CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 143
CRIV 51 PLEN 143
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
02-06-2005
02-06-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
Délégation étrangère
1
Buitenlandse delegatie
1
QUESTIONS
1
VRAGEN
1
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Guido Tastenhoye au premier ministre sur "la
situation européenne après le référendum
néerlandais" (n° P893)
1
- de heer Guido Tastenhoye aan de eerste
minister over "de Europese toestand na het
Nederlandse referendum" (nr. P893)
1
- M. Patrick Cocriamont au premier ministre sur
"le rejet par la France et les Pays-Bas de la
Constitution pour l'Europe" (n° P894)
1
- de heer Patrick Cocriamont aan de eerste
minister over "het Franse en Nederlandse "neen"
aan de Europese Grondwet" (nr. P894)
1
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Guido Tastenhoye,
Patrick Cocriamont, Marie Nagy, Guy
Verhofstadt
, premier ministre
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Guido Tastenhoye,
Patrick Cocriamont, Marie Nagy, Guy
Verhofstadt
, eerste minister
Question de Mme Marie Nagy au premier ministre
sur "la participation des citoyens au débat sur
l'Europe" (n° P895)
7
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de eerste
minister over "de deelname van de burgers aan
het debat over Europa" (nr. P895)
7
Orateurs: Marie Nagy, Guy Verhofstadt,
premier ministre
Sprekers: Marie Nagy, Guy Verhofstadt,
eerste minister
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'envoi des
formulaires de déclaration" (n° P896)
9
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
verzending van de aangifteformulieren" (nr. P896)
9
Orateurs: Carl Devlies, Gerolf Annemans,
président du groupe Vlaams Belang, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Gerolf Annemans,
voorzitter van de Vlaams Belang-fractie,
Didier Reynders
, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de M. Claude Marinower au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les graves
manquements en matière de sécurité lors de la
finale de la coupe Germinal Beerschot-Club
Brugge" (n° P897)
11
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de ernstige
veiligheidstekortkomingen tijdens de bekerfinale
Germinal Beerschot-Club Brugge" (nr. P897)
11
Orateurs:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
financement des prochaines élections
communales" (n° P898)
14
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiering van de komende
gemeenteraadsverkiezingen" (nr. P898)
14
Orateurs: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
15
Samengevoegde vragen van
15
- M. Koen T'Sijen au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le tarif social en matière
d'électricité" (n° P900)
15
- de heer Koen T'Sijen aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het sociale
elektriciteitstarief" (nr. P900)
15
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le tarif social en matière
d'électricité" (n° P901)
15
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het sociale
elektriciteitstarief" (nr. P901)
15
Orateurs: Koen T'Sijen, Simonne Creyf,
Marc Verwilghen
, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Sprekers: Koen T'Sijen, Simonne Creyf,
Marc Verwilghen
, minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le contrôle du
retour économique de la commande d'avions de
transport militaires par l'OCCAR" (n° P902)
19
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de controle op de
economische return van de bestelling van militaire
transportvliegtuigen door OCCAR" (nr. P902)
19
Orateurs: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. François Bellot au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique et au ministre de la
Mobilité sur "les accidents impliquant des
véhicules non assurés" (n° P903)
20
Vraag van de heer François Bellot aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid en aan de minister van
Mobiliteit over "ongevallen met onverzekerde
voertuigen" (nr. P903)
20
Orateurs: François Bellot, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: François Bellot, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Denis Ducarme au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'interdiction de fumer dans les restaurants"
(n° P904)
22
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het rookverbod in restaurants" (nr. P904)
22
Orateurs: Denis Ducarme, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers:
Denis Ducarme, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "la création d'un réseau
de provocateurs pour lutter contre une
discrimination présumée" (n° P905)
24
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de oprichting van een netwerk van
provocateurs tot bestrijding van zogenaamde
discriminatie" (nr. P905)
24
Orateurs: Francis Van den Eynde, Christian
Dupont
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Francis Van den Eynde, Christian
Dupont
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Benoît Drèze au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "le bonus à l'emploi" (n° P906)
25
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de werkbonus" (nr. P906)
25
Orateurs: Benoît Drèze, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Benoît Drèze, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Agenda
28
Agenda
28
PROJETS ET PROPOSITIONS
28
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
28
Projet de loi modifiant le Code des impôts sur les
revenus 1992 et le Code des taxes assimilées au
timbre en matière d'assistance mutuelle des
autorités compétentes des Etats membres dans le
domaine des impôts directs et des taxes sur les
primes d'assurance (1735/1-4)
28
Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 en van het
Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen
inzake de wederzijdse bijstand van de bevoegde
autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de
directe belastingen en heffingen op
verzekeringspremies (1735/1-4)
28
Discussion générale
28
Algemene bespreking
28
Orateur: Luc Gustin, rapporteur
Spreker: Luc Gustin, rapporteur
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Discussion des articles
29
Bespreking van de artikelen
29
Projet de loi portant des dispositions diverses
relatives à la concertation sociale (1767/1-7)
29
Wetsontwerp houdende diverse bepalingen
betreffende het sociaal overleg (1767/1-7)
29
- Proposition de loi supprimant les cotisations
sociales afférentes aux primes aux suggestions
(1679/1-2)
29
- Wetsvoorstel tot afschaffing van de sociale
bijdragen op de suggestiepremies (1679/1-2)
29
Discussion générale
29
Algemene bespreking
29
Discussion des articles
48
Bespreking van de artikelen
48
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Greta
D'hondt, Nahima Lanjri, Camille Dieu, Hans
Bonte, Daniel Bacquelaine
, président du
groupe MR, Guy D'haeseleer, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi, Benoît Drèze,
Didier Reynders
, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Greta
D'hondt, Nahima Lanjri, Camille Dieu, Hans
Bonte, Daniel Bacquelaine
, voorzitter van de
MR-fractie, Guy D'haeseleer, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk, Benoît Drèze,
Didier Reynders
, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Projet de loi instaurant une déduction fiscale pour
capital à risque (1778/1-6)
52
Wetsontwerp tot invoering van een belastingaftrek
voor risicokapitaal (1778/1-6)
52
- Proposition de loi modifiant le Code des impôts
sur les revenus 1992 en vue de stimuler
l'autofinancement des entreprises (1377/1-2)
52
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992, ter bevordering
van de zelffinanciering van de ondernemingen
(1377/1-2)
52
- Proposition de loi adaptant la détermination du
revenu imposable et instaurant une déduction
pour autofinancement et une base imposable
minimum en cas d'imposition d'office à l'impôt des
sociétés (1704/1-2)
52
- Wetsvoorstel tot aanpassing van de vaststelling
van het belastbare inkomen en tot invoering van
een autofinancieringsaftrek en minimum
belastbare grondslag bij ambtshalve aanslag in de
vennootschapsbelasting (1704/1-2)
52
Discussion générale
52
Algemene bespreking
52
Orateurs: Bart Tommelein, rapporteur, Carl
Devlies, Hendrik Bogaert, Geert Versnick,
Annemie Roppe, François-Xavier de
Donnea, Jean-Marc Nollet
Sprekers: Bart Tommelein, rapporteur, Carl
Devlies, Hendrik Bogaert, Geert Versnick,
Annemie Roppe, François-Xavier de
Donnea, Jean-Marc Nollet
ANNEXE
71
BIJLAGE
71
CHAMBRE
71
KAMER
71
C
OMMISSIONS
71
C
OMMISSIES
71
C
OMMISSION PARLEMENTAIRE DE CONCERTATION
71
P
ARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
71
R
APPORTS
72
V
ERSLAGEN
72
D
EMANDES D
'
INTERPELLATION
73
I
NTERPELLATIEVERZOEKEN
73
D
EPOTS
73
I
NGEDIEND
73
P
ROPOSITIONS
73
V
OORSTELLEN
73
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
(R
GT
75.2)
73
T
OELATING TOT DRUKKEN
(R
GT
75.2)
73
SÉNAT
74
SENAAT
74
P
ROJETS TRANSMIS
74
O
VERGEZONDEN ONTWERPEN
74
P
ROJETS TRANSMIS EN VUE DE LA SANCTION
ROYALE
74
T
ER BEKRACHTIGING OVERGEZONDEN ONTWERPEN
74
COUR DES COMPTES
75
REKENHOF
75
D
ROIT DE REGARD ET D
'
INFORMATION
75
I
NZAGE
-
EN INFORMATIERECHT
75
COUR D'ARBITRAGE
75
ARBITRAGEHOF
75
A
RRETS
75
A
RRESTEN
75
R
ECOURS EN ANNULATION
76
B
EROEPEN TOT VERNIETIGING
76
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
76
P
REJUDICIËLE VRAGEN
76
CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE
77
HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE
77
A
JUSTEMENT DU BUDGET
2004
77
A
ANPASSING VAN DE BEGROTING
2004
77
GOUVERNEMENT
77
REGERING
77
P
ROJETS DE LOI
77
W
ETSONTWERPEN
77
B
UDGET
- R
EDISTRIBUTION D
'
ALLOCATIONS DE
BASE
78
B
EGROTING
- H
ERUITSPLITSING VAN
BASISALLOCATIES
78
C
ONSEIL EUROPEEN DES MINISTRES DE LA
J
USTICE
ET DES
A
FFAIRES INTERIEURES
79
E
UROPESE
R
AAD VAN DE MINISTERS VAN
J
USTITIE
EN
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
79
D
IRECTIVES GENERALES DE LA
D
ETTE
79
A
LGEMENE
R
ICHTLIJNEN VAN DE
S
CHULD
79
RAPPORTS DÉPOSÉS EN VERTU DE
DISPOSITIONS LÉGALES
79
KRACHTENS EEN WETSBEPALING
INGEDIENDE VERSLAGEN
79
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
C
OUR DE CASSATION
79
H
OF VAN
C
ASSATIE
79
T
RIBUNAUX DE PREMIERE INSTANCE
79
R
ECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG
79
P
ARQUETS
79
P
ARKETTEN
79
UNION EUROPÉENNE
80
EUROPESE UNIE
80
R
ESOLUTIONS DU
P
ARLEMENT EUROPEEN
80
R
ESOLUTIES VAN HET
E
UROPEES
P
ARLEMENT
80
DIVERS
81
VARIA
81
O
BSERVATIONS CONCERNANT LA LOI
-
PROGRAMME
DU
27
DECEMBRE
2004
81
O
PMERKINGEN BETREFFENDE DE PROGRAMMAWET
VAN
27
DECEMBER
2004
81
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
2
JUIN
2005
Après-midi
______
van
DONDERDAG
2
JUNI
2005
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.23 heures par M. Jean-Marc Delizée, premier vice-président.
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur door de heer Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter.

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Didier Reynders, Guy Verhofstadt.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moet ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering

Anne-Marie Baeke, Herman De Croo, Daniel Ducarme, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Hilde Claes, Elio Di Rupo, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Trees Pieters, Paul Tant, Melchior Wathelet, en mission / met zending;
Joseph Arens, Koen Bultinck, Philippe De Coene, Guido De Padt, André Frédéric, David Geerts, Olivier
Maingain, Annick Saudoyer, Brigitte Wiaux, en mission à l'étranger / met zending buitenlands.
Buitenlandse delegatie
Délégation étrangère

Je veux tout d'abord, en votre nom à tous, saluer à
la tribune la présence de 15 gouverneurs de la
Fédération de Russie. Nous leur souhaitons la
bienvenue. (Applaudissements)
Namens u allen begroet ik de aanwezigheid in de
tribuna van vijftien gouverneurs uit de Russische
Federatie die een bezoek aan ons land brengen.
(Applaus)
Vragen
Questions
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de eerste minister over "de Europese toestand na het Nederlandse
referendum" (nr. P893)
- de heer Patrick Cocriamont aan de eerste minister over "het Franse en Nederlandse "neen" aan de
Europese Grondwet" (nr. P894)
01 Questions jointes de
- M. Guido Tastenhoye au premier ministre sur "la situation européenne après le référendum
néerlandais" (n° P893)
- M. Patrick Cocriamont au premier ministre sur "le rejet par la France et les Pays-Bas de la
Constitution pour l'Europe" (n° P894)
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
zie dat u hebt beslist om "la participation des citoyens au débat...
De voorzitter: Dat komt hierna.
01.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Is dat een apart debat?
De voorzitter: Wilt u het erbij behandelen?
01.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik meen dat dit één debat
is, mijnheer de voorzitter.
01.03 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Je propose d'entendre
également la question de Mme
Nagy dans le cadre du débat.
De voorzitter: Wij zullen het samen behandelen.
01.04 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, collega's, hier staat een tevreden man,
die deel uitmaakt van een tevreden fractie, die op haar beurt deel
uitmaakt van een heel tevreden partij, namelijk het Vlaams Belang.
Wij zijn tevreden omdat het Vlaams Belang altijd aan de kant staat
van het volk. Het volk heeft zich in Frankrijk en Nederland massaal
uitgesproken tegen de zogenaamde Europese Grondwet.

Collega's, ik kan u verzekeren dat, indien in België ook een
referendum was gehouden, ook de Belgische bevolking zich tegen
deze Grondwet zou hebben uitgesproken. Het Vlaams Belang was de
enige partij in dit halfrond om de Grondwet te verwerpen. Daarmee
hebben wij nog eens bewezen hoe dicht onze partij bij de bevolking
staat.

Collega's, de Europese Grondwet is zo dood als een pier. Premier,
het zou u sieren indien u, als vertegenwoordiger van het Europese
establishment, uw nederlaag grif zou toegeven en deze Grondwet
dood en begraven zou verklaren. Dat deed u tot nu toe echter niet. Na
het neen van Frankrijk verklaarde u vorige dinsdag 31 mei in De
Morgen dat de teksten zouden bepalen dat, ik citeer: "Viervijfde van
de EU-lidstaten moet ratificeren. Dat betekent concreet dat 20
lidstaten ja moeten zeggen. Er is met andere woorden al
geanticipeerd op mogelijke ongelukken."

Premier, dit is leugenachtige taal. Men kan dit niet anders noemen.
De waarheid is dat alle 25 lidstaten moeten ratificeren. Het Verdrag
van Nice, waarop wij terugvallen, bepaalt dit zo.

Als slechts een lidstaat niet ratificeert, is het verdrag dood en
begraven. Het "neen" van Frankrijk was dus reeds dodelijk. Het nog
massalere "neen" van Nederland heeft deze Grondwet verpulverd.

Mijnheer de eerste minister, wij wensen uw standpunt te kennen
omtrent de drie volgende verzoeken. Ten eerste, dat u zich neerlegt
bij de democratische spelregels en erkent dat deze Grondwet
voortaan onbestaande is. Ten tweede, dat u inziet dat verdere
referendums nutteloos zijn en dat de ratificatieprocessen in alle
landen moeten worden stilgelegd. Tenslotte, dat in deze
omstandigheden op 3 oktober aanstaande geen
toetredingsonderhandelingen met Turkije kunnen worden aangevat.
01.04 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le Vlaams
Belang, qui se trouve toujours du
côté du peuple, se réjouit du vote
massif de la France et des Pays-
Bas contre la Constitution
européenne. Si un référendum
avait été organisé en Belgique, la
population se serait également
exprimée contre la Constitution. Le
Vlaams Belang est le seul parti de
ce Parlement qui rejette
logiquement la Constitution.

La Constitution européenne est
enterrée. Cela honorerait le
premier ministre si, en tant que
représentant de l'establishment
européen, il admettait sa défaite.
Or, après le référendum en
France, le premier ministre a
précisé dans le quotidien "De
Morgen" que l'éventualité de tels
accidents avait été prévue. Ce
discours est mensonger étant
donné qu'en vertu du traité de
Nice, l'ensemble des 25 Etats doit
ratifier le texte. Si un seul Etat ne
ratifie pas la Constitution, celle-ci
est morte et enterrée.

Nous attendons du premier
ministre qu'il s'en remette aux
règles du jeu démocratique, qu'il
reconnaisse qu'il n'y a plus de
Constitution et qu'il se rende
compte du fait que d'autres
référendums sont inutiles. Nous
demandons qu'il confirme que les
procédures de ratification doivent
être interrompues dans les autres
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Etats et que dans ces
circonstances, les négociations
d'adhésion avec la Turquie ne
peuvent commencer le 3 octobre.
01.05 Patrick Cocriamont (FN): Monsieur le président, en premier
lieu, je voudrais remercier M. Tastenhoye et lui dire qu'il est difficile de
prendre la parole après une intervention de cette qualité.

Monsieur le premier ministre, en l'espace de 72 heures, la France et
les Pays-Bas ont rejeté le projet de Constitution européenne. En
France, toute la classe politique à l'exception du Front national et du
Parti communiste a soutenu cette proposition; le président lui-même a
fait de l'ingérence dans un débat avec lequel il aurait mieux fait de
garder ses distances: un hebdomadaire français a écrit cette semaine
qu'il avait reçu la baffe de sa vie. Aux Pays-Bas, les libéraux, les
socialistes, les chrétiens de tout acabit ont soutenu cette proposition;
seul le parti créé par M. Pim Fortuyn s'est opposé à cette Constitution
anti-européenne.

Constitution anti-européenne car, en refusant de reconnaître des
frontières géographiques et culturelles à l'Europe, elle ouvrait toute
grande la porte à la Turquie, à son entrée dans l'Europe. Constitution
anti-européenne également car elle abandonne la défense de
l'Europe à l'OTAN, organisation contrôlée par les USA, adversaire
économique de l'Europe. Constitution anti-européenne aussi, car
hyper-libérale et donc antisociale.

Il y a quinze jours, notre parlement a voté en faveur de cette
Constitution. Vous avez peut-être remarqué que je n'ai pris part ni au
débat ni au vote sur cette Constitution. Je ne voulais pas me rendre
complice d'un simulacre de démocratie. Simulacre car vous aviez,
auparavant, refusé le référendum ou la consultation populaire.

Monsieur le premier ministre, face à l'antagonisme apparu entre les
votes en Belgique et les votes en France et en Hollande, pourriez-
vous me faire connaître la politique que vous comptez mener, à
l'avenir, en matière européenne?
01.05 Patrick Cocriamont (FN):
Een toespraak van zulke kwaliteit
valt moeilijk te evenaren.

Op 72 uur tijd hebben zowel de
Fransen als de Nederlanders zich
uitgesproken tegen het ontwerp
van Europese Grondwet, dat
nochtans door alle Franse partijen,
met uitzondering van het Front
national en de Parti communiste,
en door alle Nederlandse partijen,
met uitzondering van de partij van
Pim Fortuyn, werd gesteund. Deze
grondwet is anti-Europees omdat
ze de geografische of culturele
grenzen van Europa ontkent en de
deur openzet voor de Turkse
toetreding, omdat ze het Europese
defensiebeleid overlaat aan de
NAVO, een orgaan dat door de
Verenigde Staten wordt
gedomineerd, en omdat ze
hyperliberaal en dus antisociaal is.

Twee weken geleden heeft de
Kamer de Grondwet goedgekeurd.
Ik heb aan de stemming niet
deelgenomen omdat ik niets te
maken wil hebben met een
schijndemocratie waarin de burger
zich niet via een referendum over
die kwestie heeft kunnen
uitspreken.

Mijnheer de eerste minister, welk
beleid zal u in de toekomst ten
aanzien van Europa voeren?
Le président: A l'ordre du jour figure une autre question adressée à
M. le premier ministre, qui ne porte pas sur le même intitulé mais sur
la participation des citoyens au débat sur l'Europe. Nous venons de
convenir d'avoir une seule réponse du premier ministre sur ces trois
questions d'actualité. Mme Nagy?
De voorzitter: Op de agenda staat
een vraag van mevrouw Nagy over
de deelname van de burgers aan
het debat over Europa. De eerste
minister zal de drie vragen samen
beantwoorden.
01.06 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, j'ai introduit une
question sur la campagne d'information que le gouvernement
organise au sujet de la Constitution. En m'informant de la décision qui
avait été prise, les services m'ont indiqué que ma question ne serait
pas jointe aux autres questions qui portent sur un tout autre sujet sur
lequel je ne souhaite pas intervenir.
01.06 Marie Nagy (ECOLO): Mijn
vraag over de informatiecampagne
betreffende de Grondwet mag niet
bij de andere vragen die over een
ander onderwerp gaan, worden
gevoegd. Ik verzoek de eerste
minister dus mijn vraag apart te
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Le premier ministre a répondu favorablement au représentant du
Vlaams Belang qui lui avait demandé que sa question soit jointe. Pour
ma part, je ne souhaite pas que ma question soit jointe et je demande
au premier ministre de bien vouloir y répondre séparément. Cela ne
lui prendra que deux minutes de plus.
beantwoorden.
01.07 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Zo geformuleerd zou ik
zeggen: ik ga er eigenlijk wel mee akkoord dat de vraag apart gesteld
wordt. Dat onderstreept goed hoe wereldvreemd die campagne zou
zijn. Er is wel iets voor te zeggen.
01.08 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik
meende de drie gestelde vragen gezamenlijk te kunnen
beantwoorden, maar indien daarover geen consensus bestaat, dan
zal ik ze afzonderlijk beantwoorden.

Eerst en vooral ben ik erg teleurgesteld door het resultaat van beide
referenda, namelijk in Frankrijk en in Nederland, wellicht net zoals het
merendeel van de leden aanwezig in deze plenaire vergadering.
Hoezeer ik ook van mening ben ­ en dat is trouwens ook afgesproken
in de Europese Unie ­ dat wij moeten doorgaan met de ratificatie
zodoende dat alle landen, niet alleen Nederland en Frankrijk, maar
ook alle andere lidstaten van de Europese Unie, de kans krijgen om
zich uit te spreken over het grondwettelijk verdrag, kunnen we niet om
de vaststelling heen dat tweemaal neen, in Frankrijk en in Nederland,
een crisis inluidt in de schoot van de Europese Unie en effectief de
Europese Unie voor zware problemen stelt.

Het is natuurlijk niet zo gemakkelijk om de signalen die naar
aanleiding van beide referenda naar boven zijn gekomen, juist te
duiden. Ongetwijfeld hebben nationale politieke elementen
meegespeeld, maar zelfs als men die terzijde laat, merkt men nog
altijd dat er verschillende redenen worden aangehaald in beide landen
om tegen de Europese Grondwet te stemmen. Er zijn er die zeggen
dat het te snel gaat met de uitbreiding van Europa, er zijn er die
zeggen dat ze in feite tegen de Europese integratie zijn - we hebben
daarjuist nog enkele vertegenwoordigers daarvan aan het woord
gehad - en er zijn degenen die zeggen dat men eigenlijk veel te traag
gaat met de Europese integratie. Ook dat hebben we gehoord tijdens
deze referenda. Er zijn er ten slotte die vinden ­ dat was gisteren nog
heel duidelijk het geval ­ dat de bijdrage die men moet betalen aan
Europa te duur is. Met andere woorden, als men analyseert waarom
er een massaal neen was in Frankrijk en waarom er een massaal
neen was in Nederland, dan moet men vaststellen dat er naast de
nationale politieke motieven die ongetwijfeld hebben meegespeeld,
minstens vier, zoniet meer, verschillende redenen zijn waarom men
ertegen stemt.

Te veel Europa, te weinig Europa, te duur Europa en de te snelle
uitbreiding van Europa, dat is ongeveer de samenvatting die men kan
maken.

Hoe dan ook, ik denk dat we ons dus echt geen illusies mogen maken
en het hoofd in het zand steken: wij staan met Europa na die beide
referenda in Frankrijk en Nederland op een belangrijk kruispunt voor
de toekomst. Ofwel laten wij Europa na het neen in Nederland en
Frankrijk opnieuw verschrompelen tot wat sommigen willen in de
Europese Unie, namelijk een pure vrijhandelszone, enkel en alleen
01.08 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Comme la majorité des
parlementaires, j'ai été
profondément déçu par les
résultats des deux référendums. A
présent, il nous faut poursuivre les
ratifications, comme cela avait été
convenu au sein de l'UE, afin que
chaque pays puisse se prononcer.

Force est de reconnaître que le
double non constitue une gifle
pour l'UE. Analyser le signal
envoyé par les populations à
l'occasion de ces référendums ne
sera en tout cas pas chose facile.
En dehors des facteurs politiques
nationaux, qui ont
incontestablement joué un rôle, les
votes négatifs ont été dictés par
des motivations très diverses: pour
d'aucuns, l'intégration européenne
brûle les étapes et pour d'autres,
elle n'avance pas assez vite;
certains rejettent simplement l'idée
de l'intégration européenne,
d'autres jugent l'aventure trop
coûteuse; un grand nombre de
votants trouvent que l'extension
était prématurée.

Nous ne pouvons pas à présent
pratiquer la politique de l'autruche
et faire comme si de rien n'était.
Nous nous trouvons à la croisée
des chemins: soit nous laissons
l'Europe se réduire à nouveau à
une simple zone de libre échange,
comme certains le souhaitent
secrètement ou ouvertement, soit
nous poursuivons la construction
d'une Europe politique dotée d'une
politique étrangère et de défense
propre, capable de jouer un rôle
au niveau mondial. Une Europe
capable également de relever les
énormes défis socioéconomiques
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
een economische zone waarin import en export op de meest
gemakkelijke manier kunnen worden bedreven. Sommigen willen dat;
dat wordt steeds duidelijker. Ofwel kiezen wij voor het heropnemen
van de Europese visie, van de Europese toekomst zoals wij die zien
met een grote meerderheid in België, namelijk niet een loutere
vrijhandelszone, maar het politieke Europa. Wij hebben een politiek
Europa nodig dat in staat is een rol te spelen op wereldvlak, dat in
staat is een buitenlands beleid en een defensiebeleid te ontwikkelen
en dat voornamelijk in staat is, wat vandaag niet kan, een sociaal-
economisch beleid te ontwikkelen dat een antwoord kan geven op de
enorme economische uitdagingen die vandaag op wereldvlak
bestaan.

Daar staat Europa vandaag, op dat kruispunt van wegen na het neen
in Frankrijk en na het neen in Nederland.

Victor Hugo heeft dat in 1849 beter dan wie ooit omschreven: kunnen
wij ooit naast de Verenigde Staten van Amerika verenigde staten van
Europa creëren, die de hand kunnen reiken over de oceaan naar
elkaar? Dat is de uitdaging waarvoor we nu worden geplaatst.

Ik weet dat het vandaag niet het ogenblik is om te zeggen dat we
morgen of overmorgen deze aangelegenheid definitief zullen
beslechten. Die discussie woedt namelijk al jaren in Europa. Dat is
volgens mij ook een van de redenen waarom er zulke verlammende
stemmingen zijn bij referenda.
auxquels la planète est
confrontée. Même s'il ne peut
évidemment être question de
trancher aujourd'hui des choix
clairs devront être opérés très
rapidement.
Un premier débat aura lieu les 16 et 17 juin 2005 lors du prochain
Conseil européen. Au nom de la Belgique, j'ai demandé à la
présidence luxembourgeoise d'inscrire le point à l'agenda du Conseil
européen. En effet, je pense qu'il ne faut pas nier le problème, ni
attendre 2006 ou 2007 pour trancher la question. Il est utile d'entamer
d'ores et déjà la discussion, sans pour autant la finaliser.
Een eerste debat zal tijdens de
Europese Raad van 16 en 17 juni
2005 plaatsvinden. Ik heb
gevraagd dit punt op de agenda te
plaatsen. We mogen het probleem
inderdaad niet ontkennen of op de
lange baan schuiven. Integendeel,
we moeten de bespreking nu
reeds aanvatten.
De vraag is wat wij gaan doen. Ofwel blijven wij de richting uitgaan
van verschrompeling van de Europese Unie tot een zuiver
intergouvernementele organisatie die wat vrijhandel organiseert, zoals
sommigen willen en waarvoor sommigen ook openlijk uitkomen.
Ofwel hebben wij met de Europese landen en volkeren een
gezamenlijk lot, een politieke unie voor ogen, een Europese Unie die
een politieke rol speelt in de wereld, op het vlak van defensie, van
buitenlands beleid, ook van sociaal economisch beleid, wat vandaag
ontbeert, ondanks het bestaan van de euro.

Mijnheer de voorzitter, tot slot nog dit. In elk geval moet worden
vermeden dat deze crisis waarin de Europese Unie vandaag is
terechtgekomen door een neen in twee lidstaten van de Europese
Unie, door sommigen wordt aangegrepen om de Europese integratie
een halt toe te roepen. De bedoeling van sommigen is immers om de
zaken terug te draaien.

De vraag moet gesteld worden of dat in ons belang is, in het Belgisch
belang is. Een klein land binnen de Europese Unie heeft er belang bij
dat de Europese integratie wordt doorgezet en een succes wordt.
Collega's, anders zullen het alleen drie tot vier grote lidstaten zijn in de
Nous devons à présent éviter que
l'on se serve de la crise au sein de
l'Union européenne pour freiner
voire faire régresser l'intégration
européenne, comme d'aucuns
tenteront certainement de le faire
et je songe notamment aux
auteurs de la question. Une telle
stratégie ne servirait certainement
pas les intérêts d'un petit pays
comme la Belgique. Seule une
approche communautaire nous
permettra d'empêcher que
l'Europe soit régie par un directoire
de grands pays. Les petits pays
européens ne se rendent
malheureusement pas tous
compte de cet état de fait. Je suis
dès lors convaincu que la grande
majorité des citoyens de notre
pays est prête à suivre la voie
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Europese Unie die zullen bepalen wat er met het Europese vasteland
zal gebeuren. Wij allemaal, Vlamingen, Brusselaars en Walen,
hebben belang bij een communautaire, geïntegreerde aanpak van
Europa, precies om te verhinderen dat het Frankrijk, Duitsland, Groot-
Brittannië en anderen zijn die voor ons in een directorium de
Europese toekomst zullen bepalen.

Dat moet gezegd worden, meer dan wij in het verleden hebben
gedaan, aan onze publieke opinie. Als wij willen dat wij mee blijven
tellen in de Europese Unie, dan hebben wij belang bij een Europa dat
verder integreert, dat ook een politieke unie is dat kan meespelen op
wereldvlak. In Europa zijn er immers geen grote of geen kleine
lidstaten, er zijn alleen maar kleine landen, zoals Paul-Henri Spaak
zei.

Er zijn er, zoals wij, die het weten en er zijn er die het nog altijd
moeten beseffen zoals sommige van onze buurlanden. Ik geloof dat
deze boodschap moet worden uitgedragen. Ik ben ervan overtuigd dat
een grote meerderheid van dit Parlement bereid is om die weg in te
slaan en Europa niet kapot te laten gaan tot een kleine
vrijhandelszone in de wereld zoals sommigen dit vandaag bewust
betrachten en nastreven, onder meer degenen die mij vandaag deze
vraag hebben gesteld.
communautaire.
01.09 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste
minister, ik stel vast dat u een hopeloos geval bent. U blijft maar
doordrammen en doordrammen. U hebt elk gevoel met de
werkelijkheid verloren. U weet niet meer wat er leeft onder de
bevolking. Ik stel vast dat het Vlaams Belang de enige partij in
Vlaanderen is die nog de wil van de bevolking verdedigt.

Collega's van de VLD, ik begrijp jullie ontgoocheling. Het moet hard
zijn aangekomen. Zo gepleit hebben voor die Europese Grondwet en
dan door de bevolking onderuit worden gehaald. Dat is inderdaad niet
zo prettig.

Mijnheer de eerste minister, door de referendums in Frankrijk en
Nederland te negeren, verloochent u uw eigen inzichten. Ik grijp nog
eens terug naar de Burgermanifesten. Dat is altijd leuk. Het staat altijd
binnen handbereik in mijn werkkamer. Op bladzijde 32 lees ik dat
referendums een noodzakelijke stap moeten zijn in het dichten van de
kloof tussen de burger en de politiek. Het referendum op
gemeentelijk, regionaal of federaal niveau zoals in Zwitserland, Italië,
de Verenigde Staten of Frankrijk is volgens u een onontbeerlijk
instrument om maatschappelijke problemen te beslechten of op de
agenda te plaatsen die gedurende jaren of zelfs decennia door de
politieke klasse werden genegeerd.

Wie zegt dat een referendum te manipuleren valt, is vergeten dat dit
even goed kan bij parlementaire verkiezingen.

Collega's, uw premier krijgt het blijkbaar niet over zijn lippen dat deze
Grondwet dood en begraven is. Dat heeft ook te maken met uw
persoonlijke ambities, mijnheer de eerste minister. U hebt vorig jaar
nog geprobeerd om voorzitter te worden van de Europese
Commissie. Dat is mislukt en nu loopt u nog altijd rond met de
gedachte om de nieuwe superminister van Buitenlandse Zaken van
de Europese Unie te worden. Collega's, ik kan u zeggen dat van die
01.09
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Notre premier
ministre est un cas désespéré: il
reste braqué sur ses positions et a
totalement perdu le sens des
réalités et le contact avec la
population. Le Vlaams Belang est
le seul parti qui connaît les
sentiments qui animent la
population. En ignorant le résultat
des référendums français et
néerlandais, le premier ministre
trahit ses propres idées. Il avait
pourtant affirmé par le passé dans
ses manifestes du citoyen que le
référendum constitue une étape
indispensable pour combler le
fossé qui sépare le citoyen du
monde politique. Il refuse à
présent d'admettre qu'après le
résultat des référendums des pays
voisins, la Constitution est
enterrée. Son attitude est
probablement liée à son ambition
personnelle de devenir le nouveau
super ministre européen des
Affaires étrangères. Cette
ambition-là également, il peut la
reléguer aux oubliettes, comme la
Constitution.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
nieuwe superminister niets in huis komt, net zoals van die hele
Grondwet. Die is gewoon kaduuk, die is afgeschreven, die is vervallen
verklaard.

Tot slot wil ik nog een eresaluut brengen aan onze vrienden, de
Nederlanders. Ik zeg dank u, vrienden in Nederland, voor wat u hebt
gedaan. (Rumoer en applaus op de banken)
01.10 Patrick Cocriamont (FN): Monsieur le premier ministre,
l'Europe n'est pas un amalgame de marchés économiques. L'Europe
est faite de peuples, de cultures; elle est un ensemble de gens de
sang, de chair et de culture. L'économie est au service des gens et
pas le contraire.

Dans l'Europe que vous nous proposez, l'économie est au service des
trusts, au service des amalgames financiers. Cette Europe-là, nous la
refuserons toujours.
01.10 Patrick Cocriamont (FN):
Europa is geen bont allegaartje
van markten maar is een geheel
van volkeren, van culturen en van
mensen van vlees en bloed met
een culturele eigenheid. De
economie moet ten dienste staan
van de bevolking en niet
omgekeerd. In het Europa dat u
wil realiseren, staat de economie
ten dienste van de trusts en van
de financiële belangen. Dat
Europa zullen we nooit
aanvaarden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de Mme Marie Nagy au premier ministre sur "la participation des citoyens au débat sur
l'Europe" (n° P895)
02 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de eerste minister over "de deelname van de burgers aan het
debat over Europa" (nr. P895)
02.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le premier ministre, je suis
comme vous préoccupée par le résultat des référendums qui ont eu
lieu en France et aux Pays-Bas. Je soutiens la réponse que vous
avez donnée.

Cependant, monsieur le premier ministre, le sentiment
d'euroscepticisme, pour des raisons bonnes ou mauvaises, s'exprime
assez clairement dans le résultat de ces deux référendums. Or, on
peut lutter contre cet euroscepticisme, non seulement au moyen des
politiques que l'Europe doit mener - et j'espère qu'on pourra continuer
à débattre et à approfondir les choix - mais aussi par une information
des citoyens. Il faut renforcer la connaissance sur ce que l'Europe
apporte à l'ensemble de la population, aussi bien auprès des jeunes
que des travailleurs ou d'autres catégories, pour qu'ils ne se sentent
pas en dehors de ce projet européen et de cette vision européenne.

La Belgique n'a pas organisé de consultation populaire, nous en
avons beaucoup parlé. Cependant, vous nous aviez promis une
campagne d'information. Alors que les débats battaient leur plein
dans les médias français et hollandais, alors que le contenu de ces
débats était assez profond, nous avons constaté une campagne
d'information belge qui infantilise véritablement nos concitoyens. A la
radio, on peut entendre que cette Constitution représente des règles
telles que s'essuyer les pieds avant de rentrer chez soi ou fermer sa
porte à clé, etc.

Je pense, monsieur le premier ministre, qu'il y a là un problème. On
02.01 Marie Nagy (ECOLO): Ook
ik ben bezorgd over de resultaten
van de Nederlandse en Franse
referenda. Daarom sluit ik me aan
bij uw betoog en bij de elementen
die u in uw antwoord naar voren
heeft gebracht.

Het gevoel van euroscepticisme
waaraan in onze buurlanden uiting
werd gegeven, kunnen we niet
alleen door middel van het
bestaande Europese beleid
bestrijden, maar ook door onze
medeburgers beter voor te lichten.

Hoewel een volksraadpleging in
België niet in het vooruitzicht werd
gesteld, had u zich ertoe
verbonden een informatie-
campagne ten aanzien van de
bevolking te voeren. Die
campagne is eerder betuttelend
dan informatief. In plaats van de
burger te informeren over het
toekomstproject dat in de tekst
van de Grondwet naar voren wordt
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
parle de vision d'avenir, de projets pour l'emploi des jeunes, de la paix
dans le monde, on parle d'un texte qui permet et organise cela et on
se retrouve avec une campagne d'information infantilisante!

Ma question, monsieur le premier ministre, est de savoir quelles
initiatives vous allez prendre pour mener une véritable campagne
d'information. Quelle est votre vision de cette campagne qui va
certainement coûter un bon paquet d'euros à l'Etat belge?
gebracht, stelt men de Grondwet
op de radio voor als een geheel
van regels in de trant van "voeten
vegen" of "de deur op slot doen".

Zal u dan ook andere initiatieven
nemen om de bevolking terdege
over de inzet en de voordelen van
de Europese constructie in te
lichten?

En hoeveel kost die campagne?
02.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik wil
nog even aan de heer Tastenhoye zeggen dat het een beetje te
gemakkelijk is hier de regering met de vinger te wijzen. Ik heb altijd
gezegd dat het Parlement de volle vrijheid had te beslissen wat het
zou doen. Als het Parlement "ja" had gestemd - wat persoonlijk mijn
wens was geweest -, dan had de minister van Binnenlandse Zaken
dat graag georganiseerd.
02.02 Guy Verhofstadt, premier
ministre: J'aimerais ajouter à
l'intention de M. Tastenoye que si
le Parlement y avait consenti, le
ministre de l'Intérieur aurait
volontiers organisé un référendum.
Toutefois, les députés en ont
décidé autrement.
La campagne en cours coûte environ un million d'euros. Je ne suis
pas du tout du même avis que Mme Nagy qui réagit en tant qu'ancien
membre de la Convention et connaît chaque détail de la Constitution.
Selon elle, la manière dont le gouvernement présente la Constitution
est trop simple. Personnellement, je considère qu'on explique d'une
manière certes assez simple les données de base de cette
Constitution européenne. Je crois qu'il est nécessaire de le faire plutôt
que de laisser polluer le débat par d'autres arguments comme ce fut
le cas, au cours des derniers mois et des dernières semaines, un peu
partout en Europe.

Cette campagne est une manière effectivement simple mais directe
d'expliquer la nécessité d'une Constitution européenne. Donner des
détails et des informations sur tel ou tel article de la Constitution peut
être très intéressant pour les professeurs d'université mais pas pour
les citoyens. Ce que nous faisons ne s'adresse pas à vous, madame
Nagy, ancien membre de la Convention, mais au peuple, à l'opinion
publique en général.
Die voorlichtingscampagne kost
een miljoen euro.

Ik deel uw mening over de kwaliteit
van de lopende campagne niet.

Eerst moeten toch de krachtlijnen
van de Grondwet nader worden
toegelicht. We hebben er dan ook
voor gekozen om de bevolking op
een begrijpelijke en directe manier
voor te lichten. Ik begrijp dat u als
gewezen lid van de Conventie
meer aandacht heeft voor de
details, voor dit of geen artikel van
de Grondwet, maar deze
campagne is voornamelijk bedoeld
om het brede publiek met de tekst
vertrouwd te maken.
02.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le premier ministre, vous me
faites trop d'honneur de penser que je pourrais imaginer qu'une
campagne d'information s'adresse en premier lieu aux anciens
membres de la Convention.

L'enjeu est de mobiliser nos concitoyens sur une vision qui les pousse
à adhérer à ce projet européen parce qu'ils y trouveront la paix, la
démocratie, l'emploi. Entre la simplification pédagogique et le
simplisme des spots proposés, monsieur le premier ministre, un peu
de chemin restait à parcourir: les enjeux ne sont pas expliqués. On
n'arrivera donc pas non plus à faire sentir à nos concitoyens qu'il
existe des choses plus importantes que s'essuyer les pieds à l'entrée
ou ranger ses clés en arrivant chez soi. La Constitution européenne,
c'était autre chose: il restait du chemin! Simplification, oui, simplisme,
non; infantilisation, non plus.
02.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik
sta weliswaar achter uw streven
naar vereenvoudiging, maar ik
verzet mij niettemin tegen de
verspreiding van al te simplistische
informatie!

Met de gekozen optie kan men
onze medeburgers niet uitleggen
wat er bij de Europese eenwording
precies op het spel staat. Ik hoop
dat u uw standpunt ter zake zal
herzien.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
J'espère que vous reverrez votre point de vue, ce qui pourrait aider à
convaincre nos concitoyens qu'on se bat pour eux et que l'Europe est
pour eux.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
verzending van de aangifteformulieren" (nr. P896)
03 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'envoi des
formulaires de déclaration" (n° P896)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, iedereen weet dat de inkohiering van de
belastingen van het aanslagjaar 2004 bijzonder moeilijk verloopt.

Nu doen er zich ook zware problemen voor met de aangifteprocedure
voor het aanslagjaar 2005. Een aantal van die problemen is gekend,
zoals bijvoorbeeld de late verzending van de aanslagformulieren. De
laatste werden slechts verzonden op 25 mei. Ook de complexiteit van
de aangifteformulieren zelf is een probleem, evenals de complexiteit
van de nieuwe wetgeving. Er is ook een probleem met de tax-on-web,
met name het niet-operationeel zijn van de berekeningsprogramma's.
Die zaken zijn ondertussen genoegzaam bekend.

Ondertussen zijn er een aantal nieuwe problemen die ik graag aan de
minister wil voorleggen.

Ten eerste, een aantal belastingplichtigen heeft mij laten weten geen
aangifteformulieren te hebben ontvangen op datum van 1 juni. Voor
alle duidelijkheid, het gaat niet over belastingplichtigen die recent
verhuisd zijn.

Mijnheer de minister, bent u er zeker van dat alle belastingplichtigen
een aangifteformulier hebben ontvangen? Hoe kunt u dat bewijzen?
Of moet u daarvoor een onderzoek doen? Ik herinner mij enkele
weken geleden de problematiek van de aangifteformulieren. U moest
daarvoor een onderzoek doen. Kunt u mij dat klaar en duidelijk
zeggen?

Wat moeten de belastingplichtigen doen die geen aangifteformulier
hebben ontvangen?

Ten tweede, uw administratie verklaarde dat de tax-on-web
gedeeltelijk niet functioneerde, meer bepaald de berekeningsnota's.
De aangifte kan echter wel gebeuren. Nu zeggen particulieren mij dat
zij problemen hebben met de aangifte via tax-on-web. Het programma
loopt bijzonder moeilijk en er zijn voortdurend foutmeldingen. Dat zijn
foutmeldingen in de Franse taal: dat zal voor de duidelijkheid zijn.

Het is onbegrijpelijk en bijzonder verontrustend dat uw eigen
administratie in de pilootcentra ­ die administratie is aangesteld om
de belastingplichtigen te helpen bij de invulling van hun
belastingformulieren via tax-on-web ­ blijkbaar gestopt is met de
elektronische procedure en opnieuw overgegaan is naar de
schriftelijke procedure. Dat heeft zich gisteren voorgedaan.

Kunt u mij dat bevestigen? Om welke reden is dat gebeurd?
03.01 Carl Devlies (CD&V): Les
problèmes liés au formulaire de
déclaration afférent à l'exercice
d'imposition 2005 sont légion: les
formulaires ont été envoyés
tardivement, ils sont trop
compliqués ­ à l'instar de la
nouvelle législation ­ et les
programmes de calcul disponibles
sur Tax-on-web ne fonctionnent
pas correctement.

Il me revient également que
certains contribuables n'avaient
toujours pas reçu leur formulaire le
1
er
juin. Le ministre peut-il prouver
que tous les contribuables ont
reçu leur déclaration? Quelles
démarches les personnes qui
n'ont rien reçu doivent-elles
entreprendre?

En ce qui concerne le système
Tax-on-web, les plaintes ont trait
aux trop nombreux messages
d'erreur. Il apparaît en outre que
même le personnel des centres
pilotes est passé de la procédure
électronique à la procédure écrite.
Le ministre peut-il confirmer cet
état de choses et nous en donner
le motif?

Troisièmement, les membres du
personnel du SPF Finances
n'auraient même pas encore reçu
leurs fiches de rémunérations. Le
SPF va-t-il s'auto-infliger une
amende? Comment le ministre
escompte-t-il que ses agents
remplissent leur formulaire de
déclaration?
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Ten derde, klopt het dat de FOD Financiën tot heden geen loonfiches
bezorgde voor haar eigen personeel, of toch minstens een gedeelte
ervan? In principe moet de werkgever vóór 1 maart de loonfiches
bezorgen. U hebt zichzelf uitstel kunnen geven tot 29 april. Zelfs die
bijkomende termijn hebt u niet gehaald. Die handelwijze is
beboetbaar. Ik verwijs naar artikel 445 van het Wetboek van
inkomstenbelasting.

Mijn vraag is dubbel.

Zal de FOD Financiën zichzelf een geldboete opleggen, nu het
duidelijk is dat zij zelf in gebreke is gebleven?

Hoe moeten de ambtenaren van Financiën zelf hun
aangifteformulieren invullen, terwijl zij niet in het bezit zijn van een
loonfiche?
03.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
dat was een vraag van het Vlaams Belang en de minister heeft
daarop geantwoord.
De voorzitter: Er moeten inderdaad bijkomende elementen zijn.
03.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik heb ze niet gehoord.
03.04 Minister Didier Reynders: Ik ook niet. Mijnheer Devlies, u stelt
dezelfde vraag als vorige week, gisteren, eergisteren en misschien
ook morgen, maar goed.

Ten eerste, de aangifteformulieren van de FOD Financiën waren
allemaal op de post op 26 mei, een dag voor de termijn bij De Post
verstreken was. Het betrof de 2 laatste regio's, de directie Brugge en
alle Duitstalige formulieren.

Ten tweede, u zegt dat er nog geen fiche is voor het personeel van
Financiën. Dit is mijn fiche van de FOD Financiën. Ik heb er één
gekregen, zoals elk jaar. Wat is dus het probleem? U hebt in de
commissie gezegd dat zelfs de minister niets heeft gekregen. Dat is
niet waar. Ik heb mijn aangifteformulier sinds enkele dagen, zoals veel
andere mensen. Ik heb mijn fiche. Wat is dan het probleem in de FOD
Financiën?

Ten derde, wat de pilootcentra betreft, het klopt inderdaad dat er een
probleem was met tax-on-web. Het had te veel succes. Er is nu
overeengekomen met de pilootcentra dat zowel elektronisch als op
papier voort zou worden gewerkt om file te vermijden. Dat is
klantvriendelijker.

Met de aangifte van 2005 is het de eerste keer dat de fiscale
hervorming van 2001 integraal wordt toegepast. Er is de vermindering
van alle tarificatie. Er is de afschaffing van de discriminatie tussen de
gehuwde koppels, de samenwonenden, de alleenstaanden, kortom,
er is een vermindering van de belasting voor iedereen.

De integrale toepassing van de fiscale hervorming van 2001, dat is
toch belangrijker dan uw vraag van eergisteren, gisteren, vorige week
en vandaag, met altijd dezelfde elementen. U zegt dat er geen fiches
03.04 Didier Reynders, ministre:
J'ai déjà répondu aux mêmes
questions en commission avant-
hier.

Je peux confirmer que tous les
formulaires de déclaration ont été
expédiés le 26 mai, soit un jour
avant l'expiration du délai de La
Poste.

Quel est le problème en ce qui
concerne les fiches salariales du
personnel du SPF Finances? J'ai
reçu la mienne voici quelques
jours. (Le ministre exhibe sa fiche
salariale)


Il est exact que dans les centres
pilotes l'on s'est mis à utiliser la
procédure sur papier
parallèlement aux déclarations
électroniques, pour éviter
l'engorgement. Le système tax-on-
web semble être victime de son
succès.

La déclaration de 2005 implique
une réduction des taux pour
chacun et la suppression des
discriminations sur la base de
l'état civil. Il s'agit de l'application
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
zijn bij de FOD Financiën. Dat is de fiche van de minister van
Financiën van de FOD Financiën. Het is hetzelfde voor de minister
van Binnenlandse Zaken, de staatssecretaris van fraudebesrijding en
voor veel andere mensen.
intégrale de la réforme fiscale de
2001. Voilà qui me paraît bien
plus important que les éléments
sur lesquels M. Devlies insiste de
semaine en semaine.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik begrijp dat u
eerst naar uw eigen formulier kijkt, al zou u beter ook eens kijken naar
het formulier van uw tienduizenden ambtenaren. Dit kan zeer
eenvoudig worden nagegaan. U antwoordt dat u uw fiche hebt
ontvangen en daarmee is het probleem opgelost en is alles in orde.

De laatste verzendingen zijn inderdaad gebeurd op 26 mei. De vraag
die ik u echter heb gesteld, heeft betrekking op belastingplichtigen die
geen formulier hebben ontvangen en u hebt daarop niet geantwoord.
U hebt ook niet gezegd welke procedure in dat geval dient te worden
gevolgd.

Met betrekking tot de pilootcentra vind ik dat u erg laconiek antwoordt.
U zegt de handgeschreven procedure sneller gaat dan de
elektronische procedure. Dat is een totaal nieuwe redenering.
Handgeschreven procedures gaan dus sneller dan elektronische
procedures. Dit moet worden genoteerd in het Integraal Verslag. Uw
diensten waren niet in staat via tax-on-web te werken en men diende
dit systeem verschillende dagen uit te schakelen.

Mijn conclusie is dat de gewone belastingplichtige het slachtoffer is
van deze desorganisatie. Het is gemakkelijk deze problemen weg te
lachen. Tienduizenden mensen worden met concrete problemen
geconfronteerd bij het invullen van hun belastingaangifte en het enige
wat u doet is laconiek reageren en een hardvochtig standpunt
innemen waarbij u aan de belastingplichtige die daarop recht heeft,
geen bijkomende termijn verleent, terwijl u blijkbaar zelf uw eigen
voorschriften niet respecteert.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre a sa fiche de
rémunération mais elle ne dit rien
sur ses fonctionnaires. Il n'a pas
dit non plus ce qu'il appartient à
présent aux contribuables qui n'ont
pas reçu de formule de déclaration
de faire. Et en ce qui concerne les
centres expérimentaux: depuis
quand une procédure écrite est-
elle plus rapide qu'une procédure
électronique? Le contribuable est
victime de la totale
désorganisation mais le ministre
se borne à quelques
commentaires laconiques sur la
situation de dizaines de milliers de
personnes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de ernstige veiligheidstekortkomingen tijdens de bekerfinale Germinal Beerschot-Club
Brugge" (nr. P897)
04 Question de M. Claude Marinower au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les graves
manquements en matière de sécurité lors de la finale de la coupe Germinal Beerschot-Club Brugge"
(n° P897)

De voorzitter: Ik meen dat de uitslag 2-1 was.
04.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, officieel was
het 1-2. Mijnheer de minister, vorige zaterdagavond begaven iets
meer dan 40.000 mensen zich op een bijzonder warme dag, een
feestdag voor de supporters van beide ploegen, naar de Heizel om
daar een bekerfinale bij te wonen. U weet hoe belangrijk het is voor
Antwerpenaars, als zij, eens om de zoveel jaar, een bekerfinale
mogen spelen.

Het moest een feest zijn en dat is het ook geweest, tijdens de
wedstrijd, met een kleine uitzondering, waarop ik terugkom. Alleen liet
de organisatie voor, voor een deel tijdens, en vooral na de wedstrijd
04.01 Claude Marinower (VLD):
L'organisation de la finale de la
coupe de Belgique entre le
Germinal Beerschot et le Club de
Bruges laissait à désirer. Les
supporters du Beerschot ont été
déviés avant la rencontre par un
chemin étroit et ont dû rejoindre
les autocars après la rencontre en
traversant le chantier de l'Atomium
où toutes sortes de projectiles se
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
bijzonder veel te wensen over. Ik kan niets beter doen dan citeren uit
een bijdrage geschreven door een freelance journalist in De
Standaard van 31 mei, waarbij hij, ik citeer twee of drie passages uit
dat artikel, wees op het feit dat "ongeveer 18.000 supporters van
Germinal Beerschot zich na de bekerfinale in het donker een weg
dienden te banen over de bouwwerf van het Atomium, een hallucinant
decor van losse stenen, kabels, hekken, betonmolens en ander
bouwmateriaal." Hij zegt: "Wij zaten als Kielse ratten in de val, naar
die ene smalle doorgang gedwongen door een dreigend kordon
agenten te paard.".

Wanneer de mensen door de chaos die op de weg naar de Heizel
plaatsvond voor de wedstrijd ­ dit is ook van belang ­ al uren
onderweg waren, dan konden zij vaststellen dat een deel werd
omgeleid via een smal paadje in de bossen. In het stadion stelden zij
vast dat delen van de hevigste supporters van beide ploegen in een
tribune zaten, enkel gescheiden door een glazen wand. Dit had bijna
onmiddellijk tot gevolg dat een kordon agenten moest optreden om al
te hardhandige supporters te kunnen scheiden.

Na de wedstrijd, rond 11 uur, in het pikdonker, werden diezelfde
supporters van Beerschot naar bussen teruggeleid via de bouwwerf
rond het Atomium, die ik daarnet heb beschreven. Gelukkig is alles
goed verlopen. De supporters waren goedlachs en tevreden. Men
mag er echter niet aan denken wat er gebeurd zou zijn indien door
een betwiste scheidsrechterlijke beslissing de uitslag anders zou zijn
uitgedraaid en diezelfde goedlachse supporters door hetzelfde paadje
in het donker, langs de bouwwerf, klauterend op en rond de hekken,
naar hun bussen waren gebracht. Daarom heb ik een aantal vragen,
mijnheer de minister.

Ten eerste, kunt u, volgens de informatie waarover u beschikt,
bevestigen ­ ik kan het u alleszins bevestigen, want ik behoorde tot
het deel van de supporters dat langs daar werd omgeleid ­ dat de
supporters voorbij een bouwwerf moesten waarop het materieel voor
het grijpen lag?

Ten tweede, kunt u bevestigen dat men inderdaad via een smal,
donker paadje in het bos naar het stadion geleid werd?

Ten derde, kunt u bevestigen dat er een volkomen verkeerschaos
was voor en rond de Heizel?

Ten vierde, wie was verantwoordelijk voor het begeleiden van de
Beerschot-supporters? Wie heeft die supporters langs dat paadje en
langs deze bouwwerf gestuurd?

Ten vijfde, welke gevolgen zult u geven aan de incidenten, die door
verschillende onafhankelijke getuigen werden gerapporteerd?

Ten zesde, het u een onderzoek daartoe bevolen? Zo ja, zijn er al
resultaten bekend?

Ten zevende, hebben er, volgens uw informatie, andere incidenten
plaatsgevonden tijdens of na de wedstrijd?
trouvaient à portée de main. Les
embouteillages autour du stade
ont duré des heures. Seule une
paroi en verre séparait les tribunes
des supporters des deux équipes.

Le ministre peut-il confirmer les
faits? Qui est responsable de
l'encadrement des supporters?
Quelles seront les suites données
à ces incidents? Le ministre a-t-il
ordonné une enquête?
04.02 Minister Patrick Dewael: Voorzitter, collega's, eerst en vooral
misschien dit. Wat het sportieve resultaat aangaat, zal collega
04.02 Patrick Dewael, ministre:
Les manquements évoqués sont
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Marinower wellicht tevreden zijn geweest, vorige zaterdag.

Ik behoorde ook tot de toeschouwers op die wedstrijd. Los van het feit
dat mij een aantal klachten heeft bereikt via de supporters, heb ik zelf
de visu een aantal tekortkomingen kunnen vaststellen. De
verantwoordelijkheid voor de tekortkomingen zal in voorkomend geval
worden gelegd bij de organisator van het evenement, de voetbalbond.
De klachten gaan enerzijds over de terugkeer naar de bussen van de
Antwerpse supporters. Anderzijds zou er ook ­ we moeten het rapport
van mijn voetbalcel afwachten ­ pepperspray zijn gebruikt door de
politie, wat dan aanleiding heeft gegeven tot een aantal
klachtenbrieven.

Ik heb zelf kunnen vaststellen dat de scheiding van de supporters in
onvoldoende mate is gebeurd. Ik heb ook niet begrepen hoe het
mogelijk was dat uitgerekend de spionkoppen van beide ploegen
eigenlijk in de twee vakken naast elkaar op een bepaald ogenblik oog
in oog met elkaar kwamen te staan. Wat mij ook mateloos heeft
gestoord is de evidentie waarmee men een beroep doet op de politie
om twee mensenhagen te vormen. Ik heb mij de vraag gesteld wat nu
eigenlijk de organisator van het evenement doet. Gelukkig is het niet
uit de hand gelopen en gelukkig was het op voetbalvlak wel een
mooie avond, de incidenten niet te na gesproken.

U kent mijn algemene gedragslijn. Ik vind dat de organisator van het
evenement veel meer verantwoordelijk moet worden gesteld voor de
veiligheidsaspecten. Dan heb ik het over de veiligheid van de
stadions, dan heb ik het over de stewards, dan heb ik het ook over de
opleiding van de stewards, dan heb ik het ook over de uitrusting van
de stadions met camera's en dergelijke meer. Politie is er uiteraard
nodig, maar ik stoor mij mateloos aan de politiefactuur en aan het
machtsvertoon dat hiermee soms gepaard gaat, waarvan de kosten
niet in verhouding zijn tot het resultaat dat men nastreeft. Ik denk dat
de politie veel meer geheroriënteerd moet worden in de richting van
spotters: politie in burger die samen met de stewards opereert binnen
de stadions, veeleer dan met paarden, sproeiwagens en dergelijke
meer in groten getale post te moeten vatten buiten het stadion.

Hoe dan ook, mijn voetbalcel was met drie inspecteurs ter plaatse en
heeft alles geregistreerd. Er is een rapport in opmaak. Dit rapport zal
ook worden besproken met de voetbalbond en, uiteraard, ook met de
politiediensten. Indien ik zou vaststellen dat de organisator, de
voetbalbond, in zijn taken tekort is geschoten, zal ik niet nalaten de
voetbalwet toe te passen, wat kan leiden tot administratieve boetes. Ik
zal dat niet nalaten en ga dat trouwens volgend seizoen meer en
meer doen. Ik herhaal, de politie heeft haar taak, de politie heeft haar
opdracht, maar in het voetbalgebeuren zullen we de
verantwoordelijkheid veel meer moeten gaan leggen bij degenen bij
wie ze moet liggen, zijnde de organisatoren van het evenement, de
clubs en, in dit geval, de Belgische voetbalbond.
une réalité indéniable. C'est
l'organisateur, l'Union belge de
football, qui en
porte la
responsabilité. J'attends le rapport
de ma cellule football.

Ce qui a le don de m'exaspérer au
dernier degré, c'est qu'on
considère l'intervention de la
police comme allant de soi. On
dresse alors des haies de policiers
pour compenser des parois de
séparation déficientes, ce qui
présente deux inconvénients: la
facture est trop élevée et les
démonstrations de force
dérangent. Nous devons
remplacer la police à cheval par
des signaleurs, c'est-à-dire des
agents de police en civil chargés
de signaler les difficultés. Il faut
faire en sorte que le fardeau de la
responsabilité ne soit plus
supporté par la police mais par les
organisateurs.

Les trois inspecteurs de ma cellule
football qui étaient présents lors du
match me feront rapport. Je ne
manquerai pas d'infliger des
amendes administratives sur cette
base. A compter de l'année
prochaine, je recourrai à ce moyen
de plus en plus fréquemment.
04.03 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, ik noteer en
onthoud vooral uit uw antwoord dat het belangrijkste aspect van die
incidenten is dat als men dat organiseert op een treffelijke wijze men
geen mensenhaag van politie nodig heeft om supporters te scheiden.
U wijst er terecht op. Daarin mag op een normale manier door de
organisatie voorzien worden.
04.03 Claude Marinower (VLD):
Une bonne organisation
permettrait de réduire les effectifs
de la police. Je me réjouis
d'entendre que le ministre a
l'intention de prendre des
mesures.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Voorts noteer ik met genoegen dat uw voetbalcel hierover een
onderzoek zal houden en dat wij geïnformeerd zullen worden over de
resultaten en dat u voor volgend seizoen de nodige maatregelen zult
treffen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
financement des prochaines élections communales" (n° P898)
05 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiering van de komende gemeenteraadsverkiezingen" (nr. P898)
05.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le vote automatisé est, à nouveau, d'actualité. On en parle
dans nos médias et ailleurs. Vous avez accepté qu'une réunion soit
organisée, le 23 mai dernier, avec les entités fédérées. Le but de
cette réunion était d'éclaircir l'avenir de ce dossier et de donner des
informations fiables aux représentants et ministres des Régions.

Je ne reviendrai pas, aujourd'hui, sur la question de la fiabilité du vote
électronique. C'est un autre débat. C'est surtout le coût qui
m'interpelle aujourd'hui. Selon certains chiffres cités, le coût de
l'opération serait de l'ordre de 3,8 millions d'euros, sans compter le
renouvellement du parc informatique.

Les villes et communes, bien évidemment, sont inquiètes quand elles
entendent ces chiffres d'autant que, dans leur grande majorité, ces
mêmes communes ne sont pas demandeuses du vote électronique.

Monsieur le ministre, je souhaiterais vous rappeler qu'en 2000 notre
parlement a ratifié la Charte européenne de l'autonomie locale. Son
article 9 précise de manière très explicite ce qui suit: "Un transfert de
compétences du niveau supérieur vers les collectivités locales doit
s'accompagner d'un transfert financier correspondant. En cas
d'insuffisance de ressources propres des collectivités locales, ces
ressources doivent être complétées par des ressources de transfert".

J'en appelle donc au strict respect de cette disposition que notre
parlement a ratifiée, d'autant plus qu'aujourd'hui encore, on parle des
difficultés financières des communes. Une étude réalisée tout
dernièrement par Dexia confirme ces difficultés.

Monsieur le ministre, j'aimerais connaître l'état des négociations avec
les entités fédérées et surtout, de manière très précise, l'avenir du
vote électronique chez nous.
05.01 Jean-Claude Maene (PS):
Het kostenplaatje van de
elektronische stemming baart mij
zorgen. Volgens bepaalde cijfers
die werden geciteerd, zou de
kostprijs ervan 3,8 miljoen euro
bedragen, zonder rekening te
houden met de vernieuwing van
de computerapparatuur. De
steden en gemeenten zijn
ongerust. Ik herinner er u aan dat
in het Europees handvest inzake
lokale autonomie wordt gesteld dat
een overheveling van
bevoegdheden gepaard moet
gaan met een overeenkomstige
overheveling van fondsen. Ik pleit
ervoor dat men zich strikt aan die
bepaling zou houden, temeer daar
de gemeenten met financiële
moeilijkheden kampen. Ik zou
willen weten hoe het zit met de
onderhandelingen ter zake met de
deelgebieden en wat de toekomst
is van de elektronische stemming
in ons land.
05.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, il convient d'attendre le résultat de la concertation entamée
le 23 mai dernier, la prochaine réunion étant prévue le 13 juin.

M. Maene a très bien décrit le problème. En 2006, il y a l'organisation
des élections communales et provinciales qui est de la compétence
des Régions; ceci résulte de la volonté du législateur d'exécuter les
accords du Lambermont. En 2007, il y a l'organisation des élections
législatives qui est de compétence fédérale.

Comme vous le savez, l'informatique nécessite un "upgrading"
05.02 Minister Patrick Dewael:
We moeten het resultaat van het
overleg afwachten, dat op 23 mei
een aanvang nam. De volgende
vergadering is op 13 juni gepland.
Dat overleg zou tot een verdeling
van de kosten tussen het
regionale en het federale niveau
moeten leiden. Het algemeen
beginsel is dat wie
verantwoordelijk is voor de
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
technique dont le coût est estimé à environ 3,8 millions d'euros.

Qui paiera quoi? Tel est l'enjeu de cette négociation. Etant donné qu'il
faut respecter les compétences, celui qui est compétent pour
l'organisation est également responsable du coût.

Ces frais n'ont pas encore été répartis mais nous partons du point de
vue qu'avec ce même système, nous pouvons organiser les élections
de 2006 et de 2007 avec le niveau actuel. Il existe des différences
entre les Régions: en Wallonie, on est à 53% pour le vote
électronique et à Bruxelles, on est à 100%. Il faut tenir compte de ces
éléments et répartir les frais équitablement.

Nous avons décidé de nous revoir le 13 juin. Dès lors, je pense
qu'avant les vacances parlementaires, nous devrions aboutir à un
accord de coopération entre le fédéral et les Régions.
organisatie ook de kosten draagt.
Er bestaan verschillen tussen de
Gewesten. In Wallonië is de
elektronische stemming goed voor
53 procent, in Brussel wordt voor
100 procent elektronisch gestemd.
Met die verschillen moet rekening
worden gehouden en de kosten
moeten billijk worden verdeeld.

Ik denk dat we voor het reces een
samenwerkingsakkoord zouden
moeten bereiken.
05.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse.

Je plaiderai une fois de plus, comme j'ai déjà eu l'occasion de le faire
à de nombreuses reprises, pour les communes qui craignent de
devoir supporter de nouvelles charges supplémentaires. J'espère que
tous ceux participeront à cette négociation tiendront compte de ce
paramètre.
05.03 Jean-Claude Maene (PS):
Ik wil het eens te meer opnemen
voor de gemeenten die vrezen met
bijkomende lasten te worden
opgezadeld. Ik hoop dat alle
partijen die aan de
onderhandelingstafel plaats
nemen, met die parameter
rekening zullen houden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 899 de M. Mohammed Boukourna est retirée.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen T'Sijen aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het sociale elektriciteitstarief" (nr. P900)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het sociale elektriciteitstarief" (nr. P901)
06 Questions jointes de
- M. Koen T'Sijen au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le tarif social en matière d'électricité" (n° P900)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le tarif social en matière d'électricité" (n° P901)
06.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, Test-Aankoop blijft ons verbazen met zijn onderzoeken. Het
was deze keer niet zo'n aangenaam resultaat. Ik denk dat u dat als
bevoegd minister, sociaal liberaal, toch ook moeilijk kan aanvaarden,
met name dat mensen met een laag inkomen, mensen die leven van
een leefloon, bejaarden die leven van een laag inkomen eigenlijk
geconfronteerd worden met tarieven die hoger liggen dan de normale
tarieven bij andere producenten. Ik denk dat u daar als bevoegd
minister iets aan kan doen. Ik lees in de media dat uw woordvoerder
verwijst naar de verantwoordelijkheid van de CREG. Nu, ik hoop dat u
zich daar alleszins niet zult achter verbergen want u hebt wel degelijk
de politieke verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen. Ik denk
ook dat het belangrijk is dat u er iets aan doet.

Mijn vraag is eigenlijk redelijk eenvoudig rond dit toch wel ernstig
06.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Test-Achats s'est penché sur les
tarifs sociaux en matière
d'électricité. Il ressort de cette
étude que ces tarifs sont parfois
plus élevés que les tarifs
ordinaires d'autres producteurs. La
responsabilité politique n'incombe
pas à la CREG mais au ministre.

Quelles initiatives le ministre
prendra-t-il pour rectifier cette
situation? Tout le monde contribue
aux tarifs sociaux. Ceux-ci doivent
dès lors être sensés.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
sociaal probleem. Welke initiatieven gaat u daarrond nemen? Wat
gaat u daarrond ondernemen zodat deze categorieën van mensen
toch wel degelijk echt gebruik kunnen maken van de sociale tarieven?
Een belangrijke kanttekening, niet de belangrijkste kanttekening voor
die mensen die daar eigenlijk het slachtoffer van zijn, is dat alle
gebruikers eigenlijk mee betalen om die sociale tarieven te kunnen
financieren. Ik wil daar graag mee voor betalen maar het moet ook
zinvol zijn. Dus concrete vraag, wat gaat u daar aan doen als bevoegd
minister?
06.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, collega's, mijn
vraag heeft dezelfde bron, de studie van Test-Aankoop in verband
met de sociale tarieven. Eigenlijk lijkt deze studie vreemd, mijnheer de
minister, maar eigenlijk is ze niet helemaal onverwacht denk ik. Uit
deze studie blijkt dat ongeveer zeven op de tien gezinnen die recht
hebben op een sociaal tarief voor elektriciteit, nu door de liberalisering
­ ik spreek dan vooral over Vlaanderen want in Wallonië en Brussel is
men nog niet zo ver ­ meer betalen dan ze zouden betalen mochten
ze vrij op de markt hun elektriciteit gaan kopen.

Mijn vragen zijn de volgende, mijnheer de minister. Ten eerste, kan u
die gegevens bevestigen? Ten tweede, was u of uw administratie op
de hoogte van deze gegevens?

Ten derde, bent u van plan om daaraan iets te doen en zo ja, wat zijn
uw plannen? Ten vierde, op welke manier kan u garanderen dat
mensen die recht hebben op een sociaal tarief ook daadwerkelijk van
een sociaal tarief kunnen genieten?
06.02 Simonne Creyf (CD&V):
Une étude de Tests-Achats révèle
que sept ménages (principalement
flamands) sur dix qui paient un
tarif social s'en tireraient à meilleur
compte s'ils choisissaient
librement leur fournisseur
d'électricité sur le marché. Si cela
paraît étrange, ce n'est en fait pas
tellement inattendu.

Le ministre confirme-t-il ces
informations? Etait-il au courant?
Prend-il des mesures? Comment
peut-il garantir que les personnes
qui ont droit au tarif social en
bénéficient effectivement?
06.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
T'Sijen en mevrouw Creyf, ik ben eigenlijk blij met deze vraag want zij
geeft mij de mogelijkheid om te repliceren op wat gisteren voor het
eerst is gelanceerd door Test-Aankoop op een zeer veralgemeende
wijze en zonder enig voorafgaand contact met mijn administratie of
kabinet. Ik dacht nochtans dat wij in de beste verhoudingen leefden
met Test-Aankoop. Ik ben nog naar de heropening van hun gebouwen
geweest en ik heb hen toen verzekerd dat mijn deur voor hen
openstaat telkens er zich een belangrijk probleem voordoet. En dit is
een belangrijk probleem, vind ik.

Het is niet normaal te moeten vaststellen dat een sociaal tarief hoger
is dan het scherpste tarief voor een consument op de markt. Vandaar
dat ik onmiddellijk bij het horen van dit bericht in het ochtendnieuws,
contact heb opgenomen met de CREG, die, zoals u weet,
verantwoordelijkheid draagt in de prijsvorming. Ik heb twee zaken
gevraag aan de CREG. Ten eerste, of het klopt wat in de studie van
Test-Aankoop staat. Ten tweede, indien dit positief moet worden
beantwoord, welke dringende maatregelen dan kunnen worden
genomen om dit aan te passen?

Ik zal beginnen met de eerste vraag. De CREG heeft mij ondertussen
geantwoord. Zij beschikt over een massa aan informatie en daaruit
blijkt dat wat veralgemeend is voorgesteld door Test-Aankoop niet
correct is. Bij een verbruik van minder dan 3500 kilowatt/uur is het
sociaal tarief ook in Vlaanderen wel degelijk nog altijd het scherpste
tarief. Wat dat betreft, is er dus geen probleem. Er stelt zich wel een
probleem voor degenen die een hoger verbruik hebben omdat door
de liberalisering van de markt in Vlaanderen ­ dat is een bewijs dat de
06.03 Marc Verwilghen, ministre:
Test-Achats a lancé des
informations extrêmement
générales sans avoir consulté
préalablement mes services.
J'avais toutefois fait savoir
récemment à cette organisation
que ma porte était ouverte.

Il n'est pas normal que le tarif
social soit supérieur au tarif le plus
avantageux pour les
consommateurs pratiqué sur le
marché. J'ai immédiatement
demandé à la CREG si l'étude
était exacte et quelles mesures
urgentes pourraient être prises.

Selon la CREG, le tarif social le
plus bas en Flandre est atteint
lorsque la consommation est
inférieure à 3.500 kilowatts par
heure. Ce n'est pas le cas si elle
est supérieure. La libéralisation du
marché flamand a en effet
entraîné des prix plus compétitifs.

Le tarif social ne constitue pas un
hamac, mais un filet de sécurité
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
liberalisering van de markt werkt ­ de concurrentie van die aard is dat
prijzen scherper zijn geworden.

Vandaar dat ik ook gevraagd heb om een tweede inspanning te doen,
met name nagaan hoe we dit kunnen aanpassen. Ik vind dat een
sociaal tarief moet worden aanzien als een vangnet, geen hangmat.
Het is een vangnet dat dient om voor mensen, die in moeilijke
omstandigheden verkeren ­ 100.000 gezinnen in België, 4% van de
verbruikers -, de scherpst mogelijke tarieven aan te bieden. Ik ben
ervan overtuigd dat de CREG dienaangaande een voorstel zal doen
dat wellicht ertoe zal leiden dat we onder de scherpste prijs zullen
gaan, wat de liberalisering mijns inziens nog meer in de hand zal
werken. Daar kan de consument alleen maar beter bij varen.

Ik denk dat het voordeel van de studie is dat ze aantoont dat de
bewering voor een bepaald segment van de markt inderdaad klopt.
We zullen dan ook de nodige aanpassingen doen.
pour les 100 000 ménages belges
qui vivent dans des conditions
difficiles. Il s'agit de 4 pour cent
des consommateurs. Ils ont droit
aux tarifs les plus avantageux. Je
suis convaincu que la CREG
formulera une proposition qui
entraînera une nouvelle baisse
des prix les plus bas. La
libéralisation y contribuera encore
davantage, ce qui profitera au
consommateur.
06.04 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de mensen van Test-Aankoop hebben alleen maar hun werk
gedaan. Het is natuurlijk zo dat het misschien vanuit uw opinie en
visie jammer is dat het eerst in de media terechtgekomen is, maar ze
hebben toch op een terechte manier aan de alarmbel getrokken. Ze
hebben ook voor een stuk hun veralgemeende conclusies zelf wat
genuanceerd door te verwijzen naar het feit dat het inderdaad niet
voor iedereen opgaat, dat het zich inderdaad in bepaalde segmenten
voordoet.

Ik ben in elk geval wel tevreden dat u dringend contact hebt
opgenomen met de CREG om er maatregelen aan te koppelen. Ik
ben het met u eens dat het in eerste instantie een vangnet is, maar
het is wel een levensnoodzakelijk vangnet. Wij moeten er dan ook
heel concreet paal en perk aan stellen en moeten deze mensen
helpen met heel concrete maatregelen.
06.04 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Test-Achats n'a fait que son
travail, a légitimement tiré la
sonnette d'alarme et a insisté à
juste titre sur le fait que seuls
certains segments sont
concernés. Je me réjouis que le
ministre ait contacté la CREG pour
que des mesures concrètes soient
prises. Le tarif social est un filet de
sécurité vital.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik kan hier in dit tijdsbestek niet ingaan op de berekeningen
en de grafieken waaruit blijkt dat er in een geliberaliseerde markt
inderdaad een segment is van de verbruikers van het sociaal tarief
dat misschien minder betaalt en een segment is dat meer betaalt.

Mijnheer de minister, wij kennen in Vlaanderen toch reeds twee jaar
de liberalisering van de markt. Ik vind het nochtans onwaarschijnlijk
dat er toch nog geen federale maatregelen genomen zijn om die
sociale tarieven mee te corrigeren. Alle consumenten financieren
eigenlijk dit sociaal tarief.

Eigenlijk is iedereen gezien. Diegenen die dat sociaal tarief
financieren zijn gezien nu blijkt dat het sociaal tarief voor een
categorie van mensen waarvoor het bedoeld is niet werkt. Omgekeerd
zijn de mensen die recht hebben op het sociaal tarief en blijkbaar
meer betalen dan op de markt gezien.

U hebt gelijk als u zegt dat de liberalisering in Vlaanderen werkt. Ik
vind echter dat men na twee jaar toch maatregelen zou moeten
nemen om ten minste die sociale tarieven te corrigeren in functie van
de liberalisering.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Mijnheer de minister, dit systeem zal ook moeten gewijzigd worden.
CD&V wil daarin positie kiezen. Wij vinden dat de markt moet spelen
en wij pleiten in verband met de sociale tarieven voor een korting op
de normale tarieven die op de markt zijn, zodat iedereen op de markt
kan kijken welke leverancier het goedkoopste tarief kan aanbieden en
dat er dan een procentuele of vaste vermindering is voor die mensen
die recht hebben op een sociaal tarief.

Het is vooral een probleem dat zich in Vlaanderen situeert. Mijnheer
de minister, naar aanleiding van dit debat is de vraag natuurlijk ook of
wij hier ook niet opnieuw moeten nadenken over de regionalisering
van de tarievenpolitiek.

Ik denk dat het ook zo moet zijn dat de liberalisering niet alleen ten
goede komt van mensen die surfen op het internet.
06.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik kan toch
niet nalaten even te reageren op de repliek van mevrouw Creyf, want
ze laat uitschijnen dat dit fenomeen al twee jaar bestaat. De CREG
heeft gisteren de controle doorgevoerd. Het fenomeen is pas
opgetreden in het begin van het jaar 2005. Tot zolang lagen de
sociale tarieven niet alleen onder het gemiddelde, maar zelfs onder de
laagste prijs die er bestaat.

Ten tweede, CD&V doet het voorstel om onder de gemiddelde
tarieven te gaan. Ik zou ervoor pleiten dat men voor het sociaal tarief
onder het laagste tarief gaat. In die omstandigheden heeft degene die
een sociaal tarief verdient, er geen boodschap aan dat hij enkele
procenten onder het gemiddeld tarief gaat, terwijl hij op de markt door
de scherpte van de concurrentie van de prijzen nog een goedkoper
tarief kan krijgen. Wat dat betreft, denk ik dat de nodige stappen
moeten gezet worden.

De instructie is duidelijk gegeven aan de CREG. Ik verwacht zeer
binnenkort haar voorstel, dat ik onmiddellijk in een koninklijk besluit
zal omzetten.
06.06 Marc Verwilghen, ministre:
Le phénomène n'est apparu qu'au
début de l'année 2005. A cette
époque, les tarifs sociaux étaient
encore moins chers que les prix
les plus bas du marché.

Le CD&V propose des tarifs
inférieurs à la moyenne. Je
penche plutôt pour un tarif social
inférieur au tarif le plus bas. Les
bénéficiaires des tarifs sociaux
n'ont que faire de tarifs inférieurs
de quelques pour cent aux tarifs
moyens. J'attends sous peu une
proposition de la CREG, que je
m'empresserai de transposer dans
un arrêté royal.
06.07 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik mag op
mijn beurt reageren.

Volgens de minister heb ik gezegd dat wij een korting willen op het
gemiddeld tarief. Ik denk dat uit het verslag zal blijken dat ik dat niet
heb gezegd. Ik heb gezegd dat iedereen naar de prijzen van de markt
moet gaan en dan voor het sociaal tarief een korting op de prijs van
de markt moet krijgen. Dat is iets helemaal anders, mijnheer de
minister. Ik heb nooit gesproken over het gemiddelde. Dat wil dus
zeggen dat iedereen op zoek gaat naar de laagste marktprijs en dat
de leverancier voor klanten die recht hebben op het sociaal tarief, een
procentuele of forfaitaire vermindering toepast, die daarna kan
gefinancierd worden door het Sociaal Fonds.

Ten slotte, mijnheer de minister, u schermt nogal gemakkelijk met de
CREG. Ik denk dat heel de tarievenpolitiek onder uw bevoegdheid
ressorteert en dat u de zaak van de sociale tarieven ook onder uw
bevoegdheid moet nemen.
06.07 Simonne Creyf (CD&V):
Je n'ai pas plaidé pour une remise
sur le tarif moyen. Je pense que
chacun doit pouvoir bénéficier des
prix les plus bas du marché, sur
lesquels le fournisseur doit
accorder, dans le cadre du tarif
social, un pourcentage de remise
ou une réduction forfaitaire, que le
Fonds social pourra alors financer.
Pour le reste, il me semble que le
ministre s'en remet trop vite à la
CREG. La politique tarifaire
ressortit pourtant à sa
compétence.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
07 Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de controle op de economische return van de bestelling van militaire
transportvliegtuigen door OCCAR" (nr. P902)
07 Question de M. Willy Cortois au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "le contrôle du retour économique de la commande d'avions de transport
militaires par l'OCCAR" (n° P902)
07.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb net als u
moeten opzoeken wat er achter die afkorting schuilgaat.

Mijnheer de minister, ik zal het in mensentaal zeggen. Achter dat
woord schuilt een Europese aankooporganisatie die voor een aantal
Europese landen een bestelling heeft geplaatst bij Airbus van militair
vliegtuigmaterieel voor een waarde van ongeveer 18 miljard euro. Het
is vandaag 2 juni 2005. De Belgische regering heeft gisteren dag op
dag vier jaar geleden beslist 7+1 - we nemen de Luxemburgers niet
alleen in bankzaken, maar ook in militaire aangelegenheden mee -
toestellen aan te kopen voor een waarde van ongeveer
1,3 miljard euro. Zo staat het althans in de begroting van
Landsverdediging.

Er bestaat een contract tussen de aankooporganisatie en Airbus.
Ingevolge die returnovereenkomst moet ons land een return hebben
van 4,4 tot 4,5% op een totaal bedrag van 800 tot 900 miljoen euro.
Men zegt mij dat wij dat halen. De bestelling loopt, de uitvoering is
bezig en wij komen blijkbaar wel aan dit bedrag.

Wat we vandaag echter nog altijd niet weten - zoals dit altijd gaat in dit
land -, is hoe dit broederlijk/zusterlijk wordt verdeeld tussen Wallonië,
Vlaanderen en Brussel. Om daarin klaarheid te brengen, werd op
1 juni 2001 beslist een overlegcomité op te richten waarbij
Landsverdediging regelmatig verslag moet uitbrengen.

Ik lees nu in de pers dat dit comité nog nooit zou zijn bijeengekomen.
Dat zou mij sterk verbazen, na vier jaar. Ik lees eveneens dat u, als
minister van Economische Zaken van een federale regering die een
vliegtuigaankoop betaalt met federale gelden, op dit moment geen
zicht hebt op hoe de verdeling op regionaal vlak verloopt. Mijnheer de
minister, ik richt mij niet rechtstreeks tot u, maar kunt u mij iets meer
uitleg verstrekken? Ik veronderstel dat niet alleen u als federaal
minister deel uitmaakt van dat overlegcomité, maar dat ook de
Gewesten daarin vertegenwoordigd zijn. Ik kan mij dus niet inbeelden
dat noch het Waalse, noch het Vlaamse, noch het Brusselse Gewest
terzake nog nooit om verdere informatie over de verdeling van de
gelden zouden hebben gevraagd.

Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
07.01 Willy Cortois (VLD): Un
consortium d'achat européen a
acquis pour une série de pays
européens du matériel
aéronautique militaire auprès
d'Airbus, pour un montant de 18
milliards d'euros environ. Il ressort
du budget de la Défense que le
gouvernement belge a décidé le
1
er
juin 2001 d'acquérir huit
appareils d'une valeur de 1,3
milliard d'euros environ. Le contrat
entre le consortium d'achat et
Airbus précise que notre pays doit
recevoir un return de 4,4 à 4,5
pour cent, un chiffre que nous
devrions atteindre. Le 1
er
juin
2001, il a été décidé d'instituer un
comité de concertation pour
décider de la répartition de ce
return entre la Wallonie, la Flandre
et Bruxelles. La Défense devait
faire régulièrement rapport sur le
dossier. Selon les médias,
toutefois, ce comité ne s'est
encore jamais réuni. Le ministre
ignorerait comment l'argent sera
réparti. Je suppose que les
Régions font aussi partie du
comité de concertation. Je ne puis
imaginer qu'elles ne se sont pas
encore informées. Le ministre
peut-il fournir des précisions?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Cortois, ik bedank u eerst voor het situeren van het airbus 400M-
programma. Dat is een contract dat België reeds vier jaar en een dag
geleden heeft gesloten voor acht airbussen van het type 400M, voor
een gezamenlijk bedrag van 1,3 miljard euro en niet de
18 miljard euro waarover u het had. Het gaat hier om een typische
Europese samenwerking. Ze is dus gebaseerd op het principe van het
just return. Wie erin heeft geïnvesteerd, kan op een gelijkaardig
percentage aan recuperatie of return rekenen.
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Il y a un peu plus de quatre ans, la
Belgique a conclu un contrat
portant sur huit Airbus du type
400M pour un montant total de 1,3
milliard d'euros. La collaboration
européenne type est basée sur le
principe du "just return". On
récupère environ ce qu'on a
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20

Wat uw eerste en tweede vraag betreft, het kan inderdaad
merkwaardig overkomen, maar het opvolgingscomité dat
transparantie in deze zaken moet brengen, is tot op heden niet
samengekomen. Daarop werd aangedrongen en er is nu een datum
bepaald waarop dat zal gebeuren. Op dat ogenblik zullen twee punten
aan de orde van de dag zijn. Ten eerste, wat is de Belgische return;
wat krijgt België terug voor de gedane investeringen? Ten tweede,
wat is de evenredige verdeling van de teruginvestering in België?
Daarom is dat opvolgingscomité noodzakelijk, vermits ofwel wordt
gewerkt met een regelmatige en systematische verslaggeving door
Defensie, ofwel via de vertegenwoordiger van Economische Zaken,
om een goed zicht te krijgen op die economische recuperatie. Ik denk
dat de opvolgingscommissie dus niet te vroeg komt.

Andere partijen daarin zijn degenen die u ook hebt geciteerd. Voor de
volledigheid wil ik eraan toevoegen dat men natuurlijk niet alleen de
uitbouw van het airbus 400M-programma in acht moet nemen.
Immers, tegelijk zijn er, met het oog op de economische compensatie
in de toekomst, voor instrumentenbouw, voor onderhoud en voor
training, ook mogelijkheden die niet alleen aanleiding geven tot return,
maar ook tot een evenredige verdeling tussen de verschillende
Gewesten.
investi.

Le comité de suivi ne s'est pas
encore réuni mais une date a
toutefois déjà été fixée. Ce comité
discutera de ce que la Belgique
recevra en retour et des modalités
de répartition de cet argent dans
notre pays. C'est la raison pour
laquelle ce comité est nécessaire.

Outre le programme Airbus, il
existe également des possibilités
de compensation dans les
domaines de la fabrication
d'instruments, de la maintenance
et de la formation. Ce return-là doit
également être réparti.
07.03 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Na de eerste en hopelijk niet de enige
vergadering van het overlegcomité zal ik in de commissievergadering
de passende vragen stellen aan de minister.
07.03 Willy Cortois (VLD): A
l'issue de la première réunion du
comité, je poserai les questions
qui s'imposent en commission.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Question de M. François Bellot au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique et au ministre de la Mobilité sur "les accidents impliquant des véhicules
non assurés" (n° P903)
08 Vraag van de heer François Bellot aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid en aan de minister van Mobiliteit over "ongevallen met onverzekerde voertuigen"
(nr. P903)
08.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le fonds commun de garantie automobile vient de sortir des
statistiques qui sont pour le moins inquiétantes. On constate, depuis
plus de dix ans, un accroissement annuel significatif du nombre de
véhicules qui circulent et qui sont non assurés. On avait fondé
beaucoup d'espoir sur la mise en place du système Veridas qui
permet de confondre les fichiers venant de la DIV et des assurances.
On observe ainsi que s'il y a eu 12.000 déclarations spontanées, cela
n'a pas empêché un accroissement du nombre de véhicules non
immatriculés et, en tout cas, du nombre de véhicules non
immatriculés qui ont des accidents. On estime, pour 2004, que 9.200
accidents ont été recensés pour un montant global proche de
28.000.000 euros, ce qui est vraiment très préoccupant.

Le montant par sinistre ne cesse d'augmenter, et, finalement, ce sont
tous les automobilistes en règle d'assurance qui doivent supporter la
charge de ces véhicules qui circulent sans assurance.

Monsieur le ministre, nous souhaitons connaître quelles sont les
08.01 François Bellot (MR): Het
Gemeenschappelijk Motor-
waarborgfonds heeft zopas
verontrustende statistieken
gepubliceerd waaruit blijkt dat
gedurende de jongste tien jaar het
aantal onverzekerde voertuigen
jaarlijks toeneemt.

Het "Veridas"-systeem dat de
bestanden van de DIV aan die van
de verzekeringsmaatschappijen
koppelt, heeft voor geen kentering
ten goede gezorgd.

In 2004 werden 9.200 ongevallen
opgetekend die goed waren voor
een kostenplaatje van bijna 28
miljoen euro. De kosten per
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
dispositions que le gouvernement envisage d'adopter face à une telle
évolution, sachant que différentes techniques existent, notamment
celle que nous avions déposée voici trois ans et, semble-t-il, déjà
formulée voici dix ans. Il s'agit de remettre en circulation le système
de vignettes d'assurance à coller sur les pare-brise des véhicules.

Aujourd'hui, le contrôle est actif, c'est-à-dire qu'il faut arrêter le
véhicule, interroger l'automobiliste, demander sa carte verte tandis
que la vignette à coller sur le pare-brise est un contrôle passif, qui
permet visuellement de détecter immédiatement le véhicule. Je pense
véritablement qu'il faut juguler ce phénomène qui devient
extrêmement préoccupant.
ongeval lopen steeds meer op.
Uiteindelijk zijn het de bestuurders
met een verzekering die voor de
anderen moeten opdraaien.

Graag vernam ik welke
maatregelen de regering zal
nemen. Diverse oplossingen zijn
mogelijk. Ik denk bijvoorbeeld aan
ons voorstel om
verzekeringsstickers op de wagen
aan te brengen. Zo kunnen de
voertuigen gemakkelijk op zicht
worden gecontroleerd.
08.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, monsieur
Bellot, j'ignore à quel article vous vous référez dans votre question.
C'est le fonds commun de garantie automobile qui est chargé de
calculer le nombre de voitures sans assurance ou sans assurance ni
immatriculation. Sur ce point, on constate une avancée considérable
ces dernières années. Je dispose de quelques chiffres que je vais
vous citer.

On estime le nombre total de véhicules non assurés à quelque
80.000, ce qui est assez impressionnant. Depuis l'installation, le
1
er
novembre 2003, de la loi permettant au fonds commun d'agir,
nous avons constaté que 10.109 véhicules ont été repérés et
régularisés en 2003, 24.045 en 2004 et on prévoit, au minimum,
25.000 voitures en 2005. On arriverait donc à un total de 60.000
voitures si l'on autorise le fonds commun à poursuivre son travail de
sape. Ainsi, toutes les voitures susceptibles de se trouver en situation
problématique pourront être contrôlées.

C'est une première mesure. J'ignore si votre proposition d'apposer
une vignette sur le pare-brise donnera le même résultat que la
recherche en cours; nous procéderons à une estimation dans le
courant de l'année 2006. Si l'on n'est pas parvenu alors à maîtriser le
phénomène, nous rechercherons d'autres moyens et envisagerons
utilement votre proposition.

Par ailleurs, puisque je réponds également pour ce qui concerne mon
collègue Landuyt, je vous signale que le ministre de la Mobilité a
demandé au Collège des procureurs généraux et au ministre de la
Justice d'ajouter à l'agenda des réunions du Collège sous présidence
du ministre ce point relatif aux véhicules non assurés afin de prendre
des dispositions spéciales. En effet, sur le plan répressif, il me semble
important de prendre une série de mesures, car des infractions de ce
type doivent être prises au sérieux: elles ont en effet une retombée
sur l'ensemble des assureurs en responsabilité civile auto, ce qui
signifie une retombée sur les assurés.
08.02 Minister Marc Verwilghen:
Ik weet niet op welk artikel u doelt.
Het is het Gemeenschappelijk
Motorwaarborgfonds dat het aantal
verzekerde en ingeschreven
voertuigen registreert. Op dat vlak
werd grote vooruitgang geboekt.

Op een totaal van 80.000 niet-
verzekerde voertuigen werden in
2003, het jaar waarin het
Gemeenschappelijk Motor-
waarborgfonds operationeel werd,
10.109 voertuigen opgespoord en
geregulariseerd, in 2004 waren dat
er 24.045 en voor dit jaar wordt
hun aantal op 25.000 geraamd. In
totaal gaat het dus om 60.000
voertuigen. Indien het
Gemeenschappelijk waarborg-
fonds voort kan werken, zal het
alle verdachte voertuigen kunnen
controleren.

Indien die maatregel in 2006
echter niet de verwachte
resultaten heeft, zullen we
inderdaad andere voorstellen,
zoals het uwe, in overweging
moeten nemen.

De minister van Mobiliteit heeft het
college van procureurs-generaal
en de minister van Justitie
gevraagd dat punt op de agenda
van het college te plaatsen, want
er is ook nood aan repressieve
maatregelen.
08.03 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, c'est dans un communiqué que le fonds commun de
garantie automobile a indiqué ces chiffres, en tirant la sonnette
d'alarme au sujet de cette augmentation de 5,5% d'indemnisation des
08.03 François Bellot (MR): Die
cijfers zijn afkomstig van het
Gemeenschappelijk Motor-
waarborgfonds, dat de alarmklok
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
accidents par rapport à l'année précédente.

À mon avis, une circulaire doit être aussi arrivée dans les zones de
police; en effet, les véhicules pris en infraction sont immobilisés sur
place par les parquets.

En outre, les chiffres avancés ne sont pas négligeables: il est
question de 80.000 véhicules, ce qui est très important. Il nous faut
donc trouver une solution. Nous estimons que la simplification mérite
peut-être aussi que l'on recoure à l'autocollant, moyen très simple
d'identifier les véhicules non assurés, comme cela se pratique en
France et aux Pays-Bas, je pense.

Il est évidemment plus facile de repérer les véhicules non
immatriculés, j'ai pourtant déjà vu plusieurs véhicules portant la même
immatriculation, mais c'est une autre histoire.
luidt omdat het aantal door dat
fonds vergoede ongevallen in
vergelijking met vorig jaar met
5,5% is gestegen. De
gemeentebesturen moeten een
circulaire in die zin hebben
gekregen.

Via een sticker op de voorruit
zouden we de niet-verzekerde
voertuigen er gemakkelijk kunnen
uithalen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Denis Ducarme au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'interdiction de fumer dans les restaurants" (n° P904)
09 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het rookverbod in restaurants" (nr. P904)
09.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je tiens tout
d'abord à vous remercier de vous être libéré pour répondre à ma
question. Une nouvelle fois, le ministre compétent ne pouvait être
présent dans cette enceinte à l'heure des questions d'actualité.

Monsieur le ministre, ma question porte sur la négociation dont la
dernière réunion, sur l'usage du tabac, entre l'horeca et le cabinet du
ministre Demotte a eu lieu ce lundi, à la veille de la journée mondiale
anti-tabac.

Le secteur horeca a, vous le savez, souhaité pleinement participer à
l'effort de santé proposé par le gouvernement à cet égard mais il
redoute un certain nombre de conséquences négatives tant pour
l'emploi que sur le plan financier. Ces craintes sont étayées par un
certain nombre d'études internes au secteur, en ce qui concerne les
restaurants. Une étude récente évoque une baisse du chiffre
d'affaires de 14%. D'autres études indiquent le contraire.

Nous avions demandé, avec nos collègues du MR au Sénat, qu'une
étude officielle soit réalisée afin que l'on puisse faire la part des
choses à ce sujet.

Si je me réfère au cas irlandais, les responsables des fédérations
horeca nous ont fait savoir qu'ils avaient constaté une baisse de 4 à
15% du chiffre d'affaires, en fonction des catégories du secteur.

Lundi, après cette réunion, l'horeca nous indiquait que le ministre
compétent allait interpeller le gouvernement afin d'obtenir un certain
nombre de compensations sur la diminution des charges et la
déductibilité.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me dire ce qu'il en est
exactement?
09.01 Denis Ducarme (MR): Ik
bedank minister Dupont voor het
feit dat hij antwoordt op mijn vraag
in de plaats van de bevoegde
minister die niet aanwezig kan zijn.

Naar aanleiding van de Werelddag
zonder tabak heeft de
horecasector zijn medewerking
verleend aan gezondheids-
initiatieven. Sinds de
onderhandelingen met het kabinet
van minister Demotte van start
gingen, vreest de sector evenwel
voor de gevolgen die de
vooropgestelde maatregelen
vanuit financieel oogpunt en op het
stuk van de tewerkstelling zullen
hebben.

Wat de restaurants betreft,
vermelden sommige studies een
omzetdaling van 14 procent. Wij
hebben op een officiële studie
aangedrongen.

In Ierland werd van een
omzetdaling van 4 tot 15 procent
melding gemaakt.

Vorige maandag bleek dat de
bevoegde minister compensatie-
maatregelen overweegt die een
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
lastenverlaging en de
aftrekbaarheid van bepaalde
uitgaven mogelijk zouden maken.

Wat is nu eigenlijk de stand van
zaken?
09.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur Ducarme, je
m'efforcerai de répondre de la manière la plus précise à votre
question. Le projet d'arrêté royal prévoit, en effet, l'interdiction de
fumer dans tous les lieux publics y compris dans les lieux horeca.
Certes, une disposition est prévue pour les cafés, pour autant qu'ils
démontrent que leur chiffre d'affaires consacré à l'achat de boissons
est de deux tiers au moins par rapport à un tiers d'achat de nourriture.
L'activité principale doit vraiment être une activité de vente de
boissons. Dans ce cas, un espace fumeur peut être réservé dans le
café. Il ne peut dépasser plus d'un tiers de l'espace total de
l'établissement. Les contrôles sont réalisés par l'AFSCA. La
dérogation vaut pour trois ans. Voilà pour ce qui concerne l'essentiel
de la mesure.

Vous avez dit vous-même que les études relatives aux restaurants
étaient variables, certaines démontrant que cette mesure était tantôt
favorable, tantôt défavorable. De toute manière, dans un restaurant,
un espace fumeur peut être prévu, mais un espace dans lequel on ne
vend que des boissons. Le ministre s'est, en effet, engagé à défendre
des mesures d'intervention auprès de ses collègues de manière à
éventuellement compenser les effets négatifs de cette mesure, y
compris auprès de ses collègues des Régions. Vous qui êtes
municipaliste ou qui l'avez été, vous n'êtes pas sans connaître
l'existence des taxes locales sur les cafés et restaurants. Tel est,
globalement, l'état de la question.
09.02 Minister Christian Dupont:
Het ontwerp van koninklijk besluit
voorziet in een rookverbod in alle
openbare plaatsen behalve in de
cafés waarvoor kan worden
aangetoond dat de drankverkoop
minstens twee derde van het
omzetcijfer bedraagt en waarin
een rookruimte van maximum een
derde van de totale oppervlakte
wordt ingericht. Het FAVV zal met
de controle worden belast en de
afwijking is drie jaar geldig.

De resultaten van de studies zijn
inderdaad erg uiteenlopend. In de
restaurants kan een rookruimte
worden ingericht waar enkel
dranken worden verkocht.

De minister heeft beloofd dat hij er
bij zijn collega's zou op aandringen
dat er maatregelen worden
getroffen om de negatieve
gevolgen van de voorgenomen
maatregelen te compenseren.
Daarnaast kondigde hij ook aan
dat hij met de Gewesten zou
overleggen om de lokale
belastingen ter zake te herzien.
09.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, vous me voyez
évidemment enchanté de votre réponse par rapport aux
compensations importantes à obtenir pour ce secteur. Pour le MR, il
est évident que l'horeca est particulièrement touché. Des centaines de
milliers d'emplois directs sont portés par le secteur: en 2002, il a créé
le plus grand nombre d'emplois nouveaux mais se voit
particulièrement touché par la pauvreté. En effet, un tiers des
indépendants vivent sous le seuil de la pauvreté. Depuis mai 2004, le
secteur de l'horeca est aussi le plus touché au plan national par le
nombre de faillites.

Compte tenu de la déclaration du ministre Demotte à l'issue de ces
négociations, qui nous indique qu'il tient compte de la situation
économique du secteur et qu'il s'engage à le soutenir lors de débats
futurs au sein du gouvernement, nous souhaitons vraiment aider le
ministre dans cette démarche. Dans ce cadre, nous avons déposé
une proposition de résolution visant à réaliser une étude officielle, à
baisser les charges sociales, à produire une politique de l'emploi
spécifique au secteur et à augmenter la déductibilité fiscale en termes
de quotité professionnelle à faire passer de 69 à 100%. Je vous
09.03 Denis Ducarme (MR): Het
verheugt me dat er
compenserende maatregelen
zullen komen.

De MR is erg begaan met het lot
van
deze sector die een
belangrijke werkgever is, maar erg
te lijden heeft onder armoede en
faillissementen.

Het is belangrijk dat minister
Demotte zijn beloofde steun aan
de horecasector waar maakt. We
hebben een voorstel van resolutie
ingediend dat ertoe strekt officiële
studies te laten uitvoeren, de
sociale lasten te verlagen, een op
de sector gericht
werkgelegenheidsbeleid te voeren
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
remercie donc de soutenir cette proposition de résolution.
en de fiscale aftrekbaarheid van
beroepsmatig gedane kosten te
verhogen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de oprichting van een netwerk van
provocateurs tot bestrijding van zogenaamde discriminatie" (nr. P905)
10 Question de M. Francis Van den Eynde au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "la création d'un réseau de
provocateurs pour lutter contre une discrimination présumée" (n° P905)
10.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, het is nog niet zo lang geleden dat u de democraten en de
vrijheidslievende mensen in Vlaanderen hebt doen opschrikken met
uw plan ­ dat ik niet anders dan funest kan noemen ­ om een
netwerk op te richten van agents provocateurs die zouden gebruikt
worden om zogenaamde misdrijven van discriminatie, of zelfs
racisme, op te sporen, omdat men moet vaststellen dat er in feite zeer
weinig misdrijven van die aard worden gepleegd ­ want dat is de
achterliggende reden ­ en dat de inquisitie nu absoluut slachtoffers
nodig heeft.

Wij dachten allemaal dat dit plan een stille en roemloze dood was
gestorven tot wij gisteren vernamen dat u aan de tand gevoeld werd in
deze Kamer door een jonge dame van spirit, die u kwam vragen:
hoever staat het nu, wanneer gaat u eraan beginnen? Tussen
haakjes: het zal mij altijd verbazen hoe onverdraagzaam en totalitair
die mensen van links altijd handelen en denken. Politieke
tegenstanders willen zij absoluut met alle middelen uitschakelen. Ik
herhaal: het woordje inquisitie is hier niet te sterk.

Wij dachten dat u zou zeggen: "Ja goed, ik heb dat idee laten varen".
Maar helaas, neen, u deelde ons mee dat u uw plan om een
"Gedapo" op te richten ­ een gedachtepolitie ­ zou voortzetten, een
netwerk van verklikkers, een netwerk van provocateurs, waarmee
heel de maatschappij bij ons in het oog gehouden zou worden in de
stijl van de Stasi van de DDR. Dat was by the way ook een staat die
zich socialistisch noemde.

Wij vernamen vanmorgen uit de pers dat inmiddels de eerste minister
gezegd had dat daar geen sprake van kon zijn, dat hij zich daartegen
zou blijven verzetten. Toen meenden wij in onze fractie dat wij daar
toch het fijne van wilden weten. Wie heeft er nu gelijk: de PS-minister
of de eerste minister? Want het verschil tussen beiden is niet altijd
duidelijk voor ons, tenminste wat de werkelijke macht en wat de
hiërarchie betreft.

Ik kom u nu vragen: gaat u Verhofstadt trotseren? Gaat u proberen
dat nefaste plan in te voeren? Of gaat u opnieuw de duimen leggen?
Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.
10.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Il y a peu, le
ministre a suscité l'émoi auprès
des démocrates en Flandre en
évoquant le projet d'instaurer un
réseau de provocateurs chargés
de détecter des délits présumés
de racisme ou de discrimination.
Ce type de délits est rare, mais
l'inquisition a besoin de victimes.

Nous pensions que ce projet était
relégué aux oubliettes, mais nous
avons appris hier qu'un
parlementaire de Spirit a demandé
au ministre quand il débuterait. Je
ne cesse de m'étonner de
l'intolérance et du totalitarisme que
la gauche manifeste dans son
mode de pensée et d'action
lorsqu'il s'agit d'évincer des
adversaires politiques. Le ministre
a malheureusement annoncé hier
que le projet de constituer une
police des idées, sera poursuivi.
Un réseau de dénonciateurs et de
provocateurs surveillerait ainsi la
société tout entière dans le style
"Stasi". Les médias indiquent
aujourd'hui que le premier ministre
continuera de s'opposer à ce
dessein.

Le ministre PS va-t-il braver M.
Verhofstadt ou fera-t-il marche
arrière?
10.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, sta mij toe
de zaken te relativeren.

Ten eerste, in de wet ter bestrijding van de discriminatie werd de
10.02
Christian Dupont,
ministre: La loi tendant à lutter
contre la discrimination prévoit des
tests de situation dont les
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
praktijktest voorzien. Dat is een eerste opmerking. Ten tweede, de
uitvoeringsmodaliteiten van deze praktijktest moeten volgens de wet
worden bepaald in een KB. Dat hebben we gedaan. We hebben eerst
een ontwerp van KB voorbereid. Het werd voorgelegd aan en
besproken in de interkabinettenwerkgroepen en ook in de kern. Naar
aanleiding van deze werkgroepen en van de kern heeft men ons
gevraagd overleg te plegen met de huurderssyndicaten, met de
eigenaarssyndicaten, met het verbond van de ondernemingen en met
de verenigingen die de mensenrechten verdedigen. Dat hebben we
gedaan. We werken thans aan een nieuw ontwerp. Uiteraard gaan we
het privé-leven en de fundamentele rechten van de mens
respecteren. Als we dit doen ­ en dat zullen we doen ­ ben ik er zeker
van dat de regering in alle sereniteit het ontwerp zal kunnen bekijken.
modalités devront être fixées dans
un arrêté royal. Une première
proposition de projet a été
examinée au cabinet restreint. Il a
été demandé d'organiser une
concertation notamment avec les
syndicats des locataires et des
propriétaires et la FEB. Nous
préparons un nouveau projet qui
respectera évidemment la vie
privée et les droits fondamentaux
de l'homme. Si c'est le cas, le
gouvernement pourra examiner le
projet en toute sérénité.
10.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, wat de praktijktest betreft, bewonder ik het eufemisme.
Praktijktest is een mooi woord voor iets lelijk, met name provocatie.
Provocatie is iets dat fundamenteel tegen ons rechtsgevoel indruist.
Trouwens, provocatie wordt door de rechtbanken voor allerlei redenen
niet aanvaard. Provocatie gaat u hier echter wel gebruiken ­ ik
herhaal het ­ omdat er in feite geen racisme is, omdat er zeer weinig
discriminatie is. Dan moet men maar wat uitvinden. Dat is een eerste
punt.

Ten tweede, er zijn inderdaad de wetsbepalingen, maar waar het op
aankomt zijn de uitvoeringsmodaliteiten. Dat is op zich in feite de
toetssteen van heel de zaak. Uiteraard zegt u dat we het privé-leven
gaan respecteren. Het zou er nog aan ontbreken mocht u dat niet
doen! Uiteraard zegt u dat u de mensenrechten zult respecteren. Het
tegenovergestelde zou mij verbazen!

Ik herhaal evenwel, in naam van alle democraten en alle
vrijheidslievende mensen, dat er een naam bestaat voor dat
provocatie en het organiseren van provocatienetwerken en van
verklikkingsnetwerken, te weten de Gedapo, de gedachtenpolitie.
Bovendien is er terzake een en ander dat fundamenteel tegen elk
rechtvaardigheidsgevoel indruist want er is al een omgekeerde
bewijslast, iets wat in andere delen van het recht praktisch niet
bestaat. Volgens mij zijn wij stilaan aan het afglijden naar een
postdemocratische maatschappij.
10.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Un "test de
situation" est un euphémisme pour
une "provocation". La provocation
heurte notre sens de la justice et
elle est refusée par les tribunaux
dans bon nombre d'affaires. On va
se servir ici de la provocation
parce qu'en réalité il n'existe que
très peu de discrimination et pas
de racisme. Les modalités
d'exécution constituent la pierre
angulaire de toute l'affaire. Il ne
manquerait plus que la vie privée
et les droits de l'homme ne soient
pas respectés. La provocation et
l'organisation de réseaux de
provocation et de dénonciation
constituent l'instauration d'une
police de la pensée. L'inversion de
la charge de la preuve qui n'existe
pratiquement pas dans d'autres
domaines du droit est d'ailleurs
contraire au sentiment d'équité.
Nous glissons lentement vers une
société post-démocratique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Question de M. Benoît Drèze au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le bonus à l'emploi" (n° P906)
11 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de werkbonus" (nr. P906)
11.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, je crois que c'est la
première fois que je vous pose une question, et celle-ci me tient fort à
coeur. Permettez-moi, au prélable, de l'introduire.

Vous savez comme moi que le crédit d'impôt a été inventé par ce
gouvernement dans le cadre de la réforme fiscale pour limiter les
pièges à l'emploi, c'est-à-dire permettre à un chômeur qui accepte de
travailler d'avoir une différence de revenus suffisamment significative.
11.01 Benoît Drèze (cdH): Het
belastingkrediet werd door deze
regering ingevoerd in het kader
van de belastinghervorming om de
werkloosheidsvallen te beperken,
d.w.z. om ervoor te zorgen dat er
een significant inkomensverschil is
tussen de werknemers en de
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
C'est un des quatre axes de la réforme fiscale; en régime de
croisière, il s'agit de 500 millions d'euros, ce qui n'est pas une petite
somme.

Le problème, c'est que l'incitant pour le travailleur concerné
n'intervient que deux ans après, s'agissant d'une mesure par le biais
de la fiscalité. Dès lors, en pratique, cette mesure ne s'est pas avérée
efficace pour inciter un chômeur à accepter un travail.

En juillet 2003, lors de l'installation de ce gouvernement, le premier
ministre a, dans sa déclaration gouvernementale, mis en avant ce
problème et sa solution: le bonus à l'emploi; celui-ci reconvertit le
crédit d'impôt en une réduction des cotisations personnelles pour les
trois catégories que sont les travailleurs du secteur privé, les
indépendants et les travailleurs du secteur public.

Dans le secteur privé, l'opération a eu lieu. J'ai eu l'occasion de réagir
à ce sujet au début de l'année parce que, finalement, l'impact en 2005
était plus faible que l'ancien crédit d'impôt; en 2005, les travailleurs y
perdaient.

Pour les indépendants - et ce point est important pour vous dans les
négociations au sein du gouvernement -, il a été décidé de maintenir
le crédit d'impôt puisqu'ils ne cotisent pas à la sécurité sociale.

Quant aux fonctionnaires, on leur a supprimé le crédit d'impôt et on
leur a accordé une partie du supplément du bonus à l'emploi mais, en
tout cas, pas les 20 euros par mois qui interviennent depuis le 1
er
avril
suite aux remous que j'avais provoqués et à l'accord
interprofessionnel. Les fonctionnaires contractuels perdent 20 euros
par mois par rapport à leurs collègues du privé. Plus significatif
encore, les fonctionnaires statutaires, qui n'ont qu'une faible cotisation
de 3,5% pour les soins de santé, ne touchent pas un euro de plus
dans le cadre du bonus à l'emploi; par contre, ils perdent
inéluctablement les 45 euros de crédit d'impôt, soit 540 euros par an.

Monsieur le ministre, ma question est simple. Ce point a-t-il été
abordé au cours de la réunion du comité A de ce matin? Le
gouvernement s'est-il penché sur cette question? Aurons-nous le
plaisir d'entendre la solution à ce problème?
werklozen. Het probleem is dat die
stimulans de werknemers slechts
twee jaar later, via de fiscaliteit,
ten goede komt. Die maatregel is
dus weinig doeltreffend als het
erop aankomt een werkloze ertoe
aan te zetten een baan te
aanvaarden.

In juli 2003 stelde de eerste
minister een oplossing voor dat
probleem voor: de werkbonus, die
het belastingkrediet omzet in een
vermindering van de persoonlijke
bijdragen voor de werknemers in
de privésector, de zelfstandigen en
de werknemers in de openbare
sector.

In de privésector heeft die operatie
plaatsgevonden. Het effect ervan
in 2005 was echter kleiner dan dat
van het vroegere belastingkrediet,
en de werknemers hebben er dit
jaar bij verloren.

Voor de zelfstandigen werd beslist
het belastingkrediet te handhaven.

Voor de ambtenaren werd het
belastingkrediet afgeschaft; zij
kregen een gedeelte van het
supplement van de werkbonus,
maar niet de 20 euro per maand
die sinds 1 april overeenkomstig
het interprofessioneel akkoord
wordt toegekend. De contractuele
ambtenaren verliezen dat bedrag
dus in vergelijking met hun
collega's uit de privésector. De
statutaire ambtenaren, die slechts
een bijdrage van 3,5% voor de
ziekteverzekering betalen,
ontvangen geen euro meer in het
kader van de werkbonus en
verliezen de 45 euro van het
belastingkrediet, zijnde 540 euro
per jaar.

Werd dat punt behandeld op de
vergadering van het comité A?
Welke oplossing reikt u aan voor
dat probleem?
11.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, je remercie
M. Drèze pour sa question passionnante, intéressante et assez
complexe.
11.02 Minister Christian Dupont:
Het belastingkrediet werd
inderdaad door de werkbonus
vervangen, wat voor sommige
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Effectivement, le crédit d'impôt a été remplacé par le bonus à l'emploi,
ce qui a des conséquences pour un certain nombre de travailleurs.

Pour l'instant, nous sommes en train d'évaluer la mesure, au niveau
fédéral, pour les travailleurs contractuels de nos services publics,
sachant que l'on doit d'abord réfléchir au niveau fédéral mais aussi
que l'impact sur les autres niveaux de pouvoir est évident. Nous
avons eu un premier comité A, il y a une quinzaine de jours ­ celui
d'aujourd'hui est consacré uniquement à la prime syndicale ­, avec
les syndicats. Nous avons posé le problème et promis d'y revenir vers
le 20 juin avec, nous l'espérons, une ébauche de solution, tenant
compte de la spécificité des services publics, de l'équité globale d'un
système qui doit être appliqué dans les services publics ainsi que de
la nécessité d'un accord de la part de l'ensemble de nos partenaires,
les Régions et les Communautés mais aussi les villes, provinces et
communes.

Vous avez bien défini le problème auquel nous sommes confrontés.
Nous essayons de trouver une solution avec les trois balises dont j'ai
parlé: équité par rapport aux autres travailleurs, particularité des
services publics ­ je pense qu'il y a des pistes à ce niveau-là ­ et
accord global en comité A de l'ensemble des partenaires.
werknemers gevolgen heeft.

Op dit ogenblik beoordelen wij de
maatregel voor de contractuele
ambtenaren van onze federale
overheidsdiensten, wetende dat zij
ook de overige beleidsniveaus zal
beïnvloeden. Twee weken geleden
vond een eerste vergadering van
het comité A over dit onderwerp
plaats, waar wij het probleem
hebben uiteengezet. Wij hebben
ons ertoe verbonden op 20 juni de
aanzet voor een oplossing te
geven, rekening houdend met de
billijkheid ten aanzien van de
overige werknemers, de eigenheid
van de overheidsdiensten en de
nood aan een globaal akkoord met
de Gewesten en de
Gemeenschappen, de steden, de
provincies en de gemeenten.
11.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, vos propos sont
encourageants. Les fonctionnaires qui entendront la réponse à cette
question seront certainement intéressés par l'évolution du dossier.

Vous parlez d'abord d'équité. L'équité, pour moi, requiert l'effet
rétroactif des mesures au 1
er
janvier pour les fonctionnaires
statutaires et au 1
er
avril pour les 20 euros supplémentaires pour les
contractuels. C'est un point qui a évidemment un impact budgétaire
mais le crédit d'impôt a été supprimé au 1
er
janvier 2005. On connaît
l'économie budgétaire de cette suppression pour les pouvoirs publics.
Je suis très clair: les fonctionnaires méritent qu'on leur rende leur dû.
Je le dis simplement, je pense que vous l'avez bien compris. Si vous
le faites, j'applaudirai; si vous ne le faites pas, je reviendrai sur la
question.

Le deuxième point que vous avez soulevé ­ il n'était pas dans ma
question mais vous avez raison de l'évoquer ­ est celui des impacts
éventuels sur les entités fédérées puisqu'il y a une diminution des
recettes pour la sécurité sociale au niveau de l'ONSS-APL.

Je suis très heureux que vous ayez évoqué ce problème d'autant plus
que vous l'avez fait spontanément. En effet, durant ces dernières
semaines, nous avions ­ ne le prenez pas mal - été habitués à une
autre façon de faire. Nous avons ainsi assisté à une forme de "hold-
up" du fédéral au détriment des Régions. Je pense notamment à la
fameuse cotisation de 13,07% sur le pécule de vacances des
fonctionnaires même si, cette semaine, les entités fédérées ont
finalement obtenu gain de cause, ce dont je me réjouis. En effet, c'est
sous la forme d'un désendettement de ces entités que l'on va
travailler et non plus sur un prélèvement unilatéral à partir du fédéral.
11.03 Benoît Drèze (cdH): Uw
woorden zijn bemoedigend en
zullen de belangstelling van de
betrokken ambtenaren wekken.

U hebt het over billijkheid. Om dat
te bewerkstelligen, moet de
maatregel ten aanzien van de
statutaire ambtenaren mijns
inziens met terugwerkende kracht
vanaf 1 januari ingaan ­ vermits
het belastingkrediet op die datum
werd afgeschaft ­ en de maatregel
betreffende de bijkomende 20
euro voor de contractuele
werknemers op 1 april. De
ambtenaren moeten krijgen waar
ze recht op hebben. Als u dat kan
waarmaken, zal ik u toejuichen; zo
niet zal ik de kwestie opnieuw ter
tafel leggen.

Het tweede punt betreft de
gevolgen voor de deelgebieden,
omdat de RSZ-PPO minder
ontvangsten voor de sociale
zekerheid zal hebben.

Ik ben blij dat u dat probleem heeft
opgeworpen, want de jongste tijd
hield de federale overheid de
Gewesten in een soort van
financiële houdgreep. Ik denk
daarbij aan de bijdrage van
13,07% op het vakantiegeld van
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
de ambtenaren. Pas onlangs
hebben de deelgebieden hun slag
thuis gehaald; er zal immers
veeleer gewerkt worden met een
schuldaflossing dan met een
unilaterale heffing door de federale
overheid.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Agenda
12 Agenda

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 1
er
juin 2005, je vous propose d'inscrire à l'ordre
du jour de la séance plénière de cet après-midi:
- le projet de loi instaurant une déduction fiscale pour capital à risque (n°
s
1778/1 à 5).
- la proposition de loi de M. Melchior Wathelet modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue
de stimuler l'autofinancement des entreprises (n°
s
1377/1 et 2).
- la proposition de loi de MM. Carl Devlies et Tony Van Parys et Mme Trees Pieters adaptant la
détermination du revenu imposable et instaurant une déduction pour autofinancement et une base
imposable minimum en cas d'imposition d'office à l'impôt des sociétés (n°
s
1704/1 et 2).

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 1 juni 2005, stel ik u voor op de agenda
van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:
- het wetsontwerp tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal (nrs 1778/1 tot 5).
- het wetsvoorstel van de heer Melchior Wathelet tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992, ter bevordering van de zelffinanciering van de ondernemingen (nrs 1377/1 en
2).
- het wetsvoorstel van de heren Carl Devlies en Tony Van Parys en mevrouw Trees Pieters tot aanpassing
van de vaststelling van het belastbare inkomen en tot invoering van een autofinancieringsaftrek en
minimum belastbare grondslag bij ambtshalve aanslag in de vennootschapsbelasting (nrs 1704/1 en 2).

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
13 Projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 et le Code des taxes assimilées au
timbre en matière d'assistance mutuelle des autorités compétentes des Etats membres dans le
domaine des impôts directs et des taxes sur les primes d'assurance (1735/1-4)
13 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van het Wetboek
der met het zegel gelijkgestelde taksen inzake de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten
van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies
(1735/1-4)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
13.01 Luc Gustin, rapporteur: Monsieur le président, il s'agit de 13.01 Luc Gustin, rapporteur:
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
transposer en droit belge des directives européennes. Je vais donc
renvoyer à mon rapport écrit.
Vermits het hier gaat om Europese
richtlijnen die in het Belgische
recht moeten worden omgezet,
verwijs ik naar mijn schriftelijk
verslag.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1735/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1735/4)

Le projet de loi compte 8 articles.
Het wetsontwerp telt 8 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 8 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 8 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Projet de loi portant des dispositions diverses relatives à la concertation sociale (1767/1-7)
- Proposition de loi supprimant les cotisations sociales afférentes aux primes aux suggestions
(1679/1-2)
14 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg (1767/1-7)
- Wetsvoorstel tot afschaffing van de sociale bijdragen op de suggestiepremies (1679/1-2)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

De rapporteur is mevrouw Turtelboom. Ik veronderstel dat zij naar het schriftelijk verslag verwijst.

Mevrouw Lahaye-Battheu, u hebt het woord.
14.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het voorliggende wetsontwerp is de
facto de uitvoering van het interprofessioneel akkoord dat werd
goedgekeurd door alle sociale partners met uitzondering van de
FGTB dat, weliswaar met een krappe meerderheid, het moeizaam
bereikte maar niettemin deugdelijke akkoord naar de prullenmand
verwees. Gelukkig heeft de federale regering het initiatief genomen
om het akkoord vooralsnog uit te voeren.

Ik zeg "gelukkig", maar dat betekent niet dat de VLD over de ganse
14.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Ce projet de loi met en
oeuvre l'accord interprofessionnel
(AIP) qui a été approuvé par
l'ensemble des partenaires
sociaux, hormis la FGTB. Le VLD
s'en félicite, mais notre groupe
n'est toutefois pas totalement
satisfait. Ce qui fait défaut, par
exemple, c'est une adaptation du
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
lijn zo gelukkig is met hetgeen voorligt. Dat zal niemand verwonderen
en hiermee verwoord ik waarschijnlijk het gevoel dat bij alle partijen
leeft. Een interprofessioneel akkoord is nu eenmaal een compromis
waarbij iedere partij een aantal toegevingen voor lief moet nemen. Het
heeft ten minste de verdienste een eervol compromis te zijn en dat is
fundamenteel. Zo hadden wij bijvoorbeeld liever een aanpassing aan
de reglementering inzake brugpensioenen gezien ­ geen afschaffing,
voor alle duidelijkheid ­ een aanpassing van de modaliteiten dus ten
aanzien van de toekomstige bruggepensioneerden. We hebben
begrepen dat deze discussie deel zal uitmaken van het
eindeloopbaandebat.

Anderzijds worden in het wetsontwerp enkele maatregelen
voorgesteld die wel in het VLD-straatje passen. Typevoorbeeld is de
regeling aangaande de versoepeling van de overuren, de verlichting
van de kost ervan voor werkgevers en het grotere voordeel voor
werknemers die overuren presteren. Ook hier geldt weer de
opmerking dat de VLD liever een meer vergaande regeling had
gezien, maar we kunnen ons vinden in de algemene filosofie en
juichen toe dat zowel werknemers als werkgevers er beter van
worden.

Bovendien wordt eindelijk met het misverstand gebroken dat het
presteren van overuren per definitie zou betekenen dat iemand werk
van anderen afneemt. De economische realiteit leert ons dat het
helemaal niet zo is en dat overuren vooral worden aangewend om
piekmomenten op te vangen. Wie trouwens structureel overuren zou
laten presteren als substituut voor een bijkomende werknemer kan
best opnieuw leren rekenen, want hoe je het ook draait of keert,
overuren blijven duurder dan reguliere uren.

Ook de regeling voor ploegenarbeid die voorziet in een verhoging van
de korting op de bedrijfsvoorheffing van 1% tot 2,5% kan bijdragen tot
behoud van werkgelegenheid in het land. Wat de actieve begeleiding
en opvolging van werklozen betreft, zijn we blij met de aandacht die
hieraan in dit wetsontwerp wordt besteed. Toch zal het de minister
niet verwonderen dat we ons als VLD zorgen blijven maken over de
concrete implementatie van het samenwerkingsakkoord, dat trouwens
nog aan het Parlement moet worden voorgelegd.

Er zijn tal van tekenen die erop wijzen dat de nieuwe regeling niet
zeer rigoureus wordt toegepast. We hebben de minister al gewezen
op getuigenissen van RVA-facilitatoren die de werklozen op hun
woord ­ de fameuze verklaring op eer ­ moeten geloven, zelfs bij
gebrek aan bewijsmateriaal, op de bewering dat men instructies van
bovenaf krijgt om een beperkt aantal inschakelingsparcours toe te
kennen en op de geheimhouding van de cijfers. Het heeft geen zin om
er binnen het kader van het wetsontwerp dieper op in te gaan.

Toch wil ik van dit forum gebruikmaken om te herinneren aan een
aantal disfuncties, dat met het oog op de uitbreiding van de doelgroep
tot de ­40ers, vanaf 1 juli aanstaande, opgevolgd moet worden.

Het lijkt ons van belang dat de minister extra aandacht besteedt aan
het gelijkstemmen van de violen met de deelgebieden. In april
jongstleden waren wij getuige van de rel met Waals minister van
Werk Marcourt, die andermaal bewees dat het zuiden van dit land
fundamenteel anders aankijkt tegen de activeringsidee dan het
régime de prépension. Ce point
sera toutefois encore abordé lors
du débat sur la fin de carrière.

Nous approuvons en revanche un
certain nombre de mesures.
L'assouplissement de la
réglementation relative aux heures
supplémentaires constitue une
bonne chose pour les employeurs
comme pour les travailleurs. Il
n'est pas exact que les heures
supplémentaires détruisent
l'emploi: la réalité économique,
c'est qu'elles sont principalement
mises à profit pour faire face aux
périodes d'activité intense. Celui
qui songerait d'ailleurs à recourir
de manière structurelle aux heures
supplémentaires doit rapidement
refaire ses calculs, car les heures
supplémentaires demeurent plus
coûteuses que les heures
ordinaires.

Nous sommes bien entendu
également favorables à la
réduction des charges sur le
travail en équipes et à la politique
d'activation. En ce qui concerne ce
dernier aspect, nous sommes
toutefois préoccupés par la mise
en oeuvre de l'accord de
coopération, qui doit d'ailleurs
encore être soumis au Parlement.
Nous avons le sentiment qu'il n'est
pas appliqué rigoureusement.
Ainsi, les demandeurs d'emploi
doivent être crus sur parole en
l'absence d'éléments probants et
les facilitateurs recevraient de leur
hiérarchie l'instruction de ne pas
établir trop de contrats de
parcours. Qui plus est, les chiffres
en matière d'activation sont tenus
secrets.

Les entités fédérées devront
accorder leurs violons. La récente
querelle avec M. Marcourt,
ministre wallon de l'Emploi, a une
nouvelle fois démontré que le nord
et le sud du pays conçoivent
l'activation des demandeurs
d'emploi de façon radicalement
différente. Il faut néanmoins
admettre qu'en Flandre, l'offre
d'encadrement est insuffisante. Le
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
noorden. Ook in Vlaanderen is het echter niet allemaal rozengeur en
maneschijn. Zo blijkt het opleidingsaanbod ontoereikend te zijn. Er zal
een tandje bijgezet moeten worden. Het is immers nutteloos dat de
RVA-facilitator de werkzoekende een
trajectbegeleidingsovereenkomst onder de neus duwt waarin hij of zij
zich verbindt tot het volgen van een opleiding, wanneer nadien blijkt
dat er in Vlaanderen een wachttijd is van anderhalf tot twee jaar
vooraleer hij of zij die opleiding kan aanvatten. Ook in deze
problematiek komt de rol van de private sector in het vizier, wanneer
blijkt dat de VDAB onvoldoende capaciteit heeft om aan een
opleidingsaanvraag te voldoen.

De schadeloosstelling van werknemers die ontslagen worden bij
sluiting van ondernemingen is al jaren een heikel thema. Enerzijds
valt het inderdaad niet te rijmen dat werknemers uit kleinere
ondernemingen niet dezelfde regeling genieten als hun collega's in
grotere ondernemingen, maar anderzijds blijft het eeuwige probleem
van de kostprijs bestaan. Via het IPA heeft men op een elegante
manier een oplossing gevonden, door van de kwestie een onderdeel
van een compromis te maken. Op die manier kan een deel van de
financiële enveloppe die voorhanden was voor het IPA besteed
worden aan deze werkgelegenheid. Het streefdoel blijft natuurlijk een
uniforme regeling voor alle werknemers, maar met de financiële
haalbaarheid als noodzakelijke voorwaarde.

Tot slot wijst de VLD op de creatie van het Fonds voor de
tewerkstelling van personen met een handicap. Hierbij willen wij
opmerken dat de intentie goed is, maar dat alles zal staan of vallen
met de uitvoering. Het kan niet de bedoeling zijn te blijven steken in
een papiermolen van allerhande studies of wat dan ook. Het Fonds
moet werkelijk resulteren in een verbetering van de situatie voor
gehandicapte werknemers op de bedrijfsvloer en bijgevolg een
verhoogde activiteitsgraad van gehandicapte werknemers met zich
meebrengen. Het lijkt ons dan ook noodzakelijk dat de minister na
twee jaar een grondige evaluatie laat maken van de werking van het
Fonds.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, zoals ik reeds
bij de aanvang van mijn uiteenzetting zei, 100% gelukkig zijn met
hetgeen voorligt, zou voor elke partij in dit halfrond wellicht te veel
gevraagd zijn, maar wij zijn tevreden omdat er via dit wetsontwerp een
interprofessioneel akkoord voorligt. Gelukkig werden ook de regeling
van de innovatiepremies en de verjaringstermijnen via amendering in
het wetsontwerp opgenomen. Wij vertrouwen erop dat de minister
alles in het werk zal stellen om hetgeen in dit ontwerp wordt bepaald
correct en tijdig uit te voeren.

De VLD-fractie zal het akkoord dan ook steunen.
VDAB n'ayant pas les capacités
suffisantes pour répondre à la
demande, il faudrait impliquer
davantage le secteur privé.

Il est de bon aloi de prévoir deux
régimes distincts d'indemnités de
licenciement, un pour les
entreprises de petite taille et un
autre pour les grandes
entreprises. L'accord
interprofessionnel offre une
solution élégante à ce problème.

En ce qui concerne la constitution
du Fonds visant à promouvoir
l'accès au travail des personnes
handicapées, l'intention est
louable mais le succès dépendra
naturellement de la mise en
oeuvre. Le Fonds doit susciter une
amélioration significative de la
situation des travailleurs
handicapés sur leur lieu de travail
et augmenter ainsi le taux
d'activité des personnes
handicapées. Il est indispensable
que le ministre évalue le Fonds en
profondeur après deux ans.

Le VLD est néanmoins satisfait de
ce projet, même s'il ne rencontre
la totalité de ses aspirations. Par la
voie d'amendements, une
réglementation a été instaurée à
juste titre concernant les primes
d'innovation et la prescription.
Notre groupe soutiendra dès lors
ce projet.
14.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik was niet
zinnens in de algemene bespreking te interveniëren, maar u weet dat
men mij niet te veel mag uitdagen.

Ik wil één zaak zeggen. Omdat het ABVV niet getekend heeft, heeft
de regering inderdaad dan maar die zware plicht op zich genomen.
Doch, ik heb van bij de aanvang gezegd ­ ik heb dit ook in de
commissie gezegd en ik wil het hier herhalen in de algemene
bespreking in de plenaire vergadering ­ dat het interprofessioneel
14.02 Greta D'hondt (CD&V): Si
l'accord interprofessionnel a vu le
jour, c'est malgré plutôt que grâce
au gouvernement, qui a pris un
énorme risque en promettant aux
employeurs une réduction des
charges qui s'est finalement
avérée être nettement inférieure.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
akkoord er gekomen is, veeleer ondanks dan dankzij de regering.
Weliswaar heeft het ABVV niet getekend, maar de regering heeft
voordien een enorm risico genomen door aan de werkgevers een
lastenverlaging te beloven, die nadien niet vol kon worden gehouden
en die veel lager uitviel.

De andere reden waarom ik vanop mijn bank het woord neem, houdt
verband met het activeringsbeleid. Wanneer de discussie hier naar
aanleiding van het interprofessioneel akkoord verruimd wordt tot de
brede discussie over het activeringsbeleid, kan ik niet anders dan
stellen dat enkele opmerkingen die hier geformuleerd werden en die
in de commissie als mondelinge vraag aan bod zijn gekomen, niet
helemaal correct zijn. Ik denk aan het weigeren van de cijfers. Ik hoef
vanuit de oppositie, meen ik, niet de regering verdedigen, noch de
minister, maar wel de gewone werkelijkheid weergeven, te weten dat
die cijfers wel gegeven zijn.

Ik meen dat wij het activeringsbeleid, waarbij ik in de commissie ook
heel wat bedenkingen en kritiek heb gegeven, volop kansen moeten
geven en dat wij het niet nodeloos in diskrediet mogen brengen.
A propos de la politique
d'activation, il ne m'incombe pas
de prendre la défense du
gouvernement mais il est
absolument faux de prétendre que
les chiffres sont tenus secrets.
Donnons sa chance à la politique
d'activation au lieu de la
discréditer inutilement de cette
manière.
14.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil
mij inzake de bespreking van het sociaal akkoord beperken tot één
punt, te weten de maatregel in verband met innovaties. Daarover
hebben we immers zelf een wetsvoorstel ingediend. Inderdaad, ik heb
samen met collega D'hondt en collega Pieters een wetsvoorstel
ingediend tot afschaffing van de sociale bijdrage op
suggestiepremies.

Waarover gaat het als wij spreken van suggestiepremies? Wel, in
heel wat grote bedrijven en niet alleen in industriële bedrijven, bestaan
er alsmaar meer initiatieven om werknemers op een of andere manier
aan te moedigen en beter te betrekken bij het hele proces. Zo kan
men concrete verbeteringsvoorstellen indienen waardoor bijvoorbeeld
het arbeidsproces bijvoorbeeld vereenvoudigd wordt, of waardoor
gezondheidsklachten kunnen afnemen, of waardoor men tot meer
efficiëntie komt.

Deze verbeteringsvoorstellen worden vaak beloond met premies. Ik
noem het suggestiepremies. Vaak gaat het niet om klassieke
innovaties, maar om suggesties, soms kleine verbeteringen, die het
productieproces efficiënter maken of versnellen of zorgen voor betere
werkomstandigheden. Precies die kleine productiviteitsverbeteringen
maken van ons land al decennialang een van de landen met de
hoogste productiviteit. Ik denk dat daaraan moet worden voortgewerkt
en dat dit moet worden aangemoedigd. Door het systeem van
suggestiepremies voelen werknemers zich verbonden met het bedrijf
omdat ze kunnen participeren in het proces.

Ik geef het voorbeeld van Opel. Maar ook andere bedrijven zoals
Degussa of zelfs de Nationale Bank, kennen dergelijke premies. Bij
Opel werden in 2003 niet minder dan 14.353 verbeteringsvoorstellen
ingediend door de werknemers van wie 78% met een premie werd
beloond. De premies varieerden van een kleine premie tot een grote
premie, van 7 euro tot 12.400 euro, afhankelijk van de gerealiseerde
besparing of meerwaarde. Iedere werknemer diende gemiddeld 2,9
voorstellen in. Het totale bedrag aan netto-premies bedroeg 343.000
euro. In ons land ­ en dat is belangrijk ­ worden we daarvoor echter
14.03 Nahima Lanjri (CD&V):
J'aimerais aborder un seul aspect
de l'accord interprofessionnel, à
savoir les primes à l'innovation.
Notre groupe politique a déposé
précédemment une proposition de
loi portant suppression des
cotisations sociales afférentes à
ce que nous avions qualifié de
"primes aux suggestions". Ces
primes permettent d'associer les
employés au processus de travail
et de réduire ainsi les problèmes
de santé, par exemple. Souvent, il
ne s'agit d'ailleurs pas
d'innovations classiques mais de
petites améliorations.

Bien qu'elles aient une influence
positive sur la créativité et la
bonne humeur des travailleurs,
ces primes sont jusqu'à présent
sanctionnées fiscalement dans
notre pays. Pour chaque euro de
prime versé à ses travailleurs,
l'entreprise doit verser 3,24 euros
de taxes à l'Etat. Ces primes sont
beaucoup moins taxées dans les
pays voisins. Nous sommes dès
lors heureux que le gouvernement
ait marqué son accord sur notre
proposition de loi.

L'octroi de la prime d'innovation
est lié à certaines conditions: cet
octroi doit être suivi d'une
application effective au sein de
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
afgestraft want voor elke euro aan premies, betaalde het bedrijf 3,24
keer zoveel aan fiscale en parafiscale lasten.

Men stelt vast dat heel wat werknemers erg gemotiveerd zijn om
dergelijke voorstellen te bedenken, om mee te denken en mee te
werken met hun bedrijf. Het geeft hun de kans mee te denken over
het functioneren van het bedrijf en het verhoogt ook hun werkvreugde.
Dat ze een premie krijgen, is vaak mooi meegenomen tot ze merken
natuurlijk dat hun creativiteit vooral de overheid een premie heeft
bezorgd. Enerzijds zullen de mogelijkheid om creatief te zijn en de
premie hun werkvreugde doen toenemen, maar anderzijds zullen de
overheid en de fiscus ze doen afnemen.

De last op dergelijke premies is, vergeleken met onze buurlanden,
ontzettend hoog. Ik heb reeds gezegd dat in België iedere euro netto-
premie het bedrijf aan fiscale en parafiscale lasten bijna 3,24 keer
zoveel kost, terwijl dat in buurlanden, zoals Duitsland en Groot-
Brittannië, met een gelijkaardig loonprofiel en gelijkaardige
loonkosten, toch een stuk lager ligt.

Samen met collega's D'hondt en Pieters dien ik een wetsvoorstel in
om die suggestiepremies vrij te stellen van sociale zekerheidsbijdrage
en inkomstenbelastingen.

Dat staat vandaag op de agenda. Ons voorstel kreeg immers gehoor
bij de regering. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord werd
een aantal weken geleden door de regering een concrete maatregel
voorgesteld met de bedoeling om innovatiepremies vrij te stellen van
socialezekerheidsbijdragen en inkomstenbelasting. Hier wordt het
innovatiepremies genoemd. Tussen haakjes, wij hebben gekozen
voor het woord suggestiepremies omdat het woord innovatiepremies
reeds een term is die op Vlaams vlak gebruikt wordt. Daarom wilden
wij niet voor verwarring zorgen.

Uiteraard gelden er een aantal voorwaarden. De innovatie moet
bijvoorbeeld leiden tot een effectieve toepassing in het bedrijf. De
premie mag uiteraard niet in plaats van het loon komen. De premie
mag per jaar ook niet hoger liggen dan een bruto-maandloon. Er moet
ook verslag uitgebracht worden bij de RSZ en bij de minister van
Economie.

Wij zijn daarover tevreden. Wij willen dat voorstel, en trouwens ook
het globale sociale akkoord, goedkeuren. Wij zijn echter niet helemaal
tevreden. Wij hebben één belangrijke opmerking overgehouden. Wij
willen die meegeven aan de regering. Er is één belangrijk minpunt,
namelijk het volgende. Het aantal innovatiepremies dat is vrijgesteld
van bijdragen is in het voorstel van de regering beperkt tot 10% van
de personeelsleden.

Wat gebeurt er als een werknemer een suggestie of innovatie
voorstelt nadat de drempel van 10% bereikt is? Hoe gaat men dat
verkopen in het bedrijf? Gaat men zeggen dat de eerste 10% in
aanmerking komt en dat het voor de rest jammer is, dat het een leuke
suggestie is, maar dat men ze niet kan belonen? Nog erger
misschien, gaat men dat voorbehouden voor bepaalde groepen van
werknemers? Dat zijn allemaal zaken die juist die innovatie, dat
meedenken en de betrokkenheid van de werknemers juist gaan
afremmen in plaats van aan te moedigen.
l'entreprise, la prime ne peut pas
tenir lieu de salaire, son montant
annuel ne peut être supérieur à
celui d'un salaire mensuel brut et il
faut faire rapport à l'ONSS et au
ministre de l'Economie.

Ce projet nous réjouit et nous lui
apporterons notre soutien.
Toutefois, il y a un élément négatif:
cette prime d'innovation n'est
exonérée de cotisation que pour
10% seulement du personnel.
Qu'adviendra-t-il si une bonne idée
vient à quelqu'un et que ce
pourcentage est déjà atteint? Dès
lors, nous demandons que cette
mesure soit évaluée à l'issue de la
période d'essai d'un an et qu'elle
soit adaptée pour pallier cet
inconvénient. Il me paraît
important d'associer tous les
travailleurs salariés à
l'amélioration de leur
environnement professionnel.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34

Wij vinden dat men daarmee de innovatie afremt. Op dat punt vinden
wij het voorstel van de regering minder geslaagd. De regeling die nu
goedgekeurd zal worden heeft een proefperiode van één jaar. Die
proefperiode start op 1 januari 2006. Nadien volgt een evaluatie. Wij
hopen vanuit onze fractie ten stelligste dat met deze opmerking, die
wij vandaag maken over die beperking tot 10% van de werknemers,
na de evaluatie rekening wordt gehouden en dat de maatregel op dat
vlak zal worden bijgestuurd.

Wij vinden het immers essentieel om iedereen, alle werknemers te
betrekken of ten minste de kans te geven om een betrokkenheid te
tonen bij heel hun werkgegeven. Op die manier houden wij mensen
langer aan het werk. Op die manier kunnen wij de werkvreugde van
mensen vergroten. Wij willen daartoe ons steentje bijdragen.
14.04 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, le texte que le gouvernement nous
demande aujourd'hui d'approuver transpose une partie du projet qui
devait être le projet de la solidarité qui impliquait une programmation
sociale, une paix sociale et un encadrement des négociations
collectives pour les années 2005-2006.

Je ne reviendrai pas sur les conditions de l'accouchement difficile
pour ne pas dire aux forceps dans lesquelles cet accord a été trouvé.
Cependant, j'exprimerai la déception de notre groupe quant au
contexte dans lequel ces négociations se sont déroulées.

Pour nous, un accord interprofessionnel est le meilleur garant de la
cohésion socio-économique de notre pays. Il traduit les équilibres
nécessaires à notre économie sociale de marché. Il repose sur la
légitimité de ceux qui l'ont négocié. Et depuis de nombreuses années,
il confère une dimension socio-économique prospective.

Pendant les négociations, certains n'ont cessé de dévaloriser la
dimension interprofessionnelle des discussions. Nous pensons, quant
à nous, que cette dimension est importante car elle permet,
contrairement à ce que certains pensent, de négocier plus facilement
au niveau sectoriel. De plus, et surtout, un accord interprofessionnel
permet de soutenir les plus fragilisés des travailleurs.

Au départ, le point d'achoppement fut le principe de la norme salariale
et de l'augmentation des salaires. Pourtant, pour la première fois, les
interlocuteurs sociaux s'étaient mis d'accord sur le fait que la norme
salariale n'était plus impérative mais indicative. Au demeurant, cette
norme doit traduire un équilibre entre l'emploi et les salaires.

Toutefois, nous avons surtout eu le sentiment que les employeurs
exigeaient, au contraire, la rigueur salariale au nom de la compétitivité
mais qu'ils ne s'engageaient guère pour l'emploi.

Le PS regrette que les partenaires sociaux n'aient même pas discuté
du problème de l'emploi des jeunes alors que le gouvernement l'avait
souhaité. Nous avons la nette impression que ce projet d'accord n'a
été possible qu'en actionnant la planche à billets du fédéral, ce qui ne
peut nous réjouir. Ainsi, le gouvernement fédéral a décidé d'injecter
250.000.000 d'euros. Pour les heures supplémentaires, un bonus
fiscal de 80 millions d'euros a été prévu. L'élargissement de la
14.04 Camille Dieu (PS): In deze
tekst is een gedeelte vervat van
het ontwerp dat het ontwerp van
de solidariteit moest worden. Ik
wens niet terug te komen op de
moeilijke omstandigheden waarin
het akkoord werd bereikt. Toch wil
ik de ontgoocheling van mijn
fractie vertolken ten aanzien van
de context waarin de
onderhandelingen hebben
plaatsgevonden. Tijdens het
overleg hebben sommigen de
interprofessionele dimensie van de
besprekingen onophoudelijk
geringgeschat.

Het grote struikelblok was het
principe van de loonnorm en de
loonsverhoging. De sociale
gesprekspartners waren het
nochtans eens geworden over het
feit dat de loonnorm niet langer
dwingend mocht zijn, maar eerder
als leidraad moest dienen. Wij
hadden het gevoel dat de
werkgevers zich op het
concurrentievermogen beriepen
om een loonmatiging te bekomen,
maar
dat ze met de
werkgelegenheid heel wat minder
begaan waren.

De PS betreurt het feit dat de
sociale partners het thema van de
jeugdwerkloosheid zelfs niet
hebben aangesneden. Om dit
ontwerp van akkoord uit de brand
te kunnen slepen, heeft het
federale niveau aanzienlijke
bedragen moeten ophoesten.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
compétence du fonds de fermeture sera également financé par la
sécurité sociale, les employeurs ayant refusé de faire un geste
supplémentaire.

Il en va de même en ce qui concerne le travail des personnes
handicapées pour lesquelles un fonds va être créé dans le cadre de
l'ONSS. Ce fonds sera en partie subsidié par ces travailleurs
handicapés, en y versant la récupération des sommes indûment
payées.

Madame la ministre, monsieur le ministre, je vous fais remarquer que
cela peut pervertir le travail des commissions de l'aide sociale qui
relèvent du ministère des Affaires sociales. Il y aurait alors sans doute
tendance à ne plus accorder de protection à l'égard de ceux qui le
demandent.

Il y a des points positifs dans cet accord interprofessionnel. Les
patrons ont tout de même reconnu que la compétitivité n'était pas
réductible aux seuls salaires. Aujourd'hui, ils prennent en compte des
facteurs comme la recherche/développement, l'innovation, la
conquête de nouveaux marchés et la formation de la main d'oeuvre.

Je rappelle, à ce sujet, que notre pays a souscrit à la stratégie de
Lisbonne, à l'objectif d'atteindre 3% de notre PIB d'ici 2010, à savoir
2% pour le secteur privé et 1% pour le secteur public. On peut se
réjouir de la volonté de planification des initiatives et des problèmes à
résoudre et que les partenaires sociaux se soient mis d'accord sur un
seul indicateur objectif de formation qui devra être intégré dans un
bilan social adapté plutôt que les trois qui existaient jusqu'ici.

Quant au contenu du projet de loi lui-même, nous avons constaté que
le Conseil d'Etat soulevait un problème en ce qui concernait
l'attribution des 0,05% de la masse salariale aux entités fédérées,
pour leur permettre de mener à bien la politique que le fédéral a
finalement décidée lui-même, à savoir le contrôle de la disponibilité
des chômeurs et de leur volonté d'entrer dans l'emploi. Nous
partageons l'avis du gouvernement. Etant donné que c'est lui qui
prend une mesure à appliquer par les entités fédérées, il est normal
qu'il subsidie. On pourrait d'ailleurs s'interroger sur le taux de cette
cotisation, qui est inchangé depuis 1995.

Nous pensons également que, dès lors que l'on instaure un contrôle
plus grand et plus systématique de la disponibilité et du
comportement de recherche d'un emploi par les chômeurs, il serait
logique de responsabiliser davantage les employeurs en termes de
créations d'emplois, ce qui n'est pas le cas!

Le deuxième point concerne la prime de fermeture pour les
travailleurs des entreprises qui engagent entre dix et dix-neuf
travailleurs. Il est également prévu dans la loi que, pour certaines
entreprises, cela peut aller jusqu'à cinq travailleurs. C'est une
avancée évidente mais nous ne comprenons pas que l'on s'en tienne
à des entreprises en faillite. En effet, il peut y avoir des fermetures
d'entreprises en termes de délocalisation, de restructuration, de
fusion.

Et de même, nous voudrions rappeler - aujourd'hui, c'est un bon jour
pour le faire - que le non-marchand ne bénéficie pas de cette mesure
Dit interprofessionele akkoord
heeft echter ook enkele positieve
punten. De werkgevers hebben
ingezien dat het
concurrentievermogen niet alleen
door het loonniveau wordt
beïnvloed. In het kader van de
strategie van Lissabon mag men
zich verheugen dat de wil bestaat
om volgens een strikte planning
initiatieven te nemen en
problemen op te lossen, en dat de
sociale partners het over één
enkele objectieve
opleidingsindicator eens zijn
geworden.

Wat de toekenning van 0,05
procent van de loonmassa aan de
deelgebieden betreft, zijn wij het
eens met de regering. Wij vinden
tevens dat, als men de
werkzoekenden op hun
verantwoordelijkheid wijst, het
logisch is dat men met de
werkgevers hetzelfde doet.

Wat ook positief is, is de
sluitingspremie voor de
werknemers van de bedrijven. Al
is dit een belangrijke doorbraak,
toch begrijpen wij niet waarom
men die maatregel tot failliete
bedrijven beperkt.

De non-profitsector heeft geen
baat bij de sluitingspremies. Wat
het nieuwe stelsel van overuren
betreft, denken we dat het
schadelijke gevolgen kan hebben
voor de werkgelegenheid van de
uitzendkrachten en de jongeren.
Tot slot uiten we onze
tevredenheid over de tien criteria
die het ontwerp inzake de
innovatiepremie invoert.

U kan van ons niet verwachten dat
we straks dit wetsontwerp zomaar
blindelings en laaiend van
enthousiasme goedkeuren. Net
zoals op het vlak van de
werkgelegenheid en de opleiding
van de oudere werknemers, de
vrouwen, de jongeren, de
allochtonen, de laaggeschoolden,
de gehandicapten dient er op het
vlak van de pensioenen en de
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
de prime de fermeture et n'a pas encore pu bénéficier de ce que nous
avons appelé en son temps au PS le principal par rapport à
l'accessoire, c'est-à-dire l'accès aux droits fondamentaux en cas de
rupture de contrat de travail. En effet, la loi de 2002 appelait un arrêté
royal d'exécution de mise en vigueur de la loi, ce qui n'existe toujours
pas. Par conséquent, comme soeur Anne, nous attendons, mais
souhaitons que cela se concrétise rapidement.

Le dispositif pour les heures supplémentaires n'est certainement pas
facile à comprendre. Il est plutôt complexe. Cependant, je voudrais
m'attacher aux 65 heures supplémentaires annuelles que l'on va
porter à 130 et pour lesquelles on va dégager le fameux bonus fiscal
de 80 millions d'euros dont j'ai parlé précédemment.

Nous pensons qu'il s'agit pour les travailleurs d'une avancée,
puisqu'ils vont percevoir plus en net. Et les employeurs payeront
moins en brut. Néanmoins, nous estimons que ce système risque
d'être pernicieux pour l'emploi des intérimaires et singulièrement des
jeunes. Pourquoi? Nous offrons aux travailleurs la possibilité de ne
pas récupérer les heures supplémentaires. Cette mesure sera peut-
être considérée positive pour eux, car en cas de non-récupération vos
heures supplémentaires sont payées avec le sursalaire si vous y avez
droit et versées, immédiatement à la fin du mois, en même temps que
le salaire normal. Au contraire, en cas de récupération, vous ne
touchez que votre sursalaire et on vous paie vos heures au moment
du repos compensatoire.

Evidemment, les travailleurs seront tentés d'opter pour cette formule.
Quant à nous, nous pensons que cela peut être nuisible pour leur
santé, pour leur vie familiale et privée et aussi pour l'emploi des
jeunes que l'on ne va plus engager en remplacement, même si les
employeurs estiment que ce n'est pas le cas, puisque les heures
supplémentaires coûtent toujours plus cher que les heures normales
et que l'avantage fiscal accordé devrait blanchir les heures
supplémentaires qui sont, aujourd'hui, payées au noir. A notre avis,
cela ne sera pas le cas, car il y a aussi un chantage à l'emploi auprès
des travailleurs surtout dans les PME, où il n'y a pas de
représentation syndicale.

Enfin, pour la prime unique d'innovation, nous sommes satisfaits des
dix critères repris dans le projet de loi par le biais d'amendements. En
effet, nous estimons que cette prime à l'innovation ne doit pas rester à
l'état de gestation, mais entrer dans un processus d'activation, de
réalisation afin que ce ne soit pas une simple prime payée à des
cadres sans contrôle.

Madame la ministre, monsieur le ministre, chers collègues, vous
comprendrez que dans l'ensemble, c'est avec prudence et sans
euphorie que nous voterons tout à l'heure ce projet de loi qui
transpose divers éléments du projet d'accord interprofessionnel pour
2005 et 2006. Personne ne pourra me contredire: jusqu'à maintenant,
adroitement ou maladroitement, on a évité les grandes questions
socio-économiques qui exigent pourtant des réponses urgentes, dans
le respect de la justice et du progrès social.

Que ce soit en matière d'emploi et de formation des aînés, des
femmes, des jeunes, des allochtones, des moins qualifiés, des
personnes handicapées, que ce soit en matière de pensions, de
herfinanciering van de sociale
zekerheid nog een lange en
moeilijke weg te worden afgelegd.
We menen dat deze drie pijlers
tijdens de loopbaanconferentie
samen moeten worden aangepakt.
Dat is een noodzakelijke
voorwaarde om onze samenleving
op de toekomstige uitdagingen
voor te bereiden.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
refinancement de la sécurité sociale, le chemin est encore long et
difficile à parcourir. Nous estimons quant à nous que ces trois côtés
du triangle doivent être appréhendés de concert, au moment de
démarrer cette fameuse conférence qu'on appelle aujourd'hui
"conférence sur les carrières". Nous pensons qu'on ne peut pas
dissocier un aspect des autres, sous peine d'hypothéquer l'avenir
d'une société qui a déjà relevé de nombreux défis, qui devra relever
celui-ci et qui ­ nous l'espérons ­ le fera mieux que d'autres car elle
sera mieux préparée.
14.05 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mevrouw de minister, collega's, het feit dat ik in het debat
het woord neem, heeft niet zozeer te maken met de inhoud van het
voorliggende ontwerp, waar wij nauwelijks bezwaren tegen of
bedenkingen bij hebben. Het heeft veeleer te maken met de lessen
die wij kunnen en wat ons betreft moeten trekken uit de manier
waarop een en ander loopt, meer specifiek in verband met de
verhouding tussen het sociaal overleg en het regeringsbeleid.

Ik denk inderdaad dat het een goede reflex van de regering was om,
niettegenstaande er een handtekening ontbrak op het ontwerp van
interprofessioneel akkoord, het grootste deel van de bepalingen uit
dat ontwerp tot het hare te maken en voor te leggen aan het
Parlement. De ongebruikelijke situatie doet ons een aantal
bedenkingen in verband met de rol, de kracht en de waarde van het
sociaal overleg in onze economie en zelfs in onze samenleving
formuleren.

Mijn partij hecht bijzonder veel belang, in het verleden en vandaag,
aan een structureel overleg tussen werkgevers- en
werknemersorganisaties en ook aan overleg tussen de sociale
partners en de regering om zoveel mogelijk in consensus sociaal-
economische e en maatschappelijke problemen aan te pakken. Toch
kunnen wij niet rond de vaststelling dat de sociale gesprekspartners
er alsmaar moeilijker in slagen om op bepaalde uitdagingen in
consensus in te gaan. Ik denk aan het eindeloopbaandebat. Ik denk
aan het moeilijke vraagstuk van de alternatieve financiering van de
sociale zekerheid. Ik denk aan het eeuwige dossier van het gelijke
statuut voor arbeiders en bedienden. Ik denk dat de sociale partners
de moeilijke dossiers alsmaar vaker ­ er zit een patroon in ­ hetzij
door onmacht, hetzij door onverantwoordelijkheid doorschuiven naar
de regeringstafel. Ik denk dat het voor de sp.a duidelijk is dat, als de
sociale partners blijven steken in de coulissen, de regering en het
Parlement knopen moeten doorhakken.

Die werkwijze doet alvast een aantal vragen rijzen over de
geloofwaardigheid van de sociale partners. Ik wil twee precieze
voorbeelden geven die ons bijzonder na aan het hart liggen en die
jammer genoeg niet vervat zitten in het ontwerp van interprofessioneel
akkoord of slechts gedeeltelijk. Het eerste is alles wat betrekking
heeft op risicogroepen. Opnieuw zien wij dat de sociale partners een
belangrijke bijdrage aan de kant zetten. Zij wensen namelijk 0,10%
van de loonmassa te besteden om risicogroepen op de arbeidsmarkt
extra kansen te geven.

Dat engagement, collega's, gaat al een aantal interprofessionele
akkoorden mee, maar er is jammer genoeg ­ dit bleek opnieuw uit de
discussie in de commissie ­ geen kat in ons land die kan nagaan hoe
14.05 Hans Bonte (sp.a-spirit):
Le groupe sp.a-spirit n'a guère
d'objections quant au fond de ce
projet. Mon intervention portera
donc plutôt sur le rapport entre la
politique du gouvernement et la
concertation sociale.

Le gouvernement a eu la bonne
idée de soumettre l'essentiel des
dispositions du projet d'accord
professionnel au Parlement, bien
que cet accord n'ait pas été signé
par un des partenaires sociaux.

Mon parti attache une grande
importance à la concertation entre
les salariés et les employeurs, tout
comme à celle entre les
partenaires sociaux et le
gouvernement, ces deux outils
permettant de répondre aux
problèmes sur la base d'un
consensus.

Il s'avère pourtant de plus en plus
clairement que les partenaires
sociaux ne sont pas en mesure
d'apporter la solution à tous les
grands problèmes sociaux.
Impuissants et incapables de
prendre leurs responsabilités, ils
ont de plus en plus souvent
tendance à transmettre les
dossiers au gouvernement. C'est
au gouvernement et au Parlement
qu'il revient alors de trancher.

Je m'interroge dès lors sur la
crédibilité des partenaires sociaux
étant donné qu'ils ne réussissent
pas à trouver les solutions que
l'ensemble de la société attend.

Dès lors, 0,10% de la masse
salariale est consacré à
l'intégration de groupes à risque
sur le marché de l'emploi. Nul ne
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
de middelen precies besteed worden, wat de effecten ervan zijn en
wat de efficiëntie ervan is. Het enige wat we wel kunnen vaststellen,
collega's, is dat het aandeel van de zogenaamde risicogroepen in de
totaliteit van de werkloosheid stelselmatig aan het toenemen is. Om
de zoveel maanden worden we geconfronteerd met pijnlijke analyses
en rapporten over langdurige werklozen, mensen met een handicap of
mensen van allochtone afkomst, die het extra moeilijk hebben,
achteruitgesteld worden en gediscrimineerd worden op onze
arbeidsmarkt. Dat kunnen we wel precies vaststellen. Dat kunnen we
wel precies zien.

Dat we anno 2005 geen enkel zicht hebben op de efficiëntie van de
besteding van die 0,10 procent aan middelen, belemmert en
bemoeilijkt onze politieke reactie, die noodzakelijk is telkenmale we
geconfronteerd worden met discriminaties en achterstelling. Nochtans
heeft het Parlement vroeger reeds op expliciete voordracht van de
sociale partners wetten goedgekeurd die ons en de sociale partners
inzage moeten geven in de resultaten van het engagement van de
0,10 procent.

Zo wil ik erop wijzen dat een nog niet zo oude wet, die eigenlijk de wet
van 16 mei 2003 ter uitvoering van het vorige interprofessioneel
akkoord verlengt, zeer precies in haar artikel 4 bepaalt op welke
manier de overheid, het departement Werkgelegenheid en de Kamer
van volksvertegenwoordigers moeten gebrieft en gerapporteerd
worden omtrent de inspanningen in sectoren en bedrijven. Vandaag
merken we, zoals zovele jaren terug, dat die wettelijke bepaling dode
letter is gebleven en dat we tot op vandaag geen enkel rapport
hebben in ons Huis, niettegenstaande de wet op dat punt bijzonder
klaar en duidelijk is.

Mevrouw de minister, collega's, dat wij hier debatteren over een
wetsontwerp dat uitvoering geeft aan een IPA, bewijst dat de Kamer,
de politiek, bijzonder veel respect heeft voor het sociaal overleg, voor
de sociale afspraken die tussen werkgevers en vakbonden gemaakt
worden. Welnu, het minste wat wij kunnen eisen, is dat de sociale
partners ook enig respect betonen voor ons Huis, de overheid,
degenen die krachtens de wet op de hoogte gebracht moeten worden
van de resultaten van hun inspanningen in het veld.

Ikzelf zal er alvast bij de kamervoorzitter op aandringen dat zijn
instituut, de Kamer van volksvertegenwoordigers, gerespecteerd
wordt en effectief de rapporten krijgt die ons moeten informeren over
de manier waarop dag in dag uit geprobeerd wordt om risicogroepen
extra kansen te geven. Ik denk dat we als beleidsmakers daar ook
onze conclusies uit kunnen trekken.

Het tweede voorbeeld is misschien nog pijnlijker, in die zin dat we
reeds in diverse interprofessionele akkoorden de sociale partners
engagementen zien nemen om het hopeloos achterhaalde
onderscheid tussen arbeiders en bedienden weg te werken.

Ook begin dit jaar, tijdens die moeilijke onderhandelingen, viel ons
hierover een opmerkelijke passage op in het ontwerp-IPA. Deze keer
was de tekst zelfs iets preciezer dan de vorige keren aangezien de
sociale partners zich engageerden om tegen eind 2005 - nog
zeven maanden te gaan - verslag uit te brengen over een nieuw
statuut. Er zou een paritair samengestelde commissie worden
peut dire comment ces moyens
sont affectés ni avec quelle
efficacité. Dès 2003, la loi
prévoyait qu'un inventaire précis
des efforts fournis pour la mise au
travail des groupes à risque devait
être dressé. Cet inventaire n'existe
toujours pas. Il est déplorable que
le gouvernement et le Parlement
ne disposent toujours d'aucun
rapport. Le respect que le
gouvernement témoigne aux
accords conclus entre les
partenaires sociaux est également
de mise pour les partenaires
sociaux à l'égard du
gouvernement.

Un autre exemple est l'incapacité
des partenaires sociaux à
présenter un statut unique pour
mettre enfin un terme à la
distinction obsolète qui existe
entre le statut d'employé et celui
d'ouvrier. Si la date-butoir de la fin
de l'année n'est pas respectée, ce
dossier se retrouvera également
sur la table du gouvernement. La
distinction entre les deux statuts
n'est véritablement plus
défendable.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
opgericht onder leiding van een onafhankelijke voorzitter en er zou
worden gewerkt aan dat nieuw statuut. Ook hier opnieuw vernamen
wij tijdens de bespreking in de commissie voor de Sociale Zaken dat
er tot op vandaag nog geen sprake is van een ontwerp van nieuw
statuut. Meer nog, er is zelfs geen sprake van de commissie die
daaraan zou moeten beginnen werken.

Mevrouw de minister, op dit punt wil mijn fractie bijzonder duidelijk
zijn. Indien de sociale partners er binnen de komende zeven
maanden niet in slagen een nieuw eenheidsstatuut uit te werken,
wordt dit ten volle een regeringsverantwoordelijkheid. U kunt niet een
deel van het ontwerp interprofessioneel akkoord overnemen en een
deel niet. Dit engagement dat was ingeschreven in het
interprofessioneel akkoord moet effectief worden gerealiseerd.
Wanneer de sociale partners het niet doen, zal de Kamer het moeten
doen. Wat ons betreft, zouden wij dat liefst doen op voordracht van de
regering die in het voorjaar 2006 met een ontwerp wordt verwacht in
het Parlement. Want de huidige onrechtvaardige en arbitraire
scheiding tussen arbeiders en bedienden zorgt voor verzuring,
ongelijkheid en onrechtvaardigheid.

Ik wil een voorbeeld geven. Op dit ogenblik gaan er in mijn regio
onderhandelingen door over een pijnlijke sluiting van een
onderneming uit de metaalsector omwille van een delocalisatie. In het
ontwerpakkoord waarover wordt onderhandeld, is voorzien in een
sluitingspremie voor bedienden gebaseerd op de iedereen
welbekende formule-Claeys, terwijl de arbeiders het zullen moet doen
met de wettelijk bepaalde minimum sluitingspremie. Een pikant detail
in deze is dat er zowel bij de arbeiders als bij de bedienden mensen
zijn die precies dezelfde prestaties leveren in dezelfde onderneming.

Dit maar om aan te geven dat we daarmee niet kunnen en niet mogen
leven. Dit zorgt effectief voor ongelijkheden die allerlei perverse
maatschappelijke gevolgen hebben. Ik wil erop wijzen dat het
wegwerken van het onderscheid arbeiders-bedienden ongetwijfeld tot
een administratieve vereenvoudiging zal leiden die de inspanningen
die de staatssecretaris levert in het niets zal laten verzinken mochten
wij effectief het eenheidsstatuut kunnen doorvoeren.

Mevrouw de minister, tot daar een reeks politieke bedenkingen die ik
namens mijn fractie wou formuleren, met bijzondere aandacht voor de
risicogroepen en het dossier arbeiders-bedienden. Dit neemt echter
niet weg dat, niettegenstaande deze zaken niet volledig werden
geregeld in het wetsontwerp, de sp.a niet ten volle achter het
voorliggend ontwerp staat. Dat ontwerp geeft immers uitvoering aan
zaken waarover een overeenkomst bestond, niet het minst omwille
van het feit dat daarmee tegelijkertijd een aantal wetgevende
initiatieven van onze fractie worden geregeld.
14.06 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, monsieur le ministre, chers collègues, je le dis d'emblée: le
groupe MR apportera aujourd'hui ses voix au projet de loi
"concertation sociale" qui exécute l'accord interprofessionnel 2005-
2006. Nous scellons ainsi le sort d'une négociation longue et difficile,
mais dont il faut mesurer les conséquences positives à deux titres:
d'abord, parce qu'elle concerne la vie quotidienne de plus de
2,5 millions de travailleurs et, ensuite, parce que la traduction de cet
accord par le gouvernement comporte une signification politique forte.
14.06 Daniel Bacquelaine (MR):
De MR-fractie zal dit ontwerp
steunen omdat het een grote
politieke betekenis en een
positieve uitwerking op het
dagelijkse bestaan van de
werknemers heeft.

Wat de concrete gevolgen betreft,
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40

En ce qui concerne les conséquences concrètes, j'en vois trois
importantes. Premièrement, la flexibilité. Ce mot fait parfois peur, il
est stigmatisé comme s'il était synonyme de précarité. Pourtant, c'est
faux: au contraire, la flexibilité rencontre la plupart du temps les
attentes de la grande majorité des travailleurs qui désirent, par
exemple, faire en sorte que leur vie personnelle ou familiale soit le
mieux possible compatible avec leur vie professionnelle. Cette
flexibilité est donc une façon de rendre compatibles les diverses
facettes de la vie de chaque individu et de l'aider à organiser son
temps de travail et sa vie familiale en fonction des impératifs
rencontrés dans les divers domaines de sa vie personnelle.

Cette notion de flexibilité est importante et il faut saluer le bon sens
des négociateurs qui ont dépassé l'écueil idéologique qui
accompagne souvent la prise en compte du principe de flexibilité.
Cette flexibilité peut répondre au besoin de réactivité des entreprises
par rapport à la demande de leur clientèle et aux différents marchés,
mais elle répond aussi aux attentes des travailleurs qui pourront
désormais accroître leur salaire poche, tout en revenant sur la rigidité
d'un rythme de 38 heures/semaine, qui ne correspond pas
nécessairement à leurs aspirations du moment ni aux exigences et
spécificités de certains secteurs d'activité.

C'est le nouveau mécanisme des heures supplémentaires qui permet
de rencontrer ces attentes: il va dans le bon sens en autorisant le
travailleur à choisir soit la voie d'une rémunération plus confortable,
soit la voie d'un aménagement des périodes de repos.
zijn wij blij dat meer flexibiliteit
wordt toegestaan. De
onderhandelaars hebben de
ideologische valkuilen weten te
omzeilen. Dankzij het nieuwe
mechanisme van de overuren
hebben de werknemers de keuze
tussen een hoger loon of
rustperiodes.
14.07 Camille Dieu (PS): Je ne pense pas que le travailleur
choisisse entre le salaire ou le repos compensatoire. Pas du tout! En
tout état de cause, le sursalaire lui est toujours versé, qu'un repos soit
décidé ou pas. La différence se situe au moment où il touchera
complètement son heure supplémentaire.
14.07 Camille Dieu (PS): Mij
dunkt dat de werknemer
überhaupt geen keuze heeft. Hoe
dan ook ontvangt hij de toeslag
voor overwerk. Het enige wat
verandert, is het moment waarop
het geld voor de overuren op zijn
rekening gestort zal worden.
14.08 Daniel Bacquelaine (MR): Il peut aussi choisir de ne pas faire
d'heures supplémentaires. En fait, on donne un surplus de liberté de
choix au travailleur. Soit il continue à faire ce qu'il faisait
précédemment, et l'accord interprofessionnel ne l'oblige en rien à
modifier ses habitudes de travail; soit, au contraire, il considère qu'il
va bénéficier et profiter de ce que lui offre cette nouvelle possibilité.
Je pense donc que c'est accroître la liberté du travailleur et de son
libre choix. C'est, en tout cas, ne lui imposer aucune nouvelle
contrainte. Cela m'apparaît être une avancée significative qui va dans
le bon sens.

Il en aurait été tout autrement si on avait procédé par des impératifs,
par des obligations ou par des contraintes. Mais ce n'est évidemment
pas le cas. On fait simplement en sorte que s'il opte pour réaliser un
certain nombre d'heures supplémentaires, il en soit davantage gratifié
sur le plan de la rémunération. Il y a là une possibilité nouvelle qui lui
est offerte et qui n'entraîne aucune contrainte.
14.08 Daniel Bacquelaine (MR):
Hij kan ervoor kiezen geen
overuren te maken. Dit is een stap
in de goede richting. Dat zou niet
zo zijn als er sprake was van
dwang. Maar de werknemer wordt
geenszins verplicht over te
werken.
14.09 Camille Dieu (PS): Vous ne m'avez pas comprise.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
14.10 Daniel Bacquelaine (MR): Si. C'est comme cela.
14.11 Camille Dieu (PS): Je veux bien vous expliquer.
14.12 Daniel Bacquelaine (MR): On n'impose en rien des heures
supplémentaires au travailleur. Il est tout à fait libre de ne pas en
faire. Aucun texte ne lui en impose. L'éventail des possibilités en
termes d'heures supplémentaires est simplement élargi. C'est une
avancée sauf si, idéologiquement, on estime que l'heure
supplémentaire en tant que telle est une chose sacrilège et tout à fait
inepte. Mais alors cela devient de l'idéologie, et on ne considère plus
les avantages ou les possibilités offertes au travailleur lui-même.

La deuxième réalisation concrète dans le cadre de cet accord
interprofessionnel est l'accent qui est mis sur la recherche et le
développement. Afin de stimuler l'innovation, que l'on sait cruciale et
déterminante par rapport à la position concurrentielle des entreprises,
l'accord interprofessionnel adresse en effet une demande précise au
gouvernement fédéral de créer pour un an, à titre expérimental, un
cadre légal dans lequel les primes accordées au travailleur
introduisant de nouveaux produits ou de nouveaux processus seraient
dispensées d'impôt et de cotisations de sécurité sociale. Dans cet
esprit, le gouvernement a répondu à une attente. Il complète ainsi sa
politique en faveur des réductions de charge et de mesures fiscales
spécifiques pour les chercheurs ou encore dans le cadre de la
création du fonds d'idées.

Il va de soi que notre groupe soutient totalement ces mesures, tant il
est vrai qu'elles constituent la clé principale permettant d'ouvrir les
possibilités d'un retour à l'emploi dans notre pays.

Troisième réalisation concrète et toujours dans la même perspective
ou en définitive dans la même logique, il faut souligner l'effort de notre
gouvernement pour l'attractivité des bas salaires par le biais des
moyens consentis à la réussite du bonus crédit d'emploi. Je vais
revenir sur cet élément qui me paraît décisif dans la lutte contre le
chômage. Le travail est émancipateur, il faut qu'il soit toujours plus
rémunérateur que l'allocation sociale, plus avantageux que l'allocation
sociale. Cela me paraît être une règle de base. Force est de constater
que ce n'est pas toujours le cas et que certaines situations constituent
encore actuellement des pièges à l'emploi contre lesquels nous
devons lutter efficacement. Il y a nécessité d'augmenter le salaire
poche des travailleurs et c'est ce que font ces gouvernements depuis
1999, en réduisant les charges, notamment et principalement sur les
bas salaires, ce qui me semble important, et en instaurant le bonus
crédit d'emploi.

J'en viens à présent à l'aspect plus politique de ce projet, à sa
signification politique. On a dit que les négociations ont été difficiles: à
un moment donné, on a même parlé d'échec puisqu'un des
partenaires, la base d'un des partenaires a rejeté un texte qui avait
pourtant été signé par ses instances dirigeantes.
14.12 Daniel Bacquelaine (MR):
In antwoord op een vraag uit het
interprofessioneel akkoord, zal de
regering gedurende een jaar voor
de nodige regelgeving zorgen om
de werknemers die nieuwe
producten of processen
ontwerpen, van belastingen en
socialezekerheidsbijdragen vrij te
stellen. Die maatregel komt boven
op de lastenverlagingen en de
specifieke fiscale maatregelen
voor de onderzoekers en het
Ideeënfonds, maatregelen die de
MR-fractie steunt, omdat ze
volgens haar de sleutel vormen
naar meer werkgelegenheid in ons
land.

Met de werkbonus maakte de
regering de laagste lonen
aantrekkelijker.

Politiek gezien verliepen de
onderhandelingen moeizaam. Een
van de partners verwierp de tekst
die nochtans door de leidende
instanties was ondertekend.
14.13 Camille Dieu (PS): Je voudrais vous faire remarquer
qu'aucune organisation syndicale du front commun n'a signé ce projet
d'accord.
14.13 Camille Dieu (PS): Geen
enkele vakorganisatie van het
gemeenschappelijk vakbondsfront
ondertekende het ontwerpakkoord.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
14.14 Daniel Bacquelaine (MR): Je parle des dirigeants, de la
classe privilégiée des organisations, qui ont accepté cet accord à un
moment donné. Il y a eu une distorsion entre la base et la direction qui
vit peut-être en dehors des réalités. Si c'est cela que vous voulez me
dire, j'en prends acte. Il y a eu effectivement un écart entre les intérêts
tels que les percevait la base des travailleurs et ce que décidait pour
eux une certaine direction des organisations. Oui, c'est vrai et c'est
pourquoi je dis que ces négociations ont été difficiles.

Néanmoins, le gouvernement a posé le geste qui convenait, en
exécutant intégralement le résultat des négociations. Et cela, c'est
important.

Ces négociations n'ont pu aboutir que grâce à un important effort
fiscal consenti par le gouvernement dans la plupart des points
négociés. Je rappelle qu'il s'agit d'une enveloppe de 252 millions
libérés par le contrôle budgétaire avec, au-delà du bonus crédit
d'emploi, une attention particulière pour les heures supplémentaires,
pour le travail en équipe, en provenance du budget du ministre des
Finances. C'est là une démonstration supplémentaire ­ il faut le dire ­
de réalisation sociale par la voie fiscale. Je pense donc une fois pour
toutes ­ mais il semble que certains ne voient pas la réalité telle
qu'elle existe ­ qu'il n'y a aucun antagonisme entre le fiscal et le
social, bien au contraire! Cet accord interprofessionnel démontre à
suffisance que la voie fiscale conduit à des améliorations sociales.
14.14 Daniel Bacquelaine (MR):
Ik heb het over de leiders van die
organisaties. Er is een grote
afstand tussen de basis en de
leiding van die partner. Wellicht
leeft die laatste te veel in een
ivoren toren...

Toch heeft de regering het
resultaat van de onderhandelingen
integraal uitgevoerd,
onderhandelingen die maar
dankzij een aanzienlijke fiscale
inspanning tot een goed einde
werden gebracht: naar aanleiding
van de begrotingscontrole werd
252 miljoen vrijgemaakt, met,
naast de werkbonus, een
bijzondere aandacht voor de
overuren en voor de
ploegenarbeid. Die middelen zijn
afkomstig van het departement
Financiën. Desondanks blijven
sommigen halsstarrig volhouden
dat het fiscale en het sociale
onverzoenlijk zijn.
14.15 Camille Dieu (PS): A condition, toutefois, de ne pas vider les
caisses de l'Etat ou de la sécurité sociale. Sinon, quelle politique
pourriez-vous mener, par exemple, pour les services publics?
14.15 Camille Dieu (PS): Op
voorwaarde dat daarvoor niet al
het geld van de Staat en van de
sociale zekerheid wordt
opgesoupeerd! Anders kunnen we
de openbare diensten niet meer
financieren!
14.16 Daniel Bacquelaine (MR): J'entends bien, madame Dieu. En
tout cas, je peux vous dire que jusqu'à preuve du contraire, les
réductions de charges fiscales que nous avons engrangées, ces
dernières années, n'ont pas empêché les surplus de recettes fiscales
dans ce pays, sur un plan général. Bien au contraire! Si votre
raisonnement était exact, il faudrait que vous nous expliquiez
comment il se fait que, malgré les réductions de charge fiscale, nous
ayons, par rapport aux prévisions de recettes fiscales, des surplus de
recettes extrêmement importants. En fait, la situation idéale, madame,
serait que chacun individuellement paie moins d'impôts mais que tous
ensemble nous payions davantage d'impôts parce que tout le monde
en paierait un peu. C'est là que se situe la grande différence entre nos
perceptions des choses.

Nous considérons, pour notre part, que la croissance nouvelle qui est
possible si l'on réduit suffisamment les charges et les impôts permet
d'agrandir les assiettes à la fois fiscales et sociales et donc de
générer des recettes suffisantes pour garantir la protection sociale. Le
débat n'est pas de savoir si, en prélevant moins d'impôts, on risque
de mettre en péril la protection sociale ou les services publics. Il s'agit
plutôt de faire en sorte que, par les réductions des charges sociales et
fiscales, on engendre davantage de croissance et d'activité
économique, ce qui permettrait précisément de garantir la qualité des
14.16 Daniel Bacquelaine (MR):
Ondanks de fiscale
lastenverlaging zijn de fiscale
ontvangsten gestegen. Het zou
nog beter zijn als iedereen een
beetje belasting zou betalen zodat
wij met ons allen in totaal meer
zouden betalen, maar als individu
minder.

We kunnen de groei stimuleren
door de lasten en belastingen
voldoende te verminderen. Door
de aldus ontstane economische
groei kan het fiscale en sociale
draagvlak worden vergroot
waardoor op zijn beurt voldoende
inkomsten kunnen worden
gegenereerd om het voortbestaan
van het stelsel van sociale
bescherming te waarborgen. Via
de sociale en fiscale
lastenverlaging moeten de groei
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
services publics et la protection sociale.

Le gouvernement et la classe politique en général ont été largement
accusés de s'occuper essentiellement, par exemple, de problèmes
institutionnels comme BHV et de ne faire que cela. Nous avons ici la
démonstration inverse puisque le gouvernement a, me semble-t-il,
réalisé un travail utile et nécessaire pour débloquer une situation et la
traduire concrètement dans la réalité.

Enfin, il faut dire à l'opinion que notre majorité travaille dans la
cohérence, à la recherche de solutions pour relever notre taux
d'emploi. Pour notre groupe, ces solutions doivent se fonder - je l'ai dit
- sur la croissance, sur la capacité de générer de nouveaux postes de
travail par l'activité économique. Bien entendu, certaines politiques
ciblées peuvent être efficaces - je pense par exemple à la réussite
des titres-services - mais il importe avant tout de concentrer nos
efforts sur la meilleure façon de faire croître l'activité économique.

Nous nous réjouissons dès lors des choix posés par les partenaires
sociaux qui consacrent cette préoccupation, en quelque sorte libérale.
Je songe à la norme salariale raisonnable. Il convenait que notre pays
redevienne concurrentiel dans ce domaine ou, à tout le moins, que ce
soit l'objectif poursuivi.
en de economische activiteit
worden aangezwengeld. Op die
wijze komt er voldoende geld vrij
voor de financiering van
kwaliteitsvolle openbare diensten
en een performant stelsel van
sociale bescherming.

De communautaire problemen
hebben de werkzaamheden van
de regering dus niet verlamd,
zoals sommigen beweren.

De paarse meerderheid neemt
coherente maatregelen om de
werkgelegenheid aan te
zwengelen. De MR is van oordeel
dat specifieke beleidsmaatregelen
succesvol kunnen zijn op
voorwaarde dat onze economie de
kans krijgt om te groeien, wat
automatisch tot meer jobs leidt.
We zijn blij dat de sociale partners
dat liberaal standpunt bevestigen.
14.17 Camille Dieu (PS): (...)
14.18 Daniel Bacquelaine (MR): Si ce ne sont pas les entreprises
qui créent des emplois, je ne sais pas très bien qui va le faire. Je peux
comprendre que les porte-parole habituels d'un discours misérabiliste,
tendant à dire que tout ce qui concerne des baisses de charges,
d'impôts, etc. est une politique qui va à l'encontre des intérêts sociaux
dans notre pays, soient quelque peu gênés.

Madame Dieu, il faut convenir que cet accord interprofessionnel est le
premier du genre, dans le sens où, pour la première fois,
effectivement, il ne s'agit pas de mettre en péril la compétitivité des
entreprises mais bien de rendre compatible la compétitivité des
entreprises avec la possibilité pour les travailleurs de bénéficier de
réductions de charges et de réductions d'impôts.

Je crois que c'est une première. Je comprends votre perplexité, votre
doute par rapport à cela, puisque vous n'avez jamais, me semble-t-il,
été habituée à ce type d'accord précédemment. C'est un mode
nouveau, essentiellement basé sur des réductions de charges et des
réductions d'impôts qui permettent aux travailleurs de bénéficier de
conditions meilleures qu'auparavant dans le cadre d'une concertation
sociale.

Cet élément me semble particulièrement important. Nous devons
nous réjouir d'avoir réussi cette compatibilité. Il reste naturellement de
nombreuses réformes à mener. C'est clair, je ne vais évidemment
pas le nier. On doit se focaliser aujourd'hui sur le fameux débat de la
carrière. Pas sur le débat de la fin de carrière, comme on le dit trop
souvent. Il ne s'agit pas de cibler sa politique uniquement sur les 55-
64 ans, ce serait insuffisant. Il faut, au contraire, reconsidérer
l'ensemble de la carrière, redessiner l'ensemble du parcours
professionnel. Il ne faut pas laisser croire qu'une seule classe d'âge
14.18 Daniel Bacquelaine (MR):
Wie zou dat anders doen? De
gebruikelijke woordvoerders met
hun zwartgallig discours zijn daar
misschien niet zo gelukkig mee,
maar dit interprofessioneel
akkoord is het eerste dat de
concurrentiekracht van de
bedrijven met een lasten- en een
belastingdaling voor de
werknemers weet te verzoenen.

We hebben nog heel wat
hervormingen voor de boeg. Ons
inziens zal men, om een oplossing
voor het vraagstuk van de
loopbanen te vinden, de hele
carrière, en niet alleen het
loopbaaneinde, op een nieuwe
leest moeten schoeien. Het kan
niet zo zijn dat de last van onze
geringe werkgelegenheidsgraad
op de schouders van één enkele
leeftijdscategorie terechtkomt. Er
moeten sterke banden tussen de
generaties worden gesmeed, en
privé- en beroepsleven moeten
perfect op elkaar afgestemd
kunnen worden.

Kennelijk kunnen ideologische
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
assume aujourd'hui notre faible taux d'emploi. Ce n'est pas exact.
C'est toute la carrière qu'il faut envisager, et non uniquement la fin de
carrière.

Dans un dossier aussi sensible, il ne nous semble pas réaliste
d'envisager une issue qui ait quelque ambition, alors que l'on se
bornerait pour l'essentiel à demander à ceux en fin de parcours
professionnel de fournir encore un petit effort. Certes, cet effort est
indispensable, mais il ne sera accepté que si des liens forts entre
générations sont imaginés dans le même temps.

Des mesures souples sont nécessaires pour dynamiser le
déroulement de l'ensemble de la vie professionnelle. On ne peut
croire à la réussite d'une telle réorganisation que si l'on élabore
parallèlement des solutions concrètes de parfaite intégration entre le
temps de vie privée et le temps de vie professionnelle.

A cet égard, nos aspirations ont effectivement changé et les
technologies modernes ouvrent sans doute de nouvelles
perspectives. Il faut faire droit à ce renouveau. L'exemple du
mécanisme des heures supplémentaires dans l'accord
interprofessionnel montre que les clivages idéologiques peuvent être
dépassés dans des domaines que l'on croyait fermés ou tabous. Il
faut poursuivre dans cette voie et ouvrir des pistes d'un ensemble de
solutions nouvelles, permettant de libérer à la fois les travailleurs et
les employeurs.

La Conférence nationale pour l'emploi d'octobre 2003 avait permis un
échange d'idées débouchant sur un certain nombre de solutions
concrètes. La réédition d'un forum de ce type permettrait sans doute à
chacun d'avancer des revendications, en ne limitant pas le débat aux
fins de carrière, dont on connaît la propension à crisper quelque peu
les différents intervenants.

En conclusion, je voudrais dire, monsieur le président, combien nous
sommes satisfaits d'avoir pu engranger des accords s'appuyant à la
fois sur la nécessité de maintenir la compétitivité de nos entreprises et
le pouvoir d'achat des travailleurs, ainsi que sur la possibilité de
générer des avantages sociaux de nature différente, mais qui
correspondent véritablement aux aspirations des travailleurs dans le
cadre de leur vie quotidienne et professionnelle.
tegenstellingen overstegen
worden, zoals mag blijken uit het
mechanisme van de overuren. Er
moeten denkpistes aangereikt
worden voor nieuwe, bevrijdende
oplossingen voor werkgevers en
werknemers. Via een nieuw forum,
naar het voorbeeld van de
nationale Werkgelegenheids-
conferentie van oktober 2003, zou
er voor iedereen op een serene
manier vooruitgang geboekt
kunnen worden.

Ik ben, kortom, blij met dit
akkoord, dat het
concurrentievermogen van de
bedrijven én de koopkracht van de
werknemers vrijwaart, en dat
verschillende maar door de
werknemers gewenste sociale
voordelen aanbiedt.
14.19 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, mijnheer de minister, straks zal wellicht een
grote meerderheid op het groene knopje drukken om de wet goed te
keuren die het IPA in wet moet omzetten. Wij van het Vlaams Belang
zullen dat niet doen en zullen ons onthouden, en wel om verschillende
redenen.

Ten eerste willen wij met onze onthouding een signaal geven aan de
sociale partners dat die interprofessionele onderhandelingen zeker
geen hoogmis waren voor het sociaal overleg, integendeel. Die
onderhandelingen voor het IPA vormden de eerste van drie
hindernissen die de sociale partners moesten nemen dit jaar, naast
het komende debat over het loopbaaneinde en de financiering van de
sociale zekerheid. Het was eigenlijk de gemakkelijkste hindernis van
de drie. Maar het was bij wijlen zielig om aan te zien hoe de sociale
partners met elkaar in de clinch gingen en elkaar verwijten naar het
14.19 Guy D'haeseleer (Vlaams
Belang): Contrairement à la
grande majorité du Parlement, le
Vlaams Belang n'approuvera pas
la transposition légale de l'accord
interprofessionnel.

Par notre abstention, nous voulons
attirer l'attention des partenaires
sociaux sur le caractère à tout le
moins médiocre des négociations
sociales. Le débat sur la fin de
carrière et le financement de la
sécurité sociale constituent des
obstacles plus difficiles encore
mais les conflits entre les
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
hoofd slingerden. Het gevolg was dan ook: lange onderhandelingen
die uiteindelijk op niets dreigden uit te draaien.

Zonder de vele miljoenen euro van de regering die als glijmiddel
moesten dienen om toch tot een akkoord te komen was dat sociaal
overleg een complete flop geworden en had het de verwachtingen
zeker niet kunnen inlossen. Het door de regering afgekochte
miniakkoord kreeg uiteindelijk nog de afkeuring van de
vakbondsachterban te verwerken.

Ik meen, voorzitter, dat de sociale partners goed moeten beseffen dat
zij een belangrijke rol te spelen hebben in ons sociaal overlegmodel,
maar dat zij in dat verband ook hun verantwoordelijkheid moeten
nemen. Het is onze mening dat er vanuit de regering duidelijker
signalen moeten komen naar de sociale partners dat de speeltijd
voorbij is. Wij staan voor belangrijke uitdagingen die moed zullen
vergen, zowel vanwege het Parlement en de regering alsook zeker en
vast van de sociale partners. Als ik de manoeuvres zie die worden
uitgehaald om het hoogdringende debat inzake het loopbaaneinde te
vertragen, ben ik pessimistisch gestemd over de nabije toekomst.

De sociale partners moeten goed beseffen dat zij zichzelf buiten spel
dreigen te zetten. Ik hoop, mevrouw de minister, dat u vastberaden
zult zijn en zelf uw verantwoordelijkheid zult nemen indien blijkt dat
men op het terrein niet bereid is de noodzakelijke hervorming van de
arbeidsmarkt door te voeren.

Wat de maatregelen zelf betreft, zijn wij uiteraard blij dat er een aantal
aanzetten wordt gegeven in het IPA. Ik denk daarbij aan de
aanpassing van de overuren en de ploegenarbeid, en ook aan de
oprichting van het Fonds ter bevordering van de toegang tot arbeid
van personen met een handicap, de uitbreiding van de toepassing van
het Sluitingsfonds. Dat zijn allemaal positieve elementen die dankzij
de financiële inbreng van de regering tot stand zijn kunnen komen.
Maar wij moeten er ook niet euforisch over doen. Het zijn de eerste
stappen in de goede richting, die in de nabije toekomst verder
uitgebouwd moeten worden.

Waarmee wij als Vlaams Belang niet akkoord kunnen gaan, is de
wijze waarop men de actieve begeleiding en opvolging van werklozen
organiseert. De Raad van State had daar fundamentele opmerkingen
op, in die zin dat hij terecht aangaf dat men zich daar op het terrein
van de Gewesten begeeft door aangelegenheden te financieren die
niet tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren. Dat komt
er natuurlijk van als men geen werk maakt van homogene
bevoegdheidspakketten en tegelijkertijd moet zien dat het systeem
niet werkt.

Wij als Vlaams Belang pleiten er al jaren voor dergelijke problemen
ten gronde aan te pakken en dus de hele begeleiding en opvolging,
inclusief de werkloosheidsverzekering, te defederaliseren.

Dat zou een efficiënt bestuur ten goede komen en zou op die manier
ook elk Gewest voor zijn verantwoordelijkheid plaatsen. De gevolgen
van een lakse houding of benadering door een van de Gewesten
zouden dan door dat Gewest zelf gedragen moeten worden en geen
aanleiding meer kunnen geven tot discussies, zoals wij de laatste
maanden te veel hebben moeten meemaken. Het zou ook komaf
partenaires sociaux n'en étaient
pas moins pitoyables. Sans les
nombreux millions dégagés par le
gouvernement, la concertation
aurait lamentablement échoué.
Quoi qu'il en soit, les attentes n'ont
pas été rencontrées.

Le mini-accord dont le
gouvernement avait payé le prix a
été rejeté par la base syndicale.
Les partenaires sociaux doivent
prendre leurs responsabilités et le
gouvernement doit indiquer que la
récréation est terminée, étant
donné l'importance des défis qui
nous attendent. Je suis pessimiste
pour l'avenir immédiat. Les
partenaires sociaux risquent de
s'exclure eux-mêmes. J'espère
que le ministre mènera si
nécessaire lui-même les réformes
indispensables du marché du
travail. L'AIP prévoit des incitants
positifs tels que l'élargissement
des interventions du Fonds de
fermeture. Ces mesures sont
possibles grâce à l'apport financier
du gouvernement. L'euphorie n'est
toutefois pas de mise étant donné
qu'il s'agit de premières mesures
qui doivent être développées dans
le futur.

Le Vlaams Belang n'adhère pas
au mode d'organisation de
l'accompagnement et du suivi
actifs des chômeurs. Le Conseil
d'Etat a souligné à juste titre que
cette matière relève de la
compétence des Régions.

Voilà ce qui arrive lorsqu'on omet
de définir des ensembles de
compétences homogènes tout en
constatant que le système ne
fonctionne pas. Nous préconisons
une défédéralisation qui serait
salutaire pour l'efficacité de la
gestion et qui placerait chaque
Région face à ses responsabilités.

En avril 2000, ce Parlement a
adopté à l'unanimité une motion
sur l'instauration d'un statut
unique. Plus de cinq après, nous
n'avons pas avancé d'un pouce.
Dans le cadre des derniers
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
maken met allerhande samenwerkingsakkoorden die toch niet
nageleefd worden.

Deze logische gevolgtrekkingen wil men in dit land echter niet nemen.
Het beperkt zich tot wat oplapmiddelen waarvan wij binnen afzienbare
tijd spijtig genoeg zullen moeten vaststellen dat zij weinig zoden aan
de dijk brachten.

Mevrouw de minister, ik wil hier ook nog een oproep doen wat betreft
het eenheidsstatuut. Ik herinner mij dat wij in april 2000 unaniem een
motie goedkeurden die vroeg om een spoedige oplossing voor dit
terecht gestelde probleem. Meer dan vijf jaar later, moeten wij thans
vaststellen dat wij nog geen stap verder staan. Bij de laatste IPA's
kwam dat probleem steeds ter sprake, maar het werd steeds
uitgesteld. Het enige wat wij steeds te horen kregen van de sociale
partners, is dat de politiek zich daarmee best niet zou bemoeien. De
sociale partners zouden dat zelf wel oplossen.

Ik lees ook in dit ontwerp van IPA dat de sociale partners zeggen dat
zij daarvoor het best geplaatst zijn. Andermaal werd een commissie in
het vooruitzicht gesteld, ditmaal zelfs onder leiding, zoals
commissievoorzitter Hans Bonte al zei, van een onafhankelijk
voorzitter, die ervoor moet zorgen dat er tegen eind dit jaar een
verslag over het nieuw statuut uitgewerkt is.

Mevrouw de minister, uit uw antwoord in de commissie heb ik
begrepen dat er daarin helemaal geen beweging komt en dat wij eind
2005 jammer genoeg enkel en alleen zullen moeten vaststellen dat
we even ver staan als zoveel jaren geleden.

In dit dossier is onze enige boodschap aan de sociale partners de
volgende. Het Parlement is het getalm beu, de sociale partners
hebben hun kans verkeken en de politiek zal en moet zelf
verantwoordelijkheid nemen. Ik hoop dan ook dat wij eind 2005, als
wij vaststellen dat er geen schot komt in dat dossier, kunnen starten
met de behandeling van de ingediende wetsvoorstellen terzake.

Mevrouw de minister, tot besluit zeg ik namens het Vlaams Belang
dat het IPA te weinig inhoudt en dat de hervormingen te traag
evolueren. Dat zal u wellicht niet verbazen. Het is niet vijf voor twaalf,
maar vijf over twaalf. Als wij de dringende noodzakelijke
hervormingen die onze arbeidsmarkt moeten dynamiseren, willen
doorvoeren, dan zullen wij allemaal, en niet het minst de sociale
partners, uit een ander vaatje moeten tappen.

Wij rekenen in ieder geval op een krachtdadig beleid, ook inzake de
komende dossiers, met de sociale partners als het kan, maar zonder
de sociale partners als het moet. Om die reden zal mijn fractie zich
onthouden bij de stemming over die wet.
accords interprofessionnels, la
question a été reportée à chaque
fois. Les partenaires sociaux
estimaient que la question ne
relevait pas du politique et qu'ils la
résoudraient eux-mêmes. En vertu
de l'AIP, une commission doit
établir d'ici à la fin de l'année un
rapport sur le nouveau statut. J'ai
conclu de la réponse du ministre
en commission que le dossier
n'avance pas. Nous devons
signifier clairement aux
partenaires sociaux que le
Parlement en a assez des
atermoiements. Le monde
politique doit prendre ses
responsabilités. J'espère que nous
entamerons fin 2005 l'examen des
propositions de loi qui ont été
déposées.

Cet AIP ne va pas assez loin pour
le Vlaams Belang. Les réformes
sont trop lentes. Nous voulons une
politique énergique. Avec les
partenaires sociaux si possible,
mais sans eux s'il le faut. Notre
groupe s'abstiendra lors du vote.
14.20 Minister Freya Van den Bossche: Ik heb een drietal vragen en
oproepen gekregen over de innovatiepremies. Het is nuttig dat de
regering de suggesties viseert die niet het voorwerp uitmaken van het
normale werk. Met andere woorden, het gaat niet alleen om
suggesties die buiten het normale werk vallen, dus niet binnen een
voorzienbare onderzoeksopdracht bijvoorbeeld, maar die ook
daadwerkelijk in de onderneming worden geïmplementeerd. De kans
dat dat het geval is voor meer dan 10% van de werknemers op een
14.20 Freya Van den Bossche,
ministre: En ce qui concerne les
primes d'innovation, le
gouvernement vise les
suggestions qui ne font pas partie
du travail normal. La probabilité
que plus de 10 pour cent des
travailleurs puissent en bénéficier
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
jaar, is relatief klein. Ik ben echter wel bereid om na een jaar sowieso
de evaluatie te maken en te zien of dat een probleem vormt. Mij lijkt
het niet dat dat het geval wordt.

Wat de beperking van de uitbreiding van het Fonds voor de Sluiting
van Ondernemingen betreft, moet ik simpelweg antwoorden dat dat
de uitdrukkelijke wil is van de sociale partners. Misschien kan ik dat
ietwat juister formuleren door te zeggen dat het de uitdrukkelijke wil is
van de sociale partners, die vanzelfsprekend een compromis hebben
moeten vinden, ook in dat dossier. Dat wil niet zeggen dat in de ideale
der werelden een van beide partners misschien niet wat verder had
willen gaan, maar aangezien de regering zich ertoe heeft verbonden
om het IPA zoals het integraal is opgesteld, een ontwerp van de
sociale partners, tot het hare te maken, betekent dat ook dat voor de
beslissing over het Fonds voor de Sluiting van Ondernemingen wij
exact hebben gedaan wat de sociale partners voor ogen hadden.

Ik kom tot de uitbreiding van de tussenkomst van de wet van 2002 tot
de non-profitsector. Het uitvoerings-KB ligt al sedert mei 2003 voor
onderzoek bij de NAR. De commissie heeft mij daar deze week ook
op gewezen en ik heb ook een brief verstuurd naar de NAR om hem
tot spoed te manen, omdat de lange termijn werkelijk onaanvaardbaar
is. Ik kan u dus enkel gelijk geven. Ik probeer er mee met u vaart
achter te steken.

Ten slotte, de reden waarom de rapportering van de sectoren te laat
is, zowel aan het Parlement als aan de regering, is dat mijn
voorganger die rapportering terecht heeft versterkt door die te
kaderen in globale opleidingsinspanningen. Blijkbaar is er een beetje
tijd nodig geweest om zich aan te passen aan de nieuwe wijze van
rapporteren. Momenteel worden al die sectorrapporten ingezameld
door de FOD. Dat betekent dat ze er over afzienbare termijn zullen
zijn en dat ze ook onmiddellijk zullen worden bezorgd aan het
Parlement.
au cours d'une année est
relativement faible. Je suis
disposée à procéder à une
évaluation après une année.

Le développement limité du Fonds
de fermeture des entreprises
correspond à la volonté explicite
des partenaires sociaux qui ont dû
trouver un compromis. Ici aussi, le
gouvernement a réalisé les
objectifs des partenaires sociaux.

En ce qui concerne
l'élargissement de la loi de 2002
au secteur non marchand, le projet
d'arrêté royal est soumis à
l'examen du Conseil national du
travail depuis mai 2003. Je lui ai
envoyé un courrier cette semaine
pour l'inciter à faire diligence.

Les rapports des secteurs au
Parlement et au gouvernement
sont tardifs. Mon prédécesseur a
renforcé à juste titre les règles
régissant l'établissement de ces
rapports en les inscrivant dans le
cadre global des efforts en matière
de formation. Ces changements
ont toutefois entraîné des
problèmes d'adaptation. Le SPF
réunit actuellement les rapports
des secteurs.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole dans la discussion générale?
14.21 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, je vous prie de bien vouloir m'excuser de n'avoir pu
intervenir dans le débat; j'étais occupé à autre chose et je ne pensais
pas que cela irait si vite! Je vais donc résumer mon intervention.

Je me réjouis de la conclusion de l'accord interprofessionnel. Il
convient de féliciter les partenaires sociaux d'avoir pu conserver leur
sang-froid. En effet, si le gouvernement a mis des moyens sur la
table, les circonstances dans lesquelles cela s'est fait, en décembre
2004 et en janvier 2005, étaient particulièrement difficiles. Je me
rappelle une séance plénière, un jeudi après-midi, au cours de
laquelle j'interpellais le premier ministre car, ce jour-là, circulaient
dans la presse des montants sensiblement différents de ceux
annoncés par le gouvernement.

Je suis satisfait de l'affinement de l'accord conclu dans le texte et les
amendements car je pense que les partenaires sociaux sont en
phase avec le produit "fini".

Le cdH espère vraiment qu'avec son soutien sur ce plan-là, le
gouvernement abordera les matières socio-économiques et pourra
14.21 Benoît Drèze (cdH): Dat er
een interprofessioneel akkoord tot
stand kwam, verheugt mij. Het
siert de sociale gesprekspartners
dat ze in moeilijke
omstandigheden hun
zelfbeheersing bewaarden.

Ik ben ook tevreden met het feit
dat de tekst werd verfijnd en met
de amendementen waarin de
sociale partners zich kunnen
terugvinden.

Nu moet de regering de sociaal-
economische problemen
aanpakken en de achterstand
inhalen. Het streefcijfer van
200.000 banen werd wellicht naar
voren geschoven om indruk te
maken. Het heeft geen zin zich
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
rattraper le retard pris dans d'autres dossiers qui nous ont tous
encombrés. Le chiffre de 200.000 emplois à créer, fixé comme
objectif en juillet 2003, avait peut-être été cité pour impressionner. S'il
ne faut plus se focaliser sur celui-ci, l'objectif de créer de l'emploi net
supplémentaire subsiste.

Les travaux en commission indiquent que les titres-services et
l'économie sociale produisent des résultats mais ces deux éléments
sont tout à fait accessoires dans l'économie globale du pays. Aussi,
nous espérons que, dans les semaines qui viennent, des résultats
importants seront enregistrés dans les secteurs majoritaires de
l'activité du pays. Nous vous aiderons dans vos projets constructifs et
nous aiderons le gouvernement à concrétiser ses ambitions.
erop blind te staren al blijft de
doelstelling natuurlijk het creëren
van meer werkgelegenheid. De
dienstencheques en de sociale
economie hebben resultaat maar
in het kader van de globale
economie zijn ze van secundair
belang. Wij hopen dat betere
resultaten worden geboekt in de
belangrijkste economische
sectoren en wij zijn bereid u te
helpen bij de realisatie van uw
constructieve plannen op dat
gebied.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1767/6)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1767/6)

Le projet de loi compte 50 articles.
Het wetsontwerp telt 50 artikelen.

Amendements déposés:
Ingediende amendementen:

Art. 23
- 6: Greta D'hondt (1767/7)
Art. 25
- 7: Greta D'hondt (1767/7)
- 8: Greta D'hondt (1767/7)
Art. 26
- 9: Greta D'hondt (1767/7)

Article 1. Il n'y a pas d'amendements. Pas d'observations? (Non)
Adopté.

- Les articles 2 à 22 sont adoptés article par article.
- De artikelen 2 tot 22 worden artikel per artikel aangenomen.

Op artikel 23 is er het amendement nr. 6 van mevrouw D'hondt.
14.22 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn
amendementen even toelichten. Amendement nr. 6 op artikel 23 en
ook de andere amendementen, behalve amendement nr. 9, behelzen
het stuk overuren uit dit wetsontwerp, dat de omzetting is van het
interprofessioneel akkoord.

Wat beogen de amendementen? Bijna alle collega's die gesproken
14.22 Greta D'hondt (CD&V):
L'amendement n° 6 à l'article 23
porte sur le volet "heures
supplémentaires" du projet de loi.
Nous souhaitons que le bénéfice
des avantages fiscaux accordé
aux travailleurs du secteur privé
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
hebben, ook de collega's van de meerderheid, hebben benadrukt hoe
belangrijk het onderdeel van de overuren is in dit wetsontwerp en het
interprofessioneel akkoord. Door de bepalingen rond de overuren
kunnen de werknemers een fiscaal voordeel genieten wanneer zij
overuren presteren. Wat niet geregeld is ­ dat is precies het
onderwerp van mijn amendementen ­ is dat werknemers uit de
publieke sector die precies hetzelfde doen als werknemers uit de
private sector dit fiscaal voordeel niet kunnen genieten.

Met amendement nr. 23 wil ik dit rechtzetten. Ik wil dus inderdaad de
bepaling weglaten waardoor men, om het fiscale voordeel in het kader
van de regeling overuren als loontrekkende te kunnen genieten, aan
de wet van 5 december 1968 inzake de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités onderhevig moet zijn,
omdat precies het onderhevig maken aan de wetgeving inzake de
collectieve arbeidsovereenkomst en de paritaire comités de
onmogelijkheid in zich houdt om dit voordeel ook aan de openbare
sector toe te kennen.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's dit brengt
natuurlijk een aantal discriminaties mee. Ik vrees dat de eerste die
een geding aanspant in het kader van de gelijkheid wel eens gelijk
zou kunnen krijgen. Ik heb in de verantwoording van dit amendement
twee voorbeelden aangehaald.

Ten eerste, wanneer dit amendement niet aanvaard wordt, dan zullen
zij die tewerkgesteld zijn in een privaat ziekenhuis wel het fiscale
voordeel kunnen genieten in het kader van de overurenregeling
waarin het IPA en dit wetsontwerp voorzien, en hun collega's die
precies dezelfde prestaties leveren in een openbaar ziekenhuis niet.
Dit is niet correct.

Ten tweede, de mensen van het terrein zullen dit voorbeeld heel goed
kennen, namelijk het verschil dat gemaakt zal worden tussen mensen
die overuren presteren in een private kinderopvangstructuur en zij die
overuren presteren in een openbare kinderopvangstructuur.

Op het lokale terrein weet iedereen die burgemeester of schepen is of
een andere lokale verantwoordelijkheid draagt, hoe subtiel die grens
soms is tussen een private of een openbare kinderopvangstructuur.
Vandaar, voorzitter, dat wij hopen dat dit amendement zal worden
aanvaard en dat men het principe van "gelijke monniken, gelijke
kappen" zal aanvaarden. Een werknemer moet dezelfde voordelen
krijgen als hij of zij overuren presteert, ongeacht of men in de private
dan wel in de openbare sector werkt.
soit étendu aux travailleurs du
secteur public qui font le même
travail. Aussi demandons-nous
que soit supprimée toute référence
à la loi du 5 décembre 1968. Le
présent texte, tel qu'il nous est
soumis, engendrera en effet une
discrimination entre les travailleurs
des hôpitaux publics et ceux des
hôpitaux privés. Il en va de même
pour le secteur de l'accueil des
enfants.
14.23 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
D'hondt, ik ben tevreden om een vraag te zien naar meer fiscale
verlagingen in zo'n ontwerp. Het was al een zeer goede inspanning
om een interprofessioneel akkoord te sluiten met een aantal fiscale
verlagingen, zoals voor de overuren en de ploegenarbeid.

Er zijn twee verschillende akkoorden, een interprofessioneel akkoord
voor de privé-sector en andere onderhandelingen voor de publieke
sector en misschien ook voor een aantal instellingen. Dat is normaal.
Wij gaan naar een toepassing en uitvoering van een
interprofessioneel akkoord. Het zal misschien nodig zijn om andere
maatregelen te nemen voor andere delen van zo'n sector, maar het
14.23 Didier Reynders, ministre:
Je remercie Mme D'hondt de son
soutien en ce qui concerne la
réduction des charges, mais
comme toujours, deux accords
interprofessionnels distincts ont
été conclus : l'un pour le secteur
privé et l'autre pour le secteur
public. Le projet vise à mettre ces
accords correctement en oeuvre.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
was niet voorzien in een interprofessioneel akkoord, zoals in het
verleden.

Ik dank mevrouw D'hondt voor haar steun aan een aantal fiscale
verlagingen voor het interprofessioneel akkoord. Het is toch meer dan
200 miljoen euro voor de overuren en de ploegenarbeid. Het is alleen,
als ik het zo mag zeggen, een correcte en integrale uitvoering van het
ontwerp van interprofessioneel akkoord.

De voorzitter: Dank u, mijnheer de minister. Mevrouw D'hondt wil reageren.
14.24 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de regering heeft hier datgene op zich genomen ­ iedereen
die is tussengekomen, ook vanuit de meerderheid, heeft dat met veel
verve onderlijnd ­ wat afgesproken was in het interprofessioneel
akkoord, maar nooit als dusdanig werd ondertekend. De regering
vond het ontwerpakkoord voor de privé-sector nog zo slecht niet en
heeft het op zich genomen. In diezelfde generositeit - men zat immers
buiten het strikte kader van het interprofessioneel akkoord -, heeft de
regering op het laatste moment nog een goed amendement ingediend
op dit wetsontwerp, dat veel ruimer was dan wat de sociale partners
waren overeengekomen. Het is goed geprobeerd, mijnheer de
minister, maar het is natuurlijk niet helemaal correct omdat de
regering zelf nog amendementen heeft ingediend die niets te maken
hadden met het voorakkoord van sociaal overleg. Men kon dit
eigenlijk in dezelfde vlucht gedaan hebben.

Ten tweede kom ik op uw poging om onze steun te krijgen voor
fiscale hervormingen en belastingverlaging. U weet dat als die
rechtvaardig zijn, wij steeds klaar staan om u te helpen. Hier gaat het
over de gelijkberechtiging van de werknemers, of die nu in private of
openbare diensten werken. Het is dat wat ik hiermee heb willen
aankaarten; niet zozeer de fiscale verlaging, maar wel dat mensen die
zich in dezelfde situatie bevinden, verschillend behandeld worden,
omdat zij een private of een publieke werkgever hebben.
14.24 Greta D'hondt (CD&V):
L'accord interprofessionnel n'a
jamais été signé par les
partenaires sociaux. Le
gouvernement a seulement eu la
bonté d'en assumer la mise en
oeuvre. On se situait donc en
dehors du cadre de l'accord
interprofessionnel. Le
gouvernement a d'ailleurs même
encore présenté des
amendements. On aurait donc
également pu adapter cet aspect
en même temps. Nous sommes
toujours prêts à soutenir des
réductions de charges justifiées,
mais il s'agit en l'espèce de
l'égalité de traitement entre les
travailleurs des secteurs public et
privé.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord over dit amendement of over artikel 23? We zullen daarover
straks stemmen.

- Artikel 24 wordt aangenomen.
- L'article 24 est adopté.

Op artikel 25 heb ik de amendementen nummers 7 en 8 van mevrouw D'hondt.
14.25 Greta D'hondt (CD&V): Voorzitter, dit ligt in dezelfde logica.
Met amendement nummer 7 op artikel 25 stellen wij dat hier een
discriminatie rechtgezet moet worden die bestaat tussen de private en
de publieke sector. Wij willen dit in artikel 25 vervangen als volgt: "De
werkgevers voor hun werknemers onderworpen aan de arbeidswet
van 16 maart 1971". Zoals artikel 25 nu gelibelleerd is, verruimt het
die verplichting en spreekt het niet alleen over onderworpen zijn aan
de arbeidswet van 16 maart 1971, maar legt het bijkomende
verplichtingen op. Die vallen onder categorie 1 zoals bedoeld in artikel
330 van de programmawet van 24 december 2002. Nu, de
betrokkenen waarover het gaat in de publieke sector vallen effectief
onder de arbeidswet van 16 maart 1971, maar niet onder de fameuze
categorie 1 zoals bepaald in artikel 330. Wij willen dit laten wegvallen
om dezelfde reden die ik daarjuist ruim genoeg heb toegelicht.
14.25 Greta D'hondt (CD&V):
Les amendements n°
s
7 et 8 à
l'article 25 tendent à supprimer la
discrimination à l'égard des
travailleurs salariés du secteur
public.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
14.26 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, zelfde
commentaar als voor het vorige artikel.
14.26 Didier Reynders, ministre:
Même réaction que pour
l'amendement précédent.
De voorzitter: Over artikel 25 en de amendementen zal later worden gestemd.

Op artikel 26 is er het amendement nr. 9 van mevrouw D'hondt. Het amendement heeft drie delen. De
punten A en B kunnen als technische correcties worden beschouwd. De minister en de juridische dienst
gaan daarmee akkoord. Als er geen bezwaar is, mevrouw D'hondt, kunnen we de punten A en B van uw
amendement als technische correcties aanvaarden. In punt a van artikel 26 moet men nochtans niet § 1
lezen maar § 1, eerste lid.
14.27 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor
uw generositeit, maar u kan natuurlijk niet anders.
De voorzitter: Ik zeg u wat de diensten mij zeggen. Punt C van uw amendement blijft behouden.
14.28 Greta D'hondt (CD&V): Ik vind dat eigenlijk prachtig. U zou mij
eigenlijk moeten zeggen dat ik mis ben, omdat het wel goed in de
tekst stond. Ik diende een amendement in en eigenlijk moet u
daarover dus stemmen en het goedkeuren. Ik ga de rollen omkeren.
Ik zal heel genereus zijn en zeggen dat het inderdaad technisch
wijzigingen mogen zijn.
De voorzitter: Mevrouw D'hondt, ik zeg u wat de diensten mij zeggen.
14.29 Greta D'hondt (CD&V): Geen probleem.
De voorzitter: Punt C van uw amendement moet wel ter stemming worden gelegd. Wenst u het woord te
nemen over dat punt?
14.30 Greta D'hondt (CD&V): Voorzitter, zoals ook in de
verantwoording van het amendement nr. 9 op artikel 26 staat, willen
wij met punt C van het amendement ervoor zorgen dat ook de
werkgevers uit de non-profitsector het voordeel van de niet-
doorstorting van de ploegenpremies kunnen genieten.

Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik voor het publiek dat momenteel
in de zaal aanwezig is, het belang van de non-profitsector niet hoef
toe te lichten. De kortingen die aan de non-profitsector op de
loonkosten kunnen worden gegeven, worden door de sector bijna
automatisch omgezet in nieuwe werkgelegenheid. Het is bijna de
enige sector waarvan men mag verwachten dat één euro korting zich
omzet in het equivalent aan bijkomende arbeid.

Ik vind het heel spijtig dat bijvoorbeeld heel de zorgsector die altijd
met een ploegensysteem moet werken, niet dezelfde voordelen krijgt
als de private economische sector en dat men de ploegenpremies,
die heel zwaar drukken op de kosten van die instellingen, niet wil
afzwakken. In de private economische sector geeft men een
voorschot en hoopt men door die lastenverlaging meer concurrentie
tot stand te kunnen brengen, wat moet resulteren in bijkomende
tewerkstelling. Men is daarvan nooit zeker, maar men neemt een
berekend risico om die investering toch te doen. Ik ben trouwens een
voorstander van die maatregel. Waar het zeker is dat die
lastenverlaging zich onmiddellijk omzet in werkgelegenheid, doet men
het niet. Ik vind dat een gemiste kans. Men houdt de loonkosten in de
14.30 Greta D'hondt (CD&V): Le
point C de l'amendement 9 de
l'article 26 a pour but de faire
profiter également les travailleurs
du secteur non-marchand de
l'avantage du non-versement des
primes de travail en équipe. Il est
déplorable que le secteur des
soins de santé, qui a presque
systématiquement recours au
travail en équipe, soit laissé pour
compte, alors que les réductions
de charges dans ce secteur vont,
comme chacun sait, quasiment
automatiquement de pair avec la
création de nouveaux emplois.
Cette garantie n'existe pas dans le
secteur privé.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
non-profitsector artificieel hoog in vergelijking met de economische
profitsector en dat vind ik zeer betreurenswaardig.

Dit amendement doet geenszins afbreuk aan de maatregel zoals deze
erin staat. Wij zijn daarvan absoluut voorstander. Wij vinden echter
dat men hier de non-profitsector, de social-profitsector discrimineert
terwijl dit precies de sector is waar we het in de toekomst vooral zullen
moeten hebben van het bijcreëren van tewerkstelling.

Als men uitpakt met bijkomende cijfers over de werkgelegenheid
gedurende de voorbije twee jaren, zien we dat het merendeel daarvan
bijna uitsluitend werd gecreëerd in de dienstverlenende sectoren en in
de social-profitsector. Ik denk dat we hen hiervoor niet belonen,
integendeel. Vandaar dit amendement.

De voorzitter: Collega's, indien iedereen ermee akkoord gaat,
beschouw ik de punten A en B van het amendement nr. 9 van
mevrouw D'hondt als technische correcties en zijn deze dus
aangenomen. Wij zullen straks over punt C en over het verbeterde
artikel 26 stemmen.
Le président: Les points A et B de
l'amendement 9 présenté par
Mme Greta D'hondt sont adoptés
en tant que corrections
techniques. Nous voterons tout à
l'heure sur le point C.
- Les articles 27 à 50 sont adoptés article par article.
- De artikelen 27 tot 50 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 22, 24, 27 à 50 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 22, 24, 27 tot 50 worden artikel per artikel aangenomen.

Le vote sur les amendements et les autres articles est réservé.
De stemming over de amendementen en de overige artikelen wordt aangehouden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Projet de loi instaurant une déduction fiscale pour capital à risque (1778/1-6)
- Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue de stimuler
l'autofinancement des entreprises (1377/1-2)
- Proposition de loi adaptant la détermination du revenu imposable et instaurant une déduction pour
autofinancement et une base imposable minimum en cas d'imposition d'office à l'impôt des sociétés
(1704/1-2)
15 Wetsontwerp tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal (1778/1-6)
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ter bevordering van
de zelffinanciering van de ondernemingen (1377/1-2)
- Wetsvoorstel tot aanpassing van de vaststelling van het belastbare inkomen en tot invoering van een
autofinancieringsaftrek en minimum belastbare grondslag bij ambtshalve aanslag in de
vennootschapsbelasting (1704/1-2)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

Mijnheer Tommelein, u hebt het woord voor uw verslag. U zult ook spreken namens uw fractie.
15.01 Bart Tommelein, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's, 15.01 Bart Tommelein,
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
met dit wetsontwerp wil de regering maatregelen treffen ten gunste
van het risicokapitaal. De minister van Financiën meent dat het
wetsontwerp belangrijk is voor de KMO's en dat het rechtszekerheid
biedt aan de coördinatiecentra. Wegens het belang voor de economie
heeft de regering de hoogdringendheid gevraagd. Het wetsontwerp wil
het gebruik van risicokapitaal voor de financiering van een
onderneming fiscaal op een gelijke manier behandelen als het gebruik
van vreemd vermogen. Wanneer de vennootschap leent, zijn betaalde
intresten en kapitaalsaflossingen aftrekbaar. Wanneer eigen middelen
worden gebruikt, is zo'n aftrek niet mogelijk. De regering wil de
vennootschappen daarom de mogelijkheid geven notionele ­ fictieve
­ intrest op het risicokapitaal af te trekken van hun belastbare basis.
Het tarief daarvoor wordt bepaald met inachtneming van het
gemiddelde tarief van de door de Belgische Staat uitgegeven lineaire
obligatie op 10 jaar, zonder dat dit tarief hoger mag zijn dan 6,5%. Op
dit moment bedraagt het iets minder dan 3,5%.

Het wetsontwerp bevat ook regels die ervoor moeten zorgen dat het
kapitaal in de onderneming blijft.

De minister benadrukte tijdens de bespreking dat de regeling voor alle
ondernemingen ­ dus zowel voor kleine als voor grote
ondernemingen ­ voordelig is. Voor de kleine ondernemingen is er
nog een bijkomend fiscaal voordeel: het tarief wordt met een half
procentpunt verhoogd.

Naast de notionele intrest bevat het wetsontwerp nog een tweede
maatregel ten gunste van de vennootschappen, te weten de
schrapping van het registratierecht op de inbreng in een
vennootschap. De kleine en de middelgrote ondernemingen zullen
kunnen kiezen tussen de reeds bestaande investeringsreserve en de
nieuwe formule waarin voorzien is in het wetsontwerp.

De totale kostprijs van de maatregelen bedraagt 566 miljoen euro.
Daarom heeft de regering een aantal budgettaire
compensatiemaatregelen genomen: de afschaffing van het
belastingkrediet voor vennootschappen; de afschaffing van de
investeringsaftrek, behalve voor octrooien, research and
development; rationeler energieverbruik; beveiliging; en herbruikbare
drankverpakking. De wijziging van de definitie van "fiscale
meerwaarde" houdt in dat in plaats van de netto verkoopprijs de bruto
verkoopprijs in aanmerking wordt genomen. De reële compensaties
bedragen volgens de minister minstens 400 miljoen euro. Bovendien
is er een besparing op de investeringsreserve, daar bedrijven moeten
kiezen tussen ofwel notionele intrest, ofwel investeringsreserve.

Daarnaast rekent de regering op een terugverdieneffect van 57,6
miljoen euro. Er is ook een anti-misbruikbepaling om fraude door
middel van villavennootschappen te bestrijden.

Collega's, de filosofie achter het wetsontwerp werd door een ruime
meerderheid van de commissieleden gedeeld. Sommigen vonden het
ontwerp te ver gaan, anderen vonden het niet ver genoeg gaan. De
minister zag daarin een teken dat het om een evenwichtig
wetsontwerp ging.

Een aantal commissieleden hebben amendementen ingediend maar
die werden niet aangenomen. Collega Nollet wou het wetsontwerp
rapporteur: Ce projet de loi
procède de la volonté du
gouvernement d'instaurer des
mesures en faveur du capital à
risque. Il revêt une telle
importance économique, y
compris pour les PME et les
centres de coordination, que le
gouvernement a demandé
l'urgence. Le projet vise à traiter,
sur le plan fiscal, l'utilisation du
capital à risque destiné à financer
une enterprise, sur un pied
d'égalité avec l'utilisation de
capitaux étrangers, en donnant
aux entreprises la possibilité de
déduire de leur base imposable un
intérêt notionnel, c'est-à-dire fictif,
sur le capital à risque. Le taux de
la déduction est basé sur le taux
des obligations linéaires à 10 ans
émises par l'État belge et ne peut
jamais être supérieur à 6,5%. A
l'heure actuelle, ce taux est
légèrement inférieur à 3,5%. Un
avantage fiscal complémentaire
(majoration du taux d'un demi-
point) est même prévu pour les
petites entreprises.

Le projet instaure une deuxième
mesure, à savoir la suppression
du droit d'enregistrement pour les
apports en société. Le coût total
des deux mesures est de 566
millions d'euros, ce qui impose de
prévoir des compensations
budgétaires. Celles-ci consisteront
entre autres en la suppression du
crédit d'impôt sociétés et de
plusieurs déductions pour
investissement. Il y a en outre des
compensations réelles qui
s'élèvent à un minimum de 400
millions d'euros et une économie
en termes de réserve
d'investissement (les entreprises
devant choisir entre l'intérêt
notionnel et la réserve
d'investissement). Le projet prévoit
aussi plusieurs dispositions anti-
abus.

Au sein de la commission, une
large majorité de membres ont
souscrit à la philosophie du projet.
Le fait que, pour d'aucuns, le
projet ne va pas assez loin et que,
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
milderen op een aantal punten en wettelijke garanties inbouwen
inzake werkgelegenheid. De heren Viseur, Bogaert, Devlies en
mevrouw Pieters wilden het tarief voor de KMO's verhogen met 1
procentupunt in plaats van een half.

Er was ook discussie over artikel 9 dat bepaalt dat het bedrag van de
aftrek in de reserve opgenomen moet worden. Een aantal
commissieleden vreesde dat dit het succes van de ontworpen
maatregel zou kunnen ondermijnen. De minister meende echter dat
dit artikel een evenwichtig antwoord biedt op de diverse verzuchtingen
die op het vlak van de voorwaarden zijn geformuleerd.

Collega's, het gehele wetsontwerp werd met inbegrip van de
wetgevingstechnische verbeteringen aangenomen in de commissie
met 9 stemmen voor en 3 onthoudingen.
pour d'autres, il mérite d'être
étendu montre, selon le ministre,
qu'il s'agit d'un projet équilibré.

Les amendements de certains
commissaires ont été rejetés.
M. Nollet voulait ajouter à la loi des
garanties légales en matière de
sécurité d'emploi. MM. Viseur,
Bogaert et Devlies et Mme Pieters
voulaient majorer le taux d'un point
au lieu d'un demi-point pour les
PME. En ce qui concerne
l'article 9, certains craignaient que
le succès de la mesure soit freiné
par l'obligation de porter le
montant de la déduction en
réserve. Le ministre estime
néanmoins que la mesure
représente un équilibre suffisant.

L'ensemble du projet de loi, y
compris les corrections d'ordre
légistique, a été adopté par neuf
voix et trois abstentions.
De voorzitter: Mijnheer Tommelein, ik dank u voor uw verslag en u krijgt thans het woord voor uw
uiteenzetting voor de VLD-fractie.
15.02 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het voorliggend wetsontwerp strekt ertoe het
gebruik van risicokapitaal voor de financiering van een onderneming
op fiscaal vlak op een gelijke manier te behandelen als het gebruik
van vreemd vermogen. Wanneer een onderneming voor haar
financiering een beroep doet op leningen, mag zij de betaalde
intresten en kapitaalsaflossingen van haar belastbare basis aftrekken.
Wanneer zij zich echter financiert met eigen middelen, is dat niet
mogelijk.

Wij zijn blij dat de regering die economische onrechtvaardige
discriminatie tussen beide financieringsvormen opheft door de
ondernemingen de mogelijkheid te bieden een notionele intrest op het
risicokapitaal van hun belastbare basis af te trekken. Dat zal
gebeuren via de berekening van de intrest die de onderneming had
moeten betalen indien zij zich niet met eigen middelen, maar met
vreemd vermogen had gefinancierd. De tarieven zijn gebaseerd op
het gemiddeld tarief dat door de Belgische Staat wordt uitgegeven
voor lineaire obligaties over tien jaar.

Het ontwerp, zoals in het verslag al gezegd, voorziet ook in een aantal
regels die moeten verzekeren dat het fiscaal voordeel in de
onderneming blijft.

Het wetsontwerp houdt naast zijn notionele intrest nog een tweede
maatregel in ten gunste van de vennootschappen, met name de
schrapping van het registratierecht op de inbrengen in een
vennootschap.
15.02 Bart Tommelein (VLD): Le
VLD se réjouit de la possibilité de
déduire les intérêts notionnels sur
le capital à risque, ce qui supprime
l'inégalité de traitement entre le
capital propre et le capital
étranger. Il n'est pas logique, en
effet, qu'une entreprise obtienne
un avantage fiscal dans le cadre
d'un emprunt mais non lors de
l'apport de capital propre. Le projet
prévoit aussi une série de règles
faisant en sorte que l'avantage
fiscal reste dans l'entreprise. Le
projet de loi instaure également la
suppression du droit
d'enregistrement pour les apports
en société.

Le projet s'inscrit dans la ligne de
la réforme de l'impôt des sociétés
par laquelle le taux nominal est
ramené à 33%, majoré des
contributions complémentaires de
crise.

Pour les PME, le taux est réduit à
24,25%. Elles peuvent aussi, dans
certaines conditions, constituer
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
Het ontwerp sluit perfect aan op de hervorming van de
vennootschapsbelasting die resulteerde in de wet van 24 december
2002 en het totaal tarief verlaagt van 40,17% tot 33,99%, dat wil
zeggen tot een nieuw nominaal tarief van 33%, vermeerderd met de
aanvullende crisisbijdragen.

Daarnaast werden ook een aantal maatregelen genomen die
specifiek zijn afgestemd op de kleine en middelgrote ondernemingen.
Het tarief van 28% dat voor die ondernemingen van toepassing was,
werd verlaagd tot 24,25%. KMO-vennotschappen kunnen, onder
bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde perken, van de vrijstelling
van belasting een investeringsreserve aanleggen. Voor de KMO's
wordt een vrijstelling toegestaan van belastingverhoging in geval geen
of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan in de loop van de
eerste drie boekjaren na hun oprichting.

Collega's, die nieuwe regeling is duidelijk voordelig voor alle
ondernemingen, zowel voor de kleine als voor de grote. Voor kleine
ondernemingen wordt zelfs in een bijkomend fiscaal voordeel
voorzien door de verhoging van het tarief met een half procentpunt.
De kleine en middelgrote ondernemingen zullen kunnen kiezen
tussen ofwel de investeringsreserve ofwel de nieuwe formule van
notionele intrest.

Met die voorgestelde maatregel zal de regering ongetwijfeld haar doel
bereiken dat erin bestaat versterking van het eigen vermogen van de
ondernemingen te stimuleren, wat een positieve weerslag zal hebben
op de investeringen en de tewerkstelling. De autofinancieringen van al
onze ondernemingen zal worden verhoogd. De hoge
kredietwaardigheid van onze bedrijven zal ongetwijfeld een daling van
het aantal faillissementen tot gevolg hebben. Kapitaalintensieve
ondernemingen hebben van nature immers een hoog peil van
solvabiliteit, waardoor het faillissementsrisico afneemt. Een
verankering in het land via de investeringen die zij er doen is een ook
niet te verwaarlozen voordeel ten opzichte van de delokalisatierisico's.

Ook het oprichten van nieuwe ondernemingen zal worden
gestimuleerd.

Met de voorliggende maatregelen wordt bovendien een valabel
alternatief geboden dat toelaat de activiteiten van de coördinatiecentra
waarvan de erkenningen uiterlijk tegen eind 2010 zullen aflopen, in
België te behouden. De totale tewerkstelling van deze centra kan
worden geraamd op 19.000 tot 20.000 personen. Ongeveer de helft
werkt rechtstreeks voor de coördinatiecentra, terwijl het saldo bestaat
uit indirecte banen. In de periode 1994-2003 steeg het gezamenlijk
maatschappelijk kapitaal van de coördinatiecentra van 39,72 miljard
euro tot niet minder dan 149 miljard euro. In 2003 financierden de
coördinatiecentra een vijfde van de investeringen in de verwerkende
nijverheid hoewel er hiertoe geen specifieke incentives werden
toegekend. Dit heeft bijgedragen tot het behoud en de verdere
ontwikkeling van de tewerkstelling in België.

Belangrijk is ook, collega's, dat het gaat om een maatregel die
algemeen van toepassing is en bijgevolg strookt met de Europese
richtlijnen. Dit zorgt voor de noodzakelijke juridische zekerheid, wat
een niet te onderschatten voorwaarde is voor de creatie van een
aantrekkelijk investeringsklimaat. Het komt er bovendien op neer dat
une réserve d'investissement et
une exemption de majoration
d'impôt est octroyée en cas de
versements anticipés insuffisants
pendant les trois premières
années comptables.

La nouvelle réglementation est
avantageuse pour les petites tout
comme pour les grandes
entreprises. Le fait d'encourager
l'apport de fonds propres dans les
entreprises aura par ailleurs une
incidence positive sur les
investissements et l'emploi. Le
renforcement de la solvabilité aura
pour effet de prévenir les faillites.
Le risque de délocalisations
diminue également étant donné
que les investissements
contribuent à l'ancrage des
entreprises dans notre pays.

Il faut par ailleurs saluer le fait que
ce projet de loi permet de
maintenir en Belgique les centres
de coordination qui représentent
tout de même entre 19.000 et
20.000 emplois.

La mesure est d'application
générale et est conforme aux
directives européennes. Cette
sécurité juridique a un effet positif
sur le climat d'investissement,
facteur important dans le cadre
des recommandations du Conseil
supérieur des Finances.

Les réactions au projet sont
généralement très positives,
notamment de la FEB et d'Unizo.
Price Waterhouse Coopers
constate un grand enthousiasme
auprès des entreprises et les
Pays-Bas observent même notre
réforme d'un oeil jaloux. Dans le
"Nederlands Tijdschrift voor
Fiscaal Recht" du 27 janvier 2005,
le professeur Van der Geld cite
même la Belgique en exemple.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
de middelen om ons concurrentievermogen veilig te stellen minder
zullen berusten op referentiële fiscale stelsels, maar meer op een
normaal stelstel dat aantrekkelijker is gemaakt. Dit laatste is uitermate
belangrijk in het kader van de aanbevelingen die de Hoge Raad voor
Financiën formuleerde in zijn verslag van april 2001 omtrent de
hervorming van de vennootschapsbelasting.

Dat deze voorgestelde maatregelen vanuit diverse hoeken zeer
positief worden onthaald, is de voorbije weken meer dan voldoende in
de media gebleken. Zo wordt bijvoorbeeld Price Waterhouse Coopers
overstelpt met vragen over het nieuwe systeem, wat toch wijst op een
ruime belangstelling voor deze maatregelen. De reacties blijken
enthousiast te zijn en veel bedrijven staan te springen om het eigen
vermogen van hun Belgische divisies te versterken.

Volgens professor Jef Vuchelen, macro-econoom aan de VUB, is de
maatregel geniaal in zijn eenvoud en beantwoordt hij perfect aan de
economische definitie van winst. De vergoeding van het eigen
vermogen is namelijk een kost. Bovendien leidt de notionele intrest op
termijn tot goedkopere bankkredieten omdat de vraag naar leningen
zal dalen wat positief is, zowel voor het bedrijfsleven als voor de
overheid.

Volgens advocaat Bernard Peeters van het kantoor Tiberghien
bevordert de notionele intrest het economisch weefsel en beschermt
deze de schuldeisers. De maatregel verhindert aandeelhouders om
cash uit de vennootschap te halen en bovendien keurt de Europese
Commissie het systeem goed. Peeters besluit dan ook dat we dit
concurrentievoordeel in geen enkel geval mogen laten liggen. Volgens
het VBO doet de regering een grote stap voorwaarts met de regeling
inzake de fiscale aftrek voor het risicokapitaal. Het principe komt
volgens het Verbond van Belgische Ondernemingen in de eerste
plaats de KMO's ten goede gezien hun doorgaans zwakke
eigenvermogensstructuur.

Het biedt ook een antwoord op de dringende nood aan
rechtszekerheid voor de coördinatiecentra. Ook volgens Unizo zijn de
belangen van de KMO's in belangrijke mate gevrijwaard.

Collega's, niet alleen in België zijn de reacties positief. Ook onze
Noorderburen werpen jaloerse blikken op het stelsel dat deze
regering heeft uitgewerkt. Ter zake wil ik u toch enkele passages uit
een artikel van professor doctor van Der Geld niet onthouden, met als
titel: "België, het lichtend voorbeeld", dat is verschenen in het
Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht van 27 januari 2005. Ik
citeer, mijnheer Bogaert: "Anders dan bij ons", er spreekt dus een
Nederlander, "waar het erop lijkt dat niet zal worden gekozen voor
fundamentele oplossingen, maar men erover nadenkt om de box-
oplossing met de bijhorende problemen van principiële en praktische
aard, van de inkomstenbelastingen te importeren, pakken de Belgen
de zaak grondiger aan. Net voor Kerstmis bereikte mij namelijk het
bericht dat de Belgische regering op 23 december 2004
overeenstemming had bereikt over de invoering van een fictief
rendement in de vennootschapsbelasting".
15.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer Tommelein, u verwijst naar
een artikel in een Nederlands blad, maar het is een artikel dat dateert
van de maand januari 2005. Op dat ogenblik was het wetsontwerp
15.03 Carl Devlies (CD&V): Le
projet du gouvernement n'était pas
encore prêt le 27 janvier. Le
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
van de regering niet klaar. Waarschijnlijk had dat artikel betrekking op
het wetsvoorstel dat door collega's van CD&V werd ingediend.
professeur se réfère probablement
à la proposition du CD&V.
15.04 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik wilde mij eigenlijk niet mengen in
de discussie. Ik gun mijn collega Tommelein zijn moment of glory,
maar omdat u naar Nederland verwijst, collega Tommelein, had ik
een vraagje. Hoeveel bedraagt de globale belastingdruk in Nederland
in percentage van het bruto binnenlands product en hoeveel bedraagt
de globale belastingdruk in België als percentage van het Belgisch
bruto binnenlands product? Misschien kan hij de Kamer daarvan kond
doen?
15.04 Hendrik Bogaert (CD&V):
M. Tommelein connaît-il les
chiffres de la pression fiscale en
Belgique et aux Pays-Bas?
15.05 Bart Tommelein (VLD): U hebt dit betoog zodanig veel zelf
gehouden in de Kamercommissie, en u durft mij een dergelijke vraag
te stellen in plenaire vergadering? Alsof we nog niet gehoord hebben
wat u allemaal wil verkopen aan de mensen. Mijnheer Bogaert, het
spijt mij: u probeert altijd het Nederlandse lichtende voorbeeld te
geven ten opzichte van de zeer zwakke Belgische situatie. Als ik dan
ook eens een Nederlander citeer, moet u daar ook tegen kunnen. Ik
moet uw uitleg altijd maar aanhoren en het is altijd hetzelfde.
15.05 Bart Tommelein (VLD): M.
Bogaert cite toujours les Pays-Bas
en exemple mais il n'écoute pas
lorsque je cite un professeur
néerlandais.
15.06 Hendrik Bogaert (CD&V): Aangezien onze collega Tommelein
het antwoord schuldig blijft: in België is het 46% van het bruto
binnenlands product en in Nederland is het 39% van het bruto
binnenlands product.
15.06 Hendrik Bogaert (CD&V):
M. Tommelein ne connaît pas les
chiffres. La pression fiscale en
Belgique s'élève à 46 pour cent du
PIB et à 39 pour cent aux Pays-
Bas!
15.07 Bart Tommelein (VLD): Kunt u mij ook uitleggen, mijnheer
Bogaert, hoeveel het begrotingstekort is in Nederland?
15.07 Bart Tommelein (VLD): M.
Bogaert connaît-il l'ampleur du
déficit budgétaire aux Pays-Bas?
15.08 Hendrik Bogaert (CD&V): Het verschil is 7%.
15.09 Bart Tommelein (VLD): U moet niet alleen cijfers citeren die
voor u belangrijk zijn en die u goed uitkomen! U moet alles citeren.
15.09 Bart Tommelein (VLD): Il
est facile de citer des chiffres de
façon sélective.
15.10 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal de rekensom even overdoen.
Ik zie dat de VLD-collega's hiervoor bijzondere interesse tonen gezien
hun congres. In België is het 46% en in Nederland 39%. Dat is een
verschil van 7%. Dat verschil is de voorbije zes jaar met 2%
toegenomen. Als we die 7% vermenigvuldigen met ons bruto
binnenlands product van 300 miljard euro, komen we aan een verschil
van 21 miljard euro belastingen die meer worden geheven in België
dan in Nederland.

Ik stel voor dat de heer Tommelein nu zijn interessant betoog
voortzet.
15.11 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer Bogaert, ik stel voor dat u in
het vervolg op de markt gaat staan, want u bent bijzonder goed in het
verkopen van appelen die er als peren uitzien.

We gaan voort met het citeren van een Nederlandse professor.
Mijnheer Devlies, voor alle duidelijkheid, professor van der Geld heeft
het niet over uw wetsvoorstel, maar wel over de Belgische regering
die op 23 december 2004 overeenstemming had bereikt. "Mijn toch al
15.11 Bart Tommelein (VLD):
Par ailleurs, le professeur Van der
Geld ne se réfère pas à la
proposition du CD&V, mais à
l'accord que le gouvernement a
conclu le 23 décembre 2004. Il
conseille en outre au
gouvernement néerlandais
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
latente warme gevoelens voor onze zuiderburen vermengden zich in
mijn gedachten met het beeld van de breedlachende Belgen die
onder het genot van een pot bier elkaar toeroepen: "Dat is toch heel
wat slimmer dan waar die Hollanders op zitten te broeden. Ik moest
ze gelijk geven. Waar wij het zoeken in de leuke dingen voor het
internationale bedrijfsleven, kiezen de Belgen nu eenmaal voor leuke
dingen voor het hele bedrijfsleven. Niet alleen is dat moreel beter
verdedigbaar - het enige argument dat het internationale bedrijfsleven
extra heeft ten opzichte van het nationale komt dichtbij chantage: als
jullie fiscaal te duur zijn, gaan we toch naar een ander -, maar vooral
ook zie ik het als fiscaal wetenschapper als een poging tot een meer
principiële oplossing van een fundamenteel probleem in de
vennootschapsbelasting (zowel in België, in Nederland als in veel
andere moderne landen) en dat fundamentele probleem is gelegen in
de fiscaal volstrekt verschillende behandeling van eigen en vreemd
vermogen." Nog verder lees ik: "In elk geval zou ik onze
staatssecretaris willen adviseren de Belgische voorstellen eens goed
te bestuderen. Het Nederlandse Parlement zou ik willen oproepen om
zijn taak naar behoren te vervullen en kritisch te kijken naar het soort
oplossingen waarbij fundamentele problemen niet fundamenteel
worden aangepakt. De komende tijd glimlach ik extra breed als ik een
belgenmop hoor, zelfs als het een slechte is, want ik zie die lachende
Belgen in de Ministerraad voor me. Die dekselse Belgen, daar kunnen
we nog heel wat van leren."

Niettegenstaande al die positieve geluiden en hoewel de VLD
uitermate positief staat tegenover voorliggend wetsontwerp, zijn wij er
voorstander van dat de nieuwe regeling na een bepaalde periode zou
worden geëvalueerd en dat, indien dit noodzakelijk blijkt, de nodige
verbeteringen zouden worden aangebracht.

Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn voor artikel 9 van het
ontwerp. Dat bepaalt dat de aftrek voor risicokapitaal slechts wordt
toegestaan op voorwaarde dat een bedrag gelijk aan de voor het
belastbare tijdperk verleende aftrek voor het risicokapitaal op een
afzonderlijke rekening van het passief wordt geboekt en blijft en niet
als grondslag dient voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan
de wettelijke reserve of van enige beloning of toekenning gedurende
het belastbaar tijdperk en de drie daarop volgende jaren.

Mijnheer de minister, collega's, het is terzake bekend dat Forum 187
heeft gemeld dat de coördinatiecentra, die het behoud of de
versterking van de kredietrating van de buitenlandse
moedervennootschap moeten verzekeren, de verplichte reservering
van de renteaftrek onaanvaardbaar zullen vinden. De
reserveringsvoorwaarde beperkt ook de kasstroom die vaak
noodzakelijk is om de nodige garanties te kunnen bieden aan
geldschieters. Volgens het Forum zal de reserveringsvoorwaarde dan
ook een te groot beslag leggen op de winsten van de
coördinatiecentra.

Collega's, ik zou mijn rede willen besluiten door te stellen dat de
regering met voorliggend wetsontwerp baanbrekend werk heeft
geleverd door eindelijk de fiscale discriminatie tussen het eigen
vermogen en het vreemd vermogen weg te werken.

De VLD ziet zelfs een uitbreiding van deze regeling mogelijk voor de
particuliere sector, waarbij een particulier die eigen middelen
d'examiner le projet belge.

Nous nous voulons positifs sur ce
projet de loi, mais nous
demandons néanmoins une
évaluation permettant d'apporter,
le cas échéant, des améliorations.
Ainsi, certains articles, comme
l'article 9, risquent-ils de susciter la
contestation.

Le gouvernement a joué les
pionniers en gommant la
discrimination fiscale entre les
fonds propres et les capitaux
étrangers. Il ferait bien d'étendre
ce principe au marché du
logement. A l'heure actuelle, seul
le prêt hypothécaire est
fiscalement déductible. La
discrimination entre fonds propres
et capitaux étrangers devrait être
supprimée dans ce domaine
également.

Mon groupe votera ce projet de loi.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
investeert, door bijvoorbeeld de bouw, de aankoop of de renovatie
van een woning, een gelijkaardige aftrek zou kunnen bekomen.

Ons huidig fiscaal stelsel met betrekking tot het vastgoed is immers
zodanig opgevat dat uitsluitend fiscale voordelen kunnen worden
genoten op voorwaarde dat een hypothecair krediet wordt afgesloten.
Welnu, volgens de Vlaamse Liberalen en Democraten zou ook voor
een particulier de fiscale discriminatie tussen de aanwending van
eigen middelen en geleende middelen moeten worden opgeheven.

Het voorgestelde stelsel geniet niet alleen van een aantal
gerenommeerde Belgische instanties, maar ook vanuit het buitenland
uitermate veel bijval en respect. Collega's, de VLD-fractie zal dit
wetsontwerp dan ook onvoorwaardelijk goedkeuren.

Le président: Chers collègues, je vous informe qu'il y a encore huit orateurs inscrits après l'intervention de
M. Tommelein: M. Devlies, M. de Donnea, Mme Roppe, M. Viseur, M. Massin, M. Goyvaerts, M. Nollet et
M. Bogaert.

Vers 18 heures, nous ferons une petite interruption de cinq minutes pour clôturer la séance de cet après-
midi, avant de reprendre celle du soir.
15.12 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, de invoering van een belastingaftrek voor
risicokapitaal of de autofinancieringsaftrek, zoals genoemd in ons
eigen wetsvoorstel, is een positieve maatregel voor de Belgische
ondernemingen om hun kapitaalstructuur te verbeteren. Hierdoor
wordt de ongunstige behandeling van de financiering met eigen
vermogen weggewerkt. Een sterke kapitaalstructuur vergemakkelijkt
de investeringen, maakt de ondernemingen beter bestand tegen
tijdelijke problemen, voorkomt faillissementen en is dus positief voor
het behoud van de werkgelegenheid. Onze fractie staat principieel
positief tegenover een dergelijke aanpak en heeft overigens zelf een
wetsvoorstel ingediend, ondertekend door mevrouw Pieters, de heer
Van Parys en mijzelf, dat ook werd besproken in de commissie.

De manier waarop dit wetsontwerp werd behandeld, noopt ons toch
tot enige bedenkingen. Het heeft bijzonder lang aangesleept vooraleer
de regering met een ontwerp is gekomen. De minister had dit
wetsontwerp reeds in april 2004 aangekondigd. Onze fractie heeft
daarop onmiddellijk gunstig gereageerd. De mededeling over dat
wetsontwerp is dan verscheidene keren teruggekomen om dan te
worden gebruikt als een wapen in de verkiezingsstrijd van 2004. Eind
2004, vele maanden later, was er echter nog altijd geen wetsontwerp.
Daardoor hebben wij met een aantal mensen van onze fractie een
inspanning gedaan om een wetsvoorstel uit te werken, dat bij de
Kamer werd ingediend in januari 2005.

Pas na de heldhaftige verklaringen over Brussel-Halle-Vilvoorde
voelde de regering zich genoodzaakt om iets te ondernemen. Dan
werd dit wetsontwerp, een hervorming van de
vennootschapsbelasting, aangekondigd als een van de strijdwapens
voor de volgende maanden.

Dan heeft men dit wetsontwerp werkelijk door de commissie van de
Kamer willen jagen. Ik wil daartegen toch protesteren. Ik vind dit geen
manier om aan wetgevend werk te doen. Men heeft dit wetsontwerp
op een slinkse manier geagendeerd, dus niet op de officiële agenda,
15.12 Carl Devlies (CD&V):
L'instauration d'une déduction
pour autofinancement constitue
une mesure positive pour les
entreprises. Elle leur permet
d'améliorer leur structure de
capital, d'investir plus facilement et
de mieux faire face aux périodes
difficiles et aux risques de faillite.

Notre groupe soutient cette
proposition et avait d'ailleurs
déposé une proposition similaire.
Nous avons néanmoins certaines
objections à formuler.

Premièrement, cette proposition
de loi s'est longuement fait
attendre. Lorsque les choses ont
fini par avancer à la suite de la
crise relative à Bruxelles-Hal-
Vilvorde, la proposition a été
traitée à la hâte par la
commission: après son inscription
sournoise à l'ordre du jour
douteux, le premier ministre a
demandé qu'on la traite en une
seule séance. Il y en a finalement
eu deux, ce qui reste trop peu
pour une telle proposition.

Par ailleurs, la discussion de ce
projet aurait dû s'inscrire dans un
débat plus large sur la réforme de
l'impôt des sociétés.
Malheureusement, l'insuffisance
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
maar in een bijkomende agenda. De documenten zijn pas in extremis
voorgelegd. Men heeft, op vraag van de eerste minister, ook
geprobeerd om dit wetsontwerp in één enkele zitting te bespreken.

Wij moeten de heer Tommelein danken, een van de laatste
democraten van de VLD, die ons ter hulp is gekomen en die mee aan
de basis ligt van het feit dat de bespreking van dit wetsontwerp toch
nog een week werd verlengd. Op die manier is er toch nog een
bespreking geweest, maar toch onvoldoende. Als men een dergelijk
ontwerp op een goede manier wil bespreken, moet men daarvoor de
tijd nemen en moet men ook de leden van de commissie de tijd geven
om de teksten te bestuderen, opzoekingswerk te doen, informatie te
vragen enzovoort. Dat is niet gebeurd. Dat zal als resultaat hebben
dat dit wetsontwerp de basis zal zijn van heel wat interpretaties. Ik heb
trouwens vandaag reeds een eerste artikel over dit wetsontwerp in
een krant gelezen van een specialist-fiscalist, waarin gewezen wordt
op een aantal onduidelijkheden.

Dit wetsontwerp zal zeker interessant zijn voor de uitgeverijen van
fiscale publicaties, de organisatoren van studiedagen en dergelijke,
maar het zou toch van belang zijn, collega's, dat wij aan belangrijke
ontwerpen voldoende tijd besteden.

Verder had ik gehoopt dat dit wetsontwerp aan de basis zou liggen
van een brede discussie over de vennootschapsbelasting als
hefboom van het economische gebeuren. Dat is spijtig genoeg niet
gebeurd, ondanks het feit dat wij ons in een economisch moeilijke
situatie bevinden. Wij kennen de cijfers van de economische groei in
België van het eerste kwartaal. Het tweede kwartaal kondigt zich niet
beter aan. De OESO heeft cijfers gepubliceerd met betrekking tot het
jaar 2005, een economische groei van 1,3 procent. Ik heb in de
commissie ook verwezen naar de studie van het Amerikaans
zakenblad Forbes, waaruit bleek dat België de op twee na hoogste
marginale belastingdruk ter wereld heeft. De heer Bogaert spreekt
over Europa, maar nu blijkt het dat het de tweede hoogste marginale
belastingdruk ter wereld is. Ook de belastingdruk in procent van het
bbp is de derde hoogste van de ganse wereld.
des moyens financiers publics en
raison de la croissance
économique décevante ne le
permettait pas. La Belgique se
classe en deuxième position
mondiale pour ce qui concerne la
pression fiscale marginale et en
troisième position mondiale pour
ce qui est de la pression fiscale en
pourcentage du PIB.
15.13 Geert Versnick (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik vroeg mij af
of dat een nieuw gegeven is dat de heer Devlies nu juist ontdekt heeft.
15.13 Geert Versnick (VLD):
S'agit-il là d'une nouvelle donnée?
15.14 Carl Devlies (CD&V): Ik heb het niet goed begrepen.
De voorzitter: We hebben u niet gehoord, mijnheer Versnick.
15.15 Geert Versnick (VLD): Ik vroeg mij juist af, collega, of dat een
nieuw gegeven is dat u zonet ontdekt hebt.
15.16 Carl Devlies (CD&V): Het is een gegeven dat...
De voorzitter: Mevrouw Roppe wil u onderbreken.
15.17 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Ik kan mijn collega...
15.18 Carl Devlies (CD&V): Mag ik eerst collega Versnick
antwoorden?
15.19 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Ik had juist het woord gekregen 15.19 Annemie Roppe (sp.a-
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
van de voorzitter. Ik wou enkel zeggen dat dit in de commissie ook
nog nooit is opgemerkt, nog nooit is herhaald en nog nooit is gezegd.
Dat is echt een nieuwigheid.
spirit): Cet aspect n'a jamais été
abordé en commission. Il s'agit
effectivement d'un nouvel élément.
De voorzitter: Mijnheer Devlies, u heeft het woord.
15.20 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer Versnick, uw opmerking is
terecht. Dit is een problematiek die al enkele jaren aansleept, maar in
die mate opvallend is geworden dat internationale tijdschriften zoals
Forbes er aandacht aan beginnen besteden en dat men thans studies
maakt die over de ganse wereld worden gepubliceerd. Dat is toch wel
een interessant gegeven. Als wij spreken over economie, fiscaliteit en
bedrijfsfiscaliteit, is het toch wel interessant om ook te spreken over
de fiscale situatie.

Ik herhaal, een van de basiselementen van een goede discussie in de
commissie had kunnen geweest zijn dat internationaal wordt
vastgesteld dat België het land is met de derde hoogste belastingdruk
ter wereld.

De cijfers van de werkloosheid zijn ook bijzonder interessant, vooral
dan de cijfers van Brussel en Wallonië. Als u weet dat er in Wallonië
een werkloosheidsgraad is van 18 procent en in Brussel, de
hoofdstad van Europa, een werkloosheidsgraad van 22 procent, dan
denk ik toch wel dat iedereen akkoord kan gaan dat er een
economisch probleem is en dat we zouden kunnen gebruikmaken van
de hefboom van de bedrijfsfiscaliteit om hier een en ander te
verhelpen en om nieuwe impulsen te geven.

Bovendien - dit is iets van de voorbije weken - stellen wij vast dat de
opinies van de bedrijfsleiders over de toekomst negatief evolueren en
dat de neiging om tot bedrijfsinvesteringen over te gaan, verzwakt. Ik
wens ook even te verwijzen naar de hoorzitting die wij enkele weken
geleden hadden met de Chamber of Commerce. Daar werd gesteld
dat er een spectaculaire daling is van de investeringen in België,
zeker wanneer men het vergelijkt met Nederland. Als zowel
binnenlandse als buitenlandse bedrijven niet investeren, denkt u dan
niet, collega's, dat het moment gekomen is om de alarmklok te luiden
en te bekijken wat mogelijk is?

Recentelijk werd ook een interessante studie gepubliceerd door
professor Vandenbussche van de KU Leuven. Die studie leert ons dat
de stelling over de werkelijke fiscale druk bij de vennootschappen, die
wij herhaaldelijk geformuleerd hebben tijdens de vergaderingen van
de commissie voor de Financiën, juist is. De minister beweert altijd
dat de vennootschapsbelasting gedaald is. Inderdaad, de tarieven zijn
gedaald. Daarin heeft de minister gelijk, maar hij vergeet te
vermelden dat de belastbare basis verbreed werd, waardoor het
resultaat neutraal is of de feitelijke belastingdruk vermoedelijk nog
gestegen is. In de studie, gepubliceerd door het departement
Economie van de KU Leuven, wordt die stelling ten volle bevestigd.

Bovendien leert de studie ons dat het feitelijke belastingtarief voor
Belgische vennootschappen het op een na hoogste is in de Europese
Unie. Dat, mijnheer Versnick, is een totaal nieuw gegeven. Vroeger
sprak men over de derde hoogste; nu spreekt men over de tweede
hoogste, na Italië, feitelijke belastingdruk op de vennootschappen. De
studie steunt op de jaarcijfers van duizenden ondernemingen en
15.20 Carl Devlies (CD&V):
Cette situation existe depuis des
années. Même des revues
internationales y prêtent attention.
Le taux de chômage est en effet
impressionnant: 18% en Wallonie
et 22% à Bruxelles. On pourrait
imaginer que le levier de la
fiscalité des entreprises serait
enfin utilisé pour donner une
nouvelle impulsion.

De même, la baisse spectaculaire
des investissements des
entreprises est une raison de tirer
la sonnette d'alarme.

Une étude réalisée par le
professeur Vandenbussche de la
KUL ne fait que confirmer ce que
nous avançons depuis longtemps:
la pression fiscale réelle qui pèse
sur les sociétés est la même, voire
plus élevée qu'elle ne l'était avant
la diminution d'impôts. C'est que la
base imposable a été élargie.
L'Italie est le seul pays dans
l'Union européenne où les
sociétés sont encore plus
lourdement taxées.

L'étude repose sur les résultats
annuels de milliers d'entreprises et
réfute la thèse d'un allègement de
la pression fiscale pesant sur les
entreprises belges.
L'élargissement systématique de
l'assiette imposable dans la
période 1999-2002 a eu pour effet
de maintenir à un niveau égal la
pression réelle et les recettes du
Trésor. Le taux officiel de la
Belgique s'élevait à 33,9% après
la baisse de fin 2002 alors que le
taux européen moyen était de
26,8%. Le taux belge réel est
également supérieur au taux réel
moyen en Europe.

Un alignement du taux officiel de
la Belgique sur la moyenne
européenne nous rapporterait 2,7
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
weerlegt de indruk dat de belastingdruk voor vennootschappen
gedaald is in België. Door de belastbare grondslag te verbreden,
bleven de effectieve druk en de opbrengsten voor de schatkist gelijk.
Ondanks de verlaging van het officiële tarief in 2002 van 40,17% naar
33,9%, ligt het nog wel 7,19% boven het gemiddelde Europese tarief
van 26,8%. Het Belgische feitelijke tarief van 30% ligt bovendien veel
hoger dan het gemiddelde feitelijke Europese tarief van 21,59%.

Volgens de studie van professor Vandenbussche ­ soms moet men
ook eens naar Belgische professoren luisteren, goede collega
Tommelein ­ verbreedde de eerste regering-Verhofstadt in de periode
1999-2002 stelselmatig de belastbare grondslag in het vooruitzicht
van de officiële tariefdaling eind 2002. Dat is een wetenschappelijk
onderzochte stelling van een onderzoekinstituut van de KU Leuven,
waarbij vastgesteld werd dat gedurende meerdere jaren de belastbare
basis uitgebreid werd, vooraleer men de daling van de tarieven
doorvoerde.

Tevens werd door de professor berekend dat een verlaging van het
officiële Belgische tarief tot het Europese gemiddelde ons land voor
minimum 2,7 miljard euro extra investeringen zou opleveren. Meer
bepaald zouden Belgische bedrijven minimum 1,4 miljard euro in
België investeren, in plaats van in het buitenland, terwijl Amerikaanse
bedrijven minimum 1,3 miljard meer in België zouden investeren. Als
men spreekt over tewerkstelling en innovatie ­ vooral innovatie is een
geweldig modewoord ­ moet men weten dat om te innoveren er moet
worden geïnvesteerd en om te investeren moet er een interessant
fiscaal klimaat zijn, zoniet ontbreekt de incentive om deze
investeringen te doen.

Vervolgens had ik ook graag gewezen op de problematiek van de
coördinatiecentra. Ik was graag even teruggekomen op de discussie
die wij met de minister hebben gevoerd in de commissie voor de
Financiën op 20 april 2004. Dat is dus meer dan een jaar geleden. Ik
wees de minister er toen op dat de hervorming van de
vennootschapsbelasting van 24 december 2002 onder meer ertoe
leidt dat de coördinatiecentra in hun huidige vorm aan een
uitdoofscenario worden onderworpen vanaf 1 januari 2006. Vanaf die
datum zal er geleidelijk aan een gewijzigd regime van kracht worden
waarvan de modaliteiten moeten worden vastgesteld in een koninklijk
besluit. Nu, zestien maanden na de goedkeuring van de wet, werd
nog steeds geen koninklijk besluit gepubliceerd. Daardoor ontstaat
rechtsonzekerheid over de toekomst van de coördinatiecentra.

De minister heeft daarop geantwoord dat het uitvoeringsbesluit nog
niet werd genomen, gezien de onderhandelingen met de Europese
Commissie over de omstandigheden van geleidelijke afschaffing van
de coördinatiecentra voorzien in het KB 187 van 1982. De minister
heeft hierover in zijn toelichting niet uitgeweid. Achteraf is gebleken,
op basis van vragen die door leden van de commissie werden
gesteld, dat dit KB zonder meer opzij werd geschoven en dat er geen
KB meer komt. Het is ook belangrijk om te weten dat de minister zei
dat het aantal coördinatiecentra oorspronkelijk 400 bedroeg en
ondertussen ­ april 2004 ­ gedaald was tot 200. De tewerkstelling van
deze centra bedroeg toch nog 9.000 tot 10.000 personen. Daarnaast
zijn er voor de bijkomende activiteiten, buiten de eigenlijke
tewerkstelling in de coördinatiecentra, een gelijk aantal betrekkingen
gecreëerd.
milliards d'euros au moins en
investissements supplémentaires.
Les entreprises belges
investiraient au moins 1,4 milliard
d'euros en Belgique plutôt qu'à
l'étranger. Les entreprises
américaines investiraient 1,3
milliard au moins dans notre pays.
L'innovation requiert des
investissements et les
investissements requièrent un
climat fiscal avantageux.

Le 20 avril 2004 en commission
des Finances, j'ai fait remarquer
au ministre que les centres de
coordination péricliteront sous leur
forme actuelle à partir du 1
er
janvier 2006. C'est une
conséquence de la réforme de
l'impôt des sociétés du 24
décembre 2002. Toutefois, l'arrêté
royal fixant les modalités du
nouveau régime n'est toujours pas
publié, ce qui entraîne une
insécurité juridique. Le ministre a
indiqué qu'il n'y a pas encore
d'arrêté d'exécution parce que des
négociations sont menées avec la
Commission européenne sur les
conditions de la suppression des
centres. Il s'est ensuite avéré qu'il
n'y aura plus d'arrêté royal.

En avril 2004, le ministre avait
aussi déclaré qu'il ne restait plus
que 200 centres sur les 400
initiaux et que dans ces 200
centres ne travaillaient plus
qu'entre 9.000 et 10.000
personnes. Pour les activités
supplémentaires, un nombre
équivalent d'emplois a été créé. A
notre tour, nous avons signalé le
transfert important de centres
belges vers la Suisse. Les
autorités helvétiques ont mené à
cet égard des campagnes
promotionnelles.

Le ministre a estimé que le
présent projet de loi résoudrait les
problèmes liés aux centres de
coordination. Mais les centres
représentés au sein du Forum 187
ne partagent pas cet avis. Pour
113 des 203 centres
rémunérateurs, la déduction des
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63

De minister heeft afstand gedaan van het KB dat deze problematiek in
de overgangsperiode zou regelen. Dat is een belangrijk standpunt.
Anderzijds hebben wij de minister ook gewezen op de belangrijke
mutatie van Belgische coördinatiecentra naar Zwitserland. Wij hebben
ook documenten voorgelegd waaruit blijkt dat op een actieve manier
bedrijven worden geworven om naar Zwitserland te verhuizen. Het
gaat hier om promotiecampagnes die zelfs door Zwitserse overheden
worden gevoerd.

De minister heeft uiteindelijk geantwoord dat zijn oplossing voor de
problematiek van de coördinatiecentra onderhavig wetsontwerp is. Nu
blijkt uit de standpunten die door de coördinatiecentra zelf,
vertegenwoordigd in Forum 187, zijn ingenomen, dat het wetsontwerp
in zijn huidige vorm niet meer tegemoetkomt aan de problematiek van
de coördinatiecentra.

Forum 187 berekende de impact van de renteaftrek op eigen
vermogen op de resultatenrekening van de Belgische
coördinatiecentra over het boekjaar 2002. Van de 223 centra lijden er
20 verlies. Zij blijven dus buiten de analyses. Voor 113 van de 203
winstgevende centra ­ 56% van het totaal ­ is de renteaftrek op eigen
vermogen een noodzakelijke maar onvoldoende maatregel.
Mogelijkheden zoals in Luxemburg en Zwitserland, blijven voor die
centra aantrekkelijker. Zij tellen samen 5.400 hooggekwalificeerde
medewerkers, die 370 miljoen euro verdienen. Die 113
coördinatiecentra hebben een eigen vermogen van 47 miljard euro en
betalen jaarlijks minstens 314 miljoen euro aan de Staat in de vorm
van belastingen en socialezekerheidsbijdragen.

Voor 79 centra of 38% kan de notionele rente de concurrentie met
Zwitserland doorstaan; voor 11 ook die met Luxemburg, wat het totaal
op 90 brengt of 44%. Die centra stellen samen 3.900 mensen tewerk
en betalen 294 miljoen euro personeelskosten. Met een gezamenlijk
eigen vermogen van 86 miljard euro op een balanstotaal van 110
miljard euro betalen zij elk jaar 241 miljoen euro aan de Staat in de
vorm van belastingen en socialezekerheidsbijdragen.

Forum 187 wilde vooral nagaan of de maatregel een voldoende
alternatief bood voor het behoud van de beslissingscentra in België en
voor de daarmee verbonden financiële beroepen. Men betreurt dat op
het einde van de besprekingen nog twee beperkingen en
verplichtingen zijn opgenomen in de maatregel, wat de
doeltreffendheid kan aantasten. Het zou hoogst betreurenswaardig
zijn dat buitenlandse investeerders bij het lezen van die twee
voorwaarden voor andere landen zouden kiezen. Het gaat om de
hoogte van de renteaftrek, die gekoppeld is aan de marktrente van
een lineaire obligatie, wat op zich een goede maatregel is.
Daarbovenop is echter voorzien in een herzienbare limiet, wat
rechtsonzekerheid kan creëren.

Coördinatiecentra die het behoud of de versterking van de
kredietrating van de buitenlandse moedervennootschap moeten
verzekeren, zullen de verplichte reservering van de renteaftrek
onaanvaardbaar vinden. De kredietrating bepaalt in hoge mate de
externe financieringskosten. De reserveringsvoorwaarde beperkt ook
de kasstroom. Sommige groepen hebben een voldoende grote
kasstroom nodig om de nodige garanties te bieden aan hun
intérêts sur le patrimoine propre
est nécessaire mais non
suffisante. Pour ces centres,
l'étranger reste plus intéressant.
Pour 79 d'entre eux, l'intérêt
notionnel peut tenir tête à la
concurrence avec la Suisse. Pour
11 d'entre eux, il peut également
affronter la concurrence avec le
Luxembourg. Le Forum 187 s'est
essentiellement attaché à vérifier
si cette mesure offrait une
alternative satisfaisante au
maintien des centres de décision
en Belgique et pour les
professions financières qui y sont
liées. Il est regrettable qu'à l'article
9, deux restrictions aient encore
été incluses, ce qui est de nature à
nuire à l'efficacité. C'est ainsi
qu'une limite, sujette à révision, au
montant de la déduction des
intérêts a été prévue. Les centres
de coordination qui doivent
assurer le "credit rating" de la
société mère étrangère trouveront
inacceptable l'obligation de
réserver la déduction des intérêts.
Or le "credit rating" détermine
dans une large mesure le coût de
financement externe. En outre, la
condition de réservation limite le
cash flow alors que celui-ci doit
être suffisamment important pour
donner des garanties aux bailleurs
de fonds. Le Forum 187 estime
qu'il est impossible aux centres de
coordination de réserver pendant
trois ans le montant total des
déductions sur leur patrimoine
propre. M. Tommelein a déjà attiré
notre attention sur ce problème.
Ces conditions supplémentaires
dissuadent 38% des centres de
coordination. En commission, mes
questions concernant ce point
n'ont pas reçu de réponse. Selon
une rumeur qui circule, il s'agirait
de revendications du PS. Mais
l'amendement que nous
présentons permettra d'échapper
à l'article 9.

La proposition de loi du CD&V
avait également pour but d'ancrer
dans la loi le calcul de la base
imposable et de l'actualiser. Le Roi
n'a pas encore adapté l'ordre des
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
geldschieters. De coördinatiecentra die gebonden zijn aan eisen
inzake kredietrating en aan kasstroomverplichtingen, kunnen het
volledige bedrag van de aftrek op eigen vermogen onmogelijk 3 jaar
lang reserveren, zo stelt Forum 187.

Ik moet trouwens zeggen dat ook collega Tommelein naar dat
probleem heeft verwezen.

Voor de minister is dit wetsontwerp een manier om tegemoet te
komen aan de problemen van de coördinatiecentra, maar zoals we
daarnet gezien hebben, voldoet dit totaal niet. Voor een belangrijk
percentage is er totaal geen interesse in dit wetsontwerp. Een lager
percentage van de coördinatiecentra, 38%, zou geïnteresseerd
kunnen zijn, maar wordt afgeschrikt door de bijkomende voorwaarden
die u in artikel 9 van het wetsontwerp hebt opgenomen. Naar verluidt -
ik heb de vraag in de commissie gesteld, maar heb er geen antwoord
op gekregen ­ waren dat de eisen van de Parti Socialiste om dit
ontwerp goed te keuren.

In elk geval, wij bieden de mogelijkheden om dat artikel te schrappen
door de indiening van een amendement. Wellicht is dat voor de heer
Tommelein en voor degenen die in dezelfde zin denken een
mogelijkheid om aan dat artikel te ontsnappen en om daardoor dat
wetsontwerp toch wat meer effectiviteit te geven.

Voorts wens ik nog te signaleren dat het wetsvoorstel van CD&V nog
andere doeleinden bevatte, namelijk de verankering en actualisering
van de berekening van de belastbare grondslag bij wet. Immers, de
Koning heeft tot nu toe nagelaten om de volgorde van de zes
bewerkingen in de vennootschapsbelasting aan te passen aan het
arrest-AMID van 14 december 2000 van het Hof van Justitie en de
hervorming van de vennootschapsbelasting door de wet van
24 december 2002.

Een tweede doel van ons wetsvoorstel was de invoering van een
minimale grondslag bij ambtshalve aanslag gebaseerd op het
vermogen van de vennootschap. Dat heeft betrekking op die talrijke
groep van vennootschappen die geen aangifte doen in de
vennootschapsbelasting, maar die op die manier toch een bijdrage
leveren aan het maatschappelijk gebeuren.

Ten slotte wens ik nog enkele woorden te zeggen over de budgettaire
compensaties. In 2004 hebben de Belgische vennootschappen 1,3
miljard euro meer aan voorafbetalingen gedaan in vergelijking met het
jaar 2003. Dat is een extra opbrengst geweest in de
vennootschapsbelasting. Wij menen dan ook dat de kosten van dit
voorstel, die worden begroot op 566 miljoen euro ­ dus nog niet de
helft van de meerontvangsten die gerealiseerd werden in de
vennootschapsbelasting in het jaar 2004 ­, niet gecompenseerd
zouden moeten worden en dat dit bedrag aan de vennootschappen
ter beschikking gesteld zou moeten worden. Niettemin gaat u over tot
compensatie, zoals u dat ook gedaan hebt in 2002; vermoedelijk ging
het zelfs om meer dan compensatie in 2002.

U voorziet in twee compenserende maatregelen in welk verband wij
de volgende opmerkingen willen formuleren.

De eerste is de afschaffing van de gewone en gespreide
six opérations dans l'impôt des
sociétés à l'arrêt AMID de la Cour
de justice du 14 décembre 2000.
Nous voulions par ailleurs
instaurer une assiette minimale
pour la taxation d'office, basée sur
les fonds propres de la société.
Les nombreuses entreprises qui
ne font pas de déclaration à
l'impôt des sociétés
contribueraient ainsi malgré tout.

En 2004, les sociétés belges ont
effectué des versements anticipés
à concurrence d'1,3 milliard
d'euros de plus que l'année
précédente. Les coûts de cette
proposition, estimés à 566 millions
d'euros, ne devraient dès lors pas
être compensés selon nous. Les
sociétés devraient bénéficier du
montant. Le ministre prévoit
toutefois deux mesures
compensatoires qui nous laissent
perplexes. La déduction pour
investissement ordinaire et étalée
pour les PME est supprimée alors
que celles-ci appliquent
systématiquement cette mesure.
Par ailleurs, le concept de "plus-
value" est modifié dans le cadre
de l'impôt des personnes
physiques et des sociétés. Une
somme de 336,5 millions doit ainsi
être compensée. Les professions
libérales et les petits indépendants
soumis à l'impôt des personnes
physiques paient ainsi également
pour une mesure qui ne profite
qu'aux sociétés. Le ministre n'a
jamais répondu à nos questions
relatives à la part des petits
indépendants et des professions
libérales, bien que cette donnée
soit essentielle.

Cette déduction fiscale emporte
notre accord de principe mais les
conditions et les compensations
imposées sont inutiles, au point
que, dans la pratique, le projet de
loi manquera en grande partie ses
objectifs. C'est la raison pour
laquelle nous nous abstiendrons
lors du vote.
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
investeringsaftrek voor KMO's. Dat was een goede maatregel die
door alle KMO's systematisch werd toegepast. De KMO's betalen dus
extra voor de financiering van die maatregel ten voordele van grote
ondernemingen.

De tweede compenserende maatregel is de inkrimping van het begrip
"meerwaarde", zowel in de personenbelasting als in de
vennootschapsbelasting.

Deze maatregel moet 336,5 miljoen euro compenseren van de 566
miljoen die de aftrek van het risicokapitaal kost. De kleine zelfstandige
en de vrije beroepen die onderworpen zijn aan de personenbelasting
betalen mee voor een maatregel die uitsluitend de vennootschappen
ten goede komt. De minister kan niet meedelen welk aandeel door de
kleine zelfstandigen en door de vrije beroepen wordt bijgedragen. Ik
herinner de collega's die in de commissie aanwezig waren eraan dat
wij de minister herhaaldelijk de vraag gesteld hebben of hij ons eens
wou toelichten hoe dat bedrag van 366 miljoen samengesteld is en
hoeveel van dit bedrag uit de vennootschapsbelasting komt en
hoeveel uit de personenbelasting. Ik denk dat het toch wel essentieel
is dat het parlement over deze informatie beschikt. Onze conclusie is
duidelijk. De financiering van de vennootschappen gebeurt in
belangrijke mate door het heffen van een nieuwe last op de kleine
ondernemingen die worden getaxeerd via de personenbelasting.

Welnu, mijnheer de voorzitter, geachte collega's, alhoewel wij
principieel natuurlijk gunstig ingesteld staan ten opzichte van deze
aftrek, wij dat een goed idee vinden en wij zelf een wetsvoorstel in die
zin hebben, moeten we vaststellen dat hier nodeloze voorwaarden
opgelegd zijn en compensaties die ertoe leiden dat dit wetsontwerp in
de praktijk voor een belangrijk gedeelte zijn doel zal missen. In die
omstandigheden zullen wij ons dienen te onthouden over dit
wetsontwerp.
15.21 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre chers collègues, permettez-moi de me réjouir
d'emblée de voir ce projet important pour notre économie, ce projet
innovant, ce projet d'inspiration libérale débattu dans cette
assemblée.

Monsieur le ministre, je vous félicite pour votre ténacité dans ce
dossier car je sais que certains n'ont pas hésité à vous mettre des
bâtons dans les roues. La concrétisation du projet de déduction pour
capital à risque aura plusieurs effets bénéfiques pour l'investissement
en capital à risque, et donc pour l'activité économique et pour l'emploi
dans notre pays.

Premièrement, la mesure permettra de supprimer la discrimination
fiscale existant entre le coût non déductible des fonds propres,
constitués par apport de capitaux externes et par autofinancement, et
celui déductible des capitaux empruntés. Dès 2006, les entreprises
pourront calculer un taux d'intérêt sur leurs fonds propres et bénéficier
d'une déduction partielle de ce coût.

Deuxièmement, la mesure profitera en premier lieu aux PME qui se
trouvent souvent en situation de sous-capitalisation structurelle. Elle
constituera indiscutablement un incitant puissant au renforcement de
leurs fonds propres et donc de leur solvabilité, de leur rentabilité. En
15.21 François-Xavier de
Donnea (MR): Ik ben blij dat dit
ontwerp in het halfrond wordt
besproken. Het is immers
baanbrekend en belangrijk voor
onze economie, en het heeft een
uitgesproken liberaal karakter. Ik
wil de minister gelukwensen met
het doorzettingsvermogen dat hij
in dit dossier heeft getoond,
ondanks het feit dat sommigen
een spaak in het wiel hebben
trachten te steken.

De uitvoering van het ontwerp tot
invoering van een belastingaftrek
voor risicokapitaal zal een
gunstige invloed hebben op de
investeringen en bijgevolg ook op
de economische activiteit en de
werkgelegenheid in ons land. Door
deze maatregel kunnen we een
einde stellen aan de fiscale
discriminatie tussen de kosten
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
outre, je rappelle que pour les sociétés considérées comme des
petites sociétés, le taux de base de la déduction applicable à toutes
les sociétés est majoré d'un demi-point.

Troisièmement, d'une manière générale, la mesure aura un effet
bénéfique direct sur la confiance des investisseurs belges et
étrangers, et il est aussi important, de redonner confiance, de
redonner une image positive pour le climat d'investissement dans ce
pays. La mesure renforcera le potentiel de croissance économique
grâce à des entreprises plus saines, capables d'investir davantage et
de créer des emplois. Cette nouvelle déduction dont bénéficieront
toutes les entreprises, y compris les PME, permettra de contribuer à
réaliser l'objectif du gouvernement qui est de stimuler le renforcement
des capitaux propres des entreprises.

Quatrièmement, la mesure est également importante pour les centres
de coordination et les emplois qui y sont liés. Elle devrait encourager
nombre d'entre eux, sinon tous, à rester en Belgique lorsque le statut
fiscal dont ils bénéficient actuellement s'éteindra progressivement
entre 2005 et 2010. Je souligne également que les modalités de la
mesure tiennent compte des intérêts de tous les acteurs. C'est ainsi
qu'un report de la déduction sur une durée de sept ans en cas de
bénéfices insuffisants est rendu possible, un choix spécifique est
conféré aux PME entre la déduction majorée pour capital à risque et
la réserve d'investissement. Quant à la fixation du taux de la
déduction, elle se fait en prenant le montant des capitaux propres,
multiplié par un taux déterminé par référence aux OLO à dix ans et
annuellement, sans dépasser une marge de fluctuation de 1% à la
hausse ou à la baisse avec un maximum de 6,5%.

En outre, une autre mesure pertinente vient s'ajouter à la déduction
pour capital à risque: il s'agit de la suppression totale du droit
d'apport. Le dispositif proposé sera ainsi complété avec toute la
cohérence souhaitable. En effet, le taux actuel du droit d'apport à
0,50% fragilisait la compétitivité des entreprises belges par rapport à
celle des États membres chez lesquels l'imposition du droit d'apport
est plus faible, voire inexistante. En outre, il constituait un obstacle
aux apports dans le cadre de la société européenne.

Monsieur le ministre, pour avoir eu certains contacts avec des experts
après le vote du rapport en commission des Finances, je pense qu'il
serait bon que vous puissiez préciser rapidement, et si possible
même aujourd'hui, certains aspects techniques du projet concernant
le mode de comptabilisation de la réserve indisponible, prévu à
l'article 205sexies du CIR en projet. Deuxièmement, il serait utile de
préciser le plus vite possible, sinon aujourd'hui, la définition de la
valeur fiscale nette des actions et parts à déduire de la base de calcul
de la déduction pour capital à risque. Enfin, il faut également préciser
davantage la nature des immeubles exclus de la base de calcul de la
déduction.

Je voudrais exprimer, comme d'autres l'on fait avant moi...
inzake de eigen middelen en de
kosten verbonden aan geleend
kapitaal. Vanaf 2006 zullen de
ondernemingen een rentevoet op
hun eigen middelen kunnen
berekenen en een gedeeltelijke
aftrek van die kost genieten.

De maatregel komt in de eerste
plaats de KMO's ten goede, die
vaak aan een structurele
onderkapitalisatie lijden. Ze zal
een stimulans zijn voor het
aanleggen van eigen middelen en
dus voor hun rentabiliteit.
Bovendien wordt het van
toepassing zijnde basispercentage
voor de aftrek met een half punt
verhoogd voor de kleine
ondernemingen.

Ten derde zal de maatregel het
vertrouwen van de Belgische en
buitenlandse investeerders
versterken. Ze zal het
economische groeipotentiaal
vergroten. De regering had zich tot
doel gesteld de versterking van het
eigen kapitaal van de
ondernemingen te stimuleren. Met
deze maatregel komt ze hieraan
tegemoet.

De maatregel is ook van belang
voor de coördinatiecentra en het
personeel dat er werkt. Hij moet
de centra ertoe bewegen in ons
land te blijven ook als tussen 2005
en 2010 hun huidig fiscaal statuut
geleidelijk wordt opgeheven. Bij
het opstellen van de modaliteiten
van de maatregel werd rekening
gehouden met de belangen van
alle actoren. Zo kan de aftrek
gedurende zeven jaar worden
overgedragen indien de winst
onvoldoende groot is. De KMO's
kunnen kiezen tussen de
verhoogde afrek voor
risicokapitaal en de
investeringsreserve. Het tarief van
de aftrek wordt bepaald door het
bedrag van het eigen kapitaal te
vermenigvuldigen met een
intrestvoet die gebaseerd is op de
OLO's op tien jaar, met een
schommeling van maximum 1
percent naar boven of beneden
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
met een maximum van 6,5
percent.

Er werd nog een andere relevante
maatregel getroffen: het
inbrengrecht wordt volledig
afgeschaft. De huidige rentevoet
van het inbrengrecht van 0,50
percent benadeelde de Belgische
ondernemingen ten aanzien van
die uit andere lidstaten en
hinderde de inbreng in het kader
van een Europese vennootschap.

Na de stemming over het verslag
in de commissie heb ik met
deskundigen van gedachten
gewisseld. Ik meen dan ook dat de
minister snel een aantal
technische aspecten van de
inschrijving van de onbeschikbare
reserve in de boekhouding, zoals
bepaald bij het ontwerp van artikel
205sexies van het WIB, zou
moeten verduidelijken. Daarnaast
moet de fiscale nettowaarde van
de aandelen die bij de berekening
van de aftrek in mindering moet
worden gebracht, precies worden
omschreven. Ten slotte moet
beter worden toegelicht welke
onroerende goederen van die
berekening zijn uitgesloten.
15.22 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Ne pensez-vous pas que cela fait
beaucoup de choses qui doivent encore être précisées?
15.22 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Zijn dat niet erg veel
dingen die nog moeten worden
verduidelijkt?
15.23 François-Xavier de Donnea (MR): Non, ce sont des choses
que le ministre est capable de préciser et de clarifier rapidement.
Vous aurez tout intérêt à bien écouter ce qu'il va dire.
15.24 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Je ne doute pas de la capacité
du ministre à répondre à certaines de vos questions. Je suis quand
même surpris de la tournure des travaux puisque nous avons eu un
débat en commission et que des amendements ont été proposés.
J'entends votre propos et je connais suffisamment la technique: il y a
encore une série de choses qui doivent être clarifiées et qui n'ont
peut-être pas fait l'objet d'un accord unanime parmi ceux qui sont
derrière ce projet de loi.
15.24 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Al ben ik ervan
overtuigd dat de minister die
vragen kan beantwoorden, toch
ben ik verrast door de wending die
de werkzaamheden nemen. Wij
hebben immers al een debat in de
commissie gevoerd, waar
amendementen werden ingediend.
Ik begrijp dat een aantal
elementen nog moet worden
toegelicht, waarover misschien
geen eenparigheid bestond bij
diegenen die dit wetsontwerp
steunen.
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
15.25 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur Nollet, dans des
domaines tels que ceux-là, lorsqu'on s'aperçoit que certains n'ont
peut-être pas bien saisi l'interprétation à donner à certaines
dispositions, on rend service à tout le monde, à la collectivité, aux
collègues du parlement et au gouvernement en demandant à ce
dernier de bien préciser, lors du débat parlementaire, certaines
choses qui peuvent constituer actuellement, ou qui constitueraient
sinon, des zones d'ombre.

Notre but est d'avoir un débat. Notre but n'est pas de répéter ce qui a
été dit en commission. Notre but n'est pas non plus de faire les béni-
oui-oui. Je pense que j'ai encore le droit à la liberté d'expression. Je
peux très bien, malgré l'estime que j'ai pour le ministre et pour le
travail du gouvernement dans ce dossier, demander certaines
précisions. Cela évitera, je pense, pas mal de malentendus
ultérieurement. Cela ne pourra que contribuer à donner une image
forte et claire à ce projet extrêmement important pour notre
économie.

Je me réjouis de voir qu'il y a au moins une personne dans cette
assemblée, indépendamment du ministre, qui m'écoute aujourd'hui.
Je vous en remercie, monsieur Nollet, ainsi que le président.

Cela dit, monsieur Nollet, je vais peut-être encore apporter de l'eau à
votre moulin. Je regrette que la majorité - bien entendu, une majorité
est appelée à faire des compromis et gouverner, c'est l'art du possible
- n'ait pas été en mesure d'obtenir un consensus au sein de ce
parlement sur un nécessaire assouplissement de la clause dite
d'indisponibilité. Je regrette qu'il faille, pour bénéficier de la
déductibilité des intérêts notionnels, maintenir en réserve pour une
durée assez longue la totalité de la déduction pour capital à risque, à
savoir une durée correspondant à la période imposable et les trois
années qui la suivent.

La clause d'indisponibilité figurant à l'article 9 du projet réintroduit une
forme de discrimination, malgré tout, entre les deux modes de
financement, capital à risque et capital emprunté, et ce
paradoxalement par rapport au but poursuivi qui est d'assurer une
égalité de traitement entre les deux modes de financement.
L'actionnaire se voit contraint à une immobilisation pendant 4 ans au
minimum et est ainsi, à nouveau, pénalisé par rapport à la technique
de l'emprunt, mais je sais qu'il s'agit d'un compromis. Il vaut mieux
voter ce compromis - ce que je ferai, d'ailleurs, avec conviction - que
de bloquer le projet en voulant peut-être plus et mieux. Néanmoins,
quand on prend des mesures pour inciter l'investissement dans
l'économie, pour stimuler l'activité économique, il vaut mieux prendre
des mesures claires et nettes sans recourir à des élastiques.

En l'occurrence, il est dommage que certains, monsieur Massin,
n'aient pu accepter un compromis en la matière. A force de donner
avec des élastiques, nous sommes un peu dans la situation du gars
qui fait des sauts à l'élastique, qui n'atterrit jamais et qui, s'il le fait, se
casse la gueule. A l'avenir, nous devrions plutôt essayer dans ce pays
de prendre des mesures claires, nettes et franches, monsieur Viseur.

Cela dit, je ne vais pas être pessimiste. Ce projet apporte
énormément de choses. Comme je suis perfectionniste comme vous,
15.25 François-Xavier de
Donnea (MR): Maar men bewijst
iedereen een dienst als men
tijdens een parlementair debat
vraagt om bepaalde elementen,
die een schemerzone kunnen
vormen, te verduidelijken!

Ons doel bestaat erin een debat te
voeren en niet gewoon te herhalen
wat in de commissie werd gezegd.
Ik mag nog altijd vrij mijn mening
uiten en meer uitleg vragen,
ondanks mijn achting voor de
minister en voor het werk van de
regering in dit dossier. Dat zal ons
helpen een heel aantal
misverstanden te voorkomen en
dit ontwerp een sterk en
ondubbelzinnig imago te geven.
Voor onze economie is dat
uitermate belangrijk.

Dit gezegd zijnde, vind ik het
jammer dat de meerderheid het
niet eens is kunnen worden over
de noodzakelijke versoepeling van
de zogenaamde onbeschikbaar-
heidsclausule. Ik betreur het feit
dat men, om de notionele
intrestaftrek te kunnen genieten,
het geheel van de aftrek voor
risicokapitaal tamelijk lang in
reserve moet houden, te weten
gedurende een periode die
overeenstemt met het belastbaar
tijdperk en de drie daaropvolgende
jaren.

Paradoxaal genoeg voert de
onbeschikbaarheidsclausule in
artikel 9 opnieuw een vorm van
discriminatie in, tussen
risicokapitaal enerzijds en geleend
kapitaal anderzijds. Doordat de
aandeelhouder verplicht is zijn
kapitaal gedurende vier jaar vast
te zetten, is hij opnieuw slechter af
dan iemand die voor een lening
opteert. Ik weet dat het ontwerp
een compromis is, maar men doet
er toch beter aan het goed te
keuren dan het te blokkeren. Om
de economische activiteit aan te
zwengelen, zijn echter vooral
ondubbelzinnige maatregelen
vereist in plaats van rekbare
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
monsieur Nollet, j'eusse espéré qu'il eût apporté davantage, mais il
apporte déjà énormément. C'est la raison pour laquelle cette loi,
lorsqu'elle sera votée, pourra un jour prochain, sur la base d'une
évaluation objective de ses effets réels, être amendée en vue
d'assouplir l'article 9 et de raccourcir l'élastique avec lequel on a
octroyé cet avantage néanmoins important.

En attendant, le groupe MR pense qu'il vaut mieux engranger ceci et
voter ce texte quand même très positif pour un grand nombre
d'entreprises et de PME.

Malgré les quelques réserves que je viens d'émettre, un grand pas en
avant est fait grâce à ce projet; c'est la raison pour laquelle le groupe
MR le votera avec beaucoup de conviction.
bepalingen. In zekere zin zijn we
als een bungeejumper die nooit de
grond raakt, maar als hij het doet,
valt hij te pletter...

Ooit zal deze wet geamendeerd
kunnen worden en zullen wij artikel
9 kunnen versoepelen. Dan zullen
wij de elastiek kunnen inkorten
waaraan wij dit toch wel
belangrijke voordeel hebben
opgehangen.

Ondanks die enkele bezwaren,
menen wij dat met dit ontwerp een
grote stap voorwaarts wordt gezet.
Daarom zullen wij het met volle
overtuiging goedkeuren.
Le président: Chers collègues, comme convenu, je vous propose de faire une petite interruption de
quelques minutes.

La séance est levée.
De vergadering is gesloten.

La séance est levée à 18.28 heures. Prochaine séance le jeudi 2 juin 2005 à 18.40 heures.
De vergadering wordt gesloten om 18.28 uur. Volgende vergadering donderdag 2 juni 2005 om 18.40 uur.


02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
JEUDI 02 JUIN 2005
DONDERDAG 02 JUNI 2005
CHAMBRE
KAMER
C
OMMISSIONS
C
OMMISSIES
Commission parlementaire de concertation
Parlementaire overlegcommissie
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995 organisant la commission
parlementaire de concertation prévue à l'article 82
de la Constitution et modifiant les lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat, je vous communique que la
commission parlementaire de concertation a pris les
décisions suivantes en sa réunion de ce matin (doc.
N° 82/26):
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet
van 6 april 1995 houdende inrichting van de
parlementaire overlegcommissie bedoeld in
artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State, deel
ik u mee dat de parlementaire overlegcommissie in
haar vergadering van deze voormiddag volgende
beslissingen heeft genomen (stuk nr. 82/26):
Conformément à l'article 12, § 2, de la loi précitée et
en application de l'article 80 de la Constitution, la
commission a déterminé les délais dans lesquels le
Sénat aura à se prononcer sur les projets de loi
suivants, pour lesquels le gouvernement a
demandé l'urgence:
Overeenkomstig artikel 12, § 2, van de voormelde
wet en met toepassing van artikel 80 van de
Grondwet, heeft de commissie de termijnen
bepaald waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over de volgende wetsontwerpen,
waarvoor de regering de spoedbehandeling heeft
gevraagd:
a) pour le projet de loi simplifiant la loi du
10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et
particulière (n° 51 1775/1);
a) voor het wetsontwerp houdende vereenvoudiging
van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de
private en bijzondere veiligheid (nr. 51 1775/1);
La commission a décidé de maintenir le délai
d'évocation à 15 jours et le délai d'examen à 60
jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 15
dagen en de onderzoekstermijn op 60 dagen te
behouden.
b) pour le projet de loi portant des dispositions
équivalentes aux dispositions prévues, en ce qui
concerne la Belgique, par les accords sur la fiscalité
des revenus de l'épargne signés entre le Royaume
de Belgique et le Royaume des Pays-Bas en ce qui
concerne d'une part les Antilles néerlandaises et
d'autre part Aruba et entre le Royaume de Belgique
et, respectivement, Guernesey, l'Ile de Man, Jersey,
Anguilla, les îles Vierges britanniques, Montserrat et
les îles Turks et Caicos (n° 51 1791/1);
b) voor het wetsontwerp houdende bepalingen die
gelijkwaardig zijn aan de bepalingen waarin, wat
België betreft, is voorzien in de overeenkomsten
betreffende belastingheffing op inkomsten uit
spaargelden, die werden gesloten tussen het
Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden
met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds
en Aruba anderzijds, en tussen het Koninkrijk België
en respectievelijk Guernesey, het eiland Man,
Jersey, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden,
Montserrat en de Turks en Caicos Eilanden
(nr. 51 1791/1);
La commission a décidé de maintenir le délai
d'évocation à 15 jours et le délai d'examen à 60
jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 15
dagen en de onderzoekstermijn op 60 dagen te
behouden.
c) pour le projet de loi modifiant la loi du
20 janvier 1999 visant la protection du milieu marin
dans les espaces marins sous juridiction de la
Belgique (n° 51 1805/1);
c) voor het wetsontwerp houdende wijziging van de
wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het
mariene milieu in de zeegebieden onder de
rechtsbevoegdheid van België (nr. 51 1805/1);
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72
La commission a décidé de maintenir le délai
d'évocation à 15 jours et le délai d'examen à 60
jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 15
dagen en de onderzoekstermijn op 60 dagen te
behouden.
Pour information
Ter kennisgeving
Rapports
Verslagen
Les rapports suivants ont été déposés:
Volgende verslagen werden ingediend:
au nom de la commission de la Défense nationale,
namens de commissie voor de Landsverdediging,
- par M. Robert Denis, sur les programmes de
partenariat militaire en Afrique (n° 1815/1);
- door de heer Robert Denis, over de programma's
van militair partnerschap in Afrika (nr. 1815/1);
au nom de la commission des Finances et du
Budget,
namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,
- par M. Luc Gustin, sur le projet de loi modifiant le
Code des impôts sur les revenus 1992 et le Code
des taxes assimilées au timbre en matière
d'assistance mutuelle des autorités compétentes
des Etats membres dans le domaine des impôts
directs et des taxes sur les primes d'assurance
(n° 1735/3);
- door de heer Luc Gustin, over het wetsontwerp tot
wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 en van het Wetboek
der met het zegel gelijkgestelde taksen inzake de
wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten
van de lidstaten op het gebied van de directe
belastingen en heffingen op verzekeringspremies
(nr. 1735/3);
- par M. Bart Tommelein, sur:
- door de heer Bart Tommelein, over:
. le projet de loi instaurant une déduction fiscale
pour capital à risque (n° 1778/4);
. het wetsontwerp tot invoering van een
belastingaftrek voor risicokapitaal (nr. 1778/4);
. la proposition de loi (M. Melchior Wathelet)
modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992
en vue de stimuler l'autofinancement des
entreprises (n° 1377/2);
. het wetsvoorstel (de heer Melchior Wathelet) tot
wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992, ter bevordering van de
zelffinanciering van de ondernemingen (nr. 1377/2);
. la proposition de loi (MM. Carl Devlies et Tony Van
Parys et Mme Trees Pieters) adaptant la
détermination du revenu imposable et instaurant
une déduction pour autofinancement et une base
imposable minimum en cas d'imposition d'office à
l'impôt des sociétés (n° 1704/2);
. het wetsvoorstel (de heren Carl Devlies en Tony
Van Parys en mevrouw Trees Pieters) tot
aanpassing van de vaststelling van het belastbare
inkomen en tot invoering van een
autofinancieringsaftrek en minimum belastbare
grondslag bij ambtshalve aanslag in de
vennootschapsbelasting (nr. 1704/2);
au nom de la commission des Affaires sociales,
namens de commissie voor de Sociale Zaken,
- par Mme Annemie Turtelboom, sur:
- door mevrouw Annemie Turtelboom, over:
. le projet de loi portant des dispositions diverses
relatives à la concertation sociale (n° 1767/5);
. het wetsontwerp houdende diverse bepalingen
betreffende het sociaal overleg (nr. 1767/5);
. la proposition de loi (Mmes Nahima Lanjri, Greta
D'hondt et Trees Pieters) supprimant les cotisations
sociales afférentes aux primes aux suggestions
(n° 1679/2).
. het wetsvoorstel (de dames Nahima Lanjri, Greta
D'hondt en Trees Pieters) tot afschaffing van de
sociale bijdragen op de suggestiepremies
(nr. 1679/2).
au nom de la commission chargée des problèmes
de Droit commercial et économique,
namens de commissie belast met de problemen
inzake Handels- en Economisch Recht,
- par M. Claude Marinower, sur:
- door de heer Claude Marinower, over :
. la proposition de loi (M. Guido De Padt et Mme
Sabien Lahaye-Battheu) visant à compléter les
articles 10 et 46 de la loi du 8 août 1997 sur les
faillites (n° 1541/5);
. het wetsvoorstel (de heer Guido De Padt en
mevrouw Sabien Lahaye-Battheu) tot aanvulling van
de artikelen 10 en 46 van de faillissementswet van
8 augustus 1997 (nr. 1541/5);
. la proposition de loi (Mme Camille Dieu) modifiant
la loi du 8 août 1997 sur les faillites afin d'octroyer
au curateur la faculté de verser à titre d'avance aux
travailleurs la rémunération pour les jours prestés
depuis la déclaration de faillite (n° 954/2).
- het wetsvoorstel (mevrouw Camille Dieu) tot
wijziging van de faillissementswet van
8 augustus 1997 teneinde de curator de
mogelijkheid te bieden de werknemers bij wijze van
voorschot het loon te betalen voor de sinds de
faillietverklaring gepresteerde dagen (nr. 954/2).
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
D
EMANDES D
'
INTERPELLATION
I
NTERPELLATIEVERZOEKEN
Dépôts
Ingediend
1. M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires
étrangères sur "le financement pluriannuel de
l'Union européenne entre 2007 et 2013 et le risque,
pour la Belgique, de perdre des centaines de
millions d'euros de subventions'.
1. de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Buitenlandse Zaken over "de meerjarenfinanciering
van de EU van 2007 tot 2013 en het dreigende
verlies voor België van honderden miljoenen euro's
subsidies'.
(n° 605 ­ renvoi à la commission des Relations
extérieures)
(nr. 605 ­ verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
2. M. Pieter De Crem au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le risque d'une
épidémie mondiale de grippe mortelle'.
2. de heer Pieter De Crem tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
gevaar van een wereldwijde dodelijke
griepepidemie".
(n° 606 ­ renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
(nr. 606 ­ verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
3. Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
résultats de l'étude concernant l'incidence du
facteur 'médecin' sur la santé".
3. mevrouw Yolande Avontroodt tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
resultaten van de studie van het impact van de arts
op de gezondheid".
(n° 607 ­ renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
(nr. 607 ­ verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
4. M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"la vente de la maison de repos de l'INIG à Uccle".
4. de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de verkoop van de home
van het NIOOO te Ukkel".
(n° 608 ­ renvoi à la commission de la Défense
nationale)
(nr. 608 ­ verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging)
P
ROPOSITIONS
V
OORSTELLEN
Autorisation d'impression (Rgt 75.2)
Toelating tot drukken (Rgt 75.2)
1. Proposition de résolution (Mmes Josée Lejeune
et Corinne De Permentier, MM. Daniel Bacquelaine
et Charles Michel) concernant l'intensification de la
lutte contre le sida (n° 1802/1).
1. Voorstel van resolutie (de dames Josée Lejeune
en Corinne De Permentier en de heren Daniel
Bacquelaine en Charles Michel) betreffende de
opvoering van de aidsbestrijding (nr. 1802/1).
2. Proposition de loi (MM. Tony Van Parys, Jo
Vandeurzen et Servais Verherstraeten et Mme
Liesbeth Van der Auwera) modifiant le Code
judiciaire en ce qui concerne l'expertise (n° 1806/1).
2. Wetsvoorstel (de heren Tony Van Parys, Jo
Vandeurzen en Servais Verherstraeten en mevrouw
Liesbeth Van der Auwera) tot wijziging van het
Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de
expertise (nr. 1806/1).
3. Proposition de loi (MM. Bruno Van Grootenbrulle,
David Geerts, Philippe Monfils et Mme Hilde
Vautmans) instituant le transfert de certains
militaires vers un employeur public (n° 1807/1).
3. Wetsvoorstel (de heren Bruno Van Grootenbrulle,
David Geerts, Philippe Monfils en mevrouw Hilde
Vautmans) houdende de overplaatsing van
sommige militairen naar een openbare werkgever
(nr. 1807/1).
4. Proposition de loi (MM. Pieter De Crem et Dirk
Claes, Mme Simonne Creyf, MM. Patrick De Groote
et Carl Devlies, Mme Katrien Schryvers et MM.
Herman Van Rompuy, Mark Verhaegen et Servais
Verherstraeten) modifiant les lois électorales, en
vue de scinder la circonscription électorale de
Bruxelles-Hal-Vilvorde (n° 1808/1).
4. Wetsvoorstel (de heren Pieter De Crem en Dirk
Claes, mevrouw Simonne Creyf en de heren Patrick
De Groote en Carl Devlies, mevrouw Katrien
Schryvers en de heren Herman Van Rompuy, Mark
Verhaegen en Servais Verherstraeten) tot wijziging
van de kieswetgeving, met het oog op de splitsing
van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde
(nr. 1808/1).
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
74
5. Proposition de loi (Mmes Hilde Vautmans et
Ingrid Meeus et M. Stef Goris) modifiant la loi du
14 janvier 1975 portant le règlement de discipline
des Forces armées en vue de permettre l'accès à
certains mandats politiques (n° 1809/1).
5. Wetsvoorstel (de dames Hilde Vautmans en
Ingrid Meeus en de heer Stef Goris) tot wijziging
van de wet van 14 januari 1975 houdende het
tuchtreglement van de krijgsmacht met het oog op
de toelating tot bepaalde politieke mandaten
(nr. 1809/1).
6. Proposition (MM. Gerolf Annemans, Jan
Mortelmans, Hagen Goyvaerts et Filip De Man)
visant à instituer une commission d'enquête
parlementaire chargée d'enquêter sur les fraudes et
illégalités commises dans le cadre de la procédure
de régularisation des étrangers en séjour illégal
(n° 1810/1).
6. Voorstel (de heren Gerolf Annemans, Jan
Mortelmans, Hagen Goyvaerts en Filip De Man) tot
oprichting van een parlementaire
onderzoekscommissie belast met het onderzoek
naar de fraude en onwettelijkheden gepleegd in het
kader van de procedure van de regularisatie van
illegalen (nr. 1810/1).
7. Proposition de loi (MM. Eric Massin, Thierry Giet
et Yvan Mayeur) modifiant l'article 1110 du Code
judiciaire afin de rendre automatique la saisine de la
juridiction de renvoi par la Cour de cassation
(n° 1814/1).
7. Wetsvoorstel (de heren Eric Massin, Thierry Giet
en Yvan Mayeur) tot wijziging van artikel 1110 van
het Gerechtelijk Wetboek, teneinde de
aanhangigmaking voor het verwijzingsgerecht door
het Hof van Cassatie automatisch te maken
(nr. 1814/1).
SÉNAT
SENAAT
Projets transmis
Overgezonden ontwerpen
Par message du 26 mai 2005, le Sénat renvoie tel
qu'il l'a amendé en séance de cette date, le projet
de loi modifiant l'arrêté royal n° 72 du
10 novembre 1967 relatif à la pension de retraite et
de survie des travailleurs indépendants en ce qui
concerne la suspension et le recouvrement du droit
à la pension de survie (n° 207/7).
Bij brief van 26 mei 2005 zendt de Senaat terug,
zoals hij het in vergadering van die datum heeft
geamendeerd, het wetsontwerp tot wijziging van het
koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967
betreffende het rust- en overlevingspensioen der
zelfstandigen wat de schorsing en de herkrijging
van het recht op een overlevingspensioen betreft
(nr. 207/7).
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw
Par message du 26 mai 2005, le Sénat transmet, tel
qu'il l'a adopté en séance de cette date, le projet de
loi modifiant l'article 8 de la loi du 25 mai 1999
relative à la coopération internationale belge, en ce
qui concerne l'attention aux droits de l'enfant
(n° 1817/1).
Bij brief van 26 mei 2005 zendt de Senaat het
wetsontwerp tot wijziging van artikel 8 van de wet
van 25 mei 1999 betreffende de internationale
samenwerking, met betrekking tot de aandacht voor
kinderrechten (nr. 1817/1), zoals hij het in
vergadering van die datum heeft aangenomen.
Conformément à l'article 81 de la Constitution, la
Chambre se prononce dans un délai ne pouvant
dépasser 60 jours.
Overeenkomstig artikel 81 van de Grondwet, neemt
de Kamer een beslissing binnen een termijn die 60
dagen niet te boven mag gaan.
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
Projets transmis en vue de la sanction royale
Ter bekrachtiging overgezonden ontwerpen
Par message du 26 mai 2005, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, le projet de loi portant
modification de certains aspects du statut des
membres du personnel des services de police et
portant diverses autres dispositions relatives aux
services de police (n° 1680/6), le Sénat ne l'ayant
Bij brief van 26 mei 2005 zendt de Senaat over, met
het oog op de koninklijke bekrachtiging, het niet
geëvoceerde wetsontwerp tot wijziging van
bepaalde aspecten van het statuut van de
personeelsleden van de politiediensten en
houdende diverse bepalingen met betrekking tot de
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
75
pas évoqué.
politiediensten (nr. 1680/6).
Pour information
Ter kennisgeving
COUR DES COMPTES
REKENHOF
Droit de regard et d'information
Inzage- en informatierecht
Par lettre du 19 mai 2005, le premier président de la
Cour des comptes transmet une copie de la
demande d'informations qu'elle a reçue de Mme
Muriel Gerkens concernant le fonctionnement du
Bureau d'intervention et de restitution belge, ainsi
que de la réponse de la Cour des comptes à Mme
Muriel Gerkens.
Bij brief van 19 mei 2005 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof een kopie van de vraag om
informatie die het Rekenhof heeft ontvangen van
mevrouw Muriel Gerkens betreffende de werking
van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau,
alsmede een afschrift van het antwoord van het
Rekenhof aan mevrouw Muriel Gerkens.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
COUR D'ARBITRAGE
ARBITRAGEHOF
Arrêts
Arresten
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- l'arrêt n° 93/2005 rendu le 25 mai 2005 relatif à la
question préjudicielle concernant l'article 12bis,
§ 1
er
, 2°, de la loi du 28 juin 1984 relative à certains
aspects de la condition des étrangers et instituant le
Code de la nationalité belge, posée par le tribunal
de première instance d'Anvers par jugement du
21 juin 2004, en cause de Eduardo Andres Osorio
Campos;
- het arrest nr. 93/2005 uitgesproken op
25 mei 2005 betreffende de prejudiciële vraag over
artikel 12bis, § 1, 2°, van de wet van 28 juni 1984
betreffende sommige aspecten van de toestand van
de vreemdelingen en houdende invoering van het
Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld
door de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen
bij vonnis van 21 juni 2004, inzake Eduardo Andres
Osorio Campos;
(n° du rôle: 3030)
(rolnummer: 3030)
- l'arrêt n° 94/2005 rendu le 25 mai 2005 relatif au
recours en annulation des articles 53 et 58 du
décret de la Région flamande du 21 novembre 2003
modifiant le décret du 18 mai 1999 portant
organisation de l'aménagement du territoire et le
décret relatif à l'aménagement du territoire,
coordonné le 22 octobre 1996, introduit par l'ASBL
"Natuurpunt Oost-Brabant";
- het arrest nr. 94/2005 uitgesproken op
25 mei 2005 betreffende het beroep tot vernietiging
van de artikelen 53 en 58 van het decreet van het
Vlaamse Gewest van 21 november 2003 houdende
wijziging van het decreet van 18 mei 1999
houdende de organisatie van de ruimtelijke
ordening en van het decreet betreffende de
ruimtelijke ordening, gecoördineerd op
22 oktober 1996, ingesteld door de VZW
Natuurpunt Oost-Brabant;
(n° du rôle: 3069)
(rolnummer: 3069)
- l'arrêt n° 95/2005 rendu le 25 mai 2005 relatif aux
recours en annulation de diverses dispositions du
décret de la Région wallonne du 12 février 2004
organisant les provinces wallonnes, introduits par X.
Bossu et autres, le Conseil des ministres, R.
Pankert et autres, la province du Hainaut et G.
Lapierre.
- het arrest nr. 95/2005 uitgesproken op
25 mei 2005 betreffende de beroepen tot
vernietiging van diverse bepalingen van het decreet
van het Waalse Gewest van 12 februari 2004 tot
organisatie van de Waalse provincie, ingesteld door
X. Bossu en anderen, de Ministerraad, R. Pankert
en anderen, de provincie Henegouwen en G.
Lapierre.
(n
os
du rôle: 3084, 3087, 3090, 3091 et 3093)
(rolnummers: 3084, 3087, 3090, 3091 en 3093)
Pour information
Ter kennisgeving
Recours en annulation
Beroepen tot vernietiging
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
76
En application de l'article 76 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 76 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- les recours en annulation des articles 230 et 232
de la loi-programme du 27 décembre 2004
(cotisation fédérale destinée à compenser la perte
de revenus des communes résultant de la
libéralisation du marché de l'électricité) et de la loi
spéciale du 13 septembre 2004 modifiant l'article 6
§ 1
er
, VIII, de la loi spéciale du 8 août 1980 de
réformes institutionnelles (attribution du produit de
la cotisation fédérale précitée), introduits par l'ASBL
UNIZO et autres; l'ordonnance de jonction de ces
affaires.
- de beroepen tot vernietiging van de artikelen 230
en 232 van de programmawet van
27 december 2004 (federale bijdrage ter
compensatie van de inkomstenderving van de
gemeenten ingevolge de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt) en van de bijzondere wet van
13 september 2004 tot wijziging van artikel 6, § 1,
VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen (toewijzing van de
opbrengst van voormelde federale bijdrage),
ingesteld door de VZW UNIZO en anderen; de
beschikking tot samenvoeging van deze zaken.
(n
os
du rôle: 3699 et 3700)
(rolnummers: 3699 en 3700)
Pour information
Ter kennisgeving
Questions préjudicielles
Prejudiciële vragen
En application de l'article 77 de la loi spéciale du 6
janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de la
Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- les questions préjudicielles relatives aux
articles 700 et 861 du Code judiciaire, posées par le
tribunal du travail de Bruxelles par jugement du
28 avril 2005, en cause du centre public d'action
sociale de Saint-Josse-ten-Noode contre l'Institut
national d'assurance maladie invalidité;
- de prejudiciële vragen over artikelen 700 en 861
van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de
arbeidsrechtbank te Brussel bij vonnis van
28 april 2005, inzake het openbaar centrum voor
maatschappelijk welzijn van Sint-Joost-ten-Node
tegen het Rijksinstituut voor ziekte- en
invaliditeitsverzekering;
(n° du rôle: 3701)
(rolnummer: 3701)
- la question préjudicielle concernant l'article 12 de
la loi du 12 avril 1965 relative au transport de
produits gazeux et autre par canalisations, posée
par le tribunal de première instance de Bruxelles
par jugement du 29 avril 2005, en cause de la SA
Aquafin contre la SCRL Pligas.
- de prejudiciële vraag over artikel 12 van de wet
van 12 april 1965 betreffende het vervoer van
gasachtige producten en andere door middel van
leidingen, gesteld door de rechtbank van eerste
aanleg te Brussel bij vonnis van 29 april 2005,
inzake de NV Aquafin tegen de CBBA Pligas;
(n° du rôle: 3705)
(rolnummer: 3705)
- les questions préjudicielles concernant
l'article 442bis du Code pénal et l'article 5, § 1
er
,
alinéas 1
er
et 2, j), de la loi du 4 août 1996 relative
au bien-être des travailleurs lors de l'exécution de
leur travail, posées par le tribunal de première
instance de Liège;
- de prejudiciële vragen betreffende artikel 442bis
van het Strafwetboek en artikel 5, § 1, eerste lid en
tweede lid, j), van de wet van 4 augustus 1996
betreffende het welzijn van de werknemers bij de
uitvoering van hun werk, gesteld door de rechtbank
van eerste aanleg te Luik;
- les questions préjudicielles relatives à
l'article 442bis du Code pénal et à l'article 114, § 8,
2°, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de
certaines entreprises publiques économiques,
posées par la cour d'appel de Liège;
- de prejudiciële vragen over artikel 442bis van het
Strafwetboek en artikel 114, § 8, 2°, van de wet van
21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven, gesteld
door het hof van beroep te Luik;
- la question préjudicielle relative à l'article 114, § 8,
1° [lire : 2°], de la loi du 21 mars 1991 portant
réforme de certaines entreprises publiques
économiques, posée par le tribunal correctionnel de
Liège;
- de prejudiciële vraag over artikel 114, § 8, 1° [lees
: 2°], van de wet van 21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige economische
overheidsbedrijven, gesteld door de correctionele
rechtbank te Luik;
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
77
- les questions
préjudicielles relatives à
l'article 442bis du Code pénal, posée par le tribunal
correctionnel de Liège;
- de prejudiciële vragen over artikel 442bis van het
Strafwetboek, gesteld door de correctionele
rechtbank te Luik;
- la question préjudicielle relative à l'article 442bis
du Code pénal, posée par le tribunal correctionnel
de Nivelles par jugement du 23 février 2005, en
cause de S. Favoreel et Ch. Steffens contre J.-P.
Rosy et Ch. Heris; l'ordonnance de jonction de
l'affaire n° 3706 et les affaires déjà jointes n
os
3318,
3483, 3673 et 3688; l'ordonnance abrégeant à
trente jours le délai pour introduire un mémoire et à
quinze jours pour introduire un mémoire en
réponse.
- de prejudiciële vraag betreffende artikel 442bis
van het Strafwetboek, gesteld door de correctionele
rechtbank te Nijvel bij vonnis van 23 februari 2005,
inzake S. Favoreel en Ch. Steffens tegen J.-P. Rosy
en Ch. Heris; de beschikking tot samenvoeging van
de zaak nr. 3706 met de reeds samengevoegde
zaken nrs 3318, 3483, 3673 en 3688; de
beschikking tot verkorting tot dertig dagen de
termijn voor het indienen van een memorie en tot
vijftien dagen de termijn voor het indienen van een
memorie van antwoord.
(n
os
du rôle: 3318, 3483, 3673, 3688 et 3706)
(rolnummers: 3318, 3483, 3673, 3688 en 3706)
Pour information
Ter kennisgeving
CONSEIL SUPÉRIEUR DE LA JUSTICE
HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE
Ajustement du budget 2004
Aanpassing van de begroting 2004
Par lettre du 20 mai 2005, le président du Conseil
supérieur de la Justice transmet l'ajustement
interne du budget 2004 du Conseil supérieur de la
Justice.
Bij brief van 20 mei 2005 zendt de voorzitter van de
Hoge Raad voor de Justitie de interne aanpassing
van de begroting 2004 van de Hoge Raad voor de
Justitie.
Renvoi à la commission de la Comptabilité
Verzonden naar de commissie voor de
Comptabiliteit
GOUVERNEMENT
REGERING
Projets de loi
Wetsontwerpen
Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:
De regering heeft volgende wetsontwerpen
ingediend:
- projet de loi modifiant la loi du 8 août 1997 sur les
faillites, et portant des dispositions fiscales diverses
(n° 1811/1) (matière visée à l'article 78 de la
Constitution) pour lequel l'urgence a été demandée
par le Gouvernement conformément à l'article 80 de
la Constitution;
- wetsontwerp tot wijziging van de faillissementswet
van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale
bepalingen
(nr. 1811/1) (aangelegenheid als
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet) waarvoor de
spoedbehandeling door de Regering werd gevraagd
bij toepassing van artikel 80 van de Grondwet;
En application de l'article 74, 4, d, du Règlement, ce
projet de loi a été renvoyé avec voix délibérative
aux commissions compétentes suivantes:
Met toepassing van artikel 74, 4, d, van het
Reglement werd dit wetsontwerp met stemrecht
naar de volgende bevoegde commissies verzonden:
- Commission chargée des Problèmes de Droit
commercial et économique
Art. n°s 1 à 10
- Commissie belast met de Problemen inzake
Handels- en economisch recht
Art. nrs 1 tot 10
- Commission des Finances et du Budget :
Art. n°s 11 à 17
- Commissie voor de Financiën en de Begroting
Art. nrs. 11 tot 17
- projet de loi portant des mesures
d'accompagnement en ce qui concerne l'institution
d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de
représentation et de procédures relatives à
l'implication des travailleurs au sein de la Société
européenne (n° 1821/1) (matière visée à l'article 78
de la Constitution) pour lequel l'urgence a été
demandée par le Gouvernement conformément à
l'article 80 de la Constitution;
- wetsontwerp houdende begeleidende maatregelen
met betrekking tot de instelling van een bijzondere
onderhandelingsgroep, een
vertegenwoordigingsorgaan en procedures
betreffende de rol van de werknemers in de
Europese vennootschap
(nr. 1821/1)
(aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet) waarvoor de spoedbehandeling door de
Regering werd gevraagd bij toepassing van
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
78
artikel 80 van de Grondwet;
- projet de loi portant des dispositions diverses en ce
qui concerne l'institution d'un groupe spécial de
négociation, d'un organe de représentation et de
procédures relatives à l'implication des travailleurs
au sein de la Société européenne (n° 1822/1)
(matière visée à l'article 77 de la Constitution) pour
lequel l'urgence a été demandée par le
Gouvernement en application de l'article 51 du
Règlement de la Chambre des représentants;
- wetsontwerp houdende diverse bepalingen met
betrekking tot de instelling van een bijzondere
onderhandelingsgroep, een
vertegenwoordigingsorgaan en procedures
betreffende de rol van de werknemers in de
Europese vennootschap
(nr. 1822/1)
(aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet) waarvoor de spoedbehandeling door de
Regering werd gevraagd bij toepassing van
artikel 51 van het Reglement van de Kamer van
volksvertegenwoordigers;
- projet de loi-programme (n° 1820/1) (matière visée
à l'article 78 de la Constitution) pour lequel l'urgence
a été demandée par le Gouvernement conformément
à l'article 80 de la Constitution.
- ontwerp van programmawet (nr. 1820/1)
(aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet) waarvoor de spoedbehandeling door de
Regering werd gevraagd bij toepassing van
artikel 80 van de Grondwet.
En application de l'article 74, 4, d, du Règlement, ce
projet de loi a été renvoyé avec voix délibérative
aux commissions compétentes suivantes:
Met toepassing van artikel 74, 4, d, van het
Reglement werd dit wetsontwerp met stemrecht
naar de volgende bevoegde commissies verzonden:
- Commission des Finances et du Budget:
- Commissie voor de Financiën en de Begroting:
Art. n°s 31 à 47
Art. nrs 31 tot 47
- Commission des Affaires sociales:
- Commissie voor de Sociale Zaken:
Art. n°s 1, 2 à 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 à 14, 15, 16, 17,
18 à 20, 21 à 23, 26 à 28
Art. nrs 1, 2 tot 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 tot 14, 15, 16,
17, 18 tot 20, 21 tot 23, 26 tot 28
- Commission de la Justice:
- Commissie voor de Justitie:
Art. n°s 57 à 59
Art. nrs 57 tot 59
- Commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques:
- Commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en
de Overheidsbedrijven:
Art. n°s 48, 49 à 56
Art. nrs 48, 49 tot 56
- Commission de l'Intérieur, des Affaires générales et
de la Fonction publique:
- Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt:
Art. n°s 60 à 62
Art. nrs 60 tot 62
- Commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société:
- Commissie voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing:
Art. n°s 24, 25, 29 et 30
Art. nrs 24, 25, 29 en 30
Budget - Redistribution d'allocations de base
Begroting - Heruitsplitsing van basisallocaties
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques transmet:
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven:
- par lettre du 27 mai 2005, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Intérieur pour l'année budgétaire 2005.
- bij brief van 27 mei 2005 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2005 betreffende de FOD
Binnenlandse Zaken.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Conseil européen des ministres de la Justice et des
Affaires intérieures
Europese Raad van de ministers van Justitie en
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
79
Par lettre du 24 mai 2005, la vice-première ministre
et ministre de la Justice transmet l'ordre du jour
commenté du Conseil européen des ministres de la
Justice et des Affaires intérieures qui se tiendra au
Luxembourg les 2 et 3 juin 2005.
Bij brief van 24 mei 2005 zendt de vice-eerste
minister en minister van Justitie de
gedocumenteerde agenda van de Europese Raad
vn de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken
die te Luxemburg op 2 en 3 juni 2005 zal
plaatsvinden.
Renvoi à la commission de la Justice et à la
commission de l'Intérieur, des Affaires générales et
de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de Justitie en
naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Directives générales de la Dette
Algemene Richtlijnen van de Schuld
Par lettre du 19 mai 2005, le vice-premier ministre
et ministre des Finances transmet l'évaluation
annuelle des Directives générales de la Dette pour
l'année 2004.
Bij brief van 19 mei 2005 zendt de vice-eerste
minister en minister van Financiën de jaarlijkse
evaluatie van de Algemene Richtlijnen van de
Schuld voor het jaar 2004.
Renvoi à la sous-commission "Cour des comptes"
de la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de subcommissie "Rekenhof" van
de commissie voor de Financiën en de Begroting
RAPPORTS DÉPOSÉS EN VERTU DE
DISPOSITIONS LÉGALES
KRACHTENS EEN WETSBEPALING
INGEDIENDE VERSLAGEN
Cour de cassation
Hof van Cassatie
Par lettre du 26 mai 2005, le premier président de la
Cour de cassation transmet, en exécution de
l'article 340, § 3, dernier alinéa du Code judiciaire,
le rapport annuel 2004 de la Cour de cassation.
Bij brief van 26 mei 2005 zendt de eerste voorzitter
van het Hof van Cassatie, in uitvoering van
artikel 340, § 3, laatste lid van het Gerechtelijk
Wetboek, het jaarverslag 2004 van het Hof van
Cassatie.
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission de la Justice
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Justitie
Tribunaux de première instance
Rechtbanken van eerste aanleg
Par lettre du 19 mai 2005, le président du tribunal
de première instance d'Arlon transmet,
conformément à l'article 340, § 3, dernier alinéa du
Code judiciaire, le rapport de fonctionnement pour
l'année 2004 ainsi que le procès-verbal de
l'assemblée générale du tribunal de première
instance d'Arlon qui s'est tenue le 18 mai 2005.
Bij brief van 19 mei 2005 zendt de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg te Aarlen,
overeenkomstig artikel 340, § 3, laatste lid van het
Gerechtelijk Wetboek, het werkingsverslag voor het
jaar 2004 samen met het proces-verbaal van de
algemene vergadering van de rechtbank van eerste
aanleg te Aarlen, welke doorging op 18 mei 2005.
Dépôt au greffe et renvoi à la commission de la
Justice
Ingediend ter griffie en verzonden naar de
commissie voor de Justitie
Parquets
Parketten
Par lettre du 23 mai 2005, le procureur général près
la cour d'appel d'Anvers transmet, conformément à
l'article 346, § 2, 2° du Code judiciaire, le rapport de
fonctionnement du parquet du procureur général
près la cour d'appel d'Anvers relatif à l'année 2004
ainsi que le procès-verbal de l'assemblée de corps
qui s'est tenue le 9 mai 2005.
Bij brief van 23 mei 2005 zendt de procureur-
generaal bij het hof van beroep te Antwerpen,
overeenkomstig artikel 346, § 2, 2° van het
Gerechtelijk Wetboek, het werkingsverslag van het
parket van de procureur-generaal bij het hof van
beroep te Antwerpen voor het jaar 2004 samen met
het proces-verbaal van de korpsvergadering, welke
doorging op 9 mei 2005.
Dépôt au greffe et renvoi à la commission de la
Justice
Ingediend ter griffie en verzonden naar de
commissie voor de Justitie
02/06/2005
CRIV 51
PLEN 143
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
80
UNION EUROPÉENNE
EUROPESE UNIE
Résolutions du Parlement européen
Resoluties van het Europees Parlement
Par lettre du 23 mai 2005, le secrétaire général du
Parlement européen transmet le texte de treize
résolutions, adoptées par cette assemblée:
Bij brief van 23 mei 2005 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de tekst over
van dertien resoluties, aangenomen door deze
vergadering:
- résolution sur le rôle de l'Union européenne dans
la réalisation des objectifs du Millénaire pour le
développement;
- resolutie over de rol van het Europees Parlement
bij het bereiken van de millenniumdoelstellingen
voor ontwikkeling;
- résolution sur la demande d'adhésion à l'Union
européenne présentée par la République de
Bulgarie;
- resolutie over de aanvraag van het lidmaatschap
van de Europese Unie door de Republiek Bulgarije;
- résolution législative sur la demande d'adhésion à
l'Union européenne de la République de Bulgarie;
- wetgevingsresolutie betreffende het verzoek van
de Republiek Bulgarije om toetreding tot de
Europese Unie;
- résolution sur la demande de la Roumanie de
devenir membre de l'Union européenne;
- resolutie over het verzoek van Roemenië inzake
toetreding tot de Europese Unie;
- résolution législative sur la demande de la
Roumanie de devenir membre de l'Union
européenne;
- wetgevingsresolutie betreffende het verzoek van
Roemenië om toetreding tot de Europese Unie;
- résolution sur les résultats du Conseil européen
réuni à Bruxelles les 22 et 23 mars 2005;
- resolutie over de resultaten van de Europese
Raad van 22 en 23 maart 2005 in Brussel;
- résolution sur l'état de l'intégration régionale dans
les Balkans occidentaux;
- resolutie over de stand van de regionale integratie
op de Westelijke Balkan;
- résolution sur le rapport annuel du Conseil au
Parlement européen sur les principaux aspects et
les choix fondamentaux de la PESC, y compris
leurs implications financières pour le budget général
des Communautés européennes - 2003
- resolutie over het jaarlijkse verslag van de Raad
aan het Europees Parlement over de voornaamste
aspecten en fundamentele keuzen van het GBVB,
met inbegrip van de gevolgen ervan voor de
algemene begroting van de Europese
Gemeenschappen ­ 2003;
- résolution sur le Bangladesh;
- resolutie over Bangladesh;
- résolution sur Lampedusa;
- resolutie over Lampedusa;
Renvoi à la commission des Relations extérieures
et au comité d'avis chargé de Questions
européennes
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen en naar het
adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
- résolution sur le projet de décision de la
Commission modifiant, aux fins de son adaptation
au progrès technique, l'annexe de la
directive 2002/95/CE du Parlement européen et du
Conseil du 27 janvier 2003 relative à la limitation de
l'utilisation de certaines substances dangereuses
dans les équipements électriques et électroniques;
- resolutie over de ontwerpbeschikking van de
Commissie houdende aanpassing aan de
vooruitgang van de techniek van de bijlage bij
Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement
en de Raad van 27 januari 2003 betreffende
beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke
stoffen in elektrische en elektronische apparatuur;
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société, à
la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au comité d'avis
chargé de Questions européennes
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing, naar de voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar het adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
- résolution sur la stratégie européenne de sécurité; - resolutie over de Europese veiligheidsstrategie;
CRIV 51
PLEN 143
02/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
81
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de la Défense nationale et au
comité d'avis chargé de Questions européennes
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
de Landsverdediging en naar het adviescomité voor
de Europese Aangelegenheden
- résolution sur la lutte contre le dopage dans le
sport.
- resolutie over de bestrijding van doping in de
sport.
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société et
au comité d'avis chargé de Questions européennes
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing en naar het
adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
DIVERS
VARIA
Observations concernant la loi-programme du
27 décembre 2004
Opmerkingen betreffende de programmawet van
27 december 2004
Par lettre du 21 mai 2005, le président du Conseil
supérieur de l'Ordre des Médecins vétérinaires
transmet des observations concernant la loi-
programme du 27 décembre 2004.
Bij brief van 21 mei 2005 zendt de voorzitter van de
Hoge Raad van de Orde der Dierenartsen
opmerkingen betreffende de programmawet van
27 december 2004.
Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing