Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 1 décembre 2022

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 1 december 2022

 

Namiddag

 

______

 

La séance est ouverte à 14 h 32 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.

De vergadering wordt geopend om 14.32 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.

 

La présidente: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Alexander De Croo, Vincent Van Peteghem, Annelies Verlinden, Nicole de Moor.

 

01 Éloge funèbre – Mme Paula D'Hondt

01 Rouwhulde – mevrouw Paula D'Hondt

 

Ons bereikte op woensdag 23 november 2022 het bericht dat op 96-jarige leeftijd minister van Staat Paula D’Hondt is overleden.

 

Met haar verdwijnt een politica van formaat, wier sociale bewogenheid en politieke veerkracht eerbied afdwongen.

 

Paula D’Hondt werd geboren in het Oost-Vlaamse Kerksken, als dochter van landbouwers. Zij volgde een opleiding van maatschappelijk assistente. Van 1948 tot 1974 oefende zij haar beroep uit bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voor het gewest Aalst-Oudenaarde.

 

Ondertussen was ze eveneens actief in de K.A.V. en onderhield zij nauwe banden met de christelijke vakbond van de overheidsdiensten. Na 20 jaar plaatselijk Voorzitter van de K.A.V. te zijn geweest, werd Paula D’Hondt van 1968 tot 1971 lid van het nationaal bestuur van deze vereniging.

 

Haar coöptatie in 1974 tot Provinciaal Senator werd door velen beschouwd als de kroon op een vruchtbare carrière, die getuigde van een grote sociale inzet. Vrij vlug ontpopte Paula D’Hondt zich in de Hoge Vergadering tot een bijzonder actief lid. Haar belangstelling ging vooral uit naar onderwijs. Volgens haar lag de sleutel van zoveel gemiste kansen immers in het onderwijs.

 

Paula D’Hondt pakte de problemen vaak zeer spontaan en met gezond verstand aan, mede vanuit de bekommernis om de inbreng van vrouwen in het beleid te vergroten. In 1980 heeft zij een wetsvoorstel ingediend bij de Kamer om een quotum voor vrouwen op de gemeentelijke lijsten te plaatsen, om de aanwezigheid van een kwart te garanderen. Dit voorstel werd verworpen door de Raad van State, die het onverenigbaar achtte met de Grondwet... Het is altijd verkeerd om te vroeg gelijk te hebben! Met de jaren werd zij steeds meer gewaardeerd voor haar onderlegdheid en haar vastberadenheid en voor het feit dat ze voor haar mening durfde uitkomen.

 

De 1981 à 1988, Paula D’Hondt devient secrétaire d’État aux Postes, Télégraphes et Téléphones dans les gouvernements Martens V, Martens VI et Martens VII.

 

Sa principale mission est d’assainir la Poste et d’accroître son autonomie de gestion.

 

Au départ, cette démarche suscite des tensions parmi de nombreuses catégories de personnel, ainsi qu’avec le ministre de tutelle de l’époque. Toutefois, elle sait prendre sa place, entre autres en développant une relation de confiance avec le personnel pour établir une collaboration fructueuse.

 

En 1988, Paula D'Hondt devient la dernière ministre nationale des Travaux publics, compétence qui fut ensuite transférée aux Régions après la troisième réforme de l'État. Dans ce département, sa préoccupation première est d'assurer une sécurité optimale aux usagers de la route.

 

Bien qu'à titre personnel, la régionalisation de son département ne l'enchantait guère et n'était, selon elle, pas sans danger, elle a joué le jeu avec loyauté pour offrir aux régions de nouvelles perspectives.

 

Op 9 maart 1989, begon voor haar als het ware een nieuw leven. Paula D’Hondt werd benoemd tot Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid.

 

Bij haar ambtsaanvaarding had Paula D’Hondt duidelijk te kennen gegeven dat zij niet “als alibi wilde dienen voor politici die met deze problemen geen blijf weten”. Om de politieke onverschilligheid en inertie ter zake te doorbreken, gebruikte Paula D’Hondt vaak krasse taal!

 

Eind 1989 leverde ze haar eerste rapport af, een soort adviesnota met zeer concrete voorstellen: een 80-tal “inpassingsvoorstellen” die steunen op een langetermijnvisie.

 

Na november 1989 maakte Paula D’Hondt geen deel meer uit van de Senaat. Zij bleef haar opdracht als Koninklijk Commissaris evenwel behouden om met nog meer kracht concreet uitvoerbare maatregelen voor te stellen.

 

In juni 1990 volgde haar tweede lijvige verslag. Daarin worden 181 voorstellen uitgestippeld om de aanpassing van migranten aan de Belgische samenleving te bevorderen.

 

Het derde rapport van december 1990 was eerder een evaluatie van wat uitgevoerd was en nog diende te worden uitgevoerd. Haar mandaat van Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid liep ten einde in 1993. Dit koninklijk commissariaat was de oorsprong van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, opgericht in februari 1993.

 

In 1992 benoemde Koning Boudewijn haar tot Minister van Staat.

 

Paula D’Hondt betekende zowat het zichtbare symbool van de “goodwill” in onze samenleving. Niet iedereen kon met haar stellingen akkoord gaan. Zijzelf vond dan ook niet altijd de verhoopte weerklank.

 

Toch is zij de grondlegger geweest van iets doorslaggevends in ons land. Talloze tijdgenoten zullen haar niet gauw vergeten. Paula D’Hondt was een edel mens. Namens de Kamer heb ik haar familie onze oprechte deelneming betuigd.

 

01.01 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, collega's, beste familie, namens de regering sluit ik mij aan bij de woorden om Paula D'Hondt te gedenken. Zij was iemand van en voor het volk, erg graag gezien in de streek, waar ze altijd zeer nauw mee verbonden was. Ze werd vaak 'ons Paula' genoemd of nog 'tante Post', omdat ze zich als staatssecretaris voor de postbodes had ingezet.

 

Paula D'Hondt had een grote intuïtieve intelligentie. Ze had het hart op de tong, kon met veel passie haar standpunt uiteenzetten en had altijd oog voor de mens in haar spreken en handelen. Ze was ook politiek een trendsetter. Toen ze in 1988 minister werd, was zij zelfs de enige vrouw in die functie. Ze had ook een belangrijke voorbeeldfunctie. De aandacht voor de emancipatie van de vrouw zou zij, terecht, nooit loslaten.

 

Met het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid leverde ze pas echt baanbrekend werk. Ze schreef rapporten waarvan ze soms zelf smalend zei dat niet genoeg mensen die gelezen hadden. Was het omdat er geen interesse voor was? Of was het omdat weinigen op dat moment de relevantie van haar analyse en haar soms zeer concrete voorstellen om de uitdagingen het hoofd te bieden, onder ogen zagen of, beter nog, wilden zien? Paula D'Hondt wees nochtans de weg. Ze vatte haar visie op het migrantenbeleid ooit als volgt samen: geen betutteling, maar een discours van rechten en plichten, menselijk geformuleerd, niet hautain, maar in wederzijds respect.

 

Haar ervaring als maatschappelijk assistente leerde haar dat de integratie van nieuwkomers er zou komen via onderwijs, werk, taal, leefbare buurten, recepten en bouwstenen waar wij vandaag nog altijd aan werken, om ieder een plaats te geven in ons land. Met haar pleidooi voor het toen gangbare begrip van verdraagzaamheid en haar strijd tegen racisme en voor gelijke kansen, werd zij soms een schietschijf in een zeer gepolariseerd debat.

 

Laten we duidelijk zijn: Paula D'Hondt had gelijk.

 

Zij wist dat onze maatschappij diverser aan het worden was en wilde de noodzakelijke voorwaarden voor een succesvol samenleven creëren. Ik besluit dan ook graag met wat Paula D'Hondt ooit zelf haar grote levensles noemde: wie niet van de mens houdt, wie niet van alle mensen houdt, omdat ze allen een kind zijn van een moeder en van een hoogste bron van goedheid, die houdt ook niet wezenlijk van zijn eigen mensen. Laten we die woorden van mevrouw D'Hondt altijd goed in ons achterhoofd houden.

 

De voorzitster: Mag ik u dan ook vragen enkele ogenblikken van ingetogenheid te harer nagedachtenis in acht te willen nemen?

 

La Chambre observe une minute de silence.

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

 

02 Ordre du jour

02 Agenda

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 30 novembre 2022, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 30 november 2022 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

Questions

Vragen

 

03 Questions jointes de

- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le blocage des salaires et la colère de Deborah" (55003010P)

- Tania De Jonge à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'accord salarial" (55003011P)

- Anja Vanrobaeys à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'accord sur l'enveloppe bien-être et les salaires" (55003012P)

- Björn Anseeuw à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'accord salarial" (55003013P)

- Sophie Thémont à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'accord salarial" (55003028P)

03 Samengevoegde vragen van

- Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De loonblokkering en de woede van Deborah" (55003010P)

- Tania De Jonge aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het loonakkoord" (55003011P)

- Anja Vanrobaeys aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het akkoord over de welvaartsenveloppe en de lonen" (55003012P)

- Björn Anseeuw aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het loonakkoord" (55003013P)

- Sophie Thémont aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het loonakkoord" (55003028P)

 

03.01  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, in 2021 hebben de 5.000 grootste bedrijven in ons land 36 miljard euro winst geboekt. Dat beweert niet de PVDA; dat cijfer komt gewoon van het weekblad Trends. De bronnen zijn duidelijk. Zij hebben 36 miljard euro winst geboekt. Wat stelt u in uw bemiddelaarsrol voor? U stelt een maximale loonsverhoging voor van – collega's, luister goed – 0,0 %.

 

Mijnheer de minister, meent u dat echt? Meent u dat echt, nu er zoveel koopkrachtproblemen zijn en de mensen torenhoge energie-, voeding- en transportfacturen hebben? U beslist nu dat de lonen overal worden geblokkeerd. Of toch niet helemaal, u komt wel met een kleine cheque van 750 euro. Dat is een Sinterklaaschequeje, een energiechequeje of loonchequeje van 750 euro.

 

Wat hebben wij vorige keer gemerkt? Toen was er ook een chequeje van 500 euro. Wat bleek toen? U had gecommuniceerd dat iedereen 500 euro zou krijgen, maar dat klopte helemaal niet. Vijftig procent van de werknemers in dit land heeft niks, noppes, nul euro gekregen. Het gemiddelde was bovendien niet 500 euro maar 280 euro. Op die one-shotmaatregel werd zelfs niet betaald voor de pensioenen. Dat zijn gewoon geen echte lonen die aan de mensen worden gegeven.

 

Mijnheer de eerste minister, ik kan er niet mee akkoord gaan dat u de lonen blokkeert als grote bedrijven 36 miljard winst boeken. Ik begrijp wel dat u als liberaal in een regering met linkse partijen voorstelt om alles te blokkeren en aan de rijken geld geeft. Dat kan ik begrijpen. Daarom bent u verkozen op de Open Vld-lijst. Van de collega's van Vooruit, PS, Groen en Ecolo kan ik dat echter niet begrijpen.

 

Comment pouvez-vous approuver une marge de 0 %?

 

Hoe kunt u een marge van 0,0 % opleggen? U weet dat de vakbonden daartegen zijn. Zij hebben besloten om op 16 december terug op de straten van Brussel te komen, tegen de regering, tegen de linkse en rechtse partijen. Zij vragen zich af hoe een dergelijke norm kan worden opgelegd, terwijl er voor miljarden aan winst in onze industrie en economie worden geboekt.

 

De bonden vragen voor een keer om niets te doen, om geen KB te tekenen, mijnheer de eerste minister. Als er geen akkoord is, zult u dan geen KB tekenen (…)

 

03.02  Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, afgelopen maandag werd in de schoot van de regering een loonakkoord bereikt, tot spijt van sommigen, want zij waren ervan overtuigd dat dit een splijtzwam in Vivaldi zou zijn. De kwestie kwam op de regeringstafel omdat de sociale partners in de Groep van Tien er niet uit waren geraakt. Het is een goede zaak dat deze regering haar verantwoordelijkheid heeft opgenomen.

 

In het verzoeningsvoorstel dat aan de sociale partners werd voorgelegd, blijft de loonnorm op 0 %. Dat is, gezien de economische conjunctuur, logisch. In de besteding van de welvaartsenveloppe hebben we aandacht voor de werkloosheidsval. We verhogen de minimumlonen en we laten de laagste werkloosheidsuitkeringen slechts beperkt stijgen. Bedrijven die het goed doen en ook de ruimte hebben, kunnen aan hun werknemers een premie toekennen.

 

Voor mijn fractie is het essentieel dat we de koopkracht van onze gezinnen beschermen en daarnaast ook de concurrentiepositie van onze bedrijven vrijwaren. Dat betekent onder meer dat we de loonnormwet en de indexaanpassing handhaven. Een concurrentiehandicap is dodelijk voor onze economie en voor de koopkracht.

 

Het mag duidelijk zijn dat wij moeten blijven hervormen. Er moeten meer mensen aan de slag in ons land. Dat betekent dat het verschil tussen de mensen die werken en de mensen die niet werken groter moet zijn. Niets doen, is de snelste weg naar een ineenstorting van ons sociaal model. Even duidelijk is de manier waarop we moeten hervormen. Dat is een kwestie van evolutie en geen kwestie van revolutie.

 

Mijnheer de eerste minister, bevestigt u dat zowel de index als de loonnormwet onverkort van kracht zullen blijven?

 

Binnen de sectoren zijn er ook verschillen tussen bedrijven. Zal de extra premie alleen mogelijk zijn in de ondernemingen die het goed hebben gedaan?

 

03.03  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de premier, collega's, mensen maken zich oprecht zorgen, maar ik vind het ongelooflijk dat politici hier van die zorgen misbruik maken om de waarheid te verdraaien. De PVDA staat hier opnieuw zaken te verkondigen, alsof ze alles zal oplossen. Vorige week ging het al over het magische prijsplafond, deze week over de magische stijging van de lonen.

 

Mijnheer Hedebouw, als Deborah ergens boos van wordt, dan is het van politici die luchtkastelen bouwen in plaats van te werken aan echte oplossingen. Het prijsplafond zal er namelijk alleen maar voor zorgen dat België in de kou blijft staan en dat het gas naar Duitsland vloeit. Aangaande de loonnorm is er geen meerderheid in het halfrond.

 

Ook Vooruit is voor een aanpassing van de loonnormwet, maar dat wil niet zeggen dat, zolang er daarvoor geen meerderheid is, wij hier blijven stilzitten. Wij strijden elke dag voor de koopkracht van de mensen. Dat heeft effect, want we verhogen de laagste lonen, we beschermen hun index en wij zorgen inderdaad voor die extra premie. Dat doet deze regering.

 

Laat Deborah zelf bepalen wat zij daarvan vindt. In geen enkel land rondom ons wordt de koopkracht namelijk zo goed beschermd als hier.

 

Mijnheer de premier, we hebben onze portie fakenieuws gehad. Het is nu tijd voor actie, want er moet 1 miljard euro uit de welvaartsenveloppe verdeeld worden. Er is ook een bemiddelingsvoorstel. Wat zult u doen opdat dat geld zo snel mogelijk bij de mensen komt en de koopkracht van de mensen verder versterkt wordt?

 

03.04  Björn Anseeuw (N-VA): Hoera, de regering-De Croo is het eindelijk over iets eens. Mijnheer de eerste minister, u hebt maandag effectief een loonakkoord afgesloten binnen uw regering. Helaas verdient het geen hoerageroep, want dit akkoord is ronduit schadelijk voor de welvaart in dit land. Opnieuw gaat u de werkloosheidsuitkeringen verhogen, opnieuw laat u de brutoloonkosten in dit land verder stijgen, terwijl die al veel sterker en sneller stijgen dan in onze buurlanden. U waant zich bijzonder solidair met dit loonakkoord, maar de mensen die elke dag opnieuw keihard werken voor hun loon vallen met de regering-De Croo keer op keer uit de boot, ook deze keer weer.

 

Mijn vraag is en blijft waarom u er niet in slaagt om die mensen een hoger nettoloon te gunnen zonder de brutoloonkosten verder te laten stijgen.

 

Wat u doet met dit loonakkoord, mijnheer de eerste minister, is pure volksverlakkerij. U wekt de indruk dat de mensen met een laag loon straks aan het einde van de maand iets meer zullen overhouden, terwijl het enige wat u werkelijk doet, is hun job, en daarmee hun volledige loon, wegbelasten naar het buitenland. Geloof mij vrij, de eerste jobs die zullen sneuvelen door de steeds groeiende loonkostenhandicap van dit land zijn de jobs met lage lonen.

 

Jullie liberalen maken graag van elke gelegenheid gebruik om te pleiten voor een werkzaamheidsgraad van 80 %, maar de eerste echt activerende maatregel van uw regering moet er nog komen, mijnheer de premier. Het ontbreekt u eenvoudigweg aan de moed om daarvoor te kiezen, het ontbreekt u aan de kracht om daarvoor te strijden. De mensen die vandaag in dit land wel werken, betalen daarvoor dubbel en dik het gelag. Het is eigenlijk nochtans bijzonder eenvoudig: activeer de mensen die kunnen werken maar het niet willen en help de mensen die willen werken en daar hulp bij nodig hebben. Begeleid deze laatsten. Beloon nu eindelijk de mensen die vandaag onze economie wel draaiend houden.

 

De vraag is dus heel eenvoudig hoe lang zij nog op u moeten wachten.

 

03.05  Sophie Thémont (PS): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, chers collègues, j'entends la colère des travailleurs que je peux d'ailleurs comprendre. Comment pourraient-ils accepter que leur salaire stagne alors que les entreprises engrangent des bénéfices?

 

En outre, les travailleurs sont inquiets de savoir s'ils obtiendront ou non la prime énergie et de quel montant il s'agira. Ils se posent également la question de savoir si les négociations sectorielles aboutiront.

 

J'entends la Fédération des Entreprises de Belgique (FEB) qui parle d'un mauvais signal, en évoquant la prime énergie inscrite par le gouvernement au menu des discussions entre les partenaires sociaux. Je dois vous dire que ce mépris pour les travailleurs me hérisse. Mais je me dis quand même que s'il s'agit d'un mauvais signal pour la FEB, c'est que tout n'est pas à jeter dans cet accord.

 

J'entends la FEB s'offusquer de l'indexation automatique des salaires. Pourtant, un milliard d'euros a été dégagé pour soutenir les entreprises. Ce faisant, le gouvernement a tenu sa promesse de ne pas lâcher ce dossier.

 

Quoi qu'il en soit, ne pas toucher à l'indexation automatique des salaires, c'est la meilleure façon de soutenir les travailleurs qui doivent faire face à l'inflation galopante.

 

J'entends la FEB critiquer la prise en compte de la compétitivité. Mais j'entends surtout que ce gouvernement va permettre une augmentation du salaire minimum qui – je le rappelle – n'avait plus été augmenté depuis 2008.

 

Monsieur le premier ministre, pourriez-vous nous donner plus d'informations sur cette proposition de médiation? Qu'obtiendront les travailleurs?

 

03.06 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Vanrobaeys, het is interessant dat u refereert aan Deborah. Deborah zal, afhankelijk van de sector waarin ze werkt, een loonsverhoging krijgen van ongeveer 12 %, dankzij de indexering. Als Deborah niet in Nieuwpoort had gewoond, maar in Scheveningen of in Duinkerke, had ze nul gekregen. De automatische indexering bestaat immers niet in onze buurlanden, behalve in Luxemburg. Dan zou ze eigenlijk maandenlang verlies van koopkracht hebben geleden Dat is het verschil. In België bestaat er een systeem van automatische indexering, dat redelijk snel een verlies van koopkracht compenseert en dat in evenwicht staat met de competitiviteit.

 

De methode in ons land is inderdaad gebaseerd op een via een akkoord tussen de sociale partners tot stand gebracht evenwicht tussen koopkracht en competitiviteit. Het is jammer dat de sociale partners er voor de tweede keer na elkaar niet in geslaagd zijn om dat cruciale evenwicht dankzij hetwelk onze welvaart na de Tweede Wereldoorlog zo goed kon worden opgebouwd, tot stand te brengen. De regering heeft dan gedaan waar de sociale partners niet in geslaagd zijn, namelijk een evenwichtig akkoord maken. Het is de tweede maal dat dat gebeurt. Twee jaar geleden, bij het begin van de regeerperiode, heeft de regering haar verantwoordelijkheid genomen en een evenwichtig akkoord gemaakt. We hebben dat nu opnieuw gedaan.

 

Wat zijn de elementen van dat akkoord? Ten eerste blijft de indexering behouden; ze werd trouwens nooit ter discussie gesteld. We stellen nu vast hoe belangrijk dat mechanisme is. Ten tweede creëren we ook de mogelijkheid voor bedrijven, op bedrijfsniveau of op sectoraal niveau, om in bedrijven of sectoren waar het goed gaat, waar er hoge winsten worden gehaald – in sommige bedrijven en sectoren zijn het zelfs uitzonderlijk hoge winsten – om de winsten te delen met hun werknemers.

 

Ik vind dat absoluut logisch. Het is mijns inziens een absoluut verdedigbare maatregel dat wij de mogelijkheid creëren voor bedrijven die het goed hebben om op een fiscaal vriendelijke manier – op een moment als nu is dat misschien wel een goed idee – iets bijkomends te geven aan hun werknemers. Ik hoor van ondernemers trouwens heel veel positieve reacties over die maatregel. Heel veel ondernemers zeggen dat die beslissing het hun mogelijk maakt om inderdaad bepaalde maatregelen te nemen. Zij stellen inderdaad vast dat werknemers het soms moeilijk hebben en juichen ten zeerste de gekozen manier toe om werknemers in de winst te laten delen, als het goed gaat. Dat biedt ook meer mogelijkheden.

 

Een ander element van het akkoord is dat wij een deel van de welvaartsenveloppe gebruiken om de minima van de werkloosheidsuitkeringen slechts beperkt te verhogen en een ander deel inzetten voor een fiscaal voordeligere behandeling van de minimumlonen. Het is de eerste maal dat wij een aanpassing doen aan de welvaartsenveloppe om ervoor te zorgen dat het voor wie werkt voor een minimumloon, werknemers die ook vroeg opstaan en keihard werken, attractiever wordt om te werken.

 

Vorige week heeft de Europese Commissie onze begroting en ons beleid geëvalueerd. Een van de aanbevelingen van de Europese Commissie luidde dat we maatregelen moeten nemen opdat de werkloosheidsval kleiner wordt. Een week later heeft de regering beslissingen genomen die rekening houden met de aanbevelingen van de Europese Commissie. Wij hebben niet lang gewacht. In de eerste beslissing die wij konden nemen, hebben wij gezorgd voor een verschuiving in de richting van de mensen die werken. Dat is de richting die de regering verder moet volgen. Hiermee hebben wij een belangrijke eerste stap gezet.

 

Mijnheer Hedebouw, u zit nog steeds verschanst in de klassenstrijd en u wakkert die zelfs nog aan. Inderdaad, mevrouw Vanrobaeys, het enige wat de PVDA hier komt doen, is olie op het vuur gooien met foutieve argumenten. Dat is niet nieuw, dat gebeurt wel vaker. Maar u vergist zich van vijand, mijnheer Hedebouw. Ons land heeft sinds de Tweede Wereldoorlog een brede middenklasse, welvaart en een gezondheidszorg opgebouwd door ervoor te zorgen dat werkgevers en werknemers samenwerken.

 

Dat is de manier waarop we een middenklasse hebben opgebouwd. Wat u doet, is juist het tegenovergestelde. U drijft namelijk de mensen uit elkaar en gooit olie op het vuur. U wilt een conflict creëren dat totaal voorbijgaat aan wat we de afgelopen 70 jaar hebben opgebouwd. De welvaart in ons land is opgebouwd in een overlegmodel. U wilt echter een conflictmodel. U stuurt aan op een conflictmodel, maar het overlegmodel was de basis voor de welvaart in ons land.

 

Mijnheer Anseeuw, we delen beide dezelfde bezorgdheid. Koopkracht is inderdaad belangrijk en ze wordt in ons land goed beschermd. Deze koopkracht kan er echter enkel zijn als we ook kijken naar de competitiviteit. Trouwens, in de vorige regering hebben wij samen de wet van 1996 hervormd. We hebben dat samen gedaan. Deze regering voert de hervormde wet uit. We hebben deze wet samen hervormd, omdat we ervoor wilden zorgen dat de concurrentiekracht beter in evenwicht zou zijn met de koopkracht. Deze wet, zoals we ze samen hervormd hebben, voeren we met deze regering uit. Wij respecteren de hervorming die we samen gedaan hebben. We creëren op een moeilijk moment de mogelijkheid om een energiepremie uit te keren. Ik ga ervan uit dat u daar niet tegen bent. De hele filosofie over wat we in de wet samen besproken hebben, heeft deze regering uitgevoerd op een moment van crisis.

 

U vraagt wat deze regering gedaan heeft op het vlak van jobcreatie. Sinds het begin van deze regeerperiode zijn er 200.000 jobs gecreëerd. Dat hebben wij niet gedaan, maar de private sector. Ze hebben dat ook gedaan in een crisisperiode. Tijdens een van de zwaarste naoorlogse crisissen heeft de regering een omgeving gemaakt waarin 200.000 nieuwe jobs konden worden gecreëerd. Dat ging niet vanzelf. We hebben namelijk eerst een stabiele omgeving gecreëerd en bewerkstelligd dat er voldoende liquiditeit was op een moeilijk moment. We hebben ook de sociale rust bewaakt door maatregelen te nemen, bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid, zodat mensen opnieuw de kans krijgen om aan het werk te gaan. Dat is het beleid dat we gevoerd hebben.

 

Ik durf in alle eerlijkheid met dat beleid naar buiten te komen. We hebben in een crisisperiode 200.000 jobs gecreëerd. Vertelt u mij eens hoe u dat zou hebben gedaan!

 

03.07  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, de PVDA heeft de klassenstrijd niet uitgevonden. De klassenstrijd, de strijd voor de pensioenen en de strijd voor de lonen, vinden gewoon voor onze ogen plaats! De klassenstrijd bestaat! Het verschil schuilt hierin dat wij, PVDA'ers, kiezen voor onze klasse, de werkende klasse en niet voor de rijke klasse van de Open Vld. We kunnen van Open Vld verwachten dat de partij voor de rijken kiest. Als ik echter hier zeg dat de lonen niet hoog genoeg zijn en dat een loonblokkering wordt toegepast, dan stelt Vooruit dat dit fake news is. Alles wat ik, het ABVV en het ACV daarover zeggen, is volgens Vooruit fake news. Nu begrijp ik beter waarom het ABVV uit het partijbureau wordt getrapt, Vooruit wil gewoon de stem van de straat niet meer horen op het partijbureau. Wel, als de boodschap niet meer op het partijbureau raakt (…)

 

03.08  Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer Hedebouw, u maakt er opnieuw een karikatuur van. Deze regering houdt rekening met werknemers en met werkgevers.

 

Mijnheer de premier, ik roep de sociale partners op om dezelfde ijver aan de dag te leggen als die waarmee ze de akkoorden afschieten en waarmee ze afkeurende persberichten uitsturen als reactie op dit verzoeningsvoorstel. Nu er voor de zoveelste keer een actiedag wordt georganiseerd die onze economie en koopkracht schade toebrengt, wat ik erg betreur, hoop ik ten stelligste dat ze een oplossing vinden. Ik ben zeer tevreden dat u en uw regering verder werk willen maken van de noodzakelijke hervormingen. Zoals u reeds zei, zal dit stapsgewijs gebeuren door de opeenvolgende crisissen.

 

Mijnheer Anseeuw, de boodschap meegeven dat de stijging van de werkloosheidsuitkeringen (…)

 

03.09  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Mijnheer Hedebouw, u hebt hier weer een hele show opgevoerd, maar veel feiten heb ik niet gehoord. Zeg mij waar dat land is waar de koopkracht beter beschermd is dan hier. U hebt het niet genoemd. Doordat u zich de hele tijd op ons richt, hebt u echter niet gehoord wat de N-VA hier verklaard heeft. De N-VA heeft hier de facto gepleit voor een indexsprong. Dat is de bedreiging die van rechts komt, dat is de bedreiging van de bescherming van de koopkracht, mijnheer Hedebouw.

 

Ik ben zelf ABVV-militant en mandataris voor Vooruit. Ik verdedig hier een aanpassing van de loonnormwet, maar Vooruit voert elke dag opnieuw strijd, constructief, opdat de koopkracht van de mensen erop vooruit zou kunnen gaan.

 

03.10  Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de voorzitster, sommige collega's kennen kennelijk het verschil niet tussen bruto- en nettoloon.

 

Mijnheer de eerste minister, wanneer zult u eindelijk stoppen met het vertellen van onwaarheden? Uit cijfers van de RSZ blijkt dat er sinds het aantreden van deze regering welgeteld 18.000 jobs zijn bijgekomen in dit land. Dat is blijkbaar nieuws voor u, maar het is de harde realiteit.

 

In het licht daarvan is het heel duidelijk welk beleid u voert met deze regering, want u voorziet meer dan 6 miljard extra inkomsten uit sociale bijdragen terwijl de werkgelegenheid in ons land stagneert. Meer nog, de werkzaamheidsgraad is ondertussen aan het dalen. Dat betekent dat de mensen die werken volgend jaar 1.200 euro per persoon extra belasting zullen moeten ophoesten. Dit is wat deze regering doet: geld afpakken van de mensen die werken en het uitdelen! Dat is natuurlijk gemakkelijk.

 

U voert een beleid dat linkser is dan de linkse partijen in uw regering kunnen dromen. U kiest ervoor om de slippendrager van die partijen te zijn, maar de mensen die werken in ons land moeten daar niet voor blijven opdraaien.

 

03.11  Sophie Thémont (PS): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je reste convaincue que, dans ce gouvernement, si certains écoutaient mieux la colère de ceux qui travaillent, ils devraient se rendre à l'évidence: défendre l'intérêt général, c'est veiller à ce que quelques grands actionnaires n'accaparent pas les richesses produites par des milliers de travailleurs. Mais comme je suis quelqu'un d'optimiste, je relève surtout qu'à force de taper sur le clou, on a réussi à rassembler le gouvernement autour du maintien de l'indexation des salaires. On a aussi encouragé, aujourd'hui, l'octroi d'une prime. On a également obtenu l'augmentation du salaire minimum qui, comme je l'ai dit tout à l'heure, n'avait plus progressé depuis 2008. Je pense que ce sont de grandes avancées pour les travailleurs et les travailleuses.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de François De Smet à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les grèves à répétition qui éclaboussent la coalition Vivaldi" (55003017P)

04 Vraag van François De Smet aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De stakingen die de vivaldicoalitie keer op keer beschadigen" (55003017P)

 

04.01  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, cela ne se ressent pas encore ici dans nos échanges mais dans trois semaines, c'est Noël. Certains reçoivent à cette époque un calendrier de l'Avent, vous, vous avez reçu un calendrier de grèves annoncées qui semblent sans fin. On a eu la grève nationale du 9 novembre. On a eu la manifestation de 10 000 policiers ce lundi. Il y a la grève de la SNCB cette semaine. Il y a la manifestation nationale le 16 décembre prochain et on annonce encore une manifestation des avocats le 12 décembre ou encore des agents pénitentiaires le 7 décembre. Il paraît difficile de nier qu'il y a bel et bien une colère sociale qui monte dans ce pays. Il paraît difficile de nier que, quels que soient les secteurs et contrairement à ce que vous souhaitez – et je crois que vous le souhaitez sincèrement –, non, les citoyens et les travailleurs ne se sentent pas protégés aujourd'hui.

 

Les problèmes de fond sont toujours les mêmes. Nous avons besoin de réformes structurelles sur le marché du travail. Il faut augmenter le taux d'emploi qui est particulièrement bas par rapport à nos voisins. Il faut réformer une fois pour toutes la fiscalité sur le travail afin de permettre à nos citoyens d'avoir plus de revenus et de pouvoir vivre décemment. Enfin, il faut, mais je ne vais pas m'épuiser à le dire une fois encore, réguler les prix du marché de l'énergie pour protéger les ménages et les entreprises.

 

Monsieur le premier ministre, j'ai une question toute simple. Ressentez-vous, comme moi, cette colère sociale? Quelles réponses comptez-vous apporter à l'inquiétude de nos concitoyens?

 

04.02  Alexander De Croo, premier ministre: Monsieur De Smet, je vous remercie pour votre question. Vous êtes plutôt quelqu'un de nuancé. (Rires)

 

Certains ont un sens de l'humour un peu étonnant!

 

Vous êtes en général dans la nuance et vous savez très bien que la période dans laquelle nous nous trouvons n'est pas une période facile. La période covid a été compliquée. Aujourd'hui, nous sommes confrontés aux conséquences de la guerre en Europe. On peut parler de ces conséquences mais beaucoup de gens doivent les vivre, ces conséquences sur le coût de la vie avec une incertitude qui inquiète. En de telles périodes, on attend d'un gouvernement qu'il garde la tête froide, qu'il prenne des décisions et qu'il intervienne quand, par exemple, la concertation sociale ne fonctionne pas. Comme je l'ai indiqué en réponse à la question précédente, quand on voit qu'après des mois, les partenaires sociaux n'arrivent pas à conclure des accords, il faut intervenir. Et le gouvernement l'a fait.

 

Vous savez, au cours des mois précédents, ma porte est restée ouverte: j'ai écouté les syndicats de policiers la semaine dernière, les boulangers sont venus me voir, différents partenaires sociaux m'ont rencontré. Le droit de manifester est libre et doit certainement le rester.

 

S'agissant de cette incertitude, je ne peux que lancer un appel. Dans les périodes difficiles, il importe de maintenir le dialogue. Il faut bien s'écouter, puis prendre des décisions que l'on estime judicieuses et équilibrées. En de telles circonstances, il faut en appeler à plus de dialogue et moins de slogan.

 

04.03  François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, je vous remercie. Sur l'appel au dialogue, nous ne pouvons évidemment que vous rejoindre.

 

J'ai une théorie à propos de la Vivaldi. Comme il me reste cinquante secondes, je vais essayer de vous la résumer. D'une part, votre coalition est tellement large que, chaque fois qu'elle doit s'extraire d'une situation, elle est obligée de recourir à la dépense publique pour essayer de soutenir les citoyens, mais aussi pour satisfaire toutes les ailes de la conférence diplomatique qu'est votre gouvernement. D'autre part, le drame est que l'étendue de votre coalition et sa composition vous freinent dès que vous souhaitez entreprendre une réforme susceptible de vous aider à anticiper ces dépenses publiques et à résoudre à long terme les difficultés dont nous parlons.

 

Donc, le dialogue c'est très bien. Mais, si l'on ne parvient pas à produire la réforme fiscale, à aider les agents pénitentiaires et à soutenir les uns et les autres, je pense que nous sommes partis dans un cercle sans fin. Je ne nie pas votre bonne volonté, mais la performance quant à la réalité d'une réforme – ne fût-ce que fiscale – qui arriverait à être mise sur les rails n'est pas au rendez-vous. Pourtant, nous le souhaiterions.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- Georges Dallemagne à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le veto de membres du gouvernement à la livraison de matériel sensible à la Grande-Bretagne" (55003019P)

- Anneleen Van Bossuyt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le refus de délivrer une licence d’exportation et les relations diplomatiques avec le Royaume-Uni" (55003034P)

- Anneleen Van Bossuyt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le refus de délivrer une licence d’exportation et le blocage d'une commande auprès de la FN Herstal" (55003033P)

05 Samengevoegde vragen van

- Georges Dallemagne aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het veto van bepaalde regeringsleden op de levering van gevoelig materieel aan Groot-Brittannië" (55003019P)

- Anneleen Van Bossuyt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De weigering van een exportvergunning en de diplomatieke relatie met het Verenigd Koninkrijk" (55003034P)

- Anneleen Van Bossuyt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De weigering van een exportvergunning en de blokkering van een bestelling bij FN Herstal" (55003033P)

 

05.01  Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, je reviens sur le veto de votre gouvernement ou de certains membres de votre gouvernement par rapport à la livraison d'une presse isostatique d'une entreprise flamande à la Grande-Bretagne.

 

Depuis la question posée par ma collègue Van Bossuyt, j'ai appris que le gouvernement belge avait laissé livrer la même presse isostatique, le même type de matériel à l'Iran en 2004. À l'époque, le ministre Reynders, qui s'était aperçu que cette livraison avait déjà eu lieu, avait dit: "De toute façon, on n'a pas besoin de la Commission d'avis pour la non-prolifération des armes nucléaires." Voyez-vous le paradoxe? Quand il s'agit de l'Iran, la Belgique n'a pas besoin de cette Commission d'avis. Par contre, quand il s'agit d'un allié dans l'OTAN, la Grande-Bretagne, tout à coup, il y aurait besoin de cette Commission d'avis. C'est assez curieux. C'est un peu le monde à l'envers, comme si la Belgique ne savait pas que l'Iran cherchait à acquérir, depuis de très nombreuses années, l'arme atomique.

 

Officiellement, les Anglais n'ont encore rien dit. Ils sont les rois de l'understatement mais il se dit effectivement qu'une commande majeure, stratégique pour la FN, pourrait être empêchée et que d'autres commandes pourraient être empêchées. Par ailleurs, ce sont la crédibilité du pays, des emplois, notre fiabilité au sein de l'OTAN qui sont aujourd'hui questionnés.

 

Monsieur le premier ministre, vous avez dit que la Commission devait encore remettre un avis. C'est une Commission éminemment politique, puisque ce sont en fait des représentants de chacun des membres du gouvernement. C'est ce que vous avez dit à la Chambre hier. Vous allez le préciser. Vous avez dit que c'était une dizaine de représentants de membres du gouvernement. Cette Commission a-t-elle rendu un avis? Avez-vous eu des échos du côté de la Grande-Bretagne? Avez-vous également eu des échos sur l'impact que cela pourrait avoir sur le plan économique dans notre pays? Qu'en est-il de notre réputation?

 

05.02  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik stond hier vorige week ook. De feiten zijn intussen gekend. Van een isostatische pers had ik tot voor kort nog nooit gehoord. Ondertussen weten wij allemaal wat dat is. Die pers zou vanuit ons land uitgevoerd moeten worden naar het Verenigd Koninkrijk. Daarvoor is echter een machtiging nodig van de minister van Energie. De groene dogmatici binnen uw regering weigeren die exportvergunning echter.

 

Mijnheer de eerste minister, het Verenigd Koninkrijk is een NAVO-bondgenoot. De heer Dallemagne verwees daar ook al naar. U was vorige week in Oekraïne en meer dan ooit hebt u daar kunnen zien hoe belangrijk het NAVO-bondgenootschap is.

 

De voorbije week konden wij vernemen dat in 2004 eenzelfde isostatische pers wel naar Iran is uitgevoerd. Ik weet dat u nogal graag zoete broodjes bakt met Iran. U ziet er bijvoorbeeld geen probleem in om eventueel veroordeelde terroristen uit te leveren aan dat land. U schat Iran blijkbaar minder problematisch in dan het Verenigd Koninkrijk, wat heel bizar is.

 

Daarom zou ik u graag twee vragen stellen. Ten eerste, wat is het verschil tussen Iran en het Verenigd Koninkrijk? In welke mate is het ene land voor u een betrouwbaardere partner dan het andere?

 

Ten tweede, de relaties met het Verenigd Koninkrijk, een NAVO-bondgenoot, zullen op zijn zachtst gezegd niet echt ideaal zijn. Hebt u al contacten gehad met uw Britse ambtgenoot of eventueel met de Britse ambassade in ons land?

 

05.03 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Dallemagne, mevrouw Van Bossuyt, u hebt mij vorige week al vragen gesteld over het onderwerp. In mijn ogen zitten er geen nieuwe elementen in de vragen die u hebt gesteld. Ik zal dus niet herhalen wat ik daar vorige keer op geantwoord heb.

 

Monsieur Dallemagne, je précise que cette Commission - la CANPAN - est composée de représentants des administrations. Il ne s'agit donc pas d'une commission politique mais d'une commission de fonctionnaires. Cette Commission n'a pas encore formulé son avis, et le ou la ministre ne peut pas prendre sa décision avant d'avoir obtenu cet avis. Dès lors, quand vous dites qu'il y aurait un veto au sein du gouvernement, je ne vois pas comment c'est possible, puisque la Commission n'a pas encore formulé son avis.

 

J'en viens à votre question sur la date du déroulement des événements.

 

Sinds 1981 is er een wet die dat regelt. We hebben het even opgezocht en sinds 2000 heeft de betrokken firma gelijkaardige machines uitgevoerd. Dat gebeurde in het verleden onder meer naar China, Taiwan, India, Iran en Rusland.

 

Het is wel zo dat die wet sinds 2000 is aangepast en dat er sinds de Brexit ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk een verschil is. Voor de Brexit was het Verenigd Koninkrijk een deel van de Europese Unie. Toen was het niet nodig om voor dit soort van apparatuur een advies te krijgen. Sinds de Brexit is dat echter wel het geval.

 

Meer algemeen zal ik herhalen wat ik daarover vorige week gezegd heb. Het Verenigd Koninkrijk is een zeer belangrijke bondgenoot op veel domeinen. Het is een commerciële bondgenoot, een politieke bondgenoot en een zeer belangrijke bondgenoot op het vlak van onze veiligheid. De banden met het Verenigd Koninkrijk zijn zeer belangrijk en die zijn in mijn ogen sinds de Brexit niet veranderd.

 

Op dergelijke momenten ziet men de waarde van het hebben van goede vrienden in de wereld. Wie vandaag geen goede vrienden heeft, heeft schrik. Gelukkig maken we deel uit van een bondgenootschap zoals de NAVO, waar we instaan voor elkaars veiligheid.

 

Daarnaast is het ook zo dat er in ons land bepaalde wetgeving bestaat en dat de administratie zich baseert op de huidige stand van de die wetgeving om beslissingen te nemen. Dat is wat ik daar vorige week ook over gezegd heb. Ik kan daar dus niet op vooruitlopen. Zolang de commissie haar advies niet heeft gegeven, verkeert de regering niet in een situatie waarin er al dan niet een beslissing moet worden genomen.

 

05.04  Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, vous essayez aujourd'hui d'en faire un problème purement légal.

 

Il y a eu, dans votre gouvernement, une demande pour avoir l'avis de cette CANPAN alors que ce n'était pas nécessaire. Cela n'a pas été le cas lorsque du matériel a été fourni à l'Iran. Cela n'a pas non plus été nécessaire lorsque du matériel similaire a été fourni à la Chine, à Taïwan, à la Russie.

 

On est donc face à un problème politique. Vous soulignez entre les lignes que c'est un pays ami, un allié très important sur le plan de la sécurité.

 

Selon moi, ce camouflet infligé par la Belgique à la Grande-Bretagne est un précédent dangereux en termes de réputation.

 

Il est temps que nous puissions reconnaître quels sont nos alliés, nos amis et ceux qui pourraient être fragilisés, y compris en matière de dissuasion, par la non-fourniture de ce matériel.

 

Je rappelle qu'aujourd'hui la Russie n'hésite pas à brandir la menace nucléaire et que, pendant ce temps, nous refusons de livrer, à un pays ami (…)

 

05.05  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Premier, u verschuilt zich achter de administratie om de dogmatismen uit uw regering te verhullen. Als het de schuld zou zijn van de administratie, waarom zou u dan nu op zoek zijn naar een bepaling in het akkoord over de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, om daar een opening te vinden om de export plaats te kunnen laten vinden, zonder dat de wetgeving moet worden aangepast? Dat wordt momenteel bekeken. Dit toont aan dat het met de administratie niets te maken heeft.

 

Ik hoop dat ondertussen de geesten rijpen. Dogmatismen hebben gevolgen, wij leven niet in het luchtledige. Wij hebben een wetsvoorstel op tafel liggen om uit de impasse te geraken. Als u het meent, als u de nucleaire afschrikking van een NAVO-bondgenoot en van de NAVO in het algemeen belangrijk vindt, vragen wij u om dat wetsvoorstel goed te keuren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Yngvild Ingels aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het resultaat van het overleg van de premier met de politievakbonden" (55003021P)

06 Question de Yngvild Ingels à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'issue de la concertation entre le premier ministre et les syndicats de police" (55003021P)

 

06.01  Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de premier, collega's, de politie heeft het zwaar te verduren, maar ik hoop dat ik u daarvan niet meer hoef te overtuigen. Het geweld tegen de politie en het niet respecteren van gemaakte akkoorden hebben ervoor gezorgd dat er afgelopen maandag meer dan tienduizend politiemensen op de been waren om door de straten van Brussel te manifesteren.

 

Twee weken geleden hebt u, na overleg met de vakbonden, hier in de plenaire vergadering het volgende gezegd: "We hebben een goede discussie gehad. Het is beter om met elkaar te spreken dan over elkaar. We staan zeer duidelijk allemaal aan de kant van de politiemensen." Dat is een citaat, het zijn uw woorden, mijnheer de premier.

 

Ik kan alleen maar vaststellen dat de politie u niet meer gelooft, want de politieleden stonden hier maandag. Ze waren met velen en ze waren duidelijk. Ik ben zelf ook eens gaan kijken. Op hun spandoeken stond: Vivaldi heeft geen respect voor de politie.

 

Na de manifestatie hebt u opnieuw afgevaardigden van de politie ontvangen, samen met uw minister van Binnenlandse Zaken en uw minister van Justitie. De reacties na dat onderhoud waren niet min. Ik vernoem er enkele. "Er is veel gepraat, maar we hebben elkaar niet goed verstaan." "Er mag enkel over geweld tegen de politie gepraat worden, over de woordbreuk inzake het loonakkoord en NAVAP mogen we zelfs niet praten." "Het was één grote teleurstelling." Dat werd gebrieft aan de politiemensen die op Kunst-Wet stonden te wachten.

 

U hebt dus een probleem. De politie heeft geen vertrouwen meer in u en uw ploeg. Het ontslag van uw vicepremier en partijgenoot werd zelfs meermaals gevraagd.

 

Mijnheer de premier, wat zult u doen om het vertrouwen van de politiemensen te herstellen?

 

Waarom viseert u alleen de politie als het gaat over de eindeloopbaanuittreding? Waarom wacht u niet op de harmonisatie, zoals afgesproken?

 

Heeft Justitie het protocol nu al dan niet mee onderhandeld en mee ondertekend? Die vraag heb ik ook aan minister Verlinden gesteld, maar zij wou niet antwoorden.

 

06.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Ingels, laat het duidelijk zijn, de regering zegt reeds van bij het begin van deze regeerperiode dat wij geen enkele vorm van geweld tegen politie of hulpverleners tolereren. Dat wil zeggen dat wij in het begin van de regeerperiode een omzendbrief gestuurd hebben naar de parketten, waarin wij heel duidelijk gesteld hebben dat er een absolute nultolerantie moet zijn.

 

Wil dat zeggen dat daarmee alles opgelost is? Wil dat zeggen dat er geen verdere problemen zijn? Neen. Daarom hebben wij maandag de vakbonden opnieuw gezien, nadat wij elkaar twee weken eerder reeds gezien hadden. Wij hebben daar gezegd dat de regering een aantal bijkomende voorstellen zal doen na de reeds genomen beslissingen.

 

Ik geef u een overzicht van de zaken die wij voorgesteld hebben. Ten eerste, er komt een uitbreiding van de nultolerantie naar weerspannigheid met arbeidsongeschiktheid tot gevolg.

 

Ten tweede, wij zullen ervoor zorgen dat de strengere straffen versneld worden ingevoerd. Zo krijgen bijvoorbeeld misdrijven specifiek tegen de politie geen maximumstraf van vijf jaar maar wel tien jaar. Verder gaat het bijvoorbeeld om het invoeren van een kader voor bodycams. Wij zullen ook bekijken op welke manier snelrecht kan worden uitgebreid naar geweld tegen de politie.

 

Ik ben daar heel duidelijk geweest. Dit is het engagement van deze regering: wij zullen stappen blijven zetten om ervoor te zorgen dat geweld tegen de politie zo streng mogelijk bestraft wordt. Wij investeren ook bijzonder veel in de politie, in de versterking van de loonvoorwaarden, met 140 miljoen aan bijkomende middelen. Dat zorgt bijvoorbeeld voor een nieuwe aspirant voor een verhoging van 140 à 150 euro per maand.

 

Dat zijn zeer concrete engagementen die deze regering beslist heeft. Er komt een verhoging van de lonen bij de politie, die plaatsvindt op een moment waarop er in vele andere sectoren gezegd wordt dat er niet meer kan dan een indexering. Bij de politie gaat het over de indexering plus een zeer forse verhoging. Er komt ook een zeer graduele hervorming van de eindeloopbaan.

 

Mevrouw Ingels, ik dacht dat uw partij voorstander was van hervormingen. Ik dacht dat uw partij voorstander was van stapsgewijze hervormingen om ervoor te zorgen dat er langer gewerkt wordt. U bent daar voorstander van en nu komt u mij eigenlijk zeggen dat wij die hervorming niet hadden moeten doen. Dit was het mandaat dat de regering gegeven heeft, een verhoging van 140 miljoen en een uitfasering van het NAVAP-systeem. Ik wil graag van u horen of u voorstander bent van een systeem waardoor men op de leeftijd van 58 jaar kan stoppen.

 

06.03  Yngvild Ingels (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik ben er voorstander van dat men zich houdt aan afspraken. Ik ben absoluut voor hervormingen. Bij de creatie van de NAVAP-regeling werd echter afgesproken dat er pas aan geraakt zou worden wanneer alle stelsels van de federale overheid, de federale sector, bij elkaar gelegd en geharmoniseerd zouden worden. Dat is toen afgesproken en dat staat opnieuw in het protocol. Naast de loonsverhoging staat in het protocol opnieuw het engagement dat dit pas zal gebeuren als alles geharmoniseerd wordt. Dat protocol is deze zomer ondertekend, door mensen van Binnenlandse Zaken, door mensen van Justitie. Wat u nu heeft geantwoord, mijnheer de eerste minister, noemen wij woordbreuk.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Christophe Bombled à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La manifestation du 16 décembre vs la paix sociale" (55003018P)

- Nathalie Muylle à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La nouvelle manifestation syndicale" (55003025P)

07 Samengevoegde vragen van

- Christophe Bombled aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De manifestatie van 16 december vs. de sociale vrede" (55003018P)

- Nathalie Muylle aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De nieuwe vakbondsbetoging" (55003025P)

 

07.01  Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, ce lundi, le gouvernement s'est accordé sur deux dossiers fondamentaux: l'AIP et l'enveloppe bien-être pour la période 2023-2024. Faute d'accord entre les partenaires sociaux, ces dossiers étaient revenus sur la table du gouvernement.

 

Que faut-il retenir? La marge salariale pour la période 2023-2024 est fixée à zéro et le handicap salarial augmente de 5,7 %. La loi de 1996 est appliquée. Comme la fois dernière, une prime one shot de maximum 500 euros est autorisée pour les entreprises qui affichent des beaux résultats, et peut même s'élever jusqu'à 750 euros là où les résultats sont exceptionnels. Il n'y aura aucune taxe pour les travailleurs qui en bénéficieront. L'enveloppe bien-être sera utilisée à 100 %. Les allocations et les pensions les plus basses seront augmentées de 2 %.

 

Il y a une nouveauté: on tient compte des pièges à l'emploi. On augmente uniquement les plus basses allocations de chômage de 1,3 % et le différentiel sera utilisé pour relever les salaires minimum.

 

J'entends déjà que le vent syndical fait beaucoup de reproches. J'entends également que le banc patronal n'est pas satisfait. Peut-être est-ce le signe que cet accord semble équilibré.

 

Mais alors que l'encre de cet accord n'est pas encore sèche, les syndicats, en front commun, annoncent une manifestation nationale le 16 décembre prochain. Leur message n'a pas changé, ils réclament un meilleur pouvoir d'achat, ils entendent relayer les colères et les angoisses des travailleurs quant à la hausse des coûts de la vie, en particulier des coûts de l'énergie.

 

Monsieur le ministre, en tant que ministre de la concertation sociale, comptez-vous prendre les contacts utiles pour désamorcer cette manifestation nationale dont tous les travailleurs ce pays se passeraient bien et qui fait le jeu des partis extrêmes?

 

07.02  Nathalie Muylle (cd&v): Mijnheer de minister, de vakbonden kondigen opnieuw acties aan voor 16 december. Zej gaan door tot maart, zeggen ze. We kennen hun eisen. Ze vragen hogere lonen. Ze vragen dat er een Europees plafond op gas en elektriciteit komt dat echt het verschil maakt. Ze vragen dat het sociaal tarief wordt uitgebreid voor de middengroep.

 

Dat gebeurt uitgerekend in de week waarin het loonakkoord afgesloten werd en de automatische indexering gevrijwaard werd voor al die miljoenen werknemers. Op 1 januari zullen trouwens 800.000 extra mensen die 10 % indexering krijgen. Zij vragen dit ook in een week waarin de welvaartsenveloppe verdeeld werd, ook voor de mensen met minimumlonen. Dat is een precedent. Met de welvaartsenveloppe ook de minimumlonen verder doen stijgen, onder de vorige regering kon dat niet.

 

Daarnaast nam de regering koopkrachtmaatregelen. Ze besliste de btw op energie te verlagen tot 6 %. Ze gaf een energiepremie en er kwam een regeling voor tijdelijke werkloosheid wegens de energiecrisis. Dat zijn allemaal positieve maatregelen, in een klimaat waarin 45 % van de bedrijven in de gevarenzone zit.

 

Op het vlak van de competitiviteit hebben we het vandaag heel moeilijk. Onze lonen stijgen 5,7 % sneller dan die in onze buurlanden. Onze begroting kleurt rood.

 

Deze regering heeft in de eerste coronaperiode maatregelen genomen die zeer breed waren. Wij hebben de tijdelijke werkloosheid wegens corona op tafel gelegd. Wij hebben toen meer dan 1,2 miljoen mensen in dat systeem gehad. Wij hebben jobs gered. Wij hebben bedrijven gered.

 

Toch ben ik ook de eerste om te zeggen dat wij nu gerichter moeten werken en dat we hervormingen moeten doorvoeren. Mijnheer de minister, zult u de vakbonden in de komende weken van dit alles overtuigen? Zult u met hen aan tafel gaan zitten? Misschien nog belangrijker is de vraag wat u nadien zult doen. Welke hervormingen mogen wij van u verwachten?

 

U weet dat wij een fiscale hervorming willen, naast een arbeidsmarkthervorming en een pensioenhervorming. Wat (…)

 

07.03  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Madame Muylle et monsieur Bombled, merci pour vos questions. Effectivement, le gouvernement est parvenu, à défaut d'accord émanant des partenaires sociaux, à s'accorder quant à la répartition des enveloppes bien-être, le plus rapidement possible, et sur des éléments relatifs à l'évolution des salaires. Vous avez rappelé les éléments importants de cet accord que j'estime être équilibré et important, en ces temps incertains et difficiles pour une grande partie de la population et de nos entreprises. Vous l'avez aussi évoqué: le front commun syndical a effectivement décidé de mener différentes actions le 16 décembre, dont une manifestation. Ces actions s'inscrivent dans le cadre de revendications portées par les syndicats depuis des mois pour défendre le pouvoir d'achat. Comme vous le savez, et vous l'avez rappelé, ils insistent principalement sur deux sujets essentiels.

 

Ten eerste, wat de energieprijzen betreft, heeft de regering de voorbije maanden enorme inspanningen gedaan om de stijgende kosten te beperken voor de consument. Zij zal dat blijven doen. De vakbonden klagen vooral de inefficiëntie van Europa aan, wat betreft het beperken van de prijsstijgingen en de weigering van bepaalde lidstaten om de energiemarkt te controleren. Net zoals de hele regering heb ik daar begrip voor.

 

Het recente voorstel van de Europese Commissie is onaanvaardbaar en zal niets oplossen. Dat weten wij allemaal. De regering steunt, bij monde van de eerste minister en de minister van Energie, het initiële voorstel om de energieprijzen te bevriezen. Wij moeten alles op alles zetten om het voorstel van de Europese Commissie bij te sturen. Wij moeten de landen die elke regulering van de markt afwijzen, doen plooien.

 

Deuxièmement, une des revendications connues de la part des organisations syndicales, c'est la question salariale et le blocage des salaires, en application de la loi de 1996 telle que modifiée en 2017 sous le précédent gouvernement. Vous savez que je partage une partie des revendications du monde du travail et des organisations syndicales, dans un contexte difficile certes, mais où certaines entreprises, certains secteurs continuent à faire d'importants bénéfices. Nous devons nous en réjouir mais je pense que les fruits de cette richesse doivent être équitablement répartis entre travailleurs et actionnaires.

 

La paix sociale, elle se gagne. Elle se travaille au quotidien. Elle peut se perdre au jour le jour au gré de certaines déclarations ou de modifications législatives mais nous devons continuer à favoriser le dialogue entre interlocuteurs sociaux. Heureusement, comme j'ai déjà eu l'occasion de le dire ici mais je tiens à le répéter, des accords, il y en a tous les jours entre patronat et syndicats, que ce soit au niveau sectoriel, au niveau des entreprises ou au niveau interprofessionnel.

 

Bien entendu, chaque jour de grève est un jour de trop. Chaque jour de grève est un constat d'échec du dialogue et de la concertation sociale mais c'est aussi l'exercice et l'expression de droits démocratiques fondamentaux, à savoir notamment la liberté d'association et la liberté d'expression que nous envient et pour lesquelles se battent de nombreux peuples à travers le monde, que nous soutenons d'ailleurs par toute une série d'actions et que nous continuerons à soutenir. Prenons donc un peu de hauteur!

 

Effectivement, ces mouvements vont générer quelques désagréments. Effectivement, j'aurais préféré qu'ils n'aient pas lieu et nous verrons dans les prochains jours et les prochaines semaines l'évolution de la position des uns et des autres mais n'oublions pas qu'il s'agit là d'éléments importants en démocratie, d'éléments qui permettent de juger de l'état de notre démocratie. Nous devons nous en réjouir même si, au cas par cas, cela peut générer une série de désagréments.

 

Je vous remercie.

 

07.04  Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, les travailleurs ne sont pas les seuls à souffrir de la hausse des prix et des coûts exorbitants de l'énergie. Nos indépendants sont également exsangues et nos patrons de PME encaissent la crise à plusieurs niveaux. Toutefois, eux n'ont pas décidé de bloquer le pays une énième fois, alors que ce n'est vraiment pas le moment.

 

Je pense sincèrement qu'en multipliant les grèves et les manifestations, les syndicats se trompent de cible. En agissant de la sorte, ainsi que le disait le président de votre parti frère, ils font le jeu des partis extrêmes en portant comme message que c'est la faute du gouvernement si nous en sommes là. Or c'est faux! En effet, ce gouvernement a déjà dépensé des milliards pour soutenir le pouvoir d'achat de tous ses concitoyens. Comme ministre de la concertation sociale, il est de votre devoir de tout entreprendre pour éviter ce nouveau blocage du pays. Nous vous soutiendrons dans vos démarches!

 

07.05  Nathalie Muylle (cd&v): Vooreerst heb ik heel weinig vertrouwen in het sociaal overleg van de komende weken als het erom gaat tot resultaten te komen. We hebben het deze week tijdens de bespreking van uw beleidsnota ook gehad over telewerk. We zitten al anderhalf jaar te wachten op resultaten van overleg dat – volgens de wandelgangen – goed loopt en waarvan men vandaag zegt dat we voor nieuwjaar geen enkel resultaat mogen verwachten. Ik verwacht er dus niet veel van.

 

Ik verwacht wel zaken van u en van de regering. Ik heb in uw beleidsnota ook heel veel voorstellen gelezen. Dat waren vooral voorstellen over wat we vandaag al hebben gedaan. Het zal echter ook heel belangrijk zijn om de komende periode structurele, gerichte hervormingen door te voeren op onze arbeidsmarkt. U kent onze visie ook: werken moet lonen.

 

Wij zien vandaag dat het sociaal tarief tot de werkloosheidsval leidt. Ik verwacht daarvoor dus echt oplossingen. U vindt in ons een partner, maar ik hoop op uw steun, mijnheer de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Jean-Marie Dedecker aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De plaatsing van windmolens in de buurt van luchthavens" (55003007P)

08 Question de Jean-Marie Dedecker à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "L'installation d'éoliennes à proximité des aéroports" (55003007P)

 

08.01  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, u houdt niet van vliegtuigen en ook niet van luchthavens, omdat u daar liever de konijntjes ziet spelen en de vogeltjes landen en opstijgen. Ik heb daar begrip voor, maar ik heb er geen begrip voor dat u nog liever die vliegtuigen op onze hoofden laat vallen. Ik zal mezelf nader toelichten. Ik heb u glunderend naast minister Tinne Van der Straeten horen verklaren dat u de wet zou veranderen, opdat windmolens – ik noem ze klimaatminaretten – naast de luchthavens geplaatst zouden kunnen worden. Wat een fantastisch verhaal!

 

Skeyes stelt nochtans duidelijk in zijn rapport dat er geen klimaatminaretten geplaatst mogen worden in een straal van 10 kilometer rond de luchthaven. U zult dat veranderen. Waarom mag dat niet? Ten eerste mag dat niet, omdat het voor spotten zorgt op de radar, waardoor de piloten van de vliegtuigen misleid worden. Ten tweede kan het niet wegens de bescherming van de vliegprocedures en de vliegoperaties.

 

Wat zult u nu doen, op instigatie en gelobby van Elicio, de opvolgers van de bende oplichters van Electrawinds, die ervandoor is gegaan met 130 miljoen euro aan subsidies? Wat zullen die lui in de omgeving van de luchthaven van Middelkerke doen? In feite gaat het om de luchthaven van Oostende, die 20 jaar geleden werd geannexeerd, maar dat even terzijde. Men zal daar nu 225 meter hoge klimaatminaretten zetten! Met de molenwieken inbegrepen, zullen ze 252 meter hoog zijn. Voor de Antwerpenaars, men zal daar windmolens installeren die driemaal zo hoog zijn als de Boerentoren! U zult dus de wet veranderen, zoals ik heb vernomen via Twitter en De Standaard. Wat is daarvan waar? Het is een schande dat dat gebeurt. Ik wacht op uw antwoorden.

 

08.02 Minister Georges Gilkinet: Is dat echt hoe u ernaar kijkt, mijnheer Dedecker? Is dat echt hoe de wind volgens u waait? Hoe dan ook ben ik blij met uw vraag. (Gelach) Nu kan ik het namelijk hebben over een onderwerp dat me, net als het spoor, na aan het hart ligt: een snellere ontwikkeling van hernieuwbare energie op ons grondgebied. Dat is niet alleen van levensbelang voor alle Belgen, die vandaag immers veel te veel betalen voor hun energie, maar het is ook cruciaal voor onze bevoorradingszekerheid en onze energieonafhankelijkheid.

 

Het kernkabinet heeft inderdaad op 18 maart als doel gesteld dat de federale regering de productie van hernieuwbare energie op eigen bodem met 1,5 gigawatt moet optrekken. Tot dusver waren er technische beperkingen voor de luchthavenbakens en de radars rond de luchthavens in de zogenoemde no-gozone. Momenteel is het onmogelijk om daar windmolens te installeren, maar met het budget van 6 miljoen euro dat de regering morgen zal goedkeuren, kan Skeyes die beperkingen nu tot een minimum reduceren. Het doel is dus uiteraard om het, met de nieuwe radars, gemakkelijker te maken om windturbines te plaatsen zonder de veiligheid van de luchtvaart in gevaar te brengen.

 

De oorlog in Oekraïne herinnert ons er nog maar eens aan hoe geostrategisch en politiek belangrijk onze energievoorziening is. Landen zoals Rusland gebruiken fossiele brandstoffen als wapen om onze economieën en de portemonnee van onze burgers te ondermijnen. Mijnheer Dedecker, hernieuwbare energie is belangrijk voor onze klimaat- en energiedoelstellingen. Voor u is dat misschien niet belangrijk, mijnheer Dedecker, maar ons land – en ik ben daar fier op – staat aan de top inzake hernieuwbare energie. Is dat niet belangrijk voor u? De sector van de hernieuwbare energie zorgt voor duizenden jobs. Telt dat niet voor u?

 

08.03  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, u verkoopt flauwekul! Ik nodig u uit om op het strand te komen staan in mijn gemeente. Er staan daar 399 van die klimaatminaretten in zee, maar vandaag draaien ze niet. Het is al drie dagen Dunkelflaute en we zijn gelukkig dat we kerncentrales hebben. Maar waar zit de hypocrisie? U antwoordt daar niet op. De hypocrisie zit bij de lobby van die bedrijven. Zo'n 30 kilometer verder heeft de federale overheid, u als groene minister, de Fransen een rechtszaak aangedaan omdat hun klimaatminaretten minder dan tien kilometer in zee staan. Wat gaat u nu doen? U gaat in het achterland van de kust 88 dergelijke windmolens zetten op drie kilometer van de kustlijn, terwijl het twintig kilometer verder in zee al vol staat. Als u ons dan verwijt dat wij niets doen, dan bent u een hypocriet, mijnheer de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- Joris Vandenbroucke aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "Het antwoord van de regering op de stakingen bij de NMBS" (55003008P)

- Josy Arens aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De staking bij de NMBS en het regeringsbeleid" (55003020P)

- Chanelle Bonaventure aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De stakingen bij de NMBS" (55003026P)

- Frank Troosters aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De nieuwe spoorstaking op 29 november" (55003032P)

- Tomas Roggeman aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De syndicale actie op het spoor" (55003030P)

- Maria Vindevoghel aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De spoorstakingen en de gevolgen ervan" (55003031P)

09 Questions jointes de

- Joris Vandenbroucke à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "La réponse du gouvernement aux grèves à la SNCB" (55003008P)

- Josy Arens à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "La grève à la SNCB et la politique du gouvernement" (55003020P)

- Chanelle Bonaventure à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les grèves à la SNCB" (55003026P)

- Frank Troosters à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "La nouvelle grève à la SNCB du 29 novembre" (55003032P)

- Tomas Roggeman à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "L'action syndicale à la SNCB" (55003030P)

- Maria Vindevoghel à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les grèves à la SNCB et leurs conséquences" (55003031P)

 

09.01  Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, twee constateringen op de derde dag van de stakingen bij het spoor. De mensen die werken in de stations en op de treinen zitten op hun tandvlees. Ze zijn op en ons spoornet eigenlijk ook. Dat wordt pijnlijk duidelijk als blijkt dat er op een stakingsdag meer zekerheid kan worden geboden dan op een normale werkdag.

 

Dat komt omdat te weinig mensen te veel moeten klaarspelen op een spoornet dat onder heel grote druk staat. Dat vraagt stevige antwoorden, mijnheer de minister. Dat vraagt een plan om het vertrouwen bij de reizigers en bij het personeel te herstellen, dat vraagt een plan dat erkent dat we de fundamenten van ons spoor moeten versterken om verder te kunnen bouwen. Back to reality zonder onze ambities te lossen.

 

Vergis u niet, collega's. We hebben het spoor nodig. We hebben betrouwbare en betaalbare treinen nodig als alternatief voor de wagen. Op de weg is het elke dag miserie. Wij moeten dus zorgen voor duidelijkheid en zekerheid voor het personeel en de reizigers, nu en in de toekomst.

 

Mijnheer de minister, er ligt een plan klaar. Waar vorige regeringen gefaald hebben, staat u klaar met bindende afspraken voor de komende 10 jaar over de kwaliteit van de dienstverlening en de investeringen die zullen gebeuren. Investeringen die het verschil kunnen maken, investeringen in nieuwe treinen, toegankelijkere stations en extra personeel.

 

Ik heb vernomen dat u een akkoord hebt met de topvrouw van het spoor, mevrouw Dutordoir en dat dit klaar ligt ter ondertekening. Dat is een goede zaak. Dat is nodig om het vertrouwen van het personeel en de reizigers te herstellen. Ik wil graag van u weten wat de essentie van dat akkoord is en wanneer we daarvan de eerste resultaten kunnen zien.

 

09.02  Josy Arens (Les Engagés): Madame la présidente, monsieur le ministre, nous connaissons de plus en plus de grèves à la SNCB et qui durent de plus en plus longtemps. C'est catastrophique pour les travailleurs, pour les usagers, pour le rail en général.

 

Je ne cesse de le répéter: vos ambitions sont formidables, vos moyens malheureusement fort minables. Entre 2020 (budget réalisé) et 2023 (budget initial), les budgets alloués au rail en crédits d'engagement n'ont augmenté que d'une cinquantaine de millions. Je dis bien d'une cinquantaine de millions, sur des budgets de plus de 3,5 milliards, soit moins de 2 %, alors que l'inflation, sur la même période, dépasse les 15 %.

 

Le budget 2023 intègre sans aucun doute le plan de transition de 250 millions d'euros répartis sur deux ans. Vous vous réjouissiez dès février dernier de ce plan de transition. Mais finalement, puisqu'il s'étend sur une période de deux ans, il n'est comptabilisé que pour très peu par année.

 

Vous parliez du Fonds européen de 365 millions. Mais c'est pour la période 2022-2026, soit cinq années, autrement dit 73 millions d'euros par an.

 

Monsieur le ministre, nous assistons réellement à un sous-financement structurel, qui génère un manque de personnel - personnel qui ne sait même plus prendre ses congés -, à une suppression des guichets, à une multiplication des retards et des annulations de trains, et plus tard, à une réduction des fréquences et à la suppression inévitable de certaines lignes, quoi que vous puissiez en dire.

 

Monsieur le ministre, qu'allez-vous faire? Que pouvez-vous faire pour réduire l'écart entre votre ambition, que nous partageons, et vos réalisations?

 

Monsieur le ministre, hier, j'ai apporté la preuve. J'ai vérifié. J'ai examiné. J'ai décortiqué le budget pour savoir ce qu'il en était au juste. Je peux vous garantir que les moyens que vous avez dégagés sont minables. (…)

 

09.03  Chanelle Bonaventure (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, trois jours de grève sur le rail cette semaine! Trois jours de grève d'affilée! On ne s'y fait pas, tant les navetteurs qui doivent trouver un plan B, un plan C et un plan D pour aller au travail ou à l'école que les travailleurs. Vous savez, la grève, on ne la fait pas par plaisir. La grève intervient quand les syndicats et les travailleurs ont le sentiment qu'il n'y a plus d'autre alternative.

 

Comment en arrive-t-on là alors que ce gouvernement a dégagé de nouveaux moyens pour la SNCB et Infrabel, alors que vous aussi, vous avez de l'ambition pour le rail, alors que la crise et l'urgence climatique mettent le rail en haut du podium? Entre la volonté affichée, les objectifs poursuivis par le gouvernement et la réalité vécue par les travailleurs et les navetteurs, il y a un gouffre. Du côté des travailleurs: cadence infernale pour les cheminots, manque d'effectifs, burn-out en hausse, obligation de postposer des congés, voilà ce que dénoncent les syndicats et les travailleurs. Leur demande est claire. Il faut un nouveau contrat social qui améliore le niveau d'emploi, les recrutements et les conditions de travail. Et les navetteurs sont évidemment touchés par le ressenti des cheminots. On le voit. Les chiffres en attestent. La satisfaction diminue en flèche.

 

Nous partageons pleinement les ambitions du gouvernement et nous vous soutenons. On sait que les contrats de gestion et de service public donneront à la SNCB et à Infrabel une vision à dix ans. Mais l'urgence est de faire face à la situation actuelle et d'améliorer le quotidien des navetteurs et des travailleurs. Sans un discours vérité, sans un calendrier clair, sans une vision réaliste, nos ambitions pour l'avenir sont plus que compromises.

 

Monsieur le ministre, mes questions n'ont pas changé cette semaine. Qu'entendez-vous répondre aux travailleurs du rail et aux syndicats? Que mettez-vous en place pour améliorer leurs conditions de travail? Comment allez-vous faire pour qu'on n'en arrive pas bientôt à devoir fermer des lignes?

 

09.04  Frank Troosters (VB): Mijnheer de minister, miserie, miserie, miserie. Ik neem de uitspraak van de heer Loones van vorige week over, want dat is het ook echt: miserie. Het begint hoe langer hoe meer een FC De Kampioenengehalte te krijgen.

 

Waarover heb ik het dan? Over het M-probleem. Niet over het Marokkanenprobleem, dat is allicht voor binnen een paar uur, maar over de mobiliteitsproblemen bij de trein. Vandaag wordt er voor de derde dag op rij gestaakt en dat is ongezien.

 

De werknemers van het spoor zijn ontevreden door het structurele personeelstekort en de slechte arbeidsomstandigheden, waarbij men amper verlof kan nemen, en wegens het gebrek aan investeringsbereidheid van deze regering in het spoor. Ik begrijp hen en ik betreur ook dat de treinreiziger daarvan opnieuw de dupe wordt.

 

We hebben u hierover al verschillende keren ondervraagd en we krijgen dan telkens wat antwoorden en beloftes te horen, maar gisteren gebeurde er iets merkwaardigs in de commissie. U kwam daar plotseling met een crisisplan, dat bestond uit drie elementen, om de problemen aan te pakken.

 

Het eerste element was de aanwerving van personeel. Dat zou er nog maar aan mankeren, want dat is de essentie van het probleem. Dat gebeurt ook, want er is instroom, maar tegelijkertijd is er ook uitstroom. Bij de treinbegeleiders bijvoorbeeld, een essentiële functie, zijn er dit jaar tot 1 oktober al meer dan 160 vertrokken, waarvan meer dan een derde op vrijwillige basis.

 

Het tweede element was dat men zich op de regio van de Kempen zou focussen. Dat zou er nog maar aan mankeren, de problemen zijn daar groot, maar dat is eigenlijk geen maatregel maar een ambitie die wordt uitgesproken.

 

Het derde element was dat men de geplande verhoging van het vervoersaanbod voorlopig niet zou uitvoeren. Dat is ook maar logisch. Die kan immers niet worden uitgevoerd, want daarmee zou men de miserie alleen maar vergroten.

 

Mijnheer de minister, wat gaat u nu zelf echt doen om de problemen op te lossen en nieuwe stakingen te voorkomen?

 

09.05  Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de minister, de spoordienst was nog nooit zo duur en nog nooit zo onbetrouwbaar als onder uw groen bestuur. Al meer dan een jaar worden dagelijks gemiddeld meer dan honderd treinritten afgeschaft en de stiptheidscijfers zitten in een dal. De malaise is nu compleet, want voor de derde dag op rij wordt er gestaakt bij de spoorwegen. Dat is decennialang geleden. Zelfs onder de u zo zwaar verguisde regering-Michel hebben we dat niet gezien.

 

Er wordt vooral gestaakt tegen het nijpende personeelstekort. De personeelsleden zitten op hun tandvlees. Verlof voor recup, waarop zij recht hebben, kunnen ze niet opnemen. Daar staat tegenover dat datzelfde rijdend personeel op de leeftijd van 55 jaar met pensioen kan na 30 jaar dienst.

 

Een van de mogelijke oplossingen ligt dan voor de hand. Het personeelskader, het personeelsbeheer en de arbeidsorganisatie van de NMBS zijn amper veranderd sinds de jaren 90. Wij moeten die moderniseren, maar u hebt dat zelf altijd drastisch geweigerd.

 

In dat grote, zwarte vivaldigat duikt er voor het eerst een klein lichtpuntje op. In een beleidsnota van een collega van u is er sprake van een mogelijke hervorming, een gelijkschakeling van precies die pensioenleeftijd bij de NMBS. In de begrotingsnotificaties is er sprake van een modernisering van het personeelsbeheer. Dat is zeer interessant, want als een spoorminister de woorden modernisering en NMBS in een en dezelfde zin durft uit te spreken, dan is dat voor de meeste spoorbonden al voldoende reden om opnieuw te gaan staken. Het feit dat de regering dat doet, is dus een sterk politiek signaal.

 

Mijnheer de minister, is dat signaal gemeend? Zult u eindelijk wel degelijk hervormen? Zult u eindelijk die onverdedigbare pensioenleeftijd op 55 jaar herzien? Zult u het spoorstatuut herzien? Wij zijn het laatste land dat statutaire ambtenaren aanwerft om met de trein te rijden. Wordt dat eindelijk gemoderniseerd? Of wordt het opnieuw een losse flodder, waarbij de vivalidicoalitie eerst vechtend over de straat rolt om uiteindelijk te eindigen met helemaal niets?

 

09.06  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, het spoor kreeg deze week veel aandacht. U vindt dat waarschijnlijk leuk, dan bent u een gelukkige minister. Minder gelukkig zijn echter de werknemers en de reizigers die elke dag de trein moeten nemen. Ik ben deze week naar de stakingspiketten geweest en ik heb daar gehoord dat de werkdruk niet meer te doen is. De mensen kunnen niet meer. Ze zijn op. Nadia, een treinbegeleidster, heeft nog 50 dagen verlof staan. Ze kan echter niet eens een dag nemen om naar de dokter te gaan. Kunt u zich dat voorstellen? Onze reizigers krijgen bovendien elke maand te maken met 3.500 afgeschafte treinen.

 

Het personeel en de reizigers willen een oplossing. Het personeel is blijkbaar meer bekommerd om het spoor dan u. Mevrouw Van Impe, hoofdredacteur van Het Nieuwsblad, vertelde deze week nog in De afspraak dat de klachten van de vakbond één op één overeenkomen met de klachten van de reizigers. De reizigers, de CEO's en het personeel vormen front tegen uw beleid, tegen het beleid van de regering.

 

Ik heb echter goed nieuws. De begroting voor 2023 is nog niet goedgekeurd. We kunnen nog iets doen. We hebben een amendement ingediend voor een spoorgarantiefonds van 240 miljoen euro, om ervoor te zorgen dat de treinen wel rijden, om ervoor te zorgen dat het personeel wel verlof kan nemen.

 

Zult u ons steunen voor dat spoorgarantiefonds, om ervoor te zorgen dat we volgend jaar, in 2023, genoeg geld hebben om de treinen te laten rijden?

 

09.07  Georges Gilkinet, ministre: Madame la présidente, chers collègues, je l'ai dit et je le répète devant vous: je regrette cette grève du rail et ses répercussions sur les voyageurs, les navetteurs, les étudiants et les travailleurs, qui en sont les premières victimes.

 

Deze staking is een enorme paradox, op een moment dat de regering zoveel in de trein investeert – 2 miljard euro sinds het begin van de legislatuur en 2 miljard euro voor de tien volgende jaren – en op een moment dat wij met de spoorbedrijven en met alle economische, sociale en milieu-actoren de toekomst van de mobiliteit aan het schrijven zijn, met de trein als ruggengraat.

 

Malgré l'énorme respect que j'ai pour les travailleurs du rail, pour leurs représentants et pour le droit de grève, ces trois jours ont abîmé l'image du secteur ferroviaire. C'était un but contre le camp du train.

 

Deze staking is een owngoal, een doelpunt in de eigen goal.

 

Cette grève, cependant, ne doit pas nous empêcher de continuer à préparer l'avenir. Au contraire, elle nous y encourage. Tout comme je soutiens les attentes légitimes des voyageurs de disposer d'un meilleur service, j'entends les demandes des travailleurs. Des demandes qui, en fait, rejoignent celles des dirigeants des deux entreprises ferroviaires et celles, madame Vindevoghel, du ministre de la Mobilité que je suis.

 

Ces demandes sont légitimes, et c'est d'ailleurs pour y répondre que nous travaillons d'arrache-pied depuis deux ans avec mon cabinet et avec les entreprises ferroviaires à remettre le train sur les rails.

 

Over de arbeidsomstandigheden en het welzijn op het werk op korte termijn kan ik het volgende zeggen.

 

À ma demande, la SNCB et Infrabel ont mis en place un plan d'action pour stabiliser l'offre en fonction du personnel et du matériel disponibles, pour accélérer les recrutements de personnel roulant et surtout pour disposer d'une réserve de 300 travailleurs qui pourront être mobilisés en cas de besoin. Il y a des emplois disponibles à la SNCB et Infrabel – qu'on se le dise! – et des moyens pour payer les travailleurs.

 

Ik ga even in op het sluiten van een sociaal akkoord.

 

Les directions de la SNCB et d'Infrabel se sont engagées à poursuivre la discussion à ce sujet une fois leur contrat avec l'État belge conclu, au début de l'année prochaine donc. Elles ont déjà mis sur la table de premières propositions. J'espère sincèrement que ce dialogue pourra aboutir de façon constructive afin de dégager un accord qui devra également tenir compte – et c'est important! – de la nécessité de permettre aux travailleurs de prendre le temps de repos qu'ils méritent. Il n'est pas acceptable que l'on empêche les travailleurs du rail de prendre leurs congés.

 

Wat betreft de uitdaging om over een kader te beschikken en perspectief op lange termijn te hebben, kan ik het volgende zeggen.

 

C'est exactement le sens de mon engagement depuis deux ans: sortir de la vision à court terme, poser les meilleurs choix de gestion, construire une vision à deux ans, réinvestir dans le réseau, négocier avec nos entreprises des contrats à dix ans, pour la première fois dans l'histoire, et leur garantir les moyens nécessaires pour les mettre en oeuvre.

 

Pas plus tard que demain, le conseil d'administration de la SNCB examinera le projet de contrat de service public que nous avons finalisé cette semaine avec Mme Dutordoir, la CEO de la SNCB. Et nous sommes également en phase d'atterrissage pour le contrat de performance d'Infrabel avec M. Gilson, le CEO d'Infrabel, et ses équipes. Avant la fin de l'année, ces contrats seront approuvés par le gouvernement, et j'y compte bien. Cela fait dix ans qu'ils étaient attendus et ils donneront enfin à nos entreprises le cadre de développement et les moyens humains et budgétaires qu'elles méritent.

 

Geen enkele regering, zeker uw Zweedse regering niet, mijnheer Roggeman, heeft ooit zoveel inspanningen gedaan voor het spoor. Ik zal dat engagement en deze ambities ook nakomen, ondanks een moeilijke budgettaire context en de onvoorziene obstakels die overwonnen moesten worden.

 

We zitten in de laatste kilometer van een marathon. Ik wil die samen met de directie en de medewerkers van het spoor uitlopen, door de juiste beslissingen te nemen voor vandaag en voor de toekomst, door nieuwe middelen te pompen in het spoor, door meer efficiëntie aan onze spoorbedrijven te vragen en door betere werkomstandigheden te waarborgen voor de werknemers.

 

We doen dat voor de 850.000 reizigers die elke dag hun vertrouwen schenken aan de trein. We doen het voor de huidige en toekomstige klanten van het spoor. We doen het voor de mobiliteit, het milieu, onze economie en de komende generatie.

 

Élaborer ce cadre du futur constitue la meilleure manière de répondre à la grève et aux inquiétudes exprimées par le personnel du rail. Offrir un avenir au train est la meilleure façon de leur en donner un en tant que travailleurs.

 

09.08  Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Mijnheer Roggeman, heb ik u goed begrepen? Na drie dagen staken, omdat het spoor personeel te kort komt om de treinen te laten rijden, komt u hier eisen om de mensen die bij het spoor werken meer te laten werken voor minder pensioen. Is dat uw oplossing? Dat is ongelooflijk.

 

Mijnheer de minister, terwijl de oppositie hier staat te molenwieken met valse oplossingen, doen wij waarin de vorige regering niet is geslaagd. Wij zorgen voor extra middelen, extra investeringen, nieuwe treinen en extra personeel.

 

Mijnheer de minister, er ligt een plan klaar met realistische maar ambitieuze doelstellingen. Zet dat plan vooral door, met de volle steun van de Vooruitfractie. Wij zullen het spoor immers nodig hebben, indien wij niet willen dat dit land compleet vastloopt.

 

09.09  Josy Arens (Les Engagés): Monsieur le ministre, comme d'habitude, vous faites beaucoup d'annonces. Mais l'examen du budget conforte ce que je pense. Quoi que vous en disiez, peu de moyens nouveaux, peu de moyens supplémentaires y sont prévus.

 

Nous sommes, bien entendu, très heureux de voir arriver les contrats de gestion. Mais que ferez-vous de ceux-ci jusqu'à la fin de la législature? Très peu! Vous reportez à plus tard ce que vous devriez faire aujourd'hui.

 

Je crains, en tout cas, que si vous n'obtenez pas plus du gouvernement, les grèves qui ont lieu aujourd'hui et qui sont désastreuses tant pour le rail que pour les usagers ne seront pas les dernières.

 

J'espère donc que le budget et les moyens dégagés pour le rail pourront être revus afin que ce dernier puisse avoir un réel avenir dans ce pays.

 

09.10  Chanelle Bonaventure (PS): Monsieur le ministre, je le répète et j'insiste, nous soutenons vos ambitions pour le rail. La SNCB et Infrabel n'avaient plus de vision à long terme depuis plusieurs années. Aujourd'hui, c'est le cas, et nous nous en réjouissons.

 

Toutefois, ayant eu l'occasion de discuter avec les navetteurs, les cheminots et les syndicats, je peux vous dire que l'épuisement s'accumule. Les gens sont inquiets. Ils attendent un signal clair d'une volonté de répondre aujourd'hui et maintenant à la situation qui est la leur, situation qui s'aggrave de mois en mois et d'année en année.

 

Face à cette situation, navetteurs et travailleurs sont main dans la main. Trop peu de personnel, c'est plus de trains supprimés, des trains en retard et des voyageurs impactés.

 

Nous vous invitons une nouvelle fois à faire face à la situation telle qu'elle est et à agir en conséquence. Nous soutiendrons vos efforts à cette fin.

 

09.11  Frank Troosters (VB): Mijnheer de minister, wij horen altijd opnieuw hetzelfde: u hebt het telkens opnieuw over uw plannen, plannen, plannen voor de lange termijn. Maar u hebt geen enkele financiële garantie daarvoor, laat staan dat er een plan is.

 

Het enige wat u kunt vertellen, is dat u wilt aanwerven. Dat is maar logisch ook. U zult moeten aanwerven. Alleen nog maar gelet op de leeftijdspiramide van het personeel van de NMBS moeten er volgend jaar 1.300 personeelsleden aangeworven worden, en in de jaren erna telkens 800 tot 900.

 

U staat voor een gigantische opdracht, maar u hebt geen middelen. U staat eigenlijk met uw rug tegen de muur.

 

Daarom heb ik vorige week in de commissie de vrees geuit dat u de huidige problemen voor het spoor zult meeslepen tot het einde van uw ambtstermijn en dat er geen oplossing zal komen. Ik hoorde mevrouw Dutordoir in De Afspraak het gesprek afronden door te vertellen dat de treinreiziger nog twee jaar op zijn tanden zal moeten bijten. Zij bevestigt dat dus.

 

Mijnheer de minister, het Vlaams Belang heeft niets aan al uw praatjes, die geen gaatjes vullen. Wij vragen van u concrete oplossingen. Dat is uw taak als minister van Mobiliteit.

 

09.12  Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de minister, in weerwil van wat Vooruit hier beweerde, wordt de werkdruk nu verhoogd. Dat is een doelbewuste beleidskeuze van u, mijnheer Gilkinet, omdat u nu overal meer aanbod wilt.

 

Ik heb echter geen enkel engagement gehoord om te hervormen. U duwt alles naar het sociaal overleg, dat nota bene al jaren muurvast zit. De afspraken die gemaakt werden in de regering, zijn nog niet eens bevestigd in het Parlement of u trekt er al een streep door. Zij zijn al dode letter voor er iets uitgevoerd is.

 

Er komt geen modernisering van de dienst. Er komt geen modernisering van de arbeidsvoorwaarden. Er komt geen modernisering van de bedrijfswerking. Er komt helemaal niets. Het enige wat uw blijft doen, is geld uitgeven.

 

U wilt op korte termijn meer aanbod creëren. Meer geld uitgeven, is een doel op zich geworden. De toestand zal de komende jaren dus niet verbeteren. Hij zal alleen maar erger worden.

 

Laten wij de koe bij de horens vatten. Wij moeten nu de stappen zetten om de NMBS te moderniseren en haar klaar te maken voor de 21e eeuw, door te decentraliseren en te (…)

 

09.13  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, niet de staking zorgt voor een slecht imago, maar wel uw beleid. Het is uw beleid dat ervoor zorgt dat de treinen niet rijden.

 

Bovendien doet men met mooie woorden geen treinen rijden. Als u niet meer ambitie aan de dag legt, zullen er ook niet meer treinen rijden. Wij hebben erop aangedrongen dat u in 2023 het noodzakelijke budget ter beschikking stelt om uit te voeren wat u zelf hebt voorgesteld. U wilt ambitieus zijn, maar u kunt uw ambities niet hardmaken, als er geen middelen zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Barbara Pas aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De klassenjustitie en het afkopen van straffen" (55003015P)

10 Question de Barbara Pas à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La justice de classe et l'extinction des peines par le paiement d'une somme d'argent" (55003015P)

 

10.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, het federaal parket heeft akkoorden gesloten met 10 verdachten die worden vervolgd in operatie Zero, het grootste fraudedossier in het Belgische voetbal. De rechter moet die minnelijke schikkingen nog homologeren, maar als dat gebeurt, dan kunnen socialist Patrick Janssens en nog allerhande voorzitters en erevoorzitters van voetbalclubs de strafrechter ontlopen.

 

Dat zoiets mogelijk is, is te danken aan de wet op de verruimde minnelijke schikking, de zogenaamde afkoopwet, waarbij grote fraudeurs en criminelen hun straf kunnen afkopen. Het is niet de eerste keer dat in grote fraudezaken straffen worden afgekocht. Denk aan de zaak-Beaulieu, de zaak-Stéphane Moreau of de zaak-Bois Sauvage.

 

Toen kwam er, terecht, ook kritiek van andere partijen in het halfrond. Sp.a noemde het klassenjustitie, Bert Anciaux noemde het toen "een kwestie van geloofwaardigheid voor de socialisten om dit blijvend als prioriteit naar voren te schuiven". Ik herinner mij nog dat Almaci van Groen het in het halfrond met luide stem had over klassenjustitie en stelde dat de wet niet rechtvaardig is.

 

Vandaag sta ik hier alleen en stel ik vast dat de regering, met socialisten en groenen, het systeem gewoon in stand houdt. Het is een schandalig systeem, waarbij het rechtvaardigheidsideaal opzij wordt geschoven voor het grootkapitaal. Het is een systeem dat mensen met minder geld discrimineert. Mijn vraag is heel eenvoudig. Wanneer zult u die onrechtvaardige afkoopwet afschaffen?

 

10.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Collega, het gaat hier om een lopend gerechtelijk onderzoek, waarover ik mij als minister van Justitie niet kan uitspreken. De verruimde minnelijke schikking is een straf voorzien in de wet van 2011. Het gaat dus om een straf, niet om straffeloosheid, en er zijn garanties en voorwaarden ingebouwd.

 

Ten eerste, er moet na de schuldbekentenis twee keer worden betaald. In de eerste plaats moet de schade volledig worden vergoed. Verder moet er ook een serieuze boete worden betaald, die in verhouding staat tot de ernst van de feiten. Ten tweede, de straf kan niet worden uitgesproken voor feiten waarvoor een gevangenisstraf kan worden uitgesproken van meer dan twee jaar. Dat wil dus zeggen dat niet alle verdachten hierop aanspraak lijken te maken. Ten derde, de beslissing wordt gecontroleerd en gehomologeerd door een onafhankelijke rechter. Die heeft altijd het laatste woord.

 

Ik ben echter niet ongevoelig voor de verontwaardiging. Daarom heb ik bepaalde instanties gevraagd om dit instrument te evalueren. Onder meer het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de Rechten van de Mens heeft dit onlangs gedaan. Dat heeft gezegd dat dit niet in strijd is met de rechtsstaat. Ik heb ook de Hoge Raad voor de Justitie om een grondige doorlichting gevraagd. Die is mij beloofd voor volgend jaar. Op basis van die evaluaties zal ik de wetgeving aanpassen, met de bedoeling om die meer tanden te geven.

 

10.03  Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, het Vlaams Belang pleit al jaren tegen de mogelijkheid die criminelen in dit land wordt geboden om middels een afkoopsom vervolging te ontlopen. Als je veel geld hebt, kom je met veel weg in dit land. Alle Belgen zijn gelijk voor de wet, maar blijkbaar zijn sommigen meer gelijk. Dit is pure klassenjustitie, waarbij rijke criminelen hun buitenvervolgingstelling kunnen verkrijgen, maar mensen die hun mening uiten op een spandoek bijvoorbeeld niet.

 

U zegt dat u dit zult evalueren. Ik hoop dat uw conclusie zal zijn dat u zult stoppen met die ongelijke behandeling, dat u de minnelijke schikking behoudt voor kleine vergrijpen en dat u deze afkoopwet gaat afschaffen. Zet Vrouwe Justitia haar blinddoek weer op en zorg ervoor dat justitie ook grote fraudeurs daadwerkelijk veroordeelt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Questions jointes de

- Olivier Vajda à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La préparation du procès des attentats de Bruxelles et le soutien aux victimes" (55003016P)

- Nabil Boukili à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le procès des attentats qui débute enfin" (55003035P)

11 Samengevoegde vragen van

- Olivier Vajda aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De voorbereiding van het proces over de aanslagen in Brussel en de ondersteuning van de slachtoffers" (55003016P)

- Nabil Boukili aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het langverwachte begin van het proces over de aanslagen" (55003035P)

 

11.01  Olivier Vajda (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, ma question est simple et tient en trois mots: sommes-nous prêts? Lundi débutera à Bruxelles le plus important procès judiciaire que notre pays ait eu à organiser, tant par l'ampleur du choc causé par ces attentats que par le nombre de parties impliquées: dix prévenus, plus de 900 parties civiles, et d'innombrables questions posées au jury.

 

Savez-vous pourquoi je m'inquiète? Je voudrais surtout savoir si le faux départ que nous avons connu en octobre est bien derrière nous. Sommes-nous prêts, d'un point de vue logistique, à accueillir autant de personnes et pendant aussi longtemps - neuf mois? Sommes-nous prêts à les accueillir dans des conditions qui permettront de tenir un débat serein? Sommes-nous prêts à ce que les droits de la défense puissent être correctement exercés?

 

Il est vrai que pour nous, citoyennes et citoyens, il sera difficile d'accorder un quelconque pardon aux auteurs d'actes aussi atroces que les explosions provoquées à Zaventem ou dans la station de métro Maelbeek. Mais en même temps, il est aussi important pour nous, citoyennes et citoyens d'un État de droit, qu'au terrorisme aveugle soit apportée une réponse juste et à la hauteur des valeurs que nous souhaitons défendre.

 

Sommes-nous prêts, monsieur le ministre, enfin et surtout, à accueillir dans de bonnes conditions les très nombreuses parties civiles à ce procès? Des victimes qui attendent beaucoup de cette procédure pour pouvoir enfin se reconstruire. Seront-elles écoutées et entendues? Recevront-elles les réponses qu'elles attendent depuis six ans dans de bonnes conditions? Que ces victimes souhaitent assister aux débats ou non, qu'elles soient dans la peur, dans la colère ou dans l'incompréhension, elles doivent être accueillies.

 

Sommes-nous prêts à offrir à ces victimes aux visages multiples les conditions optimales pour se reconstruire à l'occasion de ce procès? Je vous remercie.

 

11.02  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, hier, a eu lieu à Bruxelles la composition du jury pour le procès des attentats de 2016. Une des victimes de ces attentats avait été tirée au sort pour faire partie des jurés. Si ce tirage au sort était très improbable, il n'y avait rien d'anormal selon le porte-parole de la cour d'assises. Cette affaire peut vous sembler anecdotique mais cela relève d'un manque de considération et d'un manque de sérieux concernant l'aide aux victimes du 22 mars.

 

En juin, l'association Life4Brussels parlait d'une "gifle aux victimes" à la suite de la publication du rapport sur l'état des lieux des recommandations de la commission d'enquête parlementaire Attentats. Récemment, une victime témoignait dans la presse concernant le report du procès: "Je pense qu'on a toujours été mis sur le côté. Encore une fois, c'est le cas. C'est un traumatisme pour chacun d'entre nous. Ils ne se rendent pas compte à quel point, psychologiquement, c'est difficile." Sur la RTBF, Christian, le conducteur du métro qui a explosé le 22 mars, se demandait s'il avait bien agi dans les minutes qui ont suivi l'explosion à Maelbeek. Monsieur le ministre, au sein du gouvernement, vous êtes-vous posé cette question? A-t-on bien agi face aux victimes des attentats du 22 mars?

 

La liste des déceptions des victimes est en effet longue: les boxes destinés aux accusés qui n'étaient pas conformes et le report du procès alors qu'il suffisait de copier ce qui a été fait à Paris ou d'écouter les critiques; le manque de place dans les salles d'audience; les assurances qui font vivre un calvaire aux victimes; le projet de coaching qui ne répond pas aux besoins des victimes et du terrain; le fait que seule une des deux associations de victimes soit soutenue financièrement par le gouvernement; le manque d'informations communiquées aux victimes,...

 

Monsieur le ministre, hier vous m'avez dit que vous alliez rencontrer l'association Life4Brussels. Qu'allez-vous dire à cette association? (…)

 

11.03  Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente, chers collègues, en tant que ministre de la Justice, je dois faire preuve d'humilité face à tant de souffrance humaine, et me montrer particulièrement discret dans un procès qui est en cours. Aux questions jointes à celles de la commission par le collègue Boukili, je pense que j'ai déjà répondu longuement hier et au cours de ces dernières semaines. Dans ce contexte, j'ai souligné le caractère délicat de la préparation de ce procès.

 

À plusieurs égards, ce procès est particulièrement important car il s'agit d'une des pages les plus noires de l'histoire de notre pays, au cours de laquelle 32 personnes ont été tuées et des centaines d'autres blessées. Près de 1000 parties civiles ont été appelées, raison pour laquelle nous avons déménagé vers un site spécialement aménagé au sein de l'ancien siège de l'OTAN.

 

De même, en matière de sécurité, nous ne laissons rien au hasard. Cela va sans dire. Le procès prendra des mois car il s'agit d'un procès d'assises devant un jury populaire. Nous sommes tenus de respecter à tout moment les principes de l'État de droit. L'approche de la justice est centrée sur les victimes. Nous fournissons un accompagnement humain par l'intermédiaire de la Cellule nationale victimes du parquet fédéral, en bonne coopération avec les maisons de Justice des Communautés. Nous avons mis en place un système d'accompagnateurs de victimes, à travers lequel nous tendons la main aux victimes. Nous avons installé une web radio permettant aux victimes qui ne peuvent ou ne veulent pas être présentes de suivre le procès de chez elles, et cela fonctionne.

 

Nous appliquons cette approche humaine aussi aux jurés. Une tâche importante les attend, qui exigera beaucoup d'eux. C'est pourquoi, pour la toute première fois, nous prévoyons un soutien psychologique pour les membres du jury.

 

Le procès a enfin pu débuter hier. D'après ce que j'ai entendu, cela s'est déroulé correctement. Le déroulement et l'organisation relèvent de l'autonomie de la présidente de la cour d'assises. Les attentats du 22 mars 2016 ont causé une souffrance et une tristesse indescriptibles. J'espère sincèrement que ce procès pourra se dérouler en toute sérénité et que de cette façon, il constituera un moment important pour aider les victimes à surmonter leur souffrance.

 

11.04  Olivier Vajda (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je déduis de votre réponse que vous estimez que nous sommes prêts. Notre pays a le bonheur de connaître une justice indépendante et forte. Si elle a été bien soutenue dans la préparation du procès, nul doute qu'elle pourra accomplir sa mission dans de bonnes conditions.

 

Quant à nous, de notre côté, concentrons-nous sur ce que nous devons encore apporter aux victimes en marge de ce procès. Plus de six ans après les faits, des hommes et des femmes qui ont perdu des proches ou sont meurtris dans leur âme et leur chair n'ont pas encore été indemnisés, sont toujours dans l'incompréhension et se sentent souvent abandonnés. Des recommandations claires ont été votées à l'unanimité en 2017, notamment pour leur venir en aide. Elles ne sont pas encore toutes exécutées à ce jour.

 

Alors, poursuivons notre travail! Nous le devons bien à toutes les victimes encore en souffrance.

 

11.05  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, j'ai écouté attentivement votre réponse.

 

Hier, vous m'aviez répondu à propos du couac à la suite duquel une victime avait été convoquée comme juré. Cela dit, ma présente question va plus loin, puisqu'elle s'intéresse aux attentes et aux demandes des victimes. Vous me parlez du coaching. Certes, mais il ne faisait pas partie de leurs revendications. Cette idée vient de votre département. Ce qu'elles demandent est l'application des recommandations de la commission d'enquête Attentats. À quoi sert-il d'installer des commissions d'enquête et d'émettre des recommandations si c'est pour ne pas les respecter ensuite? Cela fait six ans. Combien de temps faudra-t-il encore attendre? Douze ans, vingt ans? Quand une commission d'enquête est instituée pour ensuite émettre des recommandations, il faut les respecter. C'est tout ce que demandent les victimes.

 

J'espère que quand vous les rencontrerez, vous leur apporterez la bonne nouvelle que constitue l'application des recommandations. Surtout, vous devrez leur apporter le soutien financier dont elles ont besoin pour accomplir leur travail, parce que, jusqu'à présent, elles n'ont pas reçu un rond de votre part.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- Tom Van Grieken aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De vervolging van de relschoppers na de WK-match tussen België en Marokko" (55003014P)

- Philippe Pivin aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het gerechtelijke staartje van de gewelddaden van vorige zondag" (55003022P)

- Franky Demon aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De gerechtelijke opvolging van daders van voetbalgeweld" (55003023P)

- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het geweld dat na de voetbalmatch tussen België en Marokko uitbrak" (55003024P)

- Tim Vandenput aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De handhaving, opvolging en voorleiding n.a.v. de rellen na WK-voetbalwedstrijden" (55003027P)

- Eva Platteau aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De voetbalrellen" (55003029P)

- Sigrid Goethals aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De veiligheidsmaatregelen voor de risicomatch tussen België en Marokko" (55003037P)

12 Questions jointes de

- Tom Van Grieken à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les poursuites contre les émeutiers après le match de Coupe du monde entre la Belgique et le Maroc" (55003014P)

- Philippe Pivin à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les suites judiciaires aux violences de dimanche" (55003022P)

- Franky Demon à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le suivi judiciaire des auteurs de violences liées au football" (55003023P)

- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les violences à la suite du match de football entre la Belgique et le Maroc" (55003024P)

- Tim Vandenput à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Le maintien de l'ordre, suivi et défèrement à la suite des incidents en marge de la Coupe du monde" (55003027P)

- Eva Platteau à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les incidents dans le cadre de matches de football" (55003029P)

- Sigrid Goethals à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les mesures de sécurité pour le match à risque entre la Belgique et le Maroc" (55003037P)

 

12.01  Tom Van Grieken (VB): Collega's, de voetbalmatch België-Marokko was zelfs nog niet gedaan of de eerste auto werd al in brand gestoken door Marokkaans tuig. Dat is opmerkelijk om verschillende redenen. Ten eerste, Marokko heeft de match niet verloren, maar gewonnen. Ten tweede, terwijl wij vreugdetaferelen zagen in Marrakech en Tanger, werd er vandalisme gepleegd in Brussel, Antwerpen en Luik. Ten derde, het is ook zeer opmerkelijk omdat het compleet voorspelbaar was. Telkens is voetbal voor dezelfde groep een aanleiding voor rellen, net zoals eb en vloed, te hoge temperaturen in recreatieparken en de overgang van oud naar nieuw.

 

Er is daarvoor een zeer duidelijke reden, mijnheer en mevrouw de minister. Die mensen worden toch niet gestraft en toch niet aangepakt. De kern van het probleem zijn justitie en de straffeloosheid. Dat laatste heb ik niet gezegd, mijnheer de minister. U weet dat de liberale minister Somers dat heeft gezegd. U kent hem misschien. Ik weet niet hoe vaak u hem nog spreekt door alle ruzie in de liberale partijen, maar mijn vraag is zeer concreet.

 

Bent u nu eindelijk bereid om werk te maken van snelrecht? In een stad als New York kan iemand binnen 24 uur direct voor de rechtbank verschijnen wanneer de casus klaar is. Waarom kunnen wij er dan niet voor zorgen dat er snelrecht is binnen zeven dagen? Het juridische kader is er, maar u maakt geen middelen en mensen vrij.

 

Dat zou nochtans goed zijn om drie redenen. De samenleving zou eindelijk zien dat vandalen en criminelen hard worden aangepakt en effectief worden gestraft. Politieagenten zouden gemotiveerd blijven, want terwijl zij nog met hun papierwerk bezig zijn, staan de criminelen nu weer op straat. Het zou, ten slotte, ook een duidelijk signaal zijn aan het tuig dat zich nu de koning te rijk voelt, dat hun rijk uit is en dat zij zulke zaken niet kunnen doen in dit land.

 

12.02  Philippe Pivin (MR): Madame la présidente, madame la ministre, monsieur le ministre, chers collègues, permettez-moi de commencer par la lecture d'un compte rendu de presse: "Quelque 300 personnes ont provoqué des incidents samedi soir dans le centre-ville de Bruxelles quelques minutes après la qualification de l'équipe nationale marocaine de football pour la prochaine coupe du monde. Selon la police, les fauteurs de troubles se sont réunis avenue de Stalingrad et ont ensuite pris le chemin de la Bourse, où ils ont commencé à saccager les installations déjà montées en vue des Plaisirs d'hiver. Une voiture a été incendiée place Fontainas. La police est intervenue avec un canon à eau."

 

Chers collègues, cela ne s'est pas passé dimanche. Cela s'est passé le 11 novembre 2017, il y a cinq ans. C'est quasiment la même chose. Pour la petite histoire, le Maroc l'avait emporté contre la Côte d'Ivoire par 2-0.

 

Madame la ministre, monsieur le ministre, quatorze fois, c'est aujourd'hui la quatorzième fois que j'interpelle sur une problématique d'émeutes en Région bruxelloise ou de faits semblables de violence envers la police ou les services de sécurité.

 

Un journal a titré: "Des scènes de guérilla urbaine pour fêter le Maroc". Un autre a titré: "Tristesse et honte". Et c'est vrai que j'ai personnellement honte. J'ai honte et c'est vrai que les images que nous avons vues et qui ont été relayées dans le monde entier font froid dans le dos. Sur l'ensemble de ces images, on peut voir qu'il ne s'agit pas de quelques casseurs ou d'un groupuscule, ni de dizaines de casseurs. Ce sont des centaines de casseurs que nous avons vus à l'œuvre à Bruxelles. Et pourtant, seuls une dizaine d'entre eux ont été interpellés et arrêtés administrativement. Un a été arrêté judiciairement.

 

Face à cela, pardonnez-moi, c'est toujours la même rengaine. Les responsables politiques nous disent, et clament haut et fort, qu'ils entendent condamner de la façon la plus ferme. Mais je me demande aujourd'hui ce que cela veut encore dire, "condamner de la façon la plus ferme".

 

Madame la ministre, monsieur le ministre, mes questions sont très simples: quel est actuellement l'état des arrestations et quelles suites y seront-elles données?

 

12.03  Franky Demon (cd&v): Mijnheer de minister, mevrouw de minister, voetbal is een feest. Voor sommigen is tous ensemble echter blijkbaar een oproep om samen zoveel mogelijk op stelten te zetten. Winkelruiten sneuvelen, auto's worden in brand gestoken en journalisten worden aangevallen. Wat zondag in Brussel gebeurde, is walgelijk. Hoe frustrerend is het voor een slachtoffer als hij de dag erna in de krant leest dat er slechts tien mensen werden opgepakt en dat ze ook allemaal al opnieuw vrijgelaten zijn, terwijl hij zelf de schade van al het amok nog aan het opruimen is?

 

De korpschef van Brussel-Hoofdstad was heel duidelijk: het zijn vaak dezelfde jongeren die worden opgepakt, namelijk jongeren die totaal ontspoord zijn. Justitie slaagt er mijns inziens niet in om deze jongeren mee op het juiste pad te krijgen.

 

Voor stadscriminaliteit kan er echter snelrecht worden toegepast. De omzendbrief kwam er al in 2010, maar vandaag stellen we nog steeds vast dat justitie niet het juiste antwoord kan geven op wat de maatschappij van haar verwacht. Parketten en rechtbanken moeten onmiddellijk beschikbaar zijn om snelrecht toe te passen.

 

Justitie kan het echter niet alleen. Er ligt ook een enorme verantwoordelijkheid bij de 19 burgemeesters in Brussel. Ik zie wel geen enkele van hen die de daadkracht heeft om het probleem aan te pakken. Minister-president Vervoort heb ik evenmin gehoord. Ondertussen loopt de situatie in sommige wijken volledig uit de hand. Wie is er nu eigenlijk de baas in Brussel? Ik houd mijn hart vast. Momenteel is Marokko aan het winnen met 2-0. Wat zal er gebeuren?

 

Mijnheer de minister, mevrouw de minister, hoelang zal het duren voor dergelijk geweld sneller, straffer en effectiever aangepakt wordt?

 

12.04  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, madame la ministre, le football est une fête. On le voit avec cette Coupe du monde de football. Des peuples dans le monde entier font la fête à l'occasion de cet événement sportif. Malheureusement, dimanche, cette fête a été gâchée par des casseurs qui avaient comme seul objectif de casser, de vandaliser et de commettre de la violence. C'est inacceptable. Ces faits doivent être condamnés avec la plus grande fermeté.

 

Ce qui est aussi condamnable, monsieur le ministre, madame la ministre, ce sont les récupérations politiques qui sont faites de cet événement. On l'a entendu encore aujourd'hui avec l'extrême droite qui stigmatise, généralise et associe toute une partie de nos concitoyens à des casseurs, qui sont punissables. Il faut qu'on m'explique. Quand, lors d'un match de football de notre championnat, des hooligans commettent des violences, demande-t-on à tous les Belges de se justifier, de s'excuser? Associe-t-on tous les Belges à ces violences? Quand il s'agit de l'équipe du Maroc, alors ce sont tous les Marocains qui sont violents! C'est inacceptable!

 

Monsieur le ministre, madame la ministre, la question qu'il faut se poser, c'est celle de savoir si l'on dispose aujourd'hui des moyens nécessaires pour agir en amont sur ce genre d'événement afin d'empêcher que de tels incidents ne se reproduisent. Qu'est-ce qui est fait au niveau de la police locale, au niveau de la coordination avec la police fédérale pour empêcher de tels incidents et permettre à toutes les populations, peu importe les équipes qu'elles supportent, de réagir dans la sérénité et dans le calme, sans aucune violence?

 

12.05  Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, afgelopen zondag waren we getuige van rellen in onze hoofdstad, maar ook in Antwerpen, naar aanleiding van de voetbalmatch België-Marokko. De collega's hebben de gebeurtenissen al ruim geschetst. Politiemensen werden aangevallen, handelszaken werden vernield en auto's werden in brand gestoken. Volgens informatie van de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene ging het niet over enkelingen, maar over grote groepen jongeren, veelal van Marokkaanse afkomst. Dergelijk gedrag en dergelijke wandaden zijn ontoelaatbaar. Maar collega's, geweld kunnen we niet alleen oplossen met repressie, dat moet ook gebeuren via preventie. Denk maar aan de vele straathoekwerkers in de steden en gemeenten. Dat heeft echter ook zijn grenzen. Op een bepaald moment moeten we harder ingrijpen en een lijn trekken. Tot hier en niet verder.

 

Mevrouw de minister, mijnheer de minister, de korpschef van Brussel zei vandaag in de krant dat de politie voorbereid was, evenwel in een defensieve modus. Tijdens de rellen werden er arrestaties uitgevoerd, waarvan een tiental bestuurlijke aanhoudingen en één gerechtelijke aanhouding. Volgens de korpschef kunnen er nog arrestaties volgen op basis van camerabeelden. Omdat de rellen jammer genoeg te verwachten waren en de politie voorbereid was, heb ik de volgende vragen.

 

Welke preventieve maatregelen werden er genomen op stedelijk niveau, op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op politioneel niveau? Werd er een risicoanalyse gemaakt in Brussel en in Antwerpen? Welke bijkomende maatregelen kunnen er worden genomen om dit te vermijden? Hebben de burgemeesters van Antwerpen en Brussel vandaag meer mensen op het terrein? De Marokkaanse nationale voetbalploeg speelt op dit moment immers een WK-match. Wat kan de politie nog meer doen om meer gerechtelijke aanhoudingen op het terrein te doen zodat justitie ook efficiënt en snel kan optreden?

 

12.06  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, voetbal is een feest, maar waar is dat feestje? Er is corruptie bij de FIFA, arbeiders worden uitgebuit en voetballers worden geïntimideerd omdat zij willen opkomen voor de mensenrechten. Het is daar in Qatar duidelijk geen gezellig feestje.

 

Zondag hebben de rellen na de wedstrijd België-Marokko ook hier een flinke domper op de feestvreugde gezet. Wij hebben beelden gezien van geweld, vandalisme en totaal buitensporig gedrag. Opnieuw moesten onze ordediensten en onze politieagenten het gelag betalen. Wij moeten ons daar inderdaad fors over uitspreken. Dergelijk gedrag kan niet door de beugel. Een gepaste reactie is nodig. Crimineel gedrag moet worden gesanctioneerd.

 

Collega's, de politieke wereld mag en moet zich daarover uitspreken. Velen hebben dat ook gedaan en de rellen veroordeeld. Sommige politici waren er echter ook als de kippen bij om daar politieke munt uit te slaan. Ik heb reacties gezien op de sociale media waarbij de gebeurtenissen aangegrepen werden om maar meteen een hele bevolkingsgroep door de mangel te halen. Het ging over 'wijken opkuisen', 'deporteren' en 'Marokkanenprobleem'. Collega's, dat soort taalgebruik is onze democratie onwaardig. Het kwetst mensen en zet bevolkingsgroepen tegen elkaar op. Het brengt ons ook geen stap dichter bij een oplossing.

 

Mevrouw de minister, mijnheer de minister, wat is volgens jullie het gepaste antwoord in daden en in woorden op wat er zondag is gebeurd?

 

12.07  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, vorige week kenden we de uitslag van de match België-Marokko hier nog niet, maar iedereen kende wel de uitkomst voor onze hoofdstad. Brussel stond weer in brand. Weer moesten auto's, metrostations, steps, verkeersborden en zelfs journalisten eraan geloven. De straten bleven smeulend achter. De vraag die iedereen zich stelde, was niet of er rellen zouden komen, maar wel hoe erg die zouden zijn.

 

Wat is er fout gelopen? Er werd een risicoanalyse gemaakt, er werd gewerkt onder eenheid van commando en er was federale bijstand. De waterkanonnen stonden klaar om dit te vermijden. Hoe is het mogelijk dat - volgens u - enkelingen van honderden relschoppers zoveel schade hebben kunnen aanrichten? De dag erna verkondigde u samen met de minister van Justitie en de eerste minister aan de onderhandelingstafel met de politievakbonden opnieuw met grote woorden dat de zaken aangepakt zullen worden.

 

U spreekt altijd van een concreet actieplan. Tot vandaag hebben wij daar jammer genoeg weinig van gemerkt. Het is de rode draad geworden in uw beleid, veel woorden maar weinig daden. Moet er altijd iets gebeuren voordat er ingegrepen wordt? Laat dit nog maar eens een wake-upcall zijn. Op dit moment spelen België en Marokko en Marokko staat 2-0 voor. Laat in godsnaam niets aan het toeval over. Speel ditmaal kort op de bal.

 

Mevrouw de minister, ik heb slechts één vraag voor u. (…)

 

12.08 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, geachte Kamerleden, uiteraard ben ik net als u verontwaardigd over wat er zich zondag heeft afgespeeld. Voor het gedrag van die relschoppers is maar één woord op zijn plaats: crapuleus. C'est crapuleux.

 

Ik wil ook even duidelijk stellen dat er geen straffeloosheid zal zijn ten aanzien van die criminele mensen. Ik heb het engagement van het parket van Brussel. Afgelopen zondag arresteerde de politie in Brussel en in Antwerpen in totaal negentien personen. Achttien personen werden administratief gearresteerd en één persoon gerechtelijk.

 

Justitie is bevoegd voor de persoon die gerechtelijk is gearresteerd. Het gaat om een minderjarige, die ter beschikking werd gesteld van het jeugdparket. De achttien andere personen werden bestuurlijk gearresteerd en, conform de wet het voorschrijft - we zijn hier niet in China of Rusland -, worden ze maximaal 12 uur vastgehouden opdat de politie de openbare orde kan vrijwaren.

 

Betekent dat dat alle relschoppers vrijuit zullen gaan? Uiteraard niet.

 

Il s'agit d'analyser les images des caméras de surveillance de ces personnes masquées, autrement dit de visionner des centaines d'heures d'images afin de pouvoir les identifier. Ce travail est pleinement en cours et, comme l'a dit le chef de corps de la police de Bruxelles aujourd'hui, les arrestations vont suivre. Une fois qu'elles auront eu lieu, la Justice interviendra avec fermeté.

 

Ook voor vandaag hebben justitie en politie de nodige afspraken gemaakt. Ze zitten samen in één commandocentrum. Collega Verlinden zal dat zo dadelijk toelichten.

 

Ik wil terugkomen op de rellen van vorig jaar, want het is inderdaad, zoals de heer Pivin heeft gezegd, niet de eerste keer. Ik vernoem 2017 en 2018. Vorig jaar werd een politiekantoor in Schaarbeek in brand gestoken. Dat is niet in de pers gekomen, maar het is wel de realiteit. In de weken nadien, na intensief onderzoek, zijn maar liefst achttien personen gearresteerd en vervolgd voor hun betrokkenheid, elf meerderjarigen en zeven minderjarigen. Dat heeft justitie toen gedaan.

 

Toutefois, chers collègues, nous ne pouvons et ne devons pas nous résigner face à cette spirale de la violence.

 

Inderdaad; zoals de heer Pivin heeft gezegd, keer op keer is dat het geval in Brussel. Het is inderdaad een fundamenteel probleem. Ik geef dat toe. Wat moeten wij daaruit leren? Er zijn in ons land ook steden waar er wel feestgevierd is zonder rellen.

 

Wat moet er gebeuren? Ten eerste moet men veel korter op het tuig zitten. Ten tweede moet men lijsten van probleemjongeren aanleggen om ze bij het nekvel te grijpen en in te grijpen telkens zij over de schreef gaan. Ten derde moeten de ouders voor hun verantwoordelijkheid gesteld worden. Het is misschien geen federale bevoegdheid, maar waarom zou men hun kinderbijslag niet verlagen of schrappen? Zou dat geen oplossing zijn? (Applaus)

 

Collega's, de relschoppers straffen voor hun daden? Ja. Een hele gemeenschap viseren? Neen. Immers, die gemeenschap is net zo verontwaardigd als wij allemaal zijn.

 

Dus ja, wij moeten de dingen zeggen zoals ze zijn. Wij moeten niets verzwijgen, maar wij moeten ook juist ageren, en de dingen juist benoemen.

 

Collega's, er is veel werk te doen, ook bij justitie; ik geef dat toe. Justitie kan beter. Wij doen dat ook. Wij voeren sinds 1 september stap voor stap ook korte gevangenisstraffen uit. Voor het eerst in 50 jaar doen wij dat.

 

Et nous avons investi, monsieur Pivin, dans le recrutement de magistrats supplémentaires, de sorte qu'aujourd'hui, nous disposons de chambres de procédure accélérée dans presque tous les arrondissements.

 

Het moet echter beter, inderdaad. Daarom leggen we de laatste hand aan een wet om, net zoals in Nederland, relschoppers zeer snel te kunnen vervolgen en bestraffen. Er komt een supersnelrecht in ons land, zodat een verdachte binnen de werkweek voor de rechter komt. Die wet is voorbereiding. De tekst en die memorie zijn geschreven. Binnen enkele weken discussiëren we daarover in de regering.

 

Geachte leden, vandaag staan onze politiemensen in de frontlinie, maar we moeten allemaal een front vormen. We moeten schouder aan schouder staan met de politie, justitie, ouders, scholen en burgemeesters, zodat we die spiraal van voortdurend geweld kunnen doorbreken en zodat we onze straten en onze wijken opnieuw veilig kunnen maken.

 

12.09 Minister Annelies Verlinden: Geachte leden, ook ik deel uw verbolgenheid over wat er zondag in Brussel, Antwerpen en Luik is gebeurd.

 

Als u vraagt waar de politie was en hoe de politie zich heeft voorbereid, dan zeg ik u met heel veel overtuiging en vertrouwen: zij waren op het terrein. Dat heb ik zondag minuut na minuut opgevolgd. De politie was voorbereid en heeft vermeden dat rellen zich zouden uitbreiden naar andere zones in Brussel of naar festiviteiten zoals Winterpret en dat nog meer mensen zich bij de groep zouden aansluiten. Ik wil onze politiemensen daarvoor bedanken.

 

Mag ik ook een stukje van mijn verontwaardiging met u delen? U staat allemaal op de barricaden als het gaat over het statuut van onze politiemensen en het respect dat onze politiemensen vragen, maar als er een incident zoals zondag gebeurt, dan is het eerste die u op het appel roept de minister van de politie. Laat ons toch verder kijken dan dat. Het probleem is bijzonder complex. Het is zeker niet een probleem van het politiegebeuren.

 

De aanpak was gebaseerd op een risicoanalyse. Uiteraard wordt er een risicoanalyse uitgevoerd. Er is een centrale commandopost opgericht. Van daaruit werden alle troepen aangestuurd, zowel de federale als de lokale politie, maar ook de andere partners, de brandweer, de mensen verantwoordelijk voor het openbaar vervoer, de beheerders van de tunnels in Brussel, het Rode Kruis, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Iedereen zit daar samen om die eenheid van commando waar te maken. Alle mogelijke middelen zijn ingezet. Er was ook een helikopter van de federale politie en drones om een en ander in beeld te brengen en de zaken binnen de perken te houden.

 

Het is precies dankzij die eenheid van commando, aangestuurd door de Brusselse politie, en dankzij de solidariteit tussen alle veiligheidsdiensten, dat een einde aan de rellen kon worden gemaakt. De politie heeft alles op alles gezet om die amokmakers, waar mogelijk, op te pakken.

 

Zij doen dat en zij handhaven de orde met hun eigen operationele aanpak. Zij doen dat op de meest gepaste manier. Als men te snel optreedt, kan de indruk worden gewekt dat er wordt geprovoceerd en zal er alleen maar een escalatie zijn van geweld. Zij passen de juiste technieken toe. Ik heb heel veel vertrouwen in de mensen daar op het terrein, zowel de gold commander als de andere mensen op die commandopost, om het juiste te doen.

 

Het is niet gemakkelijk om die mensen te identificeren. U hebt misschien zelf al eens gekeken. Die jongeren zijn voorbereid, dragen hoodies, dragen kappen, dragen mutsen. Het is niet gemakkelijk om die eruit te halen. Als men die eruit moet halen in het heetst van de strijd, riskeert men zijn eigen leven. Deze afweging maakt de politie op het terrein: de dingen binnen de perken houden en de veiligheid van de politie. Ik neem aan dat u ook de veiligheid van de politie op de eerste plaats zet. Daar is het ons om te doen en dat is ook het respect dat wij aan hen verschuldigd zijn.

 

Het gaat hier inderdaad, zoals ik al eerder heb gezegd, om een bende relschoppers, een bende onverlaten die in geen enkele cultuur thuishoren. Zoals criminoloog Bouabid heeft gezegd, is dit geen specifiek Marokkaans probleem. Er zijn in ons land ongeveer 500.000 mensen met Marokkaanse roots. We kunnen inderdaad niet die hele gemeenschap over dezelfde kam scheren. U zult maar eens die persoon zijn met goede intenties die er een grote festiviteit van heeft gemaakt zondag en die zich moet aangesproken voelen door discriminatoir taalgebruik. Dat is niet de samenleving waarvoor ik wil staan. Nee, we mogen ons niet laten ophitsen, we mogen niet een hele gemeenschap aan de kant zetten. Dit is een bende onverlaten die zich buiten onze samenleving zet door hun gedrag, niet door hun afkomst.

 

Après les émeutes de dimanche, j'ai eu un débriefing avec le bourgmestre et le chef de corps de la police de Bruxelles-Capitale-Ixelles, qui avait été désigné comme ground commander. Ces derniers jours, je me suis également concertée avec le bourgmestre et les responsables de la police pour les matches de ce jour. Je viens de me rendre au poste de commandement à Bruxelles en présence du bourgmestre, de la haute fonctionnaire et du ministre-président Vervoort. J'ai pu constater que les services sont présents pour anticiper en cas d'émeute.

 

Puis-je garantir à 100 % qu'il n'y aura pas d'émeute aujourd'hui? Non! Mais je peux vous assurer que tout est mis en œuvre par les services pour éviter que des incidents aient lieu. La police assurera une présence visible sur le terrain et agira fermement si la situation est sur le point de dégénérer.

 

Je tiens toutefois à souligner que leur propre sécurité passe toujours au premier plan.

 

U kunt zich immers wellicht voorstellen hoe frustrerend het voor de politie moet zijn om altijd in de eerste linie te moeten staan. Toch zal ze dat vandaag ook doen en zal ze zorgen voor de veiligheid van de Brusselaars. Wat mij betreft, is ook een snelle bestraffing nodig.

 

Wij kunnen echter niet op elke straathoek een politieagent of sproeiwagens zetten. Dat is symptoombestrijding. Wij hebben een totaalaanpak nodig, want het gaat over jongeren die lak hebben aan onze maatschappij en aan gezag. Daarom moeten de beleidsverantwoordelijken samenzitten, over bevoegdheidsdomeinen en beleidsniveaus heen, om daar een prioriteit van te maken. Ik doe dus inderdaad een oproep aan mijn collega's van Samenleven en van Grootstedelijk Beleid en aan de minister-president, want als wij dit probleem bij de wortel willen aanpakken, kan niemand aan de zijlijn blijven staan. Er gebeuren overigens veel mooie dingen. Denk maar aan de jeugdwerkorganisaties die zondag een feest van de voetbalmatchen hebben gemaakt voor iedereen.

 

Het is een complex probleem – dat weten wij allang – maar ik weiger de hoop op te geven. Ik zal niet nalaten om verder mijn verantwoordelijkheid te nemen en ik roep mijn collega's op om hetzelfde te doen.

 

12.10  Tom Van Grieken (VB): Collega's, als de match België-Marokko twee zaken heeft bewezen, dan zijn het deze. Ten eerste, de Rode Duivels zijn te oud en te traag en, ten tweede, de integratie van de Marokkaanse gemeenschap is na 50 jaar compleet mislukt. Let op, ik zeg niet dat iedere Marokkaan een relschopper is, maar ik stel wel vast dat zondag iedere relschopper een Marokkaan was. Daarom moet men het probleem bij naam benoemen. Ja, er is in dit land een Marokkanenprobleem. De Marokkaanse gemeenschap is oververtegenwoordigd bij de WK-rellen, bij oudejaarsrellen, in de drugsoorlog en als het gaat over vertrekkende IS-strijders. Sommige leden hebben de vergelijking met hooligans gemaakt. Wel, hooligans krijgen een stadionverbod, buitenlandse relschoppers verdienen een landverbod.

 

12.11  Philippe Pivin (MR): Madame la ministre, monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réactions.

 

Cet après-midi, il est question d'un dispositif hors norme, c'est très bien mais il est ahurissant de devoir passer par là dans un contexte spécifiquement sportif. Ne nous étonnons pas de voir l'exode bruxellois se poursuivre dans ces conditions!

 

En 2017, lors du match que j'évoquais tout à l'heure, il y eut 23 blessés, dont 22 policiers. Il me revient qu'il n'y eut que 10 arrestations avec à la clé, pour moitié, des travaux d'intérêt général et l'acquittement pour celui qui, sur les réseaux sociaux, appelait "à tout cramer à Lemonnier". Cela ne peut pas continuer ainsi!

 

Monsieur le ministre de la Justice, j'ai beaucoup apprécié vos propos. On doit agir autrement, plus durement, plus sèchement parce que les policiers en souffrent, une ville entière en souffre, ses commerçants et sa population.

 

12.12  Franky Demon (cd&v): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, ik hoor u oproepen tot een totaalaanpak. Het is die totaalaanpak waarmee wij er zullen komen. Wij moeten er immers op alle niveaus werk van maken, om dat crapuul – vergeef mij mijn woordkeuze – aan te pakken. Wij moeten echter ook hier in het Parlement ons werk doen. Wij hebben de omzendbrief van 2010, die duidelijk is over het snelrecht.

 

Mijnheer de minister, ik ben blij. Of het nu om supersnelrecht gaat dan wel of u naar de kinderbijslag kijkt, ik heb maar één vraag. Zorg er alstublieft voor dat, wanneer de daders worden opgepakt, wij ze onmiddellijk kunnen berechten en dat zij niet worden vrijgelaten, terwijl de slachtoffers bijvoorbeeld nog steeds hun vitrines aan het opruimen zijn. Op dat moment hebben wij echt een stap vooruitgezet.

 

12.13  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la ministre, vous avez rappelé qu'il ne fallait pas généraliser, qu'il ne fallait pas faire d'amalgame. Il était important de rappeler cela et je vous en remercie.

 

Monsieur le ministre, je m'attendais à ce que vous fassiez de même et que vous dénonciez toute généralisation et tout amalgame. Mais au lieu de cela, vous vous êtes attaqué aux parents, etc., ce qui vous a d'ailleurs valu les applaudissements de l'extrême droite.

 

Savez-vous ce qui s'est passé dans le quartier, après les émeutes? Les mamans et les papas belgo-marocains sont allés nettoyer. Ce sont des commerces de Belgo-Marocains qui ont été vandalisés! Vous vous trompez de cible, monsieur le ministre!

 

Monsieur le ministre, le football doit être rassembleur, comme il l'a toujours été. Aujourd'hui, il a été instrumentalisé pour diviser. C'est contre cette division que nous devons nous battre, en trouvant les moyens de garder la sérénité et non de l'alimenter (…)

 

12.14  Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, relschoppers, wie zij ook mogen zijn, welk excuus of welke reden ze ook inroepen, die moeten gewoon opgepakt en gestraft worden. Ze moeten de gevolgen van hun daden dragen. De minister van Justitie heeft net aangetoond dat dit in een recent verleden al gebeurd is. Hij zei ook zeer terecht dat de ouders geresponsabiliseerd moeten worden. Ook zij moeten hun deel doen.

 

Politie en justitie hebben de middelen in handen om samen op het terrein het verschil te maken. Ik ben blij te horen dat ze momenteel samenzitten in een commandocentrum om de zaken in het oog te houden en ze niet te laten escaleren. We hopen echt dat dit criminele gedrag vandaag nergens te zien zal zijn, niet in Brussel, niet in Antwerpen, nergens.

 

12.15  Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, ik heb ook mensen gesproken die 's avonds niet meer durfden buitenkomen. Het is echt ontoelaatbaar dat een kleine groep een stad zo op stelten kan zetten.

 

Mijnheer de minister, ik hoorde u zeggen dat er straffen zullen volgen. Mevrouw de minister, u nam het terecht op voor uw politieagenten. Ik ben het met jullie eens, dit waren geen supporters, maar vandalen die het voetbalplezier voor velen hebben verpest. Dit gaat over gedrag, niet over afkomst.

 

Telkens opnieuw zijn maatschappelijke problemen voor het Vlaams Belang de aanleiding om een hele bevolkingsgroep te viseren. Mijn fractie, Ecolo-Groen, zal zich altijd blijven uitspreken tegen dergelijke haatdragende taal.

 

12.16  Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, wij weten natuurlijk allemaal wat jullie hebben aangekondigd, maar ik verwacht eigenlijk concrete acties. Ondertussen kunnen we enkel vaststellen dat de opgepakte relschoppers binnen het uur opnieuw op vrije voeten waren. Wat een slecht signaal! Het was alweer een kaakslag voor de politieagenten die zich zondag opnieuw in de strijd moesten gooien.

 

Wij hebben een wetgevend initiatief over snelrecht, zodat er binnen de zeven dagen gereageerd kan worden. Als jullie echt menen wat jullie zeggen, dan moeten jullie ons wetsvoorstel steunen. Dat kan niet anders. Stop in godsnaam de straffeloosheid. We weten immers allemaal dat het niet de laatste keer zal zijn dat Brussel onder vuur ligt.

 

Geef een duidelijk signaal. Ik houd mijn hart vast, want oudjaar komt eraan en ik vrees dat ik hier dan opnieuw zal staan met mijn nieuwjaarsbrief.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Merci à vous, monsieur le ministre et madame la ministre.

 

13 Demande d'avis du Conseil d'État

13 Verzoek om advies van de Raad van State

 

13.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit (nr. 2793) werd vorige week van de agenda gehaald. Dat is niet vreemd. Wel is het vreemd dat het vandaag opnieuw aan de orde staat, want er is intussen niets aan gewijzigd. Vorige week heb ik verwezen naar de ronduit vernietigende juridische nota van de diensten voor het wetsontwerp en om die reden gevraagd dat het van de agenda zou worden verwijderd. U bent daarop ingegaan, waarvoor mijn dank. Het is toen terecht van de agenda gehaald.

 

Wie schetst onze verbazing toen we het vandaag opnieuw ongewijzigd op de agenda zagen staan. De nota is nochtans even vernietigend als vorige week, aangezien er niets met het ontwerp is gebeurd.

 

Het verbaast ons dat dat slordige werkstuk, niettegenstaande alle tegenargumenten, opnieuw op de agenda wordt geplaatst. In de geest van vorige week wil ik vragen dat het van de agenda wordt gehaald en ik wil de reactie van de staatssecretaris, die gelukkig aanwezig is, kennen. Waarom ging hij vorige week akkoord om het stuk van de agenda te halen en om het vandaag, zonder dat er iets aan gewijzigd is, opnieuw op de agenda te plaatsen? Dat is niet ernstig. Ofwel was de tekst vorige week rijp om te bespreken en dan weet ik niet waarom hij van de agenda werd gehaald, ofwel was hij dat niet en dan is hij dat vandaag evenmin.

 

Wanneer de staatssecretaris koppig blijft volhouden dat we dat slordige, technisch-juridisch gesproken onwaardige stuk, hier vandaag moeten bespreken, dan moet de Kamer zich daarover op een andere manier uitspreken dan gewoon te beslissen om het te behandelen. Ik wil van de staatssecretaris vernemen waarom hij het ontwerp vorige week van de agenda liet halen, maar het vandaag opnieuw, ongewijzigd, wil laten behandelen.

 

13.02  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je rejoins tout à fait la demande de mon collègue De Roover. La raison principale est que le document qui a été retiré reste inchangé aujourd'hui. Je ne comprends donc pas la logique: pourquoi l'a-t-on retiré la semaine passée et pourquoi aujourd'hui peut-on le traiter, alors qu'il est dans le même état que la semaine dernière?

 

La note juridique qui demande le report a été assez sévère concernant ce projet et, parmi les éléments invoqués, il est dit que la nomination des directeurs de l'APD - une démarche appartenant à la Chambre et pour laquelle les tests linguistiques auront lieu au mois de février -, doit être finalisée avant l'entrée en vigueur de la loi. Pourquoi? Parce que si la loi entre en vigueur, cette nomination est sabotée puisqu'un des deux postes pour lesquels des candidats se sont présentés sera supprimé par la nouvelle loi. C'est une absurdité totale. Et la note juridique le démontre. M. le secrétaire d'État répond à cette note juridique en disant qu'il n'y aura pas de problème et que la nomination aura lieu avant l'entrée en vigueur.

 

Mais depuis quand le secrétaire d'État s'occupe-t-il des affaires parlementaires? Je pense que le Parlement est souverain et qu'il existe l'indépendance des pouvoirs. Le secrétaire d'État n'a pas à interférer dans les travaux parlementaires et il n'a pas à penser que le Parlement aura fini à telle ou telle date.

 

Je ne comprends pas la logique qui sous-tend le fait de remettre ce point à l'ordre du jour aujourd'hui et je pense qu'il serait très sage de le retirer. Il faut que ce projet de loi revienne en commission, que les travaux soient sérieux, que la note juridique soit réellement prise au sérieux et qu'on puisse avoir un projet de loi qui réponde aux attentes de l'APD et non un projet de loi qui sera attaquable à tout moment parce qu'il bafoue toutes les procédures nécessaires pour qu'il soit pertinent. Je vous remercie.

 

13.03  Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, mes deux collègues ont évidemment bien résumé la situation. Ce n'est pourtant pas faute de l'avoir dit, puisque nous avons eu plusieurs lectures de ce projet, au cours desquelles ces mêmes questions ont été posées au secrétaire d'État, mais sans qu'elles aient obtenu beaucoup de réponses.

 

Une note ici présente est censée répondre à une note juridique, mais elle soulève en réalité plus de questions qu'elle n'apporte de réponses. Il est impératif que nous puissions retourner en commission la semaine prochaine ou, en tout cas, lorsque l'agenda le permettra, pour recevoir enfin - nous l'espérons - des réponses à des questions essentielles à propos d'un dossier qui a connu plusieurs secousses par le passé. Nous ne tenons pas à nous rendre complices de quelque chose qui n'est ni transparent ni totalement légal - ce qui semble être le cas pour l'instant. Nous ne voulons pas nous prendre les pieds dans le tapis ou, du moins, nous rendre complices de quelque chose qui ne se conforme pas aux règles.

 

13.04  Mathieu Michel, secrétaire d'État: Madame la présidente, chers collègues, merci beaucoup pour ces commentaires.

 

La raison du report, et non du retrait, du point - je tiens à le préciser - était tout simplement liée au fait que nous avions reçu, deux heures avant la séance, cette note qui avait été demandée en urgence par la Conférence des présidents. Un travail sérieux consistait tout simplement à lire et examiner l'ensemble des points qui étaient repris dans ce document et qui concernaient une procédure de remplacement en cours. Il nous semblait primordial de vérifier point par point si les articles concernés en matière de dispositions transitoires permettaient d'obtenir une lisibilité de ce texte. Notre analyse, qui vous a été envoyée et que je peux vous répéter, confirme que les dispositions transitoires permettent l'interprétation de ce texte.

 

Après un travail très sérieux, puisque le texte a été examiné trois fois en commission - vous pouvez rire, monsieur Loones -, nous avons systématiquement répondu aux commentaires et aux questions. Ce texte est un bon texte. Pour le reste, j'entends qu'une multitude de réflexions sont émises à son sujet. Je peux évidemment les entendre et y répondre, comme je l'ai déjà fait à de multiples reprises en commission. Néanmoins, je vous demanderai de maintenir ce texte à l'agenda et de passer au débat.

 

13.05  Christoph D'Haese (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik wik en weeg mijn woorden. Ik had van u toch enige sérieux verwacht. Soms vraag ik me af in wat voor spel u meespeelt. Het heeft iets weg van Fawlty Towers, maar het lijkt meer op een faulty law. In de aanloop naar het momentum vandaag zijn er een eerste, tweede en derde lezing geweest. Er is een eerste wetgevingstechnische nota geweest met 56 opmerkingen. Niemand van de meerderheid nam het woord in de commissie. Ik heb daar een uiteenzetting van ongeveer een half uur gehouden om u te wijzen op tal van lacunes. Vervolgens kwam het wetsontwerp op de agenda van de Conferentie van voorzitters, waarin men wees op anomalieën, die er zeer duidelijk over de partijpolitieke grenzen heen zijn. Het is geen slechte wetgeving, maar barslechte wetgeving, die nergens de kwaliteitstoets zal doorstaan. Indien die ooit in de praktijk wordt omgezet, dan is wat daaruit voortvloeit, beschamend. Het is dus slecht wetgevend werk.

 

Daarna werd er nog een keer aan de noodrem getrokken door een tweede wetgevingstechnische nota. Op dat vlak waren de diensten van de Kamer nog redelijk beleefd ten opzichte van u. Ze zeiden immers dat u nogal beschaamd zou moeten zijn over het geleverde werk, aangezien u de tekst niet hebt aangepast op basis van de vorige opmerkingen. We hebben zelfs drie amendementen geschreven voor de meerderheid, die we vorige week hebben ingediend. U hebt zelfs niet de moeite genomen er even naar te kijken! En dan denkt u dat we dat hier zomaar zullen goedkeuren! Ik vraag een advies van de Raad van State. Ik vind de manier waarop u wetgeving probeert te maken in de Kamer, niet ernstig. Het is een blamage voor de democratie!

 

13.06  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, j'ai une question de forme.

 

Monsieur le secrétaire d'État, vous dites que, la dernière fois, vous avez reporté le projet parce que vous aviez reçu la note deux heures avant et qu'il fallait bien l'analyser. Votre note, nous l'avons reçue ce matin. Nous aimerions bien l'analyser également. Cela serait donc aussi une raison de reporter le projet aujourd'hui.

 

Monsieur le secrétaire d'État, vous n'avez pas pris en considération les 56 remarques de la première note. Cela vous est rappelé dans la deuxième note. La première note compte cinquante-six remarques et il y a trois pages d'amendements pour modifier le projet. La deuxième note est encore plus sévère car elle dit que vous ne prenez pas en considération les remarques qui ont été faites. Vous nous dites ici que vous faites du travail sérieux. Mais de qui se moque-t-on, monsieur le secrétaire d'État? Ce n'est pas sérieux. Ce qui serait sérieux, c'est que ce projet revienne en commission, qu'on tienne compte des remarques des services juridiques, qu'on adapte le texte en fonction et que vous soyez à l'écoute des critiques.

 

Ce problème de l'Autorité de protection des données, on le traîne depuis plus de deux ans. Et, si on continue sur cette lancée vu la manière dont vous voulez imposer aujourd'hui le débat sur le projet de loi, on va réitérer toute la cacophonie qu'il y a eu depuis deux ans car cela ne va rien régler.

 

Monsieur le secrétaire d'État, si vous voulez vraiment que cela soit sérieux, faisons alors le travail sérieusement! Revenons travailler sur ce projet de loi! Dans l'état, il est inacceptable. Quand vous dites avoir répondu point par point aux remarques des services juridiques, je me demande si nos services juridiques font du mauvais boulot. Je pense que, jusqu'à aujourd'hui, ils ont prouvé le contraire. C'est donc aussi un peu un manque de respect pour leur travail que de dire que leurs remarques ne tiennent pas parce qu'on a la réponse à cela. Cela ne marche pas comme ça, monsieur le secrétaire d'État. Il faut être sérieux et revenir à la raison. Ce serait une grosse erreur du Parlement de traiter ce projet aujourd'hui. Il n'est pas en état. J'appelle l'ensemble des députés à refuser un tel texte aujourd'hui. Il faut sortir des carcans de la majorité-opposition presse-boutons. Il faut réfléchir et agir en conscience. On ne peut pas voter ce texte aujourd'hui! C'est incroyable qu'il soit mis à l'ordre du jour! Un peu de sérieux et un peu de raison, s'il vous plaît!

 

La présidente: Y a-t-il d'autres expressions? Dans l'état, je vous avoue que je suis assez sensible aux arguments qui ont été avancés.

 

13.07  Mathieu Michel, secrétaire d'État: Madame la présidente, nous pouvons effectivement entamer les débats sur l'ensemble, et je répondrai sur l'ensemble des points, mais ici on est en train de parler de l'agenda. En l'occurrence, on évoque les 56 remarques techniques qui ont été formulées. Ces 56 remarques ont toutes été suivies, et 7 d'entre elles ont effectivement été contre-argumentées.

 

Nous avions donc une première note juridique arrivée en commission. Certes, tout le monde n'était pas présent lorsque l'explication a été donnée; monsieur Boukili, vous êtes arrivé un peu en retard. Vous retrouverez néanmoins dans le compte rendu de la commission l'ensemble des réponses qui ont été apportées à cette note juridique.

 

Une deuxième note juridique a été présentée la semaine dernière concernant uniquement les dispositions transitoires, et pour laquelle nous avons apporté les réponses. Voilà de quoi on parle. Madame la présidente, j'entends que certains sont plus sensibles aux expressions émises aujourd'hui, mais voilà la réalité des faits. Le texte a fait l'objet de nombreuses discussions, et j'ai entendu avec beaucoup d'intérêt et d'attention l'ensemble des commentaires qui ont été faits.

 

Certes, c'est un texte qui déchaîne énormément de passions. Mais c'est aussi un texte qui, vous le savez, entraîne certaines réflexions au Parlement, au gouvernement. Ici, effectivement, nous arrivons avec un texte qui est aussi parfait qu'il peut l'être. Est-il totalement parfait? Je ne le dirai pas forcément, mais aujourd'hui, ce texte est prêt à être voté, et c'est ce que je vous demande de faire.

 

13.08  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, premièrement, quand le secrétaire d'État nous dit que la note juridique a été respectée, il contredit l'évaluation des services juridiques eux-mêmes sur le fait de savoir si leurs remarques ont été suivies ou pas. En effet, les services juridiques disent le contraire.

 

Deuxièmement, monsieur le secrétaire d'État, vous dites que ce projet a été discuté à trois reprises en commission. J'étais présent durant les discussions. En première lecture, il n'y a pratiquement pas eu de discussion. Il y a eu une intervention du groupe N-VA et tous les autres groupes dont ceux de la majorité se sont tus dans toutes les langues. Je siégeais dans une autre commission. Quand je suis arrivé avec dix minutes de retard, les discussions étaient terminées. J'ai alors demandé une deuxième lecture au cours de laquelle j'ai apporté mes critiques. Il s'agissait d'une longue liste de critiques car il y a énormément de choses qui ne vont pas dans votre projet. On a exprimé les critiques et présenté des amendements. On a eu les remarques de la note juridique. Rien n'est pris en considération. En tout cas, la grande partie n'est pas prise en considération et vous venez nous dire ici que cela avait été fait sérieusement et de manière conforme. Non, monsieur le secrétaire d'État, les services eux-mêmes disent que cela n'a pas été le cas.

 

À un moment donné, madame la présidente, j'appelle à un retour à la raison pour qu'on puisse mener cette discussion sereinement. Elle ne peut pas l'être aujourd'hui. On doit trouver le moyen d'avoir le débat à un autre moment. Il faut que le projet repasse par la commission. Cette commission peut se dérouler la semaine prochaine pour que le texte soit prêt pour la prochaine plénière. Il n'y a pas de problème pour moi mais il faut que cette discussion ait lieu de manière sereine. Aujourd'hui, il n'est pas possible de garantir cette sérénité ni l'aspect constructif du débat.

 

13.09  Vanessa Matz (Les Engagés): Monsieur le secrétaire d'État, je vous avoue que j'ai du mal à comprendre votre entêtement dans un dossier que vous qualifiez vous-même de si délicat, avec les mains tendues qui s'offrent à vous pour essayer d'améliorer un texte qui est fondamental.

 

Ce dossier déchaîne les passions et le passé nous a quand même un peu échaudés.

 

Je ne comprends pas votre entêtement face à la main tendue des différents groupes de l'opposition qui sont constructifs sur ce dossier pour qu'il réussisse. Je ne comprends pas votre entêtement en refusant de le postposer d'une semaine pour nous laisser le temps d'examiner votre note qui est arrivée ce matin. Il vous faut dix jours pour analyser la note juridique mais nous n'avons que quelques heures!

 

Répondez positivement à cette main tendue! Les choses passeront beaucoup mieux de la sorte et vous ferez baisser le niveau de passion dans ce dossier.

 

13.10  Katleen Bury (VB): Mevrouw de voorzitster, ik kan alleen maar benadrukken wat de vorige sprekers uit de oppositie hebben gezegd. Ik heb mijn nota hier klaar om de bespreking aan te vatten. De staatssecretaris zegt dat er rekening is gehouden met die 56 punten, maar het is niet te begrijpen dat er dan nog 6 bladzijden van de juridische dienst zijn met punten waaraan niet tegemoet is gekomen. Dat zijn fundamentele zaken. De opmerkingen van het Rekenhof zijn heel belangrijk. Op de vragen over de budgettaire impact zijn helemaal geen antwoorden gegeven. Dan zijn er nog de opmerkingen van de OVB. Ik kan zo voortgaan. Ik raad aan om dit wetsontwerp door te zenden naar de Raad van State om dit nog eens grondig te bekijken.

 

13.11  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, je ne souhaite pas en rajouter, mais je soutiens la demande des autres groupes de l'opposition.

 

Je ne reprendrai pas les arguments de Mme Matz et de M. Boukili auxquels je souscris. Mais je voudrais en avancer un autre. Il est ici question de l'Autorité de protection des données. Au regard des moments que nous avons vécus, de la suspicion que ce dossier a pu faire émerger dans une large partie de l'opinion publique, de la fragilité avec laquelle la population voit le traitement de ses données personnelles, je ne vois pas ce qui pourrait empêcher que l'on consacre une semaine de plus pour analyser cette note et avoir un débat serein ainsi qu'une chance de voir ce projet approuvé non seulement par la majorité, mais par un éventail plus large. Je crois vraiment que c'est dans l'intérêt du gouvernement et du secrétaire d'État d'accéder aux demandes qui ont été formulées, en laissant quelques jours supplémentaires pour examiner ce dossier très sensible.

 

13.12  Philippe Goffin (MR): Madame la présidente, on a entendu les uns et les autres. Un élément n'a pas été souligné, ce que je regrette. Mais mes collègues de l'opposition, en particulier M. D'Haese, s'en rappelleront sans doute.

 

Chers collègues, vous avez oublié de dire qu'en commission, le secrétaire d'État a accepté de reporter le vote parce que vous estimiez que vous n'aviez pas eu suffisamment de temps après la réception de la note du service juridique et après le dépôt, par la majorité, d'une série d'amendements. Ce temps vous a été accordé. Vous vous en souviendrez, monsieur D'Haese. Je pense qu'il est ici question d'une quinzaine de jours.

 

Il était intéressant de rappeler cet élément car je ne voudrais pas que certains aient l'impression que M. le secrétaire d'État a voulu passer en force son projet de loi, même en commission.

 

Madame la présidente, l'opposition s'est exprimée, M. le secrétaire d'État également. Si je comprends bien les propos de M. Boukili, celui-ci demande une modification de l'agenda avec un report d'une semaine. M. D'Haese demande, quant à lui, le renvoi des amendements au Conseil d'État, en donnant le temps à ce dernier de s'exprimer et de rendre l'avis qu'il jugera utile. Après cela, le projet reviendra au Parlement. Finalement, le débat se limite à cela, madame la présidente.

 

La présidente: À ce stade, et dès lors qu'il y a une demande d'une partie de l'Assemblée de solliciter l'avis du Conseil d'État sur les amendements déposés, je dois vérifier s'il y a un nombre suffisant de soutiens à cette demande. La parole est à M. Boukili.

 

13.13  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, j'ai également déposé des amendements et je demande aussi leur renvoi au Conseil d'État.

 

La présidente: Juste pour la forme, je vous demande de vous prononcer par assis et levé. Ce sera le plus simple pour vérifier qui soutient la demande de renvoi au Conseil d'État des amendements déposés par la N-VA et le PVDA-PTB au projet de loi n° 2793.

 

Au moins 50 membres appuient la demande d'avis.

Ten minste 50 leden steunen de vraag om advies.

 

En conséquence, la présidente demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98.3 du Règlement.

Bijgevolg zal de voorzitster het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98.3 van het Reglement.

 

Wetsontwerpen en -voorstellen

Projets et propositions de loi

 

14 Projet de loi visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et plus ferme IIbis (2824/1-9)

- Proposition de loi modifiant le Code d'instruction criminelle en ce qui concerne le délai pour suivre l'appel (242/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 18 octobre 2017 relative à la pénétration, à l'occupation ou au séjour illégitimes dans le bien d'autrui (1170/1-4)

- Proposition de loi modifiant diverses dispositions pénales en ce qui concerne la pénétration, l'occupation ou le séjour illégitimes dans le bien d'autrui (1751/1-2)

- Proposition de loi modifiant le Code d'instruction criminelle en vue d'instaurer la possibilité de contrôler toute information de longue de durée (2676/1-2)

- Proposition de loi modifiant le Code d'instruction criminelle, accordant au prévenu ou à la partie civilement responsable un délai supplémentaire de 10 jours pour introduire un appel subséquent, en cas d'appel de la part du ministère public ou de la partie civile et modifiant les règles relatives à la notification aux parties de l'appel (2697/1-2)

14 Wetsontwerp om justitie menselijker, sneller en straffer te maken IIbis (2824/1-9)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering inzake de termijn om een volgappel in te stellen (242/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 18 oktober 2017 betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed (1170/1-4)

- Wetsvoorstel tot wijziging van diverse strafrechtelijke bepalingen betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed (1751/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van strafvordering teneinde de mogelijkheid tot toezicht op een langdurig opsporingsonderzoek in te voeren (2676/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van strafvordering, teneinde de beklaagde of de burgerrechtelijk aansprakelijke partij een bijkomende termijn van tien dagen toe te kennen om een navolgend hoger beroep in te stellen wanneer hoger beroep werd ingesteld door het openbaar ministerie of door de burgerlijke partij, alsook tot wijziging van de regels inzake de kennisgeving van het hoger beroep aan de partijen (2697/1-2)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

- 242: Sophie De Wit, Kristien Van Vaerenbergh, Christoph D'Haese

- 1170: Egbert Lachaert, Servais Verherstraeten, Kristien Van Vaerenbergh, Sophie De Wit, Philippe Pivin, Katja Gabriëls

- 1751: Sophie De Wit, Kristien Van Vaerenbergh, Christoph D'Haese

- 2676: Sophie De Wit, Christoph D'Haese, Koen Metsu, Wim Van der Donckt, Michael Freilich, Kristien Van Vaerenbergh, Yngvild Ingels, Darya Safai

- 2697: Vanessa Matz, Maxime Prévot, Georges Dallemagne.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De rapporteurs, mevrouw Dillen en de heer Aouasti, verwijzen naar het schriftelijke verslag.

 

Voorzitter: Valerie Van Peel, ondervoorzitster.

Président: Valerie Van Peel, vice-présidente.

 

14.01  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, wij bespreken vandaag uw hoogsteigen potpourri II bis. U noemt het anders, maar ik krijg de medeklinkers heel moeilijk op volgorde gezet. Uiteindelijk is het niets anders dan een potpourri. Wij hebben uw wetsontwerp in de commissie goedgekeurd. Ik wil gewoon enkele korte opmerkingen maken.

 

U weet hoe het gegaan is. U had voor de zomer een wetsontwerp. Een aantal zaken is daar alvast uitgehaald en nu in dit ontwerp gestoken. Ik wil vier punten aanhalen.

 

Vooreerst het toezicht op het langdurige opsporingsonderzoek door de KI. Dat is een reparatie, na het arrest van het Grondwettelijk Hof, omdat er tot nu toe enkel bij gerechtelijke onderzoeken die wat langer duren controle was door de KI. Deze wetsaanpassing zorgt er nu voor dat dit ook mogelijk is voor langdurige opsporingsonderzoeken. Wij zijn er erg blij mee dat dit gebeurt. Wij hadden trouwens een wetsvoorstel in dezelfde zin. De oppositie heeft ook soms goede wetteksten en ideeën die uiteindelijk in een meerderheidsontwerp worden gegoten. Ik wil dat toch graag even opmerken.

 

U weet, mijnheer de minister, dat dit geen duurzame oplossing is. Uiteindelijk zitten wij nog altijd met de tweedeling tussen het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek. De flessenhals bij de raadkamer en de KI zal hier niet door opgelost worden, integendeel. De kans bestaat natuurlijk wel dat die wat groter wordt. De hervorming van de strafprocedure is op dit punt echt wel nodig. Het Grondwettelijk Hof heeft ook al geoordeeld dat de verschillen tussen het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek op sommige vlakken eigenlijk niet langer te handhaven zijn, en dat er geen gelijklopende bescherming is van de rechtzoekenden wat dat betreft.

 

In de volgende weken zullen wij een debat voeren over uw beleidsnota. Ik had gehoopt dat er in uw beleidsnota een oplossing zou worden gevonden, maar u gaat dit probleem uit de weg. U sleutelt wel aan de strafprocedure, maar hieraan werkt u niet. Dat is een gemiste kans. Dat wil ik toch even meegeven. Ik meen dat wij dit debat zeker nog een paar keer zullen voeren.

 

In mijn tweede punt behandel ik de zogeheten administratieve toeslag. Momenteel zijn er twee tarieven, 8,84 euro of 25,32 euro, naargelang er al dan niet een minnelijke schikking werd gevraagd. Dat wordt nu allemaal op één lijn gezet, zonder onderscheid komt de administratieve toeslag op 25,32 euro. U noemt dat een administratieve toeslag, maar wij hebben toen al gezegd dat het gewoon een verkapte belasting is. Het is nu dus gewoon een verkapte belastingverhoging. U zet de toeslagen op één lijn, maar had daarbij ook voor het laagste tarief kunnen kiezen. U kiest echter het hoogste. Vindt u dat nog een administratieve toeslag? Zeg toch gewoon wat het is. Dat is geen probleem, boetes mogen verhoogd worden, maar zeg dat dan ook gewoon en vermom dat niet als een administratieve toeslag. Om die reden hebben wij op dat punt tegengestemd in de commissie. Onze fractie zal het geheel van het wetsontwerp wel goedkeuren, maar ik wil toch nog even melden dat wij van dit punt geen voorstander zijn.

 

In mijn derde punt kom ik tot het volgberoep. Dat is een heel technisch aspect. Het gaat om een reparatie na een arrest van het Grondwettelijk Hof. Ook daarover hadden wij zelf een wetsvoorstel ingediend, dus ik ben inderdaad blij dat deze reparatie is opgenomen in uw wetsontwerp.

 

Mijn vierde punt gaat over belangrijke wijzigingen die met het onderhavige wetsontwerp in het Strafwetboek worden doorgevoerd, meer bepaald aangaande de discriminerende drijfveer bij misdrijven. Het Europees kaderbesluit houdt nu al een verplichting in om bij alle misdrijven een verzwarende omstandigheid te voorzien indien de dader handelt uit racistische of xenofobe motieven. In ons huidige Strafwetboek is dat natuurlijk niet voor alle misdrijven voorzien, dus dat moet worden uitgebreid. Tot daar is er geen discussie.

 

U lost de kwestie op door in het huidige Strafwetboek, dat op het einde van het jaar op de schop gaat, een nieuw artikel toe te voegen. Dat artikel bepaalt dat de discriminerende drijfveer bij alle misdrijven een verzwarende factor is, behalve wanneer de wet van de discriminerende drijfveer nu al een verzwarende omstandigheid maakt.

 

Over die verzwarende factoren hebben we uitgebreid gediscussieerd, ook al bij de bespreking van het seksueel strafrecht. Ik vind het, ten eerste, helemaal niet evident om het concept verzwarende factor, dat van toepassing zal zijn in het nieuwe Strafwetboek, nu in een oud Strafwetboek in te werken. Dat hebt u met het seksueel strafrecht gedaan en u doet dat nu opnieuw, maar ik vind dat een voorafname op een momenteel nog onbestaand wetboek. Ik vind dat heel verwarrend. Er bestaan nu termen als verzwarende omstandigheden, verzwarende factoren en verzwarende bestanddelen. Dat zijn allemaal nieuwe concepten naast de bestaande. Ik vind dat verwarrend en daarmee sta ik niet alleen, want ook de Raad van State heeft dat heel duidelijk gezegd. De Raad van State heeft daarover negatief geadviseerd omdat de manier waarop u dat doorvoert, niet evident is.

 

Ik begrijp dat er een kaderbesluit is en vind het uiteraard ook belangrijk dat een discriminerende factor tot strafverzwaring kan leiden, als dat inderdaad speelt. Nu zal er uiteindelijk voor elk misdrijf in strafverzwaring worden voorzien omwille van een discriminerende drijfveer. Nu lijkt het bijna een automatisme te worden, terwijl volgens mij eerst moet worden aangetoond dat een misdrijf inderdaad werd gepleegd omwille van de discriminerende drijfveer. Dat lijkt mij niet altijd evident. Neem bijvoorbeeld het misdrijf witwassen. Ook bij dit misdrijf geldt de verzwarende factor. Bij een witwasmisdrijf een discriminerende of racistische drijfveer zien? Het zal misschien aan mij liggen, maar ik vind dit een heel ingewikkeld concept. Wij hebben ons onthouden op die bepalingen bij de artikelsgewijze bespreking, omdat men alle concepten van strafverzwaring, bestanddeel, omstandigheid en factor op een hoopje gooit. De praktijk moet het daar dan maar mee doen binnenkort.

 

Ten slotte kom ik tot een laatste punt, de kraakwet, iets waar ik blij mee ben. In 2017 hebben onze partijen lang samengewerkt, met collega Lachaert onder andere, om tot een wetsvoorstel te komen inzake kraken. Die kraakwet was er. Hij was gebalanceerd, maar het Grondwettelijk Hof zag een probleem met betrekking tot de procedure met het bevel tot ontruiming en heeft die vernietigd. Geen probleem, wij hadden een goede samenwerking die legislatuur en hebben goed samengewerkt aan de reparatiewet, waaruit een gezamenlijk wetsvoorstel is voortgevloeid. Ik herinner mij dat ik u tijdens de debatten in het Europees Parlement de vraag heb gesteld hoe het met de kraakwet zat en of die er zou komen. Ik heb dat enkele keren herhaald. U hebt mij altijd gezegd dat u voorstander was, maar niet alleen in de regering zat en dat er momenteel geen meerderheid voor was. U had er ook een voorstel voor, hetzelfde dat wij samen met Open Vld hadden ingediend. Het zit er vandaag in en daar ben ik heel blij om. Dit wil zeggen dat uw meerderheid haar bezwaren heeft laten varen. Ik vind het goed dat wij dit vandaag kunnen goedkeuren, alleen vraag ik mij af – die aap komt misschien later uit de mouw – welke prijs u daar op een ander vlak voor hebt betaald, om die wet straks hopelijk goedgekeurd te krijgen. Ik vraag mij af welke toegift u heeft gedaan. Ik ben blij dat dit erin staat, ik hoop enkel dat de prijs die u daarvoor heeft moeten betalen, niet onevenredig hoog zal zijn geweest. Tot daar mijn opmerkingen, collega's. Wij zullen het wetsontwerp Potpourri 2bis steunen.

 

14.02  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, u kent ons standpunt. Opnieuw ligt hier een wetsontwerp met een heel veelbelovende, hoopvolle titel, maar wanneer we dan naar die titel gaan kijken, Menselijker, sneller en straffer, dan is het eigenlijk een desillusie. U moet toch wel toegeven dat wat de inhoud betreft, dit wetsontwerp justitie echt niet menselijker, sneller en straffer zal maken, op – dat geef ik graag toe – enkele uitzonderingen na. De facto is dit een potpourriwet. Het is een samenraapsel van wijzigingen uit verschillende wetboeken, zonder samenhang of verband. Het zijn vaak technische bepalingen, die onze fractie voor een groot deel kan steunen, maar de inzet, namelijk justitie menselijker, sneller en straffer maken, dekt de inhoud niet. Dat betreuren wij.

 

Mevrouw de voorzitster, wij hebben in de commissie de gelegenheid gekregen om dit wetsontwerp heel uitvoerig te bespreken. Ik zal dat hier uiteraard niet allemaal herhalen, maar ik leg enkele klemtonen die voor het Vlaams Belang belangrijk zijn. Ten eerste is er de kleine wijziging aan het Wetboek van strafvordering. Het oorspronkelijke artikel 4 werd na een uitvoerig advies van het College van procureurs-generaal volledig vervangen. Onze fractie gaat daar inhoudelijk mee akkoord, maar toch blijf ik vragen hebben bij het begrip benadeelde persoon. U hebt de term burgerlijke partij vervangen door benadeelde persoon, na advies van de Raad van State, maar ik blijf daar twijfels bij hebben. Ik heb ook eens navraag gedaan bij praktijkspecialisten die zich met deze materie bezighouden en zij delen mijn twijfel. Ik blijf betwijfelen of deze term voldoende breed is om ieder slachtoffer in het kader van een opsporingsonderzoek te kunnen vatten. Mijnheer de minister, we mogen immers echt niet vergeten dat niet elk slachtoffer zich bij het indienen van een klacht benadeelde persoon stelt. Ik denk bijvoorbeeld aan iemand die zelf een strafklacht heeft ingediend bij de politie, maar van wie in het proces-verbaal niet wordt bevestigd dat hij benadeelde persoon is. Dat wordt immers niet altijd zo omschreven door de politie, zeker niet als de betrokkene niet wordt bijgestaan door een raadsman, die dan de plicht heeft zijn cliënt daarop te wijzen.

 

In principe wordt enkel de benadeelde persoon op de hoogte gehouden van het verloop van de procedure. Ik dring er toch op aan dat u en de minister van Binnenlandse Zaken ervoor zorgen dat, in het kader van de opleiding en de bijscholing, de politie erop wordt gewezen dat ze hier voldoende aandacht aan moet besteden, gezien de verregaande gevolgen.

 

Ten tweede, wat betreft de wettelijke verplichtingen die ingevoerd worden om mee te werken aan de uitvoering van strafonderzoeken, is het een heel positieve zaak dat de geldboete wordt verhoogd tot 30.000 euro, want anders kunnen sommige grote communicatie- of technologiebedrijven toch niet worden overtuigd om mee te werken. De vraag is wel waarom dat als rechtvaardiging wordt gebruikt om de gevangenisstraf voor het basismisdrijf van niet-medewerking af te schaffen. Voor mijn fractie moet het in zware dossiers namelijk een en-enverhaal zijn. Ik ben wel tevreden, mijnheer de minister, met uw duidelijke bevestiging dat dit bedrag dient te worden verhoogd met de opdeciemen – vandaag is dat maal acht – en dat de boete per individuele inbreuk zal worden opgelegd.

 

Ik heb nog een derde bedenking over het volgberoep voor de beklaagden en de veralgemening van het nakomend hoger beroep in te stellen voor alle partijen. Inhoudelijk gezien is dat, nogmaals, een goede zaak, maar u moet aandacht hebben voor de terechte bezorgdheid die de Vlaamse balies hebben geuit. Hun schrijven dateert van 26 juli 2021. De kwestieuze arresten van het Grondwettelijk Hof waarnaar wordt verwezen, dateren van 9 en 6 juni 2019 en 8 juli 2022. Dat is toch al geruime tijd geleden. Los van de inhoud heeft dat dus absoluut niets met urgentie te maken. Ik blijf erbij dat wij dat beter hadden behandeld in het kader van een grondige hervorming van het Wetboek van strafvordering. Nogmaals, het is naar aanleiding van de bespreking van uw beleidsnota de voorbije dagen duidelijk geworden dat die nog niet voor morgen is en dat ze er deze legislatuur zelfs niet zal komen.

 

Er zijn een aantal wijzigingen aan het Strafwetboek, omdat ons land op 18 februari 2021 – ook weer enige tijd geleden – in gebreke werd gesteld door de Europese Commissie wegens de onjuiste omzetting van artikel 4 van het Kaderbesluit van de Raad van 28 november 2008 – dat is nog veel langer geleden – betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat.

 

De Europese Commissie stelt dat artikel 4 van dat Kaderbesluit een verplichting zou instellen voor de lidstaten om voor alle misdrijven een verzwarende omstandigheid te voorzien indien de dader handelt vanuit racistische of xenofobe motieven. Dat lezen we althans in uw toelichting. Dat klopt echter niet helemaal. Uit artikel 4 van dat Kaderbesluit blijkt namelijk iets anders. Ik citeer het even: "De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat racistische en xenofobe motieven voor andere dan de in artikelen 1 en 2 bedoelde delicten als een verzwarende omstandigheid worden beschouwd, dan wel" – dat is belangrijk – "dat die motieven door de rechter in aanmerking kunnen worden genomen bij de bepaling van de strafmaat." Dat laatste stuk impliceert duidelijk niet de verplichting om effectief tot een strafverzwaring over te gaan, het impliceert niet het automatisme van een verplichting. Het gaat om het creëren van de mogelijkheid voor de rechter. Het is duidelijk een mogelijkheid en geen verplichting. Dat blijkt duidelijk uit de geciteerde bewoordingen. Ook de Raad van State twijfelt en wijst erop dat er redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid van de vaststelling van de Europese Commissie. De Raad concludeert dat er op zich geen bezwaar bestaat tegen de keuze van de wetgever om op deze wijze in de strafverzwaring van de bestraffing te voorzien. De Raad van State is met andere woorden allesbehalve overtuigd van de inhoudelijke noodzaak, maar beschouwt de aanpassing veeleer als een beleidskeuze.

 

Nogmaals, waarom wordt dat niet besproken in het geheel van het nieuwe Strafwetboek? U hebt ons meegedeeld dat we dat begin volgend jaar mogen verwachten. Dat hebben we inmiddels al talrijke malen in de media gehoord. We zullen daar volgens u uitgebreid aandacht aan kunnen besteden in de commissie. Waarom gaan we ook op deze gelegenheid niet dieper in bij de bespreking van het nieuwe ontwerp van Strafwetboek? Dan kunnen we dit werkelijk ten gronde uitputten. Strafverzwaring mag geen automatisme zijn, maar moet telkens opnieuw concreet kunnen worden beoordeeld door de rechter, afhankelijk van de elementen die in het strafdossier aanwezig zijn.

 

Er zijn ook een aantal wijzigingen aan het Gerechtelijk Wetboek, meer bepaald wat de bemiddelingswet betreft. We hebben hierover uitvoerig van gedachten kunnen wisselen. Ik zal dat dus niet allemaal herhalen, maar ik heb toch twee bedenkingen.

 

Ik verwijs kort naar de fundamentele opmerkingen van de Orde van Vlaamse Balies. Die wijst erop dat de term kandidaten-bemiddelaars nergens in deze wet wordt gedefinieerd en dat dit kan leiden tot verwarring tussen degenen die een opleiding volgen en degenen die de opleiding tot erkend bemiddelaar hebben gevolgd, maar nog niet erkend zijn.

 

De Orde van Vlaamse Balies stelt heel duidelijk, en zij is toch de specialist op het terrein, dat de bestaande wettekst onvoldoende duidelijk en helder is. De bedoeling en de toegevoegde waarde van de voorgestelde verandering zijn zelfs onduidelijk en legistiek verwarrend. Ook heeft de OVB fundamentele bedenkingen bij de voorgestelde wijziging aan artikel 1727 van het Gerechtelijk Wetboek. Daarbij wordt de huidige tekst vervangen door de woorden "de lijst van bemiddelaars opstellen volgens de bijzondere domeinen van de bemiddelingspraktijk en deze lijst verspreiden".

 

De Orde van Vlaamse Balies wenst hierbij, volgens mij terecht, een aantal kanttekeningen te maken. Wij zijn daar uitvoerig op ingegaan tijdens de bespreking in de commissie. Ik verwijs naar het verslag, waarin staat dat de OVB ervoor waarschuwt dat er zo een wildgroei kan ontstaan in praktijkdomeinen zonder een wettelijke verankering, wat tot gevolg zal hebben dat de rechtzoekende door de bomen het bos niet meer ziet. Er wordt dan ook voor gevreesd dat dit ertoe zou kunnen leiden dat geen kwalitatief erkende bemiddelaar meer zal worden erkend of aangezocht en dat de consument, en daar moet het toch om draaien, zich daar niet van kan vergewissen.

 

Nogmaals, de regeling die vandaag bestaat, verdient de voorkeur. Mijnheer de minister, waarom negeert u zo'n belangrijk advies van degenen die dagelijks op het terrein bezig zijn met deze belangrijke materie? Waarom wilt u niet ingaan op dat advies?

 

De Orde van Vlaamse Balies besluit dat, met uitzondering van de artikelen betreffende de interne organisatie van de federale bemiddelingscommissie, de voorgestelde wijzigingsbepalingen niet nodig noch nuttig zijn en zeker niet strekken tot meer duidelijkheid.

 

Om te besluiten heb ik nog een korte bedenking met betrekking tot het statuut van het penitentiair personeel. Mijnheer de minister, ik heb geen opmerkingen over de inhoud van dit hoofdstuk dat u hier voorstelt. Het gaat voor onze fractie echter absoluut niet ver genoeg. Ik herhaal mijn pleidooi dat ik ook heb gehouden tijdens de bespreking van de beleidsnota. U moet dringend werk maken van een volledige hervorming van het statuut van het penitentiair personeel. Zijzelf zijn daarvoor allang vragende partij.

 

14.03  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, dans ce projet de loi, nous intervenons plus particulièrement sur l'article 58, qui vise à réparer la loi anti-squat de 2017. Ce point justifie notre abstention sur ce texte qui, pour le reste, compte des dispositions assez positives, de sorte que nous aurions pu voter pour le projet en tant que tel.

 

L'article 58 de ce projet de loi vise la réparation de la loi anti-squat, à la suite de son annulation par la Cour constitutionnelle. On ajoute l'intervention du juge d'instruction avec des droits minimums de la défense. En commission, nous avons tenté d'obtenir un débat de fond plutôt que de nous contenter d'un débat technique sur la réparation. Pour nous, avant d'avoir un débat sur l'idée de réparer cette loi de 2017, il faudrait avant tout voir si on est d'accord sur le principe de cette loi.

 

On s'attendait à un certain soutien des partis progressistes, qui ont fortement dénoncé la loi à l'époque. Je pense ici à Laurette Onkelinx, du groupe PS, qui a dit ceci: "Je suis choquée par cette proposition de loi. Le problème du squat pourrait être traité au civil." De même, Stefan Van Eyck, d'Ecolo-groen, disait que "la procédure actuelle permet l'expulsion rapide. La procédure pénale proposée n'aidera pas les propriétaires". Marcel Cheron, également écologiste, disait ceci: "La proposition est absurde et fortement idéologique."

 

Enfin, ma collègue Özlem Özen, du groupe PS, soulignait que "99 % des occupations ont lieu dans des immeubles laissés vacants depuis des mois, voire des années. La pénalisation n'aura aucun effet dissuasif. Pénaliser l'occupation d'un immeuble, c'est pénaliser la recherche d'un droit fondamental qu'est le droit au logement. La loi sera la source d'injustices". Je la rejoins entièrement dans son analyse.

 

Des dizaines d'associations avaient, elles aussi, durement critiqué la proposition de l'époque. Même le syndicat national des propriétaires n'en voulait pas. C'est dans ce sens-là que nous proposions de réfléchir, afin de savoir s'il faut maintenir cette loi ou non. C'est d'ailleurs ce qui était prévu à l'article 13 de la loi de 2017: un arrêté royal devait être pris dans les deux ans de l'entrée en vigueur de la loi pour permettre son évaluation. À ce jour, aucun arrêté royal n'a été pris et il n'y a donc aucune évaluation de cette loi.

 

Il est temps de faire cette évaluation. On a déjà trois ans de retard. Pour nous, il faut la faire avant de réparer la loi, ce qui serait logique, monsieur le ministre. Je ne comprends pas qu'on répare la loi avant de l'avoir évaluée comme prévu par la loi elle-même.

 

De voorzitster: Collega Boukili, de minister was even onder de indruk van wat u te vertellen had.

 

14.04  Nabil Boukili (PVDA-PTB): On a été étonné des réactions des partis de la majorité qui semblent avoir vraiment fait un tour à 180 degrés dans leur opinion sur cette loi. C'est assez impressionnant car on passe de "inacceptable" et "honteux" à un vote aujourd'hui! Je ne comprends pas l'échelle d'analyse qui est suivie.

 

Monsieur le ministre, vous nous annoncez que l'évaluation imposée par la loi sera effectuée d'ici la fin de la législature. Nous espérons qu'elle aura lieu dans un délai assez rapide. On aurait pu en profiter pour avoir ce débat immédiatement en organisant des auditions. C'est une occasion manquée et nous espérons que la majorité sera au rendez-vous pour discuter lors de cette évaluation. J'espère qu'elle sera également au rendez-vous au moment du vote pour ne pas laisser passer cette modification de l'article 58 sans avoir le débat de fond.

 

Il faut être cohérent et j'espère que les députés de la majorité – en particulier ceux du groupe PS et du groupe Ecolo-Groen – seront cohérents avec leurs déclarations au moment où ils étaient dans l'opposition. J'espère que les principes ne changent pas en fonction du fait qu'on se trouve dans l'opposition ou dans la majorité et que la ligne de conduite et d'analyse reste cohérente.

 

14.05 Minister Vincent Van Quickenborne: Er is al veel gezegd in de commissie, maar ik heb toch nog een paar opmerkingen.

 

Mevrouw De Wit, u vergist zich. Het lage tarief en het hoge tarief blijven behouden. U leest die tekst verkeerd. Het gaat over een technische rechtzetting. Er was ingeschreven dat er in het geval van een consignatie een administratieve toeslag moest worden betaald. Dat wordt nu rechtgezet. Die twee tarieven blijven dus onderscheiden. Er komt dus niet een enkel tarief, mevrouw De Wit.

 

Over de discriminerende drijfveer, ik heb al gezegd dat Europa ons in 2021 in gebreke heeft gesteld. Mevrouw Dillen, wij kunnen niet wachten op het nieuwe Strafwetboek. Anders zouden wij door Europa worden veroordeeld. We moeten dat opnemen in het huidige Strafwetboek. We kunnen daar niets aan veranderen.

 

De heer Boukili had vragen over de kraakwet. We hebben rekening gehouden met het arrest van het Grondwettelijk Hof, waarin stond dat een procureur niet alleen kan beslissen. Er moet altijd een rechterlijke toets zijn. Wij hebben nu een onderzoeksrechter ingelast. Er moet ook een duidelijk signaal aan de krakers komen, niet via een klassieke aanplakking, maar specifiek gericht aan de personen. Wij corrigeren dat. Dat is goede wetgeving. Ik hoop dat u ons daarin steunt, mevrouw De Wit.

 

Mevrouw Dillen, we spreken wel degelijk over een benadeelde partij, omdat we het hebben over een opsporingsonderzoek. Een burgerlijke partijstelling gebeurt in het kader van een gerechtelijk onderzoek.

 

De gevangenisstraf voor een rechtspersoon heeft geen zin. We zorgen ervoor dat geldboetes nu zwaar en duidelijk zijn. Dat past ook in de geest van het nieuwe Strafwetboek.

 

De rechter is niet automatisch verplicht om dat kaderbesluit toe te passen. Het is een kans om dat te doen. De rechter kan dat doen.

 

De OVB zegt dat het begrip kandidaat-bemiddelaar onduidelijk zou zijn. Nochtans blijkt uit de memorie van toelichting duidelijk dat het gaat om de vaststelling van de minimaal te volgen theoretische en praktische opleidingsprogramma's. Er kan dus geen verwarring bestaan dat het alleen over de nog niet-erkende bemiddelaars zou gaan.

 

Ik denk niet dat het statuut van het penitentiair personeel hier aan de orde is. U weet dat wij heel wat inspanningen doen om meer mensen aan te werven. Wij zorgen ook voor een goed uniform.

 

L'intervention du collègue Boukili portait avant tout sur la question du squat. Je pense y avoir répondu.

 

Voilà, chers collègues, quelques-unes de mes réponses.

 

De voorzitster: Terzijde, de einduitslag van de wedstrijd was 0-0. Ik zie opvallend veel mannelijke parlementsleden opnieuw binnenkomen.

 

Mevrouw Dillen vraagt het woord.

 

14.06  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de voorzitster, het is dus over and out. Ook bij mij thuis zullen enkele kinderen ongelukkig zijn. Dat is nu echter eenmaal sport, maar dat terzijde.

 

Mijnheer de minister, ik beperk mijn uiteenzetting – ik wil het debat niet nodeloos rekken – tot twee opmerkingen. Ten eerste, het Europese kaderbesluit dateert van 2008. Dat is dus niet van gisteren. Wat de ingebrekestelling van 2021 betreft, indien het waar is dat u begin 2023 met het ontwerp van Strafwetboek naar het Parlement zou komen – ik heb geen reden om aan uw woorden te twijfelen –, dan komt het ook niet meer op een paar maanden aan en dan hadden wij dat in zijn totaliteit meer ten gronde kunnen bespreken.

 

Ten tweede, u argumenteert dat de toelichting voldoende duidelijk is over de bemiddelingswet en de kandidaat-bemiddelaars, maar de Orde van Vlaamse Balies heeft haar commentaar wel geschreven na kennisname van de toelichting. Ik betreur dan ook dat het advies van de deskundigen in de materie op het terrein niet wordt gevolgd.

 

14.07  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je serai également très bref.

 

Je ne veux pas essayer de convaincre le ministre, car je connais sa position, et lui la mienne: notre désaccord sur cette question est idéologique.

 

En tout cas, je profite de ma réplique pour en appeler aux députés de la majorité qui se disent progressistes et qui se sont opposés à cette loi lorsqu'ils siégeaient dans l'opposition. J'espère qu'ils feront preuve de cohérence aujourd'hui en s'opposant à la modification de cet article, alors que la loi n'a pas encore été évaluée – contrairement à ce qu'elle impose. Nous enregistrons un retard de trois ans. Je ne comprends pas comment on peut réparer une loi sans l'avoir évaluée, alors qu'elle le prévoit elle-même. Ce n'est pas respecté, mais nous allons la voter aujourd'hui? Je commence à être habitué au cirque politique, mais j'en appelle à la raison et à la cohérence parmi les députés de la majorité.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2824/9)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2824/9)

 

Le projet de loi compte 74 articles.

Het wetsontwerp telt 74 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 74 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 74 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

15 Projet de loi portant modification de la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (2965/1-3)

15 Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (2965/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mevrouw Ingels, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2965/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2965/3)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Proposition de loi modifiant la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière en vue d'incriminer la prise et la diffusion d'images de victimes d'accidents de la route (2836/1-2)

16 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer teneinde het maken en verspreiden van beelden van verkeerslachtoffers strafbaar te stellen (2836/1-2)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Frank Troosters, Marijke Dillen, Katleen Bury, Nathalie Dewulf.

 

La commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales propose de rejeter cette proposition de loi. (2836/2)

De commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen stelt voor het wetsvoorstel te verwerpen. (2836/2)

 

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over het voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

 

16.01  Joris Vandenbroucke, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, wij hebben over het wetsvoorstel beraadslaagd op 25 oktober 2022.

 

Nadat collega Troosters verwees naar de toelichting van zijn wetsvoorstel, merkte uw dienaar bij de vragen en opmerkingen van de leden op dat, aangezien zijn fractiegenoot, collega Kris Verduyckt, een wetsvoorstel indiende tot wijziging van het Strafwetboek wat de bestraffing van het maken en verspreiden van beeldmateriaal van slachtoffers in nood betreft, het voorstel van collega Troosters pertinent ongeschikt is, des te meer omdat het zich slechts op een deelaspect toespitst. Bovendien rijst de vraag waarom de indiener wil ingrijpen via het verkeersrecht. Collega Raskin sloot zich daarbij aan.

 

Collega Vindevoghel was verrast over de tekst, omdat sommige leden van het Vlaams Belang op sociale media graag uitpakken met schokkende beelden die niet stroken met de doelstelling die hierin wordt vooropgezet.

 

Collega Van den Bergh was van oordeel dat het wetsvoorstel weinig meerwaarde biedt.

 

De hoofdindiener bracht daartegen in dat zijn benaderingswijze verschillend zou zijn van die van collega Verduyckt en dat zijn voorstel dringend behandeld moest worden, omdat met het initiatief van andere leden ook geen vooruitgang werd geboekt.

 

Wij hebben erover gestemd en het gehele wetsvoorstel werd verworpen met 10 stemmen tegen 2 en 1 onthouding.

 

16.02  Frank Troosters (VB): Of hoe een verslag soms misbruikt kan worden om een aantal zaken te poneren die niet correct zijn.

 

16.03  Joris Vandenbroucke (Vooruit): Het staat er gewoon in.

 

16.04  Frank Troosters (VB): Het gaat hier over het verspreiden van beelden van verkeersslachtoffers. Er bestaat een wetsvoorstel van de Vooruitfractie dat breder gaat en dat anderhalf jaar geleden met veel poeha werd aangekondigd, maar waarmee voor de rest niets werd gedaan. De problematiek bleek dus zo ernstig dat men er anderhalf jaar lang niets mee heeft gedaan. Toen wij later te maken kregen met aantal schrijnende gevallen van verkeersslachtoffers, onderzochten wij in de commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen wat wij konden doen op het gebied van mobiliteit. Dat is dus ook het vreemde aan het betoog van de heer Vandenbroucke. Hij beweerde eerst dat wij van hen kopieerden en tegelijkertijd trok hij de wettelijkheid van wat wij deden in twijfel. Ik vind het vreemd dat iets wat wij van de Vooruitfractie zouden hebben gekopieerd niet wettelijk zou zijn. Dat impliceert immers dat wat ze zelf deed ook niet wettelijk zou zijn.

 

Dat is natuurlijk niet het geval, want we hebben niet gekopieerd. We spreken concreet over verkeersslachtoffers en wij hebben via de juridische weg een andere oplossing gezocht, via de verkeerswetgeving. Dat is iets totaal anders. We kunnen daarover van mening verschillen. De collega's van Vooruit, die toch zo begaan zijn met het lot van de slachtoffers waarvan onrechtmatig beelden worden gemaakt, en hun nabestaanden, wilden echter de wettelijkheid niet laten toetsen. Zelfs dat bleek niet mogelijk. Zelfs de vraag om juridisch advies of de voorgestelde regeling zou standhouden moest meteen van tafel en moest meteen worden weggestemd. Zelfs daarvoor stonden zij niet open. Zo ernstig was deze zaak voor hen. Het gaat dus louter over puur haantjesgedrag van de Vooruitfractie, die met veel poeha een aankondiging deed in de pers en vervolgens niets deed. Wanneer een andere partij, weliswaar beperkt tot de bevoegdheid van een bepaalde commissie, zoekt naar juridische oplossing, dan staat Vooruit daar niet voor open en dan stemt de partij dat zonder schroom weg. Ik vind het eerlijk gezegd ontzettend beschamend en hypocriet.

 

Ik hoop dus dat dit wetsvoorstel toch kan terugkomen en toch op zijn merites beoordeeld kan worden, al is het maar door een neutrale instantie die zich over de juridische juistheid kan uitspreken. Zelfs dat blijkt echter te veel gevraagd voor de collega's van Vooruit.

 

La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.

Geen andere spreker mag het woord nemen.

 

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.

 

17 Proposition de loi modifiant diverses dispositions relatives à la concession de services pour la distribution de journaux et de périodiques reconnus (1957/1-2)

17 Wetsvoorstel tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de concessie voor de bezorging van erkende kranten en erkende tijdschriften (1957/1-2)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Michael Freilich, Theo Francken, Tomas Roggeman, Frieda Gijbels, Wouter Raskin, Peter De Roover.

 

La commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales propose de rejeter cette proposition de loi. (1957/2)

De commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen stelt voor dit wetsvoorstel te verwerpen. (1957/2)

 

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

 

17.01  Joris Vandenbroucke, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar het schriftelijke verslag.

 

17.02  Michael Freilich (N-VA): Geachte collega's, ik sta hier naar aanleiding van wat we deze week hebben gezien: huiszoekingen en invallen bij DPG Media en bij krantenverdelers. Een paar weken geleden hebben we ook gezien dat de CEO van bpost een stap opzij heeft gezet. Ik mag hopen dat het voor iedereen duidelijk is dat het zo niet verder kan.

 

De oorzaak van dit alles is het contract voor de bedeling van kranten en tijdschriften. Dat is een contract van 800 miljoen euro over de hele legislatuur. In ons voorstel hadden wij gevraagd om daarmee komaf te maken. Deze meerderheid heeft dat echter verworpen, ondanks het feit dat deze tekst verbatim gekopieerd was van een tekst die geschreven was door een eminent jurist, de heer Vincent Van Quickenborne, die toen nog geen minister was. We hebben zijn tekst dus gekopieerd en opnieuw ingediend. Toen bleek echter dat men dat toch niet zo leuk vond.

 

We zitten vandaag met een krantencontract dat marktverstorend werkt. Wij zeggen dat, maar we zeggen dat niet alleen. De Europese Commissie heeft dat ook gezegd in haar advies. Het contract is marktverstorende staatssteun. Dat is wat wij doen. Uiteraard krijgt men excessen als een contract geschreven is op maat van een overheidsbedrijf. Dat nodigt uit tot gesjoemel en tot fraude. Bpost weet immers dat ze dat contract sowieso heeft. Ze kunnen daar dus mee spelen en de prijzen doen stijgen.

 

Collega's, we hebben zelfs de controle afgeschaft. Als er een orgaan is dat bevoegd is of dat goed weet hoe men een overheidsbedrijf als bpost controleert, is het wel de regulator van bpost, het BIPT. Wat blijkt echter? Zij mogen niets specifieks meer zeggen over het krantencontract. Men heeft hun de mogelijkheid ontnomen om te spreken over dat dossier. Ze mogen niet mee onderzoeken of het überhaupt kan dat men 75 eurocent vraagt voor de bedeling van een krant, hoewel dat in Nederland slechts 25 cent en in een ander land 40 cent is. Daarvoor heeft men dus een regulator, maar deze is hier afgeschaft. Men heeft de controle daarvan bij de FOD Economie ondergebracht.

 

We geven deze legislatuur dus 800 miljoen euro uit aan dat contract. De collega's van Open Vld zeiden dat we dat niet van de ene op de andere dag konden stopzetten, omdat de mensen anders hun krant niet meer zouden krijgen. Ik heb ook horen zeggen dat er discussie was binnen de regering tijdens de begrotingsonderhandelingen. De MR zou er zomaar 50 miljoen euro per jaar hebben afgehaald. Dat is blijkbaar berekend op een methode waarbij bpost nog steeds aan een mooie marge van 10 à 15 % de kranten zou kunnen verdelen. Als men er echter 50 miljoen euro per jaar afhaalt en het is nog steeds winstgevend, dan weet men natuurlijk hoeveel jaar wij ons al in het ootje hebben laten nemen.

 

Ook al is het volgende week sinterklaasdag, de tijd dat wij als Sinterklaas geld door de ramen en deuren kunnen gooien, is spijtig genoeg voorbij. Er was een tijd waarin heel specifieke groepen ondersteund werden met een paar miljoen euro, maar die tijd is gegaan. Als het aankomt op budget, moeten we zorgen dat we ons huis op orde hebben. Hier gaat het net over een gigantische megasubsidie die nergens voor nodig is. De meeste Europese landen, 90 %, kennen geen subsidie toe voor de bedeling van kranten en tijdschriften en daar werkt de markt goed. In bijzondere, bijvoorbeeld dunbevolkte regio's waar het commercieel niet interessant is om kranten te bedelen, kan wel een specifiek subsidiemechanisme in het leven worden geroepen, daarmee heb ik geen enkel probleem.

 

Het jaar 2023 komt eraan. Het krantencontract is niet hernieuwd, aangezien er onenigheid was, dus het oude contract is gewoonweg verlengd. Dat is een mooie zaak voor bpost, want de prijs, 50 miljoen, vermindert in 2023 niet.

 

Ik vraag u om mijn wetsvoorstel te steunen. Met mijn voorstel kunnen we een jaar voort, maar dat jaar geldt als afkoelingsperiode. Dat is net wat de collega's van Open Vld hebben gezegd: we hebben een overgangsperiode nodig. Dat kan met mijn voorstel. Stop met het contract voor de bedeling van kranten en tijdschriften en geef de uitgevers een jaar de tijd om een alternatief te zoeken. Die overgangsperiode zorgt ervoor dat we vanaf 2024 verlost zijn van die concessie.

 

La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.

Geen andere spreker mag het woord nemen.

 

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.

 

Interpellations

Interpellaties

 

18 Interpellatie van Bert Wollants aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De financiering van het SMR-programma van het SCK CEN (Studiecentrum voor Kernenergie)" (55000345I)

18 Interpellation de Bert Wollants à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le financement du programme SMR du SCK CEN (Centre d'Étude de l'Énergie nucléaire)" (55000345I)

 

18.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik wilde mijn uiteenzetting richten tot de eerste minister. Om de een of andere reden is die niet beschikbaar, ook al is de wedstrijd gedaan.

 

Mijnheer de staatssecretaris, er is toch wel wat aan de hand. Sinds de regering heeft aangekondigd 100 miljoen euro te willen vrijmaken om het onderzoek naar kleine, modulaire reactoren naar een hoger niveau te stuwen, kijken wij reikhalzend uit naar de manier waarop dat zal gebeuren. We kunnen er niet omheen dat we die technologie nodig hebben om ervoor te zorgen dat we de strijd tegen de klimaatopwarming kunnen voeren. Ik weet wel dat die situatie in dit land in het verleden anders werd geformuleerd, maar het is meer dan ooit duidelijk dat die technologie onmisbaar is om met de mensheid de strijd tegen de klimaatopwarming te kunnen voeren. Dit zal een zeer belangrijke rol spelen tegen 2050, omdat we dan klimaatneutraliteit willen bereiken.

 

In het verleden onthaalden een aantal van uw collega's dergelijke uitspraken op de nodige scepsis. Minister Khattabi heeft zich in deze regeerperiode nog meermaals in die zin uitgedrukt. Een aantal eerste ministers geleden onthaalde de heer Di Rupo dat nog redelijk lacherig, maar de inzichten lijken mij ondertussen gewijzigd te zijn. Kernenergie is onmisbaar in de strijd tegen de klimaatopwarming en dat wordt niet alleen maar gesteld door pronucleaire verenigingen als 100 Terawattuur of de mensen van Stand Up for Nuclear. Het komt gewoon regelrecht uit de toespraak van de eerste minister bij het 70-jarige bestaan van het SCK, ons gewaardeerde studiecentrum voor kernenergie. Dat werd door de aanwezigen op luid applaus onthaald, met inbegrip van de groene ministers daar.

 

Jammer genoeg waren dat de positieve evoluties in dit dossier. Ondanks het duidelijke engagement voor nucleaire innovatie, wat ik volop steun, zien wij vandaag toch andere dingen gebeuren. In de zoektocht naar een manier om een wetenschapper met Waalse roots tot beroepsastronaut te maken bij de ESA, was er volgens u, mijnheer Dermine, extra geld nodig om dat allemaal mogelijk te maken.

 

De 50 miljoen euro die moest worden gezocht, werd ook gevonden, want de regering sloot een akkoord om twee keer 25 miljoen euro aan niet-bestede middelen van het SMR-programma te gebruiken in 2022 en 2023. Dat werd zelfs zwart op wit op papier gezet in de notificaties bij de begroting. Ik heb het document bij waarin heel duidelijk wordt gesteld dat dat geld moet worden gezocht in het programma van het SMR-project.

 

Ondertussen hebben zowel Frieda Gijbels als ikzelf daarover een aantal mensen bevraagd, onder anderen minister Van der Straeten en uzelf, mijnheer de staatssecretaris. Uw antwoorden lopen echter wat uit elkaar, want u, mijnheer de staatssecretaris, bevestigde dat middelen die bestemd waren voor het SCK en die nog niet werden gebruikt – u sprak letterlijk van 2021, 2022 en 2023 – nu zullen worden gebruikt voor het financieren van de budgetverhoging van de ESA, terwijl minister Van der Straeten in haar antwoord de zaak eigenlijk afdeed als een technische kwestie. Zij wist niet helemaal hoe het in elkaar zat, maar zei dat haar deel wel degelijk voorzien was voor de financiering van het SCK en dat die 100 miljoen euro beschikbaar moet zijn.

 

Ik ben het daarmee eens, maar zij kaatste vervolgens de bal naar u terug met de vraag hoe dat werd geregeld binnen uw beleidsdomein. Als ik zulke antwoorden krijg van u en van minister Van der Straeten, zou ik eigenlijk aan de eerste minister moeten vragen wie het nu bij het rechte eind heeft en wat nu de lijn van de regering op dit vlak is. Om een of andere reden is de eerste minister echter snel weggekropen toen hij deze interpellatie ontving. Pas deze namiddag heb ik te horen gekregen dat de eerste minister het niet zag zitten om op mijn vraag te antwoorden.

 

Wij weten dus dat er middelen die voorzien waren voor de kleine, modulaire reactoren zullen worden gebruikt voor de ESA. Dat hebt u in de notificaties laten opnemen. Dat wil ook zeggen dat op een andere manier in de middelen voor het SCK moet worden voorzien, maar in de notificaties is er geen woord terug te vinden over de manier waarop dat zal gebeuren.

 

Ten tweede, het is heel bijzonder dat een beroep wordt gedaan op onder andere de niet-bestede middelen van 2023. Het is immers relatief moeilijk om in 2022 te stellen dat de middelen in 2023 niet zullen worden besteed, temeer omdat het SCK op 20 oktober 2022 al een werkprogramma heeft ingediend. Het heeft zowel bij u als bij minister Dermagne en bij minister Van der Straeten een programma voorgelegd waarin staat op welke manier het die middelen zal besteden. Dat begon al in 2023. Op dat moment wil het SCK die middelen uitgeven. Blijkbaar beschouwt u die middelen echter als zijnde niet besteed.

 

Betekent dit dat de beslissing moet worden uitgesteld, omdat u de middelen ondertussen hebt besteed aan de ESA of is er misschien iets anders aan de hand? Hebt u de regering gevraagd om de beslissing uit te stellen, zodat u kan beschikken over die niet-bestede middelen?

 

Is dat een overdracht, waarbij de centen van het SCK of in ieder geval de centen die voor het SCK waren bedoeld moesten wijken? Wij weten uiteraard waar het SCK ligt, namelijk in Vlaanderen. Het SCK is een erg belangrijk kenniscentrum voor onze regio. Moesten die centen daar wijken omdat ze nodig waren om een plek te verzekeren voor een kandidaat-astronaut met Waalse roots? De zeer duidelijke vraag is op welke manier u dat ziet en doet.

 

Mijnheer de staatssecretaris, de eerste minister heeft een heel duidelijke toon gezet tijdens zijn toespraak bij het SCK. Die toon zat echt heel juist, iets wat ik zelden zeg over de eerste minister. De vraag is of u in uw hoedanigheid van staatssecretaris daar ook de juiste acties aan koppelt, die het SCK, dat toch wel het kloppend hart van het nucleaire onderzoek is, zou moeten kunnen opstarten, met name de acties bedoeld voor de kleine modulaire reactoren? Over dat onderzoek gaf de eerste minister in zijn toespraak trouwens aan dat hij het heel erg waardevol vond. De vraag is of dat ook uw mening is.

 

Ik heb daar natuurlijk een aantal heel concrete vragen over. Ten eerste, hoe moeten wij het gebruik van de zogenaamde niet-bestede middelen begrijpen? Staat u daarbij toe dat het onderzoek van het SCK achteruit wordt geschoven?

 

Ik kan dat heel moeilijk begrijpen als ik de toespraak van de eerste minister bij het SCK lees. Ik snap dan niet hoe u kan stellen dat er in 2023 geen middelen zullen worden besteed aan dat onderzoek.

 

Ten tweede, op welke manier zult u garanderen dat binnen uw beleidsdomein het SCK wel kan beschikken over de nodige middelen? Wij weten van mevrouw Van der Straeten dat zij in ieder geval voor 2023 dat bedrag van 50 miljoen euro klaar heeft staan. Hebt u dat echter ook?

 

Zorgt u er ook voor dat de middelen er zijn, of zegt u dat men op u pas een beroep kan doen vanaf 2024?

 

Ten derde, de regering beschikt al meer dan een maand over de voorstellen van het SCK. Die liggen daar sinds 20 oktober. Ik begrijp dat daarover nog niets is beslist en dat dit voorlopig ook niet zal gebeuren, maar hoelang zult u de behandeling ervan nog uitstellen? Zult u het jaar 2023 soms gebruiken om zoveel mogelijk tijd te winnen, zodat u de middelen in dat jaar niet hoeft uit te geven? Wat is de oplossing voor die centen? Hoelang zal de beslissing nog op zich laten wachten?

 

Met andere woorden, de regering heeft zich ertoe verbonden die middelen vrij te maken en het SCK aan het onderzoek te laten beginnen, maar ik heb de indruk dat u er alles aan doet om dat nog een jaar uit te stellen. Ik hoor heel graag uw reactie.

 

18.02 Staatssecretaris Thomas Dermine: Mijnheer Wollants, dank u voor uw uitgebreide interventie van bijna tien minuten. Ik zal het korter houden.

 

Eerst en vooral, wij hebben geen Waalse astronaut. We hebben een Belgische astronaut, die de derde Belg in de ruimte zal zijn, na Dirk Frimout en Frank De Winne, de twee andere Belgische astronauten. Dat is niet het resultaat van een specifieke financiële bijdrage, wel van onze excellentie in België – in Vlaanderen, Wallonië en ook in Brussel – op het gebied van ruimtevaart. We hebben echt uitstekende onderzoekers en competitieve bedrijven die tot de top behoren in hun domein. Dit is inderdaad heel positief nieuws voor ons land, en ik ben blij dat ook u dat positief vindt.

 

Il n'y a absolument aucune incohérence. Lors du conclave budgétaire, le gouvernement a effectivement marqué son accord sur la réallocation de crédits budgétaires - 50 millions non engagés en 2022 -, au projet SMR pour permettre un engament additionnel dans les contributions de l'ESA. Il faut être très clair à ce propos: il n'y a absolument aucune remise en cause de l'engagement du gouvernement sur le programme SMR ni de l'engagement du gouvernement sur les programmes d'excellence qui sont menés par le SCK CEN à Mol, qui est, je vous rejoins tout à fait, un centre d'expertise international extrêmement reconnu. On doit faire avancer la recherche sur ces questions de nouveaux réacteurs même si la maturité technologique reste relativement faible. Il n'y a aucune remise en cause de cet engagement qui a été pris par le gouvernement. Il y a une utilisation de crédits non utilisés en 2022 qui ont été réalloués au programme ESA.

 

J'en viens aux prochaines étapes.

 

Ik weet dat u geïnteresseerd bent in de volgende stappen. In het eerste kwartaal van 2023 moeten de conclusies van de voorstudie van het SCK CEN aan de regering worden voorgelegd.

 

Op basis hiervan zal de regering begin volgend jaar een uitvoeringsschema definiëren voor het programma. Wij zijn dus volop bezig.

 

Il y a une collaboration continue entre nos équipes, entre les équipes de Tinne Van der Straeten, le SPF Économie et le SCK CEN. Sur la base de l'étude qui sera présentée et détaillée au gouvernement au premier trimestre 2023, le programme et son schéma d'exécution seront définis et pourront être discutés ici en commission de l'Énergie. Mais je veux être extrêmement rassurant car, à raison, vous vous inquiétez de ce programme sur les SMR. En aucun cas, il n'y a une remise en cause de ce programme, que ce soit chez Tinne Van der Straeten ou de notre côté. Ce sont juste des crédits qui étaient non utilisés en 2021 et en 2022 et qui ont été recyclés pour la contribution additionnelle à l'Agence spatiale européenne. C'est une question technique budgétaire et ce n'est en aucun cas une remise en cause de ce programme SMR ni de l'excellence du SCK CEN à Mol.

 

18.03  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik denk dat er toch een aantal problemen zijn. Ten eerste, u zegt dat u de niet-bestede middelen van 2022 aanwendt. Ik heb u heel duidelijk gevraagd naar de niet-bestede middelen van 2023. Waarom vraag ik dat? Ik vraag daarnaar, omdat de niet-bestede middelen van 2023 letterlijk in de notificaties staan. De vraag is dus hoe u kunt weten dat die in 2023 niet zullen worden besteed? Dat weet u alleen maar als u een en ander zelf wilt uitstellen. Ofwel is de notificatie dus niet correct, ofwel is uw antwoord niet correct. Het is een van de twee. Daarom vraag ik u om de notificatie te laten aanpassen, zodat het heel duidelijk is dat die middelen van 2023 inderdaad naar het SCK CEN gaan.

 

Ten tweede, middelen kunnen maar een keer worden uitgegeven. Als u de 100 miljoen euro voor iets anders gebruikt, dan moet u in nieuwe middelen voorzien. Middelen die u dit jaar gebruikt, vallen niet als een magische regen opnieuw uit de lucht om die post weer aan te vullen. U moet die zelf weer aanvullen. De vraag rijst waarom dat niet in de begroting staat.

 

In de notificatie leren we trouwens dat de budgettaire impact van uw operatie richting de ESA nul is. Dat kan alleen maar het geval zijn als u die centen weghaalt bij het SCK CEN en dat lijkt u te hebben gedaan.

 

Ik vraag aan alle partners in de regering om ervoor te zorgen dat zo snel mogelijk weer in die middelen wordt voorzien om het SCK CEN te financieren. De eerste minister heeft steeds onderstreept dat hij enorm belang hecht aan dat onderzoek.

 

Eigenlijk komt uw antwoord erop neer dat middelen kunnen worden gerecycleerd en dat ze als een soort van magische regen weer uit de lucht zullen vallen om de begrotingspost aan te vullen. Ik vind dat niet correct, want dat is niet het geval. Vul die middelen bij de eerstvolgende kans die u daarvoor hebt, zo snel mogelijk aan. Bij de eerste begrotingsaanpassing moeten hier weer middelen op tafel komen, want anders is er een probleem.

 

Ik vind uw boodschap dat u de beslissing over het programma van het SCK CEN zult uitstellen tot het eerste kwartaal van 2023 zeer belangrijk, want de teksten liggen op uw bureau sinds 20 oktober. Waarom wordt daarover nu niet beslist? De teksten liggen bij u, bij minister Van der Straeten en bij minister Dermagne. Wat houdt u tegen om daarover te beslissen? U zegt dat de middelen ter beschikking zijn. Wat is dan het probleem om een beslissing te nemen? U wilt dat uitstellen naar het eerste kwartaal. Dat wil zeggen dat het nog maanden kan duren, vooraleer u een beslissing neemt.

 

Ik heb zo de indruk dat er op dat vlak een aantal problemen zijn bij de PS. Als dat niet het geval is, waarom moet u daar dan maanden mee wachten? Al uw regeringspartners willen dat de middelen daaraan worden besteed. Mevrouw Van der Straeten heeft heel duidelijk aangegeven dat zij achter de beleidskeuze in verband met het SCK staat, net zoals de eerste minister. Ongeveer elke partij in de coalitie heeft dat aangegeven. De enige die hier nu op de rem staat, is uw partij. Ik vraag u gewoon om dat niet te doen. U zegt dat dat absoluut niet het geval is. Neem die beslissing dan gewoon voor het einde van het jaar. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn? De teksten ter zake liggen er al een maand. Hier is meer aan de hand.

 

Ik geef u zeer graag de kans om mij mijn ongelijk te bewijzen. Dat kunt u doen door niet te wachten tot het eerste kwartaal van volgend jaar, anders zijn we eind maart nog altijd aan het discussiëren over hetzelfde verhaal. Doe wat u kunt doen om het nucleaire onderzoek vooruit te helpen. U zult daar heel veel mensen blij mee maken. Met het SCK hebben we een kenniscentrum in het land dat tot de wereldtop behoort. De eerste minister heeft gezegd dat het geen solomissie betreft voor het SCK, want heel wat mensen staan aan de zijde van het centrum.

 

Ik vraag u alleen om ook aan de zijde van het SCK te staan en ervoor te zorgen dat de betreffende middelen worden besteed. Ik zal een motie indienen die u in die richting duwt. Ik ben er, na al uw geknik op wat ik heb gezegd, van overtuigd dat u mijn oproep absoluut ter harte zult nemen. Daar reken ik op.

 

Moties

Motions

 

De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Wollants en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Bert Wollants

en het antwoord van de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk,

beveelt aan

- opnieuw de middelen ten behoeve van het SMR-programma van het SCK-CEN aan te vullen zodat 100 miljoen ter beschikking is vanaf het jaar 2023;

- de notificaties bij de begroting 2023 aan te passen en het punt "ESA" te laten vervallen;

- het onderzoekprogramma SMR zoals ingediend door het SCK-CEN te beoordelen en ten laatste op 31 december 2022 een werkprogramma goed te keuren met startdatum 2023."

 

Une motion de recommandation a été déposée par M. Bert Wollants et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de M. Bert Wollants

et la réponse du secrétaire d'État pour la Relance et les Investissements, chargé de la Politique scientifique, adjoint au ministre de l'Économie et du Travail,

recommande

- de remettre à niveau les moyens au profit du programme SMR du SCK CEN de sorte qu’un montant de 100 millions d’euros soit disponible à partir de l’année 2023;

- d’adapter les notifications relatives au budget 2023 et de supprimer le point "ESA";

- d’évaluer le programme de recherche SMR tel que soumis par le SCK CEN et d’approuver le 31 décembre 2022 au plus tard un programme de travail dont la date de début sera fixée à 2023."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Wouter De Vriendt.

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf et Wouter De Vriendt.

 

18.04  Ahmed Laaouej (PS): Madame la présidente, je demande l'urgence pour le vote sur ces motions. (Assentiment)

 

De voorzitster: Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

19 Samengevoegde interpellaties van

- Annick Ponthier aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De opvolging van OSGW (ongewenst seksueel gedrag op het werk) bij Defensie" (55000346I)

- Darya Safai aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Seksueel grensoverschrijdend gedrag bij Defensie" (55000347I)

19 Interpellations jointes de

- Annick Ponthier à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le suivi en matière de harcèlement sexuel à la Défense" (55000346I)

- Darya Safai à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le harcèlement sexuel au sein de la Défense" (55000347I)

 

19.01  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, seksueel grensoverschrijdend gedrag vindt helaas plaats in alle geledingen van onze maatschappij. Dat is voor Defensie niet anders, want Defensie is een afspiegeling van onze maatschappij, of wil dat althans zijn. Uit een ontluisterende studie, uitgevoerd in 2016, in 2019 en 2021, blijkt dat maar liefst twee op de drie vrouwelijke militairen het slachtoffer worden van ongewenst seksueel gedrag op het werk. Een derde van hen zou daarvan een negatieve impact ondervinden op het mentaal welzijn, wat ongetwijfeld repercussies heeft voor hun beroepsmatig functioneren. Bijna de helft van de gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag is fysiek. In 9 % van de cases gaat het om verkrachting.

 

Mevrouw de minister, de problematiek die ik vandaag aankaart, is niet nieuw. Na het rapport van 2019 konden we zelfs vaststellen dat Defensie een communicatiecampagne organiseerde om een en ander te duiden. Toen ik twee jaar geleden en ook nog vorig jaar naar aanleiding van het onderzoek peilde naar de evaluatie en de verbetering van het preventiebeleid, de communicatie daarover ten aanzien van het burgerpersoneel en de militairen, de cijfers in verband met de meldingen voor het jaar 2021 en de maatregelen die u zou nemen om ongewenst seksueel gedrag te bestrijden, antwoordde u dat slachtoffers met klachten bij de psychosociale preventieadviseurs en de vertrouwenspersonen terechtkonden.

 

Van 2016 tot 2020 werden er volgens een schriftelijk antwoord op mijn vraag 56 klachten ingediend. Maar het werkelijke aantal ligt ongetwijfeld veel hoger, omdat slachtoffers al te vaak niet bereid zijn om er aangifte van te doen. De militaire vakbonden krijgen ook heel wat meldingen van seksueel ongewenst gedrag te verwerken, maar de slachtoffers voegen er vaak in één adem de vraag aan toe om hun meldingen met discretie te behandelen, precies uit vrees voor represailles.

 

Voorts wees u erop dat er een sensibiliseringscampagne werd uitgerold met twee uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt was een verhoging van de meldingsbereidheid, aangezien die bijzonder laag is, en daarmee samenhangend het toegankelijker maken van de meldingsstructuren. Ten tweede, de campagne doelde op het bespreekbaar maken van het thema, met een verbetering van de kennis erover.

 

Er zou ook een werkgroep opgericht zijn die zich over de problematiek buigt. Na al uw antwoorden en reacties hadden wij allemaal gehoopt dat er bij Defensie een performant preventie- en repressiebeleid tegen ongewenst seksueel gedrag zou komen. Toch klinkt op het terrein een heel ander verhaal en zien we een andere, heel bittere realiteit.

 

In de reportage van Terzake van afgelopen maandag getuigde de vrouwelijke militair Lena, uiteraard een pseudoniem, die het slachtoffer werd van seksueel misbruik. Zij zei het volgende: "Ik vecht normaal gezien, maar ik kon niet vechten. Mijn lichaam liet mij in de steek." Die getuigenis greep eenieder van ons naar de keel. Zij werd seksueel misbruikt door haar overste nadat er op een feestje vermoedelijk iets in haar drankje werd gedaan. Ook bij haar leefde toen de angst die ik daarnet aanhaalde, om tegen haar overste in te gaan. Zij kon niet onmiddellijk terecht bij de juiste diensten. Dit verlaagt uiteraard ook de meldingsbereidheid om klacht in te dienen.

 

Experts wijzen op een mentaliteitsprobleem binnen Defensie. Defensie is een harde wereld. Defensie is nog altijd een mannenwereld. Dat zult u met mij kunnen beamen, ondanks alle initiatieven die u ter zake wilt nemen. Er is een mentaliteitsprobleem, waarbij minder zware vergrijpen wel worden aangepakt, maar bijvoorbeeld gevallen van seksueel misbruik door de mazen van het net dreigen te glippen.

 

Mevrouw de minister, zoals wij allemaal weten, bestaat er bij Defensie een nultolerantie voor drugsgebruik. U weet dat het roken van een jointje, of erger, wordt bestraft. Men is daar heel strikt over, maar grensoverschrijdend gedrag ziet men blijkbaar meer door de vingers. U moet mij tegenspreken als dat niet het geval is, maar de feiten spreken voor zich.

 

Een en ander hangt vaak ook samen met de graad, dus met de machtspositie binnen de organisatie. Zo werd Lena's misbruiker wel veroordeeld, maar voorwaardelijk en met uitstel. Ik weet dat u daar niet kunt aan doen, maar men had eigenlijk op het terrein ook moeten ingrijpen. Buiten de justitiële weg die werd gevolgd, had Defensie ook een sanctie kunnen uitspreken.

 

Men heeft dat echter niet gedaan. De betrokkene heeft, aldus het slachtoffer, geen enkele impact gevoeld voor de job die hij bij Defensie uitoefende. Sorry, maar dat kan niet. Dat is onaanvaardbaar.

 

Ik vraag me af, samen met heel veel vrouwen, waar het fout loopt bij Defensie, mevrouw de minister. Wat zult u eraan doen? We hebben in dezelfde reportage trouwens ook gezien dat advocate Flamend stelde dat Defensie kordater moet optreden tegen de rotte appels en al zeker als het om een hiërarchische meerdere gaat die misbruik maakt van deze machtspositie. Ik citeer haar verder: "Je merkt dat er een mechanisme in werking treedt dat de indruk geeft dat de hiërarchie de zaken niet zo ernstig neemt en dat dezelfde hiërarchie een hand boven het hoofd gehouden wordt."

 

Mevrouw de minister, ik stel u graag volgende vragen. Welke maatregelen ter bestrijding van OSGW, ongewenst seksueel gedrag op het werk, hebt u genomen en zult u nog nemen? Welke maatregelen zult u eveneens nemen om de meldingsbereidheid te verhogen en om de zichtbaarheid van de meldingsstructuren te verbeteren? Zult u investeren in vorming om de kennis en bewustwording van deze problematiek te verbeteren binnen de organisatie? Zult u werk maken van meer open en transparante communicatie over deze problematiek binnen Defensie? Zult u een omstandig onderzoek voeren naar alle feiten van OSGW tijdens uw legislatuur? Dat wordt namelijk vooral gevraagd. Kunt u hierover nogmaals cijfers voorleggen? Vindt u, ten slotte, dat een strafrechtelijk veroordeelde dader van seksueel misbruik nog een plaats heeft bij Defensie?

 

19.02  Darya Safai (N-VA): Mevrouw de minister, in het duidingsprogramma Terzake getuigde een vrouwelijke militair over hoe ze het slachtoffer werd van seksueel geweld door haar baas en de moeilijke weg naar een vorm van gerechtigheid binnen de organisatie. Het was een verhaal zonder gelukkig einde, voorlopig.

 

De man is immers nog steeds in dienst en hij zou zelfs aanspraak maken op promotie, volgens de advocaat van het slachtoffer.

 

Defensie maakte die avond voor kijkend Vlaanderen geen al te beste beurt. Voor vele vrouwen binnen de organisatie zou het vaak een reden zijn te vertrekken. De cijfers uit de studie-Buyse logen er niet om. 67 % van hen zou tijdens hun carrière bij Defensie af te rekenen krijgen met seksuele intimidatie.

 

Defensie heeft een atypische bedrijfscultuur, één waar strikte hiërarchie, kameraadschap en loyaliteit vooropstaan. Het is een van de unieke selling points van de organisatie, iets waardoor vandaag duizenden jongeren in de rij staan om zich bij haar rangen te voegen, maar dat mag niet leiden tot een taboesfeer waar problemen als seksueel grensoverschrijdend gedrag onder tafel geschoven worden of afgedaan worden als fait divers.

 

Het beeld in de pers is nu dat er te weinig erkenning of steun is, en dat bezoedelt de goede naam van Defensie. Het voedt mee de aversie en zal geïnteresseerde vrouwen twee keer doen nadenken voor zij zich bij de rangen van ons leger willen voegen, juist wanneer wij moeten vechten om iedere rekruut.

 

Vandaar mijn vragen aan de minister.

 

Mevrouw de minister, u reageerde veroordelend op Twitter, maar welke stappen zult u concreet ondernemen om de uitwassen van het systeem aan te pakken, en om de sociale veiligheid binnen Defensie te verbeteren?

 

Wat zult u doen om de behandeling en de opvolging van gevallen van seksueel overschrijdend gedrag binnen Defensie te verbeteren?

 

Concreet in het dossier van Lena stelde haar advocaat dat het kabinet het zwijgen bewaart, en dat er niets is ondernomen tegen de dader.

 

Mevrouw de minister, zal uw kabinet of Defensie tot actie overgaan?

 

19.03 Minister Ludivine Dedonder: Mevrouw de voorzitster, sinds mijn aantreden aan het hoofd van Defensie heb ik van de herwaardering in het personeelsdomein een prioriteit gemaakt. Meer nog, die herwaardering is de rode draad in mijn engagement en mijn actie ten gunste van de vrouwen en mannen die gestalte geven aan dit departement. In dit kader staat welzijn op het werk centraal in het beleid dat ik voer. Als uitvloeisel hiervan is een globale preventieve en repressieve aanpak opgezet van afwijkend gedrag dat het welzijn van medewerkers schaadt. Vooraleer ik op die globale aanpak terugkom, wil ik benadrukken dat ik steeds, telkens ik op de hoogte werd gebracht van een schadelijk feit of gedrag voor de integriteit van een werknemer, of dat nu een burger of militair was, de grootste vastberadenheid heb getoond in de sanctie die onvermijdelijk volgde. In dat opzicht heb ik nooit compromissen gesloten en zal ik er ook geen sluiten. Bij mij geldt er een nultolerantie, zeker wanneer het gaat om intimidatie en seksueel geweld, waarvan vrouwen de belangrijkste slachtoffers zijn. Als er één ding is dat ik sinds het begin van de legislatuur onafgebroken heb herhaald, dan is het wel dat er op het departement naast racisme en extremisme geen ruimte is en nooit zal zijn voor seksisme en elke andere vorm van discriminatie en schending van de integriteit. Er is bij Defensie geen plaats voor beulen of pesters, net zomin als in de samenleving.

 

Enkele dagen geleden hebben we ons over alle maatschappelijke niveaus heen gemobiliseerd om nogmaals onze algemene inzet te benadrukken voor de strijd tegen alle vormen van geweld tegen vrouwen, inclusief seksuele intimidatie, en om onze steun te betuigen aan de talrijke slachtoffers.

 

Intimidatie en seksueel geweld zijn plagen die wij in het algemeen moeten uitbannen. Onze strijd hiertegen is gericht op elk ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft de waardigheid van een persoon te ondermijnen of een intimiderende, vijandige, vernederende of kwetsende omgeving te creëren.

 

Niet alleen als minister, maar ook als vrouw was ik dan ook zeer geraakt door de aangrijpende getuigenis van de vrouwelijke militair in Terzake die u aanhaalde. In dit verband kan ik bevestigen dat er tegen de dader van de betreffende feiten al een disciplinaire procedure tot het nemen van statutaire maatregelen was opgestart, uiteraard al voor de uitzending van de reportage.

 

Ik grijp terug naar enkele cijfers. Volgens de in juni 2021 gepresenteerde resultaten van een onderzoeksproject in opdracht van BELSPO, en gecoördineerd door professor dr. Ines Keygnaert van de Universiteit Gent, is 64 % van de Belgen tussen 16 en 69 jaar oud in de loop van hun leven het slachtoffer geweest van seksueel geweld. Meer specifiek gaat het over 81 % van de vrouwen en 48 % van de mannen. Die cijfers zijn vergelijkbaar met die van onze buurlanden.

 

Ondanks het bestaan van structuren binnen Defensie ter promotie van gelijke kansen en diversiteit is het duidelijk dat sommige vormen van discriminatie toch blijven bestaan en zelfs aan een zekere banalisering onderhevig zijn. Defensie blijft hier inderdaad niet van gespaard. Dat blijkt uit een studie van adjudant-majoor Kaatje Buyse, gepresenteerd in november 2021, over het voorkomen en de impact van seksuele intimidatie op het werk op de algemene gezondheid, het welzijn en de productiviteit van de werknemers bij Defensie.

 

In de studie zegt 67,4 % van de 399 ondervraagde vrouwelijke militairen immers al het slachtoffer te zijn geweest van seksuele intimidatie door collega's. Ook hier is een mentaliteitswijziging nodig, maar we hebben niet gewacht om al aan het werk te gaan. Zoals ik u vertelde, heb ik al van bij mijn aantreden geëist dat er maatregelen zouden worden genomen om Defensie, zijn leidinggevenden en al het personeel te helpen in de strijd tegen discriminatie in brede zin en a fortiori tegen seksuele intimidatie.

 

Met name op het gebied van preventie zijn er meteen maatregelen genomen. We hebben met de defensiestaf en de vakbonden samengewerkt om een handvest op te stellen met normen en waarden die al het defensiepersoneel, militair of burger, moet respecteren. Die normen en waarden moeten helpen om ons departement inclusiever te maken en ervoor te zorgen dat iedereen zich welkom kan voelen. Het uitwerken van passende procedures moet het voor Defensie makkelijker maken om op te treden tegen militairen of burgers die deze gemeenschappelijke normen en waarden niet respecteren, met als ultieme maatregel de mogelijkheid om het dienstverband van de betrokkenen te beëindigen.

 

Zoals u weet, is er in 2021 ook bij Defensie een grote sensibiliseringscampagne gevoerd tegen ongewenst seksueel gedrag op het werk. Die campagne had twee uitgangspunten. Ten eerste wou ze de bereidheid vergroten om ongewenst seksueel gedrag op het werk te melden en de toegankelijkheid van de meldstructuur vergroten door het onderwerp binnen en buiten Defensie bespreekbaar te maken. Ten tweede wou ze de mogelijkheid stimuleren om het probleem op de werkvloer te bespreken en kennis aanreiken over hoe om te gaan met meldingen, door middel van een pilootinterventie.

 

Dat is een opleiding die in pilooteenheden is getest op inhoud en ontvankelijkheid en die specifiek is gericht op leidinggevenden. Tijdens de eindevaluatie van de campagne werden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan, om waar nodig het preventiebeleid op dat vlak bij te sturen.

 

De campagne heeft het onder meer mogelijk gemaakt om in 2021 het aantal meldingen te verhogen, uitgesplitst naargelang ze werden ingediend en verwerkt bij verschillende bevoegde instanties. In dat kader werden uiteraard de strengste repressieve maatregelen getroffen.

 

De dienst Klachtenmanagement van Defensie, die afhangt van de Algemene Inspectie Defensie, behandelde in 2021 zes dossiers tegenover vier dossiers in 2020. Bij de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, die afhangt van onze algemene directie Health & Well-being, werden in 2021 24 dossiers behandeld tegenover 13 in 2020. Tot slot kreeg de dienst Tuchtzaken van de algemene directie Human Resources te maken met zestien dossiers in 2021 tegenover slechts twee dossiers in 2020. In totaal konden in 2021 dus 46 klachten worden afgehandeld tot de sanctie, in vergelijking met slechts 19 klachten in 2020 wegens gebrek aan maatregelen.

 

Die aanzienlijke toename van het aantal geïdentificeerde en effectief behandelde gevallen toont aan dat onze campagne niet heeft gefaald in haar doel om een einde te maken aan taboes en het onderwerp bespreekbaar te maken. De strijd in dat kader gaat uiteraard door.

 

Ik herinner u er ook aan dat er naast de sensibiliseringscampagne ook andere initiatieven zijn genomen in de strijd tegen ongewenst seksueel gedrag. De dienst Human Resources Competence Development heeft een interactieve module gemaakt over onaangepast gedrag, speciaal voor de instructeurs van Defensie.

 

De dienst Klachtenmanagement van de Algemene Inspectie Defensie heeft een anonieme klachtenprocedure opgestart die de melding toegankelijker maakt. Er is ook psychosociale ondersteuning, zodat slachtoffers rechtstreeks worden opgevangen door vertrouwenspersonen en preventieadviseurs. Er zijn aanvullende vormingen gepland tijdens de cursus voor hoofdofficieren en voor de instructeurs van Saffraanberg. Daarnaast worden er ad-hoctrainingen en -vormingen gegeven op verzoek van de eenheden en vormingsverantwoordelijken. Voortaan krijgen ook jonge rekruten tijdens hun militaire initiatiefase een opleiding rond de bestrijding van intimidatie en ongewenst seksueel gedrag. Ook wordt er jaarlijks een integriteitsweek georganiseerd om al die preventieactiviteiten nog te versterken.

 

Over de bestrijding van grensoverschrijdend gedrag in het algemeen werd via meerdere kanalen gecommuniceerd en bij de medewerkers werd opnieuw het groene nummer verspreid als herinnering dat mogelijke slachtoffers en getuigen dat gedrag kunnen melden en zich kunnen informeren over mogelijke maatregelen. Naast de oprichting van een permanente werkgroep rond pesterijen en seksueel geweld zullen de bestaande vormingen rond preventie op dat vlak verder uitgewerkt worden in het vormingsconcept welzijn.

 

Tot slot volgen we met bijzondere aandacht de behandeling van het voorstel van resolutie over de creatie van een veilige werkomgeving bij Defensie van de Vooruit- en de PS-fracties, dat hopelijk op de steun van de voltallige Kamer zal kunnen rekenen en zo snel mogelijk zal worden goedgekeurd.

 

Hoe dan ook zal Defensie haar beleid om risico's van ongewenst gedrag te voorkomen, handhaven zo lang als dat nodig is. De straf zal altijd meedogenloos en in verhouding tot de overtreding zijn.

 

Sterker nog, waar nodig zullen altijd de strengste maatregelen worden genomen tegen elke houding die tegen de integriteit indruist. Zodra een dossier van gedrag dat ingaat tegen de normen en waarden die Defensie uitdraagt onder mijn aandacht komt, zal ik uiteraard nooit mijn ogen sluiten.

 

19.04  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. U hebt een hele toelichting gegeven over de genomen en nog te nemen maatregelen. U zegt dat u de zaak zult opvolgen. Ik herinner u toch aan de woorden van het slachtoffer wiens getuigenis we afgelopen maandag hebben mogen horen, Lena. Ze vond het nog een slag in het gezicht van het slachtoffer dat er voor haar misbruiker, ook al was hij veroordeeld, niets was veranderd, aangezien hij zijn functie bij Defensie kon voortzetten, net alsof hem nog een hand boven het hoofd werd gehouden, terwijl hij toch een stuk van haar had afgenomen. Meer nog, hij zou op een lijst met medewerkers die in aanmerking komen voor promotie, hebben gestaan.

 

Ik ben dan ook blij te vernemen dat er in dat specifieke geval, en hopelijk in nog veel andere gevallen, een sanctieprocedure werd opgestart. Ik hoop dat die lijn wordt doorgetrokken, zeker als het over zulke ernstige gevallen gaat.

 

De cultuur van straffeloosheid en vooral ook de angst en schaamte bij het slachtoffer voor represailles verlagen de meldingsbereidheid en houden seksueel ongewenst gedrag op het werk in stand. U hebt een bewustmakingscampagne opgestart. U hebt meldpunten geïnitialiseerd. Er zijn preventieadviseurs, vertrouwenspersonen en werkgroepen.

 

Er wordt inderdaad – ik heb dit vastgesteld in de cijfers die u mij hebt bezorgd in antwoord op mijn schriftelijke vraag – vaker melding gemaakt van ongewenst seksueel gedrag. Dat is een positief punt, maar u kunt niet ontkennen dat er in de praktijk in uw organisatie en de samenleving tout court onrecht ter zake blijft bestaan.

 

Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.

Président: Eliane Tillieux, présidente.

 

We mogen dus inderdaad niet banaliseren. Daarin hebt u gelijk.

 

U spreekt ook over nultolerantie. Ik heb contact opgenomen met een aantal vakorganisaties en als we de getuigenissen horen, denk ik dat die nultolerantie op dit moment nog niet ten volle wordt gehanteerd. Ik roep u dan ook op om samen met ons de wil te tonen om daarmee korte metten te maken, niet alleen preventief, maar ook voor een kordate aanpak van de daders.

 

Ik dien daarom, mevrouw de voorzitster, zo dadelijk een motie van aanbeveling in. De motie roept op tot een omstandig onderzoek naar alle feiten van ongewenst seksueel gedrag op het werk, tot een verbetering van de meldingsstructuren en de toegankelijkheid ervan, tot investeringen in vorming om de kennis over de problematiek te verbeteren, tot meer en transparantere communicatie naar burgerpersoneel en militairen toe en – en dat wordt ook gevraagd door de mensen op het terrein – tot een doortastende screening bij de aanwerving van nieuwe rekruten. Ik weet dat u een doelstelling hebt vooropgesteld om het aantal militairen deze legislatuur op te trekken tot 29.000. Ik hoop oprecht dat daarvoor de lat niet wordt verlaagd als het gaat om de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen. Ik hoop dat u daarvoor ook aandacht hebt.

 

Seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft geen plaats in onze samenleving, dus ook niet bij onze Defensie. In de aanpak en de bestrijding daarvan zult u in ons een partner vinden. Ik dien nu mijn motie van aanbeveling in bij de voorzitster.

 

19.05  Darya Safai (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

In de twee jaar dat ik lid ben van de commissie voor Landsverdediging heb ik echt appreciatie gekregen voor onze mannen en vrouwen in uniform, die zich dagelijks inzetten in vaak moeilijke omstandigheden. Ik wik en weeg dus mijn woorden omdat ik niet wil insinueren dat er zich een algemeen probleem voordoet bij onze militairen, maar net als in alle andere organisaties moeten de rotte appels eruit.

 

Ik hoop dat u zich als vakminister daarvoor zult blijven inzetten en ik zal een motie indienen die u verder in die richting kan helpen.

 

Moties

Motions

 

De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Annick Ponthier en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties van de dames Annick Ponthier en Darya Safai

en het antwoord van de minister van Defensie,

- overwegende het feit dat twee op de drie vrouwelijke militairen met OSGW te maken krijgen in hun loopbaan;

- overwegende het feit dat een op de drie daarvan een negatieve impact ondervindt op het mentaal welzijn;

- overwegende diverse studies die deze cijfers blootlegden;

- overwegende mijn eerdere schriftelijke vragen en de mondelinge vraag waarin ik naar cijfers in verband met de problematiek en naar de evaluatie van het beleid, alsook naar nieuwe maatregelen peilde;

- overwegende uw antwoord daarop, dat wees op een sensibiliseringscampagne, de bestaande preventieadviseurs en vertrouwenspersonen en de te volgen wetgeving inzake welzijn op het werk en dat de cijfers inzake meldingen weergaf;

- overwegende de recente en onthutsende Terzake-reportage, die pijnlijk aantoonde dat seksueel misbruik binnen Defensie hardnekkig overeind blijft;

- overwegende dat sommige daders, zelfs na veroordeling, geen reële sanctie door Defensie worden opgelegd en hun loopbaan ongehinderd kunnen voortzetten;

- overwegende dat door deze straffeloosheid de meldingsbereidheid verlaagt;

- overwegende dat uit de reportage blijkt dat de meldingsstructuren nog steeds niet toegankelijk genoeg zijn en de angst om klachten aan te geven blijft bestaan, hetgeen met loyaliteit aan Defensie, met schaamte, maar ook met schrik voor repercussie op de loopbaan te maken heeft;

vraagt dat de regering

- een omstandig onderzoek voert naar alle feiten van OSGW onder deze legislatuur en hier nogmaals cijfers over voorlegt per component, per dienst en per taalrol;

- zo snel mogelijk maatregelen neemt om de meldingsbereidheid te verhogen en de zichtbaarheid van de meldingsstructuren te verbeteren;

- in vorming investeert om kennis en bewustwording over de problematiek te verbeteren binnen de organisatie;

- werk maakt van meer open en transparante communicatie over de problematiek binnen Defensie;

- bij het aanwervingsbeleid een doortastende screening organiseert met (onder meer) als criterium de mentaliteit en waarde van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw;

- er steeds over waakt dat dit beleid, dat reëel grensoverschrijdend gedrag moet voorkomen en bestrijden, nooit uitmondt in een overreactie of heksenjacht."

 

Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Annick Ponthier et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu les interpellations de Mmes Annick Ponthier et Darya Safai

et la réponse de la ministre de la Défense,

- considérant que deux femmes militaires sur trois sont confrontées à des faits de harcèlement sexuel sur le lieu de travail au cours de leur carrière;

- considérant qu'une militaire concernée sur trois ressent les effets négatifs de ces agissements sur son bien-être mental;

- considérant les diverses études qui ont permis d'établir ces chiffres;

- considérant mes questions écrites précédentes et la question orale dans le cadre desquelles je demandais des statistiques relatives à ce problème ainsi qu'une évaluation de la politique et je m'enquérais d'éventuelles nouvelles mesures;

- considérant la réponse que vous avez donnée à ces questions, dans laquelle vous évoquiez une campagne de sensibilisation, l'existence des conseillers en prévention actuels et des personnes de confiance et la législation à respecter en matière de bien-être sur le lieu de travail et dans laquelle vous communiquiez les chiffres en matière de signalements;

- considérant le reportage ahurissant diffusé récemment dans le cadre de l'émission Terzake, qui montrait la réalité pénible et persistante des abus sexuels à la Défense;

- considérant que certains auteurs, même après avoir été condamnés, ne reçoivent pas de réelle sanction à la Défense et peuvent poursuivre leur carrière sans être inquiétés;

- considérant que cette impunité abaisse la propension des victimes à dénoncer les faits;

- considérant qu'il apparaît dans ce reportage que les structures de signalement ne sont toujours pas assez accessibles et que la peur de déposer plainte persiste, une attitude dictée par la loyauté à la Défense, par la honte, mais également par la crainte des répercussions sur la carrière;

demande au gouvernement

- de mener une enquête circonstanciée sur tous les faits de harcèlement sexuel sur le lieu de travail ayant eu lieu au cours de cette législature et de présenter ici même une nouvelle fois des chiffres par composante, par service et par rôle linguistique;

- de prendre le plus rapidement possible des mesures en vue d'accroître la propension à dénoncer les faits et d'améliorer la visibilité des structures de signalement;

- d'investir dans des formations visant à améliorer les connaissances en la matière au sein de l'organisation et à conscientiser cette dernière en ce qui concerne cette problématique;

- de veiller à ce qu'une communication plus ouverte et plus transparente soit adoptée au sein de la Défense concernant cette problématique;

- de mettre en place un filtrage très performant dans le cadre de la politique de recrutement en appliquant (notamment) le critère de la mentalité et de la valeur accordée à l'égalité des hommes et des femmes;

- de toujours veiller à ce que cette politique, qui doit être axée sur la prévention des comportements réellement transgressifs et sur la lutte contre ces derniers, ne débouche jamais sur une réaction exagérée ou sur une chasse aux sorcières."

 

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Darya Safai en de heren Theo Francken en Peter Buysrogge en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties van de dames Annick Ponthier en Darya Safai

en het antwoord van de minister van Defensie,

vraagt de regering

de sociale bescherming binnen Defensie te verhogen."

 

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Darya Safai et MM. Theo Francken et Peter Buysrogge et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu les interpellations de Mmes Annick Ponthier et Darya Safai

et la réponse de la ministre de la Défense,

demande au gouvernement

d’accroître la protection sur le plan social au sein de la Défense."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Wouter De Vriendt.

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf et Wouter De Vriendt.

 

19.06  Ahmed Laaouej (PS): Madame la présidente, je demande l'urgence pour le vote sur ces motions. (Assentiment)

 

De voorzitster: Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

20 Renvoi d'une proposition à une autre commission

20 Verzending van een voorstel naar een andere commissie

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 30 novembre 2022, je vous propose de renvoyer la proposition de résolution suivante à la commission de l’Économie, de la Protection des consommateurs et de l’Agenda numérique:

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 30 november 2022 stel ik u voor het volgende voorstel van resolutie te verzenden naar de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda:

 

La proposition de résolution (MM. Koen Metsu et Christoph D’Haese, Mme Darya Safai et MM. Theo Francken, Joy Donné, Michael Freilich et Tomas Roggeman) concernant le fonds de garantie pour les victimes du terrorisme, n° 2057/1.

Het voorstel van resolutie (de heren Koen Metsu en Christoph D’Haese, mevrouw Darya Safai en de heren Theo Francken, Joy Donné, Michael Freilich en Tomas Roggeman) betreffende het garantiefonds voor slachtoffers van terrorisme, nr. 2057/1.

 

Cette proposition de résolution avait été précédemment renvoyée à la commission de la Justice.

Dit voorstel van resolutie werd eerder verzonden naar de commissie voor Justitie.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

21 Demandes d'urgence émanant du gouvernement

21 Urgentieverzoeken van de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi-programme, n° 3015/1.

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het ontwerp van programmawet, nr. 3015/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

21.01  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Madame la présidente, il s'agit d'une demande d'urgence légitimée par le contexte social et énergétique que nous vivons actuellement. Le gouvernement demande donc un accord sur cette loi-programme afin de mettre en oeuvre les mesures urgentes qui ont été décidées par lui.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 15 mai 2014 portant exécution du pacte de compétitivité, d’emploi et de relance, relatif à la seconde prolongation de la période d’application des zones d’aide et introduisant une dispense de versement de précompte professionnel pour les employeurs touchés par une calamité naturelle, n° 3018/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, betreffende de tweede verlenging van de toepassingsperiode van de steunzones en tot invoering van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor werkgevers die getroffen worden door een natuurramp, nr. 3018/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

21.02 Staatssecretaris Thomas Dermine: De toepassingsperiode van de steunzones rond Genk en Turnhout is sinds 31 oktober 2022 afgelopen. Hierdoor kunnen er geen nieuwe aanvragen meer worden ingediend voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorting voor steunzones die betrekking hebben op nieuwe investeringen in deze steunzones. Er is een ook bijkomende vraag voor de Vesdervallei, die in de zomer van 2021 getroffen werd door de overstromingen. Om verder onnodig uitstel te vermijden en gelet op het belang deze tewerkstellingsstimuli zou spoedig mogelijk ingang te laten vinden, is het dan ook aangewezen om dit onderwerp nog voor het kerstreces te behandelen.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant diverses dispositions concernant les relations collectives de travail, n° 3019/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van verschillende bepalingen inzake de collectieve arbeidsbetrekkingen, nr. 3019/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

21.03  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Madame la présidente, la demande émane de mon collègue Pierre-Yves Dermagne pour un projet de loi qui vise à modifier diverses dispositions concernant les relations collectives de travail et qui regroupe plusieurs dispositions qui ont un impact direct sur la concertation sociale qui se déroule chaque jour au niveau interprofessionnel, sectoriel et des entreprises.

 

Il est essentiel que certaines dispositions puissent être votées et publiées avant la fin de l'année, faute de quoi il y aurait un vide juridique quant à la validité de certaines conventions collectives et de certains arrêtés royaux qui fixent les conditions de travail spécifiques à un secteur. Sur cette base, l'urgence est demandée.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 10 mai 2007 tendant à lutter contre la discrimination entre les femmes et les hommes, la loi du 30 juillet 1981 tendant à réprimer certains actes inspirés par le racisme ou la xénophobie, la loi du 10 mai 2007 tendant à lutter contre certaines formes de discrimination, et la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l’exécution de leur travail, pour ce qui concerne la protection contre les mesures préjudiciables, n° 3021/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van de wet tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, en de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wat de bescherming tegen nadelige maatregelen betreft, nr. 3021/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

21.04  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Madame la présidente, il s'agit d'une demande de la secrétaire d'État à l'Égalité des genres, à l'Égalité des chances et à la Diversité. Dans un arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne, l'arrêt Hakelbracht, la Cour a estimé que la protection contre des mesures préjudiciables dont bénéficient les victimes de discrimination utilisant des recours juridiques ainsi que les témoins était trop limitée et non conforme.

 

Il y avait une date limite de transposition, le 15 août 2008. La Commission européenne a également engagé une procédure d'infraction contre la Belgique le 29 avril 2015. Il faut donc modifier la "loi genre" sur ce point et, à défaut d'une mise en conformité rapide vu le délai depuis la publication de l'arrêt, la Belgique risque une nouvelle procédure d'infraction. Pour cette raison, l'urgence est demandée.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 4 novembre 2020 portant diverses mesures sociales suite à la pandémie de COVID-19 et la loi du 23 décembre 2021 modifiant la loi du 4 novembre 2020 portant diverses mesures sociales suite à la pandémie de COVID-19, n° 3026/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie en van de wet van 23 december 2021 tot wijziging van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie, nr. 3026/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

21.05 Staatssecretaris Thomas Dermine: Dit is een urgentieverzoek voor het ontwerp van de wet ter wijziging van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID19-pandemie en de wet van 23 december 2021 tot wijziging van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID19-pandemie.

 

De urgentie is ingegeven door het feit dat de wet van 4 november 2020 buiten werking treedt op 1 januari 2023. Zoals de Raad van State opmerkt in zijn advies is een verlenging zoals die voorligt in dit ontwerp slechts mogelijk vóór de opheffing van de bepalingen.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi instaurant le "Trajet Retour Au Travail" sous la coordination du "Coordinateur Retour Au Travail" dans l’assurance indemnités des travailleurs indépendants et des conjoints aidants, n° 3027/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot invoering van het "Terug Naar Werk-traject" onder de coördinatie van de "Terug Naar Werk-coördinator" in de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen en meewerkende echtgenoten, nr. 3027/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

21.06  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Madame la présidente, il s'agit d'une demande du ministre David Clarinval. L'urgence est motivée par le fait que le projet de loi doit entrer en vigueur avant le 1er janvier 2023. Il convient donc qu'il soit traité au plus vite afin que les mutualités reçoivent la notification concernée avant cette date.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi instaurant une contribution de solidarité temporaire à charge du secteur pétrolier, n° 3034/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot vaststelling van een tijdelijke solidariteitsbijdrage van de oliesector, nr. 3034/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

21.07  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Madame la présidente, le projet de loi prévoit de faire contribuer les entreprises du secteur énergétique qui ont bénéficié de surprofits à la suite de la crise de l'énergie et de l'augmentation des prix que nous traversons depuis le début de l'année.

 

Le présent projet de loi réglemente la contribution de solidarité temporaire instaurée à charge du secteur pétrolier par mètre cube de produits mis à la consommation entre le 1er janvier 2022 et le 31 décembre 2023. Par conséquent, cette loi devrait être votée et publiée endéans l'année, donc avant le 31 décembre prochain. Dès lors, l'urgence est demandée pour inscrire le projet de loi à l'ordre du jour de la prochaine Conférence des présidents.

 

21.08  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, wij zullen dit urgentieverzoek natuurlijk steunen. Het gaat om de eerste overwinstentaks en wij wachten daar al lang op. De urgentie wordt nu gevraagd voor het wetsontwerp betreffende overwinsten van de oliesector. Mijn vraag gaat eigenlijk over de andere wet. Het wetsontwerp voor de overwinstentaks op de elektriciteitssector is namelijk nog veel belangrijker, want die moet bij ENGIE het geld gaan halen.

 

Dat tweede wetsontwerp is aanstaande dinsdag geagendeerd. Volgens de agenda is ons wetsvoorstel daaraan gekoppeld, maar wij weten eigenlijk niet aan welke tekst ons wetsvoorstel is gekoppeld, want voor dat tweede wetsontwerp is er nog geen tekst beschikbaar en het heeft ook nog geen nummer. Wij vragen ons dus af wanneer die tekst er zal zijn, want de klok tikt. Het is vandaag 1 december en het wetsontwerp voor de overwinstentaks moet vóór het jaareinde van 202 2worden goedgekeurd, zoniet lopen we de overwinsten van 2022 mogelijk mis. Ik wil de regering erop attenderen dat er mogelijk ook een tweede lezing kan worden gevraagd. Het is belangrijk en we wachten al zeer lang op die tekst.

 

La présidente: Madame Merckx, je comprends votre souci mais nous sommes en train de décider de l'urgence à propos d'un texte du gouvernement et cela n'a rien à voir dans notre ordre du jour.

 

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant, en application de l’article 71 de la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile, confirmation de l’arrêté royal exécutant l’article 67, alinéa 2, de cette loi, n° 3035/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende bekrachtiging van het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 67, tweede lid van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, in toepassing van artikel 71 van deze wet, nr. 3035/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

21.09 Staatssecretaris Thomas Dermine: Mevrouw de voorzitster, het urgentieverzoek wordt gemotiveerd door het feit dat dit overeenkomstig artikel 71 van voormelde wet door een wet moet worden bekrachtigd voor 14 januari 2023. Het wetsontwerp is in het licht van het voorgaande bijgevolg urgent, hetgeen de toepassing van artikel 51 van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers verantwoordt.

 

21.10  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik was misschien de enige maar ik heb met zeer veel aandacht naar uw motivering geluisterd. Wij kunnen hier afwisselend met ja of nee op de urgentie reageren. Wij doen dat namelijk niet blindelings. Ik wil echter wel opmerken dat dit de achtste vraag om urgentie is van de regering in één zitting. Er zijn twee mogelijkheden: ofwel wordt er misbruik gemaakt van de procedure, ofwel is de regering niet in staat om haar werk tijdig af te leveren. Het kan ook een combinatie van de twee zijn. Ik heb vorig jaar aan de eerste minister bij de bespreking van de beleidsbrief gevraagd dat er toch paal en perk zou worden gesteld aan dat misbruik. Hij heeft toen geantwoord dat hij daarover met de regering zou overleggen. Dat overleg van de eerste minister heeft blijkbaar opnieuw zeer weinig indruk gemaakt op zijn collega's.

 

Hier wordt misbruik gemaakt van de procedure. Toch zullen wij de urgentie voor dit ontwerp steunen. Wij bekijken elk geval dus specifiek. Ik wil de regering echter verzoeken om daar toch een klein beetje fatsoenlijker mee om te springen.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

22 Prise en considération de propositions

22 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement. (art. 75, n° 5, Rgt)

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demande d'urgence

Urgentieverzoek

 

22.01  Ahmed Laaouej (PS): Madame la présidente, nous demandons l'urgence pour la proposition de loi visant à neutraliser l'article 1.7 du livre 1er du Code civil en ce qui concerne le droit du travail et la sécurité sociale et l'assistance sociale, n° 3039/1.

 

Elle a pour objet de modifier le Code civil afin de préciser la notion de "jours ouvrables" et elle doit entrer en vigueur avant le 1er janvier 2023. Chacun comprendra qu'il est important qu'on puisse préciser ces notions, raison pour laquelle nous demandons l'urgence.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

22.02 Maxime Prévot (Les Engagés): Madame la présidente, nous avons été sollicités par Mme Reuter pour un pairage. Celui-ci se fera de facto, en raison de l'absence de notre collègue, Mme Fonck. J'ai également été sollicité par M. Ducarme, avec qui j'ai accepté de pairer.

 

La présidente: Merci, monsieur Prévot, il en est pris note.

 

22.03  Peter De Roover (N-VA): Vanzelfsprekend is collega Chanson om de bekende redenen nog altijd niet in de mogelijkheid mee te stemmen. Collega Goethals zal haar stemgedrag daarom aanpassen.

 

Ook collega Dewael ontbreekt vandaag, om redenen die te respecteren zijn. Daarom zal collega Raskin zijn stemgedrag aanpassen.

 

Er is enig misverstand binnen de meerderheid, meen ik, want wij zouden ook mevrouw Reuter depanneren, maar ik heb begrepen dat dit geen twee keer nodig is.

 

22.04  Josy Arens (Les Engagés): Madame la présidente, je vous signale que je paire avec Mme Mélissa Hanus.

 

La présidente: J'en prends note!

23

Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Bert Wollants sur "Le financement du programme SMR du SCK CEN" (n° 345)

23 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Bert Wollants over "De financiering van het SMR-programma van het SCK CEN" (nr. 345)

 

Cette interpellation a été développée en séance plénière de ce jour.

Deze interpellatie werd gehouden in de plenaire vergadering van heden.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 345/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Bert Wollants;

- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf et Wouter De Vriendt.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 345/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Wollants;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Wouter De Vriendt.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

77

Oui

Nee

49

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

130

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

24 Motions déposées en conclusion des interpellations de

- Mme Annick Ponthier sur "Le suivi en matière de harcèlement sexuel à la Défense" (n° 346)

- Mme Darya Safai sur "Le harcèlement sexuel au sein de la Défense" (n° 347)

24 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van

- mevrouw Annick Ponthier over "De opvolging van OSGW bij Defensie" (nr. 346)

- mevrouw Darya Safai over "Seksueel grensoverschrijdend gedrag bij Defensie" (nr. 347)

 

Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.

Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van heden.

 

Trois motions ont été déposées (MOT n° 346/1):

- une première motion de recommandation a été déposée par Mme Annick Ponthier;

- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Darya Safai et MM. Theo Francken et Peter Buysrogge;

- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf et Wouter De Vriendt.

Drie moties werden ingediend (MOT nr. 346/1):

- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Annick Ponthier;

- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Darya Safai en de heren Theo Francken en Peter Buysrogge;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Wouter De Vriendt.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

76

Oui

Nee

49

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

129

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

25 Projet de loi portant création de la Commission du travail des arts et améliorant la protection sociale des travailleurs des arts, tel qu’amendé lors de la séance plénière du 24 novembre 2022 (2864/10)

25 Wetsontwerp tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers, zoals geamendeerd tijdens de plenaire vergadering van 24 november 2022 (2864/10)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

77

Oui

Nee

32

Non

Onthoudingen

21

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi, tel qu’amendé. Il sera soumis à la sanction royale. (2864/11)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp zoals geamendeerd aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2864/11)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

26 Projet de loi visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et plus ferme IIbis (2824/9)

26 Wetsontwerp om justitie menselijker, sneller en straffer te maken IIbis (2824/9)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

105

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

25

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2824/10)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2824/10)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

27 Projet de loi portant modification de la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (2965/3)

27 Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (2965/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

129

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

129

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2965/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2965/4)

 

28 Proposition de rejet par la commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales de la proposition de loi modifiant la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière en vue d'incriminer la prise et la diffusion d'images de victimes d'accidents de la route (2836/1-2)

28 Voorstel tot verwerping door de commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer teneinde het maken en verspreiden van beelden van verkeerslachtoffers strafbaar te stellen (2836/1-2)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 6)

Oui

92

Ja

Non

14

Nee

Abstentions

23

Onthoudingen

Total

129

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 2836/1 est donc rejetée.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 2836/1 is dus verworpen.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

29 Proposition de rejet par la commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales de la proposition de loi modifiant diverses dispositions relatives à la concession de services pour la distribution de journaux et de périodiques reconnus (1957/1-2)

29 Voorstel tot verwerping door de commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van het wetsvoorstel tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de concessie voor de bezorging van erkende kranten en erkende tijdschriften (1957/1-2)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 7)

Oui

92

Ja

Non

33

Nee

Abstentions

3

Onthoudingen

Total

128

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 1957/1 est donc rejetée.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 1957/1 is dus verworpen.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

30 Adoption de l’ordre du jour

30 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 8 décembre 2022 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 8 december 2022 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 19 h 25.

De vergadering wordt gesloten om 19.25 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 218 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 218 bijlage.

 


DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

 

DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

077

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

Non        

049

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Roggeman Tomas, Safai Darya, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

004

Onthoudingen

 

Arens Josy, Goethals Sigrid, Prévot Maxime, Raskin Wouter

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

076

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

Non        

049

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Roggeman Tomas, Safai Darya, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

004

Onthoudingen

 

Arens Josy, Goethals Sigrid, Prévot Maxime, Raskin Wouter

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

077

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

Non        

032

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Peel Valerie, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

021

Onthoudingen

 

Arens Josy, Bury Katleen, Dallemagne Georges, Depoortere Ortwin, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Matz Vanessa, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

105

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

025

Onthoudingen

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

129

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

092

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

Non        

014

Nee

 

Bury Katleen, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

Abstentions

023

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

092

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

Non        

033

Nee

 

Anseeuw Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Pas Barbara, Ponthier Annick, Roggeman Tomas, Safai Darya, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

Abstentions

003

Onthoudingen

 

De Smet François, Goethals Sigrid, Raskin Wouter