CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 150
CRIV 51 PLEN 150
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
30-06-2005
30-06-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
QUESTIONS
1
VRAGEN
1
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
problématique de TotalFina en
Birmanie" (n° P954)
1
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van TotalFina in Birma" (nr. P954)
1
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
3
- M. Georges Lenssen au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'assurance
familiale" (n° P958)
4
- de heer Georges Lenssen aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de familiale
verzekering" (nr. P958)
3
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'assurance
familiale" (n° P959)
4
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de familiale
verzekering" (nr. P959)
3
Orateurs: Georges Lenssen, Simonne Creyf,
Marc Verwilghen
, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Georges Lenssen, Simonne
Creyf, Marc Verwilghen
, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Question de M. Olivier Chastel au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les zones
"franches" à créer et à implémenter en
Wallonie" (n° P955)
8
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
oprichting en uitvoering van "vrije" zones in
Wallonië" (nr. P955)
8
Orateurs: Olivier Chastel, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Olivier Chastel, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
biocarburants" (n° P956)
9
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
biobrandstoffen" (nr. P956)
10
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la vente de sandwichs et d'autres préparations
par les bouchers" (n° P960)
12
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de verkoop van broodjes en andere
bereidingen door slagers" (nr. P960)
11
Orateurs: Magda De Meyer, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Magda De Meyer, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Joseph Arens au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
normes d'agréation des programmes de soins
"pathologie cardiaque" (Luxembourg)" (n° P961)
13
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenningsnormen voor de zorgprogramma's
"cardiale pathologie" (Luxemburg)" (nr. P961)
13
Orateurs: Joseph Arens, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Joseph Arens, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
15
Samengevoegde vragen van
14
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'indexation
des honoraires des médecins" (n° P962)
15
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
toekenning van de index aan de
artsen" (nr. P962)
15
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires 15
- de heer Benoît Drèze aan de minister van 15
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
sociales et de la Santé publique sur "le refus
d'indexation des honoraires médicaux" (n° P963)
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
weigering om de honoraria van de artsen te
indexeren" (nr. P963)
Orateurs: Koen Bultinck, Benoît Drèze,
Rudy Demotte
, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Koen Bultinck, Benoît Drèze,
Rudy Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Josée Lejeune au ministre des
Affaires étrangères sur "les résultats des élections
iraniennes" (n° P957)
18
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de uitslag
van de verkiezingen in Iran" (nr. P957)
18
Orateurs: Josée Lejeune, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Josée Lejeune, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Questions jointes de
20
Samengevoegde vragen van
20
- M. Hans Bonte à la ministre de l'Emploi sur
"l'organisation du débat sur les fins de
carrière" (n° P964)
20
- de heer Hans Bonte aan de minister van Werk
over "de organisatie van het eindeloopbaandebat"
(nr. P964)
20
- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur
"l'organisation du débat sur les fins de
carrière" (n° P965)
20
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk over "de organisatie van het
eindeloopbaandebat" (nr. P965)
20
Orateurs: Hans Bonte, Greta D'hondt, Bruno
Tobback
, ministre de l'Environnement et
ministre des Pensions
Sprekers: Hans Bonte, Greta D'hondt,
Bruno Tobback
, minister van Leefmilieu en
minister van Pensioenen
Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de
l'Emploi sur "le réexamen du service universel
télécom" (n° P966)
23
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Werk over "het heronderzoek van de
universele dienstverlening inzake
telecom" (nr. P966)
23
Orateurs: Karine Lalieux, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Karine Lalieux, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
PROJETS ET PROPOSITIONS
25
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
25
Projet de loi visant à transposer certaines
dispositions de la directive services financiers à
distance et de la directive vie privée et
communications électroniques (1776/1-5)
25
Wetsontwerp tot omzetting van verschillende
bepalingen van de richtlijn financiële diensten op
afstand en van de richtlijn privacy en
elektronische communicatie (1776/1-5)
25
Discussion générale
25
Algemene bespreking
25
Orateurs:
Koen T'Sijen, rapporteur,
Véronique Ghenne
Sprekers:
Koen T'Sijen, rapporteur,
Véronique Ghenne
Discussion des articles
29
Bespreking van de artikelen
29
Proposition de résolution relative au respect du
droit international humanitaire dans les territoires
palestiniens et en Israël (1517/1-7)
29
Voorstel van resolutie betreffende het respect
voor het internationaal humanitair recht in de
Palestijnse gebieden en Israël (1517/1-7)
29
- Proposition de résolution sur le mur de
séparation entre Israël et les territoires
palestiniens de Cisjordanie (1083/1-2)
29
- Voorstel van resolutie betreffende de
scheidingsmuur tussen Israël en de Palestijnse
gebieden op de Westelijke Jordaanoever (1083/1-
2)
29
Discussion
29
Bespreking
29
Orateurs:
Mohammed Boukourna,
rapporteur, Jean-Marc Delizée, Pierrette
Cahay-André, Nathalie Muylle, Dirk Van der
Maelen
, président du groupe sp.a-spirit,
Francis Van den Eynde, Philippe Monfils,
Claude Marinower, Hervé Hasquin
Sprekers:
Mohammed Boukourna,
rapporteur, Jean-Marc Delizée, Pierrette
Cahay-André, Nathalie Muylle, Dirk Van der
Maelen
, voorzitter van de sp.a-spirit-fractie,
Francis Van den Eynde, Philippe Monfils,
Claude Marinower, Hervé Hasquin
Renvoi d'un projet de loi en commission
40
Terugzending van een wetsontwerp naar de
commissie
40
Orateur: Philippe Monfils
Spreker: Philippe Monfils
Proposition de résolution relative au soutien belge
à la période de transition et à l'organisation
42
Voorstel van resolutie betreffende de Belgische
ondersteuning van de transitieperiode en de
42
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
d'élections libres, démocratiques et transparentes
au Congo (1840/1-3)
organisatie van vrije, democratische
en
transparante verkiezingen in Congo (1840/1-3)
Discussion
42
Bespreking
42
Orateurs: Nathalie Muylle, Brigitte Wiaux,
Stef Goris, Mohammed Boukourna, Dirk
Van der Maelen
, président du groupe sp.a-
spirit, Hervé Hasquin, Francis Van den
Eynde, Marie Nagy, Karel Pinxten, Gerolf
Annemans
, président du groupe Vlaams
Belang
Sprekers: Nathalie Muylle, Brigitte Wiaux,
Stef Goris, Mohammed Boukourna, Dirk
Van der Maelen
, voorzitter van de sp.a-spirit-
fractie, Hervé Hasquin, Francis Van den
Eynde, Marie Nagy, Karel Pinxten, Gerolf
Annemans
, voorzitter van de Vlaams Belang-
fractie
ANNEXE
59
BIJLAGE
59
CHAMBRE
59
KAMER
59
C
OMMISSIONS
59
C
OMMISSIES
59
C
OMMISSION PARLEMENTAIRE DE CONCERTATION
59
P
ARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
59
R
APPORTS
61
V
ERSLAGEN
61
D
EMANDES D
'
INTERPELLATION
63
I
NTERPELLATIEVERZOEKEN
63
D
EPOTS
63
I
NGEDIEND
63
R
ETRAITS
63
I
NGETROKKEN
63
P
ROPOSITIONS
64
V
OORSTELLEN
64
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
(R
GT
75.2)
64
T
OELATING TOT DRUKKEN
(R
GT
75.2)
64
D
EMANDE D
'
AVIS
65
V
ERZOEK OM ADVIES
65
SÉNAT
65
SENAAT
65
P
ROJETS TRANSMIS
65
O
VERGEZONDEN ONTWERPEN
65
P
ROJETS EVOQUES
65
G
EËVOCEERDE ONTWERPEN
65
COUR DES COMPTES
66
REKENHOF
66
A
VIS
66
A
DVIES
66
O
BSERVATIONS CONCERNANT UNE DELIBERATION
DU
C
ONSEIL DES MINISTRES
66
O
PMERKINGEN BIJ EEN BESLISSING VAN DE
M
INISTERRAAD
66
COUR D'ARBITRAGE
67
ARBITRAGEHOF
67
A
RRETS
67
A
RRESTEN
67
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
68
P
REJUDICIËLE VRAGEN
68
GOUVERNEMENT
69
REGERING
69
P
ROJETS DE LOI
69
W
ETSONTWERPEN
69
B
UDGET
- R
EDISTRIBUTION D
'
ALLOCATIONS DE
BASE
70
B
EGROTING
- H
ERUITSPLITSING VAN
BASISALLOCATIES
70
D
EPENSES FAITES EN MARGE DU BUDGET
70
U
ITGAVEN GEDAAN BUITEN DE BEGROTING
70
RAPPORTS DÉPOSÉS EN VERTU DE
DISPOSITIONS LÉGALES
70
KRACHTENS EEN WETSBEPALING
INGEDIENDE VERSLAGEN
70
E
NTREPRISE PUBLIQUE AUTONOME
L
A
P
OSTE
70
A
UTONOOM OVERHEIDSBEDRIJF
D
E
P
OST
70
AUTRES RAPPORTS
71
OVERIGE VERSLAGEN
71
D
ETTE DE L
'E
TAT FEDERAL
71
F
EDERALE
S
TAATSSCHULD
71
C
ONSEIL SUPERIEUR DES INDEPENDANTS ET DES
PME
71
H
OGE
R
AAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE
KMO
71
F
ONDS DES
R
ENTES
71
R
ENTENFONDS
71
AVIS
71
ADVIEZEN
71
C
ONSEIL CENTRAL DE L
'E
CONOMIE
71
C
ENTRALE
R
AAD VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
71
C
ONSEIL CENTRAL DE L
'E
CONOMIE ET
C
ONSEIL
NATIONAL DU
T
RAVAIL
71
C
ENTRALE
R
AAD VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN EN
N
ATIONALE
A
RBEIDSRAAD
71
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
30
JUIN
2005
Après-midi
______
van
DONDERDAG
30
JUNI
2005
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.18 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Laurette Onkelinx.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moet ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering

Alexandra Colen, Alisson De Clercq, Daniel Ducarme, André Frédéric, Pierre Lano, Yvan Mayeur, Frieda
Van Themsche, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Dirk Claes, Elio Di Rupo, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Dominique Tilmans, à l'étranger / buitenslands;
Luc Goutry, Conseil de l'Europe / Raad van Europa;
Pieter De Crem, François-Xavier de Donnea, Guy Hove, Patrick Moriau, OSCE / OVSE.

Je ne reprends pas encore mes fonctions de président à temps plein car je suis obligé de prendre quelques
heures de repos par jour mais je peux vous dire, chers collègues, que le repos en politique est rare. Ma
voisine de droite en sait quelque chose!
Questions
Vragen
01 Question de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
problématique de TotalFina en Birmanie" (n° P954)
01 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van TotalFina in Birma" (nr. P954)
01.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je me réjouis de
vous voir diriger cette séance et j'espère que vous ne commettrez pas
d'imprudence.
Le président: J'ai appris une chose: les bons conseils sont ceux qu'on suit le moins souvent.
01.02 Marie Nagy (ECOLO): Soyez tout de même prudent!
01.02 Marie Nagy (ECOLO): Het
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2

Madame la ministre, la suite n'est pas sans lien avec ce qui précède.
On vient d'apprendre la décision de la Cour de cassation de dessaisir
les tribunaux belges dans l'affaire TotalFina, et cela en application de
la loi du 16 juin 1993 relative aux violations du droit international
humanitaire. Madame la ministre, on pouvait craindre cette situation
depuis fin 2002 au moins. À l'époque, la FEB notamment s'était livrée
à un lobbying soutenu pour faire en sorte que les dirigeants de
TotalFina ne soient pas inculpés dans le cadre de ce qu'on appelait
alors la loi de compétence universelle. Il y a eu ensuite des tentatives
de modification de la loi et finalement, il s'est trouvé une majorité pour
détricoter ce qui avait été voté en 1993 et pour limiter fortement la
portée de la loi dite de compétence universelle.

Au moment de la discussion de cette modification de la loi en
commission, à laquelle mon parti ne s'est pas associé, je vous avais
interrogée à propos de TotalFina et des implications pour les
personnes birmanes, notamment sur le fait de savoir si elles
pouvaient rester couvertes par la loi de 1993. Vous m'aviez alors
répondu que tout cela était prévu dans le cadre des dispositions
transitoires. Je vous avais suggéré de citer nommément les procès en
cours qui pouvaient continuer. Malheureusement, cela n'a pas été fait
et, aujourd'hui, on se retrouve devant une interprétation qui est encore
plus limitative et surprenante.

Madame la ministre, une initiative parlementaire se prépare en vue
d'apporter une modification à la loi. En tant que ministre de la Justice,
allez-vous soutenir cette initiative?
Hof van Cassatie besliste de zaak
TotalFina aan de Belgische
rechtbanken te onttrekken,
overeenkomstig de wet van 16 juni
1993 betreffende de schendingen
van het internationaal humanitair
recht. Het lobbywerk van het VBO
om te vermijden dat de directie
van TotalFina krachtens de
zogenaamde genocidewet in
verdenking zou worden gesteld,
liet al in 2002 vermoeden dat dit
zou gebeuren.

De wet van 1993 werd dan door
de meerderheid uitgehold en
ondanks mijn verzoeken om de
Birmanen te beschermen,
verschool u zich achter de
overgangsbepalingen en heeft u er
niet voor gezorgd dat zij onder de
wet van 1993 bleven vallen. U
heeft evenmin melding gemaakt
van de aan de gang zijnde
processen zodanig dat die konden
worden voortgezet. Die wet wordt
vandaag nog veel restrictiever
geïnterpreteerd. Zal u het huidig
parlementair initiatief steunen?
01.03 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, d'abord, je
trouve la question un peu surprenante. Mme Nagy me demande si je
vais soutenir une initiative parlementaire. Tout ce que je puis vous
dire, madame, c'est que, sur la question précise, la Cour de cassation
a prononcé hier un arrêt de dessaisissement des juridictions belges.
Cet arrêt a été rendu en dernier ressort, je le constate avec vous.

Ensuite, comme vous le savez, deux arrêts de la Cour d'arbitrage du
mois de mai concernant la loi du 5 août 2003 sur la répression des
violations graves du droit international humanitaire ont été rendus: un
premier arrêt d'annulation remettant en cause le filtre du parquet
fédéral et devant conduire à une nouvelle loi avant fin mars 2006; un
deuxième arrêt rendu sur question préjudicielle, notamment dans le
dossier TotalFina-Elf, qui demande d'étendre le bénéfice du régime
transitoire de la loi de 2003 aux réfugiés politiques. Ce régime
transitoire doit permettre de sauver des affaires anciennes qui ne
répondent pas aux nouveaux critères de rattachement. Bref, deux
arrêts de la Cour d'arbitrage et la nécessité d'une initiative législative.

J'ai interpellé la commission interdépartementale de droit humanitaire
qui doit me rendre ses conclusions pour la rentrée. En tout cas, pour
ce qui concerne le gouvernement et moi-même en tant que ministre
de la Justice, il est prévu que je dépose un projet de loi, une "loi
réparatrice", à la rentrée parlementaire. Tout le débat que vous avez
déjà initié et que vous continuez aujourd'hui se poursuivra, je
suppose, dans le cadre des initiatives de la Chambre mais aussi du
gouvernement.
01.03 Minister Laurette
Onkelinx: Uw vraag verbaast me.
Het Hof van Cassatie heeft in
laatste aanleg een arrest tot
onttrekking van de zaak aan het
Belgisch gerecht gewezen.

Het Arbitragehof heeft zich in mei
reeds over de schending van de
mensenrechten uitgesproken in
een vernietigingsarrest dat de rol
van het federaal parket als filter
hekelde, en in een arrest over een
prejudiciële vraag waarin gevraagd
werd om het voordeel van het
overgangsstelsel van de wet van
2003 tot de politieke vluchtelingen
uit te breiden.

We moeten dus een wetgevend
initiatief nemen.

Ik heb de zaak voorgelegd aan de
interdepartementale commissie
voor humanitair recht die me haar
conclusies bij de hervatting van de
parlementaire werkzaamheden zal
bezorgen. Ik ben ook van plan om
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
tegen dan een herstelwet in te
dienen. Het debat dat u op gang
heeft gebracht, zal dus zowel in de
Kamer als binnen de regering
worden voortgezet.
01.04 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie
Mme Onkelinx pour sa réponse. Je constate cependant que, lors des
discussions sur la loi, cette question était déjà malheureusement sur
la table.

Je voudrais une réponse très simple à la question suivante: l'effet
rétroactif sera-t-il prévu, soit dans le cadre d'une initiative
parlementaire mais je sais que vous ne souhaitez pas vous prononcer
à ce sujet, soit dans le projet que vous déposerez au mois de
septembre?
01.04 Marie Nagy (ECOLO): Zal
in het kader van het parlementair
of ministerieel initiatief in
terugwerkende kracht worden
voorzien?
01.05 Laurette Onkelinx, ministre: C'est le genre de discussion que
nous aurons dans le cadre du projet de loi que le gouvernement
déposera.
01.05 Minister Laurette
Onkelinx: Daarover zullen we het
tijdens de besprekingen hebben.
01.06 Marie Nagy (ECOLO): Vous préférez donc esquiver la
question à propos de TotalFina?
01.06 Marie Nagy (ECOLO): In
het TotalFina-dossier gaat u die
vraag dus liever uit de weg.
01.07 Laurette Onkelinx, ministre: Je ne peux pas commenter un
arrêt de la Cour de cassation. En tant que ministre de la Justice, je
peux constater ce qu'une juridiction a décidé. La Cour de cassation a
décidé en dernier ressort. Je ne me permettrai pas de commenter
cette décision-là. De plus, un projet de loi va "réparer" la dernière loi
que le parlement a votée en fonction de deux arrêts de la Cour
d'arbitrage. J'attends les conclusions de la commission
interdépartementale de droit humanitaire. Ne me faites pas dire ce
que le gouvernement proposera avant que les conclusions de ce
comité ne soient déposées!
01.07 Minister Laurette
Onkelinx: Als minister van Justitie
ben ik niet bij machte een arrest
van het Hof van Cassatie te
becommentariëren. U kan toch
niet van mij verwachten dat ik u
vertel welk document de regering
zal indienen alvorens ik de
conclusies van de commissie voor
humanitair recht heb ontvangen!
01.08 Marie Nagy (ECOLO): Madame Onkelinx, je souhaite
simplement rappeler que cette question provoque une certaine
tension entre les représentants de TotalFina et les personnes qui sont
poursuivies avec la possibilité d'obtenir réparation en Belgique. Je
crois que l'on devrait prendre toutes les précautions si l'on veut
aboutir; cela ne me semble malheureusement pas avoir été le cas
quand votre majorité a modifié la loi sur la compétence universelle.
01.08 Marie Nagy (ECOLO): U
weet hoe gespannen de
verhouding is tussen de
vertegenwoordigers van TotalFina
en de personen die worden
vervolgd en die in België
genoegdoening zoeken.

Alle nodige voorzorgsmaatregelen
moeten dan ook worden genomen.
Tot op heden is dat echter nog niet
gebeurd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Lenssen aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de familiale verzekering" (nr. P958)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de familiale verzekering" (nr. P959)
02 Questions jointes de
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
- M. Georges Lenssen au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'assurance familiale" (n° P958)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'assurance familiale" (n° P959)
02.01 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, normaal is de familiale verzekering
bedoeld om de ouders te beschermen tegen schade die door hun
kinderen aangericht wordt aan derden. Nu blijkt uit een onderzoek van
Test-Aankoop dat er toch wel verzekeringsmaatschappijen zijn die
weigeren om de schade uit te betalen onder de notie van roekeloos
en onmiskenbaar gevaarlijke daad. Zij weigeren dan ook de schade te
betalen. Andere verzekeringsmaatschappijen zeggen dat zij het
bedrag laten terugvorderen wanneer de betrokkene meerderjarig
wordt of vermogend geworden is. Nog andere
verzekeringsmaatschappijen betalen altijd de opzettelijk verrichte
schade die door kinderen aangericht wordt.

Ook in de rechtspraak is er nogal dubbelzinnig gedrag. Er is een
verschillende interpretatie over het goed opvoeden of een voldoende
toezicht houden.

Welnu, mijnheer de minister, ik zou u het volgende willen vragen.

Hebt u inzicht in de omvang van deze problematiek en wordt de notie
roekeloos en onmiskenbaar gevaarlijke daad algemeen toegepast? Is
dit een algemeen verspreid gebruik?

Ten tweede, is het wettelijk toegelaten dat
verzekeringsmaatschappijen het uitgekeerde bedrag terugvorderen
wanneer de betrokkene meerderjarig wordt?

Ten derde, heeft de minister misschien de bedoeling om de familiale
verzekering of de gezinsverzekering te verplichten in het kader van de
rechtspraak de aansprakelijkheidsregels te herzien?
02.01 Georges Lenssen (VLD):
L'assurance familiale offre une
protection aux parents lorsque
leurs enfants causent des
dommages à des tiers. L'enquête
de Test-Achats indique que
certaines compagnies d'assu-
rances refusent de couvrir ce
dommage en se fondant sur la
notion d'acte incontestablement
dangereux et irréfléchi; d'autres
compagnies en exigent le
remboursement lorsque l'enfant
devient majeur ou solvable, alors
que d'autres encore interviennent
systématiquement. La juris-
prudence aussi est ambiguë en
raison des différentes interpré-
tations possibles de la notion de
`bonne éducation ou de
surveillance'.

La notion d'acte incontestablement
dangereux et irréfléchi est-elle
généralement appliquée? La
récupération auprès des enfants
devenus majeurs est-elle
légalement autorisée? Le ministre
a-t-il l'intention de rendre
l'assurance familiale obligatoire?
Compte-t-il revoir les règles en
matière de responsabilité?
02.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de huidige wetgeving inzake de familiale polis laat
toe in welbepaalde omstandigheden, te weten bij zware fout en
roekeloze daad, de schade, aangericht door kinderen, uit te sluiten
van dekking.

Dat is het gevolg van artikel 6 van het koninklijk besluit over de
familiale polis, dat zegt dat uitsluitingen mogelijk zijn bij zware fout en
roekeloze daad door personen, of verzekerden, die gekomen zijn tot
"de jaren van onderscheid." Voor 1992 was dat "16 jaar". Nu zegt
men: "jaren van onderscheid."

Jaren van onderscheid, wanneer is dat, mijnheer de minister? Is dat
18 jaar? Is dat 16 jaar? Is dat 12 jaar? Is dat 7 jaar? Een aantal
verzekeringsmaatschappijen beslisten het vast te leggen op 16 jaar.
Maar in de jurisprudentie wordt het vastgelegd op 7 jaar.

Bovendien: zware fout, grove fout en roekeloze daad ­ ook dat is
blijkbaar voor interpretatie vatbaar. Mijnheer de minister, wij kunnen
aanvaarden dat er uitsluitingen zijn op basis van fouten en roekeloos
02.02 Simonne Creyf (CD&V):
L'article 6 de l'arrêté royal relatif à
l'assurance familiale autorise la
non-couverture du dommage en
cas de faute grave ou d'acte
inconsidéré commis par des
enfants ayant atteint `l'âge de
discernement'. La question est de
savoir comment interpréter cette
notion. Certaines compagnies
d'assurances fixent cette limite
d'âge à seize ans, alors que dans
la jurisprudence, cette limite est
fixée à sept ans. Les concepts de
`faute grave' et d'`acte inconsidéré'
sont également sujets à
interprétation.

Nous acceptons que des
exceptions soient possibles pour
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
gedrag bij volwassenen maar wij kunnen dat niet aanvaarden
wanneer het gaat om kinderen. Dat heeft in het verleden al financiële
drama's met zich gebracht in een aantal gezinnen.

Mijnheer de minister, ik heb dit probleem al aan de orde gesteld, de
eerste keer in 1998. Toen was minister Di Rupo bevoegd voor
Economie. U kunt dat terugvinden in de verslagen. Ik heb het nog
eens opgezocht. Toen heeft minister Di Rupo gezegd dat de wet
helemaal niet gewijzigd moest worden. In 1999 heeft minister
Demotte wel gezegd dat de wet zou moeten worden aangepast. Dus,
het probleem was al gekend in 1999. Wat Test-Aankoop vandaag
naar voren brengt is dus helemaal niet nieuw.

Wat zegt Test-Aankoop? Test-Aankoop brengt een paar problemen
ter sprake: de uitsluitingen, de aansprakelijkheidsregeling en ook het
verhaalrecht waarbij men eventueel jongeren nog zou kunnen vatten
op het ogenblik dat ze over een eigen inkomen beschikken.

Mijn vraag, mijnheer de minister, is heel concreet. Bent u bereid de
familiale polis zodanig te wijzigen dat ze een betere bescherming
biedt aan de gezinnen met kinderen?
les adultes, mais non pour les
enfants. Plusieurs familles ont
ainsi déjà été confrontées à des
drames financiers par le passé.

J'ai soulevé ce problème pour la
première fois en 1998, alors que
M. Di Rupo était compétent pour
l'Economie. Il estimait que la loi ne
devait pas être modifiée. En 1999,
son successeur, M. Demotte a au
contraire estimé que la loi devait
être adaptée.

L'étude publiée aujourd'hui par
Test-Achats n'a donc rien de neuf.
Elle soulève une nouvelle fois les
problèmes relatifs aux exclusions,
au régime de responsabilité et au
droit de recours. Le ministre est-il
prêt à modifier la police familiale,
de manière à mieux protéger les
familles avec enfants?
02.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Lenssen, collega Creyf, ik heb kennisgenomen van het studiewerk
van Test-Aankoop. Ik onderken daarin drie belangrijke zaken: ten
eerste, de dekking ingeval er opzet of roekeloze daad in het spel is.
Misschien moet ik eerst zeggen dat in bijna alle gevallen die zich
onder die noemer bevinden, de slachtoffers, dus degenen die het
nadeel hebben geleden, door de verzekeringsmaatschappijen
vergoed worden. Wat dat betreft, is daar zeker uitsluitsel over.

Er is een verschil dat zich dan opdringt. Voor de opzettelijke fout
neemt de rechtsspraak algemeen aan dat tot zestien jaar men niet tot
de leeftijd is gekomen om het nodige onderscheid te maken. In die
omstandigheden wordt dus bijna altijd dekking verleend. Het
probleem situeert zich in de categorie van zestien tot achttien jaar oud
in geval van opzettelijke daad. Ouders ontsnappen in dat geval
eigenlijk aan verantwoordelijkheid, tenzij men duidelijk zou aantonen
dat ze niet de opvoedingsplicht hebben waargenomen, die ze hadden
moeten waarnemen. Dat is een bewijslast die toch wel enigszins
moeilijker is.

Er bestaat, wat het risicogedrag betreft, wel een aantal
uitsluitingsgronden die in polissen ook aangehouden worden. Die
worden door de rechtsspraak en de rechtsleer altijd zeer restrictief
omschreven en behandeld. Ook wat dat betreft denk ik dat het
inschrijven in een polis als een algemene formule om te ontkomen
aan de verplichting om dekking te verlenen of een regresvordering in
te stellen, niet aan de orde is, want dat kan niet toegepast worden. Ik
denk dat de lezing van de artikelen, zoals we ze gezien hebben in
Test-Aankoop, iets genuanceerder moet uitgelegd worden.

Een ander probleem is het verplicht maken van de familiale
verzekering. Daarin spelen twee factoren een rol. Ten eerste moet u
weten dat 85% van de Belgen een familiale verzekering hebben. De
vraag is dus of men dat nu nog verplicht moet maken voor iedereen in
02.03 Marc Verwilghen, ministre:
J'ai pris connaissance de l'étude
de Test-Achats.

Le premier point porte sur la
couverture en cas d'acte
intentionnel ou irréfléchi. Dans
presque tous les cas, les victimes
sont indemnisées par les
compagnies d'assurances. Dans
les cas de faute intentionnelle, la
jurisprudence admet que jusqu'à
seize ans, un enfant ne peut pas
faire preuve du discernement
nécessaire, si bien que le
préjudice est presque toujours
couvert. Dans la tranche d'âge
seize/dix-huit, les parents
échappent à la responsabilité sauf
s'ils ont manqué à leur devoir
d'éducation. La preuve d'une telle
négligence est néanmoins difficile
à rapporter. Plusieurs causes
d'exclusion sont prévues pour les
comportements à risques, que la
jurisprudence définit et traite de
façon très restrictive. Il est
impossible d'appliquer une formule
générale dans la police.

En ce qui concerne la proposition
de rendre l'assurance familiale
obligatoire, je tiens à souligner
qu'à l'heure actuelle, 85% des
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
die omstandigheden. Het tweede is - en dit zal wellicht te maken
hebben met de vragen of interpellaties uit het verleden - dat men in
september 1998 van de commissie Verzekeringen een erg verdeeld
advies heeft gekregen. Met andere woorden, de leden van de
commissie voor de Verzekeringen hebben vijf of zes verschillende
redenen aangevoerd om te zeggen dat het niet goed is er een
verplichte verzekering van te maken.

Ten eerste, wat is een gezin? Daarover kunnen veel verschillende
omschrijvingen bestaan. Welke controle moet er uitgevoerd worden?
Wat moet er onder die dekking vallen? Wat met de minstbedeelden?
Wat met de prijs? Daar waren toch wel erg veel kanttekeningen bij en
die hebben wellicht de destijds bevoegde ministers ertoe aangezet om
geen beslissing te nemen.

Derde en laatste punt is de objectieve aansprakelijkheid.

Als men artikel 1384 van het burgerlijk wetboek leest, dan ziet men
dat de ouders een nagenoeg objectieve aansprakelijkheid hebben.
Daar echter een objectieve aansprakelijkheid van maken zoals wij dat
bijvoorbeeld kennen voor voetgangers, bij verkeersongevallen,
impliceert natuurlijk dat men op dat ogenblik ook een verplichte
verzekering moet instellen. Ik heb u reeds gezegd hoe het punt daar
ligt.

Mijn antwoord is dat ik niet denk dat de verplichte verzekering en de
objectieve aansprakelijkheid het probleem oplossen. In het artikel zelf
wordt gesuggereerd dat de gezinsverzekering geen mirakeloplossing
is. Er zullen dus steeds een aantal probleem bestaan. Die problemen
zijn echter minder omvangrijk dan men bij lezing van het artikel op het
eerste gezicht zou denken.
ménages sont déjà assurés. En
septembre 1998, la commission
Assurances avait rendu un avis
partagé, énumérant quelques
raisons pour lesquelles il valait
mieux ne pas rendre l'assurance
obligatoire

L'article 1384 du Code civil stipule
que les parents ont une
responsabilité quasi-objective
mais si l'on souhaite en faire une
responsabilité vraiment objective, il
faudra rendre l'assurance
obligatoire.

L'assurance familiale n'est pas la
panacée mais les problèmes ne
sont pas aussi graves que l'article
le laisse entendre.
02.04 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is toch belangrijk dat er rechtszekerheid geschapen
wordt, zowel in de rechtspraak als in de polissen van de
verzekeringsmaatschappijen. Het is immers in het belang van de
maatschappij dat er een duidelijke rechtszekerheid komt.
Verschillende uitspraken en verschillende polissen die op een andere
manier kunnen geïnterpreteerd worden kunnen op termijn immers
voor heel wat verwarring zorgen.
02.04 Georges Lenssen (VLD): Il
importe de garantir la sécurité
juridique tant dans la
jurisprudence que dans les
polices.
02.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij gaan niet zover als Test-Aankoop. Als ik uit uw antwoord
moet besluiten dat de huidige wetgeving volstaat, dan ben ik het niet
met u eens. Artikel 6 van het koninklijk besluit moet mijns inziens
dringend gewijzigd worden.

Waarom sluiten immers heel veel gezinnen een familiale polis? Ze
doen dat precies omwille van de kinderen. Die mensen moet er dan
ook kunnen van uitgaan dat ze in alle gevallen gedekt zijn. Ik blijf erbij
dat die notie "jaren van onderscheid" veel te veel interpretatie toelaat
en rechtsonzekerheid met zich meebrengt. Dit is volgens ons een
punt waar de gezinnen onvoldoende beschermd worden.

Mijnheer de minister, ik zou u toch willen uitnodigen om dat punt, de
bescherming van de gezinnen met kinderen, opnieuw te bekijken.
02.05 Simonne Creyf (CD&V):
Sans vouloir aller aussi loin que
Test-Achats, nous ne pensons pas
que la législation actuelle soit
suffisante. Il convient de modifier
l'article 6 de l'arrête royal. Les
ménages doivent être informés du
fait que tous les cas seront
couverts. Il y a trop
d'interprétations différentes de
l'âge de discernement.
02.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik heb nog 02.06 Marc Verwilghen, ministre:
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
een korte repliek.

Ik begrijp uit de reactie van de twee collega's dat men eigenlijk vraagt
waarom men geen systeem uitwerkt dat ook beantwoordt aan
hetgeen de rechtspraak en de rechtsleer exact omvatten en om het
koninklijk besluit in overeenstemming daarmee te brengen zodat elke
discussie is uitgesloten. Ik heb er geen moeite mee om dat te doen. Ik
zal overleg plegen met de verzekeringssector. Als een aanpassing
van het koninklijk besluit nodig is om die laatste punten van discussie
weg te werken, dan denk ik dat dat in elk geval kan gebeuren. Ik
spreek dan over de opzettelijke fout. Ik kan u in elk geval
geruststellen, want wat betreft het risicogedrag, dus bij een grove fout,
moeten geen specifieke maatregelen worden genomen. Op dat vlak
zijn de rechtspraak en de rechtsleer immers unaniem en unisono.
Tenzij zeer nauwkeurig wordt omschreven wat men wil uitsluiten en
dat dit op een restrictieve manier moet worden geïnterpreteerd, zijn er
geen problemen.
Je suis disposé à mettre l'arrêté
royal en conformité avec la
jurisprudence. Je me concerterai à
ce sujet avec le secteur. Quant
aux comportements à risques, de
nouvelles mesures ne sont, me
semble-t-il, pas nécessaires.
02.07 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, mijn zorg gaat
vooral uit naar de gezinnen met kinderen die een familiale polis
hebben. Zij moeten beveiligd zijn. Er moet dekking zijn, als er iets
gebeurt. Dat moet in het koninklijk besluit worden aangepast.
02.07 Simonne Creyf (CD&V):
Mon principal souci est de
protéger les familles avec enfants
qui ont souscrit une police
familiale. Une modification de
l'arrêté royal me paraît
indispensable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Men meldt mij dat de collega's die vragen moeten beantwoorden, komende zijn. Ondanks
mijn ­ dat vermoed ik althans ­ scherpe blik, zie ik ze niet. Ik wil wel een paar ogenblikken wachten. Ik weet
dat de heer Demotte onderweg is. Hetzelfde geldt voor de heer Tobback.

Ik kan twee zaken doen.

Sommige ministers, met wie ik nu niets kan doen, zijn er. Anderen, die ik nodig heb, zijn er niet. Ik zal een
paar minuten wachten. Daarna schors ik eventueel kort de zitting. Als ze juist binnen zijn, moet ik laten
bellen om de zitting op te roepen. We zullen een minuutje wachten.

Ik heb in het bijzonder nogal veel vragen voor de heer Demotte.

Collega's, ik heb nog een vraag.

Chers collègues, Mme la ministre Freya Van den Bossche n'est pas disponible pour des raisons tout à fait
légitimes. Je ne peux pas vous infirmer ni vous confirmer cette nouvelle mais, l'ayant vue souvent ces
derniers temps, c'est une chose qui me paraît inévitable à un moment donné.

Depuis ce matin, elle n'est plus disponible et elle m'a prié de demander votre accord pour que M. Tobback
la remplace pour répondre aux questions de M. Bonte, Mme D'hondt et Mme Lalieux. M. Tobback a dû
modifier son agenda. Il devrait être ici un peu avant 15 heures.

M. Reynders est annoncé, monsieur Chastel, ne partez pas!

La Chambre est tout de même une drôle de maison: lorsqu'on a les membres, on n'a pas de ministre et
lorsqu'on est sur le point d'avoir un ministre, on n'a pas les membres! Je ne dirai pas tout haut ce qu'un
ancien premier ministre disait à propos du parlement et du Tour de France!

Le ministre Reynders entre dans l'hémicycle.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Minister Reynders betreedt het halfrond.
03 Question de M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les zones
"franches" à créer et à implémenter en Wallonie" (n° P955)
03 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
oprichting en uitvoering van "vrije" zones in Wallonië" (nr. P955)
03.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le gouvernement wallon et plus spécialement son ministre-
président semblent s'être réveillés cette semaine en sursaut. Ils
viennent en effet de découvrir que la Wallonie allait mal! Ils annoncent
même visiblement des mesures concrètes, dès le mois de septembre,
après un mois de congé.

La question que je me pose est de savoir pourquoi, soudainement, le
ministre-président du gouvernement wallon s'est réveillé. Est-ce une
étude de l'IRES sur le tissu économique wallon? Est-ce un pamphlet
médiatique d'un mandataire bruxellois? Est-ce l'appel d'un président
de parti ou, simplement, le souvenir d'avoir signé une lettre de
démission datée du lendemain des élections communales qui a
motivé ce sursaut et ce réveil brutal?

Toujours est-il qu'un réveil brutal est toujours pénible. On est de
mauvaise humeur et on s'en prend à la terre entière. Il se fait, en
l'occurrence, que dans les mesures annoncées, le ministre-président
de la Région wallonne en appelle évidemment au fédéral et au
ministre des Finances, puisqu'il évoque et relance l'idée de zones
franches en Wallonie, comme on le fait en France où l'on accorde un
certain nombre d'aides et d'exonérations fiscales dans des quartiers,
des zones ou des sous-régions.

Monsieur le ministre, j'aurais voulu connaître votre avis sur cet appel
au fédéral et sur cette interpellation au ministre des Finances. Le
vieux sillon industriel wallon, qui comprend des villes importantes
comme Mons, Charleroi et Liège, et qui vit effectivement une
reconversion économique assez difficile, va-t-il bénéficier d'une
fiscalité adaptée à la situation économique?
03.01 Olivier Chastel (MR): De
minister-president van de Waalse
regering kondigde aan dat vanaf
september een reeks concrete
maatregelen zouden worden
genomen om de Waalse
economie nieuw leven in te
blazen. Eén van die maatregelen
zou erin bestaan om, naar Frans
voorbeeld, aangepaste fiscale
bepalingen voor zogenaamde vrije
zones in te voeren.

Wat is uw standpunt over deze
oproep tot het federale niveau?
03.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chastel, je commence à avoir l'habitude d'un certain nombre de
demandes. Je recevrai d'ailleurs probablement d'autres questions tout
à l'heure, dans lesquelles les ministres membres du gouvernement
wallon nous demandent de prendre de plus en plus de mesures. C'est
une bonne idée si ces mesures vont dans le sens d'une réduction des
charges. C'est un sujet dont il a déjà été largement débattu au niveau
fédéral et nous avons déjà pris plusieurs décisions en la matière.

Je voudrais tout d'abord rappeler que ces décisions sont
régulièrement prises par une coalition au fédéral avec des
discussions, parfois difficiles, mais qui aboutissent. Ce fut le cas des
revenus du travail avec la réforme fiscale proprement dite. Ce fut le
cas de l'impôt des sociétés avec une première baisse de la
tarification. Nous venons de voter une aide importante en matière de
capital à risque, qui peut servir à chacune des Régions, avec les
intérêts notionnels. Il s'agit quand même d'une baisse de charges sur
les entreprises de plus de 500 millions d'euros. On peut continuer
ainsi. Il y a eu des baisses de charges en matière de cotisations
sociales. J'espère qu'il y en aura encore, mais l'accord
03.02 Minister Didier Reynders:
Tegen verantwoorde vragen
vanwege de Gewesten heb ik
natuurlijk geen bezwaar. De
federale overheid wordt trouwens
regelmatig verzocht om de fiscale
lasten te verlagen; het debat
daarrond is dus niet nieuw.
Daarvan getuigen met name de
recente verlaging van de
vennootschapsbelasting, de
toekenning van zo'n 500 miljoen
euro steun aan het risicokapitaal
en de fiscale bepalingen in het
interprofessioneel akkoord.

Tot op heden heb ik echter geen
verzoek van het Waalse Gewest
ontvangen en heb ik enkel via de
pers weet van de verklaringen van
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
interprofessionnel en contient sur le travail en équipe, sur les heures
supplémentaires. Si les Régions veulent nous aider à aller plus loin,
pourquoi pas?

Par ailleurs, je n'ai jusqu'à présent reçu aucune demande. J'ai pris
connaissance de déclarations diverses, mais je n'ai reçu aucune
demande en matière fiscale sur ce point. La seule demande formulée
à un moment donné était de rendre déductibles à l'impôt des sociétés
les aides accordées par les Régions. Mais pour ce qui est des zones
franches, comme vous, je découvre dans la presse un certain nombre
de déclarations. Je suppose qu'une présentation plus précise suivra
et qu'une demande sera adressée au gouvernement fédéral.

En ce qui concerne les zones franches proprement dites, il faut
d'abord vérifier le contenu de ce qui nous est demandé et sa
compatibilité avec les règles européennes en matière d'aides d'Etat,
afin d'éviter qu'une mesure n'entraîne des conséquences à cet égard.

Deuxièmement, il y a eu des exemples dans d'autres pays.
Aujourd'hui, on cite souvent la France. Il faudrait peut-être mesurer
quel a été l'effet réel. En effet, il y a un risque d'effet d'aubaine
important lorsque l'on crée une zone avec un avantage particulier sur
le plan fiscal. Il y a même un risque de création d'entreprise fictive.

En conclusion, si nous recevons une demande un peu argumentée et
précisée, nous l'examinerons en tenant compte de la problématique
des aides d'Etat.

Le problème se posera également de savoir qui finance les réductions
de charges envisagées. J'ai reçu des demandes de la Région
flamande. Elles sont actuellement examinées par le gouvernement.
La Région flamande propose évidemment de compenser la perte
fiscale qui interviendrait dans le chef de l'Etat fédéral. Un débat aura
lieu à ce sujet. En effet, si des zones franches devaient être créées
dans une Région, cette dernière doit-elle intervenir pour en supporter
les conséquences ou une aide sera-t-elle demandée à l'Etat fédéral?
Vous imaginez qu'étant donné la configuration de cette assemblée,
comme du gouvernement, l'appréciation des choses peut varier.
de minister-president.

Wat de vrije zones betreft, moeten
we nagaan wat precies wordt
gevraagd en of de gevraagde
maatregelen wel stroken met de
Europese regelgeving inzake
staatssteun.

Dergelijke zones bestaan al in
andere landen, in Frankrijk
bijvoorbeeld, maar ik denk dat we
moeten nagaan wat de werkelijke
impact ervan is. Wanneer men
voor een bepaalde zone
belastingvoordelen invoert, bestaat
het risico dat zulks als een
buitenkansje wordt ervaren en dat
zelfs fictieve bedrijven worden
opgericht.

Wanneer ons een onderbouwde
en precieze vraag wordt
voorgelegd, zullen we ze in het
licht van de problematiek van de
staatssteun onderzoeken.

Ander probleem is wie die
lastenverlagingen zal financieren.
Ik kreeg al aanvragen van het
Vlaams Gewest. Wanneer in een
bepaald Gewest een vrije zone
wordt ingesteld, moet dat Gewest
er dan de financiële gevolgen van
dragen of zal een beroep worden
gedaan op de federale Staat?
Daarover kunnen de meningen
uiteenlopen.
03.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je tiens tout
d'abord à remercier le ministre des Finances pour sa réponse.

Par ailleurs, monsieur le ministre, je voudrais que vous sachiez que le
ministre-président wallon appréciera votre réponse à sa juste valeur.

J'espère qu'au niveau fédéral, nous aurons rapidement une demande
claire et précise sur la manière dont seront financées ces réductions
de charges. Nous pourrons alors envisager la façon de rendre
compatible cette demande avec les exigences de l'Europe.
03.03 Olivier Chastel (MR):
Mijnheer de minister, de Waalse
minister-president zal uw antwoord
naar waarde weten te schatten. Ik
hoop dat er op het federale niveau
snel duidelijkheid komt over de
manier waarop die lasten-
verlagingen zullen worden
gefinancierd en dat we er kunnen
voor zorgen dat die met de
Europese regelgeving
overeenstemt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
biocarburants" (n° P956)
04 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
biobrandstoffen" (nr. P956)
04.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous en conviendrez avec moi, les nouvelles règles
imposées par l'Organisation mondiale du Commerce et les
bouleversements qu'elles induisent en matière de politique agricole
commune ­ je pense bien sûr à la réforme du secteur sucrier
européen ­ plongent le monde agricole dans le doute, sinon dans
l'angoisse. Par ailleurs, la croissance des activités économiques à
deux chiffres d'un certain nombre de pays émergents et l'instabilité
géopolitique de la principale zone d'extraction pétrolière provoquent la
flambée des prix des énergies fossiles, avec pour conséquence un
ralentissement de notre activité. C'est dans ce contexte que, la
semaine dernière, nous avons pris ensemble une mesure de
défiscalisation des biocarburants et je m'en réjouis.

C'est une étape qui était nécessaire mais qui m'apparaît insuffisante.
Elle est nécessaire parce qu'elle représente sans conteste un signal
fort en direction du monde économique, du monde rural, parce qu'elle
démontre notre préoccupation et notre volonté d'agir. Mais elle est
aussi insuffisante car une telle mesure n'est qu'une étape vers une
plus grande indépendance énergétique et l'ouverture de nouveaux
débouchés pour nos produits agricoles.

Monsieur le ministre, pouvez-vous préciser les étapes ultérieures que
vous vous engagez à franchir afin de rendre pleinement
opérationnelles, dans l'intérêt de tous, les mesures en faveur des
énergies du futur? De manière plus précise, pouvez-vous nous
indiquer le contenu de l'appel à projets que le gouvernement doit
rédiger prochainement?
04.01 Jacques Chabot (PS): De
landbouwsector maakt zich zorgen
over de nieuwe bepalingen van de
WHO en de opeenvolgende
ingrijpende koerswijzigingen in het
Europese landbouwbeleid. De
opkomst van de groeilanden en de
onstabiliteit in de belangrijkste
olieproducerende landen jagen de
prijzen van de fossiele energie-
bronnen de hoogte in en remmen
onze economische activiteit af. In
het licht van die omstandigheden
hebben wij beslist de belastingdruk
op biobrandstoffen te verlagen.

Al was die fase noodzakelijk, toch
bleek ze onvoldoende.
Noodzakelijk omdat ze een sterk
signaal ten aanzien van de
economische wereld en de
landbouwsector inhoudt en
aantoont dat wij bereid zijn om in
te grijpen. Onvoldoende omdat ze
slechts een eerste stap betekent
naar een meer onafhankelijke
energievoorziening en nieuwe
afzetmarkten voor onze
landbouwproducten.

Welke verdere stappen zal u nog
ondernemen om de maatregelen
ten voordele van de toekomstige
energiebronnen concreet vorm te
geven? Wat is de inhoud van de
offerteaanvraag die de regering op
stapel heeft staan?
04.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Chabot, nous avons pris
une série de mesures au niveau fédéral pour permettre le
développement des biocarburants qui constituent probablement un
débouché, non seulement pour une nouvelle activité industrielle, la
transformation de produits en biocarburants, mais aussi pour le
secteur agricole qui risque de souffrir notamment, vous l'avez rappelé,
de l'évolution des politiques sucrières. Avec la betterave, comme avec
le colza d'ailleurs, on peut faire autre chose que des produits
alimentaires, notamment des biocarburants.

En ce qui concerne la transposition de la directive à propos des
normes, nous l'avons réalisée avec mon collègue en charge de
l'Environnement. Il y a ensuite les mesures de défiscalisation qui, je
l'espère, seront votées cet après-midi au Sénat. La loi-programme
aura dès lors terminé son parcours, ce qui nous permettra d'avoir la
défiscalisation clairement décidée.

Ensuite, nous allons mettre en place un cahier des charges pour faire
04.02 Minister Didier Reynders:
Op federaal niveau hebben wij
maatregelen genomen om de
ontwikkeling van biobrandstoffen
te bevorderen. Zowel voor de
industrie als voor de landbouw-
sector vormen zij een afzetmarkt.
Met bieten en koolzaad kan meer
dan alleen biobrandstof worden
aangemaakt.

Wij hebben de richtlijn inzake de
normen omgezet. Daarnaast zijn
er de maatregelen inzake de
belastingverlaging, waarover deze
namiddag in de Senaat wordt
gestemd. Vervolgens zullen wij
een aanbestedingsdossier
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
en sorte que l'on s'adresse aussi à des producteurs européens et,
encore mieux, si possible nationaux pour ne pas simplement importer
des produits.

Vous me demandez quelle va être la suite des opérations. La loi-
programme est normalement adoptée par le Sénat cet après-midi.
Elle sera ensuite publiée. Nous allons demander l'aval de la
Commission européenne pour nos mesures de défiscalisation; la
Commission aura deux mois pour répondre. Même si ce n'est pas la
tâche directe du ministre des Finances, j'ai accepté que mon
département s'occupe de la rédaction du cahier des charges pour
permettre l'appel au marché. L'appel au marché pour le biodiesel se
fera cette année si la Commission nous permet d'avancer.

Pour le bioéthanol qui concerne plus directement les productions
betteravières, on est dans une période difficile: la Région wallonne
nous demande d'aller lentement pour qu'une industrie de
transformation puisse se mettre en place d'ici fin 2007, la Région
flamande nous demande d'aller un peu plus vite. Nous avons donc
décidé de rédiger le cahier des charges en partenariat avec les
Régions. Pour moi, le cahier des charges peut être prêt au mois
d'octobre. J'ai vu que mes collègues wallons demandaient qu'on
prenne des mesures fédérales ­ à la lecture des questions cela
semble être la mode aujourd'hui. Ce sera chose faite en octobre.

J'ai rencontré l'investisseur qui veut transformer son industrie en outil
de production de bioéthanol à Wanze. J'espère simplement qu'après
cette série de mesures fédérales ­ normes, défiscalisation, cahier des
charges ­, la Région wallonne fera en sorte que l'investissement voie
réellement le jour. Comme vous le savez, une Région peut donner
certains supports en la matière. En tout cas, pour le fédéral, tout sera
en ordre comme prévu au mois d'octobre prochain.
opstellen dat wij aan de Europese,
en indien mogelijk de nationale,
producenten zullen voorleggen.

Nadat de wet is goedgekeurd,
zullen we de goedkeuring van de
Europese Commissie vragen voor
onze maatregelen betreffende de
belastingverlaging. Daarnaast heb
ik ermee ingestemd dat mijn
departement het bestek voor de
aanbesteding zou opstellen. Voor
biodiesel zou de aanbestedings-
procedure nog dit jaar worden
gestart.

Voor bio-ethanol zullen we het
bestek in overleg met de
Gewesten opstellen. Ik vermoed
dat het in oktober klaar kan zijn.

Ik had een ontmoeting met de
investeerder die voorstelt bio-
ethanol te produceren in Wanze.
Ik hoop dat, nu het federale niveau
deze reeks maatregelen heeft
genomen, het Waals Gewest het
nodige zal doen opdat die
investering ook plaatsvindt.
04.03 Jacques Chabot (PS): Je vous remercie pour votre réponse.
Tout d'abord, je me réjouis de notre volonté commune d'accorder la
préférence aux projets à vocation agro-industrielle. En effet, ce projet
de bioéthanol doit avancer sur deux jambes: d'une part, des matières
agricoles de notre Région et, d'autre part, des industries de grand
format qui se combinent pour former une véritable filière d'avenir,
avec comme conséquence des emplois directs et indirects. Je me
réjouis également de votre volonté de faire aboutir tous les projets le
plus rapidement possible et sans tomber dans une
communautarisation qui s'avérerait contre-productive.

Je me permets d'insister sur le fait que la fixation d'un taux de 7% de
biocarburant permet d'atteindre la rentabilité de tous ces projets. Le
taux de 7% est un seuil minimum. Si nous le dépassons, nous
assurerons ensemble la pérennisation de ce secteur en devenir.
04.03 Jacques Chabot (PS): Ik
ben blij met de bijzondere
aandacht voor de projecten in de
sector van de agro-industrie, waar
landbouw en industrie de handen
in elkaar slaan om een
toekomstgerichte activiteit op het
getouw te zetten. Ik ben ook blij
dat u deze plannen zo snel
mogelijk wil realiseren.

Ik wil nog eens benadrukken dat
biobrandstof maar rendabel kan
zijn als een percentage van 7
procent wordt gehaald.
Produceren we meer, dan is de
leefbaarheid van de sector
verzekerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de verkoop van broodjes en andere bereidingen door slagers" (nr. P960)
05 Question de Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
vente de sandwichs et d'autres préparations par les bouchers" (n° P960)
05.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag handelt inderdaad over de slagers en hun
broodjes.

Het is een erg spijtige zaak dat mensen die proberen hun zaak een
beetje uit te bouwen door allerlei producten aan te bieden aan de
kleine consument, op het matje worden geroepen door een stedelijke
inspectie, op basis van een KB van - godbetere het ­ 1955. Ik was er
toen net. Dat is toch al lang geleden.

Door minister Colla werd een rondzendbrief verstuurd, met de
mededeling dat er terzake een gedoogbeleid moest worden gevoerd
want dat het niet kon dat slagers daarvoor op het matje moesten
worden geroepen. Desondanks vond de stedelijke inspectie van Gent
het noodzakelijk om een boete van bijna 4000 euro op te leggen - dat
is toch niet niks - op een ogenblik dat iedereen zegt dat het lokale
weefsel moet worden versterkt en dat de buurtwinkels moeten worden
ondersteund. Het is dan ook godgeklaagd dat zo'n dingen kunnen
gebeuren.

Ik heb vernomen dat uw diensten werken aan een nieuw KB. Het
oude KB is van 1955, de omzendbrief dateert van 1997 en we zijn nu
2005. Ik begrijp dan ook niet waarom er nog tijd moet verloren gaan
voor een nieuw KB. Volgens mij kan dit van vandaag op morgen
worden opgesteld en gepubliceerd. Ik pleit ervoor om dit onmiddellijk
in orde te brengen zodat we ook tijdens de Gentse Feesten broodjes
kunnen eten van de slager.
05.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Il est dommage que les
bouchers-charcutiers qui veulent
étendre leurs activités à la vente
de sandwichs soient rappelés à
l'ordre par un service d'inspection
communal. Des amendes allant
jusque 4.000 euros leur sont
infligées sur la base d'un arrêté
royal de 1955. Il me semblait
pourtant qu'une politique de
tolérance était appliquée depuis la
circulaire Colla de 1997.

Le ministre préparerait un nouvel
arrêté royal. Où en est-on? Je
demande que cette question soit
réglée sur-le-champ.
05.02 Minister Rudy Demotte: Ik deel uw mening helemaal.
De voorzitter: Ik hoop dat u zoete broodjes gaat bakken met de collega's.
05.03 Minister Rudy Demotte: Zeker.

Ik heb in november al overleg laten plegen tussen het FAVV, de
diensten van de stad Gent en van andere steden die zelf controles
uitvoeren. Ik heb gevraagd om de omzendbrief van de heer Colla,
daterend van 1997, de referentie zou zijn voor alle controles die
worden uitgevoerd in ons land. Tegelijkertijd heb ik ook een KB
klaargemaakt ­ het KB is nu klaar ­ en wij wachten nog op het advies
van de Raad van State. Daarna zullen wij op basis van nieuwe regels
toelaten dat in de winkels tegelijk vlees, brood en slaatjes kunnen
worden verkocht. De situatie is volgens mij anachronistisch. We
moeten bepalen welke hygiënische voorwaarden er moeten gelden.
Daarvoor is onze tekst nu klaar.

Een andere vraag die zou kunnen worden gesteld, is wie de
bevoegdheid heeft om het KB van 1955 te laten uitvoeren.

Daarover heb ik de Raad van State ondervraagd. Ik verwacht het
antwoord in de loop van de volgende dagen.
05.03 Rudy Demotte, ministre:
J'ai déjà consulté l'AFSCA et les
services d'inspection de la Ville de
Gand, ainsi que d'autres villes, en
novembre. J'ai demandé que la
circulaire Colla soit prise comme
référence pour tous les contrôles.

Le nouvel arrêté royal est prêt. Je
ne dois plus qu'obtenir l'avis du
Conseil d'État. Il sera désormais
possible de vendre dans le même
magasin de la viande, des
sandwichs et des salades. Nous
devons fixer les conditions
d'hygiène.

J'ai demandé au Conseil d'État qui
était compétent pour garantir le
respect de l'arrêté royal de 1955.
J'attends la réponse d'ici peu.
De voorzitter: Mevrouw De Meyer, u krijgt dus antwoord op niet gestelde vragen.
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
05.04 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik ga er
toch van uit dat in afwachting van het lang verwachte KB de stedelijke
inspecties een lay low gaan doen en geen nieuwe boetes meer zullen
uitschrijven. Dit lijkt mij immers echt wel overdreven.

Als ik het goed begrijp zijn de stedelijke inspecties losvliegende
atomen van het federaal agentschap. Het lijkt mij een goede zaak dat
zij onder de vleugels van een nationaal agentschap zouden komen.
05.04 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): J'espère que les services
d'inspection communaux ne feront
pas d'excès de zèle dans l'attente
du nouvel arrêté royal. Au lieu
d'agir en atomes libres de l'agence
fédérale, il serait préférable qu'ils
soient chapeautés par cette
dernière.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Joseph Arens au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
normes d'agréation des programmes de soins "pathologie cardiaque" (Luxembourg)" (n° P961)
06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenningsnormen voor de zorgprogramma's "cardiale pathologie" (Luxemburg)" (nr. P961)
06.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ce n'est pas la première fois que je vous interroge sur cette
problématique que nous connaissons très bien dans la province du
Luxembourg: les habitants du Sud-Luxembourg doivent se rendre à
plus de 120 km pour pouvoir bénéficier de certains soins, qu'ils
pourraient obtenir dans des cliniques du sud si elles avaient obtenu
l'agrément.

En lisant les journaux et en me référant à des travaux parlementaires
de la Région wallonne, j'ai appris hier que vous étiez en train de
modifier cet arrêté royal du 15 juillet 2004. Mais, d'après les
informations que j'ai pu obtenir, il paraît que, maintenant, les trois
programmes ­ B1, B2 et B3 ­ doivent se situer sur un même site, ce
qui défavoriserait largement certaines régions rurales, donc encore
bien au-delà de la province du Luxembourg.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes:
- Est-il exact que vous travaillez à la modification de cet arrêté royal?
- Etes-vous prêt à tenir compte des spécificités du milieu rural à ce
niveau et des risques que doivent prendre certains patients pour se
rendre aussi loin de leur domicile et certains médecins pour les y
envoyer?
- Quel sera l'impact de cette réforme sur les régions rurales?
06.01 Joseph Arens (cdH): De
inwoners uit het zuiden van de
provincie Luxemburg moeten een
afstand van meer dan 120 km
afleggen als zij bepaalde vormen
van verzorging willen krijgen. Zij
zouden die verzorging net zo goed
in nabijgelegen ziekenhuizen
kunnen krijgen mochten die een
erkenning hebben gekregen.

Ik heb gisteren vernomen dat u
thans aan het koninklijk besluit van
15 juli 2004 wil sleutelen. De drie
programma's ­ B1, B2 en B3 ­
zouden blijkbaar nu op eenzelfde
site moeten worden
gecentraliseerd, wat in het nadeel
zou uitvallen van bepaalde
landelijke gebieden, zelfs buiten
Luxemburg.

Klopt het dat u werk maakt van
een wijziging van dat besluit? Zal u
rekening houden met de
specifieke kenmerken van het
platteland en met het feit dat
sommige patiënten zo'n verre
afstanden moeten afleggen om
zich te laten verzorgen en
daardoor grotere risico's lopen?
Welk effect zal die hervorming op
de landelijke gebieden hebben?
06.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, voici plusieurs
éléments de réponse.

D'abord, je dois regretter la véritable démagogie dont fait preuve le
médecin qui s'exprime aujourd'hui dans le journal "Le Soir". Je
dispose actuellement de deux rapports: l'un provient du Centre
06.02 Minister Rudy Demotte: Ik
betreur dat de arts die in "Le Soir"
aan het woord wordt gelaten, zich
schuldig maakt aan je reinste
demagogie. De beide verslagen
waarover ik beschik geven aan dat
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
d'expertise fédéral; l'autre vient d'être publié, voilà quelques jours,
dans le journal de médecine de la Nouvelle-Angleterre. Ils ont trait
tous les deux à la prise en charge des urgences en matière
cardiaque.

Que disent-ils? Trois techniques existent aujourd'hui pour le
traitement des pathologies cardiaques: la technique médicamenteuse,
une invasive légère par ballonnets "stents" et la chirurgie cardiaque
dont je ne ferai pas le détail ici.

Il apparaît que l'élément déterminant dans les chances de survie
d'une personne atteinte de crise cardiaque sont la proximité du centre
de prise en charge, la rapidité avec laquelle on prend le patient en
charge, mais on montre que les trois techniques ont des chances
égales par rapport à la survie. En d'autres termes, la méthode
médicamenteuse, qui ne nécessite pas d'appareillage lourd auquel
d'aucuns font référence, est suffisante. Je tiens ces documents à
disposition des membres intéressés et nous pourrons poursuivre la
discussion en commission.

En ce qui concerne la réforme de l'organisation des soins en matière
de cardiologie, comme pour d'autres pathologies dans le pays, la
lecture d'un autre rapport, celui du Collège de cardiologie belge, est à
la base de mes préoccupations. On y démontre que le nombre
d'interventions dans certaines techniques qualifiées est l'élément
déterminant. Pour effectuer ces interventions, quand le patient est
stabilisé par la phase médicamenteuse dont je parle, la situation est
suffisamment satisfaisante.

Sur cette base, on fixe une norme. Mon principe est simple: avoir une
démarche qualitative regroupant, sur des mêmes sites, les médecins
spécialisés en B1, B2 ou B3. Entre ces trois spécialités, on constate
des couloirs logiques. Dès lors que des institutions hospitalières
reconnues en B1, B2 ou B3 sont séparées, certains risques existent
pour la personne. Si vous le désirez, je m'expliquerai plus amplement
en commission, notamment sur la question des poses de ballonnets,
le jour où ce débat se rouvrira.
de drie technieken die thans
bestaan voor de patiënt evenveel
kans op overleven inhouden. Wat
doorslaggevend is, is de snelheid
waarmee wordt ingegrepen.

Ook het aantal ingrepen waarbij
bepaalde geavanceerde
technieken worden toegepast, is
van doorslaggevend belang. Op
dat vlak is de toestand
bevredigend.

Mijn aanpak bestaat erin de in B1,
B2 en B3 gespecialiseerde artsen
samen te brengen. Ik zal daar in
de bevoegde commissie meer
uitleg over verstrekken.
06.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse qui me rend encore plus inquiet qu'à la lecture de
l'article ce matin. En effet, si je vous ai bien compris, vous me
confirmez le regroupement des trois programmes sur site unique.
Cela signifie que les cliniques qui, aujourd'hui, ont déjà un ou deux
programmes ne les auraient plus demain, après la réforme de cet
arrêté royal.

Monsieur le ministre, je vous demande avec insistance de tenir
compte des spécificités et de l'éloignement de certaines régions
rurales. Je suis convaincu que les risques existent et sont sérieux.
06.03 Joseph Arens (cdH): U
bevestigt dus dat de drie
programma's zullen worden
gecentraliseerd. Dat betekent dat
de ziekenhuizen die vandaag
reeds over een of twee
programma's beschikken, er
morgen geen meer zullen hebben.
Ik raad u dringend aan om met de
eigenheden en de afgelegen
ligging van sommige landelijke
gebieden rekening te houden. Ik
ben ervan overtuigd dat de risico's
bestaan en dat ze ernstig zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de toekenning
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
van de index aan de artsen" (nr. P962)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de weigering om
de honoraria van de artsen te indexeren" (nr. P963)
07 Questions jointes de
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'indexation des
honoraires des médecins" (n° P962)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le refus d'indexation
des honoraires médicaux" (n° P963)
07.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u zult zich ongetwijfeld herinneren dat ik u op 24
juni jongstleden ondervraagd heb over de al dan niet toekenning van
de index aan de artsen. Ik heb u toen zelfs gezegd dat u mij een zeer
vaag antwoord gaf en dat ik vreesde dat u mij moreel verplichtte om
die vraag nog eens te stellen. Vandaag is het moment van het weer
stellen van die vraag en de morele verplichting aangebroken.

Morgen is het 1 juli. De gebeurtenissen staan ondertussen een beetje
haaks op uw imago dat u met de sector opgebouwd had. Stilaan
komen we in een soort van conflictsituatie waarin de goede
verstandhouding, de beminnelijke stijl waarbij u, alvast in de schijn,
met de sector trachtte een aantal zaken op te bouwen ­ denk maar
aan de gezondheidsdialoog­ verdwijnt.

Stilaan komen wij in een conflictmodel terecht. U hebt de artsen de
gordijnen ingejaagd met de verplichting om een bepaald percentage
generieken te gaan voorschrijven, eventueel onder de dreiging te
gaan prutsen aan de accreditering van die mensen.

Nu gaat het over het grote dossier van de al dan niet toekenning van
de artsenindex.

Een aantal ziekenfondsen heeft ondertussen laten blijken de artsen te
steunen in hun terechte vraag om de artsenindex toegekend te
krijgen. U bent door een artsenvakbond juridisch in gebreke gesteld.

Mijnheer de minister, ik heb twee zeer concrete vragen.

Ten eerste, wat is uw publiekelijke reactie op de ingebrekestelling
door de artsenvakbonden in verband met het dossier van de al dan
niet toekenning van de index?

Ten tweede, is dat al dan niet een definitieve beslissing? Morgen is
het 1 juli. De artsen zouden stilaan eens mogen weten waar zij aan
toe zijn. Komt er al dan niet een toekenning van de index?
07.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): J'ai déjà demandé
précédemment au ministre si les
honoraires médicaux vont être
indexés. On n'en sait rien pour
l'instant. Si son affabilité lui permet
généralement de préserver la
sérénité, le ministre va cette fois-ci
être confronté à un conflit.
Plusieurs syndicats de médecins
soutiennent ces derniers et ont
mis le ministre en demeure sur le
plan judiciaire. Comment va-t-il
réagir? Y aura-t-il ou non
indexation?
07.02 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'accord Medicomut 2004-2005 a été conclu le 15 décembre
2003. Un des aspects de cet accord vise à prévoir la possibilité
d'augmenter les honoraires médicaux à partir de juillet de cette année
de 1,55% à condition que soit constatée ­ les termes sont importants
- une rupture de tendance significative dans la prescription de deux
types de médicaments particuliers, les antibiotiques et les anti-
hypertenseurs.

Il y a quelques semaines, l'INAMI a terminé l'étude sur cette évolution
en matière de médicaments. Les conclusions de cette enquête sont
contrastées puisque l'on constate une diminution de la prescription
07.02 Benoît Drèze (cdH): Het
akkoord artsen-ziekenfondsen
voorziet onder andere in de
mogelijkheid om de honoraria van
de artsen vanaf juli van dit jaar te
verhogen op voorwaarde dat er
een significante trendbreuk in het
voorschrijfgedrag voor antibiotica
en bloeddrukverlagende genees-
middelen wordt vastgesteld.

U heeft geen verhoging willen
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
d'antibiotiques. Toutefois, le niveau général de prescription reste, si
j'ai bien compris, relativement élevé. Quant à la prescription des anti-
hypertenseurs, elle augmente mais de manière moins importante. Il
faut évidemment faire preuve de subtilité pour évaluer, sur la base de
ces éléments d'analyse, s'il y a ou non une rupture de tendance
significative.

La commission Medicomut ne s'est pas prononcée. Un désaccord
était apparu entre les deux parties. Vous avez tranché, vous avez
refusé l'augmentation car vous estimiez que la tendance n'était pas
significative. Vous avez même ajouté, estimant que cela ne suffisait
pas, que durant ces dernières années, en particulier depuis 2001, les
honoraires des médecins avaient augmenté de 5,5% en moyenne et
que, sur la base des chiffres dont on dispose aujourd'hui pour l'année
2005, il y avait un risque de dépassement du budget de 9,7 millions,
soit 0,2% du budget.

L'ABSYM estime, pour sa part, que ce pourcentage est inférieur au
signal défini dans l'arrêté du 5 octobre 1999, qui est de 1%. Elle vous
a adressé une mise en demeure et a demandé à ses médecins
d'appliquer unilatéralement l'augmentation tarifaire, qui sera à charge
des patients puisque vous avez décidé de ne pas intervenir. Vous
avez alors répondu à l'ABSYM en lui faisant savoir que si elle allait
dans ce sens, des sanctions étaient prévues à l'article 168 de la loi
INAMI, notamment une amende minimum de 125.

1. A-t-on ou non enregistré une rupture de tendance significative? Ne
faudrait-il pas préciser ce que l'on entend par rupture de tendance
significative?
2. Quelles mesures comptez-vous prendre si les choses se passent
mal et si la décision entraîne un surcoût à charge des patients?
toestaan. De BVAS heeft ermee
gedreigd die verhoging eenzijdig
door te voeren. U heeft
geantwoord dat u in dat geval
sancties zou treffen.

Werd er al dan niet een
significante trendbreuk in het
voorschrijfgedrag vastgesteld?
Moet dat begrip niet nauwkeuriger
worden omschreven? Welke
maatregel zal u nemen indien door
de beslissing de patiënten voor de
meerkost moeten opdraaien?
07.03 Minister Rudy Demotte: Men moet dat natuurlijk in de context
van de Medicomut plaatsen. De overeenkomst voorzag toen erin dat
twee voorwaarden gerespecteerd moesten worden. Ten eerste, er is
een duidelijke trendbreuk in het voorschrijfgedrag van twee klassen
geneesmiddelen nodig. Ten tweede, er moesten budgettaire marges
bestaan om de indexering te veroorloven. Wat ziet men nu? Dat er
een overschrijding van onze budgettaire doelstelling bestaat van 9
miljoen euro en dat de trendbreuk zeker niet significant is.
07.03 Rudy Demotte, ministre:
Ce problème ne peut être dissocié
de l'accord médico-mutualiste.
Celui-ci prévoyait deux conditions
claires: une rupture de tendance
en matière de prescription de deux
catégories de médicaments et des
marges budgétaires suffisantes.

Nous constatons aujourd'hui que
le budget présente un
dépassement de 9 millions d'euros
et que la rupture de tendance n'est
absolument pas significative.
Nous sommes dans un scénario où, comprenant très bien les
nuances rappelées par notre collègue Drèze, il n'y a pas de
démonstration "significative". Je signale que ce terme n'a pas été
employé par le ministre; c'est la convention médico-mutuelliste et les
acteurs du système qui l'ont utilisé. Ils n'ont pas prévu de critériologie
plus précise en confiant à l'INAMI la charge de faire cette évaluation.
Quant à l'INAMI, il parle de "toutes les nuances possibles" mais,
d'après ma connaissance du français qui est, il est vrai, peut-être un
peu sommaire, cela ne veut pas dire "significatives".

Deuxième élément, l'indexation est maintenant liée au dépassement
Er is geen sprake van een
significante trendbreuk. Ik wijs u
erop dat de term "significant"
gebruikt werd in de overeenkomst
artsen-ziekenfondsen en door de
actoren van het stelsel.

De indexering is gekoppeld aan de
begrotingsoverschrijding. Er is een
interpretatieprobleem. Wij doen al
het mogelijke om de begroting niet
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
budgétaire. On se trouve vraiment devant un problème
d'interprétation. Les acteurs du système eux-mêmes ont dit que si
nous avions les marges, nous pouvions le faire. Nous nous battons de
toutes nos forces pour maintenir le budget dans les rails.

Je crois savoir que le 29 novembre, ce sont les représentants des
médecins et les mutualités qui, ensemble, ont décidé de bloquer
l'index le temps de voir si l'on respectait l'objectif. Plus récemment,
c'est le 27 que l'on n'a pas pu prendre une décision qui libérait l'index
dans le cadre de l'accord médico-mutuelliste. Ne faisons pas porter
cela sur le ministre; c'est la responsabilité des partenaires.

Les médecins bénéficient d'une augmentation annuelle significative -
on peut la comparer avec d'autres corps de métier - de l'ordre de 6%
depuis 2003 mais une analyse est à faire entre ce que les
généralistes reçoivent, qui est aujourd'hui proportionnellement plus
important que dans le passé, et les spécialistes.

Pour des raisons d'équité, chacun doit bien mesurer que ce qu'il fait
doit permettre la durabilité du système. Sous cet angle, il ne faut pas
tenir des propos caricaturaux; or, on les répète un peu trop, non pas à
la tribune du parlement, mais dans les médias.
uit de rails te laten lopen.

Iedereen moet beseffen dat wat
men doet de duurzaamheid van
het stelsel niet in het gedrang mag
brengen. In dat verband moet men
afstand nemen van de karikaturale
uitspraken in de media.
07.04 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u hebt
de gewoonte om diplomatische antwoorden te geven.

Ik heb het antwoord bij mij dat u mij in de commissie hebt gegeven.
Uw antwoord van vandaag is veel minder diplomatisch. Als wij toch
altijd de mond vol hebben van het herwaarderen van de artsen, wil ik
u vragen die mensen eens een positief signaal te geven. Elke gewone
burger van dit land krijgt op tijd en stond een indexaanpassing. Men
moet mij eens uitleggen waarom het artsenkorps dat recht niet zou
hebben.

Doen alsof het probleem blijft bestaan - ieder van ons is op de hoogte
van dat probleem - kadert geenszins in de herwaardering van de
artsen. Een positief signaal zou volgens mij het toekennen van een
indexaanpassing aan de artsen kunnen zijn.

Ik betreur dat u geen precies antwoord hebt gegeven en een flou
artistique behoudt rond het gegeven of er al of niet een beslissing in
positieve of negatieve zin is. Ik onderneem een poging om op die
vraag toch nog een duidelijk antwoord te krijgen.
07.04 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Le ministre a l'habitude
de répondre avec diplomatie mais
ce n'est pas le cas aujourd'hui.
J'estime pourtant qu'il est
nécessaire de donner un signal
positif aux médecins. Cette fois
encore, aucun éclaircissement n'a
été apporté.
07.05 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, je reviens à mes
deux questions. Vous avez répondu à la première avec un certain
détail sur la rupture de tendance significative en ajoutant qu'il fallait
respecter les marges budgétaires. A moins que je n'aie rien compris
aux chiffres, les marges budgétaires ne permettent pas
l'augmentation de 1,55%. N'y a-t-il pas quelque part un jeu de dupes
dans le sens où ce que prévoit la convention Medicomut n'est en
aucun cas applicable dans le cadre du budget 2005?

Ma deuxième question, quant à elle, est restée sans réponse. Si
l'ABSYM et le Cartel vont de l'avant, comptez-vous prendre des
sanctions?
07.05 Benoît Drèze (cdH):.
Wordt ons hier geen rad voor de
ogen gedraaid, vermits de
bepalingen van de overeenkomst
artsen-ziekenfondsen in het kader
van de begroting voor 2005
geenszins toepasbaar zijn? Zal u
bovendien sancties uitvaardigen
indien de BVAS en het Kartel actie
ondernemen?
07.06 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je réponds 07.06 Minister Rudy Demotte:
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
brièvement. Actuellement, nous ne répondons pas aux conditions qui
permettent d'accorder l'index.
Op dit ogenblik zijn de
voorwaarden om de index aan te
passen, niet vervuld.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Josée Lejeune au ministre des Affaires étrangères sur "les résultats des
élections iraniennes" (n° P957)
08 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de uitslag van de
verkiezingen in Iran" (nr. P957)
08.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question s'articule autour des élections du 24 juin dernier
en Iran. A la suite de celles-ci, nous avons vu arriver au pouvoir M.
Ahmadinejad. En fait, ce nouveau président est un ultraconservateur.
Dois-je également rappeler, monsieur le ministre, que ces élections
ont été entachées par des fraudes, notamment par l'écartement de
candidatures réformatrices par le Conseil des gardiens de la
Constitution, cet organe non élu, mais noyauté par les conservateurs?
En fait, différentes réformes ont été entamées par M. Khatami.

Cette situation et ces nouvelles élections m'amènent à vous
interroger, notamment sur l'évolution des relations entre l'Iran et les
Etats-Unis. Quelle est l'évolution des réformes concernant les droits
de la femme? Avez-vous eu des contacts avec vos homologues
européens concernant l'attitude diplomatique à adopter vis-à-vis de
l'Iran et du nouveau président? Le nouveau président a-t-il pris
position concernant l'arme nucléaire?
08.01 Josée Lejeune (MR): De
Iraanse verkiezingen hebben een
ultraconservatieve president aan
de macht gebracht. Die
verkiezingen werden ontsierd door
fraude: zo werden onder meer
hervormingsgezinde kandidaten
geweerd. Naar aanleiding van die
verkiezingen kan men zich
afvragen hoe het zit met de
evolutie van de betrekkingen
tussen Iran en de Verenigde
Staten en de door de heer
Khatami op gang gebrachte
hervormingen op het stuk van de
rechten van de vrouw.

Heeft u contacten gehad met uw
Europese ambtgenoten met
betrekking tot de houding die ten
aanzien van de nieuwe Iraanse
president moet worden
aangenomen? Heeft
laatstgenoemde een standpunt
ingenomen met betrekking tot
kernwapens?
08.02 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, je pense que
plusieurs leçons peuvent être tirées des élections présidentielles en
Iran qui suscitent beaucoup d'interrogations. Avec l'élection de M.
Ahmadinejad, l'Iran dispose, à présent, d'un leadership conservateur
totalement homogène. La présidence de la république s'ajoute, en
effet, à la présidence du Majlis (le parlement), aux mains des
conservateurs depuis février 2004 et, bien entendu, au poste de guide
suprême détenu par l'ayatollah Ali Khamenei.

La question est de savoir dans quelle mesure ce triumvirat cherchera
à faire marche-arrière par rapport aux acquis engrangés par les
réformateurs. Un premier signal sera la composition du nouveau
gouvernement, qui sera annoncé en août.

Bien que le nouveau président se soit appliqué à rassurer la
communauté internationale au lendemain des élections, des
incertitudes considérables pèsent sur les dossiers suivants:
1. Le nucléaire. Le nouveau président iranien a déclaré qu'il soutient
08.02 Minister Karel De Gucht:
Nu die verkiezingen achter de rug
zijn, is er in Iran een homogeen
conservatief leadership. De vraag
is in welke mate de bewindslieden
de op gang gebrachte
hervormingen zullen trachten terug
te schroeven. De samenstelling
van de regering in augustus zal
terzake een eerste graadmeter
zijn. Er bestaat enige onzekerheid
met betrekking tot het nucleair
programma. De nieuwe president
heeft verklaard achter het
onderhandelingsproces te staan.
Tegelijkertijd herinnerde hij aan
het bekende Iraanse standpunt
volgens hetwelk Iran het recht
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
le processus des négociations entre son pays et les trois partenaires
concernés de l'Union européenne, dont la prochaine étape est fixée
pour début août.
2. Il a également rappelé la position iranienne connue, selon laquelle
son pays a le droit de développer un programme nucléaire complet,
qui ne sera utilisé qu'à des fins pacifiques. J'espère, dès lors, que
l'Iran participera, de façon constructive, aux négociations avec les
partenaires européens et respectera les engagements politiques
contractés dans ce contexte, notamment la suspension continue de
toute activité liée à l'enrichissement nucléaire. Je rappelle qu'il est
important que l'Iran rétablisse la confiance à travers une pleine
coopération avec l'Agence internationale de l'énergie atomique, une
pleine transparence et un plein respect de ses engagements en la
matière.
3. En matière de droits de l'homme, l'acquis, par ailleurs relatif, des
réformateurs sera-t-il préservé ou doit-on s'attendre à un
raidissement? Seul l'avenir nous le dira mais le dialogue que l'Union
européenne entretient avec l'Iran se poursuivra au mois de septembre
et donnera une première idée de l'impact du résultat de l'élection
présidentielle sur ce chapitre dont les droits des femmes constituent
une partie essentielle.

Au niveau de l'Union européenne, la présidence luxembourgeoise a
publié ce 28 juin une déclaration dans laquelle elle prend note du
résultat du deuxième tour des élections présidentielles et dans
laquelle elle exprime entre autres son espoir que l'Iran respectera
tous ses engagements internationaux en ce qui concerne le dossier
nucléaire. L'Union européenne a aussi déclaré qu'elle est prête à
continuer d'examiner les moyens de développer davantage la
coopération politique et économique avec l'Iran, en fonction des
dispositions que l'Iran prendra pour répondre aux préoccupations de
l'Union concernant des dossiers comme le programme nucléaire et
les droits de l'homme. La prochaine réunion du Conseil de l'Union
européenne est fixée au 18 juillet et un échange de vues sur l'Iran
entre les ministres des Affaires étrangères aura très
vraisemblablement lieu.

De mon côté, j'ai pu rappeler notre position à mon collègue iranien, le
ministre Kharaji, le 24 juin dernier. J'aurai l'occasion de le faire une
nouvelle fois demain auprès du président du parlement iranien, M.
Haddad Adel.
heeft een volledig nucleair
programma voor vreedzame
doeleinden te ontwikkelen.

Ik hoop dat Iran zich ertoe zal
verbinden alle activiteiten inzake
de verrijking van kernmateriaal te
staken.

Wat de mensenrechten betreft,
rijst de vraag wat er zal gebeuren
met de vooruitgang die op dat vlak
onder de hervormingsgezinde
regering werd geboekt. De dialoog
met de Europese Unie zal in
september worden voortgezet. Op
dat ogenblik zullen we een stand
van zaken kunnen opmaken.

Het Luxemburgse voorzitterschap
heeft officieel nota genomen van
het resultaat van de
presidentsverkiezingen, heeft de
hoop uitgedrukt dat Iran zijn
internationale verplichtingen op het
stuk van de nucleaire activiteiten
zal naleven en heeft aangekondigd
dat de samenwerking van de
Europese Unie afhankelijk zal zijn
van het standpunt dat Iran in een
aantal dossiers zal innemen.

Persoonlijk heb ik mijn standpunt
kunnen verduidelijken aan de
Iraanse minister van Buitenlandse
Zaken en ik zal hetzelfde doen ten
aanzien van de voorzitter van het
Iraanse parlement.
Le président: Je constate que le ministre est très prudent et fait lecture de son texte.
08.03 Josée Lejeune (MR): Je remercie M. le ministre pour sa
réponse. Toutefois, la Belgique doit rester très attentive à ce dossier
quand on connaît les interventions du président Bush à ce sujet. Les
Etats-Unis ont en effet déclaré qu'ils restaient sceptiques quant aux
pourparlers sur le nucléaire. Il faut également rappeler l'intervention
de Shimon Peres qui a prédit des problèmes avec la communauté
internationale, pour ne citer que ces deux-là. Il faut donc rester attentif
au dossier nucléaire.
08.03 Josée Lejeune (MR):
België moet waakzaam blijven.
Zowel de president van de
Verenigde Staten als Shimon
Peres lieten zich sceptisch uit over
het Iraanse kernprogramma.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Collega Tobback, ik heb reeds gezegd dat u in het Parlement mevrouw Freya Van den
Bossche zou vervangen. Collega's, de volgende vragen werden reeds gesteld in de commissie, maar men
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
heeft mij gezegd dat er andere elementen zijn. Daarom heb ik de vragen toegelaten.
09 Samengevoegde vragen van
- de heer Hans Bonte aan de minister van Werk over "de organisatie van het eindeloopbaandebat"
(nr. P964)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de organisatie van het eindeloopbaandebat"
(nr. P965)
09 Questions jointes de
- M. Hans Bonte à la ministre de l'Emploi sur "l'organisation du débat sur les fins de carrière" (n° P964)
- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "l'organisation du débat sur les fins de
carrière" (n° P965)
09.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het is correct dat de commissie voor de Sociale
Zaken de voorbije weken heel wat vragen over de organisatie van het
eindeloopbaandebat heeft behandeld.

De reden waarom ik vandaag een vraag stel is de volgende. De rol
van de sociale partners is uitvoerig aan bod gekomen in het moeilijke
debat rond vergrijzing en eindeloopbaan in het kader van het debat
rond de voorbereiding van vergrijzing waar de Kamer in het voorjaar
ruim tijd aan heeft besteed.

Mijn ontgoocheling was groot toen ik vernam dat een van de
voornaamste sociale partners, de christelijke vakbond, op basis van
een discussienota die in de regering was opgemaakt en werd
voorgelegd aan de sociale gesprekspartners, direct naar het ultieme
strijdwapen heeft gegrepen en heeft aangekondigd desgevallend met
vrijdagstakingen te starten in het najaar. Dit maakt me bijzonder
ongerust. Het belang van een breed gedragen consensus werd
telkenmale onderstreept door het Parlement ook bij de behandeling
van het rapport inzake vergrijzing. Het ziet er bijzonder slecht uit om
een breed draagvlak te kunnen creëren.

Mijnheer de minister, ik heb twee vragen.

Ten eerste, wat is het statuut van de nota op basis waarvan het ACV
meent het stakingswapen te moeten bovenhalen?

Ten tweede, hoe moet het verder? Eenieder, ook in dit halfrond, is
ervan overtuigd dat er knopen moeten worden doorgehakt, ook in het
eindeloopbaandebat, wat mij betreft liefst met de sociale partners,
desnoods zonder hen. Hoe ziet u de verdere werkzaamheden van het
sociaal overleg verlopen?
09.01 Hans Bonte (sp.a-spirit):
En commission, plusieurs
questions ont déjà été posées
concernant l'organisation du débat
sur la fin de carrière. Et il a déjà
été procédé à des auditions sur le
vieillissement. Toutefois, la note
de discussion du gouvernement
qui a été présentée aux
partenaires sociaux a abouti à ce
que le syndicat chrétien brandisse
une menace de grèves à
l'automne. C'est inquiétant car il a
toujours été dit qu'il était très
important que le plus grand
nombre possible de parties
parviennent à un consensus.

Quel est le statut de cette note
gouvernementale? Comment doit
se poursuivre le débat sur la fin de
carrière? Il faudra bien finir par
trancher, avec ou sans la
collaboration des partenaires
sociaux.
09.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de evenementen van de voorbije dagen en uren tonen aan
dat degenen die menen een eindeloopbaandebat te kunnen voeren
zonder dat het gebed is in een breed loopbaandebat een avontuur
aangaan zonder einde.

Mijnheer de minister, de regering zou best duidelijkheid scheppen
over het statuut van de thans voorliggende nota. Is het een
regeringsnota of een werkdocument, een soort samenraapsel van
een aantal ideeën en denkpisten. Indien men geen loopbaandebat
voert is het eindeloopbaandebat ten dode opgeschreven. De nota zou
beter niet alleen een andere titel krijgen maar ook een andere inhoud.
De titel "actief ouder worden" zou beter gewijzigd worden in "iedereen
09.02 Greta D'hondt (CD&V): Il
est impossible de mener un débat
sur la fin de carrière sans
l'enchâsser dans un débat bien
plus vaste sur la carrière. Par
conséquent, je préférerais
personnellement intituler cette
note "De la jeunesse à la
vieillesse, tout le monde doit être
actif" plutôt que "Vieillir
activement". Quels éléments de la
politique relative à la carrière
ajoutera-t-on à la note pour en
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
actief van jong tot oud". Deze titel zou, mijns inziens, veel beter
onderstrepen waarover de discussie moet handelen.

Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister.

Ten eerste, welke elementen van een echt loopbaanbeleid zullen door
de regering aan de nota worden toegevoegd om een kans te kunnen
maken dat, gebed in het loopbaandebat, het eindeloopbaandebat kan
gevoerd worden?

Mijn tweede vraag is hoe het debat zich over het reces heen verder
zal kunnen ontwikkelen, zodat men tegen eind september op iets kan
uitmonden? Ik herhaal ook mijn vraag die ik deze week in de
commissie heb gesteld: hoe zal het Parlement bij de opbouw daarvan
worden betrokken? Ik vraag dus niet dat het Parlement aan de tafel
gaat zitten bij de sociale partners en de regering. Ik vraag wel hoe wij
bij de opbouw zullen worden betrokken, zodat de rol van het
Parlement zich niet beperkt tot het louter stemmen over wat elders
werd beslist.
étendre la portée?

Quel est du reste le statut de cette
note? S'agit-il d'une note
gouvernementale ou d'un simple
document de travail fait de bric et
de broc?

Comment évoluera ce débat et
quel rôle aura à jouer le
Parlement? Je comprends que
nous ne puissions nous asseoir à
la table des négociations mais je
ne crois pas que nous devions
nous cantonner dans un rôle de
machine à voter.
09.03 Minister Bruno Tobback: Om te beginnen, het is een
genoegen om op de vraag naar het concrete statuut van die tekst te
kunnen antwoorden. Vermits beide vraagstellers eerst hebben
gevraagd naar de procedure, zal ik eerst nog eens herhalen wat de
procedure is. Tussen nu en 20 juli wordt gewerkt en gepraat met de
verschillende betrokkenen om de grote lijnen van het debat vast te
leggen. Daarover zullen wij hopelijk een akkoord krijgen tegen 20 juli.
Die grote lijnen worden in de zomer door technici verder uitgewerkt in
concrete teksten. Mevrouw D'hondt, dat lijkt mij moeilijk te doen in
samenwerking met het Parlement, net zoals het ook moeilijk is om
vanaf 15 september, wanneer echt zal worden onderhandeld en
hopelijk tot de finish met een akkoord, te gaan onderhandelen met het
Parlement als bijkomende partner.

In ieder geval moeten we tegen 11 oktober, het moment van de
regeringsverklaring van de eerste minister, een resultaat van de
onderhandeling hebben. Op dat moment zal het Parlement zich
kunnen en moeten uitspreken over het resultaat daarvan. Ik denk dat
trouwens nu al rekening is gehouden met de verschillende rapporten
over vergrijzing en eindeloopbaan die de kamercommissie en
ondertussen ook de senaatcommissie - die is nog niet helemaal klaar
- hebben opgesteld bij de voorstellen in de tekst die mevrouw Van den
Bossche heeft laten maken.

Voor alle duidelijkheid, de tekst is een werktekst, die vertrekt van een
aantal mogelijke voorstellen die niet te nemen of te laten zijn en die
ook geen afgesloten pakket zijn. Er kunnen alternatieve voorstellen
worden gedaan door iedereen die op dat ogenblik rond de tafel zit.
Die zullen zelfs worden verwelkomd. Het is alleen jammer - de
minister betreurt dat ten zeerste - dat de afspraak om de
rondgedeelde tekst niet in de pers te publiceren, door sommigen
blijkbaar niet kan worden nageleefd. Dat leidt opnieuw tot sterke
verklaringen in de pers. Dat zal negatieve effecten hebben op het
verdere debat.

Wij stellen met genoegen vast dat, ondanks de dreigende taal, die
misschien te vroeg gesproken wordt - maar dat laat ik in het midden -
al de betrokkenen nog altijd rond de tafel willen zitten en discussiëren.
09.03 Bruno Tobback, ministre,
au nom de Mme Van den
Bossche, ministre de l'Emploi:
Parlons d'abord de la procédure.
Jusqu'au 20 juillet 2005, des
discussions seront organisées
avec les intéressés pour aborder
les grandes lignes du dossier.
Pendant l'été, les grands axes
seront développés techniquement
par des spécialistes; cette dernière
phase peut difficilement être
menée en collaboration avec le
Parlement. A partir du 15
septembre 2005 commenceront
les véritables négociations, qui
doivent aboutir à un résultat pour
le 11 octobre. Les rapports des
commissions de la Chambre et du
Sénat seront pris en considération.

La note constitue un document de
travail qui ébauche des
propositions de discussion et ne
doit pas être considérée comme
un ensemble achevé. D'autres
propositions sont les bienvenues.
Il avait été convenu de ne pas
publier ce texte dans la presse. Il
est dès lors dommage que cet
accord, qui aurait facilité les
négociations, n'ait pas été
respecté. Malgré les propos
menaçants du syndicat chrétien,
tous les partenaires ont déjà
indiqué qu'ils étaient toujours prêts
à participer aux négociations. Les
syndicats estiment également
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Het is van het grootste belang dat het debat als een debat kan worden
gevoerd en met alle betrokkenen. Ook voor de vakbonden is een
overlegd akkoord met de regering te verkiezen boven het feit dat de
regering die daarna zonder akkoord haar verantwoordelijkheid moet
en zal nemen.

Voor alle duidelijkheid, wij zijn nog altijd in de fase van
onderhandelingen, van gesprekken en in een fase waarin iedereen
bereid is rond de tafel te gaan zitten.

Vermits het hier toch gaat over ­ en dat zouden de bonden ook
moeten beseffen en dat beseffen zij ongetwijfeld ­ de toekomst van
onze sociale zekerheid, is het van het grootste belang dat we dit op
een serene manier kunnen doen.
qu'un accord obtenu en
concertation avec le
gouvernement est préférable à
une réglementation imposée. C'est
l'avenir de la sécurité sociale qui
est en jeu et le débat doit dès lors
être mené sereinement.
09.04 Hans Bonte (sp.a-spirit): Ik denk inderdaad, mijnheer de
minister, dat alle spelers in het spel, de regering, het Parlement en de
sociale partners, hierin een bijzonder grote verantwoordelijkheid
dragen. Het gaat inderdaad over de toekomst van ons sociaal model,
de toekomst van onze sociale zekerheid. Ik denk inderdaad dat het
niemand toekomt om die verantwoordelijkheid te ontvluchten.

Er is in de commissie ­ en ik wil dat ook hier herhalen ­ de afspraak
gemaakt om desgevallend, mijnheer de voorzitter, vroeger uit reces te
komen met onze commissie om op de hoogte blijven en ook om voor
een stuk hierbij betrokken te raken. Ook de minister heeft zich
daaromtrent geëngageerd. Als het Parlement het wil, dan kunnen wij
dit. Wij zullen aan het einde van het werkjaar nagaan wanneer wij
daaromtrent kunnen samenkomen.

Een laatste punt ­ en dat is dan wel een duidelijke suggestie ten
opzichte van het ACV ­ is dat ik niets liever zou willen, ook de
engagementen van eenieder kennende, dan dat het ACV de regering
en dit Parlement buiten spel zet, door zelf akkoorden te sluiten of door
een globaal akkoord na te streven om met de werkgevers de knoop
omtrent de eindeloopbaanproblematiek door te hakken. Ik denk dat dit
volledig conform de rollen is die geschreven moeten worden en
conform de rollen die gespeeld moeten worden vanuit het sociaal
overleg. Ik denk dat dit alvast van veel meer verantwoordelijkheidszin
zou getuigen dan te dreigen met stakingen alvorens de discussie
werkelijk van begint.
09.04 Hans Bonte (sp.a-spirit):
Tous les acteurs portent une
grande responsabilité. Les
membres de notre commission
sont prêts à interrompre
prématurément leurs vacances
parlementaires pour rester
impliqués dans le débat. J'espère
que le syndicat chrétien devancera
le gouvernement et le Parlement
en concluant lui-même avec les
employeurs un accord digne de ce
nom. Ce serait faire preuve d'un
grand sens des responsabilités
plutôt que d'agiter prématurément
la menace d'une grève.
De voorzitter: U las mijn lippen want het was juist over die commissie dat ik aan het spreken was met de
minister toen u het geciteerd hebt, mijnheer de voorzitter.
09.05 Greta D'hondt (CD&V): Dank u voor het antwoord, mijnheer
de minister. Ik denk dat, wat betreft het statuut van de tekst die u
bestempelt als een werktekst, de regering er best zou aan doen die
tekst uit te breiden met enkele zeer concrete doelstellingen rond
werkgelegenheid. Ik herhaal mijn suggestie voor de nieuwe titel van
het werkdocument: "iedereen actief, van jong naar oud". Dit zou
duidelijk maken dat de regering het niet alleen heeft over de
eindeloopbaan maar wel over een loopbaan voor iedereen waarbij het
eindeloopbaandebat door niemand mag ontlopen worden. Daar ben ik
ten zeerste van overtuigd.

Ten tweede, mijnheer de voorzitter, richt ik mij met deze vraag ook tot
u en tot de minister. Ik vraag duidelijkheid over de rol van het
09.05 Greta D'hondt (CD&V): Le
gouvernement ferait mieux
d'étendre la portée du document
de travail en y ajoutant quelques
objectifs très concrets en matière
d'emploi. L'intitulé du texte devrait
faire ressortir qu'il ne porte pas
seulement sur les fins de carrière
mais encore sur les carrières de
chacun. Nul ne peut échapper à
ce débat. Je confirme que notre
commission est prête à reprendre
ses travaux prématurément en
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Parlement. Onze commissievoorzitter heeft zich er inderdaad toe
verbonden ­ en wij hebben ook gezegd dat wij bereid zijn ­ om daar
in september aan verder te werken. Natuurlijk, voorzitter, moet dit
heel duidelijk niet als bezigheidstherapie gebeuren maar moet de
regering bereid zijn het resultaat van onze werkzaamheden mee bij
het totstandkomen van de eindbesluiten van dit loopbaandebat te
betrekken. Ik hoop, voorzitter, dat u er samen met de voorzitter van
de commissie zult over waken dat wij ons niet alleen mogen
bezighouden maar dat wij daadwerkelijk ook inspraak krijgen in het
totstandkomen van de besluiten van het loopbaandebat.
septembre, non pas pour se
donner bonne conscience mais
pour participer activement à la
prise de décisions.
De voorzitter: Ik heb u goed begrepen, mevrouw D'hondt, en ik heb akte genomen van uw beider
voorstellen trouwens.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de l'Emploi sur "le réexamen du service universel
télécom" (n° P966)
10 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Werk over "het heronderzoek van de
universele dienstverlening inzake telecom" (nr. P966)
10.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la Commission soumet aujourd'hui une communication sur le
service universel télécommunications. Ce dossier s'inscrit comme
l'une des priorités de la présidence britannique. Dans cette
communication, la Commission assène les raisons pour lesquelles
elle ne veut pas étendre ce service universel. Elle ne parle jamais de
citoyens mais de consommateurs; elle est consciente de la fracture
numérique mais, en parallèle, elle refuse d'insérer le haut débit dans
le service universel. Elle vante les vertus de la société de l'information
mais elle veut uniquement qu'elle soit réalisée grâce au marché. Par
ailleurs, elle pose des questions qui nous inquiètent pour l'avenir
puisqu'elle remet en cause le financement intrasectoriel pour le
service universel.

Pour le groupe socialiste, cette communication de la Commission est
inacceptable et totalement idéologique. Nous comptons sur vous pour
transmettre cette position à Mme Van den Bossche.

Monsieur le président, vous savez que nous avons voté, à une large
majorité, une résolution sur le service universel télécommunications
dans laquelle on demandait au gouvernement de communiquer à la
Commission son souhait d'élargir ce service universel
télécommunications.

Le gouvernement a-t-il déjà pris des mesures à cet égard?

Le gouvernement a-t-il pris position sur la communication de la
Commission? Dans l'affirmative, comment compte-t-il la faire valoir?

Par ailleurs, j'espère que les positions que nous avons adoptées lors
du vote de la résolution et dans le cadre du projet de loi sur la
transposition des directives secondaires seront relayées, de manière
musclée, vers cette Commission qui remet en cause le service
universel télécommunications au lieu de l'élargir. Je rappelle que
l'élargissement a été demandé par l'ensemble de ce parlement.
J'espère que le gouvernement suivra le parlement.
10.01 Karine Lalieux (PS): De
Commissie heeft een mededeling
gepubliceerd met betrekking tot de
universele dienstverlening inzake
telecommunicatie. Dit thema is
ook een beleidsprioriteit voor het
Britse EU-voorzitterschap. In die
mededeling somt de Commissie
de redenen op waarom zij de
universele dienst niet wenst uit te
breiden. De Commissie gewaagt
van consumenten veeleer dan van
burgers, zegt dat ze zich wel
bewust is van de digitale kloof
maar wil breedbandverbindingen
desalniettemin niet aan het pakket
universele diensten toevoegen, en
stelt de financiering van de
universele dienst door de sector
zelf ter discussie.

Voor de PS kan de ideologische
strekking van die mededeling niet
door de beugel. Onze partij heeft
de regering gevraagd de
Commissie mee te delen hoe
belangrijk het is dat de universele
dienstverlening inzake
telecommunicatie wordt uitgebreid.

Welke actie heeft de regering
intussen ondernomen?

Ons standpunt en het standpunt
dat wordt bepaald in het kader van
het wetsontwerp tot omzetting van
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
de secundaire richtlijnen, moeten
in krachtige bewoordingen worden
meegedeeld, opdat de Commissie
goed zou begrijpen dat de
universele dienst inzake
telecommunicatie verruimd moet
worden en geenszins
ingekrompen mag worden. Dat is
de wens van het voltallige
Parlement.
10.02 Bruno Tobback, ministre: Madame Lalieux, je répondrai
simplement en disant oui.

Le gouvernement est d'accord avec vous sur le fait que la
Commission ne s'est pas montrée très sociale dans cette
communication. Malheureusement, elle a encore moins tenu compte
des évolutions rapides dans le paysage des communications
électroniques.

Je rappelle la position de la Belgique qui sera défendue avec
beaucoup d'enthousiasme dans le cadre de l'élaboration d'une
éventuelle directive. Nous sommes convaincus que nous devons
combler la fracture numérique. La communication de la Commission
indique que la portée du service universel ne doit pas être en
concordance avec l'évolution rapide du secteur. Cette communication
nous étonne. Malheureusement ou heureusement, la position belge
est tout à fait différente. Comme vous le savez, le gouvernement a
toujours pris une position claire dans cette matière. La ministre
renvoie à une réponse parlementaire, donnée lors du débat
concernant la résolution concernant le service universel relatif aux
télécommunications, dans laquelle elle a affirmé qu'étant donné la
position forte de la Belgique en matière d'internet à large bande, le
gouvernement sera un pionnier au niveau européen afin de contribuer
à une implémentation ambitieuse du service universel futur en
matière de télécommunications électroniques pour éviter une nouvelle
fracture numérique.

C'est cette même position que le gouvernement belge défendra
lorsque ce dossier sera examiné au Conseil. En ce qui concerne le
paiement du service universel, le gouvernement a toujours opté pour
le paiement du service universel par le secteur lui-même, en
application du principe "pay or play", c'est-à-dire qu'en tant
qu'opérateur, on fournit le service universel ou bien on le paie. Les
charges les plus lourdes devront évidemment être portées par les
épaules les plus solides. C'est cette position qui sera défendue par la
Belgique au Conseil.
10.02 Minister Bruno Tobback,
namens minister van Werk Freya
Van den Bossche: De regering is
het met u eens dat de Commissie
zich in die mededeling niet
bepaald van een sociale kant heeft
laten zien en ook geen rekening
gehouden heeft met de evolutie
van de elektronische
communicatie.

In het standpunt dat België zal
verdedigen in het kader van een
eventuele richtlijn, zal ons land de
wens uitdrukken dat de digitale
kloof gedicht wordt en dat er een
universele dienst aangeboden
wordt die gelijke tred houdt met de
snelle evolutie van de sector.

De minister heeft al laten weten
dat België, gezien onze sterke
positie op het gebied van
breedbandinternet, op Europees
niveau een voortrekkersrol zou
spelen in het streven naar een
ambitieuze implementatie van de
universele dienstverlening inzake
elektronische communicatie. Zo
moet immers vermeden worden
dat er een nieuwe digitale kloof
ontstaat.

Dat is ook het standpunt dat België
in de Raad zal innemen.

De regering heeft steeds
geoordeeld dat de universele
dienst door de sector zelf moet
worden betaald, d.w.z. dat de
operator de dienst levert of betaalt.
10.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse complète même si la question ne relève pas de
vos compétences.

Si j'ai bien compris, le gouvernement va plaider pour que le haut débit
10.03 Karine Lalieux (PS): Het
verheugt me dat de regering
ervoor zal pleiten dat de breed-
bandverbindingen in de universele
dienst worden opgenomen en dat
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
soit intégré dans le cadre du service universel et pour que l'on
continue un financement intrasectoriel du service universel. C'est ce
que nous demandons, c'est indispensable pour la société de
l'information de demain que nous souhaitons tous, sans exception.

Je vous fais également part que, dans le cadre des consultations
larges menées actuellement par la Commission, le PS belge a remis
une propositon visant à atteindre cet objectif.
de financiering van de universele
dienst door de sector zelf wordt
voortgezet.

In het kader van het brede overleg
dat door de Commissie wordt
georganiseerd, heeft de PS een
voorstel gedaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
11 Projet de loi visant à transposer certaines dispositions de la directive services financiers à distance
et de la directive vie privée et communications électroniques (1776/1-5)
11 Wetsontwerp tot omzetting van verschillende bepalingen van de richtlijn financiële diensten op
afstand en van de richtlijn privacy en elektronische communicatie (1776/1-5)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
11.01 Koen T'Sijen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het wetsontwerp heeft als voornaamste doel de
omzetting van richtlijn 2002/65 betreffende de verkoop op afstand van
financiële diensten. De richtlijn wenst het rechtskader van de lidstaten
te harmoniseren, waarbij consumenten voldoende bescherming wordt
geboden indien ze een financiële dienst op afstand kopen. De richtlijn
vormt een aanvulling op richtlijn 97/7 betreffende de bescherming van
de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten.

Financiële diensten zijn wegens hun immaterieel karakter bijzonder
geschikt om op afstand te verkopen. Daarom moet in een bijzondere
consumentenbescherming worden voorzien.

Het wetsontwerp werd in de commissie voor het Bedrijfsleven
besproken op haar vergaderingen van 24 mei en 14 juni 2005.

Aan de indiening van het wetsontwerp is een ruime consultatie
voorafgegaan. Er werd advies gevraagd aan de Raad voor het
Verbruik en aan de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO. Zo
hebben zowel de consumenten als de professionelen zich kunnen
uitspreken over het ontwerp.

De minister opteerde ervoor om de richtlijn om te zetten binnen het
bestaande wettelijke kader van de wet van 14 juli 1991 betreffende de
handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de
consumenten. Dat was logisch, omdat de wet op de handelspraktijken
immers reeds de algemene regels inzake consumentenbescherming
en een volledige afdeling over overeenkomsten op afstand bevat.

De financiële diensten waren tot dusver uitgesloten van de regels over
de op afstand totstandgekomen overeenkomsten. Met onderhavig
11.01 Koen T'Sijen, rapporteur:
Le projet de loi transpose la
directive 2002/65 relative à la
vente de services financiers à
distance. Cette dernière tend à
harmoniser le cadre légal des
États membres pour offrir une
protection suffisante aux
consommateurs lors de
l'acquisition d'un service financier
à distance. Elle complète la
directive 97/7. Les consom-
mateurs requièrent une protection
particulière parce que le caractère
immatériel des services financiers
se prête tout particulièrement à la
vente à distance.

La commission de l'Économie a
examiné le projet les 24 mai et 14
juin 2005. Une large consultation a
précédé le dépôt du projet. Les
consommateurs et les
professionnels ont pu s'exprimer
par l'entremise du Conseil de la
consommation et du Conseil
supérieur des indépendants et des
PME. Le ministre a opté en faveur
de la transposition de la directive
dans le cadre légal de la loi du
14 juillet. Les services financiers
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
ontwerp komt daaraan een einde en wordt overeenkomstig de richtlijn
een dubbele bescherming aan de consument geboden bij een
aankoop van een financiële dienst op afstand, het kopen van een
verzekering, een krediet, een product op krediet, een belegging via
internet.

Er worden strenge en gedetailleerde informatieverplichtingen
opgelegd. De consument moet met kennis van zaken zijn
toestemming kunnen geven en moet op basis van de informatie over
de financiële dienst de verschillende aanbiedingen kunnen
vergelijken.

Daarnaast beschikt de consument over een termijn van
veertien kalenderdagen waarbinnen hij aan de op afstand gesloten
overeenkomst inzake een financiële dienst kan verzaken. Hij kan dat
recht uitoefenen zonder betaling van een boete en zonder het te
motiveren.

Bij de algemene bespreking werd door mevrouw Pieters en de heer
Tant gewezen op de laattijdige omzetting van de richtlijn. De minister
weet dat, enerzijds, aan de moeilijkheid om de richtlijn in te voegen in
het bestaande wettelijke kader en, anderzijds, aan het feit dat er eerst
uitgebreid advies werd gevraagd aan allerlei organisaties.

Tijdens de bespreking werd ook een aantal vragen gesteld, onder
andere door mevrouw Ghenne en de heer Tant, over het verschil in
tekst over de richtlijn en het wetsontwerp. De minister gaf aan dat het
wetsontwerp een getrouwe omzetting van de richtlijn is, maar dat de
terminologie van de richtlijn niet steeds kon worden overgenomen,
omdat er rekening werd gehouden met de bestaande terminologie
van de wet op de handelspraktijken.

De minister verklaarde zich wel akkoord met het voorstel van de heer
Tant dat de regering bij de omzetting van een Europese richtlijn tijdig
een document ter beschikking zou stellen van het Parlement dat de
verschillen aangeeft tussen het wetsontwerp en de richtlijn.

Het wetsontwerp bevat tevens een regeling inzake ongevraagde
reclame. Hiermee wordt artikel 13 van de richtlijn 2002/58 betreffende
de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer in de sector van de elektronische
communicatie verder omgezet. Het artikel werd reeds gedeeltelijk
omgezet wat de ongewenste reclame per elektronische post betreft
door artikel 14 van de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde
juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij.

Zo wordt het verboden reclame te versturen via oproepautomaten en
faxen zonder de voorafgaande toestemming van de geadresseerde,
de zogenaamde opt-inregeling. Het gebruik van andere
communicatietechnieken voor reclamedoeleinden wordt toegestaan
bij ontstentenis van kennelijk bezwaar van de geadresseerde, de
zogenaamde opt-outregeling.

In de commissie werd dan gediscussieerd over de mogelijkheid om
de opt-inregeling uit te breiden naar andere communicatietechnieken.
Via een amendement van de heer Monfils en consorten werd
verduidelijkt dat de Koning via een in de Ministerraad overlegd besluit
de opt-inregeling kan uitbreiden naar andere
étaient exclus jusqu'à présent des
règles relatives à la vente à
distance. Une double protection
est désormais offerte au
consommateur à l'achat d'un
service financier à distance. Le
texte impose des obligations
strictes en matière d'information.
Le consommateur dispose en
outre de quatorze jours calendrier
pour dénoncer un tel accord et
peut exercer ce droit sans subir de
pénalités et sans devoir préciser
de motif.

Lors de la discussion générale,
Mme Pieters et M. Tant ont attiré
l'attention sur la transposition
tardive de la directive. La ministre
a évoqué à ce propos la difficulté
d'insérer la directive dans le cadre
légal existant et le grand nombre
d'avis demandés préalablement à
des organisations diverses.

Mme Ghenne et M. Tant,
notamment, ont posé des
questions sur les différences
textuelles entre la directive et le
projet de loi. La ministre a indiqué
que le projet de loi constituait une
transposition fidèle de la directive,
mais qu'il avait été tenu compte de
la terminologie de la loi sur les
pratiques du commerce. La
ministre a accepté la proposition
de M. Tant qui a demandé qu'en
cas de transposition d'une
directive européenne, le
gouvernement transmette en
temps opportun au Parlement un
document relevant les différences
entre le projet de loi et la directive.

Le projet de loi contient également
une disposition relative à la
publicité non sollicitée. La
transposition de l'article 13 de la
directive 2002/58 est ainsi
poursuivie. Le système de l'opt-in
prévoit qu'il est interdit d'envoyer
des publicités par le biais
d'automates d'appel et de
télécopieurs sans le consentement
préalable du destinataire. Dans le
cadre de l'opt-out, l'utilisation
d'autres moyens de
communication à des fins
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
communicatietechnieken, rekening houdend met de evolutie van die
technieken. De minister verduidelijkte dat het verbod maar uitgebreid
zal worden tot andere communicatietechnieken als het algemeen
belang ernstig geschaad wordt.

Tot besluit, het wetsontwerp vult een belangrijke juridische leemte op.
De consument geniet in de toekomst een goede bescherming bij de
aankoop op afstand van een financiële dienst, maar ook voor de
financiële dienstverleners is het een goede zaak door het feit dat die
bescherming het vertrouwen van de consument kan doen toenemen
in de aankoop van financiële diensten op afstand.

Het wetsontwerp, dat een belangrijke vooruitgang betekent voor de
bescherming van de consument, werd eenparig aangenomen door de
commissie voor het Bedrijfsleven.

Op de slotvraag van mevrouw Pieters, waarom de wet pas in werking
treedt na vijf maanden, verduidelijkte de minister dat dat het gevolg is
van een compromis tussen de consumenten en het bedrijfsleven. Het
bedrijfsleven vroeg een nog langere periode, maar vijf maanden
moeten volstaan, voor onder andere de banksector, om zich in orde te
stellen met dat wetsontwerp.
publicitaires est autorisée en
l'absence d'opposition manifeste
du destinataire. La commission a
examiné la possibilité d'étendre
l'opt-in à d'autres moyens de
communication. Un amendement
de M. Monfils notamment précise
que le Roi peut étendre l'opt-in à
d'autres techniques de
communication par arrêté royal,
compte tenu de l'évolution de ces
techniques. Le ministre a précisé
que l'interdiction ne serait étendue
que si l'intérêt général était
sérieusement compromis.

Ce projet de loi comble un vide
juridique. Cette protection
permettra d'accroître la confiance
du consommateur dans l'achat à
distance de services financiers. Le
projet de loi a été adopté à
l'unanimité par la commission.
Mme Pieters a demandé pourquoi
la loi n'entrerait en vigueur
qu'après cinq mois. La ministre a
répondu que ce délai était le fruit
du compromis recherché entre les
consommateurs et le monde des
entreprises.
De voorzitter: Mijnheer T'Sijen, bedankt voor uw verslag.
11.02 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, madame,
messieurs les ministres, chers collègues, je tiens tout d'abord à
remercier M. T'Sijen pour la qualité de son rapport oral.

Le projet de loi qui nous occupe aujourd'hui n'appelle pas de grands
discours. Je serai donc brève.

Ce projet transpose certaines dispositions de deux directives
distinctes, l'une concernant les services financiers à distance, l'autre
ayant trait à la vie privée et aux communications électroniques.
Toutes deux visent de manière générale à garantir aux
consommateurs un niveau de protection suffisant.

Jusqu'à présent, les services financiers étaient exclus du champ des
directives générales relatives à la protection du consommateur en
matière de contrats à distance. C'était une aberration si l'on prend en
compte la nature immatérielle du service financier, le passeport
européen des organismes de placements collectifs en valeur
mobilière, l'avènement de l'euro, l'essor des moyens de
commercialisation à distance et la diffusion massive de l'internet aux
consommateurs européens. Ces paramètres tendent évidemment à
faciliter les comparaisons transfrontalières et ainsi à étendre l'offre.

L'inadaptation d'une partie du cadre juridique des Etats membres a
ainsi été rapidement mise en évidence. Des disparités de
11.02 Véronique Ghenne (PS):
Het voorliggende wetsontwerp zet
een aantal bepalingen van de
richtlijn over de financiële diensten
op afstand en van de richtlijn
privacy en elektronische communi-
catie in Belgisch recht om.

In het verleden vielen de financiële
diensten niet onder het
toepassingsgebied van de
algemene richtlijnen over de
bescherming van de consument
inzake overeenkomsten op
afstand.

In het licht van het immaterieel
karakter van die diensten, van de
invoering van de euro of nog van
de exponentiële groei van de
communicatiemiddelen op
afstand, schiepen de uiteen-
lopende nationale regelgevingen
die binnen de Europese Unie
werden toegepast, een juridische
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
réglementations applicables aux services de la société d'information
au sein de l'Union européenne entretenaient, de plus, une insécurité
juridique et faisaient courir le risque, à terme, d'une fragmentation du
marché intérieur.

Dans ce contexte général, le consommateur qui contracte des
produits financiers sur des réseaux de commerce électronique, doit
faire naturellement l'objet d'une protection juridique adaptée. En ce
sens, les directives susmentionnées pour garantir cette protection
prévoient tant une information précontractuelle que contractuelle, un
droit de rétraction au profit du consommateur, un mécanisme de
protection contre les cas de fraude, des mesures spécifiques relatives
aux communications non sollicitées, entendues au sens large, une
clause de protection internationale du consommateur européen et,
enfin, une disposition sur le recours judiciaire et extrajudiciaire.

Le Parti socialiste, soucieux de la protection générale des
consommateurs, souscrit évidemment entièrement aux objectifs de ce
projet de loi, fidèle transcription des textes européens. Nous nous
réjouissons donc du projet de loi de Mme Van den Bossche, compte
tenu de l'importance qu'il revêt tant pour les professionnels que pour
les consommateurs des services financiers à distance. Cette avancée
juridique devrait contribuer certainement à renforcer la confiance des
particuliers dans le système financier à distance et à rationaliser le
marché intérieur des prestataires de produits et de services.

Toutefois, je me permets de rappeler que ces directives auraient dû
être transposées, il y a bien longtemps, plus précisément depuis le 9
octobre dernier.

La Belgique est malheureusement loin d'être en position de pointe
dans l'application d'une directive pourtant importante, comme je l'ai
déjà dit, tant pour le marché intérieur que pour le consommateur
belge.

Ce retard a été invoqué par Mme la ministre pour demander au
Conseil d'Etat de rendre un avis d'urgence. Je regrette vivement cette
méthode non constructive et ce travail tardif qui ne permettra que peu
de recul lors du réexamen de la directive prévu au printemps 2006.

J'en arrive à la forme du texte. Je conçois les difficultés de la matière,
tout en me permettant de réitérer mes critiques déjà formulées en
commission. Comment assurer une protection efficace au
consommateur si ce dernier n'est tout simplement pas en mesure de
lire et d'apprécier un texte législatif le concernant pourtant
directement?

En commission, Mme Van den Bossche avait personnellement
reconnu la complexité du texte et son manque de lisibilité. Compte
tenu de cela, je demande donc de faire, au moins, un effort significatif
quant à cette publicité auprès de nos concitoyens.

Mme la ministre envisage-t-elle, pour répondre au mieux aux intérêts
des consommateurs et pour aller dans le sens de ce vieil adage selon
lequel "nul n'est censé ignorer la loi", d'organiser une grande
campagne d'information?

En tant que ministre chargée de la protection de la consommation et
onzekerheid die tot een
fragmentering van de interne
markt zou kunnen leiden.

Het is belangrijk dat de
bescherming van de consument
aan de gewijzigde context wordt
aangepast. De bovenvermelde
richtlijnen komen hieraan
tegemoet omdat ze onder andere
in specifieke maatregelen voor
ongewenste berichten voorzien en
het herroepingsrecht of nog het
recht op een gerechtelijk of
buitengerechtelijk beroep
bevestigen.
Omdat de Parti Socialiste de
algemene bescherming van de
consument hoog in het vaandel
draagt, steunen wij dit
wetsontwerp. Op juridisch vlak
houdt het immers een belangrijke
doorbraak in.

Mijn fractie betreurt evenwel dat
de omzetting zo laattijdig
gebeurde, waardoor de minister
dringend het advies van de Raad
van State moest inwinnen. Er rest
ons dus nog weinig tijd tot de
nieuwe beoordeling van de richtlijn
in 2006.

Bovendien en wat de complexiteit
van de voorliggende tekst betreft,
vraag ik u om de inhoud van dit
rechtsmiddel, dat er rechtstreeks
toe strekt onze medeburgers te
beschermen, op ruime schaal te
verspreiden en uitvoerig toe te
lichten.

Ten slotte zal ik erop toezien dat
het door dit ontwerp bekrachtigde
recht om van de aankoop af te
zien, wordt geëerbiedigd, en dat
de minister voorstellen doet inzake
de derde vertrouwenspersoon en
de on-line behandeling van de
klachten.
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
du consommateur, il serait peut-être intéressant qu'elle donne
l'exemple à tous ses collègues ministres et d'ainsi travailler à rendre
les lois enfin accessibles au plus grand nombre.

Pour finir, je serai également attentive au respect du droit
fondamental accordé par ce projet de loi aux consommateurs, à
savoir celui de la renonciation. Je veillerai également aux propositions
concrètes devant être avancées par M. le ministre de l'Economie
concernant la tierce personne de confiance et le traitement en ligne
des réclamations.

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1776/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1776/5)

Le projet de loi compte 37 articles.
Het wetsontwerp telt 37 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 37 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 37 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
12 Proposition de résolution relative au respect du droit international humanitaire dans les territoires
palestiniens et en Israël (1517/1-7)
- Proposition de résolution sur le mur de séparation entre Israël et les territoires palestiniens de
Cisjordanie (1083/1-2)
12 Voorstel van resolutie betreffende het respect voor het internationaal humanitair recht in de
Palestijnse gebieden en Israël (1517/1-7)
- Voorstel van resolutie betreffende de scheidingsmuur tussen Israël en de Palestijnse gebieden op de
Westelijke Jordaanoever (1083/1-2)

Ik stel u voor de twee resoluties samen te bespreken.

A la suite de l'adoption de la première proposition de résolution, la commission des Relations extérieures
propose de déclarer la proposition de résolution n° 1083 sans objet.
Ingevolge de goedkeuring van het eerste voorstel van resolutie beslist de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen om het voorstel van resolutie nr. 1083 als zonder voorwerp te beschouwen.

Discussion
Bespreking

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1517/7)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1517/7)
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30

La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.
12.01 Mohammed Boukourna, rapporteur: Monsieur le président, je
renvoie à mon rapport écrit.
12.01 Mohammed Boukourna,
rapporteur: Ik verwijs naar mijn
schriftelijk verslag.
12.02 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, si l'on fait
l'historique de ces deux résolutions, il est exact qu'elles ont mis bien
du temps à arriver en séance plénière puisque la première résolution
date de mai 2004. Elle est relative à la problématique du mur de
séparation entre Israël et les territoires palestiniens.

C'est ainsi que fonctionne notre commission des Relations
extérieures: les résolutions viennent après les projets de loi et les
nombreuses questions posées au ministre, lorsqu'il est présent,
mettent du temps à arriver à l'ordre du jour. Au moment où elles y
arrivent enfin, beaucoup de temps a passé et il faut les actualiser.

Nous avons finalement décidé de fusionner les deux résolutions, la
deuxième ayant été introduite par le collègue Dirk Van der Maelen,
moi-même et d'autres collègues en décembre 2004. Nous avons
décidé la création d'un groupe de travail informel pour fusionner ces
textes et parvenir, je pense, à un résultat équilibré.

Un commentaire à propos de ces deux résolutions: en ce qui
concerne le mur, j'avais participé avec l'intergroupe Palestine à une
mission en Israël et en Palestine, en janvier et en février de l'année
dernière. Nous avions eu divers contacts, tout cela dans le cadre de
l'Union interparlementaire, tant du côté israélien que du côté
palestinien, dans le souci de mieux saisir la situation sur place. Ces
contacts devaient servir à rendre possibles des négociations pour la
paix; à l'époque, la situation était encore fort difficile.

Parmi nos activités, nous avions visité le mur à différents endroits, ce
qui nous avait amenés, quelques collègues et moi-même, à déposer
cette première résolution. Comme, dans l'intervalle entre le dépôt de
la résolution et aujourd'hui, la construction du mur s'est poursuivie sur
de nombreux kilomètres, nous pensons qu'un tel mur de séparation
doit être dénoncé pour plusieurs raisons.

D'abord, parce que cette construction unilatérale ne respecte pas les
frontières internationalement reconnues de 1967: par endroits, parfois
de larges endroits, le mur est construit à l'intérieur même du territoire
palestinien. Notre collègue Dirk Van der Maelen a d'ailleurs produit
une carte qui démontre ce fait.

Ensuite, les populations palestiniennes subissent les catastrophiques
conséquences humaines, humanitaires et économiques de ce mur.
La sécurité est une chose, mais, d'un autre côté, il faut tenir compte
des populations, des personnes et des familles qui essaient de vivre,
des groupes humains que l'on sépare les uns des autres, des
cultivateurs qui ne peuvent plus s'approcher de leurs terres, de leurs
puits et de leurs champs, des enfants séparés de leurs écoles, des
familles qui peinent à accéder aux hôpitaux ou aux services auxquels
elles ont droit. Ce mur est aussi un obstacle supplémentaire à toute
future négociation de paix.
12.02 Jean-Marc Delizée (PS):
Dit voorstel van resolutie is het
resultaat van de samenvoeging
van twee verschillende resoluties.
Vermits onze commissie talrijke en
uiteenlopende taken verricht, heeft
het lang geduurd vooraleer die
resolutie hier kon worden
geagendeerd.

De eerste resolutie werd in mei
2004 ingediend en had betrekking
op de bouw van een scheidings-
muur tussen Israël en de
Palestijnse gebieden op de
Westelijke Jordaanoever. De
tweede resolutie werd in december
2004 ingediend en had betrekking
op het naleven van het
internationaal recht in de
Palestijnse gebieden en Israël.

De bouw van die scheidingsmuur
belemmert het vredesproces in de
regio. Bovendien is die constructie
het resultaat van een eenzijdige
beslissing die een inbreuk op het
internationaal recht betekent. De
internationaal erkende grenzen
van 1967 worden immers niet
erkend en de humanitaire en
economische gevolgen stemmen
niet met het door Israël
vooropgestelde veiligheidsdoel
overeen.
Sinds we ons eerste voorstel van
resolutie indienden, verleende het
Internationaal Hof van Justitie het
raadgevend advies over de bouw
van een muur in de bezette
Palestijnse gebieden, dat de
Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties in december
2003 had gevraagd.

Het Hof is van oordeel dat de
bouw van die muur tegen het
internationaal recht indruist. Op 20
juli 2004 heeft de Algemene
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31

Depuis le dépôt de cette proposition de résolution en mai 2004, la
Cour internationale de justice ­ qui en décembre 2003 avait été
interpellée par l'Assemblée générale des Nations unies au sujet de
l'édification d'un mur dans les territoires palestiniens occupés ­ a
rendu un avis consultatif en juillet 2004. Dans son avis, la Cour juge le
projet illégal. Elle notifie clairement que le tracé de ce mur-barrière,
loin de suivre la ligne de 1967, englobe ou englobait 975 km² de
terres palestiniennes, tout en imposant de nombreuses restrictions à
la liberté de mouvement de la population palestinienne, à ses droits à
l'éducation, à la santé, au travail. Enfin, le mur empêche le peuple
palestinien d'user de son droit élémentaire à l'autodétermination. Je
cite la Cour et nous avons repris ces éléments dans le corps même
de la résolution, du moins dans les considérants.

La Cour s'est prononcée de la sorte sans éluder le droit israélien à
l'autodéfense face au terrorisme de certains groupes extrémistes
palestiniens qui sont repris également dans la résolution. En d'autres
termes, la Cour estime qu'il est un droit et un devoir pour chaque État
de protéger ses citoyens, mais par des moyens qui restent en
conformité avec le droit international. L'avis de la Cour de justice a fait
l'objet d'une résolution des Nations unies du 20 juillet 2004,
demandant notamment à Israël de mettre fin à la construction du mur,
de démanteler la partie déjà érigée et de réparer les dommages
causés par celle-ci. Cette résolution a été adoptée par 150 voix pour,
6 contre et 10 abstentions. Voilà quelques considérations sur le mur
et la première des deux résolutions.

Pour ce qui est du conflit lui-même, il y avait certainement lieu de
procéder à une actualisation en raison des nombreux événements
survenus depuis décembre 2004 dans cette région du monde. Quelle
est la situation actuelle? On constate une relative accalmie qui
succède à plus de quatre ans de violence. Israéliens et Palestiniens
semblent attachés à maintenir une trêve informelle, ils s'y sont
engagés depuis le début de cette année. Cette période d'accalmie est
la plus longue depuis le déclenchement de la seconde Intifada en
septembre 2000 et elle s'est traduite depuis le 21 janvier par une
baisse spectaculaire du nombre de victimes du conflit. Pour rappel et
selon le dernier comptage dont j'ai eu connaissance depuis le début
de cette seconde Intifada, on a dénombré 4.760 morts dont 3.698
Palestiniens et 988 Israéliens ainsi qu'un grand nombre de blessés et
des dommages collatéraux.

On assiste également ­ et les deux éléments sont liés ­ à un
rapprochement qu'on peut qualifier de prudent mais certain entre le
gouvernement israélien et celui de l'Autorité palestinienne.

Le Sommet de Sharm El Sheikh a consacré les retrouvailles
politiques entre les deux parties car nous n'en sommes pas encore
vraiment à une reprise des négociations politiques que, bien entendu,
nous souhaitons mais à des retrouvailles politiques et à des gestes
mutuels destinés à restaurer autant que faire se peut une confiance
depuis longtemps disparue.

Sans doute les conditions étaient-elles réunies pour créer cette
nouvelle dynamique. Il y a eu les élections présidentielles de janvier
2005 qui ont connu un certain succès malgré les conditions de
l'occupation. Il y a la victoire de Mahmoud Abbas qui a fait de la
Vergadering een resolutie
aangenomen waarin Israël wordt
gevraagd de bouw stop te zetten,
het al opgetrokken deel af te
breken en de aangerichte schade
te herstellen.

Het Israëlisch-Palestijns conflict
kent op dit moment de langste
periode van rust sinds het
uitbreken van de tweede Intifada in
september 2000. Dat informele
bestand werkte de politieke
toenadering tussen de Israëlische
regering en de Palestijnse
Autoriteit op de top van Sharm el-
Sheikh in de hand.
Ongetwijfeld waren de
voorwaarden voor het op gang
komen van die nieuwe dynamiek
vervuld. De presidents-
verkiezingen van januari 2005
kenden een zeker succes.
Mahmoud Abbas maakte van de
hervatting van de
onderhandelingen met Israël en de
stopzetting van de Intifada een
leidmotief van zijn campagne. De
nieuwe president van de
Palestijnse Autoriteit gaat ook de
dialoog met de gewapende
Palestijnse groeperingen aan.

We mogen echter niet al te
optimistisch zijn, want het bestand
is broos. De onderhandelingen
over de heikele punten van het
conflict worden immers niet hervat:
de grenzen, de vluchtelingen,
Jeruzalem, de veiligheid van de
nederzettingen en de bouw van de
muur. Ook die zullen nochtans ter
sprake moeten komen als men
vrede wil bereiken.

We hebben de twee aanvankelijke
resoluties vervangen door een
amendement, waarin we de
regering vragen zowel bij haar
contacten met beide partijen als
op het Europese niveau proactief
op te treden. Zodoende hebben
we de minister van Buitenlandse
Zaken en de regering een aantal
elementen willen aanreiken en
hebben we de vredesinspanningen
van zowel de Israëlische regering
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
reprise des négociations avec Israël et de l'arrêt de l'Intifada un thème
dominant de sa campagne électorale. Un dialogue mené par le
nouveau président de l'Autorité palestinienne a également eu lieu
avec les groupes armés palestiniens.

La situation tend à s'améliorer mais l'optimisme dont on peut faire
preuve doit néanmoins rester prudent. Cette trêve reste fragile. Les
récents événements en témoignent d'ailleurs. Comme je l'ai dit, il n'y a
pas de réelle reprise des négociations sur les sujets délicats du
conflit. Il faudra pourtant les aborder si l'on veut un jour aboutir à la
paix dans cette région du monde, ce que nous souhaitons et
espérons. Il faudra que les négociateurs discutent des frontières, des
réfugiés, de Jérusalem, de la sécurité et des colonies, comme ils l'ont
fait dans le passé, ainsi que de la construction de ce mur qui se
poursuit.

Monsieur le président, chers collègues, nous avons finalement
remplacé les deux résolutions qui ont été déposées antérieurement
par un amendement. Cet amendement appelle le gouvernement à
être proactif, que ce soit dans les contacts qu'il peut avoir avec les
deux parties ou sur le plan européen. Nous avons ainsi voulu donner
un certain nombre d'éléments au ministre des Affaires étrangères et
au gouvernement en lui demandant d'être proactif et de soutenir tous
les efforts de paix aussi bien à l'égard du gouvernement israélien que
de l'Autorité palestinienne.

Voici les considérations que je voulais émettre avant la poursuite de
ce débat.
als de Palestijnse autoriteit willen
steunen.
12.03 Pierrette Cahay-André (MR): Monsieur le président, chers
collègues, je voudrais simplement dire que je remercie M. Delizée
pour son exposé et que je m'associe à ses propos. J'ai, moi-même,
participé au voyage en Palestine et en Israël au début de l'année
2004.

Je n'ai pas participé aux travaux de rédaction de la résolution, mais je
tiens à lui apporter personnellement tout mon soutien.
12.03 Pierrette Cahay-André
(MR): Ik sluit me bij de woorden
van de heer Delizée aan. Ik heb
zelf deelgenomen aan de reis naar
Palestina en Israël in 2004. Ik was
niet bij het opstellen van de
resolutie betrokken, maar ik sta er
volledig achter.
De voorzitter: Ik wil een kleine mededeling doen aan de Kamer. Ik heb daarstraks mevrouw Van den
Bossche verontschuldigd. Zij werd vervangen door de heer Tobback. Welnu, ik heb het genoegen u te
melden dat minister Van den Bossche bevallen is van een dochter die de naam Billie kreeg en dat beiden
het goed stellen. (Applaus)

Mme Freya Van den Bossche vient d'accoucher d'une petite fille. La maman et sa fille se portent bien. Ce
n'est pas la première fois qu'une ministre accouche mais cela valait tout de même la peine de le signaler.
(Applaudissements)

Mevrouw Muylle heeft het woord.
12.04 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, in eerste instantie wil ik de collega's bedanken die
in de informele werkgroep enkele weken na mekaar goed werk
hebben verricht om tot de evenwichtige resolutie die hier vandaag
voorligt, te komen.

Het klopt dat de resolutie niet meer volledig actueel is, dat was ook de
kritiek van minister De Gucht, en dat er zich momenteel nieuwe
uitdagingen stellen die hierin niet zijn opgenomen. Ik denk aan de
12.04 Nathalie Muylle (CD&V):
Cette résolution, à laquelle le
groupe de travail informel a
travaillé d'arrache-pied, n'est
effectivement plus tout à fait
actuelle. De nouveaux défis se
posent à présent et compliquent
les relations entre le président
Abbas et le premier ministre
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
moeilijkheden rond het terugtrekkingsplan uit Gaza, het uitstel van de
Palestijnse parlementsverkiezingen, de vrijlating van de Palestijnse
gevangenen, de overdracht van steden op de West Bank en de bouw
van nieuwe kolonies nabij Jeruzalem. Dat zijn allemaal zaken die er
ook toe hebben geleid dat het moeilijke herstel van het vertrouwen
tussen Abbas en Sharon, wat ook nog eens duidelijk is gebleken uit
het laatste Palestijns-Israëlisch overleg, een feit is.

De resolutie geeft wel correcte aanbevelingen weer die sterk kunnen
bijdragen aan een oplossing van het conflict en die ons land de
mogelijkheid geven een rol te spelen in de kwestie van het Midden-
Oosten, zonder hierbij de bilaterale contacten met beide partijen in
gevaar te brengen.

Ik wil hier toch kort enkele standpunten aanhalen die mijn partij ook in
het verleden over dit conflict heeft ingenomen. CD&V verheugt zich
over de positieve en hoopgevende ontwikkelingen in het
vredesproces. Wij beseffen echter maar al te goed, zoals de laatste
weken ook is gebleken, dat de situatie uiterst fragiel is en nieuwe
aanslagen het positieve klimaat helemaal kunnen omvergooien.

Toch moeten wij vaststellen dat beide kampen, zowel de Israëlische
regering als de Palestijnse autoriteit, geloofwaardige inspanningen
doen om vooruitgang te boeken in het vredesproces en dat zij hun
engagementen ten aanzien van het zogenaamde stappenplan als
leidraad hebben hernieuwd.

Daarom moeten België, de Europese Unie en de hele internationale
gemeenschap volgens mijn partij alles in het werk stellen om bij te
dragen tot de positieve dynamiek die wij sinds begin dit jaar hebben
mogen vaststellen. Deze bijdragen moeten voor ons echter
evenwichtig zijn. Beide kampen moeten op een evenwijdige wijze
kritisch worden benaderd, waar het nodig is, en zij moeten in de
goede richting worden aangemoedigd.

Ik verduidelijk mij. CD&V acht een onafhankelijke en leefbare
Palestijnse staat noodzakelijk en dringend, maar is ook van oordeel
dat Israël recht heeft op erkenning en veiligheid. Mijn partij is
voorstander van de afbraak van de scheidingsmuur en blijft zich
verzetten tegen elke uitbreiding van de nederzettingspolitiek, laat
staan het bouwen van muren en schermen in zee.

Israël heeft het recht zich te verdedigen tegen terroristische
aanslagen, maar moet daarbij wel het internationale recht
respecteren. De bouw van een scheidingsmuur is in strijd met het
internationaal recht. Wij erkennen ten zeerste deze inbreuken op het
internationaal recht, maar vinden ook dat er dringend gezocht moet
worden naar een politieke oplossing voor het conflict door middel van
rechtstreekse onderhandelingen tussen de betrokken partijen en de
uitvoering van het stappenplan.

Met dit standpunt willen wij ons aansluiten bij de Europese Unie. Ook
wat het associatieakkoord betreft, vinden wij dat het niet opportuun
zou zijn dit akkoord vandaag volledig op te schorten, daar het akkoord
bepalingen inzake de principes van de democratie en de eerbiediging
van de mensenrechten bevat, die ons toelaten druk uit te oefenen op
Israël. Het kan echter niet dat Israël blijft verdergaan met de
schendingen van het akkoord en oorsprongcertificaten blijft
Sharon. Je songe aux difficultés
concernant le plan de retrait de
Gaza et au report des élections
législatives palestiniennes. Cette
résolution peut contribuer à
résoudre le conflit et fournit à notre
pays la possibilité de jouer un rôle
dans la question du Moyen-Orient
sans mettre les contacts bilatéraux
en péril.

Le CD&V se réjouit des avancées
positives dans le processus de
paix, mais la situation est instable
et de nouveaux attentats peuvent
la menacer. Il nous faut toutefois
constater que tant le
gouvernement israélien que
l'autorité palestinienne font de
sérieux efforts pour faire
progresser le processus de paix et
qu'ils ont réitéré leurs
engagements par rapport à la
"feuille de route".

C'est pourquoi la Belgique et la
communauté internationale
doivent tout mettre en oeuvre pour
coopérer à cette dynamique
positive. Il convient cependant de
traiter les deux camps de manière
critique et équilibrée.

Le CD&V est partisan d'un État
palestinien indépendant et viable
mais reconnaît également à Israël
le droit à la sécurité. Nous
souhaitons que le mur de
séparation disparaisse car il
constitue une violation du droit
international par Israël et nous
sommes opposés à tout
élargissement de la politique des
colonies. Nous reconnaissons
cette violation du droit international
mais soulignons qu'une solution
politique doit être trouvée dans ce
conflit.

Nous voulons dès lors nous rallier
à la position de l'Union
européenne. Il ne serait pas
opportun de suspendre totalement
l'accord d'association, étant donné
qu'il comprend des dispositions
qui nous permettent d'exercer une
pression sur Israël. Il est
néanmoins inacceptable qu'Israël
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
misbruiken om nederzettingsgoederen in Europa tegen een voordelig
tarief binnen te brengen.

Ik kom tot mijn besluit. Mijn fractie is tevreden met deze resolutie,
maar voor ons is dit nog maar een begin. Wij vragen de Belgische
regering om blijvend stappen te nemen naar een globale en
duurzame oplossing van het conflict.
continue à enfreindre l'accord et à
abuser des certificats d'origine
pour importer à bas prix en Europe
des marchandises provenant des
colonies de peuplement.

Mon groupe est satisfait de cette
résolution mais ceci ne constitue
qu'un début. Nous demandons au
gouvernement d'oeuvrer en faveur
d'une solution durable à ce conflit.
De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Muylle.

Ik geef het woord aan de heer Van der Maelen. Daarna zal ik voor de procedure een voorstel doen dat ik nu
aan het aftasten ben.
12.05 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
collega's, de resolutie die we vandaag gaan goedkeuren, is de vrucht
van vele vergaderingen in een werkgroep en ook van een tweetal
vergaderingen in de commissie voor de Buitenlandse Zaken. Ik
verheug mij over het feit dat, vertrekkende vanuit enigszins uit elkaar
liggende visies, wij er uiteindelijk in geslaagd zijn tot een gezamenlijke
tekst te komen waarin een aantal klemtonen gelegd worden die mijn
fractie volledig onderschrijft.

Ik zou mijn uiteenzetting vanop deze tribune vandaag tot twee punten
willen beperken.

Het eerste punt is de stellige overtuiging van mijn fractie dat het
zoeken naar een oplossing van het probleem, moet gebeuren met
een strikte naleving van het internationaal recht. Op dit vlak denk ik
dat er met betrekking tot de Staat Israël toch een aantal problemen
rijzen. Die problemen hebben te maken met enige nalatigheid om het
internationaal recht toe te passen.

Ik geef een aantal voorbeelden.

Een eerste voorbeeld is dat de Vierde Conventie door Israël wel
formeel erkend wordt, maar dat ze nalaten om de verplichtingen die
daaruit voortvloeien, ook na te leven.

Ik geef een tweede voorbeeld. Israël heeft een aantal
associatieakkoorden, bijvoorbeeld met de Europese Unie. Israël past
die afspraken en de voordelen uit het bilateraal akkoord met de
Europese Unie, ook toe op de nederzettingen en op de bezette
gebieden. Dat is opnieuw iets dat frontaal ingaat tegen het
internationaal recht.

Tot slot iets over de Europese Unie. De Europese Unie heeft met
betrekking tot Israël en het internationaal recht een heel sterke
declaratoire positie. Als men de teksten nagaat, zult u zien dat de
stellingen van de Europese Unie zonder enig probleem een toets
kunnen doorstaan van een of ander internationaal gerechtshof. De
Europese Unie belijdt met woorden een beleid gericht en gesteund op
het internationaal recht. Kijken we echter naar de praktijk, dan stellen
we vast dat de Europese Unie, als het tot daden moet overgaan, zeer
terughoudend is. Meestal gebruikt men dan het argument dat als we
12.05 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): La présente résolution
est le fruit de nombreuses
réunions au sein du groupe de
travail et de la commission. En
dépit de nos divergences de vues,
nous sommes parvenus à rédiger
un texte commun auquel mon
groupe adhère totalement.

La recherche d'une solution doit se
faire dans le respect strict du droit
international. Or, dans certains
cas, l'État d'Israël n'applique pas
le droit international. S'il reconnaît
en théorie la Quatrième
Convention, en pratique il n'honore
pas les obligations dont elle est
assortie. En outre, Israël a conclu
avec l'Union européenne un
certain nombre d'accords
d'association qu'elle applique
aussi aux implantations et aux
territoires occupés. C'est
intolérable.

A l'égard d'Israël et du droit
international, l'Union européenne
adopte une attitude forte. Ses
prises de position peuvent résister
sans aucun problème à l'examen
d'une cour internationale. Dans la
pratique, l'Union réagit plutôt avec
réserve, arguant du fait qu'elle
n'entend pas compromettre sa
position vis-à-vis d'Israël. A mes
yeux, toutefois, le droit
international prime tout. J'estime
par conséquent que l'Union
européenne doit demander plus
vigoureusement à Israël de
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
op de naleving van het internationaal recht zouden staan, we onze
positie ten aanzien van Israël in het gedrang zouden brengen en we
niet langer zouden kunnen tussenkomen. Dit klopt voor een stuk,
maar ik vind dat het internationaal recht boven alles gaat. Ik vind dat
ook de Europese Unie veel sterker moet staan op de naleving van die
internationale verplichtingen, die ook gelden ten aanzien van de Staat
Israël.

Immers, wanneer wij blijven doorgaan zoals we bezig zijn, geven we
in feite het signaal dat voor de Europese Unie de schending van de
vierde conventie, de schending van andere internationale
verplichtingen, geen probleem is.

Ik kom ten slotte tot mijn laatste punt. Mijn laatste punt betreft en
vertrekt van een zin die de minister van Buitenlandse Zaken tijdens de
bespreking heeft uitgesproken. Onze minister van Buitenlandse
Zaken is de mening toegedaan dat er helemaal geen koppeling
gemaakt mag worden tussen enerzijds, de ontruiming van Gaza en
anderzijds, de voortdurende nederzettingenpolitiek van Israël. Op dit
ogenblik stellen wij echter vast dat op de Westelijke Jordaanoever de
uitbreiding en inplanting van nederzettingen doorgaan. Volgens mij
moeten die twee zaken gekoppeld zijn.

Ik vrees dat we hier te maken hebben met een zeer sluwe zet van een
zeer sluwe eerste minister Sharon. Ten eerste, hij is erin geslaagd de
brede internationale gemeenschap te laten aanvaarden dat er voor
het zoeken naar een oplossing te werk gegaan moet worden in
afgescheiden fasen of afgescheiden stappen. Eerste minister Sharon
zegt: "De eerste stap is de ontruiming van Gaza, maar dat is totaal
afgescheiden van andere problemen als we tot een oplossing willen
komen". Dat is de eerste tactisch-strategisch zeer intelligente zet van
Sharon, waar de rest van de internationale gemeenschap, met
inbegrip van België, voor het ogenblik blindelings in meegaat.

De tweede tactische strategische zet van Sharon is het gebruikmaken
van de moeilijkheden die de ontruiming van Gaza met zich meebrengt
om zich af te schilderen als dé man die dé vrede, dé oplossing zal
brengen.

Eerst wil Sharon dus de totale ontruiming van Gaza, afgescheiden
van de rest van het probleem. Daarenboven maakt hij gebruik van de
politieke problemen die de ontruiming van Gaza met zich
meebrengen. Vervolgens zegt Sharon, net zoals onze minister van
Buitenlandse Zaken in de commissievergadering zei, dat het een niet
samenhangt met het ander.

Terwijl de rest van de internationale gemeenschap op de lichtbak van
Gaza, de ontruiming van Gaza zit te kijken, gaat de uitbreiding van
nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever onverstoord voort.

Volgens mij maakt dat deel uit van een strategie van Sharon om
binnen de afzienbare periode waar wij voor staan, te weten Gaza
ontruimen en voor de rest de Westelijke Jordaanoever verder
koloniseren. Dat houdt in de Palestijnse Staat beperkt te houden tot
een stuk onleefbare, overbevolkte woestijn, de Gaza, en verdere
stappen voor de oplossing van het probleem onmogelijk te maken.

Ik denk dat het tijd is dat we wakker worden, dat het tijd is dat de ogen
respecter ses obligations
internationales. Aujourd'hui, en
effet, on a l'impression que les
violations commises par Israël ne
posent pas de problème.

Notre ministre des Affaires
étrangères estime qu'on ne peut
pas lier l'évacuation de Gaza et la
politique des colonies de
peuplement d'Israël. L'extension
des colonies sur la rive ouest du
Jourdan se poursuit actuellement
et il me semble au contraire qu'il
faut l'associer à Gaza.

Je pense qu'il s'agit d'une ruse du
premier ministre, M. Sharon. Il est
parvenu à faire admettre par la
communauté internationale la
nécessité de rechercher une
solution en plusieurs étapes
distinctes. La première étape,
l'évacuation de Gaza, doit être
isolée des autres problèmes. C'est
une manoeuvre stratégique dans
laquelle la communauté interna-
tionale, et la Belgique aussi, lui
emboîtent aveuglément le pas
pour l'instant.

La deuxième manoeuvre
stratégique de M. Sharon consiste
à se servir des difficultés qui
accompagnent l'évacuation de
Gaza pour se présenter lui-même
comme le grand artisan de la paix.
M. Sharon déclare tout comme
notre ministre des Affaires
étrangères que ces deux
questions ne vont pas de pair. Et
pendant que la communauté
internationale assiste à
l'évacuation de Gaza, l'extension
des colonies se poursuit sans
entrave.

La stratégie d'Ariel Sharon est
claire: pendant qu'il évacue Gaza,
il continue de coloniser la
Cisjordanie, de manière à
cantonner l'État palestinien dans
un morceau de désert surpeuplé.
Quoi qu'il en soit, tant qu'on ne
créera pas un État palestinien où
la population pourra vivre
correctement, le problème ne sera
pas résolu.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
open gaan. Ik ben van een zaak overtuigd, met name dat dit probleem
niet zal worden opgelost als er geen leefbare Palestijnse Staat komt.
Een leefbare Palestijnse Staat betekent dat die Palestijnse Staat niet
beperkt kan blijven tot de Gaza.
12.06 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, zeer kort vanop mijn bank. Mijn fractie heeft zich tijdens de
besprekingen van deze resolutie in de commissie voor de
Buitenlandse Zaken onthouden. Mijn fractie zal deze houding ook in
deze plenaire vergadering, naar aanleiding van de stemming,
aannemen. Waarom, mijnheer de voorzitter? Omdat wij van mening
zijn dat het buiten kijf staat dat de oorlog ­ het woord is niet te sterk ­
die daar al jaren woedt, een vuile oorlog is. Er bestaat trouwens geen
nette oorlog, er bestaat geen reine oorlog, er bestaat geen oorlog die
met speelgoedgeweertjes wordt gevoerd. Het is een vuile oorlog en
zoals altijd kan men moeilijk vertellen dat de ene partij uitsluitend uit
engeltjes bestaat en de andere uitsluitend uit duivels.

Het is op dit ogenblik, mijnheer de voorzitter, politiek correct ervan uit
te gaan dat Israël des duivels is en dat heel de Palestijnse zaak een
zaak is van heiligen en engeltjes. Wij zijn ervan overtuigd dat in dit
zeer moeilijk conflict, een conflict waarmee men waarschijnlijk nog
een tijd geplaagd zal zijn, al was het maar omdat het zeer moeilijk is
om de partijen tot verzoening te brengen, het gelijk niet aan een kant
staat. Ik wil graag toegeven dat men in dit voorstel van resolutie
gepoogd heeft naar een soort evenwicht op dat vlak te gaan. Ik
luisterde daarnet naar de heer Van der Maelen. Ik luisterde uiteraard
niet alleen naar de heer Van der Maelen; ik zou niet de indruk willen
geven dat ik hier vandaag speciaal de sp.a viseer.

Nadat ik naar die paar sprekers heb geluisterd die aan het woord
kwamen, kunnen wij, wanneer wij proberen de zaak objectief te
bekijken, niet anders dan concluderen dat men toch geneigd is om
Israël met de vinger te wijzen. Ik herhaal dat het wel zal kloppen dat
Israël geen land van engeltjes is. Ik ben er echter ook van overtuigd
dat het land op dit ogenblik ­ dat is helaas geen nieuwe situatie ­ en
al heel lang vecht om te overleven.

Mijnheer Van der Maelen, tenslotte, wanneer wij de essentie van de
zaak bekijken, gaat het daarom. Het gaat om het al dan niet overleven
van het land. Ook daarvoor moeten wij begrip hebben.

Vanuit dat standpunt en vanuit de vaststelling dat, hoezeer de
indieners ook proberen om evenwichtig te zijn in het voorstel van
resolutie, zij toch steeds opnieuw de indruk geven dat het
voornaamste kwaad aan de kant van Israël staat, kunnen wij alleen
maar tot de conclusie komen dat wij ons moeten onthouden.

Mijnheer de voorzitter, wij zullen dat straks dan ook doen.
12.06 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): La guerre au
Moyen-Orient est une sale guerre
dont les belligérants ont chacun
des torts à se reprocher. Ce n'est
pas un conflit entre le bien et le
mal, même si aujourd'hui, il est
devenu politiquement correct de
désigner Israël comme
l'incarnation du mal.

La proposition de résolution se
veut équilibrée mais à entendre les
orateurs, et pas seulement M. Van
der Maelen, je ne peux que
conclure que l'État d'Israël est
montré du doigt. Certes, les
Israéliens ne sont pas des enfants
de choeur mais il faut quand
même leur concéder qu'ils luttent
depuis de très nombreuses
années pour leur survie.

En commission, le Vlaams Belang
s'est déjà abstenu lors du vote sur
cette proposition de résolution et il
persistera donc aujourd'hui dans
cette voie.
De voorzitter: Collega's, ik dacht dat ik de lijst van ingeschreven sprekers kon afsluiten, voor ik een
procedurevoorstel zou doen.

MM. Monfils et Hasquin sont inscrits. J'essaie de clore la liste dans un instant. Ook de heer Marinower is
ingeschreven.

Mijnheer Marinower, ik zal nu een Franstalige spreker het woord geven. Ik zou u willen vragen om niet te
lang te spreken. Ik heb immers over enkele ogenblikken een procedureprobleem te regelen.
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
12.07 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, je ne serai pas
très long. J'ai été également alarmé par l'intervention de M. Van der
Maelen. On voit tout de suite ce qui sous-tend la résolution telle
qu'elle nous est proposée, nous en avons eu tout à l'heure la
traduction verbale. Lorsqu'on la lit, on ne peut pas dire que ce soit un
équilibre parfait. Il est curieux que chaque fois que l'on donne un
élément positif à Israël, un "mais" ou un élément négatif suive
automatiquement.

On se réfère aux résolutions 242 et autres de l'ONU qui exhortent
Israël à se retirer des territoires qu'il occupe mais on ne dit
évidemment pas qu'Israël doit avoir des frontières sûres et
reconnues. Si on va plus loin, on se félicite du plan de retrait de la
bande de Gaza mais on signale que le désengagement de Gaza ne
doit pas être un prétexte pour étendre les colonies existantes. Au
point 12 de la résolution, on parle de soutenir en paroles et en actes
le retrait à part entière de la bande de Gaza mais on parle aussi
d'exercer des pressions pour que ce retrait ne puisse constituer pour
le gouvernement israélien un prétexte, etc. Par contre, quand il s'agit
de l'Autorité palestinienne, on l'encourage simplement à poursuivre le
processus démocratique, sans dire un mot sur les difficultés,
notamment financières, et sur l'utilisation des moyens financiers
octroyés par l'Union européenne.

Il y a quand même là un problème de fond, monsieur le président, que
nous avons rencontré à chaque résolution qui voulait mettre face à
face les défenseurs de l'Autorité palestinienne et les défenseurs
d'Israël. Au Sénat, nous avions essayé à l'époque de présenter une
résolution qui avait lamentablement échoué car, soit c'était de l'eau
chaude, soit on se retrouvait les uns face aux autres.

Je dois quand même reconnaître que l'initiative de retirer les colons
de la bande de Gaza est courageuse. Ce n'est quand même pas du
théâtre quand on voit que les Israéliens sont obligés de frapper, si
j'ose dire, sur leurs propres compatriotes parce qu'un accord ne
passe pas. On peut d'ailleurs comprendre que cet accord ne passe
pas pour un certain nombre de colons qui sont installés là depuis de
longues années. Mais on le fait et on avance! Il y a eu des contacts
avec l'Autorité palestinienne, il y a eu des décisions sur la
reconstruction du port maritime de Gaza, il y a eu des décisions sur
l'amélioration des points de passage entre les territoires de l'Autorité
palestinienne et Israël, il y a même eu des décisions visant à libérer
des prisonniers politiques. Et que voit-on? Pendant qu'on fait tout
cela, le terrorisme continue. Les honorables collègues l'ont entendu:
le 20 juin, donc tout récemment, on a encore arrêté une personne
avec une ceinture d'explosifs. Cette personne avait été soignée dans
un hôpital israélien et elle revenait pour un contrôle médical.
Malheureusement, elle n'est pas revenue avec ses pansements mais
avec des bombes!

Il faut aussi le dire. On ne peut pas à la fois poursuivre une politique
extrêmement difficile, notamment le retrait des colonies, et continuer
à être victime du terrorisme qui détruit la vie de nombreuses
personnes en Israël.

C'est la difficulté de cette résolution et il est très compliqué d'aboutir à
un équilibre. Cette résolution a tenté d'atteindre cet équilibre.
12.07 Philippe Monfils (MR):
Men kan niet zeggen dat
voorliggende resolutie zeer
evenwichtig is. Het is eigenaardig
dat telkens wanneer van een voor
Israël positief element gewag
wordt gemaakt, dat automatisch
wordt gerelativeerd. Wat
daarentegen de Palestijnse
Autoriteit betreft, beperkt men zich
ertoe haar aan te manen het
vredesproces voort te zetten, maar
men rept met geen woord over
haar financiële moeilijkheden en
evenmin over de manier waarop zij
de internationale hulp aanwendt.

Naar aanleiding van elke resolutie
die de verdedigers van de
Palestijnse Autoriteit tegenover de
verdedigers van Israël plaatst,
kregen we te maken met dit
fundamenteel probleem. Men
moet nochtans erkennen dat de
beslissing om de kolonies in de
Gazastrook te ontruimen van
moed getuigt. Ook op andere
punten is er vooruitgang geboekt
maar men kan niet dit moedige
beleid voeren en tegelijk het
doelwit van terrorisme blijven.

Volgens de vorige sprekers zou
deze resolutie niet het beoogde
evenwicht hebben bereikt.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Néanmoins, lorsque je la lis mais surtout lorsque j'entends certains
remarquables exégètes, je ne suis pas certain que, dans les faits, elle
soit ressentie comme un véritable équilibre entre les droits des uns et
des autres, principalement au regard du droit d'Israël de vivre sur un
territoire délimité par une frontière sûre et reconnue, sans plus avoir à
craindre le massacre de sa population par des terroristes provenant
toujours du même endroit.
12.08 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik zal vanop
mijn bank spreken, omdat ik een aantal documenten moet
raadplegen.

Collega's, ik ben geen lid van de commissie voor de Buitenlandse
Zaken, maar was door mijn partij afgevaardigd tijdens de
besprekingen in de werkgroep die beide resoluties heeft onderzocht
met de bedoeling een evenwichtige resolutie ­ we zijn tot een
resolutie gekomen in plaats van de twee oorspronkelijke ­ aan de
Kamer te kunnen voorleggen.

Degenen die het verslag van de activiteiten van de commissie hebben
gelezen, zullen weten dat ik tijdens de besprekingen mijn sterke
bezorgdheid heb geuit over het volstrekt gebrek aan evenwicht van de
oorspronkelijke teksten. Dit gebrek aan evenwicht heeft zich
voortgezet op het ogenblik dat namens de werkgroep een weergave
diende te gebeuren die een meer evenwichtige tekst zou brengen. Tot
op het einde is dit, mijns inziens, niet het geval geweest.

Ik wil blijven stilstaan bij de betogen die ik vandaag heb gehoord en
begin met het betoog van de heer Van der Maelen, omdat die mij het
best is bijgebleven.

Ik hoor de heer Van der Maelen zeggen wat de achterliggende idee
van de Israëlische premier is bij de terugtrekking van de Israëli's uit
Gaza en dat de hele wereld daarin getuimeld is, maar dat, gelukkig,
een aantal aandachtige parlementsleden in dit Huis gezegd heeft: ons
gaat die niet liggen hebben. In plaats van zich te verheugen over die
stap van verwijdering uit Gaza door een premier, die hierin door zijn
eigen partij niet wordt gesteund maar wel door een overgroot deel van
de bevolking, en te begrijpen dat dit geen gemakkelijke operatie is, -
men schijnt hier snel over te stappen ­, doet men de operatie af als
een die met het grootste gemak van de wereld zou kunnen doorgaan.

Ik heb eveneens een paar opmerkingen met betrekking tot de
consideransen van de resolutie. Ik stel vast dat considerans B
andermaal verwezen wordt naar resolutie 242 die ­ zoals collega
Monfils terecht heeft opgemerkt ­ partieel gelezen wordt. Men heeft
het over de terugtrekking uit de gebieden die Israël sinds 1967 bezet
houdt. Zowel ikzelf als de heer Hasquin hebben in de commissie de
leden opmerkzaam gemaakt op het gegeven dat die tekst in de
resolutie hoegenaamd niet te vinden is. De Engelse tekst spreekt over
"territories". U kunt dit nalezen in het betoog van de heer Hasquin
tijdens de bespreking.

Ten tweede, bovendien heeft resolutie 242 het nog over een ander
punt, dat ik zeer weinig aan bod hoor komen vandaag, zoals ik dat
ook gemist heb tijdens de besprekingen in de werkgroep en de
commissie. Resolutie 242 handelt ook over het recht van Israël om
binnen veilige en erkende grenzen te leven. Ik heb dat vandaag
12.08 Claude Marinower (VLD):
N'étant pas membre de la
commission des Affaires
étrangères, j'ai été mandaté par
mon parti pour participer aux
discussions du groupe de travail
qui s'est penché sur la résolution.
J'ai attiré l'attention du groupe de
travail sur le manque total
d'équilibre dans les textes initiaux,
déséquilibre qui a
malheureusement été maintenu.

N'est-il pas curieux que, comme
l'affirme M. Van der Maelen, le
monde entier se laisse berner par
les intentions du premier ministre
M. Sharon, hormis quelques
parlementaires attentifs de cette
assemblée? Ne devrions-nous pas
plutôt nous réjouir du retrait de
Gaza, étant donné que cette
décision n'a quand même pas été
facile à prendre pour le premier
ministre israélien qui s'est heurté à
une vive opposition à ce sujet
dans son propre entourage?

Le considérant B de la résolution
fait référence à la résolution 242,
mais seulement partiellement.
Cette résolution stipule par
exemple qu'Israël a droit à des
frontières sûres et reconnues. Je
n'ai absolument rien entendu à ce
sujet aujourd'hui car cet élément
n'est manifestement pas
considéré comme important. Le
fait qu'un État a le droit de se
défendre contre des actes de
terrorisme ne figurait pas
davantage dans le texte initial,
jusqu'à ce que MM. de Donnea et
Hasquin déposent un
amendement en ce sens.

Cette résolution va plus loin que
celle de l'Union de l'Europe
occidentale adoptée début juin à
Paris. Cette dernière stipule
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
nagenoeg niet of niet horen zeggen. Dat aspect is blijkbaar
achtergesteld en onbelangrijk in de discussie die ten grondslag van
deze resolutie ligt. De verdediging van een staat tegen terrorisme
waarmee hij regelmatig wordt geconfronteerd, is blijkbaar ab initio niet
de moeite waard geweest om te vermelden. Degenen die de
bespreking in commissie hebben gevolgd, weten dat de opstellers van
de tekst van de resolutie, die de consensus binnen de werkgroep
diende weer te geven, geen van de overwegingen hebben
overgenomen die betrekking hadden op veroordeling van
terroristische daden tot op het ogenblik dat de heer de Donnea en de
heer Hasquin namens MR daarover een amendement hebben
ingediend.

Ik stel overigens ook vast dat de resoluties, die thans aan deze Kamer
worden voorgelegd, verder gaan dan de resolutie die is goedgekeurd
in de assemblee van de West-Europese Unie ter gelegenheid van de
51
ste
gewone zitting tussen 13 en 15 juni in Parijs. Ik lees een deel van
een tekst die ik hier helemaal niet terugvind: "Violence must be kept
under control. Terrorist acts against civil population must cease. The
Palestinian Authority must continue to prove it will not tolerate terrorist
acts." Ik vind dit niet terug. Het is nochtans aan bod gekomen tijdens
de bespreking. "Israels right of existence." Ik heb gehoord van
mevrouw Muylle, dit was een nieuwigheid voor de CD&V, dat Israël
recht heeft op erkenning. Zij die een voormalige minister van
Buitenlandse Betrekkingen van dezelfde partij, Marc Eyskens, over dit
onderwerp gelezen en gehoord hebben, weten dat zowel hij als de
CVP vroeger een ander standpunt op dat vlak hebben gehuldigd.

Kortom, voorzitter, collega's, ik ben ontgoocheld over het gebrek aan
evenwicht dat tot op vandaag blijft bestaan. Er is ook een gebrek aan
evenwicht in de toelichting die hierover werd gegeven door nagenoeg
alle voorgaande sprekers, met uitzondering van de twee die mij zijn
voorafgegaan. De ontgoocheling daarover, mijnheer de voorzitter,
collega's, noopt mij ertoe om mij te onthouden bij de stemming van
deze resolutie. Deze onthouding is niet ingegeven door het feit dat
aan de ene kant een sterkere en aan de andere kant een zwakkere
staat. Men heeft dit voor de zoveelste keer proberen te illustreren door
het aantal slachtoffers aan de ene en de andere kant nogmaals te
onderstrepen. Ter gelegenheid van de bespreking in de commissie
heb ik reeds gezegd dat het aantal slachtoffers aan de ene of de
andere kant nog niet kan leiden tot de conclusies die hier al te
gemakkelijk worden getrokken, namelijk dat de sterkere, of de als
sterkere geachte, altijd ongelijk heeft en de zwakkere, of de als
zwakkere geachte, altijd gelijk. Ik zal mij dus in deze onthouden.
également que les actes
terroristes contre des civils doivent
cesser et que l'État d'Israël a le
droit d'exister.

Je suis dès lors très déçu par le
manque d'équilibre du texte et des
commentaires. Il est tout
simplement inexact que dans un
combat qui oppose un plus fort à
un plus faible, c'est
automatiquement le plus faible qui
a raison. Le nombre de victimes
ne détermine pas qui a raison ou
qui a tort.
Le président: Nous entendrons, dans un instant, M. Hasquin qui sera le dernier orateur dans le cadre de
cette discussion.

Je vous ferai ensuite une proposition relative à l'organisation de nos travaux.
12.09 Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, je vais exprimer
le point de vue du MR en commission.

Je n'ai pas entendu l'exégèse du texte qui a été faite. Peut-être y a-t-il
eu des débordements oraux par rapport à la lettre du texte tel qu'il a
été adopté.

Pour ma part, je constate que ce texte a été travaillé et retravaillé
12.09 Hervé Hasquin (MR): Ik
zal het standpunt vertolken dat de
MR in de commissie heeft
verdedigd. Daar werd echter niet
dezelfde uitleg aan de tekst
gegeven. Wellicht gaat de
mondelinge toelichting van
vandaag verder dan de letterlijke
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
pendant des mois, notamment par un groupe de travail présidé par M.
de Donnea, auquel j'ai participé tout comme un certain nombre des
intervenants.

La volonté ­ me semble-t-il - unanime était de condamner le
terrorisme aveugle (les assassinats et les attentats), des
comportements qui auraient pu laisser à penser à certains moments
que l'on ne souhaitait pas nécessairement que la Palestine soit
reconnue. Nous nous sommes fondés sur les résolutions votées par
un certain nombre d'assemblées internationales. J'ajoute que le texte
a été considérablement amendé pour tenir compte notamment - cela
a été dit en commission et c'est un élément fondamental - du retrait
de Gaza. Vous vous souvenez qu'un certain nombre de paragraphes
ont été éliminés des propositions initiales parce que la commission a
estimé qu'il serait injuste, impensable de ne pas tenir compte des
gestes accomplis par le premier ministre israélien.

Lors de la dernière séance, d'ultimes amendements ont été déposés
par M. de Donnea et moi-même. Ils ont été votés. Nous avons estimé
en âme et conscience que la proposition de résolution était
suffisamment équilibrée et nous l'avons votée.

Voilà, monsieur le président, l'explication du vote en commission.
inhoud van de tekst.

Ik nam deel aan de werkgroep
onder het voorzitterschap van de
heer de Donnea die zich
gedurende ettelijke maanden over
deze tekst heeft gebogen.
Iedereen was het erover eens dat
zowel het blinde terrorisme als
sommige houdingen die laten
veronderstellen dat men geen
erkenning van Palestina wenst,
moeten worden veroordeeld. Wij
zijn uitgegaan van een aantal
resoluties die door verschillende
internationale assemblees werden
aangenomen. De tekst werd
ingrijpend bijgestuurd door
amendementen, meer bepaald om
met de terugtrekking uit de
Gazastrook rekening te houden.

Tijdens de laatste vergadering
werden de allerlaatste
amendementen van de heer de
Donnea en mezelf aangenomen.
Wij hebben naar eer en geweten
geoordeeld dat het voorstel van
resolutie voldoende evenwichtig
was en hebben het dan ook
goedgekeurd.
Le président: La discussion est close.
De bespreking is gesloten.

L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de résolution relative au respect du droit
international par Israël et l'Autorité palestinienne et visant à encourager les deux parties dans leurs efforts
de paix".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van resolutie betreffende de inachtneming van
het internationaal recht door Israël en de Palestijnse Autoriteit en ertoe strekkend de beide partijen te
steunen in hun vredesinspanningen".

Er is een aantal consideransen (van A tot en met O) en onderverdelingen, dan heeft men natuurlijk een
aantal vragen aan de regering, die genummerd zijn van 1 tot en met 15.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Renvoi d'un projet de loi en commission
Terugzending van een wetsontwerp naar de commissie

Chers collègues, je dois maintenant vous faire une proposition.

Na contacten met de minister, de commissievoorzitter en leden van alle fracties zou ik kortstondig het
wetsontwerp dat de wet van 7 februari 2003, houdende diverse bepalingen inzake verkeersveiligheid, wijzigt
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
en de bijkomende wetsvoorstellen naar de commissie willen verzenden. Dit zou nu stante pede kunnen
gebeuren. Men zegt mij dat men het kort kan houden.

Je demande à la commission de veiller à désigner, d'emblée et de façon unanime, un rapporteur oral.

Mevrouw Vautmans was rapporteur. Misschien kan zij een mondeling rapport uitbrengen. Aangezien de
minister nodig is voor die vergadering en gezien het feit dat sommige leden van de commissie ook het
woord willen nemen tijdens de bespreking van de resolutie over Congo, stel ik voor, indien de
werkzaamheden van de commissie niet lang zouden duren, de werkzaamheden van de Kamer te schorsen
voor een kwartier, de permettre à la commission de se réunir en salle 2, het amendement nr. 73 op
artikel 16 van de heer De Padt al dan niet te aanvaarden of te bespreken en straks terug te komen met een
mondeling verslag.

Monsieur Delizée, je vous demanderai de présider l'assemblée pour entamer l'examen de la proposition de
résolution relative au soutien belge à la période de transition et à l'organisation d'élections libres,
démocratiques et transparentes au Congo.

Is er daarover een consensus?(Instemming)

Messieurs les membres de la commission de l'Infrastructure, je vous demande de vous réunir, de traiter le
projet de loi n° 1428, de soumettre le résultat de votre examen à l'assemblée. Pour le bon déroulement de
nos travaux, je suspends la séance jusqu'à 17.00 heures.
12.10 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, nous ignorons
totalement combien de temps prendra cette réunion. Je n'ai pas la
moindre intention de ralentir le processus des travaux. La procédure
que nous subissons depuis six mois est pour le moins étonnante.

Nous verrons bien. Il paraît qu'un amendement est proposé. On aurait
pu le traiter pendant les débats en commission au lieu de rester
immobiles face à une série de propositions.

A tout péché, miséricorde, c'est bien connu! Nous verrons ce qui se
passe. Je ne connais pas le contenu de l'amendement présenté.
12.10 Philippe Monfils (MR):
Maar hoelang zal die bespreking
duren? Er werd een amendement
ingediend, waarvan ik de inhoud
niet ken...
Le président: Je vais faire une contre-proposition. Monsieur Delizée, si après 17 heures, la commission
n'avait pas terminé ses travaux, j'inviterais alors le ministre des Affaires étrangères à traiter la résolution
concernant le Congo. Je n'ai pas envie qu'on parte dans l'infini!

Je propose de suspendre la séance maintenant. La commission se réunira immédiatement et tâchera de
terminer vers 17.00 heures. En tout cas, je demanderai au vice-président Delizée de reprendre la séance à
17.00 heures avec la résolution sur le Congo. (Assentiment)

Nous suspendons nos travaux jusqu'à 17.00 heures.

La séance est suspendue.
De vergadering is geschorst.

La séance est suspendue à 16.38 heures.
De vergadering wordt geschorst om 16.38 uur.

De vergadering wordt hervat om 17.15 uur.
La séance est reprise à 17.15 heures.

De vergadering is hervat.
La séance est reprise.

Voorzitter: Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Président: Jean-Marc Delizée, premier vice-président.
13 Proposition de résolution relative au soutien belge à la période de transition et à l'organisation
d'élections libres, démocratiques et transparentes au Congo (1840/1-3)
13 Voorstel van resolutie betreffende de Belgische ondersteuning van de transitieperiode en de
organisatie van vrije, democratische en transparante verkiezingen in Congo (1840/1-3)

(Sans rapport / Zonder verslag)

Discussion
Bespreking

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1840/3)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1840/3)

La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.
13.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het feit dat wij thans, 30 juni, stemmen over een
resolutie omtrent de transitieperiode en de organisatie van
verkiezingen in Congo, is meer dan symbolisch. Symbolisch omdat
het samenvalt met de 45
ste
verjaardag van de onafhankelijkheid, meer
dan symbolisch omdat vandaag de Congolese bevolking in volle
verwachting leeft van de organisatie van vrije, democratische en
transparante verkiezingen die volgens de vredesakkoorden van
Lusaka eigenlijk vandaag hadden moeten plaatsvinden.

De transitieperiode is echter verlengd omdat er veel meer tijd nodig is
om de verkiezingen in de best mogelijke omstandigheden te
organiseren. Het is wellicht zo dat er niet enkel praktische redenen te
vinden zijn om de transitieperiode te verlengen, ook politieke tactiek
heeft hierin wellicht meegespeeld. Niettemin leeft de indruk dat de
politieke elite in Kinshasa, al dan niet onder druk van de internationale
gemeenschap, goed begrijpt dat de toekomst van het land en de
bevolking op het spel staan. Ook de bevolking is zich hier heel goed
van bewust. De vraag naar vrede, zeker in het oosten van het land,
maar ook de vraag naar stabiliteit, is prangend want zonder stabiliteit
is er geen ruimte om het land terug op te bouwen. De armoede neemt
schrijnende vormen aan, de werkloosheid, de honger en aids rukken
op. De overheid is momenteel niet bij machte om elementaire
basisvoorzieningen uit te bouwen, laat staan een sociaal-economisch
beleid te voeren dat erop gericht is de armoede terug te dringen en
welvaart te brengen.

Daarvoor is internationale hulp onontbeerlijk. Deze wordt nu
toegespitst op de uitbouw van een rechtsstaat, de fiscale
administratie, een geïntegreerd leger, een eenheidspolitie, enzovoort.
De realisatie ervan gaat echter tergend traag, niet alleen omdat het
uitbouwen van een goed gestructureerd en goed functionerend
overheidsapparaat zo gecompliceerd is, maar ook omdat er een
gezonde terughoudendheid aan de dag wordt gelegd wat betreft het
ter beschikking stellen van de nodige fondsen. Het is overduidelijk dat
het nodige vertrouwen er nog niet is, niet tussen de verschillende
leiders van de transitieregering, niet tussen de civiele maatschappij en
de regering, niet tussen de internationale gemeenschap en de
Congolese regering en evenmin tussen Congo en zijn buurlanden.
13.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Le vote sur notre résolution est
symbolique car il coïncide avec le
45
e
anniversaire de l'indépen-
dance du Congo. Aux termes des
accords de paix de Lusaka, des
élections démocratiques auraient
dû avoir lieu aujourd'hui. La
période de transition a été
prolongée parce qu'il faut
davantage de temps pour que les
élections puissent se tenir dans
des conditions optimales. Sans
doute la tactique politique a-t-elle
joué un rôle. L'élite politique à
Kinshasa et les citoyens ont bien
compris que c'est l'avenir du pays
et de la population qui est en jeu.
Sans stabilité, la reconstruction du
pays est inenvisageable.

L'aide internationale est
indispensable. Elle se concentre
aujourd'hui sur le développement
d'un État de droit et d'un appareil
public. Le processus est lent parce
qu'il est complexe mais aussi
parce qu'une saine retenue
préside à la mise à disposition des
fonds nécessaires. Et la confiance
requise fait encore défaut.

La Belgique peut jouer un rôle
majeur dans ce processus. Nous
sommes un petit pays riche d'une
grande expérience de l'Afrique
Centrale. Si le Parlement
demande aujourd'hui au gouver-
nement de soutenir pleinement le
processus démocratique, c'est
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Kan België hierin een rol spelen? Natuurlijk kan dat, maar dan een rol
op de juiste maat gemaakt. We zijn een klein land met een grote
expertise wat betreft Centraal-Afrika en de Congolese bevolking
rekent op ons. Als wij vandaag hier in dit halfrond een vraag richten
tot onze regering om haar volle steun te betuigen aan het
democratiseringsproces in Congo is dat in de eerste plaats omdat we
de Congolese bevolking hoop op beterschap willen geven, maar geen
ijdele hoop. België draagt al substantieel bij tot de voorbereiding van
de organisatie van de verkiezingen en werkt zeer actief mee aan het
verbeteren van de veiligheidssituatie met het begeleiden van de
oprichting van de geïntegreerde brigades, maar ook met actief
lobbywerk in de internationale gemeenschap om de nodige aandacht
te vragen voor het uitbreiden van het mandaat van de MONUC en het
uitbreiden van het VN-wapenembargo over heel het Congolees
gebied.

Maar het kan uiteraard beter. Daarom vraagt de resolutie expliciet
bijkomende financiële middelen en technische begeleiding ter
beschikking te stellen van de onafhankelijke verkiezingscommissie en
voldoende financiële middelen vrij te maken om in samenwerking met
de civiele maatschappij de Congolese bevolking te sensibiliseren voor
het verkiezingsproces en de transitieperiode. Want daar ligt vandaag
een van onze grootste bekommernissen. Het democratiseringproces
mag niet meer ontsporen. De burgerbevolking mag niet langer de
speelbal en het slachtoffer zijn van eigengereide politici en
groeperingen die omwille van zuiver eigen belang het
democratiseringproces boycotten en saboteren door de verschillende
bevolkingsgroepen tegen elkaar uit te spelen.

Om dat te voorkomen roept de resolutie de Belgische regering, de
Europese Commissie en de Verenigde Naties op alle middelen aan te
wenden om binnen de kortst mogelijke periode de verkiezingen mee
mogelijk te helpen maken.

Sommigen van de aanwezigen zullen de resolutie misschien te
algemeen vinden, niet scherp genoeg verwoord; anderen vinden ze
misschien al te vergaand. CD&V heeft vanuit de oppositie in elk geval
een belangrijke inspanning geleverd ­ en lag zelfs aan de basis van
de tekst van de resolutie ­ om alle democratische partijen mee over
de streep te krijgen. Dat is gelukt. Ik wens dan ook alle andere
partijen te danken voor hun constructieve bijdrage in het debat.

Mijnheer de voorzitter, het Belgisch Parlement kiest partij. Het
Belgisch Parlement kiest vandaag partij voor de Congolese bevolking,
die snakt naar vrede en welvaart. De Belgische bevolking mag Congo
niet in de steek laten.
avant tout pour donner de l'espoir
au peuple congolais. La Belgique
contribue déjà à la préparation des
élections et à l'amélioration de la
sécurité et intervient auprès de la
communauté internationale en vue
de l'extension du mandat de la
MONUC et de l'embargo sur les
armes décrété par les NU. Mais il
y a moyen de faire davantage.

La résolution réclame des moyens
financiers supplémentaires pour la
commission électorale
indépendante et pour des
campagnes de sensibilisation de
la population congolaise. Le
processus de démocratisation doit
rester sur les rails. La résolution
demande au gouvernement belge,
à la Commission européenne et
aux Nations unies de mettre tout
en oeuvre pour que les élections
puissent se tenir le plus
rapidement possible. Le CD&V est
l'initiateur du texte et il a pu rallier
à lui les autres partis
démocratiques. Le Parlement
belge choisit aujourd'hui le parti du
peuple congolais. La population
belge ne peut abandonner le
Congo à son sort.
13.02 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, mesdames,
messieurs, chers collègues, d'emblée, je souhaite vous dire que le
groupe cdH votera en faveur de cette proposition de résolution
relative au soutien belge à la période de transition et à l'organisation
d'élections libres, démocratiques et transparentes au Congo puisque
nous avons participé aux travaux et que Jean-Jacques Viseur, au
nom de notre groupe, en est un des cosignataires.

En ce jour du 30 juin, je souhaite exprimer ici, en quelques mots, la
position du cdH par rapport à la situation que connaît aujourd'hui le
Congo et, en particulier, celle du peuple congolais. Certes, ce jour
13.02 Brigitte Wiaux (cdH): De
cdH-fractie zal dit voorstel van
resolutie betreffende de Belgische
ondersteuning van de transitie-
periode en de organisatie van
vrije, democratische en
transparante verkiezingen in
Congo goedkeuren.

Vandaag, 30 juni, de verjaardag
van de onafhankelijkheid van
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
anniversaire de l'indépendance du Congo coïncide avec la fin de la
première période de transition.

Il y a quelques jours, le parlement congolais a approuvé la
prolongation des institutions de la transition, comme le demandait le
président de la commission électorale indépendante. Cette procédure
est d'ailleurs tout à fait conforme à ce que prévoient la Constitution
provisoire et les accords de Pretoria. Depuis quelques semaines, il
était devenu évident que le contexte en République Démocratique du
Congo n'autorisait pas la tenue des élections dans les délais impartis
initialement, à savoir le 30 juin 2005.

La demande introduite par la commission électorale indépendante de
prolongation d'au moins six mois de la période de transition est, à ce
titre, légitime et sage. Il est indispensable que tous les éléments
soient réunis pour que le processus électoral puisse se dérouler dans
les meilleures conditions. Les menaces, la violence, l'intimidation ne
représentent pas des moyens adéquats dont on pourrait attendre
qu'ils jouent comme accélérateurs de la transition.

Pourtant, les mois de mai et de juin 2005 ont vu de nombreuses
avancées sur le plan de la transition démocratique au Congo, comme
le vote du texte de la Constitution et de la loi référendaire, l'adoption
d'un calendrier électoral et le début de la procédure d'enregistrement
des électeurs.

Je voudrais souligner qu'en réaffirmant sa solidarité et son soutien
avec le peuple congolais, la Chambre et le cdH comprennent les
énormes difficultés auxquelles il fait face et les souffrances endurées
depuis tant d'années. A cet égard, plusieurs rapports montrent que la
situation sociale ne s'est guère améliorée dans les deux dernières
années.

Aujourd'hui, peut-être plus qu'à n'importe quel autre moment depuis le
début de la transition, la communauté internationale a les yeux rivés
sur le Congo. Comme le soulignait hier Kofi Annan, on aurait souhaité
que ce 45
ème
anniversaire soit marqué par la réflexion, une réflexion
sur le chemin parcouru depuis l'indépendance mais aussi sur le
chemin qu'il reste à parcourir afin que tous les Congolais, un jour,
puissent être représentés par les personnes qu'ils auront librement
choisies.

Les défis auxquels fait aujourd'hui face le peuple congolais sont
énormes, comme notamment l'insécurité et les défis logistiques. A
chacun de tenir ses engagements et de prendre ses responsabilités
afin de garantir l'organisation, dans les meilleurs délais, d'élections
libres et démocratiques et ce, avec l'appui indispensable du Comité
international d'accompagnement de la transition (CIAT) et de la
mission de l'ONU pour le Congo, la MONUC.

Je terminerai mon intervention en précisant que le cdH invite la
communauté congolaise de Belgique à faire preuve de courage dans
les mois qui viennent, afin d'accompagner la fin de la transition dans
la franchise mais aussi dans le dialogue, le respect des opinions de
chacun et le sens des responsabilités.
Congo, wil ik het cdH-standpunt
over de situatie van Congo en het
Congolese volk toelichten.

Enkele dagen geleden keurde het
Congolese Parlement de
verlenging goed van de
instellingen van de transitie. Die
procedure is conform de
voorlopige Grondwet en de
akkoorden van Pretoria. Het was
inmiddels duidelijk geworden dat
er in de huidige context in de DRC
geen verkiezingen konden worden
gehouden binnen de gestelde
termijn.

Het verzoek om de
transitieperiode met zes maanden
te verlengen is een verstandige
beslissing. De verkiezingen
moeten in optimale
omstandigheden kunnen verlopen,
zonder dreigementen, geweld en
intimidatie.

In mei en juni 2005 werd er heel
wat vooruitgang geboekt op dat
gebied: de tekst van de Grondwet
en de wet betreffende het
referendum werden aangenomen,
er werd een tijdpad voor de
verkiezingen goedgekeurd en er
werd begonnen met de registratie
van de kiezers.

Door opnieuw haar solidariteit en
steun jegens het Congolese volk
te betuigen, tonen de Kamer (en
de cdH) dat zij begrip hebben voor
die moeilijkheden en dat leed. Wat
dat betreft, blijkt uit verscheidene
rapporten dat de situatie er op
sociaal vlak de afgelopen twee
jaar nauwelijks op vooruit gegaan
is.

De ogen van de internationale
gemeenschap zijn nu op Congo
gericht. Zoals VN-secretaris-
generaal Kofi Annan het al
onderstreepte, had deze 45
e
verjaardag gekenmerkt moeten
zijn door een bezinning over de
weg die sinds de onafhankelijkheid
reeds werd afgelegd en over de
weg die moet worden afgelegd
opdat alle Congolezen
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
vertegenwoordigd zouden worden
door diegenen die zij in vrije
verkiezingen hebben aangewezen.

Het land staat voor enorme
uitdagingen op het stuk van de
veiligheid en de logistiek. Alle
partijen moeten hun
verbintenissen nakomen en hun
verantwoordelijkheid op zich
nemen om de organisatie van vrije
en democratische verkiezingen te
garanderen, met steun van het
Comité international
d'accompagnement de la
transition en de VN-missie in
Congo.

Tot slot nodigt de cdH de
Congolese gemeenschap in België
uit om de afloop van de transitie
moedig te begeleiden, in een sfeer
van openheid en dialoog, met
eerbied voor eenieders
opvattingen en het nodige
verantwoordelijkheidsbesef.
13.03 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik wil mijn collega Miguel Chevalier verontschuldigen. Hij
had normaal vandaag in deze aangelegenheid het woord moeten
nemen. Hij is trouwens mede-ondertekenaar van dit voorstel van
resolutie. Helaas ligt hij ziek te bed en ik wil hem in naam van ons
allen een spoedig herstel toewensen.

Collega's, wij bespreken vandaag een voorstel van resolutie precies
dag op dag vijfentwintig jaar nadat Congo onafhankelijk werd. Dit
werd reeds aangehaald door de vorige sprekers. Is dit dan de
voornaamste reden waarom we dit vandaag bespreken? Het is
ongetwijfeld een belangrijke reden. Het is volgens mij echter nog
belangrijker dat wij vandaag in dit Parlement een sterk signaal geven
aan de Congolese bevolking. Wij blijven alleszins geloven in en
vasthouden aan het gegeven dat er zo spoedig mogelijk, zodra de
randvoorwaarden zijn vervuld, effectief verkiezingen moeten komen in
Congo.

Dit lijkt mij elementair. We weten dat heel wat Congolezen uitkeken
naar deze dag. Zij hoopten immers dat het vandaag eindelijk zover
zou zijn en dat vandaag verkiezingen zouden plaatsvinden. Dat is
helaas ook de reden waarom er vandaag onlusten zijn uitgebroken in
Kinshasa, waarom er in Brussel werd betoogd. De onlusten in
Kinshasa zouden, zoals blijkt uit een nog niet bevestigd bericht, al het
leven hebben gekost aan een persoon en er zouden ook heel wat
gewonden zijn. Er heerst dus met andere woorden onrust bij de
bevolking. Er bestaat twijfel en onzekerheid over het feit of die
verkiezingen er wel zullen komen en of het niet om loze beloften gaat.

Collega's, het is precies daarom vandaag zo belangrijk dat wij deze
resolutie goedkeuren. Wij moeten onze steun betuigen aan de
13.03 Stef Goris (VLD): Nous
discutons de cette proposition le
jour-même du 45
ème
anniversaire
de l'indépendance du Congo.
Aujourd'hui, ce qui importe, c'est
de donner à la population
congolaise un signal fort pour lui
montrer que nous tenons à ce que
les élections soient organisées
rapidement. De nombreux
Congolais attendaient cette date
avec impatience et le report des
élections les a dès lors plongés
dans l'inquiétude et l'incertitude.

Nous devons apporter notre
soutien aux instances de transition
et à l'organisation d'élections au
Congo. Nous devons insister sur
l'établissement d'un calendrier
électoral et appuyer les forces
démocratiques du Congo. Nous
devons dégager davantage de
moyens pour aider la commission
électorale indépendante et pour
sensibiliser la population au
processus de transition. Il faut
notamment donner plus de
responsabilités aux chefs locaux.
Le gouvernement belge doit
continuer à jouer un rôle
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
overgangsregering, aan het overgangsparlement en aan de
overgangsinstellingen in het algemeen voor de organisatie van
verkiezingen in Congo. Collega Boukourna, u hebt daartoe een
amendement ingediend dat trouwens werd goedgekeurd.

We moeten erop aandringen dat een verkiezingskalender wordt
vastgelegd zoals trouwens werd voorzien in het kader van de
akkoorden van Lusaka en Pretoria. We moeten onze steun betuigen
aan de democratische krachten in Congo opdat die doelstellingen
zouden worden bereikt. We menen dat er zelfs bijkomende steun
moet worden verleend aan de onafhankelijke verkiezingscommissie
en dat in bijkomende financiering mag en kan worden voorzien voor
de sensibilisering van de bevolking voor dit transitieproces. In het
bijzonder moeten de lokale chefs die een grote verantwoordelijkheid
dragen in het gebeuren bijkomend worden geresponsabiliseerd.

Onze regering zou ook best haar diplomatieke rol in het Comité
International d'Accompagnement de la Transition verder spelen en dit
vooral ten opzichte van de internationale gemeenschap. Dat is
trouwens een rol die België altijd heeft gespeeld om andere partners
te sensibiliseren om mee hun steun te verlenen aan dit proces in
Congo.

Ten slotte, is het uiteraard ook belangrijk dat de rol van de vrouwen in
dit internationaal proces ter harte worden genomen.

Collega's, ik heb daarnet al even aangehaald dat het voor de
waarnemers duidelijk was dat de datum van 30 juni die oorspronkelijk
was voorzien voor de verkiezingen, niet kon worden gehaald. Er werd
immers niet voldaan aan voldoende randvoorwaarden.

Het komt er nu op aan de rust in het land te bewaren. Wij moeten
blijven aandringen op de organisatie van verkiezingen zodat iedereen
erin blijft geloven en de bevolking ervan overtuigd blijft dat Lusuka van
kracht blijft en dat de verkiezingen er zullen komen en wij daaraan
onze steun verlenen.

Dit voorstel komt daaraan tegemoet. Wij pleiten er dan ook terecht
voor dat wij de Belgische inspanningen moeten volhouden, niet alleen
inhoudelijk, maar ook op het vlak van onze steun aan de CEI en van
de informatieverstrekking aan de bevolking.

Collega's, deze resolutie moet dus gezien worden als een symbolisch
gebaar van onze Belgische volksvertegenwoordigers aan het
Congolese volk. Wij blijven het proces van transitie steunen. De
regeringen-Verhofstadt I en II hebben de draad in het beleid ten
opzichte van Centraal-Afrika met succes weer opgenomen. Degenen
die destijds voor een out of Africa politiek hebben gepleit, hadden
nooit kunnen voorspellen dat wij zo'n vooruitgang zouden boeken.

De overgangsinstellingen functioneren vandaag verre van perfect. Wij
zijn het daarmee eens. Dat is zo. De stabiliteit is vandaag verre van
gegarandeerd. Er ligt daar nog heel veel werk op de plank. Maar wij
komen van een oorlog op bijna het gehele grondgebied, die aan
tienduizenden mensen het leven heeft gekost. Vandaag hebben wij
toch een alleszins veel stabielere situatie, hoewel ze, ik herhaal het,
absoluut verre van perfect is.
diplomatique au sein du Comité
International d'Accompagnement
de la Transition.

Il importe aussi de prendre à coeur
le rôle des femmes.

La date du 30 juin 2005
initialement prévue pour les
élections n'a pas pu être
respectée parce qu'une série de
conditions annexes n'ont pas
encore été réalisées. Entre-temps,
il le calme doit être maintenu et la
Belgique doit poursuivre ses
efforts. La résolution est un geste
symbolique destiné à exprimer
notre appui au processus de
transition au Congo. Nous
reconnaissons que les actuelles
institutions de la transition ne
fonctionnent pas encore à la
perfection et que la stabilité n'est
pas encore garantie, mais
n'oublions pas que le Congo sort
tout juste d'une situation de
guerre. Le soutien aux dirigeants
du processus de transition est
essentiel. Les déclarations du
ministre des Affaires étrangères,
M. De Gucht, à propos des
compétences de certains
dirigeants congolais ont suscité
maintes critiques, mais de très
nombreux personnages en vue et
quantité d'institutions les ont
finalement confirmées. Il faut
soutenir les personnalités qui
s'engagent réellement pour les
intérêts du peuple congolais,
comme le président du Parlement,
M. Olivier Kamitatu.

Le gouvernement belge a fait en
sorte que l'Afrique Centrale figure
à nouveau à l'agenda
international. Les Britanniques
reprendront la présidence
européenne demain. Nous devons
nous rapprocher de leur politique
africaine, dont ils ont fait une
priorité. Un ministre des Affaires
africaines a même été désigné au
Royaume-Uni et les Britanniques
organiseront une conférence sur
l'avenir de l'Afrique fin 2005. Un
colloque se tiendra en septembre
2005, dans le cadre de l'UEO, sur
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
Collega's, er valt dus nog heel veel werk te doen. In de eerste plaats
is er de responsabilisering van de lokale leiders. De feiten geven onze
minister van Buitenlandse Zaken helaas gelijk wanneer hij zich
uitsprak over een aantal leden van de Congolese politieke klasse. Hij
kreeg veel kritiek voor die uitspraken. Zijn analyse werd intussen
echter, u weet dat, door heel wat multilaterale instellingen en ook door
bilaterale partners met autoriteit gedeeld. Wij moeten dus ook durven
om de betrokkenen direct en zonder omfloerste bewoordingen de
waarheid te zeggen.

Collega's, anderzijds wil ik toch ook het volgende benadrukken. Ik heb
zelf de kans gehad om bijvoorbeeld iemand als Olivier Kamitatu, de
voorzitter, de speaker van het Congolese Parlement, te ontmoeten.
Hij leek mij persoonlijk een bijzonder bekwaam politicus van een
nieuwe orde, die met een terechte en correcte ambitie zijn land en zijn
volk wil sturen naar een goede toekomst, naar meer welvaart en
welzijn. Er zijn vandaag in Congo nog personen zoals hij. Wij moeten
die mensen aanmoedigen om die moeilijke taak voort te zetten.

Collega's, de Belgische regering is er de voorbije zes jaar in geslaagd
om Centraal-Afrika duidelijker op de agenda te plaatsen van de
internationale gemeenschap. Dat is in de eerste plaats op het
Europese niveau. Wij kunnen het inderdaad niet alleen doen.

Ik wil toch even verwijzen, dat lijkt mij toch belangrijk, naar het
Verenigd Koninkrijk, dat, zoals u weet, vanaf morgen het
voorzitterschap van de Europese Unie zal waarnemen. Wij weten dat
de Britten onder een niet al te goed gesternte aan dit voorzitterschap
moeten beginnen. Wij weten wat er de voorbije weken allemaal
gebeurd is. Wij gaan daarop hier vandaag in dit debat niet
terugkomen.

Inzake Subsaharaans-Afrika moeten wij absoluut trachten om
aansluiting te vinden met de Britse initiatieven. Men moet weten dat
het Verenigd Koninkrijk van 2005 een "year to make a difference for
Africa" wil maken. Ik heb hier bij mij de uittreksels van wat de Britten
van plan zijn met hun presidency priorities. Op punt 2 komt heel
duidelijk Development and Africa. Ik wil toch heel even citeren wat de
Britten daarover denken.

"Africa is also a key priority for Britain's G8 Presidency, and will
receive at least 50% of the EU's additional resources. We will develop
a comprehensive and long-term global strategy towards Africa in the
light of the Millennium Summit's outcome."

Collega's, met andere woorden, de Britten zijn ook bezig met Afrika.
Zij hebben trouwens, zo heb ik vernomen, ook een minister van
Afrikaanse Zaken aangesteld. Dat is toch nieuw. Zij houden op het
einde van het jaar ook een grote conferentie in Londen. Daar zal het
speciale bureau voor Afrika zich bezighouden met een colloquium
over wat de toekomst van Afrika zou kunnen zijn.

Als u mij toestaat, wil ik in dat verband ook even verwijzen naar het
feit dat ook de West-Europese Unie, een totaal andere organisatie, in
ons halfrond in september een colloquium van twee dagen zal
organiseren over Afrika. Dat gaat dan meer over de militaire
coöperatie, namelijk de ervaringen die wij hebben met Afrikaanse
landen, nota bene met Congo, over samenwerking, en de vraag waar
le thème de la coopération
militaire. L'annulation de la dette
au sein du G8 démontre que le
Royaume-Uni est en mesure de
jouer un rôle moteur.

Des élections démocratiques
doivent être organisées au Congo
dans les meilleurs délais. Nous
voulons perpétuer l'engagement
de la Belgique à y contribuer.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
we die samenwerking kunnen verbeteren lessen trekkend uit de
ervaringen op het terrein.

Alleszins ­ daarmee wil ik eindigen ­, de beslissing van de G8 tot
schuldkwijtschelding van vooral Afrikaanse landen eerder deze
maand heeft aangetoond dat ook het Verenigd Koninkrijk ­ ik kom
daarop toch even terug ­ in staat is om aan die kar te sleuren. Op 5
en 6 juli is er ook een G8 business action summit voor Afrika
geprogrammeerd. De rol van alle actoren in de maatschappij wordt
door de Britten in rekening gebracht.

Het lijkt mij heel erg belangrijk. Ik denk dat wij dat moeten blijven
steunen. Vandaag precies 45 jaar geleden werd Congo onafhankelijk.
Ik wil dat toch even duidelijk, in evidentie, plaatsen. Voor de
Congolese maatschappij wil ik duidelijk stellen dat wij ervoor blijven
gaan om zo vlug mogelijk verkiezingen mee te helpen organiseren.
Wij engageren ons daartoe. Financieel en op het terrein stellen wij
alles in het werk, opdat zo vlug mogelijk democratische verkiezingen
kunnen plaatsvinden.

Wij willen daarvoor gaan en ons engagement daarin alleszins duidelijk
bevestigen.

Le président: Chers collègues, pour votre information, nous avons encore six intervenants dans ce débat:
M. Boukourna, M. Van der Maelen, M. Hasquin, M. Van den Eynde, Mme Nagy et M. Pinxten.
13.04 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, comme l'ont souligné plusieurs
de mes collègues, ce jour est très important pour les Congolais et ce,
à divers titres.

C'est le jour de l'indépendance ou ce qui devait être la fête de
l'indépendance. C'est également le jour où devaient être organisées
des élections générales. Malheureusement, nous ne pouvons que
constater qu'elles n'auront pas lieu.

Si la transition démocratique lancée en juin 2003 a permis la
réunification du pays et une relative relance économique, elle n'est
malheureusement pas parvenue à organiser ces élections dans les
deux ans qui lui étaient impartis. Cette transition, je vous le rappelle,
visait à assurer la réconciliation nationale, la restauration des
institutions et de l'intégrité territoriale et l'organisation des premières
élections libres démocratiques depuis plus de quarante ans dans l'ex-
Zaïre, le Congo d'aujourd'hui.

Force est de constater qu'elle a connu des retards importants. Ainsi,
la loi instituant la commission électorale indépendante n'a été
promulguée qu'en juin 2004 et il a fallu attendre le 13 mai dernier pour
que le parlement adopte enfin la Constitution. Le 17 juin dernier, la
commission électorale indépendante a demandé la prolongation de la
transition. Le terme initial, le 30 juin 2005, a donc été repoussé de six
mois par le parlement et le sera vraisemblablement encore jusqu'en
juin 2006, comme l'autorise d'ailleurs l'accord global du gouvernement
signé par l'ensemble de la classe politique congolaise en décembre
2002.

Nous nous situons donc dans une phase particulièrement délicate et
cruciale. Délicate car ces derniers jours, la tension sociale n'a cessé
13.04 Mohammed Boukourna
(PS): Vandaag is het een
belangrijke dag want het is het
feest van de onafhankelijkheid of
wat daar moet voor doorgaan. Het
is ook de dag waarop algemene
verkiezingen moesten plaats
vinden.

Het democratische overgangs-
proces dat in juni 2003 werd
opgestart, heeft het land herenigd
en de economie in beperkte mate
nieuw leven ingeblazen. Ze er niet
in geslaagd om die verkiezingen
binnen de vastgestelde termijnen
te organiseren.

De jongste dagen is de sociale
spanning voortdurend opgelopen
en werd er bij herhaling tot kalmte
opgeroepen. Dertig juni 2005 is
een keerpunt. Men mag niet
vernietigen wat reeds werd
opgebouwd. Het overgangsproces
heeft tot grote vertragingen geleid,
maar het heeft de verdienste dat
het vrede in het land heeft
gebracht. Daarom hecht onze
fractie er zoveel belang aan om
zich aan te sluiten bij dit voorstel
van resolutie dat collega Dirk Van
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
de croître et les appels au calme se sont multipliés. Samedi dernier,
les manifestations du mouvement d'opposition "Union pour la
démocratie et le progrès social" (UDPS) d'Etienne Tshisekedi, dans la
ville de Mbuji-Mayi, ont été violemment réprimées, blessant des
dizaines de civils et causant la mort de plusieurs personnes. Le Parti
socialiste a fermement condamné cette violence et a appelé
M. Tshisekedi, dont le parti est membre observateur de
l'Internationale socialiste, à la sagesse et à la modération. Nous
espérons qu'il en sera ainsi pour les prochains jours.

Ce 30 juin 2005 est aussi un moment crucial parce qu'il importe de ne
pas faire marche arrière et de ne pas détruire ce qui a été construit,
aussi minimes soient les résultats obtenus. En effet, si la transition a
engendré des retards considérables, elle a néanmoins le mérite
d'avoir apporté la paix dans le pays, après une guerre civile d'une
ampleur régionale de cinq années, une guerre qui, je vous le rappelle,
a entraîné la mort de plus de 3.000.000 de personnes et a réveillé les
haines ethniques.

Pour cette raison et parce que les élections apparaissent aujourd'hui
comme la meilleure solution pour avancer concrètement dans le
processus de transition, il était important pour notre groupe politique
de nous associer au collègue Dirk Van der Maelen pour le dépôt de la
présente proposition de résolution qui appelle notre gouvernement à
soutenir les institutions de la transition dans leur projet d'organiser
des élections libres, démocratiques et transparentes, pour la plus
grande représentativité possible et sans exclusive aucune.

L'organisation d'élections correctes au Congo demandera du temps.
Mais la tenue de ces élections est une étape indispensable pour que
les futurs dirigeants du pays bénéficient de la légitimité démocratique
qui leur permettra d'engager résolument le développement
économique et social du pays, qui est vital, urgent et nécessaire et
ainsi participer, par la voie démocratique, à apaiser et à pacifier la
région des Grands Lacs.
der Maelen heeft ingediend.

De organisatie van eerlijke
verkiezingen in Congo zal de
nodige tijd vergen. Maar die
verkiezingen zijn een nood-
zakelijke voorwaarde voor de
democratische legitimiteit van de
toekomstige leiders van het land.
13.05 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, Congo is een land dat uit een
afschuwelijke oorlog komt. Die oorlog heeft het leven gekost aan 4
miljoen Congolezen. Met de hulp van heel de internationale
gemeenschap probeert dit land nu langzaam zijn weg te zoeken in
een transitieproces naar ­ laten wij hopen ­ een min of meer
functionerende, normale rechtstaat. Om dat doel te bereiken denk ik
dat het nodig zal zijn dat diplomatieke en militaire inspanningen,
alsook inspanningen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking,
zowel door ons land als door heel de internationale gemeenschap
maximaal moeten worden gecoördineerd om te komen tot een
maximale efficiëntie van invloed op het proces.

Wij denken dat op middellange termijn de nadruk moet worden
gelegd op twee problemen. Het eerste probleem is dat van de
veiligheid. Het gaat dan eerst en vooral om de veiligheid in Oost-
Congo waar nu nog steeds dagelijks tientallen en op sommige
momenten zelfs nog honderden doden vallen. Het gaat ook om de
veiligheid in andere gebieden van het land. Daarvoor moeten de
inspanningen die worden geleverd voor de eenmaking van het leger
door het opnemen van de verschillende milities in een geïntegreerd
leger en de aandacht voor de politie, verder worden opgevoerd.
13.05 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Le Congo sort d'une
guerre atroce qui a déjà coûté la
vie à quatre millions de personnes.
Le pays tente à présent de devenir
un État de droit avec le soutien de
la communauté internationale. A
cette fin, les efforts diplomatiques,
militaires et de développement
doivent être coordonnés autant
que possible. L'accent doit être
mis à cet égard sur la sécurité ­
l'unification de l'armée et
l'intégration de toutes les milices
au sein de celle-ci constitue une
priorité ­ et sur le respect des
engagements pris en ce qui
concerne les élections. Le
président de la Commission, M.
Barosso, a souligné à juste titre
cette semaine à Kinshasa que la
patience de la communauté
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50

Het tweede probleem is dat de afspraken die zijn gemaakt met
betrekking tot het organiseren van verkiezingen, moeten worden
nageleefd. Sta mij toe in dat verband het volgende te zeggen. Niet
langer dan een paar dagen geleden heeft de voorzitter van de
Europese Commissie, Barosso, in Kinshasa gezegd dat het geduld
van de internationale gemeenschap niet onbeperkt is. Wie inderdaad
kijkt naar wat zich de voorbije twee jaar heeft afgespeeld in Congo,
moet vaststellen dat de politieke elite er klaarblijkelijk niet voor is
teruggeschrokken om de instellingen van de transitie soms op
schaamteloze wijze te gebruiken voor de eigen belangen en het eigen
voordeel.

Gezien het belang voor de Congolezen van dit transitieproces, dat nu
twee jaar duurt, steunt onze fractie de inspanningen van ons land. Die
zijn niet onbelangrijk. Ze zijn de afgelopen jaren gestegen van 1
miljard Belgische frank naar 3 tot 4 miljard frank. Ook mijn fractie en
mijn collega's moeten verantwoording afleggen over de aanwending
van dit geld tegenover onze eigen burgers.

Er is nu een uitstel gegeven van een jaar. Voor onze fractie begint het
aftellen. De uiterste datum is 30 juni 2006. Als wij tussen vandaag en
30 juni 2006 niet vaststellen ­ in de veronderstelling, en daar ga ik
van uit, dat ons land en de hele internationale gemeenschap steun
blijven geven ­ dat men, met die steun en vooral de medewerking en
volledige inzet van de Congolese politieke elite, vooruitgang boekt bij,
ten eerste, de afronding van het verkiezingsproces, ten tweede, de
integratie van één Congolees leger en, ten derde, het beëindigen van
fraude en corruptie en het instellen van een transparant en correct
financieel beheer, dan denk ik dat wij in de eerste helft van volgend
jaar elkaar eens diep in de ogen zullen moeten kijken.

Het signaal dat voorzitter Barroso heeft gegeven, moet ook door ons
land worden gegeven aan de huidige Congolese politieke leiders. Het
jaar van de waarheid is aangebroken. In dit jaar moet er op de
domeinen die ik net heb vernoemd een belangrijke vooruitgang
worden geboekt, want anders moeten wij naar radicale maatregelen
gaan ten aanzien van de politieke klasse en de politieke elite, die de
steun van de internationale gemeenschap verkwanselen en het arme
Congolese volk in zijn ellendige levenssituatie verder laten ploeteren.
Ik meen dat geen enkel rechtgeaard Belgisch politicus dit zou kunnen
laten gebeuren en laten voortduren.
internationale a des limites. Au
cours des deux dernières années,
l'élite politique a détourné trop de
moyens dans le cadre du
processus de transition.

La Belgique soutient
financièrement le processus de
transition, qui est crucial. Au cours
des dernières années, nos efforts
sont passés d'un milliard à trois à
quatre milliards de francs belges.

Nous devons nous justifier devant
nos propres concitoyens de
l'affectation de cet argent. A
présent qu'un délai d'un an a été
accordé, le compte à rebours a
commencé. Si l'élite politique
congolaise n'est pas en mesure,
d'ici à l'année prochaine,
d'organiser les élections, de
réaliser l'intégration de l'armée
congolaise, de mettre un terme à
la fraude et de mettre en place
une gestion financière adéquate,
nous devrons nous imposer un
exercice de réflexion.

Notre pays adresse aux leaders
politiques congolais le même
signal que celui qu'avait émis le
président de la Commission, M.
Barosso, en affirmant que cette
année serait celle de la vérité. Si
les changements se font attendre,
il faudra prendre des mesures
radicales à l'égard de l'élite
politique.
13.06 Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, chers collègues,
mon intervention s'articulera autour de quatre points.

Premièrement, l'Afrique centrale et le Congo en particulier sont
certainement l'un des domaines les plus débattus au sein de notre
parlement. Il suffit de consulter les ordres du jour de la commission
des Affaires étrangères, les questions et interpellations adressées au
ministre des Affaires étrangères ou à celui de la Coopération au
Développement. C'est la preuve vivante que le Congo reste au coeur
de nos préoccupations. Cela nous dispense de longs discours parce
que je crois que le Mouvement réformateur, en la matière, a tenu une
ligne de conduite rigoureuse et que l'ancien ministre des Affaires
étrangères, M. Louis Michel, a eu le grand mérite, à travers vents et
tempêtes, de maintenir le cap, d'expliquer, de convaincre et de faire
de la pédagogie pour justifier la nécessité de maintenir des relations
13.06 Hervé Hasquin (MR):
Congo is een van de meest
besproken thema's in dit
parlement, wat bewijst dat onze
voormalige kolonie niet uit onze
gedachten is. Dat bespaart ons
trouwens ook lange
uiteenzettingen.

De MR is niet van zijn standpunt
afgeweken. Louis Michel heeft de
grote verdienste gehad dat hij
steeds dezelfde koers is blijven
varen en er onophoudelijk voor
heeft gepleit de betrekkingen met
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
avec le Congo et d'amener progressivement ce dernier sur la voie de
la démocratie.

Deuxièmement, il eût été impensable de ne pas se manifester un 30
juin. Très symboliquement, il était important de rappeler les objectifs
qui étaient les nôtres et l'attention que la Belgique et son parlement
fédéral portent à l'évolution de la question en Afrique centrale.

Troisièmement et peut-être le point le plus important pour moi, cette
résolution constitue un double avertissement. Si cet avertissement
s'adresse au monde politique congolais, il s'adresse aussi à ce qu'on
appelle la société civile, c'est-à-dire à M. et Mme tout le monde, en
leur rappelant que, après tout, on a les hommes et les femmes
politiques que l'on mérite, parce qu'on les choisit. Indiscutablement, la
Belgique et les instances internationales se sont considérablement
mobilisées pour soutenir la période de transition et pour permettre au
pays d'évoluer et de franchir un certain nombre d'étapes décisives
dans son processus de développement et de démocratisation.

Quatrièmement - je devance déjà un débat qui, j'en suis certain, se
déroulera dans cette enceinte, dans quelques mois, après les
élections si, comme je l'espère, elles ont lieu -, il faut être conscient
que ces élections seront imparfaites. Nous ne sommes pas en droit
d'exiger une rigueur, une orthodoxie en matière d'organisation de
scrutin telles que nous les connaissons chez nous. Je connais bien ce
pays. Il est détruit. Il n'y a plus d'état civil depuis 30 ans! Plus de la
moitié de la population, aujourd'hui, est analphabète. Des zones
entières, vastes comme des dizaines de fois la Belgique, n'ont pas la
télévision, n'ont pas la radio. Ne parlons pas de la presse!

On n'organise pas de véritables élections sans mobiliser une opinion
publique, sans pouvoir mettre en oeuvre toute une série de systèmes
de contrôle, sans une publicité préalable, sans pouvoir véritablement
toucher l'ensemble des citoyens. Ne nous faisons pas d'illusions! Il y
aura des élections, peut-être. En tout cas, je l'espère, mais nous
devons accepter qu'elles soient sans doute imparfaites. En ce qui me
concerne, je préfère des élections imparfaites que pas d'élections du
tout.

Plutôt que de jouer les Cassandre au lendemain d'élections qui
risquent, dans leur déroulement, de ne pas correspondre aux critères
et normes qui sont les nôtres, nous aurons tendance à dire, en ce qui
nous concerne, qu'avoir des élections, quelles qu'elles soient, est déjà
un pas fantastique franchi sur le chemin de la démocratie et de
l'amélioration. En effet, depuis 45 ans, il n'y a plus eu d'élections.

Je vous demande, chers collègues, de réfléchir à ce qu'est un pays
dont on ne connaît pas la population à 5 millions d'unités près. Je me
permets d'insister sur ce point. A 5 millions d'unités près, on ne
connaît pas la population du Congo. Sont-ils 45, 50 millions? Certains
parlent de 60 millions. Combien d'habitants y-a-t-il à Kinshasa? 7
millions, 5,5 millions ou 8 millions? On n'en sait rien. Cela indique les
incertitudes et le flou qui règneront lors de ces élections mais c'est un
préalable que nous devons accepter. C'est une façon de les aider à
progresser sur le chemin de la démocratie et, quoi qu'il arrive, ce sera
un fantastique progrès par rapport au passé.
Congo te onderhouden, teneinde
het land bij zijn democratiserings-
proces te begeleiden. Het ware
dan ook ondenkbaar geweest dat
wij dit onderwerp uitgerekend
vandaag, op 30 juni, niet ter
sprake zouden brengen.

Deze resolutie is een dubbele
verwittiging, niet alleen ten aanzien
van de Congolese politieke leiders,
maar ook ten aanzien van de
burgerbevolking, die wij eraan
willen herinneren dat zij uiteindelijk
de politici krijgt die zij verdient.

België en de internationale
instellingen hebben zich ingezet
om de transitieperiode te steunen
en het land te helpen om de
beslissende fasen van het
democratiseringsproces te
doorlopen.

Congo is een puinhoop. Meer dan
de helft van de bevolking is
analfabeet. In uitgestrekte
gebieden van het land beschikt
men niet over radio of televisie en
zijn er geen kranten. De foutmarge
voor het aantal inwoners is zo'n vijf
miljoen. De transparantie zal dus
ver te zoeken zijn. We mogen voor
de verkiezingen daar dus niet
dezelfde strenge eisen opleggen
als hier gebruikelijk is. We moeten
beseffen dat die verkiezingen hoe
dan ook onvolmaakt zullen zijn. Ik
geef echter de voorkeur aan
onvolmaakte verkiezingen boven
helemaal geen verkiezingen. Dat
is al een geweldige stap
voorwaarts.
13.07 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de 13.07 Francis Van den Eynde
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
voorzitter, collega's, ik ben het niet vaak eens geweest met de VLD en
ik zal het nooit vaak eens zijn met de VLD. Dat belet mij niet hier te
bekennen dat de woordvoerder van deze partij deze namiddag een
paar waarheden uitgesproken heeft, die ik toch eventjes terug in het
daglicht wil brengen. Een paar waarheden dus die hij, zoals dat de
traditie is bij ons in de partijen van het bewind, wel omzwachteld heeft
en wat zachter heeft gebracht dan ze in werkelijkheid zijn. Excuseer
mij, ik noem dat dan een "pralinekesverpakking". Toch waren het
waarheden.

U hebt gezegd, collega: "De toestand is verre van perfect. De
toestand is zeker niet wat hij zou moeten zijn". U hebt zelfs
toegegeven dat hij daar ver van af is. Ik denk ­ ik herhaal: het is een
beetje eufemistisch gesteld ­ dat dit ten minste met de waarheid in
overeenstemming was. U hebt bovendien ­ daarin hebt u, denk ik,
overschot van gelijk ­ de moeite gedaan om uw voormalige
partijvoorzitter, nu minister van Buitenlandse Zaken, de heer De
Gucht, bij te treden in zijn kritiek op de huidige mensen die in Congo
aan het bewind zijn. U hebt gezegd dat hij daar de waarheid heeft
verklaard.
(Vlaams Belang): Il ne m'arrive
pas souvent d'être d'accord avec
le VLD mais je dois admettre que
son porte-parole a exprimé cet
après-midi quelques vérités,
même s'il les a adoucies. M. Goris
a affirmé que la situation du
Congo reste très loin de ce qu'elle
devrait être. Il s'est également joint
aux critiques de M. De Gucht sur
les dirigeants actuels du Congo.
13.08 Stef Goris (VLD): Ik zou toch willen preciseren dat ik niet heb
gezegd "De huidige bewindvoerders van Kinshasa enzovoort allemaal
daardoor..." Ik heb gezegd "Er is nog veel te doen, vooral bij de lokale
chefs die bijkomend moeten geresponsabiliseerd worden." Er zijn
inderdaad heel wat mensen vandaag die aan politiek willen doen in
dat land en daarvoor inderdaad niet het meest geschikt zijn. Ik heb
daar trouwens aan toegevoegd dat ook andere internationale
autoriteiten dit bevestigd hebben, maar dat er ook positieve
elementen zijn. Ik heb trouwens een aantal voorbeelden aangehaald,
waaronder de huidige parlementsvoorzitter Kamitatu, van mensen die
alleszins naar mijn inschatting wel bekwaam zijn. Dus dat is helemaal
niet het zwart-witbeeld dat u hier tracht op te hangen.
13.08 Stef Goris (VLD): Je
souhaiterais tout de même
nuancer les propos de M. Van den
Eynde. Je ne me suis pas exprimé
à propos des dirigeants actuels
mais des chefs locaux qui doivent
être confrontés à leurs
responsabilités, ce qu'ont confirmé
les autorités internationales. Il y a
aussi des gens compétents à la
tête du Congo.
13.09 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ik heb nog geen
enkel beeld geschetst: ik heb gewoon herhaald wat u hier verteld
hebt. Ik ben minder overtuigd door die voorbeelden. Kamitatu,
geachte collega, is een naam die ik mij al herinner van 1960. Het is
niet dezelfde, ik weet het wel, maar als ik de naam hoor, ben ik ten
minste op mijn hoede. Dat is dan, wat mij betreft, een eufemisme,
want de rol van de heer Kamitatu van toen was echt verre van briljant.

Ik moet helaas vaststellen dat ik u overschat heb: de heer De Gucht
had dus toch niet helemaal gelijk in uw ogen. In de mijne wel. De heer
De Gucht had overschot van gelijk. Hij heeft dat misschien niet
diplomatisch gezegd. Hij heeft dat misschien niet verteld op het
moment dat daarvoor het meest geschikt was. Dat de heer De Gucht
voor een keer in zijn leven gelijk had, dat wil ik hier beamen en heel
graag toegeven. Er is daar aan het bewind een corrupte klasse die
zich verspreid heeft over heel die grote natie. Inderdaad, het is een
groot land: tachtig keer groter dan België. Die corrupte klasse vindt
men overal terug.

Ik heb ook niet de gewoonte om de sp.a gelijk te geven, maar ik heb
dezelfde aarzeling en hetzelfde wantrouwen tegenover dat land
menen te bespeuren in de uiteenzetting van de heer Van der Maelen.
Hij heeft gezegd dat de corruptie er zeer sterk is en dat die corruptie
zijn voeten begint uit te hangen. Ik vertaal zijn deftige woorden in een
13.09 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Je me suis
borné à répéter les déclarations de
M. Goris. Je ne suis pas
convaincu des capacités des
dirigeants congolais actuels. Pour
une fois, M. De Gucht avait
entièrement raison. Le pouvoir est
aux mains d'une classe
corrompue qui s'est répandue
dans tout le pays.

Il n'est pas non plus dans mes
habitudes d'emboîter le pas au
sp.a mais j'ai cru déceler chez M.
Van der Maelen de l'hésitation et
de la méfiance lorsqu'il a évoqué
la corruption qui sévit au Congo.

M. Van der Maelen a certes le
mérite de mettre le doigt sur une
plaie à soigner mais il est vain de
menacer les Congolais de
représailles si des élections ne
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
populaire taal. Hij heeft ook gezegd: aan ons geduld komt een einde
en dat einde van dat geduld situeren wij op 30 juni 2006. Als het dan
niet beter gaat, dan gaan wij zien wat wij gaan zien.

Mijnheer Van der Maelen, neem mij niet kwalijk, maar als paars dan
nog aan het bewind is, vrees ik dat wij helemaal niets gaan zien en
dat het huidig beleid verder zal gaan. In elk geval, u hebt de
verdienste gehad om ook daar de vinger op een tere plek te durven te
leggen.

De woordvoerder van de MR heeft uit een heel ander vaatje getapt.
Hij heeft ons eerst verteld que les élections seront imparfaites. Van
eufemismen gesproken, dat is een supereufemisme. Hij gaat dus al
uit van de absolute zekerheid qu'il y aura des élections. Nu al zeggen
dat les élections seront imparfaites is al zondigen door een extreem
optimisme. Hij zegt ons bovendien nu al dat wij de rol van Cassandra
niet mogen spelen na de verkiezingen, weeral met die zekerheid dat
er verkiezingen komen. Wel waarde collega, ik heb van mijn fractie de
opdracht gekregen, en ik heb die heel graag op mij genomen, om de
rol van Cassandra nu te spelen, want wij hebben een Cassandra
nodig in verband met Congo. Wij hebben een Cassandra nodig om
het Belgisch politiek bestel eventjes met de neus op de realiteit te
drukken.

Ik heb u trouwens bewonderd voor de manier waarop u de zaak
verdedigt. Ik vond het mooi dat u zei dat dit land geen verkiezingen
meer heeft gehad sinds 45 jaar. Er zijn sinds 45 jaar geen
verkiezingen geweest in Congo. Dat is juist, maar het zou misschien
eerlijker zijn geweest te zeggen dat er geen verkiezingen meer zijn
geweest sinds het land onafhankelijk is geworden. De meest recente
verkiezingen in Congo, die voor zover ik mij dat kan herinneren ook
de eerste waren, waren op het getouw gezet door het Belgisch
koloniaal regime in 1960 om de fameuze onafhankelijkheid voor te
bereiden. Dat is alles. Punt andere lijn. Durf dat dan ten minste te
zeggen. Er zijn nooit verkiezingen geweest in de onafhankelijke staat
Congo. Dat is realistischer.

Wanneer ik dan uw optimisme en vooral uw geloof in de zaak hoor
belijden, moet ik toch even stilstaan bij wat er na die onafhankelijkheid
gebeurd is, na 1960. Ik moet vaststellen dat het land vanaf 30 juni
1960 ­ helaas, vandaag precies 45 jaar geleden ­ steeds sneller naar
de afgrond aan het glijden is. Telkens men hoopte op een verbetering,
is men ontgoocheld tot de 18
e
macht. Ik ben in dit Parlement
terechtgekomen nadat ik voor de eerste keer werd verkozen in 1991.
In 1991 heb ik hier al horen vertellen dat er volgend jaar verkiezingen
zouden zijn in Congo. Ik heb dat liedje van die verkiezingen elk jaar
horen zingen. Zij zouden er komen. Alles was bijna klaar en wij
mochten tevreden zijn. Er was een formidabele evolutie en het land
ging eindelijk, laten wij zeggen, het goede spoor volgen, enzovoort,
enzovoort, enzovoort.

De realiteit, collega's, was dat er niets veranderde. Neem het mij niet
kwalijk, ik herinner mij het einde van het Mobutu-regime, de aankomst
van vader Kabila in Kinshasa en diens verklaring: ­ een week nog
voor zijn aankomst, terwijl zijn troepen door Centraal-Congo trokken ­
"Ik zal alle partijen erkennen; er komt democratie." In zijn eerste
verklaring, precies 24 uur na zijn aankomst in Kinshasa, zei hij echter
dat het nog veel te vroeg was om dat te organiseren.
sont pas organisées d'ici au 30
juin 2006. Je peux vous assurer
qu'il n'y aura de toute façon
aucune sanction. Le porte-parole
du MR se montre bien trop
optimiste. Il déclare que "les
élections seront imparfaites",
comme si l'organisation des
élections était un fait acquis!

Le Congo n'est plus allé aux urnes
depuis 45 ans, c'est-à-dire depuis
son indépendance. Depuis, le
pays sombre de plus en plus
profondément dans l'abîme, en
dépit des discours les plus
optimistes. Les élections, le
redressement et la paix ont été
maintes et maintes fois promis
mais rien n'a changé. Même
formés en Belgique, les officiers
de l'armée unifiée désertent.

Depuis que je suis entré au
Parlement, en 1991, j'entends
annoncer d'année en année que
des élections sont sur le point
d'être organisées au Congo et que
le pays est sur la bonne voie. Mais
les élections ont toujours été
reportées, également lorsque
M. Kabila senior est arrivé au
pouvoir. Après avoir promis la
démocratie au Congo, il décrétait,
24 heures après son arrivée à
Kinshasa, qu'il était de toute façon
prématuré d'organiser d'emblée
ces élections.

En effet, je regrette l'époque du
ministre socialiste des Affaires
étrangères, M. Eric Derycke, qui
lui au moins se rendait compte
que nous ne pouvions rien faire en
Afrique. Le climat est au retour en
Afrique depuis l'avènement de la
coalition violette. Mais de nos
prétendus, de nos fameux savoir-
faire et expérience, il ne subsiste
rien. Toutes les initiatives ont
échoué au cours des décennies
précédentes et il n'y aura pas
d'élections. Le pays n'est d'ailleurs
pas prêt. La volonté est présente
mais pas le pouvoir, les moyens
financiers ni l'influence.

La résolution nous recommande
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54

Ik herinner mij ook alle verhaaltjes die ons opgedist zijn: morgen
zullen wij vrede hebben; wij gaan een leger oprichten... Ik heb het
daarstraks nog horen vertellen: een leger, samengesteld uit al die
guerrillatroepen, al die troepen van die krijgsheren die Congo aan het
verdelen zijn onder elkaar. Men zei: wij gaan die omscholen tot een
formidabel leger en dankzij dat leger zullen wij peis en vree in
Centraal-Afrika brengen.

Het ging zover dat wij een grote groep officieren uit dat leger ­ niet de
eenvoudige soldaten, maar officieren uit dat leger ­ naar hier
brachten om hen de nodige scholing te geven. Toen die hier een paar
weken waren, waren er al 17 van verdwenen in de Hoge Venen en de
Ardennen. Ik heb onlangs nog een parlementaire vraag gesteld om te
weten of zij werden teruggevonden? Zij zijn nog altijd ergens te velde.
Zij zijn in elk geval niet terug naar hun land. En dat was de elite van
het leger dat u zou opleiden!

Met andere woorden, de politiek die gevoerd werd inzake Congo
sinds paars aan het bewind is, is altijd faliekant afgelopen.

Ik wil toch eventjes uiting geven aan een gevoel van heimwee. Het zal
misschien sommigen verbazen: ik heb op dit ogenblik heimwee naar
een socialistisch minister van Buitenlandse Zaken. Ik herinner mij de
heer Derycke, Vlaams socialist, die uitgespuwd werd door de
Franstalige pers wegens zijn standpunten over Congo. Maar telkens
men de heer Derycke vragen stelde over Centraal-Afrika antwoordde
hij op een zeer eenvoudige manier: u hebt gelijk, maar ik ben minister
van Buitenlandse Zaken van België. Met andere woorden, de heer
Derycke had tenminste het besef van de realiteit dat ondanks alle
Franstalige legendes over onze know-how in Centraal-Afrika en over
onze ervaringen, wij daar niets konden doen.

Hij verklaarde dat ook regelmatig en werd ­ ik herhaal het ­ daarvoor
uitgespuwd door de Franstalige pers.

De nieuwe lijn die de paarse regering heeft gevolgd, is er niet een van
out of Africa, maar van back to Africa. Ze heeft in opdracht van een
zeker idee van de grandeur coloniale belge opnieuw een Afrikabeleid
op poten gezet, waarvan nu al is geweten dat het faliekant zal aflopen.
Ik durf u dat hier met stelligheid te verklaren.

Aan iedereen die zegt dat er vóór 30 juni 2006 verkiezingen zullen zijn
in Congo, zeg ik dat het niet waar is. Het is een leugen. In het beste
geval is het een verhaal dat u zichzelf wijsmaakt. Er komen geen
verkiezingen, want het land is er helemaal niet klaar voor. Het zal
bovendien nog heel lang duren, vooraleer het land er klaar voor is.

Ons land heeft, in tegenstelling tot de legendes die u instandhoudt,
helemaal geen ervaring meer in Afrika. Ik herhaal het: de vorige
verkiezingen dateren van 1960. Collega's, sinds 1960 is alles wat
België ooit heeft geprobeerd op poten te zetten in Centraal-Afrika, een
grandioze mislukking geworden. Zie dat nu toch ten minste eens in. Ik
weet het, u staat natuurlijk met de vingers op de naad van de broek,
wanneer Laken zegt dat we terug naar Afrika moeten. Leer echter
eens aan les gens d'en face dat dit verhaal eindelijk gedaan moet zijn
en dat we in Afrika niets kunnen doen.
de libérer des moyens pour le
Congo, pour la population, pour
les élections, pour la période post-
électorale,... D'où proviendront
ces moyens? Nous devons
"sensibiliser" la population et la
préparer au processus de
démocratisation. Comment y
parviendra-t-on dans un pays
quatre-vingt fois plus grand que le
nôtre et où les moyens de
communication et les routes sont
rares dans certaines régions?

Je vous en conjure: arrêtez de
rêver! L'empire colonial belge est
révolu. Cette résolution est un
grand voeu pieux d'une majorité ­
soit dit en passant ­ constituée de
libres penseurs. Nous voterons
contre.
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
Het is hier niet het verhaal dat we er niets aan willen doen. We willen
alles wat u wil. Wij kunnen het echter niet. Wij zijn er niet toe in staat.
Wij hebben er de macht niet toe. Wij hebben er het geld niet voor. Wij
hebben niks.

Dan word ik geconfronteerd met een tekst waarin ik moet lezen dat
België voldoende financiële middelen vrij moet maken voor de
sensibilisering van de Congolese bevolking, in het bijzonder via de
civiele maatschappij, inzake de transitieperiode, het
democratiseringsproces, de verkiezingen en de postelectorale
periode. Met welk geld en wat zal u investeren om dat te bereiken? U
moet hier immers zelf toegeven dat in gebieden die tientallen keren
groter zijn dan België, zelfs geen radio is, laat staan televisie, en geen
kranten. U kan bovendien heel wat gebieden niet bereiken, omdat de
wegen niet meer bruikbaar zijn.

Stop met dromen. Kom terug naar de realiteit. Vergeet het koloniale
verleden. Het is achter de rug. Het is voorbij. Het Belgische imperium
bestaat niet meer.

Ik hoorde daarstraks de woordvoerder van de VLD ons het Verenigd
Koninkrijk als voorbeeld stellen. Collega's, het Verenigd Koninkrijk is
een land waar de heimwee naar een groot imperium nog veel sterker
leeft dan bij de Franstaligen bij ons: Brittannia, rule the waves. Zij
hebben trouwens nog een stukje kolonie in Noord-Ierland, waar ze
ook ooit wel zullen buitenvliegen. Dat is echter een ander verhaal. In
het Verenigd Koninkrijk leeft nog altijd de nostalgie naar The Empire.
Dat is de reden waarom het land zich nog die illusies maakt.

Wees dan ten minste voor een keer een nuchtere Vlaming: wij
hebben daar niets te maken, omdat wij daar niets kunnen doen of
bereiken. Stop vooral ­ dit verbaast mij toch van een vrijzinnige
meerderheid ­ met zulke vrome wensen op papier te zetten. Deze
resolutie druipt immers van kwezelachtige vroomheid.

Deze kwezelachtige vroomheid laat ik graag aan u over. Wij zullen
met de glimlach nee-stemmen.
13.10 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, à entendre
certains discours, on penserait pouvoir effacer l'histoire et oublier ce
qui s'est passé à un moment donné pour les puissances coloniales
ainsi que les processus en cours en Afrique. Ces processus ont lieu
de façon assez globale et ne concernent pas uniquement la Belgique.
Ils ont amené à certaines situations dont un simple débat à la
Chambre ne suffit pas à établir les raisons de fond qui les ont établies
telles qu'elles se présentent aujourd'hui.

Pourtant, en cette date anniversaire du 30 juin, il me semble important
que la Chambre vote la résolution soumise à cette assemblée et
adresse ainsi une série de messages au gouvernement belge ainsi
qu'aux membres de la communauté internationale qui se battent au
Congo pour poursuivre le processus démocratique.

Seul ce processus de transition peut sortir le Congo de la spirale dans
laquelle il est plongé depuis des dizaines d'années. Afin d'obtenir des
résultats durables, beaucoup d'idées ont été énoncées, mais il me
semble q'une série de questions restent à régler.
13.10 Marie Nagy (ECOLO): Als
men sommige sprekers mag
geloven, kan men de geschiedenis
en alle huidige ontwikkelingen in
Afrika, die trouwens niet alleen
België aangaan, gewoon vergeten.

Al vereisen sommige toestanden
meer dan een Kamerdebat, toch
moet de Kamer vandaag, op de
Congolese onafhankelijkheidsdag,
de voorliggende resolutie kunnen
goedkeuren, teneinde een signaal
te geven aan de Belgische
regering en aan allen die zich voor
het Congolese democratiserings-
proces inzetten.

Het overgangsproces is de enige
mogelijkheid voor Congo om uit
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
Il faudra accorder la priorité absolue à la réintégration des anciens
combattants, parmi lesquels de nombreux enfants-soldats, condition
sine qua non pour la stabilité du pays. Au risque de sacrifier une
jeunesse sans espoir ni repères, cette réintégration doit être un
objectif central de la reconstruction à laquelle la société civile
congolaise doit être étroitement associée. La Conader doit le
comprendre de toute urgence.

Il faut également procéder au cantonnement systématique des
troupes, pour la plupart en débandade et dont la solde n'est pas
régulièrement payée, et disposer d'un contingent de 100.000 à
120.000 hommes capables de faire respecter l'ordre pendant la
période électorale.

La Belgique et l'Union européenne ont un rôle crucial à jouer à travers
les outils de politique étrangère qui ont récemment redéfini ce que
doit être la gestion de crise en Afrique.

Il faut également ­ et d'autres intervenants l'ont signalé ­ enrôler
l'ensemble des électeurs, y compris dans les zones à risque dont les
provinces à l'est du Congo.

Il faut également mobiliser la communauté internationale ­ et peut-
être qu'ici, nous aurons une discussion sur le fond ­ pour trouver les
200 millions de dollars nécessaires au financement des élections,
somme qui représente en réalité l'effort consacré par la République
Démocratique du Congo au remboursement de sa dette extérieure.

L'annulation de la dette du Congo lui permettrait de consacrer ces
moyens à la procédure électorale.

Je me réjouis de ce que, par le vote de cette résolution, nous
puissions aujourd'hui, à la Chambre, attirer l'attention de la Belgique
et de la communauté internationale afin que tout puisse être mis en
oeuvre pour que les différentes élections prévues en RDC aient bien
lieu d'ici juin 2006. Diverses prises de position ont montré que la
population aspire à un changement qui peut s'exprimer à travers les
urnes et que ce changement devrait amener à la fois une réforme
politique et la possibilité d'entamer des réformes économiques.

Il nous semble qu'un accord global et inclusif de paix et de partage du
pouvoir, signé en décembre 2002 par l'ensemble des acteurs
politiques congolais, devrait pouvoir être réalisé et que la Belgique
doit tout mettre en oeuvre pour que ce soit le cas.
zijn hachelijke toestand te
geraken.

Daartoe moet absolute voorrang
worden gegeven aan de
reïntegratie van de oud-strijders,
en vooral van de kindsoldaten; de
Nationale Commissie voor
ontwapening, demobilisatie en
reïntegratie (COANDER) moet dat
zo snel mogelijk inzien.

Via hun buitenlands beleid kunnen
België en de Europese Unie een
cruciale rol spelen in het
democratische transitieproces in
Congo, en inzonderheid bij de
uitvoering van het vredesakkoord
dat in december 2002 door alle
Congolese politieke leiders
ondertekend werd.

Te dien einde moeten de troepen
systematisch gekantonneerd
worden met het oog op de vorming
van een militair contingent van
ongeveer 100.000 man dat moet
instaan voor de ordehandhaving in
de verkiezingsperiode, en moeten
alle kiezers in het land
geregistreerd worden, ook in de
onrustiger provincies in het oosten
van Congo.

Ten slotte moet de internationale
gemeenschap in het geweer
komen opdat de Democratische
Republiek Congo de ongeveer 200
miljoen dollar zou kunnen
bijeenbrengen die nodig zijn voor
de financiering van de
verkiezingen. Dat bedrag komt
overeen met de afbetaling van de
buitenlandse schuld van het land.

Met deze stemming roepen de
leden van deze Assemblee België
en de internationale gemeenschap
ertoe op alles in het werk te stellen
om ervoor te zorgen dat de
Congolese bevolking in juni 2006
ter stembus kan gaan.
13.11 Karel Pinxten (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, zozeer ik gecharmeerd ben door de betogen van ongeveer
alle partijen met betrekking tot dit voorstel van resolutie, zozeer ben ik
geschokt door het betoog van de heer Van den Eynde. Ik begrijp dat
niet.
13.11 Karel Pinxten (VLD): Je
suis charmé par la plupart des
interventions, mais je suis choqué
par celle de M. Van den Eynde. Je
ne comprends pas qu'un membre
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57

Op het ogenblik dat de verkiezingen uitgesteld zijn en we niet weten
wat er in Congo de komende dagen en weken zal gebeuren, als
Belgisch parlementslid komen vertellen ­ daar kwam zijn boodschap
op neer ­ dat Congo doorheen de geschiedenis een
aaneenschakeling van mislukkingen is en men die mensen beter aan
kun lot kan overlaten, begrijp ik niet. Dat is samengevat de boodschap
die de heer Van den Eynde heeft gebracht. Jammer dat hij niet langer
in het halfrond vertoeft.

Op de vraag of er in Congo mislukkingen zijn geweest, dan is het
antwoord ja. De geschiedenis van Congo is een aaneenschakeling
van mislukkingen. Die zijn er geweest sinds 1960 en die zijn er, naast
heel wat goede dingen, ook in de periode voor 1960 geweest. Stellen
dat er in Congo veel mislukkingen zijn geweest, dat er veel misgaat
en daaruit besluiten dat we de Congolezen vandaag aan hun lot
moeten overlaten, dat wij dit volk maar in hun ellende moeten laten
sudderen en ons in totale passiviteit moeten terugtrekken, vind ik een
totaal ongehoorde stelling.
de cette assemblée puisse être
d'avis que nous devons livrer le
Congo à lui-même à un moment
aussi délicat. L'histoire congolaise
a connu beaucoup d'échecs,
également avant 1960, mais ce
n'est pas une raison pour adopter
une attitude indifférente.
13.12 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
karikatuur die collega Pinxten maakt van het nochtans genuanceerd
betoog van collega Van den Eynde is voor mij absoluut
onaanvaardbaar. Het is een karikatuur ­ ik herhaal het ­ en strookt
absoluut niet met hetgeen hij gezegd heeft.
13.12 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): M. Pinxten caricature
l'intervention de M. Van den
Eynde. C'est inacceptable.
13.13 Karel Pinxten (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Annemans, ik begrijp dat niet. Ik heb heel aandachtig geluisterd naar
het betoog van de heer Van den Eynde. Hij heeft eenvoudigweg
gepleit voor de totale passiviteit. Daar heeft hij voor gepleit. Met de
tekst van de resolutie voor ogen is het onbegrijpelijk dat er in dit
halfrond één partij is die zich niet kan scharen achter een tekst die
door alle andere partijen wordt gedragen. Ik betreur dit ten zeerste,
precies omdat het belangrijk is dat het beleid dat onze regering voert
ten aanzien van Congo zeer breed gedragen wordt door de bevolking
in ons land en dus door de politieke partijen die de bevolking van ons
land vertegenwoordigen.

Normaal is er inzake buitenlands beleid een grote eensgezindheid,
ook inzake het Congo-beleid.
13.13 Karel Pinxten (VLD): M.
Van den Eynde a plaidé en faveur
d'une totale passivité. Il est
inadmissible qu'un seul parti ne se
rallie pas à cette résolution. La
politique du gouvernement à
l'égard du Congo et la résolution
bénéficient d'un large soutien
auprès de la population belge et
du monde politique.
13.14 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
iedereen weet dat het Congo-beleid van deze regering diametraal
staat op het Congo-beleid dat de regering zoals die tot 1999 was
samengesteld ­ weliswaar zonder de Franstalige en Vlaamse
liberalen ­ heeft uitgetekend. Dat is een totaal ander Congo-beleid.
Doen alsof alleen uw Congo-beleid moreel of menselijk aanvaardbaar
is, is complete onzin. Hou nu op, laat mij met rust en zeg wat u te
zeggen hebt. Verdedig waarom wij in die resolutie dat regime moeten
aanhangen. Verdedig waarom wij geld daarin moeten pompen.
Verdedig waarom er geld van deze regering namens de Kamer moet
gaan naar dat regime en leg dan uit waarom u dat verdedigt, maar
laat mij met rust.

Onze partij heeft niet gezegd wat u daarvan maakt.
13.14 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): La politique à l'égard du
Congo est totalement différente
aujourd'hui de celle d'avant 1999.
M. Pinxten ne doit donc pas se
comporter comme si nous étions
les seuls à perturber le grand, le
bel ordre moral par notre attitude.
Il ne doit pas s'en prendre à nous
mais simplement défendre son
dossier en nous détaillant les
avantages de la résolution.
De voorzitter: Gaat u maar verder, mijnheer Pinxten.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
13.15 Karel Pinxten (VLD): Collega Annemans, ik heb u absoluut
niet willen storen in uw rust. Ik heb alleen maar gezegd dat ik het
onbegrijpelijk vind dat uw fractie zich niet achter deze weloverwogen
resolutie kan scharen. Het feit dat ik u dat zeg, stoort u schijnbaar,
maar mij stoort dat dus geenszins. Het is duidelijk dat indien ons land
en onze regering ­ en ook een aantal regeringen daarvoor ­ zich het
lot van Congo en van de Congolese bevolking niet zouden
aantrekken, dat dan niemand anders het zou doen. Indien onze
regering en ons land, Congo en de situatie van de bevolking in Congo
niet ter sprake zou brengen in een aantal gremia en fora op het
Europese niveau en ook op het internationale niveau, zou niemand
anders dat doen. Precies daarom denk ik dat het zeer belangrijk is dat
deze resolutie zo kamerbreed mogelijk gedragen wordt op dit cruciale
ogenblik in de Congolese geschiedenis. Dat is precies ook de reden
waarom wij via deze resolutie het beleid ten opzichte van Congo
vanuit ons land willen ondersteunen. Dat is ook de reden waarom
onze collega Stef Goris al aangekondigd heeft dat wij deze resolutie
ook zullen goedkeuren, mijnheer de voorzitter.
13.15 Karel Pinxten (VLD): Nous
abordons régulièrement le dossier
du Congo lors des réunions
internationales. Si nous ne nous
soucions pas du Congo, personne
d'autre ne le fera. Cette résolution
devrait être plébiscitée par
l'ensemble des membres de la
Chambre, particulièrement en ce
moment crucial de l'histoire
congolaise. Nous la soutiendrons.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion est close.
De bespreking is gesloten.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Chers collègues, je vais clôturer la séance de l'après-midi. Nous reprendrons dans cinq minutes avec le
débat concernant le projet de loi sur la circulation routière.

La séance est levée.
De vergadering is gesloten.

La séance est levée à 18.24 heures. Prochaine séance le jeudi 30 juin 2005 à 18.30 heures.
De vergadering wordt gesloten om 18.24 uur. Volgende vergadering donderdag 30 juni 2005 om 18.30 uur.


CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
JEUDI 30 JUIN 2005
DONDERDAG 30 JUNI 2005
CHAMBRE
KAMER
C
OMMISSIONS
C
OMMISSIES
Commission parlementaire de concertation
Parlementaire overlegcommissie
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995 organisant la commission
parlementaire de concertation prévue à l'article 82
de la Constitution et modifiant les lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat, je vous communique que la
commission parlementaire de concertation a pris les
décisions suivantes en sa réunion de ce matin:
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet
van 6 april 1995 houdende inrichting van de
parlementaire overlegcommissie bedoeld in
artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State, deel
ik u mee dat de parlementaire overlegcommissie in
haar vergadering van deze voormiddag volgende
beslissingen heeft genomen:
1) Conformément à l'article 12, § 2, de la loi
précitée et en application de l'article 80 de la
Constitution, la commission a déterminé les délais
dans lesquels le Sénat aura à se prononcer sur les
projets de loi suivants, pour lesquels le
gouvernement a demandé l'urgence:
1) Overeenkomstig artikel 12, § 2, van de
voormelde wet en met toepassing van artikel 80 van
de Grondwet, heeft de commissie de termijnen
bepaald waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over de volgende wetsontwerpen,
waarvoor de regering de spoedbehandeling heeft
gevraagd:
a) pour le projet de loi modifiant la loi du
8 août 1997 sur les faillites, et portant des
dispositions fiscales diverses (n° 51 1811/1);
a) voor het wetsontwerp tot wijziging van de
faillissementswet van 8 augustus 1997, en
houdende diverse fiscale bepalingen
(nr. 51 1811/1);
La commission a décidé de fixer le délai d'évocation
à 5 jours et le délai d'examen à 30 jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast te
stellen.
b) pour le projet de loi-programme (n° 51 1820/1);
b) voor het ontwerp van programmawet
(nr. 51 1820/1);
La commission a décidé de fixer le délai d'examen
à 60 jours (le projet ayant déjà été évoqué).
De commissie heeft beslist de onderzoekstermijn
op 60 dagen vast te stellen (het ontwerp is al
geëvoceerd).
c) pour le projet de loi portant des mesures
d'accompagnement en ce qui concerne l'institution
d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de
représentation et de procédures relatives à
l'implication des travailleurs au sein de la Société
européenne (n° 51 1821/1);
c) voor het wetsontwerp houdende begeleidende
maatregelen met betrekking tot de instelling van
een bijzondere onderhandelingsgroep, een
vertegenwoordigingsorgaan en procedures
betreffende de rol van de werknemers in de
Europese vennootschap (nr. 51 1821/1);
La commission a décidé de fixer le délai d'évocation
à 5 jours et le délai d'examen à 30 jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast te
stellen.
d) pour le projet de loi portant des dispositions
diverses (n° 51 1845/1);
d) voor het wetsontwerp houdende diverse
bepalingen (nr. 51 1845/1);
La commission a décidé de fixer le délai d'évocation
à 5 jours et le délai d'examen à 20 jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 20 dagen vast te
stellen.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
e) pour le projet de loi insérant un article 314bis
dans le Code des impôts sur les revenus 1992
(n° 51 1857/1);
e) voor het wetsontwerp tot invoeging van een
artikel 314bis in het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (nr. 51 1857/1);
La commission a décidé de fixer le délai d'évocation
à 5 jours et le délai d'examen à 30 jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast te
stellen.
f) pour le projet de loi modifiant le Code des impôts
sur les revenus 1992 en matière de précompte
professionnel suite aux orientations
communautaires 2004/43 du 17 janvier 2004 de la
Commission de l'Union européenne sur les aides
d'Etat au transport maritime (n° 51 1859/1);
f) voor het wetsontwerp tot wijziging van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het
vlak van de bedrijfsvoorheffing ingevolge de
Communautaire richtsnoeren 2004/43 van
17 januari 2004 van de Commissie van de
Europese Unie betreffende staatssteun voor het
zeevervoer (nr. 51 1859/1);
La commission a décidé de fixer le délai d'évocation
à 5 jours et le délai d'examen à 30 jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast te
stellen.
g) pour le projet de loi modifiant la loi du
15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers (n° 51 1861/1);
g) voor het wetsontwerp tot aanpassing van de wet
van 15 december 1980 betreffende de toegang tot
het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen (nr. 51 1861/1);
La commission a décidé de fixer le délai d'évocation
à 5 jours et le délai d'examen à 20 jours.
De commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 20 dagen vast te
stellen.
2) Conformément aux articles 2, 2°, et 12, § 1
er
, de
la loi précitée et en application de l'article 82 de la
Constitution, la commission a prolongé le délai dans
lequel le Sénat aura à se prononcer sur le projet de
loi modifiant certaines lois relatives aux dotations
allouées à la Cour des comptes, aux médiateurs
fédéraux, aux commissions de nomination pour le
notariat et à la Commission de la protection de la
vie privée (n
os
51 608/1 à 6);
2) Overeenkomstig de artikelen 2, 2°, en 12, § 1,
van de voormelde wet en met toepassing van
artikel 82 van de Grondwet, heeft de commissie de
termijn verlengd waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over het wetsontwerp tot wijziging van
een aantal wetten betreffende de dotaties aan het
Rekenhof, de federale ombudsmannen, de
benoemingscommissies voor het notariaat en de
Commissie voor de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer (nrs 608/1 tot 6);
La commission a décidé de prolonger le délai
d'examen de 60 jours.
De commissie heeft beslist de onderzoekstermijn
met 60 dagen te verlengen.
3) Conformément aux articles 2, 2°, et 12, § 1
er
, de
la loi précitée et en application de l'article 82 de la
Constitution, la commission a prolongé le délai dans
lequel la Chambre aura à se prononcer sur le projet
de loi instaurant une indemnité compensatoire de
pertes de revenus en faveur des travailleurs
indépendants victimes de nuisances dues à la
réalisation de travaux sur le domaine public
(n° 51 1751/1);
3) Overeenkomstig de artikelen 2, 2°, en 12, § 1,
van de voormelde wet en met toepassing van
artikel 82 van de Grondwet, heeft de commissie de
termijn verlengd waarbinnen de Kamer zich moet
uitspreken over het wetsontwerp betreffende de
uitkering van een inkomenscompensatie-
vergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn
van hinder ten gevolge van werken op het openbaar
domein (nr. 1751/1);
La commission a décidé de prolonger le délai
d'examen de 30 jours.
De commissie heeft beslist de onderzoekstermijn
met 30 dagen te verlengen.
4) Conformément aux articles 2, 4°, et 12, § 3, de
la loi précitée et en application de l'article 81,
alinéa 5, de la Constitution, la commission a
déterminé le délai dans lequel la Chambre aura à
se prononcer sur le projet de loi modifiant les
articles 648, 652, 655 et 656 du Code judiciaire, en
vue d'organiser un dessaisissement simplifié du
juge qui pendant plus de six mois néglige de juger
la cause qu'il a prise en délibéré (n° 51 1662/1);
4) Overeenkomstig de artikelen 2, 4°, en 12, § 3,
van de voormelde wet en met toepassing van artikel
81, vijfde lid, van de Grondwet, heeft de commissie
de termijn bepaald waarbinnen de Kamer zich moet
uitspreken over het wetsontwerp tot wijziging van de
artikelen 648, 652, 655 en 656 van het Gerechtelijk
Wetboek, met het oog op de invoering van een
vereenvoudige onttrekking van de zaak aan de
rechter die gedurende meer dan zes maanden
verzuimt de zaak die hij in beraad heeft genomen,
te berechten (nr. 51 1662/1);
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
La commission a décidé de fixer le délai d'examen
à 60 jours.
De commissie heeft beslist de onderzoekstermijn
op 60 dagen vast te stellen.
5) En application de l'article 10, § 1
er
, 3°, de la loi
précitée, la commission a pris acte de la période
pendant laquelle les délais seront suspendus, c'est-
à-dire du 16 juillet 2005 au 9 octobre 2005 inclus.
5) Met toepassing van artikel 10, § 1, 3°, van de
voormelde wet, heeft de commissie nota genomen
van de periode tijdens welke de termijnen geschorst
zullen worden, van 16 juli 2005 tot en met
9 oktober 2005.
Pour information
Ter kennisgeving
Rapports
Verslagen
Les rapports suivants ont été déposés:
Volgende verslagen werden ingediend:
au nom de la commission de Contrôle des
dépenses électorales et de la Comptabilité des
partis politiques,
namens de Controlecommissie betreffende de
verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de
politieke partijen,
- par M. Paul Wille (S) et Mme Anne Barzin, sur les
dépenses électorales engagées par les partis
politiques et les candidats individuels pour l'élection
du Parlement européen du 13 juin 2004 (n° 1896/1);
- door de heer Paul Wille (S) en mevrouw Anne
Barzin, over de verkiezingsuitgaven van de politieke
partijen en de individuele kandidaten voor de
verkiezing van het Europees Parlement van
13 juni 2004 (nr. 1896/1);
au nom de la commission des Affaires sociales,
namens de commissie voor de Sociale Zaken,
- par Mme Sabien Lahaye-Battheu, sur:
- door mevrouw Sabien Lahaye-Battheu, over:
. le projet de loi portant des mesures
d'accompagnement en ce qui concerne l'institution
d'un groupe spécial de négociation, d'un organe de
représentation et de procédures relatives à
l'implication des travailleurs au sein de la Société
européenne (n° 1821/2);
. het wetsontwerp houdende begeleidende
maatregelen met betrekking tot de instelling van
een bijzondere onderhandelingsgroep, een
vertegenwoordigingsorgaan en procedures
betreffende de rol van de werknemers in de
Europese vennootschap (nr. 1821/2);
. le projet de loi portant des dispositions diverses en
ce qui concerne l'institution d'un groupe spécial de
négociation, d'un organe de représentation et de
procédures relatives à l'implication des travailleurs
au sein de la Société européenne (n° 1822/2);
. het wetsontwerp houdende diverse bepalingen
met betrekking tot de instelling van een bijzondere
onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigings-
orgaan en procedures betreffende de rol van de
werknemers in de Europese vennootschap
(nr. 1822/2);
- par Mmes Nahima Lanjri, Maggie De Block et
Danielle Van Lombeek-Jacobs, sur le projet de loi
portant des dispositions diverses (art. 86 à 98)
(n° 1845/13);
- door de dames Nahima Lanjri, Maggie De Block
en Danielle Van Lombeek-Jacobs, over het
wetsontwerp houdende diverse bepalingen (art. 86
tot 98) (nr. 1845/13);
au nom de la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture,
namens de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw,
- par M. Koen T'Sijen, sur le projet de loi visant à
transposer certaines dispositions de la directive
services financiers à distance et de la directive vie
privée et communications électroniques (n° 1776/4);
- door de heer Koen T'Sijen, over het wetsontwerp
tot omzetting van verschillende bepalingen van de
richtlijn financiële diensten op afstand en van de
richtlijn privacy en elektronische communicatie
(nr. 1776/4);
au nom de la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques,
namens de commissie voor de Infrastructuur, het
Verkeer en de Overheidsbedrijven,
- par Mme Hilde Vautmans, sur:
- door mevrouw Hilde Vautmans, over:
. le projet de loi modifiant la loi du 7 février 2003
portant diverses dispositions en matière de sécurité
routière (n° 1428/10);
. het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7
februari 2003 houdende diverse bepalingen inzake
verkeersveiligheid (nr. 1428/10);
. la proposition de loi (MM. François Bellot et Daniel
Bacquelaine et Mme Dominique Tilmans) modifiant
l'article 216bis du Code d'instruction criminelle ainsi
que les lois relatives à la police de la circulation
. het wetsvoorstel (de heren François Bellot en
Daniel Bacquelaine en mevrouw Dominique
Tilmans) tot wijziging van artikel 216bis van het
Wetboek van strafvordering, alsook van de wetten
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
routière, coordonnées le 16 mars 1968, en vue de
permettre au ministère public de proposer une
réponse alternative aux poursuites judiciaires
traditionnelles en matière de roulage (n° 154/2);
betreffende de politie over het wegverkeer,
gecoördineerd op 16 maart 1968, teneinde het
openbaar ministerie de mogelijkheid te bieden
inzake verkeersovertredingen een alternatieve
maatregel voor te stellen, in plaats van de
gebruikelijke gerechtelijke vervolging (nr. 154/2);
. la proposition de loi (M. Guido De Padt) relative au
règlement administratif de certaines infractions à la
législation sur la circulation routière (n° 746/2);
. het wetsvoorstel (de heer Guido De Padt)
betreffende de administratiefrechtelijke afhandeling
van bepaalde inbreuken op de wetgeving inzake het
wegverkeer (nr. 746/2);
. la proposition de loi (M. Alain Courtois et Mme
Valérie De Bue) visant à modifier les articles 65bis
et 65ter des lois relatives à la police de la circulation
routière coordonnées le 16 mars 1968 (n° 1111/2);
. het wetsvoorstel (de heer Alain Courtois en
mevrouw Valérie De Bue) tot wijziging van de
artikelen 65bis en 65ter van de wetten betreffende
de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op
16 maart 1968 (nr. 1111/2);
au nom de la commission des Finances et du
Budget,
namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,
- par Mme Marie-Christine Marghem, sur:
- door mevrouw Marie-Christine Marghem, over:
. le projet de loi modifiant le Code des impôts sur
les revenus 1992 en matière de précompte
professionnel suite aux orientations
communautaires 2004/43 du 17 janvier 2004 de la
Commission de l'Union européenne sur les aides
d'Etat au transport maritime (n° 1859/2);
. het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 op het vlak van de
bedrijfsvoorheffing ingevolge de Communautaire
richtsnoeren 2004/43 van 17 januari 2004 van de
Commissie van de Europese Unie betreffende
staatssteun voor het zeevervoer (nr. 1859/2);
. le projet de loi modifiant la loi du 8 août 1997 sur
les faillites, et portant des dispositions fiscales
diverses (art. 11 à 17) (n° 1811/3);
. het wetsontwerp tot wijziging van de
faillissementswet van 8 augustus 1997, en
houdende diverse fiscale bepalingen (art. 11 tot 17)
(nr. 1811/3);
- par M. Luk Van Biesen, sur le projet de loi portant
des dispositions diverses (art. 105) (n° 1845/14);
- door de heer Luk Van Biesen, over het
wetsontwerp houdende diverse bepalingen
(art. 105) (nr. 1845/14);
au nom de la commission des Relations
extérieures,
namens de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen,
- par M. Mohammed Boukourna, sur:
- door de heer Mohammed Boukourna, over:
. la proposition de résolution (MM. Dirk Van der
Maelen, Jean-Marc Delizée, Jean-Jacques Viseur
et Melchior Wathelet et Mmes Karine Lalieux, Marie
Nagy et Nathalie Muylle) relative au respect du droit
international humanitaire dans les territoires
palestiniens et en Israël (n° 1517/6);
. het voorstel van resolutie (de heren Dirk Van der
Maelen, Jean-Marc Delizée, Jean-Jacques Viseur
en Melchior Wathelet en de dames Karine Lalieux,
Marie Nagy en Nathalie Muylle) betreffende het
respect voor het internationaal humanitair recht in
de Palestijnse gebieden en Israël (nr. 1517/6);
. la roposition de résolution (MM. Jean-Marc Delizée
et Mohammed Boukourna, Mme Karine Lalieux,
MM. Patrick Moriau et Raymond Langendries, Mme
Zoé Genot et M. Geert Lambert) sur le mur de
séparation entre Israël et les territoires palestiniens
de Cisjordanie (n° 1083/2);
. het voorstel van resolutie (de heren Jean-Marc
Delizée en Mohammed Boukourna, mevrouw
Karine Lalieux, de heren Patrick Moriau en
Raymond Langendries, mevrouw Zoé Genot en de
heer Geert Lambert) betreffende de
scheidingsmuur tussen Israël en de Palestijnse
gebieden op de Westelijke Jordaanoever
(nr. 1083/2);
- par Mme Nathalie Muylle, sur le projet de loi
modifiant l'article 8 de la loi du 25 mai 1999 relative
à la coopération internationale belge, en ce qui
concerne l'attention aux droits de l'enfant (transmis
par le Sénat) (n° 1817/2);
- door mevrouw Nathalie Muylle, over het
wetsontwerp tot wijziging van artikel 8 van de wet
van 25 mei 1999 betreffende de internationale
samenwerking, met betrekking tot de aandacht voor
kinderrechten (overgezonden door de Senaat)
(nr. 1817/2);
au nom de la commission des Naturalisations,
namens de commissie voor de Naturalisaties,
- par M. Guy Hove sur les demandes de naturalisa-
tion (n
°
1898/1).
- door de heer Guy Hove over de naturalisatie-
aanvragen (nr. 1898/1).
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
D
EMANDES D
'
INTERPELLATION
I
NTERPELLATIEVERZOEKEN
Dépôts
Ingediend
1. M. Pieter De Crem au premier ministre sur "la
situation sociale, économique et budgétaire du pays
et l'incapacité du gouvernement à résoudre les
problèmes sociaux, économiques et budgétaires".
1. de heer Pieter De Crem tot de eerste minister
over "de sociale, economische en budgettaire
toestand van het land en het onvermogen van de
regering om de sociale, economische en
budgettaire problemen aan te pakken".
(n° 631 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
(nr. 631 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
2. M. Luc Sevenhans au premier ministre sur "sa
responsabilité politique dans le dossier A4400M".
2. de heer Luc Sevenhans tot de eerste minister
over "zijn politieke verantwoordelijkheid in het
dossier A4400M".
(n° 632 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
(nr. 632 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
3. M. Ortwin Depoortere au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les
émetteurs
francophones qui perturbent la diffusion de certains
programmes en Flandre et le projet d'arrêté royal
qui officialisera cette situation".
3. de heer Ortwin Depoortere tot de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "Franstalige stoorzenders
in Vlaanderen en uw ontwerp-KB die dat
bestendigt".
(n° 633 - renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
(nr. 633 - verzonden de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand et de
Landbouw)
4. M. Mark Verhaegen au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la police des ondes et la
mise en conformité des émetteurs qui perturbent la
diffusion de certains programmes".
4. de heer Mark Verhaegen tot de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de etherpolitie en de
regulering van de stoorzenders".
(n° 634 - renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
(nr. 634 - verzonden de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
Retraits
Ingetrokken
Par lettre du 24 juin 2005, M.Guido Tastenhoye fait
savoir qu'il retire son interpellation sur "le
financement pluriannuel de l'Union européenne
entre 2007 et 2013 et le risque, pour la Belgique, de
perdre des centaines de millions d'euros de
subventions" (n° 605).
Bij brief van 24 juni 2005 deelt de heer Guido
Tastenhoye mede dat hij zijn interpellatie over "de
meerjarenfinancieirng van de EU van 2007 tot 2013
en het dreigende verlies voor België van honderden
miljoenen euro's subsidies" (nr. 605) intrekt.
Pour information
Ter kennisgeving
P
ROPOSITIONS
V
OORSTELLEN
Autorisation d'impression (Rgt 75.2)
Toelating tot drukken (Rgt 75.2)
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
1. Proposition de résolution (MM. Guido De Padt et
Bart Tommelein et Mme Hilde Vautmans) relative à
la reconnaissance du droit à une mobilité de base
minimale garantie (n° 1881/1).
1. Voorstel van resolutie (de heren Guido De Padt
en Bart Tommelein en mevrouw Hilde Vautmans)
betreffende de erkenning van een gewaarborgde
minimale basismobiliteit (nr. 1881/1).
2. Proposition de résolution (M. Guido De Padt et
Mmes Hilde Vautmans, Annick Saudoyer, Valérie
De Bue et Véronique Ghenne et M. François Bellot)
relative à la création d'un Institut d'analyse des
accidents de la route (n° 1882/1).
2. Voorstel van resolutie (de heer Guido De Padt en
de dames Hilde Vautmans, Annick Saudoyer,
Valérie De Bue en Véronique Ghenne en de heer
François Bellot) betreffende de oprichting van een
Instituut voor Verkeersongevallenanalyse
(nr. 1882/1).
3. Proposition de résolution (Mmes Inga Verhaert,
Magda De Meyer, Karine Lalieux, Colette Burgeon,
Hilde Vautmans, Zoé Genot, Annelies Storms,
Nathalie Muylle, Brigitte Wiaux et Valérie De Bue)
relative à l'engagement de la Belgique en ce qui
concerne la santé et les droits en matière de
sexualité et de reproduction dans le cadre de la
cooperation internationale (n° 1883/1).
3. Voorstel van resolutie (de dames Inga Verhaert,
Magda De Meyer, Karine Lalieux, Colette Burgeon,
Hilde Vautmans, Zoé Genot, Annelies Storms en
Nathalie Muylle, Brigitte Wiaux en Valérie De Bue)
betreffende het Belgisch engagement inzake
seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
in de internationale samenwerking (nr. 1883/1).
4. Proposition de loi (Mme Hilde Dierickx) modifiant
l'arrêté royal du 10 août 1998 fixant les normes
auxquelles doit répondre une fonction "service
mobile d'urgence" (SMUR) pour être agréée
(n° 1884/1).
4. Wetsvoorstel (mevrouw Hilde Dierickx) tot
wijziging van het koninklijk besluit van
10 augustus 1998 houdende de vaststelling van de
normen waaraan
een functie "mobiele
urgentiegroep" (MUG) moet voldoen om te worden
erkend (nr. 1884/1).
5. Proposition de loi (M. Alfons Borginon et Mme
Martine Taelman) modifiant le Code civil en ce qui
concerne le comportement incorrect des
bénéficiaires (n° 1885/1).
5. Wetsvoorstel (de heer Alfons Borginon en
mevrouw Martine Taelman) tot wijziging van het
Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het
onbetamelijk gedrag van een begunstigde
(nr. 1885/1).
6. Proposition de loi (MM. Servais Verherstraeten et
Tony Van Parys) modifiant le Code judiciaire en ce
qui concerne la médiation en matière familiale
(n° 1886/1).
6. Wetsvoorstel (de heren Servais Verherstraeten
en Tony Van Parys) tot wijziging van het gerechtelijk
Wetboek met betrekking tot de bemiddeling in
gezinsconflicten (nr. 1886/1).
7. Proposition de résolution (Mmes Dominique
Tilmans et Valérie De Bue et MM. François Bellot et
Olivier Chastel) visant à renforcer la sécurité
aérienne (n° 1888/1).
7. Voorstel van resolutie (de dames Dominique
Tilmans en Valérie De Bue en de heren François
Bellot en Olivier Chastel) betreffende het opvoeren
van de luchtvaartveiligheid (nr. 1888/1).
8. Proposition de résolution (Mme Josée Lejeune et
MM. Patrick Moriau et Dirk Van der Maelen) relative
au respect des droits de l'homme en Iran
(n° 1889/1).
8. Voorstel van resolutie (mevrouw Josée Lejeune
en de heren Patrick Moriau en Dirk Van der Maelen)
betreffende de eerbiediging van de rechten van de
mens in Iran (nr. 1889/1).
9. Proposition de résolution (M. Dirk Van der
Maelen et Mmes Magda De Meyer et Maya
Detiège) relative à l'organisation par la Cour des
comptes d'une enquête sur la gestion et le contrôle
de l'INAMI et du SPF Santé publique en ce qui
concerne le financement hospitalier (n° 1890/1).
9. Voorstel van resolutie (de heer Dirk Van der
Maelen en de dames Magda De Meyer en Maya
Detiège) teneinde het Rekenhof te belasten met
een onderzoek naar het beheer en de controle van
het RIZIV en de FOD Volksgezondheid inzake de
ziekenhuisfinanciering (nr. 1890/1).
10. Proposition de loi (MM. Tony Van Parys et Jo
Vandeurzen, Mme Liesbeth Van der Auwera et M.
Servais Verherstraeten) instaurant un juge des
incivilités-juge conciliateur (n° 1891/1).
10. Wetsvoorstel (de heren Tony Van Parys en Jo
Vandeurzen, mevrouw Liesbeth Van der Auwera en
de heer Servais Verherstraeten) tot invoering van
een overlastrechter-verzoeningsrechter (nr. 1891/1).
11. Proposition de loi (MM. Ortwin Depoortere, Filip
De Man, Hagen Goyvaerts et Francis Van den
Eynde) insérant un nouvel article incriminant le
squat dans le Code pénal (n° 1894/1).
11. Wetsvoorstel (de heren Ortwin Depoortere, Filip
De Man, Hagen Goyvaerts en Francis Van den
Eynde) tot invoeging van het misdrijf van kraken
van gebouwen in het Strafwetboek (nr. 1894/1).
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
12. Proposition de résolution (Mmes Hilde
Vautmans, Annemie Turtelboom, Maggie De Block
et Martine Taelman et MM. Bart Tommelein et
Miguel Chevalier) relative à la reconnaissance
sociale des holebis et à la mise en oeuvre d'une
politique d'égalité des chances en leur faveur
(n° 1897/1).
12. Voorstel van resolutie (de dames Hilde
Vautmans, Annemie Turtelboom, Maggie De Block
en Martine Taelman en de heren Bart Tommelein
en Miguel Chevalier) betreffende de algemene
maatschappelijke aanvaarding en gelijkschakeling
van holebi's (nr. 1897/1).
Demande d'avis
Verzoek om advies
Par lettre du 27 juin 2005, le président de la
Chambre a demandé l'avis du Conseil d'Etat sur le
texte de la proposition de loi de M. Koen T'Sijen et
consorts de promotion de la participation sociale et
de l'épanouissement culturel et sportif des usagers
des services des centres publics d'action sociale
(n° 51 1849/1).
Bij brief van 27 juni 2005 heeft de voorzitter van de
Kamer het advies van de Raad van State gevraagd
over de tekst van het wetsvoorstel van de heer
Koen T'Sijen c.s. tot bevordering van de
maatschappelijke participatie en de culturele en
sportieve ontplooiing van de gebruikers van de
dienstverlening van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn (nr. 51 1849/1).
Pour information
Ter kennisgeving
SÉNAT
SENAAT
Projets transmis
Overgezonden ontwerpen
Par messages du 23 juin 2005, le Sénat transmet
tel qu'il les a adoptés en séance de cette date, les
projets de loi suivants:
Bij brieven van 23 juni 2005 zendt de Senaat de
volgende wetsontwerpen over, zoals hij ze in
vergadering van die datum heeft aangenomen:
- projet de loi portant assentiment à la Convention
portant création de l'Institut international des
ressources phytogénétiques, faite à Rome le
9 octobre 1991 (n° 1892/1);
- wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst houdende oprichting van het
"International plant genetic resources institute",
gedaan te Rome op 9 oktober 1991 (nr. 1892/1);
- projet de loi portant assentiment au et exécution du
Protocole de 2003 à la Convention internationale de
1992 portant création d'un Fonds international
d'indemnisation pour les dommages dus à la
pollution par les hydrocarbures, fait à Londres le 16
mai 2003 (nr. 1893/1).
- wetsontwerp houdende instemming met en
uitvoering van het Protocol van 2003 bij het
Internationaal Verdrag van 1992 ter oprichting van
een Internationaal Fonds voor vergoeding van
schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te
Londen op 16 mei 2003 (nr. 1893/1);
Renvoi à la commission des Relations extérieures
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
Projets évoqués
Geëvoceerde ontwerpen
Par message du 24 juin 2005, le Sénat informe qu'il
a évoqué, en application de l'article 78 de la
Constitution, le 24 juin 2005, le projet de loi-
programme (n° 820/18).
Bij brief van 24 juni 2005 deelt de Senaat mede dat
hij op 24 juni 2005, met toepassing van artikel 78
van de Grondwet, het ontwerp van programmawet
(nr. 1820/18), heeft geëvoceerd.
Pour information
Ter kennisgeving
COUR DES COMPTES
REKENHOF
Avis
Advies
Par lettre du 22 juin 2005, le premier président de la
Cour des comptes transmet l'avis de la Cour des
comptes sur la proposition de loi de M. Dirk Van der
Maelen modifiant le Code des impôts sur les
revenus 1992 en ce qui concerne les avantages de
Bij brief van 22 juni 2005 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof het advies van het Rekenhof over
het wetsvoorstel van de heer Dirk Van der Maelen
tot wijziging van het Wetboek van de
Inkomstenbelasting 1992 met betrekking tot de
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
toute nature (n° 51 1172/1).
voordelen alle aard (nr. 51 1172/1).
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Observations concernant une délibération du Conseil
des ministres
Opmerkingen bij een beslissing van de Ministerraad
Par lettre du 22 juin 2005, le premier président de la
Cour des comptes fait connaître que la Cour des
comptes a reçu copie de la délibération n° 3198 prise
par le Conseil des ministres du 9 juin 2005 et
autorisant l'engagement, l'ordonnancement et le
paiement de dépenses à concurrence de 13 millions
d'euros et relatives au paiement des créances
urgentes et imprévisibles des abattoirs, au-delà des
crédits ouverts au budget général des dépenses de
l'année budgétaire 2005, pour le programme 54.0,
libellé "Animaux, Plantes et Alimentation ­
Programme de subsistance".
Bij brief van 22 juni 2005 deelt de eerste voorzitter
van het Rekenhof mede dat het Rekenhof een
afschrift heeft ontvangen van de beraadslaging nr.
3198 die de Ministerraad op 9 juni 2005 heeft
genomen en waarbij machtiging wordt verleend tot
het vastleggen, het ordonnanceren en het betalen
van uitgaven ten belope van een bedrag van
13 miljoen euro, bestemd voor het betalen van
dringende en onvoorzienbare schuldvorderingen
van slachthuizen, boven de kredieten geopend in de
algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2005, voor het programma 54.0
luidend "Dier, Plant en Voeding
­
Bestaansmiddelen".
Son Collège estime que cette délibération ne satisfait
pas entièrement aux conditions prévues à l'article 44
des lois coordonnées sur la comptabilité de l'Etat.
Zijn college is van oordeel dat deze beraadslaging
niet volledig beantwoordt aan de voorwaarden van
artikel 44 van de gecoördineerde wetten op de
rijkscomptabiliteit.
Il est vrai qu'aucun crédit n'a été ouvert en cette
matière par la loi du 27 décembre 2004 contenant le
budget général des dépenses pour l'année
budgétaire 2005 et que le caractère urgent des
dépenses peut difficilement être contesté, mais le
caractère imprévisible des circonstances ayant
amené cette urgence n'est pas démontré.
Voor deze aangelegenheid werden weliswaar geen
kredieten geopend in de wet van 27 december 2004
houdende de algemene uitgavenbegroting voor het
begrotingsjaar 2005 en het dringende karakter van
de uitgaven kan bezwaarlijk worden betwist, doch er
is niet aangetoond dat de omstandigheden die tot
die dringendheid hebben geleid, onvoorzienbaar
waren.
L'arrêt de la Cour de Justice européenne mentionné
dans la délibération date du 21 octobre 2003. En
outre, dans le plupart des dossiers concernés, des
décisions judiciaires définitives ont été prises au
cours de la période 1997-2001. Par ailleurs, la
signification et l'ordre de paiement précédant la saisie
immobilière ont déjà eu lieu dans un certain nombre
de dossiers, respectivement les 12 septembre 2003,
28 juin 2004, 1
er
octobre 2004 et 17 novembre 2004.
De in de beraadslaging vermelde uitspraak van het
Europees Hof van Justitie dateert reeds van
21 oktober 2003. Daarnaast zijn er voor het
merendeel van de betrokken dossiers rechterlijke
eindbeslissingen gewezen in de periode 1997-2001.
De betekening en het bevel tot betaling
voorafgaand aan het beslag op onroerend goed
vonden daarenboven in een aantal dossiers reeds
plaats op respectievelijk 12 september 2003,
28 juni 2004, 1 oktober 2004 en 17 november 2004.
Par conséquent, les crédits nécessaires auraient pu
être prévus soit par le biais d'un ajustement du
budget général des dépenses pour l'année 2004, soit
en les intégrant dans le budget général des
dépenses pour l'année 2005.
De benodigde kredieten konden bijgevolg worden
voorzien hetzij door middel van een aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2004,
hetzij door deze op te nemen in de algemene
uitgavenbegroting voor het jaar 2005.
En ce qui concerne les crédits qui seront bloqués au
programme 03-41-1 "Crédits provisionnels", il y a
lieu, en outre, de souligner l'absence de justification
quant à ce programme dans le budget général des
dépenses ajusté pour l'année 2005, ce qui ne permet
pas d'évaluer les conséquences de ce blocage sur
les autres dépenses prévues. La Cour des comptes
se réfère également à son commentaire au sujet du
projet d'ajustement du budget de l'Etat pour l'année
er
Ten aanzien van de kredieten die worden
geblokkeerd op het programma 03-41-1
"provisionele kredieten" dient voorts te worden
gewezen op het gebrek aan verantwoording
hierover bij de aangepaste uitgavenbegroting voor
het jaar 2005 waardoor het niet mogelijk is de
gevolgen van deze blokkering voor de andere
geplande uitgaven te beoordelen. Het Rekenhof
verwijst in dit verband ook naar zijn commentaar bij
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
budgétaire 2005 (Chapitre I
er
­ Généralités ­ point 1
in fine).
het ontwerp van aangepaste Staatsbegroting voor
het begrotingsjaar 2005 (Hoofdstuk I
­
Algemeenheden ­ punt 1 in fine).
Pour information
Ter kennisgeving
COUR D'ARBITRAGE
ARBITRAGEHOF
Arrêts
Arresten
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- l'arrêt n° 107/2005 rendu le 22 juin 2005
concernant le recours en annulation du décret de la
Région wallonne du 22 octobre 2003 modifiant les
articles 48 et 54 du Code des droits de succession,
introduit par P. Renkin;
- het arrest nr. 107/2005 uitgesproken op
22 juni 2005 betreffende het beroep tot vernietiging
van het decreet van het Waalse Gewest van
22 oktober 2003 houdende wijziging van de
artikelen 48 en 54 van het Wetboek der
successierechten, ingesteld door P. Renkin;
(n° du rôle: 3003)
(rolnummer: 3003)
- l'arrêt n° 108/2005 rendu le 22 juin 2005
concernant les questions préjudicielles concernant
l'article 44 de la loi du 17 juillet 1997 relative au
concordat judiciaire, posées par le tribunal du
commerce d'Ypres par jugement du 28 juin 2004,
en cause de la SA Dexia Lease Services contre M.
Muylle et autres et par le tribunal de commerce de
Furnes par jugement du 30 juin 2004, en cause de
I. Feys contre J. Decadt et des parties en
intervention volontaire SA KBC Lease et autres;
- het arrest nr. 108/2005 uitgesproken op
22 juni 2005 betreffende de prejudiciële vragen over
artikel 44 van de wet van 17 juli 1997 betreffende
het gerechtelijk akkoord, gesteld door de rechtbank
van koophandel te Ieper bij vonnis van 28 juni 2004,
inzake de NV Dexia Lease Services tegen M.
Muylle en anderen en door de rechtbank van
koophandel te Veurne bij vonnis van 30 juni 2004,
inzake I. Feys tegen J. Decadt, met vrijwillig
tussenkomende partijden NV KBC Lease en
anderen;
(n
os
du rôle: 3052 et 3060)
(rolnummers: 3052 en 3060)
- l'arrêt n° 109/2005 rendu le 22 juin 2005
concernant la question préjudicielle relative à
l'article 65 du Code pénal et à l'article 21 du titre
préliminaire du Code de procédure pénale, posée
par le tribunal correctionnel de Bruges par jugement
du 13 septembre 2004, en cause du ministère
public et de M.L. et autres contre L.D.B. et l'ASBL
"Huize Tordale";
- het arrest nr. 109/2005 uitgesproken op
22 juni 2005 betreffende de prejudiciële vraag
betreffende artikel 65 van het Strafwetboek en
artikel 21 van de voorafgaande titel van het
Wetboek van Strafvordering, gesteld door de
correctionele rechtbank te Brugge bij vonnis van
13 september 2004, inzake het openbaar ministerie
en M.L. en anderen tegen L.D.B. en de VZW Huize
Tordale;
(n° du rôle: 3089)
(rolnummer: 3089)
- l'arrêt n° 110/2005 rendu le 22 juin 2005
concernant le recours en annulation de l'article 9,
alinéa 1
er
, 1°, du décret de la Région wallonne du
1
er
avril 2004 relatif à l'agrément et au
subventionnement des organismes d'insertion
socioprofessionnelle et des entreprises de
formation par le travail, introduit par l'ASBL
Association libre des entreprises d'apprentissage
professionnel et autres;
- het arrest nr. 110/2005 uitgesproken op
22 juni 2005 betreffende het beroep tot vernietiging
van artikel 9, eerste lid, 1°, van het decreet van het
Waalse Gewest van 1 april 2004 betreffende de
erkenning en de subsidiëring van de instellingen
voor maatschappelijke integratie en inschakeling in
het arbeidsproces en van de bedrijven voor vorming
door arbeid, ingesteld door de VZW "Association
libre des entreprises d'apprentissage professionnel"
en anderen;
(n° du rôle: 3174)
(rolnummer: 3174)
- l'arrêt n° 111/2005 rendu le 22 juin 2005
concernant le recours en annulation du décret de la
Communauté française du 19 mai 2004 relatif aux
membres du personnel exerçant une fonction de
promotion ou de sélection à titre temporaire sans
er
- het arrest nr. 111/2005 uitgesproken op
22 juni 2005 betreffende het beroep tot vernietiging
van het decreet van de Franse Gemeenschap van
19 mei 2004 betreffende de personeelsleden die
een bevorderings- of een selectieambt tijdelijk
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
interruption depuis le 1
er
janvier 2004 dans
l'enseignement de promotion sociale de la
Communauté française, introduit par M. Frelon.
uitoefenen zonder onderbreking sedert
1 januari 2004 in het onderwijs voor sociale
promotie van de Franse Gemeenschap, ingesteld
door M. Frelon.
(n° du rôle: 3080)
(rolnummer: 3080)
Pour information
Ter kennisgeving
Questions préjudicielles
Prejudiciële vragen
En application de l'article 72, alinéa 2, de la loi
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le
greffier de la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 72, tweede lid, van de
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
Arbitragehof, geeft de griffier van het Arbitragehof
kennis van:
- les conclusions des juges-rapporteurs concernant
la question préjudicielle relative à l'article 69bis des
lois relatives à la police de la circulation routière,
coordonnées par l'arrêté royal du 16 mars 1968,
inséré par l'article 33 de la loi du 7 février 2003
portant diverses dispositions en matière de sécurité
routière, posée par le tribunal correctionnel de
Namur par deux jugements du 24 mai 2005, en
cause du procureur du Roi et P. Pisvin et autres et
en cause du procureur du Roi et G. Bauwens et
autres, par le tribunal correctionnel de Dinant par
jugement du 23 mai 2005, en cause du ministère
public contre T. Jacqmain et par le tribunal
correctionnel de Namur par jugement du
7 juin 2005, en cause du procureur du Roi contre B.
Brassine et C. Paravano; l'ordonnance de jonction
de ces affaires.
- de conclusies van de rechters-verslaggevers over
de prejudiciële vraag betreffende artikel 69bis van
de wetten betreffende de politie over het
wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit
van 16 maart 1968, ingevoegd bij artikel 33 van de
wet van 7 februari 2003 haudende verschillende
bepalingen inzake verkeersveiligheid, gesteld door
de correctionele rechtbank te Namen bij twee
vonnissen van 24 mei 2005, inzake de procureur
des Konings en P. Pisvin en anderen en inzake de
procureur des Konings en G. Bauwens en anderen,
door de correctionele rechtbank te Dinant bij vonnis
van 23 mei 2005, inzake het openbaar ministerie
tegen T. Jacqmain en door de correctionele
rechtbank te Namen bij vonnis van 7 juni 2005,
inzake de procureur des Konings tegen B. Brassine
en C. Paravano: de beschikking tot samenvoeging
van deze zaken.
(n
os
du rôle: 3711, 3712, 3719 et 3721)
(rolnummers: 3711, 3712, 3719 en 3721)
Pour information
Ter kennisgeving
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
- la question préjudicielle concernant les
articles 147, 148 et 152 du Code des droits de
succession, posée par le tribunal de première
instance de Bruxelles par jugement du 3 juin 2005,
en cause de l'ASBL Fonds de pensions 'Union'
contre l'Etat belge;
- de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 147,
148 en 152 van het Wetboek der successierechten,
gesteld door de rechtbank van eerste aanleg te
Brussel bij vonnis van 3 juni 2005, inzake de VZW
Pensioenfonds 'Union' tegen de Belgische Staat;
(n° du rôle: 3717)
(rolnummer: 3717)
- les questions préjudicielles concernant l'article 40
du Code judiciaire, posées par la cour d'appel
d'Anvers par arrêt du 6 juin 2005, en cause de B.
Knolle contre la SA "Lamitref Industries";
- de prejudiciële vragen betreffende artikel 40 van
het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het hof van
beroep te Antwerpen bij arrest van 6 juni 2005,
inzake B. Knolle tegen de NV Lamitref Industries;
(n° du rôle: 3720)
(rolnummer: 3720)
- la question préjudicielle concernant l'article 42,
§ 3, des lois relatives aux allocations familiales pour
travailleurs salariés, coordonnées par arrêté royal
du 19 décembre 1939, posée par le tribunal du
travail de Liège par jugement du 10 juin 2005, en
cause de J. Geraerts contre la Caisse de
compensation pour allocations familiales de la
région liégeoise et l'ASBL Caisse d'Allocations
familiales de la Construction, du Commerce, de
- de prejudiciële vraag betreffende artikel 42, § 3,
van de wetten betreffende de kinderbijslag voor
loonarbeiders, samengeordend door het koninklijk
besluit van 19 december 1939, gesteld door de
arbeidsrechtbank te Luik bij vonnis van
10 juni 2005, inzake J. Geraerts tegen de VZW "la
Caisse de compensation pour allocations familiales
de la région liégeoise" en de VZW "Caisse
d'Allocations familiales de la Construction, du
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
l'Industrie et de l'Artisanat;
Commerce, de l'Industrie et de l'Artisanat";
(n° du rôle: 3722)
(rolnummer: 3722)
- les questions préjudicielles concernant les
articles 1149, 1382 et 1383 du Code civil, posées
par le tribunal correctionnel de Louvain, la cour
d'appel de Liège et le tribunal de première instance
de Louvain par jugement du 4 mai 2005, en cause
de A. Dekeyzer contre la SA Crocodile et la SPRL
Terclavers; l'ordonnance de jonction de l'affaire
n° 3726 et les affaires déjà jointes n
os
3689 et 3692;
l'ordonnance abrégeant à trente jours le délai pour
introduire un mémoire et à quinze jours le délai pour
introduire un mémoire en réponse.
- de prejudiciële vragen betreffende de
artikelen 1149, 1382 en 1383 van het Burgerlijk
Wetboek, gesteld door de correctionele rechtbank
te Leuven, het hof van beroep te Luik en de
rechtbank van eerste aanleg te Leuven bij vonnis
van 4 mei 2005, inzake A. Dekeyzer tegen de NV
Crocodile en de BVBA Terclavers, de beschikking
tot voeging de zaak nr. 3726 bij de reeds
samengevoegde zaken nrs 3686 en 3692; de
beschikking tot verkorting tot dertig dagen de
termijn voor het indienen van een memorie en tot
vijftien dagen de termijn voor het indienen van een
memorie van antwoord.
(n
os
du rôle: 3689, 3692 et 3726)
(rolnummers: 3689, 3692 en 3726)
Pour information
Ter kennisgeving
GOUVERNEMENT
REGERING
Projets de loi
Wetsontwerpen
Le gouvernement a déposé le projet de loi suivant:
De regering heeft volgend wetsontwerp ingediend:
- projet de loi organisant les voies de recours contre
les décisions prises par la Commission de
Régulation de l'Electricité et du Gaz (n° 1895/1)
(matière visée à l'article 77 de la Constitution) pour
lequel l'urgence a été demandée par le
Gouvernement en application de l'article 51 du
Règlement de la Chambre des représentants.
- wetsontwerp tot organisatie van de mogelijkheden
tot beroep tegen de beslissingen genomen door de
Commissie voor de regulering van de Elektriciteit en
het Gas (nr. 1895)
(aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet) waarvoor de spoedbehandeling door de
Regering gevraagd werd bij toepassing van
artikel 51 van het Reglement van de Kamer van
volksvertegenwoordigers
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l`Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Verzonden naar de Commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw
Budget - Redistribution d'allocations de base
Begroting - Heruitsplitsing van basisallocaties
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques transmet:
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven:
- par lettre du 16 juin 2005, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
SPF Sécurité sociale pour l'année budgétaire 2005.
- bij brief van 16 juni 2005 een lijst met
herverdelingen van basisallocaties voor het
begrotingsjaar 2005 betreffende de FOD Sociale
Zekerheid.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Dépenses faites en marge du budget
Uitgaven gedaan buiten de begroting
Par lettre du 9 juin 2005, le premier ministre
transmet, en exécution de l'article 44, § 1
er
, alinéa 2,
des lois sur la comptabilité de l'Etat, coordonnées le
17 juillet 1991, des exemplaires de la délibération
Bij brief van 9 juni 2005 zendt de eerste minister, in
uitvoering van artikel 44, § 1, tweede lid, van de
wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op
17 juli 1991, exemplaren over van de beraadslaging
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 150
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
n° 3198 prise par le Conseil des ministres, relative à
des dépenses faites en marge du budget.
nr. 3198 door de ministerraad getroffen betreffende
uitgaven gedaan buiten de begroting.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
RAPPORTS DÉPOSÉS EN VERTU DE
DISPOSITIONS LÉGALES
KRACHTENS EEN WETSBEPALING
INGEDIENDE VERSLAGEN
Entreprise publique autonome La Poste
Autonoom overheidsbedrijf De Post
Par lettre du 20 juin 2005, l'administrateur délégué
de l'entreprise publique autonome La Poste
transmet, conformément à l'article 27, § 3, de la loi
du 21 mars 1991 portant réforme de certaines
entreprises publiques économiques, le rapport de
gestion, les comptes annuels consolidés et le
rapport du collège des commissaires relatif à
l'exercice 2004 pour l'entreprise publique autonome
La Poste.
Bij brief van 20 juni 2005 zendt de gedelegeerd
bestuurder van het autonoom overheidsbedrijf De
Post, overeenkomstig artikel 27, § 3, van de wet
van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven, het
jaarverslag, de geconsolideerde jaarrekening en het
verslag van het college van commissarissen voor
het boekjaar 2004 voor het autonoom
overheidsbedrijf De Post.
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Infrastructuur, het
Verkeer en de Overheidsbedrijven
AUTRES RAPPORTS
OVERIGE VERSLAGEN
Dette de l'Etat fédéral
Federale Staatsschuld
Le rapport annuel 2004 relatif à la dette de l'Etat
fédéral a été transmis.
Het jaarverslag 2004 over de federale Staatsschuld
werd toegestuurd.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Conseil supérieur des indépendants et des PME
Hoge Raad voor de zelfstandigen en de KMO
Le rapport annuel 2004 du Conseil supérieur des
indépendants et des PME a été transmis.
Het jaarverslag 2004 van de Hoge Raad voor de
zelfstandigen en de KMO werd toegestuurd.
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Verzonden de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand
Fonds des Rentes
Rentenfonds
Le rapport annuel 2004 du Fonds des Rentes a été
transmis.
Het jaarverslag 2004 van het Rentenfonds werd
toegestuurd.
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
AVIS
ADVIEZEN
Conseil central de l'Economie
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
Par lettre du 17 juin 2005, le président du Conseil
central de l'Economie transmet, en application de
l'article 1
er
de la loi du 20 septembre 1948 portant
organisation de l'économie, l'avis au sujet du projet
d'arrêté royal modifiant l'arrêté royal du
Bij brief van 17 juni 2005 zendt de voorzitter van de
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, met
toepassing van artikel 1 van de wet van
20 september 1948 houdende organisatie van het
bedrijfsleven, het advies over het ontwerp van
CRIV 51
PLEN 150
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
30 janvier 2001 portant exécution du Code des
sociétés.
koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het
Wetboek van vennootschappen.
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Verzonden de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand
Conseil central de l'Economie et Conseil national du
Travail
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en Nationale
Arbeidsraad
Par lettre du 17 juin 2005, le président du Conseil
central de l'Economie ainsi que le président du
Conseil national du Travail transmettent l'avis relatif
à l'évaluation de la politique de développement
durable.
Bij brief van 17 juni 2005 zenden de voorzitter van
de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven alsmede
de voorzitter van de Nationale Arbeidsraad het
advies betreffende de evaluatie van het beleid
inzake duurzame ontwikkeling.
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture, à la commission des
Affaires sociales et à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société
Verzonden de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand, naar de commissie voor de Sociale
Zaken en naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing