
vraagstuk van de productie onder
vergunning van een derde land.
Tijdens die eerste bespreking
heeft minister Louis Michel het
woord genomen om erop te wijzen
dat FN een zeer geavanceerde
knowhow heeft ontwikkeld en
wees hij de zeer eenzijdige slogan
dat de wapensector kost wat
kost een reconversie moet
ondergaan van de hand. Na de
hoorzittingen van 29 november
werden amendementen opgesteld
om tegemoet te komen aan de
opmerkingen van de verschillende
sprekers en namens mijn fractie
heb ik toegejuicht dat men
tegemoet is gekomen aan de
bekommernissen van werkgevers
en vakbonden.
Le
président
: A quelle page êtes-vous, monsieur le rapporteur?
Daniel Bacquelaine
, rapporteur: A la page 5 à la fin de l'article 3 du
texte de la proposition de loi.
La version francophone dit: "que ces facteurs ne puissent avoir la
moindre influence". Donc les mots "la moindre" ont été rajoutés par
rapport à la version néerlandaise. Je proposerais que l'on supprime
ces deux mots en correction technique pour être fidèle au texte de
base, qui était le texte néerlandophone.
Daniel Bacquelaine
, rapporteur:
Ik grijp de gelegenheid aan om
erop te wijzen dat de Nederlandse
versie van artikel 3 van de tekst
aangenomen door de commissie
voor de Buitenlandse
Betrekkingen wel klopt (doc. Nr.
2083/6), maar dat dit niet zo is
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Si vous le voulez bien, je continue. M. Van der Maelen a souligné
l'importance d'introduire, par le biais des amendements, la totalité du
code de conduite dans notre législation, introduction qui à ses yeux
est le point essentiel pour tous les signataires de la proposition de loi.
Ce code de conduite sera donc pris en compte dans l'évaluation
réalisée dans le cadre de la "PESC" lors de l'octroi de licences. La
liste du matériel militaire sera complétée en tenant compte de la liste
européenne dressée en vertu du point 5 des dispositions d'exécution
du code et le rapport annuel devra reprendre les arguments émis lors
de la discussion sur la mise en oeuvre du code européen.
Quant au rapport semestriel, Dirk Van der Maelen précise qu'il sera
examiné devant une commission ad hoc de la commission des
relations extérieures, commission qui appliquera le règlement de la
commission des achats militaires.
A cet égard, notre commission a décidé de retirer l'amendement
relatif à la constitution de cette commission ad hoc, considérant qu'il
s'agissait là d'une prérogative de la commission du règlement et
donc de l'ensemble de la Chambre qui doit se prononcer sur la
création
d'une nouvelle commission. Une proposition de modification
du règlement a d'ailleurs été déposée à cet effet.
Au nom du groupe Ecolo-Agalev, Mme Drion a approuvé les
amendements ayant pour mérite de rassurer le secteur et d'adresser
un signal positif à nos partenaires européens. Elle a exprimé le voeu
que notre législation ait un effet d'entraînement vis-à-vis de nos
partenaires comme l'a illustré notre loi sur les mines antipersonnel.
Elle conclut en disant que la formule retenue par la Belgique est
effectivement excellente parce qu'elle équilibre les impératifs
éthiques et les aspects commerciaux.
Pour le VLD, Stef Goris a insisté sur le double objectif poursuivi par
les auteurs de la proposition: l'augmentation de la transparence et
l'incorporation du Code de conduite. Des représentants de
l'opposition parlementaires se sont également prononcés sur ces
différents amendements.
Pour le CD&V, M. De Crem ne décèle pas dans la proposition de loi
un durcissement de la législation. Il considère que les amendements
sont le fruit de marchandages liés à d'autres dossiers. Il regrette
l'absence d'un réel contrôle parlementaire et propose que l'avis de la
commission des Affaires étrangères devienne contraignant.
M. Van den Eynde juge que les modifications apportées
assouplissent incontestablement la loi du 5 août 1991. La notion de
confidentialité défendue par les entreprises ne peut être, à ses yeux,
prise en compte par les partis défendant une plus grande
transparence sur ce dossier. Selon lui, les rapports constituent une
faible amélioration car les exportations seront effectives depuis
longtemps.
Pour le groupe VU&ID, Mme Van Weert conteste les marges
d'appréciation laissées aux ministres, ce qui empêche toute
amélioration de l'application de la législation. A ses yeux,
l'amélioration du contrôle parlementaire et de la transparence laisse
voor de Franstalige versie: de
woorden "la moindre" voor het
woord "influence" in de voorlaatste
regel van artikel 3 moeten worden
geschrapt.
De heer Van der Maelen heeft
erop gewezen hoe belangrijk het is
dat de gedragscode in onze
wetgeving wordt opgenomen. Hij
vindt het ook positief dat het
halfjaarlijks verslag door een ad
hoc commissie zal worden
onderzocht. Namens Ecolo-
Agalev heeft mevrouw Drion de
amendementen goedgekeurd, die
de verdienste hebben dat ze de
sector geruststellen en dat ze een
positief signaal geven aan onze
Europese partners. Zij hoopt dat
onze wetgeving een
voorbeeldfunctie zal hebben voor
de wetgeving in de andere landen.
De heer Stef Goris heeft gewezen
op de dubbele doelstelling van de
indieners van het wetsvoorstel:
meer transparantie tot stand
brengen en de gedragscode
overnemen.
Ook de vertegenwoordigers van
de parlementaire oppositie hebben
hun mening over die
amendementen gegeven. De heer
De Crem oordeelt namens de
CD&V dat dit wetsvoorstel de
bestaande wetgeving niet strenger
maakt en hij ziet de
amendementen als het resultaat
van een koehandel in het kader
van andere dossiers. Hij betreurt
dat er geen echte parlementaire
controle komt en stelt voor dat het
advies van de commissie
Buitenlandse Betrekkingen
bindend zou worden.
De heer Francis Van den meent
dat de aangebrachte wijzigingen
een versoepeling van de wet van
5 augustus 1991 inhouden. De
partijen die voorstander zijn van
meer transparantie in dit dossier
mogen geen rekening houden met
het begrip vertrouwelijkheid dat
door de bedrijven wordt
aangevoerd.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
beaucoup à désirer.
Pour le cdH, M. Jean-Pierre Grafé a déposé un amendement visant
à retarder la mise en vigueur de la loi jusqu'au moment où le code de
conduite deviendra contraignant dans une majorité des Etats
membres, dont la Grande-Bretagne et l'Allemagne. Cet amendement
a ensuite été retiré.
Les articles de la proposition de loi et les amendements de M. Van
der Maelen et consorts seront ainsi adoptés par la commission des
Affaires étrangères. Les amendements de Mme Brepoels, de Mme
Van Weert et de M. De Crem seront, quant à eux, rejetés.
Le texte final de la proposition a donc été approuvé par notre
commission par 7 voix pour, 3 voix contre et 2 abstentions. Je vous
remercie de votre attention.
Namens VU-ID stelt mevrouw Van
Weert de beoordelingsmarges die
aan de minister worden gelaten in
vraag. Zij is van oordeel dat de
verbetering van de parlementaire
controle en de verhoging van de
transparantie te wensen overlaten.
De heer Grafé heeft voor de cdH
een amendement ingediend dat
ertoe strekt de inwerkingtreding
van de wet uit te stellen tot de
gedragscode in een meerderheid
van de lidstaten, waaronder Groot-
Brittannië en Duitsland, bindend
wordt. Het wetsvoorstel werd
aangenomen met 7 stemmen
tegen 3 en 2 onthoudingen.
Délégation étrangère
Buitenlandse delegatie
Le
président
: Mes chers collègues, je profite de l'occasion pour accueillir à la tribune de la Chambre Mme
Amon Ago Marthe, première vice-présidente de l'Assemblée nationale de Côte d'Ivoire, chef de
délégation, Mme Dikebie Amenan Joséphine, députée du groupe parlementaire PDCI et M. Fanny Mory,
député du groupe parlementaire Solidarité Plus et premier conseiller de l'Ambassade. Je vous ai accueillis
hier à la présidence, je vous accueille avec grand plaisir et je souhaite à votre pays paix et prospérité.
Merci d'être parmi nous.
(Applaudissements)
(Applaus)
Algemene bespreking (voortzetting)
Discussion générale (continuation)
02.09
Leen Laenens
, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de vice-eerste minister, collega's, ik zal proberen een synthese te
geven van hoorzittingen die een hele dag in beslag hebben
genomen, maar die zeer zinvol waren. Ik wil alle sprekers kort
vermelden.
Tijdens de voormiddag was er een resem NGO-voorzitters. Mevrouw
Montserrat Carreras, die Amnesty International vertegenwoordigt, is
begonnen. Zij onderstreept dat geen enkele regering conform het
internationaal recht de uitvoer van wapens mag toestaan naar een
land waar een manifest risico bestaat dat die wapens zouden worden
gebruikt om mensenrechten op flagrante wijze te schenden. Zij zegt
dan ook dat het zinvol zou zijn dat alle regeringen een internationaal
en afdwingbaar verdrag zouden sluiten met betrekking tot de controle
op de wapenuitvoer.
Amnesty stelt nochtans dat er met deze wetswijziging een
betekenisvolle vooruitgang wordt geboekt. De bemerkingen van
Amnesty komen er in essentie op neer dat er een grotere
verantwoordelijkheid zou liggen op het uitvoerland, niet alleen op het
vlak van de wetgeving maar zeker op het vlak van de controle en
vooral ook van de aanwending van de wapens. Amnesty is gekant
tegen de vraag van de wapensector om de verplichting tot
vergunning op de heffen voor een aantal NAVO- en andere
02.09
Leen Laenens
, rapporteur:
Je rends compte des auditions
consacrées à la loi sur les armes
par la commission. Cette dernière
a tout d'abord procédé à l'audition
des différentes ONG. Le
représentant d'Amnesty
International affirme qu'aucun
gouvernement ne peut exporter
d'armes vers des pays qui violent
les droits de l'homme.
L'organisation insiste sur la
nécessité d'une convention
internationale et considère cette
modification de la législation
comme un progrès. Le pays
exportateur doit être davantage
responsabilisé. Les entreprises
privées doivent également être
soumises à des règles. Amnesty
n'est pas favorable à
l'établissement d'une liste noire et
ne souhaite pas
d'assouplissement des
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
geassocieerde landen. Ten slotte stelt Amnesty dat er een aantal
afdwingbare regels moeten zijn voor de overdracht naar andere
landen en dat zulks ook moet gelden voor privé-ondernemingen.
Toen men haar vroeg wat Amnesty vond van de opstelling van een
zogenaamde zwarte lijst, antwoordde zij dat Amnesty er geen
voorstander van was, omdat het opstellen van zo'n lijst tot gevolg
zou kunnen hebben dat voor uitvoervergunningen naar andere
landen de criteria van de mensenrechten niet meer zouden worden
geëist.
De heer Bernard Adam vertegenwoordigt GRIP, een onafhankelijk
onderzoekscentrum. Hij benadrukt dat er twee belangrijke nieuwe
criteria worden toegevoegd, zoals collega Bacquelaine al heeft
vermeld. Het gaat met name om het verbod om wapens uit te voeren
naar landen waar kindsoldaten worden ingezet en de uitbreiding van
de toestemming om wapens uit te voeren ten opzichte van de wet
van 1991. Voorts is er de opneming van de Europese gedragscode.
Iedereen weet intussen dat die Europese gedragscode tot nu toe
geen juridische verplichting inhoudt. Ook andere sprekers bevestigen
dat België hiermee een belangrijke voortrekkersrol opneemt. Men
hoopt dat dit signaal tot gevolg zal hebben dat er versneld een
gemeenschappelijk beleid inzake wapenuitvoer binnen Europa zal
totstandkomen.
Er is ook een duidelijke verbetering met betrekking tot een strikter
toezicht op de eindbestemming. Hij vraagt met aandrang ook de
authenticiteit van het attest van de eindbestemming beter te
controleren. Hij pleit voor een meer collectieve besluitvorming op het
niveau van de regering. GRIP denkt niet dat de toepassing van dit
wetsvoorstel ook maar enige sociaal-economische weerslag zal
hebben op de sector. Volgens GRIP zeggen sommigen dat wel
20.000 banen door dit wetsvoorstel op het spel zouden worden gezet,
maar het zou gaan om 7.000 directe banen in de sector. Hij
benadrukt nogmaals de noodzaak van een betere controle.
Voor Pax Christi Vlaanderen heeft de heer Bart Horemans het woord
genomen. Hij zegt dat zijn organisatie gematigd tevreden is over
deze verbetering. Ook hij zegt dat het vooral zal gaan om de
naleving. Hij roept op om samen met het Internationaal Actienetwerk
Lichte Wapens, IANSA, de campagne te ondersteunen die wil dat
onder het Italiaans voorzitterschap het maken van de Europese code
tot een bindende code een van de prioriteiten op de Europese
agenda zou zijn.
Er was ook een korte discussie over de definitie van kindsoldaten en
over welke leeftijd daarvoor in aanmerking moet worden genomen.
Een ander aspect is de transparantie en de controle, waarin zij
nogmaals benadrukken dat het Parlement zijn controlefunctie
maximaal moet kunnen uitoefenen en dat dit met dit wetsvoorstel
toch verbeterd wordt. Daarvoor moet het rapport ook voor elke
toegekende of geweigerde vergunning aangeven wie de producent
en de bestemmeling is en preciseren over welke soort wapens of
materieel het ging, ook vooral voor dual use.
Er wordt een vergelijking gemaakt met wetgeving in andere landen
en nog eens beklemtoond dat markering en tracering een belangrijk
exportations vers les pays de
l'OTAN.
Le GRIP note l'adjonction d'un
nouveau critère important:
l'interdiction d'exporter vers les
pays qui ont recours aux enfants
soldats. Il faut mettre en place une
réglementation européenne
contraignante en la matière. Pour
le GRIP, la Belgique joue un rôle
de pionnier à cet égard. Ces
mesures n'auront aucune
influence sociale ou économique
sur le secteur. En outre,
l'organisation préconise un
meilleur contrôle de la destination
finale des armes et le recours à un
processus décisionnel plus
collectif au sein du gouvernement.
L'organisation
Pax Christi
est
satisfaite des aménagements et
se joint à la campagne qui vise à
rendre le code européen
contraignant sous la présidence
italienne. Cette modification de la
loi tend à améliorer la
transparence et le contrôle. Il faut
que les rapports soient établis
avec le plus de précision possible
afin que le Parlement puisse
exercer sa mission de contrôle. A
cet effet, il faut organiser au
mieux le marquage et la
traçabilité des armes.
Le "Forum voor vredesactie" ne
constate guère d'amélioration en
ce qui concerne la transparence et
les possibilités de contrôle. Le
contenu des rapports importe
davantage que la fréquence de
ces derniers.
Des représentants des entreprises
ont pris la parole au cours de la
réunion de l'après-midi: Agoria,
Barco, Herstal, Sabca, etc. Ils ont
souligné que que la législation
belge en matière d'armements est
une des plus sévères au monde et
que, bien que l'aspect éthique du
dossier reste primordial, la
dimension socio-économique ne
doit pas être perdue de vue. Ils
ont demandé que toutes les
initiatives soient prises au niveau
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
hulpmiddel zouden zijn in een degelijke rapportage die controle
toelaat. Zowel de heer Horemans als later de heer Crols
beklemtonen het feit dat tot nu toe de afdwingbaarheid van de
wetgeving voor die twee een probleem is en zij pleiten ervoor dat
recht ook toe te kennen zodat zij wapenexportlicenties juridisch
zouden kunnen aanvechten.
De volgende vertegenwoordiger van het Forum voor Vredesactie, de
heer Crols, zegt dat de belangrijkste punten de transparantie en de
controleerbaarheid zijn. Daarin ziet hij nauwelijks
vermeldenswaardige verbeteringen. Hij vergelijkt met
milieuvergunningen om aan te tonen dat transparantie een goede
zaak is, want tien jaar geleden, stelt hij, waren milieuvergunningen
geheim en het resultaat was dat de milieuwetgeving door de overheid
in haar vergunningsbeleid niet werd toegepast. Op het ogenblik dat
dit transparant geworden is, is er een gevoelige verbetering waar te
nemen van die wetgeving. Niet zozeer het aantal rapporten is
belangrijk, maar wel wat erin staat. Hij maakt de vergelijking met de
rapportage in de Verenigde Staten, Nederland, Duitsland en het
Verenigd Koninkrijk. De controleerbaarheid van de wapenwet, zoals
gesteld, vindt hij ook geen noemenswaardige verbetering.
Na de heer Crols is de heer Albert van de Commissie
"Rechtvaardigheid en Vrede" aan het woord gekomen. Hij heeft de
internationale context gesitueerd, gaande van de Koude Oorlog tot
11 september als een belangrijk gegeven dat maakt dat de
verspreiding van de lichte wapens nog veel groter is en een veel
grotere impact heeft dan vroeger. Hij heeft de link gemaakt met
België en gesteld dat België deel uitmaakt van de dertien landen die
de wereldhandel in lichte wapens domineren en, meer nog, dat FN
10% van alle aanvalsgeweren die wereldwijd worden vervaardigd,
voor zijn rekening neemt. Hij ziet de huidige wet als een belangrijke
vooruitgang, ook omwille van de Europese dynamiek die daarmee op
gang getrokken wordt.
Bij de opmerkingen van de aanwezige leden op de inleidingen
gebracht door de verschillende vertegenwoordigers, stelde de
indiener, de heer Van der Maelen, dat hij het niet eens is met de
kritiek als zou het een versoepeling zijn van de wapenwet en hij is
daarvoor in detail gegaan. Ik ga ervan uit dat dit later in de discussie
nog wel meer naar voren zal komen.
Wat betreft de vraag over een meer collectieve besluitvorming, heeft
collega Chevalier beklemtoond dat de minister niet alleen beslist,
aangezien hij beschikt over rapporten van zijn administratie, en
geconcludeerd dat het een gezond principe is dat de politicus degene
is die de verantwoordelijkheid op zich neemt.
Collega Vanhoutte heeft het voorbeeld aangehaald van de
Delcrederedienst, waarvoor verscheidene ministers voor een
beslissing verantwoordelijk zijn wat inzake besluitvorming alles
behalve meer duidelijkheid geeft.
Collega Denis vindt dat de vertegenwoordigers van de NGO's de
wapensector soms te eenzijdig hebben voorgesteld.
Wat de discussie van de leeftijd van de kindsoldaten betreft, heeft
mevrouw Montserrat Carreras van Amnesty International gezegd dat
européen et que la procédure
administrative soit simplifiée. Les
multiples modifications de loi
opérées en Belgique et la
suppression de la non-publicité,
que d'aucuns réclament,
inquiètent les clients potentiels. Ils
ont rappelé instamment que
18.000 emplois et des millions de
chiffre d'affaires sont en jeu.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
het internationaal recht hierover niet eenduidig is. De discussie werd
nog gevoerd over de tegenstelbaarheid van de wet. Dit werd
geïllustreerd met het geval van het voor de Raad van State brengen
van een zaak. Deze geeft een zeer beperkende interpretatie aan het
begrip belang in de zaak. Bij de Raad van State werd een zaak
ingeleid om de wapenlevering aan Nepal aan te vechten.
Collega Goris heeft de voortrekkersrol van België in Europees
verband nogmaals benadrukt. Ten slotte heeft collega Grafé gesteld
dat het onaanvaardbaar is dat de indieners de Europese
gedragscode hebben opgesplitst in een afdwingbaar gedeelte en een
louter indicatief gedeelte. Dit is later in de discussie ook nog
teruggekomen en het is ook weerlegd omdat de Europese
gedragscode integraal deel uitmaakt van deze wetswijziging. Zowel
collega Drion als collega Goris trekken in twijfel dat de transparantie
in de Amerikaanse wetgeving groter zou zijn.
In de namiddag hebben we dan de vertegenwoordigers van de
ondernemingen gehoord. De heer Paul Soete heeft als gedelegeerd
bestuurder van Agoria de federatie voorgesteld en gezegd dat die
sector goed is voor een omzet van 600 miljoen euro en 18.000
werknemers. Binnen de sector van Agoria heeft de heer Jean-Claude
Lacroix als vertegenwoordiger van BDIG, dit is de Belgian Defense
and Security Industry Group, gezegd dat zij allemaal, zonder
uitzondering dezelfde deontologie en ethiek in acht nemen. Ze doen
dit als geheel van de Agoria-leden. Hij heeft ook gesteld dat ze
steeds binnen een strikt wettelijk raam handelen en hierbij de
grootste transparantie nastreven. We mogen toch niet uit het ook
verliezen dat de industriëlen actief zijn in een wereld waar
concurrentie als een zeer belangrijke regel geldt. Ook in dat kader
van de concurrentie is het voor hen belangrijk en zijn ze
medestander om de gedragscode verplicht te maken op Europees
niveau. Ze vragen een versoepeling voor de procedure voor een
aantal vergunningen. Ze vragen dit met name voor de overdracht
van goederen naar landen van de Europese Unie, de NAVO of
geassocieerde landen. Ze benadrukken dat heel wat van hun
leveringsovereenkomsten een clausule van geheimhouding inhouden
en dat aangezien het zeer dikwijls investeringsprogramma's op lange
termijn betreft, betekent een vertrouwensband een essentieel feit.
De heer Vandenbroucke die Barco vertegenwoordigt, vindt dat het
wetsvoorstel buitensporig lijkt ten aanzien van de nagestreefde
doelstelling. Hij meent dat we nu reeds de strengste wetgeving van
Europa hebben of misschien zelfs van de wereld. Ze willen opmerken
dat indien Europa wenst dat zijn politieke dimensie nauwer aansluit
bij haar economisch gewicht, er niet alleen moet worden gekeken
naar de exportwetgeving, maar dat België ook zal moeten investeren
in defensie in een Europees kader.
In de eerste plaats zou het volgens hem wenselijk zijn rekening te
houden met de aard van het product om uit te maken aan welke
administratieve behandeling het moet worden onderworpen en voor
een aantal houdt dit zeker een versoepeling in. De heer Philippe
Penson van de groep Herstal zegt dat het binnen de groep Herstal
FN is dat zich toespitst op de militaire sector en dat zij in een zeer
concurrerende sector zitten van ondernemingen die sterk door hun
regering worden gestuurd en ondernemingen waarvan het bestaan
beantwoordt aan doelstellingen die niet alleen economisch zijn. Zij
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
zeggen dat hun marktpositie in de eerste plaats bepaald wordt door
een ethische ingesteldheid en dat zij bijvoorbeeld voorlopers zijn in
het referentiepunt wat betreft de markering van de wapens.
Daarnaast zijn kwaliteit en de technologische ontwikkeling hun
belangrijkste troeven. Telkenmale er een wijziging is van de
Belgische wetgeving stellen ze was dat er vele reacties van
verontruste klanten komen.
De heer Raymond Pelicero vertegenwoordigt SABCA. SABCA is een
industrie die met 1.200 personeelsleden vooral in de sector van de
ruimtevaart en naast de defensieluchtvaart ook meer en meer in de
burgerluchtvaart actief is. De uitvoervergunningen vormen voor hem
een cruciaal onderwerp omdat zeker een derde van hun banen
afhangen van de export. Voor de heer Jean-Louis Fournereau die
Tex Space Aero vertegenwoordigt, een centrum bij uitstek van
militair onderhoud van de groep SNECNA, zijn deze wetgeving en de
aangehaalde bemerkingen van de collega's cruciaal. Ten slotte heeft
de heer Freddy Versluis van OIP Sensor Systems gezegd dat andere
Europese landen een administratief systeem hebben dat heel wat
flexibeler is en ervoor gepleit het Belgisch systeem conform te
maken. Het besluit van de sector werd geformuleerd door de heer
Soete die zegt dat de industriesector er de voorkeur aan geeft alle
initiatieven op Europees vlak te nemen en dat de wijziging daartoe
ten dele zou moeten strekken. Daarnaast zegt hij dat de bevoegde
ministers de mogelijkheid moet worden geboden rekening te houden
met de ethische criteria en met de sociaal-economische en
industriële criteria. De vertrouwelijkheid moet steeds gegarandeerd
worden en de administratieve procedure moet vereenvoudigd worden
voor een aantal Europese landen. Tot zover het verslag van de
hoorzitting.
De
voorzitter
: Voor het ogenblik zijn mevrouw Brepoels, mevrouw Van Weert, de heer Bacquelaine, de
heer Valkeniers, Mevrouw Daerden, de heer Van den Eynde, de heer De Crem, de heer Decroly en
mevrouw Laenens ingeschreven. Mijnheer De Crem, ik had uit galanterie eerst mevrouw Brepoels
voorzien, daarna de heer Bacquelaine en dan u.
02.10
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de vice-eerste minister, collega's, ik dank de rapporteurs voor het
uitgebreide verslag, want ik moet toegeven dat ik niet alle
besprekingen hebben kunnen volgen omdat de meerderheid op een
bepaald ogenblik deze wetswijziging bij nacht en ontij wilde
doorvoeren. Men liet de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen vergaderen na plenaire vergaderingen, op onmogelijke
momenten en zonder afspraken en dit alles in het kader van een
politiek akkoord. Ik druk mij hierbij zeer voorzichtig uit en zou het
veeleer een politieke koehandel moeten noemen. Dit is gebeurd op
het ogenblik dat de wijziging van de tabakswet ten voordele van
Francorchamps hier ter sprake kwam.
Ik denk dat wij voldoende kansen gehad hebben om heel dit politieke
schouwspel te volgen vanaf de zomer van vorig jaar toen de regering
besliste om wapenleveringen toe te staan aan die prille democratie in
Nepal. Heel dit schouwspel had niet alleen tot gevolg dat Agalev-
minister Aelvoet ontslag nam, maar leidde enkele maanden later ook
tot een politiek akkoord over een wijziging van de wapenwet.
Officieel, althans volgens de collega's van Agalev en SP.A, moest
deze wijziging er komen om in de toekomst een Nepal-bis uit te
sluiten. De wijziging moest ook een schaamlapje worden voor die
02.10
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Au cours de l'été 2002, le
gouvernement a décidé
d'autoriser la livraison d'armes au
Népal, ce qui a provoqué la
démission de Mme Aelvoet,
ministre Agalev, et a inspiré,
quelques mois plus tard, une
proposition modifiant la loi sur les
armes. Cette nouvelle loi doit
éviter que l'affaire népalaise ne se
reproduise. On ne pardonnerait
pas au sp.a et à Agalev la
répétition d'un tel incident.
Ces deux partis ont fait
ultérieurement des déclarations
musclées mais il ne reste rien des
quatre points consignés par les
Verts dans une motion d'actualité
lors d'une réunion de leurs
membres.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
partijen en dan denk ik in de eerste plaats aan Agalev en in iets
mindere mate aan de SP.A. Een keer onoplettend zijn in de Kern kon
er nog wel door, maar een tweede keer zou absoluut onaanvaardbaar
zijn.
In die periode werden er vooral door vertegenwoordigers van die
partijen stoere verklaringen afgelegd. Ik zou de collega's van Agalev
toch nog even willen herinneren aan hun bijzonder belangrijke
ledenbijeenkomst die zij op 19 oktober hebben gehouden. Op die
bijeenkomst hebben zij een actualiteitsmotie unaniem goedgekeurd
met daarin vier punten. Ik kan u op voorhand al zeggen dat er van
die vier punten op dit ogenblik geen enkel overeind blijft.
Wat waren die punten? Ten eerste, de mededeling van vice-eerste
minister Michel op 15 oktober, op het ogenblik dat de eerste missie
terugkwam van Nepal, namelijk dat de wapenleveringen aan Nepal
gewoon konden doorgaan, was volgens Agalev geheel misplaatst. De
vice-eerste minister heeft enkele weken later precies hetzelfde
herhaald toen de tweede missie haar verslag indiende. Ten tweede,
Agalev bevestigde dat, als de omstandigheden in Nepal onveranderd
zouden blijven, de voorwaarden voor een levering niet vervuld
waren. Na een evaluatie van het rapport van de observatiemissie en
andere relevante rapporten zoals van Amnesty International, zou de
Kamerfractie van Agalev minister Michel dan ook confronteren met
de toepassing van artikel 7 van de wapenwet.
U weet dat die stelling van de Agalev-ledenbijeenkomst achteraf door
minister Vogels en minister Tavernier werd verwoord als zou men
een rondje pesten starten tegen de vice-eerste minister. Ik heb daar
alvast niets van gemerkt, collega's. Ik ben, denk ik, toch bijna altijd
hier aanwezig geweest in alle commissievergaderingen en plenaire
vergaderingen. Voorzitter, collega Laenens wil blijkbaar iets
opmerken.
Les Verts ont tout d'abord estimé
que la déclaration de M. Michel
selon laquelle les armes seraient
en tout état de cause livrées était
déplacée. Cela n'a pas empêché
le ministre de réitérer cette
déclaration à l'issue de la
deuxième mission au Népal.
Les Verts ont ensuite déclaré
qu'ils harcèleraient le ministre
Michel s'il s'avérait que les
conditions de livraison n'étaient
pas respectées. Mais ces
intentions sont restées lettre
morte.
De
voorzitter
: Verontschuldig mij, ik heb maar een oor, de regering heeft er twee. U hebt het woord,
mevrouw Laenens, voor een onderbreking.
02.11
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Ik denk dat we het hier
gaan hebben over de hervorming van de wapenwet. Mevrouw
Brepoels wil ons politiek geheugen opfrissen. Ik denk dat dit echt niet
nodig is, dat we daar wel mans en vrouws genoeg voor zijn. Ik wil
haar attent maken op het feit dat ik, vooraleer zij de minister in
plenaire vergadering ondervraagd heeft over de precieze
problematiek van het respect voor de mensenrechten in Nepal als
gevolg van het rapport van Amnesty, al een vraag aan de minister
daaromtrent heb ingediend. Omwille van de buitenlandse missies
hebben wij sinds het indienen van mijn vraag tot nu nog geen
gelegenheid gehad om vragen te stellen in de commissie. Dit punt is
echter voor de eerstvolgende commissievergadering geagendeerd.
Voor de rest stel ik voor dat we op dat moment verder ingaan op die
punten die u hier aanhaalt.
02.11
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Ma volonté est bel et
bien d'interroger le ministre à
propos des rapports d'Amnesty et
de Human Rights Watch mais, en
raison de circonstances diverses,
je n'en ai pas encore eu
l'occasion.
02.12
Frieda Brepoels
(VU&ID): Voorzitter, ik wil natuurlijk in het
kader van de bespreking van die gewijzigde wapenwet toch even
toelichten waarom ik denk dat die wijziging er gekomen is en waarom
ik denk dat die wijziging dus absoluut onaanvaardbaar is. Zij brengt
een versoepeling teweeg van de huidige wapenwet. U zegt dat u
02.12
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Les Verts allaient également
invoquer l'article 7 de l'actuelle loi
sur les armes pour empêcher la
livraison d'armes au Népal. Mais il
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
door omstandigheden de vice-eerste minister nog altijd niet hebt
kunnen ondervragen over een aantal rapporten die Amnesty
inderdaad terecht en gisteren nog Human Rights Watch over Nepal
verspreid hebben. Ik had het over het tweede aspect van uw motie,
over het feit dat u de toepassing van artikel zeven van de huidige
wapenwet zou inroepen, precies om te beletten dat er wapens
zouden worden geleverd aan Nepal of om die wapenlevering ergens
onderweg tegen te houden. Ik moet eerlijk zijn. Op het ogenblik dat ik
enkele weken geleden vernam dat er problemen waren om het
luchtruim boven India te gebruiken voor de verscheping of het
overvliegen van de wapens, dacht ik dat Agalev blijkbaar toch nog
actief was op het terrein tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Spijtig
genoeg hebben die wapens enkele weken in Kazakstan gestaan en
zijn toch wonderwel in Nepal aangekomen. Laten we zeggen,
mevrouw Laenens, dat ik van het inroepen van artikel zeven
alleszins niets heb gemerkt. De eerste levering is gebeurd. De
omstandigheden zijn in feite alleen nog erger geworden. U zegt zelf
dat er een nieuw onderzoek is door Amnesty International. Gisteren
heeft Human Rights Watch iets gesteld wat ik degenen die het
rapport nog niet hebben kunnen inkijken, niet wil onthouden. Het is
een heel recent rapport: 2003, het jaarrapport. Zij stellen: "In Nepal is
er op grote schaal een burgeroorlog uitgebroken". Misschien moet de
website van Buitenlandse Zaken ook opnieuw in die zin worden
aangepast op het ogenblik dat men de mensen wil informeren over
de toestand aldaar.
Er is een burgeroorlog uitgebroken tussen een onpopulaire regering
en gewelddadige maoïstische rebellen. De rebellen richten meestal
een bloedbad aan bij de politie en de militairen. De regeringstroepen
reageren veelal met geweld tegen burgers. De conclusie die we
daaruit kunnen trekken, is dat zowel de regering als de rebellen de
mensenrechten in Nepal op grote schaal schenden.
Zoals ik reeds zei, is ondertussen vorige week de eerste lading
Belgische wapens in Kathmandu aangekomen. Er hebben ook nog
geen verkiezingen plaatsgevonden. Mevrouw Laenens, u weet dat
die waren gepland voor eind november. Voor zover ik weet, werd nog
steeds geen datum bepaald en het is nu toch al half januari. Intussen
worden ook massaal Amerikaanse wapens geleverd en Amerika
plant volgende week zelfs gezamenlijke militaire oefeningen in
Centraal-Nepal.
Mevrouw Laenens, het derde aspect dat ik u toch nog even wil in
herinnering brengen, is dat Agalev zei tevreden te zijn met de
verstrenging van de wapenwet. Ze zei dat de criteria strenger en de
parlementaire controle beter worden en ze eiste dat deze wet nog dit
jaar wordt gestemd. Dat was wel vorig jaar. We zijn inderdaad nog
maar een maand later. Wat zegt vice-eerste minister Michel echter
aan ieder die het wil horen? Hij heeft het immers hier in het
Parlement aan mij geantwoord op 12 december. "In de toekomst zal
de volgende wapenlevering aan Nepal nog gemakkelijker gaan, het
zal normaler zijn, het zal nog logischer zijn." Ik citeer u uit het
Integraal Verslag: "De wet is een verduidelijking van ..."
n'en a rien été et cela ne changera
pas, alors qu'Amnesty et HRW
dénoncent une détérioration de la
situation au Népal: une véritable
guerre civile oppose le
gouvernement et les rebelles et
les deux partis se rendent
coupables de violations des droits
de l'homme. Les élections ont été
annulées.
Agalev semble se satisfaire du
renforcement de la loi sur les
armes. En décembre dernier, le
ministre Michel avait toutefois
affirmé, sans sourciller, que la
décision de procéder
ultérieurement à une autre
livraison serait encore plus facile,
plus normale et plus logique.
02.13 Minister
Louis Michel
: (...)
02.14
Frieda Brepoels
(VU&ID): In de plenaire vergadering van
12 december. Ik heb het Integraal Verslag bij. Ik kan het helemaal
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
lezen als u dat wenst. Ik citeer u: "Op uw laatste vraag of ik, op basis
van de nieuwe wapenwet waarover nog moet worden gestemd,
dezelfde beslissing zou nemen, antwoord ik ja natuurlijk. Het zou
zelfs nog gemakkelijker gaan, het zou normaler zijn, het zou nog
logischer zijn. Tot daar mijn antwoorden mevrouw Brepoels".
02.15 Minister
Louis Michel
: (...) duidelijker, maar dat is niet
gemakkelijker.
02.16
Frieda Brepoels
(VU&ID): Maar u hebt dat wel gezegd. Het
zou zelfs nog gemakkelijker gaan. Mijnheer de vice-eerste minister,
ik citeer u. Ik vind hier niets uit.
De stelling die ik wil verdedigen, is dat de nieuwe wet geschreven is
op maat van het dossier-Nepal. Deze wet is dan ook een
onaanvaardbare versoepeling van de huidige wet.
Ten slotte, mijnheer de voorzitter, het vierde punt dat Agalev door al
haar leden liet goedkeuren, was dat zij haar positie in de regering
blijft gebruiken om het wapenleveringsbeleid op te volgen en de
voorwaarden voor leveringen in de toekomst te verstrengen. U hebt
het al gehoord, ik heb de minister al geciteerd. Ik heb uw vice-
premier, de heer Tavernier, nog niet gehoord. Nochtans verklaarde
hij heel fier, vlak na zijn eedaflegging op het Paleis, dat de wapens
niet zomaar zullen worden geleverd.
Ik wil het ook even over de SP.A hebben. Ik stel vast dat zelfs de
fractievoorzitter, de heer Van der Maelen, hier niet aanwezig is.
02.16
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Enfin, les écologistes, forts de leur
position au sein du gouvernement,
avaient annoncé qu'ils suivraient
attentivement la politique menée
en la matière et continueraient à
oeuvrer pour le renforcement des
conditions d'exportation. Quelle
fanfaronnade!
La situation n'est pas meilleure en
ce qui concerne le sp.a. Ce
renforcement de la loi sur les
armes, que ses membres avaient
tant appelé de leurs voeux, s'est
en fin de compte mué en un
assouplissement.
De
voorzitter
: Mevrouw Brepoels, hij heeft zich laten verontschuldigen voor een geldige reden. Ik wens
dit hier op te merken. Ik ben ervan overtuigd dat het hem spijt hier niet aanwezig te kunnen zijn.
02.17
Frieda Brepoels
(VU&ID): Hij heeft zijn kat gestuurd.
De
voorzitter
: Ik zie geen kat zitten op de SP.A-banken.
02.18
Frieda Brepoels
(VU&ID): Hij heeft dus niemand gestuurd
om hem te vervangen.
Niet alleen heeft fractieleider Van der Maelen zijn tanden
stukgebeten op die wapenlevering en enkele weken geleden zelfs
zijn tong moeten afbijten, hij legde ook de sterke verklaring af dat
indien de situatie in Nepal gunstig evolueert, er geen probleem is,
maar indien het daar in de slechte richting gaat, het debat in België
opnieuw zal oplaaien.
Mijnheer Van der Maelen, u bent wel niet lijfelijk aanwezig, maar u
bent hier zeker geestelijk aanwezig. De rapporten van de twee
missies die de vice-eerste minister heeft laten uitvoeren hebben wij
kunnen inkijken. Die zijn toch duidelijk wat de situatie ter plekke
betreft. Ik heb het niet over de conclusies ervan, wel over de
omschrijving. Ook het rapport van Amnesty International en het
jaarrapport van Human Rights Watch zijn duidelijk. U zegt voorts:
"Mijn beoordeling wordt bepaald door het aantal burgerslachtoffers".
Zijn die er nog niet genoeg gevallen, mijnheer Van der Maelen? Het
is toch duidelijk dat in de sinds 1996 ontstane rebellie er al zowat
8.000 mensen het leven gelaten hebben in Nepal?
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Ten slotte, zelfs VLD-voorzitter De Gucht liet zich begin oktober
ontvallen, nadat de Nepalese koning de regering naar huis had
gestuurd en de verkiezingen had uitgesteld: "U zult mij niet meer
horen zeggen dat Nepal een prille democratie is". Nochtans, collega's
was dat precies het argument van eerste minister Verhofstadt om de
levering goed te keuren. Mevrouw Laenens, uw voorzitter, of uw
partijsecretaris, ik weet niet hoe ik hem moet betitelen de heer
Geysels, zei: "Als de toestand niet verbetert tegen december kunnen
de wapens gewoon niet geleverd worden". Vast staat in elk geval dat
de exportlicentie, zoals die door de regering werd afgeleverd aan FN,
niet in overeenstemming was met de Belgische wapenwet op dat
ogenblik en dat de wet dus moest gewijzigd, lees versoepeld, worden
om de volgende leveringen die nog moeten gebeuren in 2003, 2004
en 2005 mogelijk te maken. Ik vind dat onbegrijpelijk omdat SP.A en
Agalev precies het verstrengen van de wet hadden gevraagd na de
beslissing tot wapenlevering aan Nepal. Ik zei het al: dat zou maar
één keer door de vingers gezien worden.
02.19 Minister
Louis Michel
: Maar de wet is nu toch strenger? De
Europese code in de wet inbouwen, maakt die toch strenger? Wij zijn
de eersten in Europa die het doen. U bent dus totaal verkeerd.
02.19 Minister
Louis Michel
: Il
est évident que la loi est rendue
plus stricte, puisqu'elle comprend
à présent le code européen. Nous
sommes désormais en tête, loin
devant les autres pays européens.
02.20
Frieda Brepoels
(VU&ID): Dat is ook niet waar. Wij zijn niet
de eersten.
02.21 Minister
Louis Michel
: Het is intellectueel niet eerlijk zoiets te
beweren.
02.22
Frieda Brepoels
(VU&ID): Het is absoluut niet waar. Ik was
net aan het aantonen dat, wat men ook moge beweren over het
effect van het invoeren van die Europese gedragscode... Van de
bibliotheek van het Parlement hebben wij twee zeer lijvige werken
gekregen waarin precies...
02.23
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, je
crois qu'on ne peut pas laisser dire des choses inexactes par M. le
ministre des Affaires étrangères.
02.23
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Men mag de
minister van Buitenlandse Zaken
hier geen onwaarheden laten
vertellen.
02.24
Louis Michel
, ministre: (...)
02.25
Vincent Decroly
(indépendant): J'y reviendrai tout à l'heure,
juridiquement et textuellement, monsieur Michel.
Quand vous dites, d'une part, que les dispositions du code de
conduite européen sont intégrées dans la proposition déposée par la
majorité, ce n'est que partiellement faux ou ce n'est que
partiellement vrai, dans la mesure où toutes les dispositions du code
de conduite européen ne se retrouvent pas dans votre texte. Et
même lorsque ces dispositions s'y retrouvent, c'est généralement
d'une façon édulcorée ou sous une forme rabotée je le prouverai
tout à l'heure, texte en main qui font de ces dispositions du code de
02.25
Vincent Decroly
(indépendant): Het is maar
gedeeltelijk waar dat de Europese
gedragscode in de voorliggende
tekst is opgenomen. Sommige
elementen komen in de tekst
voor, maar dan in een
bijgeschaafde, afgezwakte en
geenszins bindende vorm.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
conduite des éléments de vague repère pour votre texte, mais pas du
tout des éléments contraignants et pas du tout des éléments
restrictifs. Je le prouverai tout à l'heure.
02.26
Louis Michel
, ministre: Monsieur le président, je voudrais
simplement poser une question à M. Decroly, s'il m'y autorise. Y a-t-il
une législation dans un pays européen qui reprend déjà le code de
conduite sous forme coercitive? Non! Aucune! Il n'y a aucune
législation qui va aussi loin que la nôtre désormais. Ce que vous
dites est faux.
02.26
Minister
Louis Michel:
Is
er één Europees land dat de
bepalingen van de Europese
gedragscode op een dwingende
manier in zijn regelgeving
opneemt? Neen. Wat u verklaart
is dus onjuist en toont enkel aan
hoe demagogisch uw verklaringen
wel zijn.
02.27
Vincent Decroly
(indépendant): (...)
02.28
Louis Michel
, ministre: Vous continuez à être démagogique.
Le
président
: Monsieur Decroly, il ne faut pas tout dire avant que vous ne soyez à la tribune.
02.29
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de vice-eerste minister, de bibliotheek bezorgde ons twee lijvige
werken, waarin een vergelijking wordt gemaakt met de wijze waarop
in de ons omringende landen criteria worden gehanteerd in de
wapenwet of in een code in dat verband. Dit gebeurt niet overal
gelijklopend.
Zo merk ik bijvoorbeeld in dat overzichtwerk dat in Duitsland de
criteria in verband met de export, die voortvloeien uit een aantal
principes die de juridische basis vormen voor de export, worden
opgenomen uit de Europese Gedragscode. Soms worden deze zelfs
strikter toegepast.
Uit het jaarrapport van Nederland, waarin de criteria voor de
exportvergunningen, voor de gevolgde beleidslijnen en dergelijke
worden geformuleerd, blijkt dat men daar rekening houdt met
verschillende internationale afspraken en verbintenissen. Dat wordt
getoetst aan de acht criteria die zijn vastgelegd in de Europese
Gedragscode.
Zowel Nederland als Duitsland doen dit dus reeds. In Duitsland leidde
dat het voorbije jaar zelfs tot een belangrijke procentuele daling
inzake de uitvoer van oorlogswapens.
Daarnet zei ik dat, wat men ook moge beweren over het effect van
de invoering van de Europese Gedragscode, het voor mij als een
paal boven water staat dat er flink wordt getornd aan artikel 4 van de
huidige wet. Het is precies artikel 4 waarnaar voortdurend werd
verwezen in het kader van de wapenleveringen aan Nepal.
Mijnheer de vice-eerste minister, u weet best dat artikel 4 van de
huidige wet bepaalt dat elke aanvraag tot het verkrijgen van een
uitvoer- of doorvoervergunning wordt verworpen wanneer het land
van bestemming het hoofd moet bieden aan zware interne
spanningen die van aard zijn om te leiden tot een gewapend conflict,
wanneer het land in een burgeroorlog is verwikkeld, wanneer het
onder een regering staat die terreurdaden of drughandel steunt of
02.29
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Il existe de bonnes études
comparatives. Il en ressort que
l'Allemagne et les Pays-Bas
appliquent très strictement le code
de conduite européen et les
accords et engagements
internationaux.
L'article 4 de la loi actuelle est
sévère: il interdit l'exportation si le
pays de destination est en proie à
des tensions internes ou est
engagé dans une guerre civile. La
nouvelle proposition renonce à ce
principe de précaution.
Désormais, l'exportation sera
toujours autorisée, à moins qu'elle
n'engendre une augmentation des
problèmes dans le pays de
destination. La loi est ainsi vidée
de sa substance!
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
zich daartoe leent, of bewezen heeft de clausule van niet-
wederuitvoer niet na te leven.
De twee laatste criteria blijven inderdaad behouden, maar het gaat
net om de twee eerste criteria die worden versoepeld. In de huidige
wet wordt er een voorzorgprincipe gehanteerd. Met andere woorden,
als er sprake is van een burgeroorlog of van zware inspanningen,
wordt er, gezien de hoge kans dat die uitvoer zal leiden tot een
verergering van het conflict, niet uitgevoerd. Ik meen dat de
beoordeling in het verleden, dus in de huidige wapenwet, veel
eenvoudiger is omdat men op die basis de situatie ter plaatse kan
nagaan om te besluiten of er al dan niet wordt uitgevoerd.
02.30 Minister
Louis Michel
: Dat is normaal!
02.31
Frieda Brepoels
(VU&ID): Dat is normaal, mijnheer de
minister, maar dat had u kunnen overnemen in de huidige wapenwet.
In plaats van een principieel niet-uitvoeren bij burgeroorlog of interne
spanningen wordt nu dat voorzorgprincipe verlaten en komt er een
uitvoer, tenzij kan worden aangetoond dat de uitvoer zelf tot verdere
problemen leidt.
In het nu voorliggende voorstel wordt de vergunning slechts
geweigerd als kan worden aangetoond dat de uitvoer zelf het conflict
verergert of bijdraagt tot klaarblijkelijke schendingen van de
mensenrechten. U weet heel goed veel beter dan ik dat die band
heel moeilijk is aan te tonen. In de huidige discussie over de uitvoer
naar Nepal wordt door diverse bewindvoerders reeds erkend dat
slechts na...
02.32 Minister
Louis Michel
: Dat is de verantwoordelijkheid van de
minister, mevrouw. Daar zit de band. U wilt dat niet begrijpen. Zo
werkt het systeem.
02.32
Louis Michel
, ministre: Il
reste toujours la responsabilité
politique du ministre qui évalue un
dossier.
02.33
Frieda Brepoels
(VU&ID): Ik wil het wel begrijpen, maar dat
is precies het probleem.
02.34 Minister
Louis Michel
: Dat is geen probleem. Politieke
verantwoordelijkheid is toch het belangrijkste?
02.35
Frieda Brepoels
(VU&ID): Inderdaad, maar daarin wordt niets
gewijzigd. Het blijft inderdaad de interpretatie van één regeringslid.
Daaraan wordt niet getornd.
02.36 Minister
Louis Michel
: Wat is de politieke
verantwoordelijkheid van de minister? Het Parlement heeft nog altijd
het recht de minister af te zetten.
02.36
Louis Michel,
ministre: Le
Parlement peut juger un ministre à
cet égard et, le cas échéant, le
contraindre à démissionner.
02.37
Frieda Brepoels
(VU&ID): Ja, maar ik kom dadelijk op de
openbaarheid van de vergunningen en de wijze waarop verslag wordt
gegeven aan het Parlement. U weet heel goed, mijnheer de minister,
dat het voor een parlementslid onmogelijk is om zelfs na de feiten
een controle uit te voeren. Daarom zeg ik dat door verschillende
bewindvoerders reeds wordt erkend dat slechts na enkele jaren
duidelijk zal zijn wat het resultaat van de uitvoer is. De wet kan
02.37
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Ce contrôle parlementaire est
difficile et intervient beaucoup trop
tard après les faits.
Le code de conduite européen
constitue une série minimale de
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
slechts worden getoetst lange tijd na de uitvoer. Dergelijk criterium
inschrijven in de wet, komt in feite neer op de totale uitholling van de
wet. De gedragscode van de Europese Unie, collega's, geeft een
minimumwetgeving...
dispositions.
De
voorzitter
: Mevrouw Brepoels, kunt u besluiten. Ik heb u lang laten spreken.
02.38
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik ben ook
al mijn amendementen aan het toelichten. Dan moet dat straks niet
meer. Ik heb vier amendementen ingediend en ik verdedig die nu
ineens omdat dit belangrijk is om mijn stelling te kunnen verdedigen.
Die gedragscode geeft in feite maar een minimumwetgeving weer
waarvan wij hopen dat alle Europese lidstaten daaraan zouden
voldoen, maar niets verbiedt ons om striktere en beter werkbare
criteria in te voeren.
(...)
Ja, maar niet op dit punt. Niet op die eerste twee punten van artikel
4. Het is duidelijk dat het behoud van die twee criteria in artikel 4
bijgevolg niet in strijd zijn met de omzetting van de gedragscode in
de Belgische wetgeving. Met dit amendement willen wij de huidige
wet niet verstrengen, maar we willen hem vooral niet versoepelen.
Ten tweede, mijnheer de voorzitter, de minister had het zonet over
de wijze waarop het Parlement kan inspelen op de vergunningen of
licenties die door de regering worden afgeleverd. Ik herinner mij nog
dat bij de start van de bespreking verschillende collega's allerlei
voorstellen hebben uitgewerkt om het Parlement een betere inzage
te geven in die vergunningen. Nu stellen wij vast dat tijdens de
bespreking van het wetsvoorstel meer bepaald na de hoorzittingen
het ontwerp werd misbruikt in een politieke koehandel met allerlei
andere dossiers, zoals de tabakswet, met een bijkomende
afzwakking tot gevolg.
Zo werd bijvoorbeeld ingeschreven dat er nu ook rekening mag
worden gehouden met het effect op de economische en commerciële
belangen van België, zonder dat deze factoren van invloed mogen
zijn op de toepassing van de criteria. Er werd echter ook, en dit
verontrust mij ten zeerste, bijzonder gesleuteld aan de verslaggeving
aan het Parlement. Wij stellen namelijk vast dat er een jaarlijks
verslag komt voor het Parlement en twee keer per jaar een overzicht
van de vergunningen. Ik denk dat het duidelijk is wij hebben dat
ook in onze amendementen aangegeven dat wij viermaandelijks
een verslag wensen, zoals oorspronkelijk was bepaald, met een
aparte melding van de afgifte en de weigering van de vergunningen.
Wij wensen ook dat al deze vergunningen openbaar zouden zijn. Ik
denk trouwens, mijnheer de vice-eerste minister, dat een
uitgebreidere informatieverstrekking aan het Parlement veel
discussies zou kunnen vermijden.
Het is duidelijk dat op dit ogenblik de informatieverstrekking te
summier is wij hebben dat ook vastgesteld bij de bespreking van
het exportverslag om het gevoerde beleid te kunnen controleren. U
weet ook dat men dit alleen maar kan doen als er ook inzicht is in wat
er precies wordt geleverd, met andere woorden als de individuele
vergunning ook openbaar wordt gemaakt. Als tegenargument wordt
02.38
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Notre pays peut et doit se montrer
plus sévère. La modification de la
législation proposée est toutefois
un assouplissement.
L'un de nos amendements
concerne la consultation des
licences d'exportation. Nous
étions engagés dans la bonne
voie au départ, mais nos efforts
ont été réduits à néant lorsque le
projet à été inclus dans les
marchandages liés à la loi relative
à Francorchamps et, finalement,
affaibli. Un rapport sur les
commandes et les livraisons sera
présenté au Parlement deux fois
par an seulement, au lieu de tous
les quatre mois. L'information
disponible est par trop sommaire
et elle n'est pas publique. Il s'est
pourtant déjà avéré, dans le cadre
de la publication de permis
d'environnement, que cela peut
constituer un atout au lieu
d'affecter la compétitivité.
Un autre amendement octroie aux
associations de défense des droits
de l'homme et aux organisations
pacifistes le droit d'ester en justice
si elles estiment que la loi sur les
armes a été violée, renforçant le
contrôle public de la loi.
J'exhorte les autres à voter en
faveur de ces amendements.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
vaak het risico aangehaald dat het openbaar maken van deze
vergunningen zou leiden tot commerciële schade voor de aanvrager.
U weet dat dit vroeger ook gezegd werd, collega's van Agalev, wat
de milieuvergunningen betreft. Die moesten geheim blijven,
enzovoort. Ondertussen zijn die al meer dan 10 jaar openbaar en is
de schade aan het bedrijfsleven onbestaande, maar het milieubeleid
is wel verbeterd en alleszins transparanter geworden.
Controle op de wapenhandel is dan ook van publiek belang, want
anders was die handel gewoon niet aan een vergunningsplicht
onderworpen. Het is precies om die controle te verbeteren en zowel
de wapenhandel als het beleid transparanter te maken, dat die
vergunningen openbaar zouden moeten zijn. Dat die geheimhouding
toch niet zo fel doorweegt, collega's, blijkt ook uit het feit dat de
bedrijven zelf maar al te graag met de binnengehaalde contracten
uitpakken in allerlei media, blijkbaar om hun beurswaarde op te
krikken. Het concurrentieargument houdt dan ook geen steek, als we
zien dat in verschillende andere landen in een veel verdergaande
openbaarheid voorzien is dan nu in België. Bijvoorbeeld in Nederland
vindt men op de website van het ministerie van Economische Zaken
elke weigering van een aanvraag, met alle detailgegevens van het
bedrijf en dergelijk meer. Wij stellen dat het beleid best gevoerd
wordt via openbaarheid en een openlijke discussie en evaluatie van
het gevoerde beleid, en niet via lekken en crisissen.
Ten slotte, mijnheer de voorzitter, hebben wij ook een amendement
ingediend dat te maken heeft met de wijze waarop, na levering en
discussie hierover, ook langs juridische weg een aantal dingen
afdwingbaar kunnen worden gemaakt. Dit heeft te maken met het feit
dat een aantal verenigingen en instellingen van openbar nut, die zich
statutair tot doel hebben gesteld de rechten van de mens te
verdedigen of het bevorderen van de vrede na te streven, ook in
rechte moeten kunnen optreden in alle rechtsgeschillen die met
toepassing van deze wet kunnen ontstaan, wanneer zij vaststellen
dat er afbreuk is gedaan aan hetgeen zij statutair nastreven.
Bij een degelijke controle op het overheidsbeleid hoort, mijns inziens,
ook een gerechtelijke en een publieke controle. U weet dat door de
strikte interpretatie van het "belang" bij een rechtsvordering alleen
rechtstreekse slachtoffers deze vordering kunnen instellen en dat de
rechterlijke controle in de praktijk onbestaande blijft. Ons
amendement geeft de verschillende gerechtelijke instanties de
mogelijkheid tot vorderingsrecht zonder dat al deze wetten moeten
worden aangepast.
Mijnheer de voorzitter, na de toelichting van onze amendementen
doe ik een warme oproep tot de collega's om deze aanpassingen aan
de wet die, ons inziens, noodzakelijk zijn vooralsnog te steunen.
02.39
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
wil mevrouw Brepoels erop wijzen dat het niet nodig is haar laatste
amendement opnieuw in te dienen. Op dit ogenblik staat in de
Senaatcommissie voor de Justitie een wetsontwerp geagendeerd dat
ertoe strekt VZW's een betere rechtstoegang te bieden in deze
materie. Het is een uitbreiding van AHRUS dat voor milieu door het
Parlement werd goedgekeurd. We willen dit uitbreiden naar andere
VZW's en andere belangen dan milieubelangen. Het wetontwerp
wordt op dit ogenblik door commissie voor de Justitie van de Senaat
02.39
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Ce dernier amendement
est inutile. La commission de la
Justice du Sénat examine en effet
en ce moment un projet de loi qui
donne aux ASBL un meilleur
accès à la justice à cet égard.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
behandeld.
02.40
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Laenens, als men het eens is met ons principe zie ik niet in waarom
die controle, die een zeer specifieke procedure voor de Raad van
State is, niet in de wapenwet wordt ingeschreven. Als de
meerderheid akkoord gaat met het principe van uitbreiding zie ik
geen reden tot wachten. Immers als de Senaat het ontwerp
goedkeurt, maar de Kamer er niet in slaagt het voor het einde van
deze legislatuur goed te keuren, hebben we veel tijd verloren en
staan we in deze procedure geen stap verder.
Ik stel voor dat u dit amendement opnieuw in overweging wilt nemen
en bereid bent het bij de stemming volmondig te steunen.
02.40
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Si le principe que nous avons
proposé emporte votre adhésion,
pourquoi ne pas l'inscrire dans la
loi sur les armes, dans ce cas?
Nous demandons donc l'adoption
de notre amendement.
02.41
Daniel Bacquelaine
(MR): Monsieur le président, monsieur le
vice-premier ministre, chers collègues, notre pays est, depuis sa
création, tourné naturellement et nécessairement vers l'extérieur. Je
pense que les exportations d'armes sont une facette d'une politique
étrangère et d'une politique tournée vers l'extérieur et que ces
exportations doivent analysées et appréciées dans le cadre d'une
politique d'un pays qui se veut tourné effectivement vers l'extérieur.
La Belgique produit des armes, tout d'abord pour assurer sa propre
sécurité vis-à-vis d'une agression extérieure, même si aujourd'hui
c'est une hypothèse fort lointaine encore que! , mais aussi sa
sécurité interne afin de conserver la paix civile sur notre territoire.
On retrouve ainsi une des missions régaliennes de l'Etat qui est
d'assurer la sécurité de l'ensemble de ses citoyens. Cette mission
reste pertinente; le monde dans lequel nous vivons contient un
ensemble de risques dont un Etat responsable doit tenir compte. Des
forces armées et des forces de police aptes à garantir la sécurité de
nos concitoyens grâce à un matériel de qualité restent une nécessité
et il est, à mon sens, du devoir des hommes politiques de garantir
ces missions qui relèvent de l'intérêt général.
Tout cela pour dire que la fabrication d'armes est évidemment une
nécessité et doit être considérée comme légitime.
Je comprends que dans nos rêves, nous puissions imaginer un
monde sans armes et tant mieux si nous pouvons encore le faire ,
mais dans la réalité, nous devons évidemment considérer que la
nécessité des armes procède notamment d'une volonté ferme de
maintenir la démocratie partout où cela est possible.
Dans ce cadre, il est de notre intérêt de conserver sur notre territoire
une industrie d'armement qui soit performante et reconnue
internationalement.
Notre industrie d'armement est reconnue tant pour les produits finis
qu'elle fabrique que pour les éléments qui rentrent dans la fabrication
de composantes plus complexes et il n'y a pas sur ce dossier, à mon
sens, de différence à faire entre les entreprises du nord ou du sud du
pays. Si les modalités sont parfois différentes, l'intérêt bien compris
doit évidemment prévaloir sur tout débat partisan et réducteur.
Notre production d'armes peut également intéresser d'autres pays et
02.41
Daniel Bacquelaine
(MR):
België is van nature en
noodzakelijkerwijs op het
buitenland gericht en produceert
bovendien wapens. Dat brengt
ons bij een van de regale
opdrachten van de Staat, namelijk
de veiligheid van al zijn burgers
verzekeren. Die opdracht geldt
ook vandaag nog en de politici
moeten die opdracht van
algemeen belang waarborgen.
Wapenproductie is dus een
noodzaak en moet als legitiem
worden beschouwd. Wij hebben er
in dat verband belang bij op ons
nationaal grondgebied een sterke
wapenindustrie te behouden die
internationaal wordt erkend en er
dient ter zake geen onderscheid te
worden gemaakt tussen bedrijven
in het Noorden en het Zuiden van
het land.
Onze wapenproductie kan ook
andere landen aanbelangen,
vooral onze rechtstreekse partners
in de NAVO of de EU. De
wapenuitvoer moet een duidelijke
juridische grondslag hebben. Het
wettelijk kader in ons land berustte
tot nu toe op de wet van 5
augustus 1991 en haar
uitvoeringsbesluiten, die nuttige
bepalingen bevatten. Om te
zorgen voor meer transparantie
verplicht de wet van 1991 de
regering er toe het Parlement
jaarlijks een verslag over onze
wapenuitvoer over te maken, een
verslag dat op initiatief van onze
minister van Buitenlandse Zaken
nog werd uitgebreid.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
principalement nos partenaires directs de l'OTAN ou de l'Union
européenne, mais aussi des pays qui veulent répondre à leurs
besoins de sécurité.
Ces exportations d'armes doivent donc reposer sur une base
juridique claire alliant transparence, critères éthiques et stabilité pour
les entreprises.
Note pays est jusqu'à présent doté d'un cadre légal basé sur la loi du
5 août 1991 et ses arrêtés qui contiennent un certain nombre de
dispositions qui sont tout à fait utiles. Je pense à la liste négative de
biens militaires non exportables, à l'obligation pour les autres
d'obtenir une licence d'exportation, une définition plus nette des
instances de contrôle et le renforcement des sanctions pénales et
administratives par rapport à la loi de 1962, l'énonciation aussi de
critères de non-exportation qui sont contenus dans l'article 4 de la loi
de 1991.
Dans un souci de transparence, la loi de 1991 impose au
gouvernement la présentation d'un rapport annuel au Parlement sur
nos exportations d'armes, rapport qui je veux le souligner a été
nettement enrichi à l'initiative de notre ministre des Affaires
étrangères.
Cette législation est complétée par des dispositions juridiquement
non contraignantes du code de conduite de l'Union européenne
datant de juin 1998.
Ce code de conduite établit une série de huit critères qui nous
semblent importants: le respect des embargos et des droits de
l'homme, la situation interne et externe du pays concerné par
l'importation, l'importance de préserver la sécurité régionale et celle
des quinze pays de l'Union européenne, le comportement du pays
importateur et le risque de réexportation ainsi que la santé
économique du pays importateur.
Notre pays met un point d'honneur à respecter toutes ces conditions.
L'ensemble de cet arsenal législatif qui encadre nos exportations
d'armes laisse évidemment une marge d'appréciation au ministre
responsable de l'octroi des licences.
Cela nous semble un point capital, important, car il ne peut y avoir, à
notre sens, d'effet mécanique dans la décision d'exporter des armes
vers tel ou tel pays. Exporter des armes doit rester un geste politique
et non une décision administrative. Exporter des armes contient un
message et comporte un sens politique pour lequel le ministre
imprime sa volonté. C'est pourquoi, comme je l'ai rappelé au début
de mon intervention, l'exportation d'armes est bien l'un des
instruments qui composent la politique étrangère d'un pays et à notre
sens, l'exportation, l'octroi ou le refus des licences ont un sens
politique et sont en soi une action politique. Que ce soit pour l'octroi
ou le refus d'une licence, il y a une responsabilité politique qui doit
être prise et assumée. C'est le point sur lequel nous avons insisté
lors des débats sur la question du Népal et nous continuons
évidemment à défendre ce point de vue.
Néanmoins, nous ne sommes pas ancrés à une position dogmatique
Die wetgeving wordt aangevuld
door de juridisch niet bindende
bepalingen van de gedragscode
van de EU van juni 1998.
Heel dat wettelijk arsenaal laat
een zekere beoordelingsmarge
aan de minister die
verantwoordelijk is voor de
toekenning van de vergunningen.
Voor ons gaat het om een
belangrijk punt: wapenuitvoer blijft
een politieke daad en is niet louter
een administratieve beslissing.
Wij houden echter niet vast aan
dogma's. Uit het debat is gebleken
dat onze wetgeving bepaalde
tekortkomingen vertoont en dat ze
niet steeds even duidelijk is. Onze
assemblee had daarom de plicht
om mogelijke verbeteringen te
bestuderen en daarbij rekening te
houden met het standpunt van de
belangrijkste spelers van de
sector.
Als er nieuwe bepalingen moesten
worden ingevoegd, moesten die
onze uitvoer een nog duidelijker
en doorzichtiger kader geven,
zonder die uitvoer evenwel op
eenzijdige wijze stop te zetten.
Het eindresultaat van dit
wetgevend werk kan positief
worden beoordeeld en moet nu
worden verankerd.
Ik zou de nadruk willen leggen op
wat voor ons de belangrijkste
verwezenlijkingen zijn. Het
opnemen van een groot aantal
bepalingen van de gedragscode is
de grootste stap voorwaarts.
Belangrijke nieuwigheid is ook dat
het criterium van de kindsoldaten
in aanmerking wordt genomen en
dat er wordt van uit gegaan dat
een democratische regering zich
moet kunnen verdedigen.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
et le débat auquel nous avons participé à la rentrée de septembre a
mis en évidence des manquements et des imprécisions dans notre
législation. Il était donc du devoir de notre assemblée d'étudier des
améliorations qui pourraient y être apportées. Je voudrais insister sur
le mot `'améliorations'' car dans notre esprit, il n'est évidemment pas
admissible de légiférer sans écouter les principaux acteurs de ce
secteur, dont nous avons rappelé les points de vue dans le cadre du
rapport qui vous a été fait par Mme Laenens et moi-même.
Il n'était pas admissible non plus d'adopter une série de dispositions
farfelues qui nous ont été proposées, comme celle d'organiser une
concertation systématique sur l'octroi de toutes les licences belges
entre les Quinze de l'Union européenne avec une possibilité
d'arbitrage de la Commission européenne. Une autre proposition
avancée à un certain moment du débat est la mise en place d'une
concertation préalable au sein du Parlement et d'instituer une co-
responsabilité des entreprises dans le contrôle de l'utilisateur final.
Ces propositions partent sans doute d'un bon sentiment mais elles
font fi de la moindre réalité et du moindre pragmatisme.
Si de nouvelles dispositions devaient être introduites, elles devaient
à notre sens clarifier, encadrer, rendre plus transparentes nos
exportations, sans pour autant y mettre fin de manière quasi
unilatérale. Le résultat final de ce travail législatif peut selon nous
être considéré comme positif et il doit désormais être stabilisé afin
d'assurer à nos entreprises, ainsi qu'à nos partenaires, une sécurité
juridique essentielle dans le cadre de relations commerciales
internationales.
Je voulais donc souligner les avancées qui nous paraissent les plus
pertinentes. Tout d'abord, l'intégration d'un grand nombre de
dispositions du code de conduite de l'Union européenne. C'est pour
nous l'avancée la plus significative même si, je le répète, notre
ministre des Affaires étrangères en respectait déjà les termes. Les
critères qui fondent nos exportations sont précisés afin de reprendre
l'esprit du code de conduite, assurant les liens solides que nous
avons avec nos alliés et la prise en considération de la situation du
pays avec lequel nous commerçons ou vers lequel nous allons
exporter des armes. L'interdiction des enfants soldats notamment et
la notion selon laquelle un gouvernement démocratique doit pouvoir
se défendre sont deux autres ajouts importants.
02.42
Vincent Decroly
(indépendant): Je suis moi aussi assez
sensible à la question des enfants soldats. A cet égard, d'un point de
vue juridique, je ne vois vraiment pas ce qu'ajoute à cette loi la
mention de ce critère de non-alignement d'enfants soldats dans les
forces armées ou dans les forces de sécurité à l'ensemble des
critères d'application. Déjà auparavant, ce type de critère devait
évidemment et éminemment être respecté par notre pays, tout
simplement parce que la convention du 20 novembre 1989 sur les
droits de l'enfant signée à New York, en son article 38 alinéa 2
prescrit spécifiquement à tous les États signataires de ne poser des
actes que dans la mesure où ils ont la garantie que ce problème des
enfants soldats ne se pose pas.
02.42
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Het criterium dat
geen kindsoldaten mogen worden
ingezet is niet nieuw, dat was
vroeger ook al zo. Juridisch is
deze wijziging overbodig. Het
criterium gold al in 1989 en zeker
sinds ons Parlement het
kinderrechtenverdrag heeft
geratificeerd.
Voorzitter: Robert Denis.
Président: Robert Denis
.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
Vous pouvez réaligner, dans un texte comme celui-ci, l'ensemble du
droit international public auquel la Belgique est tenue. Cela pourra
faire joli et, en termes de marketing pré-électoral, c'est toujours bon
mais sur le plan strictement juridique, c'est totalement surabondant,
superflu et superfétatoire! Je pense que vous répétez là des choses
qui étaient déjà d'application avant 2003, notamment depuis 1989 et,
en tout cas, la ratification de la Convention des droits de l'enfant par
notre Parlement. J'ai un peu l'impression que l'on se fait plaisir en
indiquant différentes mentions, certes fort sympathiques, dans ce
texte de loi. Mais celui-ci n'en a nullement besoin : tout cela devait
déjà être scrupuleusement respecté bien avant que vous n'ayez
l'idée, de bonne communication politique là, je dois le reconnaître
d'insérer dans un texte à caractère juridique ce genre de mention.
02.43
Daniel Bacquelaine
(MR): Monsieur le président, je note
donc deux remarques. D'abord, et je l'ai déjà dit tout à l'heure,
l'ensemble des critères repris dans le code européen de bonne
conduite étaient effectivement déjà d'application dans le cadre de
l'octroi des licences par notre pays et par notre ministre des Affaires
étrangères, que ce soit en matière des droits de l'homme ou de
conditions respectant ces droits de l'homme.
Fallait-il ne plus les mentionner? Je prends acte de la remarque de
M. Decroly qui préfèrerait que l'on n'inscrive pas qu'il est
inacceptable de livrer des armes dans des pays où il y a des enfants
soldats. C'est une façon de voir les choses, pour ma part, je trouve
qu'il est intéressant de le mentionner.
02.43
Daniel Bacquelaine
(MR):
Ook al waren alle criteria van de
gedragscode dan al van
toepassing, hoefden ze daarom
niet meer te worden vermeld? Ik
vind het integendeel een goede
beslissing die criteria op te
nemen.
02.44
Jean-Pierre Grafé
(cdH): Cette disposition est inutile
puisqu'elle était déjà d'application par le droit international. C'est
superfétatoire et je pense en effet que c'est dans un but pré-électoral.
Pourquoi rajouter des dispositions qui sont déjà d'application en droit
international et que la Belgique n'a jamais mises en cause?
02.44
Jean-Pierre Grafé
(cdH):
Dat kadert in vroege
verkiezingspropaganda. Waarom
bepalingen opnemen die al van
toepassing zijn in het
internationaal recht?
02.45
Daniel Bacquelaine
(MR): Alors, je voudrais que l'on
m'explique la cohérence qui consiste à vouloir, d'une part, que l'on
inscrive de manière formelle tous les indicateurs du code de bonne
conduite européen et, d'autre part, lorsque l'on cite nommément le
problème des enfants soldats, tout d'un coup on souhaite que l'on ne
l'inscrive plus dans la loi. Je me demande où est la cohérence.
02.45
Daniel Bacquelaine
(MR):
Waarom zouden we ze niet in
herinnering mogen brengen?
02.46
Jean-Pierre Grafé
(cdH): Le code de bonne conduite
européen n'est pas légalement impératif dans les pays ayant ratifié
ce code, tandis que les conventions que la Belgique a ratifiées ce
qui est de droit international sont déjà impérativement obligatoires!
Il est vrai que nous appliquions déjà le code européen dans les faits.
Cela me paraissait peut-être utile de le traduire dans la législation
pour autant que l'ensemble des pays européens fassent de même.
C'est la raison pour laquelle j'avais proposé d'attendre qu'une
majorité des pays européens aient ratifié ce code ou l'aient transcrit
dans leur législation nationale pour ne pas, une fois de plus, donner
l'exemple ridicule de nous mettre en vedette pour donner des leçons
au monde et à l'Europe.
02.46
Jean-Pierre Grafé
(cdH):
Het internationaal recht is
absoluut bindend. De
gedragscode is echter nog niet
door alle Europese landen
goedgekeurd.
02.47
Daniel Bacquelaine
(MR): Je maintiens qu'il y a une totale
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
incohérence à vouloir inscrire certains éléments dans la loi et pas
d'autres alors que et vous le savez- tous les éléments du code
européen sont déjà strictement d'application dans l'octroi des
licences dans notre pays. Si je vous suis et si je suis le raisonnement
de M. Decroly, finalement, il ne fallait pas changer la loi.
02.48
Vincent Decroly
(indépendant): Selon moi, ce genre de
mention est intéressant sur un tract électoral. Cependant dans un
texte à vocation juridique, il est superflu.
Je voudrais également apporter un démenti sur un autre point tout à
fait précis. Le ministre et vous-même répétez à l'envi depuis des
mois, notamment à cette tribune, que vous intégrez le code de
conduite européen. Pour ma part, je peux vous citer des exemples
où vous ne l'intégrez pas. De plus, si ce code de conduite était
contraignant et faisait partie du droit international public auquel la
Belgique doit absolument se référer dans ses décisions, certains
passages de cette législation seraient clairement en violation. Ainsi,
par exemple, le paragraphe 1
er
, 4°, B, de l'article 4 de la proposition
que nous discutons dit « qu'il y a lieu de vérifier la nature des
tensions, du conflit ou de la guerre civile et les responsabilités à cet
égard avec toute la rigueur qui s'impose, de manière à pouvoir
accorder une aide adéquate à des régimes démocratiques dont
l'existence est menacée ». Je lis votre proposition. D'abord, dans la
loi de 1991, on était beaucoup plus net et précis.
Mais j'en viens au troisième critère, messieurs Bacquelaine et
Michel. Le code de conduite européen est rédigé comme suit: " Les
Etats membres n'autoriseront pas les exportations susceptibles de
provoquer ou de prolonger des conflits armés ou d'aggraver des
tensions ou des conflits existant dans le pays de destination finale."
Dans le code de conduite que vous dites vouloir respecter et intégrer
dans la législation belge, aucune possibilité de déroger à cette
interdiction n'est donc prévue. Or, dans votre texte, vous dites: "Il y a
lieu de vérifier". Il n'y a pas lieu de vérifier. Quand ce genre de
condition est rencontré, ces dernières sont remplies sans aucune
forme de vérification dérogatoire possible pour que l'on rejette la
licence. Mais vous, vous reprenez le code de conduite européen et là
où ce dernier parle d'interdiction, vous dites « qu'il y a lieu de
vérifier ». Je suis désolé de vous dire qu'il ne s'agit pas là d'une
traduction du code de conduite. De plus, elle n'est ni contraignante,
ni conforme au prescrit de ce dernier.
02.48
Vincent Decroly
(onafhankelijke): U zegt dat u de
gedragscode opneemt maar ik
kan u voorbeelden aanhalen waar
u dat niet toepast. In artikel 4, § 1
4b is er sprake van "hierbij dient
te worden nagegaan wat de aard
is van de spanningen..." zodat
steun kan worden verleend aan
democratische regimes. Volgens
de gedragscode kunnen de
lidstaten geen wapens uitvoeren
ingeval de oorlog wordt
voortgezet. In de gedragscode is
er geen mogelijkheid om daarvan
af te wijken en hier zegt u in de
tekst "hierbij dient te worden
nagegaan". Dat is geen correcte
vertaling van de gedragscode.
02.49
Louis Michel
, ministre: Si je me réfère au code actuel, le
passage que vous venez de lire dans le but de l'opposer à ce qui
figure à l'article 4 de la proposition de loi, il n'est absolument pas
automatique de ne pas donner la licence pour l'exportation pour le
Népal. Rien ne vous permet de démontrer qu'une livraison d'armes
aux autorités népalaises entretiendrait, prolongerait ou créerait le
conflit. Personne ne peut prétendre une telle chose.
02.50
Vincent Decroly
(indépendant): Non seulement, vous
détricotez la loi de 1991, mais en plus vous vous targuez ici d'avoir le
pouvoir de modifier le code de conduite européen.
02.51
Louis Michel
, ministre: Nous n'avons pas modifié le code de
conduite européen. Nous l'introduisons dans la loi.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
Monsieur Decroly, je voudrais vous inviter à discuter sur le fond du
problème. Si je vous comprends bien, vous estimez qu'il est
absolument inacceptable que l'on accorde une licence d'exportation à
un pays ou à des autorités et qu'il n'est pas question de tenir compte
de la nature des difficultés de cette autorité par rapport à la
démocratie qu'elle peut incarner ou à la promesse de démocratie
qu'elle incarne. Ainsi, selon votre thèse, en aucun cas de figure (...)
02.52
Vincent Decroly
(indépendant): (.....)
02.53
Louis Michel
, ministre: Je tiens à vous rappeler que ce code
n'est absolument pas coercitif et obligatoire au niveau européen.
Nous le rendons obligatoire pour nous. Je ne vois donc pas de quoi
vous vous plaignez. Ce qui me dérange dans votre approche,
monsieur Decroly, c'est que si je vous suis, la Belgique ne pourrait
pas accorder de licence d'armement à une autorité politique ou à une
autorité institutionnelle d'un pays confronté, comme c'est le cas au
Népal par exemple, à des Maoïstes. Vous privilégiez donc des
terroristes subversifs plutôt qu'une autorité qui tente l'expérience
d'une démocratie! Je ne comprends pas!
Politiquement, moralement et sur le plan éthique, je préfère être
dans ma peau que dans la vôtre!
02.53
Minister
Louis Michel
:
Indien ik u zou volgen betekent
dat dat een land waar maoïstische
terroristen druk uitoefenen niet
kan worden geholpen. Vanuit
ethisch opzicht verkies ik mijn
standpunt boven het uwe.
02.54
Vincent Decroly
(indépendant): Je relis les deux lignes du
troisième critère du Code de conduite européen que vous dites
transcrire de façon contraignante dans la loi, y compris dans la loi
que vous proposez d'adopter, et je lis: "Les Etats membres - dont la
Belgique - n'autoriseront pas les exportations susceptibles de
provoquer ou de prolonger des conflits armés ou d'aggraver des
tensions ou des conflits existants dans les pays de destination finale".
Par rapport à ce critère-là, vous dites, dans votre texte, qu'"il faudra
vérifier". Il ne faudra rien vérifier du tout parce qu'il n'y a rien à
vérifier! Dans les cas où ces critères sont rencontrés, la Belgique ne
peut livrer. Inscrire cela dans votre texte, ce n'est pas appliquer, ni
rendre contraignant le Code de conduite européen, c'est y déroger!
02.55
Daniel Bacquelaine
(MR): Monsieur le président, si vous me
permettez de poursuivre mon intervention, je vous en saurai gré.
Je voudrais préciser que, dans le cas du Népal notamment,
conformément au Code de conduite européen, il ne s'agissait ni de
provoquer, ni d'aggraver un conflit; au contraire, il s'agissait de
donner les moyens à un Etat de supprimer un conflit et d'en revenir à
un état de démocratie possible.
Considérer que le fait qu'il existe un conflit, même s'il procède d'une
faction de rebelles terroristes et sanguinaires, ne permettrait pas
d'exporter des armes, cela signifie que l'on accepterait de laisser des
pays en proie à des hordes de barbares qui y feraient régner la
terreur.
Je pense qu'il y a là une responsabilité politique. C'est la raison pour
laquelle, dans notre esprit, ce qui compte, ce n'est pas l'application
mécanique de critères mais bien l'appréciation politique de la
02.55
Daniel Bacquelaine
(MR):
In het geval van Nepal is het
duidelijk dat het land door
terroristen bedreigd wordt.
Het gaat bovenal om een politieke
beoordeling van de toestand. Wij
moeten de verantwoordelijkheid
durven opnemen zo een
beoordeling te maken, die
voorrang moet krijgen op een
blinde toepassing van criteria die
voor interpretatie vatbaar zijn.
Zowel het toekennen als het
weigeren van een vergunning
houden een bepaalde
verantwoordelijkheid in. Zo kan
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
situation. C'est cette appréciation qu'il faut assumer car c'est le
propre d'une responsabilité; c'est aussi cette appréciation qui doit
primer, bien entendu, sur l'application strictement mécanique de
critères qui peuvent toujours être interprétés dans un sens ou dans
l'autre.
A mes yeux, ce qui prévaut, c'est évidemment d'assumer cette
responsabilité, que l'on octroie la licence ou qu'on la refuse; pour
moi, les deux options comportent une responsabilité. Il est un peu
trop simple de considérer que seul l'octroi de licences est une
responsabilité que tant qu'on les refuse, on ne prend aucune
responsabilité. C'est évidemment un peu court! Au contraire, quand
on refuse d'octroyer une licence, on peut prendre la responsabilité de
laisser se développer des conflits et la terreur dans certains pays,
sans aucune réaction et sans application du moindre droit
d'ingérence qui pourtant maintenant est souvent reconnu comme
utile dans le cadre d'une politique étrangère.
Je faisais le point de ce que je considérais comme des avancées de
cette proposition de loi par rapport à la situation préalable. J'ai parlé
de l'intégration du Code de conduite européen. Je voudrais aussi
souligner l'effort de transparence avec un rapport annuel plus
complet et la remise d'un rapport intermédiaire semestriel qui
renforcera le contrôle du parlement sans, bien entendu, lui donner un
pouvoir de codécision qui aurait été impossible et dangereux à
mettre en place.
Le troisième élément, c'est l'extension du champ d'application de la
loi au matériel destiné aux forces de polices. A mon sens, c'est
simplement l'inscription dans la loi d'une pratique existante.
Le quatrième élément, c'est la préservation et la prise en compte des
intérêts économiques, sociaux, commerciaux et industriels qui
faisaient, en fait, l'objet des inquiétudes du secteur concerné aussi
bien sur le banc patronal que sur le banc syndical.
La préservation et la prise en compte de ces intérêts économiques,
sociaux, commerciaux et industriels lors de l'octroi des licences
s'inscrivent notamment dans le respect d'un principe de
confidentialité qui verra le jour, notamment par le fonctionnement
d'une commission qui travaillera selon le schéma du huis clos de la
commission des achats militaires.
Ces différentes dispositions doivent à mon sens être lues comme
une contribution équilibrée liant les différentes facettes de la
problématique, sans déséquilibrer la législation et donc sans mettre
en péril ni notre volonté d'éthique et de transparence, ni notre base
industrielle et commerciale.
Cette législation nous fait progresser, me semble-t-il, dans les deux
directions à la fois, garantissant la crédibilité et le sens de notre
politique étrangère et les intérêts légitimes d'un secteur économique
performant dans toutes les régions de notre pays.
La cohérence de l'ensemble est finalement garantie par l'unicité de
décision qui est consacrée par la compétence du ministre des
Affaires étrangères ou du ministre désigné, de décider seul, sous sa
propre responsabilité politique, de l'octroi ou non des licences
een weigering een ontkenning
inhouden van het recht op
inmenging, dat in het buitenlands
beleid nochtans als een nuttig
instrument wordt beschouwd.
Ook op andere terreinen wordt
met dit wetsvoorstel vooruitgang
geboekt. Er wordt een inspanning
geleverd om voor meer
transparantie te zorgen, wat vorm
krijgt in een volledig jaarlijks
verslag en in tussentijdse
halfjaarlijkse verslagen; het
toepassinggebied van de wet
wordt uitgebreid tot het materieel
bestemd voor politiediensten en
door het in acht nemen van de
vertrouwelijkheid bij het
toekennen van vergunningen
worden de economische, sociale,
commerciële en industriële
belangen gevrijwaard.
Het gaat om evenwichtige
bepalingen, die de ethische
waarden en de transparantie die
we nastreven niet in het gedrang
brengen, maar ook onze
industriële basis ongemoeid laten.
De coherente toepassing van die
wetgeving wordt gewaarborgd
door het feit dat enkel de minister
van Buitenlandse Zaken kan
beslissen over de toekenning of
de weigering van een vergunning.
Mijn fractie heeft vertrouwen in
hem en zal dit voorstel steunen.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
d'exportation.
Pour ma part, je suis persuadé que cette compétence est utilisée
avec intelligence et discernement. C'est pourquoi mon groupe
soutiendra et votera en confiance cette proposition de loi.
02.56
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de wapenwet en de context waarin zij is
totstandgekomen, zijn een symbooldossier bij uitstek voor de groene
en rode schijnheiligheid in de regering-Verhofstadt. Ik breng hulde
aan de afwezige collega's van de SP.A, die het historisch rendez-
vous en de bespreking ervan in dit parlementair halfrond aan zich
voorbij laten gaan. Dat kan ook niet anders, want de rekbaarheid van
het groene en het rode geweten heeft inderdaad veel grenzen
overschreden. Groene en rode kiezers, maar ook gemandateerden
tot zelfs in het Parlement, zijn door hun leiders op de
regeringsbanken en in gesloten conclaven bedrogen.
Morgen zal er een einde worden gesteld aan het trieste en met
leugens doorspekte verhaal dat begon op 11 juli 2002 o symboliek,
op het kernkabinet van 11 juli 2002! Dat kernkabinet was een soort
duiventil waarin ministers aanwezig waren, ministers niet meer
aanwezig waren en ministers de vergadering dienden te verlaten. Het
was in dat duivenhok dat de Waalse vos de Vlaamse vredesduiven
heeft verschalkt. Ik wil het geheugen van de groenen en de
socialistische regeringspartners en collega's in het Parlement
eventjes opfrissen. Tempus fugit, de tijd vliegt en de leveringen gaan
door. Ik wil vier conclusies van het Nepal-schandaal in herinnering
brengen.
Ten eerste, de Belgische regering heeft geen overleg gepleegd met
Duitsland of met andere EU-lidstaten over de toekenning van de
licentie aan de Fabrique Nationale van Herstal. Dat was de eerste
grote leugen in dit dossier. Er is dus geen overleg gepleegd. België
heeft daarmee de Europese gedragscode met platte voeten
getreden. Tempus fugit, de tijd gaat vlug. Ik wou het u in herinnering
brengen. Maar het is niet alleen dat. De ministers van het
kernkabinet werden niet of niet correct geïnformeerd. Als ze incorrect
waren geïnformeerd, waren zij ook onvolledig geïnformeerd door de
minister van Buitenlandse Zaken. Niet alle informatie was hun deel.
Ten tweede, de exportlicentie voor de Fabrique Nationale van
Herstal, collega's van de SP.A, kon de toetsing met de Belgische
wetgeving en de Europese gedragscode niet doorstaan. De
beslissing was fundamenteel onwettig. De regering heeft een
onwettige daad gesteld en heeft de geldende wetgeving volledig
overtreden. Het hele Delcredere-verhaal in het Frans le service
Ducroire, nomen est omen, wat verbergt een naam? heeft
nogmaals bevestigd dat de regering laks omspringt met de wet. De
regering die de ethiek zo hoog in het vaandel voert, ging lijnrecht in
tegen de wetgeving die was bedoeld om een meer ethisch
buitenlands beleid te voeren. Hoe stond het ook alweer in het
regeerakkoord? Het is bijzonder interessant en is, zoals het
Burgermanifest, al een paar keer opgegeten door de leden van de
regering. Ik citeer: "Het uitgangspunt van het Belgisch buitenlands
beleid is dat inbreuken op de mensenrechten onaanvaardbaar zijn
inacceptable."
02.56
Pieter De Crem
(CD&V):
La loi sur les armes et le contexte
dans lequel elle a vu le jour sont
caractéristiques de l'hypocrisie
rouge et verte. Le sp.a est
aujourd'hui absent, l'élasticité des
consciences rouges et vertes a
dépassé bien des limites. Demain,
ce sera la fin d'une histoire triste,
commencée le 11 juillet 2002,
lorsque le comité ministériel
restreint a décidé d'exporter des
armes au Népal.
La Belgique ne s'est concertée ni
avec l'Allemagne ni avec aucun
autre Etat membre à propos de
l'octroi d'une licence à la FN-
Herstal. Ce faisant, elle a enfreint
le code de conduite européen. Qui
plus est, au sein du comité
ministériel restreint, soit les
ministres n'ont pas été mis au
courant, soit ils ont été mal ou
incomplètement informés.
La licence d'exportation ne
satisfait ni à la législation belge ni
au code de conduite européen. Le
gouvernement a donc
manifestement enfreint la loi.
L'histoire du Ducroire montre le
laxisme du gouvernement à
l'égard de la loi alors qu'il clame
son profond respect des principes
éthiques.
En outre, ce gouvernement
détermine, comme bon lui
semble, qu'une guerre civile fait
rage ou non dans un pays donné
et adapte le site internet du
ministère des Affaires étrangères
en conséquence. D'après le
gouvernement, l'armée peut violer
les droits de l'homme dans une
"jeune démocratie", et recevoir
des fusils mitrailleurs importés. Au
bout du compte, c'est le
contribuable belge qui paie.
Entre-temps, les fusils mitrailleurs
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
Ten derde, pro memorie, naargelang het uitkomt, bepaalt deze
regering eigenhandig of er al dan niet een burgeroorlog woedt in een
land, met als bijzonder gemakkelijk hulpstuk de deleteknop op de
website van Buitenlandse Zaken. Een prille democratie is niet altijd
een stille democratie, maar een "prille democratie" betekent in de
toekomst dat door het leger de mensenrechten mogen worden
geschonden. Ik zie de eerste minister met tremolo's, bijna bazuinen
met trillende stembanden, dat Nepal een prille democratie was. Maar
de mensenrechten mochten er worden geschonden. Kranten mogen
er bijgevolg worden gecensureerd en journalisten mogen er worden
opgesloten. Om de democratie een beetje te helpen, een voetje
vooruit te helpen, mag datzelfde leger uitgebreid voorzien worden
van gesofisticeerde machinegeweren.
Ten vierde, pro memorie, tempus fugit, de tijd vliegt, wie betaalt de
zaak? De Belgische belastingbetaler. Deze regering met de groenen
en de pacifistische Vlaamse socialisten nogmaals bedankt voor uw
aanwezigheid, collega's van de SP.A, tijdens de bespreking van het
historische rendez-vous zullen in de toekomst nog bestellingen
voor Nepal goedkeuren. Met andere woorden, de modelstaat is een
model van onwettelijkheid.
Ondertussen zijn de Minimi's in Nepal aangekomen, weliswaar met
enige vertraging. Dat had niets te maken met het kazak-keren,
Kazachstan was hier een beetje een spelbreker. De prille democratie
kan met Belgische wapens de burgeroorlog bekampen, en dat met
respect voor de mensenrechten.
Voorzitter: Herman De Croo, voorzitter.
de type minimi ont été livrés au
Népal. Magda Aelvoet fut la
première victime, la loi sur les
armes fut la seconde. Le dernier
sacrifice sera consenti demain,
lorsqu'il sera procédé à
l'assouplissement de la loi déjà
assouplie.
Président: Herman De Croo, président
.
Op de offertafel, nadat de vos de kelen had overgebeten in het
kernkabinet in de Wetstraat 16, was mevrouw Aelvoet het eerste
slachtoffer en de wapenwet het tweede. Vandaag brengen wij het
laatste offer, want na de bespreking zal de versoepeling van de
versoepeling van de wapenwet worden goedgekeurd door deze
meerderheid. Het is dus onbegrijpelijk...
(Mevrouw De Meyer staat tussen de banken te praten).
Dank u, collega De Meyer, dat u zich verwaardigd hebt om die
belangrijke bespreking, in het bijzonder voor uw partij, mee te
maken. Het mutisme dat u aanhoudt sinds 11 juli 2002 zal wel
bestatigd worden, maar desalniettemin verheugt uw fysieke
verschijning ons hier. Ik veronderstel niet dat u daarover een
uiteenzetting zal houden, want de principes zijn overboord gegooid.
Het is onbegrijpelijk dat dit is gebeurd. Het politieke akkoord dat de
meerderheid heeft gesloten na de Nepal-crisis, voorzag dus in de
gedeeltelijke overname van de Europese gedragscode in de
Belgische wetgeving, hetgeen doorging voor een verstrenging van de
wapenwet. Het woord, het principe "code of conduct", is dus iets
nieuws geworden. In het Belgische politieke areaal, in de Belgische
politieke taalkunde is de code of conduct de Europese gedragscode,
maar niets is natuurlijk minder waar. Ik heb ook een aantal tremolo's
gehoord tussen collega Decroly en de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken.
L'accord politique conclu au terme
de la crise du Népal prévoyait
qu'une partie du code de bonne
conduite européen serait intégrée
à la loi sur les armes dans le but
de la renforcer. C'est loin d'être le
cas. Le critère relatif aux droits de
l'homme peut désormais faire
l'objet d'une interprétation. Le
renvoi au nouvel article 17 ne fait
pas référence à l'application du
code de bonne conduite, mais au
rapport du gouvernement aux
assemblées fédérales. Le
gouvernement renvoie au code,
en effet, sans toutefois l'appliquer.
La disposition prévoyant qu'il peut
être tenu compte des intérêts
économiques, sociaux et
commerciaux belges permet une
interprétation très vaste. Il est
dérisoire d'ajouter que les critères
mentionnés à l'article 4 ne
peuvent être transgressés.
Demain, nous voterons sur un
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
Het criterium van de mensenrechten, men draaie of men kere het
zoals men wil, was het belangrijkste criterium uit de wet van 1991 en
dat is nu voor interpretatie vatbaar. Het absolute criterium is nu een
subjectief criterium geworden. Dat is dus, collega's, mijnheer de
minister, een verstrenging van de wapenwet van 1991.
Nu blijkt met de amendementen die worden ingediend en na de
chantage van de Parti socialiste en de MR om de toekomst van de
Fabrique Nationale in Herstal te vrijwaren het volgende. Die
amendementen zijn dus aanvaard en zullen worden goedgekeurd
door de andere leden van de meerderheid. Er blijkt dat die Europese
gedragscode niet volledig is opgenomen in deze tekst. Collega Van
der Maelen hij is afwezig kan verklaren wat hij wil, maar die
Europese gedragscode is niet opgenomen in de nieuwe tekst. De
verwijzing in het nieuwe artikel 17 gewijzigd door artikel 5 van dit
wetsvoorstel naar de toepassing van de Europese gedragscode heeft
immers geen betrekking op de toepassing van de Europese
gedragscode op zich, maar wel op het verslag van de regering aan
de federale wetgevende kamers, alstublieft.
Dat is dus de toepassing van de Europese Code of Conduct. Er wordt
een verslagje, een doorslag gegeven naar de federale wetgevende
kamers. Het verslag dat de regering nu jaarlijks voorlegt aan het
Parlement gaat echter reeds uitvoerig in op die Europese
gedragscode. Dat is dus niets nieuws. Het is dus des te meer
verwonderlijk dat deze regering ondanks de uitgebreide verwijzing
naar de Europese gedragscode ze zelf niet toepast. Het is dus echt
de omgekeerde wereld. Terwijl een regering in deze constellatie
zichzelf zou moeten opsmijten en opwerpen als de grote verdediger
van die Europese gedragscode en zelfs zou moeten gaan kijken
wanneer ze niet wordt toegepast, doet ze net het omgekeerde.
Vandaar dat de verstrenging van de wet een versoepeling is.
De bepaling stelt echter dat er in de toekomst rekening mag worden
gehouden met de economische, sociale, commerciële en industriële
belangen van België. Dit laat een dergelijke ruime interpretatie toe
dat dit criterium in de praktijk en dat is eigenlijk hetgeen altijd is
vooropgesteld het enige criterium dreigt te worden. De toevoeging
"zonder dat deze factoren van invloed mogen zijn op de toepassing
van de in artikel 4 bepaalde criteria" is natuurlijk een billenkletser van
formaat. Dit kan enkel en alleen op de lachspieren werken, bij
sommigen wat verkramptheid veroorzaken, maar dat is natuurlijk
lachen met de mensen, zoals men zegt in het noorden van dit land.
Het is het criterium dat de PS en de MR uiteindelijk over de streep
heeft getrokken. Het is het criterium dat de toekomst van de
Fabrique Nationale moet veiligstellen. Vandaar dat er een tweede
versoepeling van de wet komt.
Morgen wordt over de versoepeling van de versoepeling gestemd.
Om ons voorstel niet te volgen en ook een beetje tegemoet te komen
aan ons voorstel met betrekking tot de NGO's en het bedrijfsleven
heeft de regering zich echter in een aantal bochten gedraaid. Ons
voorstel had immers een aantal concrete punten. Het eerste punt
was het absolute handhaven van het criterium van de
mensenrechten. Onze motivatie daartoe is heel eenvoudig. Ze is
glashelder. In het nieuwe voorstel wordt dit criterium niet
opgenomen. De regeringstekst neemt dit criterium niet op. Er is
echter wel een kleine verwijzing naar de Europese gedragscode,
assouplissement d'un
assouplissement de la loi sur les
armes. Notre proposition tendait à
l'insertion de l'intégralité du Code
de conduite européen et au
maintien absolu du critère relatif
aux droits de l'homme.
L'article original parlait de
"violation manifeste". Dans la
nouvelle loi, le critère de la
violation des droits de l'homme
est limité par l'énumération
exhaustive des organisations
autorisées à constater ces
violations.
Le rapport de M. Hollants van
Loocke sur le Népal fait état d'une
guerre civile et de violations des
droits de l'homme par l'armée.
Pour le gouvernement, ce rapport
n'a aucune valeur.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
maar de ruimte voor interpretatie die daaraan gekoppeld is, is een
afzwakking van artikel 4 van de bestaande wet. Wij wilden het
criterium absoluut handhaven.
Ten tweede, is er de volledige overname van de Europese
gedragscode zodat deze in haar geheel bindend wordt. Met een
eenvoudige motivatie, een glasheldere motivatie wordt de Europese
gedragscode een volwaardig criterium voor de Belgische regering,
ook in de uitvoeringsmodaliteiten. Die Europese gedragscode is
immers niets anders dan een minimum minimorum.
Dat met het overnemen van een aantal criteria inhoudelijk gezien
omzichtig moet worden omgesprongen blijkt natuurlijk uit de analyse
van het criterium mensenrechten. Waar het oorspronkelijke artikel
heel duidelijk spreekt van een klaarblijkelijke schending van de
rechten van de mens wordt het gewijzigde artikel afgezwakt naar
volgende paragraaf, ik citeer: "Er wordt zeer zorgvuldig tewerk
gegaan" zo zegt de aanhaling "wanneer per geval en rekening
gehouden met de aard van het materieel vergunningen worden
afgegeven voor landen waar door de terzake bevoegde instanties
van de VN, de Raad van Europa of de Europese Unie ernstige
schendingen van de mensenrechten zijn geconstateerd". Deze
paragraaf maakt dat het criterium schendingen van mensenrechten
geen absolute zekerheid geeft voor het niet afleveren van een
export- of doorvoerlicentie bij het vaststellen van deze schendingen
omdat het aantal organisaties die deze vaststellingen kunnen doen
beperkt wordt door de exhaustieve opsomming. Indien wij dit
criterium toch zouden moeten toepassen op Nepal, herinnert u zich
dan het rapport van de heer Hollants van Loocke, voormalig
ambassadeur van het koninkrijk België, dat sprak van een
burgeroorlog in Nepal en "human rights abuses by the army". Zelfs
dat rapport was voor de regering van nul en generlei waarde. Ik zal
het zelfs niet hebben over de totaal misplaatste interpretatie...
(...)
Maar ik heb het gelezen, mijnheer de minister.
02.57 Minister
Louis Michel
: U licht er natuurlijk alleen elementen
uit die uw thesis dienen. Dat is niet evenwichtig en niet correct. Lees
gans dat rapport en u zult zien dat het veel evenwichtiger is dan dat
wat u zegt.
02.57
Louis Michel
, ministre: Il
faut lire tout le rapport!
02.58
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de minister, het is zeer
evenwichtig naar de andere kant, waarin gezegd wordt dat er
manifeste schendingen zijn van de mensenrechten in Nepal. Dat
weet u. Ik hoop dat u in uw repliek het belachelijke verhaal van Pol
Pot en de Golgotha en de Schedelplaats nog eens bovenhaalt. Daar
gelooft niemand in. De situatie is totaal niet vergelijkbaar. Ik zal zelfs
niet spreken over de magistrale verkrachting aangericht bij de lezing
of de citatie door de eerste minister van het rapport van mevrouw
Nelly Maes in het Europees Parlement, dat zogezegd à décharge
moest zijn voor de wapenlevering door de Belgische regering aan
Nepal en waarvan mevrouw Maes heeft gezegd dat het schandelijk
was dat een eerste minister dat rapport op een dergelijke manier
durfde te misbruiken. Wekelijks sedert augustus vorig jaar, gisteren
nog in TerZake, worden er documentaires uitgezonden neutrale
documentaires die niet gekleurd zijn in de ene of de andere zin
02.58
Pieter De Crem
(CD&V): Il
est question de violations des
droits de l'homme! Il ne sert à rien
d'évoquer Pol Pot car la situation
est différente. Nelly Maes a
reproché au gouvernement d'avoir
détourné son rapport.
Un conflit oppose le
gouvernement en place et une
guérilla mais il y a aussi un
problème sur le plan de la
démocratie.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
waarin de schendingen van de mensenrechten en de burgeroorlog in
Nepal worden aangeklaagd en in alle duidelijkheid worden
uiteengezet. U heeft een punt, dat hebben wij nooit ontkend. Er is
een conflict in Nepal; er is een conflict van een zetelende regering
ten opzichte van een guerrilla, maar er is een even groot probleem
ten opzichte van de democratie. Weet u in wat de prille democratie
zich in Nepal heeft vermomd? In een monarch die de regering naar
huis heeft gestuurd. De prille democratie in Nepal heeft zich
vermomd in een monarch die de regering naar huis heeft gestuurd en
twee vrienden aan de top van de regering heeft gezet. Dat is het.
02.59 Minister
Louis Michel
: ... en hij heeft de maoïsten meester
gelaten van het terrein. Dat is de democratie!
02.59
Louis Michel
, ministre:
Selon vos principes éthiques, il
faudrait donc abandonner le pays
aux Maoïstes?
02.60
Pieter De Crem
(CD&V): Ethiek is de wet respecteren. Daar
geloof ik in. Dat zijn de fundamenten van onze rechtsstaat. Ethiek is
de mensenrechten respecteren en ze niet voor de pot-pourri of à
gogo, als het in uw kraam past, aanpassen. Daarover gaat het in
deze discussie.
Er zijn nog landen die in aanmerking komen voor Belgische
wapenleveringen waar de interne politieke toestand te vergelijken is
met de definitie van een prille democratie. Ik zou u een lezing
kunnen geven van een paars-groene Toppop van de nationale
wapenleveringshitparade. Daarover gaat het uiteindelijk in deze
discussie. Ik zou een hitparade van de wapenleveringen kunnen
geven sinds de Nepal-crisis. En forgeant, on devient forgeron. Men
moet het ijzer smeden terwijl het heet is: Colombia, Brazilië, Peru,
Brunei, India, de Filippijnen. De delete-knop werkt niet altijd.
02.60
Pieter De Crem
(CD&V):
L'éthique préconise le respect des
droits de l'homme.
La Belgique livre également des
armes à d'autres pays que l'on
pourrait qualifier de "démocraties
naissantes".
02.61 Minister
Louis Michel
: (...).
02.62
Pieter De Crem
(CD&V): Ik heb toch nooit gezegd dat zij het
niet hebben gedaan. Ik heb gezegd dat zij de wet respecteren en u
niet.
Op de Filippijnen leveren we aan de politie. Op uw website staat er
dat de situatie op de Filippijnen gespannen is en dat er een
gewapend conflict is. U intervenieert in een gewapend conflict op
Mindanao waar de mensenrechten worden geschonden. Ik kan nog
doorgaan. Aan Mexico worden P-90's geleverd. Chiapas is u
blijkbaar onbekend. Er zijn ook Panama, Chili, Argentinië en Chavez
in Venezuela.
02.62
Pieter De Crem
(CD&V):
En livrant des armes à la police
philippine, on intervient dans le
conflit sur l'île de Mindanao. La
Belgique livre également des
armes au Mexique mais la
question du Chiapas est passée
sous silence.
De
voorzitter
: Mijnheer de minister, als u wilt spreken, neem dan uw microfoon anders gaan uw woorden
aan velen ontsnappen.
(...)
02.63
Hugo Coveliers
(VLD): Mijnheer De Crem, hebt u zo'n schrik
van mijn vragen? Ik heb een heel vriendelijke vraag voor u. Ik zou
niet durven kwaad zijn op u. U haalt twee voorbeelden aan waarbij dit
Parlement de kans heeft gekregen om daarover zelf te oordelen.
Wat de Filippijnen betreft, weet u dat eind augustus de Parlementaire
02.63
Hugo Coveliers
(VLD):
Mindanao n'est qu'une île parmi
trois mille autres et elle est dirigée
par un islamiste. Le chef de file du
mouvement communiste philippin
est un Néerlandais naturalisé qui
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
Vergadering ASEP heeft plaatsgevonden in Manila. U spreekt nu
over de Filippijnen. Het gaat hier over 3.000 eilanden waarvan u er
een Mindanao aanhaalt waar een moslimfundamentalist, de heer
Abou Sayaf, op een vreselijke manier huishoudt. U weet dat de
communistische groep in de Filippijnen wordt geleid door iemand die
is uitgeweken naar Nederland waar hij politiek vluchteling is
geworden en nu de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. Van
daaruit onderhandelt hij nu met de regering in de Filippijnen. Aan dit
land zou men dus geen wapens mogen leveren?
U haalt ook Mexico aan. Ik vind dit nogal sterk. U had moeten
luisteren toen de president van Mexico, de heer Fox, hier is geweest.
Samen met de groenen vormt hij in Mexico een regering. Hij heeft
over Chiapas gesproken en commandant Marcos die met zijn masker
op naar Mexico-city is gekomen om daar overeenkomsten te
ondertekenen zonder dat hem maar een strobreed in de weg werd
gelegd.
Dan zou men daar dus niet mogen leveren aan de politie, die er
inderdaad wapens nodig heeft, dat kan ik u wel verzekeren. Hier
heeft de politiek ook wapens nodig! Dit is ridicuul. Kies andere
voorbeelden, maar die twee voorbeelden zijn dwaas.
opère depuis les Pays-Bas.
Le président mexicain a évoqué
ici la question du Chiapas et le
commandant Marcos s'est rendu à
Mexico où on lui a laissé toute
liberté d'agir.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, wees beleefd en laat mevrouw Laenens spreken en daarna de heer
Van den Eynde. U krijgt daarna het woord.
02.64
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Ik wil even proberen
mijnheer De Crem een kleine stap in het verleden te laten zetten. De
wapenwet is er van 1991. Dat was een serieuze poging. Er was toen
consensus om te zoeken naar een economisch en ethisch evenwicht.
Voor 1991 waren er ook al wapenleveringen. Voor 1991 waren er
heel wat regeringen bij mijn weten en voor zo ver mijn
geschiedenis teruggaat, geen paars-groene waar er heel wat
wapenleveringen geweest zijn. Ik denk dat we langzaam, stap voor
stap, vooruitgaan, zij het te langzaam, in het respecteren van
mensenrechten als een internationaal gegeven. Het gaat veel te
langzaam, het gaat veel met vallen en opstaan, maar ik vind het iets
te goedkoop zoals hier nu het heiligdom der heiligen gepredikt wordt.
02.64
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Avant la coalition
actuelle, il était également
procédé à des livraisons d'armes.
Le respect des droits de l'homme
gagne du terrain, lentement mais
sûrement.
02.65
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, dit debat van het mag en het mag niet, roept bij mij toch
bedenkingen op. Ik zal straks dit wetsvoorstel zeker niet steunen.
Wie wapenfabrieken heeft, verkoopt wapens, anders heeft het geen
zin wapenfabrieken te hebben. Wie wapens verkoopt, kan die alleen
maar verkopen aan landen waar oorlog gevoerd wordt. Ik heb in de
commissie gezegd dat de Zwitserse garde van het Vaticaan geen
P90's zal kopen. Wanneer men wapens verkoopt aan landen die
oorlog voeren, dan weet men dat men wapens verkoopt aan landen
waar men op zijn minst minder bekommerd is om de rechten van de
mens. Dan wordt het natuurlijk een kwestie van afwegen. De
redenering die hier door de meerderheid gevolgd wordt, is niet
onlogisch, behalve op één punt: als men dat allemaal doet, mijnheer
Coveliers, dan gaat men niet de wereld rond, al brullend dat men de
kampioen is van de mensenrechten. Dat is hypocriet.
02.65
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Je ne vais en
aucun cas soutenir le projet mais
quiconque possède des usines
d'armement a vocation de vendre
des armes. Et les armes se
vendent à des pays en guerre. Il
faut évaluer la situation. Le
raisonnement de la majorité n'est
pas illogique, un point excepté:
lorsqu'on livre des armes, il ne
faut pas chercher à se faire passer
pour le champion des droits de
l'homme.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, u krijgt blessuretijd, want u bent al ruim over uw tijd. Kom, kort en goed.
Of toch kort.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
02.66
Pieter De Crem
(CD&V): Wij hebben altijd gezegd dat wij
geen schijnheilige houding aannemen. Als er een wapenindustrie is,
dan dient die om wapens te slijten. Aangezien de Middeleeuwen
voorbij zijn en de Luikenaars wellicht niet meer de Antwerpenaars of
de Genkenaars of de Gentenaars of de Bruggelingen zullen
aanvallen, moeten die wapens gesleten worden in het buitenland.
Daarvoor is er een wet: de wet van 1991. De wet van 1991 is met
voeten getreden en dat is ons fundamentele bezwaar. De
wetswijziging nu is, in plaats van een verstrenging, een absolute
versoepeling. Daar zal niemand een argument kunnen tegen
inbrengen. Voorzitter?
02.66
Pieter De Crem
(CD&V):
L'existence d'une industrie de
l'armement suppose en effet que
l'on vende à l'étranger. C'est là la
raison d'être de la loi de 1991, qui
a été enfreinte. La modification de
la loi ne se traduit pas par un
durcissement mais au contraire
par un assouplissement.
De
voorzitter
: Ja.
02.67
Pieter De Crem
(CD&V): Als er hier over geheugen wordt
gesproken, dan heb ik de indruk dat de meerderheid het bijzonder
lastig heeft met hetgeen gebeurd is in de laatste zes maanden.
Vandaar dat ik het geheugen heb opgefrist welke leveringen er zijn
gebeurd.
De
voorzitter
: De heer Van der Maelen is verontschuldigd. Ik denk dat hij spijt heeft er niet te zijn.
02.68
Pieter De Crem
(CD&V): En zijn fractie. Goed. De
evaluatiecommissie, die de minister adviseert over elk dossier en
halfjaarlijks haar werkzaamheden toelicht voor het Parlement, was
een van onze voorstellen. Wij gingen een eind mee met de regering
om te zeggen dat een ex ante controle niet kan. Er zijn altijd politieke
afwegingen die, gezien in dit kleine koninkrijk der Noordzee
buitenlands beleid het prerogatief is van de uitvoerende macht,
gemaakt worden door de regering ex ante. Goed, laat ons dit niet in
het Parlement doen. Ex post wel. Er moet nadien een controle
kunnen zijn. Ten eerste, zijn de reglementeringen en de wettelijke
voorzieningen gerespecteerd? Ten tweede, welke adviezen zijn er
uitgebracht? Want die adviezen zijn voor ons niet altijd toegankelijk.
Ik denk dat het belangrijk is dat we dat zouden kunnen weten. Het
zou ons ook toelaten dat er geen adviezen per telefoon meer
verstrekt moeten worden, zoals dat in de levering aan Nepal het
geval was.
Daarom willen wij een commissie oprichten die de wapenhandel ex
post controleert. De informatie die halfjaarlijks aan het Parlement
wordt bezorgd, dient vertrouwelijk te worden gehouden en
bedrijfsgeheimen kunnen beschermd blijven.
De indieners van dit voorstel zeggen dat het, naast het opnemen van
de Europese gedragscode, ook noodzakelijk is dat een aantal
schikkingen moeten worden getroffen die het Parlement moeten
toelaten en dan citeer ik weer "om ten volle zijn rol in dit dossier
te kunnen vervullen". Dat lijkt mij toch een cynische opmerking. Het
probleem met deze stelling is echter dat, hoewel het in principe een
bijzonder eervolle en eerlijke stelling is, er geen duidelijke rol voor
het Parlement is weggelegd in de teksten die voorliggen. Het gaat
immers over de ex post-evaluatie en er kan dus geen
opportuniteitscontrole zijn die de beslissing van de regering op welke
wijze dan ook zou kunnen beïnvloeden.
02.68
Pieter De Crem
(CD&V):
La création d'une commission
d'évaluation, qui conseillerait le
ministre à propos de chaque
dossier et rendrait compte tous les
six mois de ses travaux au
Parlement, était une de nos
propositions. Nous avions admis
qu'un contrôle
ex ante
est exclu.
Mais il faut un contrôle
ex post
: il
faut vérifier si les lois ont été
respectées mais voir aussi quels
avis ont été rendus.
Selon les auteurs de la
proposition, le Parlement doit
pouvoir jouer pleinement son rôle.
Mais le texte ne réserve aucun
rôle au Parlement. Aucun contrôle
de l'opportunité n'est prévu. Le
Règlement de la Chambre doit
être revu d'urgence, faute de quoi
l'accord politique sera
inapplicable.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
Onze afwezige collega Van der Maelen heeft ons voorbeeld gevolgd
en heeft ook een voorstel tot wijziging van het Kamerreglement
ingediend. Ik denk echter dat het voor de meerderheid van essentieel
belang was dat dit zo spoedig mogelijk wordt behandeld. Zonder dit
element is het politiek akkoord immers niet volledig uitgevoerd. Het
hangt er niet aan, het zit niet in de preambule en niet in de appendix.
Mijnheer de voorzitter, het zou toch interessant zijn mochten we over
deze voorstellen in de commissie kunnen debatteren.
De
voorzitter
: Mijnheer De Crem, ik heb vorige week tijdens de
vergadering van de werkgroep die het nieuw Reglement coördineert
en aanvult, gezegd dat wij wellicht in de laatste week van januari aan
de commissie voor het Reglement waar uw fractie ook is
vertegenwoordigd het aspect waarover u nu spreekt en uiteraard de
andere aspecten zullen voorleggen. Als we daar tot een
overeenkomst komen wat ik hoop en verwacht zullen we
normaliter vermoedelijk rond half februari het Reglement
goedkeuren. Dat houdt, alles bij mekaar bekeken en gelet op de gang
van dit wetsvoorstel, een gelijklopendheid in.
Le
président
: Les propositions
seront examinées à partir de la fin
du mois de janvier par la
commission du Règlement. A la
mi-février, nous pourrons sans
doute les mettre aux voix en
séance plénière.
02.69
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zie aan uw
lichaamstaal dat u vindt dat het tijd is dat ik mijn betoog afsluit. Ik zal
dat ook doen.
Ik vraag mij af waarom wij maandenlang gedebatteerd hebben over
de toepassing van de wet. Waarom hebben wij daar zo lang over
gedebatteerd? Iedereen heeft vastgesteld dat er een strenge wet
was, waarvan verondersteld wordt dat zij door iedere Belg, dus ook
door iedere Belg die deel uitmaakt van de regering, gerespecteerd
wordt. Alle Belgen zijn immers gelijk voor en door de wet. Iedereen,
en in het bijzonder de groene collega's, heeft kunnen vaststellen dat
dit niet het geval was, zelfs niet met hen in de regering. Conclusie:
morgen stemmen wij over een nieuwe wet, en de omstreden
wapenleveringen gaan gewoon door. Het leven gaat gewoon door,
het is business as usual, de zaken gaan door als gewoonlijk. Met
andere woorden: het ethisch buitenlands beleid van de paars-groene
coalitie ligt op zijn gat. Het is zelfs zover dat de peetvader van de
groenen, voorzitter Geysels, uitroept dat de groenen de
Vredesbeweging niet zijn. Zover is het gekomen met onze
parlementaire democratie en met de samenhang tussen bepaalde
politieke partijen en het middenveld.
Ter afsluiting wil ik toch zeggen, mijnheer de minister, collega's, en in
het bijzonder collega's van de meerderheid: de Nepal-saga heeft
eigenlijk een omgekeerd effect gehad. In de regeringsverklaring
stond dat wij ons land opnieuw een plaats op de wereldbol wilden
toekennen maar ik kan u zeggen dat wij er door de Nepal-crisis en de
gevolgen ervan danig zijn afgedonderd. De wapenleveringen, en de
wijze waarop zij nu gebeuren, zijn een stigma voor België. Denk dus
niet dat het imago sinds de leveringen aan Nepal verbeterd is. Wij
worden nu in het buitenland geïdentificeerd met een krakkemikkige
wetgeving en met leveringen van wapens op een onoorbare manier.
De leveringen gaan volledig in tegen de wet van 1991. Dat het zover
gekomen is, is de verpletterende verantwoordelijkheid van paars-
groen.
02.69
Pieter De Crem
(CD&V): Je
m'interroge sérieusement sur la
raison pour laquelle nous devions
débattre si longtemps de
l'application de la loi. Une loi
stricte existait et il convenait de la
respecter. La loi n'a pas été
respectée, même pas par les
Verts. Demain, nous voterons une
nouvelle loi et les livraisons se
poursuivront tout naturellement.
La politique d'éthique étrangère
de la coalition actuelle est tombée
bien bas! Un ténor d'Agalev a
même proclamé: "Nous ne
sommes pas le mouvement
pacifiste".
La saga népalaise a eu un effet
très négatif: la déclaration
gouvernementale mentionnait qu'il
convenait que la Belgique joue un
rôle de premier plan sur la carte
universelle, or les livraisons
d'armes éclairent notre pays sous
un jour très défavorable.
De
voorzitter
: Mevrouw Laenens, u lijkt mij nerveus vandaag.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
02.70
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter, ik
ben helemaal niet nerveus. Ik wil alleen tegen collega De Crem
zeggen dat ik trots ben geen lid te zijn van een standenpartij. Wij
luisteren steeds met open oren naar de Vredesbeweging en wij gaan
met hen mee in de mate dat wij dat kunnen terwijl wij toch ook onze
politieke verantwoordelijkheid opnemen.
02.70
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Je me félicite de ne pas
appartenir à un parti de
standen
.
Nous sommes à l'écoute des
mouvements pour la paix et nous
les suivons lorsque nous le
pouvons.
02.71
Pieter De Crem
(CD&V): Ik ben geen lid van de VLD, dat is
de nieuwe standenpartij van de 21
e
eeuw. Ik ben lid van de christen-
democratische partij, dat weet u al lang, voorzitter.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De
voorzitter
: Collega's, ik wens het volgende mede te delen.
J'ai contacté le premier ministre et le gouvernement afin de savoir à quel moment les interpellations dont
nous parlions tout à l'heure pourraient avoir lieu. D'après le règlement, elles doivent avoir lieu dans le
courant de la semaine.
Volgens het Reglement moeten de interpellaties worden gehouden in de loop van deze week.
Het is niet eenvoudig om de agenda's van iedereen te laten overeenstemmen.
Ter goedkeuring van de nieuwe agenda zal ik morgen formeel voorstellen dat een plenaire vergadering
van de Kamer zou worden gehouden op vrijdag 17 januari 2003 om 18.00 uur en dat dan alle interpellaties
zouden worden ontwikkeld, zowel de dringende als de andere.
Een ander moment kan niet worden bepaald en het Reglement wordt nageleefd, in die zin dat de
interpellaties worden gehouden in plenaire vergadering, in de loop van deze week en dat ik het recht heb
een dergelijk voorstel te formuleren.
J'ai contacté le premier ministre et le gouvernement afin de savoir quand les interpellations dont nous
parlions tout à l'heure pourraient avoir lieu. Aux termes du Règlement, les interpellations doivent être
développées dans le courant de cette semaine. Il est malaisé de concilier les agendas de chacun.
Demain, je proposerai formellement la tenue d'une séance plénière de la Chambre le vendredi 17 janvier
2003 à 18 heures.
Il n'est pas possible de décider d'un autre moment et, de la sorte, le Règlement est respecté. J'ai le droit
de formuler une telle proposition.
02.72
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, al deze argumenten beletten mij niet om hic et nunc
formeel te protesteren tegen deze werkwijze.
Vrijdagavond mogen interpelleren over een oorlogssituatie waarbij
ons land mogelijks is betrokken, dat is vanwege de regering de spot
drijven met het Parlement. Men had nog beter gekund door de
interpellaties te laten houden op zondagmorgen of zaterdagnacht!
Deze interpellaties vrijdagavond laten houden getuigt van minachting
ten opzichte van het Parlement en ik wil hiertegen met klem
protesteren.
02. 72
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Je proteste
formellement contre cette
proposition. Faire développer des
interpellations un vendredi soir au
sujet d'une guerre dans laquelle
notre pays peut être impliqué
revient à tourner le Parlement en
dérision.
De
voorzitter
: Ik vond het raadzaam dit nu mede te delen en niet morgennamiddag. Dit laat eenieder toe
zich wat beter voor te bereiden. Mijnheer Leterme, dit is alleen een mededeling en moet niet leiden tot
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
een debat.
02.73
Yves Leterme
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wens rustig
en uitdrukkelijk te verklaren dat dit een poging is om op een feitelijke
wijze het grondwettelijk interpellatierecht in een bijzonder belangrijk
dossier te fnuiken. Dit is werkelijk een dieptepunt in de parlementaire
geschiedenis van ons land.
Ik herhaal dat deze namiddag, in het begin van de plenaire
vergadering, nogmaals is gebleken dat eerste minister Verhofstadt
geen enkel probleem had om morgen aanwezig te zijn voor deze
assemblee.
02.73
Yves Leterme
(CD&V): Il
s'agit d'une volonté délibérée de
porter atteinte au droit
d'interpellation. Cet épisode
marquera l'histoire parlementaire
d'une pierre noire. Le premier
ministre peut être présent demain
mais seulement pour un mini-
débat.
De
voorzitter
: Ja, maar slechts tot 15.00 uur.
02.74
Yves Leterme
(CD&V): Bij monde van de minister van
Buitenlandse Zaken werd ons echter medegedeeld dat de eerste
minister enkel bereid was om aan dit maxidossier een minidebat te
wijden.
Het verschil tussen het voorgestelde minidebat en het grondwettelijk
interpellatierecht dat ons is toebedeeld, bestaat erin dat, wanneer er
wordt geïnterpelleerd, elke fractie kleur moet bekennen en de eerste
minister moet kunnen antwoorden namens de hele regering. Het
probleem is blijkbaar dat de eerste minister vandaag niet in staat is
om in dit belangrijke dossier dat de hele bevolking bezighoudt, te
antwoorden namens de volledige regering en de meerderheid niet in
staat is met één stem te spreken. Dat is de enige reden en al het
overige zijn uitvluchten. Dat is de enige reden waarom dit Parlement
oneer wordt aangedaan en waarom deze interpellaties morgen niet
kunnen worden ontwikkeld op een normaal uur, zijnde om 14.15 uur.
02.74
Yves Leterme
(CD&V): La
différence est précisément
qu'après les interpellations,
chaque groupe doit prendre
attitude et que le premier ministre
doit répondre au nom de
l'ensemble du gouvernement.
De
voorzitter
: Ik verwittig u ervan dat dit voorstel morgen zal worden gedaan, teneinde de zaken te
vergemakkelijken.
02.75
Jean-Pierre Grafé
(cdH): Monsieur le président, la proposition
formulée de nous réunir vendredi en fin de journée pour ce débat ne
me paraît vraiment pas sérieuse. Elle vise exclusivement à tenter
d'étouffer un débat parlementaire pour camoufler une fois de plus les
divisions de l'équipe gouvernementale actuelle.
02.75
Jean-Pierre Grafé
(cdH):
Het is bedenkelijk voor te stellen
een zo belangrijk onderwerp op
vrijdagavond te bespreken. Dat is
alleen bedoeld om de
verdeeldheid binnen de
meerderheid te verbergen.
Algemene bespreking (voortzetting)
Discussion générale (continuation)
02.76
Els Van Weert
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, u weet dat ik
de gewoonte heb om mij aan de spreektijd te houden. Ik zal kort en
bondig verwoorden wat nog essentieel is in dit dossier. Daarvoor
dient een plenair debat. Ik wil dus niet terugkomen op de
omstandigheden waarin deze wet is totstandgekomen en waarin ook
de amendering van het voorstel dat oorspronkelijk op tafel lag, is
totstandgekomen. Ik meen dat dit al ten overvloede is gebeurd door
de andere collega's uit de oppositie.
Ik heb toch wel gemengde gevoelens bij deze wet. Er zijn inderdaad
een aantal positieve elementen. Ik verwijs naar het opnemen van de
02.76
Els Van Weert
(VU&ID):
Cette adaptation de la loi de 1991
éveille en moi des sentiments
mitigés. Je distingue les aspects
positifs suivants: la transposition
du code de bonne conduite non
contraignant en droit belge,
l'instauration de nouveaux critères
tels que le recours éventuel aux
enfants soldats lors des conflits
armés, le rapport entre les
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
gedragscode en het toevoegen van nieuwe criteria, meer in het
bijzonder het verbod op de inzet van kindsoldaten, de verhouding
tussen militaire en sociale uitgaven en de uitbreiding van het
toepassingsgebied van de wet naar niet-militair materieel. Wij
hadden nochtans graag een nog breder toepassingsgebied gezien,
waarin ook de opleiding in de wet zou worden opgenomen. Ik denk
ook aan de betere controle op hetgeen in het buitenland onder
Belgische licentie wordt geproduceerd. Dat zijn een aantal positieve
elementen, die zeker tot een verstrenging en verduidelijking van de
wet hebben geleid.
Ik ben wel ontgoocheld over de beperkte verbetering of aanpassing
van de parlementaire controle. Wij hadden zelf, wat dat betreft,
graag een meer verregaand systeem op poten gezet. In dat kader
zou ook een vredesinstituut worden opgericht dat het Parlement kon
bijstaan, onder andere bij de opmaak van een zwarte lijst. Ik heb
ondertussen de argumenten gehoord die daarstraks door mevrouw
Laenens zijn opgenoemd om zo'n zwarte lijst niet op te stellen,
maar ik ben daardoor niet helemaal overtuigd.
Er zijn nochtans ook enkele negatieve elementen aan deze
wetsaanpassing. Ik zal het anders uitdrukken. Er zijn een behoorlijk
aantal gemiste kansen. Dan spreek ik meer bepaald over het
fameuze artikel 4, ten vierde, waarin naar ons gevoel en ook als
men de tekst erop naleest een ruimere mogelijkheid aan de
minister wordt geboden om wapenleveringen aan landen in crisis en
landen in burgeroorlog, alsnog mogelijk te maken. Wij zijn het niet
eens met de filosofie die daarachter zit. Wij betwijfelen ten zeerste
dat wapenleveringen goede instrumenten zijn om te komen tot het
beëindigen van een conflict. Als pacifisten zijn wij daarvan absoluut
niet overtuigd. Daarom betreuren wij het dat artikel 4 in die zin is
aangepast waardoor de minister ruimere argumentatiemogelijkheden
in de wet heeft gekregen.
Wij zijn ook ontgoocheld over de vereenvoudigde procedure voor de
zogenaamde witte landen. Ik heb daarover in de commissie
verschillende interpretaties horen geven. Men spreekt van onze
buurlanden, de EU-landen tot de NAVO-lidstaten. Ik meen dat vooral
dat laatste een brug te ver is.
Kort samengevat, de correcte toepassing van deze wet is cruciaal.
Hierbij wil ik toch nog even terugkeren naar het hele Nepal-dossier.
Daar hebben wij toch moeten vaststellen dat de wet van 1991, die
destijds van toepassing was en trouwens nog steeds van
toepassing is met voeten werd getreden. Wij vrezen alleen dat we
met deze verstrenging van de wet op een aantal punten, maar
tegelijkertijd met de ruimere mogelijkheid voor de minister op basis
van artikel 4 om wel te leveren aan landen waar mensenrechten
worden geschonden of aan landen die in burgeroorlog zijn, absoluut
geen goede zaak hebben gedaan.
Het blijft dus cruciaal wij zullen daarop dan ook in de toekomst
blijven toezien, ook naar aanleiding van de diverse rapporten dat
deze wet goed en minutieus wordt toegepast en dat de
interpretatiebevoegdheid waarover de minister beschikt niet al te
ruim wordt bemeten. Wij zijn ervan overtuigd dat als deze wet op die
manier wordt opgevat en opgevolgd zij misschien zoals sommige
vredesorganisaties met een heel grote aarzeling zeggen toch een
dépenses militaires et les
dépenses sociales dans le pays
importateur, l'élargissement au
matériel non militaire et le
contrôle renforcé des armes
produites à l'étranger sous licence
belge.
Je suis toutefois quelque peu
déçue par l'aménagement des
règles relatives au contrôle
parlementaire, que j'estime
insuffisant.
Le projet comporte, à mon estime,
deux aspects négatifs. Je déplore
tout d'abord l'extension des
possibilités offertes au ministre de
livrer des armes sous certaines
conditions. Par ailleurs, je regrette
l'instauration d'une procédure
simplifiée pour les pays dits
"blancs" sans toutefois que cette
catégorie de pays ait été définie
plus précisément.
La manière dont la loi sur les
armes, telle qu'elle a été adaptée,
sera mise en oeuvre constitue un
point fondamental de ce débat. Il
faut pouvoir restreindre, dans une
certaine mesure, la marge
d'interprétation dont dispose le
ministre compétent.
Cette combinaison de points
positifs et négatifs justifiera mon
abstention lors du vote de demain.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
bijdrage zou kunnen leveren tot een betere en vreedzamere wereld.
Ik zal mij morgen dus onthouden in de hoop dat de toepassing van
deze wet op een goede manier zal verlopen.
02.77
Fred Erdman
(SP.A): Mijnheer de voorzitter, ik zou als
huldeblijk de heer Dirk Van der Maelen willen verontschuldigen, niet
voor zijn afwezigheid als dusdanig. De heer Van der Maelen heeft
zeer hard aan dit ontwerp gewerkt, maar is wegens ziekte
weerhouden en kon dus niet aan dit debat deelnemen. Ik verwijs dus
uitdrukkelijk naar al hetgeen hij in de commissie daarover heeft
gezegd. Ik denk dat het gepast was om dit hier nogmaals vanuit de
factie te onderstrepen.
02.77
Fred Erdman
(SP.A): Je
souhaiterais rendre brièvement
hommage à M. Van der Maelen
qui, depuis longtemps déjà, s'est
engagé dans ce dossier.
Souffrant, il ne peut
malheureusement pas assister au
débat aujourd'hui.
De
voorzitter
: Ik heb het reeds vermeld daarstraks, mijnheer
Erdman. Ik denk dat onze collega's begrijpen dat de heer Van de
Maelen alles zou hebben gedaan wat hij kon om hier te zijn. Dat is
duidelijk.
Le
président
: Je ne doute pas
que M. Van der Maelen aurait tout
fait pour pouvoir être présent
parmi nous.
02.78
Martine Dardenne
(ECOLO-AGALEV): Monsieur le président,
monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, nous arrivons au
terme d'une discussion qui, à mon sens, a débouché sur un résultat
équilibré et dont il n'est, certes, pas anodin de rappeler que le point
de départ fut la question d'une livraison d'armes au Népal, pays qui
doit faire face à de graves tensions internes qui sont de nature à
conduire à un conflit armé. Je cite ici les termes de l'article 4 de la loi
de 1991.
On sait combien dans ce genre de pays, les situations ne sont jamais
ni tout à fait blanches ni tout à fait noires et combien la marge
d'appréciation et d'évaluation du ministre responsable est importante
dans les décisions prises. C'est ce qui justifie que celui qui exerce la
compétence doit pouvoir prendre en compte toute une série de
données et puisse, comme le dira le nouvel article 4 de la loi,
modifiée par le texte que nous allons adopter, vérifier la nature des
tensions, du conflit ou de la guerre civile et les responsabilités à cet
égard avec toute la rigueur qui s'impose, de manière à pouvoir
accorder une aide adéquate à des régimes démocratiques dont
l'existence est menacée.
Je veux, à dessein, souligner cet aspect, car il me paraît souligner un
élément nouveau amené dans la loi qui, à mon sens, ouvre le champ
d'appréciation plus qu'il ne le rétrécit, mais qui met bien aussi en
évidence la responsabilité de celui qui exerce les compétences, ce
qui devrait l'amener me semble-t-il à mettre le plus de garanties
possibles de son côté tout en respectant les termes de la loi.
02.78
Martine Dardenne
(ECOLO-AGALEV): Na afloop van
de verschillende besprekingen
kunnen we er van uitgaan dat er
een evenwichtig resultaat uit de
bus is gekomen. In een land als
Nepal is het onderscheid tussen
goed en kwaad niet altijd even
duidelijk. We moeten dus met een
hele reeks gegevens rekening
houden en de aard van het
conflict met de grootst mogelijke
nauwkeurigheid ontleden. De wet
maakt een beoordeling mogelijk.
02.79
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, puis-je
rappeler à Mme Dardenne que le parti auquel elle appartient et le
programme sur base duquel nous avons été élus, mentionne
textuellement, dans sa proposition 15 du chapitre sur la politique
internationale: "Il faut limiter l'exportation des armements ou des
technologies à usage militaire vers des zones soit en conflit, soit déjà
surarmées".
Par ailleurs, vous dites "défendre les démocraties". Déjà, je fais
l'impasse du débat de qu'est une démocratie, jeune ou autre. Mais
02.79
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Uw partij zegt
dat de uitvoer van wapens naar
gebieden waar een conflict heerst
of waar sprake is van
overbewapening moet worden
beperkt. Voorts zegt u ook dat de
democratieën moeten worden
verdedigd. Maar een democratie,
wat is dat precies? Moet een en
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
défendre une démocratie, pour un parti qui a toujours été adepte du
multilatéralisme onusien ou au minimum européen, ne doit-il pas se
faire de façon concertée et non par des actions unilatérales ou
bilatérales de livraisons d'armes pour renforcer la soi-disant
démocratie attaquée?
Par conséquent, vous êtes en contradiction flagrante, manifeste et
évidente par rapport au programme sur lequel nous avons été élus,
tant sur ce point que sur bien d'autres.
ander niet in overleg gebeuren?
Maar u, die altijd opkomt voor de
UNO, waarom engageert u zich in
het kader van bilaterale
akkoorden?
02.80
Martine Dardenne
(ECOLO-AGALEV): Je vous laisse vos
appréciations sur nos divergences d'opinions. C'est vous qui les
émettez. Je pense, quant à moi, être correcte par rapport à ce à quoi
je me suis engagée lorsque nous avons décidé de participer à cette
coalition gouvernementale. Il est inévitable d'avoir des appréciations
divergentes sur certains événements en fonction de son passé, de
son idéologie, de ce que l'on représente et différemment, mais il faut,
certes, trancher et c'est le rôle du ministre compétent. Par ailleurs, il
incombe à chacun de prendre ses responsabilités.
Je voudrais souligner aussi l'ajout de deux critères importants à mes
yeux: l'interdiction de livrer des armes à un pays dont l'armée
régulière aligne des enfants soldats, la prise en compte dans
l'évaluation des besoins légitimes des Etats en matériel de sécurité
et d'armement mais en veillant à ce que ces besoins n'obèrent pas
d'autres besoins en termes de développement économique et social.
Au début des années 1990, lorsque nous avons travaillé au Sénat sur
ce qui allait devenir la loi du 5 août 1991 je pense y avoir travaillé
beaucoup et avoir déposé pas mal d'amendements nous avions
déjà essayé, mais en vain, de mettre ce critère en évidence tant il est
vrai que certains pays consacrent parfois bien plus de moyens à leur
armement qu'à leur développement socio-économique.
Et les pays producteurs et vendeurs sont co-responsables de cette
situation de déséquilibre qui, bien souvent, est elle-même à l'origine
de nombreux troubles rébellions, guérillas, etc. Donc, tout arrive à
qui sait attendre mais, entre-temps, des dégâts collatéraux ont pu
être nombreux.
Il est intéressant aussi que, par cette modification législative, la
Belgique introduise explicitement dans ses textes légaux le code de
conduite européen en matière de commerce des armes et le rende
donc contraignant. Cela, je pense, est une partie de la réponse que je
voudrais vous donner, monsieur Decroly, sur la position d'un parti qui
se veut européen.
Il faut ajouter que cela ne modifie en rien la politique belge puisque
la Belgique affirme régulièrement appliquer sérieusement et
scrupuleusement, je le crois, ce code. Mais, il faut encore signaler
que ce code européen, comme bon nombre de textes européens du
même ordre, est une base commune et minimale et que la plupart
des pays l'appliquent déjà dans leurs lois nationales, et souvent de
manière plus stricte, comme nous le faisions déjà en Belgique.
Cette introduction a donc plutôt une portée symbolique, ce qui
montre la volonté de la Belgique de voir accélérer le processus de
constitution d'une véritable politique européenne commune
02.80
Martine Dardenne
(ECOLO-AGALEV): Ik ben correct
en blijf trouw aan mijn
engagement als aanhanger van
deze regeringscoalitie. Op een
bepaald moment moet de knoop
worden doorgehakt.
Er zijn twee nieuwe punten: het
verbod in verband met de
kindsoldaten en het in aanmerking
nemen van het
veiligheidsmaterieel zonder de
economische en sociale
ontwikkeling in de weg te staan.
Toen ik zitting had in de Senaat
heeft men al getracht dat laatste
criterium in de wet van 1991 op te
nemen. Nu is dat wel gebeurd en
geduld blijkt dus inderdaad een
mooie deugd te zijn.
De gedragscode een bindend
karakter geven is een goede zaak,
maar dat wijzigt niets aan het
Belgisch beleid omdat ons land
die code al impliciet toepaste. Het
is dus vooral een symbolische
zaak.
De parlementaire controle wordt
verscherpt via de invoering van
een zesmaandelijks verslag dat
aan een ad hoc commissie dient
te worden voorgelegd. Dat zal een
betere parlementaire follow-up
mogelijk maken.
Het is noodzakelijk om de uitvoer
van wapens te controleren, vooral
omdat het aantal lichte wapens
fors toeneemt, wat ernstige
gevolgen heeft. In de Verenigde
Staten vallen heel wat doden en
gewonden door het gebruik van
die lichte wapens.
Ten slotte moeten wij alles in het
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
d'exportation d'armes, ce qui est bien, je crois, dans le droit fil des
politiques communes que les Belges, européens convaincus,
essayent de promouvoir.
Ensuite, le contrôle parlementaire en la matière se trouve renforcé
par la présentation d'un rapport tous les six mois, au sein d'une
commission ad hoc. Cette formule rencontre des exigences
commerciales et/ou industrielles de confidentialité bien
compréhensibles mais elle permettra aussi, de par son
fonctionnement, un meilleur suivi parlementaire des politiques en la
matière. Je ne peux que m'en féliciter car cela rejoint une des idées
que nous avions émises au début de la discussion, en suggérant une
commission ad hoc comme celle des achats militaires.
Je voudrais terminer, monsieur le ministre, en soulignant encore une
fois combien il apparaît nécessaire de contrôler les exportations
d'armes. Il est incontestable que la prolifération excessive d'armes
légères a de graves conséquences. Les Nations unies estiment leurs
victimes annuelles à quelque 500.000 personnes. Par ailleurs, la lutte
contre le terrorisme passe, elle aussi, par un meilleur contrôle public
des flux d'armements, sans parler d'une nécessaire politique visant à
enrayer les trafics d'armes. Le traçage des armes et le contrôle strict
des certificats de destination finale font partie des moyens
nécessaires à cet effet. J'ose espérer que nous pourrons encore
avancer dans ce domaine.
Enfin, je pense que nous devons tout mettre en oeuvre pour éviter
des conflits, notamment en développant la prévention des conflits et
en épuisant d'abord tous les moyens diplomatiques ou de dialogues
disponibles en vue de régler ces conflits. J'ose croire que nous
n'avons pas atteint en ce 21
ème
siècle un tel degré dans l'intelligence
et la compréhension du monde et de ses mécanismes pour n'avoir
d'autres instruments de règlement que la bonne vieille guerre, celle
dont on nous disait trop souvent quand nous étions petits que cela
nous aurait fait du bien de la connaître. Je maintiens que non et je
voudrais vous dire, monsieur le ministre et je le dis aussi à mon ex-
collègue Decroly puisqu'il ne me reste plus que quelques semaines
de vie parlementaire, que je supporte mal d'être traitée, fût-ce à
demi-mot ou par allusion voilée, je vous ai entendu ce matin de
"pacifiste bêlante ou irresponsable". Je pense au contraire être une
pacifiste crédible et je maintiens que mon action et l'action que j'ai pu
mener au parlement depuis 1990 sur cette loi a toujours été dans ce
sens. Je rappelle notamment l'action que j'ai menée sur les mines
antipersonnel avec l'aboutissement que vous connaissez. Je pense
qu'elle a contribué à ce que la Belgique joue un rôle sur la scène
internationale.
werk stellen om conflicten te
voorkomen. Ik hoop dat het begrip
"goede oude oorlog" waarover
men het vroeger had, in de 21
ste
eeuw in vergetelheid zal geraken.
Mijnheer de minister, ik ben geen
lamenterende pacifiste. Ik wil dat
benadrukken nu mijn tijd in het
parlement er bijna opzit.
02.81
Louis Michel
, ministre: Je voudrais simplement dire à Mme
Dardenne que je l'ai traitée de pacifiste naïve et irresponsable, mais
pas bêlante!
02.81
Minister
Louis Michel
: U
bent naïef en heeft weinig zin voor
verantwoordelijkheid, u lamenteert
niet.
02.82
Yves Leterme
(CD&V): Ik kan misschien zeggen aan de
collega's van de meerderheid dat, indien zij het nodig vinden om
onder elkaar nog wat ruzie te maken, wij gerust bereid zijn om vijf
minuten naar buiten te gaan. Dat is geen enkel probleem.
02.82
Yves Leterme
(CD&V): Si
les membres de la majorité
souhaitent se chamailler, nous
pouvons quitter l'hémicycle!
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
De
voorzitter
: (...) Zelfs als u buitengaat, staat het nog geboekt.
02.83
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, ik wil dit allemaal aanhoren, maar wanneer ik een minister
uit de meerderheid leden van diezelfde meerderheid
onverantwoordelijk hoor noemen `irresponsable', dan vraag ik mij af
waar die meerderheid nog is.
02.83
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Dès lors qu'un
ministre qualifie d'irresponsables
des membres de la majorité, peut-
on bien encore parler de majorité?
02.84
Jef Valkeniers
(VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, heden spreken wij ons uit over een wetsvoorstel
dat reeds een bewogen geschiedenis achter de rug heeft. Bij de
totstandkoming van dit voorstel werd niet over één nacht ijs gegaan.
Onderhavig voorstel werd mede ingegeven om de perikelen, ten
gevolge van de wapenleveringen van FN-Minimi-geweren aan Nepal
tijdens de voorbije zomermaanden, in de toekomst te vermijden.
De indieners, zijnde alle meerderheidspartijen, wilden een signaal
geven voor een gemeenschappelijke EU-aanpak inzake
wapenuitvoer. Een consensus vinden leek op het eerste gezicht niet
zo evident. De meerderheidspartijen zochten en vonden echter, na
rijp beraad, een goede oplossing voor de verfijning en precisering
van de bestaande wapenwet van 1991. Het gezamenlijk voorstel
betekende als het ware een doorbraak in dit dossier. Velen hielden
dit tot voor kort niet voor mogelijk.
In tegenstelling tot wat veelal door de oppositie wordt verkondigd en
in de pers rondgestrooid, is dit een bewijs dat de meerderheid in
dezen met de nodige coherentie samenwerkt, en tegelijk ook het
debat durft aan te gaan.
Sinds het aantreden van deze regering worden debatten over
wapenleveringen grondiger binnen het kabinet en de bevoegde
parlementaire commissie gevoerd. Leden van CD&V, laten wij eerlijk
zijn, in het verleden werden door de regeringen waarvan uw partij
deel uitmaakte ook wapens geleverd. Er werden op dat ogenblik ook
vragen gesteld over de opportuniteit van een dergelijke levering en
het respect voor de mensenrechten. Niet alleen ons land, ook andere
landen leveren wapens! Denk maar aan Zuid-Afrika. Ik herinner me
heel goed dat het ANC vorige regeringen het verwijt toestuurde
wapenleveringen te doen aan niet-democratische landen. Op dit
ogenblik is het ANC in Zuid-Afrika aan de macht en worden er
wapens geleverd! De stelling is dat, als er geen wapens worden
geleverd, de werkgelegenheid in het gedrang komt. Ik denk dat alle
landen die wapens produceren geconfronteerd worden met dit soort
debat. Het is niet eenvoudig.
Het algemeen principe van het recent ingediend voorstel is de
omzetting van de Europese gedragscode in de Belgische wetgeving.
België neemt een voortrekkersrol op zich door als eerste land binnen
de Europese Unie de niet-bindende Europese gedragcode in de
nationale wetgeving op te nemen.
Mijnheer de minister, collega's, met dit wetsvoorstel wordt een
belangrijk signaal gegeven. Binnen de Europese Unie zet België als
eerste de stap naar een eenvormige wetgeving inzake de
wapenhandel. De nieuwe wet zorgt voor meer uniforme, beter
gedefinieerde en meer strikte bepalingen inzake de in-, uit- en
02.84
Jef Valkeniers
(VLD):
Cette proposition est née du souci
d'éviter des problèmes dans le
cadre de livraisons d'armes. La
majorité souhaitait également
émettre un signal en vue d'une
approche européenne commune.
Il paraissait initialement difficile
d'obtenir un consensus mais nous
y sommes parvenus, en dépit des
ricanements de l'opposition. Nous
avons démontré que cette
majorité est cohérente et disposée
à débattre. Les événements qui se
déroulent à l'étranger montrent à
suffisance que cette question n'est
pas une sinécure.
La Belgique est le premier pays
européen à transposer le code de
conduite européen dans sa
législation nationale. Il s'agit là
d'une première étape, importante
et symbolique, dans la mise en
place d'une législation sur les
armes uniforme, stricte et
européenne.
L'article 2 interdit les livraisons
d'armes aux pays en proie à la
guerre civile ou à ceux qui violent
les droits de l'homme. En même
temps, on a prévu un lien avec
des pays où la démocratie est
menacée, auxquels il est permis
de livrer des armes. Un arrêté
royal définira ce que l'on entend
exactement par armes livrables.
En tout état de cause, le matériel
destiné au maintien de l'ordre en
fait partie.
En ce qui concerne le contrôle, le
gouvernement remettra chaque
année un rapport sur l'application
de la loi, l'évolution des
exportations, une analyse du
commerce mondial, des données
relatives au transit des armes par
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
doorvoer van wapens en munitie.
Wat verandert er concreet? Een belangrijk punt is artikel 2. Dit artikel
bepaalt duidelijk dat België geen wapens mag uitvoeren naar landen
die zich in een staat van burgeroorlog bevinden of die de
mensenrechten schenden. Tegelijkertijd wordt echter verwezen naar
de aard van de spanningen en de daaraan gekoppelde
verantwoordelijkheden. Als democratieën in gevaar zijn mag België
wel wapens en munitie exporteren. Collega Goris heeft het belang
van dit artikel reeds uitvoerig beklemtoond tijdens de besprekingen in
de commissie.
Het onderwerp van het voorliggend wetsvoorstel wordt uitgebreid tot
materiaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving. Dit werd
positief onthaald door vredesbewegingen zoals Pax Christi. Een in de
Ministerraad overlegd koninklijk besluit zal verduidelijken welk
materiaal zal kunnen worden uitgevoerd. Op dit ogenblik is reeds een
vergunning vereist voor materiaal bruikbaar voor dual use.
De controle bij in-, door-, en uitvoer van wapens en munitie wordt
duidelijk vastgelegd. Het Parlement zal een maal per jaar een
verslag van de regering ontvangen over de toepassing van de wet.
Het verslag zal onder meer handelen over de ontwikkeling van de
export, de analyse van de wereldhandel, de gegevens over de
Belgische in-, uit-, en doorvoer en de opvolging van de naleving van
de wet. Bovendien zal de regering zesmaandelijks verslag uitbrengen
over de afgeleverde en geweigerde vergunningen per categorie en
bestemming.
In de Kamercommissie voor de Buitenlandse Zaken werd voldoende
tijd uitgetrokken om uitvoerig van gedachten te wisselen met
vertegenwoordigers van de wapenindustrie en de vakbonden. Tijdens
de hoorzittingen in de commissie voor de Buitenlandse Zaken
hebben de vertegenwoordigers van de wapenindustrie de vrees geuit
dat de informatieplicht commerciële belangen in gevaar zou kunnen
brengen. De terzake ingediende en goedgekeurde amendementen
werken deze vrees weg. De confidentialiteit zal worden gewaarborgd
in een ad hoc-commissie van de Kamer die bevoegd is voor de
buitenlandse aangelegenheden en volgens de regels van de
commissie voor de Legeraankopen werkt. Concurrentiekracht en
tewerkstellinggaranties waren thema's die het overleg met de talrijke
vertegenwoordigers van werkgevers en vakbonden bijwijlen zeer
levendig maakten. Artikel 4 werd dientengevolge geamendeerd.
Waar het passend is wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met het
effect op de economische, sociale, commerciële en industriële
belangen van België.
De heer Bernard Adam, de directeur van de Groupe de Récherche et
d'Information sur la Paix et la Sécurité, stelde uitdrukkelijk dat de
wapenindustrie niet moest vrezen dat de nieuwe wapenwet haar
activiteiten zou onderuithalen. Een toename van de export behoort
met deze nieuwe wapenwetgeving tot de mogelijkheden, volgens de
heer Adam.
Duidelijkheid, transparantie, betrouwbaarheid en rechtlijnigheid
kunnen het imago van België nog bijkomend versterken. De export
van wapens en/of munitie naar landen waar kinderen in het
geregelde leger dienen, wordt uitdrukkelijk verboden. Uit het overleg
notre pays et le respect de la loi.
Tous les six mois, il fournira un
rapport sur les licences accordées
et refusées. Le souci des
représentants de l'industrie de
l'armement, qui craignaient que
cette publicité ne leur soit
préjudiciable, est apaisé par nos
amendements. Ainsi, l'article 4 est
amendé au profit de l'emploi et de
la compétitivité. De cette manière,
notre industrie de l'armement
pourra même se développer. La
transparence et la clarté
profiteront également au secteur.
Les livraisons aux pays qui
alignent des enfants soldats sont
inadmissibles. C'est un élément
positif de la nouvelle loi.
On instaure un comité de suivi qui
vérifiera si les armes livrées
arrivent à bon port et sont utilisées
à bon escient.
Nous espérons que cette initiative
législative de la Belgique sera
imitée par les autres Etats de
l'Union.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
met de vredesbeweging blijkt dat dit eveneens positief werd
onthaald.
Het denkspoor over de oprichting van een opvolgingscommissie,
zoals op termijn voorgesteld, werd door de regering aangenomen en
in onderhavig wetsvoorstel weerhouden. Na de levering worden de
uiteindelijke bestemmelingen nauwgezet gevolgd. Diplomatieke
zendingen in opdracht van het departement Buitenlandse Zaken
zullen nagaan of de wapens effectief worden gebruikt voor de
vooropgestelde doeleinden. Hiervoor kunnen diplomaten en
militairen worden ingeschakeld. Regelmatige gedachte- en
gegevensuitwisselingen kunnen de aldus opgedane expertise op dit
vlak ten goede komen. Dat kan uitmonden in een nog grotere
samenwerking met de Europese partners.
Met de nieuwe wet wil België duidelijk signaleren dat het niet enkel
verbaal instemt met een Europese harmonisering van de
wapenexport, maar dat ook daadkrachtig steunt en ernaar streeft dat
deze stap op Europees vlak navolging vindt.
02.85
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wat mij in dit debat en in
dit wetsvoorstel in het bijzonder tegen de borst stoot, is de hypocrisie,
de schijnheiligheid, waarmee het gepaard gaat. Ik wil nu even de
redenering sereen uiteenzetten die ik daarstraks naar voren heb
gebracht. Ik doe dat niet omdat het mijn filosofie zou zijn of omdat
deze vaststelling zou overeenstemmen met mijn politieke
opvattingen, maar doodgewoon omdat ik deze vaststelling moet
maken. Ik kan niet anders, omdat ze met de realiteit in
overeenstemming is.
Mijnheer de voorzitter, deze vaststelling luidt als volgt. Wie
wapenfabrieken heeft, produceert wapens. Wie wapens produceert,
kan niet anders dan die wapens verkopen. Wapens worden verkocht
aan klanten die deze wapens aanschaffen omdat zij ze nodig
hebben. En wie heeft wapens nodig? Landen waar oorlog wordt
gevoerd, of dat nu een burgeroorlog is of een andere. Ik kom tot een
laatste vaststelling. Wanneer er oorlog wordt gevoerd, en nog minder
wanneer er een burgeroorlog woedt, moet men niet te veel rekenen
op respect voor de mensenrechten. Dat is nog nooit het geval
geweest, mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, in geen
enkel land, in geen enkel politiek kamp en op geen enkel ogenblik in
de wereldgeschiedenis. Laten wij dat doodgewoon vaststellen.
Bijgevolg heeft het beleid van een staat waar wapens geproduceerd
worden, slechts twee mogelijkheden.
Ofwel wilt men absoluut vermijden van wapens te leveren aan oorlog
voerende landen en dus aan landen waar de mensenrechten niet of
minder gerespecteerd worden.
Ofwel kijkt men daaroverheen en zegt: "Kijk, indien wij die wapens
niet leveren, zal iemand anders ze wel verkopen"; of men zegt: "Wij
hebben die wapenverkoop nodig voor onze werkgelegenheid"; of
welke andere reden er ook moge bestaan. En men levert wel. Maar
als men dat zou doen en dat doet men hier , dan heeft men de
elementaire beleefdheid en de elementaire eerlijkheid om niet de
wereld rond te lopen als zijnde en dat heb ik daarstraks ook gezegd
02.85
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): L'hypocrisie qui
règne dans ce dossier est
choquante. Tout propriétaire d'une
fabrique d'armes vend des armes.
Celui qui achète ces armes se
trouve en général dans une
situation en guerre, dans laquelle
les droits de l'homme sont
immanquablement violés. Un
pays producteur d'armes a donc le
choix: soit il refuse de livrer des
armes aux pays en guerre, soit il
ne tient ouvertement pas compte
de cette situation et privilégie (par
exemple) l'emploi. La Belgique a
opté pour la seconde possibilité,
mais n'est par conséquent pas en
mesure de s'ériger en donneuse
de leçons.
Les partis du gouvernement, en
ce compris les partis pacifistes, ne
se sont, par exemple, jamais
opposés aux livraisons d'armes à
l'Arabie Saoudite, un pays qui est
pourtant loin d'être une
démocratie et où les droits de
l'homme sont violés à grande
échelle. Cette attitude est
fondamentalement hypocrite.
Cette hypocrisie se manifeste
encore plus clairement dans ce
projet de loi. La loi de 1991 était
stricte, ce qui n'empêchait pas les
partis pacifistes de vouloir la
renforcer encore.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
de witte ridder van het pacifisme en van de moraal. Dat deze
regering zich aan die elementaire eerlijkheid niet houdt, is zeer
gemakkelijk aan te tonen. Aan de ene kant ik zal dat nooit vergeten
omdat ik dat zo grof vond hebben wij immers moeten horen dat de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken het enkele
jaren geleden nodig vond om onze landgenoten op te roepen om
Oostenrijk te boycotten omdat naar zijn mening de Oostenrijkers
verkeerd gestemd hadden, maar aan de andere kant ik kijk nu in
het bijzonder naar de pacifistische partijen die hier zo talrijk en
gepassioneerd aan het debat deelnemen , leveren wij niet alleen
wapens aan Nepal of aan de Filippijnen, maar is een van onze
grootste cliënten Saudi-Arabië. U kunt mij over Saudi-Arabië veel
vertellen, maar het koninkrijk Saudi-Arabië is geen democratie en
over de mensenrechten denk ik dat ze zullen zeggen "connais pas",
maar dan in het Arabisch. Blijkbaar heeft niemand in de
regeringspartijen ooit bezwaar gemaakt tegen die wapenleveringen.
Het is niet aan mij om in naam van hun geweten te spreken, maar ik
kan toch alleen maar vaststellen dat dit vrij bizar is.
Bijgevolg wil ik die hypocrisie hier aanklagen. Die hypocrisie komt
nog veel meer tot uiting in het voorliggend wetsvoorstel waarvan de
geschiedenis toch heel eventjes geschetst mag worden. Hoe zit dat
wetsvoorstel in mekaar? Wij hebben sinds 1991 een wapenwet, vrij
merkwaardig, die bijna geregionaliseerd is. U herinnert zich de tijd
van de fameuze...
02.86
Pieter De Crem
(CD&V): (...)
02.87
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Ja, inderdaad,
met de wapencomités, de institutionele atoombom en zo verder. Die
wapenwet was zogezegd streng, maar wanneer onze pacifistische
landgenoten af en toe een acute aanval kregen van moralisme,
vonden zij dat daaraan wel nog wat gesleuteld kon worden.
Afgelopen zomer zagen zij hun kans schoon of, beter gezegd,
werden zij wel verplicht om daaraan iets te doen. U zult zich dat
herinneren. De heer De Crem heeft daarstraks de symbolische
datum nog eens naar voren gebracht. Precies op 11 juli kwam in het
kernkabinet het voorstel van wapenleveringen aan Nepal op de
agenda.
Het is merkwaardig. De vertegenwoordigers van de vredesbeweging
in de politiek, ik zou bijna zeggen de politieke emanatie van de
vredesbeweging, namelijk de groene partijen en de partijen die zich
beroepen op het socialisme want dat bestaat ook reageren niet.
Ze waren misschien plots met blindheid geslagen of ze waren
allemaal tegelijkertijd verstrooid, ik weet het niet. Ze reageren niet tot
op zeker ogenblik de zaak naar voren komt. Mevrouw Aelvoet kan na
wat tegenstribbelen niet anders dan ontslag nemen. Plots was haar
geweten immers wakker geworden.
Niettemin bleef de regering bij haar standpunt. Die wapens zouden
verkocht worden. Die wapens zouden geleverd worden. Ik had daar
helemaal geen probleem mee, in die mate dat het mij logisch leek
vanuit de vaststelling waarmee ik deze uiteenzetting aangevat heb.
Het is niet zo dat ik dit aanvaardde of goedkeurde, maar het
gebeurde op basis van die vaststelling.
02.87
Francis Van den Eynde
(VLAAMS BLOK): Les discussions
de cet été sur les livraisons
d'armes au Népal ont été
l'occasion de poursuivre les
projets de renforcement de la loi
sur les armes. Le SP.A et Agalev
clamaient haut et fort que cette
livraison au Népal serait la
dernière livraison d'armes
contestable effectuée par la
Belgique. Mais par la suite,
l'interdiction de la publicité pour le
tabac a été maintenue, ce qui a
signifié la fin du grand prix de
Formule 1 de Francorchamps.
Pour la partie flamande du pays, il
y avait un prix à payer en
échange: l'assouplissement de la
loi sur les armes, ou plutôt
l'assouplissement du
renforcement initial! A nouveau, la
conscience des pacifistes ne s'est
pas révoltée.
Le débat sur le Népal et l'appel au
renforcement de la loi sur les
armes ont par conséquent été tout
à fait inutiles. C'est contre cette
manifestation d'hypocrisie que
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55
Wat wel erg was, was dat men vond dat er een prijs moest betaald
worden aan Agalev en de SP.A. De SP.A die veel belangstelling
heeft voor dit debat.
(De SP.A-banken zijn leeg)
Deze prijs zou
bestaan uit een nieuwe wapenwet die strenger zou zijn. Ze zou
strenger zijn. Ik herinner me dat ik in de Nepal-debatten hier meer
dan eens heb horen zeggen dat we niet anders kunnen, dat we deze
keer moeten leveren, maar dat we gerust mochten zijn dat het met
de nieuwe wapenwet niet waar zou zijn, dat het laatste keer was dat
zoiets gebeurde, dat de nieuwe wapenwet er is en dat ze er komt en
dat het dan gedaan was met leveringen zoals deze aan Nepal. Het
zijn mooie dromen. Het lijkt wel het verhaal van de sigaret en van
Francorchamps. Francorchamps waarover de meerderheid verdeeld
was. Uiteindelijk werd de lobby van de publiciteit voor tabak hier in
deze vergadering verslagen. Ook daar zou voor geboet worden. Hoe
werd daarvoor geboet? Door opnieuw een versoepeling in te voeren
van het wetsvoorstel dat men hoopte voor eens en voor altijd te
kunnen gebruiken om wapenleveringen zoals die aan Nepal
ongedaan te maken.
Het was met andere woorden een terug naar af. Het was gedaan met
die strenge wet. Er zijn natuurlijk nog altijd een paar bepalingen die
wat strenger zijn dan in 1991. Er is echter een serieuze versoepeling
doorgevoerd ten overstaan van het oorspronkelijke wetsvoorstel. Dit
gebeurde bij wijze van een aantal amendementen die heel vlug in
mekaar gestoken werden om te kunnen voorgelegd worden aan de
commissie voor de Buitenlandse Zaken. Dat was op die beruchte
avond waarop de commissie onmiddellijk moest samenkomen na
een plenaire vergadering van de Kamer.
Opnieuw ging het geweten van onze pacifisten niet in het verzet. Ze
werden in slaap gesust. De heer Van der Maelen is hier niet. Hij heeft
zich ook niet laten vervangen. Mijnheer de voorzitter, ik weet
ondertussen immers dat hij verontschuldigd is. Het is hier reeds zes
keer gezegd. De heer Van der Maelen had bovendien het lef om in
de commissie voor de Buitenlandse Zaken te protesteren wanneer
wij zeiden dat de amendementen die ingediend en goedgekeurd
werden een nieuwe versoepeling van het oorspronkelijke
wetsvoorstel betekende. Met andere woorden, het hele debat over
Nepal en over de verstrenging van de wapenwet is nutteloos
geweest. Het is totaal nutteloos geweest. Men heeft wapens verkocht
aan Nepal en men zal dit nog doen. Nogmaals, het gaat er bij mij niet
om aan te tonen dat dit al dan niet immoreel is.
Wat mij echter op de lever ligt, is dat men hier in dit huis nu al
maanden op dat vlak een afschuwelijk hypocriet schouwspel opvoert.
Daarom, mijnheer de voorzitter en misschien ook om andere
redenen maar in het bijzonder daarom zal mijn fractie
tegenstemmen.
mon groupe votera.
02.88
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, je
souhaite brièvement rappeler la situation au Népal - pays par qui le
mal vint - même si, avant la problématique népalaise, d'autres
exportations d'armes consenties par M. Michel, notamment celles
vers le Mexique, souffraient un caractère au moins contestable. Pour
ce faire, je me référerai à des rapports relativement récents émis l'un
par "Amnesty International" et l'autre par l'organisation "Reporters
sans frontières"
02.88
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Wij bespreken
dit voorstel tegen de achtergrond
van de recente verslagen van
Amnesty International (AI) en de
Journalisten Zonder Grenzen
(JZG) over de toestand in Nepal.
De verleende vergunning is wel
degelijk aanvechtbaar, ook al zijn
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
Que se passe-t-il au Népal? Qu'en est-il de cette jeune démocratie
népalaise dont le gouvernement, M. Michel en tête, estime devoir
protéger l'avenir?
Monsieur Michel, mesdames et messieurs, selon les deux rapports
que je souhaite rapidement citer, il devient de plus en plus évident
que le Népal ressemble de moins en moins à une démocratie. Ceci
n'est pas sans rapport avec l'un des points critiques sur lequel
j'accentuerai ultérieurement mon intervention, à savoir la question du
pouvoir d'appréciation, désormais quasi-discrétionnaire, qui sera
confié au ministre sur un certain nombre de critères, notamment sur
celui de savoir ce qui constitue ou pas une démocratie.
Que dit Amnesty International? Dans un document intitulé "Népal:
une crise des droits de l'homme qui s'approfondit", l'organisation
recense les événements survenus depuis la rupture des pourparlers
de paix entre la guérilla maoïste et le gouvernement. En outre, elle
souligne le niveau sans précédent des violations des droits de
l'homme. Les rebelles ont leur part dans le tableau dressé par
Amnesty: assassinat d'environ 800 civils considérés comme des
"ennemis de la révolution", prises d'otages contre rançon, tortures,
meurtres de soldats capturés, enfants enrôlés dans la guérilla.
Cependant, monsieur le ministre, c'est l'armée népalaise qui vient en
tête pour les exactions répertoriées par Amnesty. Selon les autorités
de Katmandou, à l'époque de la publication de ces rapports, 4.366
personnes ont été tuées en un an contre 2.700 personnes
"seulement" pour l'ensemble des cinq années précédentes.
Pour Katmandou, parmi ces 4.366 personnes, 4.050 étaient des
maoïstes. Amnesty affirme que la grande majorité des victimes
étaient des civils -je cite le rapport d'Amnesty -: "visés pour leur
soutien réel ou supposé à la guérilla", les autres étant effectivement
des rebelles que l'armée a abattus plutôt que de les capturer. En
outre, selon Amnesty, "la torture est pratiquée à grande échelle par
les forces de sécurité népalaises et au moins 66 personnes ont
'disparu' après avoir été arrêtées".
Les exactions sont menées aujourd'hui dans un climat d'impunité
totale renforcé encore depuis l'adoption d'une loi antiterroriste qui
empêche toute poursuite.
Quant au rapport de "Reporters sans frontières", je voudrais citer des
constats à peu près analogues. "Les maoïstes s'attaquent aux civils
et pratiquent tortures, mutilations et exécutions sommaires pour
instaurer la terreur." "Armée et police sont coupables d'exécutions
sommaires, de tortures graves, de détentions arbitraires et
d'intimidation." Les forces de sécurité seraient responsables de plus
de 3.900 des 4.900 morts recensés par cette organisation depuis
novembre 2001.
Dans les secteurs que couvre plus spécifiquement "Reporters sans
frontières", les secteurs de la presse et de la liberté des journalistes,
il est fait état d'un journaliste tué par des rebelles qui lui avaient
d'abord sectionné des membres et arraché les yeux et de deux
autres journalistes enlevés par les rebelles. Les autorités, pour leur
part, ont fait arrêter, sans respecter les procédures judiciaires, plus
de 150 journalistes dont 21 sont toujours emprisonnés pour avoir je
eerder verleende vergunningen,
bij voorbeeld voor de verkoop van
wapens aan Mexico, even
aanvechtbaar.
De Belgische regering wou deze
jonge Nepalese democratie
beschermen! Wel, die democratie
lijkt meer en meer zoek. Dan duikt
het probleem op van de nagenoeg
discretionaire bevoegdheid
waarover de minister van
Buitenlandse Zaken beschikt om
criteria, zoals het bepalen wat een
democratie is, te beoordelen.
Het verslag van AI onderstreept
de weergaloze schendingen van
de mensenrechten waaraan Nepal
zich sedert de verbreking van de
vredesonderhandelingen in
november 2001 schuldig maakt.
En het is het leger dat zijn
machtsmisbruik nog het meest
laat gelden.
De JZG bevestigen deze
beweringen en maken meer
bepaald gewag van de
willekeurige aanhouding van 150
journalisten in november 2001 tot
de opheffing van de noodtoestand
in augustus 2002, waarna de
journalisten aanhoudend werden
bedreigd.
Men moet eerst de context in
herinnering brengen: in 1991 valt
de regering over een gelijkaardige
kwestie; van 1995 tot 1999 is een
werkgroep in de Kamer actief. In
2002-2003 ontstaat er een
malaise binnen de paars-groene
regering, maar desondanks gaan
de leveringen door met de steun
van de volksvertegenwoordigers
van de partijen die het er
zogenaamd "moeilijk mee
hebben".
Er moet worden aan toegevoegd
dat de werkgroep van de heer Van
Der Maelen alles in het werk stelt
om een en ander te doen
opschieten.
Wat de kern van de zaak betreft
en structureel gezien moeten wij
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
57
cite toujours le rapport de Reporters sans frontières "travaillé pour
des publications 'pro-maoïstes' ou d'extrême gauche ou avoir couvert
les activités des rebelles." Au moins un de ces journalistes est mort
sous la torture des forces gouvernementales.
Cela me fait dire que non seulement on était fort loin de la situation
d'une prétendue jeune démocratie à l'époque où vous avez attribué
cette licence mais qu'en outre, le remède que vous avez cru bon
d'apporter à ce problème en livrant des armes à ce pays ou en lui
promettant la livraison des armes qui sont en train de lui parvenir, est
un contre-remède, totalement contre-productif au vu des objectifs
que vous affichez.
Pour sortir de la question spécifique du Népal, un gouvernement est
tombé, en Belgique, en 1991, sur un enjeu similaire. Mais pour ce qui
s'est passé sous cette législature, plusieurs composantes du
gouvernement et de la majorité dits "arc-en-ciel" se sont exprimées
assez clairement, et en tous cas très publiquement, sur leur
opposition à certaines livraisons ou sur leur malaise face à certaines
livraisons. L'une de ces composantes a même été jusqu'à désavouer
sa vice-première ministre et lui en a substitué un autre; un secrétaire
d'Etat s'est indigné que les procédures relatives à la couverture de
ces licences par l'Office National de Ducroire n'aient pas été
respectées, ce qui fait que la décision de couverture n'est pas valide
selon lui, je cite M. Boutmans. Mais sous le gouvernement et la
majorité dits arc-en-ciel qui allaient restaurer une forme d'éthique
dans la conception belge des relations internationales, les livraisons
continuent avec l'appui, lors de plusieurs votes depuis la décision de
juillet, des députés de ces partis qui, à l'extérieur, se disent si mal à
l'aise.
On peut aussi citer dans les rétroactes, le travail intéressant, entamé
mais avorté, d'un groupe de travail réuni à la Chambre sous la
houlette de M. Van der Maelen qui, de 1995 à 1999, a cherché à
faire avancer les choses dans le bon sens. Bon nombre des
questions que je pose ou des suggestions que j'introduis ici par des
amendements ne font rien d'autre que de s'inspirer du travail, à mon
avis positif, élaboré à l'époque par le groupe de travail de M. Van der
Maelen.
Que nous a-t-on dit au moment de l'affaire népalaise? « On perd
probablement sur ce point des livraisons d'armes népalaises mais,
sur le fond et structurellement, nous allons obtenir une réelle
amélioration de la législation, des procédures et de leur application
en pratique ». C'était déjà une bizarrerie en soi. Car si vraiment on
avait l'intention d'améliorer la loi ou d'en faire quelque chose de plus
restrictif, pourquoi maintenir coûte que coûte des procédures et des
décisions qui, pour ce qui concerne l'affaire népalaise, auraient pu
maintes fois être suspendues depuis, alors que, fondamentalement,
la décision avait été prise en violation flagrante de l'article 4 de la loi
de 1991, comme en infraction vis-à-vis du code de conduite
européen?
Alors, cette loi qui allait être améliorée, nous y voilà.
Nous y sommes aujourd'hui mais moi, je ne peux pas me départir de
l'impression, et c'est plus qu'une impression, puisque je l'étaye sur
des faits et des textes comme d'habitude, monsieur le ministre, de
komen tot een verbetering van de
wet teneinde ze restrictiever te
maken. Ik zal nu even stilstaan bij
de legistieke en juridische kwaliteit
van de tekst.
Ik zal beginnen met artikel 4, §1,
2°. De tekst ervan is uiterst
ingewikkeld en men kan zich
afvragen welke jurist daaruit wijs
zal kunnen worden. Men trekt hier
doelbewust een rookgordijn op om
de minister van Buitenlandse
Zaken meer speelruimte te geven
dan in de wet van 1991. De
ontwerp-tekst in artikel 4bis stelt
criteria vast waarmee onmogelijk
rekening kan worden gehouden bij
het al dan niet toekennen van de
uitvoerlicenties.
Thans kom ik tot mijn
opmerkingen ten gronde. Ik sta
erop dat men zou luisteren wat ik
over die volledig ondermaatse
tekst te zeggen heb.
Artikel 4 § 1 4° a) bepaalt dat de
aanvraag moet worden verworpen
in geval van een "flagrante"
schending van de mensenrechten.
Dat vervangt het artikel in de wet
van 1991, waarin sprake was van
een "klaarblijkelijke" schending.
Voor de man in de straat maakt
dat geen enkel verschil, maar
juridisch is dat een groot verschil.
Concreet betekent deze wet dat
wapens zullen worden geleverd
ondanks het feit dat kennelijk
inbreuken worden gepleegd. In
vergelijking met de wetgeving van
1991 en in het licht van de
doelstellingen op grond waarvan
wij werden verkozen is dat een
stap achteruit.
Deze handelingen gesteld door
een meerderheid die de rol van
het parlement wou revaloriseren
verbazen mij.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
58
l'impression que si la proposition actuellement débattue avait été en
vigueur à l'époque de la livraison des armes népalaises, cette
livraison d'armes, comme d'autres, aurait été non pas plus difficile,
mais beaucoup plus facile qu'elle ne le fut en réalité.
Je voudrais d'abord, monsieur le ministre, mesdames, messieurs,
m'interroger sur la qualité légistique et juridique, sur la sécurité
juridique du texte dont vous êtes les auteurs, chers amis de la
majorité dite arc-en-ciel.
Je voudrais d'abord vous parler de l'article 4, §1er, 4°, littera a) de
votre projet.
Il indique que la demande est rejetée lorsque, je cite: "il existe
suffisamment d'indications à l'égard d'un pays destinataire donné
(...) qu'il existe un risque manifeste que le bien dont l'exportation est
envisagée serve à la répression interne".
Je ne sais pas comment on a pu élaborer un texte à ce point
alambiqué, mais je demande surtout au responsable du service du
compte rendu de citer expressément cette formule et sans la
corriger.
Une autre formule tout à fait tarabiscotée figure à l'article 4, §1er,
point 4°, littéra a) qui indique que la demande est rejetée lorsque, je
cite: "il existe suffisamment d'indications à l'égard d'un pays
destinataire donné (...) lorsqu'il est établi que des enfants-soldats
sont alignés dans l'armée régulière".
Ensuite, un troisième élément qui montrera la qualité de votre travail
de majorité, mais surtout, soyons clairs, votre volonté indécrottable
de brouiller au maximum les pistes de celui qui chercherait à s'y
retrouver et donc de donner à l'exécutif, en l'occurrence à son
ministre des Affaires étrangères, une latitude encore plus grande que
sous la loi de 1991 pour procéder comme bon lui semble, et cela en
suivant son appréciation, aux livraisons qu'il entend autoriser, aux
licences qu'il entend octroyer.
Le point suivant sur lequel je m'interroge quant à la sécurité juridique
qu'il offre, c'est celui du dernier paragraphe de l'article 4bis en projet
qui dit et de nouveau je demande au service de ne pas corriger, je
cite textuellement un texte dont nous allons faire la loi belge : "Le
cas échéant, il peut être tenu compte des incidences de cette licence
sur les intérêts économiques, sociaux, commerciaux et industriels de
la Belgique, sans toutefois que ces facteurs puissent avoir la moindre
influence sur la manière dont les critères visés à l'article 4 sont
appliqués".
Alors là, vraiment, je défie tout juriste et tout magistrat de me dire
exactement quand il peut être tenu compte de ce type de critères et
avec quelle effectivité concrète du point de vue des décisions
d'octroi ou de non-octroi des licences d'exportation par notre pays.
Après ces remarques à caractère légistique et qui ne font encore
qu'effleurer le fond de la critique que je voudrais développer, je
voudrais en arriver à des remarques de fond qui touchent au contenu
du texte.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
59
Chers amis de la majorité dite arc-en-ciel, monsieur le ministre, je
conçois fort bien que vous ayez besoin de vous concerter, je
suppose que ce n'est probablement pas pour répondre à mes
suggestions ou à mes questions, que M. le ministre n'a pas l'habitude
de prendre en considération, mais je voudrais être écouté parce que
je prétends ici faire un boulot parlementaire correct, ne pas
polémiquer inutilement et me fonder uniquement sur votre texte. En
tout cas, c'est ce que j'ai fait jusqu'à présent, sur votre texte qui est
inqualifiable, chers amis de la majorité, du point de vue juridique.
J'entends être écouté un minimum, si pas par courtoisie, au moins
par correction parlementaire.
L'article 4, §1er, 4° de votre projet prévoit trois causes de rejet.
La demande est rejetée lorsqu'il existe suffisament d'indications et je
cite: "à l'égard d'un pays donné que l'exportation ou le transit y
contribuera à une violation flagrante"......Monsieur Chastel, vous
allez empêcher Monsieur Michel de bien comprendre ce que je lui
dis, .... "des droits de l'homme".
Ce bout d'article remplacerait quoi dans la loi de 1991 ? Parce que
c'est évidemment cela l'essentiel du travail parlementaire de contrôle
auquel je crois que l'on peut se livrer ici, auquel on doit se livrer.
C'est une comparaison entre d'où l'on vient et vers où on irait si ceci
était voté demain.
Ce bout d'article qui parle et j'insiste de "violation flagrante" remplace
une disposition de 1991 qui disait: "la demande est rejetée si en
rapport avec la situation du pays de destination, il apparaît que
l'exportation ou le transit contribuerait à une violation manifeste des
droits de l'homme".
J'ai trois remarques sur le texte, d'abord sur l'évolution de la notion
de violation manifeste à la notion de violation flagrante. Cela peut se
vendre à l'homme de la rue sans problème, comme des synonymes.
Pourtant, sur le plan du droit et je ferai l'économie d'une série de
références qui le prouvent , la notion de violation flagrante et celle
de violation manifeste ne recouvrent pas du tout la même
signification. En droit, le degré d'évidence qui correspond à la notion
de violation flagrante est largement supérieur à celui exigé pour
qu'on puisse parler simplement de violation manifeste. Quelles sont
les implications concrètes de cette différence sur la loi dont vous
souhaitez l'adoption demain par notre assemblée? Cela implique que
même en cas de violation manifeste, on pourra livrer des armes du
moment que les violations ne sont pas flagrantes. C'est évidemment
un recul important par rapport à la formulation de la législation de
1991.
Je dis oui, mesdames et messieurs, à des compromis qui
rapprocheraient notre législation du programme sur lequel nous
avons été élus, mais non à ceux qui l'en éloignent. Pour information,
je citerai la proposition de loi déposée en 1996 sous le numéro
Chambre-614/95-96 par Ecolo-Agalev, par M. Vanoost et votre
serviteur. Cette proposition de loi supprimait l'adjectif `'manifeste''.
Ici, non seulement on ne le supprime pas, mais on le remplace par
l'adjectif `'flagrant'' qui permettra de vendre des armes plus
facilement et plus souvent qu'hier. Ce n'est pas un compromis qui
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
60
nous rapproche de nos objectifs, des objectifs sur lesquels nous
avons été élus: il nous en éloigne.
La deuxième remarque concerne l'article 4, § 1
er,
4° lettre A (en
projet) ...
(...)
: (...)
Le
président
: Monsieur Decroly, ne vous laissez pas distraire!
02.89
Vincent Decroly
(indépendant): Je ne me laisserai pas
distraire, j'ai un texte et je vais continuer à le lire mais je trouve
vraiment que pour une majorité qui a inscrit à son fronton, il y a
quelques années, la revalorisation du Parlement, non seulement elle
ne prend pas part à ce débat assez important et qui a suscité une des
crises de cette majorité il y a quelques mois, mais en plus, elle ne
respecte pas le simple principe d'écouter les arguments, même
juridiques et très textuels que j'essaie de faire entendre.
Je disais donc qu'il y a un recul gravissime dans cet article 4 par
rapport à la loi de 1991 puisque dans la législation que vous voudriez
que cette Chambre adopte, la livraison à des pays où de graves
violations des droits de l'homme ont été constatées par les
organismes compétents dont je vous épargnerai l'énumération,
comme dans votre texte , cette livraison sera permise `'à condition
qu'on ait fait preuve, dans ces cas-là, d'une prudence et d'une
vigilance particulières''. Mais là, franchement, Madame Dardenne,
madame Drion, monsieur Michel, quelle tartufferie! Quel mensonge
pur et simple de présenter ce soi-disant compromis comme une
avancée par rapport à la loi de 1991! C'est très bien de statuer sur la
base des rapports des organismes internationaux, encore que si on
les limite aux organismes officiels, on ne va pas nécessairement très
loin en matière de droits humains. Mais cela devrait suffire d'avoir
une condamnation, par des rapports officiels d'organismes
internationaux, d'un pays qui ne respecte pas les droits de l'homme,
cela devrait suffire pour dire que dans ce cas, on ne livre pas.
On ne livre pas et on n'aide pas des maoïstes, comme vous le faites!
Reporters sans frontières...
02.89
Vincent Decroly
(indépendant): Om terug te keren
naar artikel 4 is het zo dat de
leveringen zijn toegestaan als blijk
wordt gegeven van een bijzondere
waakzaamheid en omzichtigheid.
Wat een schijnheiligheid is het
deze wet voor te stellen als een
vooruitgang in vergelijking met de
wet van 1991! Het feit dat diverse
internationale administraties
inbreuken aanklagen zou moeten
volstaan om de leveringen te
beletten.
02.90
Louis Michel
, ministre: (...) à l'extrême gauche, des
maoïstes, on ne peut pas livrer!
02.90
Minister
Louis Michel
:
Dat is niet ernstig! Zet dan maar
ineens in het wetsvoorstel dat we
niets mogen leveren dat ten
nadele van de maoïsten zou
kunnen zijn.
02.91
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur Michel, ne faites
pas semblant de ne pas me comprendre. On ne livre ni à des
maoïstes, ni à un gouvernement qui torturent, qui violent les droits
humains fondamentaux comme le dénoncent Amnesty International
et Reporters sans frontières, que je citais in extenso au début de mon
intervention. Voilà ce que l'on ne fait pas. Ni les maoïstes, ni le
gouvernement! Des rapports tout à fait incontestables indiquent que
les deux parties et, sur certains points surtout le gouvernement,
violent les droits fondamentaux. On n'arrose pas, ni une partie, ni
l'autre, de la moindre arme dans un contexte comme celui-là! Je le
02.91
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Dat is je reinste
hypocrisie. Tal van rapporten
maken gewag van schendingen
van de mensenrechten, en dit in
beide kampen!
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
61
répète, c'est vraiment une tartufferie et même un mensonge
caractérisé de présenter cette partie-là de la proposition de loi
comme une avancée par rapport à la législation de 1991.
02.92
Fred Erdman
(SP.A): Monsieur Decroly, permettez-moi de
vous poser une question. Il y a un conflit sur place. Le gouvernement
a décidé d'envoyer des armes au gouvernement actuel et un autre
groupe, dont vous prétendez être le défenseur...Non?
02.92
Fred Erdman
(SP.A): Er is
een conflict in dat land. De
regering heeft beslist wapens te
leveren aan de huidige regering,
die met een conflict wordt
geconfronteerd. Een andere
groep, die u verdedigt...
02.93 ...: Si
02.94
Vincent Decroly
(indépendant): Amnesty International et
Reporters sans frontières que j'ai commencé par citer in extenso
parlent des violations caractérisées dont les mouvements maoïstes
et les rebelles se rendent coupables. Il n'y a aucun problème, aucune
ambiguïté! Moi aussi je condamne les rebelles.
02.95
Fred Erdman
(SP.A): J'en prends acte mais dites-moi alors
quelle est votre solution pour que ce groupe, que vous condamnez
aussi, ne dispose pas d'armes.
02.95
Fred Erdman
(SP.A): Ik
neem daar nota van. Wat stelt u
echter voor om ervoor te zorgen
dat die groep niet over wapens
beschikt?
02.96
Vincent Decroly
(indépendant): Par les voies diplomatiques
et multilatérales, comme celle derrière laquelle votre gouvernement
a l'habitude de se retrancher, par exemple quand il s'agit de
supporter les préparatifs de guerre vis-à-vis de l'Irak. Vous pourriez
peut-être aussi mettre cela en oeuvre dans ce genre de situation. En
tout cas, le programme sur lequel j'ai été élu avec d'autres indique
que, dans des situations pareilles, on n'apporte pas le début d'une
ombre de solution en arrosant un pays ou la région concernée par
des armes belges, mais que l'on peut peut-être apporter un début de
solution en intervenant sur un plan beaucoup plus multilatéral pour
éviter que des armes y parviennent, que ce soit par des embargos,
des pressions politiques ou toutes sortes d'autres moyens sur
lesquels je ne vais pas m'étendre ici.
Mais de toute façon, livrer des armes n'a jamais été et n'est pas
l'évolution que je décrivais pour commencer. Cela ne va d'ailleurs
pas mieux depuis qu'on a promis des armes au Népal. Cela va
même plus mal. Cela n'est pas et ne sera jamais ni au Népal, ni
ailleurs, une solution!
J'en viens à une troisième remarque sur l'article 4, paragraphe
premier, quarto, a), en projet c'est d'ailleurs le coeur de votre projet
et sur la notion de "contribution" de l'exportation à une violation
flagrante. A mon avis, cette notion de contribution à une violation
flagrante des droits de l'homme introduit un flou, et donc une forme
de subjectivité dans la manière dont cette loi sera appliquée. Elle
introduit donc l'inverse de ce qui serait nécessaire pour légiférer
correctement. Je crois sincèrement qu'il aurait été préférable
d'interdire purement et simplement les livraisons vers des pays qui
posent des actes de violation des droits de l'homme, que les armes
belges soient susceptibles ou non d'y contribuer. La notion de
02.96
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Ik ben van
oordeel dat de eenzijdige actie die
u als oplossing naar voor schuift
de toestand alleen maar
verslechtert.
Volgens mij verdient een
multilaterale aanpak de voorkeur.
Wapens leveren is in geen geval
een oplossing.
Mijn vierde bemerking betreft het
begrip bijdrage tot een schending.
Dat begrip is vaag en leidt tot al te
subjectieve interpretaties terwijl u
beweert het tegenovergestelde te
doen. Dit begrip heeft ook tot
gevolg dat de uitvoerende macht
wordt versterkt en dat de
bewegingsruimte van de
bevoegde minister wordt
uitgebreid.
Tenslotte zijn deze begrippen
totaal overbodig aangezien zij
geen enkele juridische inhoud
hebben. Indien uw voorstel wordt
aangenomen zullen wapens
kunnen worden geleverd zolang
niet zal zijn vastgesteld dat dat
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
62
contribution à des violations des droits de l'homme et la notion "d'être
susceptible de contribuer" à des violations des droits de l'homme
sont des concepts renforçant le flou de la loi. Ils donnent, par
conséquent, encore davantage de pouvoir demain à l'exécutif et à
son ministre, avec pour corollaires, encore moins de contrôle
parlementaire et encore moins de balises légales précises.
J'en viens à ma quatrième et dernière remarque sur ce passage de
votre projet. Il me semble tout à fait superflu d'insérer des notions
comme le non-alignement d'enfants soldats, etc. J'ai déjà développé
ce problème tout à l'heure en interrogeant M. Bacquelaine à ce sujet.
Je maintiens que la mention des engagements internationaux
suffirait largement et que son inscription dans l'exposé des motifs
aurait déjà largement suffi. J'ai le sentiment que l'on mène
davantage une politique visant à envoyer des signaux à l'opinion
publique qu'un véritable travail législatif ou légistique.
J'en viens à l'article 4, § 1, b). On assiste là au recul le plus évident
par rapport à la loi de 1991. Que dit cette loi? Elle refuse l'octroi de la
licence d'exportation, je cite, "si le destinataire fait face à de graves
tensions internes de nature à conduire à un conflit armé". C'est très
clair. Dans le contexte de la loi de 1991, cela suffisait pour refuser la
livraison d'un contingent d'armes. Mais si ce texte est adopté
demain, l'exportation discutée devrait provoquer ou prolonger des
conflits ou des tensions. C'est une façon d'assouplir clairement et
objectivement le critère de 1991.Qu'est-ce que cela signifie? Cela
veut dire que demain, on livrera, en cas de graves tensions internes
de nature à conduire à un conflit armé, pour autant qu'il ne soit pas
établi que l'exportation provoque, prolonge ou aggrave ces tensions
ou conflits. C'est pourquoi j'ai déposé un amendement visant à
rétablir la législation de 1991 sur ce point qui me semblait sérieux sur
le plan juridique et important du point de vue politique.
Cet article 4, en son paragraphe 1
er
, 4°, lettre b, comprend une
deuxième régression par rapport à la loi de 1991. Il contiendrait une
infraction au Code de conduite européen, si on se projetait dans un
scénario où ce code serait contraignant.
Que dit le Code de conduite européen? Si la livraison peut
provoquer, prolonger ou aggraver les tensions c'est le troisième
critère du Code de conduite européen-, il n'y a pas de livraison. Je
vous donne lecture du troisième critère: "Les Etats membres
n'autoriseront pas les exportations susceptibles de provoquer ou de
prolonger des conflits armés ou d'aggraver des tensions ou des
conflits existant dans le pays de destination finale". Que dit votre
projet? Il indique qu'il n'y a pas de livraison, sauf pour les
"démocraties menacées". Pourtant, dans sa formulation, le Code de
conduite européen ne prévoyait pas de dérogation, cette espèce de
pseudo-exception démocratique que vous prétendez instaurer. Il ne
prévoyait qu'un seul type de dérogation, repris au point 2 du dispositif
de ce même Code de conduite: "Le présent code ne portera pas
atteinte aux droits des Etats membres de mener une politique
nationale plus restrictive". Cela signifie que les seules dérogations
possibles sont celles que les Etats membres peuvent se permettre en
vertu de leur droit de mener une politique nationale plus restrictive.
Mais l'idée de défendre une soi-disant démocratie il faut savoir qu'il
y a aussi à boire et à manger dans la manière dont on définit la
notion de démocratie - ne souffre aucune possibilité de dérogation
bijdraagt tot het uitlokken,
verlengen en verzwaren van het
conflict. Ik dien dit amendement in
om de wet van 1991 te redden.
Ook op een ander terrein zetten
we een stap achteruit, want deze
wet houdt ook een overtreding
van de Europese gedragscode in.
Deze wet neemt inderdaad het
idee over dat een conflict niet
mag worden uitgelokt, verlengd of
verergerd, maar zij maakt ook een
onderscheid voor jonge
democratieën die worden
bedreigd. Die afwijking is niet in
overeenstemming met die in de
Europese gedragscode.
De heer Bacquelaine schijnt uit
het oog te verliezen dat
inmenging geen eenzijdige daad
is. Dat soort beslissingen wordt in
overleg door verscheidene Staten
genomen.
De gedragscode heeft het
bovendien over een criterium van
verenigbaarheid, waarover de
Staten zich met ja of neen zouden
moeten uitspreken. Ik vind het
vreemd dat de minister verdwijnt
wanneer het over de
verenigbaarheid met de Europese
gedragscode gaat en ik betreur
zijn afwezigheid.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
63
dans le code de conduite européen.
J'ai entendu M. Baquelaine parler du droit d'ingérence. Il y a de
nombreuses discussions sur la question de savoir ce qu'est ou ce
que devrait être le droit d'ingérence, mais je n'ai jamais entendu
parler de droit d'ingérence de type unilatéral. Le droit d'ingérence,
dans le meilleur des cas, ou le devoir d'ingérence, dans le scénario le
moins contestable de la notion de droit d'ingérence, c'est un droit
d'ingérence mené en concertation avec plusieurs pays. Un pays ne
peut, de son propre chef ou sur la base de sa propre appréciation de
la situation, au nom du droit d'ingérence même le plus large,
monsieur Bacquelaine, se permettre d'envisager de livrer des armes.
C'est un ultime recours, après l'utilisation de toutes les autres voies
possibles pour réduire les problèmes, et en bonne entente et
concertation multilatérale avec un certain nombre d'instances et
d'autres Etats.
J'en viens au paragraphe 2 du nouvel article 4 qui instaure un
prétendu élément du Code de conduite européen. En fait, le 8
ème
critère du Code de conduite européen et je m'en tiens
scrupuleusement au texte instaure "un critère" en l'occurrence le
mot "critère" signifiant quelque chose en fonction de quoi on décide
par oui ou par non sur la question d'une livraison d'armes "de
compatibilité des exportations d'armements, avec la capacité
technique et économique du pays destinataire, compte tenu du fait
qu'il est souhaitable que les Etats répondent à leurs besoins légitimes
de sécurité et de défense en consacrant un minimum de ressources
humaines et économiques aux armements". Voilà ce que dit le 8
ème
critère du Code de conduite européen! Il existe donc un critère qui
indique qu'en fonction de cette compatibilité, c'est oui ou c'est non!
Et le texte du Code de conduite tient compte d'un élément: les
besoins légitimes de sécurité et de défense.
(
Le ministre des Affaires étrangères quitte l'hémicycle et est remplacé
par le ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique
)
Dans la proposition 2083, ...
C'est curieux! Au moment où je parle de la non-conformité du texte
de la majorité au Code de conduite européen, M. le ministre
s'évapore!
Le
président
: Il ne faut pas interpréter "l'évaporation" d'un ministre comme une réaction à un propos que
l'on vient de tenir!
02.97
Vincent Decroly
(indépendant): J'espère qu'il répondra dans
quelques minutes quand il reviendra!
Dans la proposition 2083, ce critère ne devient pas un critère
permettant une décision positive ou négative mais et je cite votre
texte "un élément dont il sera tenu compte". Ah non, ce n'est pas la
même chose! Un critère, c'est un critère! Un élément dont il sera
tenu compte, ce n'est pas un critère! C'est quelque chose que l'on
intègre dans une constellation d'éléments de réflexion et
d'appréciation, avec toutes sortes de pondérations qui peuvent
intervenir, mais on n'appelle pas cela un critère au sens fort du 8
ème
critère du Code de conduite européen! C'est donc beaucoup moins
net! Ce n'est pas une infraction, ni une contradiction, reconnaissons-
02.97
Vincent Decroly
(indépendant): In het voorstel
2083 is dat criterium van
verenigbaarheid niet langer een
echte toetssteen, maar wel een
element waar rekening mee wordt
gehouden.
De bijkomende criteria van
voorstel 2083 zijn dus niets meer
dan politieke marketing! Die
criteria zijn trouwens veel te vaag
en dus niet doeltreffend.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
64
le! Mais c'est beaucoup moins net, c'est beaucoup plus flou dans
l'énoncé de la proposition 2083 que dans le texte de ce Code de
conduite européen que vous prétendez avoir transcrit.
En conclusion, monsieur le président, mesdames et messieurs, dans
votre texte, il y a un certain nombre de critères supplémentaires mais
je soupçonne que pour la plupart, ils ne sont repris là qu'à des fins de
pur marketing politique. En réalité, juridiquement parlant, ils sont
superflus au vu des obligations internationales déjà contractées par
la Belgique. Ces différents critères auraient pu figurer dans les
développements, mais ils sont tout à fait inutiles et superflus, sur le
plan légistique.
Par ailleurs, les critères ajoutés de la façon la plus réellement et
authentiquement novatrice sont manifestement dépourvus de toute
portée pratique. Il s'agit du critère du risque de répression interne et
du critère de l'impact sur le développement social et économique de
l'Etat de destination. A mon avis, la manière dont est énoncé ce
critère est beaucoup trop floue pour avoir réellement quelque
effectivité sur la décision de refus ou d'octroi des licences
d'exportation.
Par contre, la proposition marque un très net recul sur deux critères,
à l'évidence parmi les plus importants et qui figuraient dans la loi de
1991. Il y a, d'une part, la violation des droits de l'homme j'ai cité
tout à l'heure notamment un glissement de "manifeste" à "flagrant",
et, d'autre part, la problématique des conflits internes. Pour
l'appréciation de ces deux critères, la proposition élargit
considérablement la marge d'appréciation du ministre compétent.
Par rapport au Code de conduite européen, la proposition est en
infraction sur un point, à savoir l'exception démocratique qui crée
une dérogation non prévue par le Code de conduite. De plus, elle est
floue dans la manière de transcrire dans la législation belge la notion
de compatibilité avec la notion de développement durable par
laquelle je terminais, il y a un instant.
Enfin, je constate que la nouvelle proposition ne reprend aucune des
avancées des propositions de loi 614 d'Ecolo-Agalev et 1520 du
SP.A, déposées sous la précédente législature.
Monsieur le président, je trouve gênant que l'évaporation de M.
Michel se prolonge. Il s'agit ici d'une question concernant le travail
parlementaire, pour laquelle j'aurais aimé avoir une réponse de sa
part ou peut-être de la part d'un membre de la majorité. Je vais la
poser, monsieur le président.
Zowel op het vlak van de
mensenrechten als wat betreft de
problematiek van internationale
conflicten is dit voorstel dus een
stap achteruit. Bovendien breidt
het de beoordelingsmarge van de
bevoegde minister nog uit.
Le
président
: Allez-y!
02.98
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, je
vous demande de la répercuter au cas où je n'obtiendrais pas de
réponse.
Le
président
: Je le ferai, monsieur Decroly. Je vous signale que vous avez déjà quelque peu dépassé
votre temps de parole de 30 minutes.
02.99
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, j'arrive 02.99
Vincent Decroly
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
65
à la fin de mon intervention mais je ferai une remarque importante
sur l'extension du champ d'application au matériel de maintien de
l'ordre. C'est évidemment positif et donc je soutiens ce genre
d'évolution, même si la modification confirme une pratique existante.
Mais un doute subsiste et j'aimerais bien que l'un ou l'autre, M.
Erdman, M. Bacquelaine, M. Coveliers, Mme Drion, Mme Laenens
ou M. le ministre quand il reviendra lève le doute. Ce doute tient
à la formulation retenue: l'article 4 prévoit bien de remplacer les mots
"à un usage militaire" par les termes "à un usage militaire ou de
maintien de l'ordre", dans la loi de 1991. C'est très bien, mais dans le
texte 2083 même, il n'est pas dit si, chaque fois qu'il est question
d'usage militaire, on doit en réalité comprendre "usage militaire ou de
maintien de l'ordre". Je pense que, dans l'esprit des auteurs de la
proposition, cela va de soi. L'imprécision est probablement liée aux
conditions de rédaction extrêmement expéditives de ce texte.
Pourtant, à plusieurs endroits, notamment à la fin de votre dispositif,
la notion d'usage militaire apparait sans qu'y soit couplée la notion de
maintien de l'ordre. Dans le cadre des travaux parlementaires, il
serait peut-être utile d'avoir une précision interprétative sur cet
aspect-là.
Pour ce qui est du contrôle parlementaire, dernier point du dispositif
proposé, le pouvoir d'appréciation du ministre, je l'ai déjà laissé
entendre, va être assez élargi en vertu de l'article 5. La proposition
2083 reprend et conforte le système d'un contrôle parlementaire a
posteriori et introduit la notion de confidentialité par rapport aux
sociétés ou entreprises concernées. Aucun type de demande de
licence ne peut malheureusement conduire à une consultation
préalable de la commission des Affaires étrangères ou d'une
commission ad hoc. On est donc loin des propositions vertes ou
socialistes, déposées jadis.
La proposition garde le principe de la décision ministérielle
individuelle, alors qu'on aurait pu imaginer un processus plus
collectif, par exemple de délibération au conseil des ministres. Cela
aurait peut-être permis d'atténuer l'absence d'intervention
parlementaire en amont du processus. Symétriquement, le pouvoir
d'appréciation qui résulte des dispositions A et B du nouvel article 4,
§1, 4° conforte le système de contrôle a posteriori.
Finalement, monsieur le président, je constate et je déplore un
double recul dont la portée réelle ne fait aucun doute. D'abord, la
notion de contribution à une violation flagrante des droits de
l'homme. Ensuite, l'appréciation laissée au seul ministre quant au
constat de violation établi par les organismes internationaux
compétents, et cela même en contradiction avec les critères
recommandés par le Code de conduite européen. Enfin, je regrette la
possibilité d'exporter du matériel visé par la loi alors que le pays
destinataire est en guerre civile ou se trouve en situation de conflit;
c'est cette pseudo-exception démocratique. Cela ne me paraît pas
bon non plus, de même qu'un certain nombre d'assouplissements
des critères qui font que l'aménagement légal proposé s'éloigne de
l'objectif de limitation d'exportation des armements et des
technologies à usage militaire vers des zones soit en conflit, soit déjà
surarmés, principe faisant partie du mandat sur lequel j'ai été élu.
Pour terminer, monsieur le président, je crains qu'aujourd'hui, on
(indépendant): Artikel 4 van het
wetsvoorstel verruimt het
toepassingsgebied van de wet tot
het voor ordehandhaving dienstig
materieel. Het zegt niet of wij in
het voorstel zelf de woorden "voor
militair gebruik" door de woorden
"voor militair gebruik of voor
ordehandhaving" moeten
vervangen.
Het voorstel behoudt het principe
van de individuele beslissing
terwijl een procedure op grond
van een meer
gemeenschappelijke beslissing
best mogelijk zou zijn geweest.
Parallel daarmee versterkt de
macht tot beoordeling, die
resulteert uit de voorstellen a) en
b) van het nieuwe artikel 4 §1 4°,
het controlesysteem a posteriori.
Met dit voorstel zetten wij twee
stappen achteruit. We dragen bij
tot een overduidelijke schending
van de mensenrechten en we
kunnen militair materieel
uitvoeren naar een land dat zich in
een conflictsituatie bevindt.
U zorgt ervoor dat de wet zinloos
wordt. U verschuilt zich achter het
principe van politieke
verantwoordelijkheid ten aanzien
van het parlement terwijl uw
eerste verantwoordelijkheid erin
bestaat voor de natie
verantwoording af te leggen en de
wet na te leven.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
66
n'intègre pas n'en déplaise à tous ceux qui défendent cette
proposition au nom du Code de conduite européen l'ensemble des
critères de ce Code de conduite européen. Lorsqu'ils sont intégrés,
ce n'est que sous forme allusive ou évocatoire et j'y ai insisté
plusieurs fois sous forme non contraignante et parfois érodée par
rapport au texte même du Code de conduite européen. Plus
fondamentalement, je crains que vous ne vidiez la loi de son sens.
Le ministre n'est toujours pas revenu. Je regrette sincèrement ce
type de pratique! Le ministre s'abrite derrière un principe de
responsabilité politique devant le parlement, ce que je ne conteste
évidemment pas, mais il n'est manifestement pas là pour l'exercer,
alors que sa première responsabilité devant le parlement et la Nation
est de respecter la législation.
Je suis bien obligé de m'adresser à vous en votre absence, monsieur
le ministre. Votre gouvernement et vous en particulier, vous ne
vous en êtes jamais caché vous avez été un peu gênés par la loi
de 1991 à l'heure de décisions d'octroi de licences vis-à-vis du
Népal, du Mexique et d'autres pays. Mais qu'à cela ne tienne, vous
êtes parvenus à vos fins. Vous modifiez la loi qui vous gênait et
demain, on aura malheureusement davantage de livraisons d'armes
à des pays infréquentables ou à des régimes non démocratiques.
Voilà pourquoi, une fois de plus je voterai contre cette proposition
et je me demande d'ailleurs si je ne serai pas le seul député
francophone à le faire.
02.100
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het is reeds gezegd en het is bijna
een boutade, maar wie wapens produceert, wil en moet ze ook
verkopen. Door de aard van de productie, namelijk wapens, zijn
instabiele regimes en landen verwikkeld in een interne machtsstrijd,
dictaturen, een gekende afzetmarkt, heel dikwijls via illegale handel.
Het is dus absoluut noodzakelijk dat deze productie gebeurt binnen
een duidelijk wettelijk kader. Dat wettelijk kader is een onderdeel van
een buitenlands beleid dat steeds een evenwicht moet zoeken en
hopelijk meestal ook vinden tussen de toepassing en zeker ook de
verbetering van het internationaal recht en het respect voor de
mensenrechten, dit zowel bij de diplomatie als bij een andere
belangrijke doelstelling van het buitenlands beleid, het bevorderen
van de handelsbelangen. De wet van 1991 zocht naar een consensus
tussen die handelsbelangen en het respect voor de mensenrechten.
Een consensus betekent natuurlijk geen evenwicht. Jaar na jaar
hebben dan ook aangedrongen op een bijsturing van de wapenwet.
We zullen dat ook blijven doen. We zijn ervan overtuigd dat vandaag
de omzetting van de Europese gedragscode in de Belgische wet
tegemoetkomt aan ethische zowel als economische criteria. De
ethische wil ik vooral situeren in het feit dat er een escalatie is van
geweld, van gebruik van lichte wapens en dat dit één van de zeer
negatieve aspecten is van globalisering, dat het dus absoluut
noodzakelijk is dat onze wetgeving meer en meer ook internationaal
juridisch een bindend wettelijk kader krijgt, de Europese code.
Economisch kunnen we er ook niet omheen dat produceren meer en
meer in een Europese concurrentiële context gebeurt.
Ik wil toch nog eens benadrukken waarom we ervan overtuigd zijn
dat de nieuwe wapenwet geen versoepeling is van de wet van 1991.
Voor ons is de belangrijkste vooruitgang van de wet van 1991 dat de
02.100
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Ceux qui produisent des
armes les vendent fréquemment
illégalement à des régimes
instables et à des dictatures. Il est
véritablement nécessaire de
réglementer la vente dans un
cadre légal international en
veillant scrupuleusement à ce que
les droits de l'homme soient
respectés et améliorés.
En ce qui concerne la loi sur les
armes de 1991, on était parvenu à
concilier les intérêts commerciaux
et les droits de l'homme. Mais il
était et il reste nécessaire
d'adapter cette loi. En l'espèce,
les critères éthiques revêtent une
très grande importance: l'escalade
de la violence à l'arme légère,
conséquence de la mondialisation,
doit cesser. Les critères
économiques sont également
importants: nous devons tendre
vers une production d'armes dans
un climat de consensus européen
pour exclure toute concurrence
déloyale.
La nouvelle proposition n'assouplit
nullement la loi mais demande
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
67
code bindend wordt. We zijn daar al lang vragende partij voor.
Tijdens het Belgische voorzitterschap van de EU is terzake onder
leiding van Louis Michel een aantal initiatieven genomen. Blijkbaar is
er echter nog geen meerderheid voor te vinden. We hopen dan ook
dat de campagne die Pax Christi deze maand opzet samen met
Jantza, het internationaal netwerk, Lichte Wapens, ertoe komt om
uiterlijk tegen het Italiaans voorzitterschap wel genoeg medestanders
te vinden om die code ook op Europees niveau bindend te maken.
Door de zesmaandelijkse rapportage aan het Parlement zal het
Parlement veel korter op de bal kunnen spelen dan nu met de
jaarlijkse rapportage. Het rapport zal niet alleen twee keer per jaar
worden gepubliceerd maar ook de informatie in het rapport zal beter
zijn. Denken we alleen maar aan de opname van geweigerde
licenties in het rapport.
De wet zal en moet worden geïnterpreteerd door de minister van
Buitenlandse Zaken. Door de mogelijkheid om de parlementaire
controle te verdubbelen, kunnen we beter toezien op de naleving van
de wet: het niet leveren aan landen die kindsoldaten inzetten en
meer materiaal voor ordehandhaving.
De critici zeggen dat deze wet de levering aan Nepal mogelijk maakt
want aan prille democratieën mag sowieso geleverd worden. Dat is
niet waar. De nieuwe wet zegt dat niet mag worden geleverd indien
blijkt dat de uitvoer gewapende conflicten uitlokt of verlengt,
bestaande spanningen of conflicten in het land van eindbestemming
verergert of in geval van burgeroorlog in het betrokken land. Hierbij
dient zorgvuldig te worden nagegaan wat de aard is van de
spanningen, het conflict of de burgeroorlog en wie ervoor
verantwoordelijk is zodat voldoende steun kan worden verleend aan
democratische regimes die in hun bestaan bedreigd worden. Volgens
de nieuwe wet kan ook niet worden geleverd aan landen in
burgeroorlog.
Ik heb steeds gezegd dat de wapenleveringen aan Nepal niet kunnen
omdat ze in strijd zijn met de wet. De nieuwe wet zal via de
toegenomen transparantie het ook makkelijker maken dit aan te
tonen. Wat betreft de problematiek van de mensenrechten in Nepal
lijkt mij dit niet het forum om daar nu op in te gaan. We hebben het
tenslotte over een verbetering van de wapenwet. Ik zal dit dan ook
volgende week in de commissie doen.
Het punt is en blijft de controle op de toepassing van de wet. Het lijkt
mij belangrijk om deze wetswijziging ook politiek te omkaderen. Voor
ons was er geen 11 september nodig om te beseffen dat
terroristische aanslagen onlosmakelijk verbonden zijn met een
gebrek aan mensenrechten, een gebrek aan internationaal recht,
niet-democratische regimes en onrechtvaardigheid. Wapens zijn niet
het ultieme antwoord en dit werd ook reeds door verschillende
collega's aangehaald. Het versterken van de mensenrechten, het
stabiliseren van zwakke, democratische samenlevingen en het
onderhandelen van vrede is dit wel. Het is dan ook een illusie om te
denken dat we in het kader van onze Belgische wapenwetgeving dit
allemaal kunnen oplossen.
De VN-conferentie over de problematiek van lichte wapens in juli
2000 heeft benadrukt dat er een zeer duidelijke band bestaat tussen
l'application stricte du code de
conduite européen. Nous
espérons que ce code européen
contraignant sera achevé au plus
tard d'ici à la présidence italienne.
Les rapports semestriels,
précédemment annuels,
permettront d'effectuer des
contrôles plus rapides et plus
précis. Il sera impossible de livrer
des armes à un pays qui enrôle
des enfants soldats.
Les critiques prétendent que la
proposition de loi permet de livrer
des armes à des démocraties
naissantes telles que le Népal
mais ils ont tort : la proposition dit
très clairement que l'exportation
d'armes n'est pas autorisée si cela
risque d'aggraver dans le pays
concerné des tensions ou des
conflits ou en cas de guerre civile.
Il est cependant possible de
soutenir des régimes
démocratiques menacés. Nous ne
pouvions pas et nous ne pouvons
toujours pas livrer au Népal:
l'application de la nouvelle loi, qui
rend tout plus transparent, le
démontrera clairement.
Un point important concerne le
contrôle de l'application de la loi.
Une considération éthique doit
fournir un cadre politique à une
modification de la loi: après le 11
septembre, il est évident que ce
ne sont pas les armes mais l'aide
aux démocraties fragiles et le
rétablissement des droits
fondamentaux de l'homme qui
apportent une réponse aux défis
de la terreur. Une conférence
organisée en juillet 2000 a montré
un lien évident entre le terrorisme,
l'exploitation illégale des matières
premières, la consommation de
drogue, le crime organisé et la
violence. Nous entendons inscrire
notre législation belge dans un tel
cadre international. Le contrôle de
la production à l'étranger sous
licence belge, du trafic et des
utilisateurs finaux des armes est
une forme de prévention des
conflits. Ce qui était possible pour
les mines terrestres doit l'être à
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
68
terrorisme, georganiseerde criminaliteit, drugshandel en illegale
grondstoffenhandel. De oproep werd herhaald voor een effectieve
controle op productie en handel van wapens. Het is in dat
internationale kader dat we ons inschrijven met onze Belgische
wetgeving.
Ik wil daarom de vraag herhalen naar uitbreiding van controle op de
productie in het buitenland onder licentie van Belgische oorsprong en
op een betere en stringentere controle van de end-users. Controle op
wapentrafiek is immers ook een sterke vorm van conflictpreventie. Ik
beaam de woorden van collega Dardenne: wat kon voor de
landmijnen moet ook kunnen voor lichte wapens. Duurzame
ontwikkeling betekent immers ook
het ombuigen van
productieprocessen in duurzame zin. We moeten niet alleen
landmijnen maar ook clusterbommen kunnen uitbannen want zij
maken bijna altijd slachtoffers onder de burgerbevolking en dan
vooral kinderen.
Dit moet ook voor ons de niet aflatende inzet zijn om de wapenwet te
blijven verbeteren. Ik ben het eens met collega Decroly ik denk dat
we nooit de pretentie gehad hebben dit te stellen dat met deze
verbetering van de wapenwet wij daarmee alle andere voorgestelde
verbeteringen ineens kunnen vergeten. Ik ben en ik blijf een
pacifiste. Ik ben geen naïeve pacifiste. Ik weet en ik ervaar alle
dagen wat het betekent als je als pacifiste ook een politieke
verantwoordelijkheid wilt opnemen, een politieke
verantwoordelijkheid die wij allemaal als collega en als parlementslid
hebben. Het is en het blijft een continu zoeken hoe ons politiek
programma maximaal te kunnen uitvoeren. Dit zullen we doen in
overleg en discussie ik denk niet dat wij discussie uit de weg gaan
met alle democratische krachten. Die democratische krachten
situeren zich binnen en buiten het Parlement. Die situeren zich zowel
binnen het Parlement, hier bij het debat of de eindbespreking die wij
hier voeren van deze verbetering van de wapenwet, als buiten het
Parlement, waar wij dezelfde discussie voeren met de
vredesbeweging, niet alleen binnen België, maar binnen Europa en
wereldwijd. Ik hoop dan ook te kunnen rekenen op alle
democratische collega's om de campagne die Pax Christi tijdens de
hoorzittingen heeft aangekondigd iedereen hier aanwezig heeft
Europese collega's van dezelfde politieke familie bekend te maken
en ervoor te zorgen dat wat wij hier vandaag doen, navolging vindt
binnen Europa.
présent pour les armes légères et
les bombes à fragmentation.
Grâce à des améliorations
législatives, nous devons sans
cesse nous engager afin d'éviter
que des enfants et des innocents
ne soient tués.
Je suis pacifiste mais pas naïve.
J'assume ma responsabilité
politique de parlementaire. Nous
devons veiller à ce que notre
programme soit exécuté au
maximum mais en même temps
faire en sorte de toujours ménager
un espace de débat dans le
respect de la loi et en tenant
compte des revendications de la
population et notamment de celles
du mouvement pacifiste. Je
compte sur tous les députés ici
présents pour faire la promotion
de la campagne de Pax Christi
auprès de leurs collègues
européens: il faut que les actes
que nous posons ici aient un écho
dans toute l'Europe.
02.101
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président,
madame Laenens, franchement, parler de pacifisme etc. pour
défendre une position pareille! Ce que je trouve frappant, c'est que
vous ne répondiez pas à une question qui est posée depuis le début
et à laquelle personne n'a encore répondu dans cet hémicycle, ni un
des promoteurs de la proposition, ni le ministre qui n'est toujours pas
revenu, et qu'en plus, vous fassiez allusion à vos prétendues
responsabilités de gestion pour justifier l'injustifiable.
La question à laquelle je voudrais que vous répondiez est la
suivante. Le code de conduite européen dans son troisième critère
dit: "les Etats membres n'autoriseront pas les exportations
susceptibles de provoquer ou de prolonger des conflits armés ou
d'aggraver des tensions etc." Pourquoi, alors que le code de conduite
que vous prétendez transcrire dit: "n'autoriseront pas", dites-vous
02.101
Vincent Decroly
(onafhankelijke): U laat een vraag
onbeantwoord en u grijpt uw
politieke
beleidsverantwoordelijkheid aan
om te rechtvaardigen wat niet te
rechtvaardigen valt. De vraag is
waarom, terwijl het derde criterium
van de gedragscode geen
wapenleveringen aan bepaalde
landen toestaat, het voorliggend
voorstel dit onder bepaalde
voorwaarden wel toelaat en dus
van die code afwijkt.
Ik zou begrip hebben voor het
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
69
dans votre texte "autoriseront à condition que l'on vérifie et que l'on
fasse montre d'une vigilance et d'une prudence particulières". Vous
créez une dérogation au code de conduite européen que vous dites
transcrire de façon contraignante. Ce n'est pas se rapprocher d'un
compromis vers les options pacifistes que vous prétendez encore
défendre, c'est vous en éloigner.
Quant aux responsabilités de gestion, aux responsabilités politiques
que vous prétendez avoir, je pourrais peut-être être d'accord avec
vous s'il y avait, à un quelconque endroit de l'accord de coalition qui
vous engage à soutenir ce gouvernement pendant toute la durée de
cette législature, l'engagement à réformer dans un sens comme
celui-ci la loi sur les livraisons d'armes. Il n'y pas dans l'accord de
coalition la moindre virgule, le moindre point, le moindre élément qui
vous rendrait les choses contraignantes et qui ferait donc que sur le
plan de l'éthique politique, votre position commencer à devenir
justifiable.
En réalité, vous avez et vous aviez les mains libres sur cette
proposition-là pour dire: "Nous, sur ces points-là, ces points-là et ces
points-là qui constituent soit des infractions par rapport au code de
conduite européen, soit des régressions objectives, juridiquement
constatables et vérifiables par rapport à la loi de 91, nous ne
pouvons pas être d'accord ... simplement parce que ce n'est pas
dans l'accord de coalition et parce que nous avons été élus sur un
programme qui est aux antipodes de l'objectif de rendre les livraisons
d'armes plus faciles et la législation censée les contrôler plus
souple".
argument van de politieke
beleidsverantwoordelijkheid indien
het hier ging om een hervorming
waarover afspraken werden
gemaakt in het coalitieakkoord.
Dat is echter niet het geval. Het
staat u dus vrij bepaalde punten
van dit voorstel van de hand te
wijzen, bijvoorbeeld omdat ze
afwijken van het programma van
uw partij, dat de wapenhandel niet
gemakkelijker wilde maken.
02.102
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Collega Decroly, ik
herinner mij de discussie tijdens de bespreking in commissie en ik
weet dat daar de tekst van de code is voorgelezen naast de tekst van
de wet, om de garantie te hebben dat het een omzetting was van de
Europese code in de Belgische wet en geen interpretatie van de
Europese code. Ik blijf erbij en ik vertrouw erop dat dit ook zo is. Ik
heb hier niet de tekst voor mij. U hebt het mij voorgelezen, maar ik
weet het pertinent zeker en ik hoop het ook in het verslag terug te
vinden. Ik hoef nu echt niet de tekst te hebben. Ik blijf ervan uitgaan
dat de Europese code in Belgische wetgeving wordt omgezet.
Wat betreft "les mains libres", natuurlijk hebben wij de handen vrij.
Dat is juist precies wat ik heb aangehaald met de politieke
verantwoordelijkheid die wij hebben opgenomen in debat met de
anderen. Wij zijn ervan overtuigd dat als we ons politiek programma
volledig zouden willen omgezet zien in de wet, wij weten dat we geen
meerderheid halen. Dan zal de wet nog minder toegepast worden.
Dan is de vraag wat we daarmee bereikt hebben op dit moment. Ik
wil dan ook besluiten met te zeggen dat het een stap is.
02.102
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): Je me souviens
parfaitement de la discussion en
commission: nous devons en effet
veiller à ce que le code européen,
et non pas une libre interprétation
de ce code, soit effectivement
transposé dans la législation
belge.
02.103
Vincent Decroly
(indépendant): Vous vous référez au code
de conduite européen et à ses critères pour prétendre l'avoir intégré
dans une loi qu'on dit meilleure que celle de 1991, vous devez l'avoir
réellement lu. Vous dites que vous ne l'avez pas sous les yeux, je
vous les mets sous les yeux; je vous en prie, lisez-le et vous me
direz ensuite en quoi votre proposition de loi est compatible avec ces
critères-là.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
70
02.104
Leen Laenens
(AGALEV-ECOLO): Collega Decroly, ik ga
het niet lezen. Ik heb net zelf voorgelezen wat de nieuwe wet zegt. Ik
moet niet herhalen wat ik zonet letterlijk heb voorgelezen. "Niet
leveren indien blijkt dat..." en dan wordt duidelijk vermeld wat u
aanhaalt uit de Europese code.
Ik wil u, en vooral collega De Crem die jammer genoeg nog
belangrijke en andere verplichtingen had, uitdagen om dit soort
discussies te voeren, ontdaan van wat men zo verbloemd het
politieke spel van oppositie versus meerderheid noemt. Ik denk dat
dit ook geldt voor collega Decroly. Ik hoop dat, als we over een
consensus spreken, dat betekent over meerderheid en oppositie
heen.
02.104
Leen Laenens
(AGALEV-
ECOLO): J'invite MM. De Crem et
Decroly à renoncer aux petits jeux
politiques classiques pour mener
ce type de discussions. Le sujet
est suffisamment grave pour que
l'on tente d'aboutir à un consensus
au-delà des clivages majorité-
opposition!
02.105
Jean Depreter
(PS): Monsieur le président, je serai le
dernier à parler, mais il paraît que les derniers seront les premiers!Je
remplace donc M. Patrick Moriau qui devait intervenir mais qui est
empêché à la dernière minute. Mon intervention s'inspirera donc bien
évidemment de son texte.
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le débat
qui nous occupe aujourd'hui est un vieux débat, seuls les acteurs ont
changé en fonction des majorités politiques. Depuis des années, bon
nombre d'initiatives de modifications de la loi concernant cette
matière, tout comme celles concernant le trafic illégal d'armes, ont
été développées. Il ne faut pas nier l'évidence: nous avons dans le
domaine de l'importation, de l'exportation et du transit des armes de
munitions et de matériel servant spécialement à un usage militaire,
la loi la plus contraignante à l'échelle européenne, ce qui est quand
même une forme de garantie tout à fait importante.
Les enjeux de cette loi nous interpellent à propos de notre registre de
valeurs. Ceux-ci concernent notamment les droits de l'homme.
Certains Etats seront reconnus, d'autres dénoncés à ce propos. Les
répercussions politiques, économiques et sociales sont évidemment
très importantes.
Suite aux auditions demandées par le groupe socialiste au cours des
réunions de la commission des Relations extérieures, de nouveaux
amendements ont pu être rédigés. En effet, si le texte était resté en
l'état initial, nous avions conscience des conséquences graves et
dommageables susceptibles de peser sur les activités de l'industrie
belge et sur l'ensemble des emplois directs et indirects existant dans
le secteur de l'armement. L'application du texte en question aurait
entraîné de forts risques de délocalisation de l'activité industrielle
dans ce domaine.
Nous n'avons cessé d'exprimer clairement nos priorités de continuité
et de spécificité de l'activité industrielle belge dans ce secteur, tant
les enjeux sont importants, ne serait-ce qu'en termes d'emplois.
L'évolution de ce dossier demandait un développement adapté à
notre réalité économique et à notre contexte social. En outre, les
modifications ne pouvaient pas entraîner de préjudices commerciaux
aux entreprises spécialisées dans le secteur de l'armement.
Je tiens à préciser que le texte finalement accepté permet de
prendre en compte les critères éthiques et les enjeux socio-
économiques. Celui-ci respecte les équilibres nécessaires: d'une
02.105
Jean Depreter
(PS): Ik
vervang op dit spreekgestoelte de
heer Moriau, die op het laatste
ogenblik verstek moest laten gaan
en zich daarvoor laat
verontschuldigen.
Op het stuk van de invoer, de
uitvoer en de doorvoer van
wapens, munitie en speciaal voor
militair gebruik dienstig materieel
hebben wij de strengste wet in
Europa, wat belangrijke
waarborgen biedt. De inhoud van
die wet doet ons stilstaan bij de
waarden die voor ons belangrijk
zijn, meer bepaald wat de
mensenrechten betreft. De
aanvragen van sommige landen
zullen worden aanvaard, andere
zullen worden afgewezen, onder
meer in het licht van de politieke,
economische en sociale gevolgen.
Naar aanleiding van de
hoorzittingen werden nieuwe
amendementen opgesteld om
ernstige en schadelijke gevolgen
voor de Belgische industriële
activiteit en de werkgelegenheid in
de sector van de wapenproductie
te voorkomen. De evolutie van dat
dossier vergde immers een
aanpassing aan de Belgische
economische realiteit en de
sociale context.
De tekst die uiteindelijk werd
goedgekeurd biedt de
mogelijkheid om rekening te
houden met de ethische criteria en
de sociaal-economische factoren.
Hij respecteert de nodige
evenwichten, via de
verplichtingen die de wetgeving
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
71
part, les contraintes imposées à l'industrie par la législation et, de
l'autre, la mise en oeuvre effective des intentions démocratiques
manifestées par le législateur. Enfin, le texte ainsi amendé reprend
également le principe de transparence énoncé par le gouvernement.
Un danger réel pour la politique extérieure est de voir les problèmes
intérieurs partisans prendre le pas et influencer en fonction d'intérêts
particuliers.
Suite aux auditions auxquelles j'ai participé, je me fais l'une ou l'autre
réflexion.
Tout d'abord, le point 10 du dispositif du code de conduite européen
est maintenant pris en compte. Il s'agit de prendre en considération
les intérêts économiques, commerciaux et industriels en même
temps que les aspects éthiques, c'est-à-dire la référence à nos
valeurs. Ainsi, en faisant référence de manière plus spécifique à ce
point 10, nous sommes dans une ligne de conduite positive par
rapport à la mise en oeuvre de nos valeurs.
J'ai relevé un second élément suite à l'audition de nombreux patrons
du nord et du sud du pays concernés par le secteur de l'armement.
La plupart des avis étaient convergents et établissaient des
évidences, notamment à propos de deux points. Le premier a trait à
l'allègement des contraintes quand les exportations envisagées
concernent un pays dit "sûr", partenaire ou allié dans le domaine de
la défense. Le second point est relatif à la nécessité de
confidentialité étant donné la création d'un système inspiré du
fonctionnement de la commission des achats militaires.
Toujours à propos des auditions, nous avons également évoqué la
question ici parce que les patrons que nous avons entendus parlaient
également des problèmes éthiques et faisaient référence à des
situations aberrantes.
On a dit tout à l'heure qu'il ne fallait pas répéter ce qui concerne les
enfants-soldats car cet élément apparaît déjà de manière tout à fait
explicite dans le droit international. Mais s'il y a bien un problème qui
peut nous submerger sur les plans émotionnel et éthique, c'est bien
la question des enfants-soldats, et je ne vois pas pourquoi la redite
devait nécessairement être exclue.
Dans le même contexte, une évidence est reconnue par tous: la
nécessité d'ouvrir les yeux à propos de la santé économique et
sociale et des besoins de la population, rencontrés ou non, dans ces
pays qui importent les armes. Evidemment, nous sommes dans le
registre des intentions et des discours. Ces notions-là apparaissent
dans différents textes, mais le jour où nous devrons réellement peser
la santé économique et sociale de différents pays et chercher à
savoir si les besoins réels des populations sont rencontrés, j'ai
l'impression qu'on pourra réduire la carte du monde à une carte de
quelques pays qu'on peut compter sur les doigts d'une main.
Mais le monde est ce qu'il est et c'est bien dommage! C'est même un
consensus européen puisque déjà énoncé dans le Code de conduite
dont je parlais tout à l'heure. Il y a vraiment très peu de pays en
bonne santé économique et sociale. Par ailleurs, cela facilite le
discours et cela rend les débats plus explicites. On parle des
de industrie oplegt en de concrete
invulling van het streven naar
meer democratie waarvan de
wetgever blijk heeft gegeven. De
tekst neemt eveneens het
transparantiebeginsel over dat
door de regering werd
geformuleerd.
Men moet dus voorkomen dat de
interne problemen het buitenlands
beleid zouden beïnvloeden in
functie van welbepaalde
belangen.
Dankzij de hoorzittingen kon ook
punt tien van de Europese
gedragscode worden
aangenomen, dat naast ethische
aspecten, die samenhangen met
ons waardesysteem, ook
economische, commerciële en
industriële belangen in
aanmerking neemt. Bovendien
stemden de meeste adviezen
overeen en bevestigden zij wat
iedereen al wist, enerzijds wat de
versoepeling van de
verplichtingen betreft bij uitvoer
naar een partnerland op het vlak
van defensie en anderzijds wat de
noodzakelijke vertrouwelijkheid
betreft, want we hebben een
systeem ingesteld naar het
voorbeeld van dat van de
Commissie Legeraankopen.
De ten overvloede herhaling wat
de kindsoldaten betreft, lijkt me
niet nutteloos, ook al werd
daarover al een standpunt
ingenomen in het kader van de
internationale wetgeving. Tot slot
zal in de toekomst de nodige
aandacht moeten gaan naar de
economische en sociale
gezondheid en naar de noden van
de bevolking in de landen die
wapens invoeren. Daarover
bestaat wel een consensus in
Europees verband, maar er zijn
maar weinig landen die kunnen
beweren dat het hun economisch
en sociaal voor de wind gaat. We
moeten daarnaast ook
extremistische regimes en
regeringen die de macht
monopoliseren en de bevolking
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
72
Maoïstes d'un côté et des gouvernements réguliers de l'autre. Bien
entendu, les Maoïstes ou les mouvements extrémistes, qu'ils soient
de gauche ou de droite, ce n'est pas très bien... Mais les
gouvernements reconnus dans les mains des grands propriétaires qui
maintiennent les plus humbles dans la misère, ce n'est pas très bien
non plus.
J'ai l'impression que si l'on doit véritablement vérifier ce que sont nos
valeurs démocratiques, on n'exportera pas beaucoup d'armes dans le
monde! Par ailleurs, tout ce que nous faisons maintenant, à mon
avis, nous amène à réfléchir à ce que sont nos modèles de
développement, mais c'est un autre débat. Quand on pense, par
exemple, que dans les statistiques économiques et notamment en ce
qui concerne le calcul du PIB, plus vous fabriquez des tanks et des
armes de destruction, plus votre PIB monte, et plus vous êtes censé
être un pays en bonne santé économique. Mais il n'est pas évident
qu'en agissant ainsi, on rencontre réellement les besoins de la
population.
Le groupe socialiste soutient l'initiative parlementaire telle qu'elle a
été développée et finalisée en commission. Les divers amendements
apportés au texte ont permis de restaurer un certain équilibre entre
les considérations primordiales éthiques et les aspects économiques,
politiques et sociaux. Par ailleurs, espérons que nous vivrons un jour
ou l'autre dans un monde sans armes et que les stratégies de
développement nous permettront d'aller vers ce qu'on appelle
maintenant le développement durable, ce qui est un terme tout à fait
galvaudé, ou vers un développement permettant de rencontrer les
besoins des plus humbles.
uitbuiten, aanklagen.
De PS-fractie steunt het
parlementair initiatief dat in de
commissie tot stand werd
gebracht aangezien de
verscheidene amendementen
ertoe hebben geleid dat een
evenwicht tussen de essentiële
ethische overwegingen en de
economische en sociale aspecten
kon worden hersteld.
Le
président
: J'ai donc terminé la liste des orateurs qui ont voulu s'inscrire dans la discussion générale de
cette proposition.
Je donne la parole au gouvernement.
02.106 Minister
Charles Picqué
: Mijnheer de voorzitter, ik ben
tijdens de interventie van de heer Decroly binnengekomen en ik heb
met aandacht naar mevrouw Laenens en de heer Depreter
geluisterd. De heer Michel heeft mij bevestigd dat hij naar het
verslag zal verwijzen.
02.106
Charles Picqué
, ministre:
J'ai écouté attentivement les
dernières interventions. Le
ministre Michel m'a demandé
d'indiquer qu'il renvoie au rapport
de la commission.
De
voorzitter
: Mevrouw Brepoels, u wil repliceren op deze repliek van de regering? Kort graag.
02.107
Frieda Brepoels
(VU&ID): Mijnheer de voorzitter, ik vind dit
zeer merkwaardig. Ik kan begrijpen dat de vice-eerste minister
bepaalde afspraken maakt over het beantwoorden van vragen die
gesteld worden door de leden, maar dat hij gewoon verdwijnt en die
opdracht in feite overlaat aan zijn collega Piqué die inderdaad enkel
de twee laatste mensen heeft gehoord, is eigenaardig. Wij moeten
het op dit ogenblik dus stellen zonder een enkel antwoord. De
regering drijft het zelfs zo ver dat zij op geen enkel ogenblik nog
antwoordt op de vragen die door het Parlement gesteld worden. Als
ik minister Piqué goed begrijp, zegt hij dat minister Michel gezegd
heeft dat hij naar het verslag verwijst. Bedoelt hij dan het verslag van
de commissie waar hij geantwoord heeft op een aantal vragen?
02.107
Frieda Brepoels
(VU&ID):
Il est étrange que le ministre
Michel s'arrange avec un collègue
qui n'a pas écouté tous les
orateurs. Bien des choses ont
changé sur l'échiquier mondial
depuis la parution du rapport de la
commission mais le ministre
Michel estime qu'il n'est pas
nécessaire de répondre aux
questions du Parlement. Voilà un
comportement inqualifiable.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
73
Dan moet ik u zeggen dat intussen toch heel wat zaken gewijzigd
zijn, bijvoorbeeld in verband met de eerste fase van de
wapenleveringen aan Nepal, de toestand in Nepal op het vlak van de
mensenrechten, enzovoort. De minister van Buitenlandse Zaken
vindt het dus absoluut niet nodig een antwoord te richten aan het
Parlement.
Mijnheer de voorzitter, wij hebben al heel de middag uit de
lichaamstaal en de reacties van de minister van Buitenlandse Zaken
kunnen opmaken dat hij het puur tijdverlies vond in het Parlement
aanwezig te zijn, de discussie te volgen, en de vragen van de
oppositie te aanhoren. Dat is alweer een nieuwe stap in de relatie
tussen de regering en het Parlement die ik ten zeerste betreur.
02.108
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, je
pense que ce à quoi nous assistons depuis le début de l'après-midi,
notamment les multiples distractions de M. Michel, son refus quasi
constant d'intervenir sur le fond et ses absences répétées, tout cela
n'est jamais que l'illustration anticipée de la façon dont ce dossier se
gèrera à partir de demain si cette proposition de loi devait être
adoptée.
La loi est largement édulcorée, rendue plus floue partout où elle
aurait pu représenter un éventuel caillou dans la chaussure de
l'exécutif, soucieux de procéder aux livraisons d'armes selon ses
propres appréciations, et le Parlement est mis hors-jeu. C'est à cela
que nous avons assisté cet après-midi, et cela ne fait que préfigurer
ce qui arrivera sur ce dossier, comme sur beaucoup d'autres
malheureusement, avec un exécutif de plus en plus arrogant. A
l'extérieur, il clame de plus en plus fort son souci de revalorisation
des procédures et du travail parlementaires, à mesure qu'il les
néglige et les nie dans l'enceinte même où nous sommes censés
travailler.
Sur un plan plus technique, je voudrais une nouvelle fois poser une
question qui n'a toujours pas reçu de réponse. Je ne reviens
évidemment pas sur les questions plus politiques ou plus logiques.
Je vous interrogeais sur la portée de l'article, § 1, 4°, point a) qui dit,
je cite, " (...) à condition de faire preuve d'une prudence et d'une
vigilance particulières en ce qui concerne la délivrance de licences
pour des pays où de graves violations des droits de l'homme ont été
constatées (...)." Ainsi, dans l'hypothèse où il y a une prudence et
une vigilance particulières, on pourra, contrairement à ce qui
prévalait sous le régime de 1991, délivrer des licences d'exportation.
N'est-ce pas, mesdames Laenens et Drion? Je n'ai toujours pas
obtenu de réponse à cette question et j'en fais mon deuil.
Par contre, j'ai modestement posé une question beaucoup plus
technique et simplement légistique tout à l'heure, qui n'a pas non
plus reçu de réponse. Il s'agit du champ d'application du texte
déposé par la majorité dite "arc-en-ciel" et de l'extension de ce
champ d'application au matériel relatif au maintien de l'ordre. On
passe du seul matériel à caractère militaire, à l'usage des forces
armées, au matériel à l'usage des forces de police ou de maintien de
l'ordre. Je trouve cela intéressant, positif en soi, mais cela nécessite
des précisions. En effet, au milieu de l'article 5, je lis: "Dans le
rapport visé, un chapitre distinct (...) sera consacré aux munitions et
au matériel spécialement destiné à un usage militaire". Doit-on, là
02.108
Vincent Decroly
(onafhankelijke): De houding van
de regering in dat dossier, die
gekenmerkt werd door de
herhaalde afwezigheden van de
minister en zijn weigering om zich
over de grond van de zaak uit te
spreken, is ongetwijfeld een
voorafspiegeling van de manier
waarop dat dossier zal worden
beheerd als de wet eenmaal zal
zijn aangenomen. Dank zij de
goedkeuring van een afgezwakte
en vagere wet zou de regering
eenzijdig moeten kunnen
beslissen aan wie zij wapens zal
leveren. Het is hier de
parlementaire instelling die op het
spel staat en die wordt
geconfronteerd met een
uitvoerende macht die almaar
arroganter wordt en die het
parlementaire werk negeert en
geringschat.
Ik weet dat ik geen antwoord zal
krijgen op mijn politieke vragen,
en met name op de vraag
betreffende de voorzichtigheid en
de waakzaamheid bij de uitreiking
van de uitvoerlicenties, maar toch
zou ik willen dat u antwoordt op
mijn vraag betreffende het
toepassingsgebied van de door de
zogenaamde "paars-groene"
meerderheid ingediende tekst en
de uitbreiding van dat
toepassingsgebied tot het
materieel voor de
ordehandhaving. Moeten wij uit de
tekst van artikel 5 afleiden dat het
in werkelijkheid speciaal voor
militair gebruik dan wel voor de
ordehandhaving dienstig materieel
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
74
aussi, comprendre, en fonction de l'esprit qui anime apparemment
les promoteurs de la proposition, qu'il s'agit d'un usage militaire ou de
maintien de l'ordre?
Et, in fine de l'avant-dernier paragraphe de ce même article 5, il est à
nouveau fait allusion à un matériel "spécialement destiné à un usage
militaire". Devons-nous comprendre qu'il s'agit en réalité d'un
matériel spécialement destiné à un usage militaire ou au maintien de
l'ordre? C'est une question dénuée de polémique, tout à fait
objective, textuelle et légistique. Il aurait été de bon ton qu'un des
ministres présents ou, mieux encore, un des promoteurs de la
proposition mais, à entendre la manière dont ils la défendent, je
crains qu'ils ne la connaissent pas tous apporte cette précision, afin
que, au moins au niveau des travaux parlementaires si pas dans le
dispositif même, nous ayons toute la netteté voulue sur ce petit
aspect du champ d'application de cette loi.
Dommage que l'on ne puisse pas avoir de réponse là-dessus après 4
heures de débat et plus d'une heure après que la question ait été
posée. C'est quand même un peu lamentable.
betreft? Dat is nochtans een
zuiver technische en legistieke
vraag, die geen polemisch
karakter heeft. Een antwoord van
uwentwege zou de tekst objectief
kunnen verduidelijken, wat de
helderheid van de parlementaire
werkzaamheden terzake ten
goede zou komen.
Le
président
: Je peux partager certains points de vue que Mme Brepoels ou M. Decroly viennent
d'énoncer.
Il faut quand même se dire qu'après un débat aussi long et intéressant que celui-ci j'ai encore parcouru
le rapport , il aurait été quand même plus satisfaisant que le gouvernement puisse donner des réponses
complémentaires aux questions nouvelles qui furent posées.
Le gouvernement est là, je ne critique personne, mais j'ai aussi le devoir de relever la chose au nom de
l'institution parlementaire.
Mijnheer De Crem, de regering heeft geantwoord, voor zover dit een antwoord was.
02.109
Pieter De Crem
(CD&V): Mijnheer de voorzitter, u zei?
De
voorzitter
: Ik zei dat de regering heeft geantwoord, voor zover dat een antwoord was. Duidelijker kan
ik het niet zeggen.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(2083/6)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4)
(2083/6)
Het wetsvoorstel telt 5 artikelen.
La proposition de loi compte 5 articles.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 1bis (n)
- 5: Frieda Brepoels (2083/3)
Art. 2
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
75
- 21: Vincent Decroly (2083/7)
- 22: Vincent Decroly (2083/7)
- 3: Frieda Brepoels (2083/3)
- 23: Vincent Decroly (2083/7)
- 24: Vincent Decroly (2083/7)
- 25: Vincent Decroly (2083/7)
- 27: Vincent Decroly (2083/7)
Art. 3
- 28: Vincent Decroly (2083/7)
Art. 4bis (n)
- 6: Frieda Brepoels (2083/3)
Art. 5
- 4: Frieda Brepoels (2083/3)
- 26: Vincent Decroly (2083/7)
Art. 6 (n)
- 7: Frieda Brepoels (2083/3)
De
voorzitter
: Er is geen amendement op artikel 1. Geen bezwaar, aangenomen.
Amendement nr. 5 van mevrouw Brepoels, verdedigd in de loop van haar betoog, tot invoeging van artikel
1bis
Amendement nr. 5 wordt weerhouden.
Amendement n° 21 de M. Decroly, à l'article 2.
Monsieur Decroly, je suppose que vous avez défendu vos amendements lors de votre exposé. Je vous ai
d'ailleurs laissé plus de temps de parole.
Je retiens l'amendement n° 21.
Je retiens également l'amendement n° 22.
Amendement nr. 3 van mevrouw Brepoels op artikel 2.
Het amendement wordt aangehouden. U verdedigde het immers reeds in de loop van uw betoog tijdens
de algemene bespreking.
Il y a un amendement n° 23 de M Decroly à l'article 2, évidemment concernant un autre paragraphe.
Vous avez déjà défendu cet amendement lors de votre exposé, monsieur Decroly.
Je retiens l'amendement n° 23.
Il y a un amendement n° 24 de M. Decroly, à l'article 2, également développé lors de votre exposé,
monsieur Decroly.
Je retiens l'amendement n° 24 et l'article.
Il y a un amendement n° 25 de M. Decroly, à l'article 2, tendant à modifier l'article.
Je retiens l'amendement et l'article.
Il y a un amendement n° 27 de M. Decroly à l'article 2.
Je retiens l'amendement et l'article.
- De artikelen 3 en 4 worden artikel per artikel aangenomen.
- Les articles 3 et 4 sont adoptés article par article.
Mevrouw Brepoels heeft een amendement nr. 6 ingediend tot invoeging van een artikel 4bis (nieuw). De
stemming over het amendement is aangehouden.
A l'article 5 un amendement n° 26 a été déposé par M. Decroly.
02.110
Vincent Decroly
(indépendant): Il s'agit simplement d'une
question de précision de texte. Le texte de la proposition discutée ici
parle de remplacer l'article 17. Or, vérification faite avec la loi de
02.110
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Wat de tekst van
het voorstel betreft, is er sprake
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
76
1991 d'un côté et la proposition de l'autre, je pense qu'il s'agit de
l'article 14 et non de l'article 17.
van artikel 17 van de wet van
1991 te vervangen, maar ik heb
het nagekeken en denk dat het
eerder om artikel 14 gaat.
Le
président
: Monsieur le ministre, voudriez-vous bien vérifier ce fait? En effet, l'article 17 et l'article 14,
ce n'est pas la même chose. Cela sera vérifié demain, autant que faire se peut. Je ne sais pas qui a
raison, monsieur Decroly, mais on ne peut tout de même pas voter des choses qui ne sont pas ce qu'elles
sont. Je vois ici que l'article 5 est remplacé par un nouvel article 17. Vous dites que votre amendement se
rapporte au début de l'article 14 et pas du 17. Je n'interviens pas, je constate et je lis. Je demanderai
quand même qu'on vérifie les collaborateurs d'une part, le ministre d'autre part de quoi il s'agit. Il y
avait aussi une correction de texte, monsieur Bacquelaine.
02.111
Daniel Bacquelaine
(MR): A la fin de l'article 3: on adapte
la version française sur la version néerlandaise. Il faut supprimer les
mots `'la moindre''. Il faut lire `'puisse avoir une influence sur la
manière...''.
02.111
Daniel Bacquelaine
(MR): Ik herinner u eraan dat "la
moindre influence" aan het einde
van artikel 3 door "une influence"
moet worden vervangen want de
vertaling is onjuist. De
Nederlandstalige tekst is de
correcte versie.
Le
président
: C'est donc une correction du texte français par rapport au texte néerlandais.
02.112
Vincent Decroly
(indépendant): Pourquoi n'aligne-t-on pas
le texte néerlandais sur le français?
02.113
Daniel Bacquelaine
(MR): On n'aligne pas le texte parce
que l'amendement a été déposé originellement en néerlandais par M.
Van der Maelen et que c'est la traduction du français qui est fautive.
Le
président
: M. le rapporteur a dit dans son rapport, monsieur Decroly, qu'il y avait une erreur en
français par rapport au texte original en néerlandais de l'amendement accepté. C'est bien cela, monsieur
Bacquelaine? Donc, c'est une correction de texte puisque c'est l'amendement néerlandophone qui a été
accepté et qui malheureusement semble avoir été traduit de manière quelque peu hasardeuse. Il reste la
vérification de l'article 5, est-ce le 17 ou le 14 de la même loi? Il vaut mieux savoir de quoi il s'agit.
02.114
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, je ne
comprends pas cette correction du travail parlementaire. J'ai étudié
ce texte sur base de ce qui est à droite, à la page 5 du texte tel
qu'adopté. Il est vrai que je n'ai pas été jusqu'à lire la compatibilité de
chaque terme avec la version néerlandaise, mais la correction
proposée par le rapporteur comporte quelque chose d'assez
significatif sur le plan politique, ce n'est pas purement technique.
"Ne pas avoir d'influence" ou "ne pas avoir la moindre influence",
c'est différent. J'ai travaillé et étudié le texte et je n'ai donc pas
amendé ce texte en fonction du libellé francophone; or, maintenant
vous le changez au milieu du gué. Je demande alors la possibilité
d'introduire un amendement à la version néerlandophone, pour y
insérer "la moindre". Ce n'est pas un problème technique ou une
faute de frappe.
02.114
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Ik stel eerder
voor de Nederlandstalige tekst in
overeenstemming te brengen met
de Franstalige versie, die me
geschikter lijkt.
Le
président
: Vous n'aviez pas d'amendement sur l'article 3.
02.115
Vincent Decroly
(indépendant): Forcément qu'il n'y en avait
pas puisque j'ai lu la version française.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
77
Le
président
: Monsieur Decroly, j'ignore si vous étiez là au début du débat mais à ce moment, M.
Bacquelaine, en tant que rapporteur, a tout de suite signalé la chose à la tribune.
02.116
Daniel Bacquelaine
(MR): C'est une correction technique
dans le sens où il y a une incompatibilité entre les deux versions. Or,
la version néerlandaise est celle dans laquelle l'amendement a été
initialement déposé.
02.116
Daniel Bacquelaine
(MR): De vertaling is foutief. De
tekst is namelijk gebaseerd op het
amendement van de heer Van der
Maelen, een Nederlandstalig
kamerlid. De Nederlandstalige
tekst moet dus als referentie
gelden.
Le
président
: Et voté.
02.117
Daniel Bacquelaine
(MR): Il était traduit à ce moment-là. Il
était déposé dans la version néerlandaise, c'est d'ailleurs à ce
moment-là que je l'ai signé. Tous les signataires se sont basés sur la
version néerlandaise. Et dans le texte, il y a une différence entre les
deux versions, je propose donc...
02.118
Vincent Decroly
(indépendant): Je ne l'ai pas signé et je ne
suis donc pas tenu par cet amendement. J'ai étudié le texte en
fonction d'une colonne en français qui parle "de la moindre influence"
et maintenant, sous prétexte d'un problème technique de traduction,
on allège les choses ou on les érode singulièrement au sein-même
d'un article ou d'un paragraphe qui lui-même comprend tout et son
contraire sur cinq lignes. Franchement, vous y allez fort du point de
vue de la procédure.
Je demande le droit de déposer un amendement qui rétablit "la
moindre influence". Parce que c'est encore un peu plus éroder le
contenu contraignant éventuel de cet article que de procéder à cette
modification dite technique. Cela ne signifie pas la même chose de
dire "la moindre influence" ou "aucune influence". Pour moi, ce n'est
pas un problème technique, contrairement à ce que vous dites. Si
j'avais signé votre amendement, je serais d'accord avec vous mais je
ne l'ai pas signé et je ne suis donc pas tenu par ce que vous avez
concocté rapidement.
Le
président
: Monsieur Decroly, je regarde encore le texte ici et dans le rapport, à la page 17,
"l'amendement n° 8 de MM. Van der Maelen et consorts à l'article 3 est adopté par huit voix contre
quatre". Je vais essayer de trouver rapidement l'amendement n°8 pour me rendre compte de ce que je
viens de vous dire. Il est dans le document page 7. Voilà, je lis l'amendement de M. Van der Maelen et il
est mal traduit en français.
Paragraaf 3 aanvullen: Waar dat passend is, mag rekening worden gehouden met het effect op de
economische, sociale en commerciële belangen van België, zonder dat deze factoren van invloed mogen
zijn op de toepassing van de in artikel 4 bepaalde criteria.
La traduction de cet amendement dit autre chose. Je lis: "Sans toutefois que ce facteur puisse avoir la
moindre influence sur la matière".
M. Bacquelaine a signalé, dès le début, j'ai suivi le débat pratiquement entièrement- que la version
française était une mauvaise traduction de l'amendement original qui a été traité et voté par 8 voix contre
3. Je comprends votre réaction, monsieur Decroly. Vous n'avez lu que le texte français, qui ne vous a pas
inspiré d'amendement. Mais M. Bacquelaine avait raison.
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
78
02.119
Vincent Decroly
(indépendant): Monsieur le président, j'ai lu
le texte français, bien entendu. Si je comprends bien, dans la
nouvelle procédure qui est en train de s'instituer en vertu de ce
précédent, tout parlementaire est tenu, non seulement à une lecture
attentive de l'ensemble de la version française des documents
parlementaires, rapports et textes tels qu'adoptés, mais aussi de la
version néerlandaise. De plus, il est tenu de procéder à ce
"screening" dans l'optique d'éventuelles divergences entre les
versions française et néerlandaise. S'il ne le fait pas, il ne peut pas
déposer d'amendements!
02.119
Vincent Decroly
(onafhankelijke): Elk parlementslid
moet dus tegelijkertijd de Franse
en de Nederlandse versie lezen!
Le
président
: Monsieur Decroly, si vous voulez déposer un amendement sur l'article ainsi textuellement
corrigé, vous avez le droit de le faire. Je le prendrai en considération. Peut-être souhaitez-vous
réintroduire les mots "sans la moindre"? Je répète que je prendrai votre amendement en considération. Je
le numéroterai et je le réserverai pour le vote de demain. Mais il s'agit d'une correction de texte qui a été
clairement annoncée par le rapporteur lors de la présentation de son rapport.
Ik zal nog op artikel 3, waarover wij bezig zijn, amendementen van de heer Decroly aanhouden voor
morgen.
De stemming over de amendementen en artikelen wordt aangehouden,
Le vote sur les amendements et les articles est réservé,
De artikelen 1 en 4 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 4 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Ik zal de namiddagvergadering sluiten. Over een half uur begin ik met de avondvergadering. We zullen
beginnen met het ontwerp over de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State. De heer
Smets is verslaggever. Gaat dat nog, mijnheer Smets? De heer Coveliers heeft zich in de algemene
bespreking ingeschreven, maar welke minister verdedigt het ontwerp?
De heer Duquesne?
Le ministre Duquesne sera également présent pour l'examen de la proposition de loi relative aux
médiateurs fédéraux.
Het wetsontwerp tot hervorming van de adoptie is voor morgen.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 19.04 uur. Volgende vergadering om 19.30 uur.
La séance est levée à 19.04 heures. Prochaine séance à 19.30 heures.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
79
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
WOENSDAG 15 JANUARI 2003
MERCREDI 15 JANVIER 2003
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
Beslissingen
Décisions
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet
van 6 april 1995 houdende inrichting van de
parlementaire overlegcommissie bedoeld in
artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State, deel
ik u mee dat de parlementaire overlegcommissie in
haar vergadering van 14 januari 2003 volgende
beslissingen heeft genomen:
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995 organisant la commission
parlementaire de concertation prévue à l'article 82
de la Constitution et modifiant les lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat, je vous communique que la
commission parlementaire de concertation a pris
les décisions suivantes en sa réunion du
14 janvier 2003:
- overeenkomstig artikel 12, § 2, van de vermelde
wet en met toepassing van artikel 80 van de
Grondwet, heeft de commissie de termijnen
bepaald waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over de volgende wetsontwerpen,
waarvoor de regering de spoedbehandeling heeft
gevraagd:
- conformément à l'article 12, § 2, de la loi précitée
et en application de l'article 80 de la Constitution, la
commission a déterminé les délais dans lesquels le
Sénat aura à se prononcer sur les projets de loi
suivants, pour lesquels le gouvernement a
demandé l'urgence:
a) voor het wetsontwerp tot wijziging van de wet
van 21 december 1998 betreffende de
productnormen ter bevordering van duurzame
productie- en consumptiepatronen en ter
bescherming van het leefmilieu en de
volksgezondheid (nr. 2141/1 2002/2003): de
commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast
te stellen;
a) pour le projet de loi modifiant la loi du
21 décembre 1998 relative aux normes de produits
ayant pour but la promotion de modes de
production et de consommation durable et la
protection de l'environnement et de la santé
(doc. n° 2141/1 2002/2003): la commission a
décidé de fixer le délai d'évocation à 5 jours et le
délai d'examen à 30 jours;
b) voor het wetsontwerp betreffende de
handelsvestigingen (nr. 2172/1 2002/2003): de
commissie heeft beslist dat het ontwerp moet
worden gesplitst. De artikelen 16, § 2, vierde lid, 18
en 19 van het ontwerp zullen worden
ondergebracht in een verplicht bicameraal ontwerp
(art. 77 van de Grondwet), de andere artikelen in
een optioneel bicameraal ontwerp (art. 78 van de
Grondwet). Voor het optioneeel bicamerale ontwerp
wordt de evocatietermijn vastgesteld op 5 dagen en
de onderzoekstermijn op 30 dagen;
b) pour le projet de loi relatif aux implantations
commerciales (n° 2172/1 2002/2003): la
commission a décidé que le projet doit être scindé.
Les articles 16, § 2, alinéa 4, 18 et 19 du projet
seront repris dans un projet relevant de la
procédure bicamérale obligatoire (art. 77 de la
Constitution), les autres articles dans un projet
relevant de la procédure bicamérale optionnelle
(art. 78 de la Constitution). Pour le projet relevant
de la procédure bicamérale optionnelle le délai
d'évocation a été fixé à 5 jours et le délai d'examen
à 30 jours;
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
80
c) voor het wetsontwerp tot wijziging van de wet
van 12 april 1965 betreffende het vervoer van
gasachtige producten en andere door middel van
leidingen, van de wet van 8 augustus 1980
betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980
en van de wet van 29 april 1999 betreffende de
organisatie van de elektriciteitsmarkt (nr. 2208/1
2002/2003): de commissie heeft beslist de
evocatietermijn op 5 dagen en de
onderzoekstermijn op 30 dagen vast te stellen;
c) pour le projet de loi portant modification de la loi
du 12 avril 1965 relative au transport de produits
gazeux et autres par canalisations, de la loi du
8 août 1980 relative aux propositions
budgétaires 1979-1980 et de la loi du 29 avril 1999
relative à l'organisation du marché de l'électricité
(n° 2208/1 2002/2003): la commission a décidé
de fixer le délai d'évocation à 5 jours et le délai
d'examen à 30 jours;
- overeenkomstig de artikelen 2, 2°, en 12, § 1, van
de vermelde wet en met toepassing van artikel 82
van de Grondwet, heeft de commissie de termijn
verlengd waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over het wetsontwerp houdende regeling
van de autopsie na het onverwachte en om
medisch onverklaarbare redenen overlijden van
een kind van minder dan achttien maanden
(nrs 1550/1 tot 11 2001/2002): de commissie
heeft beslist de onderzoekstermijn met 15 dagen te
verlengen;
- conformément aux articles 2, 2°, et 12, § 1
er
, de la
loi précitée et en application de l'article 82 de la
Constitution, la commission a prolongé le délai
dans lequel le Sénat aura à se prononcer sur le
projet de loi réglementant la pratique de l'autopsie
après le décès inopiné et médicalement inexpliqué
d'une enfant de moins de dix-huit mois (n
os
1550/1
à 11 2001/2002): la commission a décidé de
prolonger le délai d'examen de 15 jours;
- wetsontwerp houdende oprichting van een
Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de
Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake
het waardevast beheer van in beslag genomen
goederen en de uitvoering van bepaalde
vermogenssancties (nrs 2117/1 en 2 2002/2003):
de commissie heeft beslist dat de artikelen 15, 27,
28, 31 et 32 moeten uit het verplicht bicamerale
ontwerp (art. 77 van de Grondwet) worden gelicht
en ondergebracht in een optioneel bicameraal
ontwerp (art. 78 van de Grondwet).
- projet de loi portant création d'un Organe Central
pour la Saisie et la Confiscation et portant des
dispositions sur la gestion à valeur constante des
biens saisis et sur l'exécution de certaines
sanctions patrimoniales (n
os
2117/1 et 2
2002/2003): la commission a décidé que les
articles 15, 27, 28, 31 et 32 doivent être retirés du
projet relevant de la procédure bicamérale
obligatoire (art. 77 de la Constitution) et repris dans
un projet relevant de la procédure bicamérale
optionnelle (art. 78 de la Constitution).
Ter kennisgeving
Pour information
INTERPELLATIEVERZOEKEN
DEMANDES D'INTERPELLATION
Ingekomen
Demandes
1. mevrouw Magda De Meyer tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "bijkomende
consumentenbescherming met betrekking tot
borstimplantaten".
1. Mme Magda De Meyer au ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "une meilleure
protection du consommateur en ce qui concerne
les implants mammaires".
(nr. 1528 verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
(n° 1528 renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
2. mevrouw Leen Laenens tot de eerste minister en
tot de minister van Economie en Wetenschappelijk
onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid over
"de problematiek van de wateroverlast".
2. Mme Leen Laenens au premier ministre et au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "la problématique des inondations".
(nr. 1529 verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturelle Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
(n° 1529 renvoi à la commission de l'Economie,
de la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
81
3. de heer Pieter De Crem tot de eerste minister
over "de aanwezigheid van Amerikaanse militairen
op het grondgebied van België en de houding van
de regering hieromtrent".
3. M. Pieter De Crem au premier ministre sur "la
présence de militaires américains sur le territoire
belge et la position du gouvernement à ce sujet".
(nr. 1530
verzonden naar de plenaire
vergadering)
(n° 1530 renvoi en séance plénière)
4. mevrouw Els Van Weert tot de eerste minister
over "het militair VS-transport vanuit België naar de
Golf en de precieze verplichtingen in het raam van
de NAVO-afspraken".
4. Mme Els Van Weert au premier ministre sur "le
transport depuis la Belgique de troupes et de
matériel militaire américains à destination du Golfe
et la nature exacte des obligations de notre pays
dans le cadre des accords au sein de l'OTAN".
(nr. 1531 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
(n° 1531 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
5. de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de houding van België inzake de oorlogsdreiging
in Irak".
5. M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la position de
la Belgique par rapport aux menaces de guerre en
Irak".
(nr. 1532 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
(n° 1532 renvoi à la commission des Relations
extérieures)
6. de heer Bart Laeremans tot de eerste minister
over "het lot van het luchthavenakkoord".
6. M. Bart Laeremans au premier ministre sur "le
sort de l'accord relatif à la concentration des vols
au-dessus de la périphérie nord de Bruxelles".
(nr. 1533 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1533 renvoi en commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
7. de heer Arnold Van Aperen tot de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid over "de verkoop en
opslag van vuurwerk".
7. M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes sur "la vente et
l'entreposage de matériel pyrotechnique".
(nr. 1534 - verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturelle Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
(n° 1534 - renvoi à la commission de l'Economie,
de la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
8. de heer Danny Pieters tot de eerste minister
over "het Brussels taalhoffelijkheidsakkoord".
8 M. Danny Pieters au premier ministre sur
"l'accord de courtoisie linguistique à Bruxelles".
(nr. 1535 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1535 renvoi à la commission de l'Intérieur,
des Affaires générales et de la Fonction publique)
9. mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "het luchthavenakkoord".
9. Mme Simonne Creyf au premier ministre sur
"l'accord relatif à la concentration des vols au-
dessus de la périphérie nord de Bruxelles".
(nr. 1536 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1536 renvoi en commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
10. de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de dienstreis van de
minister van Landsverdediging naar Congo".
10. M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
nationale sur "le déplacement officiel du ministre
de la Défense nationale au Congo".
(nr. 1537 omgewerkt in mondelinge vraag)
(n° 1537 transformée en question orale)
11. de heer Patrick Moriau tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"een mogelijke Amerikaanse militaire interventie in
Irak".
11. M. Patrick Moriau au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "une possible
intervention militaire américaine en Irak".
(nr. 1538 verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
(n° 1538 renvoi en commission des Relations
extérieures)
12. mevrouw Frieda Brepoels tot de eerste minister
over "het luchthavenakkoord".
12. Mme Frieda Brepoels au premier ministre sur
"l'accord relatif à la concentration des vols au-
dessus de la périphérie nord de Bruxelles".
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
82
(nr. 1539 verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 1539 renvoi à la commission de l'Intérieur,
des Affaires générales et de la Fonction publique)
13. de heer Pieter De Crem tot de eerste minister
over "de houding van de regering ten aanzien van
de oorlogsdreiging in Irak".
13. M. Pieter De Crem au premier ministre sur
"l'attitude du gouvernement en ce qui concerne les
menaces de guerre en Irak".
(nr. 1540
verzonden naar de plenaire
vergadering)
(n° 1540 renvoi en séance plénière)
14. de heer Francis Van den Eynde tot de eerste
minister over "de oorlogsdreiging in Irak".
14. M. Francis Van den Eynde au premier ministre
sur "les menaces de guerre en Irak".
(nr. 1541
verzonden naar de plenaire
vergadering)
(n° 1541 renvoi en séance plénière)
15. mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "de afhandeling van de schade bij de recente
overstromingen en het wetsontwerp op de
natuurrampenverzekering".
15. Mme Simonne Creyf au premier ministre sur "le
traitement des sinistres consécutifs aux récentes
inondations et le projet de loi relatif à l'assurance
contre les catastrophes naturelles".
(nr. 1542 - verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
(n° 1542 - renvoi à la commission de l'Economie,
de la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
16. de heer Karel Van Hoorebeke tot de eerste
minister over "de doorvoer via de Antwerpse haven
van Amerikaans legermateriaal".
16. M. Karel Van Hoorebeke au premier ministre
sur "le transit de matériel militaire américain par le
port d'Anvers".
(nr. 1543
verzonden naar de plenaire
vergadering)
(n° 1543 renvoi en séance plénière)
17. de heer Jacques Lefevre tot de eerste minister
over "de situatie in Irak".
17. M. Jacques Lefevre au premier ministre sur "la
situation en Irak".
(nr. 1544
verzonden naar de plenaire
vergadering)
(n° 1544 renvoi en séance plénière)
VOORSTELLEN
PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
1. Wetsvoorstel (de heren Bert Schoofs en Bart
Laeremans) tot wijziging van de Pachtwet wat
betreft het vorderingsrecht van de pachter in geval
van verkoop van het goed aan een openbaar
bestuur of een publiekrechtelijk persoon
(nr. 2217/1).
1. Proposition de loi (MM. Bert Schoofs et Bart
Laeremans) modifiant la loi sur les baux à ferme en
ce qui concerne le droit d'action du preneur en cas
de vente du bien à une administration publique ou
à une personne juridique de droit public
(n° 2217/1).
2. Wetsvoorstel (de heren Bert Schoofs en Bart
Laeremans) tot wijziging van de wet van
14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de
voorlichting en de bescherming van de consument
wat betreft de bescherming van de consument
tegen overdreven ontbindingsbedingen
(nr. 2218/1).
2. Proposition de loi (MM. Bert Schoofs et Bart
Laeremans) modifiant la loi du 14 juillet 1991 sur
les pratiques du commerce et sur l'information et la
protection du consommateur en ce qui concerne la
protection du consommateur contre les clauses
résolutoires exorbitantes (n° 2218/1).
3. Voorstel van resolutie (mevrouw Els Van Weert
en de heer Karel Van Hoorebeke) betreffende het
verbieden van opsluiting van minderjarigen in
gesloten centra (nr. 2219/1).
3. Proposition de résolution (Mme Els Van Weert et
M. Karel Van Hoorebeke) relative à l'interdiction de
la détention de mineurs dans des centres fermés
(n° 2219/1).
4. Wetsvoorstel (de dames Kristien Grauwels,
Fauzaya Talhaoui, Marie-Thérèse Coenen en
Claudine Drion) tot wijziging van het Strafwetboek
en het Wetboek van Strafvordering wat betreft de
regeling inzake partnergeweld (nr. 2221/1).
4. Proposition de loi (Mmes Kristien Grauwels,
Fauzaya Talhaoui, Marie-Thérèse Coenen et
Claudine Drion) modifiant le Code pénal et le Code
d'instruction criminelle en ce qui concerne les
règles relatives la violence entre partenaires
(n° 2221/1).
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
83
5. Wetsvoorstel (de heer Jean-Jacques Viseur c.s.)
tot instelling van een woontoeslag op het leefloon,
(nr. 2223/1).
5.Proposition de loi (M. Jean-Jacques Viseur et
consorts) visant à instaurer un complément
logement au revenu d'intégration (n° 2223/1).
Verzoek om advies van de Raad van State
Demande d'avis au Conseil d'Etat
Bij brief van 24 december 2002 heeft de voorzitter
van de Kamer het advies van de Raad van State
gevraagd over het wetsontwerp houdende
instemming met het Financieel Protocol van
4 oktober 2002 bij het Samenwerkingsakkoord van
5 april 1995 tussen de federale Staat, het Vlaams
Gewest, het Waals Gewest en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest inzake het internationaal
milieubeleid (nr. 2177/1 2002/2003).
Par lettre du 24 décembre 2002, le président de la
Chambre a demandé l'avis du Conseil d'Etat sur le
projet de loi portant assentiment au Protocole
financier du 4 octobre 2002 à l'Accord de
coopération du 5 avril 1995 entre l'Etat fédéral, la
Région flamande, la Région wallonne et la Région
de Bruxelles-Capitale relatif à la politique
internationale de l'environnement (n° 2177/1
2002/2003).
Ter kennisgeving
Pour information
MEDEDELINGEN
COMMUNICATIONS
SENAAT
SENAT
Overgezonden wetsontwerpen
Projets de loi transmis
Bij brief van 10 januari 2003, zendt de Senaat, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geëvoceerde wetsontwerp over houdende diverse
bepalingen met betrekking tot de veralgemening van
de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling
(nr. 2109/3).
Par message du 10 janvier 2003, le Sénat
transmet, en vue de la sanction royale, le projet de
loi portant des dispositions diverses relatives à la
généralisation de la déclaration immédiate de l'emploi,
le Sénat ne l'ayant pas évoqué (n° 2109/3).
Ter kennisgeving
Pour information
Bij brief van 9 januari 2003, zendt de Senaat, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geamendeerde wetsontwerp over tot toewijzing van
de gezinswoning aan de echtgenoot of aan de
wettelijk samenwonende die het slachtoffer is van
fysieke gewelddaden vanwege zijn partner en tot
aanvulling van artikel 410 van het Strafwetboek
(nr. 1693/8).
Par message du 9 janvier 2003, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, le projet de loi visant
à l'attribution du logement familial au conjoint ou au
cohabitant légal victime d'actes de violence physique
de son partenaire, et complétant l'article 410 du Code
pénal, le Sénat ne l'ayant pas amendé (n° 1693/8).
Ter kennisgeving
Pour information
Geamendeerde wetsontwerpen
Projets de loi amendés
Bij brieven van 9 januari 2003 zendt de Senaat,
zoals hij ze in vergadering van die datum heeft
geamendeerd, de volgende wetsontwerpen terug:
Par messages du 9 janvier 2003, le Sénat renvoie
tel qu'il les a amendés en séance de cette date,
les projets de loi suivants:
- wetsontwerp houdende de samenstelling en werking
van de commissie voor financiële hulp aan
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden (nr. 625/8);
- projet de loi portant composition et fonctionnement
de la commission pour l'aide financière aux victimes
d'actes intentionnels de violence (n° 625/8);
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
- wetsontwerp houdende de voorwaarden waaronder
de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers
van opzettelijke gewelddaden een hulp kan toekennen
(nr. 626/8);
- projet de loi portant les conditions auxquelles la
commission pour l'aide financière aux victimes d'actes
intentionnels de violence peut octroyer une aide
(n° 626/8);
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
- wetsontwerp tot wijziging van de wet van
21 december 1998 betreffende de veiligheid bij
voetbalwedstrijden (nr. 1729/10).
- projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998
relative à la sécurité lors des matches de football
(n° 1729/10).
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
84
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Evocatie
Evocation
Bij brieven van 9 januari 2003 deelt de Senaat mij
mede dat op 9 januari 2003, met toepassing van
artikel 78 van de Grondwet, tot evocatie is
overgegaan van de volgende wetsontwerpen:
Par messages du 9 janvier 2003, le Sénat
m'informe de la mise en oeuvre, en application de
l'article 78 de la Constitution, le 9 janvier 2003, de
l'évocation des projets de loi suivants:
- wetsontwerp tot bekrachtiging van diverse
koninklijke besluiten genomen met toepassing van de
artikelen 38 en 39 van de wet van 26 juli 1996 tot
modernisering van de sociale zekerheid en tot
vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke
pensioenstelsels (nr. 2115/5);
- projet de loi portant confirmation de divers arrêtés
royaux pris en application des articles 38 et 39 de la
loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la
sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes
légaux des pensions (n° 2115/5);
- wetsontwerp betreffende de modernisering van het
beheer van de sociale zekerheid (nr. 2116/5).
- projet de loi concernant la modernisation de la
gestion de la sécurité sociale (n° 2116/5).
Ter kennisgeving
Pour information
REGERING
GOUVERNEMENT
Ingediende wetsontwerpen
Dépôt de projets de loi
De regering heeft volgende wetsontwerpen
ingediend:
Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:
1. Wetsontwerp tot wijziging van het koninklijk
besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende
de uitoefening van de gezondheidsberoepen met
het oog op de regeling van de uitoefening van de
klinische psychologie, klinische seksuologie en
klinische orthopedagogiek (nr. 2222/1);
1. Projet de loi modifiant l'arrêté royal n° 78 du
10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions
des soins de santé en vue de la réglementation de
l'exercice de la psychologie clinique, de la sexologie
clinique et de l'orthopédagogie clinique (n° 2222/1);
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)
(matière visée à l'article 78 de la Constitution)
Verzonden naar de commissie
voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing
Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société
2. Wetsontwerp tot wijziging van het koninklijk besluit
nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de
uitoefening van de gezondheidszorgberoepen met het
oog op de regeling van de uitoefening van de
psychotherapie (nr. 2224/1);
2. Projet de loi modifiant l'arrêté royal n° 78 du
10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions
des soins de santé en vue de la réglementation de
l'exercice de la psychotherapie (n° 2224/1);
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)
(matière visée à l'article 78 de la Constitution)
Verzonden naar
de commissie
voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing
Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société
3. Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
16 mei 1960 betreffende 's Lands roerend cultureel
patrimonium en van de wet van 18 april 1965 tot
instelling van het wettelijk depot bij de Koninklijke
Bibliotheek van België (nr. 2225/1);
3. Projet de loi modifiant la loi du 16 mai 1960 relative
au patrimoine culturel mobilier de la Nation et la loi du
8 avril 1965 instituant le dépôt légal à la Bibliothèque
royale de Belgique (n° 2225/1);
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)
(matière visée à l'article 78 de la Constitution)
Verzonden naar de commissie
voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele
instellingen, de Middenstand en de Landbouw
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
85
4. Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister
van de natuurlijke personen en van de wet van
19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en
de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van
8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister
van de natuurlijke personen (nr. 2226/1);
4. Projet de loi modifiant la loi du 8 août 1983
organisant un Registre national des personnes
physiques et la loi du 19 juillet 1991 relative aux
registres de la population et aux cartes d'identité et
modifiant la loi du 8 août 1983 organisant un
Registre national des personnes physiques
(n° 2226/1);
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet)
(matière visée à l'article 78 de la Constitution)
De spoedbehandeling werd door de Regering
gevraagd bij toepassing van artikel 80 van de
Grondwet.
L'urgence a été demandée par le Gouvernement
conformément à l'article 80 de la Constitution.
Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Algemene uitgavenbegroting 2002
Budget général des dépenses 2002
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over:
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet:
- bij brief van 10 januari 2003: een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2002 betreffende het departement
van Middenstand en Landbouw;
- par lettre du 10 janvier 2003: un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
département des Classes moyennes et de
l'Agriculture pour l'année budgétaire 2002.
- bij brief van 10 januari 2003: een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2002 betreffende het departement
van Economische Zaken.
- par lettre du 10 janvier 2003: un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
département des Affaires économiques pour
l'année budgétaire 2002.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Klacht tegen de voorzitter van de Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Plainte contre le président de la Commission de la
protection de la vie privée
Bij brief van 6 januari 2003 meldt de minister van
Justitie dat de vennootschap onder firma
Checkpoint een klacht heeft neergelegd tegen de
heer Paul Thomas, voorzitter van de Commissie
ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Par lettre du 6 janvier 2003, le ministre de la
Justice annonce que la société en nom collectif
Checkpoint a déposé une plaine contre M. Paul
Thomas, président de la Commission de la
protection de la vie privée.
Overeenkomstig de artikelen 23 en 24 van de wet
van 8 december 1992 tot bescherming van de
persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de
verwerking van persoonsgegevens wordt deze
klacht behandeld door de Senaat.
Conformément aux articles 23 et 24 de la loi du
8 décembre 1992 relative à la protection des
données à caractère personnel, cette plainte sera
traitée par le Sénat.
Ter kennisgeving
Pour information
ARBITRAGEHOF
COUR D'ARBITRAGE
Arrest
Arrêt
15/01/2003
CRIV 50
PLEN 311
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
86
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft
de griffier van het Arbitragehof kennis van het
arrest nr. 1/2003 uitgesproken op 8 januari 2003
over het beroep tot gehele of gedeeltelijke
vernietiging van de artikelen 2, zevende lid, 4, 10
tot 12, 18, 20 en 29, 1, 2 en 5, van het decreet van
de Franse Gemeenschap van 12 december 2000
tot vastlegging van de initiële opleiding van
onderwijzers en regenten, ingesteld door de VZW
Blaise Pascal "Haute école catholique du
Luxembourg" en anderen.
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie l'arrêt n° 1/2003 rendu le
8 janvier 2003 concernant le recours en annulation
totale ou partielle des articles 2, alinéa 7, 4, 10 à
12, 18, 20 et 29, 1, 2 et 5, du décret de la
Communauté française du 12 décembre 2000
définissant la formation initiale des instituteurs et
des régents, introduit par l'ASBL Blaise Pascal
Haute école catholique du Luxembourg et autres.
(rolnummer: 2226)
(n° du rôle: 2226)
Ter kennisgeving
Pour information
Beroepen tot vernietiging
Recours en annulation
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft
de griffier van het Arbitragehof kennis van de
beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging
van de wet van 26 april 2002 houdende de
essentiële elementen van het statuut van de
personeelsleden van de politiediensten en
houdende diverse andere bepalingen met
betrekking tot de politiediensten, ingesteld door J.-
Y. Stevens en anderen door de VZW Syndicaat
van de Belgische politie en anderen; de
beschikking tot samenvoeging van deze zaken.
En application de l'article 76 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie les recours en annulation
totale ou partielle de la loi du 26 avril 2002 relative
aux éléments essentiels du statut des membres du
personnel des services de police et portant
diverses autres dispositions relatives aux services
de police, introduits par J.-Y. Stevens et autres et
par l'ASBL Syndicat de la police belge et autres;
l'ordonnance de jonction de ces affaires.
(rolnummers: 2542 en 2546)
(n
os
du rôle: 2542 et 2546)
Ter kennisgeving
Pour information
Prejudiciële vraag
Question préjudicielle
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft
de griffier van het Arbitragehof kennis van de
prejudiciële vraag over artikel 25 van de wet van
19 juli 1930 tot oprichting van de Regie van
Telegraaf en Telefoon, gesteld door de rechtbank
van eerste aanleg te Brussel bij vonnis van
17 oktober 2002 inzake de gemeente Schaarbeek
tegen de Belgische Staat, de NV Belgacom, de
vennootschap "Dollar Land Nord Limited" en de
vennootschap "Förvaltnings AB Asterope".
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie la question préjudicielle
relative à l'article 25 de la loi du 19 juillet 1930
créant la Régie des télégraphes et des téléphones,
posée par le tribunal de première instance de
Bruxelles par jugement du 17 octobre 2002 en
cause de la commune de Schaerbeek contre l'Etat
belge, la SA Belgacom, la société "Dollar Land
Nord Limited" et la SA "Förvaltnings AB Asterope".
(rolnummer: 2550)
(n° du rôle: 2550)
Ter kennisgeving
Pour information
REKENHOF
COUR DES COMPTES
Budgettaire aanrekeningen
Imputations budgétaires
Bij brief van 9 januari 2003 zendt de eerste
voorzitter van het Rekenhof de lijst over van de
budgettaire aanrekeningen die in de loop van het
vierde kwartaal 2002 op de begroting van het
Rekenhof zijn uitgevoerd voor het jaar 2002.
Par lettre du 9 janvier 2003, le premier président de
la Cour des comptes transmet le relevé des
imputations budgétaires réalisées au cours du
quatrième trimestre 2002 sur le budget de la Cour
des comptes pour l'année 2002.
CRIV 50
PLEN 311
15/01/2003
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
87
Ingediend ter griffie en verzonden naar de
commissie voor de Comptabiliteit
Dépôt au greffe et renvoi à la commission de la
Comptabilité