CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 226
CRIV 51 PLEN 226
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
mercredi
woensdag
12-07-2006
12-07-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
Pétitions
1
Verzoekschriften
1
Agenda
1
Agenda
1
PROJETS ET PROPOSITIONS
2
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
2
Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980
sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement
et l'éloignement des étrangers (2478/1-9)
2
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen (2478/1-9)
2
- Proposition de loi modifiant la loi du
15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers et la loi du 2 avril 1965 relative à la
prise en charge des secours accordés par les
centres publics d'aide sociale, en ce qui concerne
l'établissement obligatoire des étrangers dans la
commune d'inscription (705/1-3)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen en van de wet
van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen
van de steun verleend door de openbare centra
voor maatschappelijk welzijn wat betreft de
verplichte vestiging van vreemdelingen in de
gemeente van inschrijving (705/1-3)
2
- Proposition de loi modifiant la loi du
15 décembre 1980 relative aux étrangers, en vue
de réformer la procédure d'octroi du statut de
réfugié et de créer un statut de protection
temporaire (1097/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van de
vreemdelingenwet van 15 december 1980
strekkende om de procedure tot erkenning van de
status van vluchteling te hervormen en een status
van tijdelijke bescherming tot stand te brengen
(1097/1-2)
3
- Proposition de loi insérant un article 10ter dans
la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au
territoire, le séjour, l'établissement et
l'éloignement des étrangers et complétant
l'article 628 du Code judiciaire, en vue de
suppléer, dans le cadre de la procédure de
regroupement familial, à l'impossibilité de se
procurer un acte de l'état civil (1512/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 10ter
in de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
en tot aanvulling van artikel 628 van het
Gerechtelijk Wetboek, teneinde er in het kader
van de gezinshereniging voor te zorgen dat het
niet langer onmogelijk is een akte van de
burgerlijke stand te verkrijgen (1512/1-2)
3
- Proposition de loi modifiant la loi du
15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers, en ce qui concerne les conditions
relatives au regroupement familial (1529/1-3)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen, wat de
voorwaarden voor gezinsvereniging betreft
(1529/1-3)
3
- Proposition de résolution relative à la mise en
oeuvre accélérée de la directive 2003/86/CE du
22 septembre 2003 en vue de durcir la
réglementation relative au droit au regroupement
familial (1668/1-2)
2
- Voorstel van resolutie tot versnelde
implementatie van richtlijn 2003/86/EG van
22 september 2003 met het oog op het
verstrengen van de regelgeving inzake het recht
op gezinshereniging (1668/1-2)
3
- Proposition de loi modifiant la loi du
15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers en vue du durcissement des conditions
relatives au regroupement familial (1729/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf en de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen teneinde de
voorwaarden inzake gezinshereniging te
verstrengen (1729/1-2)
3
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
- Proposition de loi modifiant la loi relative aux
étrangers, concernant la procédure de
reconnaissance du statut de réfugié (1756/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van de
Vreemdelingenwet, wat betreft de procedure tot
erkenning van de status van vluchteling (1756/1-
2)
3
- Proposition de loi créant une commission
permanente de régularisation de séjour de
certaines catégories d'étrangers séjournant sur le
territoire du Royaume (2338/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot oprichting van een Vaste
Commissie voor regularisatie van het verblijf van
bepaalde categorieën van vreemdelingen
verblijvend op het grondgebied van het Rijk
(2338/1-2)
3
- Projet de loi réformant le Conseil d'État et créant
un Conseil du Contentieux des Étrangers (2479/1-
12)
2
- Wetsontwerp tot hervorming van de Raad van
State en tot oprichting van een Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen (2479/1-12)
3
- Proposition de loi visant à modifier l'article 71,
alinéa 2, de la loi du 15 décembre 1980 sur
l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et
l'éloignement des étrangers (1262/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 71, tweede
lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
(1262/1-2)
3
- Proposition de loi modifiant la loi du
15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers afin de confier à la Commission
permanente de recours des réfugiés la
compétence de connaître des recours urgents
contre les décisions du Commissaire général aux
réfugiés et aux apatrides (1615/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen, teneinde de
Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen in
staat te stellen te worden aangezocht voor
spoedeisende beroepen tegen de beslissingen,
genomen door de Commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (1615/1-2)
3
- Proposition de loi modifiant la loi du
15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers et instaurant une Commission des
étrangers afin de porter remède à l'arriéré du
Conseil d'État (1685/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen en tot oprichting
van een Vreemdelingencommissie, teneinde een
oplossing aan te reiken voor de achterstand bij de
Raad van State (1685/1-2)
3
- Proposition de loi modifiant la loi relative aux
étrangers, concernant la procédure de
reconnaissance du statut de réfugié (1757/1-2)
2
- Wetsvoorstel tot wijziging van de
Vreemdelingenwet, wat betreft de procedure tot
erkenning van de status van vluchteling (1757/1-
2)
3
Discussion générale
4
Algemene bespreking
4
Orateurs: Mohammed Boukourna, Dirk
Claes, rapporteur, Gerolf Annemans,
président du groupe Vlaams Belang,
Jacqueline Galant, Marie Nagy, Nahima
Lanjri, rapporteur, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur, Filip
De Man, Willy Cortois, Stijn Bex, Francis
Van den Eynde, Filip Anthuenis, Jean-
Claude Maene
Sprekers: Mohammed Boukourna, Dirk
Claes, rapporteur, Gerolf Annemans,
voorzitter van de Vlaams Belang-fractie,
Jacqueline Galant, Marie Nagy, Nahima
Lanjri, rapporteur, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken, Filip De Man, Willy Cortois, Stijn
Bex, Francis Van den Eynde, Filip
Anthuenis, Jean-Claude Maene
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
MERCREDI
12
JUILLET
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
12
JULI
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.03 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 10.03 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Patrick Dewael.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Excusés
Berichten van verhindering
Hervé Hasquin, Marie-Christine Marghem, Sophie Pécriaux, pour raisons de santé / wegens ziekte.
01 Pétitions
01 Verzoekschriften
Des pétitions sur les revendications des sans-papiers ainsi que sur l'élaboration d'un règlement légal pour
les régularisations ont été introduites.
Verzoekschriften over de eisen van de mensen die illegaal in het land verblijven alsmede over een
wettelijke regeling van de regularisaties werden ingediend.
Conformément à l'article 142 du Règlement de la Chambre, les pétitions sont déposées sur le bureau de la
Chambre afin d'être jointes au débat sur le projet de loi réformant la procédure d'asile (n
os
2478/1 à 9).
Overeenkomstig artikel 142 van het Reglement van de Kamer worden deze verzoekschriften bij de Kamer
ter tafel gelegd teneinde te worden toegevoegd bij de bespreking van het wetsontwerp betreffende de
hervorming van de asielprocedure (nrs 2478/1 tot 9).
02 Agenda
02 Agenda
Mes chers collègues, avant d'ouvrir cet important débat, je voudrais vous rappeler ce que nous avons
convenu pendant la Conférence des présidents la semaine dernière et que j'ai fait confirmer en fin de
séance jeudi dernier.
We hebben afgesproken dat wij het debat vandaag zouden houden over de asielproblematiek en zouden
eindigen met de naamstemmingen. Er zijn immers veel artikelen. Een van de wetsontwerpen telt 243
artikelen en het andere 78 artikelen.
Het was de afspraak dat we zouden proberen te stemmen rond 16.00 uur. Wat is de reden voor deze
afspraak? De Senaat en de minister hebben beslist om na de stemming in de Kamer ook tot de stemming
over te gaan in de commissie in de Senaat en dit onderwerp eventueel vrijdag 14 juli in plenum te
behandelen.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Dat was de afspraak die wij vorige week hadden gemaakt en waaraan ik u herinner. Ik heb deze afspraak
vorige week donderdag laten bevestigen en ik meen dat de Kamer ermee akkoord gaat om de
naamstemming over deze wetsontwerpen rond 16.00 uur te houden.
Je constate que tous les groupes sont représentés et qu'il y a consensus quant au déroulement de cette
journée. J'en prends donc acte.
Par ailleurs, après vous avoir donné lecture du libellé de toutes les propositions qui sont inscrites à notre
ordre du jour, je vous ferai une proposition concernant l'organisation de nos travaux.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
03 Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement
et l'éloignement des étrangers (2478/1-9)
- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers et la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des
secours accordés par les centres publics d'aide sociale, en ce qui concerne l'établissement obligatoire
des étrangers dans la commune d'inscription (705/1-3)
- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 relative aux étrangers, en vue de réformer la
procédure d'octroi du statut de réfugié et de créer un statut de protection temporaire (1097/1-2)
- Proposition de loi insérant un article 10ter dans la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le
séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers et complétant l'article 628 du Code judiciaire, en
vue de suppléer, dans le cadre de la procédure de regroupement familial, à l'impossibilité de se
procurer un acte de l'état civil (1512/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers, en ce qui concerne les conditions relatives au
regroupement familial (1529/1-3)
- Proposition de résolution relative à la mise en oeuvre accélérée de la directive 2003/86/CE du
22 septembre 2003 en vue de durcir la réglementation relative au droit au regroupement familial
(1668/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers en vue du durcissement des conditions relatives au
regroupement familial (1729/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi relative aux étrangers, concernant la procédure de reconnaissance
du statut de réfugié (1756/1-2)
- Proposition de loi créant une commission permanente de régularisation de séjour de certaines
catégories d'étrangers séjournant sur le territoire du Royaume (2338/1-2)
- Projet de loi réformant le Conseil d'État et créant un Conseil du Contentieux des Étrangers (2479/1-
12)
- Proposition de loi visant à modifier l'article 71, alinéa 2, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au
territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (1262/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers afin de confier à la Commission permanente de recours
des réfugiés la compétence de connaître des recours urgents contre les décisions du Commissaire
général aux réfugiés et aux apatrides (1615/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers et instaurant une Commission des étrangers afin de
porter remède à l'arriéré du Conseil d'État (1685/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi relative aux étrangers, concernant la procédure de reconnaissance
du statut de réfugié (1757/1-2)
03 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (2478/1-9)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van de wet van
2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn wat betreft de verplichte vestiging van vreemdelingen in de gemeente van
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
inschrijving (705/1-3)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de vreemdelingenwet van 15 december 1980 strekkende om de
procedure tot erkenning van de status van vluchteling te hervormen en een status van tijdelijke
bescherming tot stand te brengen (1097/1-2)
- Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 10ter in de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en tot
aanvulling van artikel 628 van het Gerechtelijk Wetboek, teneinde er in het kader van de
gezinshereniging voor te zorgen dat het niet langer onmogelijk is een akte van de burgerlijke stand te
verkrijgen (1512/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat de voorwaarden
voor gezinsvereniging betreft (1529/1-3)
- Voorstel van resolutie tot versnelde implementatie van richtlijn 2003/86/EG van 22 september 2003
met het oog op het verstrengen van de regelgeving inzake het recht op gezinshereniging (1668/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf en de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen teneinde de
voorwaarden inzake gezinshereniging te verstrengen (1729/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet, wat betreft de procedure tot erkenning van de
status van vluchteling (1756/1-2)
- Wetsvoorstel tot oprichting van een Vaste Commissie voor regularisatie van het verblijf van
bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk (2338/1-2)
- Wetsontwerp tot hervorming van de Raad van State en tot oprichting van een Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen (2479/1-12)
- Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 71, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (1262/1-
2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, teneinde de Vaste
Beroepscommissie voor vluchtelingen in staat te stellen te worden aangezocht voor spoedeisende
beroepen tegen de beslissingen, genomen door de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen (1615/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en tot oprichting van een
Vreemdelingencommissie, teneinde een oplossing aan te reiken voor de achterstand bij de Raad van
State (1685/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet, wat betreft de procedure tot erkenning van de
status van vluchteling (1757/1-2)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 705: Patrick De Groote
- 1097: Joseph Arens, Joëlle Milquet, Melchior Wathelet
- 1262: Mohammed Boukourna, Yvan Mayeur, Karine Lalieux
- 1512: Yvan Mayeur, Sophie Pécriaux, Mohammed Boukourna, André Frédéric, Valérie Déom
- 1529: Gerolf Annemans, Koen Bultinck, Filip De Man, Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts, Jan
Mortelmans, Bert Schoofs, Guido Tastenhoye, Francis Van den Eynde
- 1615: Philippe Monfils
- 1668: Ludo Van Campenhout, Guido De Padt, Filip Anthuenis
- 1685: Marie Nagy, Joseph Arens
- 1729: Guido De Padt, Filip Anthuenis, Ludo Van Campenhout
- 1756: Dirk Claes, Nahima Lanjri, Katrien Schryvers
- 1757: Dirk Claes, Nahima Lanjri, Katrien Schryvers
- 2338: Thierry Giet, Talbia Belhouari, Marie-Claire Lambert, Yvan Mayeur, Mohammed Boukourna, Jean-
Claude Maene
Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces projets de loi et propositions. (Assentiment)
Ik stel u voor één enkele bespreking aan deze wetsontwerpen en voorstellen te wijden. (Instemming)
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Ik vraag u de algemene bespreking van deze twee ontwerpen en de belendende voorstellen, zijnde aan de
ene kant het wetsontwerp 2478/9 c'est-à-dire le texte corrigé par la commission de l'Intérieur du projet de
loi qui modifie la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement
des étrangers en aan de andere kant het wetsontwerp 2479/12 tekst aangenomen door de commissie
van Binnenlandse Zaken inzake de hervorming van de Raad van State en de oprichting van een Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen samen te voegen.
De datum van aanneming van deze twee teksten is 4 juli 2006.
Monsieur le vice-premier ministre, il est évident que je traiterai séparément la discussion des articles.
De artikelsgewijze bespreking schuift echter zodanig in elkaar dat ik, indien de Kamer akkoord gaat, een
globale, algemene bespreking zou laten houden, voorafgegaan door de rapportering over beide materies.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Oui)
Il en sera ainsi.
Ik zal dus nu beide materies in de algemene bespreking laten behandelen. Daarna zal ik in de loop van de
namiddag de artikelsgewijze bespreking apart behandelen, zoals de Grondwet mij dat vraagt te doen en het
Reglement het mij oplegt.
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
J'en viens aux rapporteurs. Ik heb u laten verwittigen vroeg in de voormiddag, tenzij het niet te vroeg was.
Ik heb de heer Boukourna en de heer Dirk Claes voor het eerste ontwerp: de wet tot wijziging van de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Ensuite, j'ai
comme rapporteurs Mme Galant en mevrouw Lanjri voor het tweede ontwerp.
Ik weet niet hoe jullie hebben afgesproken.
Monsieur Boukourna, vous avez convenu de présenter brièvement votre rapport oral. Le rapport est bien
fait, il est détaillé. Vous êtes-vous partagé le rapport avec M. Claes?
Hoe zult u dat doen? De heer Claes zal zijn verslag uitbrengen? Pour le deuxième projet heb ik mevrouw
Lanjri en Mme Galant. Hoe zit dat? Mevrouw Lanjri, u brengt een stuk van het rapport, u heeft afgesproken
met mevrouw Galant?
Monsieur Boukourna, présentez-vous une partie du rapport? Qu'avez-vous convenu avec M. Claes?
03.01 Mohammed Boukourna (PS): Nous nous partageons le
travail.
De voorzitter: Goed, ik ga nu het verslag laten geven door de heer Dirk Claes, verslaggever van wat ik
zou noemen chronologisch gezien het eerste ontwerp: nr. 2478. Na de heer Claes laat ik mevrouw Lanjri
haar verslag brengen over het ontwerp nr. 2479. Gaat de Kamer akkoord? (Instemming)
Si M. Boukourna ou Mme Galant veulent intervenir, pour moi, c'est égal. Nous mènerons une seule
discussion générale. Si M. le vice-premier ministre veut intervenir à un moment donné pour répliquer à des
interventions, il peut le faire sans aucun problème. J'aime bien un dialogue entre la Chambre et le
gouvernement.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Gaat iedereen akkoord? Om 16.30 uuur proberen we af te ronden met de stemming.
03.02 Dirk Claes, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, geachte heer
minister, geachte collega's, de bespreking van die twee
wetsontwerpen in de commissie voor de Binnenlandse Zaken is
natuurlijk lang geweest. Toch zal ik proberen om een niet al te lange,
goede samenvatting te geven van de besprekingen die gevoerd
werden.
Samen met de collega van de PS hebben we afgesproken dat ik
vooral het gedeelte behandel van de sociale organisaties, die ook in
de hoorzittingen aan bod zijn gekomen. De heer Boukourna zal vooral
de uiteenzettingen van de minister weergeven.
De commissie voor de Binnenlandse Zaken hield eraan om bij de
bespreking van de voorliggende wetsontwerpen hoorzittingen te
organiseren, waarbij de diverse instanties en verenigingen hun visie
over de onderliggende problematiek konden bekendmaken.
In eerste instantie werden een aantal sociale organisaties gehoord.
Vooreerst de Liga voor de Mensenrechten. De Liga wijst erop dat
zolang er geen consensus is rond een absolute vrijheid in verkeer van
personen, de migratiestroom moet worden aangestuurd, maar dat
daarbij de rechten van de reeds kwetsbare mensen niet eindeloos ter
discussie gesteld mogen worden. De maatregelen die destijds door
minister Vande Lanotte werden genomen, met name het ontnemen
van de sociale steun aan illegaal in het land verblijvende
vreemdelingen, hebben, zoals nu blijkt uit de vele kerkbezettingen,
niet hun verhoopte doel gehad. De Liga betreurt dan ook dat het
ontwerp geen maatregelen inhoudt aangaande de regularisatie van
die groep mensen.
Het beleid dat de regering voert, staat volgens de Liga haaks op de
noodzaak die zich in dit dossier aandient. Destijds werd door minister
Duquesne immers een driepijlerbeleid vooropgesteld: ten eerste, de
effectieve uitvoering van de bevelen om het grondgebied te verlaten;
ten tweede, de herziening van de procedure voor de erkenning van de
vluchtelingen; ten derde, een eenmalige regularisatieoperatie.
Enkel dat derde punt werd door de wet van 1999 uitgevoerd, terwijl
pas nu, zes jaar later, een vereenvoudiging van de procedure aan het
Parlement wordt voorgesteld.
Terwijl Vreemdelingenzaken nu een tweedelige rol te spelen heeft, als
controleorgaan bij de procedure tot erkenning en als humanitair
orgaan bij de regularisatie, wat het ongenoegen bij de dienst voor een
stuk verklaart, zal dat in de toekomst niet meer het geval zijn. Dat deel
van het ontwerp is voor de liga alvast een stap in de goede richting.
De liga waarschuwt echter dat het streven naar efficiëntie niet ten
koste van de menselijkheid mag gaan. Zij wijst voorts op twee
belangrijke aspecten van de voorgestelde hervorming, met name de
minimale omzetting van de Europese richtlijnen, die soms zelfs als
voorwendsel worden gebruikt om de regeling voor bepaalde aspecten
van het vreemdelingenrecht strenger te maken. Zij wijst ook op een
laag beschermingsniveau ten opzichte van bepaalde grondrechten,
die zijn verankerd in de Grondwet of in het Europees Verdrag voor de
03.02 Dirk Claes, rapporteur : La
commission de l'Intérieur a
recueilli l'avis d'organisations
sociales et d'experts sur ces
projets.
La Ligue des droits de l'homme
estime que tant que la libre
circulation des personnes n'est
pas absolue, on peut agir sur
l'afflux de réfugiés, sans pour
autant que les droits de personnes
fragilisées puissent être
éternellement remis en question.
La suppression de l'aide sociale
aux illégaux n'a guère produit
d'effets: les nombreuses
occupations d'églises en
témoignent. La Ligue regrette dès
lors que le projet ne prévoie rien
en vue de la régularisation de ce
groupe. L'opération de
régularisation unique est le seul
volet de la politique de l'ancien
ministre, M. Duquesne, qui ait été
mis en oeuvre et la procédure de
reconnaissance n'est simplifiée
qu'aujourd'hui.
En revanche, la Ligue juge positif
que l'Office des étrangers ne soit
plus chargé du contrôle de la
procédure et de l'aide humanitaire
aux réfugiés.
La ligue met en garde: à ses yeux,
le projet constitue une
transposition minimaliste des
directives européennes en la
matière, avec pour conséquence
une moins bonne protection des
droits fondamentaux généraux.
Par ailleurs, le futur Conseil du
Contentieux des Étrangers (CCE)
offrira moins de possibilités sur le
plan de la procédure que le
Conseil d'État. Enfin, la Ligue
regrette que le recours auprès du
CCE dans les dossiers qui ne
concernent pas la demande d'asile
ne soit pas suspensif.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Rechten van de Mens, zoals het recht op eerbiediging van privé- en
gezinsleven.
Zij wijst vervolgens op de rol en de werking van de nieuw op te richten
Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Dat administratief
rechtscollege krijgt weliswaar volle rechtsmacht, maar de procedurele
waarborgen zijn een achteruitgang in vergelijking met de huidige
regeling bij de Raad van State. Zo worden de procedurestukken
beperkt tot een enkele inleidende rechtsvordering. De rechter heeft
geen onderzoeksbevoegdheid en wordt geacht zijn uitspraak te
baseren op het dossier dat door het Commissariaat-Generaal voor de
Vluchtelingen is aangelegd.
In niet-asielzaken zal eveneens bij de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen in beroep kunnen worden gegaan. De
Liga wijst erop dat het beroep niet opschortend is ten opzichte van
eerder genomen beslissingen, wat dan weer strijdig zou kunnen zijn
met artikel 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de
Mens, confer het Conka-arrest.
Mijnheer Annemans, de tweede uiteenzetting was van
professor dr. Marie-Claire Foblets.
03.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...).
03.04 Dirk Claes (CD&V): Dat zal een tijdje duren. Wij hebben er in
de commissie ook tijd aan besteed. Wij vinden dat de plenaire
vergadering dan ook recht heeft op een kleine samenvatting.
Professor Foblets wijst erop dat de omzetting van de Europese
richtlijn niet volledig is en dat een nieuw ontwerp reeds in
voorbereiding is, met name om onze wetgeving conform de richtlijnen
"Vrij verkeer van Europese burgers" en "Langdurig ingezetenen" te
maken.
De vele wijzigingen aan de wet hebben bovendien tot gevolg dat de
tekst ondertussen vrijwel onleesbaar is geworden, bijvoorbeeld door
de vele subnummeringen en de terminologische incoherenties die in
de tekst voorkomen. De professor raadt dan ook aan om bij een
volgende wijziging van de gelegenheid gebruik te maken om met een
gecoördineerde versie van de Vreemdelingenwet de tekst opnieuw
leesbaarder te maken.
Met betrekking tot het ontwerp wees professor Foblets op de vele
gevallen waarin de discretionaire bevoegdheid van de minister van
toepassing is en op de rechtsonzekerheid die daardoor wordt
gecreëerd. Een oplossing zou er volgens de professor in kunnen
bestaan om de Commissie van Advies voor Vreemdelingen bij de
beslissingen een grotere rol te laten spelen en door de beslissingen
een niet-bindend advies te laten verschaffen.
De voordelen daarvan zijn ten eerste, de samenstelling van de
Commissie; ten tweede, de persoonlijke verschijning van de
vreemdeling; ten derde, het uitbouwen van de jurisprudentie en ten
vierde, een grotere doorzichtigheid in het ontwikkelen van criteria; ten
vijfde, de minister of zijn gemachtigde dient daarenboven zijn
beslissing te motiveren bij afwijking van het advies.
03.04 Dirk Claes (CD&V): Le
Professeur Foblets, de la
KULeuven, relève que la
transposition de la directive
européenne est incomplète et que
de nombreuses subdivisions ainsi
que le recours à une terminologie
incohérente rendent le projet
illisible.
Le ministre possède, dans de
nombreux cas, un pouvoir
discrétionnaire de nature, aux
yeux du Professeur Foblets, à
générer l'insécurité. Un avis non
contraignant de la Commission
des Étrangers pourrait constituer
une solution au problème et
comporterait de nombreux autres
avantages.
Le projet déroge à maints égards
à la directive européenne relative
au regroupement familial. La
période de contrôle de cinq ans a
été ramenée à trois ans, les
possibilités de participation
offertes aux nouveaux arrivants n'y
sont pas inscrites et certaines
mesures de soutien n'y figurent
que partiellement. La possibilité de
demander, depuis la Belgique, une
autorisation de séjour en vue du
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Wat de omzetting van de richtlijn "Gezinshereniging" betreft, biedt de
richtlijn de mogelijkheid om de zogenoemde periode van afhankelijke
verblijfstitel tot vijf jaar uit te breiden. Dat moet de administratie
toelaten op afdoende wijze te controleren of er geen misbruik in het
spel is. Het voorliggende ontwerp beperkt voornoemde periode echter
tot een periode van slechts drie jaar.
Tegelijk voorziet de richtlijn in een kans aan de lidstaten om de
nieuwkomers effectieve participatiekansen te bieden. De professor
wijst erop dat voornoemde mogelijkheid in de huidige ontwerpen
nergens terugkomt.
Daarnaast voorziet het ontwerp wel in de verplichting van aangepaste
huisvesting en ziektekostenverzekering. De verplichting tot voldoende
bestaansmiddelen speelt evenwel slechts in bepaalde gevallen, terwijl
de richtlijn daartoe wel de mogelijkheid biedt.
Een ander punt dat niet in het ontwerp voorkomt, maar wel degelijk
een onderdeel van de richtlijn uitmaakt, is de mogelijkheid om de
verblijfsvergunning voor gezinshereniging vanuit België aan te vragen.
In het voorliggend ontwerp blijft dit een uitzondering, wat volgens de
professor eveneens een gemiste kans is. De controle is immers
gemakkelijker mogelijk vanuit België uit te voeren.
Met betrekking tot de asielprocedure uitte professor Foblets in het
bijzonder vragen bij de opname van de ontvankelijkheidscriteria
vervat in artikel 52 van de Vreemdelingenwet en de mogelijkheid van
de minister om tussen te komen bij het Commissariaat-generaal voor
de Vluchtelingen.
Daarnaast merkte de professor op dat de procedure voor de Raad
voor Vreemdelingenbetwistingen wordt herleid tot een administratief
cassatieberoep. In het kader van de asielprocedure betekent dit onder
meer het ontbreken van een eigen onderzoeksbevoegdheid, tot daar
professor Marie-Claire Foblets.
De derde sociale organisatie is het Forum Asiel en Migraties. Het
Forum legt tijdens de hoorzittingen de nadruk op de regularisatie van
vreemdelingen en wijst erop dat deze regularisaties vandaag zeer
verscheiden gebeuren, soms voor een beperkte duur, na een lange
procedure zonder criteria en door een overspoelde en niet te bereiken
administratie.
Een beroep tegen een negatieve beslissing is mogelijk bij de Raad
van State die op zijn beurt te kampen heeft met een enorme
achterstand zodat een uitspraak pas na twee jaar komt. Volgens het
Forum geldt ook dezelfde onduidelijkheid voor mensen zonder
papieren. Het Forum Asiel en Migraties vraagt dan ook het inschrijven
van een regularisatiemogelijkheid in de wet van 15 december 1980 en
kan zich niet vinden in het voorgestelde artikel 9bis van het ontwerp.
Daarnaast kan de discretionaire bevoegdheid van de minister nog
steeds blijven bestaan. Het FAM stelt de volgende zes criteria voor
regularisatie voor: ten eerste, bij een te lange procedure; ten tweede,
in geval van ernstige ziekte; ten derde, bij materieel onmogelijke
terugkeer; ten vierde, bij duurzame bindingen of beklemmende
situaties; ten vijfde, voor de niet-begeleide minderjarigen en ten slotte
regroupement familial n'y a pas
davantage été insérée.
Le professeur Foblets a par
ailleurs posé des questions
concernant l'inscription
des
critères de recevabilité et les
interventions éventuelles du
ministre auprès du Commissariat
général aux réfugiés.
Le Forum Asile et Migration met
en garde contre l'inconséquence
qui préside aujourd'hui aux
régularisations, avec une
possibilité de recours devant un
Conseil d'État surchargé. Les
sans-papiers aussi pâtissent de
l'incertitude inhérente à la situation
actuelle. L'organisation juge dès
lors inadéquat l'actuel article 9bis
et demande l'inscription des
critères de régularisation dans la
loi du 15 décembre 1980. Ces
critères doivent par ailleurs être
adaptés et élargis.
Le Forum demande également la
mise en place d'une procédure
adaptée dans le cadre de laquelle,
en cas de doute, la Commission
consultative des étrangers rendrait
des avis au ministre qui devrait
ensuite prendre une décision
motivée. Enfin, le Forum demande
avec insistance qu'une solution
soit trouvée pour résoudre les
actuels dossiers à problèmes.
L'organisation "Coordination et
Initiatives pour et avec les
Réfugiés et Étrangers" (CIRE)
réitère la critique sur la procédure
d'asile et désire que le retard soit
résorbé. De l'avis du CIRE, les
mesures tendant à éviter les abus
dans le cadre de la procédure
d'asile mettent les impératifs de
protection en péril. La suppression
de la phase de recevabilité
constitue dès lors une bonne
chose. Un demandeur d'asile ne
peut perdre sa protection sur la
base de motifs formels.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen se
réjouit de la disparition de certains
points noirs mais reste néanmoins
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
voor personen aan wie een arbeidskaart B of beroepskaart werd
toegestaan of die daarvan werden vrijgesteld.
Inzake de regularisatie stelt het Forum ook een aangepaste
procedure voor waarbij de dienst Vreemdelingenzaken de dossiers
behandelt en bij twijfel naar de Commissie van advies voor
vreemdelingen doorverwijst. De commissie kan dan de aanvrager
horen en positief of negatief advies uitbrengen aan de minister. De
minister neemt vervolgens een gemotiveerde beslissing waartegen
beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen mogelijk is.
Ten slotte vraagt het Forum een oplossing voor de bestaande
probleemdossiers door een ambtshalve regularisatie van de dossiers
die reeds drie jaar in behandeling zijn via de procedure van artikel 9,
3
e
lid.
Ten vierde, over het CIRE (Coordination et Initiatives pour et avec les
Réfugiés et Étrangers). Het CIRE herhaalt de kritieken op de
asielprocedure en stelt dat het er niet alleen op aankomt voor de
toekomst een procedure uit te werken die werkelijk aan de
geformuleerde kritiek tegemoetkomt, maar ook de waardige en
humane maatregelen te treffen om de achterstand weg te werken.
Wat dat betreft wordt het dossier-asiel nog in hoofdzaak gezien en
behandeld in termen van het bestrijden van misbruiken.
CIRE meent dan ook dat andere maatregelen die worden ingegeven
door het oogmerk de misbruiken te bestrijden, zoals bijvoorbeeld
beperkingen tot de toegang tot de procedure met talrijke gevallen
waarin tot opsluiting wordt overgegaan, de hoofdzakelijk schriftelijke
procedure en de inkorting van de beroepstermijnen, dreigen te
primeren op de beschermingsvereiste, zodat een asielzoeker zijn
kansen ziet slinken dat hij de gelegenheid zou krijgen om in de loop
van een rechtvaardige en doeltreffende procedure naar voren te
brengen wat zijn angsten zijn. De afschaffing van de
ontvankelijkheidsfase is in dat opzicht een goede zaak. Een
asielaanvraag mag volgens het CIRE niet op grond van een formeel
motief worden verworpen. Zij mag alleen worden verworpen indien de
betrokkene geen bescherming behoeft, dan wel die bescherming
elders kan krijgen.
De vijfde sociale organisatie was Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Die
organisatie is tevreden dat door de ontwerpen een aantal aloude
knelpunten worden opgelost, maar wil toch ook haar bezorgdheid
uiten met betrekking tot een aantal keuzes die werden gemaakt.
Ten eerste, de afschaffing van de ontvankelijkheidsfase, maar tegelijk
het behoud van de ontvankelijkheidscriteria, waardoor een aanvraag
toch nog altijd op louter formalistische gronden kan worden
geweigerd. Vreemdelingenwerk Vlaanderen wijst in verband daarmee
naar de nog op te zetten Europese richtlijn die de lidstaten verplicht
om bij elke aanvraag inhoudelijk te oordelen over het dossier.
Ten tweede, de rol van de dienst Vreemdelingenzaken die uit de
procedure werd gehaald, maar wel moet oordelen over nieuwe
elementen bij herhaalde asielaanvraag.
Ten derde, de volheid van rechtsmacht van de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen die in belangrijke mate wordt ingeperkt bij
préoccupé par trois éléments : le
refus sur la base de motifs formels
est maintenu, ce qui ne concorde
pas avec la directive européenne
en la matière ; l'Office des
étrangers reste compétent pour
les nouveaux éléments
apparaissant dans le dossier ; le
pouvoir juridictionnel du Conseil du
Contentieux des Étrangers est
limité.
Médecins sans frontières (MSF)
insiste sur la nécessité de protéger
les personnes gravement malades
qui ressortissent à cette loi. Il
convient de tenir compte des
personnes qui ne peuvent obtenir
ou avoir accès à un traitement
spécifique dans le pays d'origine.
La procédure n'est pas adaptée à
des situations d'urgence médicale.
Des questions se posent
notamment quant à
l'indépendance du médecin-
fonctionnaire. Médecins sans
frontière estime que le projet
constitue une transposition de la
situation actuelle qui n'offre
pourtant aucune garantie quant à
une protection efficace.
Le professeur Etienne Vermeersch
se réjouit du raccourcissement
radical de la durée de la procédure
et de l'ancrage légal du statut de
protection subsidiaire. En
revanche, le recours à une liste
exhaustive de critères de
régularisation ne constitue peut-
être pas une formule adéquate, si
l'on tient compte de situations de
détresse imprévisibles. En outre,
une telle liste entraîne un effet
d'aspiration.
Il convient, d'autre part, de tenir
compte des principes de sécurité
juridique et de bonne
administration. À propos de
l'enfermement d'étrangers, le
professeur fait référence aux
recommandations figurant dans le
rapport final de la commission qui
porte son nom.
Le comité d'action HOP se rallie
dans une large mesure aux
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
het in aanmerking nemen van nieuwe elementen door de rechter, en
het gebrek aan eigen onderzoeksbevoegdheid.
Dan komen we bij de zesde organisatie: Artsen zonder Grenzen. De
vertegenwoordiger van Artsen zonder Grenzen wenst bijzondere
aandacht te besteden aan de situatie van ernstig zieke personen
waarop deze wet van toepassing is. Vaak komen bij de organisatie
mensen terecht die, ondanks hun aandoeningen, alsnog bevel krijgen
het grondgebied te verlaten. Wat dat betreft moet er op worden
gewezen dat het sturen van een zieke persoon naar een land waarin
hij concreet geen toegang zou hebben tot de zorg die zijn situatie
vereist, een onmenselijke behandeling zou vormen en dus een
toelatingsvereiste onder de toepassing van de subsidiaire
bescherming.
Met `passende behandeling' moet bij de beoordeling van de dossiers
zowel rekening worden gehouden met de beschikbaarheid als met de
toegankelijkheid van de behandeling. Vooral de toegankelijkheid is
vaak een struikelblok, meent Artsen zonder Grenzen, aangezien er
zich in dat geval financieel en geografisch problemen kunnen stellen.
Volledige, actuele, nauwkeurige en onpartijdige informatie over het
land van herkomst zal dus moeten worden ingewonnen.
Voorts duidt de vertegenwoordiger van Artsen zonder Grenzen aan
dat de procedure voor de asielinstanties niet aangepast is voor
dringende medische gevallen. In dit kader verwijst de spreker onder
meer naar de vragen die kunnen gesteld worden inzake de
onafhankelijkheid van de ambtenaar-geneesheer die over de dossiers
advies moet uitbrengen. De spreker besluit door te stellen dat de
voorliggende tekst de omzetting is van het systeem zoals het vandaag
werkt, maar dat het niet de nodige garanties bevat om te komen tot
een bescherming, die naam waardig.
Ten zevende, professor Vermeersch. De professor stelt dat de
ontwerpen voor een groot stuk voldoen aan de aanbevelingen die
door de commissie-Vermeersch werden gedaan, in het bijzonder een
drastische inkorting van de duur van de procedure. Ook de
verankering van de subsidiaire bescherming in de wet vindt de
professor een goede zaak. Met betrekking tot het inschrijven van de
regularisatiecriteria in de wet argumenteert de professor dat dit om
tweeërlei reden een verkeerde keuze zou zijn. Ten eerste, een
exhaustieve lijst met criteria zou tot gevolg hebben dat noodsituaties
waarin niet exact wordt voorzien, niet op humanitaire wijze zouden
kunnen opgelost worden. Elke lijst van criteria zou automatisch een
aanzuigeffect creëren. Mensen zouden immers, terecht of ten
onrechte, aanvoeren aan deze criteria te voldoen. Daartegenover
staan echter de principes van rechtszekerheid en van goed bestuur.
In het kader van de opsluiting van vreemdelingen verwijst de
professor terug naar de aanbevelingen van het eindrapport van de
commissie-Vermeersch. De maximumperiodes van opsluiting mogen
geen betrekking hebben op de vertragingen die exclusief het gevolg
zijn van het feit dat betrokkene zich zo sterk verzet dat een
verwijdering onmogelijk wordt gemaakt.
Ten achtste, Jan De Volder, woordvoerder van de HOP-actie. De
HOP-actie vraagt een oplossing voor de situatie van mensen die
uitgeprocedeerd zijn en mensen zonder papieren die lang op het
grondgebied verblijven en van wie velen momenteel actie voeren in
principes initiaux du projet mais se
demande ce qu'il va advenir des
personnes actuellement en séjour
illégal en Belgique. La formule
actuelle de régularisation se
heurte à une grande
incompréhension. Pour HOP, la
régularisation doit être possible,
qu'il s'agisse des demandeurs en
cours de procédure depuis
longtemps ou de ceux qui ne le
sont plus, ou encore de ceux qui,
sans jamais avoir engagé de
procédure, sont déjà intégrés dans
la société.
Le Vlaams Minderhedencentrum
se félicite de l'inscription dans la
loi de certaines possibilités en
matière de droit de séjour, même
si le projet ne se traduit pas
directement par une amélioration
de la situation juridique des
ressortissants étrangers. Il n'y a
toujours ni simplification ni
harmonisation des statuts de
séjour, notamment dans le cadre
du regroupement familial. Les
règles du regroupement sont
renforcées mais il faut éviter les
atteintes arbitraires à la vie de
famille au nom de la répression
d'abus. L'association attire
l'attention sur le cadre légal relatif
au contrôle du mariage, en droit
tant civil que pénal et administratif,
mais souligne l'absence de toute
coordination entre ces différents
aspects. De plus, certains accords
bilatéraux sont en contradiction
avec les conditions légales qui
régissent le regroupement familial.
Selon le Minderhedencentrum, le
Conseil du Contentieux des
Étrangers à créer équivaudra à
une sorte de "Conseil d'État pour
les étrangers" qui, en dehors des
recours relatifs au droit d'asile,
n'interviendra que comme juge
d'annulation, sans véritable
pouvoir de juridiction ni
d'investigation. Le recours en
annulation devant le Conseil du
Contentieux n'implique aucun
nouveau jugement sur le fond et
constitue une procédure
strictement écrite. C'est surtout
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
heel het land. In grote mate kan de actie zich akkoord verklaren met
de uitgangspunten van het ontwerp zoals een snellere procedure en
het invoeren van een beschermingsstatuut, het tegengaan van
nutteloze procedures en een daadwerkelijk uitwijsbeleid. Finaal stelt
zich het probleem wat te doen met degenen die zich nu illegaal op het
grondgebied bevinden. De huidige manier van regularisatie stuit op
heel veel onbegrip, precies door de onduidelijkheid rond de
toepassing ervan, zo stelt de heer De Volder van HOP. Voor zijn
organisatie moet regularisatie kunnen voor mensen die lang in een
procedure zijn, ook bij de Raad van State, en voor degenen die niet
meer in een procedure zijn of dat nooit waren, maar wel duidelijk
ingeburgerd zijn. Langdurig verblijf, taalkennis, schoolgaande
kinderen, arbeidsbereidheid kunnen daarbij doorslaggevende factoren
zijn.
De negende organisatie is het Vlaams Minderhedencentrum. Het
Vlaams Minderhedencentrum vraagt aandacht voor enkele punten in
het ontwerp. In de eerste plaats is het volgens het Centrum een stap
voorwaarts dat bepaalde mogelijkheden zoals verblijfsrechten die
voorheen via een rondzendbrief geregeld waren, nu een wettelijke
verankering krijgen. Anderzijds is met betrekking tot de rechtspositie
van de vreemdeling het ontwerp niet meteen een verbetering. Nog
steeds wordt geen vereenvoudiging of harmonisering van
verblijfsstatuten doorgevoerd, bijvoorbeeld in het kader van de
gezinshereniging. Op het vlak van die gezinshereniging stelt het
Centrum in het ontwerp een duidelijke verstrenging vast. Vermeden
moet worden dat in naam van de strijd tegen misbruiken willekeurige
inbreuken op het gezinsleven gepleegd worden. In dat verband
verwijst het Centrum naar de uitgebreide mogelijkheden ter controle
van het huwelijk of de adoptie en eventuele misbruiken.
Verder nog stelt het Centrum dat binnen het wettelijk kader de
controle op het huwelijk reeds in verschillende delen van het recht is
geregeld. Er is immers het burgerlijk recht, sinds kort ook het
strafrecht en nu het administratief recht. Het Vlaams
Minderhedencentrum benadrukt echter dat er geen enkele coördinatie
is tussen deze verschillende instanties, wat de rechtszekerheid, de
beleidscoherentie en de transparantie van het recht niet ten goede
komt.
Verder wijst het Centrum ook op het bestaan van een aantal bilaterale
verdragen die de voorwaarden die in de wet worden ingeschreven
inzake de gezinshereniging, zoals de huisvestingsverplichting en
dergelijke, eigenlijk ondergraven.
De creatie van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zou een
positieve maatregel geweest zijn, ware het niet dat de Raad een soort
aparte Raad van State voor vreemdelingen is geworden, die buiten
het asielberoep alleen als annulatierechter oordeelt over substantiële
of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten,
machtsoverschrijding en machtsafwending. Verder heeft de Raad
geen volle rechtsmacht en heeft ze geen onderzoeksbevoegdheid.
Het annulatieberoep houdt tevens geen nieuw oordeel ten gronde in
en het is een strikt schriftelijke procedure. Het Vlaams
Minderhedencentrum hield
eraan om vooral inzake de
gezinsherenigingen een schending van het artikel 8 van het
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens te wijzen op de
problematische situatie die hierdoor kan ontstaan.
dans le domaine des
regroupements familiaux qu'une
violation de l'article 8 de la
Convention européenne des droits
de l'homme (CEDH) peut générer
des problèmes. De plus, rien n'est
encore prévu pour les mineurs non
accompagnés, il n'existe toujours
pas de statut de séjour pour les
apatrides reconnus et le problème
des régularisations n'est pas
résolu. Enfin, le
Minderhedencentrum demande
qu'après la modification de la loi,
le personnel des services
concernés bénéficie d'un meilleur
appui et d'une formation plus
appropriée.
Les trois grandes organisations
syndicales ont également participé
aux auditions. La CSC avait été
étroitement associée à la
campagne de régularisation de
2000, qui se fondait sur les
critères d'un séjour de longue
durée et de liens durables avec
notre pays. Certaines personnes
établissent cependant rapidement
des liens durables, contrairement
à d'autres qui séjournent depuis
longtemps dans notre pays et
n'ont pas encore mis en place de
tels liens. Étant donné le manque
de transparence ainsi que le
caractère arbitraire des
procédures actuelles de
régularisation, la CSC demande
que soient fixés des critères
permanents dont l'application
serait assurée par une
commission. La CSC plaide pour
un statut de séjour supplémentaire
prenant en compte le critère des
liens durables, et qui serait distinct
des autres formes de séjour et des
procédures qui s'y rapportent. Lors
de l'évaluation, il convient de tenir
compte d'éventuels liens familiaux
du demandeur en Belgique, de sa
situation personnelle, de son
parcours en Belgique, de la durée
de son séjour et de sa
connaissance des langues
nationales. Ces liens durables ne
doivent cependant pas être
considérés comme des éléments
résiduaires quand il s'agit par
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Bovendien stelt het Centrum blijvende lacunes vast die geen
oplossing vinden in het ontwerp. Het Centrum betreurt dat in het
ontwerp geen regeling is getroffen voor de niet-begeleide
minderjarigen en het verblijfsstatuut voor erkende staatlozen. Ook het
regularisatieprobleem blijft onaangeroerd. Tot slot vraagt het Vlaams
Minderhedencentrum meer ondersteuning en vorming voor de
diensten die met deze problematiek geconfronteerd worden, in het
bijzonder na de belangrijke en talrijke wijzigingen die door de
voorliggende ontwerpen worden doorgevoerd.
Ten tiende, de vertegenwoordigingen van de vakverenigingen. De
commissie hoorde tijdens de hoorzittingen eveneens de
vertegenwoordigers van drie grote vakverenigingen, zijnde ACV,
ABVV en het ACLVB.
De vertegenwoordiger van het ACV sneed de problematiek van de
regularisaties aan. De vakverenigingen waren immers nauw
betrokken bij de vorige regularisatiecampagne van 1999-2000. Een
van de criteria die toen werd gehanteerd, was het langdurig verblijf
vijf of zes jaar en de ontwikkeling van duurzame banden met ons
land. De ervaring van toen leerde ons dat sommige mensen reeds na
zeer korte tijd duurzame bindingen ontwikkelden, terwijl anderen
niettegenstaande een lang verblijf, dit niet hadden. De
ondoorzichtigheid en de sfeer van willekeur bij de regularisatie, zoals
die vandaag bestaat, is voor de organisatie problematisch. De
vakvereniging stelt dan ook dat er nood is aan permanente criteria die
worden toegepast door een commissie.
De voorliggende ontwerpen behelzen inderdaad de regeling van een
aantal verblijfsstatuten, maar geen van deze zijn van toepassing op
de gevallen die destijds ook door de regularisatiecommissie werden
behandeld. Het ACV-verbond Brussel pleit dus voor een bijkomende
verblijfsstatus wegens duurzame banden die losstaat van de andere
verblijfsvormen en de daaraan gekoppelde procedures. Bij de
beoordeling moet volgens de organisatie rekening worden gehouden
met de volgende aspecten:
Ten eerste, eventuele familiebanden van de aanvrager met België.
Ten tweede, de persoonlijke situatie van de aanvrager, zoals leeftijd,
sociaal netwerk, beroepsbekwaamheden hier en in het land van
herkomst. Ten derde, zijn parcours in België: jobs, actief in het
verenigingsleven, betalen van socialezekerheidsbijdragen. Ten vierde,
de duur van zijn verblijf in België en zijn kennis van de landstaal.
Toch mag het criterium duurzame banden niet als residuaire groep
beschouwd worden voor het regelen van aspecten die op een andere
wettelijke basis hadden moeten worden geregeld, bijvoorbeeld
economische migratie en criteria voor de toekenning en vernieuwing
van arbeidsvergunningen.
De spreker van het ABVV verklaart dat hij zich kan scharen achter de
wijzigingen die inzake de asielprocedure worden doorgevoerd.
Daarnaast mogen wij echter niet blind zijn voor de problemen die voor
de duizenden sans-papiers in ons land rijzen. In vele gevallen worden
zij van elk recht verstoken, zoals bij misbruiken tegen de
arbeidswetgeving of bij huisjesmelkerij. Door hun onzekere positie zijn
zij ook bevreesd om de misbruiken aan de kaak te stellen.
exemple de régler des dossiers de
migration économique et de
permis de travail, ces derniers
devant se fonder sur une autre
base légale.
La FGTB consent aux
modifications apportées à la
procédure d'asile tout en
demandant qu'on accorde une
attention accrue aux milliers de
sans-papiers toujours dépourvus
de droits et victimes d'abus. Leur
situation précaire ne leur permet
pas de dénoncer ces abus. La
FGTB plaide pour une forme
permanente de régularisation
fondée sur une commission de
régularisation impartiale,
indépendante et permanente.
La CGSLB reconnaît l'importance
de ces projets de loi et souligne
particulièrement l'intérêt de créer
une juridiction administrative pour
les questions relatives aux
étrangers. La CGSLB demande de
plus qu'on renforce la lutte contre
les pourvoyeurs de main-d'oeuvre
et la traite des êtres humains et
qu'on se dirige vers une approche
européenne du problème.
L'UDEP (Union pour la Défense
des Sans-papiers) ne s'explique
pas que, dans notre pays, des
personnes puissent être
régularisées et d'autre pas alors
que leurs situations sont
absolument identiques. Pareil
arbitraire va à l'encontre des
principes démocratiques à
l'honneur en Belgique. Si les
demandeurs d'asile déboutés sot
nombreux, les clandestins qui
n'ont jamais osé entamer une
procédure le sont plus encore.
L'UDEP estime que toute forme de
régularisation doit également tenir
compte de ces clandestins. Elle
propose une modification de la loi
du 15 décembre 1980 sur la base
des cinq critères connus. En effet,
le projet de loi ne tient pas compte
des critères fondés sur la situation
réelle de nombreuses personnes
aujourd'hui.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Ook zijn organisatie pleit dus voor een permanente vorm van
regularisatie door een onpartijdige, onafhankelijke en permanente
regularisatiecommissie.
De spreker van het ACLVB stelt dat ook zijn organisatie het belang
van de voorliggende ontwerpen erkent, in het bijzonder het belang van
de oprichting van een administratief rechtscollege dat specifiek
vreemdelingenzaken zou behandelen, van de ontlasting van de Raad
van State en van de maatregelen ter voorkoming van het abusievelijk
gebruik van beroepsmogelijkheden.
Tevens vraagt zijn organisatie aandacht voor de strijd tegen
koppelbazen en tegen de netwerken van mensenhandelaars, waarbij
een Europese aanpak van het probleem van het allergrootste belang
is.
Ten elfde, UDEP, de vertegenwoordigers van mensen zonder
papieren, bracht de getuigenissen van de duizenden mensen die zich
in ons land bevinden en die onder en met ons leven. Voor hen is het
onbegrijpelijk dat vandaag sommige mensen wel kunnen worden
geregulariseerd, terwijl anderen in precies dezelfde omstandigheden
dat niet kunnen. Volgens UDEP is dat een bewijs dat willekeur een
belangrijke factor is, een factor die niet strookt met de democratisch
principes waarvoor ons land staat.
Behalve de uitgeprocedeerden zijn er in ons land ook heel veel
clandestiene vreemdelingen, getuigen de vertegenwoordigers van
UDEP. Zij hebben het nooit aangedurfd een procedure aan te vragen.
Elke vorm van regularisatie moet volgens UDEP ook met hen
rekening houden.
De organisatie doet dan ook, op basis van de vijf ondertussen
gekende criteria, een voorstel tot wijziging van de wet van 15
december 1980. Zij stelt tevens vast dat het voorliggende ontwerp
geen rekening houdt met deze criteria, die gebaseerd zijn op de
werkelijke situatie waarin vele mensen zich vandaag bevinden.
Gezien de vele steunbetuigingen vraagt UDEP de voorstellen van de
organisatie ernstig te overwegen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, dat was het
eerste deel van het verslag.
Le président: Monsieur Boukourna, vous faites également une partie du rapport.
Daarna brengen mevrouw Lanjri en Mme Galant hun deel van het verslag uit.
Mijnheer Claes, u zal daarna waarschijnlijk een van de eerste sprekers zijn tijdens het algemene debat dat
daarop zal volgen. U was ingeschreven voor het tweede ontwerp, maar wij hebben beslist om een
gezamenlijke, algemene bespreking te houden.
Monsieur Boukourna, vous avez la parole pour votre part du rapport.
03.05 Mohammed Boukourna, rapporteur: Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, avant de vous faire lecture de
ce rapport, je voudrais dire que les hasards du calendrier font qu'au
moment de discuter ce projet se tient la Conférence interministérielle
à Rabat au Maroc qui traite justement de la question de la migration
03.05 Mohammed Boukourna,
rapporteur: Het toeval wil dat er op
dit ogenblik in Marokko een
interministeriële conferentie over
migratie en ontwikkeling
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
et du développement et à laquelle la Belgique est représentée par M.
De Decker. Nous attendons de savoir quelle part prendra le
sécuritaire au sein de ce binôme constitué par la migration et le
développement. Monsieur le président, veuillez excuser cette
"migration" momentanée vers des considérations qui semblent très
loin pour d'aucuns de ce qui nous concerne aujourd'hui.
En ce qui nous concerne, monsieur le président, monsieur le ministre,
chers collègues, la commission de l'Intérieur a délibéré pendant
plusieurs semaines de la modification de la loi du 15 décembre 1980
sur l'accès au territoire, le séjour, l'éloignement et l'établissement des
étrangers. À cette occasion et conformément à la demande de la
commission de l'Intérieur, de nombreux experts, des représentants
des syndicats, des ONG et des administrations publiques de l'Intérieur
et de la Justice ont été auditionnés. M. Dirk Claes vous en a fait le
rapport à l'instant.
Le gouvernement a estimé préférable de lier les réformes relatives
aux deux projets suivants: le projet de loi visant à modifier la loi du 15
décembre 1980 et le projet de loi réformant le Conseil d'État et créant
un Conseil du Contentieux des Étrangers. Ces deux projets
transposent par ailleurs les directives européennes suivantes: la
directive 2003/86 relative au droit au regroupement familial, la
directive 2004/83 concernant les normes minimales relatives au statut
de réfugié ou de personne nécessitant une protection internationale
ou une protection subsidiaire et enfin la directive 2004/81 relative au
séjour des ressortissants des pays tiers victimes de la traite des êtres
humains qui ont fait l'objet d'une aide à l'immigration clandestine ou
qui ont collaboré avec les autorités compétentes.
Le gouvernement ne fait aucune référence à la régularisation des
étrangers séjournant illégalement sur notre territoire. Cette question
volontairement évitée par le gouvernement a évidemment soulevé en
commission énormément de remous, comme nous le verrons plus
loin lors de l'exposé sur le débat politique qui a suivi les auditions. Le
gouvernement propose donc l'instauration d'un statut de séjour
médical, l'instauration de la protection subsidiaire, consacre
légalement l'octroi d'un permis de séjour aux personnes victimes de la
traite des êtres humains et qui acceptent de collaborer et, enfin,
l'élargissement dans certains cas des possibilités d'obtenir un droit de
séjour dans le cadre d'un regroupement familial.
L'instauration d'un statut de séjour médical signifie qu'un étranger,
atteint d'une maladie grave et qui ne pourrait être soigné dans son
pays d'origine ou de résidence, pourra bénéficier d'une autorisation de
séjour. Ce statut est soumis aux conditions suivantes:
- il doit être malade;
- il faut que son retour dans son pays représente un risque réel pour
sa vie ou pour son intégrité physique.
L'instauration de la protection subsidiaire serait accordée à l'étranger
pour lequel il existe une raison de croire qu'il courrait un risque réel
d'atteinte grave sur sa personne dans l'éventualité où il retournerait
dans son pays d'origine ou de résidence.
Les trois cas visés sont les suivants:
- lorsque la peine de mort serait appliquée ou lorsqu'il serait exécuté
dans son pays d'origine;
plaatsvindt, waar België aan
deelneemt. Welk zal daar het
aandeel zijn van het
veiligheidsaspect?
Onze commissie voor de
Binnenlandse Zaken heeft
wekenlang gedebatteerd over de
wijziging van de wet van 15
december 1980 over de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen. In de commissie
werden heel veel deskundigen,
vakbondsvertegenwoordigers,
NGO's en besturen gehoord.
De regering heeft het wetsontwerp
tot wijziging van die wet gekoppeld
aan het wetsontwerp tot
hervorming van de Raad van State
en tot oprichting van een Raad
voor Vreemdelingenbetwistingen.
Die twee wetsontwerpen zullen de
Europese richtlijnen 2003/86
(recht op gezinshereniging),
2004/83 (minimumnormen voor
het statuut van vluchteling of van
persoon die bescherming behoeft),
en 2004/81 (verblijf van
slachtoffers van mensenhandel)
omzetten.
De regering verwijst niet naar de
regularisatie van vreemdelingen
die illegaal op ons grondgebied
verblijven, wat in de commissie
heel veel stof heeft doen
opwaaien.
De regering stelt dus een medisch
verblijfstatuut voor, de subsidiaire
bescherming, de toekenning van
een verblijfsvergunning aan
slachtoffers van mensenhandel en
een uitbreiding van het recht op
verblijf voor gezinshereniging.
Het medisch verblijfstatuut wordt
toegekend aan vreemdelingen die
lijden aan een ernstige ziekte en
die niet in hun eigen land verzorgd
kunnen worden. Om aanspraak te
maken op dat statuut moet de
aanvrager ziek zijn, en moet de
terugkeer naar het land van
herkomst een levensbedreigend
risico inhouden, of de fysieke
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
- lorsqu'il serait torturé ou soumis à des traitements inhumains ou
dégradants;
- lorsque sa vie serait gravement menacée en raison de la violence
aveugle occasionnée par un conflit interne ou international.
J'en arrive à l'octroi du permis de séjour aux personnes victimes de la
traite des êtres humains et qui acceptent de collaborer. Cette pratique
existait déjà, mais elle est aujourd'hui consacrée légalement.
Pour ce qui est du droit de séjour dans le cadre d'un regroupement
familial, la transposition dans le droit belge du regroupement familial,
à partir de la directive européenne 2003/86, poursuit un
rapprochement des législations européennes en matière de
regroupement. Elle traduit également fidèlement la préoccupation du
gouvernement de traiter sur un pied d'égalité et dans une même
disposition plusieurs dimensions:
- le respect du droit fondamental à la vie familiale;
- la lutte contre la traite des êtres humains;
- les mariages "blancs";
- l'usage abusif des procédures en matière d'immigration.
Un pouvoir discrétionnaire continuera d'être conféré au ministre de
l'Intérieur qui devra juger les situations non prévues par le législateur.
Je pense ici notamment aux cas humanitaires.
Une condition s'impose: sauf pour des raisons exceptionnelles que
seul le ministre peut apprécier, la demande doit avoir été introduite
depuis l'étranger, ce dans le but d'éviter un abus du recours au
pouvoir discrétionnaire du ministre.
La jurisprudence du Conseil d'État définit les circonstances
exceptionnelles comme "des circonstances qui font qu'il est très
difficile, voire impossible, pour un étranger de retourner dans son
pays d'origine" afin d'en faire la demande.
De manière générale, outre les catégories techniques, il existe trois
groupes bénéficiant du droit de séjour sur notre territoire.
1. Les étrangers dont la demande d'asile a pris un temps
déraisonnablement long, qui sont donc aujourd'hui complètement
intégrés et qui ne représentent aucun danger pour l'ordre public ou la
sécurité de l'État. Le gouvernement souligne que la méthode LIFO
(last in, first out), instaurée pour faire face à la crise que nous avons
connue, a permis de diminuer fortement le nombre de demandes
d'asile et de toucher plus directement le groupe auquel elle était
destinée. Le gouvernement reconnaît cependant que cette méthode a
entraîné des retards dans le traitement de certains dossiers devant
être étudiés sur le fond.
2. Les étrangers qui, en raison d'une maladie grave ou de leur
condition physique, ne peuvent retourner dans leur pays d'origine ou
de résidence principale.
3. Les étrangers dont le retour s'avère difficile, voire impossible, pour
des raisons humanitaires graves.
Le gouvernement estime qu'une liste limitative des motifs de
délivrance des permis de séjour est impossible à réaliser. Le principe
integriteit in gevaar brengen.
De subsidiaire bescherming geldt
voor de vreemdeling die in geval
van terugkeer naar zijn land van
herkomst een risico loopt op
ernstige schade (doodstraf,
folteringen of onmenselijke of
vernederende behandelingen, of
bedreigingen omwille van een
binnenlands of internationaal
conflict).
De vergunning voor slachtoffers
van mensenhandel bestond reeds,
maar is vandaag wettelijk
verankerd.
Het verblijf in het kader van een
gezinshereniging, een omzetting
van de Europese richtlijn 2003/86,
beantwoordt aan de bekommernis
om verschillende aspecten te
behandelen: het recht op
gezinsleven, de strijd tegen de
mensenhandel, de
schijnhuwelijken en het misbruik
van de migratieprocedures.
De minister van Binnenlandse
Zaken zal kunnen oordelen over
situaties waarin de wetgever niet
heeft voorzien, zoals de
humanitaire gevallen. In dat geval
moet de aanvraag echter worden
ingediend vanuit het buitenland,
om misbruiken te voorkomen.
Er zijn drie groepen die het recht
van verblijf op ons grondgebied
genieten: vreemdelingen wier
asielaanvraag onredelijk lang heeft
geduurd; vreemdelingen die niet
naar hun land van oorsprong of
van hoofdverblijfplaats kunnen
terugkeren wegens een ernstige
ziekte of hun fysieke conditie;
vreemdelingen voor wie de
terugkeer moeilijk of onmogelijk
blijkt om ernstige humanitaire
redenen.
De regering is van oordeel dat het
onmogelijk is een limitatieve lijst
op te stellen van gronden voor de
toekenning van
verblijfsvergunningen.
De omzetting van de Europese
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
de base observé est que le refus d'octroi d'un permis de séjour
pourrait constituer une infraction à la Convention européenne des
droits de l'homme ou pourrait être manifestement contraire à la
jurisprudence du Conseil d'État.
Concrètement, quelles seront les modifications apportées par le projet
de loi? Au niveau du regroupement familial, tout d'abord, la
transposition de la directive européenne consacrée par le projet
modifie les conditions applicables en la matière pour les membres de
la famille de personnes non ressortissantes de l'Union européenne.
Ainsi, si une personne étrangère rejoint une autre personne étrangère
séjournant provisoirement en Belgique, la durée de validité du droit de
séjour du regroupement doit être parfaitement alignée sur les
limitations du droit de séjour de la personne séjournant déjà en
Belgique. Par exemple, les étudiants.
Le projet de loi distingue clairement:
- le regroupement familial à l'égard d'une étrangère admise ou
autorisée au séjour permanent ou autorisée à s'établir;
- le regroupement familial à l'égard d'une personne qui ne dispose
elle-même que d'un droit de séjour limité.
Les conditions pour bénéficier du regroupement familial ont été
élargies afin de s'aligner sur la législation européenne. Outre le
conjoint, les enfants mineurs et les enfants mineurs handicapés, à
l'avenir, les parents d'un étranger mineur reconnu comme réfugié
pourront faire valoir un droit au regroupement familial. L'étranger lié
par un partenariat enregistré conformément à une loi à un étranger
admis ou autorisé à séjourner en Belgique, peut également obtenir
une autorisation de séjour. Adoption du principe de la cascade
signifiant que la personne ayant acquis elle-même un droit de séjour
au titre de regroupement familial pourra à l'avenir constituer à son
tour la base d'un nouveau regroupement familial.
Le gouvernement met en garde contre certains abus qui pourraient
être observés dans le cadre du regroupement familial sur la base d'un
mariage. C'est pourquoi, celui-ci prévoit des conditions
supplémentaires à réunir pour bénéficier du droit au regroupement
familial. Ainsi, dans le cas d'un mariage, un regroupement familial ne
pourra être effectué que si le rejoignant et le rejoint ont au minimum
21 ans, ce afin d'éviter les mariages forcés.
Ensuite, l'étranger vivant en Belgique doit disposer de moyens de
logement suffisants et les étrangers qui rejoignent la Belgique devront
également disposer d'une assurance maladie.
Un renforcement des contrôles post-regroupement sera également
prévu afin de vérifier si les étrangers concernés forment de facto une
cellule familiale et remplissent toutes les conditions.
Le gouvernement entend également rationaliser la procédure
d'obtention d'une autorisation de séjour sur la base du regroupement
familial, en permettant notamment d'introduire la demande au départ
de la Belgique dans le cadre d'un séjour légal de longue durée ou de
circonstances humanitaires graves, en invitant l'Office des étrangers à
se prononcer dans les neuf mois de l'introduction de la demande.
Si l'étranger ne réunit pas toutes les conditions requises, s'il n'existe
richtlijn zoals die wordt
gerealiseerd in het ontwerp wijzigt
de voorwaarden die ter zake van
toepassing zijn voor de
familieleden van personen die
geen EU-onderdaan zijn, de
geldigheidsduur van het
verblijfsrecht wegens hereniging
wordt immers perfect afgestemd
op die van de persoon die al in
België verblijft en het recht op
hereniging wordt uitgebreid.
Bijkomende voorwaarden moeten
worden vervuld om het recht op
gezinshereniging te genieten,
meer bepaald om sommige
misbruiken in het kader van een
hereniging op basis van een
huwelijk te verhinderen.
Voorts zal het
beschermingsstatuut op de
slachtoffers van de mensenhandel
worden toegepast. Een aantal
bepalingen heeft betrekking op de
niet-begeleide minderjarigen.
De hervorming van de
asielprocedure is het belangrijkste
hoofdstuk van de wijzigingen die
de regering wenst door te voeren.
Hierbij wordt een dubbele
doelstelling nagestreefd: een
versnelde en vereenvoudigde
procedure enerzijds, en een
degelijke behandeling van alle
aanvragen, gepaard gaande met
een rechterlijke controle,
anderzijds.
Er werd bovendien voorgesteld om
de bevoegdheden van de Dienst
Vreemdelingenzaken en het
Commissariaat-generaal voor de
Vluchtelingen en de Staatlozen te
herverdelen.
Ten slotte voorziet het ontwerp in
de oprichting van een Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen. De
vreemdeling die van oordeel is dat
zijn aanvraag onterecht werd
geweigerd of die ervan overtuigd is
dat het statuut van vluchteling op
hem van toepassing is, kan zich
binnen de twee weken tot die
Raad richten. De Raad zal niet
alleen de bevoegdheden van de
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
plus de vie conjugale ou en cas de fraude, il peut être mis fin au droit
de regroupement familial. L'étranger peut attaquer cette décision
auprès du Conseil du Contentieux des Étrangers.
En ce qui concerne le statut de protection pour les victimes de la traite
des êtres humains, un des projets de loi transpose également la
directive européenne instaurant un statut de protection pour les
victimes de la traite et du trafic des êtres humains. L'accent est mis
sur la victime, puisque le projet de loi prévoit la protection des
victimes de l'infraction de traite des êtres humains. Ce statut de
victime peut, par ailleurs, être conféré tant aux ressortissants de
l'Union européenne qu'aux ressortissants de pays tiers.
La méthode est la suivante: la victime bénéficie d'une aide adéquate
et peut acquérir un droit de séjour sur notre territoire en échange de
sa contribution à l'enquête, ce qui permet aux autorités policières et
judiciaires de recueillir de précieuses informations pour démanteler
les réseaux.
Certaines dispositions sont également prévues pour les mineurs non
accompagnés.
En ce qui concerne la réforme de la procédure d'asile, elle constitue le
chapitre le plus important des modifications que le gouvernement
souhaite apporter.
Les objectifs du gouvernement sont doubles: d'une part, accélérer et
simplifier la procédure et, d'autre part, garantir un traitement de
qualité à toutes les demandes, assorties d'un contrôle juridictionnel.
Pour ce faire, une nouvelle répartition des compétences a été
proposée.
Au niveau des compétences de l'Office des étrangers, celui-ci reste
compétent pour recevoir la demande d'asile et l'analyser. C'est
également l'Office qui transmet le questionnaire d'identité de
l'étranger et qui évalue, quel est, selon la Convention de Dublin, le
pays compétent pour traiter la demande d'asile, ou encore si
l'étranger demandeur ne présente aucun danger pour l'ordre public et
la sécurité publique. L'Office des étrangers a, en outre, le pouvoir de
déclarer sans objet une demande réitérée lorsque des éléments
nouveaux n'ont pas été apportés par le demandeur.
En ce qui concerne les compétences du CGRA, il est prévu que les
services du Commissaire général traitent toutes les demandes d'asile
à bref délai, c'est-à-dire en 15 jours pour les demandes d'asile des
étrangers privés de leur liberté sur le plan administratif ou pénal et en
5 jours pour les demandes introduites par les ressortissants de
l'Union européenne.
La proposition de loi entend simplifier la procédure par le fait de
permettre au CGRA de se limiter à un seul examen approfondi relatif
à la recevabilité et au fond. Cet examen sera suivi d'une seule
décision.
L'étranger reconnu "réfugié" au sens de la Convention de Genève,
bénéficie immédiatement d'un droit de séjour illimité. Dans le cas où
cet étranger bénéficie du statut de "protection subsidiaire", un droit de
séjour provisoire de cinq ans lui est octroyé, au terme duquel il peut
Vaste Beroepscommissie voor
vluchtelingen overnemen, maar zal
ook als vernietigingsrechter
optreden ten aanzien van alle
individuele beslissingen die in het
kader van de
vreemdelingenwetten zijn
genomen. De Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen zal
dus een aanzienlijk aantal
hangende dossiers van de Raad
van State overnemen.
De uitgewezen vreemdeling zal
over 24 uur beschikken om een
dringende opschortende
procedure in te dienen. Als de
rechter binnen de 48 uur geen
uitspraak doet, is het aan de
eerste voorzitter of aan de
voorzitter om de nodige
maatregelen te treffen opdat er
binnen de 72 uur na indiening van
het verzoekschrift een beslissing
valt.
De beslissingen van de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen
kunnen nog het voorwerp worden
van een cassatieberoep bij de
Raad van State. Om te voorkomen
dat bij de Raad van State een
even grote achterstand als
vandaag ontstaat, stelt de regering
een filterprocedure voor die de
juridisch ongegronde beroepen
kan verhinderen. De na de
filterprocedure ontvankelijk
verklaarde voorzieningen in
cassatie moeten prioritair
behandeld worden. Binnen de 6
maanden moet er een arrest
geveld zijn.
Met betrekking tot de structuur en
de werking van de Raad van
State, stelt de regering eveneens
maatregelen voor om de
procedures te vereenvoudigen en
de achterstand bij deze instelling
weg te werken. In afwachting van
de oprichting van de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen, zal de
Vaste Beroepscommissie voor
vreemdelingen volgens de nieuwe
regels moeten werken.
Tijdens de bespreking werden
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
faire valoir un droit de séjour illimité.
Enfin, le projet prévoit la création d'un Conseil du Contentieux des
Étrangers. Ce conseil pourrait être saisi dans les 15 jours par
l'étranger qui estime que sa demande est rejetée à tort ou qui estime
qu'il est en droit de bénéficier d'un statut de réfugié en lieu et place du
statut de protection subsidiaire qui lui a été octroyé.
Dans le cadre des dossiers d'asile, le Conseil du Contentieux des
Étrangers aurait la plénitude de juridiction. Les magistrats pourront
donc soit confirmer la décision du commissaire, soit accorder le statut
de protection subsidiaire, soit aussi annuler une décision du
commissaire.
Une règle prime dans l'étude des dossiers: le Conseil doit consacrer
un traitement prioritaire aux dossiers d'étrangers qui sont enfermés.
Le recours est, dans les procédures de demande d'asile, toujours
suspensif. Cela veut dire qu'aucune mesure d'éloignement ne pourra
être prise par l'Office des étrangers tant qu'une décision judiciaire
n'aura pas été prononcée.
La procédure proposée est la suivante:
1. dépistage préalable du recours sans objet ou manifestement
irrecevable;
2. si le recours est recevable, l'affaire est fixée; les parties disposent
d'au moins 8 jours;
3. à l'audience, les parties ont le droit d'exposer succinctement leur
point de vue. L'étranger ne peut citer que des éléments figurant dans
le recours initial et tout nouvel élément devra être justifié;
4. l'étranger détenu bénéficiera d'une procédure accélérée afin de
limiter dans le temps la mesure privative de liberté. Le juge saisi du
litige doit prendre une décision dans un délai de 5 jours ouvrables
après la clôture des débats.
Le Conseil du Contentieux des Étrangers reprendra donc non
seulement les compétences de la Commission permanente de
recours des réfugiés, mais il fera également office de juge en
annulation à l'égard de toutes les décisions individuelles prises dans
le cadre des lois sur les étrangers. Le Conseil du Contentieux des
Étrangers reprendra donc un arriéré important du Conseil d'État.
L'étranger qui fait l'objet d'une mesure d'expulsion disposera d'un
délai de 24 heures pour introduire une procédure en suspension en
extrême urgence auprès du Conseil. Afin de garantir cette faculté, un
service de garde de magistrats sera instauré. Si le juge ne se
prononce pas dans les 48 heures, c'est au premier président ou au
président qu'il reviendra de prendre les mesures pour qu'une décision
tombe dans les 72 heures suivant l'introduction de la requête.
Les décisions du Conseil du Contentieux des Étrangers sont encore
susceptibles de faire l'objet d'un pourvoi en cassation auprès du
Conseil d'État. Afin d'éviter la reconstitution de l'arriéré actuel au sein
du Conseil d'État, le gouvernement propose la mise en place d'un
filtre pour empêcher les pourvois juridiquement non fondés.
Quelquefois, ces pourvois sont également nommés "recours
dilatoires".
verschillende aspecten belicht.
De regels in verband met de
gezinshereniging gelden enkel
voor de niet-EU-onderdanen,
vermits een andere richtlijn inzake
de gezinshereniging van de EU-
onderdanen nog in Belgisch recht
moet worden omgezet.
Wat de humanitaire
omstandigheden betreft, blijven de
parlementsleden vasthouden aan
het beginsel dat stelt dat wie in zijn
land van herkomst
aan
vervolgingen wordt blootgesteld,
de meest geschikte bescherming
moet kunnen genieten. Voorts
waren de MR en het cdH er eerder
voor gewonnen dat de lokale
overheden bij het onderzoek van
de aanvragen zouden betrokken
worden, terwijl de PS, de VLD, de
CD&V, sp.a-spirit, Ecolo en het
cdH zich afvroegen of dat
alternatief wel objectief was.
Tot slot meenden de MR en sp.a-
spirit dat de regularisatiecriteria
niet geformaliseerd dienden te
worden en de minister ter zake zijn
discretionaire bevoegdheid moest
behouden. De PS, Ecolo en het
cdH zijn daarentegen van oordeel
dat die criteria ruim omschreven
moeten worden en dat daarbij de
vrijwaring van de openbare orde
en de belangen van de
asielzoekers met elkaar moeten
verzoend worden.
Er werden meer dan 100
amendementen ingediend.
Wat de gezinshereniging betreft,
wordt in een van de
amendementen voorgesteld dat
alle vreemdelingen die zich op ons
grondgebied vestigen, het bewijs
moeten leveren dat ze over vaste,
regelmatige en voldoende
bestaansmiddelen beschikken.
Wat de erkenningscriteria voor het
statuut van vluchteling betreft,
werd er een amendement
ingediend dat ertoe strekt de
definitie van het begrip "sociale
groep" te wijzigen door de
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Trois objectifs sont visés par ce filtre:
- les pourvois en cassation pour lesquels le Conseil d'État n'est pas
compétent ou qui sont sans objet ou manifestement irrévocables
seront déclarés inadmissibles;
- un pourvoi ne sera admissible que si des moyens relatifs à une
violation de la loi ou des normes prescrites à peine de nullité sont
invoqués;
- il faut sauvegarder l'uniformité de la jurisprudence.
Les pourvois en cassation déclarés admissibles à l'issue de la
procédure de filtre devront être prioritaires. Un arrêt devra être rendu
dans les six mois.
Les projets de loi proposent également des mesures relatives à la
structure et à l'organisation du Conseil d'État pour simplifier les
procédures et résorber le retard de cette instance dans les dossiers
relatifs aux demandeurs d'asile. Il s'agit notamment d'introduire des
techniques de management modernes, de décharger le Conseil d'État
de certaines tâches comme celles relatives au statut des unions
professionnelles le gouvernement estime que les services du
ministre en charge des Classes moyennes peuvent y répondre ,
l'instauration d'un système de mandat avec des compétences
clairement délimitées ou encore l'affectation de magistrats
supplémentaires. Il a été question de 32 magistrats lors des
discussions.
Dans l'attente de la mise en place du Conseil du Contentieux des
Étrangers, la Commission permanente de recours des étrangers sera
tenue de travailler selon les nouvelles règles.
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je
voudrais vous faire part des réflexions qui ont vu le jour pendant nos
travaux. La volonté du gouvernement de ne pas intégrer les critères
dans la loi a créé de nombreux remous au sein de la commission et
au sein des différents partis. La commission a abordé la question au
moment des discussions politiques qui ont suivi les auditions et dont
vous avez eu écho par mon collègue M. Claes.
Cette réflexion a porté sur plusieurs éléments.
En ce qui concerne le regroupement familial, les parlementaires ont
souligné que les règles qui y sont relatives ne concernaient que les
ressortissants des pays non européens puisqu'une autre directive
relative au regroupement familial des ressortissants européens doit
encore être transposée.
En ce qui concerne les conditions humanitaires, les parlementaires
ont tenu à rappeler combien ils sont attachés au principe selon lequel
toutes les personnes soumises à des persécutions dans leur pays
d'origine doivent pouvoir bénéficier de la protection la plus adaptée.
La question relative à l'implication des autorités locales dans l'analyse
des demandes a, par contre, révélé des positions très différentes. Le
PS, le VLD, le CD&V, le sp.a-spirit et Ecolo s'interrogeaient sur
l'objectivité de l'alternative, tandis que le MR et le cdH se montraient
plutôt favorables à cette idée.
En ce qui concerne les critères de régularisation, cette question a
gestelde cumulatieve voorwaarden
om te zetten in alternatieve
voorwaarden.
Met een ander amendement werd
beoogd de tekst aan te passen in
de zin van de richtlijn betreffende
minimumnormen voor de
procedures in de lidstaten voor de
toekenning of intrekking van de
vluchtelingenstatus.
Andere amendementen hadden
betrekking op de opsluiting. Ten
slotte werden er een aantal
amendementen over de criteria
van de asielprocedure neergelegd.
Deze amendementen hadden tot
doel duidelijke criteria in te voeren
in de wet om willekeurige
beslissingen uit te sluiten. De
regering heeft verklaard het
voorstel om regularisatiecriteria in
de wet in te schrijven niet genegen
te zijn.
In de commissie werd vastgesteld
dat er geen meerderheid is voor
de oplossing van de regularisatie
en het vastleggen van de criteria.
De PS en het cdH hebben dan wel
voor gestemd maar alle andere
stemden tegen. Gezien de
standpunten van de verschillende
partijen blijft de kloof bestaan. Zij
moet worden gedicht door een
wetgeving die beter overeenkomt
met de schrijnende werkelijkheid
aan onze Europese grenzen.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
soulevé, comme prévu, de nombreux débats et remous en
commission. Le PS, Ecolo et le cdH se sont interrogés sur les
motivations du gouvernement à ne pas inscrire ces critères dans la
loi, estimant que leur inscription n'est en rien incompatible avec le
pouvoir discrétionnaire du ministre. Le PS s'est particulièrement
montré préoccupé par la problématique des personnes installées
depuis longtemps dans notre pays et qui ne constituent aucun danger
pour l'ordre public. Ces partis ont exprimé leur volonté de voir ces
critères définis de manière large conciliant le respect de l'ordre public
et celui des demandeurs. Le MR et le sp.a-spirit ont estimé, quant à
eux, que les critères ne devaient pas être formalisés et devaient
rester de la compétence discrétionnaire du ministre.
Plus d'une centaine d'amendements ont été déposés. Il serait trop
long de vous les exposer tous ici. C'est la raison pour laquelle je vais
vous en donner les grandes lignes.
Sur le regroupement familial, l'un des amendements propose, par
exemple, que la preuve selon laquelle l'étranger rejoint dispose de
moyens de substance stables, réguliers et suffisants, soit exigée pour
tous les étrangers qui viennent s'installer sur notre territoire, ce dans
le but d'éviter le recours abusif à l'aide sociale une fois les personnes
installées.
Au sujet des critères de la reconnaissance du statut de réfugié, un
amendement, tendant à modifier la définition de "groupe social" en
transformant les conditions cumulatives qui y figurent en conditions
alternatives, a été déposé. Un amendement, tendant à adapter le
texte du projet de loi dans le sens de la directive européenne relative
à des normes minimales concernant la procédure d'octroi et de retrait
du statut de réfugié dans les Etats membres, de manière à ce que la
décision du commissaire général aux réfugiés et aux apatrides ne
puisse être déterminée exclusivement par le fait que la demande
réponde ou non aux critères de recevabilité, a également été déposé.
D'autres amendements portaient sur la question de la détention. L'un
d'entre eux propose notamment qu'un demandeur d'asile non détenu
qui reçoit une décision de refus de reconnaissance du Commissariat
général pour les réfugiés et apatrides et qui a introduit un recours
suspensif contre la décision ne soit pas détenu tant que le Conseil du
Contentieux des Étrangers n'aura pas rendu de décision négative.
Enfin, certains amendements ont été déposés sur les critères de la
procédure d'asile. Par exemple, un amendement a été déposé dans
le but d'introduire des critères clairs, permanents et notamment
relatifs aux demandes de séjour de plus de trois mois, dans le cadre
d'une procédure de régularisation devant une commission composée
collégialement de trois membres et devant laquelle le demandeur
pourra comparaître et se défendre oralement. Les critères visent les
catégories de personnes suivantes:
- les victimes de la procédure d'asile longue;
- les personnes qui se trouvent dans une situation d'impossibilité de
retour;
- les personnes gravement malades ou souffrant d'un handicap;
- les personnes avec des attaches sociales et/ou se trouvant dans
des circonstances humanitaires;
- les personnes avec projet de contribution socio-économique en
Belgique.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
L'objectif de ces amendements visait à introduire des critères clairs
dans la loi pour permettre d'éviter l'arbitraire des décisions.
En réponse, le gouvernement a expliqué qu'il n'était pas favorable à la
demande formulée par certains groupes d'inscrire les critères de
régularisation dans la loi.
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, à la
lecture de ce rapport et à l'analyse des débats, des amendements et
des propositions relatifs à ces projets de loi, il faut bien admettre qu'il
n'existe pas, à l'heure actuelle, de majorité dans ce pays pour
soutenir la solution de la régularisation et de la formalisation des
critères. Si le PS et le cdH ont voté pour, tous les autres s'y sont
opposés.
Il nous faut bien admettre aussi que ces questions restent posées.
Même si certaines avancées sont proposées à ce sujet via ces projets
de loi, il n'en reste pas moins que la fracture, au vu des positions des
uns et des autres, demeure. Elle devra, à coup sûr, être comblée par
une législation plus conforme à la réalité criante à nos frontières
européennes, à nos portes, dans nos rues, dans nos chantiers, ...
03.06 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, sommes-
nous toujours dans le cadre du rapport? Il me semble que nous
dévions légèrement vers la discussion générale?
03.06 Jacqueline Galant (MR):
Bevinden we ons nog altijd in het
kader van het verslag? Ik krijg de
indruk dat we geleidelijk aan
overgaan naar de algemene
bespreking.
03.07 Mohammed Boukourna (PS): Je ne vois pas en quoi.
03.08 Jacqueline Galant (MR): Certaines prises de position que
vous venez d'émettre ne figurent pas dans le rapport.
03.08 Jacqueline Galant (MR):
Sommige standpunten die u net
naar voren heeft gebracht staan
niet in uw verslag.
03.09 Mohammed Boukourna (PS): Je termine simplement par dire
que cette fracture reste ouverte et qu'à l'heure actuelle, les positions
n'ont pas convergé vers une harmonisation des critères et vers une
régularisation. En quoi cela pose-t-il problème?
03.09 Mohammed Boukourna: Ik
stel vast dat de kloof blijft bestaan
en dat de standpunten op dit
ogenblik niet zijn geëvolueerd in
de zin van een harmonisering van
de criteria en een regularisatie.
Le président: M. Boukourna dit qu'il n'y a pas de majorité en
commission; c'est un constat du rapporteur!
M. Boukourna n'a pas cité Ecolo, madame Nagy.
De voorzitter: Er is geen
meerderheid in commissie; dat is
een vaststelling van de
verslaggever.
03.10 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, j'ai évidemment
assisté à toute la discussion en commission; j'écoute attentivement le
rapport et je me pose la même question que ma collègue Galant.
Certaines façons de rapporter les décisions d'une commission sont
objectives, d'autres représentent plutôt le point de vue du groupe du
rapporteur. Il convient de les distinguer.
03.10 Marie Nagy (ECOLO):
Soms wordt van de besprekingen
in commissie objectief verslag
uitgebracht, in andere gevallen
geeft de rapporteur eerder de
zienswijze van zijn fractie weer.Ik
vind dat dat onderscheid moet
worden gemaakt.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Le président: C'est exact: c'était limite. J'écoutais avec beaucoup
d'attention lorsque M. Boukourna concluait son rapport. Je me disais
que M. Maene était inscrit et donnerait sans doute tout à l'heure l'avis
du groupe PS.
Allez-y, monsieur Boukourna! Vous êtes un jeune député.
De voorzitter: Dat klopt; Ik heb
aandachtig naar het besluit van de
heer Boukourna geluisterd. De
heer Maene heeft op het einde van
de ochtend het standpunt van de
PS-fractie vertolkt.
03.11 Mohammed Boukourna, rapporteur: Monsieur le président,
j'en arrivais à la conclusion lors de l'interruption par Mme Galant.
Je vous remercie pour votre attention. Je termine ma conclusion en
attirant votre attention sur le fait que le problème reste posé et qu'il
s'agira, à un moment ou à un autre, de trouver la réponse qu'il
convient de lui apporter. C'est tout ce que je voulais dire en guise de
conclusion.
03.11 Mohammed Boukourna,
rapporteur: Voor het probleem dat
blijft bestaan moet een oplossing
worden gevonden.
De voorzitter: Zoals afgesproken zal ik nu over het tweede deel als ik het zo mag zeggen laten
rapporteren. Daarvoor komen de dames Lanjri en Galant.
Je remercie M. Delizée de me remplacer dans une minute pour me permettre d'assister à la Conférence
des présidents. Il se tiendra également une réunion de la commission des Affaires européennes dans le
cadre de la Stratégie de Lisbonne.
Ik zal dan een sprekerslijst voorstellen, na de rapporteurs. De heer Claes zal wellicht de eerste spreker zijn,
Madame Galant, vous serez deuxième sur la liste des orateurs.
Mijnheer De Man zal de derde spreker zijn.
M. Maene serait le quatrième et Mme Douifi la cinquième, afin d'alterner les langues. Mais nous
terminerons d'abord les rapports.
Mevrouw Lanjri, als u nu uw rapport wil uitbrengen?
Madame Galant, Mme Lanjri prendra la parole comme rapporteur. Ensuite, je commencerai avec Dirk
Claes, puis vous-même au nom de votre groupe, avant de passer la parole à M. De Man.
Président: Jean-Marc Delizée, premier vice-président.
Voorzitter: Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter.
03.12 Nahima Lanjri, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, zoals
collega Claes reeds gezegd heeft, zijn we in de commissie voor
Binnenlandse Aangelegenheden in verband met deze twee
wetsontwerpen begonnen met hoorzittingen. Eerst waren er de
organisaties, de NGO's en het middenveld. Daarnaast, op een tweede
dag, hebben we de vertegenwoordigers gehoord van verschillende
instellingen.
Eerst en vooral hebben we de Raad van State gehoord. De eerste
voorzitter van de Raad van State herinnerde aan de zorgwekkende
toestand bij de Raad van State. De achterstand bedraagt momenteel
ongeveer 36.200 dossiers waarvan een zeer groot deel betrekking
heeft op vreemdelingen. Bovendien worden er jaarlijks ongeveer
10.000 nieuwe dossiers ingediend waarvan zo'n 2.800 in gewone
geschillen. De meerderheid ervan is in verband met vreemdelingen.
De Raad van State is reeds jaren vragende partij voor de oprichting
van een rechtsinstantie van eerste aanleg zoals nu in het wetsontwerp
is opgenomen. Niettemin vraagt de Raad zich af of door de oprichting
03.12 Nahima Lanjri, rapporteur:
La commission de l'Intérieur a
commencé ses travaux par des
auditions. Les organisations
d'abord et ensuite les
représentants d'un certain nombre
d'institutions ont été entendus.
Le premier président du Conseil
d'État a rappelé l'arriéré inquiétant
d'environ 36 200 dossiers, une
majeure partie de ceux-ci
concernant des allochtones.
Environ dix mille nouveaux
dossiers sont introduits chaque
année, dont 2 800 par des
étrangers.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
van die nieuwe administratieve rechtsinstantie, de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen, met het bijhorende cassatieberoep dat
nog mogelijk is bij de Raad van State, geen nieuwe
beroepsmogelijkheid in het leven wordt geroepen. Dat zou de situatie
voor de Raad van State geenszins eenvoudiger maken. Alles valt of
staat dus met het al dan niet inbouwen van een voldoende
schiftingsregeling of, zoals we in de commissie vaak hebben gehoord,
een goede filter, aldus de eerste voorzitter.
De Raad van State doet in zijn advies met betrekking tot het
voorliggend ontwerp een aanbeveling inzake de schiftingsregeling
waarbij drie toelaatbaarheidsgronden worden gehanteerd. Ten eerste,
de eenheid van rechtspraak om te voorkomen dat rechtbanken
beslissingen wijzen die alle kanten uitgaan. Ten tweede, het moet
gaan om principiële rechtskwesties, met andere woorden zaken die
alle rechtzoekenden aanbelangen en die het individueel belang
overstijgen. Ten derde, het niet naleven door de rechtsinstantie van
eerste aanleg, van de wezenlijke vormvereisten die borg staan voor
de eerbiediging van de individuele rechten. Substantiële
procedurefouten dus. Dat zijn drie criteria die de Raad van State
vraagt om de filter efficiënt te doen werken.
Het ontwerp voorziet echter in een bijkomende toelaatbaarheidsgrond,
meent de Raad van State, met name de schending van de wet. In
werkelijkheid vormt de schending van de wet helemaal geen
toelaatbaarheidsgrond maar een grond voor cassatieberoep. De
toevoeging aan de drie voormelde voorwaarden zorgt ervoor dat het
schiftingsmechanisme wordt omgevormd tot een zeef, zo
waarschuwde de eerste voorzitter, terwijl het de bedoeling moet zijn
om de toelaatbaarheidsgronden bij de Raad van State te beperken
zoals dit bijvoorbeeld het geval is in Duitsland.
Deze visie wordt bijgetreden door de adjunct-auditeur-generaal bij de
Raad van State. Aan de hand van de huidige dossiers en de
voorstellen die de regering in het ontwerp heeft opgenomen, zal er
volgens de spreker ongeveer 15 jaar nodig zijn om de huidige
achterstand weg te werken.
Naast de instelling van de toelaatbaarheidsgronden is het
onvermijdelijk nodig om ook voor meer middelen voor de Raad van
State te zorgen, zo meent hij.
Met betrekking tot de invoering van nieuwe managementprincipes in
de werking van de Raad van State, stelt de adjunct-auditeur-generaal
dat het voorliggende ontwerp eigenlijk de zeer formalistische regeling
heeft overgenomen die binnen de rechtelijke macht gangbaar is.
Volgens de spreker werkt deze echter niet naar behoren, terwijl dit nu
zo maar wordt toegepast op de Raad van State. De talrijke
vormvereisten en de evaluaties zullen zoveel tijd in beslag nemen, dat
de behandeling van de dossiers vertraging zal oplopen, zo vreest hij.
Al deze elementen als, ten eerste, de ontoereikende filterprocedure,
ten tweede, de toepassing van de nieuwe managementprincipes en,
ten derde, het feit dat de oude dossiers nog steeds moeten worden
weggewerkt, zullen er volgens hem toe leiden dat de verwezenlijking
van de hervorming en de voornaamste doelstelling ervan, eigenlijk
onzeker is. De Raad van State vraagt geen halve maatregelen.
Ten tweede hebben we de Orde van de Balie van de Franstalige en
Le Conseil demande depuis des
années déjà la création d'une
juridiction de première instance
mais se demande toutefois si une
nouvelle instance administrative
avec possibilité de recours en
cassation auprès du Conseil d'État
n'ajoute pas une nouvelle
possibilité de recours. Le premier
président souligne qu'il est
essentiel de prévoir un filtre
efficace.
Le Conseil préconise un système
de tri fondé sur trois motifs
d'admissibilité, à savoir le
caractère disparate de la
jurisprudence, des questions
principielles de droit et des erreurs
substantielles de procédure. Selon
le Conseil, le projet instaure un
motif d'admissibilité
supplémentaire, à savoir la
violation de la loi, qui justifie en fait
un recours en cassation. Le
premier président estime que le
filtre ne jouera dès lors plus son
rôle.
Cette conception des choses est
partagée par l'auditeur général
adjoint qui prétend qu'avec le
présent projet de loi, il faudra
encore quinze ans au Conseil
d'Etat pour résorber son arriéré.
Selon lui, il faut prévoir non
seulement des motifs
d'admissibilité plus sévères mais
aussi plus de moyens. En outre,
il estime que les nouveaux
principes de management
consacrés dans ce projet ne sont
en fait qu'une variante du
règlement formaliste qui est
d'usage courant au sein du
pouvoir judiciaire. Or, selon lui, ce
règlement ne fonctionnerait pas
convenablement puisque son
unique effet serait de provoquer
encore plus de retard. Pour toutes
ces raisons, il craint que les
objectifs de la réforme du Conseil
ne soient pas atteints. Il souligne
que ces demi-mesures n'y
suffiront pas.
Ensuite, des représentants de
l'Ordre du barreau de la
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
de Duitstalige Gemeenschap gehoord. Volgens de Orde moeten drie
beginselen vooropstaan met betrekking tot de voorliggende
problematiek. Ten eerste, het substantieel wegwerken van de
achterstand bij de Raad van State. Daarbij moet er de waarborg op
een billijk proces zijn voor iedereen. Ten tweede, bij de behandeling
van het vreemdelingencontentieux mag geen lagere
beschermingsgraad van de grondrechten gelden dan in andere
geschillen. Ten derde, de oprichting van de administratieve
rechtsinstantie inzake vreemdelingenzaken met volle rechtsmacht om
de toevloed van dossiers bij de Raad van State te beperken.
Dit laatste punt lijkt in het ontwerp opgenomen te zijn, maar de Orde
wil de aandacht in het bijzonder vestigen op enkele knelpunten. Ten
eerste, het wegwerken van de huidige achterstand in de dossiers. Een
regularisatie van deze dossiers lijkt voor de Orde de enige
aanvaardbare werkwijze. Ten tweede, de schiftingsprocedure inzake
administratieve cassatieberoepen. In dit verband stelt de Orde dat de
door de Raad van State voorgestelde filter bijzondere problemen stelt,
aangezien die volgens de Orde enkel voor vreemdelingendossiers
zou gelden. Een schifting moet evenwel mogelijk zijn, rekening ermee
gehouden dat beroep moet openstaan voor alle rechtzoekenden, dat
de aanvrager kan gehoord worden en dat de beslissing met redenen
omkleed wordt. Ten derde, de bekendmaking van de beslissing, zodat
er voldoende transparantie is.
De derde instantie die we hoorden was de dienst
Vreemdelingenzaken. De heer Roosemont besprak tijdens de
uiteenzetting drie belangrijke aspecten met betrekking tot het
voorliggende ontwerp, namelijk de wijziging van de asielprocedure, de
aanpassingen van de voorwaarden en de procedure voor de
gezinshereniging en het vervangen van artikel 9, 3° door twee nieuwe
bepalingen in verband met de regularisatie. Met betrekking tot de
asielprocedure zal de rol van de DVZ na de wetswijziging sterk dalen.
De dienst Vreemdelingenzaken staat dan immers nog enkel in voor
de opname van gegevens, het bepalen van de taal van het onderzoek
en het Dublinonderzoek. Tevens zal de dienst Vreemdelingenzaken
nog optreden bij een tweede of herhaalde asielaanvraag en bij het in
overweging nemen daarvan.
Inzake de gezinshereniging brengt de heer Roosemont de
voorgestelde wijzigingen in herinnering, in het bijzonder de langere
periode waarin controle op misbruiken van gezinshereniging mogelijk
wordt.
Met betrekking tot de regularisatie herhaalde de heer Roosemont de
criteria die momenteel door DVZ worden gehanteerd. Sedert 2005
worden alle aanvragen ingediend vóór 1 januari 2001 prioritair
behandeld. Deze werkwijze werd later herzien, zodat momenteel
asielaanvragen ingediend vóór 30 juni 2003 nog steeds hangende zijn
en voor regularisatie in aanmerking komen.
De vierde instantie die wij hoorden, was het Commissariaat-Generaal
voor de Vluchtelingen en de Staatlozen.
De heer Van den Bulck komt tijdens zijn uiteenzetting terug op de
maatregelen die werden genomen om de groeiende achterstand bij
het Commissariaat-Generaal aan te pakken.
Communauté française et de la
Communauté germanophone ont
été entendus. Ils estiment
qu'après la réforme du Conseil
d'Etat, un procès équitable devra
rester garanti, les droits
fondamentaux des étrangers
devront être protégés comme
dans d'autres litiges et une
juridiction administrative devra être
créée pour réduire l'afflux de
dossiers au Conseil d'Etat.
L'Ordre souhaite que l'arriéré
actuel soit résorbé par le biais
d'une régularisation des dossiers.
Selon l'Ordre, le filtre proposé par
le Conseil d'État en matière de
recours en cassation
administrative pose des problèmes
parce qu'il ne s'appliquerait qu'aux
dossiers concernant des
étrangers. Il doit être possible
d'opérer une sélection, le recours
doit ensuite être ouvert à chaque
justiciable, le demandeur doit
pouvoir être entendu et la décision
doit être motivée. La décision doit
en outre être publiée dans un
souci de transparence.
M. Roosemont souligne qu'après
les modifications apportées à la loi
l'Office des étrangers (OE) ne sera
plus en charge que de la collecte
des données, de la détermination
de la langue de procédure et de
l'examen Dublin. L'Office
interviendra également encore lors
d'une deuxième demande d'asile
ou en cas de demandes répétées.
En outre, une procédure de
contrôle plus longue sera mise en
place dans le cadre du
regroupement familial. En matière
de régularisation, M. Roosemont
rappelle que depuis 2005 toutes
les demandes introduites avant le
1
er
janvier 2001 ont bénéficié d'un
traitement prioritaire. Étant donné
que la méthode de travail a été
modifiée ultérieurement, des
demandes d'asile pendantes
introduites avant le 30 juin 2003
entrent actuellement en ligne de
compte pour la régularisation.
M. Van den Bulck, membre du
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Zo werd in januari 2001 het LIFO-principe last in first out
toegepast. Dat heeft tot gevolg dat tijdens de voorbije jaren het
Commissariaat-Generaal gemiddeld binnen een termijn van drie
maanden een beslissing kon nemen. Dat neemt volgens de
commissaris-generaal niet weg dat voor een groot aantal dossiers uit
het verleden voornoemde, korte beslissingstermijn niet werd gehaald.
Sedert 2005 wordt echter steevast aan het wegwerken van de
achterstand gewerkt. Dat werd mogelijk gemaakt door de inzet van
goed en sterk gemotiveerd personeel, een betere organisatie van het
werk en, voor een beperkt gedeelte, de afsluiting van dossiers zonder
voorwerp na de regularisatie van verblijf omwille van een te lange
procedure.
Bij de behandeling van de dossiers wordt bijzondere aandacht
besteed aan de kwetsbare groepen, zoals minderjarigen, slachtoffers
van mensenhandel en de genderproblematiek.
Voor een aantal belangrijke cijfergegevens verwijs ik naar het
schriftelijk verslag.
De heer Van den Bulck is van mening dat de huidige procedure als
heel goed en efficiënt kan worden beschouwd. Zij voldoet immers aan
de belangrijkste criteria die aan een asielprocedure kunnen worden
gesteld: de definitie moet alomvattend zijn en de procedure moet
reële garanties op de rechten voor asielzoekers inhouden. Dat laatste
wil zeggen dat de toegang tot de procedure moet zijn gegarandeerd.
De asielzoeker moet bovendien de reële mogelijkheid hebben om zijn
redenen uiteen te zetten. Ook moet hij kunnen rekenen op een
effectief beroepsmiddel en op een beslissing binnen een korte termijn.
Tegelijkertijd moet de procedure efficiënt zijn. Een eindbeslissing
moet binnen een korte termijn worden genomen. De procedure moet
bovendien op een zodanige manier worden opgebouwd dat het
misbruik ervan tot een minimum wordt herleid.
Dat neemt volgens de commissaris-generaal niet weg dat een
hervorming, zoals ze nu wordt voorgesteld, niet nodig zou zijn. De
hervorming is alleszins nodig. Belangrijk is immers de invoering van
de subsidiaire beschermingsstatus en de noodzaak om de
achterstand bij de Raad van State weg te werken.
In verband met de subsidiaire bescherming toonde de commissaris-
generaal zich bijzonder tevreden met de toepassing van de unieke
procedure procédure unique waarvoor in het ontwerp werd
gekozen. Op die manier wordt elk dossier tegelijkertijd gecontroleerd
op de toepassing, enerzijds, van de Conventie van Genève en,
anderzijds, op de voorwaarden voor subsidiaire bescherming.
Het ontwerp heeft echter ook zwakke kanten, meent de heer Van den
Bulck. De huidige structuur van de wet van 1980 wordt immers
behouden. De tekst wordt daardoor nog onleesbaarder dan hij nu al
is. Een tweede zwak punt is het behoud van artikel 52 met betrekking
tot de ontvankelijkheidcriteria, wat hij problematisch noemt.
De naleving van de richtlijn betreffende de minimumnormen voor de
asielprocedure, die binnenkort nog moet omgezet worden in Belgisch
recht, zal opnieuw een aanpassing van dit artikel vereisen. Het was
Commissariat général aux
réfugiés et aux apatrides (CGRA),
rappelle que le principe last in first
out (LIFO) est appliqué depuis
janvier 2001, ce qui a permis, ces
dernières années, de prendre une
décision dans un délai moyen de
trois mois. Ce délai n'a toutefois
pas pu être respecté pour de
nombreux dossiers du passé. Le
dévouement du personnel qualifié
et motivé et une meilleure
organisation du travail ont permis
depuis 2005 de résorber le retard.
Un nombre limité de dossiers est
clôturé après régularisation en
raison d'une procédure trop
longue. Une attention particulière
est accordée aux groupes les plus
vulnérables.
M. Van den Bulck se réjouit de la
procédure existante dès lors
qu'elle offre des garanties réelles
quant aux droits du demandeur
d'asile, qu'elle est efficace et est
basée sur une définition
universelle. Une réforme demeure
pourtant nécessaire pour résorber
l'arriéré du Conseil d'État et
instaurer une protection
subsidiaire. Le commissaire
général se félicite de la procédure
unique retenue dans le cadre du
projet. Il déplore toutefois le
maintien de la structure de la loi de
1980, qui alourdit encore la
lisibilité du texte. En outre, comme
la directive relative aux normes
minimales en matière de
procédure d'asile doit être
transposée prochainement en droit
belge, l'article 52 devra encore
être adapté.
Le président du CPAS de Liège
s'oppose aux situations résultant
de l'instauration du principe LiFo. Il
s'est ainsi formé un groupe first in
never out, qui sollicite une aide
financière auprès des CPAS. Le
non-respect du plan de répartition
pose également problème. Enfin,
les autorités doivent mieux veiller
à l'exécution effective des ordres
de quitter le territoire.
La présidente du CPAS anversois
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
misschien beter geweest dat dit in één keer gebeurde.
Nadien hebben wij de OCMW's van grote steden, de OCMW's van
Luik en Antwerpen, gehoord. De voorzitter van het OCMW van Luik
haalde in zijn betoog enkele knelpunten aan. Zo verzet hij zich
uitdrukkelijk tegen de situaties die zijn ontstaan door de invoering van
het LIFO-principe. Hij merkte op dat daardoor een FINO-groep
ontstaat, first in-never out. Zij komen dan natuurlijk bij de OCMW's
terecht voor steun. Deze mensen hebben immers nog recht op
financiële steun.
Een tweede punt dat hij aanhaalde was de niet-naleving of slechte
werking van het spreidingsplan voor asielzoekers.
Een derde knelpunt dat hij aanhaalde was de hypocrisie met
betrekking tot het bevel om het grondgebied te verlaten. De overheid
moet veel meer toezien dat dit daadwerkelijk wordt uitgevoerd, aldus
de voorzitter van het OCMW van Luik.
De voorzitster van het OCMW van Antwerpen was tevreden met een
aantal van de voorgestelde maatregelen in het ontwerp. Zij zei dat
hierdoor een aantal van de illegalen die momenteel op ons
grondgebied verblijven een wettelijke basis krijgen tot verblijf. Zij
doelde hiermee op de invoering van de subsidiaire bescherming, de
medische regularisatie en de uitbreidingen voor de gezinshereniging
opgenomen in artikel 10.
Dit neemt voor de voorzitster echter niet weg dat er nog steeds een
probleem rijst rond de vreemdelingen met een illegaal verblijf. Zij pleit
in dat kader voor een uitbreiding van de middelen die ter beschikking
staan van de OCMW's.
De voorzitster stelde dat de inkorting van de asielprocedure een
positieve stap is, maar dat ook hier de vraag rijst wat men moet doen
met de mensen die niet erkend worden. Met betrekking tot de
procedure bij de Raad van State benadrukte de voorzitster dat de
voorgestelde wijzigingen staan of vallen met een efficiënte
filterprocedure voor de Raad van State en met een strikte navolging
van de vooropgestelde termijnen in het voorliggende ontwerp.
De voorzitster pleitte ook voor een activeringsbeleid en aanzien van
nieuwkomers. Taalachterstand en mogelijke cultuurproblemen zorgen
te vaak ervoor dat deze mensen in de steun of het leefloon blijven
zitten en dat de groep kans- en generatiearmen vergroot.
De spreekster betreurde ook dat er geen maatregelen werden
genomen om de gezinshereniging van Belgen en EU-onderdanen te
wijzigen. Het ontwerp biedt dus geen oplossing voor het probleem van
Belgen van allochtone origine die hun ouders of grootouders laten
overkomen om hen na korte tijd naar het OCMW te kunnen sturen als
zij voor hen niet zelf kunnen blijven zorgen.
In dat kader verwijst de voorzitster van het OCMW van Antwerpen
ook naar de problemen door de snel-Belg-wet. Daardoor ontstaan
uitgebreide mogelijkheden van gezinshereniging van de nieuwe
Belgen. Bovendien is er het georganiseerd gebruik van de
uitzonderingen in de wet door de consulaten om de Belgische
nationaliteit toe te kennen aan kinderen die in België worden geboren.
a indiqué que grâce à la protection
subsidiaire, à la régularisation
médicale et à l'extension de
l'article 10, un certain nombre
d'illégaux obtiennent un motif légal
de séjour. La question des illégaux
continue toutefois à poser
problème. La présidente plaide en
la matière pour un accroissement
des moyens alloués aux CPAS. Le
raccourcissement de la procédure
d'asile constitue une bonne chose
mais qu'adviendra-t-il des
personnes non reconnues? Les
procédures modifiées dépendront
d'un filtre efficace au niveau du
Conseil d'État et du respect
rigoureux des délais. Pour la
présidente, il convient de mener
une politique d'activation pour les
nouveaux arrivants afin d'éviter
une nouvelle extension du groupe
des personnes défavorisées et
des pauvres structurels. À ses
yeux, le projet ne remédie pas
davantage au problème des
Belges allochtones qui font venir
leur famille mais l'adressent au
CPAS parce qu'ils ne sont pas
eux-mêmes en mesure de la
prendre en charge. La loi
d'acquisition rapide de la
nationalité belge a en outre élargi
les possibilités en matière de
regroupement familial. Les
consulats recourent de manière
organisée à des exceptions
contenues dans la loi pour faire
accorder la nationalité belge à des
enfants qui naissent en Belgique.
Enfin, la présidente indique que
des services spécialisés, qui
disposent pourtant des moyens
nécessaires, renvoient des
mineurs non accompagnés aux
CPAS. La réglementation relative
à la tutelle n'a offert aucune
solution en la matière.
Le premier président de la
Commission permanente de
recours des réfugiés considère
que ce projet de loi est une bonne
chose et se réjouit de la création
d'une instance administrative de
pleine juridiction et de l'extension
de l'examen de la protection
offerte par le statut de protection
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Tot slot wijst de voorzitster nog op de problematiek van de niet-
begeleide minderjarigen. Soms moet worden vastgesteld dat
gespecialiseerde diensten, die daarvoor de nodige middelen krijgen,
die kinderen toch niet aankunnen en ze toch doorsturen naar het
OCMW, dat noch de setting, noch de middelen heeft om een
kwalitatieve opvang te garanderen. De voogdijregeling heeft daarvoor
geen oplossingen geboden, zo stelt de voorzitster.
De Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen werd ook gehoord.
De eerste voorzitter van de Vaste Beroepscommissie toonde zich
alvast tevreden met het voorliggende ontwerp, aangezien dat in grote
mate overeenkomt met de verzuchtingen die de Vaste
Beroepscommissie reeds jaren formuleert. In de eerste plaats is er de
oprichting van een administratief rechtscollege in volle rechtsmacht
voor alle zaken met toepassing van de wet van 1980, alsook de
uitbreiding van het onderzoek naar de bescherming van de subsidiaire
beschermingsstatus.
De spreker vestigde de aandacht op de groeiende achterstand bij de
Vaste Beroepscommissie. Jarenlang is de achterstand beperkt
gebleven, in het bijzonder in vergelijking met de andere
asielinstanties. Het was echter nadat het Commissariaat-generaal
voor de Vluchtelingen en Staatlozen na de toekenning van extra
middelen de opgelopen achterstand is weg beginnen te werken, dat
de achterstand bij de Vaste Beroepscommissie is opgelopen. Die
dienst had immers te kampen met een belangrijke onderbezetting en
kreeg, in verhouding met andere asieldiensten, minder middelen. Het
is pas na de inspanningen in de loop van 2005 dat de achterstand een
halt kon worden toegeroepen. Nu moet die achterstand nog worden
weggewerkt.
Dat neemt niet weg dat met de huidige middelen en met toepassing
van de vigerende procedure het wegwerken van de achterstand, die
inmiddels is opgelopen tot 11.000 dossiers, nog jaren zal duren. Het
voorliggende ontwerp biedt dan ook enige mogelijkheden, zo stelt de
voorzitter nog. Zo zou de schriftelijke procedure, kwantitatief bekeken,
de achterstand kunnen verminderen, hoewel de eerste voorzitter
toegeeft dat mondelinge debatten eigenlijk het beste middel vormen
om de eerlijkheid, evenals de gegrondheid van de vrees van de
vreemdeling, te onderzoeken. De spreker benadrukte dat, om in te
schatten of iemand werkelijk vervolgd wordt of redenen heeft om
vervolging te vrezen, het meestal de voorkeur verdient om de
betrokkene zelf in plaats van diens advocaat te horen.
In dat opzicht is de eerste voorzitter tevreden met de toevoeging van
artikel 174 van het wetsontwerp tot hervorming van de Raad van
State en de oprichting van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
In regel zal de verzoeker niet langer op welk ogenblik ook kunnen
komen aandraven met nieuwe gegevens, die hij had moeten en
kunnen overleggen bij het Commissariaat-generaal voor de
Vluchtelingen en Staatlozen of bij zijn hoger beroep.
De rechter zal evenwel, in afwijking van die regel, kunnen beslissen
rekening te houden met ongeacht welk hem ter kennis gebracht
nieuw gegeven, indien dat gegeven met stelligheid het gegrond of
ongegrond karakter van het beroep kan aantonen.
subsidiaire. Il rappelle que l'arriéré
à la Commission remonte surtout
à l'époque où le CGRA a
commencé à résorber l'arriéré
accumulé. La Commission a
essentiellement pâti du manque
d'effectifs et de moyens. Ce n'est
qu'après les efforts de 2005 que
l'arriéré qui se montait alors à
11 000 dossiers a pu être
partiellement résorbé bien qu'avec
les moyens actuels, plusieurs
années seront encore nécessaires
pour régler tous les problèmes. La
nouvelle procédure écrite pourrait
contribuer à réduire l'arriéré
quantitatif bien que le premier
président reconnaisse que les
débats oraux sont le meilleur
moyen de juger de l'intégrité et du
bien-fondé des craintes. En outre,
mieux vaut entendre l'intéressé lui-
même que son avocat.
Le premier président est satisfait
de l'ajout de l'article 174 et de la
création d'un Conseil du
contentieux des étrangers. Le
demandeur ne pourra plus
produire de nouveaux éléments à
n'importe quel moment, même si
le juge pourra tenir compte de tout
nouvel élément de nature à établir
formellement le caractère fondé
ou infondé du recours. Le premier
président conclut que les
nouveaux projets pourront régler
des problèmes importants mais
qu'il faut continuer à prêter une
attention toute particulière à
l'arriéré actuel.
M. Vercammen, le vice-premier
président des chambres
néerlandophones de la
Commission de régularisation,
rappelle que la loi de régularisation
de 1999 se voulait une opération
unique de courte durée mais qu'à
ce jour, tous les dossiers n'ont
toujours pas été clôturés. Parmi
les dossiers non traités figurent en
particulier des dossiers saisis à
l'époque par le parquet. En outre,
certains textes de loi ont
rapidement fait l'objet d'une
interprétation différente, souvent
peu claire. Il ressort des travaux
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
De voorliggende ontwerpen komen, volgens de eerste voorzitter van
de Vaste Beroepscommissie, tegemoet aan een aantal belangrijke
knelpunten in die asielprocedure, zoals die vandaag geldt. Dat neemt
niet weg dat er bijzondere aandacht moet worden besteed aan de
huidige achterstand van de dossiers, meer dan elfduizend dossiers.
Wij hoorden ook de regularisatiecommissie. De
regularisatiecommissie werd tijdens de hoorzittingen
vertegenwoordigd door twee sprekers, ten eerste door de vice-eerste
voorzitter van de Nederlandstalige kamers, mevrouw Vercammen, en
ten tweede door de gewezen voorzitter van de vijfde Kamer, de heer
Funck.
De vice-eerste voorzitter bracht de doelstelling van de regularisatiewet
van 22 december 1999 in herinnering, met name een eenmalige
operatie, die slechts korte tijd in beslag zou nemen. In werkelijkheid
zijn vandaag nog steeds niet alle dossiers afgehandeld, meer in het
bijzonder de dossiers die destijds door het parket in beslag werden
genomen.
Hoe dan ook moet worden vastgesteld dat de start van de
regularisatie bijzonder moeizaam was. Men kon ook op niets
terugvallen.
De visie over het verloop verschilde bovendien enorm. Zo ontstond
algauw een verschillende interpretatie van de wetteksten, die niet
altijd duidelijk waren. Uit de parlementaire werkzaamheden blijkt dat
de overheid veeleer een strikte interpretatie voorstond. De NGO's
pleitten dan weer voor een uiterst soepele invulling, zodat zoveel
mogelijk aanvragers zouden worden geregulariseerd. De magistraten
opteerden meestal dan weer voor het legaliteitsbeginsel, zo getuigde
mevrouw Vercammen.
Daarnaast werd al vlug vastgesteld dat nogal wat dossiers
onmiskenbaar tekenen vertoonden van fraude en misbruiken, en dat
de mogelijkheid, de ervaring en de toereikende onderzoeksmiddelen
ontbraken om tijdig en efficiënt tegen die mistoestanden op te treden.
In het bijzonder ging het om vervalste stukken, zoals huurcontracten
en dokterattesten, en valse identiteit en nationaliteit. De hele operatie
verliep volgens mevrouw Vercammen veeleer chaotisch door de
omstandigheden, waarin moest worden gewerkt. De massa
aanvragen diende geval per geval behandeld te worden, volgens de
vaste procedure, door een onafhankelijke instantie. Op die evidente
bepalingen werd echter inbreuk gepleegd door een tijdslimiet op te
leggen en voor de onderzoekssecretariaten in quota te voorzien,
waardoor de werkdruk voor iedereen ondraaglijk hoog werd en geen
ernstig onderzoek van elk dossier kon gebeuren.
Ook bij de onafhankelijkheid van de Kamers kunnen enkele
bedenkingen geformuleerd worden, zo stelt de vice-eerste voorzitter.
De specifieke samenstelling van die Kamers lag volgens de
spreekster soms gevoelig en gaf meermaals aanleiding tot mogelijke
deontologische problemen en eventuele onverenigbaarheden.
Sommige advocaten zetelden de ene dag in de Kamer, terwijl zij de
volgende dag optraden als verdediger van een van de aanvragers. De
NGO's van hun zijde stuurden in hoofdzaak aan op positieve
adviezen. Zij stonden niet onder eed en waren niet gebonden door
parlementaires que l'autorité
publique préconisait une
interprétation stricte. Les ONG, en
revanche, étaient plutôt favorables
à une approche plus souple.
Quant aux magistrats, ils optaient
généralement pour le principe de
légalité. De nombreux dossiers
présentaient en outre des indices
de fraude et d'abus mais
l'inexpérience ou le manque de
moyens n'ont pas permis
d'intervenir efficacement.
Une instance indépendante devait
traiter les demandes au cas par
cas, selon une procédure
constante. Une limite étant
cependant imposée dans le temps
et des quotas étant prévus pour
les secrétariats chargé de
l'examen des demandes, la
pression est devenue
insupportable et il n'a plus été
possible de traiter correctement
les dossiers.
Des réserves peuvent également
être émises quant à
l'indépendance des chambres. La
composition spécifique de ces
dernières était parfois délicate et
donna, à maintes reprises, lieu à
d'éventuels problèmes
déontologiques et à des
incompatibilités. Mme Vercammen
conclut dès lors que la
Commission de régularisation
organisée par la loi du 22
décembre 1999 n'est pas une
initiative à reproduire.
M. Funck estime par contre que la
Commission marque un grand
moment d'humanité et
d'interprétation du droit. Un certain
nombre de personnes, qui
jusqu'alors n'avaient aucun visage,
sont sorties de l'ombre. La loi
contenait des critères clairs qui
donnèrent cependant lieu à des
difficultés lors de son application.
Pour ce qui est de l'interprétation
du droit, la Commission devait
appliquer des critères légaux
qu'aucune juridiction auparavant
n'avait appliqués. Il fallait aller vite
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
deontologische voorschriften. De zwijgplicht of het respecteren van
het geheim van het beraad lag bij hen soms moeilijk. Criminaliteit was
zelden bespreekbaar, terwijl in dat alles de magistraten gebeurlijk in
de minderheid werden gesteld en een advies moesten opmaken,
waar zij eigenlijk niet achter stonden.
Mevrouw Vercammen concludeert dan ook dat de
regularisatiecommissie in de vorm van de wet van 22 december 1999
niet voor herhaling vatbaar is.
Een geheel ander verhaal echter was te horen van de heer Funck.
Zijn ervaring met de regularisatiecommissie was veeleer positief en hij
toonde zich dan ook verbaasd over de uiteenzetting van zijn collega.
De commissie vormde voor de heer Funck een belangrijke stap,
zowel voor de menselijkheid als voor de rechtsuitlegging. Op
menselijk gebied traden mensen naar voren die tot voor kort geen
gezicht hadden. Volgens de spreker bevatte de wet duidelijke criteria,
die echter bij de toepassing ervan moeilijkheden inzake de
beoordeling gaven. Is iemand bijvoorbeeld wel wie hij beweert te zijn;
klopt de nationaliteit; zijn de voorgelegde stukken wel authentiek?
In verband met de rechtsuitlegging moest de commissie wettelijke
criteria toepassen die eerder door geen enkel rechtscollege werden
toegepast. Ook de snelheid waarmee de dossiers moesten worden
afgehandeld, was in vele gevallen een belangrijk probleem. Volgens
de heer Funck was de samenstelling van de commissie, waarbij de
inbreng van de NGO's en de advocaten van wezenlijk belang was, de
reden waarom de campagne tot een goed einde kon worden
gebracht. De conclusie van de heer Funck was dan ook dat de wet
van 22 december 1999 wel degelijk als inspiratie zou kunnen dienen
voor nieuwe maatregelen.
Wij hebben ook het Hoog Commissariaat voor Vluchtelingen van de
Verenigde Naties gehoord. Het Hoog Commissariaat moet onder
meer toezien op de naleving van het Verdrag van Genève door de
lidstaten. In die hoedanigheid verklaarde de vertegenwoordiger van
het Hoog Commissariaat zich tevreden over de voorliggende
ontwerpen. In het bijzonder de vereenvoudiging en de verkorting van
de procedure en de invoering van de subsidiaire beschermingsstatus
zijn positieve elementen in het ontwerp.
Niettegenstaande dat heeft het Hoog Commissariaat een zestal
bedenkingen. Ten eerste, de ontvankelijkheidfase, die tot nu toe
onder DVZ hoorde, wordt in de nieuwe procedure geschrapt. Toch
blijven in de nieuwe procedure ontvankelijkheidcriteria behouden,
waardoor de erkenning als vluchteling kan worden geweigerd op
grond van louter formele criteria, die volkomen los staan van elke
nood aan internationale bescherming. Dat is een eerste bedenking.
Ten tweede is er de bedenking over de rol van DVZ inzake de nieuw
ingediende aanvragen, of nieuwe elementen. Het Hoog
Commissariaat vraagt zich af of binnen de dienst in de toekomst nog
wel de nodige ervaring aanwezig zal zijn, daar de dienst verder geen
rol meer te spelen zal hebben in de nieuwe procedure.
Ten derde, de detentie wordt door het ontwerp veeleer
gesystematiseerd. Opsluiten kan dan immers gedurende het Dublin-
onderzoek, gedurende het onderzoek door het Commissariaat-
dans le traitement des dossiers, ce
qui posa un problème important.
Toutefois, l'apport des ONG et des
avocats au niveau de la
composition de la Commission,
aurait pu permettre de mener la
campagne à bien. M. Funck
conclut que cette loi peut
véritablement servir de source
d'inspiration pour de nouvelles
mesures.
Le Haut Commissariat des Nations
Unies pour les Réfugiés (HCR)
doit notamment veiller au respect
de la Convention de Genève. Le
représentant du HCR accueille
très favorablement les présents
projets et plus particulièrement la
volonté du gouvernement de
simplifier et d'écourter la
procédure d'asile et d'introduire le
statut de protection subsidiaire. Le
HCR formule cependant aussi
certaines observations. La
nouvelle procédure prévoit la
suppression de la procédure de
recevabilité auprès de l'Office des
étrangers, tout en conservant des
critères de recevabilité pouvant
conduire au refus de la
reconnaissance du statut de
réfugié sur la base de critères
purement formels, étrangers à tout
besoin de protection
internationale.
L'UNHCR se demande si l'Office
des étrangers disposera encore de
l'expérience requise à l'avenir.
Le projet systématise davantage la
détention. L'UNHCR souligne que
l'enfermement doit toujours être
proportionnel aux objectifs
poursuivis. Il dénonce également
la différence existant entre les
possibilités de regroupement
familial dont dispose un réfugié
reconnu comme tel et celles d'un
réfugié sous statut de protection
subsidiaire.
S'il est vrai que la procédure
devant le Conseil du Contentieux
des Étrangers (CCE) est
suspensive, on peut cependant
craindre que les demandeurs
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen, en gedurende de
procedure voor de Raad van Vreemdelingenbetwistingen.
Het Hoog Commissariaat wil hierbij nog eens duidelijk stellen dat
opsluiting steeds in verhouding moet staan tot de vooropgestelde
doelstellingen.
Ten vierde, het Hoog Commissariaat ziet ook een probleem in het
verschil tussen de mogelijkheden inzake gezinshereniging naargelang
het gaat over een erkende vluchteling of iemand die onder subsidiaire
bescherming valt.
Ten vijfde, de procedure voor de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen is dan wel opschortend, toch valt te
vrezen dat door de vormvoorschriften van de procedure in combinatie
met de tamelijk korte termijnen, de asielzoekers dreigen over minder
effectieve mogelijkheden te beschikken om hun zaak toe te lichten.
Daarnaast is het ontbreken van eigen onderzoeksmogelijkheden van
de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen evenmin een verbetering.
Ook de rol van het Hoog Commissariaat wordt in het ontwerp beperkt.
De vertegenwoordigster stelt dat het Hoog Commissariaat zijn rol
echter te allen tijde zal doen gelden.
Ten slotte wordt ook de problematiek van de staatlozen aangehaald.
Momenteel wordt de behandeling van de aanvragen inzake
staatloosheid verdeeld over de burgerlijke rechtbanken, de dienst
Vreemdelingenzaken en in mindere mate het Hoog Commissariaat.
Hoewel het niet gemakkelijk is daarover informatie te vinden, blijkt uit
bepaalde aanwijzingen dat de bestaande procedures problemen doen
rijzen. Het Hoog Commissariaat meent dat deze wetsherziening zou
moeten worden aangegrepen om daarin verbetering te brengen.
Wij hoorden ook de directeur van het gesloten centrum voor illegalen
te Brugge. De directeur van het centrum voor illegalen stelde dat de
gesloten centra tot doel hebben de vasthouding van de
vreemdelingen met het oog op een eventuele verwijdering van het
grondgebied en dit op een humane en respectvolle manier. De
hoeksteen van de strijd tegen illegale immigratie is nu eenmaal de
effectieve verwijdering van de afgewezen asielzoekers.
De vasthouding in een gesloten centrum kan volgens de directeur niet
vergeleken worden met een gevangenisregime. Hiervoor zijn
verschillende redenen. Het hoofddoel is niet de vreemdeling te
straffen, maar om hem voor te bereiden op zijn vertrek. De duur van
zijn verblijf in het centrum hangt af van zijn medewerking. Het regime
in het centrum is een groepsregime, terwijl dit in een gevangenis een
individueel celregime is. Ten slotte, in het centrum wordt ook voorzien
in psychologische en administratieve begeleiding.
Een vaak te horen kritiek is de mogelijke duur van de detentie. De
directeur zei dat deze initieel twee maanden bedraagt en eventueel
nog kan verlengd worden met twee maanden in bepaalde
omstandigheden. Indien de vreemdeling vrijwillig ons land verlaat, is
de detentietijd vrijwel steeds kort. De vreemdeling kan ook beroep
aantekenen tegen zijn vrijheidsberoving bij diverse instanties.
Een ander punt van kritiek is de vrijheidsberoving van minderjarigen.
d'asile voient se réduire les
possibilités d'exposer leur situation
en raison de la combinaison des
formalités à accomplir et des
délais relativement courts à
respecter. L'absence de moyens
d'investigations propres du CCE
ne constitue pas une amélioration.
Le rôle de l'UNHCR se voit
également réduit. Certains indices
donnent à penser que le
traitement actuel des demandes
des apatrides pose des
problèmes. L'UNHCR souhaite
que la modification de loi améliore
cette situation.
Selon le directeur du centre des
illégaux de Bruges, les centres
fermés ont pour but de retenir des
étrangers en vue de leur éventuel
éloignement du territoire dans le
respect de la dignité humaine. Cet
élément constitue la pierre
angulaire de la lutte contre
l'immigration illégale. On ne peut
comparer la détention en centre
fermé à un régime pénitentiaire
car l'objectif principal consiste non
pas à punir les intéressés mais à
préparer leur départ. La durée du
séjour dépend également de la
collaboration de l'étranger. Le
centre est basé sur un régime de
groupe et prévoit un
accompagnement psychologique
et administratif. Les critiques
concernent souvent la durée
éventuelle de la détention. Celle-ci
s'élève au départ à deux mois et
peut encore être prolongée de
deux mois dans certaines
circonstances. Si l'étranger quitte
le pays sur une base volontaire, la
détention sera presque toujours de
très courte durée. Il est possible
d'intenter un recours contre la
mesure de privation de liberté
auprès de diverses instances. Les
mineurs d'âge accompagnés sont
toujours impliqués dans la
procédure de leurs parents.
En ce qui concerne les mineurs
non accompagnés, tout est mis en
oeuvre pour que la durée de la
détention soit aussi courte que
possible. Le nombre de places
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Het gaat in dit geval zowel over begeleide als over niet-begeleide
minderjarigen. De begeleide minderjarigen worden steeds betrokken
bij de procedure van hun ouders. Voor de niet-begeleide
minderjarigen wordt alles in het werk gesteld om de duur van de
vasthouding zo kort mogelijk te houden. Zo stelt de directeur.
In 2005 werd het aantal plaatsen bestemd voor families ook
verhoogd. Ook daar zorgt het vrijwillig vertrek voor een zo kort
mogelijke periode van vrijheidsberoving. De directeur betreurt dat dit
in de praktijk veel te weinig gebeurt. De gemiddelde duur van de
vasthouding van de families bedraagt drie weken.
De twee laatste instanties zijn de federale politie en het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Ik overloop ze nog
snel.
De voornaamste opdracht van de federale politiediensten op de
nationale luchthaven is de grenscontrole. Regelmatig worden de
diensten in eerste lijn geconfronteerd met mensen die politiek asiel
aanvragen. De taak van de federale politie is echter beperkt tot de
opstelling van een formulier, en niet tot het afnemen van een verhoor
of verklaring inzake de aanvraag. Die laatste zaken worden door de
dienst Vreemdelingenzaken gedaan. In afwachting worden de
mensen ondergebracht in een transitcentrum.
De taak van de federale politie is uiteraard ook de detectie van nieuwe
fenomenen inzake mensenhandel en mensensmokkel.
Als derde pijler is de federale politie eveneens belast met het
verwijderingsbeleid. Tijdens de gedwongen repatriëringen wordt de
dwang steeds progressief aangewend en in verhouding met het verzet
van de vreemdeling die moet worden verwijderd. Daarbij wordt ook
permanent geëvalueerd of de aangewende dwang humaan en redelijk
is. Als dat niet het geval is, wordt de poging tot verwijdering stopgezet
en wordt er een nieuwe poging ondernomen, of wordt de vreemdeling
voorzien op een gezamenlijke vlucht. In dat kader wordt vastgesteld
dat er de jongste jaren een verhoogde samenwerking optreedt op
Europees vlak.
De commissaris drukte nog de hoop uit dat door de versnelling en de
verkorting van de asielprocedure het verzet tegen repatriëring ook zal
afnemen.
Tot slot bevestigt de commissaris dat het ontwerp voorziet in de
omzetting van een aantal aanbevelingen die door de commissie-
Vermeersch werden gedaan in het kader van een humaan
uitwijzingsbeleid.
Ten slotte, het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding. Het centrum verklaart zich tevreden met de
wijzigingen die in het ontwerp werden opgenomen, in het bijzonder
aangaande de rechtspositie van slachtoffers van mensenhandel, de
definitie van de begunstigde van de subsidiaire bescherming en de
oprichting van een administratieve rechtbank met volle rechtsmacht in
asielzaken.
De wet van 15 december 1980 is echter ondertussen een bijzonder
moeizame tekst geworden. De nieuwe wijzigingen dragen zeker niet
réservées aux familles a été accru
en 2005. Le départ volontaire
raccourcit la période de privation
de liberté mais, dans la pratique,
les départs volontaires sont trop
rares. Les familles restent en
moyenne trois semaines en
détention.
Le contrôle frontalier constitue la
principale mission de la police
fédérale à l'aéroport national.
Cette mission se limite à
l'établissement d'un formulaire.
L'Office des étrangers interroge le
candidat réfugié ou entend
l'audition relative à la demande.
Dans l'intervalle, les demandeurs
sont placés dans un centre de
transit. La police fédérale observe
bien sûr également les nouveaux
phénomènes en matière de traite
et de trafic des êtres humains. Elle
est aussi responsable de la
politique d'éloignement. En ce qui
concerne le rapatriement forcé, la
mesure est toujours imposée
graduellement et
proportionnellement à la
résistance dont l'allochtone fait
montre. La mesure est évaluée en
permanence. Le commissaire
espère que l'accélération et le
raccourcissement de la procédure
d'asile contribueront par ailleurs à
réduire la résistance au
rapatriement. Selon lui, le projet
prévoit la transposition de
plusieurs recommandations de la
commission Vermeersch.
Le Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le
racisme (CECLR) se réjouit
particulièrement des modifications
apportées au projet en ce qui
concerne le statut juridique des
victimes de la traite des êtres
humains, la définition du
bénéficiaire de la protection
subsidiaire et la création d'un
tribunal administratif de plein
contentieux en matière d'asile.
Toutefois, les modifications
anticipent à peine les problèmes
qui se poseront ultérieurement ;
aucun instrument n'est par
exemple prévu pour maîtriser les
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
tot een vergemakkelijking bij.
Het centrum erkent de noodzaak aan nieuwe wijzigingen en stelt vast
dat daardoor enkel problemen worden opgelost, maar de wijzigingen
anticiperen nauwelijks op toekomstige problemen. Zo biedt het
huidige wetsontwerp geen enkel instrument om toekomstige
migratiestromen te beheersen.
Aangaande de ontwerpen merkt het centrum op dat zowel op nieuwe
als op bestaande, oude statuten een veelheid aan verblijfsperioden
met precair statuut van toepassing zijn.
Daarmee bedoelt men de toekenning van tijdelijke
verblijfsvergunningen in afwachting van definitieve.
Enkele andere opmerkingen die het centrum met betrekking tot het
ontwerp naar voren heeft gebracht zijn de volgende.
De discretionaire bevoegdheid van de minister wordt voor bepaalde
materies behouden, soms wordt ze teruggeschroefd en vaak wordt ze
ook uitgebreid. Zo wordt bijvoorbeeld de verblijfsvergunning voor
ernstig zieken in de wet geregeld, wat het verlies betekent van de
discretionaire bevoegdheid, terwijl de injunctiebevoegdheid ten
opzichte van het commissariaat-generaal weer een uitbreiding is.
Zelfs tegen de achtergrond van de huidige rechtspraak vereist een
democratische maatschappij dat de uitoefening van de discretionaire
bevoegdheid transparanter en wetmatiger is, zo stelt het Centrum.
Een aantal maatregelen zou daartoe positief kunnen bijdragen: de
verankering van de ontvankelijkheidscriteria voor regularisatie in de
wet, de bijstand van een onafhankelijke commissie en een beperking
van de discretionaire bevoegdheid wanneer een rechtbank van eerste
aanleg een staatloze erkent en wanneer het statuut van niet-
begeleide minderjarige vreemdelingen werd erkend door een
voogdijdienst.
Wat betreft kinderen en minderjarigen in onze verblijfswet, valt het
volgens het Centrum te betreuren dat in het ontwerp geen enkele
maatregel werd genomen inzake hun verblijfsstatuut. Volgens de
directeur werd daardoor een grote kans gemist. Het gaat dus om de
kinderen, om de niet-begeleide minderjarigen.
In het kader van de gezinshereniging heeft het Centrum bijzondere
vragen rond de leeftijdsbeperking, die wordt verhoogd tot 21 jaar. De
directeur betwijfelt of door die maatregel het beoogde doel zal worden
bereikt. De vrees is ingegeven door de opmerking dat voor België
geen gelijkaardige maatregel wordt genomen en door het bestaan van
diverse bilaterale akkoorden met landen van herkomst. Het zijn
precies die twee categorieën waarin bijvoorbeeld misbruik van
gedwongen huwelijken wordt vastgesteld.
Met betrekking tot de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen ziet het
Centrum eerder een verslechtering inzake de asielaanvragen, door
het verlies van de eigen onderzoeksbevoegdheid en het verloren
gaan van de mondelinge procedure. Meer dan nu zal de vreemdeling
afhankelijk zijn van de kwaliteit van het werk van zijn advocaat.
In het kader van niet-asielzaken gaat het voordeel van de inrichting
van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen grotendeels verloren
flux migratoires dans le futur.
Tant en ce qui concerne les
nouveaux que les anciens statuts,
une multiplicité de durées de
séjour sous statut précaire est
d'application.
Le pouvoir discrétionnaire du
ministre est modifié dans certains
cas. Une société démocratique
requiert un exercice plus
transparent et plus légitime de ce
pouvoir et cette exigence peut être
satisfaite par l'ancrage dans la loi
des critères de recevabilité de la
demande de régularisation, par la
mise en place d'une aide par une
commission indépendante et par
la limitation de ce pouvoir
discrétionnaire dans deux
hypothèses: lors de la
reconnaissance d'un apatride par
un tribunal de première instance et
lors de la reconnaissance du statut
de mineur étranger non
accompagné par un service des
tutelles.
Le CECLR déplore que ce projet
ne comporte aucune mesure
concernant le statut du séjour des
enfants et des mineurs d'âge. Il
doute que le relèvement de la
limite d'âge applicable au
regroupement familial permette de
réaliser l'objectif tel qu'il a été
défini.
A propos du CCE, le CECLR serait
plutôt enclin à considérer la perte
de la compétence d'examen
propre et l'abandon du caractère
oral de la procédure comme une
détérioration de la situation au
regard des demandes d'asile.
L'étranger sera davantage
tributaire de la qualité du travail de
son avocat. En dehors des
dossiers d'asile, une grande partie
de l'avantage offert par le CCE
sera perdu. On peut parler d'une
régression sur le plan de la
protection des droits des étrangers
dès lors que ces derniers ne
peuvent être entendus dans le
cadre d'une procédure orale et
que seul un contrôle de la légalité
est prévu.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
als die instantie voor niet-asielzaken beperkt is tot een bevoegdheid
van wettigheidscontrole. Het verdwijnen van het verzoek tot
herziening en de vervanging daarvan door een beroep voor de Raad
voor Vreemdelingenbetwistingen, betekenen zeker een achteruitgang
op het vlak van de bescherming van de rechten van vreemdelingen.
Het feit dat de vreemdelingen niet kunnen worden gehoord tijdens
een mondelinge procedure en er enkel en alleen een
legaliteitscontrole is, in plaats van een onderzoek ten gronde zoals nu
bij een verzoek tot herziening, kunnen daarvoor als belangrijke punten
worden aangehaald, zo brengt het Centrum naar voren.
Tot dusver het verslag van de hoorzittingen. Collega Claes heeft een
deel gedaan en ook ik heb een deel gedaan van de hoorzittingen met
betrekking tot de voorliggende ontwerpen.
03.13 Jacqueline Galant, rapporteur: Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, M. Boukourna vous a déjà
résumé l'exposé introductif du ministre de l'Intérieur relatif au projet
de loi n° 2479 réformant le Conseil d'État et créant un Conseil du
Contentieux des Étrangers.
Les auditions relatives à ce texte vous ont également été rapportées
par Mme Lanjri. Il me revient de faire état de la discussion générale et
de la discussion des articles tenues sur ce projet par votre
commission lors des réunions des 23, 30 et 31 mai, 6, 7, 13, 14, 20,
21 et 26 juin 2006.
Quatre propositions de loi étaient jointes à ce projet du
gouvernement.
La première proposition de loi visait à modifier l'article 71, alinéa 2 de
la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
l'établissement et l'éloignement des étrangers.
M. Mohammed Boukourna (PS) rappelle qu'un étranger, même
lorsqu'il dispose d'un visa valable, peut se voir refuser l'accès au
territoire et être maintenu dans un centre pour inadmissibles. Il peut
introduire un recours contre cette décision devant la chambre du
conseil.
L'étranger qui bénéficie d'une décision de libération prononcée par la
chambre du conseil ne bénéficie pas pour autant de l'accès au
territoire, car la chambre du conseil statue sur la légalité de la
détention, non sur la mesure de refoulement.
L'étranger peut introduire contre la décision de la chambre du conseil
un recours en suspension auprès du Conseil d'État, mais de telles
demandes sont systématiquement déclarées irrecevables. Il ne restait
dès lors à l'étranger plus d'autre solution que d'attendre que le
Conseil d'État se prononce sur le fond, ce qui peut prendre plusieurs
années. Selon les auteurs, un recours effectif doit donc être reconnu
à ces personnes, tant contre la privation de liberté que contre le
refoulement. La proposition de loi tend, par conséquent, à conférer à
la chambre du conseil la plénitude de compétences.
La deuxième proposition de loi modifie la loi du 15 décembre 1980 sur
l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers afin de confier à la Commission permanente de recours des
03.13
Jacqueline Galant,
rapporteur: Ik breng verslag uit
over de besprekingen die in de
commissie aan het wetsontwerp
nr. 2479 tot hervorming van de
Raad van State en tot oprichting
van een Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen
werden gewijd.
Vier voorstellen werden aan het
regeringsontwerp toegevoegd.
Het eerste voorstel strekt ertoe
artikel 71 van de wet van 15
december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen te
wijzigen.
Een vreemdeling die over een
geldig visum beschikt maar die
geen toegang krijgt tot het
grondgebied en in een centrum
voor de zogenaamde
"inadmissibles" (INAD) wordt
ondergebracht, kan bij de
Raadkamer beroep aantekenen
tegen die beslissing. Indien de
Raadkamer beslist de vreemdeling
voorwaardelijk in vrijheid te stellen,
betekent zulks echter niet dat hij
alsnog toegang krijgt tot het
grondgebied.
De Raadkamer
beslist immers over de wettigheid
van de detentie, maar niet over de
maatregel tot terugdrijving. De
vreemdeling moet dan ook
wachten tot de Raad van State
zich over de grond van de zaak
heeft uitgesproken, wat jarenlang
kan aanslepen.
Het voorstel strekt ertoe de
Raadkamer een bevoegdheid
inzake de terugdrijving toe te
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
réfugiés la compétence de connaître des recours urgents contre les
décisions du commissaire général aux réfugiés et apatrides.
M. Philippe Monfils (MR) affirme, avant tout, que sa proposition de loi
vise à résorber l'important arriéré auquel doit faire face le Conseil
d'État. Ce retard n'est pas uniquement source de problèmes pour le
citoyen individuel, mais il ralentit également le traitement général des
dossiers, en ce compris ceux qui ne relèvent nullement de la
problématique des étrangers. L'intervenant souligne en outre que le
Conseil d'État constitue une juridiction administrative. Dans le cadre
de la problématique des étrangers, le Conseil d'État est donc appelé à
jouer un rôle qui, en réalité, n'est pas le sien. Par le passé, une série
de suggestions ont déjà été formulées afin de pallier ce problème,
comme l'accélération des procédures et l'instauration de tribunaux
administratifs.
La solution proposée par l'auteur consiste à rendre la Commission
permanente de recours des réfugiés compétente pour les recours
contre les décisions du CGRA. Bien que le gouvernement ait opté
pour un nouveau collège, M. Monfils estime que le projet de loi
réformant le Conseil d'État et créant un Conseil du Contentieux des
Étrangers répond entièrement à ses aspirations.
La troisième proposition de loi modifie la loi du 15 décembre 1980 sur
l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des
étrangers et instaure une Commission des étrangers afin de porter
remède à l'arriéré du Conseil d'État.
Mme Marie Nagy (Ecolo) souligne que l'arriéré du Conseil d'État
concerne non seulement la problématique des étrangers, mais aussi
les autres dossiers.
Cet arriéré est provoqué par un manque de moyens qui dure déjà
depuis 1991, par l'attribution constante de nouvelles tâches au
Conseil d'État et par le fait que les citoyens s'adressent plus
rapidement au Conseil d'État pour introduire un recours contre une
décision administrative. Il s'ensuit qu'il faut attendre 7 à 8 ans pour
qu'une affaire aboutisse. C'est pourquoi il est proposé de créer une
commission des étrangers afin, d'une part, de décharger le Conseil
d'État des dossiers relatifs aux étrangers et, d'autre part, d'instaurer
un organe de concertation permanent chargé de formuler des
propositions de solutions structurelles pour résorber l'arriéré existant
et empêcher la création d'un nouvel arriéré. Une partie de la solution
consiste en effet à augmenter les effectifs du Conseil d'État, une autre
partie a trait au mode d'organisation du travail. L'intervenante peut
dès lors souscrire à une série d'éléments du projet réformant le
Conseil d'État et créant un Conseil du Contentieux des Étrangers.
D'autres éléments, notamment l'extension du système du mandat, lui
posent problème.
Mme Nagy souligne que cette proposition de loi s'inspire étroitement
de la proposition de loi créant une Commission permanente de
régularisation de séjour de certaines catégories d'étrangers
séjournant sur le territoire du Royaume.
À propos de la quatrième proposition modifiant la loi relative aux
étrangers concernant la procédure de reconnaissance du statut de
réfugié, M. Dirk Claes (CD&V) renvoie au développement de sa
kennen.
Het tweede voorstel beoogt de wet
van 15 december te wijzigen
teneinde de Vaste
Beroepscommissie voor
vluchtelingen bevoegd te maken
voor dringende beroepen tegen de
beslissingen van de commissaris-
generaal voor de vluchtelingen en
de staatlozen.
De heer Monfils (MR) bevestigt dat
zijn voorstel ertoe strekt de
aanzienlijke achterstand bij de
Raad van State weg te werken.
Die achterstand brengt de burger
in de problemen en vertraagt de
behandeling van alle dossiers.
Bovendien is de Raad van State
een administratief rechtsorgaan
met een heel andere opdracht. De
regering lost dat probleem op door
een nieuw rechtscollege op te
richten.
Het derde wetsvoorstel, ingediend
door mevrouw Nagy, strekt ertoe
de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen te wijzigen en een
Vreemdelingencommissie op te
richten teneinde een oplossing
voor de achterstand bij de Raad
van State aan te reiken.
Die achterstand heeft niet alleen
betrekking op dossiers betreffende
vreemdelingen, maar is te wijten
aan een gebrek aan middelen
sinds 1991, de voortdurende
uitbreiding van het takenpakket en
het feit dat burgers makkelijker
beroep aantekenen. Men stelt voor
een Vreemdelingencommissie op
te richten teneinde die dossiers
van de Raad van State over te
nemen, evenals een
overlegorgaan dat moet toelaten
de achterstand weg te werken.
Voorts moet de
personeelsbezetting van de Raad
worden uitgebreid en moet de
organisatie van zijn werk worden
herzien. De uitbreiding van het
mandaatsysteem doet evenwel
problemen rijzen. Dit wetsvoorstel
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
proposition de loi.
Il n'est ensuite pas aisé de distinguer, dans ces discussions, ce qui
relève du projet sur le Conseil et ce qui concerne la réforme de la loi
de 1980. En substance, dans le cadre de la discussion générale, voici
ce que l'on peut en retenir.
M. Anthuenis intervient quant au filtre instauré pour les recours en
cassation devant le Conseil d'État. Pour l'intervenant, il est évident
que ce filtre ne peut être trop lâche, comme l'a expliqué, lors des
auditions, un représentant du Conseil d'État.
Pour Mme Marie Nagy, la procédure projetée devrait mener à une
augmentation des motifs d'irrecevabilité et à la non-prise en
considération des demandeurs d'asile. L'étranger qui fuit son pays et
qui n'introduit pas sa demande d'asile aux autorités frontalières
belges lorsqu'il est interrogé sur les raisons de sa venue en Belgique
verra sa demande d'asile déclarée non recevable sans qu'un
quelconque examen des craintes de persécution ne soit fait. Pour
l'intervenante, un recours suspensif au Conseil du Contentieux des
Étrangers ne sera pas possible, seul le recours en annulation au
Conseil d'État pourra être envisagé. Or, ce recours est non suspensif
et une expulsion pourra donc avoir lieu.
Par ailleurs, Mme Nagy dit que, même si la durée de l'enfermement
est théoriquement limitée à un mois, ce délai est suspendu quand le
demandeur d'asile introduit un recours contre une décision négative
du Commissariat général aux réfugiés et apatrides (CGRA), ce qui a
pour effet de rendre cette détention à durée indéterminée. En effet, le
Conseil du Contentieux des Étrangers, organe de recours, n'est pas
tenu à un délai pour prendre sa décision. Ensuite, pour l'intervenante,
depuis des années, l'intérêt d'une procédure juridictionnelle de
recours qui permette à l'étranger de venir s'exprimer oralement avec
son avocat a été mise en évidence.
Une nouvelle juridiction d'appel du CGRA est créée: le Conseil du
Contentieux des Étrangers (en abrégé CCE). L'avantage est qu'en
matière d'asile, le recours devant le CCE est suspensif mais de
moindre qualité que l'actuelle Commission permanente de recours
des réfugiés (CPRR) puisque son fonctionnement est calqué sur celui
du Conseil d'État. Le CCE n'a pas les pouvoirs d'instruction de
l'actuelle CPRR. Mme Nagy rappelle la proposition de loi qu'elle a
déposée pour tenter de répondre au problème de l'arriéré du Conseil
d'État.
Enfin, l'intervenante estime que la procédure de filtre prévue en
cassation administrative au Conseil d'État est trop sévère.
Pour Mme Douifi, l'un des objectifs centraux de la réforme est de
rendre la procédure plus courte et efficace. À cet égard, on avance
souvent la durée maximale de douze mois. Pour l'intervenante, le
recours en cassation auprès du Conseil d'État doit rester un recours
tout à fait exceptionnel. Pour éviter un usage multiple, il faut donc un
filtre puissant qui apprécie la recevabilité de la demande. Le succès
de cette réforme dépendra, dans une large mesure, de l'efficacité de
ce filtre.
Mme Schryvers du CD&V souligne que le bon fonctionnement des
is gebaseerd op het wetsvoorstel
tot oprichting van een Vaste
Commissie voor regularisatie van
het verblijf van bepaalde
categorieën van vreemdelingen.
Voor het vierde voorstel tot
wijziging van de
vreemdelingenwet, wat betreft de
procedure tot erkenning van de
status van vluchteling, verwijst de
heer Dirk Claes naar de
uiteenzetting van zijn voorstel.
In dat verband stelt de heer
Anthuenis dat de filterprocedure
voor het cassatieberoep bij de
Raad van State niet te soepel mag
zijn. Volgens mevrouw Nagy zal
deze procedure de gronden voor
de onontvankelijkheid en de niet-
inoverwegingneming uitbreiden.
Vermits het vernietigingsberoep bij
de Raad van State niet
opschortend werkt, kan de
terugdrijving plaatsvinden.
Bovendien, zelfs al is de duur van
de detentie tot een maand
beperkt, dan nog wordt die termijn
opgeschort indien er beroep wordt
aangetekend tegen een beslissing
van de commissaris-generaal voor
de vluchtelingen en de staatlozen.
Daardoor wordt de detentie
onbeperkt in de tijd. Er wordt dus
een nieuw gerecht in hoger beroep
opgericht: de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen
(RVV). Inzake asieldossiers heeft
het beroep bij de RVV een
opschortende werking, maar de
Raad heeft niet dezelfde
onderzoeksbevoegdheid als de
huidige Vaste Beroepscommissie
voor vreemdelingen. Volgens de
spreekster is de filterprocedure
voor het administratieve
cassatieberoep bij de Raad van
State te streng.
Voor mevrouw Douifi bestaat een
van de doelstellingen van de
hervorming erin om de procedure
korter en efficiënter te maken. Het
cassatieberoep bij de Raad van
State moet een uitzondering
blijven. Er is een krachtige filter
nodig die de ontvankelijkheid van
de aanvraag beoordeelt. Het
succes van de hervorming zal
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
plus hautes juridictions administratives dans un État de droit est de la
plus grande importance. Les justiciables doivent pouvoir bénéficier de
la sécurité juridique. L'intervenante évalue les apports du projet à
l'examen. Elle note une amélioration sur le plan procédural, à savoir le
fait que la demande de suspension et la demande d'annulation
pourront faire l'objet d'un seul et même acte. Elle rappelle l'énorme
arriéré qui s'est créé au fil des années au Conseil d'État, non
seulement sur le plan du contentieux des étrangers mais aussi dans
les procédures ordinaires. À cet égard, Mme Schryvers défend le fait
que le projet de loi à l'examen est insuffisant et incomplet, dans la
mesure où il se concentre seulement sur certains éléments de
réforme du Conseil d'État au lieu d'en revoir le fonctionnement dans
sa globalité.
En ce qui concerne la réforme du Conseil d'État, M. Maene souligne
l'introduction des techniques de management afin d'adapter
l'institution aux besoins d'une gestion moderne (avec mise en place
d'un système de mandat et d'un système d'évaluation). Sur le plan de
la procédure, l'enjeu est, pour l'intervenant, d'accélérer les procédures
sans pour autant réduire le droit de la défense. Pour ce faire, sont
instaurées des conditions d'admission pour les recours en cassation
administrative, autrement dit, une procédure de filtre comme auprès
d'autres juridictions européennes.
M. Drèze dit que l'audition des chefs de corps a fait apparaître que la
haute juridiction administrative ne dispose pas aujourd'hui des
moyens pour gérer le contentieux des étrangers dans des délais
acceptables. En ce qui concerne la création d'une juridiction
administrative, à savoir le CCE, M. Drèze estime que les effectifs
projetés sont nettement insuffisants. L'intervenant évoque également
le délai de 24 heures ouvert au requérant qui serait intenable pour
introduire un recours suspensif contre un ordre d'expulsion, suivi du
délai de 72 heures, trop court lui aussi, qui est imparti au juge pour
statuer, après quoi un ordre d'expulsion peut être délivré alors même
que le requérant n'aurait reçu aucune réponse. En conclusion,
l'orateur estime que les projets, propositions de loi et résolutions en
discussion doivent rencontrer les différents points exposés afin
d'élaborer une procédure à la fois humaine, rapide et juste.
En réponse, le ministre de l'Intérieur a mis en évidence les éléments
suivants.
Le Conseil du Contentieux des Étrangers et la procédure qui peut être
engagée devant ce Conseil sont de nouveaux éléments. Bien que
ceux-ci soient inconnus à ce jour, le fait d'avoir introduit la possibilité
d'exercer un contrôle juridictionnel dans tous les cas constitue un
important pas en avant.
En ce qui concerne la procédure devant le Conseil du Contentieux
des Étrangers, le fait de prévoir une procédure écrite et de n'octroyer
aucun pouvoir d'investigation aux magistrats du Conseil a constitué
un choix politique clair. L'essentiel de la procédure d'asile doit en effet
être confié au Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides qui
est indépendant. Il doit prendre une décision de qualité. À cet égard, il
doit également veiller à ce que tous les actes d'instruction à charge et
à décharge soient posés. S'il ne le fait pas, il peut être sanctionné. Le
Conseil du Contentieux des Étrangers peut en effet annuler sa
décision et l'obliger à constituer un dossier mieux étayé s'il n'est pas
afhangen van haar efficiëntie.
Mevrouw Schryvers beklemtoont
dat de goede werking van de
administratieve rechtbanken
essentieel is. De
rechtsonderhorigen hebben recht
op rechtszekerheid. Ze stelt een
verbetering op procedureel vlak
vast en herinnert aan de enorme
achterstand bij de Raad van State.
In dit opzicht is het ontwerp
ontoereikend en onvolledig, omdat
het zich uitsluitend op bepaalde
elementen richt in plaats van de
werking van de Raad van State in
zijn geheel te herbekijken.
Over de hervorming van de Raad
van State zet de heer Maene de
invoering van moderne
managementtechnieken in de verf
(mandaten- en evaluatiesysteem).
De inzet is de versnelling van de
procedures zonder dat er aan het
recht op verdediging wordt
geraakt. Hiervoor is net zoals bij
andere rechtbanken een
filterprocedure geïnstalleerd.
De heer Drèze stelt dat het hoge
rechtscollege de middelen niet
heeft om
vreemdelingenbetwistingen binnen
aanvaardbare termijnen te
behandelen. Het geplande
personeelsbestand voor de Raad
voor Vreemdelingenbetwistingen is
ontoereikend. De termijn van 24
uur is onhoudbaar voor een
opschortend beroep tegen een
uitwijzingsbevel. De termijn van
72 uur waarover de rechter
beschikt om uitspraak te doen is
ook te kort. Er moet een
menselijke, snelle en
rechtvaardige procedure worden
uitgewerkt.
In zijn antwoord heeft de minister
van Binnenlandse Zaken erop
gewezen dat de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen en de
procedure voor deze raad nieuw
zijn. De mogelijkheid om in alle
gevallen een controle voor de
rechtbank uit te voeren is een
belangrijke stap voorwaarts. Voor
de procedure voor de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen zijn de
schriftelijke procedure en de
afwezigheid van de
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
possible de prendre clairement position sur la demande d'asile en se
basant sur le dossier soumis.
La Commission générale a donc tout intérêt à constituer un dossier
solide ou non. Pour le ministre, la procédure devant le Conseil du
Contentieux des Étrangers satisfait aux exigences de l'article 13 de la
Convention européenne des droits de l'homme (recours effectifs). Le
premier président du Conseil d'État l'a expressément confirmé au
cours des auditions.
Dans le cadre du fonctionnement du Conseil d'État et des adaptations
proposées afin de résorber efficacement l'arriéré de cette juridiction, il
a largement été question du filtre. Selon le Conseil d'État, ce système
n'est pas assez strict. Pour les avocats, par contre, il l'est trop. En
opérant ce choix, le gouvernement a songé en premier lieu au
justiciable. S'il dispose de moyens de cassation valables sur le plan
juridique, il doit pouvoir les faire valoir.
Le filtre de cassation est une nouvelle donnée dans l'ordre juridique
belge. Les expériences de l'étranger nous apprennent qu'il s'agit d'un
instrument valable qui peut fonctionner parfaitement. Le ministre ne
voit dès lors pas pourquoi ce ne serait pas le cas en Belgique.
Certains estiment que le Conseil d'État devrait disposer d'encore plus
de personnel et de moyens pour résorber rapidement l'arriéré. Une
politique se bornant à octroyer des moyens financiers n'a pas donné
lieu dans le passé à une augmentation significative du nombre
d'arrêts rendus. Il faut donc donner une chance à d'autres pistes.
Outre une augmentation limitée en nombre de conseillers d'État et
d'auditeurs, l'on prévoit également une série d'adaptations
procédurales et structurelles qui doivent aussi aider à résorber
l'arriéré. Dans ce contexte, il est souligné que 80% des recours
soumis au Conseil d'État concernent des contestations relatives à
l'application de la loi sur les étrangers. Ce contentieux est transféré au
Conseil du Contentieux des Étrangers.
A l'avenir, le Conseil d'État ne devra plus traiter qu'un cinquième du
nombre actuel des litiges, tandis que son effectif augmentera encore.
Dans ce contexte, il devrait être logiquement possible de résorber
plus rapidement le contentieux n'ayant pas trait aux étrangers.
Pour le ministre de l'Intérieur, l'introduction de techniques de gestion
et d'évaluation modernes portera aussi certainement ses fruits.
Viennent ensuite les répliques pour lesquelles je me permets de
renvoyer à mon rapport écrit.
Dans le cadre de la discussion des articles, des amendements sont
défendus par M. Drèze aux articles 6, 8, 12, 25, 33, 45 et 53. M.
Drèze a également proposé de créer des articles 212bis et 212ter et
de modifier l'article 216.
Mme Nagy dépose un amendement à l'article 8 et avec M. Drèze
propose de modifier les articles 79, 118, 153, 155, 156, 161, 176 et
184.
Mme Lanjri et consorts déposent un amendement aux articles 8, 14,
19, 68, 69, 70, 79, 174 et 241bis.
onderzoeksbevoegdheid van de
magistraten van de Raad
duidelijke politieke keuzes. De
kern van de procedure moet
toevertrouwd worden aan het
Commissariaat-Generaal voor de
Vluchtelingen en de Staatlozen,
dat erop moet toezien dat alle
onderzoeksdaden, à charge en à
décharge, gesteld worden. De
Raad voor
Vreemdelingenbestwistingen kan
haar beslissing vernietigen en haar
indien nodig verplichten om een
beter onderbouwd dossier samen
te stellen.
Voor de minister voldoet de
procedure voor de RVV aan de
vereisten van artikel 13 van het
Europees Verdrag voor de rechten
van de mens (daadwerkelijke
rechtsmiddelen).
In het kader van de voorstellen om
de achterstand van de Raad van
State weg te werken was er
sprake van een filter. Volgens de
Raad van State is dit systeem niet
strikt genoeg. Voor de advocaten
is het te strikt. De regering echter
heeft gedacht aan de
rechtsonderhorige die een beroep
moet kunnen doen op geldige
cassatiemiddelen. In de Belgische
rechtsorde is deze filter een nieuw
gegeven maar in het buitenland
vormt hij al langer een geldig
instrument.
Sommigen zijn van oordeel dat de
Raad van State over nog meer
personeel en middelen zou
moeten kunnen beschikken. Naast
een verhoging van het aantal
staatsraden en auditeurs zijn ook
structurele en
procedurewijzigingen gepland;
80 procent van de beroepen bij de
Raad van State hebben betrekking
op de toepassing van de
vreemdelingenwet en die
betwistingen worden overgeheveld
naar de RVV. De Raad van State
zal dus nog slechts een vijfde van
het huidige aantal geschillen
moeten behandelen en hij zou dus
in staat moeten zijn zijn
achterstand snel weg te werken.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
M. Maene et consorts proposent de modifier les articles 27, 52, 61,
206, 207 et 216 et un article 52bis est également proposé.
M. Borginon et consorts proposent des modifications à l'article 206.
Par de longues interventions, pour lesquelles je renvoie à mon rapport
écrit, M. le ministre de l'Intérieur développe le point de vue du
gouvernement sur chaque amendement.
Lors des votes, des modifications sont adoptées en ce qui concerne
les articles 27, 52, 61, 150, 206 et 216. Un article 52bis est créé. Ces
modifications concernent respectivement:
- la composition du jury chargé de l'examen des candidatures à la
fonction d'auditeur adjoint et de référendaire adjoint au Conseil d'État;
- la fonction d'administrateur, qui doit être considérée comme une
fonction de mandat réévaluée et adaptée aux exigences d'un
management moderne;
- le détachement de titulaires d'une fonction au Conseil d'État auprès
d'une instance internationale ou supranationale;
- le traitement de greffier au Conseil d'État;
- le fait que la durée du mandat d'administrateur soit égale à celle
d'administrateur du Conseil d'État, à savoir 5 ans;
- l'évaluation après un an des recours en cassation dont le Conseil
d'État est saisi;
- le mandat adjoint de directeur d'encadrement du personnel et de
l'organisation;
- le mandat adjoint de directeur d'encadrement du budget et de la
gestion et ce, pour une période de 5 ans renouvelable qui coïncide
avec le début et la fin de la période durant laquelle l'administrateur
exerce son mandat.
L'ensemble du texte ainsi modifié est adopté par 12 voix contre 1 et 2
absentions.
Volgens de minister zullen ook de
beheers- en moderne
evaluatietechnieken vruchten
afwerpen.
In het kader van de bespreking
van de artikelen werden
amendementen verdedigd door de
heer Drèze, mevrouw Nagy,
mevrouw Lanjri, de heer Maene en
de heer Borginon.
Bij de stemmingen werden er
wijzigingen aangenomen die
betrekking hebben op de
samenstelling van de jury voor het
examen van adjunct-auditeur en
adjunct-referendaris bij de Raad
van State, de functie van
beheerder (dit mandaat werd
opnieuw bekeken en aan de
vereisten van modern
management aangepast), de
detachering van ambtenaren van
de Raad van State bij een
internationale of supranationale
instelling, de wedde van griffier bij
de Raad van State, duur van het
mandaat van beheerder, de
evaluatie van de cassatieberoepen
die bij de Raad van State
aanhangig zijn gemaakt, het
nieuwe mandaat van stafdirecteur
personeel en organisatie, het
nieuw mandaat van stafdirecteur
begroting en beheer.
De gewijzigde tekst werd in zijn
geheel aangenomen met 12
stemmen voor, 1 stem tegen en 2
onthoudingen
Le président: Madame Galant, je vous remercie pour votre rapport.
Nous avons entendu les rapporteurs des différents projets et propositions de loi. Nous pouvons maintenant
poursuivre la discussion générale.
Onze orateurs sont inscrits, le premier étant M. Dirk Claes.
03.14 Dirk Claes (CD&V): Geachte mijnheer de minister, ik zal een
korte uiteenzetting houden, minder lang dan mijn mondeling verslag.
Namens CD&V zal ik het hebben over de Raad van State en de Raad
voor Vreemdelingenbetwistingen. Het andere deel wordt besproken
door mijn collega Nahima Lanjri.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, het
voorliggende ontwerp had een veelbelovend uitgangspunt, het
ontwerp over de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. De oprichting
van een volwaardig administratief rechtscollege, dat alle beroepen
zou behandelen inzake beslissingen genomen met uitvoering van de
wet van 15 december 1980 is een goede zaak. Daarnaast zou de
03.14 Dirk Claes (CD&V): À
première vue, le projet paraissait
prometteur. Le futur Conseil du
contentieux des étrangers devait
être une juridiction administrative à
part entière et compétente pour
tous les recours sur la base de la
loi du 15 décembre 1980, tandis
qu'une réforme en profondeur du
Conseil d'État devait résorber
l'arriéré.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Raad van State drastisch worden hervormd, waardoor de immense
achterstand waarmee hij te kampen heeft, kan worden aangepakt.
Het uiteindelijke resultaat, collega's, is echter minder positief dan het
wordt voorgesteld. In de eerste plaats is er de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen. Voor asielaangelegenheden treedt die
raad op in volle rechtsmacht. We erkennen de positieve bijdrage, die
de maatregel heeft op de behandeling van de asieldossiers en de
vereenvoudiging die hiervan uitgaat. Negatief blijft echter dat de raad
geen eigen onderzoeksbevoegdheid heeft, een belangrijke troef die
zijn voorganger, de Vaste Beroepscommissie, wel heeft. In niet-
asielzaken heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen enkel de
rol van cassatierechter te spelen. In vergelijking met de huidige
procedure bij het verzoek tot herziening is dat ongetwijfeld een
verzwakking van de positie van de vreemdeling die bijvoorbeeld
verzoekt om gezinshereniging.
Wat de hervorming bij de Raad van State betreft, blijft het grote
knelpunt de gebrekkige filter, die als compromis bij het ontwerp uit de
bus is gekomen. De Raad van State vroeg zelf uitdrukkelijk om een
schoktherapie en niet om halve maatregelen. Het is duidelijk dat de
voorgestelde maatregel onvoldoende zal zijn. Het is echter van
primordiaal belang dat de instroom van de dossiers bij de Raad van
State onder controle wordt gebracht, anders is heel het ontwerp een
maat voor niets geweest.
We hebben ons bij ons amendement terzake dan ook gebaseerd op
de criteria die door de Raad van State zelf worden voorgesteld, met
name enkel de zaken die aan de cassatiebevoegdheid van de Raad
van State kunnen onderworpen worden en die, ten eerste, betrekking
hebben op de eenheid van rechtspraak, om te voorkomen dat
rechtbanken vonnissen zouden vellen die verschillende draagkracht
zouden hebben. Ten tweede moet het gaan om principiële
rechtsvragen, die het individuele belang overstijgen. Ten derde moet
het gaan om substantiële procedurefouten of de niet-naleving door de
rechtsinstanties van de wezenlijke vormvereisten, die borg staan voor
de eerbiediging van de individuele rechten.
We stelden met genoegen vast dat ook sp.a en VLD tijdens de
bespreking het licht hadden gezien en na ons een gelijkaardig
amendement het was bijna identiek hadden ingediend. Het lot of
veeleer de tucht van de regering heeft er echter anders over beslist.
Het is echter nog niet te laat voor de leden om opnieuw tot bezinning
te komen. Wij zullen dan ook ons amendement opnieuw ter stemming
voorleggen.
Mijnheer Anthuenis, u kunt er nog eens over nadenken wat u gaat
doen met dat amendement inzake de filter. Dat is belangrijk.
Dit alles is ook de reden waarom wij als CD&V een grondige evaluatie
hebben gevraagd, 1 jaar na inwerkingtreding van de wet. Wij stellen
een evaluatie voor niet enkel van de filter maar van de volledige
werking van de Raad van State en de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen. Wij stellen ook voor dat de evaluatie
toekomt aan het Parlement en niet aan de regering. Ook dat werd
echter door het amendement van de meerderheid tot het minimum
minimorum herleid.
Le résultat final est moins positif.
Le Conseil du contentieux, qui
intervient en pleine juridiction en
matière d'asile, n'a pas été doté du
pouvoir d'investigation propre dont
pouvait se prévaloir son
prédécesseur, la Commission
permanente de recours. De plus,
en ce qui concerne les questions
ne relevant pas de l'asile, ce
Conseil peut jouer exclusivement
un rôle de juge en cassation, ce
qui représente un affaiblissement
de la position de l'étranger.
La réforme du Conseil d'État a été
marquée par un manque
d'audace. Le filtre imparfait issu du
compromis ne pourra pas
réellement endiguer l'afflux
important de dossiers. Notre
amendement tend à une thérapie
de choc et se fonde sur les
critères proposés par le Conseil
lui-même. Le VLD et le sp.a
étaient sur la même longueur
d'onde mais ils ont finalement dû
se soumettre à la discipline du
gouvernement. Il est toujours
temps pour eux de voter pour
notre amendement.
Le CD&V a également proposé,
mais en vain, que le Parlement
et non le gouvernement procède
à une évaluation complète et
approfondie après un an. Là aussi,
la majorité a réduit cette
proposition à sa plus simple
expression.
Hélas, la transparence promise n'a
guère été de mise au cours des
débats. Le Parlement n'a pas
réussi à rectifier le projet du
gouvernement, dont le potentiel
était pourtant important.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Bij deze wil ik inzake de hele bespreking zeggen dat ik toch een
aantal zaken betreur. Minister Dewael heeft bij aanvang openheid
aangekondigd bij de bespreking van die wetsontwerpen. Er is echter
niet veel van in huis gekomen als blijkt dat ook de
meerderheidspartijen hun amendementen moeten inslikken. De
behandeling en de vele hoorzittingen ten spijt, moeten wij toch
vaststellen dat door de regering een wetsontwerp wordt ingediend met
potentie, althans, die potentie zou er zijn op voorwaarde van een
correcte behandeling en de nodige bijsturing door het Parlement. Het
heeft echter niet mogen zijn. En de aangekondigde openheid,
mijnheer de minister, was er volgens mij spijtig genoeg niet.
03.15 Minister Patrick Dewael: Mag ik daar even op repliceren? Ten
eerste, wat de evaluatie betreft, zegt u dat die zal gebeuren door de
regering en dat zij eigenlijk zou moeten gebeuren door het Parlement.
Zij zal door de twee gebeuren. Zij zal door de regering gebeuren en
de regering zal natuurlijk eens de evaluatie gemaakt is van de
procedure naar het Parlement komen en het Parlement zal uiteraard
de gelegenheid hebben door middel van vraagstelling en
interpellaties, of wat dan ook, daarover een uitspraak te doen. Dat is
één.
Ten tweede, wat de openheid betreft, heb ik u gezegd, van meet af
aan, dat ik voor een open parlementaire behandeling ben, maar voor
mij is het belangrijk dat minstens de twee ontwerpen, zoals die door
de Ministerraad zijn goedgekeurd, goedgekeurd kunnen worden.
Daarover bestaat een consensus bij de vier meerderheidspartijen.
Amendementen kunnen voor mij, op voorwaarde dat u natuurlijk een
consensus of, indien geen unanimiteit, toch een meerderheid hebt.
Wat moet ik doen als ik vaststel dat die meerderheid er niet is, net
alleen, mijnheer Claes, binnen de regeringsmeerderheid? Als ik
echter de amendementen lees van CdH en Ecolo, dan neem ik aan
dat u het daar ook niet mee eens bent. Kortom, de amendementen
zijn ter stemming voorgelegd. Als de amendementen geen
meerderheid kunnen behalen valt de regering, heb ik gezegd, op dat
ogenblik terug op de twee ontwerpen die zij in het Parlement heeft
ingediend. Dat is toch de normale parlementaire behandeling. U kunt
toch niet zeggen dat de commissie daar geen tijd in heeft kunnen
steken. Wij hebben daar uren en uren over gedebatteerd. Op een
bepaald ogenblik heb ik gezegd dat het, na inspraak, ook via
hoorzittingen, het Parlement zou sieren te komen tot een bepaalde
uitspraak. Uitspraak heeft de commissie alleszins gedaan.
03.15 Patrick Dewael, ministre:
Les deux organes sont chargés de
l'évaluation : le Parlement pourra
apprécier l'évaluation du
gouvernement par le biais de
questions et d'interpellations.
Je suis partisan d'un traitement
parlementaire transparent mais il
fallait d'abord approuver les deux
projets à propos desquels il
existait un consensus au niveau
des quatre partis de la majorité. Je
ne m'opposais certainement pas
aux amendements, mais il
n'existait aucune majorité pour les
défendre. Nous sommes donc
revenus aux deux projets. La
Commission y a certainement
accordé le temps nécessaire et est
arrivée à une décision. Il s'agit là
de la voie parlementaire habituelle.
03.16 Dirk Claes (CD&V): Alleszins was het wetsontwerp zoals het
was ingediend volgens mij niet voldragen. Er zijn heel wat goede
amendementen voorgesteld, ook zelfs door sp.a en VLD, maar zij
hebben die zelf moeten inslikken. Dat begrijp ik niet.
De filterprocedure was daarbij heel belangrijk. Wij wilden die
verbeteren. Dat zelfs dit niet te slikken was, vind ik toch wel een brug
te ver.
Qua evaluatie is het belangrijk dat door het Parlement een
onafhankelijke commissie zou kunnen worden samengesteld om de
evaluatie te doen. Wij vinden het niet correct dat eerst de regering dit
doet en pas dan de controle door het Parlement zal kunnen gebeuren.
03.16 Dirk Claes (CD&V): Le
projet était immature. Il y avait de
très bons amendements qui furent
rejetés à tort. Le VLD et le sp.a
n'avaient plus qu'à faire une croix
sur leurs amendements.
Pour ce qui est de l'évaluation, le
Parlement aurait dû pouvoir créer
une commission de contrôle
indépendante. Il n'appartient pas
au gouvernement de s'en charger.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Mijnheer de minister, in plaats van een voldragen wetsontwerp dat wij
hier zouden moeten goedkeuren, ligt er een veredeld voorontwerp
voor. Allicht werd er meer tijd en energie in gestoken om hieraan toch
maar niets te moeten veranderen, dan dat er aan het schrijven van
het ontwerp zelf is besteed. Ik denk dat er veel overleg is geweest
binnen de meerderheid en dat de conclusie altijd was dat er niets
meer aan zou worden veranderd. Ik zeg niet dat ik met alle
amendementen akkoord ging, maar er zaten toch goede punten in die
een verbetering zouden geweest zijn op wetgevend vlak. Die zijn er
niet doorgekomen wegens de onderlinge tucht in de meerderheid.
Volgens mij zullen we snel worden geconfronteerd met
reparatiewetgeving en met nieuwe wetgeving over dezelfde
onderwerpen. Er zijn trouwens nog Europese richtlijnen die we snel
zullen moeten uitvoeren en toepassen. U hebt trouwens gezegd dat u
daarmee nog hierheen zult komen. Er werden voorzetten gegeven om
dit nu al hierin op te nemen, maar dat is spijtig genoeg ook niet
gebeurd.
Le projet d'aujourd'hui n'est en fait
rien de plus qu'un avant-projet qui
ne pouvait être modifié.
On s'est beaucoup investi dans
cette matière et des amendements
valables ont été déposés, mais il y
avait une stricte discipline à
respecter, empêchant toute
amélioration législative. Une loi de
réparation verra très certainement
le jour sous peu. En outre, il est
regrettable que cette loi n'anticipe
pas les futures directives
européennes en la matière.
03.17 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
alvorens in te gaan op de twee ontwerpen die voorliggen, wil ik de
toestand schetsen zoals die de voorbije jaren is gegroeid en die ertoe
leidde, collega's, dat de notie "illegaal verblijf" onder paars bijna
helemaal verdween uit de Belgische wetgeving.
Ik ga even terug in de geschiedenis. In 1999 luidt een van de eerste
grote aankondigingen van Verhofstadt I dat er een massale
regularisatiecampagne zou komen. Paarsgroen gaf meer dan 50.000
illegalen de mensen zonder papieren, zoals ze dat zo eufemistisch
omschrijven de kans om toch aan papieren te geraken. De
meerderheid van illegale vreemdelingen kreeg in de jaren daarop
inderdaad een verblijfsvergunning. Hoeveel het er precies waren,
kunnen we evenwel niet weten, omdat nog steeds niet alle dossiers
afgehandeld zijn. Wellicht zitten we nu rond de 40.000.
Er is echter meer. De in 1999 aangekondigde regularisatiecampagne
genereerde een gigantisch aanzuigeffect, waardoor een record aantal
asielzoekers naar ons land kwam. In 1999 was er reeds een stijging
tot 36.000, komende van 22.000 het jaar voordien. Dan kwam het jaar
2000 met niet minder dan 42.000 asielaanvragen.
De regering pronkt tegenwoordig met het feit dat de cijfers de voorbije
jaren zijn verminderd, maar dat is natuurlijk niet moeilijk, als men
eerst een tsunami van asielzoekers heeft uitgelokt. Tussen haakjes,
op het einde van de regeerperiode-Verhofstadt I Verhofstadt II, van
1999 tot pakweg begin volgend jaar, zullen in dit land om en bij de
200.000 asielzoekers zijn binnengekomen. Dat is de bevolking van
Brugge en Mechelen samen.
Ten derde, Verhofstadt I voerde het lifo-principe in: last in, first out.
Dat betekent dat de recentste asielaanvragen eerst werden
behandeld. Nieuwe asielzoekers kregen dus vrij snel bericht of zij al
dan niet het land moesten verlaten. In bijna 90% van de gevallen gaat
het immers niet om politieke vluchtelingen. Met dat laatste zou men
nog enigszins akkoord kunnen gaan, als de asielbedriegers ook
effectief zouden vertrekken, maar dat doet de meerderheid dus niet.
Omdat de linkse regering nu al jarenlang weigert een actief
03.17 Filip De Man (Vlaams
Belang): Sous la coalition violette,
la notion de « séjour illégal » a
disparu presque totalement de
notre législation. En 1999, 50 000
dossiers d'illégaux ont été pris en
considération pour être
régularisés, ce qui a produit un
effet d'aspiration qui a abouti à
42 000 demandes d'asile en 2000.
Certes, il y a eu sensiblement
moins de demandes ces derniers
temps mais après un tel tsunami,
c'est tout à fait logique. Sous la
coalition violette, quelque 200 000
demandeurs d'asile seront donc
entrés sur notre territoire.
Sous la législature précédente, le
principe LIFO (last in, first out)
avait été instauré: les derniers
dossiers rentrés sont les premiers
traités. Ce n'est pas un mauvais
principe en soi car ainsi, les
demandeurs d'asile, qui ne sont
des réfugiés politiques que dans
10 % des cas, savent assez vite
qu'ils devront quitter le territoire.
Toutefois, le refus du
gouvernement actuel de mettre en
oeuvre une politique active de
recherches aboutit à ce que ces
fraudeurs de l'asile traînent sans
papiers dans nos villes.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
opsporingsbeleid te voeren, blijven er tienduizenden van hen in onze
steden rondhangen als mensen zonder papieren.
03.18 Willy Cortois (VLD): Als u gelijk zou hebben, wat is dan uw
oplossing?
03.18 Willy Cortois (VLD): Mais
quelle solution proposez-vous?
03.19 Filip De Man (Vlaams Belang): Voor het asielprobleem?
Waarde collega, constructief als wij zijn, geven wij eerst kritiek en
naderhand geven wij ons voorstel van beleid inzake asiel.
03.19 Filip De Man (Vlaams
Belang): J'y viendrai tout à l'heure.
Je vais me livrer à un
commentaire critique sur votre
politique avant de présenter notre
proposition.
De voorzitter: De heer De Man zal het ons vertellen.
03.20 Filip De Man (Vlaams Belang): Ik zal het zeker vertellen,
mijnheer de voorzitter. Niemand zal mij tegenhouden.
Als u nog even kunt wachten, mijnheer Cortois, dan wordt u op uw
wenken bediend.
Ten vierde, het lifo-principe betekende ook dat de oudere
asielaanvragen jarenlang bleven liggen. Met andere woorden, er was
een nieuwe lichting te regulariseren vreemdelingen in de maak. Wat
zien wij inderdaad? Veel van die vreemdelingen krijgen momenteel
van Verhofstadt II een regularisatie, nota bene omdat zij te lang
moesten wachten op een beslissing. U moet het maar doen, mijnheer
Dewael. De regering blijft in gebreke. De illegalen worden beloond en
de bevolking is de pineut. U geeft als minister van Binnenlandse
Zaken tegenwoordig automatisch een verblijfsvergunning als het
asieldossier vier jaar oud is, wat jullie fout is. U geeft hun een
verblijfvergunning, zelfs na drie jaar, als de asielzoeker of
asielzoekster een kind heeft.
Steeds vaker raken trouwens gevallen bekend van vrouwen die zich
opzettelijk zwanger laten maken om een verblijfsvergunning te
bekomen. Collega's, dat is met zoveel woorden gezegd door de
voorzitter van het Antwerpse OCMW. Volgens de statistieken van
Kind en Gezin werden vorig jaar, alleen al in Vlaanderen 1.220
kinderen geboren bij moeders zonder papieren. Men mag aannemen
dat het in Brussel en Wallonië zeker niet minder is.
Men kan dus niet anders dan tot de volgende conclusie komen: het zo
bejubelde lifo-principe werd omgebogen tot het fino-principe, first in
never out. Als het asieldossier lang genoeg aansleept, moet men het
land niet meer verlaten.
Dat is nog niet alles. Ook wie geen of nooit asiel aanvroeg, kan al dan
niet via een kerkbezetting op een menselijke geste van Dewael
rekenen. Begin juli meldden verschillende kranten hoe hij ook gretig
regularisaties toekende aan illegalen die niet eens een
regularisatieaanvraag hadden ingediend. Volgens zijn woordvoerder,
Jo Deroo, nog zo'n links-liberaal, komt een kerkbezetting neer op een
impliciete aanvraag. Geef toe, mijnheer Dewael, dat het werkelijk een
daad van groot humanisme is als u al verblijfsvergunningen geeft
terwijl de persoon in kwestie er niet eens om vraagt.
03.20 Filip De Man (Vlaams
Belang): Le principe LIFO implique
également que les vieux dossiers
restent dans les tiroirs. Aujourd'hui
donc, l'inéluctable s'est produit: de
nombreux demandeurs d'asile
sont encore régularisés
actuellement parce que le
traitement de leur dossier a duré
trop longtemps. Un permis de
séjour est accordé
automatiquement quand le dossier
a quatre ans, voire trois si le
demandeur a un enfant à charge.
Mais cette dernière clause aussi
génère des abus. L'association
"Kind en Gezin" a indiqué que, l'an
dernier, en Flandre, des mères
sans papiers avaient déjà donné
naissance à 1 220 enfants.
La conclusion est que le
gouvernement applique
aujourd'hui le principe FINO pour
first in, never out !
Pire, certains étrangers qui avaient
participé à des occupations
d'église ont obtenu un permis de
séjour sans jamais l'avoir
demandé. Il faut croire qu'occuper
une église équivaut à faire une
demande d'asile implicite. Si ce
n'est pas un acte d'humanisme de
notre ministre, je n'y comprends
plus rien !
03.21 Willy Cortois (VLD): (...).
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
03.22 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer Cortois, ik ga eerst
zoals gezegd...
03.23 Willy Cortois (VLD): (...).
De voorzitter: Wacht een beetje, mijnheer Cortois.
03.24 Willy Cortois (VLD): (...).
03.25 Filip De Man (Vlaams Belang): Het doet wel pijn, mijnheer
Cortois, want van uw minister van Binnenlandse Zaken is het
volgende de bevolking opgevallen: door toe te geven aan de
kerkbezetters is hij de eerste verantwoordelijke geworden voor de
tientallen kerkbezettingen van de voorbije maanden. U hebt dat in
feite in de hand gewerkt. U hebt toegegeven bij de bezetting van Sint-
Bonifacius. Aangemoedigd door de troglodieten van Groen!, Ecolo en
een deel van de PS zijn er natuurlijk tientallen kerkbezettingen
gevolgd.
03.25 Filip De Man (Vlaams
Belang): Pour avoir cédé devant
les premiers occupants d'une
église, le ministre de l'Intérieur est
responsable des dizaines
d'occupations d'églises qui ont
suivi au cours des derniers mois.
03.26 Willy Cortois (VLD): (...).
03.27 Filip De Man (Vlaams Belang): Een ding is wel duidelijk,
mijnheer Cortois: het humanisme van de VLD lijdt niet onder het feit
dat er vanuit de Kerk een beroep op wordt gedaan. Dat is waarlijk een
grote vooruitgang voor de, zeg maar voorheen, vrijzinnige liberale
partij.
Laksheid en toegeeflijkheid troef dus! Ten bewijze: het aantal
regularisaties ging onder de huidige minister van Binnenlandse Zaken
spectaculair de hoogte in. Vorig jaar waren er 11.630 en dit jaar zal
men wellicht uitkomen op zowat 10.000.
Collega's, nogmaals, het gaat hier niet om een Ecolo-minister of om
een PS-minister. Het gaat hier wel degelijk om een VLD-minister. De
heer Dewael houdt nochtans de kiezers voor dat hij nooit of te nimmer
een tweede, massale regularisatie zal doorvoeren. Hij zegt tegen elke
journalist die het horen wil vandaag zal hij dat alleszins niet kunnen,
want er is, heel toevallig, geen enkele journalist aanwezig dat hij
alleen individuele gevallen regulariseert.
Mijnheer Dewael, hoe individueel zijn 11.630 gevallen? Het doet mij
denken aan de rassenrellen van 2005 in Frankrijk, toen ook in België
her en der brand werd gesticht. Volgens uw zeggen werden toen 120
voertuigen individueel in brand gestoken. Ik weet niet of u beseft hoe
schijnheilig u op zulke momenten bij de bevolking overkomt.
03.27 Filip De Man (Vlaams
Belang): Le laxisme et la
permissivité l'ont emporté. En
2005, il a été procédé à 11.630
régularisations. Le ministre a
toujours affirmé que jamais il ne
procéderait à une deuxième
campagne de régularisations
massives et qu'il n'admettrait que
des régularisations à titre
individuel. Prétend-il que ces
11.630 dossiers constituent des
cas de régularisation individuelle?
03.28 Minister Patrick Dewael: Vraag dan aan de heer Tastenhoye
wat uw groep bezielt. Terwijl u het aantal regularisaties veel te veel
vindt, is er voor de heer Tastenhoye alleszins één regularisatie te
weinig. Hij vond immers dat zijn geval wel de moeite waard was om te
worden geregulariseerd. Leg dat eens uit.
Hij vond dat geval humanitair verantwoord. Er waren immers kinderen
en dies meer bij betrokken. Hij was het geval gaan bepleiten bij de
minister van Binnenlandse Zaken. Er gebeurde dan een grote fout
door de minister van Binnenlandse Zaken. Ik heb immers het geval,
mij voorgelegd door het Vlaams Belang, niet geregulariseerd.
03.28 Patrick Dewael, ministre:
Vous estimez que les
régularisations sont trop
nombreuses mais, selon M.
Tastenhoye, il y en manquerait
tout de même une. Subitement,
des raisons humanitaires sont
invoquées.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Mijnheer De Man, probeer dat eens aan elkaar te praten.
03.29 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, verleent
de minister hier tegenwoordig het woord?
De voorzitter: U hebt het woord.
03.30 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer Dewael, voor de
derde of de vierde keer, onze partij is niet gekant tegen artikel 9.3.
(Rumoer)
03.31 Minister Patrick Dewael: Eigen regularisaties eerst.
03.31 Patrick Dewael, ministre:
Nos propres régularisations
d'abord, en quelque sorte.
03.32 Filip De Man (Vlaams Belang): Het betoog "Eigen volk eerst"
is hier niet echt aan de orde.
03.33 Minister Patrick Dewael: Het is niet alleen de heer Tastenhoye.
Ik heb ook nog andere briefwisseling van uw fractie. Ik zal u daarmee
te gelegener tijd eens confronteren.
03.33 Patrick Dewael, ministre:
Je dispose d'ailleurs d'autres
courriers de ce genre émanant du
groupe du Vlaams Belang.
03.34 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
waarom wordt de minister nu zenuwachtig, wanneer de heer de Man
enkel maar de spectaculaire stijging van zijn regularisatiebeleid aan
de kaak stelt?
03.34 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Pourquoi cette nervosité
chez le ministre lorsque M. De
Man dénonce la politique de
régularisation funeste du
gouvernement?
De voorzitter: Wij voeren een debat. De heer de Man heeft het woord.
03.35 Filip De Man (Vlaams Belang): U moet toch kunnen
aanvaarden dat wij zeggen dat artikel 9.3 voor ons eveneens blijft
staan en dat de bevoegde minister terzake uitspraken doet. Alleen,
voorheen kregen per jaar een paar honderden betrokkenen hun
verblijfsvergunning via een beslissing van de minister, precies om
humanitaire redenen en op basis van artikel 9.3. Dat paar honderden
gevallen is echter de voorbije jaren geklommen van een paar duizend
naar 11.630 regularisaties in 2005. Daarvoor is artikel 9.3 niet
gemaakt.
Artikel 9, punt 3 is een automatisme geworden. De minister zegt het
trouwens zeer duidelijk, mijnheer Cortois. Vanaf vier jaar illegaal
verblijf wordt het toegekend of vanaf drie jaar illegaal verblijf als men
kinderen heeft. Het principe mag van ons bestaan, maar de massale
toepassing...
03.35 Filip De Man (Vlaams
Belang): Je répète que notre parti
n'est pas opposé à l'article 9, 3°.
Jadis toutefois, le ministre délivrait
chaque année à quelques
centaines de personnes leur
permis de séjour pour des raisons
humanitaires. Entre-temps, on est
passé à 11 630 régularisations.
L'application de l'article 9, 3° est
devenue automatique. A partir de
quatre années de séjour illégal et
même de trois ans lorsqu'il y a des
enfants, la régularisation est
accordée automatiquement.
De voorzitter: Mijnheer De Man, de minister vraagt het woord.
03.36 Minister Patrick Dewael: Ik verwijs naar het geval van de heer
Tastenhoye. Hij heeft het openlijk bepleit, maar anderen van uw
fractie doen dat in brieven ook. Het gaat telkenmale over de
toepassing van artikel 9, punt 3. Het gaat telkenmale over mensen die
volgens de briefschrijver te lang in de procedure gezeten hebben
waardoor hun kinderen hier schoollopen, perfect geïntegreerd zijn,
Nederlands spreken enzovoort. Dat zijn precies de criteria die ik
03.36 Patrick Dewael, ministre:
L'application de l'article 9, 3° se
base sur plusieurs critères parmi
lesquels l'attente beaucoup trop
longue d'une décision et partant, la
scolarisation des enfants dans
notre pays, la connaissance du
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
gebruik, alleen gaat het natuurlijk wel over meer mensen dan
diegenen die opgeraapt worden door uw fractie. Ik zal niet zeggen dat
ik honderden brieven krijg, maar ze verwijzen alleszins naar de criteria
die ik bepleit heb in de commissie. Als men drie of vier jaar in een
procedure heeft gezeten en de asielinstanties geven geen antwoord,
dan moet men op individuele basis, als er geen probleem is met de
openbare orde, een regularisatie overwegen. Dat is precies de
conclusie die ik in elke brief lees die uitgaat van uw fractie.
néerlandais et l'intégration de ces
étrangers en Belgique. Ceci vaut
bien entendu pour un nombre
beaucoup plus important de
personnes que celles auxquelles
s'intéresse le Vlaams Belang.
Lorsqu'on suit une procédure
durant trois ou quatre ans, que les
instances chargées de l'asile ne
donnent aucune réponse et qu'il
n'y a aucun problème au niveau
de l'ordre public, il convient
d'envisager une régularisation
individuelle. C'est précisément la
conclusion que je lis dans chaque
lettre du Vlaams Belang.
03.37 Filip De Man (Vlaams Belang): Het is toch ongehoord dat
deze regering en de vorige regering de achterstand organiseren,
jarenlang de dossiers laten liggen en dan zeggen dat ze een fout
hebben begaan en dat ze dus automatisch vorig jaar 11.630
mensen regulariseren. Dat hebt u ervan gemaakt. U hebt er een
karikatuur van gemaakt. Artikel 9, punt 3 is voor schrijnende,
humanitaire gevallen. Nogmaals, wij hebben daar geen probleem
mee, maar als u de zaken laat aanrotten waardoor u meer dan 10.000
illegalen per jaar moet regulariseren, wat is dan in feite nog de notie
van illegaal verblijf in dit land? Die bestaat blijkbaar niet meer.
(...): (...)
03.37 Filip De Man (Vlaams
Belang): Ce gouvernement ainsi
que les précédents ont d'abord
organisé l'arriéré des procédures
avant de procéder à des
régularisations systématiques.
L'article 9, 3° vise des cas
exceptionnels et dramatiques. Il
est inadmissible de laisser pourrir
la situation pendant des années
pour devoir ensuite régulariser
massivement. La notion de "séjour
illégal" n'existe plus
03.38 Filip De Man (Vlaams Belang): Als de overheid in dit land er
niet in slaagt... Het dossier van de asielzoekers, mijnheer Cortois, is
nu toch al ongeveer vijftien jaar aan de orde, want dat cijfer is begin
jaren negentig beginnen oplopen. Na vijftien jaar komen we eindelijk
tot de conclusie dat al die asielzoekers die jarenlang blijven zitten in
de procedure, massaal verblijfsvergunningen worden toegekend en
binnenkort ook allemaal nouveaux Belges worden. Dat weet u toch
ook. Dat is de les die we moeten trekken uit vijftien jaar wanbeleid.
03.38 Filip De Man (Vlaams
Belang): Les demandeurs d'asile
pour lesquels une procédure est
en cours depuis des années
obtiennent des permis de séjour
en masse et même, par la suite, la
nationalité belge. Cette situation
est le résultat de quinze années
d'incurie.
De voorzitter: Mijnheer De Man, de heer Bex wil interveniëren.
03.39 Stijn Bex (sp.a-spirit): De heer De Man gaat er nu vanuit dat
een nieuwe minister van Binnenlandse Zaken tabula rasa kan maken
en geen rekening moet houden met de fouten uit het verleden. Ik ben
zelf even verontwaardigd dat die asielaanvragen zolang hebben
aangesleept.
03.39 Stijn Bex (sp.a-spirit): Lors
de son entrée en fonctions, M.
Dewael a hérité ce dossier de son
prédécesseur. Un nouveau
ministre ne peut faire table rase du
passé. Je suis également indigné
par ces demandes d'asile qui n'en
finissent pas.
03.40 Filip De Man (Vlaams Belang): Daarvoor is uw partij mee
verantwoordelijk.
03.41 Stijn Bex (sp.a-spirit): Ten eerste zat mijn partij in de vorige
legislatuur niet in de meerderheid, maar daarover gaat het nu zelfs
niet.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
Mijnheer De Man, u zult er uw geschiedenisboekjes nog even moeten
op nalezen. Tijdens de vorige legislatuur maakte mijn partij geen deel
uit van de federale meerderheid.
03.42 Filip De Man (Vlaams Belang): (...)
03.43 Stijn Bex (sp.a-spirit): Men speelt het hier blijkbaar graag
formalistisch. Ik kan alleen maar herhalen dat mijn partij tijdens de
vorige legislatuur niet in de federale meerderheid zat en dat ik een
aantal weken geleden een feestje heb gegeven ter gelegenheid van
mijn dertigste verjaardag. U kunt dus misschien zeggen dat ik mee
verantwoordelijk ben. Ik denk niet dat iemand die minister van
Binnenlandse Zaken wordt, bijvoorbeeld verantwoordelijk kan worden
gesteld voor een probleem dat is ontstaan op een ogenblik dat hij nog
niet aan de macht was.
Mijnheer De Man, mijn vraag is heel simpel. U zegt dat u de vraag om
regularisatie van de heer Tastenhoye terecht vindt. Stel dat u minister
van Binnenlandse Zaken zou worden - wat hopelijk niet gebeurt - en u
wordt geconfronteerd met die last van het verleden. Hoe zult u dat
dan oplossen? Zult u durven zeggen dat u wordt geconfronteerd met
een probleem uit het verleden - zoals dat altijd gebeurt wanneer men
aan de macht komt - en dat u in de gegeven omstandigheden die
10.000 mensen die te lang hebben moeten wachten op een antwoord
in verband met hun asielaanvraag, uit humanitaire overwegingen zult
regulariseren?
Ik begrijp dat wanneer de heer Tastenhoye u een brief zou schrijven,
u die individuele persoon wel zou regulariseren. Zou u durven zeggen
dat voor iedereen dezelfde wetten gelden, dat iemand die zo lang
heeft moeten wachten op een antwoord moet worden geregulariseerd
en dat dit voor iedereen moet gebeuren?
03.43 Stijn Bex (sp.a-spirit): Un
ministre confronté à un tel dossier
doit chercher une solution
humaine. Comment M. De Man
résoudrait-il les problèmes hérités
du passé s'il devenait ministre de
l'Intérieur? Comment réagirait-il à
la question de M. Tastenhoye?
Que ferait-il à l'égard des 10 000
réfugiés qui doivent attendre
beaucoup trop longtemps une
décision dans le cadre de leur
procédure? Régulariserait-il
uniquement le cas « Tastenhoye »
ou également d'autres dossiers?
03.44 Filip De Man (Vlaams Belang): Collega's, ik had mij blijkbaar
beter gericht tot mevrouw Douifi. Zij is jarenlang de rechterhand - of
de linkerhand - van de heer Vande Lanotte, toenmalig minister van
Binnenlandse Zaken, geweest. Ik had mij tot haar moeten richten en
niet tot de splinterpartij spirit, waarvoor mijn excuses, mijnheer Bex.
Ik blijf u zeggen dat wij de toepassing van artikel 9, 3. helemaal niet in
vraag stellen. Wij zeggen alleen dat men er door een wanbeleid toe
komt dit als ultiem middel te gebruiken om de tienduizenden illegalen
die hier verblijven een verblijfsvergunning te verlenen en hen
bovendien op de lange duur nog de nationaliteit cadeau doen. Dat
vinden wij te ver gaan.
U zult toch niet ontkennen dat de voorbije jaren door deze
meerderheid heel wat regularisaties en naturalisaties werden
doorgedrukt die op zijn minst vragen doen rijzen. Ik zal de namen van
de terroristen en de mensenhandelaars die hier gepasseerd zijn niet
noemen, maar u zou eerlijk gezegd beter een toontje lager zingen wat
dat betreft.
Er zal natuurlijk een aantal van die mensen gerepatrieerd worden.
Mijnheer Cortois, het feit is dat er meer geregulariseerd wordt dan
gerepatrieerd. De regularisatie is de regel geworden en repatriëring is
de uitzondering geworden. Dat is nu het geval. De cijfers bewijzen dat,
03.44 Filip De Man (Vlaams
Belang): Nous ne voulons pas
remettre en cause l'article 9, 3°.
Vu l'incurie du gouvernement, il
est cependant devenu un moyen
ultime de régulariser, voire de
conférer la nationalité belge à tous
les illégaux, y compris aux
trafiquants d'être humains et aux
terroristes. On constate davantage
de régularisations que de
rapatriements, les chiffres le
prouvent.
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
mijnheer Dewael. U regulariseert meer illegale vreemdelingen of
asielzoekers dan dat u er repatrieert. Dat is de absolute waarheid.
03.45 Minister Patrick Dewael: Ik heb cijfers gegeven in de
commissie.
U moet nu eens antwoorden op de vraag van de heer Bex. Als het
criterium van de heer Tastenhoye een criterium is van een onredelijke
lange procedure die maakt dat mensen geïntegreerd zijn, wat zou u
doen als u zou moeten beslissen? Zou u iedereen nemen die objectief
aan dat criterium beantwoordt? Of zou u alleen maar degenen nemen
die u worden aanbevolen door uw eigen fractie? Als er een brief bij is
van het Vlaams Belang, komen ze in aanmerking en anders
misschien niet.
Of zou u zeggen dat drie tot vier jaar een objectief criterium is? Als u
tot de vaststelling komt dat daaraan dan duizenden mensen
beantwoorden, gaat u daarin nog eens een schifting doorvoeren? U
bent immers niet tegen het principe van regularisatie. U bent voor een
bepaald criterium.
03.45 Patrick Dewael, ministre:
M. De Man ne répond pas à la
question de M. Bex. Quelle serait
son attitude face au critère de la
procédure d'asile
déraisonnablement longue?
Régulariserait-il tout qui satisfait à
ce critère ou seulement ceux qui
possèdent une recommandation
du Vlaams Belang? Trois à quatre
ans de procédure, est-ce un
critère objectif? Et si des milliers
de personnes répondent à ce
critère? Faudra-t-il alors procéder
à une sélection?
03.46 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...)
03.47 Minister Patrick Dewael: Mijnheer Annemans, is dat geen
criterium? Dan kan ik u toch brieven tonen waaruit blijkt dat volgens
leden van uw fractie dat wel een criterium is. Zij wijzen daar immers
op. Zij zeggen dat die mensen reeds zo lang in België zijn, nog in een
asielprocedure zitten die veel te lang heeft geduurd en dat de
kinderen hier naar school gaan. Zij vragen om die mensen alstublieft
in aanmerking te nemen voor regularisatie. Het zijn leden van uw
fractie die dat doen. Los dat eens op in uw fractie!
03.47 Patrick Dewael, ministre:
Je peux produire des lettres de
membres du Vlaams Belang qui
avancent pourtant cet argument
pour étayer une demande de
régularisation.
De voorzitter: Mijnheer Annemans, vraagt u het woord?
03.48 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...), dan sprak hij niet
namens het Vlaams Belang. Zo simpel is het.
03.48 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Si M. Tastenhoye a
soulevé ce critère, il ne s'exprimait
pas au nom du Vlaams Belang.
03.49 Minister Patrick Dewael: Dan zal ik u de komende weken wel
eens met een aantal andere dingen confronteren.
03.50 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik heb graag dat u boven
de tafel discussieert en niet eronder.
Het criterium hier lang verblijven is voor het Vlaams Belang geen
criterium om te regulariseren en voor de VLD wel. Zo simpel is het.
Wat wij ermee doen, is wat de VLD beloofde in 2000 ermee te zullen
doen, net hetzelfde. Er is een verschil tussen de VLD van vroeger en
de VLD van nu, maar er is geen verschil tussen het Vlaams Blok toen
op dat moment en het Vlaams Belang nu.
03.50 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): : Un long séjour illégal
dans notre pays ne constitue pas
un critère pour le Vlaams Belang
mais, de toute évidence, il en
constitue un pour le VLD. Ce
dernier a oublié les engagements
qu'il a pris en 2000 alors que nous
restons fidèles à notre point de
vue.
03.51 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer Cortois en anderen
van de meerderheid, u probeert nu iets te ontlokken aan het Vlaams
Belang. U vraagt welke criteria het Vlaams Belang zou hanteren als
het Binnenlandse Zaken in handen zou hebben, wat wij hopen van
niet? Dat is een duidelijke vraag die gesteld wordt.
03.51 Filip De Man (Vlaams
Belang): : On veut nous pousser
ici à faire certaines déclarations.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
Welnu, het antwoord is gegeven door de minister zelf. Hij zegt dat hij
de criteria niet kan vastleggen, dat hij weigert de criteria vast te
leggen.
03.52 Minister Patrick Dewael: (...)
03.53 Filip De Man (Vlaams Belang):Toch wel, mijnheer de minister,
want u zei: "Ik kan niet alle gevallen vatten in teksten." U verlangt wel
van ons dat wij hier plots teksten voorleggen en zus en zo zeggen.
Dat kan gewoon niet. Men moet dus inderdaad de discretionaire
bevoegdheid van de minister, wat dat betreft, laten.
03.53 Filip De Man (Vlaams
Belang): Le ministre lui-même a dit
qu'on ne saurait traiter tous les
cas dans le cadre de textes à
caractère général. Nous ne
pourrions pas le faire non plus. Il
faudra donc toujours laisser un
pouvoir discrétionnaire au
ministre.
03.54 Minister Patrick Dewael: Nee, u hebt niet geluisterd in de
commissievergadering. Ik heb gezegd dat er drie categorieën zijn, en
op termijn zullen die herleid worden tot nog een categorie, zijnde de
humanitaire gevallen. Die gevallen zijn zeer moeilijk, zo niet
onmogelijk te omschrijven.
03.54 Patrick Dewael, ministre:
M. De Man n'a pas été attentif en
commission. Il est très difficile de
décrire les cas.
03.55 Filip De Man (Vlaams Belang): Precies wat ik zeg.
03.56 Minister Patrick Dewael: Maar ik heb ten tweede ook
gesproken over de zieken. Zij worden apart geregeld in het nieuwe
ontwerp.
Ten derde heb ik ook gesproken over een categorie van mensen die
onredelijk lang in een procedure hebben gezeten wegens het op een
bepaald moment vastlopen van de asielinstanties. U zegt nu dat dit
criterium het uwe niet is. De heer Annemans zegt dat het Vlaams
Belang dat criterium verwerpt. Ik zeg alleen maar dat leden van uw
fractie mij daar regelmatig op wijzen, en vragen daarvoor begrip te
hebben. Dus: "Luister naar mijn woorden en kijk niet naar mijn
daden". U draagt geen verantwoordelijkheid ik hoop dat het zo zal
blijven , maar zelfs zonder verantwoordelijkheid te dragen, bent u
eigenlijk al zo tweeslachtig als het maar kan.
03.56 Patrick Dewael, ministre: Il
s'agit de la catégorie des cas
humanitaires, des malades et des
personnes pour lesquelles la
procédure est déraisonnablement
longue de la faute des autorités
publiques. Le Vlaams Belang
rejette la durée de la procédure
comme critère mais je constate
que des membres de ce parti
viennent me demander de faire
preuve de compréhension dans
certains cas. L'attitude du Vlaams
Belang est donc plutôt ambiguë,
même pour un parti qui ne doit
endosser aucune responsabilité.
03.57 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer Dewael, het getuigt
van kwaadwillendheid als u niet wil aanvaarden dat wij zeggen dat
artikel 9, 3de kan worden toegepast. Daarmee hebben wij geen
probleem. Indertijd hadden we er al geen probleem mee, toen het
over honderden gevallen per jaar ging.
Wij hebben er wel een probleem mee als, zoals u nu zelf zegt, er een
automatisme ontstaat in de groep van mensen die hier lange tijd
blijven, die in een procedure zitten die eigenlijk door jullie fout zo lang
blijft duren. Daarmee hebben wij inderdaad wel een probleem.
Collega Annemans heeft 100% gelijk dat het zich onttrekken aan een
aantal zaken of het rekken van een procedure natuurlijk geen
toegangskaartje kan bieden om hier geregulariseerd te worden. Dat is
nogal wiedes. De duurtijd van de asielprocedure kan dus nooit een
argument zijn.
03.57 Filip De Man (Vlaams
Belang) : Le ministre n'accepte
pas que nous disions que
l'article 9, 3°, de la loi sur les
étrangers doit pouvoir être
appliqué. Le problème réside dans
le fait que les procédures sont trop
longues et que le recours à cet
article devient à vrai dire un
automatisme. Allonger sciemment
la procédure ne peut être
synonyme d'accès à notre pays.
La durée de la procédure ne peut
pas constituer un argument mais
des raisons humanitaires doivent
en revanche pouvoir être
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
Wel kan de humanitaire reden een argument zijn, de categorie
waarover u het hebt. Over humanitaire redenen kan er inderdaad
nooit een tekst worden opgesteld, want al die redenen kunnen
onmogelijk gevat worden in een tekst.
Dus, nogmaals, de humanitaire redenen blijven voor ons staan. Men
kan hier lange tijd verblijven, omdat men bijvoorbeeld de procedure
rekt. U weet ook dat die advocaten die procedure zo lang mogelijk
rekken.
invoquées et il n'est en effet pas
aisé de les couler dans un texte.
03.58 Minister Patrick Dewael: Nu gaan we er misschien komen. De
humanitaire redenen, zoals mevrouw Douifi zegt, hebben daarmee
niets te maken.
Ik spreek over die onredelijk lange duurtijd. Ik treed u bij in die zin dat
als het gaat om mensen die zelf aan de basis liggen van de
volgehouden illegaliteit daaruit, op een bepaald ogenblik, geen
rechten kunnen worden gepuurd.
03.58 Patrick Dewael, ministre:
Je parle d'une durée de procédure
déraisonnablement longue. Les
demandeurs d'asile qui cherchent
eux-mêmes à allonger la
procédure, ne peuvent pas en
retirer des droits.
03.59 Filip De Man (Vlaams Belang): Juist.
03.60 Minister Patrick Dewael: Maar als het de overheid is die niet bij
machte is om de 42.000 tot 43.000 aanvragen ...
03.60 Patrick Dewael, ministre: Si
toutefois les autorités publiques ne
parviennent pas à traiter 42 000 à
43 000 demandes....
03.61 Filip De Man (Vlaams Belang): ... die u zelf hebt gegenereerd
...
03.62 Minister Patrick Dewael: ... op een redelijke tijdspanne de af te
werken, daarover zegt u dat u dat verwerpt. De overheid had dat
volgens u maar niet moeten laten gebeuren. Ik stel vast dat er
aantallen, groepen van mensen zijn die te lang op een uitspraak
hebben moeten wachten. Daar is de overheid in de fout gegaan. De
mensen gaan niet in de fout, maar de overheid.
03.62 Patrick Dewael, ministre:...
dans un délai raisonnable, il s'agit
d'un autre problème.
03.63 Filip De Man (Vlaams Belang): Dat is Verhofstadt I.
03.64 Minister Patrick Dewael: Voor die gevallen zeggen wij dat we
er iets voor moeten doen. Daarvoor is er ook een draagvlak. Dat zien
we in de wijken, in de buurten, in de gemeenten. Er komen mensen
met petities. Ze zeggen dat het om geïntegreerde mensen gaan die
geen gevaar vormen voor de openbare orde. Zij willen overigens
werken.
Mijnheer De Man, u zegt nu heel duidelijk: njet. Dat is uw officieel
partijstandpunt. Degenen die dan toch iets willen doen voor hun
achterban, schrijven dan wel eens briefjes naar de minister naar
Binnenlandse Zaken, die echter niet mogen bovenkomen.
03.64 Patrick Dewael, ministre:
Des mesures doivent donc être
prises en faveur des personnes
concernées. La population est
également de cet avis. Il n'est en
effet par rare que des pétitions
circulent afin que des personnes
qui, entre-temps, se sont
complètement intégrées et qui ne
présentent pas le moindre danger
puissent rester dans le pays. Mais
le Vlaams Belang dit « njet ».
Dans l'intervalle, certains
membres de ce parti envoient par
contre en catimini des courriers au
ministre de l'Intérieur.
03.65 Filip De Man (Vlaams Belang): Goed, dus als men de
wachtende en de afgewezen asielzoekers optelt, dan gaat het om
zo'n 50.000 vreemdelingen die momenteel een beroep doen op de
03.65 Filip De Man (Vlaams
Belang): Actuellement, quelque
50 000 étrangers font appel à
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
regularisatie zoals bepaald in artikel 9, 3 van de vreemdelingenwet.
Luidens de verklaringen van de minister gaat het immers om 25.400
dossiers, die gemiddeld betrekking hebben op twee personen. Dus
grosso modo zitten er 50.000 in de pijplijn, mijnheer Dewael. U houdt
dat natuurlijk deskundig uit de pers, maar we zullen toch proberen om
dat zoveel mogelijk aan de bevolking mee te delen.
De tweede grootscheepse campagne voor de regularisatie is dus in
feite volop bezig, collega's. De regering probeert dat echter te
verbergen, zeker de VLD, die weet dat de blauwe kiezer dat niet lust.
Dewael doet stiekem voort, Dewael blijft massaal regulariseren. We
hebben de VLD de voorbije zes à zeven jaar al vaak door de knieën
zien gaan en de PS is door de recente golf van schandalen toch
enigszins aangeslagen. Hoewel de PS niet meer zoals vroeger de
regering met een vingerknipje van de heer Di Rupo kan doen vallen,
blijft de VLD volharden in de slaafse houding, die eigenlijk al sinds
Verhofstadt I bestaat. Mijnheer Dewael, ik zeg het u: er is bijna een
moord gebeurd in uw partij inzake de vreemdelingenwetgeving,
hohoho. Er is een koningsdrama geweest tussen De Gucht en
Verhofstadt, hohoho. Ik vind hier toch niets uit, hohoho. Waarom hebt
u het vreemdelingenstemrecht in uw nek gekregen? Omdat u met de
PS in bed kruipt. Daarom is er een koningsdrama geweest, daarom
bent u zoveel stemmen verloren en daarom zult u volgend jaar nog
eens zoveel stemmen verliezen, mijnheer Cortois. U moet maar leren
de rug te rechten, mijnheer Dewael, anders krijgt u natuurlijk van het
leer.
l'article 9, 3°. Une deuxième
campagne de régularisation est
véritablement en cours. Le
gouvernement préfère bien
évidemment que la presse ne s'en
fasse pas l'écho parce que
l'électeur du VLD pourrait ne pas
apprécier. Malgré la série de
scandales qui ont secoué le PS, le
VLD se cantonne dans l'attitude
servile à laquelle il est accoutumé
depuis le début du gouvernement
Verhofstadt I. La législation sur les
étrangers a même suscité un
drame royal, un meurtre presque,
au sommet du parti, ce qui a coûté
à ce dernier un grand nombre de
voix. Et cette hémorragie va se
répéter. Que penser sinon d'une
situation où le premier ministre
destitue le président de son parti
et en prend lui-même la direction?
03.66 Willy Cortois (VLD): ...toch wel eens duidelijk zeggen.
03.67 Filip De Man (Vlaams Belang): Wel, het scheelde niet veel.
De Gucht werd werkelijk gedefenestreerd in verband met die zaak.
03.68 Willy Cortois (VLD): (...)
03.69 Filip De Man (Vlaams Belang): Dat is toch wel de omkering
van alle werkelijkheid. Er is dus een eerste minister, die zijn
partijvoorzitter eruitstampt en zegt dat hij zelf ook nog eens voorzitter
wordt van de VLD. En dan zijn wij de mannen die met messen
rondlopen, komaan.
03.70 Minister Patrick Dewael: (...) moeten de mond houden. Dat is
de lijn. Er zijn er twee of drie die mogen spreken en naar de debatten
gaan. De tweede, derde en vierde rij moeten zwijgen. Nadien...
03.70 Patrick Dewael, ministre:
Au Vlaams Belang, deux ou trois
personnes seulement sont
autorisées à s'exprimer, les autres
étant priées de se taire.
03.71 Filip De Man (Vlaams Belang): Zie mij hier staan.
(...): ...
03.72 Minister Patrick Dewael: Mevrouw, misschien zou u best
kunnen zwijgen. Als u de micro voor uw mond of voor uw neus krijgt,
weet u, ten eerste, niet wat u moet zeggen. Als u dan toch iets zegt,
dan zegt u dat u de heer Dewinter eens zult gaan vragen wat u mag
zeggen.
03.72 Patrick Dewael, ministre:
Et face à un micro, Mme Govaerts
ne sait pas quoi dire. Tout au plus
indique-t-elle alors qu'elle doit
demander à Filip De Winter ce
qu'elle peut répondre. Vive la
liberté d'expression au Vlaams
Belang!
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
03.73 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer Dewael, dat pik ik
niet. Het was een dossier dat precies door de heer Dewinter behartigd
werd in onze partij.
Wat moet je dan in hemelsnaam anders antwoorden? Komaan!
03.73 Filip De Man (Vlaams
Belang): Je n'accepte pas cette
observation ! Il s'agissait d'un
dossier dont M. De Winter
s'occupe au sein du parti. Il est
dès lors logique que Mme
Govaerts se réfère à lui.
03.74 Minister Patrick Dewael: "Kom eens terug met uw micro, ik
moet eerst eens bellen naar de heer Dewinter om te weten wat ik mag
zeggen."
03.75 Filip De Man (Vlaams Belang): Dat is niet waar.
03.76 Minister Patrick Dewael: Leve de vrijheid van meningsuiting!
03.77 Filip De Man (Vlaams Belang): Als het om een dossier gaat
waar Dewinter zich mee bezighoudt, kunt u toch onmogelijk verlangen
dat zij iets anders zegt dan: "Dewinter kent dat dossier het best van
al". Wat is dat nu voor iets? Ik zie daar niet meteen een probleem in.
(...): (...)
03.78 Filip De Man (Vlaams Belang): Er is nog een aspect dat niet
onbesproken mag blijven en dat gaat over de vele tienduizenden
illegalen die niet alleen geregulariseerd worden, maar op vrij korte
termijn ook nog eens worden genaturaliseerd tot `nouveaux Belges'.
Heel wat geregulariseerden uit de periode-Duquesne kregen en
krijgen momenteel de Belgische nationaliteit via de snel-Belg-wet, wat
dan natuurlijk weer recht geeft op alle sociale voordelen en op het
politiek stemrecht, iets waar de Franstalige mijnheer Cortois en de
linkse partijen groot voordeel mee doen bij de verkiezingen. De VLD
staat er alweer bij en kijkt ernaar. Ooit stelde een VLD-minister van
Justitie dat het moest gedaan zijn om met de Belgische
identiteitskaarten te gooien, maar die witte ridder van toen moest wat
dat betreft natuurlijk in het zand bijten.
Ik vraag me trouwens het volgende af. Minister Dewael, u die in het
kernkabinet zit en vice-eerste minister bent, waar blijft de herziening
van de snel-Belg-wet? Waar blijft de herziening van die schandelijke
wet? Uw collega Onkelinx belooft nu al bijna een jaar aan het
Parlement om met een ontwerp te komen. U bevestigt dat. Welnu,
waar blijft de aanpassing van de snel-Belg-wet? Of moet u wat dat
betreft misschien ook nog eens uw broek laten zakken? Collega's, het
zal in ieder geval niet meer voor het reces gebeuren. In ieder geval
komt de snel-Belg-wet niet meer voor het reces. De PS houdt de VLD
aan het lijntje, maar nogmaals, voor de VLD is dat blijkbaar geen
probleem.
Ondertussen pronkt deze minister dus met twee ontwerpen. Hij zegt
dat de asielprocedure zal worden ingekort, hetgeen nog te bezien valt,
nietwaar? Hij zegt ook dat gezinshereniging zal worden bemoeilijkt,
wat dus in zeer beperkte mate klopt en dat de Raad van State niet
langer zal kreunen onder de tienduizenden vreemdelingendossiers.
Wat dat laatste betreft mogen we nu al stellen dat de Raad van State
het volstrekt oneens is met de optimistische visie van de minister.
03.78 Filip De Man (Vlaams
Belang): Il est un autre aspect
important à ne pas passer sous
silence: des dizaines de milliers
d'illégaux sont régularisés en un
délai très court et obtiennent
ultérieurement même la nationalité
belge. Ceux qui recevaient la
nationalité belge à l'époque de M.
Duquesne la reçoivent aujourd'hui
en application de la loi sur
l'acquisition rapide de la
nationalité. C'est tout bénéfice
pour les partis wallons et les partis
de gauche qui récoltent ainsi des
voix supplémentaires. Le VLD ne
bronche pas et regarde. Un
ministre VLD de la Justice aux
allures de chevalier blanc a dit un
jour qu'il fallait cesser de jeter les
cartes d'identité belges à la tête
des gens mais pourquoi ne
réforme-t-on pas la scandaleuse
loi sur l'acquisition rapide de la
nationalité belge, comme Mme
Onkelinx l'annonce depuis
plusieurs années? Le PS mène le
VLD en bateau.
M. Dewael s'enorgueillit de ses
deux projets: la procédure est
écourtée nous verrons bien ce
qu'il en sera dans la réalité et il
est mis un frein au regroupement
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
Tijdens de hoorzittingen spraken twee topmagistraten van de Raad
van State hun ergernis uit over de hervorming. Ik citeer: "Het zal nog
10 tot 14 jaar duren om de diverse achterstanden weg te werken." De
Raad van State zegt voorts: "Wij willen geen halve maatregelen, maar
wel een schoktherapie." Inzake de zoveel besproken filter sprak men
van "une passoire" en men zei indringend op het einde: "Je vous
exhorte de remédier à ce flot insurmontable".
Dat zegt de topman van de Raad van State. Eerlijk gezegd in het
Frans zegt men het zo excusez du peu! Als men dat moet horen
van die topmagistraat.
Het enige antwoord dat de minister kon verzinnen was het volgende.
Ik citeer u: "De korpsoversten van de Raad van State moeten hun
medewerkers maar een beetje harder en een beetje beter laten
werken".
familial, ce qui n'est exact que
dans une mesure très réduite. Le
ministre annonce aussi que le
Conseil d'Etat cessera d'être
confronté à un arriéré
gigantesque. Le Conseil d'Etat lui-
même ne partage pas cette
opinion. Au cours des auditions qui
se sont tenues en commission,
deux hauts magistrats ont estimé
qu'il faudrait encore dix à quatorze
années pour résorber totalement
l'arriéré. Le Conseil n'est pas
demandeur de demi-mesures
mais d'une thérapie de choc. Et
quelle réponse le ministre lui
apporte-t-il? Il n'a qu'à travailler
plus!
03.79 Minister Patrick Dewael: Bent u het daar niet mee eens?
03.80 Filip De Man (Vlaams Belang): Ja, maar als men verdorie...
03.81 Minister Patrick Dewael: Daar zou ik uw mening eens over
willen horen. Nu neemt u de Raad van State in bescherming. Ik wacht
nog altijd de dag af dat in een of ander procedure uw partij wel eens in
moeilijkheden zou kunnen komen door een uitspraak van de Raad
van State.
03.81 Patrick Dewael, ministre:
J'ai seulement dit que le Conseil
doit oser s'interroger sur sa propre
productivité. N'est-il pas permis de
demander un plan de gestion
approprié en contrepartie d'un
accroissement des moyens? M.
De Man n'est-il pas d'accord avec
moi?
03.82 Filip De Man (Vlaams Belang): Het proces. Zeg maar met
zoveel woorden: het proces waarmee u ons geld wil afpakken...
03.83 Minister Patrick Dewael: Dan zal uw mening over de Raad van
State wel enigszins verschillen.
Maar vandaag stel ik dus vast dat de heer De Man de Raad van State
in bescherming neemt!
03.83 Patrick Dewael, ministre:
Je me demande s'il va continuer à
défendre le Conseil d'État lorsque
celui-ci sera amené, dans le cadre
de l'une ou l'autre procédure, à
prononcer un arrêt qui pourrait
bien mettre le Vlaams Belang en
difficulté.
03.84 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...)
03.85 Minister Patrick Dewael: Ik heb ook goed geluisterd naar wat u
over de magistraten hebt gezegd. Dat heb ik goed gehoord. Maar nu
neemt u de Raad van State dus in bescherming.
03.86 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...)
03.87 Filip De Man (Vlaams Belang): Wij hebben het hier over
een....
03.88 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...) minister van 03.88 Gerolf Annemans (Vlaams
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
Binnenlandse Zaken over een procedure voor de Raad van State
tegen het Vlaams Belang, die speculeert over de uitslag daarvan.
Belang): : Les spéculations
auxquelles se livre le ministre
concernant la décision du Conseil
d'État dans une procédure contre
le Vlaams Belang sont déplacées.
03.89 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ja, ja!
03.90 Minister Patrick Dewael: Ik vind dat u selectief verontwaardigd
bent.
03.91 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Nee, nee. U weet zeer
goed dat die procedure...
03.92 Minister Patrick Dewael: Als er een uitspraak komt van
gerechtelijke instanties en zij staat u niet aan, zult u die magistraten
met de grond gelijkmaken, met het woordgebruik dat u eigen is, maar
nu worden de eerste voorzitter van de Raad van State...
03.92 Patrick Dewael, ministre: Si
le jugement ne convient pas à M.
Annemans, il va se répandre en
invectives à l'égard des
magistrats.
03.93 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Nee, nee...
03.94 Minister Patrick Dewael:...en de auditeur-generaal geciteerd
om te zeggen: stoute minister van Binnenlandse Zaken, u moet die
mensen meer helpen!
03.95 Filip De Man (Vlaams Belang): Ja, ja.
03.96 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ja, natuurlijk. Absoluut.
03.97 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): (...)
03.98 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Wat wacht u af?
03.99 Minister Patrick Dewael: Wat er ooit zal gebeuren waardoor u
van toon zult veranderen.
03.100 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ah, gaat er iets
gebeuren waardoor ik van toon zou kunnen veranderen?
03.101 Minister Patrick Dewael: Ik heb gezien wat u in het verleden
over magistraten hebt verteld.
03.101 Patrick Dewael, ministre:
Je me souviens de ses
déclarations passées les
concernant.
03.102 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Niks! Geen woord.
Al de juridische hoofdrolspelers van het proces tegen het Vlaams
Belang zitten in mijn geheugen gegrift. Punt. Dat is alles wat ik heb
gezegd. Maar wat u zegt over wat het Vlaams Belang zal doen
wanneer de Raad van State zich zal uitgesproken hebben, is volgens
mij een uitspraak die de minister van Binnenlandse Zaken zich niet
mag permitteren, want vooralsnog is er voor het Vlaams Belang geen
enkele reden om daar ontevreden over te zijn. Of wel?
De Raad van State heeft die zaak nog niet eens in beraad.
03.102 Gerolf Annemans
(Vlaams Belang): Je n'ai
absolument rien dit, sinon que les
visages des principaux acteurs
juridiques du procès contre le
Vlaams Belang sont durablement
gravés dans ma mémoire. Mais le
ministre de l'Intérieur n'a pas à
s'autoriser des déclarations
purement hypothétiques sur le
Vlaams Belang.
03.103 Minister Patrick Dewael: Wat drijft de heer De Man om nu te 03.103 Patrick Dewael, ministre:
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
zeggen ik heb hetzelfde tegen hem in de commissie gezegd dat
de Raad van State en de eerste voorzitter veel te veel zullen moeten
werken en zij nog meer personeel moeten krijgen.
Ik zeg: waarom is er geen hogere productiviteit bij de Raad van State?
Durft het Vlaams Belang misschien die vraag niet te stellen? Bent u
altijd even bekommerd, even vriendelijk en even lief voor
magistraten?
Pourquoi M. De Man affirme-t-il
que le Conseil d'État aura trop de
travail et qu'il faudra en augmenter
les effectifs? Le Vlaams Belang
préfèrerait-il éluder la question de
savoir pourquoi la productivité du
Conseil d'État n'est pas plus
élevée?
03.104 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ja, absoluut.
03.105 Minister Patrick Dewael: Ja, absoluut?
03.106 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (...) de Raad van State
gelijk krijgen. En als de Raad van State gelijk heeft zullen wij, en het
Vlaams Belang in de eerste plaats, de Raad van State gelijk geven. Ik
zou willen dat de regering dat ook deed.
Dat zij natuurlijk nu een beetje overbelast zullen zijn wegens de zaken
die onze kameraad van spirit heeft aangebracht...
03.106 Gerolf Annemans
(Vlaams Belang): Si le Conseil
d'État est dans le vrai, nous lui
donnerons raison, contrairement
au gouvernement.
03.107 Filip De Man (Vlaams Belang): Eerlijk gezegd...
03.108 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Wij mogen over de
Raad van State nog altijd zeggen wat wij willen. Punt.
03.108 Gerolf Annemans
(Vlaams Belang): Nous avons le
droit de dire au sujet du Conseil
d'État ce que bon nous semble.
03.109 Filip De Man (Vlaams Belang): Wij mogen vooral, collega
Annemans, de Raad van State citeren als de eerste voorzitter en de
auditeur-generaal hun ongenoegen uitspreken over een ontwerp van
de regering. Dat mag toch nog?
03.109 Filip De Man (Vlaams
Belang): Nous avons certainement
le droit de citer le premier
président et l'auditeur général du
Conseil d'État lorsqu'ils critiquent
un projet du gouvernement.
03.110 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Absoluut.
03.111 Filip De Man (Vlaams Belang): Als u daar een bede van mij
in ziet om ons in september of oktober vrij te spreken en ons geld niet
af te nemen, dan doet u maar! Zo perfide ben ik, eerlijk gezegd, toch
niet! U blijkbaar wel. Sorry.
03.111 Filip De Man (Vlaams
Belang): Quand je cite des
conseillers auditionnés, le ministre
interprète mes propos comme une
supplique destinée à obtenir notre
acquittement et à ne pas être
privés de nos subsides. Mais je ne
suis pas perfide à ce point.
03.112 Minister Patrick Dewael: (...)
03.113 Filip De Man (Vlaams Belang): U had het over een
procedure. Welke procedure?
03.114 Minister Patrick Dewael: Zeg mij nu eens wat u hebt tegen de
uitspraken die ik in de commissie heb gedaan. Ik heb gezegd dat de
Raad van State inzake management ook eens zou moeten zien naar
de eigen productiviteit.
03.114 Patrick Dewael, ministre:
Je n'ai pas dit cela et là n'est
d'ailleurs pas la question. J'ai dit
en commission que le Conseil
d'État devrait reconsidérer sa
gestion et tenter de déterminer
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
comment il pourrait fonctionner
plus efficacement. Je ne vois
vraiment pas contre quoi M. De
Man s'insurge.
03.115 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer Dewael, als
verantwoordelijk minister maakt u er zich veel te gemakkelijk van af!
Die arme mensen bij de Raad van State zitten al jaren met
tienduizenden dossiers en nu zegt u: "Dat is niet onze fout, u moet
maar een beetje beter werken!". Dat is er ver over en daarom neem ik
hier, voor zover ik dit kan, de Raad van State in bescherming.
U hakt in feite een beetje in op de Raad van State, nadat u
tienduizenden dossiers zich hebt laten opstapelen. Dan zegt u dat u
vroeger advocaat was en u toen hebt gemerkt dat in sommige
rechtbanken goed werd gewerkt en in andere slecht. Dus werkt de
Raad van State slecht en vindt u als advocaat, die dat in een vroeger
leven heeft gezien, dat ze maar een beetje beter moeten werken. Dat
is er wel serieus over.
03.115 Filip De Man (Vlaams
Belang): Le ministre s'en sort par
une pirouette. Cela fait des années
que le Conseil d'État est confronté
à un arriéré énorme et tout ce que
le ministre trouve à dire, c'est que
les Conseillers d'État doivent
travailler plus. Sur ce point, le
Conseil peut compter sur ma
protection.
03.116 Minister Patrick Dewael: Ik heb twee zaken gezegd en ben
benieuwd om ook daarover eens uw mening te horen. Ik heb gezegd
dat we een beetje meegaan in het geven van meer middelen en meer
effectieven aan de Raad van State. Men kan dat proces echter niet
aan een zijde voeren: bij de Raad van State zelf moet men ook meer
efficiëntie krijgen. Hij moet, met andere woorden, met technieken van
management ervoor zorgen dat de productiviteit stijgt. Men geeft
enerzijds meer middelen en men vraagt anderzijds dat hij met een
beleidsplan komt om de achterstand binnen een redelijke tijdsspanne
in te lopen.
U bent blijkbaar tegen het tweede! U zegt dat nog meer middelen
moeten worden gegeven, nog meer magistraten, nog meer auditeurs,
nog meer staatsraden. Vragen dat men met een beleidsplan komt of
vragen of de Raad van State wel altijd en overal even efficiënt werkt,
mag niet. Waarvan akte!
03.116 Patrick Dewael, ministre:
Ce dossier revêt deux aspects.
D'une part, nous accédons à la
requête du Conseil d'État de
disposer de moyens accrus mais
d'autre part, le Conseil doit, de son
côté, devenir plus efficace en
appliquant de meilleures
techniques de gestion afin
d'accroître sa productivité. Nous
lui donnons donc plus de moyens
tout en lui demandant de rédiger
un plan de gestion destiné à lui
permettre de résorber son arriéré.
Manifestement, M. De Man y est
opposé et nous devrions selon lui
nous borner à donner plus de
moyens au Conseil.
03.117 Filip De Man (Vlaams Belang): U legt mij woorden in de
mond. Wie zegt hier dat de vraag naar een beter management niet
mag worden gesteld? Niemand heeft dat hier gezegd. Ik heb gezegd
dat u er zich wat gemakkelijk van af maakt door te zeggen dat u
vroeger advocaat was en toen gezien hebt dat de ene rechtbank goed
werkt en de andere niet en men dus maar wat harder moet werken.
Dat kan niet volstaan.
U geeft de Raad van State extra middelen, maar die zegt sorry. De
auditeur-generaal zegt op dat moment nog tien tot veertien jaar te
moeten wachten, mijnheer Dewael, als u niet meer middelen dan die
geeft. U wil zelfs geen filter.
Er is dagenlang gediscussieerd over de filter voor de Raad van State.
Er is een amendement van de heer Borginon van de VLD geweest. U
zult zich dat toch nog herinneren? Wat zei het amendement van de
heer Borginon? Wij moeten proberen de filter voor de Raad van State
te verstrengen, anders is er een probleem. Als ik mij niet vergis, heeft
de heer Anthuenis het mee ondertekend. De heer Borginon is toch de
03.117 Filip De Man (Vlaams
Belang): Le ministre me prête des
propos que je n'ai pas tenus. Il
n'est pas inopportun de demander
au Conseil de mieux se gérer mais
je trouve que le ministre s'en tire
trop facilement en ne recherchant
la cause de l'arriéré que dans une
gestion inefficace du Conseil.
Selon l'auditeur général du Conseil
d'État, les moyens
supplémentaires prévus ne
suffiront pas et l'arriéré ne sera
pas résorbé avant dix ans.
Il n'y a en outre pas de filtre
efficace. M. Borginon a présenté
un amendement pour renforcer ce
filtre mais il a essuyé un refus du
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
VLD-fractieleider, zij het recent. Dat is toch iemand die het beleid van
de fractie bepaalt, dacht ik? Welnu, de heer Borginon, de kersverse
"lijder' heeft het amendement nr. 41 ingediend, dat de filter moest
verstrengen. Maar wat zegt de PS? De PS zegt: "Njet, non, cela ne
passe pas". En de heer Borginon heeft dus zijn staart mogen
intrekken.
PS.
03.118 Filip Anthuenis (VLD): En de heer Van der Maelen dan?
03.118 Filip Anthuenis (VLD): M.
Van der Maelen aussi a retiré un
amendement. Cela se fait.
03.119 Filip De Man (Vlaams Belang): De heer Van der Maelen
idem dito voor de sp.a. Maar ik mik niet eens op de sp.a, want de
leden zijn allemaal voor zulke zaken. We hadden alleen een beetje de
hoop dat de VLD meer de rug zou rechten in dat soort dossiers.
Blijkbaar is dat niet het geval.
U hebt het amendement laten schieten, omdat de PS gezegd heeft:
"Non". Dat is de waarheid.
De minister heeft dan geprobeerd de schijn te redden - hij is daar zeer
goed in - door te zeggen dat we de filter na een jaar zullen evalueren.
Dat heb ik toch goed begrepen, niet? Ondertussen is echter het
kwaad geschied, collega's. Ondertussen zullen duizenden en
duizenden beroepsaanvragen bij de Raad van State binnengelopen
zijn. Ik zie werkelijk het nut van een evaluatie na een jaar niet in. De
grote massa zit nu in de pijplijn, niet over een jaar. Die zal nu versast
worden door al dat soort gauchistische advocaten naar de Raad van
State.
Het andere deel van de hervorming betreft de gezinshereniging. In
veel gevallen gaat het om gezinsvorming. Ik kan u als interessant feit
meegeven dat de verstrenging nauwelijks zal uitgevoerd worden. Er
waren heel wat kritische geluiden tijdens de hoorzitting. Het gaat
jaarlijks om ongeveer 30.000 vreemdelingen, die dan nog voor een
belangrijk deel ten laste komen van onze gemeenschap. De voorzitter
van het Antwerps OCMW is in haar tekst - ik zal die straks aan
collega Annemans meegeven - zeer indrukwekkend. De voorzitter van
het Antwerps OCMW, die tot nader order niet van Vlaams Belang of
VLOTT is, stelt - ik citeer -: "Men laat de situatie verkankeren". Zij zegt
dat er op termijn een zeer zware druk komt op onze sociale
zekerheid. Zij zegt dat we moeten opletten niet alle sukkels met
medische problemen aan te trekken. Er bestaat nu inderdaad zoiets
als het medisch toerisme, op onze kosten natuurlijk. Zij zegt dat
grootouders naar hier worden gehaald en na korte tijd gedumpt
worden in een studio. Collega Annemans, de status quaestionis in die
tekst is indrukwekkend; u kunt er maar uw voordeel mee doen in de
komende maanden.
Ik geef ook nog een voorbeeld uit de Gazet van Antwerpen van 14
juni. Een geregulariseerde vreemdeling laat zijn vrouw en negen
kinderen overkomen. De vier meerderjarige kinderen bieden zich
meteen aan bij het OCMW voor het aanvragen van een leefloon.
Collega's van VLD, dat gebeurt nu, op een ogenblik dat het deficit van
de OCMW's in de steden elk jaar groter wordt en dat elk jaar meer
door de belastingbetaler moet worden bijgepast. Ik vraag mij werkelijk
af of u nu gelooft dat de Vlamingen deze opendeurpolitiek zullen
03.119 Filip De Man (Vlaams
Belang): J'avais espéré que le
VLD tiendrait bon mais il a une fois
de plus plié devant le PS. Le
ministre s'efforce de sauver les
apparences en évoquant
l'évaluation du fonctionnement du
filtre au bout d'un an mais le mal
aura été fait et des recours auront
été introduits par milliers.
Ce projet ne renforce guère les
règles du droit au regroupement
familial, lequel est en fait devenu
le droit à la constitution d'une
famille. L'Office des étrangers lui-
même s'est déjà exprimé en
termes critiques à ce propos. Il
s'agit chaque année de 30 000
étrangers qui sont pour l'essentiel
à charge de la collectivité. La
présidente du CPAS d'Anvers a
estimé qu'on permet un ancrage
de la situation et qu'on
hypothèquera à long terme notre
sécurité sociale. Elle parle aussi
de tourisme médical et de grands-
parents qu'on fait venir dans notre
pays pour les y abandonner.
Alors que les déficits de nombreux
CPAS ne cessent de croître, le
gouvernement permet que des
étrangers régularisés sollicitent le
revenu d'intégration dès leur
arrivée dans notre pays. Le
gouvernement pense-t-il que la
population va continuer à accepter
cette politique de "portes
ouvertes"? Chaque année, ce sont
ainsi des dizaines de milliers
d'allocataires sociaux que l'on
importe.
On dit que l'âge requis pour ouvrir
le droit au regroupement familial
passe de 18 à 21 ans mais c'est
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
blijven betalen. Denkt u dat de bevolking aanvaardt of blijft
aanvaarden dat de regering per jaar tienduizenden steuntrekkers naar
ons land importeert?
Voorts is er sprake van huichelarij. Er is de aangekondigde strengere
toepassing ik heb het onder meer over de verhoging van de leeftijd
van 18 naar 21 jaar van de regeling inzake gezinshereniging of
gezinsvorming. Dat geldt bijvoorbeeld niet voor vreemdelingen uit
landen waarmee een bilateraal akkoord werd gesloten.
Collega's, welke landen zijn dat? Kijk eens aan, dat zijn Marokko,
Tunesië, Algerije en Turkije. Dat zijn precies de landen, mijnheer
Anthuenis, waar de meerderheid van de gezinsherenigers of
gezinsvormers vandaan komt.
Ook het strenger maken van de asielprocedure klopt niet. Ten eerste,
de dienst Vreemdelingenzaken zal nauwelijks nog een rol spelen. Van
het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
is geweten dat het een heel ruime interpretatie geeft aan het begrip
"vluchteling".
Collega's, de volgende anekdote kan tellen. Het kan moeilijk anders
dan dat voornoemd begrip bij het Commissariaat-Generaal heel ruim
wordt geïnterpreteerd, wanneer u weet dat aldaar zelfs personeel dat
een islamitische hoofddoek draagt asielaanvragen moet beoordelen.
Men gelooft dus zijn eigen ogen of oren niet. De commissaris-
generaal geeft het echter zelf toe in De Standaard. Ook pater Leman
zei het trouwens een paar jaar geleden. Dat is werkelijk Belgisch. Dat
is surrealisme in de hoogste graad.
Het is trouwens de commissaris-generaal zelf die op 20 juni in de
krant verklaart dat de asielwet neerkomt op een versoepeling, onder
meer door de subsidiaire bescherming.
pure hypocrisie, car cela ne vaut
pas pour les pays avec lesquels il
existe un accord bilatéral, à savoir
le Maroc, la Tunisie, l'Algérie et la
Turquie. Or, ces pays représentent
la majorité des cas de
regroupement familial.
De même, la procédure d'asile ne
sera pas rendue plus stricte.
L'Office des étrangers n'aura
pratiquement plus aucun rôle à
jouer et le Commissariat général
aux réfugiés et aux apatrides
interprète très largement la notion
de "réfugié". Des personnes
portant foulard y sont même
amenées à juger du bien-fondé de
demandes d'asile ! On nage en
plein surréalisme ! Le
Commissaire général lui-même a
déclaré que la loi sur la politique
d'asile sera assouplie, entre autres
par le biais de la protection
subsidiaire.
De voorzitter: Mijnheer De Man, de heer Bex vraagt het woord.
03.120 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer De Man, ik wil u toch even
een vraag stellen, want ik begrijp niet helemaal waar u naartoe wilt.
Ik ga mij niet uitspreken over het feit of die persoon daar met die
hoofddoek op moet zitten. Dat is een andere discussie. Beweert u nu
dat het feit of die persoon al dan niet een hoofddoek draagt, de
beslissingen die de persoon neemt, zal veranderen? Ik neem aan dat
u niet beweert dat die dame daar ook niet zou mogen zitten indien zij
die hoofddoek niet zou dragen. Beweert u dan dat zo'n hoofddoek
mensen opeens van gedacht doet veranderen?
03.120 Stijn Bex (sp.a-spirit): Je
ne m'exprime pas à propos de
l'autorisation ou non, pour les
fonctionnaires, de porter le foulard,
car il s'agit d'un autre débat. M. De
Man prétend-il que le fait qu'une
personne porte le foulard affecte
les décisions qu'elle prend?
03.121 Filip De Man (Vlaams Belang): Ik ben het absoluut oneens
met het feit dat iemand die zich afficheert als moslim, dergelijke
asielaanvragen mag beoordelen. Ik vind dat onaanvaardbaar. De
hoofddoek is voor mij het symbool voor het aanhangen van het
moslimgeloof. Ik vind dat dat dus niet kan. Als u met dat soort zaken
ten strijde wil trekken bij de verkiezingen, wens ik u veel succes. Het
kan gewoon niet.
(...): Waar is de vrijheid van godsdienst?
03.121 Filip De Man (Vlaams
Belang): Il est inacceptable qu'une
personne qui affiche son
appartenance à la religion
musulmane ait à juger de
demandes d'asile.
03.122 Filip De Man (Vlaams Belang): Mevrouw, de vrijheid van
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
godsdienst betekent een aantal zaken, maar zeker niet dat men
ambtenaren met een hoofddoek op asielaanvragen moet laten
beoordelen.
03.123 Stijn Bex (sp.a-spirit): Beweert u dat moslims, of zij nu een
hoofddoek dragen of niet, niet bekwaam zijn of alleszins geen
dossiers zouden mogen behandelen bij de
dienst
Vreemdelingenzaken of bij het commissariaat-generaal?
03.123 Stijn Bex (sp.a-spirit) : M.
De Man affirme-t-il vraiment que
des musulmans, avec ou sans
foulard, n'ont pas la compétence
d'évaluer des dossiers au sein de
l'Office des étrangers ou du
Commissariat général?
03.124 Filip De Man (Vlaams Belang): Ik vind dat moslims dat niet
mogen.
03.124 Filip De Man (Vlaams
Belang): Je considère que cette
mission ne devrait pas être confiée
à des personnes de religion
musulmane.
03.125 Stijn Bex (sp.a-spirit): Ik vind dat een ronduit racistische
uitspraak, die bovendien volledig ingaat tegen de vrijheid van
godsdienst, die in onze Grondwet gegarandeerd is.
03.125 Stijn Bex (sp.a-spirit):
Voilà une prise de position
franchement raciste, qui est
contraire à la liberté de religion et
donc à notre Constitution.
03.126 Filip De Man (Vlaams Belang): U leutert maar op, mijnheer
Bex. Ik vind dat moslims op het commissariaat-generaal geen recht
hebben om zich uit te spreken over asielaanvragen. Zo simpel is dat.
03.126 Filip De Man (Vlaams
Belang): J'estime que des
musulmans n'ont pas le droit de
procéder à l'évaluation de
demandes d'asile.
Le président: M. Boukourna m'a demandé la parole.
03.127 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer De Man, (...) dat moslims in
de commissie voor de Naturalisaties in deze Kamer het recht hebben
om zich uit te spreken over naturalisatieaanvragen?
Dat is precies hetzelfde en u beweert dat dit niet zou kunnen. Ik vind
dat schandalig, ik vind dat racistisch. U bent daarvoor in het verleden
al veroordeeld en als u zo doorgaat, zult u daarvoor in de toekomst
nog worden veroordeeld.
03.127 Stijn Bex (sp.a-spirit): M.
De Man estime-t-il dès lors aussi
que les musulmans qui siègent à
la Chambre au sein de la
commission des Naturalisations
n'ont pas le droit de se prononcer
sur des demandes de
naturalisation? Ce n'est rien
d'autre qu'une manifestation du
racisme qui a valu une
condamnation au parti de M. De
Man et qui lui en vaudra d'autres à
l'avenir si ce dernier persiste dans
ce comportement.
03.128 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président, nous
savions qu'un certain nombre de professions étaient interdites aux
étrangers. Cette problématique pourrait d'ailleurs faire l'objet d'une
vaste discussion.
Aujourd'hui, nous apprenons que des personnes de certaines
confessions ne pourront pas participer à un certain nombre de
décisions. Cette situation est scandaleuse. Je me joins à M. Bex pour
attirer l'attention des membres sur le nouveau pas franchi par un parti
de cette assemblée dans l'affirmation d'une attitude raciste.
03.128 Mohammed Boukourna
(PS): We wisten al dat bepaalde
beroepen niet toegankelijk zijn
voor vreemdelingen, nu vernemen
wij dat bepaalde godsdiensten van
de besluitvorming worden
geweerd.
Ik vind dat schandalig: dit in een
nieuwe stap in de racistische
houding van een partij die hier
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
zitting heeft.
03.129 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik ben
hier minstens al een dozijn keer onderbroken. Ik probeer af te ronden.
Er is hier sprake van huichelarij. De verhoging van 18 naar 21 jaar
geldt niet voor een aantal landen waar precies de grote meerderheid
van de gezinsherenigers en gezinsvormers vandaan komen. De
verstrenging van de asielprocedure is werkelijk op zijn Belgisch. Het
commissariaat-generaal heeft zelf op 20 juni in de krant verklaard dat
de hele hervorming neerkomt op een versoepeling, onder meer door
de subsidiaire bescherming.
Collega's, ik kom tot onze visie terzake. Mijnheer de voorzitter, ik sluit
af, als ik tenminste niet word onderbroken. Wij zijn tegen de
opengrenzenpolitiek die u nu de facto voert. Weliswaar wordt die op
een verdoken en indirecte wijze gevoerd, maar u moet toegeven dat
het neerkomt op een opengrenzenpolitiek.
Wij pleiten voor gesloten opvangcentra voor asielzoekers en voor een
lijst van veilige landen van waaruit asielaanvragen niet worden
aanvaard. Mijnheer Cortois, dat geldt zeker als het nota bene gaat om
landen die lid of kandidaat-lid zijn van de Europese Unie. Waar zijn
we in hemelsnaam mee bezig dat we vanuit die landen aanvragen
voor politieke vluchtelingen willen behandelen.
Wij pleiten ook voor een striktere beperking van de gezinshereniging
en zeker van de gezinsvorming. Als men per se aan gezinsvorming
wil doen, moet men dat doen in het land van herkomst. Wanneer een
Marokkaan bijvoorbeeld een schoonheid uit het Rifgebergte wil
huwen, moet hij dat doen in Marokko. Wanneer een Turk wil trouwen
met zijn nicht, moet hij dat doen in Anatolië.
Wij pleiten voor opvangcentra aan de buitengrenzen van de Europese
Unie.
Wij pleiten voor de terugkeer naar het oorspronkelijk opzet van de
Conventie van Genève waardoor politieke vluchtelingen in hun eigen
werelddeel worden opgevangen. Voor wie het niet wist, de Conventie
werd na de Tweede Wereldoorlog door de Europeanen opgesteld om
verdreven Europese bevolkingsgroepen een nieuwe kans te geven.
Het was toen zeker niet de bedoeling om OCMW te spelen voor de
hele wereld.
03.129 Filip De Man (Vlaams
Belang): J'ai ainsi dénoncé à
suffisance l'hypocrisie de ces
projets. On nous a demandé tout à
l'heure de préciser notre position.
Notre parti s'oppose à la politique
d'ouverture des frontières que
mène le gouvernement. Nous
plaidons pour la création de
centres d'accueil fermés pour
demandeurs d'asile et préconisons
l'établissement d'une liste de pays
sûrs pour lesquels toute demande
d'asile sera rejetée. Les pays
candidats à l'adhésion à l'Union
européenne devraient très
certainement figurer sur cette liste.
Nous souhaitons également une
limitation stricte du regroupement
familial. Lorsqu'un allochtone
désire épouser une étrangère, il
doit le faire à l'étranger. Nous
voulons des centres d'accueil aux
frontières extérieures de l'Union
européenne et nous nous
exprimons pour le retour à la
Convention de Genève initiale aux
termes de laquelle les réfugiés
doivent être accueillis sur le
continent dont ils sont issus. Cette
Convention ne visait assurément
pas à faire de notre pays le CPAS
de l'univers.
Le président: Chers collègues, je vous propose d'entendre encore l'intervention de M. Maene avant de
clôturer la séance de ce matin.
Huit membres prendront la parole cet après-midi.
03.130 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur
le ministre, chers collègues, comme nous venons de le constater, les
débats sont vifs. Mais, faut-il le rappeler, la force d'une démocratie se
mesure à sa capacité de tolérance et à la manière dont celle-ci se
traduit non seulement dans les intentions ou les déclarations, mais
aussi et surtout dans les actes.
Après de longs débats en commission de l'Intérieur, nous devons
examiner aujourd'hui, dans cette enceinte, deux projets de loi qui
03.130 Jean-Claude Maene (PS):
De kracht van een democratie
wordt afgemeten aan haar
vermogen tot verdraagzaamheid
en de omzetting daarvan in daden.
Na langdurige en levendige
debatten in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, bespreken
wij vandaag twee wetsontwerpen
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
concrétisent deux réformes.
La première a trait au statut administratif des étrangers qui concerne
essentiellement le droit d'asile et le droit au regroupement familial.
La seconde concerne le Conseil d'État. Elle a pour objectif d'améliorer
son fonctionnement afin, notamment, de résorber, de maîtriser
l'arriéré. Cette dernière réforme aura un impact sur l'ensemble du
contentieux administratif du Conseil d'État.
Je tiens à remercier les rapporteurs de nous avoir relaté les débats
que nous avons eus en commission. Le travail effectué a été difficile.
Je tiens également à remercier les services de la Chambre pour leur
contribution à la réalisation de ce rapport.
Comme je l'ai dit, les discussions en commission ont parfois été
vives. Elles le sont également aujourd'hui. Elles attestent du caractère
sensible des matières examinées.
Aussi, je me félicite du fait que nous ayons pu entendre, en
commission, des acteurs publics des secteurs concernés, mais aussi
la voix des représentants de la société civile, notamment des
délégués des sans-papiers.
Je mettrai toutefois un bémol à mes propos concernant ces derniers.
En effet, si la commission a pu les écouter, je ne suis pas certain que
tous ses membres aient bien entendu la parole de ceux qui, par
accident ou par choix, ont trouvé un jour le chemin de notre pays avec
l'espoir de pouvoir y poser leurs valises pour un certain temps, voire
même, pour nombre d'entre eux, définitivement.
Les projets de loi que nous examinons concrétisent aussi les
engagements de la déclaration gouvernementale de juillet 2003
concernant une politique d'asile humaine et réaliste pour l'avenir.
Notre pays se devait également de transposer en droit interne une
série de directives en matière d'accès au territoire. La politique suivie
par les pays européens dans le domaine de la condition juridique des
étrangers, de l'immigration est essentiellement définie au niveau
européen actuellement. C'est la logique de l'intégration européenne et
la volonté des États membres de créer en Europe un espace de libre
circulation, de liberté et de sécurité. La sécurité est effectivement
prépondérante dans tout ce que nous dit l'Europe, tout comme le côté
anti-raciste et anti-discriminatoire des positions prises au niveau
européen, faut-il le rappeler.
Le contexte dans lequel s'inscrit notre débat parlementaire est
marqué à la fois par cette européanisation de la décision en la
matière, par l'augmentation et la complexification des flux migratoires
dans le monde ainsi que par la situation interne qui se traduit, de
manière paradoxale, par un essor économique relativement
important, en tout cas dans une partie du pays. Cette même partie du
pays ne cesse de s'interroger sur des questions allogènes, ce qui ne
manque pas de nous interpeller!
Dans ce cadre, l'enjeu est de maintenir notre modèle d'accueil des
étrangers et notre modèle de citoyenneté tout en osant refuser les
coups de boutoir des partisans du repli sur soi. Nous venons d'ailleurs
die concreet gestalte geven aan
twee hervormingen. De eerste
heeft betrekking op de
administratieve status van de
vreemdelingen en de tweede
betreft de Raad van State.
Het verheugt mij dat wij in de
commissie personen uit de
betrokken sectoren en
vertegenwoordigers van de civiele
maatschappij, en met name
afgevaardigden van de mensen
zonder papieren, hebben kunnen
horen. De commissie mag de
betrokkenen dan al hebben
gehoord, ik ben er echter niet
zeker van dat ze ook goed naar
hen geluisterd heeft.
De ontwerpen die we thans
bespreken, geven gestalte aan de
verbintenissen die in de
regeringsverklaring van 2003 in
verband met een humaan en
realistisch asielbeleid werden
aangegaan, en zetten de
Europese richtlijnen betreffende
de toegang tot het grondgebied in
Belgisch recht om. Het beleid ter
zake wordt voornamelijk op
Europees niveau vastgelegd, wat
in het verlengde ligt van het
voornemen om in Europa een
ruimte van vrij verkeer, vrijheid en
veiligheid op te richten.
De context van dit debat wordt dus
gekenmerkt door de
europeanisatie van deze materie,
de toename en de groeiende
complexiteit van de
migratiestromen en een grote
economische bloei in een deel van
ons land dat paradoxaal genoeg
op de vreemdelingenkwestie
gefixeerd is! Ons opvang- en
burgerschapsmodel staat op het
spel en we moeten ons wapenen
tegen de uitvallen van de
voorstanders van eigen volk eerst.
De vrijwillige of gedwongen
migratie moeten gereguleerd en
begeleid worden. Wanneer
mensen naar ons komen en zich
op humanitaire redenen beroepen,
moeten we ze waardig opvangen.
In dat kader is de rechtszekerheid
voor de vreemdelingen een
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
d'en avoir un très bel exemple!
En tant que socialistes, nous considérons que les migrations
volontaires ou forcées doivent être régulées et accompagnées.
Lorsque des personnes arrivent chez nous et invoquent des raisons
humanitaires, il est de notre devoir de les accueillir dignement. Dans
ce cadre, la sécurité juridique reconnue aux étrangers constitue l'une
des conditions indispensables de la crédibilité de notre État de droit.
La réforme de la procédure d'asile devenait plus que nécessaire,
l'actuelle étant effectivement trop longue et complexe, si bien que les
instances chargées de statuer sur les demandes d'asile connaissent
ou ont connu un arriéré trop important. Des milliers de personnes
vivent actuellement des temps d'attente et d'incertitude beaucoup trop
longs, et ce depuis de trop nombreuses années.
Nous demandons depuis longtemps une procédure d'asile plus
rapide, plus simple et davantage respectueuse des droits des
étrangers. Nous nous réjouissons que les différents textes en
discussion intègrent des avancées significatives en ce sens. Pour
l'avenir.
Demain sera donc un jour meilleur, de nombreux drames humains
seront peut-être ainsi évités. En effet, aujourd'hui, des personnes bien
intégrées sont expulsées après avoir séjourné plusieurs années en
Belgique parce qu'elles reçoivent tardivement une décision de refus,
bien trop longtemps après l'introduction de leur demande.
Les améliorations introduites par le projet de loi sont significatives.
Pour nous, ces différentes réformes du droit d'asile assurent la mise
en oeuvre d'une politique de protection plus humaine et plus
cohérente, dans un plus grand respect de la dignité et des droits des
étrangers. Il est de notre devoir d'accueillir en Belgique les personnes
qui fuient leur pays d'origine pour des raisons humanitaires ou qui
expriment des craintes de voir leurs droits fondamentaux violés.
Par ailleurs, si ces réformes constituent des avancées considérables,
nous estimons que ce processus doit se poursuivre. Si, au sein de ce
parlement, nous osons des projets de loi qui s'inscrivent dans le souci
d'améliorer le sort de ceux qui frappent à notre porte et si la volonté
est bien de rendre plus humaines les conditions d'accueil ou de refus
d'accès au territoire, alors nous devons oser agir sans frilosité.
Les projets de loi en discussion règlent le futur et éviteront que les
situations que nous connaissons aujourd'hui ne se reproduisent.
Restent le présent et les conséquences de la lourdeur et de la
complexité de la procédure.
Je rappelle que des milliers de personnes, que nous côtoyons tous
les jours, vivent de manière paisible parmi nous mais sont dans une
situation de semi-clandestinité voire de clandestinité totale, ce qui est
intolérable dans un État de droit.
La question est donc bien de savoir quel est le bon choix entre une
politique qui favorise le contrôle dans ses multiples facettes, en ce
compris ce qui peut en résulter (le maintien dans la précarité,
l'expulsion, la clandestinité, etc.), ou une politique qui privilégie
l'intégration. Certains, nous l'avons entendu en commission et
noodzakelijke voorwaarde om de
geloofwaardigheid van onze
rechtsstaat de vrijwaren.
Een hervorming van de
asielprocedure is aangewezen,
vermits de huidige procedure
zodanig lang en ingewikkeld is dat
de bevoegde instanties met een al
te grote achterstand kampen.
Duizenden mensen verkeren al
jarenlang in onzekerheid en
wachten vergeefs op een
uitspraak in hun dossier.
Het verheugt ons dat de teksten
die ter bespreking liggen, talrijke
belangrijke vernieuwingen
inhouden. De toekomst ziet er toch
al rooskleuriger uit en we zullen
vele menselijke drama's kunnen
voorkomen, zoals bijvoorbeeld de
uitdrijving van mensen die sinds
jaar en dag in België verblijven en
wier dossier na al die tijd nog
wordt afgewezen.
Dankzij die hervorming van het
asielrecht krijgt het
beschermingsbeleid een
menselijker gelaat en meer
samenhang, en worden de
waardigheid en de rechten van de
vreemdelingen beter geëerbiedigd.
Mensen die
hun thuisland
ontvluchten uit humanitaire
overwegingen of omdat ze vrezen
dat hun fundamentele rechten
zullen worden geschonden,
moeten in België terechtkunnen.
Dit proces moet worden
voortgezet. De wetsontwerpen die
ter tafel liggen, bepalen het
toekomstige beleid. Nu moeten we
nog de huidige toestand bijsturen,
en de gevolgen van de zware,
ingewikkelde procedure verhelpen.
Duizenden mensen leven in ons
midden op vreedzame wijze maar
wel in de illegaliteit en dat kan een
rechtsstaat niet toestaan.
Het gaat er dus wel degelijk om
een goede keuze te maken tussen
een controle- of een
integratiebeleid. Sommigen
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
aujourd'hui encore, affirment que nous ne pouvons développer une
politique d'intégration qu'à la condition de mener parallèlement une
politique d'accès très restrictive, fondée non pas sur ces critères
préalables, définis objectivement avant l'entrée sur le territoire, mais
sur des conditions d'intégration draconiennes ou, bien évidemment,
sur le fait de présenter un intérêt sur le plan économique.
Le nouvel article 9bis qui remplacera l'actuel article 9.3 de la loi de
1980 laisse intact le droit de demander un séjour pour circonstances
exceptionnelles. Cette disposition est acceptable comme procédure
résiduaire ou pour régler des problèmes techniques, mais elle est
totalement insuffisante pour trouver une solution acceptable pour
toutes les personnes qui résident dans notre pays de manière paisible
depuis plusieurs années et qui, du fait même de leur présence depuis
autant de temps, justifient pleinement de leur volonté d'intégration. La
compétence du ministre de l'Intérieur reste discrétionnaire et les
critères objectifs pour l'appréciation par l'administration des
circonstances exceptionnelles ne sont pas précisés.
Le groupe socialiste a déposé une proposition de loi précisant les
critères objectifs pour régulariser une série de personnes et prévoyant
une procédure devant une commission indépendante.
Lors de la présentation des projets de loi, vous avez, monsieur le
ministre, évoqué certains critères de régularisation qui correspondent
à une pratique actuelle de l'Office des étrangers. Des instructions sont
ou seront données afin de permettre de régulariser, d'une part, des
personnes ayant introduit une demande d'asile depuis trois ou quatre
ans, sauf problème d'ordre public ou de sécurité nationale et, d'autre
part, des personnes vivant des situations humaines très graves.
Restent les autres personnes non visées par les accords:
- les personnes qui ont introduit une demande d'annulation et de
suspension au Conseil d'État et dont la procédure s'éternise depuis
de nombreuses années;
- les personnes qui n'ont jamais introduit de demande de séjour et qui
résident sur le territoire belge de façon paisible depuis également de
nombreuses années.
Nous ne sommes pas arrivés à un accord. Je regrette qu'au sein de la
majorité, nous nous soyons retrouvés seuls. Notre intransigeance
n'aura pas été payante.
Nous considérons qu'il est essentiel de régler les situations du passé.
Il en va de la réussite de cette réforme importante car si nous ne
réglons pas ces situations pénibles, qui résultent d'une inaction ou
d'un manque de moyens des autorités administratives, cela sera
contre-productif. Nous donnerons le signal que la réforme permettra
une nouvelle fois des situations inacceptables, ce qui la videra de ses
objectifs et de son contenu. Je crains, monsieur le ministre, que cela
ne soit déjà chose faite!
Un autre point reste, à nos yeux, problématique; il s'agit de
l'enfermement des mineurs et des familles avec enfant(s) dans les
centres fermés.
Si, à l'initiative du ministre Christian Dupont, la situation des mineurs
non accompagnés a été sensiblement améliorée, reste la situation
beweren dat wij alleen maar een
integratiebeleid kunnen
uitstippelen parallel met een
restrictief toegangsbeleid dat
gebaseerd is op draconische
integratievoorwaarden of op een
economisch belang.
Het nieuwe artikel 9bis dat het
huidige artikel 9.3 van de wet van
1980 zal vervangen raakt niet aan
het verblijf om uitzonderlijke
redenen. Deze bepaling volstaat
niet voor diegenen die sedert jaren
vreedzaam in ons land verblijven
en die duidelijk bewijzen zich te
willen integreren. De bevoegdheid
van de minister blijft discretionair
en de criteria om de uitzonderlijke
omstandigheden te beoordelen
worden niet verduidelijkt.
De PS-fractie heeft voorgesteld de
objectieve criteria om een aantal
personen te regulariseren, te
verduidelijken, via een procedure
voor een onafhankelijke
commissie.
Tijdens de voorstelling van de
wetsontwerpen heeft de minister
het gehad over de
regularisatiecriteria die momenteel
door de Dienst
Vreemdelingenzaken gehanteerd
worden. Er zullen richtlijnen
gegeven worden om mensen die
drie of vier jaar geleden een
asielaanvraag hebben ingediend,
te regulariseren, tenzij ze een
gevaar voor de openbare orde of
de nationale veiligheid vormen.
Ook de mensen die in uitzichtloze
menselijke situaties verkeren,
vallen onder die richtlijnen.
Blijven dan nog de personen die
niet onder de akkoorden vallen,
namelijk zij die een verzoek om
nietigverklaring en schorsing bij de
Raad van State hebben ingediend
en wier procedure blijft aanslepen
enerzijds, en zij die nooit een
aanvraag hebben ingediend en al
jarenlang vreedzaam in België
verblijven.
We hebben daarover geen
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
des familles et de leurs enfants.
À ce jour, des dizaines d'enfants sont enfermés dans les centres
fermés. Leur nombre est variable; il peut arriver qu'une cinquantaine
d'enfants y soient présents.
Cette situation est inacceptable. Des rapports d'experts considèrent
que l'enfermement des mineurs en centre fermé constitue de la
maltraitance psychologique comportant des conséquences inévitables
sur le développement de l'enfant. Cela nous a été longuement exposé
en commission et je n'ai pas entendu, parmi les nombreux
intervenants, de défenseurs ou de partisans de cet enfermement.
Je rappelle que la Belgique a signé la Convention internationale
relative aux droits de l'enfant du 20 novembre 1989 qui pose
notamment les principes suivants. L'intérêt supérieur de l'enfant doit
être une considération primordiale. L'enfant ne peut être séparé de
ses parents contre leur gré et la détention d'un enfant ne peut être
qu'une mesure de dernier ressort et doit être d'une durée aussi brève
que possible. La Belgique ne respecte manifestement pas ces
différentes règles car des enfants sont détenus avec leur famille dans
des centres fermés, parfois pendant plusieurs mois.
Monsieur le ministre, vous nous avez déclaré en commission de
l'Intérieur que l'enfermement des enfants devait rester une mesure
ultime et la seule justification donnée à cela est que c'est le seul
moyen d'éviter la disparition de ces familles en cas de décision
d'expulsion. Vous vous êtes engagé à commander une étude
universitaire sur les alternatives possibles à la détention des familles
avec enfants.
Si nous serons particulièrement attentifs à la concrétisation de cet
engagement, nous ne pouvons que déplorer que dans notre pays on
utilise l'enfermement de familles comme épouvantail, d'autant que
l'efficacité de ce dispositif n'est pas prouvée. Aussi, je me demande si
ce n'est pas la pertinence de l'enfermement qui mériterait en priorité
une étude universitaire et, en attendant, s'il ne serait pas opportun de
consacrer dans le texte que l'enfermement reste une mesure extrême
appliquée par défaut.
La semaine dernière, des parents avec enfants ont été amenés dans
des centres, alors qu'ils étaient très loin d'envisager une quelconque
clandestinité, et cela en totale contradiction avec vos propos.
Monsieur le ministre, en ce qui me concerne, j'ai tendance à vouloir
vous faire confiance, mais vos services n'appliquent pas ce que vous
dites, parce que cela n'est pas précisé dans les textes, parce qu'on ne
leur a pas dit que l'enfermement des enfants reste une mesure
extrême. Aussi, à notre demande, nos propositions de loi et de
résolution sur ce sujet ont-elles été disjointes des projets de loi en
discussion. Nous y reviendrons donc avec fermeté.
Comme le disaient fort justement les représentants du Centre pour
l'égalité des chances lors des auditions, ces projets de loi constituent
une première étape dans la réforme du droit des étrangers en
Belgique. D'autres rendez-vous attendent notre Parlement. Nous ne
pourrons pas faire non plus l'impasse sur la concrétisation du Livre
vert de l'Union européenne sur l'immigration économique. Ce sera un
akkoord bereikt. Ik betreur dat we
binnen de meerderheid alleen
stonden. Het is van essentieel
belang dat de toestand uit het
verleden geregeld wordt. Indien
we niets aan die schrijnende
toestanden die een gevolg zijn
van inertie of een gebrek aan
middelen bij de overheid doen,
zal dat contraproductief werken.
Ondanks de hervorming blijven er
onaanvaardbare toestanden
bestaan, waardoor die haar doel,
ook op inhoudelijk vlak,
voorbijschiet.
Er is nog een ander onopgelost
probleem: de opsluiting van
minderjarigen en gezinnen in de
gesloten centra. Tientallen
kinderen zitten nog opgesloten in
de gesloten centra. Dat is
onaanvaardbaar!
De opsluiting van minderjarigen in
gesloten centra is een vorm van
psychologische mishandeling die
gevolgen heeft voor de
ontwikkeling van het kind. België
heeft echter het Internationaal
Kinderrechtenverdrag van 20
november 1989 mee ondertekend:
het hoger belang van het kind
heeft absoluut voorrang. Het mag
niet tegen de wil van de ouders
van zijn ouders gescheiden
worden en zijn opsluiting kan
slechts een uiterste maatregel zijn
die altijd zo kort mogelijk is. België
leeft deze regels niet na want
kinderen worden opgesloten met
hun familie in gesloten centra,
soms maandenlang.
U heeft in de commissie verklaard
dat de opsluiting van kinderen een
uiterste maatregel moest blijven
met als enige bedoeling te
voorkomen dat in geval van
uitwijzing het gezin uiteenvalt. U
heeft zich geëngageerd om
opdracht te geven voor een
universitaire studie over de
mogelijke alternatieven voor zo'n
opsluiting. We betreuren dat men
de opsluiting van gezinnen als
afschrikmiddel gebruikt, vooral
omdat de efficiëntie ervan niet
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
débat important qui permettra peut-être un repositionnement de
certains.
Le PS votera favorablement les deux projets de loi en discussion.
En ce qui concerne le droit d'asile, la nouvelle procédure permettra
d'éviter la situation que nous connaissons aujourd'hui. Il s'agit donc
d'une amélioration. Toutefois, cela ne règlera pas le cas des sans-
papiers. J'affirme à nouveau notre regret de devoir constater, pour
l'instant, l'absence d'une majorité parlementaire afin de régler ce
problème. C'est la règle démocratique, mais pour le Parti socialiste,
ce dossier sera une des priorités qu'il tentera, si possible, d'inclure
dans le cadre du prochain accord gouvernemental.
Pour terminer, je souhaiterais évoquer un point d'actualité: l'expulsion
des sans-papiers de l'église d'Anderlecht et les actes de violence qui
auraient été commis par des policiers contre certains d'entre eux. Je
me fais ici l'écho de la presse ou de certaines associations, dont le
sérieux ne souffre aucune remise en cause.
Mercredi dernier, je vous ai interrogé sur la mesure de police prise par
le bourgmestre libéral d'Anderlecht d'ordonner l'expulsion des sans-
papiers de l'église. Vous m'avez répondu: "L'Office des étrangers
exécute sa mission légale et moi je dois appliquer la loi". Mais il y a la
manière de l'appliquer.
Nous apprenions dernièrement que certains étrangers auraient été
au conditionnel victimes de violences policières lors de leur
transfert vers le centre de Vottem. Je me réfère à la fois au
communiqué de presse du CIRE et à celui de la police; la vérité doit
se situer quelque part entre les deux versions présentées. Une plainte
aurait été déposée au Comité P.
Monsieur le ministre, au moment d'aborder ces textes de loi plus
qu'importants, je pense qu'une clarification s'impose de votre part.
L'Office des étrangers et le détachement de la police fédérale qui a
procédé au transfert de ces personnes relèvent de votre
responsabilité. Pourriez-vous nous donner votre version des faits?
Que s'est-il passé ce 4 juillet au soir?
bewezen is. Ik vraag me af of men
niet eerder een studie moet laten
uitvoeren over de relevantie van
de opsluiting op zich, en, in
afwachting, of er in de tekst niet op
moet gewezen worden dat de
opsluiting een uiterste maatregel
blijft die bij verstek wordt
toegepast.
Vorige week werden ouders met
kinderen naar centra gebracht,
terwijl zij helemaal niet van plan
waren onder te duiken. Dat staat
volledig haaks op uw verklaringen.
Uw diensten passen niet toe wat u
zegt, omdat een en ander niet in
de teksten wordt gepreciseerd. Op
ons verzoek werden ons
wetsvoorstel en ons voorstel van
resolutie dienaangaande van de
ter bespreking voorliggende
wetsontwerpen losgekoppeld. De
PS zal voor de ter bespreking
voorliggende wetsontwerpen
stemmen.
Wat het asielrecht betreft, vormt
de nieuwe procedure een
verbetering. Zij zal echter de
situatie van de mensen zonder
papieren niet regelen. Ik betreur
dat er nog altijd geen
parlementaire meerderheid is om
die kwestie te regelen.
Tot slot wil ik terugkomen op de
uitzetting van mensen zonder
papieren uit de kerk in Anderlecht
en de gewelddaden die door
politiemensen ten aanzien van
sommigen onder hen zouden zijn
gepleegd. Ik vertolk hier wat
daarover in de pers is verschenen,
alsook het standpunt van bepaalde
verenigingen.
Er zou een klacht bij het comité P
zijn ingediend.
De Dienst Vreemdelingenzaken en
het detachement van de federale
politie die die personen heeft
overgebracht, vallen onder uw
bevoegdheid. Kan u uw versie van
de feiten geven? Wat is er op 4 juli
's avonds precies gebeurd?
03.131 Patrick Dewael, ministre: Monsieur Maene, il faut savoir ce 03.131 Minister Patrick Dewael:
12/07/2006
CRIV 51
PLEN 226
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
que l'on veut. S'il s'agit des faits et vous nous en avez parlé de
façon conditionnelle , ils méritent un examen.
Si une plainte est déposée auprès du Comité P, il faut attendre le
rapport du Comité P. Ou bien on dépose une plainte auprès du
ministre de l'Intérieur: je peux demander à l'Inspection générale
d'instruire une enquête.
Je ne peux commenter, de façon conditionnelle, des faits qui doivent,
le cas échéant, encore être examinés. Le Comité P ressortit à la
compétence du parlement et l'Inspection générale à ma compétence.
S'il m'arrive une plainte, je ferai le nécessaire pour entamer son
examen.
Indien er inderdaad een klacht bij
het comité P werd ingediend,
moeten we op het verslag van het
comité P wachten. Er kan ook een
klacht bij de minister van
Binnenlandse Zaken worden
ingediend die op zijn beurt de
Algemene Inspectie ermee kan
gelasten een onderzoek op te
zetten.
Het heeft geen zin commentaar
onder voorbehoud te leveren op
feiten die eventueel nog moeten
onderzocht worden. Als ik een
klacht ontvang, zal ik het nodige
doen om ze te laten onderzoeken.
03.132 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, je voulais
simplement insister sur le fait que cela rend détestable le climat dans
lequel nous devons situer nos débats.
Le jour même où nous votons en commission, la police débarque
dans une église pour pendre une série de mesures; des actes violents
auraient été commis, etc. Cela nous empoisonne l'existence!
Vous êtes le ministre responsable de ces différents services, je vous
demande donc un éclaircissement sur ce qui s'est réellement passé.
Il me semble que cela fait partie d'un débat normal au sein de ce
parlement.
Si les faits étaient avérés, il ne fait aucun doute qu'il s'agirait d'une
regrettable bavure, d'une infraction à la loi et au nouveau code de
déontologie des policiers, récemment adopté par le gouvernement. Si
les faits sont avérés en ce qui concerne la mise en oeuvre de
mesures disproportionnées à l'égard de certaines personnes je
pense qu'elles le sont , cela confirmera ma conviction que cela ne
sert à rien de proclamer ce que l'on ne veut pas écrire dans un texte
normatif.
03.132 Jean-Claude Maene (PS):
Uitgerekend op de dag dat we in
de commissie tot de stemming
overgaan, valt de politie een kerk
binnen. Dergelijke acties
vertroebelen het klimaat waarin we
onze debatten moeten houden.
Indien het zou blijken te kloppen
dat er tegen bepaalde personen
buitensporig werd opgetreden en
volgens mij was dat inderdaad het
geval, zal ik me in mijn overtuiging
gesterkt voelen dat het geen zin
heeft mooie beloften te maken die
men achteraf toch niet in
wetteksten wenst om te zetten.
Le président: Nous pouvons ainsi clôturer nos travaux du matin. Nous reprendrons nos travaux à
14.15 heures. Huit orateurs sont inscrits. Nous commencerons par Mme Galant et nous entendrons ensuite
Mme Douifi.
La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 12 juillet 2006 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 12 juli 2006 om 14.15 uur.
La séance est levée à 13.20 heures.
De vergadering wordt gesloten om 13.20 uur.
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.
CRIV 51
PLEN 226
12/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65