Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 22 mars 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 22 maart 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.31 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.31 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Sabine Laruelle, Hendrik Bogaert

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Wouter De Vriendt, Meryame Kitir, Karel Uyttersprot, Myriam Vanlerberghe, Veerle Wouters, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Jan Van Esbroeck, Peter Vanvelthoven, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;

Gwendolyn Rutten, Bruno Tuybens, à l'étranger / buitenslands;

Stefaan Vercamer, Conseil de l'Europe / Raad van Europa;

Els Demol, Forum parlementaire européen / Europees Parlementair Forum.

 

Chers collègues, nous adaptons notre méthode de travail à la situation. Aujourd'hui, notre séance a été légèrement retardée et les questions seront posées en fonction de la présence des ministres. Le premier ministre nous rejoindra aussi rapidement que possible.

 

01 Renvoi d'amendements en commission

01 Verzending van amendementen naar commissie

 

À la suite du dépôt d'amendements au projet de loi portant des dispositions diverses (I) (n° 2097/1), je vous propose de les renvoyer en commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société qui se réunira directement et nous fera rapport après la fin de ses travaux.

Ingevolge de indiening van amendementen op het wetsontwerp houdende diverse bepalingen (I) (nr. 2097/1), stel ik u voor de amendementen terug te zenden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing teneinde deze te bespreken. De commissie zal onmiddellijk bijeenkomen en verslag uitbrengen.

 

Pas d'observations? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Questions

Vragen

 

Chers collègues, nous avons aujourd'hui 26 questions, dont quelques-unes sont issues des commissions. Je voudrais une fois de plus insister pour que les personnes qui posent les questions fassent preuve de concision. Et j'insiste auprès des ministres pour qu'eux aussi fassent preuve de synthèse dans leurs réponses.

 

02 Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling over "de oneerlijke concurrentie door Ryanair en de ongelijke fiscale behandeling van Brussels Airlines" (nr. P0828)

02 Question de M. Jean Marie Dedecker au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable sur "la situation de Brussels Airlines face à la concurrence déloyale de Ryanair et à la différence de régime fiscal" (n° P0828)

 

02.01  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, Brussels Airlines trekt aan de alarmbel bij de regering. De maatschappij dreigt te crashen zoals Sabena in het verleden.

 

De rechtstreekse oorzaak is het kerosineprobleem, de taksen en contracten in Afrika. Het grote probleem echter is de concurrentie met de lageloonkostenmaatschappijen. Ryanair bijvoorbeeld vliegt op Charleroi. Momenteel kosten de piloten bij Brussels Airlines een vierde meer en verdienen zij een derde minder dan de piloten die vliegen voor lageloonkostenmaatschappijen. Het IMF heeft vandaag nog het bericht uitgegeven dat wij de hoogste loonlast en de laagste opbrengst hebben met betrekking tot de portefeuille van de werknemer. Hieraan kan de regering iets doen.

 

Een tweede oorzaak is de subsidiepolitiek. Ryanair vliegt bijvoorbeeld op Charleroi en krijgt hiervoor 33 miljoen euro per jaar subsidies, 15 euro subsidies per passagier, terwijl andere maatschappijen niet kunnen genieten van deze subsidies. Vreemde maatschappijen die naar hier komen en die niet dezelfde sociale lasten betalen, kunnen concurreren met onze lokale maatschappijen die wel belastingen betalen. Bovendien worden deze vreemde maatschappijen extra gesubsidieerd.

 

Brussels Airlines trekt aan de alarmbel en richt zich tot u, mijnheer de minister. Wat zult u doen? Zult u iets ondernemen, zoals in het verleden met de baggeraars is gebeurd, of zult u de vrije concurrentie laten spelen?

 

02.02 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, op deze korte vraag geef ik een kort antwoord. De regering neemt dit probleem ernstig. Het gaat om een bedrijf met 3 400 directe arbeidsplaatsen en evenveel of meer indirecte arbeidsplaatsen. Dinsdagavond boog de kern zich over het probleem.

 

U beschrijft het probleem inderdaad terecht als een kwestie van level playing field. Het is een andere situatie dan de situatie van Sabena. Het is geen kwestie van vragen naar geld, maar een kwestie van vragen naar een eerlijke en correcte concurrentieomgeving.

 

U heeft de loonkost genoemd. Ook enkele elementen met betrekking tot de Europese regelgeving spelen ter zake, onder andere de regelgeving die ervoor moet zorgen dat cabinepersoneel en piloten onderworpen worden aan de sociale zekerheid van de vertrekplaats en niet van de vestigingsplaats van het bedrijf. Hierover is er Europees overleg. Er is echter een overgangsperiode die ons tot 2020 kan leiden. Wij moeten onderzoeken of wij deze periode kunnen inkorten.

 

Het is niet enkel een kwestie van loonkost, maar ook een kwestie van statuten. Wij moeten nagaan of iedereen wel degelijk in loondienst werkt en of er geen oneigenlijk gebruik van zelfstandige statuten is.

 

In het algemeen kan ik bevestigen dat onder het initiatief van mijn collega, staatssecretaris Wathelet, deze voormiddag een eerste interkabinettenvergadering plaatsvond om de verschillende aspecten van dit probleem te bespreken. Wij werden er twee dagen geleden mee geconfronteerd en wij nemen het probleem heel ernstig. Wij zijn van plan om er iets aan te doen.

 

Het zal zeker aan bod komen tijdens het bredere competitiviteitsdebat, want het is niet de bedoeling dat de competitiviteit van de Belgische economie enkel punt voor punt en enkel sectoraal wordt aangepakt. Wij moeten daar een globale kijk op hebben. U hebt daar in uw vraagstelling trouwens naar verwezen toen u het had over de algemene problematiek van de loonkosten.

 

02.03  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, in essentie fietst u om het probleem heen. Wij hebben in België een eigen maatschappij, met name Brussels Airlines. Wat doen wij echter? Wij gebruiken het geld van de belastingbetaler die zijn belastingen op een normale manier betaalt, om in Charleroi subsidies uit te keren aan een vreemde maatschappij die, zoals u zelf zegt, werkt onder het Ierse sociale stelsel.

 

Ik geef u een voorbeeld. Een Ierse piloot die 100 000 euro bruto per jaar verdient, kost de Ierse maatschappij 111 000 euro. Als hij voor een Belgische maatschappij werkt, kost hij 128 000 euro. In België heeft die piloot 50 000 euro in de hand, en in Ierland 73 000 euro.

 

De essentie is dat u niet moet rommelen in de marge, zoals met de baggeraars gebeurd is. De essentie is dat het beleid van deze regering moet veranderen. Nu worden zulke maatschappijen aan de ene kant gesubsidieerd. Ook door de Gewesten, daar hebt u gelijk in. Wallonië doet dat inderdaad, maar zo kunnen vreemde maatschappijen concurreren tegen onze eigen maatschappij, dankzij de subsidies die door de overheid worden gegeven.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de Mme Valérie Warzée-Caverenne à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture sur "la brucellose" (n° P0833)

03 Vraag van mevrouw Valérie Warzée-Caverenne aan de minister van Middenstand, Kmo's, Zelfstandigen en Landbouw over "brucellose" (nr. P0833)

 

03.01  Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le président, madame la ministre, ce 8 mars 2012, l'AFSCA nous a informés d'un nouveau cas de brucellose dans une exploitation de la province de Namur. Cette maladie infectieuse bactérienne affecte principalement les bovins. Elle a pu être décelée grâce au protocole "avortement" mis en place et financé par l'AFSCA, et grâce au respect de la législation relative aux avortements de bovins.

 

L'Agence a bloqué l'exploitation touchée par la maladie et a ordonné l'abattage des animaux. Elle a également mis sous surveillance 200 exploitations qui ont pu être identifiées grâce à la traçabilité bovine mise en oeuvre dans notre pays.

 

Madame la ministre, quelles sont les mesures concrètes prises par votre département afin de contenir cette maladie?

 

Par ailleurs, nous avons été informés du fait qu'une enquête épidémiologique avait été menée. Disposez-vous d'informations sur la source de la contamination?

 

Depuis 2003, la Belgique est "indemne" de brucellose. Notre pays maintient-il toujours ce statut?

 

Enfin, vous n'êtes pas sans savoir que l'abattage du bétail, et notamment du bétail d'élevage représente une perte sèche pour les agriculteurs. Quid des dédommagements économiques prévus pour les exploitations concernées par l'abattage de leur bétail? Quid des dédommagements en matière de coûts indirects liés au maintien du bétail à l'étable?

 

Le président: Madame la ministre, avant de vous passer la parole, je vous demande de ne pas être trop longue.

 

03.02  Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, je ne suis jamais trop longue!

 

Cela dit, madame Warzée, comme en 2010, le système de veille mis en place en Belgique, notamment le protocole "avortement" a fonctionné. C'est ce qui nous a permis de découvrir rapidement ce nouveau cas de brucellose en province de Namur.

 

Dès que nous avons eu la certitude de ce cas de brucellose, deux décisions ont été prises. La première est l'obligation d'abattage des 263 bovins de la ferme touchée par cette maladie, de recherche, grâce à la traçabilité, de tous les bovins sortis de cette exploitation et d'abattage desdits bovins. C'est d'ailleurs grâce à cette traçabilité et aux tests réalisés que l'on vient de trouver une deuxième exploitation ayant accueilli un bovin de la première exploitation touchée par la maladie. Ce cheptel devra donc également être abattu. En cas d'abattage, une indemnisation est évidemment prévue. Le plafond vient d'être relevé de 20 %.

 

La deuxième décision a été de retrouver, toujours grâce à la traçabilité, tous les animaux ayant été en contact direct ou indirect avec les 263 bovins, soit lors d'un séjour en prairie, soit par contact avec le vétérinaire, soit par échange.

 

Aujourd'hui, 200 fermes sont bloquées en vertu du premier foyer. Ils ne peuvent ni mettre en pâture ni vendre leurs animaux. Deux campagnes de tests seront réalisées: la première se termine au début du mois d'avril et la deuxième débutera dans six à huit semaines.

 

Les pertes pour le sanitaire sont indemnisées, mais les pertes économiques n'entrent pas dans les compétences fédérales. Néanmoins, nous restons en contact étroit avec notre collègue de la Région wallonne.

 

Quant au statut "indemne", la question sera résolue pour le début du mois d'avril. J'espère que l'Europe maintiendra notre statut de pays indemne.

 

03.03  Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour vos explications. Nous sommes très heureux que l'AFSCA prenne les mesures nécessaires afin de limiter les dégâts. Nous suivrons donc l'évolution de la situation.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de aanwezigheid van salafisten, extremisten en jihadisten in ons land" (nr. P0829)

- de heer Denis Ducarme aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de aanwezigheid van salafisten, extremisten en jihadisten in ons land" (nr. P0830)

- de heer Jan Van Esbroeck aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de aanwezigheid van salafisten, extremisten en jihadisten in ons land" (nr. P0831)

- de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de aanwezigheid van salafisten, extremisten en jihadisten in ons land" (nr. P0832)

04 Questions jointes de

- M. Peter Logghe à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la présence de salafistes, extrémistes et jihadistes dans notre pays" (n° P0829)

- M. Denis Ducarme à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la présence de salafistes, extrémistes et jihadistes dans notre pays" (n° P0830)

- M. Jan Van Esbroeck à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la présence de salafistes, extrémistes et jihadistes dans notre pays" (n° P0831)

- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la présence de salafistes, extrémistes et jihadistes dans notre pays" (n° P0832)

 

04.01  Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, in de nasleep van de moorden in Brussel en Zuid-Frankrijk slaat de Belgische Veiligheid van de Staat groot alarm. Het salafisme is de grootste vijand van de democratie. De Veiligheid van de Staat kent de moskeeën waar die mensen bijeenkomen. De Veiligheid van de Staat kent de honderden leden van het radicale salafisme.

 

Ten eerste, gelet op het feit dat Brussel internationaal beschouwd wordt als de draaischijf van het radicale salafisme, wil ik u vragen hoe die personen hier terechtkomen. Hoe zijn ze hier binnengekomen? Hoeveel zijn er binnengekomen als asielzoeker? Hoeveel zijn er binnengekomen via familiehereniging? Zijn er al procedures opgestart om salafisten, door een ministerieel besluit tot terugwijzing of een koninklijk besluit tot uitzetting, omwille van de openbare veiligheid het land uit te wijzen? Kunt u ons daarover inlichten?

 

Ten tweede, gelet op de internationale contacten van Forsane Alizza, de vereniging waarin de dader in Zuid-Frankrijk actief was, met onder andere Sharia4Belgium, wil ik u vragen welke concrete stappen u zult zetten om Forsane Alizza en Sharia4Belgium buiten de wet te stellen, zoals ondertussen in Frankrijk is gebeurd.

 

04.02  Jan Van Esbroeck (N-VA): Mevrouw de minister, ik sta hier uit bezorgdheid. Het is uit bezorgdheid, dat ik deze vraag wil stellen. Het salafisme is aan een opmerkelijke opmars bezig, niet enkel in landen als Egypte en Tunesië, maar ook in dit land. Ik heb dat al meerdere malen aangehaald, in de commissie, maar ook hier in de plenaire vergadering.

 

De antwoorden die u, alsook uw voorganger mij telkens gaven, waren altijd dezelfde: het zijn maar randverschijnselen, het gaat over niet veel mensen en wij kunnen er beter niet te veel ruchtbaarheid aan geven. U voegde eraan toe dat u het goed in het oog zou houden. U zou vergaderen, samenzitten, weer vergaderen en samenzitten, maar in de feiten is er nog niets gebeurd. Niets, mevrouw de minister.

 

Zo komen wij tot de situatie vandaag, waarin de Veiligheid van de Staat al informatie moet lekken naar de media om aandacht voor het probleem te krijgen. Die dienst beseft wel dat het vijf voor twaalf is. Ik heb u altijd gewaarschuwd. De Veiligheid van de Staat doet dat nu ook. Het gematigde salafisme bestaat niet.

 

Die vorm van extremisme is nog steeds in opmars, ook in dit land. Het salafisme is de felste antidemocratische stroming in het Westen. Salafisten weigeren zich te integreren in onze maatschappij, zetten zich ertegen af en bouwen tegelijkertijd een parallelle maatschappij op in ons land.

 

Mevrouw de minister, uw diensten en de Veiligheid van de Staat zijn op de hoogte van het bestaan van moskeeën en culturele centra onder leiding van die salafisten, in Brussel en Antwerpen. Dat zijn de oorden, waar de radicalisering bij de jongeren wordt gevoed. Wij hebben het daarover ook al gehad.

 

Mijn enige vraag is duidelijk en dwingend. Welke concrete maatregelen zult u vandaag voorstellen om dat extremisme een halt toe te roepen?

 

04.03  Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, ik wil u ongerust maken, omdat ik er ook niet gerust in ben.

 

Wij mogen niet wachten tot het volgende incident om iets te ondernemen. Wij sussen ons door te zeggen – en dit zal waarschijnlijk wel juist zijn – dat wij op het ogenblik nog niet direct op een terroristische bom zitten, maar ik vrees dat het bewijs dat er kleine bommetjes aan het groeien zijn, wel is geleverd.

 

De aanslag in Anderlecht is een bewijs van de groeiende groep van radicalen. Die groep is nog niet enorm, maar groeit en groeit in stilte. Misschien zijn de stille groeiers de gevaarlijkste.

 

Vooral de propaganda voor de individuele jihad groeit. De salafisten zijn inderdaad geen simpele mensen. Ik ben ook voor de tijd van toen, maar zij willen de tijd wel met veertien eeuwen terugdraaien, wat ons wat veel lijkt.

 

Wordt de radicalisering op de voet gevolgd? Beschikt OCAD daarvoor over voldoende middelen? Is het geen tijd om daaromtrent parlementair wat meer aandacht en discussie los te weken?

 

04.04  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, madame la ministre, il ne s'agit naturellement pas d'importer un phénomène français, aussi marquant soit-il. Néanmoins, l'occasion nous est peut-être donnée de faire le point sur notre niveau de préparation au vu d'une situation qui, comme l'ont dit certains collègues, doit recueillir toute notre attention.

 

Au cours du débat relatif à votre note de politique générale, j'ai regretté que la lutte contre le radicalisme ne soit pas présentée comme l'une de vos priorités. Or le combat contre le radicalisme doit être l'une des principales préoccupations d'un ministre de l'Intérieur.

 

Comme l'ont indiqué des sources françaises, les individus qui reviennent de voyages de formation djihadiste au Pakistan ou en Afghanistan transitent par la Belgique et l'Allemagne. Avez-vous reçu des informations à cet égard? Qu'en est-il de la coopération et de l'échange d'informations entre notre pays et ses voisins?

 

Nous avons pris connaissance de nouveaux chiffres relatifs aux personnes vivant sur le territoire belge qui ont suivi les filières djihadistes. Selon la presse, elles seraient environ dix. Qu'en est-il de la surveillance de ces radicaux? Certains sont-ils incarcérés? Je rejoins la proposition que j'ai déposée et qui portait sur le prosélytisme islamiste dans les prisons. J'interrogerai plus précisément le ministre de la Justice à cet égard.

 

Quid des initiatives de la présidence belge en termes de formation des agents de quartier sur le plan de la surveillance des milieux radicaux? Je veux parler du programme CoPPRa.

 

Que pouvez-nous dire des demandes de renforcement des effectifs de la direction judiciaire à ce sujet?

 

Le président: Madame la ministre, veillez à ne pas être trop longue.

 

04.05  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, si je réponds pendant 30 secondes à quatre questions relatives à un thème sérieux, on dira que c'est insuffisant!

 

Le président: Des questions pourront encore être posées en commission la semaine prochaine.

 

04.06 Minister Joëlle Milquet: Ik neem uw bekommernissen en de verschillende gebeurtenissen ernstig. In het raam van het actieplan radicalisme heeft het College voor inlichtingen en veiligheid in juni 2011 een pakket maatregelen goedgekeurd die tot de bevoegdheden van verschillende ministers behoren.

 

Toen ik minister werd heb ik ter zake verschillende vergaderingen gehad met het OCAD. Ik heb hun gevraagd zo snel mogelijk aanvullende operationele maatregelen voor te stellen. Deze maatregelen zijn nu bijna klaar en na Pasen zal ik een aanvullend pakket maatregelen voorleggen aan de Ministerraad.

 

Sinds de aanslag in de moskee heb ik nog verschillende vergaderingen gehad met de verschillende bevoegde diensten. Alle noodzakelijke maatregelen betreffende bescherming en toezicht zijn op dit ogenblik genomen.

 

Omwille van de vertrouwelijkheid van deze initiatieven en acties zal ik natuurlijk geen aanvullende commentaar leveren. De noodzakelijke maatregelen zijn evenwel genomen.

 

De strijd tegen radicalisme is ook een belangrijk punt van ons nieuw nationaal Veiligheidsplan. Ik ben ook bezig met de studie en de voorbereiding van eventuele wijzigingen van de huidige wettelijke bepalingen om doeltreffender op te treden.

 

En ce qui concerne les questions de M. Ducarme, sachez que la formation CoPPRa est une des priorités au sein de la police fédérale. Cette formation est déployée au niveau des zones de police locale afin d'obtenir une meilleure détection des signes de radicalisme, au-delà des mesures et des stratégies de prévention existantes.

 

Dans le cadre du conclave, j'ai obtenu une augmentation des effectifs policiers, dont une partie sera affectée à cette thématique. Je présenterai ces mesures prochainement.

 

De Veiligheid van de Staat valt onder de bevoegdheid van mevrouw Turtelboom. Zij zijn bezig met verschillende acties en de opvolging van de jihadisten.

 

04.07  Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, dit is een teleurstellend antwoord. Ik heb weinig gehoord dat ik nog niet wist.

 

Op de vraag of u stappen hebt gezet om de beide verenigingen buiten de wet te plaatsen, hebt u geen antwoord gegeven. Dat is de vraag die momenteel op ieders lippen brandt: wat doet u met die verenigingen? In Frankrijk zijn die al buiten de wet gesteld, maar hier gebeurt er blijkbaar niets.

 

Voorts zou u beter eens een studie bestellen om na te gaan hoe die mensen hier terechtkomen en op welke manier zij gebruikmaken van allerlei bestaande methodes zoals asiel, gezinshereniging enzovoort. Dat zou u beter eens nagaan.

 

04.08  Denis Ducarme (MR): Madame la ministre, vous avez été assaillie de questions aujourd'hui et par conséquent nous n'avons pas obtenu toutes les réponses.

 

Apparemment, il y a un problème de micro. C'est de la censure, monsieur le président! Ce n'est pas grave. Vous m'entendrez autrement! Si je hausse la voix, je suppose que vous m'entendrez.

 

Madame la ministre, nous reviendrons vers vous en commission, avec une autre voix, je l'espère. J'ai bien entendu vos réponses. Vous avez annoncé que vous feriez un certain nombre de propositions dans les prochaines semaines. Le MR insiste pour que vous soyez pleinement à ce rendez-vous primordial et essentiel. Nous demandons que, de votre chef, ces mesures soient radicales à l'encontre du radicalisme auquel nous sommes confrontés, auquel l'ensemble des pays de l'Union européenne est confronté.

 

04.09  Joëlle Milquet, ministre: J'espère que la volonté de votre groupe sera tout aussi radicale pour nous soutenir au sujet du renforcement des effectifs policiers.

 

04.10  Denis Ducarme (MR): Nous reviendrons vous voir ainsi que Mme la ministre de la Justice ici présente, pour obtenir des détails sur la manière dont les djihadistes, de retour de 'formation' dans certains pays, sont suivis et surveillés en Belgique.

 

Monsieur le président, il y va de la sécurité de l'ensemble des citoyens car le terrorisme a changé. Il ne s'en prend plus à des bâtiments ni à des cibles politiques, …

 

Le président: Monsieur Ducarme, il s'agissait d'une réplique! L'incident est clos.

 

04.11  Jan Van Esbroeck (N-VA): Mevrouw de minister, ik had er al voor gewaarschuwd in mijn vraag. Ik sta hier terug, net als vorige week. U hebt geen antwoord gegeven op de vraag. Ik heb gezegd dat u niets doet dan vergaderen, samen zitten, vergaderen, samen zitten. Binnenkort komt er weer een plan. Wanneer, dat weten we niet, maar binnenkort. Binnenkort, volgende keer. Ik vrees dat we hier volgende week weer zullen staan, voor een nieuw feit dan, maar ondertussen blijft dit extremisme groeien. Het wordt onrustwekkend. Het is tijd voor u om wakker te worden en in actie te treden. U moet geen onderzoeken laten doen, luister gewoon naar wat de Veiligheid van de Staat u te vertellen heeft.

 

04.12  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, je me permets d'intervenir. En effet, de temps en temps, il est nécessaire de demander un peu de raisonnement pertinent dans cette assemblée.

 

J'adore ces grandes envolées lyriques, voire démagogiques!

 

Quand je vous dis que toutes les mesures sont prises, c'est qu'elles sont prises.

 

Selon moi, cette assemblée est bien capable de mesurer quand les sujets abordés ici sont confidentiels. Alors, un peu de calme!

 

04.13  Jan Van Esbroeck (N-VA): Mevrouw de minister, het is ook uw verantwoordelijkheid. Wij kunnen niet om het feit heen dat het nog steeds groeit. Die aankondigingen klinken allemaal mooi, maar er gebeurt niets. Dat is het enige dat ik u verwijt.

 

04.14 Minister Joëlle Milquet: De verschillende diensten werken er elke dag aan.

 

Le président: Pour les questions orales urgentes, il existe des règles: deux minutes sont accordées pour la réplique à M. Doomst avant de passer à d'autres questions.

 

04.15  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, Ik zal niet salafistisch uit de hoek komen. Mevrouw de minister, ik doe heel rustig twee voorstellen.

 

Ten eerste, de komende jaren en maanden moeten wij heel waakzaam zijn met betrekking tot internet en wat daarop gebeurt. Ik meen dat mensen via het internet systematisch worden opgevijzeld. Over de vraag van OCAD om een mandaat te krijgen om binnen de as internet in het plan radicalisme te kunnen ingrijpen, zou in het Parlement een debat moeten worden gevoerd.

 

Ten tweede, zij zouden over alle middelen en mogelijkheden moeten kunnen beschikken om de bewegingen die daar gebeuren naar zogenaamde studies en opleiding echt op de voet te kunnen volgen. Alle aandacht moet daaraan gegeven worden. We zouden daarover onder vier ogen met OCAD, ook in het Parlement, moeten kunnen overleggen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04.16  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil de leden van de commissie voor de Volksgezondheid uitnodigen in zaal 3. Zoals afgesproken bij het begin van deze vergadering, zullen we daar bekijken of er een meerderheid is voor een amendement.

 

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Tanguy Veys aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de toenemende agressie bij de spoorwegen en het uitblijven van maatregelen die een effectieve aanpak garanderen" (nr. P0835)

- de heer David Geerts aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de toenemende agressie bij de spoorwegen en het uitblijven van maatregelen die een effectieve aanpak garanderen" (nr. P0836)

05 Questions jointes de

- M. Tanguy Veys au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la recrudescence d'agressions dans les chemins de fer et l'absence de mesures garantissant une gestion efficace du problème" (n° P0835)

- M. David Geerts au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la recrudescence d'agressions dans les chemins de fer et l'absence de mesures garantissant une gestion efficace du problème" (n° P0836)

 

05.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, moe! Niet zozeer ben ik moe van hier voor de zoveelste keer te staan om aan te klagen dat het geweld in de treinen en in de stations tegen het personeel van de NMBS en tegen reizigers toeneemt, maar ook het personeel en de reizigers zijn het moe.

 

Het valt mij op dat noch uw voorganger, noch u zelf erin slaagt om op korte termijn en met resultaat die problemen aan te pakken. Ik heb de indruk dat u meer bezig bent met allerlei immobiliënprojecten van de NMBS en met allerlei benoemingen binnen de NMBS dan met de veiligheid van de reizigers en van de NMBS-personeelsleden.

 

Ik denk dat u dringend, op korte termijn, moet ingrijpen. Afgelopen weekend vonden er maar liefst vier incidenten plaats, allemaal op dezelfde lijn.

 

Securail beschikt niet over het juiste statuut. De spoorwegpolitie is onderbemand en dat geldt ook voor Securail.

 

Door een systeem van toegangscontrole kunt u ervoor zorgen dat enkel nog personen met een geldig vervoersbewijs op de trein stappen. Zolang u er niet in slaagt om personen te weren die niets te zoeken hebben in de stations, zullen die problemen niet ernstig aangepakt worden.

 

Mijnheer de minister, neem alstublieft snel – voor de NMBS kan dat, als men dat wilt – uw verantwoordelijkheid, zodat er resultaten worden geboekt.

 

05.02  David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb een spiekbriefje bij omdat ik een aantal cijfers wil vernoemen.

 

Het debat over agressie is niet nieuw, maar blijft pertinent. In 2008 waren er 774 gevallen, in 2009 waren er 985 gevallen, in 2010 waren er 1 084 gevallen en in 2011 zal de teller rond de 1 100 uitkomen. Op een aantal jaren hebben we een stijging met 50 %. Het debat is dus niet nieuw, maar blijft pertinenter dan ooit. Daartegenover staat dat Securail slechts 3 % van de treinen kan begeleiden met het personeel.

 

Mijnheer de minister, in een voorgaande discussie hebt u gezegd dat het personeelsaantal zal toenemen. Nu zijn er zowat 460 personeelsleden en dat moeten er 500 worden.

 

Nu komen we tot de essentie van het debat. Uit studies blijkt immers dat 67 % van de agressie te maken heeft met een discussie omtrent vervoersbewijzen.

 

Mijnheer de minister, in afwachting van structurele maatregelen, stel ik u de volgende zeer concrete vraag.

 

Neem alstublieft deze week nog de beslissing om op elke trein twee begeleiders in te zetten. Zorg ervoor dat het agressiecijfer aangaande de vervoersbewijzen daalt.

 

05.03 Minister Paul Magnette: Mijnheer de voorzitter, collega’s, u verwijst naar de gevallen van agressie die vorige week hebben plaatsgevonden in de buurt van Antwerpen. Dankzij een goede samenwerking met de ordediensten werden de drie daders opgepakt.

 

Teneinde de impact van dit maatschappelijk fenomeen – het is een maatschappelijk fenomeen dat breder gaat dan alleen de NMBS – te bestrijden, heeft de NMBS opnieuw haar masterplan versterkt. Zo worden de controlediensten gereorganiseerd om op die manier een betere strijd tegen fraude en commerciële betwistingen te verzekeren. De NMBS zal ook zorgen voor betere opleiding van de treinbegeleiders om agressief gedrag beter te kunnen beheersen. Er wordt in een verhoogde aanwezigheid voorzien van de agenten van Securail in de treinen op de betrokken baanvakken. Ook de politiediensten werden op de hoogte gebracht zodat zij het nodige kunnen doen.

 

Het directiecomité heeft nota genomen van de algemene beleidsnota van de ACOD in verband met agressie tegen treinpersoneel. Het directiecomité zal deze nota verder bestuderen na input van de directies NMBS Mobility en Securail.

 

05.04  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, veel van hetgeen u hier hebt gezegd, hebt u reeds meegedeeld in de commissie, het is niet nieuw. De feiten geven u echter ongelijk. Wij kunnen alleen maar bang afwachten tot wanneer opnieuw een reeks van incidenten zal gebeuren. Statistisch gezien zal dat zeer binnenkort zijn.

 

Hetgeen u hier vandaag hebt geantwoord, volstaat niet. Personen die niets te zoeken hebben in stations, moeten daar niet zijn. Het moet stoppen dat personen zonder ticket toch de trein opstappen.

 

Uw Vlaamse partijgenoot de heer Haek is verantwoordelijk voor de stations. De mensen stappen nu eenmaal op in een station en komen ook niet ijle toe, het is dus een probleem van de NMBS. Hij moet een aantal van zijn dagelijkse bezoekjes aan de wijnkelder van de NMBS-Holding schrappen en moet wat meer wakker liggen van de veiligheid in de stations.

 

05.05  David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is belangrijk dat mensen in de beste omstandigheden hun werk kunnen uitoefenen en niet met maagpijn moeten gaan werken. Daarom pleit ik er echt voor om minstens twee begeleiders op elke trein in de spits in te zetten, zodat het gevoel van veiligheid toch opnieuw toeneemt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de M. André Frédéric au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la participation aux bénéfices octroyée aux travailleurs de bpost" (n° P0837)

06 Vraag van de heer André Frédéric aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de winstdeelname voor de bpostmedewerkers" (nr. P0837)

 

06.01  André Frédéric (PS): Monsieur le ministre, je vous interrogeais, il y a quelques semaines, sur la décision de la Commission européenne, intervenue le 25 janvier dernier, de faire rembourser par bpost les aides trop perçues de l'État belge durant les cinq dernières années, soit un montant de 417 millions, avec évidemment, on l'imagine, un impact sur la situation financière de l'entreprise bpost et des craintes, en tout cas en ce qui concerne les travailleurs, de ne plus pouvoir jouir de la participation bénéficiaire à concurrence de 350 euros nets par facteur, ce qui n'est pas banal!

 

Il a été assuré à l'époque au personnel qu'une solution serait trouvée. Des commissions paritaires successives ont été annulées tant et si bien qu'un préavis de grève a été déposé pour demain par les organisations syndicales qui n'ont aucune information en la matière et qui s'inquiètent à juste titre. Il serait anormal que les travailleurs, qui sont déjà soumis à des cadences de travail infernales par l'entreprise publique, soient de surcroît pénalisés pour des raisons qui ne leur incombent pas directement.

 

Monsieur le ministre, cette commission paritaire a-t-elle eu ou aura-t-elle lieu? Une décision concrète est-elle intervenue en faveur des travailleurs de bpost?

 

06.02  Paul Magnette, ministre: Monsieur Frédéric, en effet, vous m'aviez interpellé le 26 janvier dernier. Aussi suis-je heureux de pouvoir vous répondre et vous donner la primeur dans ce dossier. En effet, après la décision de la Commission européenne, ce remboursement significatif de 417 millions, ayant un impact artificiel sur le résultat, pouvait-il remettre en cause la prime versée aux agents de bpost?

 

Je vous avais indiqué que je plaiderais en faveur du versement de cette prime, puisque les postiers n'étaient en rien responsables de cette décision, laquelle n'était pas tributaire des résultats réels de l'entreprise. Je suis en mesure de vous annoncer que le conseil d'administration l'a décidé hier et que la décision a été validée aujourd'hui même en commission paritaire. Je m'en réjouis. Il s'agit d'une prime de 350 euros nets pour les facteurs, qui ont consenti d'énormes efforts depuis la libéralisation pour défendre leur entreprise et faire en sorte que celle-ci continue à bien se porter dans un contexte de plus en plus difficile. Ils ont amplement mérité cette prime et je me réjouis vraiment de la prise de cette décision.

 

Le président: Avant de donner la parole à M. Dallemagne, je la donne à M. Frédéric pour sa réplique.

 

Excusez-moi, monsieur Frédéric, je voulais aller trop vite!

 

06.03  André Frédéric (PS): Monsieur le président, il est normal que l'activité parlementaire s'exprime, comme c'est la tradition, avec une question, une réponse et une réplique!

 

Monsieur le ministre, je suis heureux de votre réponse. Il est important de s'intéresser au sort des travailleurs de bpost, qui travaillent dans des conditions difficiles et pénibles. Il est normal de s'interroger sur les effets secondaires de cette libéralisation sur les travailleurs.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de M. Georges Dallemagne au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "le sort de certains volets de notre coopération au développement" (n° P0838)

07 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de toekomst van sommige onderdelen van onze ontwikkelingssamenwerking" (nr. P0838)

 

07.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, le gouvernement aurait décidé, à l'occasion de l'ajustement budgétaire, de supprimer le financement de pans entiers de notre coopération au développement. Il s'agit notamment du financement de la coopération universitaire, de l'APEFE, de la VVOB - associations actives dans le domaine de l'éducation -, et de certains foyers d'accueil d'étudiants étrangers. Ainsi, le foyer d'accueil de Mons appelle au secours parce que son financement s'arrêterait du jour au lendemain.

 

L'argument avancé pour justifier cette décision est qu'il s'agirait de compétences usurpées et que dorénavant, les entités fédérées devraient assumer ces charges, cette coopération. Les entités fédérées ont tout de suite fait savoir qu'elles n'avaient pas le moindre euro pour assumer ces compétences. Elles semblaient même surprises par cette proposition qui leur est faite.

 

Monsieur le ministre, il y a vraiment lieu de couper les ailes à ce vilain canard parlant de compétence usurpée en matière de coopération. Car s'il est bien un domaine qui appartient à l'État fédéral, c'est la coopération au développement.

 

Le Conseil d'État, dans son avis de 2003, a rappelé qu'il s'agissait d'un des éléments de la politique étrangère et que, donc, c'était bien une compétence fédérale. L'inspecteur des Finances lui-même a parlé de compétence mixte et l'OCDE nous prie depuis une dizaine d'années de ne surtout pas "défédéraliser" la coopération au développement dans le moindre de ses aspects.

 

Ma question est simple, monsieur le ministre: qu'en est-il exactement? Songe-t-on sérieusement à arrêter ce financement? Car tout le monde sait que cela équivaudrait à une asphyxie, à une mort certaine de ces volets de la coopération au développement puisqu'il n'y a pas d'argent disponible au sein des entités fédérées.

 

Pour l'immédiat, j'entends que toute une série de projets ont été bloqués abruptement. Votre inspecteur des Finances ne donne plus son feu vert, tout comme votre responsable d'administration, M. Moors. Ces projets vont-ils pouvoir se développer? Je sais que vous avez déjà fait une déclaration dans ce sens à la presse, mais j'aimerais que vous veniez ici me rassurer.

 

Enfin, je m'interroge: n'est-on pas en train de commettre une grave erreur en commençant à "défédéraliser" certains aspects de la coopération au développement? Ce faisant, nous fragilisons l'entièreté de la coopération au développement. Tirer ainsi sur la pelote de laine me paraît extrêmement dangereux.

 

07.02  Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, monsieur Dallemagne, c'est en effet un débat compliqué et embarrassant sur le fond que ce débat sur les compétences usurpées. À titre personnel, je n'ai jamais adhéré à cette théorie des compétences usurpées ou compétences fantômes. Une compétence relève d'un niveau de pouvoir ou d'un autre ou alors elles sont mixtes. À ce sujet, la littérature juridique est ample et importante.

 

Néanmoins, un débat a cours sur la responsabilisation des entités fédérées en vertu de l'effort budgétaire général à réaliser. Effectivement, dans le cadre de son conclave budgétaire, le gouvernement a décidé une épargne de 250 millions au niveau fédéral et c'est pourquoi il serait demandé aux Communautés et Régions de prendre leurs responsabilités pour compenser ce montant, le cas échéant.

 

À ce titre, un menu a été dressé qui reprend des sujets pour lesquels le gouvernement pourrait cesser de dépenser pour attribuer les compétences aux Régions et Communautés. Parmi ces matières, certaines relatives à la Coopération au développement, comme la coopération universitaire, ont été mentionnées.

 

Comme vous le dites, cela ne signifie pas que ces compétences sont usurpées. Fondamentalement, ce n'est pas parce que les opérateurs – ici, des universités ou des collectivités locales – relèvent de la tutelle des Communautés et des Régions que l'action qu'elles mènent ne relève pas du fédéral. De fait, l'action menée est une action de coopération au développement qui reste une compétence du gouvernement fédéral.

 

Concrètement, quelle est la situation sur le terrain? La réponse est nettement plus importante que le débat théorique sur ces compétences fantômes ou sur la responsabilisation.

 

D'abord, aucun projet n'a été arrêté en raison de cette décision. En effet, toutes les organisations coupoles ont continué de préfinancer les opérations en l'attente d'une décision.

 

Pour le reste, le gouvernement, après avoir invité les Communautés et Régions à reprendre à leur charge diverses matières, a convoqué une Conférence interministérielle. La première réunion n'a pas permis de dégager un accord; une deuxième est programmée pour le 27 mars.

 

De mon côté, je tiens à rassurer les acteurs de la Coopération de ce point de vue: j'ai donné des instructions claires à mon administration de continuer à proposer à la signature des dossiers de subventions et je continue à les signer. Aussi longtemps que ne sera pas dégagé un accord dans cette Conférence interministérielle entre le gouvernement fédéral et ses homologues dans les Communautés et Régions, je signerai ces dossiers et le gouvernement fédéral paiera toutes les dépenses liées à ces matières.

 

07.03  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Je pense qu'une chose est claire: il ne s'agit pas de compétence usurpée. Vous allez donc défendre ce budget dans vos compétences.

 

Il me paraît extrêmement important de garder une coopération consolidée avec tous ses volets.

 

Sur les déboursements, j'entends aujourd'hui que certains projets sont de facto arrêtés. Votre administration devrait vérifier qu'ils ont bien suivi vos instructions d'allocations budgétaires, de transferts budgétaires. Les associations sont en effet inquiètes et ont dû préfinancer toute une série d'actions à leurs risques et périls.

 

Enfin, je voudrais simplement ajouter que cet exercice était parfaitement inutile. On peut faire une série d'économies en matières de coopération au développement, on peut demander à la coopération de participer à l'exercice général d'assainissement budgétaire sans blesser certains aspects de la coopération. Je compte sur vous pour suivre cette voie.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de la Justice sur "le juge d'instruction De Troy et l'opération Calice" (n° P0839)

08 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Justitie over "onderzoeksrechter De Troy en Operatie Kelk" (nr. P0839)

 

08.01  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, madame la ministre, nous avons appris par la presse que le juge d'instruction De Troy, bien connu pour le fameux dossier Calice, vous avait envoyé un courrier confirmant son souhait de ne plus être renouvelé au 1er avril. Précédemment, M. De Troy avait donné sa démission à M. De Clerck, que j'avais interrogé sur cette question il y a quelques mois. M. De Clerck avait refusé cette démission, demandant au juge De Troy de poursuivre son mandat jusqu'au 1er avril.

 

M. De Troy justifie sa démission par le fait qu'il subit de nombreuses pressions depuis qu'il est en charge de l'opération Calice. Je regrette sa décision mais on ne peut obliger un juge d'instruction à continuer son mandat.

 

Madame la ministre, avez-vous connaissance des raisons fondamentales pour lesquelles le juge De Troy ne veut plus continuer cette mission? Si des pressions ont vraiment été exercées, avez-vous diligenté une enquête? En effet, lorsqu'un juge dit qu'il subit des pressions, il est important d'enquêter.

 

Selon les avocats, cette affaire représente 64 cartons de documents. C'est un dossier difficile dans lequel il ne faut pas perdre de temps car se pose le problème de la prescription.

 

Madame la ministre, un successeur a-t-il déjà été désigné? Des moyens ont-ils été mis en place afin d'organiser une succession correcte?

 

Enfin, la presse a relayé que le premier président du tribunal de première instance aurait rencontré ou rencontrera M. De Troy pour lui demander de continuer à gérer l'opération Calice. Avez-vous des informations à ce sujet?

 

08.02  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, madame Lalieux, le 15 mars dernier, le juge d'instruction Wim De Troy m'a fait parvenir une copie de la lettre qu'il a adressée à son supérieur, le président du tribunal de première instance, pour demander de ne pas renouveler son mandat de juge d'instruction qui arrive à échéance le 31 mars prochain.

 

Dans la mesure où son mandat se termine, je peux, en ma qualité de ministre, éventuellement essayer de le faire changer d'avis, ce dans l'intérêt de l'Opération Calice, mais je ne peux pas l'y obliger. En effet, on ne peut pas non plus forcer un directeur général d'un service public qui ne souhaite pas ou plus que son mandat soit prolongé.

 

Nous nous trouvons donc aujourd'hui dans une situation totalement différente de celle d'il y a six mois. Il appartient à présent à M. Hennart d'examiner, conjointement avec M. De Troy, quelle fonction nouvelle celui-ci pourrait assumer au sein du siège et, si M. De Troy ne veut pas continuer à travailler sur les instructions en cours, de désigner un nouveau juge d'instruction par ordonnance prise en application de l'article 80, § 2 du Code judiciaire.

 

En ce qui concerne l'Opération Calice, je peux déclarer, en des termes généraux, que l'instruction est en cours depuis un moment déjà et qu'elle se dirige vers sa phase finale. Le juge d'instruction peut encore ordonner des missions jusqu'à la fin de ce mois si bien que l'enquête pourra encore se poursuivre un certain temps sans problème. En outre, le parquet fédéral suit cette affaire de très près depuis un an et demi déjà, ce qui lui permettra de garantir en grande partie la continuité. Ainsi, les connaissances accumulées ne seront pas perdues.

 

08.03  Karine Lalieux (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour ces réponses. Je sais très bien que vous ne pouvez pas obliger un juge d'instruction à garder un mandat. Cela me semble tout à fait normal.

 

Par contre, ce que nous n'avons jamais pu dire et que M. De Troy a répété dans toute la presse depuis une semaine, c'est l'idée qu'il a été l'objet de pressions. C'est ce qui l'a miné depuis qu'il est en charge de l'Opération Calice.

 

Lorsque, depuis plus d'un an, un juge d'instruction dit, à travers la presse, qu'il subit des pressions, cela vaut peut-être la peine de diligenter une enquête au sein d'un service pour déterminer les types de pression qu'il a dû supporter. J'imagine qu'il n'y a actuellement pas d'enquête.

 

Pour le reste, madame la ministre, j'ai bien entendu qu'il y aura une prise en charge de ce dossier tout à fait correcte et je vous en remercie.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Questions jointes de

- M. Christian Brotcorne à la ministre de la Justice sur "la possible suspension des permanences 'Salduz' par les avocats" (n° P0840)

- M. Olivier Destrebecq à la ministre de la Justice sur "la possible suspension des permanences 'Salduz' par les avocats" (n° P0841)

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Christian Brotcorne aan de minister van Justitie over "de mogelijke opschorting van de Salduzpermanenties door de advocaten" (nr. P0840)

- de heer Olivier Destrebecq aan de minister van Justitie over "de mogelijke opschorting van de Salduzpermanenties door de advocaten" (nr. P0841)

 

09.01  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, à la suite de l'affaire Salduz, il a fallu traduire la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme dans la législation belge. Personne ne s'en réjouissait, mais nous n'avions pas le choix. Avant même la mise en place de la législation arrêtée par notre parlement, nous avions pu compter sur la collaboration des barreaux pour appliquer cette jurisprudence. Des contacts avaient été pris avec votre prédécesseur à cet égard.

 

C'est seulement après avoir écrit ma question que j'ai pris connaissance de la lettre que l'Ordre des barreaux francophones et germanophone (OBFG) vous a adressée. Les barreaux sont particulièrement inquiets au point de menacer de suspendre leur intervention. Cinq reproches figurent dans cette missive.

 

Premièrement, vous ne leur répondriez pas ou, du moins, les réponses de votre cabinet seraient insuffisantes.

 

Deuxièmement, les engagements pris par M. De Clerck quant à la pérennité de la valeur du point ne seraient pas respectés. De plus, le budget annoncé pour la mise en œuvre de cette mesure – et qui avait été évalué à quelque 44 millions – serait raboté sur le plan de l'indemnisation des avocats de l'ordre de 80 % à la suite du conclave budgétaire.

 

Troisièmement, la valeur du point a tendance à diminuer, puisque le nombre d'affaires explose. Il s'agit d'une enveloppe fermée. Donc, inévitablement, le montant des indemnisations des avocats est réduit.

 

Quatrièmement, il avait été convenu qu'une enveloppe de 350 millions serait réservée pour intervenir dans les prestations des avocats effectuées avant le vote de la loi Salduz. Or, à ce jour, rien n'a été versé.

 

Enfin, s'agissant de l'entrée en vigueur de la législation, on attend toujours un arrêté de mise en application déterminant la nomenclature attribuée aux prestations des avocats en vue d'assurer l'aide juridique.

 

Madame la ministre, mes questions sont très simples. Qu'allez-vous répondre aux interrogations légitimes de l'OBFG? Je sais que l'Orde van Vlaamse Balies (OVB) attend aussi vos réponses pour savoir quelle attitude adopter. Je rappellerai seulement que les avocats ont agi comme ils le devaient au nom du Service public Justice afin que la jurisprudence Salduz soit applicable. Il ne faudrait pas, aujourd'hui, que l'exécutif en empêche l'entrée en vigueur. Je reviendrai peut-être sur les conséquences dramatiques qui en découleraient si tel n'était pas le cas.

 

09.02  Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, madame la ministre, tout comme l'a dit mon collègue Brotcorne, suite à la loi Salduz, la demande d'aide juridique a augmenté sans commune mesure. Les problèmes occasionnés sont nombreux. Je n'en relèverai que deux, aujourd'hui, à savoir le manque d'avocats aux bureaux d'aide juridique et la sous-évaluation du coût des prestations effectuées dans ce cadre. D'ailleurs, la colère des avocats est relayée par la presse.

 

Quels sont les problèmes qui se posent? Il y a, tout d'abord, la diminution de la valeur des prestations, suite à cette loi Salduz. Ensuite, il n'est pas tenu compte des prestations de nuit notamment. La rémunération pour une prestation effectuée un dimanche, à 3 heures du matin, n'est pas supérieure à la rémunération pour une prestation effectuée un vendredi, à 11 heures. On peut s'interroger à ce sujet. Enfin, il faut déplorer un grand retard dans le paiement des prestations effectuées dans le cadre de l'aide juridique.

 

Quelles sont les conséquences de ces problèmes? Depuis quelques jours, certains avocats menacent de ne plus assurer les permanences Salduz, dès la fin du mois de mars, c'est-à-dire demain. Plus grave encore, certains avocats se désinscrivent du bureau d'aide juridique.

 

Le risque est grand que l'on doive, bientôt, faire face à une succession de recours en justice pour irrespect des droits de la défense. Nous nous inscrivons donc ici dans une insécurité juridique particulièrement inquiétante.

 

Madame la ministre, de manière générale, comptez-vous revaloriser les prestations liées à l'aide juridique? Nous savons tous quel est l'état de notre budget. La question n'est donc pas simple. Pour ce qui concerne les prestations Salduz, comptez-vous élargir l'enveloppe prévue initialement? Votre prédécesseur avait estimé le coût de ces prestations à 40 millions. Vous l'estimez, aujourd'hui, à 20 millions, voire moins.

 

Le président: Monsieur Destrebecq, je vous invite à conclure.

 

09.03  Olivier Destrebecq (MR): Je termine, monsieur le président.

 

Comment justifiez-vous cet écart?

 

Enfin, il semblerait qu'une évaluation interne de la loi soit en cours. Disposez-vous déjà des résultats de cette évaluation? Une concertation est-elle organisée avec la profession?

 

En conclusion, madame la ministre, je vous demande de trouver des solutions de toute urgence.

 

09.04  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chers collègues, j'ai effectivement reçu aujourd'hui la lettre de l'OBFG au sujet de l'organisation des permanences Salduz.

 

Pour ce qui est de 2011, nous avons inscrit et reçu un montant total de un million d'euros lors du récent contrôle budgétaire pour les prestations Salduz; il s'agit d'un montant pour le premier semestre et d'un montant pour le second semestre mais il va de soi que le budget doit encore être approuvé au parlement avant que nous puissions procéder au paiement.

 

Pour l'instant, nous ne disposons pas de données chiffrées fiables afin de mesurer l'impact de la loi Salduz pour l'année 2012. Nous nous basons sur un certain nombre de paramètres qui ont été communiqués aux ordres des avocats et sur des chiffres très provisoires de la première évaluation intermédiaire de Salduz fin janvier. Sur la base de ces données, nous avons aussi obtenu un budget qui a été inscrit sur la provision interdépartementale.

 

Fin mars, je recevrai de mes services un deuxième rapport d'évaluation Salduz. Dans le volet quantitatif, contrairement au premier rapport intermédiaire, nous pourrons également présenter, en plus des chiffres de l'application internet de la permanence, les chiffres de la police, des parquets et des données encore plus approfondies des juges d'instruction. Ces chiffres concernent notamment le nombre d'auditions par catégorie, le rapport adultes/mineurs, la renonciation à l'assistance d'un avocat, etc.

 

Cela doit permettre d'établir une meilleure estimation de l'impact budgétaire de l'application de Salduz. De surcroît, cela constituera une base plus fiable pour la suite des négociations avec les barreaux en avril. Les résultats de celles-ci seront pris en compte lors des discussions du deuxième contrôle budgétaire prévu en juin de cette année. J'ai aussi demandé à l'Institut national de Criminalistique et de Criminologie (INCC) un examen du système d'aide juridique en général.

 

Les objectifs principaux de la recherche sont les suivants: objectiver les positions en présence, notamment les revendications des différents acteurs du secteur; définir le fonctionnement actuel du système (le budget, le contentieux traité, les évolutions principales du contentieux); étudier les systèmes en vigueur dans les pays voisins et proposer des pistes de développement pour l'avenir.

 

Sur base de ces résultats, que j'attends pour fin septembre 2012, les décisions politiques nécessaires pourront être prises.

 

09.05  Christian Brotcorne (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je pense qu'un million d'euros ne sera manifestement pas suffisant. On a parlé de 40 ou 44 millions dont au moins 17,5 millions pour les prestations Salduz du côté des barreaux. Nous n'échapperons pas à une refonte de notre offre d'aide juridique, sinon elle ne sera plus tenable. Vous devez être particulièrement attentive à ces revendications car s'il n'y a plus cette aide des barreaux, l'ensemble des procédures pénales risque d'être mis à mal et plus aucune poursuite ne sera possible devant les tribunaux de police, correctionnels ou les cours d'assises. C'est une chose essentielle au fonctionnement de notre système judiciaire et il faut y être attentif.

 

09.06  Olivier Destrebecq (MR): Madame la ministre, j'ai écouté votre réponse avec beaucoup d'intérêt. J'entends qu'un suivi est en marche. Il est important que ce suivi s'opère en collaboration avec la profession car la fin mars, c'est demain! Il ne faudrait pas se retrouver devant un cataclysme juridique parce que les moyens ne sont pas là. Même si certains majeurs peuvent faire le choix de ne pas prendre d'avocat, les mineurs y sont obligés.

 

La situation est on ne peut plus préoccupante et, comme mon collègue l'a dit, il faudra opérer une refonte au réajustement suivant. Il est d'ores et déjà certain que le budget prévu sera totalement insuffisant.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "de minnelijke schikking tussen de belastingadministratie en Beaulieu" (nr. P0842)

10 Question de M. Renaat Landuyt à la ministre de la Justice sur "la transaction entre l'administration fiscale et Beaulieu" (n° P0842)

 

10.01  Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, mevrouw de minister, via de pers vernemen wij dat de resterende leden van de familie De Clerck, van de firma Beaulieu, een regeling treffen op fiscaal gebied. Ik weet niet of wij daar nu blij of triest om moeten zijn. Ik veronderstel dat zij uiteindelijk hun belasting zullen betalen zoals iedereen, met eventueel nog een boete.

 

Wat betekent deze fiscale regeling met de familie De Clerck voor de strafzaak die al meer dan twintig jaar hangende? Betekent dit dat hiermee de kous af is, ook wat betreft schriftvervalsing en andere gepleegde misdrijven?

 

In algemene zin, is er reeds een regeling waardoor het parket, de procureurs, voorbereid zijn en een eenduidige houding kunnen aannemen in het hele land, eenmaal men zijn belastingen betaalt en een regeling treft? Wat betekent dit dan voor de strafvervolging?

 

10.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, ik kan kort antwoorden op deze vraag. Het parket-generaal van Brussel zal alleen overgaan tot een verruimde minnelijke schikking en tot de toepassing van de wetgeving in verband met de verruimde minnelijke schikking als alle burgerlijke belangen geregeld zijn; dus, in het geval van fiscale fraude als ook de fiscus betaald is. Op dit ogenblik heeft het parket-generaal nog geen weet daarvan.

 

De discussie of men al dan niet overgaat tot het toepassen van de verruimde minnelijke schikking is dus op dit ogenblik eigenlijk een hypothetische vraag waarop het parket-generaal vandaag niet kan antwoorden.

 

U weet natuurlijk dat ik vragende partij ben inzake een nationale omzendbrief voor alle parketten-generaal zodat het duidelijk is welke de interpretatieregels zijn voor de verruimde minnelijke schikking die in het Parlement werd goedgekeurd. In deze concrete zaak is het op dit moment echter nog een hypothetische vraag. De burgerlijke belangen moeten geregeld zijn voor men kan overgaan tot de toepassing van de andere omzendbrief.

 

10.03  Renaat Landuyt (sp.a): Mevrouw de minister, dank u voor het antwoord.

 

Ik meen dat een richtlijn er juist op gericht is om geen hypothetische vragen meer te hebben. Mijn vraag blijft dus wanneer er eindelijk werk zal worden gemaakt van een eenduidige richtlijn zodat iedereen in dit land gelijk wordt behandeld bij het plegen van een misdrijf.

 

Het kan toch niet dat wij even wachten tot er een regeling komt met de familie De Clerck voor wij weten wat wij gaan doen op strafrechtelijk gebied.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Landsverdediging over "Sea King-helikopters" (nr. P0834)

11 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la Défense sur "les hélicoptères Sea King" (n° P0834)

 

11.01  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, net zoals de militairen steeds paraat moeten staan, moet ook de politiek zeer alert zijn wanneer enige ongerustheid over de inzetbaarheid van het leger wordt geuit, zeker wanneer op mogelijke veiligheidsproblemen aan de Belgische kust wordt gealludeerd. Ik wil het met name over de Sea Kings hebben en wat daarover recent is verklaard.

 

Iedereen die een periode aan de kust verbleef, ziet het belang in van de rol van het leger en Defensie in de reddingsdienst aan de kust.

 

Volgens bepaalde personeelsleden van Defensie zou er een groot operationeel probleem zijn. Slechts een van de vier helikopters zou inzetbaar zijn.

 

Mijnheer de minister, ik denk wel dat men daarbij grote abstractie maakt van wat reeds in het investeringsbudget zit, van de NH90’s die binnenkort zullen komen, maar ook van de operationaliteit van de alouettes die ook in Koksijde zijn gestationeerd en daar worden onderhouden.

 

Het is belangrijk om vanmiddag deze problematiek onder de loep te nemen en na te gaan op welk materiaal en op welke samenwerkingsakkoorden met andere naties men zich wel kan beroepen, opdat de maximale capaciteit die nodig is voor interventies en reddingsoperaties aan de Belgische kust kan worden verzekerd.

 

Mijnheer de minister, kunt u bevestigen of weerleggen of er een probleem is met de algemene inzetbaarheid van de helikopters of de luchtmacht voor reddingsoperaties? Kunt u bevestigen dat heel binnenkort, nog vóór eind 2012, de nieuwe helikopters zullen worden geleverd? Kunt u hiervan een realistisch tijdschema geven?

 

11.02 Minister Pieter De Crem: Waarde collega, dankzij uw vraag kan ik de prestaties van de Sea Kings aan onze Noordzeekust nog eens voor het voetlicht brengen.

 

U weet dat de Sea Kings het hele jaar inzetbaar zijn, 365 dagen per jaar en 24 uur op 24 uur. Vorig jaar werden er 165 vluchten uitgevoerd. Die vluchten vielen niet samen met het toeristische seizoen. U weet dat het toeristische seizoen loopt van de paasvakantie tot eind september. Pro memorie, de reddingsdiensten op het strand worden slechts ingezet tussen 15 juni en 15 september.

 

De search and rescue gebeurt in samenspraak met andere landen: het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Frankrijk. Zo kunnen oproepen te allen tijde worden beantwoord. Dat is in het verleden zo gebeurd, en wij zullen dit werk ook voortzetten.

 

Vandaag, 22 maart, is er één Sea King beschikbaar. De tweede helikopter zal vanaf morgen weer beschikbaar zijn. De twee andere hebben onderdelen toegewezen gekregen, na een voorstel van mij op de Ministerraad, en zij zullen heel binnenkort ook opnieuw beschikbaar zijn.

 

Vorige week werd er gedurende één dag een beroep gedaan op de internationale centrale, zoals zij wordt genoemd. Om een eventuele scramble uit te voeren kon toen een beroep worden gedaan op een Brits toestel. In dit geval speelt de reciprociteit. België heeft vorig jaar ongeveer 41 keer stand-by gestaan voor andere landen, en andere landen tien keer voor België. Dit is de meest normale gang van zaken.

