Plenumvergadering |
Séance plénière |
van Woensdag
9 mei 2018 Namiddag ______ |
du Mercredi
9 mai 2018 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Charles
Michel, Kris Peeters.
Paul-Olivier
Delannois, ambtsplicht / devoirs de mandat;
Philippe
Blanchart, Meryame Kitir, Vanessa Matz, Ine Somers, Evita Willaert,
gezondheidsredenen / raisons de santé;
Vincent Van
Quickenborne, buitenslands / à l'étranger.
- de heer Kristof Calvo aan de eerste minister over "de dash die uit de regering is" (nr. P2788)
- de heer Patrick Dewael aan de eerste minister over "de dash die uit de regering is" (nr. P2789)
- M. Kristof Calvo au premier ministre sur "la perte de combativité du gouvernement" (n° P2788)
- M. Patrick Dewael au premier ministre sur "la perte de combativité du gouvernement" (n° P2789)
01.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, televisiekijkend Vlaanderen is al een tijdje in de ban van de vraag wie de mol is. Dit is een programma dat veel Vlamingen volgen. Voor uw regering is die vraag al beantwoord, collega's. De mol in deze federale regering heet de N-VA, heet de ene dag Johan Van Overtveldt en de andere dag Bart De Wever.
Het televisieprogramma De Mol loopt nog een aantal weken en dan stopt het. Dat is zeker. Meer en meer rijst echter de vraag, collega Verherstraeten, hoe het zit met het programma van Charles Michel. Nadert dat ook zijn laatste weken? Er zijn zelfs geruchten over vervroegde verkiezingen. Steeds meer rijst de vraag of er nog iets gaat lukken in dit land.
Die geruchten komen ergens vandaan, mijnheer de eerste minister. Zij hebben vooral te maken met de verklaringen van de grote afwezige leider, de burgemeester van Antwerpen. Vrijdag zei hij in Ter Zake "Rien ne va plus, er zit geen dash meer in deze regering". Als het aan Bart De Wever ligt, collega's, is de benoeming van Cédric Frère het laatste wapenfeit van deze federale regering.
Wat ons betreft, collega De Roover, moet het dat niet zijn. Er zijn nog heel veel mogelijkheden, mijnheer de eerste minister. Beschouw deze vraag dus gerust als een aanmoediging, een duwtje in de rug want ik wil drie dossiers noemen waarin u niet moet toegeven aan de mol in uw federale regering. Drie dossiers waarvoor u zelfs met de oppositie kunt samenwerken. Drie hervormingen die absoluut moeten gebeuren, ook al zijn het gemeenteraadsverkiezingen en zijn er vicepremiers, mijnheer Peeters, met burgemeesterambities.
Wat zijn die drie dossiers? Het gaat dan eerst en vooral over het Energiepact. Onze kerncentrales liggen stil. De problemen zijn gekend. Het is tijd om aan oplossingen te werken. Het is een dossier waar de N-VA de mol is.
Een tweede dossier is het nationaal investeringsplan. Herinnert u zich uw aankondiging nog, mijnheer de eerste minister? Ik weet dat Vlaams-nationalisten niet van samenwerkingsfederalisme en een nationaal investeringsplan houden. Dat is een tweede dossier waarin zij de mol zijn, maar waarin wij een bondgenoot willen zijn.
Een derde dossier is de begroting, de grote belofte, de grote uitdaging, waarin u absoluut niet geslaagd bent, omdat wij een minister van Financiën hebben die de fiscale achterpoortjes laat openstaan en die veel te vriendelijk is voor de allergrootste vermogens. Dat is een derde dossier waarin u niet mag toegeven aan de sabotage van de N-VA, waarin u zich niet mag laten doen door de mol in de federale regering: de begroting en vooral een doorbraak inzake een eerlijke fiscaliteit.
Ik wil u vandaag heel duidelijk horen, mijnheer de eerste minister. Tot in Antwerpen moet men het horen: de regering moet werken, ons land heeft geen nood aan campaigners en extra campagne, maar aan beleid. Spreek daar eens duidelijke woorden over. Het is tijd om dat eens heel duidelijk te maken in het Parlement.
01.02 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, collega Calvo is tegen de optie van vervroegde verkiezingen, wij ook, dus over dat punt zijn wij het alvast eens.
Laat ons immers wel wezen: met het palmares dat de regering op dit ogenblik op sociaal-economisch vlak kan voorleggen, zou men wel gek zijn om in de laatste rechte lijn de kiezer te gaan raadplegen. Op een ogenblik dat de conjunctuur overal aantrekt, dat de werkloosheid daalt, dat wij onze loonkostenhandicap helemaal hebben weggewerkt, dat onze bedrijven opnieuw competitief zijn, dat de burger meer en meer extra loon op zijn rekening krijgt, dat de koopkracht stijgt, dat er 180 000 jobs in ons land zijn gecreëerd, wie zou dan met zo’n palmares de legislatuur vervroegd willen beëindigen?
Neen, er moet verder gewerkt worden. Er blijft een aantal werven, die natuurlijk heel belangrijk zijn. Mijnheer de eerste minister, ik wil u vandaag met het volgende confronteren. De vacaturecijfers in ons land staan op ongekende hoogten. Dat is de uitdaging voor de komende maanden en jaren, want de werkzaamheidgraad in ons land blijft te laag. Als ik kijk naar de Europese cijfers, dan ben ik bekommerd om de begrotingscijfers, die 0,7 % moeten wij kunnen wegwerken, maar ik ben nog meer bekommerd om het feit dat wij slechts een gemiddelde hebben van 69 % activiteitsratio, tegen bijvoorbeeld 79 % in Nederland. Dat is wat wij prioritair moeten aanpakken.
Ik geef u één voorbeeld. In mijn stad heeft een aannemer werken beëindigd en om die werken tijdig te kunnen beëindigen zijn er ongeveer 30 Portugese medeburgers ingevlogen om de straat te komen beklinkeren. Dat is de Europese realiteit. Ik woon echter op 5 kilometer van het arrondissement Luik en als ik kijk naar de werkloosheidscijfers daar, dan kan men zich afvragen waarom het Portugese arbeiders zijn en geen Vlaamse, Waalse, Belgische arbeiders.
VKW Limburg maakt vandaag in een analyse de terechte vaststelling dat bedrijven willen investeren maar dat niet doen omdat als ze groeien, ze de bijkomende vacatures niet zullen kunnen invullen. Dat is hetgeen wij moeten doen. En ik geef daarvoor een goede reden. Als wij de werkzaamheidgraad omhoog kunnen drijven, dan moeten wij niet, zoals sommige partijen voorstellen, gaan hakken in de sociale zekerheid, maar dan is het begrotingsprobleem opgelost. Als wij de cijfers van Nederland of Duitsland zouden hebben, zouden wij geen tekort meer hebben op de begroting maar een overschot. Dat is de weg die wij moeten bewandelen, mijnheer de eerste minister.
Laten wij in de laatste maanden, samen met de andere regeringen in dit land – want activering is natuurlijk ook een bevoegdheid van de regio's – werk maken van die activiteitsratio, die werkzaamheidgraad en ervoor zorgen dat die stijgt, want dan zullen wij fantastische economische resultaten kunnen blijven neerzetten.
01.03 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, beste collega's, er liggen voor ons inderdaad een paar belangrijke, cruciale uitdagingen voor de toekomst, maar wij zijn zeer ambitieus en wij zullen ambitieus blijven. De laatste maanden hebben wij steeds meer positieve resultaten geboekt. Ik denk aan de jobcreatie en de verhoging van de koopkracht van de mensen die werken of willen werken. Wij hebben in de Ministerraad bijvoorbeeld ook belangrijke beslissingen genomen over een investeringsstrategie of het Energiepact. Dat zijn duidelijke keuzes die wij hebben gemaakt. De sanering, de relance en de jobcreatie zijn de beste sleutels voor de toekomst, voor een duurzame sanering en voor de financiering van de sociale zekerheid. Dat blijft ons mantra. Dat blijft ons DNA.
Ik ben het helemaal eens met de opmerking van Patrick Dewael. In de Ministerraad – en ik richt mij tot minister Peeters in het bijzonder – weten wij hoe cruciaal de beslissingen in de volgende weken en maanden zijn. Er moeten bijkomende keuzes gemaakt worden om een juist antwoord te kunnen geven op belangrijke vragen. Het aantal vacatures in België is op drie jaar tijd verdubbeld. Dat is een bewijs dat onze economie draait, maar het blijft ook een uitdaging, omdat wij weten dat het gebrek aan een correcte oplossing een rem kan zijn voor onze groei in de toekomst.
Mijnheer Calvo, u probeert in de plenaire vergadering elke keer een kleine politieke analyse te maken, maar u was gisteren afwezig in de commissie voor een inhoudelijk en substantieel debat over de toekomst van onze economie, ons sociaal model en de keuzes die wij moeten maken. Wij zijn verantwoordelijk. Wij zullen hard werken, in overleg met de sociale partners en de deelstaten om op dat vlak nog bijkomende resultaten te boeken. Elke dag tot het einde van deze legislatuur moet en zal nuttig zijn voor onze medeburgers.
01.04 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, u spreekt over zij die analyseren en zij die doen, maar als u tegen iemand zou moeten zeggen dat hij moet stoppen met te analyseren en de commentator uit te hangen, dan is het niet tegen de oppositie, maar tegen de onzichtbare man op de achterste rij die de hele tijd commentaar geeft, de hele tijd analyseert en tegen u zegt: "'t Is eruit. Wij zullen niets meer doen." De N-VA heeft beslist om het land lam te leggen.
Collega's, als de heer De Wever één donderdag aanwezig moest zijn, dan wel vandaag.
01.05 Peter De Roover (N-VA): Het is vandaag woensdag.
01.06 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ja, dat klopt. Mijnheer De Roover, ik ben de parlementaire kalender gewoon en daarom sprak ik over de plenaire vergadering op donderdag. Voor uw voorzitter is dat anders, want zelfs al was het donderdag, dan nog zou hij hier niet aanwezig zijn. Toch had ik hem wel eens graag aanwezig gezien.
Immers, afgelopen vrijdag was het al gênant. Collega's, hebt u dat gezien? Er werd wat weggelachen en mevrouw Almaci werd verweten dat ze te luid sprak over de benoeming van de heer Frère. Mijnheer De Roover, wij zullen dat blijven aanklagen, maakt u zich daarover geen zorgen. Het was vrijdag al gênant: een studio vol met gebroken beloftes. De kracht van verandering?
Ik kom nog even tot het palmares, waarover collega Dewael zonet sprak. Mijnheer Dewael, u zegt dat de regering vooral moet voortwerken met een dergelijk palmares. U moet met deze regering echter voortwerken omdat het palmares zo pover is! Wat stelt het palmares op begrotingsvlak voor? Op vlak van jobcreatie wijst u op de aantallen gecreëerde jobs. Inzake jobcreatie, conjunctuur en groei staat ons land bij de slechtste leerlingen van de Europese klas. (Rumoer)
De voorzitter: Mijnheer Calvo, u moet afronden.
Collega's, laat u de heer Calvo afronden.
01.07 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Dat is de jongste tijd de methode van N-VA. Het wordt vervelend. N-VA wordt geconfronteerd met haar verkiezingsbeloftes en dan beginnen de N-VA-leden dat weg te lachen. Dan zegt u dat het tijd is voor een ander onderwerp. Wij zullen dat evenwel blijven aanklagen.
Mijnheer de eerste minister, u hebt het enigszins voorzichtig uitgedrukt, maar wij zijn er meer uitgesproken in: ons land heeft nood aan nog heel veel hervormingen. Er moeten nog heel veel stappen gezet worden. N-VA is daartoe hoe langer hoe minder een bondgenoot. Vanuit de oppositie zullen wij voorstellen op tafel blijven leggen, daarop kunt u rekenen.
01.08 Patrick Dewael (Open Vld): Collega Calvo, eerlijk gezegd heb ik u al betere betogen horen brengen. U zegt dat onze resultaten op dit ogenblik slecht zijn. Evengoed kunt u beweren dat het de afgelopen dagen constant geregend heeft. De resultaten liggen voor. Die resultaten vragen geen aanpak van politique politicienne. U probeert altijd op zoveel mogelijk slakken zout te leggen, maar kijkt u eens naar de grond van de zaak. Onze regering is een hervormingsregering.
Word niet zenuwachtig, collega Calvo.
Dit is een hervormingsregering. In de afgelopen jaren was er één constante, collega Calvo was tegen al die hervormingen. Bij elke betoging, eerst liep hij achteraan, later probeerde hij vooraan te lopen. Hij heeft gewoon willen teren op het maatschappelijk verzet en nu hij ziet dat die hervormingspolitiek van deze regering wel degelijk resultaten boekt, zit hij in nauwe schoentjes.
01.09 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): (...)
01.10 Patrick Dewael (Open Vld): Collega Calvo, de dag dat u mij zult zeggen wat ik hier moet vertellen, zal ik niet meemaken.
Ik heb vandaag de heer Leemans gehoord aan de vooravond van Rerum Novarum. Mijnheer Calvo en mijnheer Leemans, het is niet met meer taksen dat men problemen zal oplossen. Men zal mensen overtuigen om te werken door hen te belonen, door hen loon naar werken te geven, meer nettoloon dus.
Na de taxshift willen wij verder gaan. Wij zijn voor een vlaktaks op termijn, want in dit – nog altijd – meest belaste land van de wereld zijn meer taksen niet aan de orde. Dat is uw enige recept, mijnheer Calvo. Meer taksen, meer belastingen voor de hardwerkende middenklasse, want dat zegt u er niet bij. Mijnheer Calvo, dat zal altijd zonder ons zijn.
Het incident is gesloten.
- Mme Gwenaëlle Grovonius au premier ministre sur "la décision unilatérale de Donald Trump de se retirer de l'accord sur le nucléaire iranien" (n° P2790)
- M. Dirk Van der Maelen au premier ministre sur "la décision unilatérale de Donald Trump de se retirer de l'accord sur le nucléaire iranien" (n° P2823)
- M. Raoul Hedebouw au premier ministre sur "la décision unilatérale de Donald Trump de se retirer de l'accord sur le nucléaire iranien" (n° P2824)
- M. Richard Miller au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "la décision unilatérale de Donald Trump de se retirer de l'accord sur le nucléaire iranien" (n° P2825)
- M. Vincent Van Peteghem au premier ministre sur "la décision unilatérale de Donald Trump de se retirer de l'accord sur le nucléaire iranien" (n° P2826)
- M. Georges Dallemagne au premier ministre sur "la décision unilatérale de Donald Trump de se retirer de l'accord sur le nucléaire iranien" (n° P2827)
- M. Tim Vandenput au premier ministre sur "la décision unilatérale de Donald Trump de se retirer de l'accord sur le nucléaire iranien" (n° P2828)
- mevrouw Gwenaëlle Grovonius aan de eerste minister over "de eenzijdige beslissing van Donald Trump om het nucleaire akkoord met Iran op te zeggen" (nr. P2790)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de eerste minister over "de eenzijdige beslissing van Donald Trump om het nucleaire akkoord met Iran op te zeggen" (nr. P2823)
- de heer Raoul Hedebouw aan de eerste minister over "de eenzijdige beslissing van Donald Trump om het nucleaire akkoord met Iran op te zeggen" (nr. P2824)
- de heer Richard Miller aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de eenzijdige beslissing van Donald Trump om het nucleaire akkoord met Iran op te zeggen" (nr. P2825)
- de heer Vincent Van Peteghem aan de eerste minister over "de eenzijdige beslissing van Donald Trump om het nucleaire akkoord met Iran op te zeggen" (nr. P2826)
- de heer Georges Dallemagne aan de eerste minister over "de eenzijdige beslissing van Donald Trump om het nucleaire akkoord met Iran op te zeggen" (nr. P2827)
- de heer Tim Vandenput aan de eerste minister over "de eenzijdige beslissing van Donald Trump om het nucleaire akkoord met Iran op te zeggen" (nr. P2828)
02.01 Gwenaëlle Grovonius (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, hier, j'ai été très surprise d'entendre un sénateur MR se réjouir du fait que le président américain Donald Trump respecte ses promesses de campagne: la sortie de l'accord climatique de Paris, le déplacement de l'ambassade à Jérusalem ou encore la sortie de l'accord nucléaire iranien. Je me demande bien, monsieur le premier ministre, de quoi nous pouvons nous réjouir dans tout cela.
Cette décision unilatérale, dangereuse et inacceptable peut provoquer des conséquences importantes: déséquilibre dans la région, embrasement de la région, qui n'en a certes pas besoin étant donné les circonstances actuelles. Elle peut aussi, évidemment, donner des gages à tous les extrêmes qui s'affrontent sur place. C'est également une décision qui menace la paix, qu'elle soit régionale ou internationale. Il suffit d'ailleurs de voir la réaction de Netanyahu dans ce sens.
Monsieur le premier ministre, quelle est la position de la diplomatie belge dans ce cadre et quel suivi y sera-t-il donné? Quelles initiatives sont-elles prises aujourd'hui, que ce soit au niveau de l'Union européenne ou de l'Iran?
Enfin, nous avons ici un président qui sort de manière unilatérale d'un accord multilatéral. Monsieur le premier ministre, quelles sanctions sont-elles prévues dans ce cadre?
02.02 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, premier, collega's, het is wat vroeg, maar ik vrees dat de schade aangericht door de jongste beslissing van president Trump, immens is. Wij zijn met onze fractie bang dat we een paar stappen nader zijn tot de ontploffing van het kruitvat van het Midden-Oosten. Dat is de eerste vaststelling.
Mijn tweede vaststelling is dat de beslissing een ongelooflijke slag betekent voor de trans-Atlantische alliantie. De afgelopen weken hebben drie vooraanstaande Europese leiders zich vruchteloos naar Washington begeven. Ik denk dat ze zich gisteren vernederd voelden. Achteloos heeft president Trump de Europese verzuchtingen aan de kant geschoven om te kiezen voor de confrontatiekoers van Israël en Saoedi-Arabië in het Midden-Oosten.
Ten derde, als nu ook Iran het akkoord opzegt, staan we, naar ik vrees, aan de start van een nucleaire wapenwedloop in het Midden-Oosten, alsof die regio al niet genoeg problemen heeft.
Vierde vaststelling, gisteren dansten de hardliners in Teheran op straat. Dat zijn naast Tel Aviv de enigen die zich vergenoegen in de beslissing van de president.
Premier, het gebeurt niet vaak, maar ik ben het tweehonderd procent eens met wat ik u vanochtend op de radio heb horen zeggen: ja, wij, Europeanen, moeten er alles aan doen om het akkoord overeind te houden. Overeind houden betekent enerzijds, dat Iran zich aan zijn verplichting om geen kernwapens te ontwikkelen, moet houden, en anderzijds dat wij ons ook aan ons engagement van economische ontwikkeling van Iran moeten houden.
U hebt dat vanmorgen gezegd. Nogmaals, ik ben het voor 200 % procent met u eens.
Ik heb een vraag voor u, mijnheer de eerste minister. Hoe zult u beletten dat de extraterritoriale sancties die de Verenigde Staten afkondigt, de economische ontwikkeling van Iran in de knop doodt, met als gevolg dat de hardliners in Teheran aan de macht komen en de confrontatie tussen Iran, Israël en Saoedi-Arabië met steun van de Verenigde Staten oplaait?
Mijnheer de eerste minister, u gaat naar Sofia. U hebt – ik doe er nog een schep bovenop – 300 % onze steun om alle Europese leiders ertoe te brengen eendrachtig scherp te reageren tegen de beslissing.
02.03 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le premier ministre, l'administration américaine, M. Trump et l'impérialisme américain veulent nous faire un remake de 2003 en préparant une intervention militaire et politique dans la région, notamment contre l'Iran. C'est plus qu'inquiétant. Ce type d'opération se prépare d'abord par des initiatives diplomatiques et politiques comme celle de tenter de prouver que l'Iran ne respecterait pas son accord.
En 2003, nous avions eu Colin Powell, souvenez-vous, avec son petit flacon, en train de nous dire que Saddam Hussein possédait les armes de destruction biologiques. Maintenant, on a M. Netanyahu avec tous ses CD-ROM – ce ne sont pas des clés USB visiblement pour les services secrets israéliens – et on tente une nouvelle fois de faire croire que le pays cible ne respecte pas ses accords. Or, les instances internationales dont l'Agence internationale de l'énergie sont très claires. L'Iran respecte l'accord conclu.
Monsieur le premier ministre, nous sommes dans une situation très dangereuse où une puissance importante comme les États-Unis d'Amérique se retire et va aggraver les sanctions, en jouant complètement, qui plus est, la carte d'Israël dont je rappelle quand même l'hypocrisie internationale. Ce pays pointe du doigt l'Iran parce que l'Iran, hypothétiquement, tenterait d'avoir l'arme nucléaire tandis qu'Israël, tout à fait illégalement, possède l'arme nucléaire. Mais là, il n'y a pas de problème, pas de sanction ni d'embargo, rien du tout! On peut détenir l'arme nucléaire en Israël mais on ne peut pas l'avoir en Iran!
Monsieur le premier ministre, j'ai entendu et
je m'en suis réjoui, que vous ne partagiez pas cette option américaine.
Mijnheer de
eerste minister, de vraag luidt dan wat u zult doen, opdat het akkoord overeind
blijft.
Ik heb heel
concrete vragen. Wat zult u doen opdat de sancties tegen Belgische bedrijven
zonder implicaties blijven? Wat zult u doen tegenover Israël, dat vandaag ook
al akkoorden schendt en in Syrië bombardeert?
Troisièmement, ne serait-il pas temps d'arrêter ce partenariat stratégique entre l'Europe et la Belgique, d'un côté, et les États-Unis, de l'autre?
Nous ne pouvons plus cautionner cette politique internationale des États-Unis d'Amérique qui va nous mener, chers collègues, à une guerre généralisée dans la région. Ladite politique est donc un danger pour cette dernière, mais aussi pour l'ensemble de l'humanité.
Monsieur le premier ministre, je vous demande de poser un acte clair en mettant fin à ce partenariat stratégique avec les États-Unis d'Amérique.
02.04 Richard Miller (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, pour le groupe MR de la Chambre, l'heure est grave et la question est importante.
Comme mes collègues l'ont rappelé, le président Trump a décidé de retirer les États-Unis de l'accord relatif à l'arrêt du programme nucléaire militaire iranien et il a signé, dans la foulée, un protocole visant à remettre en place les sanctions américaines qui étaient jusque-là suspendues.
Non seulement nous déplorons cette décision unilatérale, mais, à l'instar de nos collègues, nous ne pouvons nous empêcher d'exprimer de véritables craintes quant aux conséquences négatives importantes sur le plan de la stabilité régionale, sur le plan de la lutte contre la prolifération nucléaire, contre cette course à l'armement nucléaire, mais aussi sur le plan économique.
Monsieur le premier ministre, comme certains y ont fait allusion, il existe de nombreux rapports relatifs aux fameuses preuves décisives qui démontreraient la poursuite du programme nucléaire iranien. Premièrement, que savons-nous de ces prétendues preuves décisives? Quelle crédibilité peut-on leur accorder? A-t-on affaire mutatis mutandis aux armes de destruction massive de l'époque Bush?
Deuxièmement, l'accord est-il toujours viable sans les États-Unis? Il semble que c'est la position que veulent défendre les Européens.
Troisièmement, comment estimez-vous les opportunités diplomatiques qui visent à renforcer l'accord d'ici 2025 et au-delà? Des réunions ont déjà eu lieu à ce sujet. Dans ce cadre, a-t-on pu constater des ouvertures positives de l'Iran sur les dossiers régionaux, à savoir ceux de la Syrie, de l'Irak, du Yémen?
Enfin, comment garantir et sécuriser les intérêts économiques et financiers légitimes de la Belgique et de l'Europe, mais aussi – cet aspect est très important et a été souligné – la capacité de l'Iran à poursuivre son développement économique, face à cette décision unilatérale de M. Trump?
02.05 Vincent Van Peteghem (CD&V): Mijnheer de eerste minister, toen op 15 juli 2015 het nucleair akkoord met Iran werd gesloten, was iedereen het erover eens dat het een historisch akkoord was. Het was misschien niet perfect, maar het zette een serieuze rem op het nucleaire programma van Teheran en het maakte de wereld een pak veiliger.
Dat president Trump gisteren aankondigde dat de Verenigde Staten uit dat akkoord zullen stappen, is onverantwoord en gevaarlijk. Het is onverantwoord, omdat het buitenlands beleid van president Trump overduidelijk wordt bepaald door zijn binnenlandse politieke strategie. Daardoor speelt hij met de internationale veiligheid. Die internationale veiligheid is ook onze veiligheid.
Het is ook gevaarlijk, omdat niemand weet wat de reactie van Iran zal zijn. Tot nu toe heeft het zich altijd gehouden aan alle voorwaarden die in het akkoord stonden, maar wij weten niet of dat zo zal blijven. Wij kunnen het alleen maar hopen.
Voor Iran was de grote drijfveer van het nucleair akkoord de opheffing van de economische sancties. De nieuwe sancties vanuit de Verenigde Staten kunnen Iran dus wel degelijk van gedachten doen veranderen. In het belang van onze collectieve veiligheid moeten wij er dan ook alles aan doen om Iran in dat akkoord te houden.
Ik ben ervan overtuigd dat Europa daarin een heel grote rol kan spelen. Het is hoog tijd dat Europa met dat akkoord het voortouw neemt. Wij hebben nu de kans. Als wij dat nucleair akkoord willen laten overleven, dan zal de Europese Unie de economische sancties van de Verenigde Staten moeten proberen te compenseren.
Mijnheer de eerste minister, ik heb drie vragen. Ten eerste, wat zal het standpunt zijn dat u volgende week zult brengen op de Europese top in Sofia?
Ten tweede, bent u er net als ik van overtuigd dat wij de economische sancties van de Verenigde Staten met de Europese Unie moeten proberen te compenseren?
Ten derde, hebt u er zicht op of onze Belgische bedrijven gevolgen zullen ondervinden van de Amerikaanse sancties?
02.06 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, chers collègues, monsieur le premier ministre, c'est effectivement un jour sombre pour la stabilité et la paix dans le monde. C'est aussi un jour sombre pour nos relations avec les États-Unis, qui sont un allié.
C'est un jour sombre également pour la crédibilité de la parole américaine. C'est la troisième fois, finalement, que les États-Unis remettent en cause leur parole. Il y avait l'accord sur le climat. Il y a ces menaces et ce chantage qui pèsent sur nos relations commerciales et il y a ce retrait unilatéral de l'accord avec l'Iran.
Certes, cet accord n'est pas parfait. On le sait mais il nous donne du temps. Il tente d'arrimer l'Iran à la communauté internationale, notamment avec des liens économiques, de manière à ce que ce pays soit une puissance moins menaçante et collaborant davantage avec le reste du monde. Je me réjouis, avec mes collègues, que vous ayez tenu à dire rapidement que vous teniez à cet accord, que cet accord est important et qu'il faut tenter de l'élargir, en tout cas de l'améliorer et de le consolider.
Monsieur le premier ministre, comment voyez-vous l'avenir de cet accord. Est-il encore viable? Pouvons-nous encore le maintenir? Quel est l'état des relations avec les autres puissances, la Chine et la Russie, par rapport à cet accord? Quels contacts avons-nous avec l'Iran dans ce cadre?
Comme d'autres collègues l'ont souligné, il y a cette menace des États-Unis. C'est plus qu'une menace. Ce sont des sanctions à l'égard des entreprises européennes. Pour les États-Unis, c'est facile. Quasiment aucune entreprise n'est active en Iran, contrairement à l'Arabie saoudite. Ce sont des entreprises européennes qui sont actives en Iran. Comment allons-nous préserver ces liens et ce développement économiques?
Enfin, comment faire en sorte d'éviter qu'à nouveau, ce soient les guerriers qui l'emportent aux États-Unis face aux artisans de la paix. Il en reste. Il y en a aux États-Unis. Comment pouvons-nous faire prévaloir la puissance de l'Europe, qui prône la construction de la paix et qui doit pouvoir se développer de manière beaucoup plus autonome et stratégique, sur les questions et les enjeux de sécurité?
02.07 Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, het was gisteren geen onverwacht maar toch onaangenaam nieuws, toen we vernamen dat president Trump eenzijdig de stekker uit de nucleaire deal met Iran trok. Die beslissing heeft verscheidene kwalijke gevolgen. Het is nu vooral uitkijken naar de reactie van de Iraanse regering. Indien Iran ervoor kiest om zich ook uit de deal terug te trekken, dan is een conflict in het Midden-Oosten natuurlijk zeer dichtbij. De regio zal dan onstabiel worden.
Collega's, omdat een onstabiel Midden-Oosten ook negatieve gevolgen voor ons in Europa heeft, is het belangrijk dat de Europese Unie leiderschap toont en een initiatief neemt om Iran toch in die nucleaire deal te houden. Dat kunnen we niet alleen; we zullen daarvoor moeten samenwerken met China en Rusland.
Indien de VS er dan toch voor kiezen om bedrijven die handel drijven met Iran, sancties op te leggen, dan heeft dat ook een impact op Europese en Belgische bedrijven. Dat zou een hypotheek leggen op de aantrekkende handel met dat land. Collega's, de voorbije drie jaar is onze export naar dat land telkens met 20 % gestegen.
Meer algemeen meen ik dat we die zoveelste beslissing moeten zien al een wake-upcall, opdat we niet meer blindelings achter de Verenigde Staten op het wereldtoneel aan zouden lopen. Blijkbaar is een Amerikaanse handtekening alleen geldig tot er een volgende president verkozen wordt.
Dat betekent twee dingen. Ten eerste moet Europa een sterker buitenlands beleid voeren en moet het partnerschappen met verscheidene grote landen aangaan. Ten tweede moeten we de groeiende kloof tussen de Verenigde Staten en Europa zien te dichten, zodat er geen schisma komt. We moeten op zoek naar thema's waarrond we wel nog goed kunnen samenwerken.
Mijnheer de premier, ik heb twee vragen. Kan de Europese Unie de Iran-deal nog redden? Zijn China en Rusland bereid om ons daarbij te helpen?
Ten tweede, hoe schat u de impact van mogelijke Amerikaanse sancties op onze handel met Iran in?
02.08 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, comme plusieurs d'entre vous l'ont mentionné, dans notre histoire, les États-Unis ont été très souvent un partenaire solide, parce que les États-Unis sont une démocratie. Ce pays partage avec nous les valeurs de la démocratie, de l'État de droit et de la liberté. Nous sommes aujourd'hui encore un partenaire, un allié de ce pays sur beaucoup de sujets, tels le développement économique et commercial et la lutte contre le terrorisme. Nous sommes également partenaires au sein de l'OTAN.
Pourtant, il est vrai que depuis quelques mois, nous avons dû constater, à plusieurs reprises, une divergence de vues sur des sujets substantiels. Les accords de Paris ont été l'occasion de constater une différence de conviction. Nous avons assumé, avec tous les pays européens, nos responsabilités, en veillant à confirmer ces accords de Paris, malgré le choix américain.
Le fait est passé trop inaperçu selon moi, mais plus récemment, des décisions ont été prises pour sanctionner certains pays sur le plan commercial. Le mot a été utilisé et je le reprends: c'était une forme de chantage, le revolver sur la tempe. En effet, des délais de quelques semaines encore, courant jusqu'à la fin du mois, nous sont accordés pour négocier des révisions d'accords commerciaux avec les États-Unis. Il y a quelques heures, hier soir, une décision qui était dans l'air depuis un certain temps est tombée. Nous avons été parmi les premiers à réagir nettement et fermement sur le plan européen.
Onze reactie en positie daartegenover is de volgende. Ten eerste, wij betreuren die unilaterale beslissing. Het nucleair akkoord is de vrucht van een zeer lange onderhandeling. Twaalf jaar geleden zijn we met die multilaterale onderhandelingen gestart. Wij denken inderdaad dat dit akkoord een kanaal opent voor een politieke en diplomatieke dialoog met Iran. Het is een kans, een opportuniteit, om resultaten te boeken in de toekomst, voor meer vrede, meer stabiliteit en meer veiligheid in die regio.
Je confirme les informations selon lesquelles à plusieurs reprises, y compris au cours de ces derniers mois, l'Agence internationale de l'énergie atomique des Nations Unis a constaté, dans le cadre des inspections, que l'Iran respectait sa part dans les accords qui avaient été conclus.
Quelle analyse fais-je avec vous de la situation dans la région? Il y règne une grande instabilité et une grande insécurité. De nombreux conflits et des divisions profondes au Proche-Orient et au Moyen-Orient ont des retentissements partout dans le monde, y compris en Europe.
Deux acteurs ont une ambition régionale: l'Arabie saoudite et l'Iran. Ces deux pays pratiquent une stratégie d'immixtion, d'ingérence dans certains pays dans la région. Ils sont à la base de l'instabilité. Le conflit au Yémen est une des traductions de cet état de fait; il génère une crise humanitaire très grave dont les populations sont les victimes. Nous devons, nous, Européens, sur la base de nos valeurs de paix, de stabilité, et du lien entre développement économique, paix et stabilité, tenter d'encourager le dialogue, sans naïveté. Nous ne sommes pas les avocats d'un pays, d'un régime ou d'un gouvernement. Nous sommes les avocats de la paix, de la stabilité et de la sécurité, dans une logique d'intérêts mutuels. Voilà le raisonnement qui fonde notre action.
Sta me toe om enkele vragen meer concreet te beantwoorden.
Ten eerste, het klopt dat wij permanent contact onderhouden met onze Europese collega's. Ik denk ook dat wij actief contact moeten onderhouden met andere landen in de wereld, zoals China en Rusland. Niet toevallig was ik enkele weken geleden op bezoek in Rusland, het bewijst dat we volgens mij ook met Rusland een dialoog moeten voeren.
Ten tweede, wij zullen ook proberen om onze campagne voor een zetel in de VN-Veiligheidsraad voort te zetten. Als wij op korte termijn lid van de Veiligheidsraad kunnen zijn, dan betekent dit dat wij een belangrijke, positieve rol zullen kunnen spelen.
Cela renforce notre ambition de participer à cette campagne active visant à occuper un siège au Conseil de sécurité des Nations Unies et à porter les valeurs que nous défendons.
Tot slot wil ik nog op de economische betrekkingen ingaan. Volgens mij moeten wij alles doen om het bestaand akkoord te redden en te bevestigen, om de inspecties te behouden en om de proliferatie van kernwapens te beëindigen.
Nous devons être mobilisés sur ce sujet avec tous nos partenaires. Nous devons aussi considérer que le développement des relations économiques est un facteur qui peut contribuer à la paix et à la stabilité. Chaque fois que l'on renforce les échanges économiques, on renforce les chances d'organiser une stabilité politique, une stabilité sociale également. C'est donc un point extrêmement important. Nous devons donc voir comment nous pouvons protéger nos intérêts économiques européens et belges sur le sujet.
Je parlais de la consolidation de l'accord. Cela peut être sous forme d'un élargissement. Par exemple, nous pourrions regarder dans les programmes balistiques si des engagements additionnels ne doivent pas être pris pour plus de sécurité. Cela peut être aussi de regarder comment nous allons organiser demain nos relations économiques et commerciales avec l'Iran.
Enfin, vous le savez, nous sommes, avec Bruxelles, capitale de l'Union européenne. Je n'exclus pas de proposer, dans les tout prochains jours, que des rencontres au plus haut niveau politique puissent être tenues entre les leaders européens et les autorités iraniennes pour maintenir ce dialogue, pour maintenir cette consultation et voir de quelle manière, malgré le tumulte et l'instabilité provoqués par cette décision, nous pourrions, autant qu'il est possible, être acteurs pour la paix, la stabilité et la sécurité dans les propres intérêts de nos populations.
02.09 Gwenaëlle Grovonius (PS): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour ces éléments de réponse. Face à cette décision unilatérale qui cause l'instabilité dans la région et l'incertitude dans le monde également, il est évident que l'Union européenne ne peut pas rester au balcon. Il est important que l'Union européenne se réveille, et je suis heureuse d'entendre que vous comptez en tout cas défendre ce point de vue: faire en sorte que l'Union européenne prenne le lead diplomatique sur ce dossier.
Nous devons absolument éviter l'embrasement si nous voulons faire en sorte d'assurer la sécurité et la paix dans cette région, mais aussi dans le monde.
02.10 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor het antwoord.
Eerder ongebruikelijk, ik heb geapplaudisseerd. Ik heb vastgesteld dat vier partijen van de oppositie en drie meerderheidspartijen het woord hebben genomen, met verschillende formuleringen. Het ging van het betreuren van de beslissing van president Trump tot het veroordelen ervan.
En meerderheidspartij heb ik vandaag niet gehoord. Mijnheer de eerste minister, ik heb wat werk voor u. Ik stel voor dat u met staatssecretaris Francken gaat praten, want op Twitter heeft hij vandaag over de beslissing van president Trump het volgende laten weten: "Het is heel dubbel, heel politiek gewaagd, maar niet onredelijk". Niet onredelijk, mijnheer de eerste minister. Dat is de enige dissonante stem dat wij vandaag hebben gehoord van een lid van uw regering, staatssecretaris Francken.
Mijnheer de eerste minister, u gaat met de steun van de oppositie naar Sofia. Wij vragen dat u een eensgezind standpunt van de Europese leiders vraagt. Voordat u vertrekt moet u misschien toch eerst orde op zaken stellen in uw eigen huishouden.
02.11 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le premier ministre, autant on pourrait se rejoindre dans la rhétorique globale, autant je suis assez étonné de vos propositions concrètes. Vous déclarez vouloir éventuellement élargir l'accord à des volets sur la balistique. Mais indirectement, monsieur le premier ministre, vous rouvrez les termes de l'accord. Mettez-vous à la place de l'Iran! Il y a un accord clair sur le nucléaire. Les accords internationaux sont très importants. Si on ne les respecte plus, tout va partir dans tous les sens. Ici, c'est très clair. Il y a des accords. Pourquoi les élargir? C'est ma première question, monsieur le premier ministre.
On aime bien en Europe aller jouer les gendarmes du monde avec les Américains! Cela n'a jamais marché!
Revenons sur les États-Unis d'Amérique. Vous avez raison de parler des puissances subrégionales dans cette zone, à savoir l'Iran et l'Arabie saoudite. Mais la première puissance qui est responsable du chaos sur place, pas depuis deux ou trois ans, mais depuis des dizaines d'années, ce sont les États-Unis d'Amérique. Les États-Unis d'Amérique sont clairement la première puissance impliquée dans la région. Ils ont complètement rasé l'Irak en 2003. Le chaos dans la région a clairement pour origine les interventions américaines. Aujourd'hui, vous nous dites que ce pays reste un partenaire stratégique et que nous restons dans le cadre de l'OTAN.
Monsieur le premier ministre, à propos de ce partenariat stratégique avec l'impérialisme américain, la première puissance qui a des bases militaires dans le monde - un pays sur deux -, je pense qu'il est temps aujourd'hui de casser ce type d'accord stratégique et d'avoir une politique propre qui permette la paix dans le monde!
02.12 Richard Miller (MR): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse très claire et très complète. Je pense qu'on ne peut pas tomber dans le travers de ce que l'on vient d'entendre, à savoir prendre à notre tour une sorte de décision tout aussi unilatérale que celle qui a été prise de l'autre côté de l'Atlantique. Il faut pouvoir - c'est vrai, monsieur le premier ministre - ne pas toujours s'aligner sur la position américaine. Vous le faites avec la réponse que vous venez d'apporter. Vous le faites également en disant à quel point il est important pour l'Union européenne d'arriver à maintenir cet accord et à faire ce qui doit être fait pour cela.
Je rappellerai aussi que l'Histoire a ses vérités, n'est-ce pas, monsieur Cheron? La Belgique n'a pas toujours couru là où les Américains voulaient l'envoyer. En 2003, je pense, un gouvernement, notamment le gouvernement Verhofstadt, parce qu'il n'avait pas d'éléments de preuve par rapport aux armes de destruction massive, a refusé cela.
Notre groupe demande d'avoir une position raisonnable, rationnelle, dans l'examen de ce qui est en train de se passer. C'est un moment important pour la région, et pour l'Union européenne également. L'Union européenne porte un projet qui est fait de prospérité économique, un projet de paix qui veut défendre les droits humains, mais aussi les droits environnementaux. Et ce qui s'est passé lorsque les États-Unis sont sortis de l'Accord de Paris était tout aussi inacceptable.
02.13 Vincent Van Peteghem (CD&V): Mijnheer de eerste minister, dank u voor uw antwoord. U hebt een heel duidelijk standpunt ingenomen.
Wat het positieve is aan dit akkoord, is dat het geen akkoord tussen Iran en de Verenigde Staten was maar een akkoord met meerdere partners. Het is niet omdat de Verenigde Staten eruit stappen dat wij alles overboord moeten gooien.
Dit betekent niet het einde van het akkoord. Wij hebben ook vandaag nog heel veel tools in handen om dit akkoord te redden.
Ik wil wel een klein aandachtspunt naar voren brengen. Zoals u weet, zijn er niet alleen sancties afgekondigd tegen Iran maar ook tegen alle bedrijven die met Iran handel voeren. Ik vind het belangrijk dat wij proberen de impact van de Amerikaanse sancties te minimaliseren voor Belgische en Europese bedrijven die linken hebben met Iran.
Wat duidelijk is, beste collega's, is dat wij nu met de Europese Unie een eendrachtig signaal moeten geven, dat wij leiderschap moeten tonen, ook in de dialoog met China en Rusland, en met Iran.
Dit zal eensgezindheid vragen. Dat is niet gemakkelijk. Maar wij moeten goed beseffen dat als wij vrede willen in de regio, als wij vrede willen in de wereld, het nodig is dat wij Iran binnen het nucleaire akkoord houden.
02.14 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, je voudrais vous remercier pour votre réponse et vos propositions stratégiques pour essayer de renforcer cet accord et aller de l'avant. C'est effectivement un jour d'inquiétude, de tristesse, d'amertume par rapport à cette relation que nous avons entretenue avec les États-Unis. Ils ont contribué à la paix, en Europe notamment. Mais nous devons nous habituer à ce que ce pays marche sur sa tête pendant la présidence Trump. Et nous devons nous habituer à l'idée que ce qui est aujourd'hui une source d'inquiétude devienne décidément et fermement une source d'opportunités pour nous.
C'est plus que jamais l'heure de l'Europe. C'est plus que jamais l'heure d'un projet européen consistant, crédible, fort sur le plan des questions de sécurité. Monsieur le premier ministre, ne ménagez pas votre peine pour ce projet-là. Il est essentiel, il est vital pour la paix en Europe, pour la paix dans le monde. Il est vital que vous ne soyez pas distrait, notamment par les tweets de celui qui semble être le deuxième ministre des Affaires étrangères de votre gouvernement, qui estime cet accord comme étant non déraisonnable.
Vous devez aller de l'avant, être substantiel sur ces questions parce qu'on attend l'Europe sur ces questions-là, et on attend notre pays, qui a une histoire particulière, pour tenter de consolider la paix au Proche-Orient. Vous avez raison, l'Iran n'est pas seul, il y a aussi l'Arabie saoudite, et je rajouterais la Turquie et la Russie, qui jouent également un rôle de déstabilisation. Nous avons un rôle à jouer qui pourrait être beaucoup plus fort dans ce contexte et beaucoup plus déterminant. Je compte sur vous pour que ce soit le cas à l'avenir.
02.15 Tim Vandenput (Open Vld): Premier, dank u voor uw duidelijke toelichting, uw voorstel en uw reactie deze morgen in de media. Het is belangrijk dat we Iran niet terug laten verglijden in hun vroegere isolatie en hun agressief kernwapenprogramma. Dat is in het voordeel van de regio, om die stabiel te houden, maar ook in ons voordeel.
Mijnheer de premier, u gaat volgende week naar de Europese top. U hebt gezegd dat u daar aan de kar zult trekken en het probleem op tafel zult leggen. U hebt zelf Poetin bezocht in Rusland en Macron en Merkel zijn naar Washington gegaan. Ze hebben daar geen resultaat geboekt. Misschien moet u eens naar Washington gaan met een mandaat van Europa om bruggen te bouwen. Ik wens u veel succes.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Frédéric Daerden au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "les pertes d'emplois et les exigences de flexibilité maximale chez Mestdagh" (n° P2829)
03 Vraag van de heer Frédéric Daerden aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "het jobverlies en de vereisten inzake maximale flexibiliteit bij Mestdagh" (nr. P2829)
03.01 Frédéric Daerden (PS): Monsieur le vice-premier ministre, après Lidl, Makro, Blokker et Carrefour, c'est aujourd'hui au tour de Mestdagh. Le groupe veut se débarrasser de 20 % de ses travailleurs, soit de plus de 450 d'entre eux. N'oublions pas également les 2 200 travailleurs dont le statut de demain est inconnu. Le secteur de la distribution est en pleine mutation, nous le savons. Il doit sans doute se moderniser, mais les changements ne peuvent se faire sur le dos des travailleurs. Ceux-ci ne peuvent pas être une variable comptable de l'entreprise. Ici, c'est une fois de plus le cas.
Monsieur le ministre, il conviendrait que vous arrêtiez vos discours et vos mesures qui cautionnent ce fait. Non, les travailleurs ne coûtent pas trop cher; non, ils ne sont pas trop protégés; non, ils ne doivent pas se contenter des flexi-jobs et autres jobs précaires. Vos mesures attisent le feu des licenciements et la remise en cause du statut du travailleur.
Monsieur le ministre, sans travailleurs, il n'y a rien! Aucune richesse n'est produite. Les travailleurs doivent aussi profiter des richesses qu'ils produisent. Il faut moderniser ce secteur, mais dans le respect des travailleurs, en maintenant des emplois de qualité.
Il est temps d'agir pour protéger les travailleurs, pour endiguer ces licenciements, pour arrêter de presser les travailleurs. Il ne faut pas se contenter du minimum face aux licenciements collectifs à répétition. Monsieur le ministre, travaillez avec le Parlement, avec les partenaires sociaux, organisons des auditions pour comprendre les mutations du secteur de la distribution, et pour faire en sorte qu'elles ne se fassent plus sur le dos des travailleurs.
Mes questions sont simples: allez-vous enfin accéder à cette demande? Êtes-vous prêt à travailler avec nous et avec les interlocuteurs sociaux sur des textes de loi proposant des alternatives aux licenciements? Nous en avons déposé plusieurs, notamment sur le droit d'information et d'alerte, et sur le conditionnement des licenciements collectifs.
03.02 Kris Peeters, ministre: Monsieur le président, chers collègues, monsieur Daerden, c'est très clair et je suis d'accord avec vous: il faut discuter avec les partenaires sociaux pour améliorer et négocier les situations prévues par la loi Renault et par d'autres lois à l'aide desquelles nous pouvons améliorer la situation.
Pour être très concret sur la situation chez Mestdagh, vous savez très bien qu'un conseil d'entreprise extraordinaire y a été tenu ce lundi. La direction y a fait part de son intention de procéder à un licenciement collectif. Cette annonce à entre-temps également été communiquée à mes services. On évoque 450 emplois malheureusement menacés. C'est évidemment un drame social!
Je connais très bien la situation dans le secteur de la distribution. J'ai déjà organisé des réunions avec des CEO des grandes entreprises du secteur de la distribution. Je suis convaincu que, dans le dossier Mestdagh, l'annonce de ce licenciement collectif marque le début de la première phase prévue par la loi Renault. Cela signifie notamment que c'est à présent à la concertation sociale de jouer son rôle et qu'il revient aux partenaires sociaux d'étudier les alternatives éventuelles aux licenciements.
Monsieur Daerden, le cabinet du premier ministre a déjà eu un premier contact avec la direction de Mestdagh, alors que nous avons été en contact avec les syndicats. Ensemble, nous suivons ce dossier de près. Je suis aussi d'accord de discuter avec les Régions, et notamment avec la Région wallonne lorsqu'elle prendra des initiatives dans ce dossier.
Pour conclure, j'ai demandé aux partenaires sociaux de modifier la loi Renault. Je suis prêt à discuter au Parlement en vue de trouver un consensus sur la loi Renault. Je suis aussi d'accord de suivre, outre le dossier Mestdagh, d'autres dossiers dans le secteur de la distribution pour trouver des solutions dans ce secteur et également pour les travailleurs.
03.03 Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, j'entends votre réponse et c'est un discours d'impuissance. Oui, le secteur est en crise, une crise payée par les travailleurs. Vous n'amenez aucune réponse face à cette situation et aucune garantie pour l'avenir. Je ne peux accepter ce fatalisme de votre gouvernement face à ces pertes d'emplois, à cette dégradation - quelque part suscitée par votre politique - des conditions de travail.
Il est vraiment temps de réagir. Il faut une action commune majorité, opposition et partenaires sociaux. Il faut anticiper d'autres drames sociaux.
L'incident est clos.
- de heer Filip Dewinter aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de coördinatie van de politieacties met betrekking tot de transmigranten in en rond het Noordstation" (nr. P2830)
- de heer Hendrik Vuye aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de coördinatie van de politieacties met betrekking tot de transmigranten in en rond het Noordstation" (nr. P2831)
- M. Filip Dewinter au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "la coordination des actions policières relatives aux migrants en transit présents dans la gare du Nord et aux alentours" (n° P2830)
- M. Hendrik Vuye au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "la coordination des actions policières relatives aux migrants en transit présents dans la gare du Nord et aux alentours" (n° P2831)
04.01 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het Brussels Noordstation is een vrijhaven geworden voor wat tegenwoordig in de politiek correcte newspeak transmigranten genoemd wordt; de gewone mensen spreken over illegalen. Een en ander heeft tot gevolg dat het Noordstation en zijn belendende parken en pleinen een soort van multiculturele vuilnisbelt zijn geworden. Het stinkt er naar urine en uitwerpselen, er hangt een dreigende sfeer, havenloze mannen lopen er rond zonder enig doel, men slaapt er op straat, in de parken en in de gangen en toiletten van het Noordstation. Dat hebben we allemaal te danken aan het fluwelenhandschoenbeleid van uw regering, die wel discussieert met lokale overheden en politiediensten, maar niet optreedt. Vandaag is er met burgemeester Clerfayt van Schaarbeek eindelijk een akkoord afgesloten.
Zowat anderhalf uur geleden deed ik de moeite om ter plaatse te gaan in het Noordstation, om te zien wat er gebeurt. Ik zag er een vijftiental federale agenten rondlopen, als een soort van wekdienst, annex sociaal assistent van de betrokken illegalen, die hen vriendelijk, niet eens kordaat, aanmaant om, indien zij goesting hebben, misschien eventueel het Noordstation te verlaten. U kunt de beelden bekijken op mijn Twitter- en Facebookaccount. Na veel dralen vertrekken de illegalen om uiteindelijk op hun slaapzakken in het zonnetje in het Maximiliaanpark te gaan liggen. Vanavond keren zij wellicht terug. Er vonden geen identiteitscontroles plaats, ik heb er geen enkele vastgesteld. Er vonden evenmin arrestaties plaats.
Burgemeester Clerfayt zegt dat dit normaal is, aangezien de Dienst Vreemdelingenzaken uiteindelijk per dag maar vijfentwintig mensen in de centra kan onderbrengen. De overigen, zowat twee derde, krijgen een bevel om het grondgebied te verlaten, maar keren gewoon terug naar het Noordstation, met alle mogelijke gevolgen.
Mijnheer de minister, er moet opgetreden worden. Er moet letterlijk en figuurlijk een grote kuis gebeuren in en rondom het Noordstation. Het Noordstation mag geen vrijhaven zijn, geen soort van alternatief open asielcentrum voor illegalen. De vele tienduizenden reizigers die daar dagelijks moeten passeren en die niet, zoals veel politici in ons Halfrond, over een dienstwagen met chauffeur beschikken, hebben dat niet verdiend. U moet optreden.
U moet identificeren. U moet arresteren. Zij moeten het land uit. Er is geen andere oplossing.
04.02 Hendrik Vuye (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in het Noordstation zitten honderden transmigranten. Volgens sommige bronnen zijn het er zelfs 600. Dat blijft maar duren.
Hoe lost Emmanuel Macron, de grote held van vele leden hier in het Halfrond, dat op? "On ne peut pas prendre la misère du monde." Dat is wat Macron verklaart. Hij laat in de Assemblée nationale een nieuwe wet stemmen, die toelaat een traject te volgen. Ik zal dat traject even toelichten en met België vergelijken.
In etappe 1 van het traject zijn er gecoördineerde politieacties in Frankrijk. België is er na meer dan twee jaar nog niet in geslaagd tot coördinatie tussen de federale en de lokale politie te komen.
In etappe 2 is er in Frankrijk een administratieve procedure via terugkeercentra. Bij etappe 2 in België krijgt de transmigrant een papiertje van de DVZ, waarin staat dat hij of zij het grondgebied moet verlaten. Hij of zij wordt vrijgelaten. Binnen de kortste keren staat twee derde opnieuw aan het Noordstation.
De transmigranten kunnen ook asiel aanvragen. Doen zij dat in Frankrijk, dan wordt hen dat in 32 % van de gevallen toegekend. In België is dat in 64 % van de gevallen. Dat is dus exact het dubbele.
In etappe 3 wordt illegaal verblijf op het Franse grondgebied strafbaar. Er geldt een straf van drie jaar. In België is dergelijk verblijf ook strafbaar. Er geldt een straf van acht dagen, maar waarschijnlijk is nog nooit iemand daarvoor veroordeeld. Het illegaal verblijf wordt immers niet vervolgd. Het gaat gewoon om een fantoommisdrijf. Wie zijn gras afrijdt op zondag, krijgt een GAS-boete. Voor wie illegaal op het grondgebied verblijft, is er geen enkel probleem.
In etappe 4 in Frankrijk is er de repatriëring. In etappe 4 in België wordt 80 % van de uitwijzingsbevelen niet uitgevoerd.
Mijnheer de minister, gecoördineerde politieacties zijn een goede zaak, maar zij zijn niet alles. Er moet een traject op volgen.
De politievakbond stelt nu dat sommige transmigranten tot negenmaal toe worden opgepakt. Bij uw politieactie in West-Vlaanderen in 2016 is van de mensen die zijn opgepakt, uiteindelijk minder dan 2 % gerepatrieerd.
Mijn vraag aan u is de volgende.
Wat zal u doen? Zal u zoals Macron een traject instellen of zal u gewoon voortdweilen met de kraan open?
04.03 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dewinter, mijnheer Vuye, de feiten die u schetst over het Noordstation zijn ons natuurlijk bekend. Ik heb maandag een akkoord kunnen sluiten met de twee lokale politiezones van Brussel-Noord en Brussel-Hoofdstad, met de DVZ, de gerechtelijke politie, de federale politie en de spoorwegpolitie om te komen tot een geïntegreerde aanpak en het Noordstation terug te geven aan de reizigers.
Dit akkoord bevat vier doelstellingen.
Ten eerste, het verhogen van de veiligheid en het subjectieve veiligheidsgevoel, het herstel van de openbare orde en verbetering van de hygiëne in het station, het Communicatiecentrum Noord – wat ruimer is dan het Noordstation- en de onmiddellijke omgeving.
Ten tweede, het
zoveel mogelijk ontmoedigen van alle vormen van overlast.
Ten derde, het
intensifiëren van de gecoördineerde acties.
Ten vierde, het
ontradend optreden volhouden en zo de beeldvorming verbeteren.
De politiediensten
hebben samen gezeten om dat politieke akkoord in een concreet actieplan om te
zetten. Ook de DVZ werd bij dit actieplan betrokken. De benodigde capaciteit en
middelen zijn vrijgemaakt. De reserve van de federale politie zal worden
ingezet. Die acties zullen zich de volgende dagen, weken als het moet, op het
terrein voltrekken. Wij zullen dit op regelmatige basis evalueren en bijsturen,
indien nodig.
Wij hebben bij dit
alles maar een objectief voor ogen, namelijk het station teruggeven aan de
reizigers en de veiligheid garanderen.
04.04 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit is een antwoord dat wij al herhaaldelijk hebben gehoord in het verleden, toen wij u over dezelfde problematiek hebben ondervraagd. Het voldoet helaas niet. Zolang er onvoldoende opvangcapaciteit is in de gesloten instellingen, zolang de DVZ niet in staat is om de stroom van illegalen te verwerken en zich niet te beperken tot het afleveren van een bevel om het grondgebied te verlaten, waarna men na een paar uur terug op dezelfde plaats staat, zal er in de praktijk immers niets gebeuren en niets kunnen gebeuren.
Het is schrijnend dat uitgerekend vandaag de spoorwegpolitie een stakingsaanzegging heeft ingediend. Waarom? Ik herinner mij dat in 2012 de toenmalige minister Milquet naar buiten kwam met de mededeling dat er een personeelskader zou komen van 358 agenten voor de Brusselse spoorwegpolitie. Weet u hoeveel dit er vandaag zijn? 70! Er zijn 70 effectieve spoorwegpolitieagenten in Brussel op een kader van 110!
Dat betekent dat nauwelijks 68% van het personeelskader van de Brusselse spoorwegpolitie ook ingevuld is. Dit is structureel. Dit is een van de grote problemen. De spoorwegpolitie zou in het station Brussel-Noord moeten kunnen patrouilleren en ingrijpen, maar zij kan dat niet omwille van het personeelstekort. Dat is een van de grote problemen die door hen wordt aangekaart met deze stakingsaanzegging, die wij trouwens volledig ondersteunen. De burger heeft immers recht op veiligheid en de politiediensten hebben recht op de middelen om die veiligheid te garanderen.
04.05 Hendrik Vuye (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik had in elk geval veel meer verwacht van dat akkoord. Het lijkt wel het akkoord van de nobele intenties.
De realiteit is een beetje anders. De influx ligt 7% hoger dan onder de regering-Di Rupo. Hoe komt dat? Dat komt heel eenvoudig omdat de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie er tot op heden nog niet in geslaagd zijn te komen tot een coördinatie van de politieacties.
U hebt al eens gezegd dat dit niet uw verantwoordelijkheid was, maar die van het lokale niveau. Volgens de wet op de geïntegreerde politie bent ú daarvoor verantwoordelijkheid.
De staatssecretaris voor Asiel en Migratie slaagt er niet in om een traject op te bouwen via terugkeercentra. Dat lukt niet en het aantal goedgekeurde asielaanvragen ligt hier twee keer hoger dan in Frankrijk.
De minister van Justitie wil voornamelijk iedereen uit de gevangenissen houden omdat er geen plaats is in de gevangenissen. Er is geen plaats in de gevangenissen omdat de minister van Binnenlandse Zaken, ook bevoegd voor de Regie der Gebouwen, er niet in slaagt om gevangenissen gebouwd te krijgen.
Ten slotte slaagt de staatssecretaris van Asiel en Migratie er ook maar niet in mensen gerepatrieerd te krijgen, want maar 20% van wie moet worden uitgewezen, wordt effectief uitgewezen.
Dus, samenvattend, mijnheer de minister, straffe praat verkopen op Twitter is best gemakkelijk, maar jammer genoeg is het fake news dat wordt getweet.
Het incident is gesloten.
- M. Gilles Vanden Burre au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la situation chez bpost" (n° P2832)
- Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la situation chez bpost" (n° P2833)
- M. Marco Van Hees au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la situation chez bpost" (n° P2834)
- de heer Gilles Vanden Burre aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de situatie bij bpost" (nr. P2832)
- mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de situatie bij bpost" (nr. P2833)
- de heer Marco Van Hees aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de situatie bij bpost" (nr. P2834)
05.01 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre, la situation de bpost est très préoccupante. Elle se détériore chaque semaine, en particulier un peu plus au niveau des conditions de travail des plus de 25 000 employés de l'entreprise publique.
La semaine dernière, vous répondiez déjà, ici, aux questions relatives à la perte de centaines d'emplois liée à l'externalisation des services de restauration, de nettoyage et autres call centers.
Depuis lors, les syndicats ont quitté la table des négociations regrettant l'attitude de la direction et l'interview du CEO de bpost parue dans la presse samedi dernier. C'est la cerise sur le gâteau particulièrement indigeste! Il exprime sa vision du futur de bpost en annonçant la diminution des boîtes aux lettres rouges, en donnant son avis sur le fait qu'on pourrait augmenter le prix des courriers en fonction de leur envoi (jour+1, jour+2). On aurait ainsi des tarifs différenciés avec toutes les conséquences négatives que cela pourra avoir sur le passage quotidien du facteur qui devra de facto être modifié, si ces mesures sont appliquées. Ce serait contraire aux engagements que vous avez pris récemment en commission concernant le passage quotidien du facteur.
Bpost est en train de se transformer en profondeur à cause de la diminution très importante du courrier papier, ce que nous comprenons. Mais cette transformation, cette nouvelle stratégie ne peut pas se faire sur le dos des travailleurs; elle ne peut pas se faire en considérant ces derniers comme des variables d'ajustement. Monsieur le ministre, c'est une façon de faire que nous n'accepterons pas.
Monsieur le ministre, pourriez-vous clarifier votre position, votre vision concernant l'avenir des boîtes aux lettres rouges? Qu'en est-il de leur nombre? On sait à quel point il est important pour le service de proximité offert à nos concitoyens, que ces derniers habitent en ville ou dans les zones plus rurales. Quelle est votre position quant à la différenciation tarifaire annoncée? Pourriez-vous réaffirmer les engagements que vous avez pris concernant le passage quotidien du facteur? Quelles actions comptez-vous entreprendre pour rétablir le dialogue social? Il s'agit ici d'un élément fondamental. Il faut que les syndicats et patrons reviennent autour de la table des discussions.
Enfin, Ecolo-Groen a une demande officielle à formuler: il demande que soit auditionné le CEO de l'entreprise, Koen Van Gerven, en commission de l'Infrastructure, le plus rapidement possible, afin d'avoir un débat en profondeur sur sa vision et le futur de bpost.
Cette demande sera déposée mercredi prochain sur la table de la commission de l'Infrastructure. Je voulais savoir si vous pouviez la soutenir.
05.02 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, la semaine dernière, mon collègue Laurent Devin vous interrogeait sur la restructuration annoncée chez bpost. Le même jour, et c'est rare dans cette entreprise, les représentants des travailleurs quittaient la table des négociations. Depuis lors, le CEO de bpost a décidé de s'attaquer non seulement aux travailleurs, mais aussi à la population elle-même. Il a en effet décidé d'augmenter le prix du timbre, de réduire la distribution du courrier et de supprimer les boîtes rouges.
Certains, dont moi, y voient une gestion "panique" devant la chute du cours de l'action de bpost, qui n'est pourtant pas imputable à ses employés – pas plus qu'à une supposée diminution croissante du courrier papier –, mais simplement à une mauvaise prise de participation dans plusieurs autres entreprises.
Au bout du compte, après les travailleurs, ce sont les citoyens en général qui vont payer plus pour recevoir moins. Une diminution des services rendus par une entreprise publique n'est pas acceptable.
La réduction de la distribution du courrier est bien là, mais était totalement prévisible malgré le maintien du volume du courrier papier. Dès lors, il faut arrêter de dire que ce serait à cause d'une prétendue diminution que le nombre de travailleurs et de services à la population doit être revu à la baisse.
Monsieur le ministre, comme le gouvernement dans son ensemble, vous augmentez la pression parce que vous êtes obsédé par une forte cotation en bourse, dans le scénario d'une éventuelle privatisation de cette entreprise publique.
Mes questions seront identiques à celles de mon collègue. Monsieur le ministre, vous montrez-vous favorable à une différenciation du prix du timbre en fonction du délai de distribution? Soutenez-vous la suppression des boîtes rouges? Comptez-vous prendre des mesures pour ramener le dialogue social dans l'entreprise?
Je voudrais, par ailleurs, rassurer M. Vanden Burre: nous allons bien évidemment recevoir, en vue d'une audition, le CEO de bpost, comme nous le faisons avec toutes les entreprises publiques. Il devra naturellement venir s'expliquer.
J'ajoute que, si la commission le veut bien, j'inviterai aussi les représentants des travailleurs car, aujourd'hui, le dialogue n'est plus possible.
Monsieur le ministre, ce sont là mes quelques questions. Nous tenons à cette entreprise publique mais nous tenons aussi à ce qu'une entreprise publique continue à donner des services à l'ensemble des citoyens de manière égale.
05.03 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, monsieur le ministre, après la justice de classes, bientôt la poste de classes? C'est la question qu'on peut se poser. Si je suis riche, ma lettre met un jour pour arriver chez son destinataire. Si je suis moins rouge …
(…): (…)
05.04 Marco Van Hees (PTB-GO!): Moins rouge, non! Ça, pas tout de suite!
Si je suis moins riche, ma lettre rejoint son destinataire en trois jours. C'est ce qu'a proclamé le CEO de bpost, Koen Van Gerven. On se rappelle aussi qu'en mars dernier, les tarifs de la poste ont augmenté. Qui gère cette poste? C'est un ancien banquier. On n'a pas une logique postale pour gérer cette entreprise mais bien une logique de financier. Je rachète des sociétés. Je licencie un maximum de personnel. Je donne un maximum de dividendes aux actionnaires. Dans une récente interview, il se félicitait d'un rendement de 8,5 % aux actionnaires. Quand on sait qu'un épargnant reçoit 0,01 %, on se demande s'il faut vraiment donner 8,5 % aux actionnaires. Par ailleurs, le CEO de bpost est un ancien de chez Fortis. Cela fait un peu peur quand on se souvient de l'histoire de Fortis et qu'on voit qu'il fait des rachats de sociétés de manière très aventureuse. On se demande si Radial sera l'ABN AMRO de bpost demain.
Monsieur le ministre, votre position n'est pas très claire sur le fond. Sur la forme, vous dites que le CEO devrait mieux communiquer avec le personnel. Est-ce vraiment pour les entendre dans leurs revendications ou pour les entuber? Votre position n'est pas très claire. Il faut plus de pédagogie, dit un autre membre de votre gouvernement. La pédagogie, c'est apparemment à la mode au gouvernement fédéral. Le ministre Bacquelaine disait la même chose à propos des pensions. On casse les pensions mais il faut plus de pédagogie pour l'expliquer aux gens. On casse la poste mais il faut plus de pédagogie pour expliquer aux gens que c'est inévitable.
Monsieur le ministre, mes questions sont claires. J'aimerais que vous y répondiez non seulement à moi mais aussi aux électeurs étant donné les échéances électorales. Êtes-vous d'accord avec la fin du courrier quotidien, sauf pour ceux qui paient plus? Ou bien direz-vous au CEO: "Koen, jette ce plan à la poubelle!"?
Par ailleurs, êtes-vous d'accord avec les milliers d'emplois perdus à cause d'un tel plan?
05.05 Alexander De Croo, ministre: Je vous remercie pour ces questions qui font un peu double emploi avec les questions de la semaine passée. Je ne vais pas tout répéter mais nous savons tous que l'entreprise est en pleine mutation. Tous, nous envoyons beaucoup moins de lettres. Vous dites que la chute n'est pas tellement accentuée. Si! La diminution du courrier est de 8 % par rapport à l'année précédente. C'est vraiment une très grande différence. On envoie plus de paquets. C'est vrai mais le contexte dans lequel bpost travaille a beaucoup changé.
Je pense qu'il est normal que la direction de bpost mène une réflexion par rapport aux services que l'entreprise apporte aux clients, à leurs attentes. Ces attentes et la manière d'opérer sont assez différentes aujourd'hui par rapport à il y a dix ou quinze ans.
Je voudrais avancer deux éléments. Premier élément, l'entreprise est en transformation depuis des années déjà. Jusqu'à présent cette transformation s'est toujours réalisée dans un dialogue social et dans un cadre de discussion de qualité. Je demande ici à la direction de renouer avec cette tradition et d'avoir une vraie concertation par rapport aux besoins de l'entreprise mais aussi certainement par rapport au rôle des travailleurs là-dedans. Un dialogue social doit se nouer avec une compréhension réciproque par rapport aux besoins de l'entreprise et aux besoins des clients.
Le deuxième élément est relatif aux propositions qui sont faites ou qui ne sont pas faites. Je pense que lancer des idées dans des interviews publiées dans des journaux, ce n'est pas la bonne manière de faire. Cela doit plutôt se faire en concertation, mais il faut quand même aussi être clair par rapport à ce que M. Van Gerven a dit et n'a pas dit. Nulle part, il n'a dit que la distribution quotidienne n'aurait plus lieu. Il n'a pas dit cela. D'ailleurs, dans le contrat de gestion, clairement, on continue à dire qu'il y aura une distribution quotidienne, cinq jours par semaine. Par contre, je ne vois rien contre le fait de mener, à un moment donné, une réflexion basée sur les besoins des clients où l'on voit que la majorité des citoyens disent: "Si une facture est envoyée et reçue le jour d'après ou que cette facture est reçue deux jours après, cela ne fait pas beaucoup de différence". Il me semble tout à fait logique de réfléchir à cette différence.
J'entends dire que c'est nouveau ou qu'on n'a jamais vu cela. Non! Cela existait! Le timbre prior existait! Ce n'est pas tellement nouveau! Il est tout à fait normal qu'il y ait une réflexion à ce sujet. Une entreprise comme bpost travaille dans un marché en évolution et dans un monde dans lequel les attentes du consommateur sont totalement différentes. Si on veut expédier quelque chose de manière urgente aujourd'hui, on n'envoie plus une lettre! Mais cela ne veut pas dire que la lettre n'a plus de rôle à jouer, elle a simplement un rôle différent de celui qu'elle avait il y a quinze ans.
05.06 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses mais vous n'avez pas répondu à l'ensemble des questions.
Vous demandez un dialogue social, important pour la transformation de l'entreprise, et on ne peut que vous rejoindre. Mais en tant que ministre de tutelle, vous avez aussi des moyens pour renforcer ce dialogue social. Vous faites un appel ici et j'espère que la direction de bpost vous entendra mais quand la situation est grave – et elle l'est aujourd'hui! –, on attend plus de la part d'un ministre de tutelle. On ne vous demande pas de faire cet effort dans la gestion quotidienne mais quand la concertation sociale est à l'arrêt, il est de votre devoir de la rétablir par des actions concrètes.
Vous n'avez pas répondu aux questions sur les boîtes aux lettres ou sur le tarif des timbres. S'il existe un tarif différencié en fonction de la rapidité de distribution, il est clair qu'il y aura un effet sur le passage du facteur. L'un a un impact direct sur l'autre. Il est vrai que le CEO ne s'est pas exprimé sur le sujet, mais on ne peut imaginer que cela n'aura pas d'impact sur le passage du facteur.
Enfin, je souhaite que vous répondiez à ma demande au sujet de l'audition de Koen Van Gerven. Même si ce sont les parlementaires qui décident des auditions, il serait intéressant d'avoir votre avis sur la question. L'idée est de rétablir un dialogue avec les représentants des travailleurs, la direction de l'entreprise et le ministre de tutelle. Nous essayons d'ouvrir le dialogue, nous le ferons prochainement en commission.
05.07 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. Il y a une diminution du courrier, je vous l'accorde. Mais je voudrais rappeler que le secteur du courrier est bénéficiaire. Le service universel est rentable, nous avons eu de très longs débats en commission sur la loi postale à ce sujet. Les projections étaient prévisibles, il y a eu des adaptations et modernisations de la société en fonction de cette diminution du courrier.
Deuxièmement, tout le monde ne veut pas sa lettre tous les jours, nous sommes d'accord. Alors, au lieu d'augmenter les prix pour ceux qui veulent le courrier au quotidien, diminuons plutôt les prix pour un service moindre. Vous proposez d'augmenter le tarif en échange d'un service moindre! Tout cela parce qu'il y a une pression des actionnaires, mais je rappelle que l'actionnaire majoritaire, c'est l'État. L'État doit stabiliser l'entreprise, valoriser un travail correct des travailleurs, valoriser la paix sociale et le service public, c'est-à-dire un service à l'ensemble des citoyens, peu importe le territoire. J'aimerais entendre cette parole dans la bouche de l'actionnaire principal, c'est-à-dire l'État.
Je voudrais rassurer mon collègue: je proposerai l'audition dont vous aviez parlé lors de la prochaine réunion de la commission de l'Infrastructure. Je ne veux pas que l'exécutif se mêle aux travaux de la commission car je tiens à la séparation des pouvoirs. J'espère que la majorité souscrira à cette proposition d'audition tant du CEO que des représentants des travailleurs et des représentants des consommateurs, parce que tous les citoyens vont être touchés par cette politique.
05.08 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le ministre, même si votre réponse n'était pas tout à fait limpide, elle était assez claire pour comprendre que vous soutenez la mesure. Si on a de l'argent, le courrier sera distribué le lendemain et si ce n'est pas le cas, ce sera le deuxième ou le troisième jour. Vous soutenez la mesure du CEO, qui va conduire à la disparition du passage quotidien du facteur à moyen terme.
Vous n'avez pas évoqué les pertes d'emploi que cela représentera. Je suppose que ce n'est pas votre souci premier. Je constate que le même argument revient – également dans la bouche du CEO –, celui d'assurer la survie à long terme de l'entreprise. Cela ressemble un peu aux saignées du Moyen-Âge: il y avait 39 000 équivalents temps plein en 2003, aujourd'hui, il y en a 25 000 et on continue à supprimer des milliers d'emplois avec cette mesure.
Cela montre que la libéralisation, ce n'est pas un service meilleur et moins cher mais bien un service moins bon et plus cher!
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Peter De Roover aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de transparantie van de geldstromen uit Saudi-Arabië" (nr. P2835)
06 Question de M. Peter De Roover au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "la transparence des flux financiers provenant d'Arabie saoudite" (n° P2835)
06.01 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, wij konden vanochtend in de krant en in de onderzoekscommissie naar aanleiding van de aanslagen, een rapport bekijken over de — ik wik mijn woorden — zeer dubieuze inhoud van bepaalde boeken en brochures die gebruikt worden in het islamonderwijs.
Het is heel mooi dat deze thematiek nu aan het oppervlak wordt gebracht. Ik vind dat het gerechtelijk apparaat toch eens moet bekijken of daar geen strafbare zaken plaatsvinden: oproepen tot geweld, oproepen tot haat, oproepen tot antisemitisme, allemaal zaken die wij in dit Parlement strafbaar hebben gesteld en waarvan wij hopen dat er op een correcte manier wordt ingegaan.
Wij moeten echter verder gaan. De brochures worden gedrukt en daar is geld voor nodig. Er is daarachter dus ergens een financiering, en deze verloopt doorgaans erg onduidelijk. In onze onderzoekscommissie kwamen getuigen spreken over de Grote Moskee, die wordt gefinancierd via de Muslim World League die gevestigd is in Saoedi-Arabië.
De voorbije dagen was er een debat in Nederland waaruit bleek dat de minister van Buitenlandse Zaken daar op de hoogte was van financiering uit Saoedi-Arabië en de Golfstaten; maar daarvan geen melding heeft gemaakt aan het Parlement of zelfs de regering.
Mijnheer de minister, ik ben vanochtend met het vliegtuig teruggekomen van een bezoek aan Saoedi-Arabië. Wij hebben daar bijzonder nuttige contacten gehad wat dit onderdeel betreft. Wij hebben begrepen dat er in Saoedi-Arabië een wet zou bestaan, of een decreet, zeer recent ingevoerd, waardoor alle Saoedi's, burgers en verenigingen, verplicht worden om toestemming te vragen aan het land waar zij bepaalde geldstromen naartoe leiden. Concreet betekent dit dat als een Saoedische vereniging of een Saoedische burger geld stort aan een vereniging die actief is in België, wij daarvan op de hoogte moeten worden gesteld en wij daarvoor ook toestemming moeten verlenen.
De inhoud van die wet is echter bijzonder onduidelijk. Ik heb begrepen van de ambassadeur van Saoedi-Arabië dat men weinig transparant is over de concrete betekenis ervan.
Ik kom tot de vragen die ik hierover wil stellen.
Ten eerste, in welke mate kennen wij deze wet? Weten wij hoever de inhoud ervan strekt?
Ten tweede, heeft de wet ook gevolgen? Hebt u weet van financiële stromen die op basis van deze wet gemeld zijn? Ik neem aan dat dit dan aan de diensten van Buitenlandse Zaken is.
Ten derde, zijn er soortgelijke wetten die gebruikt kunnen worden om financiële stromen naar moskeeën en religieuze instellingen te bekijken, bijvoorbeeld voor de Golfstaten of voor Turkije?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De Roover, ik heb veel contact gehad met mijn collega's uit de Golflanden, in verband met de financiering van of invloed in de moskeeën en het onderwijs met betrekking tot de islam in ons land. Specifiek met betrekking tot Saoedi-Arabië, heb ik het laatste jaar een aantal billaterale contacten gehad met de minister van Buitenlandse Zaken van Saoedi-Arabië. Deze contacten gingen in verschillende richtingen.
Ten eerste, ik heb hem gevraagd om het beheer van de Grote Moskee stop te zetten. U weet dat dit nu gebeurd is. Ik heb samen met mijn collega's van Binnenlandse Zaken en Justitie een aantal beslissingen genomen, na een akkoord met Saoedi-Arabië, om te komen tot een ander beheer, vanuit België.
Ten tweede, wij hebben ook informatie gekregen in verband met een mogelijke wet of een decreet in Saoedi-Arabië. Het is niet zeer transparant en wij hebben nog geen tekst gezien. Bijgevolg hebben wij geen uitvoering van dergelijke tekst gezien. Wij hebben dus geen informatie in verband met een mogelijke financiering.
Ik heb ook de informatie vanuit Nederland gelezen en ik heb aan Nederland gevraagd om meer informatie te krijgen in verband met een mogelijk akkoord.
Eind VAN vorig jaar hebben wij een missie gestuurd naar Saoedi-Arabië, met de verschillende diensten. Justitie, CFI en OCAD waren daar aanwezig. Er is nu een MOU ondertekend tussen de Cel voor Financiële Informatieverwerking en haar Saoedische tegenhanger, aangaande de uitwisseling van informatie over het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en daarmee verbonden criminele activiteiten.
Wij trachten verder te gaan, om niet alleen contact te hebben tussen de gespecialiseerde diensten maar ook tussen de twee departementen, om alzo ook tot een MOU te komen in dezelfde zin als die mogelijke wet. Dan is het mogelijk om een akkoord te vragen aan de Belgische overheid voor elke mogelijke financiering, terwijl dat zonder akkoord moet stoppen. Wij proberen die richting uit te gaan, niet alleen met Saoedi-Arabië maar ook met de andere landen. Ik heb in dat verband contact gehad met Qatar en wij zijn ook bezig met Koeweit.
Wij hebben vooruitgang geboekt in verband met het beheer van de Grote Moskee. Er is een goede samenwerking tussen de financiële diensten die zich bezighouden met het probleem van het witwassen van geld. Wij moeten echter nog verder gaan en komen tot een transparantere uitwisseling van inlichtingen. Zover zijn wij nog niet. Wij zullen zien of het mogelijk is om te werken op dezelfde wijze als in Nederland.
06.03 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, wanneer wij die financiële stromen in kaart kunnen brengen, hebben we een belangrijke stap gezet om fundamenteel te bekijken wat er aan mogelijk zeer dubieuze informatie bij jongeren wordt verspreid. U hebt het over de tweede MOU. Als ik goed ben ingelicht zegt Saoedi-Arabië daarover dat die niet nodig is omdat er een wetgeving is. Maar, als het het ene niet is, dan is het natuurlijk het andere en in dat geval is het van het uiterste belang dat Saoedi-Arabië ook duidelijk maakt wat de inhoud is van die wet en op welke manier die toepasbaar is.
Dit neemt niet weg dat ik de indruk heb dat de kroonprins van Saoedi-Arabië enorme stappen zet naar een snelle ontwikkeling van het land. Wij hebben de mogelijkheid om Saoedi-Arabië daar ook op aan te spreken. In de PR-operatie die Saoedi-Arabië op dit moment onderneemt, zegt het land zelf een bepaalde soevereiniteit te hebben waarmee wij worden verzocht ons niet te bemoeien. Wij kunnen net het omgekeerde aan hen zeggen, namelijk dat wij de beïnvloeding door Saoedi-Arabië op dit ogenblik in kaart willen brengen en dat wij transparante informatie van hen verwachten. Ik denk dat dat een taal is, mijnheer de minister, die zij begrijpen. Die wetgeving waarvan wij niet helemaal weten hoe zij in elkaar zit, zou alleszins een uitstekend instrument kunnen zijn om een oud euvel in belangrijke mate op te lossen.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Véronique Caprasse à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la pénurie de médecins généralistes à Bruxelles" (n° P2836)
07 Vraag van mevrouw Véronique Caprasse aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het huisartsentekort in Brussel" (nr. P2836)
07.01 Véronique Caprasse (DéFI): Madame la ministre, une étude de l'Observatoire de la Santé et du Social vient de mettre en lumière le risque de pénurie de médecins généralistes à Bruxelles. Cette étude est plus qu'une simple photographie de l'offre médicale: elle confronte celle-ci aux besoins en soins de la population, quartier par quartier. Bruxelles, comme les autres Régions du pays, n'est pas épargnée par le risque de pénurie ni par le vieillissement des médecins généralistes. Près d'un médecin sur trois a entre 55 et 64 ans, ce qui signifie qu'un grand nombre de médecins seront appelés à arrêter leur profession dans les dix prochaines années.
Par ailleurs, la situation bruxelloise se caractérise par différents aspects: une forte croissance démographique, de plus en plus de jeunes, de nombreuses nationalités différentes, beaucoup de précarité et de pauvreté. Bruxelles compte aussi beaucoup d'étudiants qui kotent, de touristes et de navetteurs qui ont souvent besoin de se rendre chez un médecin à Bruxelles.
Certains quartiers, de par la structure des âges ou les caractéristiques socio-économiques de ceux qui les peuplent, auraient davantage besoin de médecins généralistes. L'étude conclut que la pénurie de médecins généralistes ne touche pas encore Bruxelles proprement dite, mais se manifeste déjà dans certains quartiers. On estime que 486 médecins généralistes supplémentaires seront nécessaires d'ici 2027.
Pour faire face à cette situation, le ministre bruxellois de la Santé, M. Gosuin, a déclaré qu'il était indispensable de remettre sur la table le débat sur les médecins généralistes, et d'en reparler avec vous au niveau fédéral. Ma question est simple: seriez-vous disposée à rencontrer M. Gosuin et à avoir, à ce propos, une franche conversation avec lui?
07.02 Maggie De Block, ministre: Madame Caprasse, je vous remercie de votre question.
Hier, j'ai été ravie d'apprendre que MM. Gosuin et Vanhengel avaient décidé de prendre une initiative dépassant les frontières partisanes. La spécificité de l'étude qu'ils ont commandée est qu'elle ne se contente pas de prendre une photographie de l'offre, puisqu'elle la croise notamment avec les besoins en soins de la population bruxelloise, quartier par quartier, d'autant plus qu'il s'agit d'une tâche difficile.
Les aspects suivants ont plus particulièrement retenu mon attention. Tout d'abord, les jeunes médecins s'installent principalement dans les quartiers aux revenus moyens et inférieurs, tandis que les praticiens plus âgés exercent surtout dans les communes dites "plus riches". Il est aussi à noter que le taux de généralistes en formation est très bas: à savoir 5,9 % de l'effectif total. En revanche, les médecins plus âgés semblent les moins disposés à remplir la fonction de maître de stage, qui est indispensable à l'arrivée de jeunes médecins. Enfin, ces derniers disent accorder de l'importance au fait d'avoir une patientèle qui leur permettra d'obtenir suffisamment de revenus. Ils souhaitent également participer aux services de garde assurés par l'ONE ou les centres de planning familial.
L'étude a relevé qu'aucune pénurie de généralistes n'avait été observée en 2017, mais qu'elle serait prévisible à partir de 2027. En outre, on ne peut pas omettre que le nombre de médecins âgés de 50 ans et plus, encore actifs et souhaitant le rester, est loin d'être négligeable. Cette catégorie est presque aussi importante que le groupe - relativement jeune - de praticiens âgés de 45 à 54 ans.
Vous aurez certainement remarqué que l'étude renvoyait au cadastre fédéral, qui sera mis à jour au cours de cette année sur la base de ces données. Ensuite, les sous-quotas - qui relèvent de la compétence régionale, notamment par le biais d'Impulseo - seront déterminés par les ministres régionaux, qui devront donc prendre leurs responsabilités, vu qu'ils en ont les moyens. Je suis donc ravie qu'ils aient pris cette initiative.
07.03 Véronique Caprasse (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie. Je vois que vous avez bien étudié les données transmises par la Région bruxelloise. Cela ne m'empêche pas de vous demander quand même - je pense que cela serait intéressant - de vous asseoir à table avec les deux ministres: avec M. Vanhengel, votre collègue politique, et M. Gosuin.
J'en reviens quand même à penser qu'il y a toujours un problème au niveau des numerus clausus. De plus en plus, on constate qu'il y a parmi les médecins un nombre croissant de femmes, qui n'ont plus envie de travailler vingt-quatre heures sur vingt-quatre. Dans le temps, les médecins étaient au taquet tout le temps. Aujourd'hui, comme ce sont des femmes, elles ont envie d'avoir aussi une vie familiale décente. Je pense que la sociologie de la profession a fort changé et qu'il faut en tenir compte.
Het incident is gesloten.
- Mme Catherine Fonck à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'accord de principe portant sur la réintégration des malades de longue durée et les sanctions applicables aux entreprises et aux travailleurs" (n° P2837)
- M. Jan Spooren à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'accord de principe portant sur la réintégration des malades de longue durée et les sanctions applicables aux entreprises et aux travailleurs" (n° P2838)
- mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het principeakkoord over de re-integratie van langdurig zieken en de sancties voor bedrijven en werknemers" (nr. P2837)
- de heer Jan Spooren aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het principeakkoord over de re-integratie van langdurig zieken en de sancties voor bedrijven en werknemers" (nr. P2838)
08.01 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, favoriser la réintégration des malades de longue durée, des invalides au travail, c'est une évidence au vu de l'évolution des chiffres. En effet, il est question de plus de 400 000 personnes malades et invalides de longue durée et surtout d'une explosion durant ces dernières années.
Les trajets de réintégration ont été mis en place voici un peu plus d'un an. Vendredi dernier, le gouvernement annonçait un accord de principe prévoyant des sanctions pour les employeurs et pour les travailleurs, "s'ils ne font pas suffisamment d'efforts". Je reprends ici les termes utilisés par le gouvernement. On peut se demander ce que veut dire "ne pas faire assez d'efforts". Je suis curieuse de connaître les éléments que vous allez apporter.
Le choix de ce tour de vis est totalement incompréhensible. En effet, tout d'abord, cela ne fait qu'un peu plus d'un an que ces trajets de réintégration ont été mis en place. On peut donc supposer qu'ils n'ont pas encore atteint leur vitesse de croisière. Ensuite, avec le ministre Peeters, vous avez demandé, madame la ministre, une évaluation au Conseil national du Travail. Les partenaires sociaux sont, aujourd'hui, en train d'y travailler. On peut encore s'étonner car vous avez, vous-même, madame la ministre, glorifié tout récemment dans la presse le bon fonctionnement des trajets de réintégration. Vous avez cité le chiffre équivalent à près de 50 000 travailleurs en trajet de réintégration. C'était fin mars 2018.
Et puis, tout d'un coup, vous arrivez avec cette décision de sanction prise de façon unilatérale à l'égard des employeurs et des travailleurs.
Madame la ministre, pourquoi venez-vous, à peine un mois après vos déclarations vantant l'efficacité des trajets d'intégration, avec ce régime de sanction et ce tour de vis? Pourquoi décidez-vous de casser une dynamique qui pourrait être positive? Pourquoi ce choix d'une politique du bâton plutôt que celui d'une dynamique positive?
08.02 Jan Spooren (N-VA): Mevrouw de minister, in maart 2017 werd er na een maandenlange discussie in de regering eindelijk een akkoord over de responsabilisering bereikt als sluitstuk van een bredere aanpak van arbeidsre-integratie. Er werd toen gekozen voor een evenwichtige aanpak, waarbij zowel artsen, werkgevers als langdurig zieken actief moesten meewerken aan het nieuwe concept van het re-integratieplan. Ik heb u en uw collega’s toen nog gefeliciteerd, omdat ik in tegenstelling tot mevrouw Fonck er persoonlijk altijd van overtuigd ben geweest dat een zekere mate van responsabilisering het sluitstuk moet zijn van het concept van het arbeidsre-integratieplan en past in een bredere benadering van arbeidsre-integratie.
Ondertussen zijn wij meer dan een jaar verder en is de regering nog altijd aan het overleggen over de juiste modaliteiten om het akkoord eindelijk in praktijk te brengen, terwijl het aantal langdurig zieken dag na dag blijft stijgen, tot boven 400 000, terwijl het ACV zijn leden al heeft opgeroepen om niet mee te werken aan de re-integratieplannen – dat heb ik vorige keer al aangekaart – en terwijl heel wat werkgevers vaak niet voldoende moeite doen om de langdurig zieken weer aan het werk te helpen. Ik vind het onbegrijpelijk dat men zo lang talmt. Voeg nu eindelijk eens de daad bij het woord en zoek naar oplossingen voor een efficiëntere arbeidsre-integratie via responsabilisering, des te meer omdat er heel kwalijke gevolgen zowel voor de werkgevers en de langdurig zieken zelf als voor de sociale zekerheid eraan verbonden zijn. Vandaar heb ik volgende vragen.
Waarom duurt het zo lang? Wat zijn de obstakels om de laatste losse eindjes aan elkaar te knopen en tot een oplossing te komen?
Wanneer zal men de princiepsakkoorden eindelijk omzetten in concrete maatregelen en wanneer worden die dan van kracht?
Wat is de budgettaire impact van de vertragingen, want ik had begrepen dat zowel voor 2018 als voor 2019 heel wat middelen waren ingeschreven die moesten voortvloeien uit de invoering van een responsabiliseringsmechanisme?
08.03 Minister Maggie De Block: Mevrouw Fonck, mijnheer Spooren, vorige week is er inderdaad een principeakkoord met betrekking tot de responsabilisering gesloten in de Ministerraad. De maatregelen versterken de uitvoering van de re-integratietrajecten, die effectief reeds succesvol zijn. Sedert eind 2016 is dat een positief verhaal.
Mijnheer Spooren, u vraagt wat de oorzaak is van de resterende losse eindjes. De moeilijkheid is dat het een uitgebalanceerd verhaal moet zijn. Werknemer en werkgever moeten beiden verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor een geslaagde terugkeer naar het werk. Ik meen dat we het daar allemaal over eens zijn.
Voor alle duidelijkheid, de maatregelen gelden trouwens alleen voor de patiënten die nog een resterende capaciteit hebben om aan het werk te gaan. Wie te ziek is, wordt met rust gelaten.
Madame Fonck, vous parlez du bâton mais il y a aussi la carotte, à savoir qu'il s'agit vraiment d'une histoire positive pour l'employeur et les employés.
En ce qui concerne les employeurs qui ne fournissent pas assez d'efforts dans le cadre de la réintégration, cela signifierait qu'ils n'ont pas de motivation et ne sont pas susceptibles de coopérer mais, par contre, ils seront passibles d'une sanction de 800 euros. Cette sanction peut, selon les cas, être infligée sous forme d'amende administrative ou d'une réparation à la sécurité sociale.
La mise en œuvre concrète des mesures sera abordée lors du prochain Conseil des ministres. Il est aussi important que les PME en soient exclues.
De werknemers die meewerken, krijgen uiteraard geen sanctie. Werknemers die manifest weigeren mee te werken en dus ingaan op de oproep van het ACV in Visie om niet naar de controle gaan, kunnen een sanctie krijgen van 5 tot 10 % van hun uitkering gedurende een maand. Ik hoop dat iedereen slim genoeg is om geen gehoor te geven aan die oproep in Visie.
Les médecins assurent l'accompagnement et veillent à définir et à faciliter le trajet de réinsertion. Ce sont eux qui déterminent si, d'un point de vue objectif, il est possible pour l'employé en maladie de reprendre le travail. L'employeur et l'employé jouent donc tous deux un rôle principal et, s'ils arrivent à trouver un terrain d'entente, tout est possible. De nombreux beaux exemples l'ont prouvé ces dernières années et on continue sur cette voie.
08.04 Catherine Fonck (cdH): Monsieur Spooren, vous dites que ce n'est pas efficace mais je constate que deux ministres de votre gouvernement, dont Mme De Block, ont dit que c'était efficace. Fin mars 2018, Mme De Block disait que c'était efficace. Je viens d'ailleurs de répéter ses dires. Le ministre Peeters a également dit tout récemment que cela permettait clairement d'obtenir 30 % de réintégration à l'emploi, ce qui est évidemment un chiffre positif. Je crois que votre posture est essentiellement idéologique.
Madame la ministre, je ferai la même démarche à l'attention du ministre de l'Emploi. Je veux ici vous dire qu'instaurer des sanctions un an après avoir mis en place les trajets de réintégration me semble être une profonde erreur. Vous allez véritablement casser la dynamique de confiance qui peut s'établir entre le travailleur, l'employeur et le médecin-conseil. Or cette dynamique est essentielle pour avoir, à un moment donné, des résultats positifs. Vous allez aussi engendrer des effets pervers. En effet, demain, un employeur y regardera certainement à deux fois, voire à trois fois avant d'engager quelqu'un avec un handicap ou ayant eu des problèmes de santé, craignant que ce travailleur doive être mis en congé de maladie ou qu'il y ait récidive. Ces effets pervers casseront cette dynamique d'engagement.
Personnellement, je plaide pour garder des trajets de réintégration avec une dynamique constructive mais aussi pour que vous vous attaquiez aux racines du mal. Et les racines du mal, compte tenu de l'âge des personnes en maladie de longue durée, généralement plus de 55 ans, c'est le volet de la démarche qualitative et quantitative des fins de carrière professionnelle.
08.05 Jan Spooren (N-VA): Mevrouw de minister, ik ben het helemaal met u eens dat wij over de principes allang een akkoord hebben. Daarover is iedereen het eens, zeker in de meerderheid. Ik vind het des te onbegrijpelijker dat dat niet kan worden omgezet in maatregelen.
Over de evenwichtige benadering zijn we het allemaal eens, evenals over het principe dat werknemers die echt ziek zijn en geen restcapaciteit meer hebben, buiten de regeling vallen.
Als wij het over de principes eens zijn, begrijp ik nog altijd niet wat de moeilijkheden zijn. Ik hoop dat u en uw collega's in het dossier zullen bewijzen dat de regering nog de nodige goesting en daadkracht heeft en dat op heel korte termijn – over een termijn heb ik ook niets gehoord – om niet alleen maatregelen ter zake goed te keuren, maar ook uit te voeren. Door arbeidsintegratie kunnen wij de stijgende kosten in de sociale zekerheid beter onder controle krijgen. Wij hoeven niet te beknibbelen op de uitkeringen, als wij ervoor zorgen dat minder mensen een uitkering moeten krijgen en er meer mensen op de arbeidsmarkt actief zijn.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de beschuldiging van Infrabel aan het adres van Siemens in verband met de stiptheid van de treinen" (nr. P2839)
09 Question de M. David Geerts au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "les accusations d'Infrabel à l'égard de Siemens en ce qui concerne les retards des trains" (n° P2839)
09.01 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, helaas moet ik hier met de regelmaat van de klok vragen stellen, soms alleen, soms met andere collega's, over de slechte stiptheid van de Belgische spoorwegen.
Ik heb eens gegrasduind door de vragen over de slechte stiptheid. Mijn eerste vraag ging over een slechte stiptheid van minder dan 95 %, met een marge van 6 minuten vertraging. Vervolgens bedroeg het 93 % en werd een honderdtal maatregelen aangekondigd. Ik herinner mij nog het debat en de presentaties, waar u zelf bij was.
Een beetje later bedroeg de stiptheid 91 %. Voordien was het altijd de schuld van de NMBS en Infrabel, maar bij de 91 % stond in mijn notities de notie derde. Dat waren dan te veel reizigers, spoorlopers of bladeren op de sporen.
Vandaag bedraagt de stiptheid 88 %. Volgens de alternatieve meting van TreinTramBus bedraagt de stiptheid tussen Gent en Brussel tijdens de spits slechts 44 % en krijg ik een nieuwe notie van de schuldige, met name de onderaannemer, in dit geval Siemens.
Ik heb vandaag zelfs een brief ontvangen van treinbestuurders die zich excuseren. Infrabel zegt dat de 1.40 uur vertraging per dag te wijten is aan het falende detectiesysteem van Siemens. Wat is de verklaring voor deze nieuwe aanpak, waarbij onderaannemers worden opgegeven als reden?
Is Infrabel het beu? Wil het, zoals te lezen staat in een column van Het Laatste Nieuws, de schuld op een ander afschuiven en een zondebok zoeken en zeggen it wasn't me?
Wat de stiptheid betreft, zijn er tal van maatregelen genomen, maar blijkbaar lukt het niet meer. Is dit een boodschap aan de reizigers dat zij de komende maanden hun plan moeten trekken, want wij weten het zelf niet meer of is er effectief een plan om die stiptheid op korte termijn drastisch te verbeteren? Het goede weer staat immers voor de deur en tal van reizigers staan op dit moment te wachten.
09.02 Minister François Bellot: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Geerts, over de relatie Infrabel-Siemens deel ik u mee dat in mei 2017 de firma Siemens met de installatie van een nieuwe type assentellers op het Belgische spoorwegnet startte. Volgens Infrabel zijn er daarmee sindsdien betrouwbaarheidsproblemen.
Infrabel wees Siemens op haar verantwoordelijkheid om het defect in het door haar geleverde product te verhelpen en te voorkomen dat het probleem en de impact ervan op de stiptheid en dus voor de reiziger verder uitdeint. Er is namelijk voorzien dat de nieuwe assentellers algemeen worden uitgerold, maar daarvan kan alleen maar sprake zijn, indien zij volledig betrouwbaar zijn. Ik reken erop dat de problemen snel zullen worden opgelost.
Ik wil hier echter duidelijk stellen dat de problemen bij de toepassing geen rechtvaardiging voor de aanhoudende problemen met de stiptheid van de treinen kunnen en mogen zijn. Ook de impact door derden – ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het fenomeen van trespassing, dat blijft toenemen – mag niet worden onderschat. Ook dat verklaart echter zeker niet alles. De regering neemt trouwens de strijd tegen dat fenomeen ernstig, onder meer door de recente wet op de administratieve sancties bij het spoor.
Collega, de slechte stiptheidscijfers van de voorbije maanden zijn onaanvaardbaar. Ik blijf de CEO's van de NMBS en van Infrabel daarop aanspreken. Ik verwacht van hen concrete verbeteringen door de rigoureuze uitvoering van het actieplan voor een betere stiptheid. Resultaten moeten nu volgen.
09.03 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik denk dat alle collega-treingebruikers in het Halfrond uw analyse delen. Het klopt dat men zijn verantwoordelijkheid moet nemen.
Mijn job als Kamerlid van de oppositie is om de problemen op de politieke agenda te blijven zetten. We delen dezelfde problemen. Ik hoop dat u als minister mee de oplossingen zult aanreiken, zodat ik die problemen niet meer moet blijven aankaarten.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Sybille de Coster-Bauchau au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "la lutte contre la fraude sociale" (n° P2840)
10 Vraag van mevrouw Sybille de Coster-Bauchau aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de bestrijding van de sociale fraude" (nr. P2840)
10.01 Sybille de Coster-Bauchau (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je ne vous cache pas ma bonne humeur, ce matin, à la lecture des résultats, que vous venez de publier, monsieur le secrétaire d'État, qui ont été engrangés par les services de lutte contre la fraude sociale. C'est un bond de 37 %. Les sommes récupérées sont passées de 194 millions à 266 millions d'euros. 2006 n'était déjà pas une année creuse. Mais ce qui est intéressant, c'est que la hausse des sommes récupérées s'observe à tous les niveaux, dans tous les départements, que ce soit l'ONSS, l'Inspection sociale, l'INASTI, la fraude aux allocations ou encore au domicile.
Ces chiffres doivent se confirmer dans la durée. Mais quoi qu'il en soit, manifestement, tant l'approche sectorielle et la réforme des services d'inspection que, j'imagine aussi, l'utilisation efficiente du data mining et data matching commencent à porter leurs fruits.
Cependant, je pense aussi que ces bons chiffres doivent nous faire réfléchir et nous alerter sur une recrudescence de la fraude. Ce qui se cache derrière ces chiffres, et je vais prendre l'exemple de la fraude à l'ONSS, ce sont autant d'euros qui reviennent à la sécurité collective des travailleurs de ce pays. Je trouve cela vraiment important. Et au niveau de l'Inspection du travail, chaque emploi non déclaré, chaque faux indépendant, c'est un dumping social et un recul pour ce qui protège nos concitoyens et notre économie.
J'en viens à mes questions. Monsieur le secrétaire d'État, comme je vous le laissais entrevoir plus tôt, j'aimerais savoir si ces chiffres sont uniquement le reflet d'un meilleur contrôle ou bien s'ils pourraient en partie s'expliquer par une recrudescence de la fraude.
Nous disposons de chiffres par département. Pourriez-vous me dire, par secteur à risque, ceux qui avaient déjà été identifiés au début de la législature? Les méthodes de contrôle que nous avions mises en place sont-elles suffisantes ou est-il requis d'installer de nouveaux outils?
10.02 Philippe De Backer, secrétaire d'État: Madame de Coster-Bauchau, je confirme les chiffres publiés ce matin par Sudpresse. Ces chiffes, qui datent de fin février, sont corrects. Il y a eu un doublement par rapport aux chiffres du gouvernement précédent. Nous avons amélioré les choses par nos efforts. Pour ce gouvernement et moi, cela reste une vraie priorité.
Il y a d'abord la réforme des services d'inspection. Des contrôles plus ciblés et plus nombreux sont à la base de ces chiffres. Les contrôles menés par le SIRS et tous les services d'inspection ont augmenté de plus de 12 000 unités. C'est la preuve de notre capacité à les organiser.
Nous avons aussi un plan d'action contre la fraude sociale. Nous avons mis en priorité le dumping social dans le secteur des transports. Vous avez vu, au cours des derniers mois, les résultats sur le terrain. Dans le secteur de la construction, par exemple, nous avons assisté, pour la première fois, à une augmentation des jobs créés pour les Belges. Ces chiffres sont positifs.
Concernant la législation, nous avons introduit une nouvelle loi sur les marchés publics qui nous aidera à détecter la fraude sociale en amont. Nous avons également renforcé la coopération au niveau européen. Nous n'avons pas été seulement des leaders pour cette nouvelle législation, nous avons aussi conclu des accords bilatéraux pour échanger des informations et avoir un accès plus large à des informations comme celles qui concernent les entreprises boîtes aux lettres et les faux indépendants.
Les allocations sont une des autres priorités. Nous avons redoublé d'efforts. Nous avons eu des contacts avec les mutualités. Les choses bougent.
Nous sommes vraiment en train de protéger la sécurité sociale, de protéger les travailleurs qui ne reçoivent pas les salaires auxquels ils ont droit, et de lutter contre les sociétés qui font une concurrence déloyale à nos entreprises. Il s'agit d'un combat essentiel pour protéger nos travailleurs, mais aussi pour donner des possibilités à nos entreprises de créer de la croissance et de nouveaux emplois.
10.03 Sybille de Coster-Bauchau (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je ne peux que vous remercier et vous féliciter. Je vous encourage, ainsi que le gouvernement, à poursuivre vos réformes qui n'ont qu'un objectif: soutenir l'emploi, l'économie et le pouvoir d'achat de nos concitoyens. Je vous remercie pour votre action, qui est couronnée de succès jusqu'à présent.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Fin des questions orales.
11 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus wat de verkiezing van de politieraad betreft (2553/1-6)
11 Proposition de loi modifiant la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, en ce qui concerne l'élection du conseil de police (2553/1-6)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Koenraad
Degroote.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
11.01 Éric Thiébaut, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.
11.02 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal het zeer kort houden, gelet op het goede weer en het feit dat veel collega's al aan het Onze-Lieve-Heer-Klimopweekend denken.
Het wetsvoorstel is er gekomen in samenwerking met de FOD Binnenlandse Zaken en het kabinet naar aanleiding van een aantal problemen na de samenstelling van de politieraden in 2013. De politieraad kan pas samengesteld worden, als de gemeenteraden geldig zijn samengesteld. Welnu, in 2013 waren er enkele problemen naar aanleiding van de voordracht van leden voor de politieraad. Die gaven aanleiding tot allerhande procedures en schorsingen, wat we na de komende gemeenteraadsverkiezingen zouden willen vermijden.
We hebben van de gelegenheid meteen gebruikgemaakt om de regelgeving te actualiseren, want op bepaalde punten verwees de wettekst nog naar de zogenaamde nieuwe gemeentewet, terwijl die al ten gevolge van de staatshervormingen opgeheven is. We hebben dat dus aangepast, rekening houdend met de situatie in de verschillende landsdelen.
Ik wil de wijzigingen die we hebben aangebracht, kort even voor u opsommen. Politieraadsleden kunnen een of meer opvolgers aanduiden. Vroeger was dat verplicht, nu is dat facultatief. Zo willen we vermijden dat daar nog problemen ontstaan.
De installatie van de politieraad gebeurde vroeger steevast op 1 februari. Nu wordt dat de eenendertigste dag na de installatie van de gemeenteraad. Men heeft immers dertig dagen de tijd om beroep aan te tekenen tegen de installatie van de gemeenteraad. Zo vermijden we overlappingen.
Er wordt eveneens in een regeling voor vervanging bij verhindering van politieraadsleden en leden van het college voorzien, afgestemd op de regeling in de Gewesten.
Er wordt ook voorzien in een regeling voor politieraadsleden die om medische redenen bijstand moeten krijgen.
Voorts wordt het verbod voor gehuwde koppels om zitting te hebben in de politieraad, uitgebreid tot partners die wettelijk samenwonen.
Misschien belangrijk met het oog op transparantie en politieke vernieuwing, er worden minimum- en maximumbarema's vastgelegd.
Op te merken is ook dat de tekst werd aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State.
Tot slot wil ik alle partijen, zowel die van de meerderheid als die van de oppositie, bedanken voor hun constructieve bijdrage en de unanieme goedkeuring van het voorstel in commissie. Uiteraard reken ik daar ook op bij de stemming straks.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2553/6)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2553/6)
Het wetsvoorstel telt 15 artikelen.
La proposition de loi compte 15 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 15 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 15 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
12 Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro - Aanwijzing van de leden
12 Commission fédérale pour la
recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro - Désignation des
membres
Overeenkomstig
de beslissing van de plenaire vergadering van 19 april 2018 werd
het curriculum vitae van de kandidaten voor de mandaten van lid van de Federale
Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s in vitro op
23 april 2018 aan de politieke fracties bezorgd.
Conformément à la décision de la séance plénière du 19 avril 2018, le curriculum vitae des candidats aux mandats de membre de la Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro a été transmis aux groupes politiques le 23 avril 2018.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 9 mei 2018 stel ik u voor tot de aanwijzing van de effectieve leden tijdens een latere vergadering over te gaan en aan de FOD Volksgezondheid te verzoeken om een nieuwe oproep tot de kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de mandaten van plaatsvervangend lid.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 9 mai 2018, je vous propose de procéder, lors d’une prochaine séance, à la désignation des membres effectifs et de demander au SPF Santé publique de publier au Moniteur belge un nouvel appel aux candidats pour les mandats de membre suppléant.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
13 Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie
13 Renvoi d'une proposition de loi à une autre commission
Op vraag van de indiener, stel ik u voor het wetsvoorstel (de heer Christian Brotcorne) tot wijziging van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, teneinde de gemeentelijke administratieve sancties uit te sluiten van alle verzekeringsovereenkomsten, nr. 2733/1, te verwijzen naar de commissie voor de Justitie.
À la demande de l’auteur, je vous propose de renvoyer à la commission de
la Justice, la proposition de loi (M. Christian Brotcorne) modifiant la
loi du 4 avril 2014 relative aux assurances afin d'exclure les
sanctions administratives communales de tout contrat d'assurance,
n° 2733/1.
Dit wetsvoorstel werd op
9 november 2017 verzonden naar de commissie
voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de
nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw.
Cette proposition avait été renvoyée le
9 novembre 2017 à la commission de
l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
14 Inoverwegingneming van voorstellen
14 Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 9 mei 2018, stel ik u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel (de heren Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen en Vincent Van Quickenborne) tot uitbreiding van de taxshelter naar de gaming-industrie, nr. 3078/1;
Verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting
- het wetsvoorstel (de heer Christoph D’Haese) tot wijziging van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, nr. 3084/1.
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 9 mai 2018, je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi (MM. Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen et Vincent Van Quickenborne) visant à étendre le tax shelter à l'industrie du jeu video, n° 3078/1;
Renvoi à la commission des Finances et du
Budget
- la proposition de loi (M. Christophe D’Haese) modifiant la loi du 26 avril 2002 relative aux éléments essentiels du statut des membres du personnel des services de police et portant diverses autres dispositions relatives aux services de police, n° 3084/1.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
15 Motions déposées en conclusion de l’interpellation de Mme Catherine Fonck sur "la condamnation de l'Etat belge à créer un fonds pour indemniser les victimes du Softenon" (n° 257)
15 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Catherine Fonck over "de veroordeling waarbij de Belgische Staat verplicht wordt ten behoeve van de Softenon-slachtoffers een schadeloosstellingsfonds op te richten" (nr. 257)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société du 2 mai 2018.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing van 2 mei 2018.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 257/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Catherine Fonck;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Dirk Janssens.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 257/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Catherine Fonck;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Dirk Janssens.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
15.01 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, tout le monde connaît les dégâts du Softenon. Tout le monde connaît des victimes du Softenon. Faut-il rappeler que la Belgique a tardé à réagir en 1961 alors que d'autres pays avaient pris de mesures fortes face aux effets tératogènes du Softenon en interdisant purement et simplement sa distribution?
Après des années de combats juridiques entre l'État fédéral et les associations représentant les victimes du Softenon, il est temps de lâcher les armes. Il est temps de prendre en compte et de reconnaître la situation spécifique des victimes de ce médicament qui souffrent de handicaps graves et de vieillissement prématuré.
Une association représentant les victimes a récemment engrangé une victoire puisque la cour d'appel a statué en sa faveur. Indépendamment de cette décision judiciaire, il est temps que la Belgique reconnaisse la situation des victimes et mette en place un fonds pour les indemniser.
J'attire votre attention sur le fait que les demandes de ces victimes sont raisonnables et équilibrées. La mise en place de ce fonds les aidera à reprendre ou à continuer leur investissement professionnel.
À un moment donné, il faut lâcher les armes, il faut arrêter le combat État contre victimes. Ayons un peu d'humanité!
Si vous votez la motion pure et simple de la majorité, cela reviendrait encore une fois à nier les victimes du Softenon. S'il vous plaît, reconnaissez ces victimes et avançons ensemble sur ce fonds d'indemnisation!
Je vous remercie.
De voorzitter: Het woord is aan de heer Casier.
15.02 Youro Casier (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik zal mij onthouden bij de stemming omdat ik een stemafspraak heb met collega Vercammen.
De voorzitter: Zijn er nog andere collega’s die het woord vragen?
15.03 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb eveneens een stemafspraak met collega Luykx.
De voorzitter: Mevrouw Detiège, u hebt het woord.
15.04 Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb een stemafspraak met de heer Klaps.
De voorzitter: Als niemand meer het woord vraagt, dan stemmen wij nu over de eenvoudige motie.
Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
73 |
Oui |
Nee |
43 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
119 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
16 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus wat de verkiezing van de politieraad betreft (2553/6)
16 Proposition de loi modifiant la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, en ce qui concerne l'élection du conseil de police (2553/6)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van
de stemming / Fin du vote.
Uitslag van
de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
121 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
121 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(2553/7)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (2553/7)
17 Adoption de l’ordre du jour
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van
de agenda voor de vergadering van donderdag 17 mei 2018.
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 17 mai 2018.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Ik wens u
een aangename voortzetting.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 17 mei 2018 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 17 mai 2018 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 16.35 uur.
La séance est levée à 16.35 heures.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 54 PLEN 228 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 228 annexe. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui
|
073 |
Ja |
Becq Sonja, Beke
Wouter, Bellens Rita, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter,
Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia,
Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille,
Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick,
De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux
Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle,
Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle,
Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Lachaert Egbert,
Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Metsu Koen, Miller Richard,
Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan,
Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen
Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van
der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem
Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan,
Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wollants Bert, Yüksel Veli
Non
|
043 |
Nee |
Almaci Meyrem, Brotcorne Christian, Calvo
Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden
Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel,
Delpérée Francis, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Di Rupo
Elio, Dispa Benoît, Fonck Catherine, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin,
Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc,
Onkelinx Laurette, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Temmerman Karin, Thiébaut Eric,
Top Alain, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van
Hees Marco, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wouters Veerle
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Casier Youro, Detiège Maya, Vanvelthoven Peter
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
121 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse Véronique, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |