CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 151
CRIV 51 PLEN 151
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
30-06-2005
30-06-2005
Soir
Avond
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
PROJETS ET PROPOSITIONS
1
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
Projet de loi modifiant la loi du 7 février 2003
portant diverses dispositions en matière de
sécurité routière (1428/1-15)
1
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
7 februari 2003 houdende diverse bepalingen
inzake verkeersveiligheid (1428/1-15)
1
- Proposition de loi modifiant l'article 216bis du
Code d'instruction criminelle ainsi que les lois
relatives à la police de la circulation routière,
coordonnées le 16 mars 1968, en vue de
permettre au ministère public de proposer une
réponse alternative aux poursuites judiciaires
traditionnelles en matière de roulage (154/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 216bis van
het Wetboek van strafvordering, alsook van de
wetten betreffende de politie over het wegverkeer,
gecoördineerd op 16 maart 1968, teneinde het
openbaar ministerie de mogelijkheid te bieden
inzake verkeersovertredingen een alternatieve
maatregel voor te stellen, in plaats van de
gebruikelijke gerechtelijke vervolging (154/1-2)
1
- Proposition de loi relative au règlement
administratif de certaines infractions à la
législation sur la circulation routière (746/1-2)
1
- Wetsvoorstel betreffende de
administratiefrechtelijke afhandeling van bepaalde
inbreuken op de wetgeving inzake het wegverkeer
(746/1-2)
2
- Proposition de loi visant à modifier les
articles 65bis et 65ter des lois relatives à la police
de la circulation routière coordonnées le
16 mars 1968 (1111/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 65bis
en 65ter van de wetten betreffende de politie over
het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968
(1111/1-2)
2
Discussion générale
2
Algemene bespreking
2
Orateurs: Hilde Vautmans, rapporteur, Jef
Van den Bergh, Renaat Landuyt
, ministre de
la Mobilité, Paul Tant, David Lavaux, Annick
Saudoyer, Philippe Monfils, Dylan Casaer,
Guido De Padt, Francis Van den Eynde,
François Bellot
Sprekers: Hilde Vautmans, rapporteur, Jef
Van den Bergh, Renaat Landuyt
, minister
van Mobiliteit, Paul Tant, David Lavaux,
Annick Saudoyer, Philippe Monfils, Dylan
Casaer, Guido De Padt, Francis Van den
Eynde, François Bellot
Discussion des articles
52
Bespreking van de artikelen
52
Orateurs: Jef Van den Bergh, Francis Van
den Eynde
Sprekers: Jef Van den Bergh, Francis Van
den Eynde
Prise en considération de propositions
54
Inoverwegingneming van voorstellen
54
VOTES NOMINATIFS
55
NAAMSTEMMINGEN
55
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de Mme Liesbeth Van der Auwera sur "les
arriérés de 1988 concernant l'enseignement"
(n° 609)
55
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van mevrouw Liesbeth Van der Auwera over "de
achterstallen van 1988 inzake onderwijs" (nr. 609)
55
Orateurs: Joseph Arens, Benoît Drèze,
Patrick De Groote, Paul Tant
Sprekers: Joseph Arens, Benoît Drèze,
Patrick De Groote, Paul Tant
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de M. Francis Van den Eynde sur "l'existence de
bandes de voyous bruxellois qui jouissent d'une
telle impunité qu'elles font étalage de leurs
méfaits sur un weblog" (n° 616)
56
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van de heer Francis Van den Eynde over "het
bestaan van bendes van Brusselse boefjes die
dermate ongemoeid gelaten worden dat zij hun
wandaden op een weblog tentoonspreiden"
(nr. 616)
56
Orateur: Hans Bonte
Spreker: Hans Bonte
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de M. Luc Sevenhans sur "la vente de la maison
de repos de l'INIG à Uccle" (n° 608)
57
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van de heer Luc Sevenhans over "de verkoop van
de home van het NIOOO te Ukkel" (nr. 608)
57
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de M. Pieter De Crem sur "l'indemnité de
licenciement due à l'ancien administrateur général
de l'INIG" (n° 617)
57
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van de heer Pieter De Crem over "de
ontslagvergoeding voor de oud administrateur-
generaal van het NIOOO" (nr. 617)
57
Motions déposées en conclusion des 58
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties 58
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
interpellations de:
van:
- M. Luc Sevenhans sur "le programme "MLU
Houwitsers 155 mm M109"" (n° 623)
58
- de heer Luc Sevenhans over "het programma
"MLU Houwitsers 155 mm M109"" (nr. 623)
58
- M. Theo Kelchtermans sur "la modernisation et
la vente des obusiers" (n° 627)
58
- de heer Theo Kelchtermans over "de
modernisering en het verkopen van de
houwitzers" (nr. 627)
58
Projet de loi visant à transposer certaines
dispositions de la directive services financiers à
distance et de la directive vie privée et
communications électroniques (1776/5)
59
Wetsontwerp tot omzetting van verschillende
bepalingen van de richtlijn financiële diensten op
afstand en van de richtlijn privacy en
elektronische communicatie (1776/5)
59
Proposition de résolution relative au respect du
droit international par Israël et l'Autorité
palestinienne et visant à encourager les deux
parties dans leurs efforts de paix (nouvel intitulé)
(1517/7)
59
Voorstel van resolutie betreffende de
inachtneming van het internationaal recht door
Israël en de Palestijnse Autoriteit en ertoe
strekkend de beide partijen te steunen in hun
vredesinspanningen (nieuw opschrift) (1517/7)
59
Proposition de résolution relative au soutien belge
à la période de transition et à l'organisation
d'élections libres, démocratiques et transparentes
au Congo (1840/3)
59
Voorstel van resolutie betreffende de Belgische
ondersteuning van de transitieperiode en de
organisatie van vrije, democratische en
transparante verkiezingen in Congo (1840/3)
60
Amendements et articles réservés du projet de loi
modifiant les lois coordonnées du 16 mars 1968
relative à la police de la circulation routière
(nouvel intitulé) (1428/1-15)
60
Aangehouden amendementen en artikelen van
het wetsontwerp tot wijziging van de
gecoördineerde wetten van 16 maart 1968
betreffende de politie over het wegverkeer (nieuw
opschrift) (1428/1-15)
60
Orateur: Philippe Monfils
Spreker: Philippe Monfils
Ensemble du projet de loi modifiant les lois
coordonnées du 16 mars 1968 relative à la police
de la circulation routière (nouvel intitulé) (1428/11
+ 15)
61
Geheel van het wetsontwerp tot wijziging van de
gecoördineerde wetten van 16 maart 1968
betreffende de politie over het wegverkeer (nieuw
opschrift) (1428/11 + 15)
61
Adoption de l'agenda
61
Goedkeuring van de agenda
62
ANNEXE
63
BIJLAGE
63
DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS
63
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
63
CHAMBRE
69
KAMER
69
P
ROPOSITIONS
69
V
OORSTELLEN
69
P
RISE EN CONSIDERATION
69
I
NOVERWEGINGNEMING
69
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
30
JUIN
2005
Soir
______
van
DONDERDAG
30
JUNI
2005
Avond
______

La séance est ouverte à 18.35 heures par M. Jean-Marc Delizée, premier vice-président.
De vergadering wordt geopend om 18.35 uur door de heer Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter.

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Renaat Landuyt.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moet ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage
bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Excusés
Berichten van verhindering

Alexandra Colen, Alisson De Clercq, Herman De Croo, Daniel Ducarme, André Frédéric, Pierre Lano, Yvan
Mayeur, Frieda Van Themsche, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Dirk Claes, Elio Di Rupo, Geert Lambert, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Dominique Tilmans, à l'étranger / buitenslands;
Luc Goutry, Conseil de l'Europe / Raad van Europa;
Pieter De Crem, François-Xavier de Donnea, Guy Hove, Patrick Moriau, OSCE / OVSE.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
01 Projet de loi modifiant la loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de sécurité
routière (1428/1-15)
- Proposition de loi modifiant l'article 216bis du Code d'instruction criminelle ainsi que les lois
relatives à la police de la circulation routière, coordonnées le 16 mars 1968, en vue de permettre au
ministère public de proposer une réponse alternative aux poursuites judiciaires traditionnelles en
matière de roulage (154/1-2)
- Proposition de loi relative au règlement administratif de certaines infractions à la législation sur la
circulation routière (746/1-2)
- Proposition de loi visant à modifier les articles 65bis et 65ter des lois relatives à la police de la
circulation routière coordonnées le 16 mars 1968 (1111/1-2)
01 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 februari 2003 houdende diverse bepalingen inzake
verkeersveiligheid (1428/1-15)
- Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering, alsook van de
wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, teneinde het
openbaar ministerie de mogelijkheid te bieden inzake verkeersovertredingen een alternatieve
maatregel voor te stellen, in plaats van de gebruikelijke gerechtelijke vervolging (154/1-2)
- Wetsvoorstel betreffende de administratiefrechtelijke afhandeling van bepaalde inbreuken op de
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
wetgeving inzake het wegverkeer (746/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 65bis en 65ter van de wetten betreffende de politie over
het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 (1111/1-2)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
01.01 Hilde Vautmans, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, met mijn uiteenzetting als verslaggever wens ik
enkel de grote lijnen van de bespreking nog eens in herinnering te
brengen. Voor de meer gedetailleerde versie verwijs ik u graag naar
het schriftelijk verslag.

De commissie heeft het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7
februari 2003 houdende diverse bepalingen inzake verkeersveiligheid
alsook de hieraan toegevoegde wetsvoorstellen besproken tijdens
verschillende vergaderingen, namelijk op 23 februari, 9 maart, 20
april, 25 mei, 15 en 20 juni alsook vandaag, voorzitter, 30 juni.

Op 23 februari 2005 heeft de regering haar inleidende vergadering
gehouden. Het voorwerp van het oorspronkelijke wetsontwerp betrof
in eerste instantie alleen de vlottere inning van de boetes. Het zou het
openbaar ministerie in geval van weigering van betaling de
mogelijkheid geven uitvoerbare titel van de politierechter te verkrijgen,
zonder voor dezelfde politierechter effectief hoeven te dagvaarden,
zoals de klassieke procedure het voorschrijft. De commissie besliste
eenparig een aantal personen te horen over de inningsmodaliteiten
van de boetes. De hoorzittingen werden op 9 maart 2005 gehouden.
De algemene teneur bestond erin of zo'n procedure van beschikking
tot betaling nodig was. Het merendeel van de experts vond van niet.
Na afloop van de hoorzitting hebben verschillende leden daarop
opmerkingen gemaakt.

Op 25 mei, collega's, dienden de heren Dylan Casaer, Guido De Padt,
François Bellot en Jef Van den Bergh alsook de dames Annick
Saudoyer en ikzelf amendement nr. 6 in, dat door de commissie
eenparig als basistekst werd aangenomen. Dit amendement vloeide
voort uit een door de regering op vrijdag 13 april aangenomen
voorontwerp. De minister van Mobiliteit onderstreepte dat na de
hoorzittingen de regering alsook de leden van de commissie tot het
besluit waren gekomen dat er geen nood was aan een nieuwe
procedure zoals de beschikking tot betaling. Anderzijds blijft het
streven naar het verder stroomlijnen van de wet van 7 februari 2003,
de zogeheten verkeerswet, in het licht van de diverse arresten van het
Arbitragehof een prioriteit. Verschillende aandachtspunten staan
centraal in het amendement. Ten eerste is er de categorisering van
de overtredingen op vier niveaus op basis van het risico van
ongevallen. Ten tweede moet er voorzien worden in een procedure
rond de intrekking van het rijbewijs en de verlenging van die
intrekking. Ten derde is er een regeling rond de voogdij over de
aanvullende verkeersreglementen nodig. Ten vierde is er het
depenaliseren van het tijdelijk parkeren. Tot slot werd er een aantal
diverse wijzigingen doorgevoerd. Het advies van de Raad van State
werd op een van de laatste vergaderingen toegelicht en besproken.
01.01 Hilde Vautmans,
rapporteur: Le projet de loi
adaptant la loi sur la circulation
routière de 2003 a été discuté en
commission de l'Infrastructure les
23 février, 9 mars, 20 avril, 25 mai,
15 et 20 juin 2005, avec les
propositions jointes.

Une réunion d'introduction s'est
tenue le 23 février 2005.
Initialement, le projet de loi traitait
de l'amélioration de la perception
des amendes. Le projet devait
permettre au ministère public
d'obtenir du juge de police un titre
exécutoire sans assignation.

Le 9 mars 2005, des auditions ont
révélé que cette modification était
superflue aux yeux de la plupart
des experts. Le 25 mai 2005, la
commission unanime a adopté
l'amendement n° 6 comme texte
de base. Cet amendement repose
sur l'avant-projet adopté par le
gouvernement le 13 avril 2005. Le
ministre estimait qu'une nouvelle
procédure pour l'ordonnance de
paiement n'était pas nécessaire
mais il voulait respecter les arrêts
de la Cour d'arbitrage relatifs à la
loi du 7 février 2003.

L'amendement règle la
catégorisation des infractions en
fonction du risque d'accident
qu'elles comportent. Des
modifications sont par ailleurs
apportées à la procédure de retrait
du permis de conduire et une
réglementation relative à la tutelle
sur les règlements
complémentaire sur la sécurité
routière est en préparation. Enfin,
la problématique de la
dépénalisation du stationnement
momentané est également traitée.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Op het amendement nr. 6, dat als basisdocument diende, werden
door de verschillende commissieleden een aantal subamendementen
ingediend.

Deze hier allemaal bespreken, collega's, zou ons te ver leiden.
Belangrijk om te vermelden, is het feit dat een aantal amendementen
van de heren Van den Bergh en Deseyn en van de heer Monfils
werden verworpen omdat het de bedoeling van de minister is om over
bepaalde thema's een debat ten gronde te voeren op een later tijdstip.
Ik denk dan aan het vluchtmisdrijf, het mededaderschap en de
verzwarende omstandigheid.

Belangrijk om hier te vermelden, collega's, is de inwerkingtreding van
de wet. Wat het ontworpen artikel 32 betreft, met name de
inwerkingtredingsbepaling, werden twee subamendementen
ingediend: een eerste van de heren Van den Bergh en Deseyn dat
bepaalt dat de wet in werking zou treden op een door de Koning
bepaalde datum, een tweede van de heer Casaer dat daaraan
toevoegde dat de Koning per artikel over de inwerkingtreding zal
beslissen.

Wat de eindstemming betreft, collega's, werden een aantal
amendementen aanvaard en een aantal verworpen. U vindt dat in
detail in het verslag terug. Het geheel werd goedgekeurd met 9
stemmen voor, 1 stem tegen en 6 onthoudingen.

Collega's, dit betreft een summier overzicht van de werkzaamheden.
Ik zou heel graag de diensten willen bedanken voor de hulp aan het
goede en uitgebreide verslag. Ik denk dat het wel nuttig is dat ik even
mondeling verslag uitbreng van de werkzaamheden van deze
namiddag. De plenaire vergadering heeft beslist om het wetsontwerp
terug te sturen naar de commissie. Wij hebben daar kennis genomen
van 4 amendementen en 1 subamendement.

Een eerste amendement betreft een amendement van de regering als
aanvulling op artikel 29 waarin staat dat wanneer men via een KB
overtredingen indeelt in een categorie, dit KB ter goedkeuring zal
worden voorgelegd aan het Parlement waardoor wij, collega's, een
dubbele controle zullen hebben op de indeling van de boetes in
categorieën. Dit komt tegemoet aan de opmerkingen van het
Arbitragehof en de Raad van State. Dit amendement werd
goedgekeurd met 8 stemmen voor en 8 onthoudingen.

Een tweede amendement, collega's, was een amendement van
collega De Padt, aangevuld met talrijke mede-indieners. Het betrof
een wijziging inzake de verlenging van de intrekking van het rijbewijs.
Hierop had de heer Monfils een subamendement ingediend. Het
subamendement van de heer Monfils werd verworpen met 3 stemmen
voor, 5 onthoudingen en 8 stemmen tegen. Het amendement van
collega De Padt werd aanvaard met 11 stemmen voor en 2
onthoudingen.

Wij hebben dan in de commissie een procedurestemming gehad over
de vraag of het nodig was om de discussie vandaag voort te zetten
dan wel of we volgende week zouden terugkeren naar de commissie.
Er waren 10 stemmen tegen en 5 stemmen voor het amendement
van de collega's van de CD&V en het Vlaams Belang. Het gevolg was
dat we hebben beslist om de werkzaamheden vandaag voort te

Les membres de la commission
ont examiné l'avis du Conseil
d'État. Quelques sous-
amendements ont été présentés à
l'amendement n° 6. Quelques
amendements de MM. Van den
Bergh et Deseyn ont été rejetés
étant donné que le ministre veut
aborder certains sujets
ultérieurement. Deux sous-
amendements ont été présentés à
l'article 32 du projet, relatif à
l'entrée en vigueur de la loi.
L'amendement n° 6 a été adopté
par 9 voix contre 1 et 6
abstentions.

Cet après-midi, les membres de la
commission ont examiné quatre
amendements et un sous-
amendement. Le premier
amendement complète l'article 29
et dispose que le Parlement doit
également adopter l'arrêté royal
qui détermine la classification des
amendes. L'amendement a été
adopté par 8 voix et 8 abstentions.
Un amendement de M. De Padt
relatif à la prolongation du retrait
du permis de conduire a été
adopté par 11 voix et 2
abstentions. Le sous-amendement
de M. Monfils portant sur le même
objet a été rejeté.

Après un vote de procédure, il a
été décidé de poursuivre l'examen
aujourd'hui. Deux amendements
techniques de MM. Van den Bergh
et Deseyn ont été adoptés à
l'unanimité. L'ensemble du projet a
été adopté par 8 voix et 8
abstentions.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
zetten.

Een derde amendement dat vandaag besproken werd, betrof een
amendement van collega's Van den Bergh en Deseyn. Het gaat om
een technisch amendement nr. 71. Dit werd aanvaard met 17
stemmen voor.

Er was een vierde amendement nr. 72 van collega's Van den Bergh
en Deseyn. Dit amendement werd goedgekeurd met 17 stemmen
voor.

De stemming over het geheel was positief. Het geheel werd
aangenomen met 8 stemmen voor en 8 onthoudingen.

De voorzitter: Mevrouw Vautmans, u krijgt nu het woord namens uw fractie.
01.02 Hilde Vautmans (VLD): Collega's, mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, vandaag is het een goede dag voor de VLD. De
verkeerswet van 2003 werd onder een slecht gesternte geboren.
Hoewel men van een zeer ambitieuze en terechte doelstelling vertrok,
met name het aantal verkeersdoden drastisch verlagen, is achteraf
gebleken dat de wetgeving verschillende hiaten vertoonde. Dit werd
pijnlijk duidelijk door de verschillende arresten die in de loop van 2004
werden geveld door het Arbitragehof.

Een reparatie van de verkeerswet was dan ook nodig. Mede daarom
heeft de regering een wetsontwerp ingediend dat slechts een
deelaspect zou regelen, namelijk de beschikking tot betaling. Een
bijzondere procedure moest een vlottere inning van de boetes
toelaten. Collega's, ik verheel u niet dat de VLD zich van bij het begin
heel sceptisch heeft opgesteld ten aanzien van die procedure. De
hoorzittingen die de commissie daaromtrent heeft georganiseerd
hebben dat aanvoelen alleen meer versterkt en bevestigd. Er moest
absoluut geen nieuw en apart systeem van boete-inning worden
gecreëerd. Dat zou weinig bijdragen aan de huidige praktijk, omdat
het leeuwendeel van de vastgestelde verkeersovertredingen nu reeds
voldaan wordt, ofwel door een onmiddellijke inning, ofwel door een
minnelijke schikking. Slechts een heel klein gedeelte zal door de
politierechter beslecht moeten worden.

Niet het inningssysteem zelf diende volgens ons gewijzigd te worden.
De VLD heeft wel problemen met het huidige betalingssysteem dat
vrij archaïsch genoemd kan worden. Bij een overtreding moeten wij
nog altijd werken met de archaïsche boetezegels. De VLD, ikzelf en
collega De Padt hebben dan ook een resolutie ingediend om te
kunnen werken met modernere betalingsmiddelen. Het verheugt ons
dan ook dat de regering heeft aangekondigd dat zij inderdaad hierop
zal ingaan. Hopelijk kunnen de burgers weldra gewoon met een
elektronische overschrijving of een bankkaart een boete betalen. Ik
meen dat dit een heel belangrijke beslissing is. Ik hoop dan ook,
mijnheer de minister, dat de moderne betalingswijze van de boete
gelijktijdig met de nieuwe verkeerswet in werking zal treden. Dat is
een groot strijdpunt van de VLD.

Collega's, uiteindelijk zullen wij hier vandaag een volledige herziening
van de verkeerswet goedkeuren. De positieve elementen hierin zijn
volgens ons talrijk. Een eerste voordeel is dat de verkeerswet duidelijk
het kader aanreikt waarbinnen de indeling van de
01.02 Hilde Vautmans (VLD): A
présent, je vais exposer la position
du VLD. La loi de 2003 sur la
circulation routière avait pour
objectif de réduire le nombre des
tués sur la route mais il s'est avéré
qu'elle comportait différentes
lacunes. Dans le courant de 2004,
la Cour d'arbitrage a rendu
plusieurs arrêts qui ont rendu
nécessaire un remaniement de
cette loi.

Le gouvernement a déposé un
projet de loi tendant à réformer
l'ordre de paiement. Le VLD était
sceptique par rapport à la nouvelle
procédure et cette méfiance n'a
fait que croître après quelques
auditions. Les experts estimaient
qu'un nouveau système de
perception des amendes était
superflu puisque la plupart de
celles-ci sont déjà immédiatement
perçues ou sont réglées à
l'amiable.

Ce n'est pas l'actuel système de
perception qui pose problème au
VLD, mais bien le système de
paiement. En effet, les timbres-
amendes sont toujours utilisés
alors que des modes de paiement
nettement plus efficaces et plus
modernes sont disponibles. Le
VLD a formulé des propositions de
rechange dans une proposition de
résolution.

Notre vote d'aujourd'hui porte sur
une révision totale de la loi sur la
circulation routière, qui était
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
verkeersovertredingen dient te gebeuren. De verkeerswet wordt niet
strenger, maar wel logischer. De indeling gebeurt namelijk op een
voor ons zeer belangrijk criterium: wat is het risico op een ongeval
wanneer men een overtreding begaat? Uiteindelijk is dat een heel
liberaal principe, want wij gaan uit van de vrijheid van het individu, tot
men de vrijheid van een andere persoon schaadt. Ik meen dat wij dit
principe ook in deze verkeerswet terugvinden. Wij willen strenger
bestraffen wanneer men in het verkeer overtredingen begaat die
andere personen direct, indirect of onvermijdelijk in gevaar brengen.

De eerste en de laagste categorie is deze van het indirecte gevaar,
met name wanneer men onrechtstreeks de veiligheid van personen in
gevaar brengt, bijvoorbeeld wanneer men gewoon zijn voertuig
verkeerd parkeert. De tweede categorie is deze van het indirecte
gevaar, bijvoorbeeld wanneer men de veiligheid van personen
rechtsreeks in gevaar brengt door op een gevaarlijke manier zijn
voertuig verkeerd te parkeren of wanneer men door het oranje licht
rijdt of de voorrangsregels niet respecteert. De derde categorie is
deze van het onvermijdelijke gevaar, meer in het bijzonder de
omstandigheden die de veiligheid van personen onvermijdelijk in
gevaar brengen, bijvoorbeeld door het rode licht rijden, 's nachts
zonder lichten rijden of een inhaalverbod negeren.

De laatste en zwaarste categorie is het storende gedrag. Ik denk aan
het omkeren op de autoweg, de straatraces die we momenteel vaak
in de media tegenkomen, of, ook belangrijk, want in Limburg hebben
wij daardoor drie jonge mensen moeten begraven, het negeren van
neergelaten slagbomen bij een spoorweg. Dat komt nu in de zwaarste
categorie.

Een tweede positieve evolutie voor de VLD is dat de superboetes
verdwijnen. Iedereen kent de uitspraak van collega senator Dedecker:
"Boetes moeten sanctioneren en niet ruïneren." De VLD heeft zich
tegen de superboetes van in het begin verzet, vooral omdat het een
anti-sociale maatregel betrof. Voor onze partij was een verdere
stijging van de boetes dan ook volledig uit den boze en totaal
onaanvaardbaar. Vandaar dat wij vandaag ook heel blij zijn dat het
overgrote deel van de verkeersovertredingen minder zullen kosten
voor de burger. De zogenaamde superboetes worden immers herleid
tot meer aanvaardbare proporties. Ook op dat punt zien we dat de
verkeerswet niet strenger, maar logischer wordt.

De verlaging van de boetes heeft twee oorzaken.

Ten eerste worden een twintigtal overtredingen in een lagere
categorie geplaatst. Een hele reeks overtredingen die volgens ons
overdreven streng werden aangepakt, zijn teruggebracht tot
aanvaardbare proporties. Bijvoorbeeld, het niet-afsluiten van de
wagen behoorde vroeger tot de eerste categorie, die van de zware
overtredingen, en werd beboet met 150 euro. Dat wordt nu
teruggebracht tot een aanvaardbare boete van 50 euro. Door het
oranje licht rijden werd vroeger gestraft zoals door het rood licht
rijden, maar nu komt dat in een lagere categorie.

Bovendien dalen de boetes in het algemeen. De eerste categorie, de
lichtste overtredingen, blijft op 50 euro. De tweede categorie, die van
het indirecte gevaar, zal beboet worden met een tarief van 100 euro,
welk tarief op dit ogenblik 150 euro bedraagt. We laten het tarief dus
grandement nécessaire après les
innombrables critiques et les
arrêts de la Cour d'arbitrage. La loi
a pour premier avantage de définir
un cadre pour la répartition des
infractions routières. Elle n'est pas
rendue plus stricte, mais plus
logique. La répartition est fonction
du risque d'accident au moment
de l'infraction. Nous voulons
pénaliser plus sévèrement les
conducteurs dont les infractions
mettent directement, indirectement
ou nécessairement des tiers en
danger. La catégorie inférieure
correspond au risque indirect, plus
précisément à la menace indirecte
pour la sécurité d'une personne,
par exemple en cas de
stationnement illégitime. La
deuxième catégorie est celle du
danger direct, la menace directe
pour la sécurité d'une personne,
par exemple en cas de non-
respect d'un feu orange. La
troisième catégorie correspond au
risque inévitable, la menace
inévitable pour la sécurité de
personnes, par exemple en cas de
non-respect d'un feu rouge. La
catégorie la plus grave est celle du
comportement perturbant tel que
le rodéo urbain.

Le VLD se félicite également de la
suppression des super-amendes
que nous avions d'emblée jugées
antisociales. La majeure partie des
infractions routières seront moins
coûteuses pour le citoyen. Les
"super-amendes" sont ramenées à
des proportions acceptables. Une
vingtaine d'infractions qui étaient
exagérément pénalisées sont
ramenées dans une catégorie
inférieure et le montant des
amendes a globalement diminué.

Seules quelques infractions,
comme le fait d'utiliser son
téléphone mobile en conduisant,
sont classées dorénavant dans la
catégorie supérieure parce que
cette pratique est dangereuse sur
la route. Et tout le monde peut
éviter cette amende en achetant
une oreillette.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
met 50 euro zakken. De derde categorie zal van 175 naar 150 euro
zakken.

Samengevat denk ik dat het een goede zaak is: een aantal
overtredingen verschuift van categorie en de boetes van de
verschillende categorieën dalen. Een gewone parkeerovertreding
verschuift een categorie, zodat de uiteindelijke boete zal dalen van
150 euro naar 50 euro, een verschil van maar liefst 100 euro. Door
het oranje licht rijden zakt ook een categorie, waardoor de boete daalt
van 175 euro naar 150 euro.

Slechts enkele overtredingen stijgen in categorie, maar het blijft
uitzonderlijk. Het meest bekende is gsm'en achter het stuur. Dat zal in
de toekomst 100 euro kosten in plaats van 50 euro. Dat is een boete
die iedere burger heel handig kan vermijden. Een oortje kost
tegenwoordig niet veel. Wij vragen dan ook aan iedereen om het
gsm'en achter het stuur te laten, want dat is wel degelijk een gevaar
op de weg.

Een derde, positieve maatregel in dit ontwerp is de indeling van de
snelheidsovertredingen. Men zal voortaan beboet worden aan
progressieve tarieven in plaats van aan een hoger en vast tarief. Hoe
sneller men rijdt, hoe meer men zal betalen. Politie en parket zullen
veel beter rekening kunnen houden met de effectief gereden snelheid.
Wie te snel rijdt, zal in de toekomst beboet worden per kilometer per
uur die hij te snel rijdt, wat het systeem realistischer, rechtvaardiger
en meer aanvaardbaar maakt. Daar is het ons om te doen.

Ook de boetetarieven zullen dalen door het systeem. Alweer denk ik
dat een voorbeeld het meest duidelijkheid kan verschaffen. Wie
vandaag in België ergens 90 kilometer per uur mag rijden, maar zijn
voet te hard op het gaspedaal duwt en 101 kilometer per uur rijdt,
riskeert een boete van 150 euro. Dat mag toch aanzien worden als
een aanzienlijke brok uit het budget. In het toekomstige systeem
wordt dat teruggebracht tot 55 euro. Ook hier blijft de logica van het
systeem spelen. Wie echt te snel rijdt, zal een zeer hoge boete
moeten betalen, hetgeen logisch is.

Collega's, alhoewel wij heel positief zijn over die drie punten, zou ik
toch ook een aantal kritische bedenkingen willen maken. Collega's, ik
moet u eerlijk bekennen dat ik, toen ik gisteren mijn rede maakte, vijf
kritische bedenkingen had. Door de commissievergadering van
vanmiddag zijn er daarvan twee opgelost.

Een eerste kritische bemerking betrof het feit dat de Raad van State
en het Arbitragehof mekaar wat tegenspraken over de indeling van
die boetes: het ging niet ver genoeg, versus het ging te ver. Met de
goedkeuring van het amendement van de regering vandaag hebben
wij aan die kritische bemerking een duidelijke oplossing die zekerheid
biedt, geboden.

Mijn tweede kritische bemerking betrof de verlenging van de
intrekking van het rijbewijs. Daarom ben ik heel blij dat het
amendement van hoofdindiener collega De Padt vandaag
goedgekeurd werd. Ook wat dat betreft gaan wij nu naar een
realistisch systeem, dat werkbaar is in de toekomst.

Mijnheer de minister, dan blijven er nog drie kritische noten over, die
Autre élément positif: la
subdivision des excès de vitesse.
A partir de maintenant, les
automobilistes se verront infliger
des amendes dont les taux seront
caractérisés par une certaine
progressivité, à savoir par
kilomètre à l'heure au-delà de la
vitesse autorisée. Ces divers
aménagements apportés au
système le rendent plus réaliste,
plus juste et plus acceptable. De
plus, ils feront baisser les taux des
amendes.

Hier, j'ai émis cinq critiques. La
réunion de commission
d'aujourd'hui a déjà permis de
répondre à deux d'entre elles. Le
Conseil d'Etat et la Cour
d'arbitrage se sont contredits en
ce qui concerne le classement des
amendes. Mais l'adoption de
l'amendement du gouvernement a
permis de résoudre cet
antagonisme. Je me réjouis
également de l'adoption de
l'amendement de M. De Padt
concernant la prolongation de la
période de retrait du permis de
conduire. Par ce biais-là aussi,
nous nous engageons sur la voie
d'un système plus réaliste.

Cependant, j'espère qu'à l'avenir,
une solution sera apportée
également au problème lié aux
articles 419bis et 420bis du Code
pénal. Au cours de la discussion,
nous les avons supprimés puis
réinsérés sous la forme d'un
second alinéa. Pourquoi prévoir
pour les accidents de la route un
traitement distinct et plus sévère
que pour d'autres homicides
involontaires et coups et blessures
involontaires? Nul doute que nous
devrons réexaminer cette question
en commission de la Justice.

Où en est le ministre dans la
création d'un institut des
accidents? J'ai déposé une
résolution à ce sujet avec M. De
Padt. Il s'agit d'analyser
correctement comment se
produisent les accidents. Nous
demandons que le ministre
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
de VLD toch wil maken, waaraan nog geen oplossing is geboden,
maar waarvan ik hoop dat wij er in de toekomst nog een oplossing
voor zullen vinden.

Een eerste probleem betreft voor ons toch wel de artikelen 419bis en
420bis. Tijdens de bespreking heeft men die bepalingen, die in 2003
door de verkeerswet zijn ingevoerd, eerst geschrapt en dan als
tweede alinea heringevoerd, namelijk rechtstreeks in de artikelen 419
en 420 van het Strafwetboek. Wij vragen ons af of dit de beste
oplossing is.

Waarom moeten verkeersongevallen een afzonderlijke en strengere
behandeling krijgen dan andere onopzettelijke dodingen of
onopzettelijke slagen en verwondingen? Men kan evengoed de
nalatigheid bedenken in het kader van een arbeidsongeval of bij een
milieuramp. Waarom moet een onvoorzichtigheid in het verkeer
strafrechtelijk anders en strenger worden bestraft?

Men had beter de maximumboetes en de minimumstraffen in de
artikelen 419 en 420 van het Strafwetboek verhoogd, zodat alle
gevallen van onvoorzichtigheid over dezelfde kam zouden geschoren
worden. Op die manier had de rechter een voldoende marge tussen
de minimum- en de maximumstraf om een coherent beleid te voeren.

Mijnheer de minister, u hebt ons in de commissie beloofd dat u dit
probleem ter sprake zou brengen bij uw collega-minister van Justitie.
De VLD - mijnheer Monfils, ik denk dat de MR dit zeer graag zal horen
- rekent erop dat dit probleem in de commissie voor de Justitie zal
worden behandeld. Dat is de plaats waar wij het Strafwetboek moeten
wijzigen. Wij moeten dat niet doen in de commissie voor
Infrastructuur, maar wel in de commissie voor de Justitie. Ik reken er
dan ook op dat u met de minister van Justitie een afspraak maakt om
dat zo spoedig mogelijk te kunnen aanvatten.

Mijnheer de minister, een volgend punt van kritiek is het volgende. Wij
vragen ons af waar u blijft met de oprichting van een
ongevalleninstituut. U weet dat collega De Padt en ikzelf een voorstel
van resolutie hebben ingediend over de verzameling van de gegevens
van de ongevallen. Wij denken dat het essentieel is dat men goed
moet analyseren hoe ongevallen totstandkomen en wat de oorzaken
zijn, om een goed beleid te voeren.

Wij vragen dan ook dat u hierover nadenkt en hiervan een prioriteit
maakt. Wij denken echt dat dit een essentieel gegeven is.

Tot slot, mijnheer de minister, kom ik tot - noem het mijn stokpaard,
mijn gedrevenheid - de wetgeving op de vluchtmisdrijven. In de
commissie is reeds gezegd dat hierover en ook over het
mededaderschap, een amendement van de heren Deseyn en Van
den Bergh, een debat zou worden gevoerd. De VLD dringt heel erg
hard aan op een grondig debat over het bestraffen van het
vluchtmisdrijf.

Collega's van CD&V, ik moet zeggen dat ik een beetje verbaasd was
wanneer ik daarnet opnieuw jullie amendement zag om de straf voor
het vluchtmisdrijf te verlagen. Wij hebben dat in de commissie
weggestemd en ik zal dat straks opnieuw doen. Ik hoop dat u dat
straks verduidelijkt, want mijn interpretatie van uw amendement is dat
inscrive ce dossier parmi ses
priorités.

Le VLD insiste enfin pour qu'un
débat approfondi soit mené sur le
délit de fuite. Je m'étonne que
l'amendement du CD&V visant à
réduire la peine si le responsable
se présente dans les trois heures
de l'accident soit à nouveau
présenté. Nous estimons que le
délit de fuite est l'élément le plus
répréhensible en matière de
circulation routière. Il faut quand
même avoir au moins la correction
d'assister la victime. M. De Padt et
moi-même plaidons dans notre
proposition de loi pour un suivi
thérapeutique obligatoire pour les
auteurs d'infractions qui ont un
comportement aussi inadéquat.

Le bilan est de toute façon positif.
Les citoyens se réjouiront de ce
projet de loi. Le ministre ne prévoit
l'entrée en vigueur du projet que le
1
er
février 2006, notamment parce
que l'informatique doit être
adaptée et que des arrêtés
d'exécution doivent être pris. Le
ministre promet en même temps
un nouveau système de paiement
des amendes. Nous soulignons
également l'importance d'une
entrée en vigueur rapide, mais
lorsqu'elle est annoncée, une date
doit être respectée en raison de la
sécurité juridique.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
de straf van iemand die zich binnen de 3 uur nadat hij een
vluchtmisdrijf heeft gepleegd, aangeeft, wordt verlaagd. Wij vinden
het vluchtmisdrijf het meest verwerpelijke wat er in het verkeer
bestaat. Als men een mens of zelfs een dier aanrijdt, moet men het
fatsoen hebben om te stoppen om hulp te bieden. Die eerste
seconden van zorg kunnen het verschil maken tussen leven en dood.
En wanneer het dat niet is, is het fijn dat er iemand is die je hand
vasthoudt als je ligt te sterven. Vluchtmisdrijf vind ik het meest
verwerpelijke.

Met het wetsvoorstel van de heer De Padt en mijzelf vragen, eisen wij
dat plegers van vluchtmisdrijven verplicht een dadertherapie krijgen
voor zij opnieuw hun rijbewijs kunnen halen. Wij vinden het
onaangepast gedrag, dat moet worden gebannen uit het verkeer.
Mijnheer de minister, ik hoop dan ook dat wij heel spoedig in de
commissie voor de Infrastructuur het debat over het vluchtmisdrijf
kunnen aanvatten.

Ik besluit. Ik denk dat de balans van hetgeen waarover wij vandaag
stemmen, alleszins positief is. Wij zijn heel blij. Het is een goede,
logische indeling in categorieën met lagere boetes, progressieve
boetes bij de snelheidsovertredingen. Wij vinden het een goede zaak.
Wij zijn ervan overtuigd dat de burgers volledig tevreden zijn met dit
wetsontwerp.

Mijnheer de minister, nog één punt. Ik ben het daarstraks in mijn
mondeling verslag vergeten zeggen. U hebt in de commissie
daarstraks gezegd dat u verwacht dat de wet pas in werking zal
treden eind februari 2006, wegens een aantal redenen. Natuurlijk
moet de tekst eerst worden gepubliceerd. Er moeten richtlijnen komen
van de parketten. De informatica moet worden aangepast, hebt u ons
verteld. U hebt ons ook beloofd dat gelijktijdig een nieuw
betalingssysteem van de boetes in werking zal treden. Mijnheer de
minister, ik denk dat het essentieel is dat we vandaag nog geen
datum naar voren schuiven, maar dat wij dat pas doen wanneer wij
daarover zekerheid hebben. Er is niets zo verwarrend voor de burger
als voortdurend te moeten vernemen dat de datum van een
inwerkingtreding verschuift. De burger heeft recht op rechtszekerheid.
Daarom vraag ik u om de datum van inwerkingtreding bekend te
maken wanneer u er zeker van bent dat u die datum ook haalt. De
VLD vraagt wel om hier spoed achter te zetten. Wij willen immers af
van de superboetes. Wij willen zo snel mogelijk naar dit nieuwe en
goede systeem. Laat de wet dus zo spoedig mogelijk in werking
treden en meldt duidelijk aan de burgers wanneer dit zal gebeuren.

De voorzitter: Met de uiteenzetting van mevrouw Vautmans voor de VLD-fractie werd de algemene
bespreking aangevat.

Er zijn nog zeven sprekers ingeschreven: mevrouw Saudoyer en de heren Van den Bergh, Lavaux, Monfils,
Casaer, Van den Eynde en Bellot.

Parmi ces sept intervenants, il y a trois maiden speech. Monsieur le ministre, votre projet de loi inspire donc
les nouveaux membres que nous écouterons avec une attention toute particulière.
01.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, geachte collega's, eerst en vooral wil ik graag
verslaggeefster Hilde Vautmans bedanken voor haar verslag, zowel
van de commissiewerkzaamheden van de vorige weken als van
01.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Lors de l'examen du
projet de loi Durant en décembre
2002, mon groupe avait prononcé
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
daarstraks, want zij bracht een goed mondeling verslag.

Sta mij toe mijn betoog te beginnen met een citaat. Het luidt als volgt:
"Nog nooit zijn wij met zulke gemengde gevoelens tussengekomen
over een wetgevend initiatief met betrekking tot de verkeersveiligheid,
dan nu het geval is. Gemengde gevoelens: aan de ene kant zouden
wij niet liever willen dan enthousiast ons fiat geven aan een werkstuk
met een duidelijk gefundeerde visie, een werkstuk dat een grote
coherentie vertoont, een werkstuk waarvan men kan zeggen dat het
echt aarde aan de dijk zal brengen. Want de situatie betreffende de
verkeersonveiligheid in ons land vraagt daarom en in principe behoren
wetsontwerpen over aangelegenheden als verkeersveiligheid, waar
het rechtstreeks om mensenlevens gaat, eenparig goedgekeurd te
worden". Ik ga verder met mijn citaat: "Maar aan de andere kant geeft
het wetsontwerp daar geen aanleiding toe. Wat hier voorligt, is een
gemiste kans: een ontwerp dat met haken en ogen aan elkaar hangt
en dat op verschillende plaatsen vol juridische slordigheden en fouten
staat. Er zitten ook goede elementen in. Het zou maar erg zijn als dat
niet het geval was, maar in zijn globaliteit is het wetsontwerp een
bedroevende mislukking".

Dit, beste collega's, was in essentie de fundamentele CD&V-kritiek bij
het wetsontwerp-Durant over de verkeersveiligheid ergens op een
blauwe maandagavond in december van het jaar 2002. Vandaag blijkt
welhaast het profetisch karakter van deze woorden. Vandaag moet
het voorliggende wetsontwerp een kromme situatie rechttrekken die
door de paarsgroene meerderheid werd gecreëerd.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, bij de
bespreking van het ontwerp-Durant was ik zelf nog niet hier in het
Parlement. Ik heb ze wel in een andere hoedanigheid hier amper
enkele tientallen meters vandaan op afstand kunnen volgen. Een
fraaie geschiedenis is het niet en ik begrijp dat de huidige
meerderheidspartijen daar ook liever niet meer aan herinnerd worden.
Want jullie hebben uiteindelijk toch die draak van Durant mee
goedgekeurd, hoewel wij soms de indruk krijgen dat jullie om het
luidst het beeld van het tegendeel willen creëren. Van de andere
partijen moeten we wellicht dan ook niet veel geschiedvertelling
verwachten en daarom zal ik ermee beginnen, zoals beloofd in de
commissie.

De wet-Durant zit nog steeds vol fouten en technische juridische
mankementen. Dat is duidelijk gebleken uit de reacties van het
Arbitragehof en ook uit het feit dat sommige stukken uit de wet
werden uitgesteld. De verkeerswet is nog maar twee jaar oud, zelfs
nog maar een jaar in werking en het Arbitragehof heeft al vier
negatieve arresten daarover geveld. Een over de aanvullende
reglementen waarbij een bevoegdheidsoverschrijding werd begaan.
Een, en dat is het fundamentele waar we straks nog op terugkomen,
betreft artikel 29 over: de categorisering van de verkeersboetes. Dan
was er nog een arrest over de intrekking van het rijbewijs. Tot slot,
een arrest over het bevel tot betaling. Het is over die laatste bepaling
dat het oorspronkelijke wetsontwerp dat wij hier vandaag bespreken,
eigenlijk ging: om daar een oplossing aan te bieden. Ondertussen is
er veel water naar de zee gevloeid.

Onmiddellijk bij het van kracht worden van de wet stelde men reeds
vast dat er ontzaglijke problemen zouden komen met het bevel tot
des paroles presque prophétiques
en évoquant le manque de
cohérence et les nombreuses
négligences juridiques qui
entachaient ce projet. Néanmoins,
la majorité socialo-écolo-libérale
l'avait adopté. Je comprends que
la majorité actuelle n'apprécie pas
qu'on lui rappelle qu'elle avait
adopté ce texte difforme de la
ministre Durant. Car la loi qui en a
résulté est toujours truffée
d'erreurs et d'imperfections
juridiques. La preuve en est qu'elle
a donné lieu à quatre arrêts de la
Cour d'arbitrage et au report
incessant de l'exécution d'un
certain nombre de ses
composantes.

La Cour d'arbitrage a rendu un
avis défavorable sur la
réglementation complémentaire
qui, à ses yeux, est constitutive
d'un dépassement de
compétences, mais aussi sur
l'article 29 qui a trait à la
catégorisation des amendes de
roulage, sur le retrait du permis de
conduire et sur l'ordre de
paiement. Les critiques à l'égard
de l'ordre de paiement s'enflant, il
a d'abord été reporté puis
remplacé par une ordonnance de
paiement qui, à son tour, vient
d'être rejetée.

Les super-amendes ont été
établies dans un climat de
surenchère politique entre
socialistes et écologistes, qui sont
tous deux montés au créneau pour
la sécurité routière. D'un côté,
nous avions le ministre flamand
Steve Stevaert, qui prônait la
gratuité des transports en
commun et l'aménagement des
pistes cyclables, et de l'autre, la
ministre Ecolo Isabelle Durant, qui
accumulait les maladresses. Les
super-amendes ont été votées,
alors que les États généraux de la
sécurité routière n'étaient même
pas demandeurs.

La loi a été publiée au Moniteur
belge au début de l'année 2003.
Puisqu'il fallait à tout prix éviter
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
betalen. Daarom werd deze regeling voorlopig buiten werking gesteld
in afwachting van de aanpassing. Met het wetsontwerp heeft men dit
willen veranderen in een beschikking tot betaling. Ondertussen wordt
ook dit afgevoerd.

Een tweede bedenking bij de wet-Durant en nog belangrijker dan de
juridische waarde ervan, is dat de superboetes een miskleun van
jewelste waren. Het is goed er even bij stil te staan. Het is goed te
blijven stilstaan bij de politieke achtergrond waartegen deze boetes
zijn ontstaan. Wat was de achtergrond? Een opbod tussen rood en
groen. Niet meer of niet minder. Het was de tijd van Durant in de
federale regering en Stevaert ­ daar is hij weer ­ in de Vlaamse
regering. Groen en rood waren in een bikkelharde strijd verwikkeld
om het verkeersthema te bezitten. Stevaert had reeds het gratis
openbaar vervoer uitgevonden. Bovendien had hij een ezeltje dat
bijna elke week nieuw geld produceerde om nog veel meer fietspaden
aan te leggen. Aan de andere zijde was er op federaal vlak een
groene, stuntelende minister Durant die zich ook wilde waarmaken op
dit thema. Dat is de achtergrond waartegen de superboetes zijn
ontstaan. De Staten-generaal van Verkeersveiligheid heeft zich
hiervoor nooit vragende partij getoond.

Ondertussen moest de VLD slikken. De manier waarop tijdens de
bespreking van de wet-Durant in de commissie een koehandel is
georganiseerd tussen op dat ogenblik nog geen partijvoorzitter maar
wel lid van de commissie voor de Infrastructuur, Bart Somers en
groen-rood was bepaald niet hartverheffend.

De gsm-overtreding werd in dezelfde vergadering door gewezen sp.a-
kamerlid Daan Schalck minstens zo gevaarlijk gevonden als een 0,5
promille alcoholovertreding. Een half uurtje later gaf hij toe of moest
hij toegeven dat de gsm-overtreding een gewone overtreding zou zijn.
Dat gebeurde nadat er op de gang en buiten de vergaderruimte van
de commissie een akkoordje was gesmeed tussen de groene minister
en VLD-er Somers. Daan Schalck moest slikken en toegeven.

De manier waarop er werd gehandeld over de overtreding van de
gordeldraagplicht was nog een stuk erger. Op een bepaald ogenblik
stelde Somers voor om alleen een gordelovertreding van de
bestuurder te beschouwen als een zware overtreding. Stel je voor!
Dan weer alleen een gordelovertreding van de volwassen inzittende
en niet van de kinderen. Dan weer wel op de voorbank maar niet op
de achterbank. Kortom, het was een schabouwelijke bedoening.
Allemaal om het gezichtsverlies zoveel als mogelijk te beperken.

Wat was de slotsom van die koehandel? Durant kreeg haar
superboetes op voorwaarde dat de VLD haar schaamlapje kreeg. De
gsm-overtreding en de gordelovertreding moesten als gewone
overtredingen beschouwd worden. Zo gebeurde het.

In zekere zin gaat dit schouwspel vandaag nog een beetje verder.
Terwijl minister Landuyt veel liever en veel logischer dan hetgeen hij
thans moet doen, de gordelovertreding als een zware overtreding
zien, moet hij het tegenovergestelde verdedigen vanwege de
liberalen. Bart Somers ­ opnieuw hij ­ mag blijkbaar niet te zeer in de
wind worden gezet. Of is het de stem van Verhofstadt die weerklinkt?

Terug naar de wet-Durant. De regering Verhofstadt I had schrik van
que les super-amendes
deviennent un thème de la
campagne électorale fédérale, leur
exécution a été reportée
jusqu'après les élections. Le
successeur de Mme Durant, le
ministre Anciaux, a eu "l'honneur"
d'exécuter cette partie de la loi. Il
est rapidement apparu que
l'adhésion sociétale aux super-
amendes n'était pas suffisamment
grande et que la coalition arc-en-
ciel avait été trop vite en besogne.
Les Pays-Bas avaient découvert
depuis longtemps qu'il était bien
plus efficace d'augmenter les
contrôles et de diminuer les
amendes plutôt que d'établir des
amendes exorbitantes. Chez nous,
l'opinion publique considérait les
super-amendes comme une
véritable escroquerie.

L'arrêté royal relatif aux infractions
graves a immédiatement été
modifié à nouveau lors du Conseil
des ministres spécial de
Raversijde, où M. Verhofstadt
parlait lui-même "d'amendes à
caractère harcelant". Quelques
mois plus tard, l'organisation des
automobilistes, Touring, insistait
par le biais d'une enquête pour
que l'arrêté royal soit à nouveau
modifié. À une époque où deux
secrétaires d'État avaient été
désignés pour examiner la
simplification administrative et
l'administration électronique, il
s'est avéré que les amendes
devaient encore être payées avec
des timbres fiscaux moyenâgeux.
Le ministre des Finances ­ qui
n'était pas un fervent amateur de
la loi sur la circulation routière ­
n'était en effet pas favorable au
changement.

La loi sur la circulation routière
Durant-Anciaux est de surcroît une
occasion manquée en matière de
lutte contre la récidive. Une
banque de données centrale pour
les amendes n'a par exemple pas
été créée.

Les textes qui nous sont soumis
aujourd'hui ont au moins été
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
haar eigen schepping. De wet verscheen in het Staatsblad begin
2003, maar de federale verkiezingen kwamen eraan in juni 2003.
Daarom werd de uitvoering van de wet gewoon een jaar uitgesteld.
De superboetes mochten immers geen thema worden voor de
federale verkiezingen. Isabelle Durant, die een aantal KB's had
voorbereid, mocht haar eigen wet niet meer uitvoeren. Haar opvolger,
Bert Anciaux, erfde het dossier en mocht ondervinden wat het
betekent om zo'n verkeerswet uit te voeren, zeker met de liberale
coalitiepartners die meekeken over zijn schouders.

Die superboetes zijn overigens niet alleen de inzet geweest van een
politiek schaakspel. Ze zijn ook een politieke misrekening geweest. Er
was en er is geen maatschappelijk draagvlak voor deze superboetes.
Het protest in Vlaanderen was bijzonder groot, binnen en buiten de
politiek, ook vanwege onze fractie. Ik zou hier talloze CD&V-
interventies, nota's, persberichten, opiniestukken en interviews op
radio, op televisie en in kranten kunnen aanhalen, maar wat er ook
gezegd werd, het was allemaal oppositiepraat volgens jullie.

Vandaag, collega's, wordt in het voorliggende voorstel toegegeven dat
paarsgroen zich toen vergaloppeerd heeft. De superboetes zijn
immers niet nodig. Het buitenland ­ kijk bijvoorbeeld naar Nederland
­ heeft ons lang geleerd dat een hoge pakkans gecombineerd met
veel lagere boetes, bijzonder effectief is om te komen tot een
noodzakelijke wijziging van het rijgedrag. In plaats van de
verkeersveiligheid te dienen, dreigen de superboetes zich te keren
tegen de verkeersveiligheid. Men kan immers toch geen beleid voeren
zonder dat er een minimaal maatschappelijk draagvlak voor bestaat.
Een combinatie van hoge boetes en een hoge pakkans krijgt
onvoldoende steun van de bevolking. Dan heeft men het over
geldklopperij. Dan is het risico reëel dat de bevolking zich niet alleen
tegen de hoge boetes, maar ook tegen een verhoging van de pakkans
keert. Dat zou pas nefast zijn voor het hele verkeersveiligheidsbeleid.

Gelukkig wordt de paarsgroene miskleun van de superboetes nu
eindelijk rechtgezet.

Ook het koninklijk besluit over de categorisering van de zware
overtredingen, was in sommige opzichten een miskleun. Het meest
potsierlijk was wel dat dit KB, dat de categorisering van de zware
overtredingen regelt, enkele dagen na het van kracht worden al
onmiddellijk werd gewijzigd tijdens de megaministerraad van
Raversijde. En hoe? Ik moet bijna lachen als ik eraan terugdenk,
maar eigenlijk was het intriest.

Tijdens dat welbewuste weekend in Raversijde kwam minister
Anciaux op Knack-TV vertellen hoe bijzonder gevaarlijk het parkeren
op een fietspad, een zebrapad of een voetpad wel was. Op datzelfde
moment werd Anciaux door grote leider Verhofstadt in de rug
gestoken op de andere tv-zenders. De eerste minister had het over
pestboetes en kondigde aan dat een aantal boetes van categorie
zouden dalen. Daarmee was het nog niet eens gedaan.

Een tweede vernedering moest Anciaux ondergaan toen dezelfde
Verhofstadt enkele maanden later, ter gelegenheid van een
petitieactie van Touring, stelde dat het KB opnieuw gewijzigd moest
worden. Dat allemaal zonder dat minister Anciaux zelf daarin gekend
werd. Niet moeilijk dat Anciaux nu verklaart dat het leuker werken is
préparés consciencieusement au
sein de la Commission fédérale de
la sécurité routière. C'est une
bonne méthode: beaucoup de
participation et une large assise
sociale. Pourquoi cela n'était-il pas
possible du temps de
Mme Durant? Lors du premier
examen en commission, M.
Landuyt était encore très affable.
Nous pensions initialement que
toutes les données étaient
disponibles et que des auditions
n'étaient plus nécessaires, mais
les avis du collège des procureurs
généraux et du Conseil d'État
n'étaient toujours pas disponibles
le 15 juin, de sorte que l'examen
de nombreux articles a dû être
reporté et que la discussion s'est
déroulée de manière très
chaotique.

Le travail de la commission
fédérale de la sécurité routière et
du sous-groupe "dispositif efficace
de répression des infractions aux
règles de circulation" a débouché
sur une proposition équilibrée qui
correspondait quasi intégralement
à la proposition relative au
montant des amendes déposée
deux ans plus tôt par M. Ansoms.
Aussi le CD&V a-t-il favorablement
accueilli cette proposition, qu'il a
cosignée.

L'ajustement du montant des
amendes et la meilleure
classification des infractions
routières apportent enfin
l'équilibre, après la funeste
surenchère à laquelle socialistes
et écolos se sont livrés au cours
des dernières années. La
réduction des amendes est une
victoire pour la sécurité routière.
Le ministre y a été contraint après
avoir consulté les acteurs de
terrain et constaté l'absence
d'adhésion sociétale aux
amendes excessives.

L'augmentation progressive du
montant des amendes en fonction
de la vitesse est en tout cas un
élément positif. Le système
existait déjà avant que Mme
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
met een betrouwbare minister-president.

Kortom, het was een zielig vertoon van paarsgroen en daarna van
paars.

Bij al dat gekibbel kwam nog eens een bijna middeleeuwse
betalingswijze van de onmiddellijke inningen te pas. In een regering
met voor het eerst een staatssecretaris voor Informatisering en nog
eentje voor Administratieve Vereenvoudiging, moesten de boetes nog
met middeleeuwse boetezegels betaald worden. Het bleek in een tijd
van e-government niet eens haalbaar om een nieuw rekeningnummer
te openen voor de onmiddellijke boetes of om deze boetes op
hetzelfde rekeningnummer als de minnelijke schikkingen te storten.

Dat is gewoon hallucinant.

Wat zat er achter? Dat is heel eenvoudig: minister van Financiën
Reynders zag als PRL-voorman de verkeerswet niet zitten. Hij was
dus ook niet bereid om mee te werken aan een moderner systeem.

Als klap op de vuurpijl bleek bij de invoering van de verkeerswet dat
de politiediensten niet eens boekjes hadden om de onmiddellijke
inningen uit te schrijven. Spreken van surrealisme, is hier licht
uitgedrukt.

De verkeerswet-Durant of Durant-Anciaux, zo u wil, was volgens ons
ook een gemiste kans in de strijd tegen de recidive.

In 1990 schreef Jean-Luc Dehaene het rijbewijs met punten in de
verkeerswet in als element in de strijd tegen de recidivisten. Immers,
wie de verkeersovertredingen opstapelde, mocht er niet meer vanaf
komen met een boete. Hij zou ook strafpunten op zijn rijbewijs
toegekend krijgen. Dat kon leiden tot een verplichte
verkeersveiligheidscursus op eigen kosten en bij herhaling zelfs tot
het langdurig ­ tot zes maanden ­ intrekken van het rijbewijs. Helaas
werd het rijbewijs met punten nooit uitgevoerd.

Een tweede kans om te komen tot een effectieve bestrijding van het
recidivisme was de administratieve afhandeling van de processen-
verbaal, zoals door CD&V werd voorgesteld bij de besprekingen
destijds, samen met de oprichting van een centrale databank voor alle
verkeersprocessen-verbaal. Die gegevensbank had de nodige
informatie kunnen leveren om van de bestrijding van het recidivisme
een speerpunt te maken. De paars-groene regering vond het helaas
niet nodig.

Ook in het voorliggende ontwerp wordt geen verder werk gemaakt
van de bestrijding van de recidive. Zelfs de eenvoudigste, wettelijke
middelen, zoals de verlenging van de recidivetermijnen van een jaar
naar drie jaar, mochten niet van de minister. Daarop kom ik echter
straks terug.

Ik zou hier ook nog kunnen terugkomen op de totstandkoming van het
verkeersboetefonds. Ik heb echter begrepen dat we daarover
binnenkort een wetsontwerp mogen verwachten. Ik kan dus beter
komen tot het voorliggende voorstel.

Mijnheer de minister, voorzitter, collega's, het voorliggende voorstel
Durant devienne ministre, fût-ce
pour les seules transactions
pénales. Aujourd'hui, le bon sens
triomphe enfin.

Un autre point positif est l'abandon
de l'ordre de paiement et de
l'ordonnance de paiement. Il est
ressorti des auditions que cette
ineptie ne permettrait pas
d'accélérer le traitement des
procès-verbaux. Comment le
gouvernement a-t-il jamais pu faire
une telle proposition? Le ministre a
probablement senti que les choses
pouvaient se gâter et a dès lors
suggéré d'organiser les auditions.

Cette loi présente toutefois aussi
certaines lacunes. Ce projet
constitue principalement une
occasion manquée dans le cadre
de la lutte contre la récidive. Une
lutte effective contre la récidive
profiterait indéniablement à la
sécurité routière et constitue une
priorité absolue pour le CD&V.
Lors des auditions, il est
clairement apparu que nous ne
sommes pas les seuls à défendre
ce point de vue. Nous plaidons
pour la création d'une base de
données répertoriant les
contrevenants et qui peut être
consultée par les services de
police et la justice. Une telle
disposition n'a hélas pas été
intégrée dans le projet de loi. Le
ministre n'a même pas accepté les
aménagements minimaux que
nous avions proposés. Ainsi, nous
avons proposé d'uniformiser à
trois ans les délais en matière de
récidive qui, actuellement, diffèrent
encore en fonction de l'infraction.
Le ministre n'a pas davantage
inclus cette suggestion dans le
projet de loi et propose à présent
une étude qui devrait conduire à
une nouvelle proposition.

Nous craignons que la lutte contre
la récidive soit non seulement
reportée, mais surtout qu'elle ne
soit jamais véritablement menée.
C'est pourquoi nous avons
présenté un nouvel amendement.
Nous sommes prêts à le retirer si
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
werd grondig voorbereid. Dat gebeurde in de federale
verkeersveiligheidscommissie. Daarbij waren vele organisaties en
instanties die te maken hebben met het verkeer, betrokken. Ik zou u
daarmee ook willen feliciteren. Deze aanpak was de goede aanpak.
De inspraak van het ruime middenveld zorgt ervoor dat nu een
voorstel voorligt, dat als maatschappelijk gedragen kan worden
beschouwd. Eigenlijk is het zelfs onbegrijpelijk dat paars-groen de
betrokkenen destijds niet heeft geconsulteerd bij de wet-Durant.

Iets minder tevreden zijn wij over de manier waarop het voorstel in het
Parlement en in de commissie voor de Infrastructuur werd behandeld.
Bij de eerste bespreking, die werd beperkt tot een voorstelling van het
voorstel door de minister, toonde hij zich nog van zijn meest
beminnelijke kant. Hij ging in op al onze vragen. Alle verslagen van de
federale verkeersveiligheidscommissie en van de werkgroep
Handhaving van die commissie werden ter beschikking gesteld,
waardoor we concludeerden dat hoorzittingen overbodig waren. Alle
betrokkenen hadden immers reeds voldoende inspraak gehad.
Achteraf gezien, was dat misschien een vergissing. Vooral was het
een vergissing om de mensen die juridisch betrokken zijn bij de
afhandeling van de verkeersovertredingen, niet te horen over het
voorstel.

Daarnaast beloofde de minister ook ons voor de bespreking van het
voorstel een advies te bezorgen van het College van procureurs-
generaal. Ook de adviezen van de Gewesten zouden ter beschikking
worden gesteld. En tot slot zou er een spoedadvies gevraagd worden
aan de Raad van State, zodat ook dat bij aanvang van de bespreking
in de commissie ter tafel zou liggen. Wat bleek op 15 juni, bij de
eerste bespreking? De verslagen van de Federale Commissie voor de
Verkeersveiligheid hadden wij gelukkig wel tijdig gekregen, en ook de
adviezen van de Gewesten, zij het in de vorm van een verslag van de
interministeriële conferentie, maar er was nog geen sprake van een
advies van het College van procureurs-generaal, evenmin als van een
advies van de Raad van State.

Dat was achteraf gezien, meen ik, een teken aan de wand. De
inhoudelijke overwegingen ­ men zou ze ook maatschappelijke
overwegingen kunnen noemen ­ waren allemaal tijdig ter beschikking.
Maar de meer juridische beoordeling van het werkstuk liet op zich
wachten. Ook daar kom ik straks even op terug.

Het gevolg van het ontbreken van die adviezen was dat de
artikelsgewijze bespreking werd aangevat maar dat de bespreking
van een heel aantal artikels werd uitgesteld tot een volgende
commissievergadering. Het gevolg was dat het ­ samen met de
bespreking van een heel pak amendementen, onder andere van onze
hand ­ een zeer chaotische bespreking werd. Ondanks die
chaotische bespreking is er toch een coherent verslag uit
voortgekomen ­ dat is de verdienste van de diensten en van de
verslaggeefster ­ maar het weerspiegelt niet echt hoe de bespreking
is verlopen.

Het werk van de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid en
de daaronder opererende groep Handhaving heeft geleid tot een
inhoudelijk evenwichtig voorstel. Toeval of niet, het heeft ook geleid
tot een voorstel met boetebedragen in de lijn van de bedragen die
gewezen collega Jos Ansoms terzake meer dan twee jaar geleden al
le ministre devait encore se
montrer disposé, aujourd'hui, à
prendre un engagement à cet
égard et à proposer un calendrier
concret à cet effet.

Nous déplorons également
l'absence d'ancrage légal de la
circulation routière au niveau
fédéral, par la création d'une
police de la circulation fédérale
spécialisée. Nous représentons
dès lors notre amendement
tendant à la création d'une telle
police.

L'avis du Conseil d'Etat relatif à
l'article 29 de la loi sur la
circulation routière constitue un
autre problème. Les observations
du Conseil d'Etat sont à nos yeux
fondamentales. Le ministre avait
annoncé en commission son
intention de demander au Conseil
d'État de rendre un avis d'urgence
qui serait disponible à l'entame de
la discussion du projet. Il n'en a
rien été, ce qui n'a rien d'étonnant
puisque que le ministre a présenté
le projet de loi en commission le
25 mai et qu'il n'a sollicité l'avis
urgent du Conseil d'Etat que le 13
juin. Le ministre n'a donc pas fait
preuve de la diligence requise.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
had voorgesteld. Het lijkt wel alsof onze collega ontslag moest nemen
uit het Parlement om ­ achteraf ­ gelijk te krijgen.

Wij stonden en staan dan ook positief tegenover het werkstuk. Wij
hebben die houding ook geformaliseerd met onze handtekening onder
het voorstel. Waarom? Wij zijn vooral tevreden dat er een logischer
indeling is gekomen van de verkeersovertredingen en een aanpassing
van de boetebedragen. Laten wij zeggen: na het rood-groene opbod
van enkele jaren geleden zegeviert uiteindelijk het gezond verstand.

De verlaging van de boetes is ook een overwinning voor de
verkeersveiligheid. Ik heb het daarstraks al gezegd: het is een illusie
te denken dat een hoge pakkans blijvend gecombineerd kan worden
met hoge boetes. De samenleving pikt zoiets niet en spreekt van
geldklopperij. Als er geen maatschappelijk draagvlak is, moet de
politiek willens nillens volgen. Dat wordt hier vandaag bewezen. U
komt vandaag, na consultatie van het middenveld, tot dat inzicht. Dat
is een verdienste. Beter laat dan nooit.

In de context van de boetes vinden wij een geleidelijke stijging van het
boetebedrag naargelang de stijging van de snelheid trouwens ook een
goede zaak. Dat is overigens niet zo revolutionair als het lijkt: zo'n
geleidelijke stijging ­ zij het niet per kilometer, maar per 5 kilometer
per uur ­ bestond al voor de tijd dat er van mevrouw Durant in de
politiek sprake was, zij het wel alleen voor de minnelijke schikkingen.
Het was dan ook onbegrijpelijk dat mevrouw Durant dat systeem mee
had afgevoerd. Ook hier heeft het gezond verstand gezegevierd met
een nieuw systeem om snelheidsovertredingen aan te pakken.

Een tweede positief punt is dat het bevel tot betalen en de
beschikking tot betalen ongebruikt verticaal geklasseerd wordt. Dat
onding hielp een versnelde en verbeterde afhandeling van de pv's
niets vooruit, integendeel. De manier waarop magistraten,
deurwaarders, rechters en andere betrokkenen dit idee hebben
neergesabeld tijdens de hoorzittingen was gewoon ontluisterend voor
degenen die het ooit hebben ontworpen en ingediend. Het is eigenlijk
ongelooflijk dat dit ooit zomaar de regeringstafel is gepasseerd. Eerlijk
is eerlijk, het is ook de verdienste van de minister zelf dat hij
gesuggereerd heeft om hierover hoorzittingen te organiseren. Hij leek
zelf al nattigheid te voelen. Het zou ons dan ook niet verbazen dat die
hoorzitting voor hem een galante manier was om dit rigide en
nutteloze systeem in de prullenmand te laten belanden.

Mijnheer de minister, de voorliggende tekst heeft volgens ons ook
belangrijke schaduwzijden. Inhoudelijk staan wij positief tegenover de
tekst maar dat betekent niet dat wij geen oog mogen hebben voor een
aantal tekortkomingen. Sta me toe hierbij nog even stil te staan want
dit is toch wel belangrijk. Een eerste negatief punt is het feit dat het
ontwerp een gemiste kans is inzake de strijd tegen de herhaling of de
recidive. Een daadwerkelijke aanpak van recidivisten levert een
belangrijke bijdrage tot de verkeersveiligheid want de relatief kleine
groep van echte brokkenmakers vinden we terug bij deze recidivisten.
In ons verkeersveiligheidsbeleid zou de aanpak hiervan een absolute
prioriteit moeten vormen. Ik zeg dit niet alleen. Verschillende sprekers
hebben dit ook gezegd tijdens de hoorzitting. Voor de aanpak moet de
overheid een aangepast instrument hebben: een inventaris, een
databank van de verkeersmisdrijven per verkeersdeelnemer. Of ze nu
gestraft worden met een boete, een onmiddellijke inning of eender
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
welke straf maakt daarbij niet uit. Politie en justitie moeten een
volledig overzicht hebben en daar wordt in het ontwerp helaas geen
begin mee gemaakt. Dat is eens te meer een gemiste kans.

Erger nog, zelfs enkele minimale verbeteringen in de strijd tegen het
recidivisme mochten niet van de minister. Wij hadden hier de kans
om de termijnen inzake herhaling, die nu nog verschillen naar gelang
van de overtreding, allemaal op één lijn te brengen, namelijk op drie
jaar. Op die manier wordt voor iedereen duidelijk dat wie een
overtreding begaat binnen een termijn van drie jaar na de eerste,
gegarandeerd een zwaardere straf mag verwachten. De minister heeft
dit afgeslagen. Hij zegt dat hij hieromtrent een onderzoek zal laten
doen en met een voorstel zal komen.

Mijnheer de minister, u hebt 7 sporen gelanceerd met betrekking tot
de verkeersveiligheid. Dé prioriteit, de aanpak van recidive, komt
hierin niet voor. Wij vrezen dat daarmee de aanpak van dit probleem
naar de Griekse kalender wordt gestuurd en daarom hebben wij op
dat vlak opnieuw onze amendementen ingediend. Mijnheer de
minister, als u in de loop van de avond nog een hard engagement wil
aangaan, met een concrete timing en een deadline, zijn wij bereid om
deze amendementen terug te trekken en constructief mee te werken
aan een goed voorstel terzake.

Trouwens, tussen haakjes, wat die recidive betreft, collega Vautmans
wees er daarnet al op in verband met het vluchtmisdrijf, collega
Casaer had in de media verklaard dat de aanpak van recidive bij
vluchtmisdrijf onmiddellijk en snel moest aanpast worden zodat het
toch efficiënt kon aangepakt worden. Tijdens de bespreking hebben
we hem hierover echter niet meer gehoord. Ik veronderstel dat dit ook
mee in het onderzoek van minister Landuyt zal opgenomen worden.
We hebben hier echter toch een kans gemist om dit snel aan te
pakken denk ik.

Naast het gemis van een aanpak van recidive is er nog een tweede
negatief punt. We betreuren het nog steeds dat de kans niet te baat
werd genomen om de verkeershandhaving op federaal vlak wettelijk
te verankeren door de oprichting van een gespecialiseerde federale
verkeerspolitie. De operaties van deze verkeerspolitie zouden dan
voortaan mee worden aangestuurd door de minister van Mobiliteit en
Vervoer. Op die manier ontstaat de garantie dat op de autosnelwegen
er ook daadwerkelijk gehandhaafd wordt en vooral gehandhaafd blijft
worden. Ook daarom dienen wij opnieuw dit amendement in tot
oprichting van een gespecialiseerde federale verkeerspolitie. De
aanhouder kan misschien al eens winnen.

Een derde schaduwzijde is en blijft toch nog altijd het advies van de
Raad van State met betrekking tot artikel 29 van de verkeerswet. Het
gaat hier om de kern van het voorstel dat hier vandaag ter bespreking
en ter stemming voorligt. Mijnheer de minister, volgens ons waren de
opmerkingen van de Raad van State fundamenteel en mogen we
daar absoluut niet lichtzinnig overgaan. Ik stel vast dat onze
commissie dat een beetje mede op uw aansturen toch gedaan heeft.
Ik maak terug even een kort overzicht van de bespreking in de
commissie. Mijnheer de minister, u engageerde zich bij de inleiding op
de voorliggende tekst in de commissie dat u een spoedadvies zou
vragen aan de Raad van State en dat dit beschikbaar zou zijn bij
aanvang van de bespreking. Zoals ik al aangehaald heb, was dit niet
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
het geval. Dat was ook logisch. U hebt die inleiding gedaan op 25 mei
in de commissie. Pas op 13 juni werd de Raad van State door u
verzocht om spoedadvies uit te brengen. De termijn van 5 dagen die
de Raad hiervoor ter beschikking krijgt was natuurlijk ruim
onvoldoende om bij de aanvang van de bespreking op 15 juni over het
advies te kunnen beschikken. Het advies lag uiteindelijk op 20 juni ­
en dan nog enkel in het Frans waardoor het niet eens een officieel
document was ­ op de tafel van onze commissie. Maar tot daar aan
toe. Mijnheer de minister, waarom hebt u eigenlijk twee weken
gewacht vooraleer u het advies hebt ingewonnen, hebt gevraagd bij
de Raad van State? Was dat uit slordigheid of uit vergetelheid? Wie
zal het zeggen?
01.04 Minister Renaat Landuyt: (...)
01.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Het advies van de Gewesten
werd de woensdag daarvoor reeds uitgesproken.
De voorzitter: Mijnheer de minister, u moet uw microfoon aanzetten.
01.06 Minister Renaat Landuyt: Het is de gewone werkwijze, maar
wel tamelijk snel. Zodra er in de interministeriële conferentie inspraak
is van de Gewesten, wordt dat doorgestuurd naar de Raad van State.
01.06 Renaat Landuyt, ministre:
Non, j'ai suivi la méthode de travail
normale. Après que les Régions
ont été consultées au sein de la
conférence interministérielle, j'ai
demandé l'avis du Conseil d'Etat.
01.07 Jef Van den Bergh (CD&V): De Raad van State had een
opmerking gemaakt.
01.08 Minister Renaat Landuyt: Het gaat er niet om of de Raad van
State een opmerking maakt. Het gaat wel om het volgende. Zodra wij
respect betoond hebben ten opzichte van de Gewestregering, kunnen
wij doorsturen naar de Raad van State. Dat punt kunt u dus laten
vervallen na die uitleg.
01.09 Paul Tant (CD&V): (...) Waar is die procedure vastgelegd?
De voorzitter: Collega's, u moet uw microfoon aanzetten.
01.10 Minister Renaat Landuyt: Natuurlijk, zeer juist.
01.11 Paul Tant (CD&V): (...)
De voorzitter: Collega's, de heer Van den Bergh had het woord. Ik wil hem het woord teruggeven.

Mijnheer Tant, laat uw collega opnieuw het woord nemen.
01.12 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dat was nog niet alles. Degenen die erbij waren, kunnen
daarvan getuigen.

In de commissievergadering van 15 juni stelde u dat er geen
problemen te verwachten waren in het advies, dat nog moest komen.
Dat kon u informeel gerust stellen, zo beweerde u. Een conclusie:
ofwel hebt u slechte informanten, ofwel wilde u de commissie op het
verkeerde been zetten. Achteraf is in elk geval gebleken dat het
01.12 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre a déclaré lors
de la réunion de commission du
15 juin que l'avis ne devait
normalement pas poser de
problème. Soit le ministre dispose
de mauvais informateurs, soit il a
voulu volontairement induire la
commission en erreur.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
tegendeel waar was.

De kritiek van de Raad van State raakt namelijk het hart van de
voorliggende wettekst. Het Arbitragehof meldde eerder al dat de
verschillende categorieën van overtredingen, weliswaar in algemene
termen, maar toch, een bepalende omschrijving zouden krijgen. De
vier categorieën moesten een bepalende omschrijving krijgen. Welnu,
de Raad van State concludeert in zijn advies dat de omschrijving van
de categorieën van overtredingen die in het voorliggende ontwerp
stonden onvoldoende bepalend zijn. Dat maakt onze fractie ten
zeerste ongerust.

Collega's, mijnheer de minister, ik herhaal het: inhoudelijk zijn wij het
eens met de voorliggende tekst. Een wet moet echter niet alleen
inhoudelijk kloppen, ze moet ook juridisch sluitend zijn. Dat is toch het
minste wat de mensen van ons mogen verwachten, zeker op het
terrein van de verkeersveiligheid, waar er een grote nood is aan een
stabiele, coherente en duidelijke wetgeving.

Uiteindelijk is er daarstraks nog een amendement van de regering
gekomen. Wij hebben daarover snelsnel een commissievergadering
gehouden, in zaal 2, hiernaast. Dat regeringsamendement werd
uiteindelijk goedgekeurd, met acht stemmen voor en acht
onthoudingen.

Dit amendement zou moeten tegemoetkomen aan de bezwaren van
de Raad van State. Ik meen dat het resultaat van de stemming al
duidelijk maakt dat er toch enige grond van twijfel is bij de
commissieleden. Ik heb daarstraks al verteld dat wij er problemen
mee hebben dat dit holderdebolder moest gebeuren. De aangepaste
wet zal van kracht moeten worden op 1 februari 2006. Dat hebt u
daarstraks verteld. Om alle betrokkenen voldoende voorbereidingstijd
te schenken, moet de wet goedgekeurd zijn voor het zomerreces.
Mijnheer de minister, ik voel mij wat ongemakkelijk bij deze tijdsdruk.
Is het niet veel belangrijker om te komen tot een goed besproken
voorstel, dat ruim gedragen wordt en juridisch sluitend is, dan
snelsnel te moeten werken?

Het advies van de Raad van State deed en doet ons twijfelen. Is het
verantwoord om het voorliggende voorstel, dat wij nota bene zelf mee
hebben ondertekend, daadwerkelijk goed te keuren? Wij vrezen nog
steeds van niet.

Beste collega's, ook na de commissie van daarstraks blijf ik met de
vrees zitten dat wij te snel en ondoordacht zijn doorgegaan met de
behandeling van dit voorstel. De minister stelt dat het amendement op
artikel 29 juridisch waterdicht is. Onze indruk is vooral dat hij een
beoordeling door de Raad van State wil vermijden. Wij willen zeker
zijn. Ik heb niet het gevoel, na consultatie van een aantal andere
mensen, dat die zekerheid er nu is. Daarom zullen wij ons bij de
stemming over dit voorstel onthouden.

Tot slot heb ik nog een punctuele vraag aan u, mijnheer de minister.
Het betreft het werken met de middeleeuwse boetezegels. In de loop
van de besprekingen hebt u aangekondigd dat er niet meer met
boetezegels, maar wel met een overschrijvingsformulier gewerkt zou
worden. Wij willen dat wel geloven, heel graag zelfs. Wij zeggen:
eindelijk. Wij hebben echter nog geen concreet initiatief gezien,

Les critiques du Conseil d'Etat
portent sur l'essence même du
texte. La Cour d'arbitrage avait
déjà indiqué précédemment que
les différentes catégories
d'infractions devaient être définies
avec précision. Le Conseil d'Etat
considère dans son avis que les
catégories d'infractions ne sont
pas définies avec suffisamment de
précision. Voilà qui inquiète au
plus haut point notre groupe.

Nous pouvons marquer notre
accord sur ce texte quant à son
contenu. Une loi doit toutefois
également être inattaquable sur le
plan juridique. Le gouvernement
vient encore de présenter un
amendement. Nous avons réuni la
commission à la hâte pour
l'examiner. L'amendement du
gouvernement a finalement été
adopté par huit voix pour et huit
abstentions. Ce résultat est
significatif.

Cet amendement présenté par le
gouvernement a pour but de
répondre aux objections formulées
par le Conseil d'État. Nous
doutons fortement que ce soit
suffisant. Le ministre déclare que
l'amendement à l'article 29 est
parfait au plan juridique. Nous
avons plutôt l'impression qu'il veut
éviter la confrontation avec le
Conseil d'État.

Au fil des discussions, le ministre
a annoncé que les timbres-
amendes seraient abandonnés et
remplacés par des formulaires de
virement. Aucune initiative
concrète n'a toutefois été prise à
ce jour. Existe-t-il déjà une
proposition de modification de
l'arrêté royal et quand entrera-t-
elle en vigueur?

Le CD&V s'abstiendra lors du
vote. Ce projet a pour objectif de
rectifier plusieurs échecs de Mme
Durant et de l'ensemble du
gouvernement Verhofstadt I, mais
reste à savoir si l'objectif sera
effectivement atteint. Malgré notre
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
daarom deze korte bijkomende vraag om te vernemen of er al een
voorstel tot wijziging van het KB terzake is en wanneer dit van kracht
zal worden.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, dit ontwerp
moet een aantal missers van minister Durant en de hele paarsgroene
regering Verhofstadt I rechtzetten, meer niet. Het is nog maar de
vraag of de missers met de voorliggende tekst wel effectief zijn
rechtgezet. Er is nog veel werk, zoals de minister ook zelf heeft
aangegeven in zijn zeven sporen voor een betere verkeersveiligheid.
Ondanks onze onthouding vandaag en onze kritische bedenkingen,
denken wij dat wij op een constructieve manier hebben getracht de
tekst bij te sturen en te verbeteren waar wij dachten dat dit nuttig was.
Mijnheer de minister, wij zullen ook in de komende maanden op een
zelfde constructieve, maar kritische manier blijven meewerken door
de beoordeling van alle ontwerpen en voorstellen van anderen en
door de indiening van eigen voorstellen, met maar een doel voor
ogen, dat hopelijk iedereen nastreeft, met name het verminderen van
het aantal verkeersslachtoffers. (Applaus).
abstention, nous pensons avoir
essayé de manière constructive
d'adapter le texte et nous
continuerons à le faire, dans le
seul but de réduire le nombre de
victimes d'accidents de la route.
De voorzitter: Proficiat voor uw maidenspeech, mijnheer Van den
Bergh. (Applaus)

Nous accueillons M. Lavaux pour le même exercice, à savoir sa
première intervention dans notre assemblée plénière.
Le président: Je félicite M. Van
den Bergh pour son premier
discours en séance.
(Applaudissements)
01.13 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, le gouvernement Verhofstadt II, dans sa
déclaration gouvernementale de juillet 2003, s'est engagé à une plus
grande sécurité routière en se donnant comme objectif de diminuer le
nombre de victimes de la route d'au moins 33% d'ici 2006 et de 50%
d'ici 2010. Votre objectif, en termes de sécurité routière a, soyez-en
certains, toute notre adhésion; à l'horizon 2010, nous devons, au
minimum, compter deux fois moins d'accidents.

Lors du Conseil des ministres de mars 2004 à Ostende, vous vous
étiez engagés à procéder d'ici septembre 2005 à une évaluation
exhaustive de la loi de février 2003 sur la sécurité routière. En effet,
cette loi portant diverses dispositions en matière de sécurité routière
qui avait été adoptée dans la précipitation lors de la précédente
législature, pose de nombreux problèmes juridiques et techniques, ce
qui a amené la Cour d'arbitrage à sanctionner nombre de ses
dispositions.

Vous nous avez imposé, aujourd'hui, la même précipitation. Pourtant,
le processus d'évaluation de la loi relative à la police de la circulation
routière mené par la commission fédérale pour la sécurité routière a
été remarquable. Nous profitons de cette tribune pour remercier
l'ensemble des organisations de la société civile qui ont mené à bien
ce processus d'évaluation et nous les félicitons pour la pertinence de
leurs recommandations. Nous regrettons toutefois que ces
recommandations n'aient pas été plus et mieux suivies dans le cadre
de la réforme qui nous occupe aujourd'hui.

Avant d'examiner un à un les points de la réforme, je souhaiterais
faire quelques observations par rapport au travail mené en
commission. Dans un premier temps, la commission a été saisie d'un
texte rédigé unilatéralement par le ministre de la Mobilité qui ne
01.13 David Lavaux (cdH): Op
de ministerraad te Oostende in
maart 2004 heeft de regering er
zich toe verbonden om de wet van
7 februari 2003 inzake de
verkeersveiligheid opnieuw te
evalueren.

De commissie heeft eerst een
tekst van de minister van Mobiliteit
besproken die enkel over het
bevel tot betaling ging. Pas op 25
mei werd een tekst tot hervorming
van de verkeersveiligheid bij de
commissie ingediend. Die tekst
was weliswaar afkomstig uit een
voorontwerp van de minister, maar
werd voorgelegd in de vorm van
een amendement dat door
verschillende collega's werd
ingediend. Daardoor was het
advies van de Raad van State niet
voorhanden op het ogenblik dat de
tekst werd ingediend. Dit advies
werd ons pas op 20 juni bezorgd.
Op dat ogenblik waren reeds tal
van artikelen goedgekeurd. De
tekst werd dus aangenomen
zonder dat men echt rekening
heeft gehouden met de
opmerkingen van de Raad van
State. En vandaag, om 16.30 uur,
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
concernait que l'ordre de paiement, et donc n'abordait pas tous les
problèmes posés par l'application de la loi de 2003. La commission a
mené des auditions qui ont logiquement porté sur la réforme de la
sécurité routière dans son ensemble. Ce n'est que le 25 mai que la
commission a été saisie d'un texte plus large, portant réforme de tous
les aspects problématiques de la loi inspirée des conclusions de la
commission fédérale pour la sécurité routière.

Ce texte a été introduit par le biais d'un amendement déposé par
plusieurs collègues mais, en réalité, il est issu d'un avant-projet du
ministre.

Eu égard à l'introduction de ce texte par la voie parlementaire, l'avis
du Conseil d'Etat n'était pas disponible dès le dépôt du texte.

Ce n'est que lors de la dernière séance de travail de la commission, le
20 juin, alors que de nombreux articles de l'amendement avaient déjà
été votés, que l'avis du Conseil d'Etat nous a été transmis sur les
bancs.

Je tiens à préciser que personne, pas même le ministre, n'avait eu
l'occasion de faire une lecture de cet avis et que donc le texte a été
voté sans vraiment prendre en compte les observations du Conseil
d'Etat. Entre-temps, M. le ministre a lu les observations du Conseil
d'Etat et c'est aujourd'hui à 16.30 heures qu'on en arrive à une
proposition de bricolage législatif.

Je trouve cette situation très paradoxale. Alors que l'objet de la
présente loi est de remplacer les dispositions illégales de la loi de
2003, cette fois encore, la Chambre ne se donne pas les moyens et le
temps de faire du bon travail. Nous n'avons pas pu prendre
réellement connaissance des amendements qui ont été déposés cet
après-midi. Nous n'avons pas pu solliciter des avis. Cela dénote d'un
réel mépris à l'égard du travail parlementaire.

J'en viens maintenant à l'analyse des différents points de la réforme
et d'abord à la catégorisation des infractions.

La disposition adoptée s'inspire des travaux de la commission
fédérale qui a mené à bien l'évaluation de la loi de février 2003.

Selon la disposition de l'article 7 du projet de loi, le Roi se voit
déléguer le pouvoir de répartir les infractions en quatre degrés en
fonction de la création du risque qu'elles présentent.

Le caractère trop large de la délégation de pouvoir a été stigmatisé
par le Conseil d'Etat. Il résulte de l'avis que les critères définis
seraient trop imprécis pour encadrer et limiter efficacement le pouvoir
conféré au Roi de classer les infractions aux règlements pris en
exécution de la loi relative à la sécurité routière, en différentes
catégories.

Dans un premier temps, en commission, monsieur le ministre, vous
vous êtes départi avec conviction de cet avis en maintenant la
disposition de l'article 7 en projet. Vous vous êtes justifié en arguant
du fait que le Conseil d'Etat aurait défini la base légale obligatoire des
infractions de manière plus large que la Cour d'arbitrage.
kregen we nog te maken met
wetgevend kunst- en vliegwerk.
Dat alles getuigt van weinig
eerbied voor de werking van het
Parlement.

Artikel 7 verleent de Koning de
bevoegdheid om de overtredingen
op grond van hun ernst in vier
categorieën onder te verdelen, een
principe waarover wij het trouwens
eens zijn. De Raad van State
oordeelde evenwel dat die
bevoegdheidsoverdracht te ver
ging. Nadat u in de commissie dat
advies naast u neerlegde, stelt u
ons vandaag met evenveel
overtuiging iets anders voor. Zal u
vóór de stemming nog een ander
voorstel doen? Wij zullen erop
toezien dat de bepalingen van het
door u uitgevaardigde koninklijk
besluit uitgebreid in de commissie
worden besproken.

In tegenstelling tot wat werd
aangekondigd, blijven er
superboetes van toepassing die
voor gezinnen met lage inkomens
buiten alle proporties zijn. Wij
betreuren dat met de
maatschappelijke situatie van de
overtreder geen rekening is
gehouden.

Mijn amendement, dat ertoe
strekte de opdeciemen voor
verkeersboeten als zodanig af te
schaffen en in te calculeren in de
boete zelf, waardoor de
boetetarieven duidelijker worden,
heeft de minister niet aanvaard.
Wij hopen dat het er in de
toekomst toch nog van komt.

Het door de Raad van State
vernietigde bevel tot betaling wordt
niet geschrapt.

Zowel het Arbitragehof als de
procureurs-generaal hebben de
mogelijkheid, die niet in
evenredigheid is met de feiten, om
de intrekking van het rijbewijs te
verlengen veroordeeld wegens
verscheidene juridische fouten en
geen mogelijkheid tot hoger
beroep.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Cet après-midi, vous nous présentez autre chose et, avec la même
conviction, vous nous demandez d'y croire comme à la solution
miracle. J'ignore à quelle heure nous allons voter aujourd'hui mais
peut-être allez-vous encore nous proposer autre chose entre-temps.

Nous soutenons bien évidemment le principe de cette catégorisation
en fonction du degré de dangerosité des infractions. Soyez assuré
que nous serons très attentifs à ce que les dispositions prises dans
votre arrêté royal soient largement discutées en prenant tout le temps
qu'il faudra en commission.

Monsieur le ministre, vous nous aviez annoncé que les amendes
seraient globalement revues à la baisse. Or, à la lecture des
nouveaux montants, nous constatons que la diminution des amendes
n'est pas si importante que l'on veut parfois le faire paraître. Il reste
toujours des "super amendes" pour certains de nos concitoyens qui
n'ont pas de capacités contributives réelles.

Il est des amendes qui sont parfois disproportionnées pour le budget
d'une famille à faibles revenus. Nous regrettons amèrement qu'en cas
de perception immédiate ou de transaction par le parquet, il n'ait pas
été prévu de prendre en compte la situation sociale du contrevenant.

Les amendes pour excès de vitesse deviennent une catégorie
d'infractions à part entière et elles subiront une progression par
kilomètre/heure de dépassement. Nous serons, bien entendu,
favorables à cette mesure.

Dans un souci de transparence, nous avons proposé par la voie d'un
amendement de supprimer les décimes additionnels pour les
amendes de roulage ainsi que l'indication de montants décimes
additionnels.

En effet, d'un point de vue pédagogique, il est important que chaque
contrevenant sache quelle amende il risque de se voir infliger. Cette
proposition était dans la droite ligne des recommandations du groupe
de travail politique criminelle-évaluation de la loi du 7 février 2003 et
des propositions des experts auditionnés devant la commission. Les
décimes additionnels ont d'ailleurs déjà été supprimés dans d'autres
domaines.

Bien que ma proposition ait eu les faveurs de nombre de mes
collègues, toutes tendances confondues, que je remercie, elle n'a pas
pu être votée, le ministre ayant appelé à ce qu'une telle dérogation au
système des additionnels soit soumise plutôt à la commission de la
Justice de la Chambre.

Nous espérons qu'une telle mesure pourra être adoptée dans le futur,
car elle est de nature à permettre au justiciable de mieux comprendre
l'importance de la sanction à laquelle il s'expose dans le cas où il
enfreint la loi sur la sécurité routière.

A l'issue des auditions en commission, le gouvernement a estimé qu'il
n'était pas nécessaire de prévoir une nouvelle procédure telle que
l'ordonnance de paiement. Nous nous félicitons de cette sage
décision.

Par contre, le texte ne supprime pas les dispositions relatives à l'ordre

Voor de cdH moet de strijd tegen
agressief verkeersgedrag een
prioriteit blijven en daarvoor zijn
een mentaliteitswijziging en een
responsabilisering van de
weggebruikers vereist.

Wij kunnen niet voor dit ontwerp
stemmen omdat er onvoldoend
plaats wordt ingeruimd voor
alternatieve straffen en
dienstverlening en onvoldoende
rekening wordt gehouden met de
sociale situatie van de overtreders
in geval van onmiddellijke inning of
minnelijke schikking door het
parket. Wij zullen echter ook niet
tegen het ontwerp stemmen,
omdat wij elk beleid ter bestrijding
van agressief verkeersgedrag
steunen. Wij zullen ons dus
onthouden.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
de paiement qui, pourtant, ont été annulées par le Conseil d'Etat.

En matière de retrait du permis de conduire, la loi du 7 février 2003
avait introduit une possibilité de prorogation du retrait pour une
période d'un mois, qui pouvait être renouvelée une fois pour la même
durée. Cette disposition a été déclarée illégale par la Cour d'arbitrage,
car disproportionnée parce qu'elle ne prévoit ni l'intervention d'un
juge, ni une possibilité de recours. Les amendements de ce jour
entendent y remédier.

L'avis des procureurs généraux est particulièrement sévère contre
cette disposition: "Ce texte n'a pas la qualité juridique et conceptuelle
requise pour être appliqué. Le texte comprend nombre d'imprécisions
et d'erreurs juridiques et techniques (confusion entre procès-verbal de
constatation et de comparution, mode d'introduction par procès-verbal
unilatéral inexistant dans notre droit, double mode d'introduction pour
une même affaire".

Les procureurs généraux étaient très critiques par rapport à cette
possibilité de prorogation du retrait qui, à leurs yeux, n'était pas
nécessaire.

Le Conseil d'Etat a également fait des observations sur ce texte: "La
rédaction du texte doit être revue sur un point concernant la citation à
comparaître par notification".

Nous ajouterons qu'il n'existe pas de possibilité de recours contre une
telle ordonnance de prolongation du retrait, ce qui nous semble
contraire à la jurisprudence de la Cour européenne des droits de
l'homme.

Pour toutes ces raisons, nous sommes opposés à cette disposition.

Monsieur le ministre, chers collègues, on ne pourra réussir à diminuer
l'insécurité routière que si l'on parvient à changer les mentalités, à
éduquer les automobilistes au respect d'autrui et au partage de
l'espace.

Ce projet de loi pèche par son manque de soutien aux peines
alternatives à caractère pédagogique ou aux travaux d'intérêt général
comme peines alternatives à part entière en cas d'infraction au Code
de la route. Par exemple, l'instauration d'une obligation, pour tout
conducteur, nouveau ou expérimenté, qui aurait causé la mort dans
un accident de la route ou qui aurait blessé gravement, de suivre un
nouvel apprentissage à la sécurité routière et d'être sensibilisé aux
conséquences de ses actes.

Le tableau que je viens de vous dépeindre, chers collègues, est pour
le moins critique et il le restera tant que la question de la sécurité
routière ne s'inscrira pas dans une politique qui responsabilise
davantage encore les usagers de la route.

Le cdH est favorable à la lutte contre la violence routière qui doit
rester une priorité politique et mobiliser tous les niveaux de pouvoir.

Sous de nombreux aspects, le texte adopté en commission ne nous
convainc cependant pas. De nombreuses approximations dans ce
texte ne contribuent pas à la sécurité juridique dans le domaine de la
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
sécurité routière. Or il nous semble que la stabilité et la légalité des
règles de droit sont les corollaires indispensables à une politique
répressive efficace.

Ce projet de loi pèche par son manque de soutien aux peines
alternatives et à la mise en adéquation des peines avec la situation
sociale du contrevenant en cas de perception immédiate ou de
transaction par le parquet.

Voilà, mesdames et messieurs, la teneur des critiques du groupe cdH
de la Chambre. Vous comprendrez aisément que nous ne pourrons
voter pour ce projet gouvernemental, étant donné l'insécurité juridique
qui entoure de nombreuses dispositions.

Toutefois, nous nous abstiendrons dans la mesure où nous
soutenons toute politique de lutte contre la violence routière et que ce
texte présente sans conteste certaines améliorations par rapport à la
situation chaotique générée par la loi du 7 février 2003, même si ce
texte est encore loin de donner toutes les garanties juridiques
voulues.

Le président: Merci beaucoup, monsieur Lavaux, mes félicitations
pour votre maiden speech! (Applaudissements)
De voorzitter: Ik feliciteer de heer
David Lavaux met zijn maiden
speech. (Applaus)
01.14 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, je voudrais d'abord exprimer ma
satisfaction de voir qu'un accord a été obtenu quant à la nécessité de
dépoussiérer certains aspects du Code de la route. En effet, ces
dernières décennies, de nombreux articles de loi sont tombés en
désuétude, projets et propositions de loi se sont ajoutés et
superposés au fil du temps, jusqu'au point de rendre le Code de la
route parfois peu lisible pour les usagers de la voie publique.

Modifier les lois coordonnées de 1968 est donc une bonne initiative
en ce sens qu'elle actualise la législation dans son rapport aux
réalités de la route ­ densité du parc automobile, du trafic, progrès
technologiques, évolution sociologique, etc. ­ mais aussi parce que
ce projet de loi place l'usager de la voie publique au coeur du souci
commun d'établir une véritable sécurité routière.

Je voudrais souligner ce qui, dans ce projet de loi, représente à mes
yeux de réels progrès pour la sécurité de nos concitoyens sur la route.
Avant tout, je me réjouis que ce projet de loi désigne à nouveau la
sécurité des personnes comme la priorité absolue. Dans notre pays,
trop de familles sont brutalement endeuillées du fait de
comportements inadaptés au volant. Les accidents de la route sont
présentés trop souvent encore comme des drames individuels,
notamment dans la presse, alors qu'ils engagent la responsabilité
collective. C'est pourquoi un travail sur les mentalités et sur les
comportements doit être à la base de toute politique visant à réduire
le taux de mortalité sur les routes.

Établir une nouvelle répartition des infractions d'après les critères de
mise en danger des personnes est une manière logique et judicieuse
d'entraîner une remise en question des comportements des usagers
de la route, quel que soit leur mode de déplacement. À ce titre, la
nouvelle gradation des amendes me paraît plus appropriée, en tout
01.14 Annick Saudoyer (PS): De
evolutie van de wetgeving, van de
technologie en van de
maatschappij, enerzijds, en het
toenemende aantal voertuigen,
anderzijds, maakten een
actualisering van het
verkeersreglement noodzakelijk.
Daarin krijgen de weggebruiker en
de verkeersveiligheid een centrale
plaats. Verkeersongevallen
worden een collectieve
verantwoordelijkheid. Daartoe zal
zowel een mentaliteits- als een
gedragswijziging noodzakelijk zijn.

Het is een goede zaak dat de
overtredingen worden geklasseerd
op grond van de mate waarin ze
de weggebruiker in gevaar
brengen. De nieuwe gradatie van
de boetes zou de reflexen van de
burger moeten beïnvloeden.

De verlaging van de boeten is het
bewijs dat de regering een goed
inzicht heeft in de reële gevolgen
ervan afhankelijk van de sociale
situatie van de overtreder. De
rechter zal het bedrag van de
boeten kunnen aanpassen aan de
ernst van de begane
snelheidsovertreding. Ook over de
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
cas propice à une évolution des réflexes des citoyens. Par exemple,
l'utilisation du gsm au volant passera dans la catégorie d'amende
supérieure, de même que le fait d'ignorer un passage à niveau,
infraction qui passe de l'amende simple à la comparution directe
devant le tribunal.

Pour ce qui est des amendes, le fait que les montants aient été revus
à la baisse me paraît être une preuve de la clairvoyance du
gouvernement. En effet, je doute que le paiement immédiat d'une
grosse somme ait une réelle incidence sur le portefeuille d'un citoyen
nanti ou sur sa remise en question personnelle. Au contraire, une
somme élevée, disproportionnée à la gravité de l'infraction et du
danger pour autrui ne pourra pas être sérieusement prise en compte
par un contrevenant qui connaît des difficultés financières. Au pire, il
refusera de s'acquitter de l'amende en n'ayant plus aucune
considération pour la gravité intrinsèque de sa faute; au mieux, il la
paiera au prix de sacrifices dans d'autres domaines de dépenses,
essentiels au ménage. Je souligne donc l'effort fourni pour l'étude et
le remaniement des montants des amendes.

Il y a beaucoup d'autres apports positifs dans le texte proposé
aujourd'hui. Sans tous les citer, je voudrais tout de même faire état de
ce qui est modifié pour sanctionner les excès de vitesse. Le juge
pourra moduler le montant des amendes en fonction du nombre de
km/h de dépassement. Sur son PV, le contrevenant pourra lire la
vitesse à laquelle il roulait ainsi que la marge de tolérance qui lui aura
été accordée. Comme l'a fait observer un des juges auditionnés, les
amendes exorbitantes n'ont pas d'effet sur la sécurité routière; seule
une adéquation entre la gravité de l'infraction et le montant de la
sanction est susceptible d'avoir une incidence sur les comportements.

C'est aussi la raison pour laquelle il peut y avoir retrait du permis pour
excès de vitesse de plus de 40 km/h ­ 30 km/h dans les
agglomérations et zones fragiles ­ mais c'est au juge qu'il appartient
de prononcer ou non la déchéance du droit de conduire en fonction
des circonstances.

Je remarque également qu'une plus grande considération est
accordée à la sécurité des personnes handicapées et aux
aménagements spéciaux auxquels celles-ci ont droit. Le fait de
désigner comme infraction du deuxième degré le stationnement
abusif sur une place bleue est non seulement une mesure de sécurité
à leur égard mais aussi une invitation à l'ensemble de la population à
faire davantage preuve de civisme.

Cette décision fait d'une pierre deux coups. Elle permet d'actualiser le
Code de la route et de tenir compte de la plus grande considération
accordée depuis quelques années aux personnes à mobilité réduite.
En effet, il est logique que l'évolution de la société se marque
également au niveau du Code de la route. Ainsi, le SPF Mobilité se
met au diapason d'autres services publics qui ont multiplié les actions
politiques en faveur des personnes handicapées comme, par
exemple, les efforts consentis dans tout le pays pour rendre les lieux
accessibles à tous, pour améliorer l'accès à l'emploi et les conditions
de travail. Il reste encore beaucoup d'améliorations à apporter à la
mobilité des personnes handicapées. Ce renforcement du respect
des places de stationnement est un pas important. Osons espérer
qu'il soit respecté.
eventuele intrekking van het
rijbewijs zal de rechter beslissen.
Fout parkeren op een plaats voor
gehandicapten wordt aangemerkt
als een overtreding van de tweede
graad; daaruit blijkt een grote
bekommernis voor de veiligheid
van personen met een handicap
en voor de ad-hocvoorzieningen.
Er is evenwel nog veel werk aan
de winkel. Het in korte periodes
opgesplitst verval van het recht op
sturen, tijdens de weekends of op
feestdagen, volgens modaliteiten
die door de rechter worden
vastgesteld, wordt uitgebreid tot
alle chauffeurs, teneinde te
voorkomen dat sommigen hun
baan zouden verliezen. De
praktische uitvoering ervan blijft
niettemin nog te onzeker.

Er moeten nog inspanningen
worden geleverd ten voordele van
de alternatieve vervoerswijzen.
Men moet ervoor zorgen dat
voetgangers beter door chauffeurs
kunnen worden opgemerkt.

Er wordt onvoldoende rekening
gehouden met de tweewielers.
Maatregelen ten gunste van de
zwakke weggebruiker zou de
parkeerproblemen beperken, de
vlotte doorstroming van het
verkeer bevorderen, energie
besparen, de vervuiling
terugdringen en de vooropgestelde
doelstelling (het aantal
verkeersongevallen tegen 2010
halveren) helpen behalen.

Voorts zou het nuttig zijn de
rijopleiding bij te sturen, met meer
aandacht voor defensief rijgedrag,
zowel in als buiten de rijscholen
alsook in het algemeen onderwijs.
De door mij voorgestelde
wetswijzigingen vereisen geen
investeringen van de overheid.
Wel moet de politieke wil er zijn
om de veiligheid op onze wegen te
verbeteren.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24

En ce qui concerne la déchéance fractionnée du droit de conduire,
cette peine était déjà d'application pour ceux qui avaient leur permis
depuis moins de cinq ans, autrement dit, les jeunes conducteurs. Je
suis ravie que cette mesure puisse être étendue à tous. La
déchéance est purgée le week-end et les jours fériés mais, la
semaine, le contrevenant bénéficie d'une dérogation qui lui permet
d'exercer son métier. Une peine doit bien évidemment être purgée
mais j'estime qu'elle ne doit pas mettre en péril l'emploi d'une
personne. Je vise en particulier les conducteurs dont le véhicule est
un outil de travail: chauffeurs, livreurs, ambulanciers, etc. La privation
du droit de conduire peut avoir des conséquences beaucoup plus
lourdes qu'une simple amende. Le juge le sait et doit pouvoir fixer lui-
même les modalités de la peine. Là encore, il est souhaitable de bien
jauger l'adéquation entre la gravité de la faute commise et la peine
dont le but n'est pas de fragiliser un équilibre social que l'on sait déjà
précaire. Il est essentiel que cette facilité accordée au juge permette
de sanctionner les abus tout en préservant l'emploi.

L'aspect pratique reste, par contre, trop incertain au regard de ce qui
se pratique aujourd'hui sous la législation en vigueur, faute de
procédures et de documents ad hoc qui permettraient une application
efficace. Par exemple, si le contrevenant a remis son permis de
conduire au greffe, doit-il venir le déposer chaque vendredi soir et le
rechercher chaque lundi matin pendant plusieurs mois, voire plusieurs
années? Pourquoi ne pourrait-il pas se procurer un document
indiquant la dérogation? Le dispositif actuel n'étant pas utilisé, il
convient de rendre son usage plus souple.

Monsieur le ministre, j'ai cru comprendre que vous comptiez vous en
occuper bientôt, en prenant un arrêté royal qui organiserait l'obtention
de ce permis de conduire. Ceci règlera les aspects pratiques qui font
actuellement défaut.

Enfin, je voudrais souligner que le débat qui trouve sa conclusion
aujourd'hui a permis de faire avancer un certain nombre de
propositions. Je pense notamment à la proposition de résolution
imposant le gilet de sécurité réfléchissant, récemment cosignée par
l'ensemble de la majorité. Je me réjouis que nous puissions aller plus
loin ensemble dans les mesures efficaces simples pour améliorer la
sécurité de chacun sur la voie publique. Cependant, des efforts
doivent encore être consentis pour favoriser les modes de transport
alternatifs. Le piéton est un usager faible qu'il convient de protéger en
le rendant plus facilement repérable par l'ensemble des conducteurs
de véhicules motorisés.

Les deux-roues ont une place à part - trop à part, à mon sens ­ sur la
voie publique. Nous sommes dans le règne des quatre-roues et les
motos, les scooters et cyclos sont fragilisés par le Code de la route
qui ne tient pas suffisamment compte de leurs particularités. Je
pense, par exemple, à la place d'une moto sur la chaussée, au fait
que les cyclomoteurs ne soient pas immatriculés, etc.

Favoriser les modes "doux" réduirait les problèmes de parking,
améliorerait la fluidité du trafic, économiserait l'énergie et diminuerait
la pollution. Et comme le nombre d'accidents impliquant les deux-
roues est en constante diminution, cela contribuerait à atteindre
l'objectif de réduction de 50% des accidents de la route d'ici 2010.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25

Il serait aussi utile de renforcer la formation en matière de conduite,
particulièrement celle des jeunes, en insistant sur les exercices
défensifs. Les autos-écoles ont un rôle important à jouer mais ne
doivent pas être les seules à éduquer les jeunes au Code de la route.
Certaines associations font un travail exemplaire et des actions dans
le cadre de l'enseignement général peuvent très efficacement
contribuer à donner aux conducteurs de demain le sens des
responsabilités sur la voie publique.

Ce sens civique est le fondement d'une politique de sécurité routière
qui place la personne au centre de ses préoccupations.

Je propose des aménagements législatifs qui ne demandent pas de
moyens publics ou très peu mais qui nécessitent une volonté politique
commune de contribuer à la sécurité sur nos routes.
01.15 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je serai bref.
01.16 Renaat Landuyt, ministre: (....)
01.17 Philippe Monfils (MR): C'est très bien. Il arrive de temps en
temps que le surréalisme fasse rire.

Monsieur le président, monsieur le ministre, l'histoire de ce texte est
en effet surréaliste et digne du pays de Magritte.

Permettez-moi tout d'abord de vous faire un petit résumé des faits.
Cela vous permettra de voir d'où nous venons et où nous en sommes.

Deux ans après la loi Durant qui avait été taillée en pièces par la Cour
d'arbitrage (...)
01.18 Renaat Landuyt, ministre: (...)
01.19 Philippe Monfils (MR): C'est quand même une question qui a
été posée tout au long des discussions en commissions.

Pourquoi, sur la base des critiques qui ont été formulées à l'époque,
n'avez-vous pas déposé ou fait déposer un texte clair, un texte
juridiquement inattaquable, respectueux du droit des citoyens parmi
lesquels on trouve ­ je ne suis pas sûr que vous en soyez conscient ­
les automobilistes? Pourtant, vous disposiez d'un "cortège"
d'avertissements des plus clairs.

Le projet de loi, qui a avorté suite à votre propre décision du 29
octobre 2004, comportait déjà deux avis négatifs sur le paiement
immédiat et la classification des infractions.

Dans l'intervalle, entre la loi de 2003 et la vôtre, il y a eu ­ je vous le
rappelle ­ l'arrêt de la Cour d'arbitrage du 22 septembre 2004 qui
annulait les dispositions de la loi Durant sur le retrait du permis sans
jugement, l'arrêt du 3 novembre 2004 relatif à des problèmes de
répartition de compétences entre les Régions, l'arrêt du 6 novembre
2004 annulant la procédure de paiement et enfin ­ last but not least ­
la question préjudicielle posée à la Cour d'arbitrage concernant les
modalités de désignation des infractions graves. C'est important car
01.19 Philippe Monfils (MR):
Twee jaar na de wet-Durant,
waarvan het Arbitragehof geen
spaander heel heeft gelaten, is u
nog altijd niet in staat een
duidelijke en juridisch
onaanvechtbare tekst in te dienen!
U was nochtans een
gewaarschuwd man: er waren al
twee negatieve adviezen, drie
arresten van het Arbitragehof en
de prejudiciële vraag over de
modaliteiten van de omschrijving
van de zware overtredingen. Wij
hebben er in de commissie tevens
herhaaldelijk op gewezen dat uw
tekst juridisch met haken en ogen
aaneenhing.

Iets later werden de drie pijlers van
uw wetsontwerp onderuit gehaald
door het advies van de Raad van
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
cela vous a été rappelé sans cesse en commission. Nous sommes
intervenus de nombreuses fois en commission pour vous dire que
votre texte présentait des imperfections juridiques graves.

Un peu plus tard, vous disposiez de l'avis du Conseil d'Etat, de l'avis
des procureurs généraux qui condamnaient les trois seuls points
importants de votre projet de loi. Je veux parler de la saisie du permis
de conduire sans jugement pendant 195 jours, l'insuffisance de
classification des infractions et le refus d'appliquer, en cas d'infraction,
la loi la plus favorable.

Ce sont les trois points les plus importants de votre projet et,
pratiquement sur l'ensemble de ces trois points, les critiques ont été
extrêmement dures. Cela m'aurait amené à vous dire, s'il n'y avait pas
eu la réunion de cet après-midi, que dans votre projet, tout ce qui est
bon n'est pas original et tout ce qui est original n'est pas bon. Mais on
a vu une certaine avancée sur laquelle nous reviendrons.

Seulement, vous n'avez nullement tenu compte des objections d'ordre
juridique en n'y répondant pas. Malheureusement, monsieur le
ministre, vous êtes un peu coutumier du fait; pourtant, vous n'en avez
pas tellement le droit! Vous avez déclaré à propos de la fiabilité
contestée des radars: "La sécurité routière est plus importante que la
sécurité juridique et théorique"; d'ailleurs, vous avez récidivé en
"regrettant qu'on n'envoie pas en prison quelqu'un qui avait bu un
verre de trop". C'est possible, mais c'est la loi. Je ne crois pas qu'un
ministre soit chargé de critiquer un procureur ou un magistrat qui
applique la loi.

Ce faisant, vous me direz que vous êtes en excellente compagnie. En
effet, M. Sarkozy fait la même chose que vous en disant qu'il fallait
châtier le juge qui avait pris une décision de remise en liberté de je ne
sais plus qui. Au-delà de la plaisanterie ou des comparaisons, il est
étonnant qu'un tel mépris des règles juridiques provienne de la
bouche d'un ministre; au contraire, il faut privilégier et même
développer l'Etat de droit. Comment le citoyen peut-il respecter les
règles de vie en société si le gardien de ces règles s'en fout?

Au-delà de la polémique et au fond du problème, cette phrase traduit
votre volonté de considérer l'automobiliste comme un coupable de
principe et de lui refuser les garanties qu'en cas d'infraction, on donne
à tout autre citoyen. J'en donnerai trois exemples.

Le premier est l'article de votre projet de loi relatif à la saisie du
permis de conduire sans jugement. Votre prédécesseur d'abord et
vous ensuite, vous avez manié l'art du crescendo de manière
magnifique, mais un crescendo sinistre. Rappelons la situation pour
voir d'où nous venons et où nous en étions jusqu'à aujourd'hui à
16 heures.

La réglementation initiale prévoyait que le permis saisi par le ministère
public devait être obligatoirement restitué après quinze jours, sauf
prolongation de quinze jours, renouvelable une fois, l'intéressé étant
entendu. Après cela, le permis était restitué, même si le jugement
n'était pas intervenu. La loi de 2003, cette maudite loi dont on parle
toujours, a doublé les délais: suspension de permis sans jugement
pendant 90 jours.
State en door de procureurs-
generaal: de intrekking van het
rijbewijs zonder vonnis voor een
termijn van 195 dagen, de
ontoereikende indeling van de
overtredingen en de weigering om
de gunstigste wet toe te passen.

U heeft de juridische bezwaren, en
niet voor het eerst trouwens,
geheel in de wind geslagen. De
kern van het probleem is dat u de
automobilist bewust als principieel
schuldig beschouwt en hem de
waarborgen ontzegt die alle
andere burgers wel krijgen.

Wat de intrekking van het rijbewijs
zonder vonnis betreft, voorzag de
oorspronkelijke reglementering in
de teruggave ervan na vijftien
dagen, zij het dat die termijn met
twee keer vijftien dagen verlengd
kon worden. Bij de wet van 2003
wordt de termijn voor de intrekking
van het rijbewijs zonder vonnis op
negentig dagen gebracht, maar
die bepaling werd door het
Arbitragehof vernietigd. En u stelt
nu honderd vijfennegentig dagen
voor!

U kan evengoed een "lettre de
cachet" ondertekenen - daarmee
kon je iemand zonder vonnis noch
controle ook in de gevangenis
gooien!

Tot slot dient u een amendement
in dat het stelsel nog
ondoorzichtiger maakt. Hoe wil u
ernstig werk leveren? Deze tekst
verwijst naar bepalingen uit het
Wetboek van strafvordering maar
we beschikken materieel niet over
de nodige tijd om die verwijzingen
na te trekken. Ik veronderstel dat
de Senaat de nodige tijd zal
nemen om uw nieuw voorstel
grondig te analyseren.

Bovendien is er geen enkele
beroepsmogelijkheid en weigert u
de gunstigste wet toe te passen.

Die bepaling wordt aan de kaak
gesteld door de procureurs-
generaal. Ze is ook in strijd met
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
La Cour d'arbitrage a annulé cette disposition précisément parce
qu'elle ne prévoit l'intervention d'un juge ni à l'égard de la décision
initiale qui, lorsqu'elle peut avoir une durée d'un mois minimum, ne
correspond plus à la nécessité de prendre immédiatement des
mesures de durée limitée dans l'intérêt de la sécurité de la circulation,
ni à l'égard de la décision qui peut être prise à deux reprises de
prolonger le délai pour la même durée.

Le nouveau système que vous avez prévu organise l'intervention d'un
juge, mais pas au fond du dossier. Dans votre texte initial, jusqu'à
aujourd'hui à 16 heures, le juge se contentait, sur requête du
ministère public et après avoir entendu l'intéressé, d'autoriser ou non
la prolongation de trois mois maximum, en attendant de débattre au
fond. Les trois mois pouvant être renouvelés, cela veut dire 195 jours
sans jugement.

Ce système est donc organisé, non pas dans l'intérêt de la sécurité
publique, on l'a dit et répété, mais bien pour remédier à la lenteur
administrative et à celle constatée dans la restitution de permis. Il est
évident que cette demande aurait été systématiquement suivie par le
ministère public et par le juge en matière d'excès de vitesse. Pourquoi
voulez-vous que le juge refuse la demande du procureur qui estime
que, dans l'intérêt de la sécurité publique, il faut suspendre le permis
de conduire, alors même que le juge ne peut pas examiner au fond si
les conditions de l'infraction sont telles qu'il ne peut y avoir, par
exemple, de circonstances atténuantes? Moralité: vous en rajoutiez
par rapport à la loi Durant, je me suis demandé si je n'allais pas finir
par la regretter ­ non pas la loi mais Mme Durant!

Alors que la Cour d'arbitrage avait cassé la possibilité de saisir le
permis sans jugement pendant 90 jours, vous parliez de 195 jours. Le
procureur général de Mons, on l'a dit en commission, notamment mon
collègue et ami M. Bellot, rappelle que, je cite: "le terme actuel de
quinze jours de retrait est largement suffisant étant donné qu'il s'agit
d'une mesure de sécurité et non d'une peine avant jugement et le
délai de trois mois en cas de prolongation ou de renouvellement est
disproportionné". C'est assez étonnant à l'heure où l'on s'efforce de
réduire la durée des détentions préventives, de renvoyer chez elles
des personnes qui sont condamnées à moins de six mois de prison
ou de renvoyer chez elles celles condamnées à trois ans et qui ont
déjà fait un an. Bref, plus personne n'entre dans les prisons en
préventive, on les vide car il n'y a pas de place, et bientôt, c'est une
image, on y mettra les délinquants automobilistes! Il y a quand même,
à ce niveau, une réflexion à mener. Vous auriez d'ailleurs pu faire plus
fort et, comme au XVIIe siècle, émettre des lettres de cachets qui
permettaient d'envoyer en prison sans jugement des personnes que
l'on désignait, sans contrôle ni contestation.

Finalement, sans doute conscient du fait que ce texte serait annulé
d'office par la Cour d'arbitrage, vous venez de présenter cet après-
midi, dans l'embrouillamini d'une commission qui s'est réunie en vingt
minutes, un amendement qui change à nouveau le système, qui le
rend de plus en plus opaque. Comment voulez-vous travailler
sérieusement? J'ai l'habitude de travailler dans ce secteur, je suis
juriste et je me rappelle parfois les cours de droit que j'ai eus à
l'université. Comment voulez-vous, en un quart d'heure et sans codes
­ car quand il s'agit de droits des citoyens, il faut avoir des documents
juridiques: un Code de droit public, un Code d'instruction criminelle,
het EVRM en het Internationaal
Pact betreffende de burgerlijke en
politieke rechten. Het laatste
hoofdstuk van de funeste trilogie
betreft de overtredingen en de
straffen die niet evenredig zijn met
de ernst van de feiten.

Het feit dat snelheidsovertredingen
per kilometer worden bestraft, is
absurd. Een verhoging van de
boete per 10 of 20 km/u lijkt me
gepaster. Ondanks onze
waarschuwingen hebt u geen
rekening willen houden met de
opmerkingen die de Raad van
State over de ontoereikendheid
van de indeling van de
overtredingen heeft gemaakt.
Vandaag om 16 uur werd het
systeem plotsklaps aangepast.
Voortaan blijft het koninklijk besluit
dat de overtredingen vastlegt van
toepassing indien het binnen het
jaar door een wet wordt bevestigd.
Het gaat hier bijna om een
bijzondere-machtenwet die de
besluiten die zullen worden
genomen, bevestigt. Als er,
wanneer over die wet wordt
gestemd, amendementen worden
aangenomen die bijvoorbeeld de
categorieën van overtredingen
wijzigen, kunnen er problemen
rijzen. Eens te meer wordt de
autobestuurder geconfronteerd
met twee verschillende
regelgevingen en loopt hij het
risico dat de minst gunstige op
hem wordt toegepast.

Zorgwekkend vind ik ook de
bijzondere bepalingen in geval van
recidive en verjaring. Ik vrees het
ergste, en ik ben bang dat mijn
vrees bewaarheid zal worden. U
had het ook over de statistieken.
Aangezien u aan de criteria
gemorreld heeft, is er geen
vergelijking mogelijk.

Bestraffing alleen volstaat niet om
het roekeloos rijgedrag op vrijdag-
en zaterdagavond een halt toe te
roepen. We vragen tevens een
betere rijopleiding. Er moet ook
veel meer aandacht worden
besteed aan de
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
un Code de droit pénal ­ vérifier la faisabilité de votre amendement
qui fait référence trois fois à des dispositions du Code d'instruction
criminelle, sans que nous ayons matériellement le temps de vérifier à
quoi correspond tout cela? Encore une fois, j'ai le sentiment que c'est
du bricolage. J'imagine que le Sénat, lui, aura le temps et fera une
analyse sérieuse de votre nouvelle proposition qui ne me donne guère
de garanties. Une fois de plus, il s'agit quand même de deux fois trois
mois. Je sais que le tribunal intervient encore mais, à nouveau, sans
s'occuper du fond.

De surcroît, il n'y a pas d'appel. Il y a une opposition mais celle-ci,
contrairement au Code d'instruction criminelle, ne suspend pas du
tout l'exécution du jugement, alors qu'elle aboutit, bien entendu, à
constater que la condamnation est nulle et non avenue. Comme par
hasard, on s'est référé au Code d'instruction criminelle, mais pas à
l'entièreté de l'article du Code d'instruction criminelle. On a encore
créé des difficultés pour l'automobiliste!

Autre dérapage qui n'a pas été corrigé: le refus d'appliquer, en cas
d'infraction, la loi la plus favorable. L'article 2, alinéa 2 du Code pénal
énonce un principe très clair: "Si la peine établie au temps du
jugement diffère de celle qui a été portée au temps de l'infraction, la
peine la moins forte sera appliquée". C'est clair! Or, vous faites à
nouveau l'inverse. En effet, l'article 31 § 2 de votre projet prescrit que,
pour les délits commis avant le jour de l'entrée en vigueur de cette loi,
les dispositions de la loi de 1968 revue par la loi Durant restent
d'application comme elles l'étaient le jour de l'infraction.

Ainsi, l'ancienne loi obligeait le juge, en cas de condamnation pour
infraction grave, à imposer une déchéance minimum de 8 jours,
même en cas de suspension, de sursis, de probation. La nouvelle loi -
c'est une des rares avancées dont je me félicite - a supprimé cette
obligation. Dès lors, si une infraction grave a été commise avant
l'entrée en vigueur de la loi, dont nous discutons pour l'instant, c'est-à-
dire en février 2006, le juge ne pourra faire état de la faculté qui lui
aura été donnée par la nouvelle loi, mais devra imposer une
déchéance de 8 jours. Absurde, n'est-ce pas! Car en général, lorsque
deux législations successives visent la même infraction, on applique à
l'escroc, au pervers, au voleur, la loi la plus favorable, mais pas à
l'automobiliste.

Cette mesure est, une fois de plus, condamnée par les procureurs
généraux. Non seulement, elle est contraire à l'article 2 alinéa 2 du
Code pénal, mais le Conseil d'Etat ajoute qu'elle est contraire à la
Convention européenne des droits de l'homme ainsi qu'au Pacte
international relatif aux droits civils et politiques. J'ignore si le ministre
sait ce que sont la Convention européenne des droits de l'homme et
le Pacte international relatif aux droits civils et politiques. Après tout,
ce sont des textes de droit. On n'en a cure manifestement, dans la
mesure où il faut "strogner" l'automobiliste!

Le dernier volet de la trilogie néfaste concerne les infractions et les
sanctions. Je ne reprendrai pas tous les chiffres: une infraction du
2
ème
degré: 10 à 250 euros; 3
ème
degré: 30 à 500 euros; 4
ème
degré:
40 à 500; pour les excès de vitesse: 10 à 500 euros et une amende
par kilomètre.

Nous nous sommes félicités de la compréhension dont vous faisiez
veiligheidselementen van de
wagens. Tot slot mag men ook
niet vergeten dat het inslapen
achter het stuur veel ongevallen
veroorzaakt.

Het is uiteraard veel gemakkelijker
om de rechtsonderhorigen met
karrenvrachten voor de rechtbank
te brengen.

Het zal u allicht niet verwonderen
dat ik dit ontwerp niet kan
goedkeuren, maar als trouwe en
respectvolle bondgenoot van de
regeringsmeerderheid zal ik me
onthouden.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
preuve à l'égard des automobilistes. En fait, vous avez abaissé les
minima, mais pas les maxima! Une multiplication par les corrections
légales, si on se retrouve au tribunal, nous donne toujours un plafond
des sanctions pour les 3
ème
et 4
ème
catégories de 2.500 euros, c'est-à-
dire 100.000 anciens francs et pour les autres, de 1.250 euros, soit
50.000 anciens francs.

On nous rétorque, en commission, que le juge n'applique jamais les
maxima, qu'il n'y a pas de risque. Dès lors -bête question! - pourquoi
faut-il imposer de pareils maxima dans la loi, si on nous dit que le juge
n'applique jamais cette disposition? Ne pourrait-on rédiger un Code
pénal raisonnable qui fixe des amendes à un niveau qui peut être
atteint sans, pour autant, fixer des niveaux effrayants pour le public.
Pour calmer ce dernier, on dit que ces possibilités ne seront jamais
utilisées.

L'excès de vitesse est évidemment calculé par kilomètre. Cependant,
un automobiliste roulant à 132 km/h est-il plus dangereux que celui
qui roule à 131 km/h? Il faut toujours un palier mais kilomètre par
kilomètre, c'est absurde. Une plage de vitesse de 10 ou 20 km/h me
semble plus appropriée.

Harmonisera-t-on vers le haut ou vers le bas? Considère-t-on que
rouler à 131,3 km/h revient à 131 km/h et que 131,5 km/h est arrondi
à 132 km/h? Cela engendrera de nombreuses contestations quant à
la fiabilité des radars. Plusieurs articles ont d'ailleurs contesté la
fiabilité des radars. Ils ne sont pas précis à 1km/h près et
certainement pas non plus à 0,3 km/h près. Or, 1 km/h en plus
représente une amende supplémentaire de 5 à 10 euros dans
certaines circonstances - l'équivalent de plusieurs sandwiches suivis
d'une bonne bière, sans alcool évidemment!

Malgré nos avertissements, vous avez refusé, à l'époque, de tenir
compte des remarques du Conseil d'Etat sur l'insuffisance de
classification des infractions. Je ne reviens pas sur ce que vous a dit
la Cour d'arbitrage mais vous avez contesté l'attitude du Conseil
d'Etat en la matière. C'est inacceptable! La Cour d'arbitrage vous dit
que l'on pouvait admettre que la première phase de la réforme ait fait
l'objet de la délégation critiquée. Certes, mais nous ne sommes plus
dans le cas de la première phase. Le Conseil d'Etat l'a constaté. La
première phase a débuté en 2003 et, sur base de la nouvelle
classification, le Conseil d'Etat vous a recommandé d'être plus précis
dans la classification des infractions. Il ne suffit pas d'établir des
catégories: danger direct, danger indirect, danger circonstanciel. Il
faut aller plus loin.

Le délai de grâce est dépassé, monsieur le ministre. Nous vous
l'avons dit en commission mais nous n'avons eu droit qu'à votre
silence. Vous avez décidé de maintenir votre texte et de ne pas tenir
compte des amendements.

Subitement, aujourd'hui à 16.00 heures, vous comprenez que vos
textes vont voler en éclats à la Cour d'arbitrage et le système a été
changé. Dorénavant, l'arrêté royal fixant les infractions restera
d'application s'il est confirmé dans l'année par une loi. Il s'agit presque
d'une loi de pouvoirs spéciaux qui confirme les arrêtés qui auront été
pris. Des problèmes risquent de surgir si, au moment du vote de cette
loi, des amendements sont adoptés, par exemple un changement
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
dans les catégories d'infractions. Une fois de plus, l'automobiliste sera
confronté à deux normes différentes avec le risque qu'on lui applique
la loi la moins favorable, sans parler des questions de rétroactivité ou
non de la loi si elle n'est pas approuvée.

Une petite analyse juridique eût été opportune mais, à 16.00 heures
en commission, c'était le dernier des soucis.

Il y aurait également beaucoup à dire sur la répartition des infractions
dans ces catégories. Là encore, des questions n'ont pas pu être
posées ou n'ont pas obtenu de réponse.

Pourquoi le passage d'un panneau "stop" figure-t-il en deuxième
catégorie et le franchissement d'un feu rouge en troisième, et non pas
tous les deux en quatrième catégorie, alors que le refus de priorité est
responsable, d'après l'Institut belge de la sécurité routière, de 30%
des accidents avec dommages corporels, blessés ou morts?
Pourquoi place-t-on ces infractions dans des catégories inférieures?
Je suis le premier à dire que celui qui franchit un feu rouge sans
justification est un danger public; ce sont des catastrophes qui
arrivent inévitablement. Je répète ma question. Pourquoi le passage
d'un panneau "stop" n'est-il pas en quatrième catégorie? On peut
joyeusement le passer!

Chers collègues, savez-vous quel est le niveau de l'infraction
consistant à passer un panneau "stop"? Il est exactement le même
que celui du stationnement sur un accotement en saillie. De deux
choses l'une: soit on exagère pour le stationnement en saillie - ce que
je crois -, soit on n'est pas du tout sévère pour le passage du panneau
"stop". En tout cas, juxtaposer les deux et prévoir une amende
identique pour les deux ... pour ceux qui s'occupent de la sécurité
routière, il y a des limites à ne pas dépasser! Peut-être que M.
Landuyt circule toujours avec un chauffeur. Moi qui n'en ai pas et qui
roule à peu près 50.000 kilomètres par an, je sais ce que représente
le passage d'un panneau "stop" par rapport au stationnement sur un
accotement en saillie pour aller chercher un pain et un morceau de
fromage ou de viande! C'est une incohérence totale!

Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous avais dit que je
ne serais pas trop long. On a dit beaucoup de choses en commission
et l'excellent rapport de Mme Vautmans, que je remercie d'ailleurs, l'a
clairement indiqué.

Tel est mon jugement sur trois points essentiels, à savoir les
infractions, en ce compris leurs catégories et les montants financiers,
les modalités du retrait du permis sans jugement et la dérogation au
principe général de l'application de la loi la plus favorable.

Mon inquiétude ne porte évidemment pas seulement sur ces trois
éléments. Monsieur le ministre, vous avez notamment annoncé des
dispositions particulières en cas de récidive et de prescription. Je
m'attends au pire et je crois que je ne serai pas déçu! A partir du
moment où l'on décide de prendre une loi particulière sur la récidive et
la prescription, ce n'est sûrement pas pour avantager l'automobiliste
par rapport à n'importe quel autre délinquant! J'ai très peur que la
situation s'aggrave mais nous verrons plus tard!

Vous allez me répondre qu'il faut arrêter l'hécatombe et que l'on n'est
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
jamais trop sévère pour les chauffards. Encore faut-il que les
sanctions soient proportionnelles à la gravité des fautes commises;
c'est ce que beaucoup d'automobilistes contestent. Quand 100% des
automobilistes dépassent largement la vitesse permise quelque part,
c'est qu'il y a, à cet endroit, une erreur dans la limitation imposée.
100% des conducteurs ne sont pas des brutes sanguinaires! Je ne
vois pas comment la sécurité routière s'améliorera en collant des
amendes disproportionnées en cas de stationnement interdit, par
exemple, amendes que l'on se garde bien de réclamer parfois à des
malfrats qui s'attaquent à des personnes et à des biens.

Vous invoquez aussi les statistiques. Etant donné que vous avez
modifié les critères, la comparaison est impossible. Jusqu'à présent,
je disposais des données de l'Institut belge de sécurité routière et je
comparais les diminutions et les augmentations; en général d'ailleurs,
je constatais avec plaisir que le nombre de morts et de blessés
diminuait d'année en année. Aujourd'hui, les critères ayant été
modifiés, toute comparaison devient impossible. On a des statistiques
partielles; on nous dit que les polices locales n'ont pas rendu leur
rapport. Malgré cela, si l'on regarde vos chiffres, on constate que le
nombre d'accidents en Flandre diminue moins qu'en Wallonie alors
que l'on sait que la répression est beaucoup plus féroce en Flandre.

Vous avez déjà trouvé une parade en mettant en avant la difficulté en
termes d'espace! Il faut bien trouver un argument sinon on
considérerait que la répression n'est pas, à elle seule, en mesure de
diminuer le nombre d'accidents et leurs conséquences.

D'ailleurs, monsieur le ministre, je le répète encore une fois du haut
de cette tribune, il suffit d'examiner les accidents du week-end. Nous
n'arrêtons pas d'attirer l'attention des ministres successifs sur ce
problème. Vous pouvez placer un policier derrière chaque virage, un
radar dans tous les coins, vous n'empêcherez pas, par ce seul fait, la
folie des vendredis et samedis soirs. Pendant ces soirées, certaines
personnes font fi des règles élémentaires de circulation routière,
souvent avec des voitures qu'ils ne conduisent pas en semaine et qui
ne sont même pas leur propriété avec des conséquences
dramatiques, comme on en a connu tout récemment. Je vous
rappelle simplement un certain nombre de drames qui se sont
produits avec, au volant de voitures très puissantes des gosses de
quinze ans.

Il suffit d'ouvrir les journaux; les statistiques le montrent également: le
nombre de drames qui ne se comprennent que par la folie des
vendredis et samedis soirs est impressionnant. C'est à ce niveau qu'il
faut régler le problème; c'est là qu'il faut essayer de convaincre ces
automobilistes de ne pas faire les fous pendant le week-end. Ce que
nous demandons finalement, c'est une répression des actes et des
manoeuvres particulièrement dangereuses et non une embuscade au
bout d'une avenue rectiligne déserte le dimanche à 8 heures du matin
où le gestionnaire de voirie a fixé des panneaux de vitesse
ridiculement bas et où, naturellement, la police se précipite pour
coincer 95% des automobilistes. Cette façon de faire n'est pas de la
sécurité routière, c'est du pur "tiroir-caisse".

Ce que nous demandons aussi, c'est une meilleure formation à la
conduite, précisément dans des conditions difficiles. Cela me paraît
essentiel. Il ne suffit pas de savoir se garer dans un petit
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
stationnement étroit ­ cela s'apprend ­ mais de savoir adopter non
seulement une conduite défensive mais également une conduite
préventive capable de voir et de concevoir ce qui se passe. Je crois
qu'il y a encore beaucoup d'efforts à consentir en matière de
formation.

Par ailleurs, nous souhaitons ­ je le demande depuis très longtemps
­ une attention beaucoup plus grande portée sur les organes de
sécurité (pneus, amortisseurs, freins), ainsi que sur des phénomènes
prenant de plus en plus d'importance dans les accidents comme
l'assoupissement au volant ­ certaines études relèvent 30%
d'accidents dus à l'assoupissement au volant; on roule à 120 km/h
avec son "cruise control" et on ne voit pas ce qui se passe devant soi
­ ou l'emprunt de la voiture du vendredi et du samedi soir qui conduit
à des catastrophes.

Nous demandons aussi la détermination de chaque catégorie de
risques d'accidents avant d'y apporter la réponse différenciée et
adéquate.

Monsieur le président, monsieur le ministre, cette politique est
évidemment beaucoup plus difficile que celle qui consiste à envoyer
de pleines charrettes de pré-condamnés au tribunal. Néanmoins, ce
sont peut-être ces mesures là qui seraient de nature à améliorer
nettement la sécurité routière. C'est la raison pour laquelle, monsieur
le ministre, vous ne serez pas étonné par le fait que je ne pourrai pas
voter en faveur de votre projet. Mais, comme je suis le soutien fidèle
et respectueux de la majorité gouvernementale, je m'abstiendrai sur
ce projet.

Le président: Monsieur Casaer, je vous donne la parole pour votre "maiden speech"
01.20 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, bedankt om nog even bij ons te zijn laat op de
avond. Ik ga proberen even kort te zijn als collega Monfils, misschien
zelfs nog korter. Ik wens vier punten te bespreken.

Ten eerste, wat de wet zoals ze tot op heden bestaat, betreft, er kan
enkel worden vastgesteld dat ze op juridisch-technisch vlak niet
perfect was, anders zou het Arbitragehof er niet in vier arresten kritiek
op hebben geleverd. De kern van de wet was de bevordering van de
verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid, wat vandaag, morgen,
de volgende maanden en jaren uiterst belangrijk is en blijft.

Président: Olivier Chastel, deuxième vice-président.
Voorzitter: Olivier Chastel, tweede ondervoorzitter.

Het schokeffect van de wet en de boetes heeft zijn resultaat niet
gemist. Bepaalde collega's wijzen erop dat veeleer een hoge pakkans
in plaats van hoge boetes de juiste aanpak is. Volgens mij is het geen
of-of-verhaal. Wie zal zich generen om te snel te rijden als de
pakkans hoog is maar de boete slechts 5 euro bedraagt. Omgekeerd
zijn hoge boetes zonder een serieuze pakkans evenmin de oplossing.

De meeropbrengsten van het Verkeersboetefonds en de
verkeersbarometers hebben voldoende aangetoond dat de
automobilist zijn verkeersgedrag wel degelijk gewijzigd heeft en
rekening heeft gehouden met de nieuwe wetgeving in zijn dagelijks
01.20 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
La loi existante n'est
manifestement pas parfaite d'un
point de vue technico-juridique.
Elle avait pour principal objectif
d'améliorer la sécurité et la
viabilité de la circulation routière.

Elle a produit un effet de choc qui
n'a pas manqué son objectif.
Certains collègues ont estimé que
l'augmentation des chances
d'intercepter les auteurs était plus
importante que l'augmentation des
amendes, mais il ne s'agit pas de
choisir entre l'une ou l'autre. Les
recettes plus élevées du fonds des
amendes routières et le baromètre
de la circulation montrent que
l'automobiliste a modifié son
comportement sur la route.
Certaines amendes étaient
élevées mais la situation des
victimes de la route et de leur
entourage est encore moins
enviable.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
verkeersgedrag. Men kan op de wegen merken dat mensen veel
beter de regels respecteren dan een paar jaar geleden.

Ik zal niet betwisten dat er boetes waren en zijn die redelijk hoog zijn.
Men mag evenwel nooit vergeten dat degenen die een superboete
krijgen, vaak de verkeersslachtoffers zijn en hun omgeving, mensen
die door een ongeval getroffen en daar nog maanden en jaren last
van hebben. Het gaat altijd om iemands vader of moeder of kind of
vriend of collega. Ik ken een aantal schrijnende ongevallen in mijn
omgeving. Voor die mensen is, op het ogenblik van het overlijden van
een dierbaar iemand, het licht in hun leven uitgegaan. Jaren later
hebben ze er nog last van en hebben ze moeite om dat te verwerken.

Ook de collega's hebben, mijns inziens, kunnen vaststellen dat het
huidige ontwerp geen resultaat is van politiek gehakketak. In de
commissie voor de Verkeersveiligheid werden heel wat vergaderingen
aan de problematiek gewijd en werden tal van verenigingen, van de
Fietsersbond tot Touring ­ om de extremen uit te kiezen ­, bij de
werkzaamheden betrokken.

Men kan er niet naast dat de interne coherentie en de logica van het
nieuwe systeem van boetes en van het achterliggend systeem waarbij
bepaalde criteria worden vooropgezet, een verbetering zijn.

Voor de kritiek van de Raad van State op artikel 29 en op de criteria
die gehanteerd worden om de boetes aan vast te hangen, die hij
vanop zijn juridische Olymposberg formuleert, kunnen we respect
hebben. Anderzijds stel ik ook vast dat hij in zijn advies zelf geen
suggesties doet om naar oplossingen te gaan en dat ook in de teksten
die de collega's voorstelden, er eigenlijk geen echte afdoende criteria
waren die wel degelijk een totale zekerheid zouden bieden.

Kunnen wij voorspellen wat andere rechtbanken en hoven in de
toekomst daarover kunnen beslissen? Neen, het is voor een deel
blijkbaar bang afwachten. Wij hebben vannamiddag nog met een
amendement gepoogd om aan de wetgever als dusdanig de laatste
toets te laten. We hopen dat dat zal kunnen volstaan.

Naast de positieve punten zijn er in de nieuwe indeling, die in het
koninklijk besluit zal vervat zijn, ook bepalingen waar we minder
tevreden mee zijn. Dat mag ook wel. Ik denk aan de indeling van
sommige overtredingen, zoals het dragen van de gordel. Men heeft
gezegd dat de achtergrond ervan is dat het de eigen veiligheid van de
chauffeur betreft; als hij de gordel niet draagt, neemt hij het risico. Dat
is in beperkte mate zo, maar ik denk dat we toch niet mogen vergeten
om mensen soms tegen zichzelf te beschermen. Vergeet ook niet dat,
als er een verkeersongeval gebeurt, de samenleving een deel van de
kosten draagt. Mensen moeten verzorgd worden enzovoort. Dat is het
eerste punt. Ten tweede, als het gaat over minderjarigen of kinderen
op de achterbank, is het toch ook belangrijk dat de volwassenen, de
ouders zeker, ervoor zorgen dat die inzittenden voldoende beschermd
zijn en dat zij als projectielen door de wagen en doorheen de voorruit
vliegen.

U weet ­ dit kan niet ontkend worden ­ dat aan een dergelijke indeling
ook een bepaald politiek compromis ten grondslag ligt. Dat is nu
eenmaal eigen aan de politiek. Het is soms een beetje geven en
soms een beetje nemen. Van wie het daar totaal niet mee eens kan

Le projet actuel n'est pas le
résultat de querelles politiques. La
commission fédérale de la
Sécurité routière y a accordé une
attention particulière et de
nombreuses associations ont été
associées aux travaux. La
cohérence interne et la logique du
système des amendes ont été
améliorées.

Le Conseil d'État a émis un certain
nombre de critiques à l'égard de
l'article 29 et des critères sur la
base desquels sont infligées les
amendes. Nous devons tenir
compte de ces critiques du
Conseil d'État qui, toutefois, ne
nous a fait aucune suggestion. Les
amendements ne fixaient pas non
plus de critères offrant une
sécurité totale. Nous devrons donc
attendre, non sans crainte,
comment statueront les cours et
les tribunaux. Nous espérons que
l'amendement qui tend à laisser le
dernier mot au législateur suffira.

En revanche, nous ne sommes
pas satisfaits du classement de
certaines infractions comme le fait
ne pas avoir attaché sa ceinture
de sécurité. Quand un
automobiliste ne sangle pas sa
ceinture, il prend un risque
personnel, mais nous pensons
qu'il faut aussi protéger les gens
contre eux-mêmes. D'autant qu'en
cas d'accident de la route, la
société supporte une partie des
frais et, par ailleurs, les enfants
assis sur la banquette arrière
doivent être, eux aussi, protégés
suffisamment. Ce classement est
un compromis politique. Certains
de nos collègues ont critiqué, et ils
n'avaient pas tout à fait tort, le
traitement des infractions. Notre
collègue Van den Bergh savait
quelle serait la teneur de l'avis des
procureurs généraux avant qu'ils
ne le rendent officiellement. Ses
amendements en étaient inspirés.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
zijn, vraag ik mij af of die wel geschikt is voor de politiek op de manier
waarop wij in ons land de politiek moeten bedrijven.

Wat betreft de behandeling van het ontwerp, heeft een aantal
collega's al fel kritiek geleverd. Die kritiek is misschien niet volledig
ten onrechte, maar we hebben tijdens de behandeling kunnen
vaststellen dat collega Van den Bergh van CD&V ­ achtbare en
constructieve collega, hier daarjuist iets minder, maar tijdens de
besprekingen viel dat goed mee ­ blijkbaar belangrijke voorkennis
van het advies van de procureurs-generaal had. Blijkbaar werden
zelfs zijn amendementen ietwat mee geïnspireerd door bepaalde van
deze commentaren. In een ander land zou men zich daarover kunnen
verwonderen, maar men is in ons land al een en ander gewoon.
01.21 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer Casaer, ik heb
inderdaad suggesties gekregen om de tekst juridisch wat aan te
passen. Die correcties werden evenzeer naar het kabinet van uw
achtbare minister doorgestuurd.
01.21 Jef Van den Bergh
(CD&V): Des propositions tendant
à apporter des corrections
juridiques au texte m'ont
effectivement été transmises.
Elles ont aussi été communiquées
au cabinet.
01.22 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Dat is juist. Ik verwijt u dat niet, ik
stel dat alleen vast. Niet meer dan dat. Het klopt dat u een deel van
de amendementen vooraf hebt bezorgd. Ik heb u daarvoor toen
trouwens ook bedankt, want ik vond dat een constructieve manier van
werken. Ik zal daarop straks nog terugkomen.

Wij hebben ook met verwondering kennis genomen van de houding
en uiteenzetting van bepaalde leden van de MR-fractie. Blijkbaar is er
in die partij een haar in de boter. Wij hebben in de Vlaamse pers af en
toe kennis genomen van het feit dat er bij de VLD af en toe een haar
in de boter zit. Dat is voldoende duidelijk gemaakt, wij zullen het
daarover niet hebben. Ik stel echter vast dat de houding van de
voorzitter en vice-minister van de MR en de houding die de MR in de
commissie aannam minstens een aantal nuances vertoonde. Wij
hebben daarvan nota genomen.

Wij hebben er bij het einde van de commissiebesprekingen nog even
aan gedacht om dit le loi-Monfils te noemen omwille van zijn heel
gefundeerde en brede uiteenzettingen tijdens de discussie in de
commissie, maar dat wilden wij hem uiteraard niet aandoen.

Wij hebben ook vernomen, zowel hier als tijdens de bespreking in de
commissie, dat sommigen vinden dat de automobilist gecriminaliseerd
wordt, dat het de eeuwige boeman is en dat de zwakke weggebruiker
op een piëdestal zou worden gezet. Ik wens dit toch te ontkennen. In
de behandeling voor de politierechtbanken zien wij dagelijks dat ook
zwakke weggebruikers aansprakelijk worden gesteld voor hun fouten.
Ik denk dat wij ook niet naast het objectieve gegeven kunnen dat als
een fietser tegen een wagen rijdt er een verschil is met een wagen die
tegen een fietser rijdt. Dat kan soms een verschil in behandeling
verantwoorden.

In het volgende kan ik de heer Monfils niet in zijn logica volgen. Hij
had het over het feit dat in de artikelen 419bis en 420bis van de
strafwet in straffen werd voorzien voor automobilisten. Hij zegt dat dit
niet kan. Daarnet zegt hij echter dat er een harde kern van
01.22 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Ce n'est qu'un constat.

La position de certains membres
du groupe MR nous a étonnés.
Nous avons pris acte des nuances
entre le point de vue du président
du MR et celui des membres MR
de la commission.

Certains estiment que
l'automobiliste est assimilé à un
délinquant et que l'usager faible
est placé sur un piédestal.
Cependant, les tribunaux de police
tiennent aussi compte des torts de
ces usagers faibles lorsqu'il s'agit
d'établir les responsabilités. La
situation du cycliste heurtant une
voiture n'est pas comparable, en
effet, à celle de l'automobiliste
heurtant un cycliste. Selon M.
Monfils, il est impossible que les
articles 419bis et 420bis du Code
pénal infligent des sanctions aux
automobilistes. Il vient toutefois
d'évoquer l'existence d'un noyau
dur de criminels de la route auquel
il faut s'attaquer. Les propos de M.
Van den Eynde allaient dans le
même sens. Je m'étonne qu'une
mesure visant à retirer leur permis
de conduire à ces criminels de la
route pendant plus de quinze
jours, dérange ces collègues. Les
articles 419bis et 420bis ont aussi
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
verkeerscriminelen is waartegen wij heel streng moeten optreden. De
heer Van den Eynde sprak tijdens de bespreking ook over mensen in
zijn buurt, Gent, die zich op een totaal normeloze manier in het
verkeer gooien.

De straatracers zijn daar misschien het extreemste voorbeeld van.
Dan verwondert het mij toch enigszins dat diezelfde collega's het er
moeilijk mee hebben dat een beveiligingsmaatregel wordt voorgesteld
met betrekking tot dergelijke verkeerscriminelen om hun rijbewijs voor
iets langer dan vijftien dagen in te trekken. Ik kan u zeggen dat het
toch moeilijk verwerkbaar is wanneer mensen in hun omgeving een
verkeersslachtoffer meemaken en vijftien dagen later dezelfde
chauffeur terug met de wagen zouden zien rijden. Ik denk dat met
betrekking tot de tekst die nu voorligt, het evenwicht tussen de
rechten van verdediging, enerzijds en de mogelijkheid om ook een
deftige beveiligingsmaatregel wat dat betreft te nemen, anderzijds,
wel degelijk bereikt is.

Bovendien is het feit dat de artikelen 419bis en 420bis nog bestaan,
ook belangrijk met betrekking tot de wet op de voorlopige hechtenis.
Dat mag men toch ook niet vergeten als dusdanig.
leur importance en ce qui
concerne la loi sur la détention
préventive.
01.23 Guido De Padt (VLD): Ik denk dat er op het eerste gezicht een
klein misverstand is. De artikelen 419 en 420 voorzien in een grotere
bestraffing wanneer onopzettelijke slagen en verwondingen worden
toegebracht door middel van een voertuig. Het gaat hier over
onopzettelijke slagen en verwondingen. Er zijn bemerkingen bij de
vaststelling dat er blijkbaar toch geen echte zinvolle argumentering is
waarom er een hogere bestraffing moet zijn wanneer de slagen en
verwondingen worden toegebracht door middel van een voertuig, dan
wel op een andere manier. Wanneer je iemand een messteek geeft,
dan zie ik bij wijze van spreken niet goed in waarom dit minder streng
zou moeten bestraft worden dan wanneer je iemand verwondingen
toebrengt door middel van een voertuig. Ik geloof dat men het daar
ook in de commissie bijna over eens was, ook de minister, dat over
de motivering om dat verschil in bestraffing te verantwoorden, in de
toekomst een grondig debat moest worden gevoerd. Wij hebben daar
ook in eerste instantie wat bemerkingen over gemaakt.

Trouwens, ik dacht in eerste instantie ook dat de minister gelijk had
en ons kon ervan overtuigd hebben om daar niets aan te doen, maar
ik geloof dat de MR, bij monde van de heer Monfils, op dat vlak wel
voldoende argumenten had geponeerd om dat toch eens in vraag te
stellen in de toekomst. Het debat over de bestraffing, ook over de
recidive en dergelijke, mag eens grondig gevoerd worden. Op welke
manier moet men die bestraffing toepassen? Ik geloof dat men hier
niet echt te maken heeft met de verkeerscriminaliteit op het vlak van
echte criminelen die zich bewust schuldig maken aan die criminaliteit,
maar dat dit eerder te maken heeft met een andere vorm van
bestraffing. Het is in die zin dat men soms zegt dat men de
autobestuurder wat meer stigmatiseert en criminaliseert. Het is in dat
verband, denk ik, dat we dit debat in de toekomst moeten voeren.
01.23 Guido De Padt (VLD): Les
articles 419 et 420 prévoient des
sanctions plus lourdes en cas de
coups et blessures involontaires
portés au moyen d'un véhicule.
Cette mesure n'a pas été étayée
par une argumentation judicieuse.
Les membres de la commission
étaient pratiquement d'accord pour
mener ultérieurement un débat
approfondi sur ce thème. Le MR a
posé suffisamment de questions à
ce sujet.
01.24 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, de eerste helft van het betoog dat ik wou houden, werd net
ontwikkeld door de heer De Padt. Ik zal dit niet herhalen. Ik deel zijn
mening terzake, ook die van de heer Monfils.
01.24 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Je souscris à ce
que M. de Padt vient de dire et je
partage l'avis de M. Monfils en la
matière. L'automobiliste est
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Er is een tweede zaak die ik daaraan nog wou toevoegen. Er is een
soort ideologische visie ontstaan waaruit blijkt dat men systematisch ­
ik weet niet waarom ­ de automobilist belaadt met alle zonden van
Israël. U hebt gelijk wanneer u zegt dat ik het in de commissie voor de
Infrastructuur meer dan eens gehad heb over de terreur die in onze
steden wordt gezaaid door straatraces. Ik zou toch willen uw aandacht
vestigen op het feit dat het gedrag van die zogenaamde zwakke
weggebruikers, de fietsers, in diezelfde stad soms even gevaarlijk is.
Die mensen heeft men nu eenmaal wijsgemaakt dat zij altijd gelijk
hebben, dat zij de zwakker, zachte en tedere weggebruikers zijn, in
die mate dat hun gedrag moorddadig is, vooral voor zichzelf. Dat
moet eens beklemtoond worden.
actuellement accusé de tous les
péchés du monde. Nous avons
abordé le problème des courses
automobiles sur la voie publique à
plusieurs reprises en commission
mais le comportement des
cyclistes est parfois tout aussi
dangereux. On leur a fait croire
qu'ils étaient toujours en droit,
mais ils mettent avant tout leur
propre vie en danger.
Président: Jean-Marc Delizée, premier vice-président.
Voorzitter: Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter.
01.25 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
collega's voor hun interessante bemerkingen wat maakt dat er toch
nog wat vuur in het debat komt. Dat is altijd goed, mijnheer de
minister, hoop ik.

Wat betreft de tussenkomst van de heer De Padt, denk ik dat het
klopt dat we het debat in een breder kader moeten voeren. De
minister heeft zich daartoe ook geëngageerd om dat samen met zijn
collega van Justitie en de leden van de commissie voor de Justitie te
doen. Ik had ook begrepen dat het eveneens belangrijk is om de wet
op de voorlopige hechtenis te kunnen toepassen in een aantal van
dergelijke gevallen en dat de sancties bleven bestaan.

Wat betreft het betoog van collega Van den Eynde, kan ik het
volgende zeggen. Ik weet, mijnheer Van den Eynde, dat u dit ons,
socialisten, enigszins verwijt en dan zeker in uw eigen thuishaven. Ik
heb daarvan nota genomen. Het is absoluut niet zo dat wij zeggen dat
een fietser of een voetganger de regels niet moet respecteren. Ik weet
niet hoe dat in Gent zit maar bijvoorbeeld in Aalst worden er heel
geregeld, en zeker bij het begin van het schooljaar, fietsers
gecontroleerd om te zien of hun fiets reglementair in orde is. In eerste
instantie wordt misschien een waarschuwing gegeven maar er wordt
soms ook geverbaliseerd. Wat dat betreft, denk ik niet dat het de
bedoeling is om zwakke weggebruikers "d'office" buiten schot te laten.
Ik vind dat er een objectief element bestaat, met name dat iemand die
met een voertuig rijdt, zeker als het een vrachtwagen of een bus is,
een ander risico vertegenwoordigt dan iemand die met een fiets rijdt
of te voet rondloopt.

Er werd ook verwezen naar de bijwijlen chaotische besprekingen in de
commissie. Ik denk niet dat dit volledig kan worden ontkend. Ik denk
dat ons op dat vlak allen een inspanning wacht. Ik ben nog redelijk
nieuw in dit Parlement, maar ik heb toch al tien jaar ervaring als
advocaat achter de rug. Af en toe kan men enigszins verwonderd zijn
over de wijze waarop soms aan wetgevend werk wordt gedaan.

Dat vergt een inspanning van ons allemaal. Sommigen die de
regering gemakkelijkheidshalve een en ander verwijten, dienden
dezelfde dag in de commissie amendementen in. Collega
Van den Bergh, u hebt inderdaad de hoofdmoot van uw
amendementen voorafgaandelijk bezorgd aan de leden van de
meerderheid - ik weet niet of u ze aan de andere kamerleden hebt
01.25 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Il est exact que le débat doit être
mené dans une perspective plus
large. Le ministre s'est engagé à
mener effectivement ce débat en
collaboration avec la ministre de la
Justice et la commission de la
Justice. Il est important que la loi
sur la détention préventive puisse
être appliquée dans certains cas
et que les sanctions soient
maintenues.

Nous n'affirmons nullement que
les cyclistes ou les piétons ne sont
pas tenus de respecter les règles.
Le contrôle existe également en
ce qui les concerne, mais les
automobilistes représentent quand
même un autre risque.

Il est vrai que les discussions ont
parfois été chaotiques mais la
contribution de tous est nécessaire
pour remédier à une telle situation.
D'aucuns ont reproché tout cela
au gouvernement mais
présentaient des amendements le
jour même. M. Van den Bergh a
certes communiqué la plupart des
amendements à l'avance à la
majorité même s'il a dû encore
déposer deux sous-amendements
par la suite.

La sécurité routière et la viabilité
du trafic restent des priorités pour
le sp.a. L'adaptation des amendes
ne doit pas résulter en un laxisme
accru. D'aucuns préconisent le
retour au calme en ce qui
concerne la loi sur la sécurité
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
bezorgd -, waarvoor dank. Dat stelde iedereen in staat ze goed door
te nemen. Ik heb vandaag toch echter moeten vaststellen dat u bij
wijze van twee kleine technische bij-amendementjes nog iets hebt
moeten rechtzetten, maar dat begrijp ik. Niets menselijks is u vreemd.
Ik geef toe dat sommige amendementen van mijn hand ook nog
achteraf werden gecorrigeerd aan de hand van subamendementen.

Ten slotte, wat biedt de toekomst? Voor sp.a blijven
verkeersveiligheid en -leefbaarheid ook de komende jaren absolute
prioriteiten. We vinden ook dat het feit dat de boetes enigszins
werden aangepast niet weer mag leiden tot een grotere laksheid in
het verkeer. Het mag zeker niet als een signaal worden opgevat dat
we een deel terugnemen van hetgeen we destijds als prioriteiten naar
voren hebben geschoven.

We hebben uit een aantal hoeken gehoord: wij pleiten voor rust in de
verkeerswet. Ik heb daarvoor respect. Dat mag echter niet leiden tot
berusting. Het verkeer is net als de samenleving een evoluerend
gegeven en er zullen ook de volgende jaren nieuwe fenomenen
opduiken.

We hebben tijdens de bespreking van de wet in de commissie met
collega's en met de minister vastgesteld dat er nog werk aan de
winkel is op verschillende gebieden. Het werd al aangehaald door
sommige collega's. Belangrijke aandachtspunten blijven bijvoorbeeld
het bestrijden van recidivisme, het aanleggen van een databank om
overtredingen in op te nemen om aldus recividisme effectief te
kunnen bestrijden, de termijnen voor verjaring, betere en snellere
statistieken waardoor we - dit is dan een deel van het werk van de
minister van Economie - snel op de bal zouden kunnen spelen en de
wet snel zouden kunnen evalueren en bijsturen indien nodig, de strijd
tegen verkeerscriminaliteit, de strijd tegen straatraces, ongevallen met
vrachtwagens enzovoort.

Collega Van den Bergh, ook de strijd tegen het vluchtmisdrijf blijft een
prioriteit. Misschien hebt u dat verkeerd begrepen. Het is niet omdat
we hebben gezegd dat daarvan snel werk moet worden gemaakt dat
het geen prioriteit zou blijven. De minister heeft zich ertoe
geëngageerd om daarvan werk te maken en we zullen daarop, nadat
we deze zomer van een welverdiende rust hebben kunnen genieten,
zeker terugkomen.

U weet echter ­ over dat punt heb ik dezelfde opinie als mevrouw
Vautmans ­ dat de spijttijd waarover u het steeds heeft, echt mijn ding
­ en bij wijze van spreken ons ding ­ niet is.

Dit weekend nog gebeurde er in Nijlen een vluchtmisdrijf. De dader
doet, na het omverrijden van een persoon, die daardoor ook overlijdt,
nog een terrasje. Een uur na de feiten wordt hij door de politiediensten
dronken op dat terras teruggevonden. Die man was zich volgens mij
geen moed gaan indrinken om zich binnen de drie uur na het ongeval
bij de politiediensten aan te melden. Deze persoon vertoonde
verwerpelijk gedrag. Dat moeten we blijven bestrijden. Daarvoor kan
geen spijt of respijt bestaan.

Het werk dat wij hier hebben afgeleverd en dat wij hier vanavond
hopelijk zullen goedkeuren, is uiteraard maar een deel van het werk.
Ook de politiediensten en justitie moeten hun werk doen. Effectieve
routière, mais il ne doit pas donner
lieu à une sorte de résignation. De
nouveaux phénomènes
apparaîtront en effet dans les
prochaines années. Les
principales préoccupations restent
la lutte contre la récidive, la
création d'une banque de données
à cet effet, les délais de
prescription, de meilleures
statistiques disponibles plus
rapidement et la lutte contre la
délinquance routière, les courses
urbaines et les accidents
impliquant des camions. La lutte
contre les délits de fuite reste
également une priorité. Le ministre
entend s'y atteler, ce que nous
évaluerons après l'été. Je ne suis
toutefois pas enthousiaste en ce
qui concerne le "délai de repentir"
dont parle M. Van den Bergh. Je
partage l'avis de Mme Vautmans à
ce sujet.

Les services de police et le
parquet doivent également faire
leur travail, car le risque réel de se
faire verbaliser et les poursuites
restent des éléments importants.
La police fédérale ne reçoit pas de
l'argent du fonds de la sécurité
routière à titre gratuit. Le ministre
doit veiller par le biais d'une
campagne à ce que le public soit
bien informé avant l'entrée en
vigueur de la loi.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
pakkans en effectieve vervolging zijn en blijven belangrijk. De federale
politie krijgt ook geld uit het verkeersveiligheidsfonds. We mogen dus
ook verwachten dat we voor die centen iets terugkrijgen.

Mijnheer de minister, het is ook belangrijk dat u door middel van een
goede informatiecampagne de wet uitdraagt naar de mensen en
ervoor zorgt dat de mensen goed geïnformeerd zijn vanaf ­ en liefst
nog vóór ­ het moment dat de wet in werking treedt.

Mijnheer de voorzitter, ik rond af.

De voorzitter: Mijnheer Casaer, de heer De Padt wenst u te onderbreken.
01.26 Guido De Padt (VLD): Mijnheer Casaer, ik zou van uw
aanwezigheid gebruik of misbruik willen maken om via uw kanaal aan
de minister te vragen hoever het staat met het
verkeersveiligheidsfonds.

Mijnheer de minister, de gemeenten of de lokale politiezones moeten
vóór 1 september 2005 hun verkeersveiligheidsovereenkomsten
opmaken om in aanmerking te kunnen komen voor het
verkeersveiligheidsfonds. Momenteel hebben zij echter nog geen
enkele richtlijn gekregen. Er is nog geen koninklijk besluit om ons
voor te schrijven op welke manier wij de
verkeersveiligheidsovereenkomsten moeten opstellen. Zij zouden ook
nog allemaal moeten worden goedgekeurd door de zonale
veiligheidsraden, waarin de DirCo's en de procureurs zitting hebben.

Ik vrees dat, wanneer we de mensen in de maanden juli en augustus
moeten samenroepen, we het risico lopen dat de
verkeersveiligheidsovereenkomsten niet zullen kunnen worden
goedgekeurd door de zonale veiligheidsraden.

Mijnheer de minister, staat daar een sanctie op?

Wanneer zal het koninklijk besluit verschijnen of is het in opmaak?

Wanneer zullen we dus de richtlijnen krijgen?

Mijnheer Casaer, ik moet mij verontschuldigen, dat, omdat u het even
hebt vernoemd, ik via een carambole aan de minister enige uitleg
vraag.
01.26 Guido De Padt (VLD):
Qu'en est-il du fonds de sécurité
routière? Les zones de police
locales doivent établir leurs
conventions de sécurité routière
pour le 1
er
septembre 2005, mais
aucun arrêté royal n'a encore été
pris concernant les modalités
applicables. En outre, ces
conventions doivent être
approuvées par les conseils
zonaux de sécurité dont font partie
les DirCo et les procureurs. Si
nous devons les réunir au cours
des mois d'été, nous risquons que
les conventions ne soient pas
approuvées. Une sanction est-elle
prévue dans pareil cas? Quand
l'arrêté royal sera-t-il publié?
01.27 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik kan het niet
uit het hoofd zeggen. Het is immers in carambole met de minister van
Binnenlandse Zaken. Aangezien ik het niet volledig zelf in de hand
heb, gaat het iets trager dan anders. Ik zal het even nakijken.
01.27 Renaat Landuyt, ministre:
Je vais vérifier ce point.
01.28 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik besluit.

Mijnheer De Padt, ik dank u voor uw interessante bijkomende vraag,
die u ongetwijfeld volgende week in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken aan de bevoegde minister zult stellen.

Collega's, kortom, op basis van de besprekingen in de commissie en
van de bespreking die hier vandaag werd gevoerd, kunnen wij
vaststellen dat onze commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en
de Overheidsbedrijven nog niet technisch werkloos zal zijn na
01.28 Dylan Casaer (sp.a-spirit) :
Après sa réunion d'aujourd'hui, la
commission de l'Infrastructure ne
sera pas au chômage technique.
Elle aura encore du pain sur la
planche car chaque victime d'un
accident de la route est une
victime de trop.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
vandaag. Ik zeg dat voor wie dat hoopte of vreesde. Dat zal niet het
geval zijn. Er blijft nog veel werk op de plank liggen.

Elk slachtoffer, elk verkeersslachtoffer blijft er een te veel. Daarover
zijn wij het toch allemaal eens. Op macrovlak zijn zij misschien
onderdeel van een statistiek die wordt gepubliceerd, maar op
microvlak blijven het telkens menselijke drama's waarvan wij ons
terdege moeten bewust zijn en in welk verband wij alles moeten doen
om ze te voorkomen.

De voorzitter: Mijnheer Casaer, proficiat met uw maidenspeech.
(Applaus)

Mijnheer Van den Eynde, het is niet uw maidenspeech, maar u hebt
wel het woord.
Le président: Je félicite M.
Casaer qui vient de prononcer son
premier discours de membre de la
Chambre. (Applaudissements)
01.29 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, met uw toestemming zou ik
even heel kort willen blijven stilstaan bij de ideologische benadering
van sommige verkeersproblemen.

De heer Casaer heeft gezegd dat het niet zo is dat men systematisch
de controle op auto's en automobilisten verscherpt en fietsers of
voetgangers ongemoeid laat. Hij heeft daarmee overschot van gelijk.
Dat is ook niet zo. Het is echter wel zo dat men in bepaalde steden in
Vlaanderen ­ ik weet niet of het zo is in Wallonië ­ een soort
mentaliteit gecreëerd heeft waarbij fietsers zich in feite
superbeschermde mensen wanen. Dit vormt een groot risico voor
henzelf. Ik ben altijd bereid om collega's bij avond rond te leiden in de
straten van de stad waar ik woon. Mochten ze mij niet geloven, ik kan
een tour van gevaarlijke fietsroutes volgen waarvan hun ogen zouden
openvallen.

Mijnheer de minister, collega's, dit gezegd zijnde, ik zou willen
beginnen met een parafrase op het Communistisch Manifest.

Er dwaalt een spook door dit Parlement, er dwaalt een spook door de
commissie voor de Infrastructuur van het Parlement. Dat is het spook
van Isabelle Durant. Isabelle Durant heeft hier gedurende een paar
jaar de materie die wij vandaag behandelen, geteisterd. Dat woord is
niet overdreven. Zij teisterde regelmatig de commissie voor de
Infrastructuur. Collega's die er deel van uitmaken mogen mij
tegenspreken indien ik in hun ogen zou overdrijven. Wanneer het
bijvoorbeeld gaat over Zaventem, hoor ik mensen van verschillende
partijen, zowel Franstalige als Nederlandstalige, gewag maken van
een heimwee naar het pre-Durant-tijdperk. Dat is precies hetzelfde
wat verkeersveiligheid betreft. Die dame werd verschillende jaren
ongemoeid losgelaten op de verkeersproblematiek in dit land. Dat is
faliekant afgelopen, laten wij dat bekennen.

Ik geef toe dat het nu, achteraf, gemakkelijk is om alle schuld op haar
schouders te leggen. Ik wil er de collega's van de meerderheid echter
toch aan herinneren dat mevrouw Durant hier gedurende een paar
jaar de verkeerspolitiek gegijzeld heeft, en dat zij een nefaste ­ dat
woord is niet te sterk ­ invloed uitgeoefend heeft op de
verkeersproblematiek bij ons. Dat is toch maar gebeurd in het raam
van een paarse regering. De andere beleidspartijen van de
meerderheid zijn dus mee verantwoordelijk.
01.29 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Je voudrais dire
un mot au sujet de l'approche
idéologique de certains problèmes
liés à la circulation routière. Il est
en effet inexact que le contrôle
des automobilistes soit durci
systématiquement et que les
cyclistes et les piétons restent
impunis. Mais dans certaines villes
flamandes, on a fait naître dans
l'esprit des gens une mentalité qui
fait que les cyclistes ont
l'impression d'être surprotégés et
c'est cette impression, justement,
qui les rend particulièrement
vulnérables.

Un spectre plane au-dessus du
Parlement, celui d'Isabelle Durant.
Pendant son mandat ministériel au
sein du premier gouvernement
violet, les questions relatives à la
circulation routière ont eu à pâtir
de ses interventions. Après la
politique presque aussi
désastreuse du ministre Anciaux, il
incombe à présent au ministre
Landuyt de recoller les morceaux.
Nous constatons tout de même
une amélioration, en dépit de nos
critiques sur la méthode de travail
chaotique, qui s'explique
notamment par les nouvelles
propositions que le gouvernement
lance systématiquement en
commission de l'Infrastructure.

En moyenne, trois personnes
perdent chaque jour la vie sur nos
routes. Adapter la loi sur la
circulation routière n'est qu'un
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40

Nu, mijnheer de minister, moet u de gebroken potten lijmen. Ik moet
zeggen: u bent de tweede die er een poging toe doet. Na mevrouw
Durant kwam de heer Anciaux. Dat was al bijna even rampzalig.

Ik moet toegeven dat het Landuyt-tijdperk op dat vlak alleszins een
verademing betekent. Het is waar: wij hebben veel kritiek op het
voorliggend ontwerp. Het klopt dat het chaotisch ontstaan is. Het klopt
ook dat er heel wat verbeteringen aan zouden kunnen gebeuren.
Maar in elk geval, dat moeten we toegeven: in verhouding met wat
daarvóór bestond, is het een verbetering. Mijnheer de minister, ik wil u
toch zeggen dat het ook moeilijk erger gekund zou hebben.

Bovendien moet ik eraan toevoegen dat die verbeteringen van het
systeem ontstaan zijn in chaos. Dat woord is daarstraks ook al
gevallen. Ik denk dat dat niet overdreven is.

De commissievergaderingen verliepen vaak zeer chaotisch, niet
omwille van het chaotische gedrag van de leden maar omdat de
regering systematisch met nieuwe voorstellen op de proppen kwam.
Ik geef evenwel grif toe dat het niet eenvoudig was om deze
problematiek aan te pakken op basis van hetgeen reeds bestond.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, vorig weekend zijn er 16
dodelijke verkeersongevallen gebeurd, voornamelijk met jonge
mensen, motorrijders, fietsers en voetgangers. Volgens de
statistieken sterven dagelijks 3 mensen in het verkeer. Dat de media
daar aandacht voor hebben, lijkt me logisch. Dit gaat ons allen aan.

Vandaag bespreken we een aanpassing aan de
verkeersveiligheidswet. Het is weliswaar een belangrijke aanpassing
maar ze zal niet alles oplossen. Daar is veel meer voor nodig. De
verkeersveiligheidswet is slechts een hulpmiddel om te komen tot een
meer verkeersveilige samenleving waar minder doden en minder
gewonden vallen. Ik geef graag toe dat verkeersveiligheid ook te
maken heeft met mentaliteit, opvoeding, onderwijs. Deze punten kan
men wettelijk niet regelen. Vandaar dat ik gezegd heb dat we op dit
vlak allemaal een verantwoordelijkheid te dragen hebben.

Op basis van de verkeersveiligheidbarometer die u op regelmatige
tijdstippen bekendmaakt, mijnheer de minister, stellen we vast dat het
aantal doden en gewonden daalt. Dat is goed nieuws. U geeft
evenwel zelf toe dat deze verkeersbarometer geoptimaliseerd moet
worden. Bovendien gaat het initiatief uit van uw kabinet. Zonder u
ervan te beschuldigen bewust subjectief te zijn, kunnen we alleen
vaststellen dat u in deze zaak betrokken partij bent en dat we een
meer objectieve bron moeten kunnen raadplegen. Dat brengt ons bij
de situatie dat wij de indruk hebben dat het met de verkeersveiligheid
de goede kant uitgaat maar dat dit niet kan bewezen worden vermits
de meest recente cijfers van het NIS dateren van 2002. Ik hoop dat
het niet de weg opgaat van de criminaliteitscijfers. Op geregelde
tijdstippen verkondigt men dat het de goede kant opgaat. Dit is ook
gebaseerd op deelstatistieken. Globale cijfers blijven achterwege. Dat
is de methode-Verhofstadt maar reeds lang niet meer overtuigend.

Trouwens, niet alleen wat de cijfers betreft, bestaat er nog
onduidelijkheid, ook wat de oorzaak van verkeersongevallen zelf
betreft. Er is in het verleden weinig of geen onderzoek naar gedaan. Ik
remède partiel. La sécurité
routière n'est pas seulement une
affaire de réglementation. Elle
dépend tout autant des mentalités,
de l'éducation et de
l'enseignement.

D'après le baromètre de la
circulation, le nombre de morts et
de tués sur la route diminue mais
dans quelle mesure peut-on
accorder du crédit à ces chiffres?
Le ministre reconnaît que le
système doit être optimisé, mais le
baromètre de la circulation est un
instrument de mesure du cabinet
et il est donc réellement objectif.
Les statistiques les plus récentes
de l'INSD datent de 2002.

Les causes d'accidents de la route
sont également trop peu étudiées.
Le ministre a indiqué que cette
tâche incombait à l'IBSR. Le
Vlaams Belang est en tout cas
partisan de la création d'un institut
d'étude et de recherche sur les
accidents de la route.

Le morcellement de la
compétence en matière de
mobilité constitue évidemment un
problème majeur. Tous les partis
flamands sont favorables à la
régionalisation de cette
compétence. La régionalisation ne
pose aucun problème lorsque la
Wallonie est demanderesse,
comme pour les licences d'armes,
mais c'est une tout autre affaire
dès que les Flamands souhaitent
quelque chose. Songeons à BHV.
Le MR devrait pourtant être
partisan de la régionalisation des
compétences en matière de
circulation, puisqu'il n'est
absolument pas d'accord avec le
gouvernement.

C'est uniquement grâce au
désintérêt du PS pour ce thème,
dont nous avons pu nous rendre
compte en commission, que ces
modifications de la loi sur la
circulation routière seront
adoptées. Le Vlaams Belang a
même réussi à approuver sans
problèmes un amendement de M.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
denk dat het de verslaggeefster was, die daar daarstraks ook naar
verwezen heeft. Mijnheer de minister, u stelde in het verleden dat men
in het BIVV zo'n opdracht zou moeten geven of dat die zou gegeven
zijn. De vraag is natuurlijk of daar ook de nodige middelen aan
worden besteed. Daarom is het Vlaams Belang voorstander van de
oprichting van een instituut voor de studie en het onderzoek in het
kader van verkeersongevallen. Pas dan kunnen we aan de hand van
die resultaten doortastende maatregelen nemen. Dat is, zelfs als de
cijfers dalen, van groot belang voor de verkeersveiligheid.

In de regeringsverklaring staat te lezen ­ ik citeer: "Het Forum zal
oplossingen onderzoeken en wetsontwerpen uitwerken voor
verschillende vragen om bij te dragen tot een grotere structurele
coherentie van de federale, gewestelijke en/of
gemeenschapsbevoegdheden. In dit kader zal het Forum onder meer
de verkeersveiligheid en het uitreiken van uitvoervergunningen voor
wapens behandelen". Dit werd toen samen naar voren geschoven,
mijnheer de minister: verkeersveiligheid en uitvoervergunningen voor
wapens. Wat kunnen we vandaag vaststellen? Er was helemaal geen
forum nodig om het uitreiken van uitvoervergunningen voor wapens te
regionaliseren. Er was trouwens ook geen forum nodig om de
Francorchamps-wet erdoor te duwen. De wensen van de Franstaligen
werden onmiddellijk na de start van de paarse coalitie in 2003
ingewilligd. Zoals we weten, is dat andersom natuurlijk nooit het geval.
Ik verwijs naar Brussel-Halle-Vilvoorde, alsook ­ en daar gaat het hier
om ­ naar de problematiek van de verkeersveiligheid. Het is op dat
vlak bijzonder stil. Ik vraag mij af waarom dat nu zo'n probleem moet
zijn. Alle Vlaamse partijen zijn het erover eens dat verkeersveiligheid
best zou worden geregionaliseerd. Op tijd en stond komt ook wel een
of ander minister zeggen dat dit of dat geregionaliseerd moet worden.
Mevrouw Van Brempt was amper weg uit de federale regering of ze
riep vanuit Vlaanderen dat het verkeersboetefonds moest
gedefederaliseerd worden. Ik kom daar straks op terug. De
Franstaligen zouden ook moeten akkoord gaan, want het is duidelijk
dat de MR niet akkoord gaat met de gang van zaken in de regering op
het vlak van de verkeersveiligheid. Het is duidelijk dat de MR ­ en we
hebben dat daarstraks zeer duidelijk gehoord door de ware
oppositietoespraak van de heer Monfils ­ daar een heel andere visie
op heeft.

Trouwens niet alleen op dat vlak hebben we kunnen merken dat de
afgelopen week een en ander is gebeurd.

Het is duidelijk dat Wallonië een andere visie heeft op
verkeersveiligheid, zoals trouwens over zoveel thema's. Het feit dat de
PS dit laat passeren, heeft alles te maken met de desinteresse van
deze partij voor dit thema. De heer Monfils heeft zonder meer
dissidente standpunten ­ ik zou bijna zeggen politiek niet-correcte
standpunten ­ kunnen verdedigen in de commissie voor de
Infrastructuur, in die mate zelfs dat mijn fractie op een zeker ogenblik
één van zijn amendementen heeft gesteund, tot grote ergernis van de
heer Casaer, en dat dit amendement ­ hij heeft er daarstraks nog aan
gerefereerd ­ goedgekeurd werd zodat de heer Casaer absoluut aan
legalistische spitstechnologie moest gaan doen om het nefaste effect,
in zijn ogen tenminste, van dit door de commissie goedgekeurde
amendement teniet te doen.

Mag ik er even naar verwijzen, collega's, dat dit verschil in visie op
Monfils.

La différence entre la Flandre et la
Wallonie peut facilement être
illustrée: en Flandre, il y a plus de
mille radars automatiques, en
Wallonie trente. Si la Flandre
entend vraiment améliorer la
sécurité routière, la compétence
devra être régionalisée.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
verkeersveiligheid onder meer blijkt uit het feit dat Vlaanderen meer
dan 1.000 flitspalen telt en dat er alle dagen bijkomen, terwijl Wallonië
er op dit ogenblik ocharme 30 heeft. Ik denk dat dit een voorbeeld is
dat boekdelen spreekt. Wanneer ik dan beweer dat de
verkeersveiligheid in dit land, net zoals zovele andere zaken, rust op
de schouders van de Vlamingen, dan denk ik dat dit met het verhaal
van die flitspalen overduidelijk aangetoond is. Als wij Vlamingen dus
echt bekommerd willen zijn om de verkeersveiligheid, dan is dat een
defederalisering waard. Ik zou zeggen dat die defederalisering van de
verkeersveiligheid dan broodnodig is. Zo kan Vlaanderen een eigen
verkeersveiligheid ontwikkelen. Vlaanderen heeft inderdaad andere
noden en verzuchtingen dan Wallonië. Ze kan die dan zelf toepassen
zonder dat dit de heer Monfils, bijvoorbeeld, moet ergeren. Iedereen
zal zorgen voor zijn eigen verkeersveiligheid, de heer Monfils in Luik
en wij in Vlaanderen. Zo zal iedereen tevreden zijn. Als de heer
Monfils dan niet meer naar Oostende wil komen omdat daar te veel
flitspalen zijn, dan is dat jammer. Dat willen we er dan nog bijnemen
als risico. Wij zullen naar de Ardennen blijven komen.

(...): (....)
01.30 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Maar dan moet u
door Frans Vlaanderen. Dan moet u in De Panne toch binnen.

Trouwens, de vraag over defederalisering mag niet enkel gaan over
verkeersveiligheid.

Inzake Mobiliteit is er allesbehalve sprake van homogene
bevoegdheidspakketten. Het is nogal absurd dat Vlaanderen niet
bevoegd is voor verkeersreglementering en het handhavingsbeleid,
maar wel voor Openbare Werken en Infrastructuur. Het is
onvoorstelbaar dat Vlaanderen niet bevoegd is voor de spoorwegen,
maar wel voor de bussen. De tijd dat men hier in het Parlement bij
een defederalisering zei dat de treinen zouden stoppen aan de
grenzen van Vlaanderen, is gelukkig definitief voorbij. Daar heeft het
Vlaams Belang zeker toe bijgedragen. Wij blijven dan ook pleiten voor
een volledige overheveling naar Vlaanderen van alle bevoegdheden
die met Mobiliteit te maken hebben. De registratie van
verkeersongevallen, de reglementering in verband met binnenvaart,
de ijking van snelheids- en roodlichtcamera's, de vergunningen voor
uitzonderlijke transporten, de reglementering inzake het inhaalverbod
voor vrachtwagens, de veiligheidsnormering voor infrastructuur
enzovoort dienen onmiddellijk te worden overgeheveld. Alleen dan
komt er een einde aan de onduidelijkheid en dubbelzinnigheid en zal
een efficiënt en geïntegreerd mobiliteitsbeleid mogelijk zijn.

Ik had het daarnet over het verkeersboetefonds. Ik dacht dat de heer
De Padt daarstraks ook enkele technische vragen heeft gesteld over
dat fonds. Alleen al de plaatsing van de flitspalen maakt het grote
verschil tussen Vlaanderen en Wallonië duidelijk. Dat zou dan wellicht
de reden zijn waarom Wallonië geen splitsing wil van Mobiliteit in het
algemeen en de verkeersveiligheid in het bijzonder. Het is om de
centen te doen, niet meer of niet minder.

Wat het verkeersboetefonds betreft, zien wij dat Vlaanderen voor 83%
verantwoordelijk is voor de meeropbrengst van 2003 en uiteindelijk
57% kan verdelen over 118 politiezones. Ik wil dit nog eens herhalen.
Vlaanderen brengt 83% van het verkeersboetefonds op en kan er
01.30 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Nous
préconisons un transfert complet
de toutes les compétences en
matière de mobilité vers les
Régions. Dans ces conditions
seulement, nous serons à même
de mener une politique de la
mobilité efficace et intégrée.

En ce qui concerne le Fonds des
amendes routières, les motivations
de la Wallonie en faveur de la non-
scission sont claires. La Flandre
génère 83% des recettes alors
qu'elle ne pourra en utiliser que
57%. La Wallonie quant à elle ne
contribuera qu'à la hauteur de
5,35% aux recettes, alors qu'elle
bénéficie de 37,39% des
ressources. Etant donné que les
investissements de la Flandre sont
beaucoup plus importants, n'est-il
pas logique qu'elle en retire les
fruits? Il est insensé de prétendre
que la sécurité routière constitue
une priorité absolue alors que la
Flandre ne bénéficie pas des
moyens nécessaires à cet effet.

Le ministre a déclaré en
commission que le Fonds des
amendes routières fera l'objet
d'une loi distincte, qui précisera la
clé de répartition. Je crains que
cette nouvelle répartition ne soit
réalisée que dans les limites des
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
maar 57% van verdelen. Het is nog opmerkelijker dat voor dezelfde
periode Wallonië slechts voor 5,35% verantwoordelijk is voor de
meeropbrengst en 37,39% van de middelen krijgt. Ik herhaal:
Wallonië brengt 5,35% meeropbrengst op en is voor 37,39% aan het
uitgeven. In Vlaanderen wordt dus veel meer geïnvesteerd in
verkeersveiligheid. Dan is het toch niet meer dan normaal dat
Vlaanderen ook wordt beloond voor die inspanningen.

Daarom vinden wij dat dat, hoewel het niet expliciet hoort tot de
bespreking van vandaag, het toch eens mag worden aangekaart. Wat
heeft het voor zin te zeggen dat men absoluut, ten koste van bijna
alles, verkeersveiligheid als een topprioriteit moet beschouwen,
wanneer Vlaanderen daarvoor de middelen niet krijgt die nodig zijn
om nog veel verder te gaan dan de daling van een aantal doden en
gewonden die er volgens de regeringscijfers is.

In de commissie zei u, mijnheer de minister, dat dit
Verkeersboetefonds of Verkeersveiligheidsfonds via een aparte wet
zou worden geregeld. Naast de 196 lokale zones zou er een 197
ste
bijkomen, met name de federale. De bestaande criteria van de
verdeelsleutel zouden worden verfijnd. Verfijnd, een woord dat graag
in regeringskringen wordt gebruikt. Ik hoop dat ik ongelijk heb, maar ik
vrees dat die verfijning van de verdeelsleutel slechts binnen de
verdeling van die 57% zal vallen en dat het dus beperkt blijft tot wat
prutsen in de marge. Ik hoop daarover vlug meer duidelijkheid te
krijgen, mijnheer de minister: ik hoop dat u ons zelfs vandaag daar
wat meer informatie over zult bezorgen.

Op dit ogenblik werd de evaluatie van de verkeerswet eigenlijk enkel
beperkt tot de categorisering en de boetes. Nochtans is de
verbetering van de infrastructuur een van de vier pijlers van de
Staten-Generaal waarop de verkeersveiligheid zou moeten gestoeld
zijn, naast handhaving, opleiding en veiligheid van het voertuig. Ook
moet de politie voldoende uitgerust zijn en over de nodige middelen
beschikken om de nieuwe verkeerswet te implementeren. Er is dus
nog bijzonder veel werk aan de winkel. Er liggen nog tientallen
voorstellen klaar ter behandeling in de commissie. Ik kan u
verzekeren: er ligt nog wat op de plank! Ik hoop alleszins dat daar zo
spoedig mogelijk werk van kan worden gemaakt, want zoals u weet,
mijnheer de minister: in de commissie Infrastructuur wordt gewerkt en
hard gewerkt als het gaat over verkeersveiligheid.

Het Vlaams Belang heeft steeds gepleit voor een rationeel
verkeersbeleid. Daarom vonden wij het jammer dat duurzame
ingrepen zoals het verbeteren van het wegennet en het doen naleven
van realistische snelheidsbeperkingen, het moesten afleggen tegen
buitensporige maatregelen als de superboetes. In die zin is er dus een
positieve wending en worden er meer realistische boetes vastgesteld,
alhoewel het de minimumboetes zijn die worden verlaagd en het dus
theoretisch perfect mogelijk blijft dat de superboetes worden
gehandhaafd. Ik betreur wel dat het niet dragen van een
veiligheidsgordel niet weerhouden werd als een zware overtreding en
deel op dat vlak de mening van de heer Casaer. Het dragen ervan is
een levensreddende maatregel. Het aantal verkeersdoden in België
zou met 10% dalen indien iedereen altijd zijn gordel zou dragen.
Trouwens, wie achteraan geen gordel draagt, betekent bij een frontale
botsing ook een serieus gevaar voor de bestuurder en de passagier
die naast de bestuurder zit. Dit is een argument meer voor de heer
57% attribués. Nous espérons que
la clarté sera rapidement faite
dans ce dossier.

L'évaluation de la loi sur la
circulation a été limitée à la
catégorisation et aux amendes.
L'amélioration de l'infrastructure
constitue pourtant l'un des quatre
piliers des états généraux, les trois
autres étant le maintien de l'ordre,
la formation et la sécurité du
véhicule. La police doit par ailleurs
disposer de moyens suffisants. Ce
n'est donc pas le travail qui
manque. La commission dispose
encore de dizaines de
propositions, qui, espérons-le,
pourront être rapidement
examinées.

Le Vlaams Belang a toujours
plaidé en faveur d'une politique
rationnelle en matière de sécurité
routière. Nos priorités sont
l'amélioration du réseau routier et
le respect des limitations de
vitesse. Le gouvernement a
malheureusement opté pour les
super-amendes. Il est donc positif
que les amendes soient à présent
plus réalistes.

Tout comme M. Casaer, je déplore
que le non-respect de l'obligation
du port de la ceinture de sécurité
n'ait pas été retenu comme
infraction grave. Le nombre de
tués sur nos routes diminuerait de
10% si tous les usagers de la
route portaient leur ceinture. Les
passagers qui n'attachent pas leur
ceinture à l'arrière du véhicule
représentent également un grave
danger pour le conducteur et les
autres passagers en cas de
collision frontale.

Il est probable qu'à l'avenir,
d'autres infractions changent de
catégorie et je pense qu'il ne faut
pas s'en réjouir. Non seulement le
système de classement des
infractions de roulage est devenu
beaucoup plus complexe mais il
semble par surcroît qu'il sera
désormais adapté chaque année.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
Casaer die aangetoond heeft dat het niet- dragen van een gordel niet
alleen het slachtoffer treft dat dit niet doet, maar ook derden kan
raken.

Het argument dat enkel de betrokken persoon die geen gordel draagt
zich in gevaar brengt, kan dus niet opgaan. Dit kan niet genoeg
beklemtoond worden.

Wat de categorisering betreft, de kans is reëel dat ook in de toekomst
nog overtredingen van categorie zullen veranderen. Dat is geen
goede zaak, noch voor de weggebruiker, noch voor zij die de wet op
het terrein moeten toepassen. Niet alleen is het systeem van de
indeling van de verkeersovertredingen veel complexer geworden, dit
is te betreuren, het ziet er ook naar uit dat vanaf nu het systeem
jaarlijks zal worden aangepast.

Uit de hoorzittingen naar aanleiding van het oorspronkelijke ontwerp
over de beschikking tot betaling bleek ook dat de invordering van de
boetes nog sterk verbeterd kan worden door de invoering van
moderne betaalwijzen, een grotere differentiëring van het
boetebedrag bij onmiddellijke inning en minnelijke schikking en door
de digitale overdracht van gegevens van de politie naar het parket.
Ook op dat vlak is er dus nog bijzonder veel werk aan de winkel. Een
snelle afhandeling van verkeersovertredingen heeft trouwens een
gunstig effect op de verkeersveiligheid.

Mijnheer de minister, ik herhaal wat ik bij de aanvang gezegd heb: het
is alleszins een verbetering, maar in verhouding tot het fatale
legistieke werk van mevrouw Durant was dit niet zo moeilijk. Ik blijf
erbij dat de verbetering nog veel beter uitgevoerd had kunnen worden.
Vanuit die vaststelling zal de Vlaams Belang-fractie zich onthouden.
Les auditions ont fait apparaître
par ailleurs que le recouvrement
des amendes pouvait encore être
beaucoup amélioré par
l'instauration de modes de
paiement modernes, par
l'introduction d'une plus grande
différenciation du montant de
l'amende en cas de perception
immédiate ou de transaction et par
la transmission numérique des
données entre la police et le
parquet. Au demeurant, un
traitement rapide des infractions
de roulage ne manquera pas de
produire un effet positif sur la
sécurité routière.

Quoi qu'il en soit, le présent projet
de loi constitue une amélioration
mais ce n'est pas difficile après le
bricolage de la ministre Durant.
Mais comme le Vlaams Belang
considère qu'on aurait pu faire
encore beaucoup mieux, il
s'abstiendra lors du vote.
01.31 François Bellot (MR): Monsieur le président, le ministre m'a
dit que j'avais le dernier mot mais c'est l'assemblée qui l'aura!

Monsieur le ministre, chers collègues, les arrêts successifs de la Cour
d'arbitrage ont eu raison de la loi Durant malgré les nombreuses
mises en garde que nous avions adressées à la ministre; aujourd'hui,
nous sommes trois commissaires de l'ancienne commission
Infrastructure à avoir connu les travaux préparatoires de la loi Durant.

Monsieur le ministre, rassurez-vous, il y a des éléments extrêmement
positifs dans le projet que nous allons voter tout à l'heure dans cette
assemblée.

Tout d'abord, il y a le point relatif à la consultation de la commission
fédérale de Sécurité routière afin de faire l'évaluation de la loi
"sécurité routière". Ensuite, il y a l'abaissement des seuils minimaux
pour certaines infractions pour tous les degrés; les montants des
infractions tels qu'ils avaient été fixés par la loi Durant avaient atteint
de tels niveaux qu'il était arrivé que des recommandations
parviennent aux zones de police pour leur dire que certains faits ne
devaient plus être sanctionnés.

Une autre amélioration concerne la récidive; dorénavant les
coupables d'infractions routières non seulement devront s'acquitter
des amendes mais seront aussi poursuivis en cas de récidive; à cet
égard, se pose la question du recensement et de la banque de
01.31 François Bellot (MR):
Ondanks onze talrijke
waarschuwingen hebben de
arresten van het Arbitragehof het
gehaald van de wet Durant; naast
mezelf zijn hier vandaag nog twee
andere commissieleden aanwezig
die aan de voorbereiding van die
wet hebben deelgenomen.

Het voorliggende ontwerp bevat
natuurlijk een aantal positieve
elementen.

Zo is er het feit dat bij de
beoordeling van de wet met de
Federale Commissie voor de
Verkeersveiligheid werd overlegd,
evenals de verlaging van de
minimumdrempels voor sommige
overtredingen. Ik wil eraan
herinneren dat de bedragen van
de boetes die bij de wet Durant
waren bepaald, zodanig hoog
waren dat de politiezones soms
werd opgedragen bepaalde
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
données puisque, aujourd'hui, la récidive se limitera aux
condamnations par le tribunal de police.

Il y a également la classification en quatre catégories. Enfin, ce qu'il
convient de souligner - ce que peu d'intervenants ont fait -, c'est la
progressivité des sanctions pour excès de vitesse et ce, en fonction
de la vitesse pratiquée.

Je voudrais en venir maintenant aux éléments qui me poussent à
m'abstenir et je vous indiquerai plus en détails les raisons.

Nous partageons tous l'objectif de renforcement de la sécurité
routière. Nous sommes tous confrontés, de près ou de loin, à
l'insécurité routière. Comme l'a dit M. Casaer, nous connaissons tous
dans notre entourage, voire dans notre famille, des personnes qui ont
été frappées par des accidents de la route. L'objectif louable que nous
acceptons tous et que nous souhaitons rencontrer, c'est la division
par deux du nombre de victimes en l'an 2010. Mais il ne faut pas
négliger les autres aspects en matière de sécurité routière que sont
l'amélioration des véhicules et l'amélioration des infrastructures,
domaine dans lequel beaucoup de choses restent à faire.

Quelles sont les faiblesses du projet de loi?

1. Les critères de classement. Dès que nous avons abordé l'examen
du projet de loi, nous avons indiqué que la Cour d'arbitrage avait
soulevé le problème des critères de classement en quatre catégories.
C'est en dernière minute aujourd'hui, avant l'ouverture de la séance
plénière de ce soir, que nous nous sommes réunis en commission.
Un texte nous a alors été remis, nous indiquant que vous prendriez un
arrêté royal et que, dans l'année qui suivrait l'adoption de ce dernier,
la présente assemblée devrait confirmer la classification. Nous
considérons donc que les critères ont bien été établis. Mais encore
faudra-t-il qu'ils fassent l'objet d'une vérification par le Conseil d'Etat.

2. La discrimination entre les conducteurs belges et étrangers,
particulièrement pour la quatrième catégorie. En effet, pour cette
dernière, le conducteur belge sera d'office renvoyé devant le tribunal
de police alors que l'étranger sera invité à payer immédiatement
l'amende, ce qui, à certains égards, pourrait apparaître comme une
discrimination. Je sais qu'une disposition européenne a été adoptée
et devrait être transposée. Malheureusement, comme tous les pays
n'adopteront pas la Constitution européenne, il faut s'attendre à ce
que les gouvernements, qui voudraient avancer dans ce domaine,
rencontrent certaines difficultés.

3. Un élément de ce projet de loi me semble particulièrement délicat.
Je pense au renvoi automatique devant les tribunaux de police pour le
quatrième degré. Comme je vous l'ai indiqué, rien que sur la zone de
Bruxelles, cela représenterait entre 1.000 et 1.100 renvois devant les
tribunaux de police, chaque semaine. Je me demande comment votre
collègue de la Justice pourra faire face, avec le personnel dont elle
dispose pour Bruxelles et dans d'autres grandes villes d'ailleurs, aux
citations et aux auditions des personnes ayant commis de telles
infractions.

4. Le flou dans la notion de récidive. S'agit-il d'une récidive dans la
même catégorie? S'agit-il d'une récidive dans deux catégories
overtredingen gewoonweg niet
meer te beboeten.

Een andere verbetering betreft de
recidive; wie zich schuldig maakt
aan recidive, wordt vervolgd; in dat
verband rijst het probleem van de
registratie en de gegevensbank.
Voorts is er de indeling in vier
categorieën. Ten slotte is er de
progressiviteit van de boetes voor
overdreven snelheid op grond van
die indeling.

Dan kom ik tot de elementen op
grond waarvan ik me bij de
stemming zal onthouden.

Wij delen allen de bekommernis
om de verkeersveiligheid te
verbeteren. Het lovenswaardige
doel dat wij allen aanvaarden, is
de daling met vijftig procent van
het aantal verkeersslachtoffers
tegen 2010. De overige aspecten
van de verkeersveiligheid mogen
evenwel niet uit het oog worden
verloren: de verbetering van de
voertuigen en de infrastructuur,
een gebied waar nog veel werk
aan de winkel is.

Wat zijn de zwakke punten van het
wetsontwerp? Vooreerst zijn er de
criteria voor de indeling van de
verkeersovertredingen in vier
categorieën, probleem dat ook
door het Arbitragehof werd
opgeworpen. Net voor de
vergadering werd ons vandaag, in
extremis, een tekst bezorgd,
waaruit blijkt dat u een koninklijk
besluit zal nemen, dat binnen het
jaar bij wet moet worden
bekrachtigd. We gaan er dus van
uit dat de criteria wel degelijk
werden vastgesteld, maar ze
zullen ook nog voor advies aan de
Raad van State moeten worden
voorgelegd.

Ten tweede is er de discriminatie
tussen Belgische en buitenlandse
autobestuurders. Voor een
overtreding van de vierde
categorie, wordt de Belgische
chauffeur naar de politierechtbank
verwezen, terwijl de buitenlander
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
différentes? En cas d'excès de vitesse, par exemple, à un deuxième
et à un quatrième degré appliquera-t-on la récidive puisque que l'on
se réfèrera à la condamnation par le juge du tribunal de police? En
cette matière, vous nous avez promis un arrêté de précision en
matière de récidive. Nous serons donc attentifs à l'examen du
contenu de cet arrêté lorsque nous en aurons connaissance.

5. La rétroactivité de la loi pénale. L'article 2 du Code pénal bannit
complètement la rétroactivité. Il prévoit d'ailleurs l'application de la
peine la plus avantageuse pour l'automobiliste. Pourquoi ne pas avoir
retiré l'article 31?

Il ne sera de toute façon pas retiré ici mais la Cour d'arbitrage s'en
chargera probablement.

Nous avons également discuté du fameux retrait du permis de
conduire de quinze jours, pouvant être prolongé de deux fois nonante
jours. Nous avons réglé cela tout à l'heure par une modification de
l'article 55.

Une des préoccupations qui n'est pas rencontrée aujourd'hui est
relative à la hiérarchie des normes et de l'acceptation sociale. Je vous
l'ai signalé en commission, comment le citoyen va-t-il interpréter la
condamnation en matière de roulage, par exemple, pour un excès de
vitesse de 20km/h sur autoroute à raison de 175 euros, alors que
pour un échange de coups avec condamnation, le fautif est
condamné à une amende de 125 euros? Même en tant que
parlementaire, j'ai les pires difficultés à l'expliquer aux simples
citoyens dans la rue. Personnellement, je ne fais pas partie des
parlementaires qui doivent retourner dans les marchés, je fais partie
des parlementaires qui, toutes les semaines, depuis 20 ans sont sur
le marché. J'entends les récriminations concernant les différentes
dispositions. Soit vous informez correctement la population au sujet
de cette hiérarchie des normes sociales, soit vous parvenez à
convaincre votre collègue du ministère de la Justice que toutes les
amendes et peines doivent être revues à la hausse pour s'adapter
aux règles que nous allons adopter tout à l'heure.

Je regrette, monsieur le ministre, qu'on n'ait pas pu adapter et
examiner tout le texte relatif aux peines alternatives en matière de
roulage, malgré les conclusions positives des organismes qui ont suivi
les expériences menées aux parquets de Gand et de Marche-en-
Famenne.

Ce qui importe, c'est le nombre de contrôles, leur qualité ­ qui dépend
de la police ­ mais aussi l'adéquation de la sanction par rapport à la
faute commise.

Monsieur le ministre, le texte ne vient pas de moi mais les principes
qui ont guidé mon action, tant lors de l'élaboration de la loi Durant
qu'à l'occasion de l'élaboration de cette loi, sont ceux-ci: "Nous
insistons pour que les erreurs du passé qui ont conduit au vote de la
loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de
sécurité routière et à son entrée en vigueur ne soient plus reproduites
et que l'on puisse disposer, à terme, d'une législation en matière de
circulation routière, stable, cohérente, lisible et raisonnable, qui puisse
garantir une sécurité juridique et une crédibilité de l'action de chacun
des intervenants dans le processus, qu'il soit législatif, exécutif,
wordt gevraagd de boete
onmiddellijk te betalen. Ook op het
Europese niveau werd in dat
verband een bepaling
aangenomen, die zal moeten
worden omgezet, maar aangezien
niet alle landen de Europese
Grondwet zullen aannemen,
mogen we ons op dat vlak aan
een aantal problemen verwachten.

Een ander heikel punt is de
automatische verwijzing naar de
politierechtbank voor de
overtredingen van de vierde graad.
Voor Brussel alleen al gaat het om
1.000 tot 1.100 verwijzingen per
week. Hoe zal uw collega van
Justitie die extra werkdruk
opvangen?

Het begrip "herhaling" wordt niet
duidelijk omschreven. Gaat het om
een herhaling in dezelfde
categorie of in twee verschillende
categorieën? U beloofde het
begrip in een besluit te zullen
verduidelijken. Wij zullen
waakzaam blijven.

Tot slot is er de terugwerkende
kracht van de strafwet. Artikel 2
van het Strafwetboek sluit de
terugwerkende kracht uit en
bepaalt dat de meest voordelige
straf moet worden toegepast.
Waarom werd artikel 31 niet
ingetrokken? Het Arbitragehof zal
het hoe dan ook vernietigen.

Een van de bekommernissen
waaraan vandaag niet wordt
tegemoetgekomen, betreft de
normenhiërarchie en de sociale
aanvaarding. Ik betreur dat men
de tekst over de alternatieve
verkeersstraffen niet in zijn geheel
heeft besproken en aangenomen.

We hebben er steeds naar
gestreefd om de wetgeving te
verbeteren opdat we niet moeten
terugkomen op wetsartikelen die
misschien door het Arbitragehof
zullen worden vernietigd.

De minister van Binnenlandse
Zaken kondigde aan dat wij tegen
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
judiciaire ou policier auprès du citoyen." Nous rappelons, à cet égard,
les nombreux et successifs arrêts de la Cour d'arbitrage qui ont vidé
la loi précitée de toute sa substance et créé un imbroglio juridique
néfaste au développement de la politique criminelle.

Monsieur le ministre, ne croyez pas que le travail parlementaire
réalisé en commission consiste à dire que la loi est mauvaise. Notre
objectif a toujours été la voie de l'amélioration pour éviter que l'on
doive revenir, dans six mois ou un an, sur des articles de loi qui
auraient été cassés par la Cour d'arbitrage, alors qu'après le travail
législatif, va être entamé tout le processus d'exécution de cette loi,
imposant des modifications à la fois dans les parquets, dans les
tribunaux de police et dans les zones de police, avec un
investissement non négligeable en termes de logiciels et de mise en
place de procédures.

Tout à l'heure, mon collègue De Padt a posé la question sur les
conventions de sécurité routière. A une question parlementaire que
j'adressais au ministre de l'Intérieur, celui-ci m'a répondu que nous
allions avoir une circulaire provisoire pour la fin du mois de juin, que le
champ d'action de cette convention de sécurité routière serait étendu,
que les fonds ne pourraient cependant pas être utilisés pour améliorer
des infrastructures mais pour payer du personnel ou du matériel.

Monsieur le ministre, je pense réellement que nous avons besoin
d'une loi stable et sûre, mais j'ai des doutes quant à certains éléments
toujours compris dans cette loi.

Je peux vous rassurer dès à présent, le groupe MR apportera
majoritairement son soutien au projet. L'imperfection de la loi dite
Durant m'avait amené à m'abstenir. Les imperfections que nous
aurions pu lever ­ et il n'en restait plus beaucoup­ dans le présent
projet me poussent à m'abstenir. Je ne conteste pas les améliorations
apportées à l'ancienne loi; je regrette simplement que d'autres n'aient
pas pu être acceptées parce qu'elles allaient dans le sens de
l'amélioration de cette loi sur la sécurité routière que nous
cautionnons tous, parce que c'est un objectif à long terme, durable et
qui concerne quotidiennement au moins 6 millions de nos citoyens.

Je ne considère pas les automobilistes comme des criminels
potentiels, mais comme un danger potentiel. S'il y a une infime
minorité de gens qui ont des comportements abusifs et excessifs, la
répression doit pouvoir juguler ces comportements, notamment en
utilisant la voie de la récidive. Par contre, je considère toujours
l'automobiliste comme quelqu'un de responsable, mais qui doit être
suffisamment contrôlé et de manière adéquate.

C'était le sens de mon intervention au sein de la commission. Ce sera
également le sens de mon vote ce soir, lorsque nous serons amenés
à nous prononcer sur ce projet de loi.
eind juni over een voorlopige
omzendbrief zouden kunnen
beschikken en dat het
toepassingsgebied van de
overeenkomst inzake
verkeersveiligheid zou worden
uitgebreid. De middelen zouden
echter niet kunnen worden
aangewend om de infrastructuur te
verbeteren, maar zouden in de
eerste plaats worden gebruikt om
de lonen van het personeel te
betalen en materiaal aan te kopen.

De meerderheid van de MR-fractie
zal het ontwerp steunen. Wij
hebben evenwel een stabiele wet
nodig die voldoende
rechtszekerheid biedt. Aangezien
het voorliggende ontwerp nog
talrijke onvolkomenheden
vertoont, zal ik me onthouden. Het
repressieve aspect van de wet, en
meer bepaald de strengere
bestraffing van de recidive, moet
ons toelaten het gedrag van een
minderheid te beteugelen. Ik
beschouw de bestuurder echter a
priori als een verantwoordelijk
iemand die op een gepaste manier
moet worden gecontroleerd.
01.32 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, eerst en vooral wens ik de verslaggeefster te bedanken
voor haar coördinerende werkzaamheden in deze en in het bijzonder
ook de commissieleden voor het bij momenten grondig en vlug
discussiëren.

En ce qui concerne les propos de M. Monfils, j'y reviendrai brièvement
01.32 Renaat Landuyt, ministre:
En présentant un amendement au
projet de loi sur l'ordonnance de
paiement, nous démontrons que la
loi précédente a produit l'effet de
choc souhaité. De nouvelles
procédures ne sont pas
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
à la fin de mon intervention.

Wat de wet zelf betreft, denk ik dat wij door een amendement in te
voeren op het wetsontwerp inzake beschikking tot betaling bevestigen
dat de vorige wet voor het nodige shockeffect heeft gezorgd en dat
het zelfs niet nodig is om in het kader van een verhoogde pakkans
daarvoor in bijzondere procedures te voorzien. Wij bevestigen
vandaag eigenlijk ook dat de bestaande procedures effectief
functioneren.

De wet is eigenlijk een verbetering op drie vlakken zoals werd
aangewezen door het Arbitragehof. Enerzijds is er het op een correcte
wijze schrappen van de voogdij van de federale overheid over de
aanvullende verkeersreglementen. Ik benadruk dat wij hier enkel de
bevoegdheid van de federale overheid schrappen, niet de
bevoegdheid in het algemeen en dus niet de bevoegdheid die toekomt
aan de Gewesten. Anderzijds voorzien wij in een procedure inzake
intrekking van het rijbewijs die tegemoetkomt aan de opmerkingen
van het Arbitragehof inzake de rechten van verdediging die moeten
spelen zodra de intrekking langer is dan 15 dagen. De kern van de
vernieuwing is het artikel 29 en het rangschikken van de diverse
verkeersovertredingen. Het werk van de federale Verkeerscommissie
wordt hierdoor volledig overgenomen door de commissie en straks
hopelijk ook door de plenaire vergadering.

Wat wij vandaag nog hebben toegevoegd, is de extra zekerheid dat
het Parlement in deze het laatste woord zal hebben. Het was niet
mogelijk om tegemoet te komen aan de twijfel die de Raad van State
heeft uitgesproken over het feit dat het mandaat, dat aan de regering
wordt gegeven, voldoende specifiek is. Wij bepalen dat de regering de
verkeersovertredingen kan indelen in zij die rechtstreeks tot een
ongeval leiden en zij die onrechtstreeks tot een ongeval leiden. Men
kan dit onderscheid niet specifieker omschrijven tenzij men ofwel de
volledige reglementering opneemt in de wet, ofwel een aanpassing
doorvoert van de fundamentele logica van de wet zoals die door de
federale Verkeerscommissie werd aangebracht.

Ik herhaal het. Het gaat over commissiebestanden van alle mogelijke
organisaties die zich inlaten met de verkeersveiligheid enerzijds en
anderzijds met alle mogelijke actoren die instaan voor de handhaving,
politie en parket in deze. Hetgeen wij vandaag toevoegen is dat, nadat
de regering dit mandaat heeft uitgevoerd, het Parlement uiteindelijk
zijn eindzegen zal kunnen geven. De wet inzake verkeersveiligheid is
inderdaad niet strenger dan de vorige versie, maar ze is in elk geval
logischer dan de vorige versie. Nu komt het erop aan om deze logica
ook in de uitvoering verder stand te laten houden.

De procureurs-generaal zijn zich reeds aan het voorbereiden om een
nieuwe richtlijn uit te schrijven zodat ook de politie het nodige kan
doen. Het is effectief zo dat wij de afschaffing van de boetezegels
koppelen aan de uitvoering van deze wet. Om heel precies te
antwoorden op de vraag hoe ver het staat met het koninklijk besluit
inzake de afschaffing van boetezegels, kan ik zeggen dat het wellicht
volgende week behandeld wordt door de regering.

Ik kom aan de logica van de strafwet in het algemeen en meer in het
bijzonder aan de opmerkingen die gemaakt werden door diverse
leden inzake de artikelen 419bis en 420bis, met name het tweede
nécessaires car la probabilité
d'appréhender les contrevenants
s'est accrue. Les procédures
actuelles sont suffisamment
opérantes.

Nous avons apporté trois
améliorations. Nous avons
supprimé la tutelle du fédéral sur
les règlements complémentaires
relatifs à la circulation routière. La
procédure prévue pour le retrait du
permis de conduire est à présent
en conformité avec l'avis de la
cour d'Arbitrage. L'intéressé aura
le droit de se défendre dès que
son permis de conduire sera retiré
pour plus de 15 jours. Enfin, les
infractions sont classées.

Aujourd'hui, nous avons ajouté
une disposition prévoyant que le
Parlement doit, in fine, donner son
assentiment, ce qui ne constitue
toujours pas une réponse
suffisante à la critique du Conseil
d'Etat selon laquelle le mandat du
gouvernement n'est pas assez
spécifique. Selon le Conseil, le
gouvernement peut procéder à un
classement sur la base de la
question de savoir si l'infraction est
ou non à l'origine de l'accident,
sans pour autant incorporer tout le
règlement dans la loi. Il est
impossible de définir cette
distinction plus spécifiquement à
moins d'intégrer toute la
réglementation dans la loi ou
d'adapter la logique fondamentale
de la loi telle qu'elle a été conçue
par la commission fédérale de la
circulation.

Les procureurs généraux
élaborent déjà une nouvelle
directive, de sorte que la police
puisse faire le nécessaire. La
suppression des timbres-amendes
sera liée à ce dossier et le
gouvernement examinera ce point
la semaine prochaine.

Il convient aussi de réexaminer la
délinquance routière dans le cadre
de cette loi. Des phénomènes tels
que les rodéos urbains et le délit
de fuite doivent faire l'objet
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
gedeelte van artikelen 419 en 420 van het Strafwetboek. Het is
inderdaad zo dat wij het een en ander best bekijken in het kader van
wat verkeerscriminaliteit is, zodat wij ook kunnen kijken wat er kan
afgesproken worden met de procureurs-generaal inzake
vluchtmisdrijven, inzake straatraces - of streetraces - en ook wat
eventueel moet hersteld worden aan enig gebrek aan logica in het
Strafwetboek in het geheel. Ik ga proberen een volledige nota voor te
leggen aan de commissie om dan te zien wat dit betekent voor de
strafwet in het algemeen. Ik heb daar echter overleg nodig met de
minister van Justitie en met de commissie voor de Justitie. Anderzijds
is het voor vluchtmisdrijven en straatraces zo dat er reeds afspraken
lopende zijn met de procureurs-generaal om te kijken of wij daarop
een specifieke politiek kunnen afstemmen.

Ik kom aan het studieorgaan inzake ongevallen. Het is het zo dat er
een volledige planning klaar is binnen het Belgisch Instituut voor
Verkeersveiligheid en dat er effectief een financieel plaatje aan hangt
waaromtrent overleg bezig is tussen Binnenlandse Zaken, Justitie en
Vervoer om te zien in welke mate wij reeds vanaf 2006 effectief
kunnen starten met een soort van studiecentrum inzake
verkeersongevallen.

Wat betreft de recidives, heb ik aan de wet niets moeten veranderen.
Dat is een punt van uitvoering, een punt van het kunnen beheren van
de nodige gegevens. Als we recidives willen toepassen bij de
verkeersovertreding, moeten we ervoor zorgen dat de politie meteen
beschikt over de gegevens om te kunnen inschatten of iemand in
herhaling valt of niet. Recidives op de rechtbank is gemakkelijk, bij
manier van spreken, want daar zijn reeds voorafgaande
veroordelingen of informatie inzake voorafgaande veroordelingen.
Recidives effectief toepassen in de verkeershandhaving, betekent
evenwel dat we heel vlot over meer specifieke gegevens moeten
beschikken. Het past dus niet van daar een datum op te zetten. Ik kan
alleen zeggen dat wij er alles aan doen om dat databestand opgesteld
te krijgen.

Het Verkeersveiligheidsfonds is behandeld in een afzonderlijk
wetsontwerp waaromtrent de Gewestregeringen nog een bijkomend
advies willen formuleren. Dat betekent inderdaad dat er nog enige tijd
nodig zal zijn om het volledig wettelijk kader te hebben, maar dat mag
ons niet verhinderen om, eenmaal het advies van de
Gewestregeringen binnen is, via informele brief de nodige instructies
reeds mede te delen aan de betrokken politiezones waarvan we
weten dat er een bijkomende zone is, met name de federale
verkeerspolitie.

Dat brengt mij op de vragen over de specialisatie van de politie. Ik
denk niet dat het goed is om de politiestructuren opnieuw anders te
organiseren. Wel is het goed, dankzij de vorige wet en dankzij het
Boetefonds dat nu het Verkeersveiligheidsfonds is, dat alle
politiediensten een bewuste politiek voeren inzake verkeersveiligheid.
d'accords avec les procureurs
généraux, qui seront ensuite
traduits sur le plan politique. Toute
incohérence doit disparaître du
Code pénal. Je fournirai à la
commission une note dans
laquelle l'incidence des accords
conclus avec les procureurs
généraux et la police sur la loi
pénale sera étudiée.

L'Institut belge de la sécurité
routière a préparé un échéancier
complet relatif au futur centre
d'étude des accidents de la route,
y compris son coût. Une
concertation est menée avec les
ministres de l'Intérieur, de la
Justice et du Transport afin de
pouvoir démarrer dès 2006.

En ce qui concerne la récidive, la
loi n'a pas été modifiée. Il convient
seulement de l'appliquer. Tout est
mis en oeuvre pour créer une base
de données complète pour la
police.

Un projet distinct, à propos duquel
les gouvernements régionaux
veulent formuler un avis
supplémentaire, traite du Fonds de
la sécurité routière. Il ne me paraît
pas judicieux de réorganiser les
structures dans le cadre de la
spécialisation de la police. Par
contre, les services de police
doivent mener une politique
délibérée en matière de sécurité
routière.
Je remercie tous les collègues, y compris M. Monfils pour le débat
que nous avons eu et pour le vote d'abstention auquel certains d'entre
vous procéderont. C'est toujours mieux que de voter contre!
Ik dank alle collega's, en in het
bijzonder de heer Monfils, voor het
debat dat we hebben gevoerd en
voor het feit dat sommigen onder u
zich zullen onthouden. Dat is beter
dan tegenstemmen!
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
01.33 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, je suis
profondément touché par l'intérêt que le ministre Landuyt me porte.
Je ne savais pas qu'un petit parlementaire qui intervenait quelques
fois en commission attirait autant l'attention du ministre sur ses idées!

Cela dit, monsieur le ministre, vous avez dit qu'il fallait revoir les
éléments manquant de logique, notamment en matière de hiérarchie
des sanctions. Mais, nous avons essayé de commencer en
commission et c'est vous-même qui avez remis les choses dans le
prescrit de la loi. Lorsque nous avons réussi à faire voter un
amendement pour supprimer les sanctions complémentaires, en cas
d'accident de voiture commis par défaut de précaution, en rencontrant
d'ailleurs les remarques des procureurs généraux, vous n'avez pas
été d'accord et vous avez, par un système absolument magnifique,
qui m'a laissé pantois, remonté chacun à niveau totalement
insupportable. On en arrive à des sanctions qui ne sont plus
proportionnées!

Ce matin encore, je me faisais la réflexion en recevant un périodique
envoyé par un ami politique au sujet des mariages blancs. Je
constatais que, selon l'avant-projet gouvernemental, un mariage forcé
coûterait 500 euros. Si je comprends bien, il est aussi grave de rouler
à du 165km/heure - si le juge est fâché, il vous condamne au
maximum - que de flanquer en l'air la vie d'une jeune fille jusqu'à la fin
de ses jours. C'est ce point que je voudrais voir réexaminé sur
l'ensemble de la hiérarchie des peines.

Cela étant, je ne m'étendrai pas davantage sur le sujet. Ce soir, vous
êtes content: habemus legem. C'est évidemment ce qu'il fallait. Nous
avons une loi. Nous verrons dans les mois à venir comment elle sera
appliquée. J'espère, dans l'intérêt de l'automobiliste et de la sécurité
juridique, que la Cour d'arbitrage, malgré les erreurs qui figurent
encore dans votre texte, n'annulera pas le texte, car il faudra en
recommencer l'étude. Nous nous retrouverons alors dans une
situation d'insécurité juridique considérable, néfaste tant pour les
citoyens que pour la sécurité routière et même pour moi. En effet, je
n'ai pas envie de recommencer, pour la troisième fois, un débat en la
matière.
01.33 Philippe Monfils (MR): Ik
ben bijzonder getroffen door de
blijken van belangstelling van
minister Landuyt.

U stelt terecht dat men het gebrek
aan logica in de hiërarchie van de
straffen diende te herzien. In de
commissie hebben we getracht
hiervan werk te maken, maar uzelf
heeft alles in zijn oorspronkelijke
staat hersteld zodat de straffen
buitensporig uitvallen.

In het belang van de bestuurders
en van de rechtszekerheid hoop ik
dat het Arbitragehof de tekst niet
zal vernietigen. Ik hoop het ook
voor mezelf want ik heb geen zin
om voor de derde keer een debat
over de verkeersveiligheid te
voeren.
01.34 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb nog
een klein vraagje. U stelt dat er geen wetgevend werk is op het vlak
van de recidive. Wij hadden een aantal voorstellen ingediend om de
termijnen van recidive allemaal op drie jaar te brengen, omdat er nu
wat onderscheid is naar gelang van de overtreding. Bent u nog iets
van plan met de termijnen voor de verschillende overtredingen?
01.34 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre a déclaré que
la récidive ne ferait pas l'objet
d'initiatives législatives. Le CD&V
a déposé quelques propositions
pour porter le délai de récidive à
trois ans. Le ministre a-t-il
l'intention d'encore apporter des
modifications?
01.35 Minister Renaat Landuyt: Ik wil benadrukken dat wat we hier
doen, nog maar de kern van de operatie is: de logica in de
verkeerswet in strikte zin binnenbrengen. Ik had ervoor verwittigd niet
al te vlug een paar individuele wijzigingen te doen en niet al te vlug de
inhoud van 419bis te veranderen. We moeten even kijken naar het
geheel van de strafwet. Hetzelfde betreft de recidive en de termijnen.
Ik heb verwittigd om recidive, zware omstandigheden en
verjaringstermijnen voorzichtig te bekijken. Het is een engagement
01.35 Renaat Landuyt, ministre:
Il convient de ne pas apporter de
modifications dans la précipitation.
Prendre en compte la récidive
implique de s'intéresser à la
prescription et à d'éventuelles
circonstances aggravantes. Ces
aspects feront l'objet d'une
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
om te bekijken of daarin de logica kan verbeterd worden.
analyse ultérieure.
01.36 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik heb nog een
kleine vraag en opmerking. De techniek van de goedkeuring van een
koninklijk besluit het binnen het jaar door een wet, is vrij uitzonderlijk.
Het gebeurt niet alle dagen dat wij die gelegenheid krijgen. Zouden
we in het kader van de opwaardering van het Parlement en ook van
het belang dat wij allen moeten hechten aan het verkeersbeleid en het
verkeersveiligheidsbeleid, niet meer naar een systeem moeten of
kunnen gaan waarbij belangrijke koninklijke besluiten die betrekking
hebben op verkeersbeleid en verkeersveiligheidsbeleid, op een soort
vrijwillige basis door de regering zouden onderworpen worden aan
een goedkeuring van het Parlement. Ik denk dat het vrij ongebruikelijk
is, maar wanneer wij zeggen dat we dat beleid zeer hoog in het
vaandel moeten dragen, zou een parlementair draagvlak dat
verkeersveiligheidsbeleid en verkeersbeleid op een geweldige manier
steunen.

Vandaar mijn vraag aan de regering. Kan niet onderzocht worden of
voor belangrijke verkeers-KB's, om het zo uit te drukken, geen
parlementaire goedkeuring zou kunnen worden overwogen?
01.36 Guido De Padt (VLD):
Promulguer une loi en l'espace
d'un an pour approuver un arrêté
royal est exceptionnel. Dans le
cadre de la revalorisation du rôle
du Parlement et de l'intérêt que
nous devons accorder à la
sécurité routière, ne devrions-nous
pas nous orienter vers un système
permettant de soumettre à
l'approbation du Parlement des
arrêtés royaux en matière de
sécurité routière? La politique de
circulation bénéficierait ainsi d'une
assise parlementaire.
01.37 Minister Renaat Landuyt: Ik denk dat in die opmerking eten en
drinken zit. Wij leven in een land waar de rechters alsmaar vaker het
beleid voeren. Het enige tegenwicht tegen het beleid gevoerd door de
rechterlijke macht, is effectief de wetgevende macht, die als
vertegenwoordiger van het volk daar gelukkig nog wat boven staat.

Vergeet niet, wat de verkeerswetgeving betreft, vertrekken wij van de
situatie waar alles bij koninklijk besluit werd bepaald.

Op grond van een artikel waren alle overtredingen beschreven in een
KB.

Wat thans ontstaan is als rechtspraak is ten dele het in vraagstellen of
beperken van hetgeen altijd zo is geweest, waarover geen discussie
bestond en toeliet dat men even vlot als het verkeer verkeersregels
kon invoeren. Bij de bepaling van de categorieën hebben we ervoor
gekozen het Parlement het uiteindelijk te laten bevestigen. Ik weet
niet of dit de meest vlotte manier van werken is. Het is wel de manier
om een bepaalde redenering in de jurisdicties stop te zetten.

De eerste stap was de kritiek van het Arbitragehof dat in algemene
termen zou moeten worden aangeduid welke verkeersovertredingen
zwaarder moeten worden gestraft dan anderen. Eenmaal dit bereikt
was in even specifieke termen als in bepaalde strafwettelijke
omschrijvingen, zoals "rechtstreeks en onrechtstreeks" hetgeen even
specifiek is als "opzettelijk en onopzettelijk" uitte de Raad van State
zijn twijfel of dit wel voldoende specifiek is zoals door het Arbitragehof
gevraagd. Deze twijfel kan maar worden stopgezet door een keuze te
maken: ofwel doet de wetgever alles ofwel ­ hetgeen waarvoor we
thans hebben gekozen om het nog enigszins praktisch te houden ­
buigt de wetgever zich er nadien over om na te gaan of binnen het
mandaat werd gewerkt.

Ik weet niet of het de juiste beweging van een parlement is zich te
moeten herleiden tot de instantie die zich moet bezighouden met
specifieke verkeersregels. Ik weet wel dat we in een land leven waar
01.37 Renaat Landuyt, ministre:
En Belgique, le pouvoir judiciaire
influence de plus en plus la
politique. Autrefois, toutes les
infractions étaient définies par des
arrêtés royaux sur la base d'un
seul article, si bien qu'il était
possible d'introduire facilement de
nouvelles règles. A présent, nous
avons décidé de demander l'aval
du Parlement à propos de la
définition des catégories.

La Cour d'arbitrage a estimé que
nous devions d'abord indiquer
dans des termes généraux quelles
infractions il convenait de
sanctionner plus lourdement. Dès
que les infractions ont été
spécifiées, le Conseil d'État a
encore exprimé quelques doutes.

Je ne pense pas qu'il soit
approprié que le Parlement
s'occupe de la définition de règles
de circulation spécifiques.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
de rechters ons dwingen om bijna alles naar het Parlement te
brengen, inclusief vliegroutes.

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1428/11+15)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1428/11+15)

L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant les lois coordonnées du 16 mars 1968
relative à la police de la circulation routière".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de gecoördineerde wetten
van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer".

Le projet de loi compte 32 articles.
Het wetsontwerp telt 32 artikelen.

Amendements déposés:
Ingediende amendementen:

Art. 1
- 58: Jef Van den Bergh, Roel Deseyn (1428/7)
Art. 7
- 69: Jef Van den Bergh, Roel Deseyn (1428/12)
Art. 30bis à 30undecies (n)
- 34: Jef Van den Bergh, Roel Deseyn (1428/5)
Art. 30duodecies (n)
- 35: Jef Van den Bergh, Roel Deseyn (1428/5)

De heer Van den Bergh heeft vijf amendementen ingetrokken:
- amendement nr. 71 op artikel 9 (1428/12),
- amendement nr. 72 op artikel 10 (1428/12),
- amendement nr. 22 op artikel 15 (1428/5),
- amendement nr. 23 op artikel 16 (1428/5),
- en amendement nr. 24 op artikel 17 (1428/5).
Bevestigt u dit, mijnheer Van den Bergh?
01.38 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik wil dat zeker bevestigen,
voorzitter. De reden daarvoor is dat de amendementen 22, 23 en 24
zonder voorwerp zijn geworden na het ondertekenen van het
amendement De Padt en dat de amendementen 71 en 72 reeds
werden goedgekeurd in de commissie daarstraks. Ik wil daarenboven
nog vijf of zes andere amendementen intrekken op basis van de
engagementen die de minister ten aanzien van ons heeft genomen.
Sommigen raden mij af de minister op zijn woord te geloven. Ik ben
nog jong en naïef en wil dat toch doen. Daarom stel ik voor om
amendementen nr. 7 tot invoeging van een artikel 3bis (1428/5), nr.
10 bij artikel 7 (1428/5), nr. 12 bij artikel 8 (1428/5), nr. 70 dat een
nieuw artikel 8bis invoert (1428/12), nr. 31 bij artikel 24 (1428/5) en
nr. 32 bij artikel 24bis (1428/5), ook een nieuw artikel, in te trekken.
01.38 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les amendements 22, 23
et 24 ont déjà été retirés étant
donné qu'ils sont sans objet après
la signature de l'amendement de
M. De Padt. Les amendements 71
et 72 ont été approuvés en
commission.

Je retire également quelques
amendements, compte tenu des
engagements pris par le ministre.
Il s'agit de l'amendement 7 à
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
l'article 3bis, de l'amendement 10
à l'article 7, de l'amendement 12 à
l'article 8, de l'amendement 70 au
nouvel article 8bis, de
l'amendement 31 à l'article 24 et
de l'amendement 32 au nouvel
article 24bis.
De voorzitter: Waarvan akte.
01.39 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, zou u zo vriendelijk willen zijn om bij de artikelsgewijze
bespreking nog eens te herhalen welke amendementen werden
ingetrokken.
De voorzitter: We zullen dat nu zien, artikel per artikel.

Ce projet est compliqué. Nous allons essayer d'assembler tout cela.

A l'article 1er, nous avons un amendement n° 58 déposé par MM. Van den Bergh et Deseyn. Nous
réservons donc cet article et l'amendement pour le vote qui aura lieu dans quelques instants.
Aucun amendement n'a été déposé concernant les articles 2 et 3. Pas d'observation? Les articles sont
adoptés.

Nous avions un amendement n° 7 de MM. Van den Bergh et Deseyn, tendant à insérer un article 3bis. Il est
retiré.

Concernant les articles 4, 5 et 6, aucun amendement n'a été déposé. Pas d'observation?

- Les articles 4 à 6 sont adoptés article par article.

A l'article 7, nous avons le nouveau texte tel qu'il a été adopté par la commission. Il reste un amendement
n° 69. Nous voterons tout à l'heure sur cet amendement et sur l'article 7.

A l'article 8, les amendements n° 10 et n° 12 sont retirés. Pas d'observation? L'article 8 est adopté.

Un amendement n°70 tendant à insérer un article 8bis a été retiré.

- Le nouvel article 9 est adopté.

A l'article 10, un nouveau texte a été adopté par la commission. L'amendement qui avait été déposé a été
retiré. L'article 10 est adopté.

- Les articles 11 à 14 sont adoptés article par article.

L'amendement de M. Van den Bergh déposé à l'article 15 a été retiré. L'article 15 est adopté.

A l'article 16, un nouveau texte a été adopté par la commission. L'amendement de M. Van den Bergh a été
retiré. L'article 16 est adopté.

Un amendement déposé à l'article 17 a été retiré. L'article 17 est adopté.

- Les articles 18 à 23 sont adoptés article par article.

L'amendement de M. Van den Bergh déposé à l'article 24 a été retiré.

L'amendement n° 30 de M. Van den Bergh, qui visait à insérer un article 24bis, est également retiré.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
S'il n'y a pas d'autre observation sur l'article 24, je considère qu'il est adopté.

Il n'y a pas d'amendement aux articles 25, 26, 27, 28, 29 et 30.
Pas d'observation? Ils sont adoptés article par article.

Il reste l'amendement n° 34 de MM. Van den Bergh et Deseyn.
Cet amendement vise à insérer des articles 30bis à 30undecies.

L'amendement n° 35 de MM. Van den Bergh, Deseyn et Verherstraeten vise à insérer un
article 30duodecies.
Le vote sur ces amendements est réservé.

Il n'y a pas d'amendement aux articles 31 et 32. Pas d'observation? Ils sont donc adoptés.

Les articles 2 à 6, 8 à 32 sont adoptés article par article.
De artikelen 2 tot 6, 8 tot 32 worden artikel per artikel aangenomen.

Le vote sur les amendements et les autres articles est réservé.
De stemming over de amendementen en de overige artikelen wordt aangehouden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
02 Prise en considération de propositions
02 Inoverwegingneming van voorstellen

L'ordre du jour appelle la prise en considération d'une série de propositions dont la liste est reprise en
annexe.
Aan de orde is de inoverwegingneming van een reeks voorstellen waarvan de lijst als bijlage gaat.

Pas d'observation? (Non) La prise en considération est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) De inoverwegingneming is aangenomen.

Je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de résolution de M. Dirk Van der Maelen et Mmes Magda De Meyer et Maya Detiège
relative à l'organisation par la Cour des comptes d'une enquête sur la gestion et le contrôle de l'INAMI et du
SPF Santé publique en ce qui concerne le financement hospitalier (n° 1890/1).
Elle est renvoyée à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société;
- la proposition de loi de M. André Frédéric, Mme Anne-Marie Baeke, M. Yvan Mayeur, Mme Dalila Douifi,
M. Eric Massin, Mmes Karine Jiroflée et Véronique Ghenne et MM. Guy Swennen, Thierry Giet et Dirk Van
der Maelen visant à objectiver et contrôler les loyers des logements, à mieux garantir le maintien dans le
logement et à instituer des commissions des baux (n° 1899/1).
- la proposition de loi de Mme Karine Lalieux et consorts interprétative de l'article 29, § 3, alinéa 2, de la loi
du 5 août 2003 relative aux violations graves du droit international humanitaire (n° 1900/1).
- la proposition de loi de Mme Nahima Lanjri modifiant le Code pénal en vue de renforcer la lutte contre les
pratiques des marchands de sommeil (n° 1901/1).
Elles sont renvoyées à la commission de la Justice.

Ik stel u ook voor in overweging te nemen:
- het voorstel van resolutie van de heer Dirk Van der Maelen en de dames Magda De Meyer en Maya
Detiège teneinde het Rekenhof te belasten met een onderzoek naar het beheer en de controle van het
RIZIV en de FOD Volksgezondheid inzake de ziekenhuisfinanciering (nr. 1890/1).
Het wordt aanhangig gemaakt bij de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing;
- het wetsvoorstel (de heer André Frédéric, mevrouw Anne-Marie Baeke, de heer Yvan Mayeur, mevrouw
Dalila Douifi, de heer Eric Massin, de dames Karine Jiroflée en Véronique Ghenne en de heren Guy
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
Swennen, Thierry Giet en Dirk Van der Maelen) tot objectivering van en controle op de huurprijzen van
woningen, tot betere waarborging van de huurbescherming van de huurders en tot oprichting van
commissies voor huurovereenkomsten, nr. 1899/1.
- het wetsvoorstel van mevrouw Karine Lalieux c.s. tot interpretatie van artikel 29, § 3, tweede lid, van de
wet van 5 augustus 2003 betreffende ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht
(nr. 1900/1).
- het wetsvoorstel van mevrouw Nahima Lanjri tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op de
versterking van de strijd tegen de praktijken van huisjesmelkers (nr. 1901/1).
Ze worden aanhangig gemaakt bij de commissie voor de Justitie.

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Votes nominatifs
Naamstemmingen
03 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Liesbeth Van der Auwera over "de
achterstallen van 1988 inzake onderwijs" (nr. 609)
03 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Liesbeth Van der Auwera sur "les
arriérés de 1988 concernant l'enseignement" (n° 609)

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw van 21 juni 2005.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et
de l'Agriculture du 21 juin 2005.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 609/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Liesbeth Van der Auwera;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Patrick Lansens.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
609/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Liesbeth Van der Auwera;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Patrick Lansens.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1)
Ja
76
Oui
Nee
33
Non
Onthoudingen
4
Abstentions
Totaal
113
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
03.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, j'ai pairé avec M.
André Frédéric.
03.01 Joseph Arens (cdH): Ik
heb een stemafspraak met de
heer André Frédéric.
03.02 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, j'ai pairé avec M.
Yvan Mayeur.
03.02 Benoît Drèze (cdH): Ik heb
een stemafspraak met de heer
Yvan Mayeur.
03.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
stemafspraak met de heer Geert Lambert.
03.03 Patrick De Groote (N-VA):
J'ai pairé avec M. Geert Lambert.
03.04 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
stemafspraak met de heer Guy Hove.
03.04 Paul Tant (CD&V): J'ai
pairé avec M. Guy Hove.
04 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Francis Van den Eynde over "het
bestaan van bendes van Brusselse boefjes die dermate ongemoeid gelaten worden dat zij hun
wandaden op een weblog tentoonspreiden" (nr. 616)
04 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Francis Van den Eynde sur "l'existence
de bandes de voyous bruxellois qui jouissent d'une telle impunité qu'elles font étalage de leurs
méfaits sur un weblog" (n° 616)

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse
Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 22 juni 2005.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique du 22 juin 2005.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 616/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Francis Van den Eynde en Guido Tastenhoye;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren François Bellot, Guido De Padt en Jean-Claude
Maene.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
616/1):
- une motion de recommandation a été déposée par MM. Francis Van den Eynde et Guido Tastenhoye;
- une motion pure et simple a été déposée par MM. François Bellot, Guido De Padt et Jean-Claude Maene.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2)
Ja
78
Oui
Nee
33
Non
Onthoudingen
7
Abstentions
Totaal
118
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
04.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik heb "ja"
gestemd.
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
05 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Luc Sevenhans over "de verkoop van
de home van het NIOOO te Ukkel" (nr. 608)
05 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Luc Sevenhans sur "la vente de la
maison de repos de l'INIG à Uccle" (n° 608)

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Landsverdediging
van 22 juni 2005.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Défense nationale du
22 juin 2005.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 608/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Luc Sevenhans en Staf Neel;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Talbia Belhouari en Ingrid Meeus en de heren
Robert Denis, David Geerts en Alain Mathot.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
608/1):
- une motion de recommandation a été déposée par MM. Luc Sevenhans et Staf Neel;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Talbia Belhouari et Ingrid Meeus et MM. Robert
Denis, David Geerts et Alain Mathot.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3)
Ja
79
Oui
Nee
36
Non
Onthoudingen
4
Abstentions
Totaal
119
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
06 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Pieter De Crem over "de
ontslagvergoeding voor de oud administrateur-generaal van het NIOOO" (nr. 617)
06 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Pieter De Crem sur "l'indemnité de
licenciement due à l'ancien administrateur général de l'INIG" (n° 617)

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Landsverdediging
van 22 juni 2005.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Défense nationale du
22 juin 2005.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 617/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Pieter De Crem;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Talbia Belhouari en Ingrid Meeus en de heren
David Geerts en Alain Mathot.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
617/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Pieter De Crem;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Talbia Belhouari et Ingrid Meeus et MM. David Geerts
et Alain Mathot.
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4)
Ja
80
Oui
Nee
36
Non
Onthoudingen
4
Abstentions
Totaal
120
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
07 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Luc Sevenhans over "het programma "MLU Houwitsers 155 mm M109"" (nr. 623)
- de heer Theo Kelchtermans over "de modernisering en het verkopen van de houwitzers" (nr. 627)
07 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Luc Sevenhans sur "le programme "MLU Houwitsers 155 mm M109"" (n° 623)
- M. Theo Kelchtermans sur "la modernisation et la vente des obusiers" (n° 627)

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Landsverdediging
van 22 juni 2005.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Défense nationale du
22 juin 2005.

Drie moties werden ingediend (MOT nr. 623/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Luc Sevenhans en Staf Neel;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Theo Kelchtermans;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Talbia Belhouari en Ingrid Meeus en de heren
David Geerts en Alain Mathot.
Trois motions ont été déposées (MOT n
°
623/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par MM. Luc Sevenhans et Staf Neel;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Theo Kelchtermans;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Talbia Belhouari et Ingrid Meeus et MM. David Geerts
et Alain Mathot.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.




CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
(Stemming/vote 5)
Ja
79
Oui
Nee
36
Non
Onthoudingen
5
Abstentions
Totaal
120
Total

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
08 Wetsontwerp tot omzetting van verschillende bepalingen van de richtlijn financiële diensten op
afstand en van de richtlijn privacy en elektronische communicatie (1776/5)
08 Projet de loi visant à transposer certaines dispositions de la directive services financiers à distance
et de la directive vie privée et communications électroniques (1776/5)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6)
Ja
121
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
0
Abstentions
Totaal
121
Total

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp unaniem aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden.
(1776/6)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi à l'unanimité. Le projet sera transmis au Sénat.
(1776/6)
09 Proposition de résolution relative au respect du droit international par Israël et l'Autorité
palestinienne et visant à encourager les deux parties dans leurs efforts de paix (nouvel intitulé)
(1517/7)
09 Voorstel van resolutie betreffende de inachtneming van het internationaal recht door Israël en de
Palestijnse Autoriteit en ertoe strekkend de beide partijen te steunen in hun vredesinspanningen
(nieuw opschrift) (1517/7)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7)
Ja
95
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
25
Abstentions
Totaal
120
Total

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au
gouvernement. (1517/8)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
gebracht. (1517/8)
10 Proposition de résolution relative au soutien belge à la période de transition et à l'organisation
d'élections libres, démocratiques et transparentes au Congo (1840/3)
10 Voorstel van resolutie betreffende de Belgische ondersteuning van de transitieperiode en de
organisatie van vrije, democratische en transparante verkiezingen in Congo (1840/3)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8)
Ja
107
Oui
Nee
14
Non
Onthoudingen
0
Abstentions
Totaal
121
Total

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au
gouvernement. (1840/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden
gebracht. (1840/4)
11 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp tot wijziging van de
gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (nieuw opschrift)
(1428/1-15)
11 Amendements et articles réservés du projet de loi modifiant les lois coordonnées du 16 mars 1968
relative à la police de la circulation routière (nouvel intitulé) (1428/1-15)

Stemming over amendement nr. 58 van Jef Van den Bergh cs op artikel 1.(1428/7)
Vote sur l'amendement n° 58 de Jef Van den Bergh cs à l'article 1.(1428/7)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9)
Ja
33
Oui
Nee
82
Non
Onthoudingen
4
Abstentions
Totaal
119
Total
11.01 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, j'ai voté contre.
Mon doigt a glissé. J'ai été gêné par le ministre.
11.01 Philippe Monfils (MR): Ik
heb tegen willen stemmen.
Le président: Le ministre vous a perturbé.

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 1 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 1 est adopté.

Stemming over amendement nr. 69 van Jef Van den Bergh cs op artikel 7.(1428/12)
Vote sur l'amendement n° 69 de Jef Van den Bergh cs à l'article 7.(1428/12)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

(Stemming/vote 9)

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 7 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 7 est adopté.

Stemming over amendement nr. 34 van Jef Van den Bergh cs tot invoeging van artikelen 30bis tot
30undecies (n).(1428/5)
Vote sur l'amendement n° 34 de Jef Van den Bergh cs tendant à insérer les articles 30bis à 30undecies
(n).(1428/5)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

(Stemming/vote 9)

Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.

Stemming over amendement nr. 35 van Jef Van den Bergh cs tot invoeging van een artikel 30duodecies
(n).(1428/5)
Vote sur l'amendement n° 35 de Jef Van den Bergh cs tendant à insérer un article 30duodecies
(n).(1428/5)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10)
Ja
20
Oui
Nee
84
Non
Onthoudingen
17
Abstentions
Totaal
121
Total

Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
12 Geheel van het wetsontwerp tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968
betreffende de politie over het wegverkeer (nieuw opschrift) (1428/11 + 15)
12 Ensemble du projet de loi modifiant les lois coordonnées du 16 mars 1968 relative à la police de la
circulation routière (nouvel intitulé) (1428/11 + 15)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11)
Ja
77
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
44
Abstentions
Totaal
121
Total
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1428/16)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (1428/16)
13 Adoption de l'agenda
13 Goedkeuring van de agenda

Nous devons nous prononcer sur le projet d'ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

Au menu, nous avons:
- un projet de loi portant des dispositions diverses,
- un projet de loi modifiant l'assurance contre les catastrophes naturelles,
- des projets de loi relatifs à l'information précontractuelle dans le cadre d'accords de partenariat
commercial,
- un projet de loi relatif aux pensions des travailleurs indépendants,
- un projet de loi relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants,
- un projet de loi modifiant une loi de 1999 relative à la Coopération internationale belge en ce qui concerne
l'attention aux droits de l'enfant,
- un projet de loi portant des mesures d'accompagnement en ce qui concerne l'institution d'un groupe
spécial de négociation et de procédures relatives à l'implication des travailleurs au sein de la Société
européenne,
- un projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte
professionnel,
- un projet de loi visant à compléter la protection pénale des mineurs,
- un projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et la
Serbie-Monténégro,
- un projet de loi portant assentiment aux Actes internationaux suivants: Accord international sur l'Escaut et
sur la Meuse,
- un projet de loi portant assentiment au protocole établi sur la base de l'article 43 de la Convention portant
création d'un Office européen de police,
- un projet de loi portant assentiment à la Convention portant création d'un institut international des
ressources phytogénétiques
- et, enfin, un projet de loi portant assentiment et exécution du protocole 2003 à la Convention
internationale de 1992 portant création d'un Fonds international d'indemnisation pour les dommages dus à
la pollution par les hydrocarbures.
(Applaudissements)
(Applaus)

Pas d'observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 22.09 uur. Volgende vergadering donderdag 7 juli 2005 om 14.15 uur.
La séance est levée à 22.09 heures. Prochaine séance le jeudi le 7 juillet 2005 à 14.15 heures.


CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
ANNEXE
BIJLAGE
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
JEUDI 30 JUIN 2005
DONDERDAG 30 JUNI 2005
DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

Naamstemming - Vote nominatif: 001

Ja
076
Oui


Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Borginon, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli,
Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, Delizée,
De Meyer, Denis, Déom, De Padt, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis, Geerts, Ghenne, Giet,
Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lansens, Lejeune,
Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel,
Monfils, Muls, Pécriaux, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tommelein,
T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van
Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick

Nee
033
Non


Annemans, Bogaert, Bultinck, Cocriamont, Creyf, De Man, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt,
Gerkens, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Nagy, Neel, Nollet, Pieters,
Schoofs, Schryvers, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Parys, Van
Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wiaux

Onthoudingen
004
Abstentions


Arens, De Groote, Drèze, Tant




Naamstemming - Vote nominatif: 002

Ja
078
Oui


Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André,
Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De
Coene, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis,
Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Marie-
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
Claire, Lansens, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin,
Mathot, Meeus, Michel, Monfils, Muls, Pécriaux, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen,
Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool,
Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick

Nee
033
Non


Annemans, Bogaert, Bultinck, Caslo, Cocriamont, Creyf, De Man, Depoortere, Deseyn, Devlies,
D'haeseleer, D'hondt, Genot, Gerkens, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Nagy,
Neel, Nollet, Pieters, Schoofs, Schryvers, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen,
Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten

Onthoudingen
007
Abstentions


Arens, De Groote, Drèze, Lavaux, Tant, Viseur, Wiaux




Naamstemming - Vote nominatif: 003

Ja
079
Oui


Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André,
Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De
Coene, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis,
Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Marie-
Claire, Lansens, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin,
Mathot, Meeus, Michel, Monfils, Muls, Pécriaux, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen,
Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool,
Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick

Nee
036
Non


Annemans, Bogaert, Bultinck, Caslo, Cocriamont, Creyf, De Man, Depoortere, Deseyn, Devlies,
D'haeseleer, D'hondt, Genot, Gerkens, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux,
Nagy, Neel, Nollet, Pieters, Schoofs, Schryvers, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde,
Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wiaux

Onthoudingen
004
Abstentions


Arens, De Groote, Drèze, Tant


CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65

Naamstemming - Vote nominatif: 004

Ja
080
Oui


Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André,
Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De
Coene, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi,
Ducarme Denis, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux,
Lambert Marie-Claire, Lansens, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem,
Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Monfils, Muls, Pécriaux, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer,
Storms, Swennen, Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der
Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick

Nee
036
Non


Annemans, Bogaert, Bultinck, Caslo, Cocriamont, Creyf, De Man, Depoortere, Deseyn, Devlies,
D'haeseleer, D'hondt, Genot, Gerkens, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux,
Nagy, Neel, Nollet, Pieters, Schoofs, Schryvers, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde,
Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wiaux

Onthoudingen
004
Abstentions


Arens, De Groote, Drèze, Tant




Naamstemming - Vote nominatif: 005

Ja
079
Oui


Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André,
Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De
Coene, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi,
Ducarme Denis, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux,
Lambert Marie-Claire, Lansens, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem,
Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Monfils, Pécriaux, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer,
Storms, Swennen, Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der
Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick

Nee
036
Non


Annemans, Bogaert, Bultinck, Caslo, Cocriamont, Creyf, De Man, Depoortere, Deseyn, Devlies,
D'haeseleer, D'hondt, Genot, Gerkens, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux,
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
Nagy, Neel, Nollet, Pieters, Schoofs, Schryvers, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde,
Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wiaux

Onthoudingen
005
Abstentions


Arens, De Groote, Drèze, Muls, Tant




Naamstemming - Vote nominatif: 006

Ja
121
Oui


Annemans, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Bogaert, Bonte, Borginon,
Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Caslo, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde,
Cocriamont, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Groote, Delizée,
De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies,
D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne,
Giet, Goris, Govaerts, Goyvaerts, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-
Battheu, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lansens, Lavaux, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene,
Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Muls,
Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schoofs, Schryvers, Storms,
Swennen, Taelman, Tant, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den
Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van
Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Vautmans, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick,
Viseur, Wiaux

Nee
000
Non


Onthoudingen
000
Abstentions




Naamstemming - Vote nominatif: 007

Ja
095
Oui


Arens, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Bogaert, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-
André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Courtois, Creyf, Daems, De Bue, De
Coene, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, Deseyn, Detiège, Devlies, D'hondt, Dierickx, Dieu,
Douifi, Drèze, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Kelchtermans,
Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lansens, Lavaux, Lejeune, Libert, Maene,
Maingain, Malmendier, Marghem, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Milquet, Muls, Nagy, Nollet, Pécriaux,
Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schryvers, Storms, Swennen, Tant, Tommelein, T'Sijen,
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
Turtelboom, Van Biesen, Van den Bergh, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van
Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Vautmans, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick,
Viseur, Wiaux

Nee
000
Non


Onthoudingen
025
Abstentions


Annemans, Avontroodt, Bultinck, Caslo, Cocriamont, Cortois, De Block, De Man, De Padt, De Permentier,
Depoortere, D'haeseleer, Ducarme Denis, Goris, Govaerts, Goyvaerts, Laeremans, Lenssen, Marinower,
Monfils, Neel, Schoofs, Van Campenhout, Van den Broeck, Van den Eynde




Naamstemming - Vote nominatif: 008

Ja
107
Oui


Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Bogaert, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Creyf,
Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De
Permentier, Deseyn, Detiège, Devlies, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Geerts,
Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Kelchtermans, Lahaye-Battheu,
Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lansens, Lavaux, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain,
Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Milquet, Monfils, Muls, Nagy, Nollet,
Pécriaux, Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schryvers, Storms, Swennen, Taelman, Tant,
Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den Bergh, Van der Maelen,
Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Vautmans,
Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur, Wiaux

Nee
014
Non


Annemans, Bultinck, Caslo, Cocriamont, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Govaerts, Goyvaerts,
Laeremans, Neel, Schoofs, Van den Broeck, Van den Eynde
Onthoudingen
000
Abstentions




Naamstemming - Vote nominatif: 009

Ja
033
Oui

30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
Annemans, Bogaert, Bultinck, Caslo, Cocriamont, Creyf, De Man, Depoortere, Deseyn, Devlies,
D'haeseleer, D'hondt, Govaerts, Goyvaerts, Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Neel,
Pieters, Schoofs, Schryvers, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Parys,
Van Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wiaux

Nee
082
Non


Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André,
Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Bue, De Coene,
Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis,
Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux,
Lambert Marie-Claire, Lansens, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem,
Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Muls, Nagy, Nollet, Pécriaux, Perpète, Pinxten, Roppe,
Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout,
Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick

Onthoudingen
004
Abstentions


Arens, De Groote, Drèze, Tant




Naamstemming - Vote nominatif: 010

Ja
020
Oui


Bogaert, Cocriamont, Creyf, Deseyn, Devlies, D'hondt, Kelchtermans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Pieters,
Schryvers, Van den Bergh, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten, Viseur,
Wiaux

Nee
084
Non


Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André,
Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De
Coene, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi,
Ducarme Denis, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Lahaye-
Battheu, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lansens, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier,
Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Meeus, Michel, Monfils, Muls, Nagy, Nollet, Pécriaux, Perpète,
Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van
Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert,
Versnick

Onthoudingen
017
Abstentions

CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
Annemans, Arens, Bultinck, Caslo, De Groote, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Drèze, Govaerts,
Goyvaerts, Laeremans, Neel, Schoofs, Tant, Van den Broeck, Van den Eynde




Naamstemming - Vote nominatif: 011

Ja
077
Oui


Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André,
Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes Hilde, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Coene,
Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis,
Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Hasquin, Henry, Jiroflée, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Marie-
Claire, Lansens, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin,
Mathot, Meeus, Michel, Muls, Pécriaux, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman,
Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van
Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick

Nee
000
Non


Onthoudingen
044
Abstentions


Annemans, Arens, Bellot, Bogaert, Bultinck, Caslo, Cocriamont, Creyf, De Bue, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Govaerts, Goyvaerts,
Kelchtermans, Laeremans, Lanjri, Lavaux, Milquet, Monfils, Nagy, Neel, Nollet, Pieters, Schoofs,
Schryvers, Tant, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy,
Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wiaux



CHAMBRE
KAMER
P
ROPOSITIONS
V
OORSTELLEN
Prise en considération
Inoverwegingneming
1. Proposition de résolution (Mmes Annemie
Turtelboom, Martine Taelman et Yolande
Avontroodt) relative à la mise en oeuvre d'une
coopération efficace entre les communautés et
l'Etat fédéral en ce qui concerne la lutte contre la
maltraitance des enfants (n° 1862/1).
1. Voorstel van resolutie (de dames Annemie
Turtelboom, Martine Taelman en Yolande
Avontroodt) voor een doeltreffende samenwerking
tussen de gemeenschappen en de federale
overheid betreffende de aanpak van
kindermishandeling (nr. 1862/1).
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
2. Proposition de loi spéciale (MM. Gerolf
Annemans et Guido Tastenhoye) modifiant la loi
spéciale du 8 août 1980 de réformes
institutionnelles en vue de permettre la tenue
d'élections anticipées pour les parlements des
2. Voorstel van bijzondere wet (de heren Gerolf
Annemans en Guido Tastenhoye) tot wijziging van
de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen met het oog op het
mogelijk maken van vervroegde verkiezingen voor
30/06/2005
CRIV 51
PLEN 151
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
entités fédérées (n° 1863/1).
deelstaatparlementen (nr. 1863/1).
Renvoi à la commission de Révision de la
Constitution et de la Réforme des Institutions
Verzonden naar de commissie voor de Herziening
van de Grondwet en de Hervorming van de
Instellingen
3. Proposition de loi (Mme Hilde Dierickx) modifiant
la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics
d'aide sociale en vue de la récupération des frais en
cas de déclaration volontairement inexacte ou
incomplète (n° 1864/1).
3. Wetsvoorstel (mevrouw Hilde Dierickx) tot
wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976
betreffende de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn met het oog op de
terugvordering van kosten in geval van vrijwillig
onjuiste of onvolledige aangifte (nr. 1864/1).
Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing
4. Proposition de loi (MM. Servais Verherstraeten et
Dirk Claes et Mme Katrien Schryvers) modifiant la
loi du 22 mars 1995 instaurant des médiateurs
fédéraux, afin d'assurer une protection légale aux
fonctionnaires qui dénoncent des irrégularités
(n° 1873/1).
4. Wetsvoorstel (de heren Servais Verherstraeten
en Dirk Claes en mevrouw Katrien Schryvers) tot
wijziging van de wet van 22 maart 1995 tot instelling
van federale ombudsmannen teneinde een
wettelijke bescherming te bieden aan ambtenaren
die onregelmatigheden melden (nr. 1873/1).
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
5. Proposition de loi (Mme Joëlle Milquet et MM.
Benoît Drèze et Jean-Jacques Viseur) modifiant, en
matière de cumuls, différentes dispositions relatives
à la pension de retraite et de survie des travailleurs
salariés et indépendants et instaurant la variabilité
du montant de la pension de survie en fonction des
revenus professionnels (n° 1874/1).
5. Wetsvoorstel (mevrouw Joëlle Milquet en de
heren Benoît Drèze en Jean-Jacques Viseur) tot
wijziging, wat cumulatie betreft, van diverse
bepalingen betreffende het rust- en
overlevingspensioen voor werknemers en
zelfstandigen alsmede tot instelling van een variabel
overlevingspensioenbedrag naar gelang van de
beroepsinkomsten (nr. 1874/1).
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
6. Proposition de loi (Mme Greet van Gool)
supprimant, dans le chef des bénéficiaires d'une
pension de retraite et/ou de survie et de leur
employeur, l'obligation de déclarer l'exercice d'une
activité professionnelle (n° 1875/1).
6. Wetsvoorstel (mevrouw Greet van Gool) tot
afschaffing van de verplichte aangifte van
beroepsbezigheid door gerechtigden op een rust-
en/of overlevingspensioen en door hun werkgever
(nr. 1875/1).
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
7. Proposition de loi (M. Georges Lenssen et Mme
Annemie Turtelboom) supprimant les cotisations de
sécurité sociale sur les heures supplémentaires et
réduisant l'imposition des heures supplémentaires
(n° 1876/1).
7. Wetsvoorstel (de heer Georges Lenssen en
mevrouw Annemie Turtelboom) tot afschaffing van
de sociale zekerheidsbijdragen op overuren en tot
vermindering van de inkomstenbelasting op
overuren (nr. 1876/1).
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
8. Proposition de résolution (M. Dirk Van der
Maelen et Mmes Magda De Meyer et Maya
Detiège) relative à l'organisation par la cour des
comptes d'une enquête sur la gestion et le contrôle
de l'INAMI et du SPF Santé publique en ce qui
concerne le financement hospitalier (n° 1890/1).
8. Voorstel van resolutie (de heer Dirk Van der
Maelen en de dames Magda De Meyer en Maya
Detiège) teneinde het Rekenhof te belasten met
een onderzoek naar het beheer en de controle van
het RIZIV en de FOD Volksgezondheid inzake de
ziekenhuisfinanciering (nr. 1890/1).
Renvoi à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société
Verzonden naar de
commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing
CRIV 51
PLEN 151
30/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
9. Proposition de loi (M. André Frédéric, Mme Anne-
Marie Baeke, M. Yvan Mayeur, Mme Dalila Douifi,
M. Eric Massin, Mmes Karine Jiroflée et Véronique
Ghenne et MM. Guy Swennen, Thierry Giet et Dirk
Van der Maelen) visant à objectiver et contrôler les
loyers des logements, à mieux garantir le maintien
dans le logement et à instituer des commissions
des baux (n° 1899/1).
9. Wetsvoorstel (de heer André Frédéric, mevrouw
Anne-Marie Baeke, de heer Yvan Mayeur, mevrouw
Dalila Douifi, de heer Eric Massin, de dames Karine
Jiroflée en Véronique Ghenne en de heren Guy
Swennen, Thierry Giet en Dirk Van der Maelen) tot
objectivering van en controle op de huurprijzen van
woningen, tot betere waarborging van de
huurbescherming van de huurders en tot oprichting
van Commissies voor huurovereenkomsten
(nr. 1899/1).
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
10. Proposition de loi (Mme Karine Lalieux et
consorts) interprétative de l'article 29, §3, alinéa 2,
de la loi du 5 août 2003 relative aux violations
graves du droit international humanitaire
(n° 1900/1).
10. Wetsvoorstel (mevrouw Karine Lalieux c.s.) tot
interpretatie van artikel 29, §3, tweede lid, van de
wet van 5 augustus 2003 betreffende ernstige
schendingen van het internationaal humanitair recht
(nr. 1900/1).
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
11. Proposition de loi (Mme Nahima Lanjri)
modifiant le Code pénal en vue de renforcer la lutte
contre les pratiques des marchands de sommeil
(n° 1901/1).
11. Wetsvoorstel (mevrouw Nahima Lanjri) tot
wijziging van het Strafwetboek met het oog op de
versterking van de strijd tegen de praktijken van
huisjesmelkers (nr. 1901/1).
Renvoi à la commission de la Justice
Verzonden naar de commissie voor de Justitie