 

De opvolger van de Sea King wordt de NH90-helikopter. Twee exemplaren worden nog dit jaar geleverd en de twee volgende worden volgend jaar geleverd. De Sea Kingcapaciteit wordt dan – zoals wettelijk bepaald is – een search-and-rescuecapaciteit vanaf de basis van Koksijde. Het is trouwens op mijn voorstel dat de basis van Koksijde niet werd gesloten, hoewel daarvoor een voorstel ter tafel lag.

 

Ik kan u nogmaals bevestigen dat de inzetbaarheid van de Sea Kings – en nadien de NH90-helikopters – te allen tijde gewaarborgd blijft, 365 dagen per jaar.

 

Ik zal geen brieven schrijven naar de burgemeesters. Ik begrijp dat de kustburgemeesters al een brief in de bus hebben gekregen, maar de kustburgemeesters weten wie hun betrouwbare partner is, met name het ministerie van Landsverdediging, dat ervoor zorgt dat er 365 dagen per jaar helikopters ter beschikking zijn. Ik vermoed dat die brief overacting was van een of andere overijverige vakbondsafgevaardigde, die met het oog op de sociale verkiezingen de ‘slimste vent van het regiment’ wilde zijn.

 

11.03  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat de minister glashelder kan aantonen dat er geen enkel probleem is op het vlak van de inzetbaarheid en de capaciteit. Wij kunnen hier niet op een eiland leven en in een sfeer van solidariteit moeten wij de inzet van de hulpdiensten aan de kust maximaal kunnen garanderen.

 

Het was compleet overbodig om zich vanuit de socialistische vakbond op dit dossier te profileren en paniek te zaaien. Door een rationele besparingspolitiek bij Defensie zullen de activiteiten in Koksijde in de toekomst nog beter kunnen verlopen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van Werk over "de discriminatie van de 50-plussers op de arbeidsmarkt" (nr. P0843)

12 Question de Mme Carina Van Cauter à la ministre de l'Emploi sur "les discriminations dont sont victimes les plus de 50 ans sur le marché de l'emploi" (n° P0843)

 

12.01  Carina Van Cauter (Open Vld): Mevrouw de minister, we treffen weinig 50-plussers aan op het televisiescherm. Op mijn zitdag heb ik al heel wat mensen ontvangen die tot tranen toe bewogen waren, omdat het zo moeilijk is om na een ontslag opnieuw aan het werk te gaan. Het programma Volt wekt de indruk dat uitzendkantoren er nog een schepje bovenop doen. Ze zouden de discriminatie van 50-plussers op de arbeidsmarkt ondersteunen en er hun medewerking aan verlenen. Ik zeg ‘zouden’. Misschien waren ze uitgelokt, dat laat ik in het midden. Als het wel zo is, dan is de maat vol.

 

Wat zult u doen om 50-plussers meer kansen te geven op de arbeidsmarkt?

 

U zult opwerpen dat in de programmawet en in de wet houdende diverse bepalingen een aantal eerste stappen is gezet. Dat is correct. Dat strekt u tot eer, maar het zal niet volstaan. Wat bijvoorbeeld met de loopbaanrekening? Er is dringend nood aan een nieuw concept. Wat met de aanpak van de problematiek van de demotie? U kent de materie ongetwijfeld heel goed.

 

Werkt u eraan?

 

Kaart u de problematiek van de demotie bij de sociale partners aan, zodat zij met een voorstel kunnen komen?

 

Wat zijn uw plannen met de loopbaanrekening?

 

12.02 Minister Monica De Coninck: Mevrouw Van Cauter, uw vraag ligt in het verlengde van de resultaten van het VRT-programma Volt van gisterenavond.

 

Uit een onderzoek bleek dat uitzendkantoren ongeveer de helft van de vijftigplussers weigert. Ik had eigenlijk verwacht dat de cijfers nog slechter zouden zijn. Het aanwervingspercentage is dus al 50 %, maar dat is natuurlijk niet genoeg.

 

Ik deel u wel mee dat uitzendkantoren tot de bevoegdheid van de Gewesten behoren en ik kan daarover dus geen uitspraken doen. De sociale wetten zijn echter wel een federale bevoegdheid en wij doen controle op de naleving ervan.

 

Ik heb de cijfers opgevraagd bij de inspectiediensten. Van de 44 klachten over discriminatie vorig jaar waren er maar een of twee over leeftijdsdiscriminatie. Leeftijdsdiscriminatie is bijzonder moeilijk te omschrijven en te bewijzen. Meestal verwijzen werkgevers naar overkwalificatie of te hoge loonkosten.

 

We kunnen natuurlijk niet naast het aspect van de hoge loonkosten kijken, maar men moet ook ervaring, en niet alleen diploma’s, leren appreciëren en gepast verlonen.

 

Leeftijdsvereisten worden als dusdanig zelden genoemd in bijvoorbeeld wervingsadvertenties. Dat betekent echter niet dat discriminatie niet bestaat en dat wij overtredingen niet moeten aanpakken. Ik roep dan ook eenieder die daarmee te maken krijgt, medewerkers van uitzendkantoren, maar uiteraard ook de werkzoekenden zelf, op om klacht in te dienen bij de FOD Werk, zodat wij veel meer gerichte controles kunnen doen.

 

Telkens wanneer dergelijke feiten de actualiteit halen, klinkt de roep om meer en strengere sancties luid, maar in de praktijk blijken die moeilijk uitvoerbaar, precies omdat overtredingen zelden worden gemeld. Ik hoop dat daarin een mentaliteitswijziging komt.

 

Uit het RVA-jaarverslag van 2011, dat thans ergens anders aan de pers wordt voorgesteld, blijkt zwart op wit dat hoe ouder werkzoekenden zijn, hoe minder zij doorstromen naar werk. Wij zien dat al vanaf 45 jaar. De doorstroming is ronduit slecht.

 

In telefoongesprekken, brieven en mails vertellen heel veel 50-plussers mij dat zij echt willen werken, maar overal geweigerd worden. Het is eigenlijk nog erger. Ik meen dat wij bij de werkgevers en de uitzendkantoren mogen pleiten voor elementaire beleefdheid. Veel sollicitanten krijgen van hen geen antwoord op hun sollicitatie, zelfs niet als er een vacature in de kranten of tijdschriften stond. Ik meen dat zij heel duidelijk moeten motiveren waarom zij bepaalde sollicitanten niet aanwerven.

 

De regering wil 50-plussers aan het werk houden. U hebt terecht verwezen naar het werkgelegenheidsplan, dat een eerste stap is. Uiteraard kan dat worden vertaald, afhankelijk van de Gewesten, in diversiteitsplannen, die soms ook al vanuit het Gewest opgelegd worden. Wij zullen niet discussiëren over een naam, maar het is wel de bedoeling om na te denken over een leeftijdsgebonden HR-beleid.

 

Ik kan u verzekeren dat slimme bedrijven daar al volop mee bezig zijn, want men merkt stilaan de gevolgen van het grote aantal werknemers dat op pensioen gaat. Het wordt steeds moeilijker om geschikte werknemers te vinden voor bepaalde jobs. Als men goed rondkijkt, merkt men ook dat in een aantal betere zaken, zowel kleding- als horecazaken, 50-plussers worden ingezet, vooral omdat zij door hun levenservaring beter met klanten kunnen omgaan, des te meer gelet op het feit dat kopers dikwijls 50-plussers zijn.

 

Ik wil vooral pleiten voor een mentaliteitswijziging. Het tot stand brengen ervan zal een tijdje in beslag nemen. Wij plannen het komende jaar een campagne in het kader van active ageing. Ik hoop dat wij daarover allen samen de verschillende beleidsmensen kunnen aanspreken.

 

Le président: Je demande que les ministres fassent aussi preuve d’esprit de synthèse dans leurs réponses.

 

12.03  Carina Van Cauter (Open Vld): Mevrouw de minister, ik deel uw mening dat bewustmaking belangrijk is. Maar ter zake zijn de Gemeenschappen bevoegd en die zijn daar ook mee bezig.

 

Wat ik u heb gevraagd, mevrouw de minister, en wat ik van u verwacht, is dat u de angels weghaalt uit ons arbeidsrecht en uit onze loonvormingsvoorwaarden, zodat 50-plussers meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Ik vind het jammer dat ik u daarover niets heb horen zeggen. Aangezien u zich daarvan bewust bent, veronderstel ik dat u daaraan zult voortwerken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la ministre de l'Emploi sur "les avantages dont bénéficie Ryanair par rapport à d'autres compagnies" (n° P0844)

13 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de minister van Werk over "de voordelen die Ryanair geniet ten opzichte van andere luchtvaartmaatschappijen" (nr. P0844)

 

13.01  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, ces jours-ci, nous avons appris que la compagnie Brussels Airlines connaissait des difficultés financières et se plaignait de concurrence déloyale.

 

Le secteur aérien fait face à une augmentation de ses coûts, à la fois pour le carburant et pour la prise en charge des coûts environnementaux (achat de crédits d'émissions de CO2). En matière de coûts sociaux, il y a effectivement une concurrence très déloyale puisque certaines compagnies aériennes, comme Ryanair, ne sont pas soumises aux lois sociales belges; elles peuvent appliquer les lois sociales de leur pays d'origine plutôt que celles de notre pays.

 

Brussels Airlines se plaint de cette discrimination et on peut lui donner raison. Par contre, au lieu de se plier à la législation sociale belge, Brussels Airlines aurait plutôt tendance à vouloir éventuellement y échapper. C'est très choquant!

 

Madame la ministre, pourriez-vous me dire ce que le gouvernement, dont vous faites partie, est prêt à répondre à ce genre de demande? Dans quel sens irez-vous, alors que certains pays d'Europe, tels que la France, ont déjà mis fin à ce type de discrimination et d'avantages indus vis-à-vis des compagnies aériennes?

 

13.02  Monica De Coninck, ministre: Monsieur le président, chère collègue, comme vous le savez, le droit social porte sur la sécurité sociale et sur le droit du travail. La question m'étant posée, je présume qu'elle porte sur l'aspect droit du travail en général.

 

Si la Belgique est le lieu d'accomplissement habituel du travail, les règles impératives du droit du travail belge sont d'application. Le lieu du travail habituel doit être déterminé dans chaque cas spécifique et cela revient au juge saisi.

 

En ce qui concerne la sécurité sociale, les dispositions du règlement européen 883/2004 sont d'application pour déterminer si la sécurité sociale belge s'applique. Là aussi, les éléments de chaque cas doivent être pris en considération, mais je ne peux pas m'exprimer sur un cas individuel.

 

13.03  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie. Votre réponse est très insatisfaisante dans la mesure où nous aurions la capacité, en Belgique, de mettre déjà en œuvre une loi assurant une égalité entre les assujettis. La France l'a fait.

 

Une proposition de loi a été déposée au parlement par mon groupe Ecolo-Groen voilà plus d'un anen vue de résoudre cette question et de rendre la concurrence beaucoup plus loyale dans ce secteur. Elle assurerait une protection correcte des droits des travailleurs.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de M. Laurent Louis à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'utilisation de certains produits (ex. l'acide sulfurique) comme arme" (n° P0845)

14 Vraag van de heer Laurent Louis aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het gebruik van bepaalde producten, zoals zwavelzuur, als wapen" (nr. P0845)

 

14.01  Laurent Louis (MLD): Monsieur le secrétaire d'État, vous l'ignorez peut-être, la vie de Christine Collin a basculé en 2007 lorsque son ex-compagnon, qui ne cessait de la harceler, lui jeta au visage, un verre rempli d'acide sulfurique. Christine Collin perdra partiellement la vue, l'ouïe et la peau de son visage et de son cou sera irrémédiablement rongée.

 

En 2009, Richard Remes, le vitrioleur actuellement jugé aux assises de Bruxelles, tente d'assassiner son ex-compagne, Patricia Lefranc, en l'aspergeant à deux reprises, et de manière très méthodique, d'acide sulfurique. Résultat: cinq mois de coma, quatre-vingt opérations chirurgicales, un visage, un corps et une vie complètement dévastés!

 

Christine et Patricia sont aujourd'hui tout simplement condamnées à perpétuité dans un corps attaqué au vitriol jusqu'à la fin de leur vie, une vie qui sera encore synonyme de nombreuses greffes et de nombreuses souffrances.

 

Bien entendu, Richard Remes vient d'être condamné aujourd'hui à 30 ans de réclusion. Il s'agit, selon moi, d'une peine encore bien trop légère pour une vie gâchée et pour les souffrances infligées, surtout qu'avec la libération conditionnelle, il ne passera, au final, que quelques années en prison.

 

Par mon intervention, monsieur le secrétaire d'État, je me fais le relais de diverses associations. Ne trouvez-vous pas anormal que n'importe quel frustré, n'importe quel lâche puisse acheter une telle arme sans le moindre contrôle et sans la moindre difficulté? Plusieurs pétitions ont déjà été portées par les associations d'aide aux victimes, dont l'ASBL Succès, mais leur cri de désespoir n'a toujours pas été entendu.

 

Dans le Plan national de sécurité, Joëlle Milquet vient nous parler, une fois de plus, des armes à feu, mais pas une seule ligne n'est dédiée à ces produits mortels qui, pourtant, peuvent ravager une vie.

 

Ma question est très simple, monsieur le secrétaire d'État. Le gouvernement compte-t-il prendre des mesures pour protéger la société de cette barbarie? Allez-vous enfin imposer des conditions de vente stricte, afin de réserver l'achat de tels produits aux seuls professionnels?

 

14.02  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur Louis, effectivement, cette substance corrosive est particulièrement dangereuse. Deux demandes ont été introduites pour restreindre la vente de l'acide sulfurique aux seuls professionnels: l'une, dans le cadre de la protection du consommateur et l'autre, par rapport à mon administration, en matière de normes de produits.

 

Nous sommes actuellement en attente de propositions en ce sens. Soit ce sera uniquement dans le cadre de la législation sur les normes de produits et je le ferai moi-même, soit ce sera en coordination avec la loi sur la protection du consommateur et cela se fera en collaboration avec le ministre Vande Lanotte.

 

La volonté est de réduire l'usage et de le restreindre aux seuls professionnels. Je ne doute pas que vous suivrez ce dossier. Quant à moi, je vous tiendrai informé de son évolution.

 

14.03  Laurent Louis (MLD): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Je suis assez satisfait de votre réponse. Je ne peux que vous encourager à agir rapidement. L'important, ce n'est pas les paroles mais les actes. Vous pouvez compter sur moi pour suivre ce dossier de très près. Je vous interrogerai à nouveau au cas où il n'y aurait aucune avancée en la matière mais je vous fais confiance pour le moment.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Samengevoegde vragen van

- de heer Theo Francken aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de evaluatie van de wet op de gezinshereniging na zes maanden toepassing" (nr. P0846)

- mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de evaluatie van de wet op de gezinshereniging na zes maanden toepassing" (nr. P0847)

- mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de evaluatie van de wet op de gezinshereniging na zes maanden toepassing" (nr. P0848)

15 Questions jointes de

- M. Theo Francken à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'évaluation de la loi sur le regroupement familial 6 mois après son entrée en vigueur" (n° P0846)

- Mme Karin Temmerman à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l’évaluation de la loi sur le regroupement familial 6 mois après son entrée en vigueur" (n° P0847)

- Mme Nahima Lanjri à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l’évaluation de la loi sur le regroupement familial 6 mois après son entrée en vigueur" (n° P0848)

 

15.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, beste collega’s, 22 september 2011 was een historisch moment. Op 22 september 2011, vandaag dag op dag zes maanden geleden, is de nieuwe wet op de gezinshereniging in werking getreden. Dat was een echte kentering. Dankzij een rechtse meerderheid in deze assemblee is er voor de eerste keer zonder steun van de PS, zonder de steun van cdH, inzake migratie iets veranderd. We hebben een wet gemaakt, een zeer goede wet die nog altijd de toets van het Grondwettelijk Hof en van de Europese rechtbanken doorstaat.

 

We zijn nu zes maanden ver, mevrouw de staatssecretaris. Kunt u een evaluatie geven, met enkele cijfers, zodat we weten wat het effect is van deze wet op het terrein? Loopt dit goed? Zijn er inderdaad minder gezinsherenigingen, maar wel met mensen die we echt kunnen gebruiken voor onze arbeidsmarkt en voor de toekomst van dit land? Ik hoop op een duidelijk antwoord met een duidelijk overzicht van de laatste zes maanden ten opzichte van de jaren ervoor.

 

15.02  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, het is inderdaad zes maanden geleden dat wij de wet op de gezinshereniging hebben goedgekeurd. De sp.a heeft deze wet goedgekeurd, maar ik heb mij evenwel onthouden. Wij hebben voor deze wet gestemd omdat wij wel vinden dat huwelijk en gezinshereniging een absoluut recht zijn, maar ook moeten vaststellen dat het huwelijk heel dikwijls wordt misbruikt voor malafide praktijken. Denken we maar aan de schijnhuwelijken, de gedwongen huwelijken, de gearrangeerde huwelijken enzovoort. Mensen komen soms naar hier met heel grote verwachtingen, maar komen hier totaal geïsoleerd in huizen terecht, kunnen niet op de arbeidsmarkt terecht enzovoort. Wij vonden dus ook dat er een aantal zaken moest gebeuren.

 

In de wet staan er effectief goede dingen. Er moet in huisvesting worden voorzien, er is een loonvoorwaarde en dergelijke meer, dus dat is allemaal goed. Ik heb mij evenwel onthouden toen, omdat er ook twee negatieve aspecten waren. Ten eerste kwam er door die wet een discriminatie tussen Belgen en EU-burgers. Ten tweede heeft men daarin de integratievereiste niet opgenomen, wat toch zeer verwonderlijk was, zeker voor een aantal Vlaamse partijen.

 

Vandaar ook mijn vraag naar een evaluatie, mevrouw de staatssecretaris. De cijfers lijken goed, maar voor ons zijn de cijfers niet belangrijk, wel de kwaliteit. Ik zou u de volgende vragen willen stellen. Ten eerste, hebt u zicht op de andere routes? Het gaat hierbij over Belgen die door de voorwaarden niet in aanmerking komen voor gezinshereniging en daarvoor dan naar Nederland gaan. Is hier al dan niet sprake van een stijging?

 

Ten tweede, zou het niet beter zijn te streven naar een harmonisering van de Europese wetgeving ter zake zodat de verschillen worden weggewerkt? Ik zou u dan ook willen vragen of ter zake al stappen werden gezet?

 

Ten slotte, wij hebben destijds gewezen op het grote belang van de sensibilisatie van de gemeenschappen zelf. Wij moeten hen erop attent maken dat het hier geen land van melk en honing is, dat mensen die naar hier komen niet zomaar automatisch werk hebben, enzovoort. Om heel veel frustraties te vermijden, lijkt het mij goed om deze gemeenschappen te sensibiliseren. Mijn vraag is dan ook of dit reeds is gebeurd.

 

15.03  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, de nieuwe wet op de gezinshereniging waaraan wij lang hebben gewerkt in dit Parlement en waarover we heel erg verheugd waren bij de goedkeuring, is intussen exact zes maanden van kracht.

 

Het was een heel belangrijke, historische wetswijziging omdat wij daarmee het belang wilden aantonen dat de mensen die naar ons land komen via de gezinshereniging – jaarlijks zo’n 40 000 mensen – zich hier ook goed kunnen integreren. Het was niet de bedoeling van die wet om mensen buiten ons land te houden. Het was wel de bedoeling om hen hier een goede toekomst te geven in dit land door hen op voorhand te vragen een deftige woning te hebben. Bovendien moeten zij hun partner en eventuele kinderen ook zelf kunnen onderhouden. Dit alles om te vermijden dat zij in het systeem van het leefloon terechtkomen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, dat is de reden waarom wij vandaag om een evaluatie vragen. Ten eerste, is de wet van 22 september, en de daarin bepaalde criteria inzake inkomen, huisvesting en leeftijd, voldoende bekendgemaakt bij de betrokkenen, de lokale besturen en de organisaties?

 

Hoeveel aanvragen waren er het afgelopen jaar? Hoeveel waren er sinds 22 september? Hoeveel aanvragen zijn er sindsdien goedgekeurd? Wat waren de voornaamste redenen bij diegenen die zijn afgekeurd? Hoeveel mensen zijn tegen een weigering in beroep gegaan? Zijn er het afgelopen jaar en eventueel het afgelopen half jaar ook verblijfsvergunningen ingetrokken omdat men niet meer voldoet aan de criteria, bijvoorbeeld het hebben van een voldoende inkomen, of omdat men teruggrijpt naar middelen van het OCMW?

 

Tot daar mijn vragen om een allereerste evaluatie te krijgen. Het is misschien snel, na slechts zes maanden. Ik weet dat men nog even wat tijd nodig zal hebben om effectief alle effecten van deze wet te zien maar het is toch belangrijk om nu al een tussentijdse evaluatie te maken zodat wij ook op tijd kunnen nagaan of bijsturingen eventueel noodzakelijk zijn.

 

15.04 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter…

 

(Rumoer en protest op de tribune)

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik dank u voor uw vragen. Het is vandaag, op 22 maart, zes maand geleden dat de nieuwe wet op de gezinshereniging van kracht is geworden. Ik heb een aantal cijfers voor de collega’s maar die zijn nog onvolledig. We kunnen een wijziging in de cijfers vaststellen, in het aantal aanvragen. Kort gezegd, in 2010 zijn 18 190 aanvragen ingediend bij onze diplomatieke posten en in 2011 19 826, een stijging van 8 %.

 

In 2010 zijn er 12 600 visa D afgeleverd en in 2011 15 259, wat een stijging van 20 % betekent. In 2010 zijn er 3 400 visa D geweigerd en in 2011 6 492.

 

Wat zien wij nu met betrekking tot het aantal weigeringen per maand? Op 22 september 2011 ging de wet van kracht en waren er 28,5 % weigeringen. In oktober ging het om 55,5 % weigeringen, in november om 58,5 % en in december om 58,3 %. Dat is dus een stijging van 30 %. De cijfers voor januari en februari heb ik niet wegens een informaticaprobleem bij het Rijksregister. Dat wordt zo spoedig mogelijk hersteld.

 

Dit zijn onvolledige cijfers. Het is dus nog te vroeg om conclusies te trekken. Ik begrijp en ik deel uw ongeduld. Ik wens ook zo snel mogelijk over een gedegen analyse te beschikken. Ik stel voor dat wij dit in de commissie doen. Het is belangrijk om ook oog te hebben voor de kwaliteit van de analyse en de evaluatie.

 

Mevrouw Temmerman, u vroeg of er een harmonisering van de Europese regeling is? Er is een Europese richtlijn maar die laat aan de lidstaten wel vrijheid met betrekking tot de verschillende criteria toe. Er zijn dus inderdaad verschillen van land tot land.

 

Werden de gemeenschappen gesensibiliseerd? De diensten hebben met de ngo’s overlegd om ook hen duidelijk te maken dat het niet zo eenvoudig is voor mensen uit andere landen om hier aan gezinshereniging te doen. Met de gemeenschappen is dat nog niet gebeurd.

 

Mevrouw Lanjri, de vraag omtrent de belangrijkste redenen voor afkeuring zullen wij moeten beantwoorden bij de analyse.

 

15.05  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord.

 

Om te beginnen wens ik u veel succes met de protesterende studenten van de VUB, die gisteren uw kabinet hebben belaagd. Zij voelen zich uiteraard verbonden met de hongerstakers op de VUB, wat vanuit hun standpunt begrijpelijk is, al is hongerstaking geen middel om een verblijfsvergunning te bekomen.

 

U wist dat uw post geen gemakkelijke post was. Soms moet u van uw hart een steen durven en kunnen maken. Volgens mij is dit is een mooi dossier. Wanneer mensen aan automutilatie doen en hun mond dichtnaaien om hier te kunnen verblijven, moet u van staal zijn om hen te blijven weigeren en hen geen vergunning toe te kennen. Zoniet zullen vele dergelijke voorbeelden volgen. Dit zou het begin van het einde betekenen en zou er binnen enkele maanden een collectieve regularisatiecampagne moeten komen. In uw regeerakkoord staat echter duidelijk dat dergelijke campagne er niet zal komen. Ik heb alle begrip voor de protesterende studenten maar ik denk niet dat de regering deze weg moet bewandelen inzake regularisatie.

 

Ik dank u voor de antwoorden. Ik hoop dat het informaticaprobleem snel opgelost zal worden. Ik merk dat het aantal weigeringen verdubbeld is. Ongeveer 60 % van alle aanvragen op diplomatieke posten in het buitenland wordt geweigerd. De N-VA blijft dit initiatief steunen. Als het evaluatierapport er binnen zes maanden komt, zullen wij in de commissie blijven vragen stellen. Wij zullen deze materie verder onder de loep nemen.

 

Het is belangrijk om te vermelden dat men gaat naar kortere procedures, waarbij betrokkenen na zes maanden weten of zij hier kunnen verblijven. Men zal vanaf nu ook strenger zijn. Dat is de verdienste van deze Kamer. Het Parlement heeft laten zien dat het zelf iets kan doen en dat het initiatief niet steeds vanuit de regering of vanuit de partijhoofdkwartieren moet komen. Daar ben ik trots op.

 

15.06  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de staatssecretaris, ik ken natuurlijk de inhoud van de Europese richtlijn en ik weet dat de verschillende landen daarop verschillend kunnen reageren. En daar zit juist het probleem, door het feit dat de verschillende landen verschillend reageren, shopt men. Het zou veel beter zijn mocht Europa daar een eensgezinde migratiepolitiek kunnen voeren.

 

U zegt dat er nog niet is gepraat met de gemeenschappen. Ik hoop echt dat u dit gaat doen, want daar ligt natuurlijk het probleem. Als men deze mentaliteit niet kan veranderen, zullen wij met de problemen blijven zitten. Men mag nog zo streng zijn, huwelijksmigratie moet natuurlijk kunnen. Ik denk dat u daarvan ook overtuigd bent. Dit is een recht en wij staan daar volledig achter. De mensen die naar hier komen, moeten echter wel weten waaraan zij zich kunnen verwachten, en dat is nu niet het geval. Sensibilisering binnen de gemeenschappen is dus heel belangrijk voor deze problematiek.

 

15.07  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord dat u alvast hebt kunnen geven. Het is uiteraard nog niet volledig. Het zou goed zijn om binnenkort in de commissie een evaluatie ten gronde te doen, zodra alle cijfers er zijn. In dat verband denk ik bijvoorbeeld aan de cijfers met betrekking tot de weigeringsmotieven alsook aan het aantal personen die na een weigering een tweede aanvraag indienen en dan wel een goedkeuring krijgen.

 

Voor alle duidelijkheid, het blijft vooral de bedoeling om mensen aan te sporen, te activeren. Ik heb in het verleden ook gemerkt dat een aantal mensen die geen werk hadden en hun partner wilden doen overkomen, werden geweigerd, omdat zij onvoldoende inkomen hadden, maar alsdan toch op zoek gingen naar werk. Dat is een positieve boodschap, namelijk dat men niet gaat verbieden om de partner over te brengen, dat recht heeft men niet, maar dat men wilt dat de persoon zelf instaat voor zijn partner. Men leeft in een samenleving met rechten en plichten, men heeft het recht om te huwen, maar men heeft ook de plicht om voor zijn partner te zorgen. Dat is een boodschap die wij kunnen en moeten overmaken.

 

Voorts is het belangrijk dat wij informeren en sensibiliseren. Ik denk dat u bereid bent om daaraan mee te werken. Ik heb in elk geval een positief antwoord gekregen van u. Op 20 mei worden in Borgerhout honderden vrouwen verwacht en u bent van harte uitgenodigd. U hebt laten weten dat u bereid bent om deel te nemen aan dat debat, over de gezinshereniging. U zult daar rechtstreeks met hen kunnen spreken en hen kunnen sensibiliseren. Ik vind dat ook een positief signaal.

 

Het is jammer dat er vandaag een onderbreking is geweest door de hongerstakers, maar vandaag ging het niet over de mensen zonder papieren, maar over de mensen met papieren. Ik hoop dat wij de debatten niet met mekaar vermengen, wat vaak gebeurt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

16 Question de M. Olivier Maingain au premier ministre sur "le projet de décret flamand réformant le régime juridique de la nomination des bourgmestres" (n° P0824)

16 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de eerste minister over "het Vlaamse voorstel van decreet tot hervorming van het juridische kader voor de benoeming van de burgemeesters" (nr. P0824)

 

16.01  Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chaque fois qu'un des partenaires de vos accords constitutionnels ou gouvernementaux évoque un point sensible, il faut bien constater que des discordances s'expriment. J'en veux pour preuve les récentes déclarations de Mme Milquet, qui rappelait que la loi devait s'imposer par le biais de circulaires en ce qui concerne l'emploi des langues lors de l'envoi des convocations électorales et qui fut tout de suite contredite par le secrétaire d'État CD&V aux Réformes institutionnelles.

 

Je pense aussi au débat sur les 'compétences usurpées'. À peine le gouvernement fédéral a-t-il pris une mesure que le gouvernement flamand, M. Peeters en tête, affirme qu'il déchire la liste de M. Chastel. C'est à croire que le CD&V ne siège pas également au gouvernement fédéral!

 

Je constate que beaucoup se gaussent, dans la majorité institutionnelle, de la nouvelle procédure mise en place pour 'protéger' – mais c'est très relatif - les bourgmestres non nommés, mais également que le parlement et le gouvernement flamands suivent comme un seul homme un amendement du Vlaams Belang pour réduire à néant la portée de vos accords institutionnels. Si le décret flamand qui a été adopté en commission est voté comme tel par le parlement flamand, il ne faudra plus venir au parlement fédéral avec vos propositions de réforme institutionnelle portant sur la procédure de nomination des bourgmestres des communes à facilités; elles seront vidées de leur substance. Le parlement et le gouvernement flamands vous ont pris de vitesse.

 

À l'évidence, tout cela manque de loyauté car ce sont les mêmes partis qui décident une chose dans une assemblée et son contraire dans l'autre.

 

Vous disposez d'une arme juridique, monsieur le premier ministre. Vous pouvez en effet inviter la majorité institutionnelle à bloquer l'adoption d'un décret qui est à ce point attentatoire à votre propre projet. Je serais heureux de vous entendre quant à l'initiative que vous prendrez en vue de faire respecter la Charte européenne de la démocratie locale. Ce texte interdit qu'une autorité supérieure vienne contredire le choix des citoyens au terme d'élections libres et indépendantes.

 

16.02  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, cher collègue, d'abord, je voudrais indiquer que la loi ne permet nullement à un gouvernement de prendre l'initiative d'une procédure en conflit d'intérêt à l'encontre d'un projet de décret. Comme vous le savez, cela relève des Assemblées.

 

Mais j'en viens au cœur du sujet. Le 15 juillet 2011, chacun a pu prendre connaissance, par le biais des médias, de la décision du gouvernement flamand d'approuver un avant-projet de décret relatif à l'organisation des communes.

 

Cet avant-projet prévoit notamment la règle suivante: un candidat bourgmestre présenté qui n'a pas été nommé ne peut plus, durant la même mandature communale, être à nouveau présenté, sauf sur base de faits ou d'éléments nouveaux. Nonobstant cette annonce d'un projet de décret pour le parlement flamand, les huit partis ayant participé à la négociation fédérale ont poursuivi leurs travaux en prenant acte de cette information.

 

Comme vous le savez, à la mi-septembre 2011, les huit partis ont conclu un accord sur BHV et les questions qui y sont liées. Le texte de cet accord a, bien entendu, été rendu public.

 

Le volet qui porte sur les bourgmestres prévoit une procédure. Cette nouvelle procédure élaborée par les huit partis ne pourra être votée que par notre assemblée, à la majorité des deux tiers et avec une majorité dans chaque groupe linguistique.

 

La proposition des huit partis est la suivante: "L'acte de présentation du bourgmestre est confirmé par un vote du conseil communal et transmis au gouvernement flamand. À compter de ce vote, l'intéressé est désigné bourgmestre et porte le titre de bourgmestre désigné. Il exerce toutes les fonctions dévolues au bourgmestre. À compter de la réception de la confirmation, par le conseil communal, de l'acte de présentation, le gouvernement flamand dispose d'un délai de 60 jours pour exercer sa compétence de nomination. Si le gouvernement flamand refuse la nomination définitive, la décision motivée est notamment notifiée à l'assemblée générale de la section du contentieux administratif du Conseil d'État. Il appartient alors au bourgmestre désigné de déposer un mémoire auprès de cette assemblée générale de la section du contentieux administratif du Conseil d'État.

 

L'assemblée générale du Conseil d'État sera donc la seule compétente pour connaître de la légalité de la décision du gouvernement flamand en l'occurrence. Si l'assemblée générale du Conseil d'État confirme la décision du gouvernement flamand, le bourgmestre désigné ne sera donc pas nommé à titre définitif. Si l'assemblée générale du Conseil d'État annule la décision du gouvernement flamand, le bourgmestre désigné est définitivement nommé. L'arrêt de l'assemblée générale vaut donc nomination".

 

Monsieur le président, je voudrais le rappeler, pour entrer en vigueur, cette nouvelle procédure doit être adoptée via la loi spéciale. Si elle est votée, ce que nous souhaitons, cette décision pourrait être mise en application dès 2012. Cet accord s'inscrit d'ailleurs dans l'esprit de la pacification communautaire du 9 août 1988.

 

Par ailleurs, conformément à l'accord institutionnel, cette loi spéciale indiquera que la simple existence d'une décision de refus de nomination antérieure à l'entrée en vigueur de la nouvelle procédure ne peut être invoquée pour justifier le refus de nomination d'un bourgmestre. En d'autres termes, les refus de nomination qui ont pu être décidés par l'autorité compétente entre 2006 et 2012 ne peuvent constituer en soi un motif de refus.

 

En ce qui concerne la nomination des bourgmestres, le dernier mot reviendra à l'assemblée générale du Conseil d'État. Je dois avouer que tant les quatre partis néerlandophones que les quatre partis francophones, qui ont conclu l'accord institutionnel, ont vraiment fait preuve d'un sens élevé de la responsabilité pour sortir le pays d'une des plus graves crises politiques de son histoire.

 

Certes, on entend certains donner des leçons à longueur de journée, mais sans résultats concrets. Certains aiment verser de l'huile sur le feu. D'autres, c'est le cas des huit formations politiques, cherchent à résoudre les problèmes.

 

En cette matière très compliquée, une solution est trouvée, qui dépend de cette honorable Assemblée. Ce faisant, nous faisons avancer la sixième réforme de l'État et nous contribuons à stabiliser, voire à réduire les tensions communautaires.

 

16.03  Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, je remercie le premier ministre de reconnaître que le gouvernement et le parlement flamands se proposent de mettre de l'huile sur le feu communautaire, en adoptant ce décret. Incontestablement, après son adoption, que restera-t-il de la longue lecture d'un accord institutionnel? En réalité, rien. La procédure du parlement flamand viendra vider votre accord institutionnel. Une fois de plus, il n'y aura pas de véritable solution, même pas celle que vous croyez honorable aux termes de votre accord.

 

Le plus pénible, c'est que tout cela contredit les exigences démocratiques de l'Europe. Relisez attentivement la charte européenne de la démocratie locale, c'est elle qui devrait guider la pacification communautaire dans ce pays. Nous en sommes encore très éloignés.

 

16.04  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, je suis désolé, mais nous ne pouvons pas laisser dire n'importe quoi en permanence.

 

Il n'y a pas, d'un côté, une personne ou un parti qui serait exceptionnel, qui défendrait les intérêts des citoyens, et, de l'autre côté, huit partis représentant la majorité des deux tiers de ce parlement qui seraient des irresponsables. J'estime que le discours selon lequel il y aurait des défenseurs de l'orthodoxie et puis les autres, n'est vraiment pas d'actualité.

 

Je voudrais remettre les choses en place. Quand huit partis, dans des circonstances difficiles, assument une telle responsabilité - quatre néerlandophones et quatre francophones -, c'est un équilibre qui est recherché, un équilibre pour sortir l'ensemble du pays des difficultés.

 

16.05  Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, lorsque des partenaires de vos accords accompliront un acte contredisant leurs engagements, vous y reconnaîtrez la cause permanente de l'instabilité dans ce pays.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Samengevoegde vragen van

- de heer Kristof Calvo aan de eerste minister over "de veiling van de nucleaire capaciteit" (nr. P0825)

- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de eerste minister over "de veiling van de nucleaire capaciteit" (nr. P0826)

17 Questions jointes de

- M. Kristof Calvo au premier ministre sur "la mise aux enchères des capacités nucléaires" (n° P0825)

- M. Willem-Frederik Schiltz au premier ministre sur "la mise aux enchères des capacités nucléaires" (n° P0826)

 

17.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, wanneer het over het domein Energie gaat, heeft uw regering het bijzonder moeilijk om consistent en eendrachtig te zijn, om duidelijk en moedig te zijn.

 

Deze regering zegt de kernuitstap te willen uitvoeren, maar zij slaagt er niet in een duidelijk standpunt in te nemen.

Deze regering zegt onze burgers een lagere energiefactuur te willen bezorgen, maar zij schrapt de fiscale steunmaatregelen voor energiebesparing. Deze regering zegt nieuwe investeerders op de energiemarkt alle kansen te willen geven, maar zij slaagt erin hen na enkele maanden op de kast te jagen met maatregelen die zij wel of niet neemt.

 

Gisteren hebben wij een nieuw staaltje gezien van die enerzijds-anderzijdspolitiek van deze regering wanneer het gaat over energie. Wij wisten al dat er eigenlijk twee ministers van Energie zijn in deze regering, minister Vande Lanotte die echt de lakens uitdeelt en die in de commissie maar al te graag antwoordt op vragen over Energie, en staatssecretaris Wathelet, die – formeel althans – Energie tot zijn bevoegdheid heeft.

 

Er is nu blijkbaar een derde minister van Energie op het veld, minister Van Quickenborne, die gisteren in Trends gezegd heeft dat België bijkomende maatregelen zal nemen om aan het marktaandeel van de monopolist Electrabel – niet de meest fraaie en sympathieke onderneming in dit land – wat te knabbelen en te zorgen voor reële concurrentie. Hij sprak over de denkpiste de nucleaire capaciteit te veilen.

 

Het was een kwestie van uren eer de staatssecretaris, de formele verantwoordelijke voor Energie in de regering, reageerde: “Het is totaal niet aan de orde; wij zullen niet knabbelen aan het marktdeel van de monopolist en wij zullen voorlopig geen bijkomende structurele maatregelen nemen.”

 

Als uw ministers verschillende boodschappen de wereld insturen, moet u als eerste minister, als sterke leider van deze regering, op het toneel komen en duidelijkheid verschaffen, mijnheer de eerste minister. Mijn vraag is dus: komt er een veiling? Zal de regering bijkomende maatregelen nemen? Of blijft zij de pistes bewandelen die Electrabel graag bewandeld ziet?

 

17.02  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, het is weer zover. Het is ‘ambras’ en het gaat over energie. Het is niet zomaar een potje ruzie, het is wel degelijk belangrijk. De heer Calvo maakt er weer theater van. De relevante vraag die vandaag rijst naar aanleiding van diverse uitspraken van diverse leden van uw regering is of de regering het gehele regeerakkoord over energie zal uitvoeren.

 

Ik heb deze vraag ook al aan vice-eersteminister Vande Lanotte en staatssecretaris Wathelet gesteld, maar zij bleven er nogal vaag over.

 

Gisteren en vandaag lanceerde een andere vice-eerste minister de aspecten waarover het stil is geweest, met name het verdelen van de capaciteit van Electrabel onder haar concurrenten zodat de energiepolitiek kan bestaan uit andere dan alleen maar socialistische maatregelen.

 

Zal de regering het gehele regeerakkoord over energie uitvoeren?

 

De voorzitter: Mijnheer de eerste minister, ja of neen?

 

17.03 Eerste minister Elio Di Rupo: Het antwoord is ja.

 

Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, u kaart een fundamentele vraag voor de burgers en de ondernemingen aan, met name die over de productie van energie en de kosten ervan. Zoals u weet staat België achter de kernuitstap. De regering heeft zich ertoe verbonden om de kerncentrales te sluiten, in overeenstemming met de wet van 2003. De regering moet ter zake een uitrustingsplan uitwerken om op een geloofwaardige manier de bevoorrading van elektriciteit van het land te verzekeren. De staatssecretaris voor energie werkt hieraan.

 

Het standpunt van de regering over de eventuele terbeschikkingstelling van een deel van de productie aan de markten is heel duidelijk in het regeerakkoord opgenomen. Daarin staat duidelijk dat de regering conform de Europese regels rechtsmiddelen zal onderzoeken om een deel van de productie van de afgeschreven kerncentrales ter beschikking van de markten te stellen. Deze maatregelen zijn voorlopig en zullen verdwijnen van zodra de markt concurrentieel is.

 

De algemene doelstelling van de regering is dus om de concurrentie op de elektriciteitsmarkten te verhogen en wel om de koopkracht van de burgers en de competitiviteit van de ondernemingen te verbeteren. Ik verzeker u, beste collega’s, dat alle regeringsleden deze doelstellingen nastreven. Zoals de regering reeds heeft aangetoond, heeft ze van de verlaging van de energieprijzen een prioriteit gemaakt en zal ze dat blijven doen.

 

17.04  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, bedankt voor uw antwoord, maar ik had een iets duidelijker en straffer antwoord verwacht. U verwijst naar het regeerakkoord waarin de intentie werd geformuleerd om te onderzoeken of er mogelijk nucleaire capaciteit van andere spelers ter beschikking kan worden gesteld. Dat is waar het vandaag over gaat. Het gaat te traag, mijnheer de eerste minister.

 

U had vandaag de kans om u te tonen als een sterke eerste minister, die zijn regering zegt van het energiehoofdstuk echt iets te willen maken. Ik begrijp dat uw agenda te druk is om alle boeiende hoorzittingen in dit Parlement bij te wonen, maar deze week nog was er een hoorzitting met de energieregulator. Die heeft op vraag van de regering een rapport geschreven. Maatregel één die de energieregulator voorstelt aan deze regering is een substantiële nucleaire taks van 1,2 miljard euro. Niet alleen de Ecolo/Groen-fractie vraagt dit, ook de energieregulator doet het. Omdat u dergelijke voorstellen niet neemt, maakt deze regering het nieuwe spelers op de markt bijzonder moeilijk.

 

U formuleert het voornemen om een competitiviteitsplan op te maken. De nieuwe spelers zouden uw competitiviteitsplan voor een groene en duurzame economie kunnen schragen. U grijpt die kans vandaag niet en dat is één van de grote problemen van deze klassieke tripartite.

 

17.05  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de premier, ik zal niet in de val trappen die mijn collega voor mij uitzet en mij niet laten verleiden tot een politiek van nooit genoeg. Ik citeer en herhaal uw engagement dat zal worden onderzocht met welke rechtsmiddelen een terbeschikkingstelling van de nucleaire capaciteit gelanceerd zal worden. Ik ben er zeer tevreden mee dat u de tekst van het regeerakkoord en de volledige package deal zult uitvoeren. Daarmee dring ik niet verder aan.

 

17.06 Eerste minister Elio Di Rupo: Nog een opmerking. Het energiebeleid is een van de prioritaire onderwerpen van de regering. We zijn niet in staat om alle dossiers tezelfdertijd uit te werken. wij moeten er onze tijd voor nemen. De heer Wathelet is ook staatssecretaris voor institutionele hervormingen. We werken eraan en binnen enkele weken zal het Parlement de mogelijkheid hebben om ook over het energiebeleid te debatteren.

 

17.07  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, de prioriteit die een regering geeft aan een bepaald thema is niet af te meten aan het aantal ministers die daarover verklaringen afleggen. Men meet dit af aan de wetsvoorstellen en de initiatieven die men in dit Parlement neemt. Uw regering is erin geslaagd over een aantal belangrijke dingen op zeer korte termijn zeer onevenwichtige maatregelen aan dit Parlement voor te stellen. De 1,2 miljard nucleaire taks is een evenwichtig voorstel dat wordt gedragen door de energiesector en de energieregulator. De teksten liggen klaar. Het vergt niet meer dan een week om voor rechtvaardigheid en eerlijkheid te zorgen in de energiemarkt.

 

17.08  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, collega’s, het resultaat zal worden gemeten aan de finish. Ik zal u uiteraard niet elke dag aan uw vel zitten om te vragen hoe het zit met een of ander voorstel. Mijn enige bezorgdheid is dat in het uitgestippelde traject alle elementen worden opgenomen. U hebt dit bevestigd, waarvoor dank.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Samengevoegde vragen van

- de heer Ben Weyts aan de eerste minister over "de door de ministerraad vastgestelde definitieve lijst van usurperende bevoegdheden" (nr. P0827)

- de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister over "de door de ministerraad vastgestelde definitieve lijst van usurperende bevoegdheden" (nr. P0849)

18 Questions jointes de

- M. Ben Weyts au premier ministre sur "la liste finale des compétences usurpées arrêtée par le Conseil des ministres du gouvernement fédéral" (n° P0827)

- M. Georges Gilkinet au premier ministre sur "la liste finale des compétences usurpées arrêtée par le Conseil des ministres du gouvernement fédéral" (n° P0849)

 

18.01  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer Di Rupo, wij van de N-VA hebben altijd, ook in de vorige legislatuur, de federale regering aangemaand om te stoppen met de uitoefening van bevoegdheden die niet de hare zijn.

 

Men noemt dat usurperende bevoegdheden of fantoombevoegdheden, maar het zijn eigenlijk bevoegdheden die u van de deelstaten hebt gekaapt en die u onrechtmatig uitoefent. Als u daarmee stopt, zou u veel geld kunnen besparen. Sommigen zeggen, meer dan 1 miljard euro.

 

Daarom vroegen wij u om met de deelstaten samen te zitten om op voet van gelijkheid te overleggen en eens te bekijken hoe u gezamenlijk elkaars problemen zou kunnen oplossen.

 

Wij horen nu dat er lijstjes circuleren. Wat u nu dus doet, is de deelstaten verplichten uw financiële problemen op te lossen. Bovendien bepaalt u de manier waarop dat moet gebeuren.

 

U komt immers niet met een lijst van gekaapte bevoegdheden, maar met een lijst van facturen, die u naar de deelstaten wil doorschuiven. Dat is geen samenwerkingsfederalisme. Dat is factuurfederalisme. U schuift uw facturen door naar de deelstaten en vooral dus opnieuw naar de Vlaming.

 

Ondertussen zegt Kris Peeters dat er wel een lijst is van de heer Chastel, maar dat hij die verfrommeld heeft en weggegooid en dat die dus niet meer telt.

 

Mijnheer de eerste minister, klopt dat inderdaad? Is er geen lijst meer? Bent u daarvan afgestapt? Dat is dan een goede beslissing. Of is er toch nog een lijst en wat staat daar op? Hoe wilt u voortwerken of zult u toch van die lijst afstappen en met de deelstaten samen zitten om samen te beslissen in de plaats van te dicteren wat de deelstaten moeten doen?

 

18.02  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je souhaite vous interroger sur les compétences délaissées, les compétences que l'État fédéral veut abandonner pour réaliser une économie de 250 millions d'euros. En la matière, l'usurpation est du côté du gouvernement fédéral.

 

Nous sommes dans un État fédéral. Les compétences résiduaires appartiennent au fédéral; c'est l'article 35 de la Constitution. Certes, des compétences mixtes existent depuis longtemps; elles n'ont jamais posé de problèmes avant que vous décidiez de vous en décharger. C'est une décision politique et non administrative comme vous essayez de le faire croire.

 

Dans cette liste, on parle de plusieurs compétences. Nous nous inquiétons particulièrement de la coopération universitaire au développement. Il s'agit de l'aide aux pays en voie de développement pour former leur propre élite de demain; il s'agit aussi de la cohérence de notre politique fédérale, de ce que nous demandons au niveau international et de la coopération entre les universités belges, francophones et flamandes. Décider que l'État fédéral n'intervient plus en la matière serait un très mauvais signal.

 

Monsieur le premier ministre, qu'y a-t-il dans cette liste? Où en sont les concertations avec les entités fédérées? Quelles sont vos méthodes pour aboutir à un accord? Êtes-vous prêt à faire marche arrière et à revenir sur ce mauvais choix politique, notamment en ce qui concerne la suppression des aides à la coopération universitaire au développement?

 

18.03 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de zes partijen, die deelnemen aan de regering hebben bij de voorbereiding van de begroting 2012 beslist om 250 miljoen euro te vinden via uitgaven die in een verantwoordelijk federalisme normaal gezien niet door de federale Staat moeten worden gedragen.

 

Quand nous avons rédigé l'accord de gouvernement et le budget en annexe, les six partis qui forment le gouvernement ont décidé de prévoir 250 millions pour des dépenses qui, dans le cadre d'un fédéralisme de responsabilité, ne devraient pas être à charge du gouvernement fédéral. Nous avons donc anticipé ce souhait du fédéralisme de responsabilité.

 

Die 250 miljoen euro valt binnen de sanering van meer dan 13 miljard euro in 2012 na de budgettaire controle.

 

On reparle de ceci comme si c'était un élément nouveau, comme si c'était une chose dramatique! Chers collègues, cela se trouve non seulement dans l'annexe budgétaire du gouvernement mais cela fait aussi partie des plus de 13 milliards que trouve le gouvernement fédéral en un an dans son budget, sécurité sociale comprise. C'est du jamais vu dans l'histoire de notre pays! Je tenais à le rappeler car c'est de cela dont nous parlons.

 

Ze vallen onder een rubriek die we de titel "responsabilisering en zogenaamde usurperende bevoegdheden" zouden moeten geven.

 

Je pense que nous ne devrions pas nommer cette rubrique avec l'humour dont font preuve certains collègues, mais qu'il faudrait l'appeler "responsabilisation et compétences dites usurpées".

 

Dat begrip dekt verschillende domeinen. De inspecteurs van Financiën hebben een eerste inventaris van de uitgaven ter zake opgesteld.

 

Ce sont les inspecteurs des Finances qui ont accompli un travail de définition de ce qu'ils pensaient être des compétences qui devaient continuer à être éventuellement financées par le fédéral.

 

Op basis daarvan heeft de regering een lijst van materies vastgelegd. De domeinen zijn zeer uiteenlopend en gaan van bijvoorbeeld universitaire ontwikkelingssamenwerking tot de pensioenlasten van de ambtenaren van de Gemeenschappen en Gewesten.

 

Dans cette liste, il a été indiqué, notamment pour la coopération universitaire au développement, que les programmes en cours et les personnes concernées ne peuvent en aucun cas être touchés. En effet, nous sommes dans une phase de réforme institutionnelle et certains éléments pourraient passer d'une institution à une autre.

 

La responsabilité de tous, du fédéral comme des Communautés et des Régions, est évidemment de ne pas faire subir aux citoyens et aux gens concernés, en particulier en ce domaine, des effets négatifs parce que nous travaillons à la sixième réforme de l'État et que cela prendra plusieurs mois.

 

De lijst zal door de ministers van Financiën en Begroting aan de deelstaten voor overleg worden voorgelegd. Wij hebben daarmee niet gekozen voor een eenzijdige aanpak, maar wel voor een proces van dialoog.

 

Ik heb reeds veel commentaar gehoord over die eerste lijst. Nochtans is het overleg hierover nog niet begonnen. In plaats van dat men een vergeefse polemiek voert, lijkt het mij meer verantwoordelijk en nuttiger om de dialoog in de gepaste organen aan te gaan. De besprekingen zullen aanstaande dinsdag aanvatten in het interministerieel comité voor Financiën en Begroting.

 

À cet égard, je ne doute pas que chacun abordera ce travail avec le sens des responsabilités.

 

18.04  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer Di Rupo, u bent een heel consequent man. U schuift consequent de factuur naar de Vlamingen door. Dat doet u altijd en op elk moment, ook nu weer.

 

U spreekt terecht over verantwoordelijkheidsfederalisme. Maar in uw systeem worden de deelstaten verantwoordelijk voor uw facturen en moeten zij financieel opdraaien voor uw facturen. Dat is uw invulling van verantwoordelijkheidsfederalisme. U volhardt in dat factuurfederalisme in plaats van te kiezen voor een samenwerkingsfederalisme.

 

Erger nog, ik stel vast dat u met uw voorstellen tot herziening van de Grondwet met het oog op een volgende staatshervorming, wel staat voor verandering, maar dat is geen verandering die de Vlamingen willen. U wilt raken aan de essentie van ons federalisme, namelijk dat de deelstaten op gelijke hoogte staan met de federale overheid. U wilt dat de federale overheid dicteert wat de deelstaten moeten doen en wat ze moeten betalen. Dat lees ik in uw voorstellen. Collega’s van CD&V en Open Vld, dat is net het tegenovergestelde van de verandering die alle Vlamingen voorstaan.

 

18.05  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse, mais il faut appeler un chat un chat! Si vous avez décidé de réaliser des économies et de laisser la facture aux entités fédérées, il suffit de le dire! Vous ne devez pas vous retrancher derrière l'inspection des Finances pour ce qui n'est rien d'autre qu'une option politique. Il est effectivement trop facile de procéder de cette manière!

 

En ce qui concerne la coopération au développement, vous précisez que cette matière figure sur la liste des compétences qui ne seront plus financées par l'État fédéral tout en annonçant une transition. Mais ce n'est pas d'une transition dont la coopération au développement a besoin au niveau universitaire mais d'une vision à long terme eu égard à ses enjeux qui sont essentiels.

 

Le dialogue va commencer. Il est peut-être un peu tard, mais mieux vaut tard que jamais! Une dynamique doit s'enclencher. En effet, nous sommes face à des défis économiques, sociaux, environnementaux et budgétaires importants, qui nécessiteront une collaboration avec les entités fédérées. Celles-ci ont déjà accompli de nombreux efforts, en tout cas la Wallonie et la fédération Wallonie-Bruxelles, pour autant que je puisse en juger. Si vous voulez d'un véritable fédéralisme de coopération, où on avance main dans la main vers des solutions qu'attendent nos citoyens, il conviendra de procéder d'une autre façon que celle de placer les autres gouvernements devant le fait accompli!

 

18.06  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, j'aimerais prendre la parole!

 

Le président: Monsieur le premier ministre, le Règlement dans le cadre des questions orales ne prévoit pas de prise de parole au-delà de la réplique! Mais enfin, étant donné que le sujet intéresse de nombreuses personnes….

 

18.07  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, certaines affirmations sont insupportables, car totalement fausses. J'aimerais apporter quelques rectifications.

 

En aucun cas, monsieur Weyts, il ne s'agit de donner une facture à qui que ce soit! Nous devons dire à tout un chacun, tant aux néerlandophones, aux Wallons qu'aux Bruxellois, qu'aujourd'hui, les Régions et les Communautés bénéficient d'un financement dont une grande partie provient du fédéral selon un certain nombre de critères. C'est l'actuelle loi de financement! Nous allons la modifier!

 

Dans tous les travaux, en particulier venant de Flandre, depuis des mois, si pas des années, on a parlé de compétences usurpées. Lors de la négociation, il a été expressément demandé à des collègues néerlandophones d'examiner le sujet et sa signification. Pour illustrer mon propos, je prendrai le dossier relatif à la cotisation des fonctionnaires fédéraux pour les pensions, auquel nous nous sommes attelés. Nous nous sommes ainsi rendu compte que, durant x années, le taux de cette cotisation payée par les Régions et les Communautés pour ses propres fonctionnaires était extrêmement faible comparée à celle du fédéral.

 

On a inscrit ces éléments dans la rubrique appelée, aujourd'hui, "responsabilisation et compétences dites usurpées". Sur base d'une estimation, après une rencontre avec les inspecteurs des Finances, on demande d'entamer une concertation. On ne dit rien d'autre!

 

On peut quand même, dans un fédéralisme mûr, dans un fédéralisme de responsabilité, inviter les entités fédérées à discuter.

 

Vous faites tout un cinéma. Vous voulez faire croire à l'opinion publique flamande que le fédéral va faire payer les néerlandophones. Ce n'est nullement le cas. Nous nous trouvons dans une situation où toutes les entités doivent contribuer à sortir la totalité du pays des difficultés financières.

 

(…): (…)

 

18.08  Elio Di Rupo, premier ministre: Et on demande aux entités fédérées d'en parler.

 

Le président: Je vais maintenant donner la parole à M. Gilkinet et à M. Weyts. Ensuite, je clôturerai l'incident.

 

Dorénavant, le gouvernement ne sera plus autorisé à intervenir après les répliques.

 

18.09  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, le problème réside dans le fait que la concertation vient après la discussion budgétaire et qu'on a le sentiment d'être mis devant le fait accompli, voire un sentiment d'injustice profonde pour ce qui concerne le choix en matière de coopération interuniversitaire au développement. C'est pour cette raison que je vous dis que vous créez de l'incompréhension et que vous rendez difficile la coopération nécessaire pour le futur, coopération que nous souhaitons d'ailleurs également dans le cadre d'un réel fédéralisme de coopération.

 

18.10  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik ben enigszins onder de indruk en zelfs geschrokken van de repliek van de heer Di Rupo.

 

Hij noemt enkele voorbeelden van wat volgens hem usurperende bevoegdheden zijn. Maar hij bewijst net onze stelling dat het gaat om facturen, die doorgeschoven worden. Dat heeft niets met usurperende bevoegdheden te maken.

 

In zijn lijst staat bijvoorbeeld ook dat de deelstaten moeten betalen voor de Belgische EU-bijdrage. Sinds wanneer is onze deelstaat lid van de Europese Unie? Ik wil wel mee, hoor, maar ik val achterover.

 

Mijnheer Di Rupo, u zegt dat de federale overheid beslist over het geld dat naar de deelstaten gaat. Van wie komt dat geld echter? Het komt verdorie van de Vlamingen, van de Vlaamse belastingbetaler. Als de Vlaming iets terugvraagt, dan zegt u: neen, dat is van mij, blijf eraf. Daarbovenop wilt u nog eens facturen doorsturen.

 

Tot slot, u spreekt over verantwoordelijkheidsfederalisme, over samenwerkingsfederalisme. Welnu, als u echt wilt overleggen met de deelstaten, dan doet u dat niet op basis van een lijst van keuzes, die u al gemaakt hebt. Dat is geen overleg, dat is geen gezamenlijke zoektocht naar een gemeenschappelijke oplossing.

 

Samenwerkingsfederalisme is al zeker niet het beledigen van de minister-president van de belangrijkste deelstaat van ons land.

 

De voorzitter: We staan aan het begin van een proces.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Interpellaties

Interpellations

 

19 Samengevoegde interpellaties van

- de heer Stefaan Van Hecke tot de eerste minister over "de lijst van politieke benoemingen" (nr. 20)

- de heer Bruno Valkeniers tot de eerste minister over "de lijst van de politieke benoemingen" (nr. 24)

- de heer Siegfried Bracke tot de eerste minister over "benoemingskadaster" (nr. 25)

- de heer Jean Marie Dedecker tot de eerste minister over "de lijst van politieke benoemingen" (nr. 27)

19 Interpellations jointes de

- M. Stefaan Van Hecke au premier ministre sur "la liste des nominations politiques" (n° 20)

- M. Bruno Valkeniers au premier ministre sur "la liste des nominations politiques" (n° 24)

- M. Siegfried Bracke au premier ministre sur "le cadastre des nominations" (n° 25)

- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "la liste des nominations politiques" (n° 27)

 

Chers collègues, je tiens à rappeler que le premier interpellant a droit à dix minutes, chacun des trois autres a droit à cinq minutes. Le premier ministre a entre 10 et 20 minutes et il y aura cinq minutes de réplique pour chacun. Notre Règlement est tellement complexe qu'il est bon de le rappeler de temps en temps.

 

19.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil beginnen met collega Schiltz te parafraseren: het is "ambras", het gaat over politieke benoemingen. Dat is vandaag de realiteit.

 

Mijnheer de eerste minister, ik was verrast toen ik eind februari hoorde dat u aan de meerderheidspartijen gevraagd had om hun beschermelingen op te lijsten. Het gaat in totaal over 46 overheidsbedrijven en overheidsinstellingen. Op die manier zou er een lijst gemaakt worden, men sprak zelfs al over een “kadaster van de politieke benoemingen”.

 

Op basis van die lijst zou men dan de discussie voortzetten over het verder invullen van nieuwe openstaande betrekkingen. Het gaat hier dus blijkbaar om een soort koehandel. De benoemingen gebeuren op basis van de politieke machtsverhoudingen. Mijnheer de premier, dat is oude politieke cultuur en niet meer van deze tijd.

 

Blijkbaar was er in uw regering een probleem. Door de lange impasse moesten er heel veel benoemingen gebeuren. Er werden echter veto’s gesteld. De ene partij stelde haar veto tegen een benoeming en als reactie stelde een andere partij een veto tegen een andere benoeming. Alles raakte geblokkeerd, vandaar uw demarche om bij alle partijen de lijstjes op te vragen. Voor belangrijke posten primeert blijkbaar niet de kwaliteit van de kandidaten, maar wel de politieke aanhorigheid, de politieke kleur. Men wil, met andere woorden, quota op basis van de politieke kleur.

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb daarover een aantal vragen.

 

Ten eerste, vindt u dat benoemingen moeten gebeuren op basis van de kwaliteiten van de kandidaten, dan wel op basis van de politieke quota?

 

Ten tweede, hoe en op basis van welke criteria zullen de benoemingen voor de belangrijke openstaande posten in 46 overheidsinstellingen gebeuren?

 

Ten derde, hebt u de lijstjes die u gevraagd hebt aan de verschillende partijen al ontvangen? Zo ja, kunt u die meedelen? In het kader van de transparantie die u aan het Parlement hebt beloofd, zou dat een mooie geste zijn.

 

Ten vierde, kunt u een overzicht geven van de functies in die 46 overheidsbedrijven, met de salarissen en de vergoedingen, zodat wij ter zake volledig geïnformeerd zijn?

 

19.02  Bruno Valkeniers (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, wie dacht dat de sociaal-economische omstandigheden, de begroting, de besparingen, de schuldenberg van dit land, de eurocrisis of zelfs de zogenaamde grote staatshervorming vandaag tot de hoofdbekommernissen van de politieke meerderheid in dit land behoorden, vergist zich duidelijk. Dat is het topje van de ijsberg. Belangrijker is wat er zich onder de waterspiegel afspeelt. Collega’s, daar gaat het sinds weken en zelfs sinds maanden over een resem benoemingen van topmanagers, regeringscommissarissen, bestuursleden en tutti quanti in allerhande parastatalen en overheidsdiensten, gaande van — ik noem er slechts een paar van de 46 — Belgacom, de NMBS, bpost, Infrabel, Brussels Airport over Belgocontrol, Belgoprocess, Fluxys, de Nationale Loterij, de Rijksdienst voor Pensioenen tot, niet te vergeten, het onvolprezen Dexia alias Belfius.

 

De regering moet zich hier een weg banen door een veld van wolfijzers en schietgeweren, door taalkundige, gender- en vooral — men moet natuurlijk zijn prioriteiten kennen — partijpolitiek evenwicht. Het ene veto zal tegenover het andere geplaatst worden, tot op het moment waarop iedereen tevreden is en de koek onder de politiek hebzuchtigen verdeeld is. De oude politieke cultuur is duidelijk lang niet dood. Dat was een van de vele leugens van Verhofstadt. Integendeel, levendiger dan ooit is, niet alleen Verhofstadt, maar ook de oude politieke cultuur. Zij is in ere hersteld en woekert als zelden voorheen.

 

Uw regering, mijnheer Di Rupo, windt er zelfs geen doekjes meer om vandaag. U hebt uw zes coalitiepartners een lijst gevraagd, een kadaster van de belangrijkste politieke functies of mandaten in de vele dozijnen diensten, administraties en overheidsbedrijven. Een kwestie van de koehandel, het marchanderen, optimaal te kunnen organiseren. Over transparantie gesproken. Dit is het cynisme ten top, de schaamte voorbij. Het komt er dus niet op aan om uit te munten in een of andere discipline, nee, het draait erom de juiste vrienden en de juiste connecties te hebben. De indruk die u en uw regering op deze manier geven is dat men op zoek gaat naar volgzame dienaren van politieke broodheren.

 

Quid met de nieuwe benoemingssystemen van het fameuze Copernicusplan, nochtans een creatie van een socialist?

 

Welke zin heeft Selor nog?

 

In de pers hebben wij kunnen lezen dat zij vooral door de francofonie vakkundig de nek worden omgewrongen. Dat zou immers een verlies aan macht en invloed betekenen. En geef toe, dat is waar het om het draait in dit land! Dat is de essentie van België en de reden waarom het establishment er alles aan doet om deze "gescleroseerde" Staat te behouden.

 

De tijd komt, mijnheer de eerste minister, dat Vlaanderen daaraan een einde zal maken. Het is des te spijtiger dat de Vlaamse partijen, die slechts een minderheid vormen in deze regering, meegaan met dit soort van brutale machtsgreep.

 

Het Vlaams Belang zal deze praktijken blijven afkeuren zoals wij dat al jaren consequent doen. Voor ons blijft het een zaak dat bij de aanwerving van topambtenaren of bij de invulling van topfuncties wordt gekeken naar de bekwaamheid en de competentie van betrokkenen. Benoemingen moeten op een objectieve en sluitende manier tot stand komen. Op zowat alle niveaus moeten er vergelijkende examens worden afgelegd en jury’s opgericht om te waken over de toepassing van objectieve criteria. Dat is deugdelijk bestuur! Dat werkt motiverend voor de medewerkers, zij die hun dienst vooruit willen helpen. Het signaal dat u nu geeft, is dat op het allerhoogste niveau alleen de kleur van de partijkaart en de gunst van de regering bepalend zijn.

 

Onze conclusie is duidelijk. Politici en politieke lijfeigenen horen niet thuis in de bestuursorganen van parastatalen en overheidsdiensten, maar wel mensen die hun competenties met verve en in alle objectiviteit hebben bewezen.

 

Ik vraag u dan ook, premier, waarom u en deze regering volharden in de boosheid van de politieke benoemingen en de politiek geïnspireerde creatie van grootverdieners in parastatalen en overheidsdiensten.

 

19.03  Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de eerste minister, als ik hier sta, is het omdat wij bezorgd zijn over wat u met dit land en zijn bestuur aan het doen bent. Die bezorgdheid belet niet dat ik u wil complimenteren, want u hebt in alle openheid en transparantie opnieuw politieke benoemingen ingevoerd, en u doet dat zonder schroom. In Vlaanderen hoopten wij dat dit iets was van de vorige eeuw, maar dat was kennelijk buiten de heer Di Rupo gerekend. Wij weten intussen dat als er ergens oude vormen en gedachten opnieuw kunnen worden ingevoerd, u op de eerste rij staat. Soms denk ik dat dit te maken heeft met de grondslag van uw politieke keuze, maar dat laatste is uiteraard geheel terzijde.

 

U doet inzake die politieke benoemingen zelfs niet de moeite om de schijn op te houden. Wanneer er bestuurders moeten worden aangewezen bij Dexia, en een headhunterbureau heeft een lijstje gemaakt waarop blijkbaar niet staat wie u wil, zegt u gewoon dat het lijstje niet telt of dat het niet bestaat. Het is kennelijk alleen de politieke kleur die bepaalt wie uit naam van de Belgen de staatsbank mag besturen.

 

Dat er iemand bij is die nu in de FSMA zetelt – iemand die met andere woorden een bank bestuurt en tegelijkertijd de banken controleert – is blijkbaar een probleem waar u geen zwaar hoofd in hebt. Het is een socialist, punt uit.

 

U aarzelt overigens niet een aantal instellingen te verlammen omdat u er met uw politieke benoemingen niet uitgeraakt. Wij lezen: “Onkelinx blokkeert Quickie.”, en vice versa, vanzelfsprekend. Wij lezen ook: “CD&V twijfelt tussen Brussels Airport en Belgacom.” Dat is vanzelfsprekend een invulling van hun enerzijds-anderzijdspolitiek. Iedereen is in dezen blijkbaar geheel en al zichzelf, maar ten koste van elke vorm van goed bestuur.

 

Mijnheer de eerste minister, uw meerderheid organiseert de Staat eigenlijk op totaal kafkaëske wijze. Maar Kafka is ingewikkeld. Dat is helemaal het geval wanneer er zes partijen mee gemoeid zijn, zes partijen die moeten worden bediend. Daarom hebt u naar verluidt een tabel gevraagd – dat wordt ook niet ontkend – van de 45 of 46 topjobs en wie ze bezet, wie ze claimt, enzovoort. Het wordt terecht een “benoemingenkadaster” genoemd. Dat woord getuigt hoe u en uw meerderheid naar de wereld kijken.

 

Stel nu eens dat er bij die overheidsmanagers een bekwaam mens zit, hoe denigrerend is het dan niet voor de betrokkene om te worden herleid tot een politiekkleurige aanhorigheid. Een normale organisatie evalueert op doelstellingen en resultaten en niet op partijkleur. U en uw meerderheid blijkbaar wel.

 

Mijnheer de eerste minister, natuurlijk weet ik wel dat ik over u sta te spreken. Ik ben mij er heel goed van bewust dat u hier in de Kamer medeplichtigen hebt, ook aan Vlaamse kant.

 

De reacties aan Vlaamse kant verschillen. Er zijn er die zwijgen en incasseren. Er zijn er die incasseren en vinden dat ze daar ook nog een uitleg voor moeten verzinnen. Mensen die plots beginnen te vertellen over de noodzaak om langer te werken omdat ze iemand willen benoemen die toevallig te oud is om benoemd te worden, maar goed, in het raam van het langer werken moet die dan ook maar worden benoemd. Anderen verdedigen dit met als argument dat de diversiteit in de administratie moet worden gegarandeerd. Dat is niet bedoeld om te lachen, voor alle duidelijkheid.

 

Het is wel om te lachen als men over degelijke redeneringen door begint te denken. De diversiteit eindigt onvermijdelijk in de gegarandeerde aanwezigheid in het overheidsapparaat van totaal onbekwame managers. Uiteindelijk zult u eindigen bij de bezorgdheid om de rechten van de dommeriken die u ook een quotum moet toebedelen.

 

Mijnheer de eerste minister, u denkt misschien: wat is dat allemaal? Ik begrijp dat tot op zekere hoogte ook wel, want u komt uit Bergen in Wallonië. U hebt er bijgevolg geen idee van hoe uw kadaster van politieke benoemingen in Vlaanderen wordt geassocieerd met ongeveer al het slechte wat politiek ook maar kan betekenen.

 

Ik begrijp dat u zich daaraan niet stoort, dat uw gemeenschap zich daaraan niet stoort, maar dat is dan het probleem van CD&V, Open Vld en sp.a. U hebt die echt wel goed vast.

 

Mijnheer de eerste minister, ik wil u een aantal concrete vragen stellen die uit Vlaamse ogen totaal waanzinnig zijn, maar u dwingt mij ertoe om ze te stellen.

 

Zijn er overheidsmanagers die zullen worden aangewezen om ze gewoon bekwaam zijn, zonder politieke kleur? Als het antwoord daarop ja is, is die laatste soort een zevende partij van uw coalitie en hoeveel procent krijgt die zevende partij? Hoe is overigens de percentsgewijze verdeling tussen de zes partijen? Welk systeem wordt gevolgd? Zijn er quota? Wat doet u als blijkt dat de meest bekwame mens behoort tot een oppositiepartij, bijvoorbeeld tot de groenen? Krijgen zij er dan een paar fractiemedewerkers ter compensatie bij?

 

Het zijn vragen die ik graag beantwoord zie.

 

Ten slotte en ten gronde, mijnheer de minister, wat wordt er verwacht van een politiek benoemde overheidsmanager? Wat krijgt de partij in ruil voor de benoeming van die manager? Bestaat uw kadaster van politieke benoemingen op papier en ligt dit ter inzage voor de leden van deze Kamer? Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

19.04  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, collega’s, premier, hoeveel keer moet een ezel zich stoten aan dezelfde steen alvorens hij weet dat hij kreupel is? De voorbije vier maanden ben ik aanwezig in de Dexia-commissie. We hebben een defilé gezien van personen uit het politieke milieu. Het gaat hier niet enkel om politici, maar ook om ‘ex-cabinetards, uitloopbaantjes van partij-apparatsjiks. Het ging zelfs zover dat er mensen waren die in de vorige regering kabinetschef waren en die de overname van Dexia onderhandeld hebben en die vandaag de controle moeten doen over de overname en de gevolgen van Dexia, om maar de heer Coene te noemen.

 

Dit is de huidige toestand bij Dexia. Een greep uit de politici die gepasseerd zijn van 1996 tot op vandaag. De heer Leterme is wel niet gekomen. In die tijd is Dexia tweemaal failliet gegaan. Een ezel die zich tweemaal aan dezelfde steen stoot, is blijkbaar niet genoeg want vandaag doen we gewoon verder. Mijnheer Di Rupo, u heeft zelf tot 2004 in de raad van bestuur van Dexia gezeteld. Ook andere toppolitici zoals de heer De Gucht, de heer Van Rompuy totdat hij hier premier is geworden, mevrouw Wivina Demeester, de heer Tony Van Parys, de heer Luc Martens, de heer Kubla zetelden hierin en zo kan ik nog even doorgaan. Ik wil geen personen of partijen overslaan, zodat niemand jaloers wordt. Waar zitten zij vandaag dankzij alle politieke benoemingen in de structuren? Wie is dan onafhankelijk? De grootste aandeelhouders? De Gemeentelijke Holding zat vol met politici, met Francis Vermeiren op kop.

 

De grootste aandeelhouder, de ACW-zuil, mensen van de vakbond: vol met politici. En waar staan wij vandaag? Dexia is twee keer failliet gegaan. Volgende week bespreken wij in de plenaire vergadering het Dexiarapport en dan zal ik daarop terugkomen.

 

Mijnheer Di Rupo, wat ik wil aantonen, is het volgende. Vandaag krijgen wij hetzelfde scenario. Nochtans heeft de heer Leterme hier klaar en duidelijk gezegd dat er voor de nieuwe raad van bestuur, voor de nieuwe directie, voor de nieuwe leiding van Dexia Bank België, geen politieke benoeming zou gebeuren. Maar wat hebben we de jongste tijd gezien? Een koehandel met een klein stukje windowdressing. Wij hebben honderdduizenden euro’s gegeven aan een consultingbureau, aan een headhuntingbureau – dat laatste klinkt veel mooier –, aan koppensnellers. Zij hebben kandidatenlijsten naar voren gebracht. Uw regering zegt echter niet akkoord te gaan. U wil voortdoen met de politieke benoemingscultuur.

 

Het is zelfs zo erg dat iemand van de Nationale Bank die mee heeft onderhandeld, de gouverneur van de Nationale Bank, ook zal komen. Tussen haakjes, gouverneur is een prachtig woord, gouverner, c’est prévoir, dat zou men beter onthouden. Welnu, de gouverneur moet ook komen, want die man, die PS-adept, heeft een nieuwe job nodig. De code van de Nationale Bank moet daartoe zelfs worden gewijzigd, want voor iemand die al twee jaar in het bestuur van de Nationale Bank zit, is het verboden om te gaan zetelen in de raad van bestuur van een andere bank. Men is zelfs niet te beschaamd om daarvoor de statuten te veranderen. Zo gaat het constant door. De Dexia-ezel wil zich nu een derde keer stoten aan dezelfde steen. Dat begrijp ik niet.

 

Mijnheer Di Rupo, de mensen in Vlaanderen begrijpen dat niet. Wij trachten ons namelijk toch een beetje te onthechten van die benoemingscultuur.

 

Ik hoor collega’s hier spreken over de lijst van 46, maar daarover wil ik het nog niet eens hebben. Wel wil ik opnoemen wat er de jongste maanden gebeurt.

 

Kijk naar wat er gebeurt met politieke benoemingen bij de NMBS. In elk van de drie entiteiten moeten de traditionele partijen elk een chef hebben. Toch doen zij alleen maar de treinen ontsporen!

 

Als het niet over de trein gaat, dan gaat het over de telefoon. De heer Belgacom is een prachtige beschermeling van de PS. Intern vond er bij Belgacom een canapérevolutie plaats en daardoor moet er ook een nieuwe voorzitter van de raad van bestuur komen. Beste vrienden, wie komt er uit de doos van Pandora? Het is de man die de NMBS heeft laten ontsporen, de man voor wie wij vandaag nog altijd een post op de balans hebben van 1 800 000 euro die we niet kunnen aflossen, de heer Schouppe.

 

De heer Schouppe komt nog een keer op de proppen, we zullen zien wat er gebeurt. Het zou goed kunnen dat de schoonzoon van de heer Schouppe, de heer Bart Bronselaer, de Dexia Holding gaat leiden. Het is een kwestie van de postjes allemaal te verdelen.

 

Zo gaat dat maar verder. Het gaat niet alleen over de Nationale Loterij, het gaat zelfs over het Nationaal Orkest van België. Welke muziek zal dat dan produceren? Het concert van kettingzagen waarschijnlijk, maar het zal gespeeld worden door politici met de juiste lidkaart.

 

Mijnheer de eerste minister, in 2000 sprak men hier in grote woorden over de copernicushervorming, een ideetje van Verhofstadt en ook een ideetje van kaviaarsocialist Van den Bossche die ondertussen via de luchthaven in Gent is terechtgekomen, bij u, mijnheer Bracke. De heer Van den Bossche, die ook van dat systeem gebruikt heeft gemaakt, heeft de copernicushervorming uitgevonden maar nooit uitgevoerd. Men heeft het Vast Wervingsecretariaat veranderd in Selor. Ik denk dat men dat eerder gebruikt om politieke vijanden uit te schakelen dan om goede mensen te benoemen.

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, wanneer stopt deze carrousel van politieke benoemingen? Wij aanvaarden dat in Vlaanderen niet.

 

Toon ons eens de lijst, want alle partijen zijn stil, want er moeten zes stukken van de taart gegeten worden en dat moet zo vlug mogelijk gebeuren, zodat het heel vlug van de baan is.

 

Mijnheer de eerste minister, ik wacht op uw antwoord.

 

19.05 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, door de lange periode van lopende zaken zijn de beheersorganen van een aantal instellingen of organismen niet meer volgens de regel samengesteld. Om op een overzichtelijke manier tewerk te gaan heb ik de Kanselarij, mijn kabinet en de kabinetten van de ministers gevraagd om uit te klaren welke beslissingen moeten worden genomen, met name over welke instellingen het gaat, wat de aflopende mandaten zijn, welke de wijze van benoeming is zoals bepaald bij wet of door de bestaande regelgeving. Belangrijk is dat de besluitvorming daarover ordelijk verloopt. Een overzicht van de te nemen beslissingen is daarom onontbeerlijk.

 

Mijn voornaamste bekommernis is dat de betrokken instellingen in staat zijn om goed te functioneren. In tegenstelling tot wat ik heb gehoord is de regering niet bezig met een groot pakket van politieke benoemingen. Wat de benoemingen betreft werkt de federale regering zoals de regeringen van de deelstaten, zoals bijvoorbeeld de Vlaamse regering met de N-VA, en de andere regeringen.

 

Op federaal niveau moeten wij een duidelijk onderscheid maken tussen twee verschillende types van benoemingen: ten eerste, benoemingen bij de federale overheidsdiensten en de openbare instellingen van de sociale zekerheid en, ten tweede, benoemingen in verschillende raden van bestuur, benoemingen van regeringscommissarissen enzovoort.

 

Conform de beslissing van de Ministerraad over de directie van de federale overheidsdiensten of de openbare instellingen van de sociale zekerheid verloopt de procedure via Selor.

 

Voor die categorie van benoemingen heeft de regering de procedures die tijdens lopende zaken werden aangevat, afgerond. Voor die benoemingen werd geen enkele nieuwe benoemingsprocedure die onder de verantwoordelijkheid van de Ministerraad valt, door de regering aangevat. Selor heeft daarbij zijn gewone rol gespeeld. Al de procedures zijn dus objectief. De regering onderzoekt nu geval per geval de verschillende stappen die in de procedure werden gezet.

 

Wat de tweede categorie betreft heeft de regering al een aantal benoemingen uitgevoerd, zoals die voor de raad van bestuur van de voormalige Dexiabank België. Daarbij werd natuurlijk voor competente kandidaten gekozen.

 

19.06  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, u kunt het zeer goed uitleggen. Toen ik naar uw antwoord luisterde, moest ik denken aan een schilderij van Magritte, met daarop een pijp en daaronder “Ceci n’est pas une pipe”.

 

U hebt net uitleg gegeven om aan te tonen dat er bij de carrousel die weldra begint te draaien, geen sprake is van een lijstje van politieke benoemingen. Als u naar het schilderij kijkt, gelooft u dan dat er geen pijp afgebeeld is, mijnheer de eerste minister? Denkt u dan dat ik uw antwoord moet geloven? Mijnheer de eerste minister, het spijt me, maar ik geloof u niet vandaag. Als u uitlegt dat wat Selor doet, objectief is, waarom wordt dan morgen niet onmiddellijk uitgevoerd wat Selor voorstelt?

 

19.07  Bruno Valkeniers (VB): Mijnheer de eerste minister, uw antwoord was voorspelbaar. Ik had niets anders verwacht. Maak u echter geen zorgen. U hebt gewezen op het belang van een ordelijk verloop. Ik ben ervan overtuigd dat het ordelijk zal verlopen. Iedereen zal uiteindelijk zijn deel van de koek krijgen.

 

U volhardt in de boosheid. Ik begrijp dat eerlijk gezegd zelfs. U komt uit een regio waar de koek al decennialang wordt verdeeld tussen alle partijen, die zich slaafs en zonder al te veel principes tot het establishment bekeren. Het establishment wordt in uw regio door niemand gecontesteerd.

 

In Vlaanderen is daar gelukkig onze partij voor. In Vlaanderen moet dat anders. Mag ik aan de N-VA vragen om daar te beginnen en toe te passen wat zij hier daarnet hebben gevraagd? Walk like you talk. Onze steun hebt u!

 

De komende week, mijnheer de eerste minister, legt de Dexiacommissie de laatste hand aan haar eindrapport en aanbevelingen. Ik zou verwacht hebben dat een van de lessen die uit het Dexiadebacle, dat ons als belastingbetalers nog meer dan een generatie financieel zal achtervolgen, zullen worden getrokken, het totale falen zou zijn van alle politiek benoemden in de raad van bestuur en het management. Blijkbaar niet. Wat een gemiste kans, mijnheer de eerste minister! Wat een gemiste kans!

 

Nec spe, nec metu. Zonder hoop, zonder vrees zal ik dan ook een motie indienen, waarin ik de regering oproep een einde te maken aan de politieke benoemingen.

 

19.08  Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik ben het niet eens met collega Van Hecke wanneer hij vindt dat u het goed kunt uitleggen. Ik vind dat absoluut niet, ik heb zelfs moeite om te begrijpen wat u zegt. Dat is een taalkundig probleem, dat u hebt. Misschien antwoordt u volgende keer beter gewoon in het Frans. Dat lijkt mij veel handiger.

 

Voor de rest doet u mij denken aan “there are no Americans in Baghdad”. Herinner u de scène. De heer Van Hecke werpt terecht de vraag op waarom het zo lang moet duren als het toch allemaal zo reglementair gebeurt. Waarom lezen wij voortdurend over allerlei blokkades en blokkeringen? Het is waar wat de heer Dedecker heeft gesignaleerd: als we met dat systeem verder gaan, dan zullen we uiteindelijk in een orkest geen trompettist krijgen, maar een socialist. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.

 

Mijnheer de voorzitter, daarom zal ook ik hier een motie van aanbeveling indienen. Het is een heel simpele motie van aanbeveling, die eenvoudigweg vraagt om te stoppen met partijpolitieke benoemingen en om alleen rekening te houden met vaardigheid en bekwaamheid. Ik zou zeggen, just as simple as that. U kunt daar ook vanuit de meerderheid niet tegen zijn. Stemt u die toch weg, dan doet u natuurlijk tegelijk ook een uitspraak.

 

19.09  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de eerste minister, ik zal u niet Comical Ali noemen. Er zat zo weinig in uw antwoord, dat ik zelfs niet kan repliceren op de inhoud ervan.

 

U hebt het over competentie in de raden van bestuur. Dexia ligt mij na aan het hart, omdat er sprake is van de grootste bankroof uit onze geschiedenis, omdat wij 54 miljard euro riskeren in de toekomst en omdat onze kinderen en kleinkinderen waarschijnlijk tot 2070 zullen moeten betalen en omdat de politici in de raden van bestuur en in de directie niet alleen blind, maar ook doof waren en achteraf van niets wisten.

 

Het doet mij pijn dat daaruit geen lessen worden getrokken. U hebt het zelf over competente mensen. U betaalt een headhuntersbureau, niet het eerste het beste, om kandidaten naar voren te schuiven.

 

Zij schuiven kandidaten naar voren, zoals mevrouw De Lathauwer, en geven een ranking. Omdat de mensen in die ranking niet over de juiste partijkaart beschikken of niet in de juiste carrousel passen op het juiste moment, legt u die ranking naast zich neer. Wie is dan de meest competente? Die met een PS-lidkaart.

 

U hebt het over de federale overheidsdiensten. Ik geef nog een voorbeeld om het af te leren. Wat gebeurt er op de FOD Financiën? Wie is kandidaat voor de FOD Financiën? Wie staat op de eerste plaats volgens Selor? Dat is de heer Delporte. Hij komt van een andere dienst, maar heeft een lidkaart van uw partij, maar dat past niet voor Open Vld, want hij zou de pensioenen willen doen bij meneer Quickie.

 

En zo gaat het verder en dan durft u het tegen mij te hebben over competentie.

 

Ik besluit. Ik zal u een goede raad geven. In Vlaanderen wordt u beschouwd als een charmant man, maar u hebt één iets tegen. U hebt het imago van de PS-cultuur van Wallonië tegen, een PS-cultuur van zelfbediening, een graaicultuur, waarin de politieke partijen gewoon zijn aan zelfbediening te doen voor de eigen achterban.

 

Dat leeft bij ons. Ik zeg dat niet zomaar. Dat leeft bij ons. Geloof mij vrij. U zult niet afgerekend worden in Vlaanderen, maar die andere partijen, de zes, die mee aan de slagroom moeten zitten en de kersen van de taart eten, zullen worden afgerekend op die politiek, want in Vlaanderen aanvaardt men dat niet meer.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

 

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bruno Valkeniers en luidt als volgt:

“De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heren Stefaan Van Hecke, Bruno Valkeniers, Siegfried Bracke en Jean Marie Dedecker

en het antwoord van de eerste minister,

beveelt de regering aan

een einde te maken aan de politieke benoemingen en voor alle te begeven functies in parastatalen en overheidsdiensten op basis van objectieve criteria examens uit te schrijven, alsook zetelende politici en gewezen politici uit te sluiten van dergelijke mandaten."

 

Une première motion de recommandation a été déposée par M. Bruno Valkeniers et est libellée comme suit:

“La Chambre,

ayant entendu les interpellations de MM. Stefaan Van Hecke, Bruno Valkeniers, Siegfried Bracke et Jean Marie Dedecker

et la réponse du premier ministre,

recommande au gouvernement

de mettre un terme aux nominations politiques et d'organiser, pour toutes les fonctions à pourvoir dans les parastataux et les services publics, des concours sur la base de critères objectifs et d'exclure de ce type de mandats les mandataires et anciens mandataires politiques.“

 

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Siegfried Bracke en luidt als volgt:

“De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heren Stefaan Van Hecke, Bruno Valkeniers, Siegfried Bracke en Jean Marie Dedecker

en het antwoord van de eerste minister,

vraagt de regering

- bij de benoeming en aanwijzing van topambtenaren, en van managers of voorzitters van overheidsinstellingen, alle overweging van partijpolitieke aard uit te sluiten;

- voor de benoeming en de aanwijzing van topambtenaren, en van managers of voorzitters van overheidsinstellingen, alleen rekening te houden met bekwaamheid en vaardigheid."

 

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Siegfried Bracke et est libellée comme suit:

“La Chambre,

ayant entendu les interpellations de MM. Stefaan Van Hecke, Bruno Valkeniers, Siegfried Bracke et Jean Marie Dedecker

et la réponse du premier ministre,

demande au gouvernement

- de faire abstraction de toute considération de nature politicienne lors de la nomination et de la désignation de hauts fonctionnaires et de managers ou de présidents d'institutions publiques;

- de ne tenir compte que des compétences et des aptitudes lors de la nomination et de la désignation de hauts fonctionnaires et de managers ou de présidents d'institutions publiques.“

 

Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Stefaan Van Hecke en luidt als volgt:

“De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heren Stefaan Van Hecke, Bruno Valkeniers, Siegfried Bracke en Jean Marie Dedecker

en het antwoord van de eerste minister,

vraagt aan de eerste minister

om alle benoemingen op basis van objectieve criteria uit te voeren."

 

Une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Stefaan Van Hecke et est libellée comme suit:

“La Chambre,

ayant entendu les interpellations de MM. Stefaan Van Hecke, Bruno Valkeniers, Siegfried Bracke et Jean Marie Dedecker

et la réponse du premier ministre,

demande au premier ministre

de procéder à toutes les nominations sur la base de critères objectifs.“

 

Een vierde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jean Marie Dedecker en luidt als volgt:

“De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heren Stefaan Van Hecke, Bruno Valkeniers, Siegfried Bracke en Jean Marie Dedecker

en het antwoord van de eerste minister,

beveelt de regering aan

om bij alle benoemingen en promoties in overheidsdiensten en instellingen verbonden aan de overheid voortaan geen rekening meer te houden met het nastreven van het politieke evenwicht en abstractie te maken van de politieke aanhorigheid van de kandidaten opdat de competentie en expertise van de kandidaat kan primeren en de gepaste kandidaten kunnen worden geselecteerd en vertrouwen en verantwoordelijkheid kunnen dragen."

 

Une quatrième motion de recommandation a été déposée par M. Jean Marie Dedecker et est libellée comme suit:

“La Chambre,

ayant entendu les interpellations de MM. Stefaan Van Hecke, Bruno Valkeniers, Siegfried Bracke et Jean Marie Dedecker

et la réponse du premier ministre,

recommande au gouvernement

de ne désormais plus retenir le critère de l’équilibre politique lors des nominations et promotions dans des services publics fédéraux et des institutions fédérales liées à l’État et de faire abstraction de l’appartenance politique des candidats, de manière à faire prévaloir leurs compétences et leur expertise et à sélectionner les candidats adéquats en mesure d’inspirer la confiance et d’assumer leurs responsabilités.“

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Catherine Fonck en door de heren Daniel Bacquelaine, Patrick Dewael, David Geerts, Thierry Giet en Raf Terwingen.

 

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Catherine Fonck et par MM. Daniel Bacquelaine, Patrick Dewael, David Geerts, Thierry Giet et Raf Terwingen.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

20 Projet de loi portant des dispositions diverses (I) (2097/1-12)

- Projet de loi portant des dispositions diverses (II) (2098/1-3)

20 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen (I) (2097/1-12)

- Wetsontwerp houdende diverse bepalingen (II) (2098/1-3)

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

20.01  Nahima Lanjri, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

Le président: MM. Thiébaut et Schiltz ne sont pas là, ils renvoient à leur rapport écrit.

 

20.02  Leen Dierick, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

20.03  Nathalie Muylle, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik moet een mondeling verslag brengen, omdat er vanmiddag nog een bijeenkomst is geweest van de commissie voor de Volksgezondheid. Ik zal het kort houden.

 

Ik breng graag het verslag over de wet houdende diverse bepalingen, document nr. 2097, voor de commissie voor de Volksgezondheid. Daarin werden verschillende aspecten behandeld, onder andere aspecten die vallen onder de bevoegdheid van minister Laruelle. Een eerste punt ging over hobbyisten die voor de aquacultuur voortaan vrijgesteld zullen worden van de jaarlijkse heffingen van het FAVV en de termijn waarbinnen zij de autocontrolesystemen kunnen opzetten en door een audit kunnen laten valideren. Die wordt van zes naar twaalf maanden verlengd. De organisatie van de controles door het FAVV zal verder worden verbeterd, ook in de strijd tegen de farmacologisch actieve stoffen in de voedselketen, tot zover de bevoegdheden van minister Laruelle.

 

Ik kom nu tot de punten in de wet die vallen onder de bevoegdheden van minister Onkelinx. Een OCMW kan voor zijn, al dan niet gewezen, voorzitters en hun plaatsvervangers na hun mandaat de verschuldigde persoonlijke bijdrage ten laste nemen. Dat is zo voor allen die betrokken zijn en niet vallen onder het socialezekerheidssysteem van loontrekkenden of zelfstandigen.

 

Een tweede punt, waarover in de commissie wel wat discussie was, is de mogelijkheid voor de apotheker om, in uitvoering van een voorschrift, een geneesmiddel in te voeren uit het land waar het vergund en geregistreerd is, op voorwaarde dat de arts van de patiënt verklaart dat de patiënt het echt nodig heeft en zolang er op de Belgische markt geen geneesmiddel met dezelfde samenstelling of vorm aanwezig is of wanneer het nog niet beschikbaar zou zijn. Daarover werden, zowel vanuit de meerderheid als vanuit de oppositie, heel wat vragen gesteld, vooral over de problematiek van eventuele misbruiken in het kader van zowel het stockbeheer als de parallelle circuits die zouden kunnen ontstaan. Die vragen werden door de aanwezige technici voor een deel beantwoord.

 

Er zijn ook artikelen die verwezen naar het eHealth-platform, de strafrechtrichtlijn inzake de bescherming van het leefmilieu en het feit dat studenten dierengeneeskunde in het kader van hun opleiding handelingen mogen verrichten die niet strafbaar zijn.

 

Collega’s, ik kom tot het laatste punt waarover een mondeling verslag noodzakelijk was. De commissie is daarover deze namiddag opnieuw samengekomen. Dat punt gaat over de aanpassing van bestaande wetten aan het Sociaal Strafwetboek. In de commissie werden door de N-VA verschillende amendementen ingediend, vooral op juridisch-technisch vlak. De technici die in de commissie aanwezig waren, konden toen onvoldoende antwoorden daarop formuleren. De amendementen werden in de commissie niet goedgekeurd. Vanmiddag werden de amendementen, op twee vlakken, opnieuw aan de commissie voorgelegd.

 

Het eerste amendement gaat over artikel 38, waar het woord "ambtenaren" wordt vervangen door "sociaal inspecteurs". De verklaring hiervoor is dat deze terminologie in lijn wordt gebracht met deze van het Sociaal Strafwetboek, waar het begrip sociaal inspecteur wordt gedefinieerd.

 

Het tweede amendement gaat over de invoeging van een nieuw artikel 39/1, waarin de overlappingen die er zijn tussen artikel 46 en artikel 62 van dezelfde wet worden geschrapt. Op administratief vlak zal de controle uitsluitend door de dienst voor Administratieve Controle, de DAC, en zijn sociale controleurs worden gevoerd.

 

Collega’s, beide amendementen werden unaniem goedgekeurd.

 

De stemming over het volledige ontwerp werd opnieuw gedaan en het resultaat was 14 stemmen voor en 4 onthoudingen.

 

Volet “Affaires sociales et Santé publique’’

Luik ‘’Sociale Zaken en Volksgezondheid’’

 

20.04  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, la semaine dernière, en commission de l'Économie, nous avons voté les dispositions modifiant le statut social des indépendants. Je souhaite féliciter Mme la ministre d'avoir pris ces mesures qui visent à aligner le statut des indépendants sur celui des travailleurs salariés en matière de prise de pension anticipée, et surtout qui visent à assouplir et supprimer partiellement le malus.

 

En fonction de l'augmentation progressive de six mois en six mois à partir de 2013, la condition d'âge pour l'anticipation, les taux de malus de 25 % et de 18 % seront modalisés. En outre, dès 2013, le malus est supprimé pour les prises de pension à 63 ou 64 ans. Il n'est plus appliqué non plus lorsque l'intéressé dispose d'une carrière d'au moins 41 ans, au lieu de 42 ans actuellement.

 

Cette mesure constitue donc une étape importante vers la suppression de cette discrimination que constitue le malus, appliquée sur les seules pensions anticipées des travailleurs indépendants. Il faut le souligner.

 

Je souhaite également mettre l'accent sur la constance du travail de Mme la ministre pour aboutir aux mesures prises en matière de statut social des indépendants. À chaque nouvelle mesure, madame la ministre, vous façonnez la loi de manière à donner à nos travailleurs indépendants, qui constituent le moteur de notre économie, une sécurité sociale forte en rapport avec le respect qu'on leur doit.

 

20.05  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame la vice-première ministre, ma question concerne l'article 39 de la loi portant des dispositions diverses. Je voulais attirer votre attention sur cet article qui contient une modification de l'arrêté royal 78 en ce qui concerne la plate-forme eHealth. Cette disposition vise en fait à permettre à la Direction générale Soins de santé primaire et Gestion de crise du SPF Santé publique de délivrer à la plate-forme eHealth des données sur les professionnels sous forme électronique afin de leur permettre d'authentifier ces professionnels lors de leurs accès aux applications de la plate-forme.

 

Le but est évidemment d'être certain, lorsqu'un prestataire se connectera à une application, que l'on est bien en présence d'un prestataire de soins déterminé et de pouvoir vérifier ses qualifications professionnelles. Sur le principe, cela ne pose aucun problème car cela augmente la sécurité des échanges d'informations.

 

Pour ce qui concerne la forme, nous avions prévu, lors du vote de la loi eHealth, des verrous en matière de protection de la vie privée. Parmi ceux-ci, il y avait la nécessité d'obtenir l'avis de la section Santé du comité sectoriel Vie privée sur toutes les modifications et les autorisations de communication de données. Il fallait pouvoir disposer de cet avis qui, je n'en doute pas, s'il avait été demandé cette fois-ci, aurait été positif. Mais j'ignore s'il a été demandé. Sur le principe, je répète que nous n'avons pas d'objection au sujet de la modification proposée par cet article 39.

 

Madame la ministre, vous n'étiez pas en commission lors de l'examen de celui-ci. Les réponses qui nous ont été données ne nous permettaient pas de savoir si, oui ou non, cet avis avait effectivement été demandé. S'il n'a pas été demandé, je pense que c'est une erreur car cela contourne un peu l'esprit de la loi. Nous avions nous-mêmes déposé cet amendement pour obtenir, avec votre accord d'ailleurs, cette garantie concernant la protection de la vie privée. Je pense qu'il serait utile de demander un avis a posteriori sur cette modification de l'arrêté royal 78, de telle sorte que nous ayons tous nos apaisements quant à la protection de la vie privée.

 

Le président: Je suggère que Mme la ministre réponde globalement.

 

20.06  Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le président, en commission, j'ai posé la même question que celle posée par M. Bacquelaine aujourd'hui.

 

Nous avons été quelque peu étonnés de voir figurer une disposition concernant eHeath parmi le projet de loi portant des dispositions diverses.

 

L'article 32 prévoit que l'on demande l'avis de la Commission de la protection de la vie privée.

 

Pour ma part, je ne souhaite pas qu'un avis soit forcément demandé a posteriori puisque nous avons tous voté ce projet de loi en commission. Cependant, il s'agit ici d'un premier pas vers un élargissement des transferts de données. Si d'autres pas devaient être franchis, il faudrait être attentif à la question.

 

En tout cas, nous souhaitons, pour notre part, que les projets de loi relatifs à la protection des données privées soient déposés dans le cadre de la loi eHeath et non plus dans le cadre des dispositions diverses. De cette manière, l'avis de la Commission de la protection de la vie privée pourrait être demandé.

 

Pour ce qui concerne l'article 39, la loi prévoit la mise sur pied d'un comité de concertation des utilisateurs, comité qui n'est pas encore mis en place pour diverses raisons, notamment en raison de la longueur de la période d'affaires courantes que nous avons connue.

 

Je souhaite rappeler que nous souhaitons que ce comité devienne rapidement effectif afin qu'il puisse jouer son rôle dans la mise en place des différentes applications de la plate-forme et les éventuels futurs élargissements.

 

Madame la ministre, comme vous le savez, ce sujet est assez sensible. Nous vous demandons donc d'y être particulièrement attentive.

 

20.07  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, j'aurais voulu revenir sur un des amendements de la majorité déposé pendant les travaux sur le projet de loi portant des dispositions diverses: il concerne les ALE.

 

Manifestement, il n'y a pas eu concertation avec le secteur au sujet de cet amendement. En effet, la majorité des gens que j'ai eu l'occasion d'interroger depuis que cet amendement est brutalement arrivé en commission tombaient des nues.

 

Pour que chacun comprenne de quoi il est question, cet amendement a été déposé par la majorité en séance. Il vise à permettre que les agents ALE soient utilisés comme contrôleurs ONEM. Les travailleurs ALE avec lesquels j'ai discuté sont vraiment étonnés: il s'agit de logiques complètement différentes.

 

Un travail est actuellement en cours sur la future régionalisation. Interrogés à cet égard, les ALE et leurs agents espèrent continuer à contribuer, de manière non négligeable, à la réintégration des chômeurs dans le marché de l'emploi et, plus spécifiquement, de ceux qui en ont le plus besoin. Ils informent journellement les chômeurs sur les possibilités de formation, d'occupations. En réalité, ils se considèrent comme des personnes travaillant avec les chômeurs les plus éloignés du marché du travail pour leur proposer des activités durant un nombre restreint d'heures au début, avec des horaires plus modulables, dans des secteurs d'activités particuliers.

 

Par exemple, beaucoup d'ALE ont des sections titres-services, beaucoup travaillent avec les services communaux pour leur adjoindre des ouvriers, des jardiniers, des balayeurs, avec les services de prévention pour des agents de prévention, des gardiens de parc, avec les écoles pour des surveillants et gens d'entretien, avec des ASBL pour des aides administratifs, etc.

 

Tout s'opère sur une base volontaire et sur la construction de relations de confiance. Voilà qui est bien loin du contrôle des chômeurs, comme proposé par l'amendement. Depuis que j'ai diffusé cette information, l'inquiétude règne auprès des agents ALE.

 

Ma question est concrète: quand se réaliserait cette opération? Quand des agents ALE pourraient-ils s'entendre demander de devenir contrôleur de chômeurs?

 

Cette initiative n'est-elle pas bizarre alors que ces ALE sont en pleine réflexion quant à leur future régionalisation, quant au transfert des compétences? Le travail en cours est réalisé avec les Régions pour déterminer la place qui leur serait la mieux appropriée dans l'ensemble des acteurs du marché de l'emploi.

 

J'aimerais comprendre la logique: n'est-elle que budgétaire? Prendre des travailleurs engagés pour un travail dans les ALE et les charger de contrôler les chômeurs serait uniquement intéressant d'un point de vue budgétaire. C'est la seule logique que je perçois. Inutile de chercher plus loin la raison d'être de cet amendement.

 

20.08  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, je voudrais m'associer aux remarques de M. Bacquelaine et Mme Schyns au sujet de l'eHealth. Avant cela, je voudrais remercier Mme Muylle pour son excellent rapport ainsi que M. Courard qui a remplacé le ministre en commission. Plusieurs questions pertinentes ont été posées, mais il n'a malheureusement pas été en mesure d'y répondre.

 

Il me semble qu'un conflit d'intérêts pourrait apparaître entre la fonction de l'administrateur de la plate-forme eHealth et les autres mandats dont il a la charge. Quand on touche à la protection de la vie privée du patient et du prestataire de soins ainsi qu'au respect du secret médical, la transparence doit être de mise. Malheureusement, dans le cas qui nous occupe, l'administrateur est également administrateur délégué de la Smals. Cela signifie qu'il siège à la fois à la tête de la structure d'hébergement et de la "tuyauterie". Cela pose un problème éthique, d'autant plus qu'il est également administrateur général de la Banque-Carrefour de la Sécurité sociale, mais aussi – bien qu'il ne dispose pas d'une voix délibérative – administrateur de la Commission de la protection de la vie privée.

 

Je demande donc que l'on en tienne compte à l'avenir, parce qu'il pourrait y avoir un conflit d'intérêts. Encore une fois, la transparence est de rigueur à cet égard.

 

20.09  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, s'agissant d'abord de la disposition relative au "back to work", visant à aider les personnes en invalidité à reprendre le travail plus facilement, je tiens à rappeler nos suggestions pour les futurs arrêtés royaux. Il convient d'abord de s'assurer de l'efficacité de la procédure. Ensuite, il faut éviter de la rendre labyrinthique, au risque d'égarer les personnes en invalidité et les médecins-conseils. Enfin, il importe de déterminer un nombre maximal de jours dans la délivrance de l'autorisation.

 

Et puis, je me permettrai d'établir un rapport entre les commissions des Affaires sociales et de la Santé à travers la thématique de l'eHealth. Certains viennent de l'aborder à raison. Madame la ministre, il est urgent de mettre en place le comité de concertation comme le prévoit la loi de 2008. Mais, surtout, il faut éviter que l'eHealth ne devienne un instrument dont on généraliserait l'emploi à tort et à travers. Je pense à un récent débat en commission avec le secrétaire d'État en charge de la Lutte contre la fraude sociale. Il prétendait recourir à l'eHealth dans ce but.

 

Quand il me revient que, outre le pas qui est fait aujourd'hui, d'autres pourraient suivre pour étendre ses missions, cela déclenche chez moi un petit signal d'alarme: on ne peut évidemment pas se permettre de ne pas respecter des données qui appartiennent aux patients.

 

20.10  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, toutes les questions se sont concentrées autour de eHealth.

 

Comme l'a dit M. Bacquelaine, nous accroissons la sécurité des accès aux services de la plate-forme eHealth par une authentification des prestataires. Toutes les mesures de contrôle sont mises en œuvre afin de garantir une identification optimale des dispensateurs de soins et ainsi assurer un accès sécurisé aux services proposés par eHealth.

 

Les différents orateurs ont parlé du respect de la vie privée et de la confidentialité des données; ce sont des points essentiels. Tous les projets proposés par eHealth sont négociés en concertation avec les différentes parties prenantes, à savoir le comité de gestion, le comité sectoriel au sein de la Commission de la protection de la vie privée, le comité de concertation des utilisateurs, ce dernier devant être prochainement institué. Un travail omniprésent de concertation et de contrôle est mené par la Commission de la protection de la vie privée.

 

Présidente: Corinne De Permentier, deuxième vice-présidente.

Voorzitter: Corinne De Permentier, tweede ondervoorzitter.

 

Par ailleurs, chaque fois que ces projets me sont soumis, je les examine car depuis la création de eHealth, je suis interpellée, à juste titre, sur cette notion de respect de la vie privée. Nous les examinons sous l'angle du respect de la vie privée, du respect du secret professionnel et du consentement éclairé du patient.

 

J'insiste également sur le fait que la plate-forme eHealth n'a aucun accès aux données relatives à la santé. Notez-le bien car c'est essentiel: il n'y a pas d'accès aux données médicales. L'article qui vous est soumis aujourd'hui ne vise en réalité qu'à garantir que seuls les prestataires ou les organismes de soins ayant une relation thérapeutique avec un patient pourront accéder à des données à caractère personnel.

 

En effet, pour permettre l'accès, la personne doit être identifiée comme prestataire de soins et elle doit disposer, à la date donnée, du droit d'exercice, du titre et de la qualification nécessaires pour accéder à tel service d'eHealth. L'accès d'eHealth au cadastre des dispensateurs de soins comme source authentique validée permet précisément de satisfaire à ces deux conditions. La fiabilité et l'intégrité des données utilisées ainsi que la sécurité des accès à la plate-forme eHealth sont donc assurées.

 

J'espère vous avoir rassurés. Pas question d'étendre les pouvoirs d'eHealth! Pas question de permettre l'accès à des données médicales, mais de contrôler que ceux qui surfent sur eHealth pour y consulter des données médicales sont bien des prestataires de soins et ont effectivement la capacité d'exercice au moment où ils parcourent la plate-forme eHealth!

 

20.11  Daniel Bacquelaine (MR): Mais, madame la ministre, je n'ai nul besoin d'être rassuré. Je pense effectivement que la disposition présente n'implique aucun risque en ce qui concerne la protection de la vie privée. Là n'est pas mon propos!

 

Le problème, c'est qu'il faut évidemment instaurer une sorte d'automatisme par rapport à l'esprit de la loi, à savoir demander formellement l'avis au comité Santé du comité sectoriel Vie privée, parce que c'est ce qui a été décidé par la loi de 2008.

 

Par conséquent, les prescrits doivent être automatiquement respectés. Il s'agit d'un verrou décrété pour assurer la protection de la vie privée. En l'état, la disposition dont nous parlons ne comporte pas de risque, mais je pense qu'il convient d'adopter cette habitude.

 

20.12  Damien Thiéry (FDF): Madame la ministre, je peux imaginer que la réponse à ma question n'était pas préparée. J'ai lancé la notion de conflit d'intérêts et je n'ai obtenu aucune réponse en la matière. Cela signifie que j'y reviendrai, bien entendu, en commission, parce que je reste persuadé que le problème est entier et que la transparence n'est pas de rigueur pour l'instant!

 

20.13  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je n'ai pas eu de réponse de la ministre de l'Emploi.

 

En ce qui concerne les ALE, je voulais savoir à quel moment la mesure entrerait en vigueur. Les agents ALE pourront-ils être utilisés dès 2013 comme contrôleurs ONEM ou pas?

 

20.14  Monica De Coninck, ministre: Nous allons commencer l'examen des dossiers dès le 1er juillet. Nous voulons aider rapidement les personnes qui sont actuellement en stage d'attente à trouver un emploi.

 

20.15  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Pour chaque ALE, a-t-on déterminé une certaine proportion des agents qui devront se consacrer à ce travail de contrôle ou s'agit-il de la totalité?

 

20.16  Monica De Coninck, ministre: Nous sélectionnerons les personnes qui ont les compétences nécessaires. Une liste sera établie, déterminant quels sont les fonctionnaires disposant des compétences pour aider les demandeurs d'emploi à trouver un travail.

 

La présidente: Il n'y a plus d'intervenants pour ce volet. Nous allons donc pouvoir ouvrir le chapitre Économie.

 

Volet ‘’Économie’’ / Luik ‘’Bedrijfsleven’’

 

20.17  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, we weten allemaal dat de bevriezing van de energieprijzen het stokpaardje is van wie vandaag de echte minister van Energie werd genoemd, namelijk de heer Vande Lanotte.

 

In het overzicht dat zonet werd gegeven werd duidelijk dat de heer Wathelet wel bevoegd is, maar heel wat mensen zagen aan de poten van zijn stoel. We hebben vernomen dat minister Van Quickenborne hiermee bezig is. Ook minister De Crem had vorige maand een aantal ideeën met betrekking tot Energie, maar waar verder niet werd op ingegaan. In de loop van deze legislatuur kunnen er uiteraard nog ideeën bijkomen. Ministers, hou u alstublieft niet in. Ik denk dat de heer Wathelet zijn beleid graag ondersteund ziet.

 

Dit dossier werd erdoor gejaagd. We stellen vast dat er weinig ruimte was voor debat. Ik verwijs naar het amendement dat pas op het allerlaatste moment mocht worden bezorgd, ondanks de belofte van staatssecretaris Wathelet om het zo snel mogelijk door te sturen. De meerderheid heeft het amendement de hele voormiddag kunnen bestuderen. Ik had het geluk om vlak achter de heer Schiltz te zitten zodat ik deels al kon meelezen. Het bleek echter moeilijk om dit aan de oppositie te bezorgen.

 

Ik vraag me af welke zaken verkeerd in het amendement stonden, zaken die wij niet mochten vinden. Ik prijs wel bepaalde leden van de meerderheid. Zij hebben hun best gedaan om ervoor te zorgen dat we ten minste de hoorzittingen die bij dit ontwerp horen, hebben kunnen houden voordat er gestemd werd. Er werd door mevrouw Dierick en de heer Schiltz initiatief genomen om dit te verwezenlijken. Spijtig genoeg werd dit onmiddellijk de kop ingedrukt door plaatsvervangend voorzitster, mevrouw Jadin. Het was duidelijk dat er absoluut gestemd moest worden en dat er geen enkel greintje debat mocht zijn. Niemand mocht van gedacht veranderen want dit kon de regering misschien op losse schroeven zetten.

 

De bevriezing van de energieprijzen zou gebeuren gedurende negen maanden. Het is een voorstel van de CREG maar het is nergens onderbouwd. Tijdens de hoorzitting hebben we de CREG daarover ondervraagd en hebben we vastgesteld dat zij helemaal niet vasthouden aan negen maanden. Volgens hen zou het namelijk veel sneller kunnen gebeuren, namelijk een termijn drie maanden.

 

Ik zou graag het antwoord van de staatssecretaris horen. Hoe staat hij daar tegenover? Is hij bereid om dat tot drie maanden te beperken zoals de CREG voorstelt? Als het van hen afhangt, zullen zij minder tijd nodig hebben.

 

Mijnheer de staatssecretaris, hoe ziet u het zelf? Bent u bereid om de termijn in te korten en bent u nu wel bereid om er een termijn op te plakken?

 

Waarover we het in de commissie wel eens waren, is dat lagere prijzen alleen door meer concurrentie zullen worden bereikt. De beste manier om een lage prijs vast te krijgen, is door van leverancier te veranderen. Die prijzen zijn er vandaag de dag al.

 

De CREG heeft vorige maand nog een rapport uitgebracht, na het rapport dat door de heren Wathelet en Vande Lanotte werd besteld, waarin staat dat men in Vlaanderen op dit moment prijzen kan krijgen die lager liggen dan de gereguleerde prijzen van 2004. Dat wil zeggen dat wie goed kiest het voordeel van de liberalisering daadwerkelijk kan innen.

 

Er is ook wel wat cijferwerk mee gemoeid. Wie vandaag als standaardgebruiker een goede overstap doet, kan daarmee 500 euro per jaar besparen. Dat is 500 euro ten opzichte van het contract dat door de CREG is gebruikt om het verschil met onze buurlanden te berekenen. Dat is dus een heel ander cijfer dan het cijfer dat de regering hanteert, namelijk de 117 euro die deze bevriezing van energieprijzen zou moeten opbrengen.

 

Ik denk dat de oplossing vooral daar ligt. Een ander contract stimuleert dat. Ik denk dat we daarmee veel verder komen dan wat u hier doet.

 

De maatregel van de regering heeft natuurlijk ook gevolgen. Het levert gevaar op. Het is op dit moment immers zo dat de kleinere leveranciers die de scherpere prijzen nu aanbieden het meest door deze maatregel worden getroffen. Zij innen kleinere marges. Zij nemen risico’s om klanten met die scherpe prijs te kunnen aantrekken. Wat de regering vandaag doet, zorgt ervoor dat net die leveranciers de dupe van het verhaal worden.

 

Wij hebben de cijfers van Eneco tijdens de hoorzitting gekregen. Als de gasprijs op de internationale markt inderdaad met 20 % stijgt, zullen de verliezen net bij die kleine leveranciers terechtkomen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, als de regering de leveranciers op elk moment kan vragen om te plafonneren, zullen zij in de toekomst, als er nieuwe contracten worden gemaakt en er nieuwe leveranciers komen, als die er nog komen, niet meer het risico nemen om hun prijs zo scherp te stellen dat de regering hen op elk moment kopje onder kan duwen. Nochtans is dat wel wat er gebeurt.

 

Dat wil zeggen dat wij de actieve consument die ervoor zorgt dat onze markt beweegt en mobiel wordt, de oplossing volgens ongeveer iedereen die in dit dossier actief is, bestraffen want hij zal niet meer van die tarieven kunnen gebruikmaken omdat ze eenvoudigweg niet meer bestaan. Die consument is dus de dupe.

 

Velen van ons zijn reeds tot die conclusie gekomen, niet in dit debat maar wel lang daarvoor. Velen mogen het vandaag niet meer zeggen. Het enige wat men dan nog hoort, is: de koele minnaars van het verhaal, de dijk van het regeerakkoord – ik heb een licht andere versie, misschien moet de heer Schiltz mij dat bezorgen – om toch maar niet te zeggen dat we hier geen goede zaak aan doen.

 

Eigenlijk zijn heel veel mensen hiertegen, maar dit wordt er gewoon doorgeduwd, alleen omdat minister Vande Lanotte dat zo graag wil.

 

Er zijn nog andere problemen. Zo zouden wij eigenlijk beter eens naar het buitenland kijken. In Spanje werd een soortgelijke bevriezing doorgevoerd bij de producenten. Op het moment dat die in Spanje werd doorgevoerd, waren producenten en leveranciers echter nog dezelfden, want de markt was in Spanje toen nog niet volledig vrijgemaakt. Die is pas volledig vrijgemaakt in 2007. Wat is er in Spanje gebeurd? De verliezen die daar werden geboekt, zijn na een rechtszaak terechtgekomen bij de Spaanse overheid. Dat is ondertussen opgelopen tot een bedrag van 25 miljard euro, dat de Spaanse overheid nu in de problemen brengt.

 

Als een soortgelijk geval zich hier voordoet, dan wil dat zeggen dat de belastingbetaler alsnog opdraait voor al die verliezen. Ik denk niet dat dat een goede zaak is. Ik denk niet dat wij op die manier te werk moeten gaan.

 

20.18  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer Wollants, als een koe een kat was, dan kon u ze melken onder de stoof.

 

20.19  Bert Wollants (N-VA): Dank u wel voor die wijsheid.

 

Ik vernoem het punt alleen al dat onze vorige minister van Energie, de heer Magnette, over het muurtje is gaan kijken bij de Nederlanders om een vangnetregulering uit te werken. Toen werd gesteld dat het in Nederland kan en dat het daar werkt, dus dat wij dat ook zouden invoeren.

 

Vandaag vinden we een bevriezing van de prijzen uit. We gaan over het muurtje kijken, maar zien een catastrofe. Plotseling zijn de koeien en de katten iets anders.

 

Mijnheer Schitz, excuseer mij, maar wat u zegt, is heel kortzichtig. De CREG heeft dat naar eigen zeggen niet in detail bestudeerd. Dus houdt de maatregel een risico in. Dat weet u zeer goed. Alle leden van de meerderheid weten dat, maar toch gaan zij ermee door, omdat het een pure perceptiemaatregel is.

 

Collega’s, er is één groot voordeel. Er is een lichtpunt in het dossier. Het was haastwerk en haastwerk levert af en toe fouten op. De fouten heb ik aangehaald. Zo is men vergeten dat, als men de bepaling inschrijft in de wet van 8 januari 2012, er geen definities van toepassing zijn. Evenmin zijn er sancties van toepassing en evenmin is de CREG bevoegd. De heer Camps heeft in de commissie bevestigd dat er een probleem rijst met de uitvoering, als dat op die manier in de wet wordt ingeschreven.

 

U zult begrijpen dat ik het niet zo erg vind als er zich een probleem voordoet met de uitvoering. Daarom ben ik blij dat u die bepaling hebt laten staan en dat u de tekst op die manier zult goedkeuren, zodanig dat de leveranciers, die zwaar onder druk komen, die in de toekomst die prijs niet meer zullen aanbieden, een uitweg hebben en onder de regeling uit kunnen.

 

Collega’s, ik moet concluderen dat de regering perceptie heeft gekocht. Men wilde absoluut scoren met de energieprijzen door ons iets voor te houden, door de energieprijzen vast te houden als een elastiek. Ik kan alleen maar vaststellen dat we dat heel duur zullen betalen in de toekomst.

 

Wij houden het dossier in het oog. Dat het fout gaat, staat nu al in de sterren geschreven.

 

20.20  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, de energieprijzen in ons land liggen veel hoger dan in de meeste buurlanden. Verschillende studies hebben dat al aangetoond en wij ondervinden het zelf elke dag. Dat heeft uiteraard nefaste gevolgen voor niet alleen de koopkracht van de burgers, maar ook voor de competitiviteit van onze ondernemingen.

 

Het is dan ook goed dat het thema uiteindelijk op de politieke agenda staat van de regering. Meer nog, het is zelfs een prioriteit! De bevriezing die wij voorstellen, is slechts een tijdelijke maatregel, die noodzakelijk is om ondertussen te kunnen werken aan meer structurele maatregelen.

 

Door het wetsontwerp van de regering zullen de formules van de leveranciers voortaan in overeenstemming moeten zijn met een reeks criteria, die bij KB zullen worden vastgelegd. Hierdoor zullen de tariefformules van de leveranciers transparanter en eenvoudiger zijn.

 

De transparantere formules zullen ervoor moeten zorgen dat ook de consument gemakkelijker leveranciers met mekaar zal kunnen vergelijken. Hierdoor zal de consument hopelijk ook sneller de switch maken van de ene naar de andere leverancier.

 

De bevriezing van de prijzen is een tijdelijke maatregel, die noodzakelijk is, maar die volgens ons liefst ook zo kort mogelijk wordt gehouden. De bevriezing is volgens ons immers vrij nadelig voor de kleinere leveranciers, die werken met lage marges en de laagste prijzen aanbieden op de markt. Wij mogen die leveranciers absoluut niet wegjagen. Dat zou de marktwerking en de concurrentie immers niet ten goede komen.

 

Ook het investeringsklimaat is gebaat bij een zo kort mogelijke bevriezing. Nieuwe spelers hebben immers nood aan een stabiel klimaat en transparante wetgeving.

 

Onze conclusie is dan ook: hoe sneller het KB er komt, hoe beter. Wij hebben de CREG gehoord in de hoorzittingen. Zij heeft ongeveer twee weken nodig om met een lijst van criteria te komen. Daarnaast moet er uiteraard nog een uitgebreide consultatie komen van de sector. Wij dringen er bij de bevoegde staatssecretaris dan ook op aan dat dat spoedig zou gebeuren.

 

De bevriezing die voorligt, en het opkuisen van de tariefformules zijn uiteraard een eerste stap. Wij kijken ook uit naar het wetsontwerp dat de verbrekingsvergoeding zal aanpakken. Dat zal hopelijk nog meer consumenten aanzetten om de vergelijking te maken tussen de verschillende leveranciers en de switch te maken.

 

Volgens ons zal er evenwel nog veel meer nodig zijn om de slapende klanten wakker te maken. Wij vragen de staatssecretaris om bijkomende initiatieven nemen, in samenwerking met de Gewesten en de regulatoren. Tijdens de hoorzittingen is hiervoor al een aantal pistes aangereikt.

 

CD&V zal onderhavig wetsontwerp zeker steunen en wij zullen erover waken dat er nog meer structurele maatregelen worden genomen en dat het regeerakkoord wordt uitgevoerd.

 

20.21  David Clarinval (MR): Madame la présidente, je serai très bref.

 

Cela fait longtemps que nous évoquons le prix de l'énergie dans cette commission. Déjà lors du vote du troisième paquet énergétique, cette problématique avait été étudiée en long et en large.

 

C'est donc au terme d'un débat très long au sein du gouvernement – peut-être un peu plus court au sein du parlement, certes – qu'on a décidé de procéder au gel des prix. Cela signifie qu'on va simplement permettre à la CREG d'étudier les formules et critères qui seront mis en place par l'arrêté royal pour éviter que les tarifs augmentent de manière plus forte que dans les pays voisins.

 

Pour un libéral, il est difficile d'admettre qu'il faille intervenir de manière régalienne au sein d'un marché libéralisé, d'autant plus que le segment qui est visé ici, celui de la fourniture, est le segment qui a le moins évolué à la hausse. Ce sont les autres segments, les segments publics, qui ont le plus augmenté. Il est donc étonnant qu'on se concentre sur ce segment… Bref! C'est cela que nous avons décidé de faire.

 

Si l'on veut que ce gel soit efficace, il faudra agir sur les trois segments. Ici, la CREG va agir avec le ministre sur le segment libéralisé. Il faudra aussi agir sur le segment des distributions-transmissions. Il est clair qu'en cette matière, les acteurs régionaux ont une part du travail à effectuer. Je ne vous ferai pas l'injure de vous rappeler qu'il faut agir également sur les cotisations fédérales. Je compte sur vous pour agir sur les fonds Kyoto qui devront être supprimés, sur la réforme de la cotisation sur les éoliennes offshore et sur les fonds sociaux qui ont été stigmatisés par la CREG car elle constate qu'ils sont les plus généreux d'Europe.

 

Si l'on agit sur les trois segments, on pourra peut-être avoir un impact positif, en tout cas une réduction des coûts de l'électricité.

 

Monsieur le ministre, je n'aurai qu'une seule question sur le sujet. Les autres ont été abordées préalablement.

 

Après avoir entendu les auditions de mardi dernier, il y a un point sur lequel je voudrais revenir: la procédure de négociation avec les fournisseurs.

 

J'avais cru comprendre que la CREG allait entamer les négociations, en tout cas essayer d'avoir des concertations avec les fournisseurs, et que vous seriez là pour faire les arbitrages nécessaires. De ce que la CREG nous a annoncé, dans quinze jours, elle aura terminé son projet d'arrêté royal et c'est vous qui devrez vous concerter avec les fournisseurs et procéder aux arbitrages. Est-ce bien de cette façon que les choses vont se passer?

 

Je pense que le timing pourrait être plus court. Si nous avons un accord avant le 1er janvier, pourriez-vous débloquer le gel avant cette date?

 

20.22  Ann Vanheste (sp.a): Mevrouw de voorzitter, geachte ministers, collega’s, ik kom ook nog eens terug op het onderdeel dat het zwaarst heeft doorgewogen tijdens de bespreking van de diverse bepalingen in de commissie, namelijk de maatregelen die de regering wenst te nemen om de energieprijzen in ons land onder controle te houden.

 

Zoals mevrouw Dierick al zei, iedereen weet dat de prijzen voor gas en elektriciteit in ons land substantieel hoger liggen dan in onze buurlanden. De prijzen voor gas en elektriciteit zijn vooral sinds 2007 sterker gestegen, tussen 2010 en 2011 met maar liefst 17 %. De stijgende energieprijzen zijn verantwoordelijk voor de helft van de inflatie in 2011 terwijl het aandeel van gas en elektriciteit in de index beperkt is tot 11 %. Om dit probleem aan te pakken wil de regering ingrijpen op drie vlakken, de energieprijzen, de nettarieven en de heffingen en taksen.

 

Wat de eindprijs betreft wil de regering de opwaartse indexering van de variabele energieprijzen voor negen maand bevriezen vanaf 1 april tot 31 december. Prijsdalingen blijven uiteraard mogelijk. Ondertussen krijgt de CREG de tijd om een lijst op te stellen met relevante en objectieve parameters om zo tot betere indexeringsformules te komen. Wat de leveranciersmarkt betreft wil de regering het switchgedrag van de consument verhogen. Daarom wordt de vroegtijdige opzeggingsvergoeding verboden met inachtneming van de opzegperiode. Voor vaste contracten bedraagt de vergoeding maximum 50 euro. De regering zal samen met de OCMW’s het initiatief nemen om begeleide personen aan te zetten over te schakelen op een zo goedkoop mogelijke contractformule.

 

20.23  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw Vanheste, u leest allerlei zaken voor over maatregelen die zullen worden genomen. Die zitten hier echter allemaal niet in. Het enige wat hier vandaag voorligt is de bevriezing van de energieprijzen, meer is het niet. Het is heel leuk dat u aankondigt dat uw minister dat allemaal zal doen en het dan op het bureau van de heer Wathelet zal leggen. Vandaag zien we daar echter niets van. Dit is een eenzijdige maatregel, puur de bevriezing van energieprijzen. Ik meen dat we het daarover hebben.

 

20.24  Ann Vanheste (sp.a): Mijnheer Wollants, ik wil het schone van het werk van de regering tot uiting brengen want uw fractie doet niets anders dan negatief zijn en ik wil eens positief zijn, dat is alles.

 

20.25  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Collega’s, ik wil mevrouw Vanheste bijtreden. Dit getuigt toch wel van wat kwade wil na het debat dat wij hier tijdens het vragenuurtje hebben gehad en waarbij zelfs meerderheidspartijen de premier expliciet hebben gevraagd naar een engagement voor het uitvoeren van het totaalpakket aan maatregelen.

 

U zegt nu dat dit hier niet allemaal op de banken ligt. Nee, dat is waar, mijnheer Wollants: zo miraculeus zijn wij niet dat wij de hele hervorming van de energiemarkt plots op tafel zouden kunnen gooien. Trouwens, zouden wij dat doen, dan stond de heer Calvo aan de andere kant te krijsen en te briesen dat hij te weinig tijd kreeg om alles te bestuderen.

 

Laten wij wel zijn, dit is een eerste stap, waarbij u terecht een aantal kritische bedenkingen hebt gemaakt. Die werden door de regering gecounterd en gekaderd. Er werd een engagement opgenomen, ook door de partij van mevrouw Vanheste en de mijne, om het geheel aan maatregelen correct naar voren te brengen. Zeggen dat dit half werk is omdat het niet op de banken ligt, dat is echt wel van de pot gerukt.

 

20.26  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer Schiltz, het voortschrijdend inzicht gaat bij u wel heel snel! Niet minder dan een week geleden hebt u in de commissie zelf gevraagd om het volledige pakket te behandelen. U was toen terughoudend om enkel dit deel aan te pakken. Het kan best dat u het engagement hebt gekregen, maar als wij het totaalpakket hier willen toelichten, dan moeten wij ook over het totaalpakket kunnen debatteren. Wij hebben hier enkel de tekst over de bevriezing. Wij kunnen het gerust daarover alleen hebben, maar wij moeten weten dat dit een voorafname is op het volledige debat en dat van al de rest achteraf nog moet blijken of het wel zal gebeuren.

 

Ik weet dat u heel dikwijls de regering zult moeten ondervragen om het volledige pakket te krijgen om wat u “een dijk van een regeerakkoord” noemt, uitgevoerd te krijgen. Op dit moment komen enkel de socialistische maatregelen erdoor. Uw bezorgdheid is misschien ook de mijne, want ik denk dat enkel die maatregelen er op het terrein effectief komen. Daar gaat het over.

 

20.27 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Wollants, wij aanhoren u reeds enkele minuten. Soms is uw kwade trouw echt verrassend. U doet soms of er geen debat is geweest in de commissie. In de commissie heb ik zelf gezegd dat als er slechts de maatregel over de indexering was, ik die zelfs niet had gepresenteerd. Dat is geen voldoende maatregel, maar een overgangsmaatregel die noodzakelijk is om alle andere maatregelen te nemen qua concurrentie, qua sociale tarieven, qua federale bijdrage. Ik heb dat gezegd en toegelicht.

 

Wij hebben de overgangs- en tijdelijke maatregelen nodig om alle andere maatregelen te treffen en om het regeerakkoord volledig uit te voeren. Ik heb dat gezegd en kan dat opnieuw herhalen. Toch blijft u hier komen zeggen dat er alleen maar die maatregel is, dat die geïsoleerd moet zijn en niet gekoppeld is aan die andere maatregelen. Ik heb precies het tegenovergestelde gezegd in de commissie en zal dat opnieuw herhalen.

 

Dat wordt ook bevestigd door mevrouw Dierick, de heer Schiltz en mevrouw Vanheste, alle leden van de meerderheid hebben dat gezegd. Wij zijn er allemaal van overtuigd dat er meer nodig is dan die maatregelen om iets te doen om van de energiemarkt een echte markt te maken.

 

20.28  Ann Vanheste (sp.a): Mijnheer Wollants, ik zal nu mijn positieve noot verder uitzingen.

 

In verband met de nettarieven, de regering heeft akte genomen van de intentie van de CREG om de huidige distributienettarieven voor gas en elektriciteit te bevriezen tot de regionalisering.

 

Ook de federale bijdrage ondergaat veranderingen. Zo worden de bijdragen voor de financiering van de CREG en de OCMW’s nominaal bevroren tot 2014 en wordt de bijdrage voor het Belgische Kyotofonds opgeheven tot eind 2012.

 

Verder zal ook de vrijstelling voor het Kyotofonds die de eindafnemers van groene stroom genieten vanaf 1 januari 2013 worden afgeschaft en wordt de vergoeding voor leveranciers die leveren aan beschermde klanten hervormd. De verandering in het systeem met betrekking tot het sociaal tarief zorgt ervoor dat leveranciers ook een deel op zich moeten nemen. Op die manier draagt iedereen zijn steentje bij en komt niet alles op de consument terecht.

 

De ondersteuning van hernieuwbare energie wordt ook omgevormd aan de hand van verschillende maatregelen, zoals de hervorming van het systeem van de groenestroomcertificaten.

 

Het is goed dat de regering achter een geïntegreerde aanpak van de productiemarkt staat. Zo wordt een repartitiebijdrage op nucleaire productie ingevoerd van 550 miljoen euro per jaar— in 2011 was dat nog 250 miljoen — waarvan in 40 miljoen euro wordt voorzien voor offshore. Men zal ook de mogelijkheid onderzoeken om een deel van de nucleaire productiecapaciteit ter beschikking van de markt te stellen. Ik stel vast dat de regering laat blijken de situatie op een goede manier te willen aanpakken.

 

Sp.a zal dit integraal steunen en stemmen.

 

20.29  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, ik wil het feestje van mevrouw Vanheste niet vergallen maar zij zal mijn betoog veeleer als negatief categoriseren. Dat kondig ik alvast aan.

 

Mijn ideologische motieven verschillen dan wel van die van de heer Wollants, maar ik begrijp dat hij dit debat nog maar eens aangrijpt om de staatssecretaris en de regering te confronteren met de uitdagingen waarmee onze energiemarkt wordt geconfronteerd.

 

Deze week was er een hoorzitting waarop u ook aanwezig was, mevrouw Vanheste. U hebt de diverse gasten geconfronteerd met scherpe en belangrijke vragen. U stelde samen met mij vast dat, buiten deze regering en buiten de kabinetten van staatssecretaris Wathelet en minister Vande Lanotte, niemand echt enthousiast is over de maatregelen die op korte en lange termijn door deze regering worden genomen. Nieuwe investeerders die hun nek uitsteken voelen zich vooralsnog miskend en dat in een bijzonder moeilijke economische context. Als u goed hebt opgelet dan maakt u die vaststelling samen met mij.

 

Ik begrijp wel dat er zoiets bestaat als politieke communicatie. Minister Vande Lanotte is daar ook bijzonder sterk in. Onze burgers hebben echter andere noden dan louter perceptiepolitiek. Tijdelijke maatregelen lanceren om de gemeenteraadsverkiezingen te overbruggen en om tijdens die campagne te kunnen vertellen dat men maatregelen heeft genomen, dat is niet voldoende.

 

Ideologisch heb ik geen probleem met de tijdelijke blokkering van de energieprijzen. Niemand kan een probleem hebben met eenvoudigere en transparantere tariefformules. Ik heb er ook alle begrip voor dat onze energieregulator daar enige tijd voor nodig heeft.

 

Wat het een beetje vervelend maakt, is dat deze maatregel veel aandacht heeft gekregen op de communicatieafdelingen van deze regering. De maatregel wordt voorgesteld als een belangrijke oplossing. In de commissie klinkt dat anders dan in de kranten. De blokkering van de prijzen wordt als een heel belangrijke maatregel voorgesteld, terwijl het een heel beperkte maatregel is, waaraan mogelijk — zoals collega Wollants terecht zei — een aantal bedreigingen aan verbonden is.

 

20.30  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Calvo, begrijp ik hieruit dat u tegen de blokkering van de energieprijzen bent?

 

20.31  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Aan die vraag had ik mij echt niet verwacht, mevrouw Temmerman. Wat een sluwe vraag! Zou de groene oppositie zich durven verzetten tegen de prachtige plannen van professor Vande Lanotte!

 

20.32  Karin Temmerman (sp.a): Ik vraag u om te antwoorden of u al dan niet tegen de blokkering van de energieprijzen bent? Een eenvoudig antwoord met "ja" of "nee" is voldoende.

 

20.33  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mocht uw commissaris in de commissie voor het Bedrijfsleven goed hebben teruggekoppeld naar u, als fractieleider, zou u weten dat onze fractie…

 

20.34  Karin Temmerman (sp.a): Wij zijn hier in de plenaire vergadering, mijnheer Calvo.

 

20.35  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): …dat onze fractie deze maatregel…

 

20.36  Karin Temmerman (sp.a): Ik zetel in andere commissies. Wil u mij nu een antwoord geven?

 

20.37  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik was ermee bezig, mevrouw Timmerman.

 

20.38  Karin Temmerman (sp.a): Bent u voor of tegen de blokkering van de energieprijzen?

 

20.39  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik was ermee bezig, mevrouw Temmerman. Ik was aan het vertellen dat onze fractie deze maatregel steunt.

 

20.40  Karin Temmerman (sp.a): Ha!

 

20.41  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ja, onze fractie steunt deze maatregel. Verrassing! Alsof de fractie van Ecolo-Groen anders nooit maatregelen steunt die goed zijn voor onze burgers!

 

Wil u het nog eens horen? Wij hebben geen enkel probleem met wat vandaag voorligt. Ik heb wel een ander groot probleem, mevrouw Temmerman. Sorry, maar die nuance is moeilijk voor u. Het probleem situeert zich veeleer bij u dan bij mij. Ik heb er een probleem mee dat wat vandaag voorligt voorlopig het enige is wat deze regering aan het Parlement voorstelt. Deze maatregel heeft een aantal perverse…

 

20.42  Karin Temmerman (sp.a): Deze regering is nog maar drie maanden bezig.

 

20.43  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): U hebt intussen wel een aantal maatregelen kunnen nemen inzake pensioenen, en inzake de arbeidsmarkt, maatregelen waar u als socialisten normaal gezien niet voor staat te springen. Die zijn wel al de revue gepasseerd. Daar heeft iedereen al over kunnen stemmen. Inzake energie is er voorlopig slechts een aantal tijdelijke maatregelen.

 

Dat is het probleem. Sorry, maar wij voelen ons daar een beetje ongemakkelijk bij, mevrouw Temmerman. Dat is vervelend voor de sp.a-fractie en dat begrijp ik. Wij proberen van op dit spreekgestoelte immers de ballon van minister Vande Lanotte te doorprikken als zou het tijdelijk blokkeren van de energieprijzen een belangrijke oplossing zijn voor onze energiemarkt. Dat is het niet!

 

Sta mij toe dit debat aan te grijpen om nog maar eens te verwijzen naar de maatregelen die door de CREG worden gesuggereerd. Neem niet alleen het laaghangend fruit, kies niet alleen voor de symbolenpolitiek.

 

20.44  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): (…)

 

20.45  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Schiltz, het verveelt u, maar, eerlijk gezegd, het verveelt mij ook. Ik stel evenwel vast dat het nodig is om die boodschap in dit Parlement naar voren te blijven brengen.

 

20.46  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Calvo, ik zal aan de mensen die hun energiefactuur nog moeilijk kunnen betalen zeker zeggen dat u de blokkering van de energieprijzen tot het einde van dit jaar een symbolische daad vindt.

 

20.47  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw Temmerman, dat is fantastisch. Stel u voor, een groen politicus plaatst nog maar een klein vraagteken bij de socialistische dogma’s en bij de ideologische trofeeën van de socialistische partij in deze regering, en het kot is al te klein! Ik zou plots voorstander zijn van hogere energieprijzen.

 

Mevrouw Temmerman, ik zeg alleen dat de communicatiedienst van de sp.a-kabinetten inzake energie actiever is dan de studiedienst die echte maatregelen moet uitdokteren en dat dit te mager is. Als u oprecht begaan bent met de energiefacturen van de consumenten en de kmo’s en niet alleen met het winnen van de gemeenteraadsverkiezingen en met het redden van uw gezicht, dan zou u hier vandaag ook andere voorstellen neerleggen. Dat is het probleem en sta mij toe u daarmee af en toe te confronteren, niet omdat wij de vrienden van sp.a graag pesten of plagen of in de hoek zetten, maar omdat wij oprecht ervan overtuigd zijn dat er ook andere maatregelen moeten worden genomen in dit land.

 

Wat zou deze regering dan bijvoorbeeld kunnen doen? Mijnheer de staatssecretaris, ik heb tijdens de bespreking van de beleidsnota een alternatieve beleidsnota voorgesteld met tien punten. Ik heb u toen voorgesteld om die uit te schrijven en uit te werken. Dat was toen niet nodig, maar u hebt wel enkele punten kunnen noteren. Het waren suggesties. Ik heb vastgesteld dat de mensen van Eneco hun huiswerk eergisteren heel goed hebben gemaakt en u een heleboel concrete maatregelen hebben voorgesteld. Ik heb vastgesteld dat de energieregulator in zijn studies een resem maatregelen suggereert.

 

Collega’s, het gaat niet over het uitvinden van warm water, maar over het uitvoeren van wat de hele sector, op die gemene monopolist na, vraagt en waarvoor hij bijna smeekt aan deze regering en ook aan u, mevrouw Temmerman, omdat hij graag systemische hervormingen ziet in deze energiemarkt. Ik geef een aantal voorbeelden om het concreter te maken.

 

(…): (…)

 

20.48  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Het was misschien een consument die nu al verontwaardigd was over het feit dat de fractie van Ecolo-Groen een klein vraagteken durft plaatsen bij de ideologische dogma’s van de sp.a-fractie en de PS-mandatarissen in deze regering.

 

Mevrouw Temmerman, wat ik mis, is bijvoorbeeld de nucleaire taks. Ik heb daarnet de eerste minister daarmee geconfronteerd. Opnieuw zegt de regulator dat alleen als men een taks van 1,2 miljard euro op tafel legt, alleen als het Parlement die maatregel goedkeurt, wij reële concurrentie zullen krijgen in de energiemarkt. Dan gaat het opnieuw over de nucleaire uitstap. Wij hebben vandaag een groot probleem, een monopolie van één speler, één technologie. Een meer gediversifieerde energiemix zou automatisch zorgen voor meer concurrentie en voor een neerwaartse druk op de prijzen.

 

Het kan zelfs nog straffer! Het zou passen, mocht deze regering, met zijn vertegenwoordigers in de diverse raden van bestuur en commissies, geen cadeautjes meer uitdelen aan de gemene jongens, de grote spelers in de energiesector. Wat is bijvoorbeeld uw reactie, mevrouw Temmerman, als blijkt dat de Commissie voor nucleaire voorziening, in aanwezigheid van een vier- à vijftal regeringsvertegenwoordigers die op dat moment een meerderheid hadden in de vergadering, een korting van zowat 230 miljoen euro heeft gegeven op de bijdragen voor de nucleaire provisies aan Electrabel? In tweede instantie moet deze regering dan ook naar de Raad van State trekken om die exploitant te vragen om bij te dragen aan die nucleaire provisies.

 

U hebt daar, ondanks de actieve perceptiepolitiek, toch een geloofwaardigheidsprobleem, u als regeringspartij en deze regering in zijn totaliteit. U moet de grote jongens echt en sterker dan vandaag durven aanpakken.

 

Een tweede piste betreft de mobiliteit van de consument. Dit is een heel boeiend debat omdat men daar wordt geconfronteerd met inzichten uit de economische wetenschap en een inkijk krijgt in de psyche van de consument. Men moet daar echt heel veel maatregelen nemen om dat overstapgedrag te stimuleren. Deze week werden er in de commissie een aantal suggesties gedaan zoals een grootse campagne of de verplichting van de historische speler om zijn klanten te informeren over het aanbod van andere leveranciers. Er is ook het voorstel van Ecolo-Groen. Om de intraleveranciersmobiliteit te promoten zou men de leveranciers bijvoorbeeld kunnen verplichten hun klanten jaarlijks te informeren over het beste tarief. Dit zijn maatregelen die wij kunnen en volgens mij ook moeten nemen.

 

Ik kom dan tot een derde piste. Collega’s, energie wordt nooit meer goedkoop. Wij kunnen daar met zijn allen grote verklaringen over afleggen en wij kunnen maatregelen nemen om een neerwaartse druk te realiseren op de prijzen, maar energie wordt nooit meer goedkoop. De enige structurele, sociale en ecologische manier om de energiefactuur te drukken op lange termijn, is investeren in energiebesparing. Mijnheer de staatssecretaris, u hebt op dat vlak een aantal voorstellen gedaan, maar dan wel om die energiebesparing moeilijker te maken.

 

Collega’s, wij hebben er noch ideologisch, noch politiek enig probleem mee dat het vereenvoudigen van de tariefformules enkele weken of maanden zal vergen. Wij hebben echter wel een probleem met het feit dat dit vandaag de enige maatregel is die ons wordt voorgelegd. Een aantal systemische hervormingen om die markt echt open te gooien, worden niet genomen. Ik hoop dat in dit Parlement dergelijke kanttekeningen nog altijd mogen worden gemaakt.

 

20.49  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, collega’s, het zal voor de oppositie natuurlijk nooit genoeg zijn. Dat mogen wij niet verwachten. Soms mogen we dat wel hopen. Wanneer wij zinnige dingen doen, mogen we dat hopen, maar helaas is die hoop vandaag vervlogen en teloorgegaan, mijnheer Calvo.

 

Collega’s, ik heb al kort het woord genomen om aan te tonen dat u moeilijk kunt verwachten dat hier vandaag de volledig nieuwe architectuur van de energiemarkt staat. Ik pleit schuldig, want de voorgaande regeringen zijn daar ook niet in geslaagd. In het regeerakkoord hebben wij ootmoedig de hand in eigen boezem gestoken en gekeken waar het mis is gelopen.

 

Nu neemt de regering krachtdadige maatregelen. Uiteraard heeft de liberale fractie zeer behoedzaam naar die maatregelen gekeken. Wij hebben daarover enkele zorgen geformuleerd, absoluut. Maar, zoals het altijd gaat, na wederzijds overleg is duidelijk geworden dat de voorliggende maatregel tijdelijk zal zijn.

 

De zo bedreigde kleine spelers waar de oppositie het graag over heeft en waarover ik word geciteerd, zullen de eersten zijn die aan een bevroren prijs kunnen ontsnappen omdat zij reeds met op gas gebaseerde contracten werken en niet met op olie gebaseerde contracten. Dat is een van de zovele maatregelen waar de CREG naar verwijst. De kleine spelers zullen binnen drie maanden, binnen één indexeringsperiode, als zij een beetje goede wil tonen, al meteen onder het juk van de prijsbevriezing kunnen ontsnappen.

 

Ik word graag geciteerd door u allen. Dat vind ik heel plezant.

 

Aan de vicepremier, de heer Vande Lanotte, heb ik gevraagd waarom alleen hij communiceert over de prijsbevriezing, terwijl staatssecretaris Wathelet ocharme moet wachten op zijn uitrustingsplan en hard aan het werken is om een aantal andere maatregelen uit te werken. Minister Vande Lanotte heeft zich voor zijn communicatie geëxcuseerd.

 

Vandaag heeft de premier mij en de hele vergadering trouwens nog gerustgesteld. Wij moeten ons geen zorgen maken, want de regering zal het niet houden bij de prijsbeperkingen alleen. Wederom werd naar het uitrustingsplan verwezen. Wij zullen de producent Electrabel, waar het grootste probleem ligt, aanpakken, zowel door een systeem van terbeschikkingstelling als door een nucleaire rente, die vandaag al wordt opgelegd.

 

Mijnheer Calvo, stop nu toch eens alstublieft met uw verhaal, alsof alleen die 1,2 miljard euro zaligmakend zou zijn. Wij hebben in ons halfrond, in de huidige en de vorige regeerperiode, maanden besteed aan de bepaling van het bedrag van de nucleaire rente.

 

Er is geen eensgezindheid over, noch politiek, noch wetenschappelijk. Sta ons dan toe om een combinatie van juridische, politieke en economische redenen bij elkaar op te tellen om het optimum te bereiken, mijnheer Calvo. Daarom doe ik aan politiek: om een optimum te bereiken, dat werkt. Als de staatssecretaris u zegt liever 550 miljoen euro in de pocket te hebben, dan 1,2 miljard euro ergens op een blaadje met een vordering voor het Grondwettelijk Hof, dan moet ik hem helaas volgen en zeggen liever 550 miljoen euro in de pocket. Een groot deel ervan zal trouwens aangewend worden om meer hernieuwbare capaciteit te betalen, zonder dat die op de kap van de consument gesubsidieerd moet worden.

 

20.50  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Schiltz, we hebben intussen het genoegen gehad om een aanzienlijk aantal debatten over het thema met elkaar te voeren. U kunt dan ook in alle eerlijkheid vertellen dat de Ecolo-Groenfractie meer dan alleen een hogere nucleaire rente voorstelt om onze energiemarkt om te gooien. Ik heb daarnet op het spreekgestoelte verwezen naar het tienpuntenplan, een alternatieve beleidsnota. Dat tienpuntenplan bestond niet uit tienmaal een nucleaire taks van 1,2 miljard euro. Als u de nodige nuance aan de dag legde op het spreekgestoelte, zou u dat ook erkennen.

 

20.51  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Ik sta hier om het beleidsplan van de regering toe te lichten. Vergeef mij dus dat ik uw beleidsplan niet tot het opperste goed verhef. Ik heb alleen een kritiek van u op de nucleaire rente gecounterd. Dit is al wat ik doe: argument, tegenargument en repliek. Sta mij dus toe om mijn betoog te sluiten, dan kunt u na de repliek van de staatssecretaris nog altijd eens het woord nemen, zoveel u wilt.

 

Sta mij toe om de staatssecretaris te bedanken voor het werk dat hij met de commissie levert en voor de openheid die hij tegenover de commissie toont. Mijnheer de staatssecretaris, ik hoop vooral dat wij in de komende maanden spoedig werk zullen kunnen maken van die andere maatregelen, zodat wij de oppositie haar ongelijk zullen kunnen bewijzen.

 

20.52  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): De heer Schiltz solliciteert spontaan naar het voorzittersstoeltje van het Parlement. Ik was halverwege mijn betoog. Collega Schiltz, ik wil slechts duiden dat er een hele reeks wetsvoorstellen van de Ecolo-Groen-fractie voorliggen en dat er meer is dan de nucleaire taks.

 

U zegt dat er geen wetenschappelijke noch politieke consensus is over de hoogte van de nucleaire rente en over het antwoord op de vraag hoeveel we daarvan moeten afromen.

 

Ik stel vast dat de consensus bij de energieregulator en zelfs bij werkgevers- en werknemersorganisaties relatief groot is. Die taks betreft 250 miljoen euro netto. Daar gaat het om: 550 miljoen euro bruto betekent voor Electrabel 250 miljoen euro netto, een fractie van de woekerwinsten.

 

Ik merk meer en meer de consensus op, collega Schiltz, dat heel wat mensen dat te weinig en onrechtvaardig vinden. Het geeft ons niet de middelen om de nieuwe spelers wind in de zeilen te geven. Die consensus merk ik op. Ik stel vast dat u gebiologeerd bent door de consensus van de drie traditionele partijen. Dat is wel iets anders.

 

20.53  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer Calvo, ik denk dat ik bij uw brillenmaker langs moet gaan, want ik ben echt verbijsterd over de manier waarop u naar de werkelijkheid kijkt.

 

Collega’s, ik heb het begrepen: wat de heer Calvo wil, is niet een correcte fiscale beteugeling of correctie van Electrabel. Neen, hij wil gewoon zoveel geld bij Electrabel halen als nodig om zijn droombeeld van hernieuwbare energie te kunnen betalen. U hebt het gehoord, ik heb het gehoord: I rest my case.

 

20.54  Joseph George (cdH): Madame la présidente, je m'exprimerai de mon banc puisque beaucoup de choses ont déjà été dites, notamment par l'opposition même si cela s'est fait de manière très éclatée, puisque certains disent que l'on en fait trop et d'autres disent que l'on en fait trop peu! Toujours est-il que le gouvernement a pris ses responsabilités.

 

Depuis plusieurs années, le sentiment général de la population d'une augmentation constante du prix de l'énergie a été objectivé par une série de données. Comme je l'ai déjà dit en commission, la CREG a fait état de cette évolution du prix de l'énergie par nos fournisseurs, en particulier entre juillet 2003 et décembre 2009, hausse variant de 50 à 70 %. Mais la CREG n'est pas la seule à avoir fait ce constat. En effet, tous les rapports de la Banque nationale indiquent que les prix évoluent constamment à la hausse. Et même lorsque le prix des fournitures est à la baisse, le prix de l'énergie ne diminue pas pour autant pour le consommateur. En termes d'économie, l'élasticité ne joue jamais qu'à la hausse.

 

Par ailleurs, si l'on considère les données fournies en matière d'endettement, on constate que les trois principaux facteurs d'endettement pour nos concitoyens sont le prix du loyer, le prix de la téléphonie mobile, et le prix de l'énergie … et le prix de l'énergie … et le prix de l'énergie.

 

Face à cette situation, on ne pouvait pas rester sans réaction. Le gouvernement devait donc intervenir sur le marché car ce dernier ne s'autorégule pas, parce que les fournisseurs ne se basent pas sur des critères acceptables. Tel est notamment le rôle du parlement, de la puissance publique. Si un marché ne fonctionne pas, il faut en changer les règles, imposer un cadre tout en laissant s'organiser la concurrence autour de ce cadre.

 

Au cours des auditions auxquelles nous avons procédé, la CREG a effectivement confirmé que le gouvernement allait mettre en place et imposer des critères en relation avec des coûts internes et non des critères qui se fondent sur des coefficients dont on sait qu'ils n'ont plus aucun lien avec la réalité.

 

Président: André Flahaut, président.

Voorzitter: André Flahaut, voorzitter.

 

Cette mesure prendra cours à partir du 1er janvier prochain. Entre-temps, il est logique que le gouvernement prenne une mesure de blocage, ce qui n'est jamais agréable.

 

Elle est cependant indispensable pour trois raisons. D'abord, le pouvoir d'achat de nos citoyens était mis à mal. Le budget de l'énergie pèse de plus en plus lourd et entraîne le surendettement. Ensuite, il pèse sur la compétitivité de nos entreprises en situation de déséquilibre sur le plan concurrentiel avec des producteurs établis dans des pays où les prix sont inférieurs. Enfin, c'est l'influence sur l'inflation; c'est important, car cela joue sur tout le modèle belge. Si les prix augmentent, il y a inflation, ce qui pousse les salaires à la hausse et amène des problèmes de compétitivité.

 

Voilà pourquoi il faut prendre le mal à la racine. Les mesures qui s'appliquent sont des mesures parmi d'autres. Certains affirmaient que diverses nuances nous échappent; rien ne nous échappe et on peut en débattre. Aujourd'hui, nous débattons de ce sujet et de rien d'autre.

 

C'est pourquoi je peux apporter le soutien du cdH à ces mesures.

 

20.55 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ik zal vrij kort zijn.

 

Ten eerste, ik herhaal dat er de komende negen maanden ook andere maatregelen worden genomen, zoals de sociale tarieven en de schorsing van de financiering van het Kyotofonds. Die twee maatregelen treden in de loop van april in werking. Dat is vrij vlug. De verandering van het systeem van de offshorebetaling in de federale bijdrage moet vóór 1 januari 2013 in werking treden. Dat zijn allemaal kalendermaatregelen die in deze regeringsperiode in werking zullen treden.

 

De heer Schiltz en mevrouw Dierick hebben verwezen naar het uitrustingsplan. Dat is belangrijk. De resultaten van dat plan heb ik nog niet. Ik heb vragenlijsten gestuurd naar alle mogelijke producenten in België en heb die ook teruggekregen. Ik heb hen gezegd dat ik vóór de zomervakantie met dat uitrustingsplan zal komen. Dat is ook het engagement van de regering. Ik denk dat wij op schema zitten om die termijn te respecteren.

 

En ce qui concerne la question de M. Clarinval, il est possible que l'arrêté royal soit déjà pris et promulgué avant le 1er janvier 2013 mais, j'insiste, la CREG fait une proposition, sur la base de laquelle un arrêté royal doit être établi après concertation avec le secteur. La concertation n'est pas prévue dans le texte, mais elle aura lieu, je vous le garantis! C'est la procédure!

 

Si le tout est prêt avant le 31 décembre 2012, certains fournisseurs pourraient demander d'utiliser les nouveaux paramètres d'indexation. S'ils utilisent ce mécanisme-là – ils n'y sont pas obligés, ils peuvent le faire – et pour autant que toutes les conditions relatives à la publication de l'arrêté royal soient remplies, un contrôle ex ante de la CREG sera exercé. Si, par contre, ils ne l'utilisent pas mais entrent dans le nouveau système qui sera d'application à partir du 1er janvier 2013 (conformité des paramètres, etc.), le contrôle de la CREG sera un contrôle ex post avec des sanctions plus importantes.

 

Mijnheer Wollants, er is nog iets wat ik niet zonder antwoord kan laten. U zegt dat wat wij doen slechts een kwestie van perceptie is. Dat is helemaal niet correct. Probeer eens aan de vennootschappen, de kmo’s, de burgers, uit te leggen dat de stijging van de gasfactuur met 20 % in 2011, dat de stijging van de elektriciteitsfactuur met 12 % in 2011, slechts een kwestie van perceptie is. Overigens, dat zijn de gemiddelden die door de CREG zelf zijn geciteerd zijn. Dat is geen kwestie van perceptie. De bedragen zijn belangrijk genoeg om duidelijke maatregelen te nemen.

 

Ik zeg het opnieuw: wij beperken ons niet tot de bevriezing van de prijzen. U zegt dat de concurrentie in België meer moet kunnen spelen. Dat vindt u de belangrijkste maatregel. U hebt gelijk, maar wij moeten vaststellen dat de concurrentie nu niet functioneert. Zelfs met lagere prijzen veranderen de consumenten niet genoeg van leverancier. Daarom nemen wij bijkomende maatregelen, zoals die inzake de verbrekingsvergoeding.

 

Ik heb inderdaad veel gecommuniceerd. De heer Calvo zei daarnet dat de regering over van alles communiceerde. De heer Calvo gaf ons een kleine les over communicatie. Hij heeft zelf beweerd dat zijn betoog niet ideologisch was. Nu weten wij dus dat de heer Calvo niet aan ideologie doet. Nu zegt hij dat wij niet communiceren. Dat gaat iets te ver, mijnheer Calvo. Op een bepaald moment moet u stoppen, zoniet krijgt u een probleem van geloofwaardigheid.

 

Ik vind dat wij moeten communiceren over energie. Wij moeten de Belgen zeggen dat zij de concurrentie moeten laten spelen. Zij moeten van leverancier veranderen. Zij moeten vergelijken. Ik heb het zelf gedaan. Dat heb ik al gezegd. Misschien wat laat, maar ik heb het gedaan, en ik meen dat ik nu een betere keuze gemaakt heb dan eerst.

 

De Belgen moeten dat doen. Daarover moeten wij communiceren. De bevriezing is essentieel en tijdelijk. Het is een overgangsmaatregel. Ik engageer mij om de andere maatregelen de komende periode toe te passen. Pas nadien kunnen wij de hopelijk bijkomende concurrentie op de markt met gevolgen voor de kosten voor onze burgers en kmo’s evalueren.

 

20.56  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, als ik zeg dat het een perceptiemaatregel is, dan is dat vooral, omdat de prijzen door de internationale markt worden gedreven. Wij hebben allemaal de cijfers van Eneco van de gasprijs op de internationale markt gekregen. Misschien hebt u ze niet gekregen; iemand van uw fractie zal ze dan wel bezorgen. Ter zake voorziet men een stijging van 20 %. U kunt die prijzen inderdaad vandaag bevriezen, om ze in januari opnieuw los te laten, maar dan hebben we niets gewonnen. De geboekte tekorten komen automatisch terug in die tarieven. Wat u doet, is de zaak uitstellen.

 

U zegt dat de concurrentie op de markt onvoldoende werkt en dat we daar iets aan moeten doen. Wat u doet, is net de leveranciers viseren die er iets aan proberen te doen. Zij proberen klanten binnen te halen door met goede tarieven over de brug te komen. Als uw oplossing erin bestaat om net die leveranciers de benen te breken, dan bent u verkeerd bezig.

 

Misschien is de heer Schiltz de vijfde minister van Energie. Hij ging het engagement aan om het koninklijk besluit binnen een indexeringsperiode aan te leveren, zodat de kleinere leveranciers met de scherpe prijzen effectief over goedgekeurde tarieven kunnen beschikken. Bevestigt u dat engagement?

 

20.57  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de vraag die collega Wollants opwerpt, is een heel belangrijke vraag.

 

De heer Camps heeft in de hoorzitting gezegd dat het voorstel van koninklijk besluit binnen twee weken klaar zou zijn en dat het dan aan de regering is om overleg te plegen.

 

Als u vandaag een helder, duidelijk signaal geeft dat het sneller kan dan binnen negen maanden en dat wij ons engageren om een goed overleg met de sector te hebben op korte termijn, dan zou daarmee heel wat onrust worden weggenomen. Ik wil u daarover horen. Een duidelijker engagement inzake termijn zou al heel wat goed maken.

 

20.58  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur Calvo, en commission, je vous ai donné les délais de la CREG. Sur cette base, je consulterai et un arrêté royal sera déterminé. Je ne m'engage pas sur un délai. Je privilégie une bonne liste, un bon arrêté royal et une concertation saine plutôt qu'une date sur laquelle je devrai m'engager. Nous avons un délai de neuf mois. Si on peut le faire plus vite, on le fera, mais je ne m'engage pas sur des délais intermédiaires.

 

Le président: Voilà qui est dit! Avez-vous compris, monsieur Calvo? Vous êtes d'accord avec la réponse? Pas d'accord mais vous avez entendu la réponse!

 

20.59  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik heb het antwoord van de staatssecretaris mogen beluisteren. Ik betreur het en ik denk dat nogal wat spelers dat samen met mij doen. Daar gaat het net over. (…)

 

Le président: Les regrets sont éternels! En we zullen zien!

 

20.60  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): (…)

 

Le président: Monsieur Calvo, ce jeu a assez duré! Le débat est terminé. Vous avez eu suffisamment de temps pour vous exprimer sur ce dossier!

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2097. Le texte adopté par les commissions sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2097/12)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 2097. De door de commissies aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2097/12)

 

Le projet de loi compte 85 articles.

Het wetsontwerp telt 85 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 85 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte aux articles 40, 58, 60 et 83.

De artikelen 1 tot 85 worden artikel per artikel aangenomen, met tekstverbeteringen op artikelen 40, 58, 60 en 83.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2098. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2098/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 2098. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2098/3)

 

Le projet de loi compte 5 articles.

Het wetsontwerp telt 5 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 5 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 5 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

21 Prise en considération de propositions

21 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation ? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar ? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Je vous propose de prendre en considération la proposition de loi de M. Theo Francken et Mmes Sarah Smeyers et Daphné Dumery modifiant le Code de la nationalité belge en ce qui concerne la procédure de naturalisation (n° 2116/1).

Renvoi à la commission de la Justice.

Ik stel u voor het wetsvoorstel van de heer Theo Francken en de dames Sarah Smeyers en Daphné Dumery tot wijziging van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit wat betreft de naturalisatieprocedure (nr. 2116/1) in overweging te nemen.

Verzonden naar de commissie voor de Justitie.

 

Pas d'observation ? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar ? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Urgentieverzoek

Demande d'urgence

 

21.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik had graag de hoogdringende behandeling gevraagd van het wetsvoorstel over het aanpassen van de naturalisatieprocedure.

 

Wij zijn in deze Kamer al vijf jaar bezig met het zoeken naar een compromis over het afschaffen van de snel-Belg-wet. Het regeerakkoord bevat een passage rond het afschaffen van de snel-Belg-wet. De regering-Di Rupo belooft om de snel-Belg-wet te hervormen waarbij integratie, goed gedrag en zeden en actieve participatie of arbeidsdeelname de drie centrale concepten worden. Zo grijpen wij terug naar het concept van nationaliteitsverwerving van voor 2000, van voor de snel-Belg-wet. Er is ook door het Parlement al heel wat werk verzet. Wij zijn in oktober met een meerderheid van vooral Vlaamse partijen naar de Raad van State gestapt met een consensusvoorstel. Er is ook een advies gekomen van de Raad van State dat eigenlijk voor een groot deel meegaat in ons verhaal. Er waren weinig fundamentele opmerkingen.

 

Het regeerakkoord van Di Rupo belooft nu een aanpassing van de snel-Belg-wet en ook van de naturaliatieprocedure. Wij zijn echter al meer dan honderd dagen ver en de snel-Belg-machine draait op volle toeren. Ik heb de cijfers inzake de naturalisaties opgevraagd. Sinds dit in het regeerakkoord staat zijn er steeds meer naturalisatieaanvragen per maand. Ik meen dat dit logisch is. Er wordt aangekondigd dat het strenger wordt en de advocatenlobby, veel ngo’s en veel vreemdelingen hebben dat gelezen. Zij willen nu nog een beroep doen op de veel soepelere procedure van de snel-Belg-wet.

 

Mijn vraag is dus de hoogdringende behandeling. Ik begrijp dat er nog wat issues of discussiepunten zijn binnen de regering over de nationaliteitswetgeving maar er is geen discussie meer over het aanpassen van de naturalisatie, de procedure via de Kamer van volksvertegenwoordigers, waarbij men teruggrijpt naar wat de grondwetgever bedoelde in artikel 9 van de Grondwet. Dat is ook het voorstel dat naar de Raad van State is gestuurd. Daar bestaat geen politieke discussie over. Ik zou dat hier hoogdringend willen behandelen. Het is nu tijd voor parlementaire actie. Het wordt aangekondigd in het regeerakkoord. Laten we daar geen maanden mee wachten en laten we nu datgene doen waarover het we eigenlijk allemaal al eens waren in oktober, zijnde die hervorming.

 

Waarover gaat het heel concreet? De naturalisatie dient voor mensen met uitzonderlijke verdiensten aan het land zoals doctorandi of sportmensen die een limiet voor een WK of EK hebben gehaald. Echte toppers kunnen de Belgische nationaliteit nog krijgen via de gunstprocedure van de Kamer. Zo gaan wij van 1 200 naar 12 aanvragen per maand.

 

Le président: Il y a une demande d’urgence. Je propose le vote sur l’urgence par assis et levé.

 

Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.

La demande d’urgence est rejetée par assis et levé.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

22 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts over "het rapport van het FANC naar aanleiding van een Flits-inspectie bij Belgoprocess" (nr. 19)

22 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Hagen Goyvaerts sur "le rapport de l'AFCN à la suite de l'inspection FLITS menée dans les bâtiments de Belgoprocess" (n° 19)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 14 maart 2012.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 14 mars 2012.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 19/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Hagen Goyvaerts en Peter Logghe;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Josy Arens en Éric Thiébaut.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 19/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Hagen Goyvaerts et Peter Logghe;

- une motion pure et simple a été déposée par MM. Josy Arens et Éric Thiébaut.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

22.01  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wil even verduidelijken waarover er precies wordt gestemd.

 

Wij willen de regering gewoon vragen onmiddellijk werk te maken van de opvolging van de veiligheidstoestand bij Belgoprocess. Bovendien willen wij een versnelde uitvoering afdwingen van het strategische veiligheidsprogramma en dit in samenspraak tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Energie. Meer bevat deze motie niet.

 

Het is niet echt een straffe motie, maar wij zijn wel van oordeel dat wat men heeft gevonden op 16 januari, toen het Federale Agentschap voor Nucleaire Controle een FLITS-audit heeft gedaan bij Belgoprocess, een onhoudbare toestand is. Vandaar dit eenvoudige verzoek om daaraan iets te doen.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

80

Oui

Nee

50

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

(Mme Linda Musin a voté pour ce vote et les suivants comme son groupe)

 

23 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Bert Schoofs over "het probleem van drugs in penitentiaire inrichtingen" (nr. 26)

23 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Bert Schoofs sur "le problème de la drogue en milieu carcéral" (n° 26)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Justitie van 14 maart 2012.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 14 mars 2012.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 26/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Schoofs;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Sonja Becq, Valérie De Bue en Sabien Lahaye-Battheu.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 26/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Bert Schoofs;

- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Sonja Becq, Valérie De Bue et Sabien Lahaye-Battheu.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

23.01  Bert Schoofs (VB): De middelen om de drugsplaag die onze penitentiaire inrichtingen teistert, tot een minimum te reduceren, zijn legio. Ik vernoem scanners, drugshonden, de versoepeling van de regeling inzake naaktfouillering en de versoepeling van de regeling inzake onderzoek aan het lichaam.

 

De politieke wil ontbreekt momenteel blijkbaar om de nodige middelen in te zetten. Toch doe ik een oproep tot de collega’s, zeker tot de collega’s van Open Vld, met mevrouw Sabien Lahaye-Battheu, die in de commissie daarover samen met mij het woord voerde.

 

Het verbaasde mij enigszins dat mevrouw Lahaye-Battheu de eenvoudige motie steunde, omdat zij in de commissie samen met mij de vinger op de wonde legde.

 

Mijn motie is niet meer dan een motie van aanbeveling. Ik beveel iedereen, ook collega Lahaye-Battheu, aan om mijn motie te steunen.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

80

Oui

Nee

50

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

24 Aangehouden amendementen en artikelen van het ontwerp van programmawet (I) (2081/1-21)

24 Amendements et articles réservés du projet de loi-programme (I) (2081/1-21)

 

Stemming over amendement nr. 9 van Nadia Sminate cs tot weglating van artikel 100.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 9 de Nadia Sminate cs tendant à supprimer l'article 100.(2081/19)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

36

Oui

Nee

93

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

129

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 100 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 100 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 10 van Nadia Sminate cs tot weglating van artikel 101.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 10 de Nadia Sminate cs tendant à supprimer l'article 101.(2081/19)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 3)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 7 van Nadia Sminate cs op artikel 101.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 7 de Nadia Sminate cs à l'article 101.(2081/19)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 3)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is het artikel 101 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article est 101 adopté.

 

Stemming over amendement nr. 11 van Nadia Sminate cs tot weglating van artikel 102.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 11 de Nadia Sminate cs tendant à supprimer l'article 102.(2081/19)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 3)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 102 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article est 102 adopté.

 

Stemming over amendement nr. 12 van Nadia Sminate cs tot weglating van artikel 103.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 12 de Nadia Sminate cs tendant à supprimer l'article 103.(2081/19)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 3)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 103 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 103 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 13 van Nadia Sminate cs tot weglating van artikel 104.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 13 de Nadia Sminate cs tendant à supprimer l'article 104.(2081/19)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 3)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 104 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article est 104 adopté.

 

Stemming over amendement nr. 14 van Nadia Sminate cs tot weglating van artikel 105.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 14 de Nadia Sminate cs tendant à supprimer l'article 105.(2081/19)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 3)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 8 van Nadia Sminate cs op artikel 105.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 8 de Nadia Sminate cs à l'article 105.(2081/19)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

35

Oui

Nee

94

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 105 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 105 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 16 van Steven Vandeput tot invoeging van een artikel 115/1(n).(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 16 de Steven Vandeput tendant à insérer un article 115/1(n).(2081/19)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

46

Oui

Nee

83

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

129

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 15 van Muriel Gerkens op artikel 167.(2081/19)

Vote sur l'amendement n° 15 de Muriel Gerkens à l'article 167.(2081/19)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

14

Oui

Nee

116

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 167 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 167 est adopté.

 

25 Ensemble du projet de loi-programme (I) (2081/20)

25 Geheel van het ontwerp van programmawet (I) (2081/20)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

80

Oui

Nee

36

Non

Onthoudingen

14

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2081/22)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2081/22)

 

26 Projet de loi-programme (II) (2082/4)

26 Ontwerp van programmawet (II) (2082/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

80

Oui

Nee

39

Non

Onthoudingen

11

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2082/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2082/5)

 

27 Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers et modifiant la loi du 12 janvier 2007 sur l'accueil des demandeurs d'asile et de certaines autres catégories d'étrangers (1904/4)

27 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en tot wijziging van de wet van 12 januari 2007 betreffende opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen (1904/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

107

Oui

Nee

23

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (1904/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1904/5)

 

28 Proposition de résolution visant à la diffusion par le groupe SNCB de son numéro d'urgence gratuit 0800/30 230, afin de renforcer la sécurité et le sentiment de sécurité sur le réseau ferroviaire belge (nouvel intitulé) (244/5)

28 Voorstel van resolutie betreffende de bekendmaking door de NMBS-groep van het gratis noodnummer 0800/30 230 om te zorgen voor meer veiligheid en een groter veiligheidsgevoel op het Belgische spoorwegennet (nieuw opschrift) (244/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

Ja

116

Oui

Nee

1

Non

Onthoudingen

12

Abstentions

Totaal

129

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (244/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (244/6)

 

29 Proposition de résolution relative à la Conférence des Nations Unies "Rio + 20" sur le Développement durable (2110/1)

29 Voorstel van resolutie betreffende de conferentie "Rio+20" van de Verenigde Naties over duurzame ontwikkeling (2110/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

Ja

118

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

12

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2110/2)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2110/2)

 

30 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen (I) (2097/12)

30 Projet de loi portant des dispositions diverses (I) (2097/12)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 12)

Ja

80

Oui

Nee

16

Non

Onthoudingen

34

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2097/13)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2097/13)

 

31 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen (II) (2098/3)

31 Projet de loi portant des dispositions diverses (II) (2098/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 13)

Ja

81

Oui

Nee

15

Non

Onthoudingen

33

Abstentions

Totaal

129

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden.(2098/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2098/4)

 

32 Adoption de l’ordre du jour

32 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents pour la semaine du 26 mars 2012.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt voor de week van 26 maart 2012.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 28 mars 2012 à 10.00 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 28 maart 2012 om 10.00 uur.

 

La séance est levée à 19.26 heures.

De vergadering wordt gesloten om 19.26 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 078 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 078 bijlage.

 

 

 


  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

050

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

050

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

036

Ja

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Sminate Nadia, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Non        

093

Nee

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

035

Ja

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Non        

094

Nee

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Clerfayt Bernard

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

046

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Sminate Nadia, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Non        

083

Nee

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

014

Ja

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Maingain Olivier, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Van Hecke Stefaan

 

 

Non        

116

Nee

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Sminate Nadia, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

036

Nee

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Sminate Nadia, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

014

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Maingain Olivier, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Van Hecke Stefaan

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

039

Nee

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Sminate Nadia, Thiéry Damien, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

011

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

107

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Sminate Nadia, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

023

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Logghe Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Valkeniers Bruno, Van Hecke Stefaan, Veys Tanguy

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

116

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

012

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 011

 

 

Oui        

118

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Wit Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

012

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 012

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

016

Nee

 

Annemans Gerolf, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Louis Laurent, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Thiéry Damien, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Abstentions

034

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 013

 

 

Oui        

081

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Michel Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

015

Nee

 

Annemans Gerolf, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Louis Laurent, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Thiéry Damien, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Abstentions

033

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Schoofs Bert, Sminate Nadia, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert