Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 10 april 2025 Namiddag ______ |
du Jeudi 10 avril
2025 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover, voorzitter.
La séance est ouverte à 14 h 16 et présidée par M. Peter De Roover, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est
ouverte.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U
kunt die terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
David
Clarinval.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 9 april 2025 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 9 avril 2025, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Aan de orde is de geheime stemming voor de benoeming van de directeur van de autorisatie- en adviesdienst van de Gegevensbeschermingsautoriteit.
L'ordre du jour appelle le scrutin secret en vue de la nomination du directeur du service d'autorisation et d'avis de l'Autorité de protection des données.
De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 19 december 2024.
Les candidatures ont été annoncées au cours de la séance plénière du 19 décembre 2024.
De commissie voor Justitie heeft de kandidaten gehoord op 25 februari 2025.
La commission de la Justice a entendu les candidats le 25 février 2025.
De rapporteur heeft verslag uitgebracht over de hoorzittingen in de Conferentie van voorzitters op 19 maart 2025.
Le rapporteur a fait rapport de ces auditions en Conférence des présidents le 19 mars 2025.
Overeenkomstig artikel 40 van de wet van 3 december 2017 telt het directiecomité, de voorzitter uitgezonderd, evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden.
Conformément à l’article 40 de la loi du 3 décembre 2017, le comité de direction, excepté le président, compte autant de membres néerlandophones que francophones.
Minstens één lid van het directiecomité dient over de functionele kennis van het Duits te beschikken.
Au moins un membre du comité de direction doit disposer d’une connaissance fonctionnelle de l’allemand.
Gelet op de benoeming van de heren Koen Gorissen en Hielke Hijmans en mevrouw Anne-Charlotte Recker tot respectievelijk voorzitter, directeur van de geschillenkamer en directrice van de eerstelijnsdienst van de Gegevensbeschermingsautoriteit, is aan die voorwaarde reeds voldaan.
Vu la nomination de MM. Koen Gorissen et Hielke Hijmans et de Mme Anne-Charlotte Recker, respectivement en qualités de président, de directeur de la chambre contentieuse et de directrice du service de première ligne de l'Autorité de protection des données, il est déjà satisfait à cette condition.
Artikel 40, § 2, van dezelfde wet bepaalt dat hoogstens drie vijfde van de leden van het directiecomité tot hetzelfde geslacht behoort.
L’article 40, § 2, de la même loi dispose qu’au maximum trois cinquièmes des membres du comité de direction sont du même sexe.
Het stuk met de naam van de kandidaten die voor
het mandaat in aanmerking komen, werd rondgedeeld. (798/1)
Le document portant le nom des candidats qui
entrent en ligne de compte pour ce mandat vous a été distribué. (798/1)
De stembiljetten zullen worden uitgedeeld in zaal 3, waar u uw stem kunt uitbrengen vanaf nu tot 16.30 uur.
Les bulletins de vote seront distribués en salle 3, où vous pouvez émettre votre vote à partir de maintenant jusque 16 h 30.
Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.
Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.
Om geldig te stemmen, dient men het vakje naast de naam van de gekozen kandidaat aan te kruisen.
Pour un vote valable, il convient de tracer une croix dans la case figurant en regard du nom du candidat choisi.
Zijn ongeldig de stemmen uitgebracht op meer dan één kandidaat.
Sont nuls, les suffrages exprimés en faveur de plus d'un candidat.
Ik herinner eraan dat enkel de leden de stembiljetten in ontvangst kunnen nemen, ze ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus te deponeren.
Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir les bulletins de vote, ceux-ci doivent être remplis sur place et déposés dans l’urne.
Zodra de geheime stemming gesloten is, stel ik u voor dat de stembiljetten geteld worden in zaal 3, in aanwezigheid van de stemopnemers.
Dès que le scrutin secret est clos, je vous propose de procéder au dépouillement dans la salle 3, en présence des scrutateurs.
Ik stel u voor om voor de stemopneming de jongste twee leden aan te wijzen.
Je vous propose de désigner les deux membres les plus jeunes pour dépouiller les scrutins.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
03.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, de arizonaregering plant om snel de pensioenen van heel veel mensen te verlagen en een pensioenmalus in te voeren, terwijl de politici dikke pensioenen blijven binnenrijven, tot 9.000 euro bruto per maand. Sommigen kunnen zelfs rustig vertrekken op hun 62ste. De PVDA heeft dat vorige week al aangeklaagd, daarbij mooi de pensioenprivileges van de politici oplijstend. Vanwege de N-VA hoorden we dat ze de PVDA daarvoor niet nodig heeft en dat ze ook vindt dat die privileges moeten worden aangepakt.
U verklaarde gisteren in de Conferentie van voorzitters dat u de vzw Pensioenen van de volksvertegenwoordigers, die de pensioenen van de politici uitbetaalt, bijeen zou roepen als er een voorstel van wijziging van het reglement van de vzw op tafel ligt. Ik heb aan uw woorden van gisteren gevolg gegeven, de daad bij het woord gevoegd en een voorstel tot wijziging van het pensioenreglement ingediend om de privileges af te schaffen. Wij vragen u dan ook om de vzw Pensioenen samen te roepen, zodat we de privileges op het vlak van de pensioenen van de politici kunnen afschaffen.
De voorzitter: Artikel 54 van het Kamerreglement bepaalt dat een ordemotie vooraf en schriftelijk moet worden meegedeeld aan de voorzitter, maar ik heb die niet ontvangen. Dat zal waarschijnlijk een technologisch probleem zijn.
03.02 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Ik heb een mail verstuurd, maar die is blijkbaar niet aangekomen. Ik heb een papieren versie bij en zal u die meteen bezorgen.
De voorzitter: Er zal later over de ontvankelijkheid worden beslist. Het is een beetje bizar dat u vraagt om te doen wat ik gisteren al heb gezegd te zullen doen. Dat is een spectaculaire vraag. We zullen de zaak bekijken. Ik hoop alvast dat u niet voortdurend op donderdag zult vragen om te bevestigen wat ik op woensdag heb gezegd te zullen doen.
We zullen hierover geen debat voeren, aangezien eerst de ontvankelijkheid van de ordemotie moet worden beoordeeld.
We beginnen dus met de mondelinge vragen.
04.01 Peter Buysrogge (N-VA): Geachte premier, beste collega's, al meer dan drie jaar woedt er een oorlog in Oekraïne, na de vreselijke invasie van president Poetin. Al meer dan drie jaar verdedigt Oekraïne zich met hand en tand. De afgelopen drie jaar kon het Westen met wisselend succes ondersteuning bieden. Oekraïne heeft het nodig. We moeten hen blijven steunen, in eerste instantie voor de vrijheid en de onafhankelijkheid van Oekraïne zelf, maar ook in ons eigen belang, voor de vrijheid van Europa, ter verdediging van onze grenzen en ter verdediging van onze normen en democratische waarden.
Mijnheer de premier, de afgelopen dagen was u samen met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie op bezoek in Oekraïne. Uw eerste buitenlandse missie was symbolisch en emotioneel. We konden zien dat het bezoek aan Boetsja bij u een gevoelige snaar raakte.
Ook inhoudelijk was het een belangrijk bezoek. In uw kielzog nam u een aantal prominente industriëlen uit de defensie-industrie mee. Ik ga ervan uit dat zij contacten met de Oekraïense industrie konden leggen. U kondigde ook aan dat er een investeringspakket ter waarde van 1 miljard euro, structureel op jaarbasis, zou worden vastgelegd. Die aanpak is veel structureler dan die van de vorige regering. Dat is echter broodnodig, wanneer men ziet dat de aanvallen van Rusland blijven aanhouden. Hopelijk volgen andere landen ook.
Geachte premier, kunt u het Parlement verder over dit bezoek informeren? Wat zijn de resultaten ervan? Met welk doel ging de defensie-industrie mee? Welke afspraken konden er met president Zelensky worden gemaakt? Welke boodschap hebt u voor uw Europese partners?
04.02 Eerste minister Bart De Wever: Collega, wij werden inderdaad in Boetsja maar ook in Kiev pijnlijk herinnerd aan wat Russische agressie in dat land werkelijk betekent. Boetsja is heel bekend, maar in Kiev heb ik bijvoorbeeld een centrum bezocht waar kinderen worden opgevangen die door het Russische regime waren gekidnapt. Zij hebben mij afgrijselijke verhalen verteld. Een van de kinderen schonk mij een armband die ze daar maken. Ik zal dat kind nooit vergeten. Fracties die vroeger nog overliepen van sympathie voor het regime van Poetin en die vandaag nog opvallend vaak standpunten innemen die Poetin toch goed uitkomen, raad ik aan om dat centrum eens te bezoeken.
Onze steun aan Oekraïne is niet louter symbolisch en mag dat ook niet zijn. De steun vertaalt zich in humanitaire steun en militaire ondersteuning. De Oekraïners vechten niet alleen voor hun eigen veiligheid, maar ook voor die van ons, van heel Europa. Een investering in onze veiligheid rendeert nergens beter dan in een sterk Oekraïens leger in een vrij, westers en democratisch Oekraïne. Als dat Oekraïne morgen niet meer bestaat, staat de Russische tsaar aan een gigantisch groot deel van onze buitengrens en de beveiliging daarvan zal ons oneindig meer kosten dan de steun die we nu voorzien.
Onze missie had inderdaad ook als doel de Belgische defensie-industrie sterker in contact te brengen met de Oekraïense. Wij hebben een sterke defensiesector. Die heeft een omzet van 5 miljard, telt 16.000 jobs en zal in de komende tijd belangrijker worden, dat is evident, want Europa gaat zich herbewapenen.
Wij hebben die mensen in contact gebracht met hun Oekraïense homologen en hebben vastgesteld dat Oekraïne inderdaad een indrukwekkende capaciteit heeft opgebouwd en een indrukwekkende innovatie realiseert. Kennisdeling is belangrijk, evenals opschaling van de productie in Oekraïne en via Oekraïne, ook voor Europa. Dat zijn zeer interessante mogelijkheden.
Ik zal niet in detail treden, maar ik kan u
zeggen dat de bedrijfsleiders zeer enthousiast waren. In de trein heeft men
uren om te praten. Die uren hebben we dan ook gebruikt. Zij zien veel
mogelijkheden. Er werden letters of
intent ondertekend, dat smaakt naar meer. Zo gaan wij tot onze strategie
van peace to strength komen, tot
wederzijdse (…)
04.03 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de eerste minister, dank u voor uw antwoord. Het is duidelijk dat het bezoek op u een grote indruk gemaakt heeft. Het is goed dat u het voortouw probeert te nemen in de solidariteit ten aanzien van het Oekraïense volk, niet alleen met woorden maar ook met daden.
De resultaten van de defensie-industrie zijn toch niet onbelangrijk. We moeten onze naïviteit laten varen op dat vlak. We willen onze defensie-industrie versterken, zegt toch bijna iedereen. Laten we er dan ook voor zorgen dat er voldoende geïnvesteerd wordt in onze eigen industrie, zodat ze voldoende kansen krijgt.
Initiatieven als dit zijn zeker voor herhaling vatbaar. Laat die trein verder rijden, mijnheer de eerste minister.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
05.01 Charlotte Verkeyn (N-VA): Mijnheer de eerste minister, collega’s, wie biedt meer, wie biedt minder of wie biedt intussen helemaal niets meer en drukt de pauzeknop in? Onze economie leek de voorbije dagen echt een tapijtenmarkt. Vergis u echter niet, de Verenigde Staten zijn gefixeerd op hun handelsbalans, willen de productie opnieuw in eigen land en menen daarvoor met de importheffingen echt de trump card te hebben gevonden. Ondertussen komt de rest van de wereld smekend en op blote knieën aan de onderhandelingstafel. Dat is mooi meegenomen.
Wij zijn nu een week later, een week na de
eerste bedreigingen. De aanvallen blijven komen. Gisteren was er het bericht
dat onze farmasector toch extra geviseerd zou worden. Collega’s, die sector is
bezorgd. Angst en paniek zijn echter zelden goede raadgevers. ‘Never
let a good crisis go to waste’
is dat wel.
Mijnheer de eerste minister, het verheugt ons te lezen dat u dezelfde mening bent toegedaan, dat u naast de parallelle weg van de onderhandelde oplossing van de Europese Unie die bezig is, ernaar streeft om onze eigen concurrentiepositie te verstevigen en dat u hebt aangekondigd dat u wilt inzetten op het verstevigen van onze concurrentiekracht en op het programma in het regeerakkoord MAKE 2030. Dat is een heel goed idee.
Ik heb twee vragen, namelijk een vraag over de onderhandelde oplossing en een vraag over MAKE 2030. Ten eerste, hoe staat u tegenover de onderhandelde oplossing, de nultarieven en de wederzijdse tarieven die worden voorgesteld? Hoe staat u daartegenover? Wat doet u met andere belangrijke sectoren in ons land, zoals de farmasector? Ten tweede, hoe ziet u de versnelde opstart van MAKE 2030? Wordt dat effectief een MAKE 2025-2030?
05.02 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de premier, de voorbije dagen zag de kleine belegger zijn pensioenfonds of aandelen verdampen door de grillen van populistische pyromanen. Als de mensen hun beleggings- of aandelenfonds openden, zagen ze bloedrode cijfers, namelijk -5 %, ‑10 % of ‑15 %. Het is heel duidelijk: als extremistische populisten met hun spierballen rollen, is de gewone hardwerkende man of vrouw in de straat de dupe.
Bijna 3 miljoen mensen in ons land doen aan pensioensparen. Hard werkend zetten zij een centje opzij om comfortabeler van hun oude dag te kunnen genieten. Dalende beurzen door de grillen van Trump doen deze mensen in onzekerheid leven. Ze liggen daar wakker van. Zeker in tijden van onzekerheid kijken deze mensen naar ons.
Collega's, wij hebben geen nood aan stoere machopraat. We moeten niet agressief of naïef zijn, maar wel slim en assertief. Wij moeten samenzitten, de-escaleren en de ratio laten zegevieren. De welvaart van onze mensen staat op het spel. Daarvoor is een sterk en verenigd Europa nodig, een Europese Unie die zich niet uit elkaar laat spelen door Trump. Het Europese project moet, na een project van vrede, meer dan ooit een project van economische sterkte en economische welvaart voor onze mensen worden.
Beste premier, ik ga ervan uit dat u op deze lijn zit en binnen Europa de spreekbuis wilt zijn van de gedachte van Europese welvaart, die zorgt voor meer stabiliteit en voor meer veiligheid in de wereld. (…)
De voorzitter: Bedankt, collega Van den Heuvel. Uw tijd is om.
05.03 Xavier Dubois (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, la semaine passée, le président Trump a annoncé sa volonté d'imposer de manière importante quantité de pays en augmentant les droits de douane sur une série de produits, lançant ainsi une sorte de guerre commerciale qui est dommageable pour tout le monde, pour nous et pour les États-Unis également, car elle crée de l'incertitude, de l'instabilité. Elle est dommageable pour notre économie, pour nos banques, nos investisseurs, nos entreprises, nos PME, mais aussi nos citoyens.
À la suite de cette annonce, la Commission européenne a décidé d'une première réplique en imposant aussi des droits de douane pour certains produits particuliers américains, tout en déclarant qu'elle était ouverte à suspendre cette décision en cas d'accord équilibré et juste avec les Américains.
Hier, rétropédalage du président américain, qui annonce qu'il souhaite suspendre cette décision pendant 90 jours pour toute une série de pays, dont les membres de l'Union européenne, mais pas la Chine. Au vu des résultats des marchés financiers de ce matin, on pourrait se dire qu'il s'agit d'une bonne nouvelle, les bourses étant de nouveau dans le vert. Cependant, à moyen et à long terme, l'instabilité est toujours présente, ainsi que l'insécurité, puisque nous ne sommes pas à l'abri d'un nouveau revirement au niveau de la politique commerciale américaine. Et surtout parce qu'il s'agit d'une décision temporaire. Il faut continuer à discuter, à négocier pour défendre notre économie.
Monsieur le premier ministre, quelle est la position du gouvernement par rapport à cette situation instable? Quelles sont les mesures concrètes qui ont été prises pour assurer la stabilité de notre économie? Et surtout, comment la Belgique se positionne-t-elle dans ces négociations de manière concrète pour défendre notre économie?
05.04 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, la décision du gouvernement américain du 2 avril d'augmenter les droits de douane pour l'ensemble du monde est une agression internationale majeure. L'objectif de l'impérialisme américain, avec cette violence, est de soumettre les États du monde aux intérêts des Américains et de l'État américain, par la force. Le président Trump n'hésite d'ailleurs pas à s'en vanter, puisqu'il déclare que, depuis la mise en place de ces droits de douane, 70 pays sont venus, je cite, "kissing my ass". Je traduis pour ceux qui ne parlent pas anglais. Cela veut dire: "lécher notre cul".
Monsieur le premier ministre, la Belgique est-elle concernée par cette déclaration? C'est une première question.
Suite à ce léchage de derrière, l'administration américaine a suspendu les mesures pendant 90 jours pour soi-disant négocier. Nous savons qu'il ne s'agit pas d'une vraie négociation, pas plus que d'une vraie suspension, puisque les droits de douane passent de 20 % à 10 %. Il y a toujours 10 % de trop.
De plus, pour que ces droits restent à 10 %, l'Union européenne doit se soumettre et mettre un genou à terre face aux États-Unis. Elle doit acheter pour plus de 350 milliards de dollars de plus de gaz américain. Elle doit aussi acheter des armes américaines pour des milliards de dollars et d'euros, ce que nous ferons payer à nos travailleurs. Cela nous rendra encore plus dépendants des États-Unis, une dépendance qui nuit déjà beaucoup à notre économie aujourd'hui.
Monsieur le premier ministre, deux hypothèses existent et deux possibles choix se posent à nous pour faire face à l'agression américaine. Soit se soumettre et accepter les menaces américaines, soit s'ouvrir sur le reste du monde, sur le Sud global, commercer avec d'autres pays, diversifier notre commerce, notamment en Asie, en Afrique, en Amérique latine (…)
De voorzitter: Aangezien vier collega's vragen hebben gesteld, krijgt de eerste minister vijf minuten om te antwoorden.
05.05 Bart De Wever, premier ministre: Merci, chers collègues.
Monsieur Boukili, vous avez traduit l'expression "kiss my ass" en français. On vous a demandé de la traduire en néerlandais. Il est sage que vous ne l'ayez pas fait. Je déplore le langage du président Trump. Cela laisse aussi une très mauvaise impression, pour dire le moins...
Mercredi matin, à 6 h – heure
belge –, minuit aux États-Unis, les droits de douane qu'ils avaient initialement annoncés
sont entrés en vigueur. Pour l'Union européenne, cela signifiait à ce moment-là
un droit de douane général de 20 % sur nos exportations vers les États-Unis, à
l'exception d'une série de produits que j'ai déjà cités la semaine dernière
– pour notre pays, la principale exception étant celle des produits
pharmaceutiques. Entre-temps, Trump a évoqué la possibilité de le faire sur ces
derniers produits. Mais, avec
lui, on ne sait jamais!
Koen, u zult week na week pal moeten blijven
staan op deze tribune. Ik
weet dat u dat kunt.
Hier, il a à nouveau fait une annonce sur les droits de douane en général qui allaient être ramenés immédiatement à 10 %. Cela reste nettement plus élevé que la situation précédente – ce n'est donc pas une suspension totale –, mais les marchés ont réagi pour l'instant avec soulagement, considérant que c'est moins grave que prévu.
L'instabilité des marchés et la position américaine chaotique rendent actuellement impossible toute analyse d'impact à long terme de ces droits de douane. Je comprends que vous posiez des questions, mais il est impossible d'y répondre parce qu'il s'agit plutôt de suivre les choses jour après jour, voire heure après heure.
De verlaging tot 10 % geldt voor alle duidelijkheid niet voor de tarieven die de VS afgelopen maand op aluminium, staal en wagens invoerden. We zijn dus nog ver van huis.
Als reactie op de initiële tarieven van maart had de Europese Commissie een proportioneel tegenpakket voorbereid. We hebben daaraan meegewerkt en er werd een akkoord bereikt. Het gaat om een pakket goederen ter waarde van 21 miljard, dat gespreid zou worden ingevoerd over drie verschillende data.
Het eerste deel van het pakket zou normaal ingaan op 15 april 2025. Maar de voorzitster van de Europese Commissie heeft zopas laten weten, met steun van alle lidstaten, dat ze de tegenmaatregelen zal uitstellen met 90 dagen. Haar boodschap daarbij luidde: "We want to give negotiations a chance." Die houding van de commissievoorzitster steun ik voor de volle 100 %. Ik denk dat het goed is dat wij dus niet zijn ingegaan op de stoere kretologie van sommige fracties hier vorige week, die kreten en stoere verklaringen en maatregelen verwarren met verstandig leiderschap.
U hebt gepleit voor een koel hoofd en een verstandige aanpak. Dat is volgens mij de aanpak van Europa en die is verstandig. Ik denk ook dat wij nog altijd moeten proberen een zinloze handelsoorlog met alleen verliezers zo snel mogelijk te stoppen en terug te keren naar een evenwicht waarbij alle partijen beter af zijn dan voordien.
Dat is ook de boodschap die ik, zoals ik had aangekondigd, heb meegegeven aan de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio. De Verenigde Staten en Europa worden eigenlijk met identiek dezelfde uitdagingen geconfronteerd. Het zou bijzonder dom zijn om die gezamenlijke problemen in conflict en verspreide slagorde aan te pakken in plaats van ze als westerse wereld samen aan te gaan. Als Europeanen zullen we dat zeker samen moeten doen. Dit is een moment om de Europese integratie snel vooruit te doen gaan. Die opportuniteit moeten we grijpen.
We kunnen alleen hopen dat dat soort wijsheid ook de Amerikaanse bondgenoten snel bereikt en tot hen doordringt. De opening tot onderhandelingen stemmen lichtjes hoopvol, maar we zijn er bij lange nog niet en zekerheden hebben we absoluut niet.
Tot zolang is het vooral zaak om als Europeanen lessen te trekken uit het hele debacle, met name dat wij onze eigen interne markt zo snel mogelijk en grondig moeten versterken en dat we ons inderdaad moeten openstellen voor de talloze mogelijkheden tot vrije handel met de rest van de wereld, die naar ons kijkt. Voor vrijheid en Europese welvaart!
05.06 Charlotte Verkeyn (N-VA): Mijnheer de premier, collega's, allemaal samen pal staan, het been stijf houden om verstandige beslissingen te nemen en daadkrachtig te besturen, dat is inderdaad wat we moeten doen. We hebben te maken met iemand die zeer graag pokert met de wereldeconomie. Het is zaak om in dat pokerspel niemand te overbluffen.
Vorige week hebben we hier een aantal andere oproepen gehoord, maar wij staan allemaal als één blok achter de onderhandelde oplossing en willen anderzijds vooral ook nagaan hoe we de daadkracht in onze economie kunnen versterken, onder andere via de plannen die de regering op tafel legt. Bedankt om die visie in uw antwoord nogmaals te bevestigen.
05.07 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de premier, dank u wel voor uw duidelijke antwoord.
Beste collega's, uit de voorbije weken kunnen we twee grote lessen trekken. Allereerst, waar populisten en waar extremisten aan de macht zijn, is de gewone man in de straat de dupe. Zij leiden ons naar nergens. Ten tweede, het antwoord op de groeiende onzekerheid op wereldvlak door geopolitieke spanningen ligt in een meer verenigd, sterker Europa.
Ik ben heel blij, mijnheer de premier, dat u de spreekbuis wilt zijn als eerste minister van de regering en van ons land in Europa om dat verenigde Europa te verdedigen. Geen machogedrag, maar de ratio laten weerkeren om de welvaart van onze mensen te beschermen.
05.08 Xavier Dubois (Les Engagés): Merci monsieur le premier ministre pour vos réponses. J'entends effectivement le fait qu'il faut rester vigilant pour continuer à défendre notre économie. Je partage bien entendu cet avis.
Bien sûr, dans ces négociations, il faudra défendre notre économie et notre commerce mais il ne faudra surtout pas oublier la défense de nos valeurs. Et je pense que les tentatives des États-Unis ne visent pas que notre commerce mais également, notamment, l'ingérence dans les politiques de nos entreprises. L'initiative visant les politiques en matière de diversité et de protection des minorités n'est pas acceptable.
Je suis convaincu que dans vos discussions, dans vos négociations avec les États-Unis, vous n'oublierez pas ces valeurs pour défendre notre économie, notre démocratie et ce qui fait vraiment le sel de notre société, de notre vivre ensemble.
05.09 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Merci monsieur le premier ministre, pour vos réponses, même si je n'ai pas eu de réponse à ma question.
Vous avez déclaré que nous avons les mêmes défis que les États-Unis. C'est très inquiétant et très naïf parce que les États-Unis ne connaissent que leurs intérêts et sont prêts à sacrifier tout le monde, l'Europe y compris, pour les défendre. Je vois que vous êtes sur la même ligne que votre collègue, Mme Meloni – qui fait partie du même groupe que la N-VA au Parlement européen –, cette ligne de nous accrocher aux quelques croquettes que nous jettent les États-Unis, alors qu'il y a d'autres voies en Europe. M. Sánchez, le premier ministre espagnol, est aujourd'hui en Chine pour diversifier son économie, pour s'ouvrir sur d'autres horizons.
Au niveau européen, je vois qu'il y a deux tendances: ceux qui utilisent leur cerveau pour évoluer et ceux qui utilisent leur langue, comme le demande M. Trump.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Sam Van Rooy (VB): In 2018 verscheen niet alleen mijn boek tegen de islamisering van onze samenleving, in het Franse magazine Le Figaro verscheen toen ook een vlammende oproep van honderd schrijvers, academici en intellectuelen tegen "het islamistische separatisme en het nieuwe islamistische totalitarisme". We zijn nu zeven jaar verder en, om het met de woorden van Charlie Hebdo te zeggen, rien n'a changé.
Dat geldt evenzeer voor België, helaas. Le Figaro pakt nu namelijk uit met deze cover: "Voyage en Belgiquistan, comment l'islam s'est imposé en Belgique." Oftewel, "Reis naar Belgistan, hoe België islamiseert." In een maar liefst negen pagina's tellend artikel wordt aangetoond dat België steeds islamitischer wordt. We lezen zeer zorgwekkende getuigenissen van ervaringsdeskundigen in dit land, zoals de Belgisch-Marokkaanse Fadila Maaroufi – respect voor die dappere dame – en twee getuigen die ik persoonlijk goed ken, voormalig straathoekwerker Peter Calluy uit Boom en ex-moslima Hanan, allebei mensen met het hart op de juiste plaats en meer moed in hun pink dan heel deze regering. Ik geef slechts één citaat uit het artikel, want mijn spreektijd is beperkt: "In het straatbeeld zijn er steeds meer gesluierde vrouwen. Meisjes in België worden gesluierd op steeds jongere leeftijd."
MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez las het artikel ook en hij concludeerde dat we de islamistische invloed in ons land onderschatten, waarvoor hulde, mijnheer Bouchez. Mijnheer de premier, deelt u die conclusie? Zo ja, wat onderneemt u dan om de islamisering in dit land tegen te gaan?
06.02 Eerste minister Bart De Wever: Collega, deze problematiek is me als ondertussen titelvoerend burgemeester van een grootstad, een wereldstad, niet onbekend. In heel veel Europese steden blijft het een uitdaging bij een klein deel van de bevolking islamistische radicalisering en de gevolgen daarvan te bestrijden. Zeker ook bij ons. Daar mogen we niet van wegkijken. Ik meen wel dat het belangrijk is het fundamentele onderscheid te maken tussen een vrije, normale godsdienstbeleving – dat is een grondrecht – en confessioneel geïnspireerd extremisme. Wie dat niet doet, meen ik, is contraproductief bezig.
Ik weet uit onze gedachtewisselingen in de gemeenteraad dat u pleit voor een algemeen verbod op de islam. Ik hoop dat in uw pink de moed zit dat straks in uw repliek te herhalen. Ik vind dat contraproductief. We moeten extremisme aanpakken in de samenleving. Daar hebben we een integrale en geïntegreerde samenwerking voor nodig, tussen alle diensten, op alle niveaus. Het mag gezegd worden dat we wat dat betreft in ons land een traject hebben afgelegd en dat er een volledig uitgewerkt multidisciplinair beleid op poten is gezet met oog voor preventie, vroege detectie, re-integratie en uitwisseling van informatie. Case by case wordt er afgestemd welke maatregelen op welk niveau moeten worden genomen. We doen dat via een waaier aan instrumenten als de lokale taskforce, de lokale integrale veiligheidscel, en de gemeenschappelijke gegevensbank bij het OCAD. Vanuit mijn Antwerpse ervaring kan ik u zeggen: dat werkt zeer goed.
Dat laat ons toe, wanneer we onze job lokaal goed doen – dat is een voorwaarde, misschien is dat niet in alle steden evenzeer het geval –, in een vroeg stadium radicalisering op te volgen en er maatregelen aan te koppelen. We hebben uiteraard heel wat ervaring met spijtige gevolgen van radicalisering, dramatische gevolgen, maar ik meen dat wie bij de pinken is daar de nodige lessen uit geleerd heeft en dat het instrumentarium klaar staat. We staan verder dan andere Europese landen in die aanpak. Onze regering zal die verder uitwerken en verder blijven ondersteunen.
06.03 Sam Van Rooy (VB): Premier De Wever, deze cover en dit artikel over Belgistan maken blijkbaar weinig indruk op u, want vorige week pakte u opnieuw uit met imam Khalid Benhaddou, een charlatan die u er blijkbaar van heeft overtuigd dat de islam geen enge godsdienst is. Dat zijn uw woorden, mijnheer De Wever. Dankzij u wordt straks ook de islamitische hoofddoekdracht achter de Antwerpse loketten opnieuw mogelijk. Proficiat daarvoor.
Het zal allicht uw tijd nog wel duren, mijnheer De Wever, maar als de islamisering niet wordt gestopt, dan zal heel België er op termijn gaan uitzien als Molenbeek of Antwerpen-Noord, u weet wel, de wijk die onder uw burgemeesterschap alleen maar meer Antwerpistan is geworden.
Het wordt helaas weer maar eens duidelijk dat wie de islamisering wil stoppen alleen bij het Vlaams Belang terechtkan.
De voorzitter: Dank u, mijnheer Van Rooy. Ik hoop dat uw verwijzing naar Antwerpen-Noord niet mij persoonlijk betrof, want ik ben een van de inwoners.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
07.01 Paul Magnette (PS): Monsieur le premier ministre, quand j'ai entendu vos déclarations sur Netanyahu, je n'en ai pas cru mes oreilles. Vos propos constituent d'abord une violation de la séparation des pouvoirs. Ils constituent ensuite une violation du droit international. Netanyahu fait l'objet d'un mandat d'arrêt délivré par la Cour pénale internationale. Tous les États membres de la Cour pénale internationale, dont la Belgique, ont le devoir de le traîner devant cette juridiction et de le faire condamner pour les crimes qu'il a commis.
Avec de tels propos, inévitablement, vous apportez un soutien politique à Netanyahu à un moment où la situation est plus tragique que jamais à Gaza, où on ne trouve plus les mots pour décrire la situation catastrophique dans laquelle se trouvent les populations. Mais c'est aussi le cas en Cisjordanie. Nous n'en parlons plus, mais Netanyahu, pendant ce temps, profite de la guerre pour aggraver, prolonger et renforcer la colonisation des territoires.
Allez voir le film No Other Land, réalisé par deux journalistes, un Palestinien et un Israélien. Vous y verrez la situation actuelle en Cisjordanie. Aujourd'hui, l'armée israélienne y rase les maisons, démolit les écoles des Palestiniens et bouche les puits pour empêcher les peuples de vivre sur leurs terres, qu'ils occupent depuis de nombreuses générations. C'est aussi l'armée israélienne qui couvre des colons armés tirant à bout portant sur les Palestiniens. Voilà ce que représente Netanyahu aujourd'hui.
Ce que nous attendons de la Belgique, c'est de la clarté sur le respect du droit international et aussi enfin un engagement clair. Hier, dans un éclair de lucidité, Emmanuel Macron a déclaré que la France allait enfin reconnaître la Palestine. Il est plus que temps que la Belgique se joigne aux 148 pays des Nations Unies qui reconnaissent la Palestine comme un État plein et entier.
De voorzitter:
Met het oog op de goede orde van de ziting verwijs ik ook nog even naar de
interpellatie die straks zal plaatsvinden. De thema’s dreigen enigszins door elkaar te
lopen.
07.02 Charlotte Deborsu (MR): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, j'ai pris connaissance avec intérêt des déclarations du président Macron concernant la paix au Proche-Orient. Les objectifs sont de faire taire les armes, redémarrer l'aide humanitaire, qui est une nécessité critique, et renouer le dialogue politique.
Tout cela rend obligatoire la reconnaissance de l'État d'Israël par l'ensemble des pays de la région et la reconnaissance d'un État palestinien. Le MR a toujours plaidé pour une solution à deux États où deux peuples vivraient côte à côte en paix. La reconnaissance d'un État de Palestine a été défendue par les différents ministres MR successifs dans un cadre multilatéral. Le MR a toujours prôné une reconnaissance avec d'autres pays majeurs.
L'initiative du président Macron va dans ce sens et nous devons saisir cette opportunité. Cette reconnaissance devra avoir un impact réel sur le terrain. Je vous rappelle que nous avons toujours condamné la colonisation et la violence des colons en Cisjordanie et tout projet d'annexion. Comme tout État, Israël doit respecter le droit international. Nous avons aussi exigé la libération sans condition de tous les otages à la suite des attaques ignobles du Hamas du 7 octobre 2023.
Monsieur le ministre, quelle est votre première réaction à la suite des propos du président français? Comment la Belgique va-t-elle contribuer concrètement au succès de son initiative, dans la lignée de l'action de vos prédécesseurs libéraux?
De voorzitter: De eerste minister zal als eerste antwoorden. Hij krijgt vier minuten spreektijd. Vervolgens zal de minister van Buitenlandse Zaken het woord nemen.
07.03 Bart De Wever, premier ministre: Chers collègues, je vous remercie pour vos questions.
Comme je devrai tout à l'heure encore répondre à plusieurs interpellations sur la Cour pénale internationale, je vais me concentrer sur l'essentiel de votre question, monsieur Magnette, à savoir la reconnaissance de la Palestine. Mme Deborsu a déjà tout dit et je pense que notre accord de gouvernement est très clair sur cette question. Je me permets de le citer: "En ce qui concerne le lourd conflit israélo-palestinien, nous opterons toujours pour le camp de la paix. Nous soulignons l’importance d’une paix durable et d’efforts soutenus dans le processus de paix au Proche-Orient. Nous souhaitons que l’Union européenne joue un rôle de premier plan pour parvenir, par la voie diplomatique, à une solution à deux États qui garantisse à la fois la sécurité d’Israël et permette la reconnaissance de la Palestine, dans le respect de l’intégrité territoriale. Toute action mettant en péril cette solution sera dénoncée. Nous préconisons donc, conformément aux conclusions du Conseil européen d’octobre 2024, de sanctionner davantage les colons qui poursuivent leur expansion agressive en Cisjordanie, et de prendre des mesures contre les groupes extrémistes et terroristes qui menacent la sécurité d’Israël. Nous exhortons également les autorités compétentes à agir contre la haine et l’intolérance qui menacent la solution à deux États. Pour y parvenir, la première étape consiste à garantir un cessez-le-feu et un soutien à la reconstruction. Le gouvernement fédéral fournira une aide humanitaire et un soutien pour rendre cette reconstruction possible et souligne que seuls les civils et les organismes d’aide sont en droit de recevoir une aide humanitaire et que celle-ci ne doit pas être détournée. Nous rejetons fermement toute forme d’antisémitisme et de terrorisme."
En d'autres termes, la position de ce gouvernement est qu'il faut œuvrer en faveur d'une solution à deux États. Et je pense que M. Macron ne dit pas autre chose. Je dirais même plus: il a dit exactement la même chose. Il plaide pour une solution à deux États avec une reconnaissance mutuelle. Cela signifie que cette solution inclut, outre la reconnaissance d'Israël – que, j'espère, personne ici ne remet en question –, la reconnaissance d'un deuxième État, la Palestine.
Mais, avant de pouvoir le faire, il faut bien entendu un accord où sont notamment définis les frontières de ce deuxième État ainsi qu'un appareil d'État acceptable. Le jour où ce moment tant espéré arrivera, notre pays pourra alors reconnaître officiellement la Palestine comme un État à part entière, avec entière conviction.
07.04 Maxime Prévot, ministre: Monsieur Magnette, madame Deborsu, vous avez eu l'occasion de le souligner lors de votre prise de parole, la véritable urgence aujourd'hui, c'est d'abord de dénoncer le fait que, depuis le 2 mars, plus aucune aide humanitaire n'arrive à Gaza. Cela veut dire des centaines de milliers de personnes qui ont soif, qui ont faim; des femmes et des enfants notamment.
Je condamne une nouvelle fois le plus fermement qu'il soit cette situation et c'est là-dessus que pour le moment toute notre attention politique et diplomatique doit être concentrée. Comme le premier ministre l'a dit, toute action mettant en péril la solution à deux États sera dénoncée. Précisément parce que nous croyons, comme l'Union européenne et une majorité d'États à travers le monde, que cette solution est la seule qui puisse garantir les aspirations légitimes tant du peuple palestinien que du peuple israélien.
Nous plaidons déjà pour que l'Union européenne mette en œuvre son plan d'action avec l'Autorité palestinienne, qui prévoit d'entamer des négociations en vue d'un accord d'association, lequel serait conclu in fine avec un État de Palestine. Reconnaître l'État palestinien de manière symbolique n'aurait pas grand intérêt si cela crée au final davantage de problèmes sur le terrain que cela n'œuvre à une solution.
Cependant, nous pouvons penser, d'une part, que, bien au-delà du symbole, il faille un leadership palestinien légitime et capable de fournir les services de base à la population. Dans le cas d'une solution à deux États, l'Office de secours et de travaux des Nations Unies pour les réfugiés de Palestine dans le Proche-Orient (UNRWA) pourrait progressivement transférer à l'Autorité palestinienne les services essentiels qu'il assume actuellement, par exemple en matière d'éducation et de santé. Une Autorité palestinienne légitime et capable de gérer un État de Palestine, cela permettrait également d'assurer la sécurité sur le territoire palestinien et aussi celle d'Israël.
Dans ce sens, j'accueille de façon positive les efforts déjà consentis par l'Autorité palestinienne pour mettre en œuvre un ambitieux programme de réformes concerté avec l'Union européenne. Ces réformes ont pour but de renforcer l'Autorité palestinienne, et nous les soutenons.
D'autre part, la reconnaissance d'un État de Palestine pourrait avoir un effet d'apaisement dans tout le Moyen-Orient et même au-delà. Je pense par exemple aux revendications affichées par le Hezbollah au Liban, aux Houthis au Yémen ou encore à toutes les tensions que cette question sensible suscite dans les opinions publiques à travers le monde, y compris en Belgique.
En tout état de cause, l'objectif doit rester une solution à deux États.
Cela pourrait permettre aussi aux pays qui ne l'ont pas encore fait de reconnaître comme nous l'État d'Israël. C'est ce que prévoit l'Initiative de paix arabe. Nous sommes favorables à un tel processus de normalisation qui profiterait à toutes les parties.
Dans l'attente de se positionner sur la question afin de définir le message à délivrer à New York en juin prochain, la Belgique sera à nouveau présente pour avancer sur cette question lors de la prochaine réunion de l'Alliance globale pour la solution à deux États, qui se tiendra à Rabat les 21 et 22 mai prochain.
07.05 Paul Magnette (PS):
Monsieur le premier ministre, nous vous avons vu en larmes il y a quelques
jours en Ukraine et c'est très bien. Nous sommes tous des êtres humains et nous
sommes tous solidaires des victimes ukrainiennes. Mais comment pouvez-vous,
dans le même temps, rester d'une froideur glaciale devant les victimes
palestiniennes de ce conflit? C'est cela que nous ne pouvons pas comprendre!
Votre ministre des Affaires étrangères est heureusement un peu plus
volontariste que vous. Mais quand on est face à de telles situations, il faut
choisir le bon côté de l'Histoire. Ici, la situation est simple. On peut soit
être avec ceux qui, comme Orbán et ses amis, décident de couvrir Netanyahu ou
être du côté de ceux qui, comme Pedro Sánchez et, peut-être demain,
Macron, décident de porter vraiment cette solution à deux États en reconnaissant maintenant – et
pas dans un avenir éternellement reporté – la Palestine. Il faut la
reconnaître comme 148 pays dans les Nations Unies pour que la
Belgique redevienne un pionnier de cette solution à deux États. Voilà, monsieur
le premier ministre, ce que nous attendons de vous.
07.06 Charlotte Deborsu (MR): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, je vous remercie pour vos réponses. Le MR a toujours défendu une solution à deux États, reconnus, en paix. Les reconnaissances symboliques, dispersées n'ont jamais rien changé, il suffit de voir la situation aujourd'hui. Aujourd'hui, nous sommes à un tournant. Ce que la France amorce, les pays qui soutiennent la paix doivent le transformer en actions coordonnées et concrètes.
Saisissons cette opportunité, monsieur le ministre. Participons activement au succès de cette initiative. Parce que la situation dure depuis trop longtemps. Trop de victimes, trop de violences, trop de haine de part et d'autre. Certes, Israël a le droit de se défendre, mais cette violence massive dépasse l'entendement. La reconnaissance passera par l'élimination du Hamas, oui, mais dans le respect du droit international.
Reconnaître la Palestine, ce n'est pas choisir un camp. C'est redonner une chance à la paix. C'est aussi exiger que la Palestine et tous ceux qui la défendent reconnaissent Israël en retour.
Deux peuples, deux États, il n'y a pas d'autre chemin et cela a toujours été la voie du MR.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
08.01 Marie Meunier (PS): Monsieur le ministre, La Louvière, Anderlecht, Châtelineau, Rocourt, Messancy, Woluwe, Hornu. L'annonce brutale est tombée mardi comme un couperet. Les sept hypermarchés Cora vont fermer, 1 800 travailleuses et travailleurs jetés. Toute la Belgique est sous le choc.
Après Makro, Delhaize, Van Hool, Audi, Lunch Garden, les restructurations, les reprises, les franchises, les fermetures se succèdent et se ressemblent, en plongeant des familles dans l'angoisse de savoir si elles auront encore de quoi payer leurs factures ou leurs loyers.
Votre taux d'emploi à 80 %, monsieur le ministre, ne risque pas d'arriver de sitôt. Dans la grande distribution, c'est l'hécatombe. Le groupe Louis Delhaize n'a pas fait exception. Après avoir vendu Match, Delitraiteur, Smatch et ses supérettes, il se sépare maintenant de Cora.
Même si les salariés s'attendaient à une période difficile, après tous les efforts déjà consentis, ils ne s'attendaient pas à ce qu'on leur supprime purement et simplement leur travail. C'est un séisme social pour chacune des villes concernées.
À Hornu, dans ma région, j'imagine que ce que les 150 travailleuses et travailleurs espéraient entendre, c'est que vous, monsieur le ministre, alliez vous démener pour maintenir leur emploi, pour leur garantir un avenir. Pas de recevoir des places pour un match de foot des Francs Borains. Ce qu'ils espéraient, monsieur le ministre, c'est un soutien véritable et pas des lots de consolation.
Monsieur le ministre, vous allez lancer une réforme du marché du travail au milieu d'une vague terrible de restructurations et de licenciements collectifs. Mais comment osez-vous? Comment osez-vous brandir les sanctions alors que l'emploi s'effondre autour de nous? Comment pouvez-vous appeler cela "remettre des gens au travail" alors que ce sont les emplois qu'on leur retire?
Allez-vous, oui ou non, monsieur le ministre, permettre à ces travailleurs de bénéficier des prépensions ou tomberont-ils sous le coup de votre accord de gouvernement?
08.02 Aurore Tourneur (Les Engagés): Monsieur le ministre, ce mardi 8 avril, 1 800 travailleurs ont vécu un véritable choc avec l'annonce brutale de la fermeture de tous les magasins Cora en Belgique. Derrière ce nombre, il y a des visages, des familles, des histoires de vie. Pour beaucoup, Cora n'est pas juste un employeur, c'est un repère.
Dans ma région, ces magasins font partie du tissu social des quartiers. Leur disparition va représenter un vide économique et humain. Les difficultés du secteur étaient malheureusement bien identifiées et les transformations profondes du commerce constituent une réalité indéniable. Mais aujourd'hui, derrière ces constats, des femmes et des hommes se sentent inquiets et parfois complètement démunis face à un avenir qui leur échappe.
Monsieur le ministre, les syndicats ont exprimé leur profonde inquiétude, craignant que l'État fédéral ne saisisse pas pleinement l'ampleur de ce drame. Dans ces moments d'incertitude, le citoyen attend un État fort, mais surtout humain, présent, à l'écoute, aux côtés de celles et ceux qui ne demandent qu'une chose: ne pas être laissés seuls face à cette épreuve.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous indiquer si une demande d'activation du fonds européen d'ajustement à la mondialisation a déjà été introduite ou si elle est à l'étude? Ce fonds permet de soutenir concrètement les travailleurs touchés par des restructurations majeures, notamment via l'accompagnement, la reconversion ou la formation. Vu l'ampleur des licenciements annoncés et la détresse des familles, il semble essentiel d'explorer toutes les pistes d'aide possibles.
En collaboration avec la Région, quelles mesures concrètes allez-vous mettre en place pour accompagner ces travailleurs?
Plus largement, une réflexion structurelle est-elle en cours sur l'avenir du secteur de la distribution, de l'économie circulaire et de l'essor du commerce en ligne afin d'anticiper d'autres fermetures de ce modèle?
08.03 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, c'est le choc pour 1 800 travailleurs et travailleuses de chez Cora qui risquent de perdre leur boulot d'ici la fin de l'année.
Je transmets tout mon soutien au nom du PTB aux travailleurs de La Louvière, d'Hornu, de Châtelineau, de Rocourt, de Woluwe-Saint-Lambert, d'Anderlecht et de Messancy. Et je pense particulièrement à Muriel, qui travaille depuis plus de 28 ans au Cora Rocourt, et qui me disait hier encore au téléphone: "Cora, c'est toute ma vie. C'est ici que j'ai construit ma vie professionnelle. Et c'est aussi ici que j'ai pu m'émanciper comme femme, même si mon salaire n'est pas si élevé, même si cela n'a pas été simple de faire garder mes enfants avec la flexibilité et les heures d'ouverture. Je suis fière de mon métier, parce que, comme caissière, on se sent utile pour la société. Et là, du coup, tout d'un coup, tout devrait s'arrêter."
Monsieur le ministre, tout devrait s'arrêter. Et, pourtant, les syndicats tirent la sonnette d'alarme depuis bien longtemps. Le secteur du commerce est malade et il est temps de le soigner. On l'a vu avec Delhaize mais le gouvernement Vivaldi a laissé faire la multinationale et n'a rien fait pour défendre les travailleurs. Bien au contraire, c'était la porte ouverte aux mauvais contrats, mal payés et dans l'incertitude totale (…)
08.04 David Clarinval, ministre: Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, l'annonce de la fermeture envisagée des sept hypermarchés Cora en Belgique a provoqué un véritable drame social et humain. Je mesure pleinement le choc qu'il représente non seulement pour les 1 779 travailleurs concernés, mais aussi pour leurs familles, les sous-traitants, les indépendants et les commerçants des galeries attenantes dans les régions touchées. En effet, madame Moscufo, pour beaucoup de travailleurs et de travailleuses, Cora était plus qu'un emploi, c'était presque une famille. Je tiens à exprimer ma solidarité totale et mon soutien à l'égard de toutes les personnes touchées.
Dès le lendemain de cette annonce, j'ai souhaité rencontrer, dans un premier temps, les représentants syndicaux des travailleurs afin de les écouter et d'entendre leur analyse du terrain, les efforts consentis depuis des années ainsi que les propositions concrètes pour l'avenir. Ensuite, j'ai rencontré la direction de Cora. Nous avons évoqué les alternatives potentielles, le calendrier de la mise en œuvre de la loi Renault, les mesures d'accompagnement envisagées, les dispositifs spécifiques pour les travailleurs âgés ainsi que toute une série d'autres dispositifs. Les échanges furent constructifs et ont ouvert des perspectives qu'il ne faudra pas négliger à l'avenir. Nous avons également abordé la question de l'impact sur les sous-traitants et les commerçants des galeries attenantes. J'ai rappelé le devoir de transparence et de maintien d'un dialogue social de qualité.
Je veux être très clair. La loi Renault devra être scrupuleusement respectée. À cet égard, j'ai demandé au SPF Emploi un suivi très rapproché. Par ailleurs, j'ai pris contact avec mes homologues régionaux pour développer une stratégie commune d'accompagnement. Comme vous le savez, les sites se répartissent entre la Wallonie et Bruxelles. Ensemble, nous mobiliserons tous les outils disponibles: activation des cellules de reconversion, accompagnement via les services publics régionaux, formation personnalisée, identification de secteurs en tension et, pourquoi pas, madame Tourneur, la piste que vous avez évoquée.
Mesdames et messieurs les députés, suite à ces différentes rencontres, j'ai donc proposé, en bonne collaboration avec les collègues régionaux, la création immédiate d'une cellule de crise intergouvernementale pour l'emploi qui coordonnera les efforts de tous les partenaires impliqués dans cet important dossier.
Un point d'attention particulier portera évidemment sur les travailleurs âgés. Le recours au régime de chômage avec complément d'entreprise (RCC) devra être envisagé dans le cadre de la loi. Nous examinerons toutes les possibilités.
Enfin, j'attends de l'entreprise et de ses actionnaires qu'ils assument pleinement leurs responsabilités. Le financement des mesures d'accompagnement ne pourra pas reposer uniquement sur la collectivité. En outre, les sites ne doivent pas se transformer en friches. Du travail devra également être réalisé à ce niveau-là.
Mesdames et messieurs les députés, nous devons faire respecter les droits, accompagner les travailleurs, réinventer les politiques et mettre en œuvre des réformes ambitieuses pour renforcer l'économie de demain. Je reste évidemment pleinement mobilisé et j'agirai sur ce dossier comme sur tous les autres avec responsabilité et détermination. Je vous remercie pour votre attention.
08.05 Marie Meunier (PS): Monsieur le ministre, vous n'avez pas répondu à ma question.
Vous martelez depuis des mois qu'il faut remettre les gens au travail, c'est votre mantra. Mais allez-leur dire, vous, aux travailleurs de Cora qu'il faut s'activer, que se reconvertir en chauffeur de bus, c'est quand même pas si compliqué! Allez-leur dire, aux travailleuses de Cora qui y ont fait toute leur carrière, que si elles ne retrouvent pas de boulot dans les deux ans, elles seront éjectées vers les CPAS! Allez-leur dire que leur pension sera amputée parce que les actionnaires ont décidé de supprimer leur emploi!
Vos mesures Arizona, monsieur le ministre, ne vont faire qu'aggraver la situation. Et toutes ces familles, vous allez les jeter dans la précarité!
08.06 Aurore Tourneur (Les Engagés): Monsieur le président, je pense que la situation est grave et qu'elle mérite franchement mieux que les petites querelles politiciennes que j'entends systématiquement ici.
Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse et pour votre engagement.
Au-delà du cadre légal, les travailleuses et les travailleurs ont surtout besoin d'être écoutés, accompagnés et rassurés. Leur réalité est faite de beaucoup d'incertitudes. Il faut une action humaine concrète et coordonnée pour les aider à se construire. Cette fermeture, c'est une épreuve mais aussi un moment où notre État social actif peut démontrer toute sa force, toute sa bienveillance ainsi que sa capacité à protéger ses citoyens.
08.07 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, les travailleurs et les travailleuses de Cora, dont la moitié a travaillé plus de 20 ans avec beaucoup de flexibilité et des petits salaires, méritent le respect. Ce respect ne se traduit pas en leur offrant des entrées à un match de foot! C'est in-dé-cent! Ce respect, monsieur le ministre, il va se traduire avec un gouvernement et un ministre de l'Emploi qui seront à l'écoute des revendications syndicales et dans le respect de la vraie concertation sociale.
Ce qui nous inquiète, c'est la façon dont ce gouvernement voit l'avenir du secteur: supprimer le jour de fermeture obligatoire, toucher aux primes de nuit, élargir les heures d'ouverture. On doit arrêter la course vers le bas. Au contraire, monsieur le ministre, de belles carrières doivent pouvoir continuer à exister dans le commerce. C'est possible! Il s'agit d'une question de (…)
08.08 Georges-Louis Bouchez (MR): (…)
Le président: Monsieur Bouchez, j’ai entendu les mots "Francs Borains", mais pas les mots "Georges-Louis Bouchez".
08.09 Georges-Louis Bouchez (MR): (…)
Le président: Monsieur Bouchez, toute personne qui a la parole peut la prendre.
08.10 Georges-Louis Bouchez (MR): (…)
Le président: Mais enfin, monsieur Bouchez! Respectez le Règlement, s'il vous plaît!
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
09.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur Clarinval, à Charleroi également, le magasin Cora de Châtelineau va fermer, plongeant de nombreuses personnes dans l'inquiétude. Hier, j'ai discuté avec une femme employée depuis 15 ans dans ce magasin. Elle est actuellement très inquiète car dans quelques mois, elle devra survivre avec seulement 1 437 euros de chômage. Vous vivez avec 10 000 euros par mois tandis que les chômeurs vivent avec 1 437 euros. Dans deux ans, si elle n'a pas retrouvé de travail, ses allocations seront supprimées.
Aujourd'hui, nous apprenons aussi que vous avez menti. Vous aviez promis qu'après les deux ans, les allocations de chômage seraient maintenues pour certaines exceptions, comme les personnes en formation. Pourtant, aujourd'hui, nous apprenons que cela ne sera pas le cas. Vous aviez promis de sauvegarder le statut d'artiste, et là encore, c'est faux. Les travailleurs âgés de 55 ans, comme cet homme qui a perdu son emploi lors de la fermeture d'Opel Anvers, voient eux aussi leurs allocations supprimées, à quelques années seulement de la retraite.
Nous avons remarqué que la loi-programme que vous préparez s'avère plus grave que ce que vous aviez annoncé lors de l'accord de gouvernement.
Je pense que votre politique est inefficace: exclure les gens ne crée pas d'emploi, que du contraire, et les études le prouvent. C'est une absurdité. Plutôt que de les exclure, il faudrait soutenir les personnes qui suivent des formations. Je pense en particulier aux personnes qui exercent des métiers essentiels, par exemple les infirmières et infirmiers.
Cette politique est également antisociale: 100 000 personnes risquent de se retrouver dans la précarité, ce qui engendrera une charge énorme pour communes et les CPAS.
Monsieur le ministre, quels éléments précis votre loi contient-elle? Quelles seront les règles appliquées aux travailleurs de plus de 55 ans? Combien de personnes (…)
09.02 David Clarinval, ministre: Mesdames et messieurs les députés, le taux d'emploi des 55-64 ans a augmenté au cours de ces 25 dernières années, et nous ne pouvons que nous en réjouir! Le gouvernement entend poursuivre cette tendance grâce à plusieurs mesures qui visent à accroître le taux d'emploi et à encourager à travailler plus longtemps.
Il faut combattre les préjugés injustifiés à l'égard des travailleurs âgés et faire reconnaître la valeur et les qualités que ces derniers peuvent offrir. Concernant la réforme du chômage, je souhaite que l'assurance-chômage devienne un instrument dynamique au service du retour à l'emploi. En effet, l'accès à l'emploi constitue le moyen le plus efficace de garantir à chaque individu une autonomie financière durable, un niveau de vie décent et une pleine contribution à la société.
L'accord de gouvernement prévoit que les personnes de plus de 55 ans peuvent conserver leur droit aux allocations de chômage sans limitation dans le temps, à condition d'avoir travaillé au moins 30 ans. Cette condition sera progressivement portée à 35 ans à partir de 2030. Je n'ai donc pas menti, madame Merckx, c'était très clair depuis le début. De cette manière, le travailleur qui a contribué pendant de longues années au financement de notre sécurité sociale bénéficiera d'un avantage dans le cadre de l'assurance-chômage, par rapport à d'autres demandeurs d'emploi n'ayant pas contribué dans la même mesure.
Je reste pleinement mobilisé sur cette question et nous poursuivons actuellement les discussions sur les modalités pratiques de la réforme au sein du gouvernement.
09.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur Clarinval, vous avez oublié de dire que chez les 55 ans et plus, nous voyons surtout augmenter le nombre de malades de longue durée. Pourquoi? Parce que les gens ne tiennent pas et ne peuvent pas travailler jusqu’à 67 ans.
Vous dites que vous êtes le parti qui veut soutenir le travail. Mais ce que vous faites, c’est diviser les gens entre ceux qui ont un emploi et ceux qui n’en ont pas. Les choses peuvent vite basculer. Quand on regarde aujourd'hui Cora, quand on regarde Audi, quand on a vu Van Hool, quand on voit les gens de Makro, par exemple: c’est vraiment pour cela que nous avons besoin d’une protection sociale.
Ce que je pense, c’est que vous n’avez pas pour but de défendre le travail. C’est ce qu’on voit quand vous voulez supprimer, par exemple, les primes pour le travail de nuit, quand vous voulez supprimer le fait qu’on est payé plus pour les heures supplémentaires. Vous voulez faire en sorte que les conditions de travail de l’ensemble de la classe travailleuse soient revues à la baisse. C’est contre cela que nous allons effectivement continuer à mener la lutte (…)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, door al het nieuws over stakingen zouden we bijna vergeten dat er in ons land nog mensen zijn die willen werken. Er zijn ook mensen die meer willen werken dan de klassieke 38 uren. Vanochtend bleek uit cijfers van Liantis dat het aantal mensen dat vrijwillig overuren presteert in ons land de voorbije tijd met 50 % is gestegen. Heel veel meer mensen presteren vrijwillig overuren, omdat ze dat willen doen.
Collega's, dat is geen toeval, dat is het resultaat van een bewuste politiek van de vorige regering. Wij hebben er toen op aangedrongen om het systeem van vrijwillige overuren systematisch te verhogen en mogelijk te maken. Het gaat hier over goede overuren, want de mensen die deze overuren presteren, betalen geen belastingen, betalen geen sociale lasten. Dat kan zonder administratieve lasten en zonder poespas. Vandaar het succes.
Mijnheer de minister, het probleem is dat het systeem eind juni afloopt. Men kijkt nu naar u, want men stelt zich vragen. Bijvoorbeeld in de horeca wil men de zomerplanning opstellen. Daar vraagt men zich af of vrijwillige overuren nog mogelijk zullen zijn of niet.
UNIZO trekt aan de alarmbel en vraagt zich af wat er zal gebeuren. Wij hebben nog geen teksten gezien. Er is nog geen advies gevraagd aan de Nationale Arbeidsraad. Goed, er staat daarover wel iets in het regeerakkoord, maar teksten in een regeerakkoord zijn nog geen realiteit.
Op minder dan 100 dagen van 1 juli stellen heel veel sectoren en mensen die willen werken, zich vragen. Zal er nog een systeem komen van uitgebreide vrijwillige overuren? Mijnheer de minister, kunt u hier en nu duidelijk vertellen dat werknemers en ook werkgevers vanaf 1 juli zullen kunnen blijven genieten van een systeem van uitgebreide vrijwillige overuren?
10.02 Minister David Clarinval: Mijnheer Van Quickenborne, het regeerakkoord voorziet in een structurele, uniforme en flexibele algemene regeling van 180 uur voor fiscaalvriendelijke overuren, met een lastenverlaging voor de werkgever en een belastingvermindering voor de werknemer. Wat de vrijwillige overuren betreft, voeren we een aantrekkelijk systeem in van 360 uur van toepassing in alle sectoren en 450 uur in de horeca. Voor respectievelijk 240 uur in alle sectoren en voor 360 uur in de horeca zal het principe gelden dat bruto gelijk is aan netto.
Ik heb aandachtig kennisgenomen van de conclusies van de Liantisstudie, die aantoont dat het aantal overuren de voorbije drie jaar met de helft is toegenomen, vooral door het gebruik van relance-uren. De studie preciseert dat een van de voornaamste redenen voor die toename het tekort op de arbeidsmarkt is. Ik wil benadrukken dat de relance-uren vrijwillige overuren zijn die enkel gepresteerd kunnen worden met het uitdrukkelijke akkoord van de werknemer. Met die verhoging van het aantal vrijwillige overuren willen wij ondernemingen meer flexibiliteit en de nodige ruimte geven om het hoofd te kunnen bieden aan operationele behoeften. Gelijklopend daarmee zullen werknemers een extra fiscaalvriendelijk inkomen kunnen genieten.
Wij finaliseren momenteel de teksten in verband met de praktische modaliteiten van die hervorming. Binnenkort zal ik die aan de regering voorleggen. Ik werk aan die teksten samen met mijn collega Jambon. We proberen meer mensen vlug aan de slag te krijgen.
10.03 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, morgen is er een belangrijke ministerraad. Het wordt blijkbaar een beslissende kern, waar een aantal knelpunten op tafel zullen liggen. Ik hoop dat het dossier in kwestie ook deel uitmaakt van die knelpunten en dat er definitief over kan worden beslist. U weet immers dat in de politiek alles aan elkaar hangt. Het risico is echter dat als zaken aan elkaar hangen, een belangrijk dossier weleens van de tafel dreigt te vallen, bijvoorbeeld het dossier van de overuren.
Er is geen tijd te verliezen. Doe dus niet zoals met de brugpensioenen en het SWT, waar u alles opnieuw uitstelt. Ik heb gehoord dat het personeel van Cora zal kunnen gebruikmaken van het SWT. U ziet dus dat uitstel tot afstel leidt. Zorg er ook voor dat er een beslissing komt.
Mijnheer de minister, de mensen verwachten morgen een duidelijk antwoord van u. Wij zijn minder dan 100 dagen verwijderd van 1 juli 2025. De mensen willen duidelijkheid. Komen die overuren er nu al dan niet? U zult morgen het antwoord moeten geven, na die beslissende ministerraad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Funda Oru (Vooruit): Mijnheer de minister, collega's, beeldt u zich in dat uw zoon of dochter wekelijks naar de fitness gaat. Dat is gezond, denkt u dan, tot die wekelijkse uitstap naar de fitness een obsessie wordt en het groter, beter en sneller moet, niet voor hun gezondheid, maar om grotere en sterkere spieren en een sneller resultaat te verkrijgen. Op TikTok en Instagram ziet men video's van influencers die inderdaad heel snel resultaat boeken, niet door meer te bewegen of te sporten, maar door het gebruik van supplementen. Die supplementen kunnen onze kinderen en jongeren met één muisklik online bestellen en thuisgeleverd krijgen.
Daarin schuilt het gevaar. Gisteren onthulde Pano dat die supplementen heel gevaarlijk zijn. Van de tien bestelde supplementen vormden er drie een gevaar voor de gezondheid van onze kinderen en jongeren. Zonder het goed te beseffen, slikken onze kinderen kankerverwekkende stoffen en doping. Daarom vind ik die nieuwe trend een heel belangrijk en urgent thema, want het gaat over doping van kinderen en jongeren.
Voor Vooruit staat de gezondheid van onze kinderen voorop. Daarvoor rekenen we ook op een sterke overheid. De gevaarlijke producten zijn niet verkrijgbaar in ons land, maar toch lukt het onze kinderen om ze met één muisklik te bestellen. Onze jongeren staan vandaag onder enorme sociale druk om er sterker en gespierder uit te zien. Dat verontrust mij en met mij heel veel andere ouders. Mijnheer de minister, welke stappen zult u ondernemen om de verspreiding van de gevaarlijke supplementen tegen te gaan en de gezondheid van onze jongeren te beschermen?
11.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Oru, in de betreffende Pano-reportage werden tien populaire voedingssupplementen uit de fitnesswereld getest. Het laboratorium trof in twee van de tien producten amfetamineachtige stoffen aan en in een derde product een carcinogene substantie. Conform de meldingsplicht bracht het laboratorium dat de proeven uitvoerde het FAVV op de hoogte van de niet-conforme resultaten. De teruggevonden stoffen waren selective androgen receptor modulators (SARM's) en doping. SARM's vallen onder de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Het FAVV werkt nu samen met het FAGG voor de opvolging. Doping daarentegen valt onder de bevoegdheid van de drie regionale antidopingagentschappen. Het FAVV staat in voor de opvolging van het dossier.
Na onderzoek konden we de oorsprong van niet-conforme producten achterhalen. Er werden verschillende eigenaren en distributeurs in Europa geïdentificeerd. Via Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF) kregen alle EU-landen en het VK een melding van de niet-conformiteiten.
De geanalyseerde voedingssupplementen zijn niet genotificeerd in België. In België zijn ze dus niet toegelaten voor verkoop. De producten waarvan sprake, zijn dus vermoedelijk gekocht via e-commerce. Sinds 2018 beschikt het FAVV over een cel e-commerce. De aanpak van die cel is zowel reactief als proactief. Enerzijds volgt het FAVV alle klachten en informatie op die gaan over onlineverkoop. Anderzijds worden er jaarlijks enkele gerichte controleacties op het internet uitgevoerd. Hiervoor worden telkens andere thematieken of producten uitgekozen. Voedingssupplementen maken ook deel uit van de jaarlijkse acties.
11.03 Funda Oru (Vooruit): Mijnheer de minister, wij hadden het gisteren in de commissie al uitgebreid over de vele schadelijke evoluties op het vlak van eten en drinken. Nu komt die trend daar helaas bovenop.
Wie gisteren de Pano-reportage heeft gezien, kan eigenlijk alleen maar concluderen dat die supplementen, die prullen, enorm schadelijk zijn voor de gezondheid en de veiligheid van onze kinderen. Dat raakt ook ouders, omdat zij machteloos moeten toekijken. De producten zijn niet alleen schadelijk voor de gezondheid en de veiligheid, maar hebben ook een enorme impact op het zelfbeeld en het mentaal welzijn van onze kinderen en jongeren. Het is een alarmsignaal voor ons allemaal.
Mijnheer de minister, samen met vele ouders reken ik erop dat u daadkrachtig zult optreden tegen die nieuwe schadelijke trend, om de gezondheid en de veiligheid van onze kinderen te beschermen.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
12.01 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, on nage en plein délire. Hier soir, nous avons entendu Theo Francken expliquer tranquillement qu'il suffirait d'aller chercher l'argent dans les caisses de la sécurité sociale et des soins de santé pour financer le réarmement de la Belgique. Eh bien, c'est vraiment une super idée! Alors que votre gouvernement va déjà chercher deux milliards dans les soins de santé, il en puiserait à présent quatre milliards. Allons-y! Pendant ce temps, les pensionnés tirent le diable par la queue; il n'y a pas moins d'obtenir un rendez-vous médical parfois avant un an; on ne parvient pas à recruter des infirmières parce que les salaires de misère proposés ne le permettent pas. Tandis qu'on n'arrête pas de dire à tout bout de champ qu'il n'y a pas d'argent, que les économies sont nécessaires, que ce sera difficile pour tout le monde, que nous allons nous mettre au régime tous ensemble, tout à coup on va chercher l'argent dans les soins de santé et la sécurité sociale.
Professeur Vandenbroucke, vous savez comme moi que la sécurité sociale n'est pas un Bancontact. Il faudrait peut-être expliquer à votre collègue Theo Francken qu'en réalité, c'est une caisse à laquelle les Belges contribuent pour pallier les risques de la vie. Par exemple, les travailleurs et travailleuses de Cora qui vont perdre leur boulot vont pouvoir percevoir un revenu de remplacement grâce à la sécurité sociale et donc pouvoir continuer à rembourser leur emprunt, à payer leur loyer et ne pas se retrouver sans logement. C'est à cela que sert la sécurité sociale, et non à acheter des F-35 américains pour Theo Francken.
Monsieur le ministre, demain, vous en discuterez en kern. Me confirmez-vous que l'argent de la sécurité sociale et des soins de santé va servir de variable d'ajustement pour financer le réarmement de la Belgique ou bien allez-vous défendre une autre position?
12.02 Frank Vandenbroucke, ministre: Madame Schlitz, pour assurer notre sécurité, notre liberté, il faut renforcer notre défense et donc augmenter les dépenses. C'est une évidence, hélas.
Vous me connaissez, on en discute en kern, mais je n'anticipe jamais les discussions du gouvernement fédéral. Permettez-moi quand même une question. Que défendons-nous contre Poutine? Nous défendons notre démocratie, qui est politique et sociale, qui est basée intrinsèquement sur la sécurité sociale, sur des soins accessibles à tout le monde, sur des valeurs de justice. C'est ce que nous défendons. Je crois donc que la réponse est évidente. Nous n'allons tout de même pas renoncer à ce que nous défendons en démantelant notre État-providence.
Michael De Cock l'a dit dans De Standaard, avec des mots absolument justes: "Nous ne pouvons pas arrêter la course à l'armement en Europe, mais nous pouvons éviter qu'elle se fasse au détriment de ce qui nous distingue en tant qu'êtres humains". Voilà la réponse. En même temps, nous investissons et nous réformons dans le domaine de la protection sociale, pour la préserver, pour la renforcer. Pas pour l'armement.
Voilà le défi de taille de ce gouvernement dans lequel je me suis engagé.
12.03 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le ministre. Le contexte international nous oblige aujourd'hui à agir pour travailler à notre autonomie. C'est une évidence. Mais ce que nous devons faire en priorité, c'est mieux dépenser l'argent. On doit travailler à des économies d'échelle. Nous devons mutualiser avec les autres États européens notre matériel en vue de la défense.
Aujourd'hui, il y a à travers tous les pays européens 15 modèles différents de chars. C'est complètement absurde. Et par ailleurs, nous devons aussi acheter européen. Acheter des F-35 américains n'a aucun sens.
Monsieur le ministre, j'entends votre réponse et j'espère que vous arriverez à protéger notre sécurité sociale. Mais ce que je n'entends pas, c'est que vous irez chercher l'argent là où il est.
Parce qu'aujourd'hui, vous allez à nouveau mettre les mêmes au régime, plutôt que d'aller chercher l'argent en mettant en place une vraie taxation des plus-values, qui peut rapporter jusqu'à deux milliards, en taxant les plus gros patrimoines, qui peuvent rapporter jusqu'à quatre milliards, ou encore en taxant un euro des revenus du capital comme un euro (...)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13.01 Petra De Sutter (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, in uw regeerakkoord staan nogal wat kleine lettertjes die niet altijd even duidelijk waren, ook niet op toetredingscongressen of in regeerverklaringen, maar ze zijn wel relevant, want ze raken mensen. Ik denk bijvoorbeeld aan de pensioenmalus, waarvan deeltijds werkenden het slachtoffer zijn en het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd, die veel groepen raakt. We hoorden daarnet nog over de 55-plussers, die wegens hun leeftijd moeilijk een nieuwe job vinden en aan strenge criteria moeten voldoen om in de werkloosheid te kunnen blijven. Ook het kunstenaarsstatuut, we hebben er recent over gesproken, is cruciaal voor de sector om te overleven.
De volgende groep die het slachtoffer wordt van de kleine lettertjes in uw regeerakkoord zijn de mensen die zich in een knelpuntberoep herscholen, zij-instromers, mensen die verpleegkunde willen studeren. We kampen al heel lang met een tekort aan verpleegkundigen, zoals u weet. We kampen ook met de vergrijzing en toenemende zorgnoden. Mensen krijgen niet meer de nodige zorg. De werkdruk voor verpleegkundigen neemt toe, met nog meer uitval en uitstroom tot gevolg. Het is een vicieuze cirkel. De cijfers kennen we ook. De laatste zes jaar is het aantal afgestudeerde bachelors verpleegkunde met 40 % gedaald. De voorstellen van uw regering zullen het tekort aan zorgpersoneel nog verergeren, want de geplande beperking van de werkloosheidsuitkering tot twee jaar zal ertoe leiden dat zij-instromers afhaken.
Mijnheer de minister, ik wil dit toch nog eens benoemen, alweer zijn vooral vrouwen hiervan de dupe. Eind 2022 was 83,5 % van de nieuwe zij-instromers in de zorgsector een vrouw. We hebben vandaag ook gehoord dat de echtscheidingspensioenen zullen worden geschrapt. Met al deze maatregelen vragen wij ons af hoe vrouwonvriendelijk een regering kan zijn. Mijnheer de minister, welke impact verwacht u van de beperkingen in de werkloosheidsuitkeringen op het tekort aan verpleegkundigen? Kunnen die definitief (...)
De voorzitter: Ik herhaal nog even dat de spreektijd voor het stellen van een vraag twee minuten bedraagt.
13.02 Nawal Farih (cd&v): Mijnheer de minister, voor verpleegkundig personeel komen er per dag 27 vacatures bij. In totaal zoeken we op dit moment maar liefst 10.000 extra verpleegkundigen. U weet dat we met cd&v heel duidelijk stellen dat zorg een basisrecht is, zeker geen luxe. Mensen die oud worden, ziek zijn of bijstand nodig hebben, moeten in elk geval altijd kunnen rekenen op kwaliteitsvolle zorgverlening. Met cd&v hebben we al heel vaak gepleit om het principe 'bekwaam is bevoegd' te hanteren. Dat is niet enkel een taakverschuiving, het betekent dat we moeten investeren in ons zorgpersoneel, investeren in opleiding, maar ook dat we de verpleegkundigen zuurstof geven op de werkvloer om zichzelf verder te kunnen ontwikkelen. Met dat principe willen we tevens jonge talenten aantrekken naar een zorgberoep.
Al eerder is gezegd dat minstens 40 % minder studenten afstudeert in een zorgberoep. Nochtans zullen we die werkkrachten nodig hebben. In de vorige legislatuur hebben we daartoe met cd&v verantwoordelijkheid genomen door ervoor te zorgen dat studenten verpleegkunde in hun laatste jaar een onkostenvergoeding van 1.000 euro krijgen. Mijnheer de minister, in dat verband heb ik twee heel belangrijke vragen voor u.
Hoe snel zult u klaar zijn met het plan om het bekwaam-is-bevoegdprincipe effectief te laten hanteren op de werkvloer? Zult u uw Vlaamse collega-minister Gennez aanspreken op het feit dat ook studenten aangetrokken moeten worden tot het zorgberoep en dat zij die 1.000 euro, die we met cd&v hebben geïnvesteerd per verpleegkundig stagiair, ook implementeert?
13.03 Minister Frank Vandenbroucke: Collega’s, tienduizenden mensen staan dag en nacht klaar om voor ons te zorgen. Wij moeten inderdaad investeren in die mensen. We doen dat en zullen dat ook blijven doen. De huidige regering heeft dan ook niet zomaar afgesproken dat er geld zal zijn voor een sociaal akkoord waarin de werkvoorwaarden voor het personeel moeten worden verbeterd. We moeten ook inzetten op het perspectief dat mensen hebben die in de zorg aan het werk gaan. Daarom gaan wij door met een heel grondige hervorming van het verpleegkundig beroep, effectief vertrekkende van de idee dat mensen moeten worden ingezet op basis van hun talenten, op basis van wat ze kunnen. Dat is de filosofie van ‘bekwaam is bevoegd’.
Mevrouw Farih, ik zal inderdaad de hervorming die wij op gang hebben gebracht zo snel mogelijk doorzetten, namelijk toelaten dat mensen in teams taken verdelen op een soepele manier, waarbij niet te veel rekening wordt gehouden met allerlei strenge regeltjes die het werk moeilijk maken. Ik zal dat doen naast andere hervormingen die het mogelijk maken dat mensen zich concentreren op datgene waarvoor ze echt zijn opgeleid, dat mensen worden ondersteund door ondersteuners, dat mensen gemakkelijk afspraken kunnen maken met elkaar om taken te verdelen en ook dat mensen kunnen doorgroeien in hun werk. We moeten het mogelijk maken dat een zorgkundige kan doorgroeien naar de functie van basisverpleegkundige, verpleegkundige die verantwoordelijk is voor de algemene zorg, verpleegkundig specialist of klinisch verpleegkundig onderzoeker. Op die manier kunnen echt perspectieven worden geboden aan mensen met talent en ambitie om het waar te maken in de zorg. Dat willen wij.
Tegelijkertijd moeten wij er ook voor zorgen dat mensen kiezen voor die beroepen en opleidingen en ervoor zorgen dat daarvoor vele wegen open zijn. Mevrouw De Sutter, mevrouw Farih, ik wil heel duidelijk zijn. Het belangrijkste probleem waarvoor wij vandaag staan, is een ongewenst neveneffect van het beperken van de werkloosheid in de tijd voor mensen die dankzij werkloosheidsuitkeringen opleidingen volgen die tot het beroep van zorgkundige of verpleegkundige leiden. Mevrouw Farih, ik zie dat u het met mij eens bent. Dat is uitstekend. Ik beken eerlijk dat dat nu het belangrijkste probleem is dat voorligt in de federale Kamer en in de federale regering.
Collega’s, ik wil er duidelijk over zijn dat ik niet wens dat de beperking van de werkloosheid in de tijd tot gevolg heeft dat een heel mooi kanaal voor opleidingen die tot verpleegkundigen en zorgkundigen leiden, opdroogt, stilvalt en helemaal wordt geblokkeerd.
Dat moeten we absoluut vermijden. Daarom zal ik morgen in het kernkabinet ook zeggen dat we dat kanaal laten werken zoals het goed werkt om ervoor te zorgen dat mensen inderdaad die diploma's kunnen verwerven, ook vanuit een situatie van werkloosheid, of dat we een alternatieve oplossing moeten zoeken.
Mevrouw Farih, ik hoop van u dadelijk te horen dat cd&v mij morgen enthousiast zal ondersteunen in het kernkabinet, wanneer ik die vraag stel en daar ook het nodige geld voor op tafel zal helpen leggen.
13.04 Petra De Sutter (Ecolo-Groen): U zult begrijpen dat, en ik verwijs naar wat mijn collega net heeft gezegd, de publieke uitspraken van Theo Francken gisteren ons heel erg verontrusten. Ik hoor van u dat u zult blijven ijveren voor de uitzondering op de werkloosheid voor mensen die verpleegkunde willen studeren. Ik hoop dat u dat ook zult doen voor de kunstenaars. Dat debat hebben we al gevoerd. Ik hoop ook dat Vooruit morgen in de kern inderdaad op tafel zal kloppen om de sociale rechten van mensen te vrijwaren. Het gaat om uitzonderingen op wat jullie in het regeerakkoord hebben beslist, maar die zaken doen de mensen echt wel pijn. Het gaat vaak om kwetsbaren en als het over zorgberoepen gaat het heel vaak om vrouwen. Dus alstublieft, doe morgen uw werk.
Ik heb ook in het regeerakkoord gelezen dat u een statuut, dat nog verder gaat dan wat mevrouw Farih heeft aangegeven, voor verpleegkundigen in opleiding met garanties op… (…)
13.05 Nawal Farih (cd&v): Minister, wij zullen nog vrienden worden. Als u er morgen voor zorgt dat het cd&v-standpunt dat stelt dat verpleegkundigen in opleiding nooit uitkeringsverlies kunnen hebben in orde komt, vraag ik u om mevrouw Gennez te bellen om de onkostenvergoeding van 1.000 euro, die cd&v altijd heeft voorzien, voor de studenten, de jonge werkkrachten die in opleiding zijnin orde te maken. Als u dat regelt, kunnen wij zeer goede vrienden worden.
De voorzitter: Bedankt, mevrouw Farih. Mag ik trouwens, wellicht namens vele collega's, de heer Mahdi en mevrouw Farih gelukwensen met hun huwelijk dat ze deze week hebben gesloten.
(Applaus)
(Applaudissements)
Het incident
is gesloten.
L'incident est clos.
14.01 François De Smet (DéFI): Madame la ministre, que se passe-t-il donc à la Sûreté de l'État? Une lettre envoyée au Comité R par un front commun syndical jette le trouble.
D'une part, on évoque une plateforme informatique, Atlas, qui est toujours considérée comme peu fiable, parce qu'elle occasionne des pertes de temps et de motivation du personnel, et qu'elle engendre visiblement des pertes d'informations, des pertes de messages de correspondants. C’est quand même gênant, vous l'admettrez, pour un service de renseignement. D'autre part, on évoque un manque de clarté dans le fonctionnement managérial, depuis la mise en place de la fameuse réforme Remix et la mise en concurrence de plusieurs lignes hiérarchiques.
Mais ce qui m'inquiète le plus dans le contenu de cette lettre, c'est l'apparente mise au second plan du renseignement humain. La Sûreté consacrerait moins de temps et moins d'énergie au développement et au maintien des contacts qui permettent de récolter des renseignements sur le terrain. Dans la lettre, on évoque même le blocage de certains dossiers considérés comme trop sensibles.
Je comprends que l'augmentation récente du personnel et du cadre entraîne un renouveau managérial. Je comprends aussi qu'on investisse énormément, dans le monde où nous sommes, dans les nouvelles technologies. Mais nous savons tous qu'en matière de renseignement, rien ne remplacera le renseignement humain, singulièrement pour contrer des menaces extérieures, comme l'extrême gauche, l'extrême droite ou l'extrémisme religieux, qui elles-mêmes se méfient de plus en plus des nouvelles technologies.
Madame la ministre, il n'est pas courant qu'au sein d'une institution généralement discrète, par nécessité et par tradition, des travailleurs fassent entendre leurs voix pour exprimer un malaise. Je pense que cela ne concerne pas seulement le Comité R, qui est le destinataire de ce courrier. Je crois que les pouvoirs de tutelle, dont vous-même, devez également vous en saisir. Nous avons plus que jamais besoin, en ces temps troublés, d'une Sûreté de l'État qui a confiance en elle, qui a confiance en ses outils informatiques, qui a confiance en ses hommes et en ses femmes.
Madame la ministre, mes questions sont simples. Avez-vous eu connaissance de cette lettre? Quelle suite comptez-vous y donner? Avez-vous eu un contact avec la direction pour traiter les problèmes qui y sont évoqués?
14.02 Annelies Verlinden, ministre: Cher collègue De Smet, j'ai pris connaissance des préoccupations soulevées par les syndicats auprès du Comité R. Je les ai d'ailleurs déjà rencontrés au sein de mon cabinet. La réforme IT a été menée pour différentes raisons, qui restent toujours d'actualité. Cette question a également été abordée lors des différentes réunions avec l'administratrice générale de la Sûreté de l'État.
Il est primordial qu'une organisation comme la Sûreté de l'État dispose de la flexibilité nécessaire pour s'adapter à l'évolution des enjeux sociaux et des nouvelles technologies. Il était donc urgent de mettre à jour la base de données utilisée précédemment. La Sûreté de l'État n'a jamais nié que la nouvelle base de données ne répondait pas encore aux exigences de qualité souhaitées. Cependant, je tiens à préciser que cette difficulté ne l'empêche pas de remplir ses missions.
La direction générale a pris des mesures face à ce problème, notamment en recrutant de nouveaux informaticiens et en associant activement les membres du personnel au processus d'amélioration de la base de données. Ces efforts prennent évidemment du temps et, comme beaucoup d'autres administrations, la Sûreté de l'État rencontre des difficultés pour engager du personnel qualifié en informatique.
Les adaptations liées à l'aspect proactif du travail de renseignement ainsi que les procédures et une partie de la structure sont en cours de révision. Ce travail sera achevé avant la fin de l'année. Les informations sur les turnover et les maladies de longue durée communiquées par les syndicats sont erronées. Tant avant qu'après la réforme, le nombre moyen d'absences de longue durée est resté stable.
Cher collègue, la Sûreté de l'État exerce aujourd'hui ses fonctions avec soin et professionnalisme. Les nombreux dossiers dont j'ai été informée, dont certains relayés par la presse, en témoignent. J'accorde toute ma confiance à la Sûreté de l'État et je continuerai à suivre de près son fonctionnement interne à chaque moment de concertation.
14.03 François De Smet (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse claire aux différents points du courrier.
Nous sommes souvent confrontés, vous et moi, ainsi que le reste de l'opposition, à des demandes de moyens, tant de la justice et de la police que des prisons, et ce, à juste titre. En l'occurrence, ce qui me frappe dans ce courrier, c'est qu'il n'est absolument pas question d'une demande de moyens, parce que les moyens existent et ils sont octroyés. Ce personnel a l'air de nous dire qu'il ne demande pas d'argent – ce n'est pas le problème – mais qu'il a des soucis d'organisation non seulement informatiques mais aussi au niveau du renseignement de terrain, qui est la dimension sur laquelle vous n'avez peut-être pas répondu. C'est assez rare pour être souligné.
Si vous dites vrai, ce malaise devrait pouvoir être dissipé rapidement. Si ce n'est pas le cas, madame la ministre, je reviendrai vers vous pour voir ce qu'il est possible de faire. On a vraiment besoin d'une Sûreté de l'État solide et qui a confiance en elle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15.01 Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, er zitten bijna 13.000 gedetineerden in onze gevangenissen, waar er maar plaats is voor 11.000. Bijna 40 % van die gedetineerden beschikken niet over onze nationaliteit en 70 % daarvan is illegaal. We hebben daarover zowel hier als in de commissie al zeer vaak van gedachten gewisseld.
Nu komt u met een plan, althans als we de media mogen geloven. We hebben mogen lezen dat u in de strijd tegen de overbevolking van de gevangenissen de gevangenen die hier illegaal verblijven, wilt doorschuiven naar de gesloten terugkeercentra van de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik stel me vragen over de haalbaarheid daarvan. U zei in de krant dat er op dit moment duidelijke afspraken worden uitgewerkt met de DVZ.
Mevrouw de minister, dat klopt niet. Dat blijkt niet waar te zijn. De DVZ is duidelijk: deze centra – die zoals u weet ook al overbevolkt zijn – zijn geen alternatief voor een gevangenis. In een gesloten centrum mag iemand alleen administratief aangehouden zijn en er verblijven met het oog op repatriëring. Die termijn is tevens beperkt tot vier maanden, zo valt te horen. Daarenboven weet u nog veel beter dan ik dat het personeel dat in die centra tewerkgesteld is niet opgeleid is om de taak van cipier op zich te nemen.
Met andere woorden, hoe vallen de kritieken van de DVZ te rijmen met uw grootse aankondigingen in de media? Mijn vraag is of dit standpunt doorgesproken werd met de bevoegde minister, minister Van Bossuyt. Zij is immers de enige bevoegde minister voor de dossiers van de gesloten opvangcentra.
15.02 Minister Annelies Verlinden: Collega Dillen, dankzij meer en doorgedreven onderzoeken van politie, parketten en onderzoeksrechters en rechterlijke uitspraken in dossiers van georganiseerde criminaliteit verblijven er vandaag ongeveer 4.000 personen zonder wettig verblijf in onze Belgische gevangenissen. De aanwezigheid van een dergelijke grote groep mensen zonder wettig verblijf vergroot enorm de druk op het gevangenislandschap, dat al jarenlang kampt met een structurele overbevolking. Er is plaats voor ongeveer 11.000 gedetineerden, terwijl er intussen ongeveer 13.000 gedetineerden zijn. De impact daarvan op het dagelijks leven in de gevangenis is gigantisch.
Het terugsturen van gedetineerden zonder verblijfsrecht naar hun land van herkomst is dan ook een duidelijke prioriteit van deze federale regering. Dat is niet alleen rechtvaardig, het is ook een essentiële stap om de druk op onze gevangenissen te verlichten. De samenwerking tussen de DVZ, het gevangeniswezen, justitie en politie is hiervoor cruciaal en trouwens allesbehalve nieuw.
Momenteel worden maandelijks gemiddeld 120 gedetineerden zonder recht op verblijf teruggestuurd. Dat proces loopt, maar we nemen nu de nodige stappen om dit proces nog verder te versnellen en te intensiveren, om zo nog meer gedetineerden zonder recht op verblijf te kunnen terugsturen. De samenwerking met al mijn bevoegde collega-ministers is daar onmisbaar voor. Er bestaat trouwens een taskforce.
Laat me duidelijk zijn, dit gaat niet over het zomaar doorschuiven van gevangenen naar gesloten centra, zoals sommige kranten schrijven. Het gaat wel over het gepast organiseren van een overdracht met het oog op de verwijdering van ons grondgebied, zoals dat vandaag al gebeurt. Dat we bij een toename van het aantal verwijderingen goede afspraken moeten maken met de beheerders van de gesloten centra, lijkt me evident.
Collega's, wanneer ons gevangeniswezen, en daarmee ook de hele justitiële keten, onder de kolossale druk kraakt en de gevolgen daarvan voelbaar zijn in de hele samenleving, moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen, in het belang van onze gevangenismedewerkers en de gedetineerden, maar vooral ook van de veiligheid van onze samenleving. U kunt op mij rekenen om vanuit Justitie alles op alles te zetten om de veiligheid in ons land te verbeteren.
15.03 Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, wat u zegt is juist, illegalen horen niet thuis in onze gevangenissen. Dat hebt u vandaag nogmaals bevestigd. Het Vlaams Belang is dan ook heel blij dat u een standpunt dat wij hier al decennialang verkondigen eindelijk tot het uwe maakt. Wees dan echter consequent en doe wat u echt moet doen. Daarvoor is er maar één oplossing: stuur hen versneld terug naar hun landen van herkomst om daar hun straf te gaan uitzitten. Neem versneld initiatieven om met die landen tot afspraken te komen.
Als ze weigeren, mevrouw de minister, dan zijn daar oplossingen voor. Koppel dat bijvoorbeeld aan het afnemen van de ontwikkelingssteun. Koppel dat aan het terugschroeven van handelsverdragen. Wat u vandaag met veel tromgeroffel in de media hebt verkondigd, getuigt eigenlijk van pure populistische aankondigingen. U bent immers niet de bevoegde minister voor die sector.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, de geheime stemming waarvoor u in zaal 3 uw stem kunt uitbrengen, loopt nog een halfuur. Ik wil u daar even opmerkzaam op maken.
16.01 Catherine Delcourt (MR): Monsieur le ministre, les brigades de police de proximité créées pour enrayer le deal de rue et les vols associés ont été supprimées par les bourgmestres PS de la zone de police Midi, qui regroupe les communes de Forest, Saint-Gilles et Anderlecht, cette dernière ayant été le théâtre de nombreuses fusillades à l'issue dramatique.
Ces brigades de proximité jouent un rôle essentiel dans la lutte contre le trafic de drogue, puisque les policiers présents dans ces quartiers exercent une pression constante destinée à déstabiliser le commerce de stupéfiants, à identifier les dealers, à confisquer la marchandise. Tout ceci pour rendre les quartiers aux citoyens et empêcher une installation pérenne de ce commerce illégal et violent aux conséquences désastreuses.
En supprimant certaines brigades de proximité au motif de certains dysfonctionnements constatés ou de pressions de collectifs, on se prive d'un outil essentiel à la lutte contre le trafic de drogue, puisqu'on diminue la présence sur le terrain et la capacité d'action préventive. Le travail de quartier, c'est la base du travail de policier. Lorsque la police n'agit plus de manière résolue face à ce phénomène sur décision des bourgmestres, ce sont les dealers qui prennent possession du territoire, avec toute la violence qui en découle.
Monsieur le ministre, je vous sais respectueux de l'autonomie communale, mais pouvez-vous néanmoins nous donner votre avis sur la situation? Existe-t-il un lien entre la suppression de ces brigades de proximité et l'explosion du nombre de fusillades sur le territoire de la zone de police Midi? Enfin, dans quelle mesure cet état de fait renforce-t-il votre volonté de fusionner les zones de police à Bruxelles?
16.02 Jeroen Bergers (N-VA): Mijnheer de minister, agenten uit de politiezone Brussel Zuid trekken via een anonieme brief aan de alarmbel over de verdwijning van de nabijheidsbrigades. Die nabijheidsbrigades pakten in burger dealers rechtstreeks aan. Zij waren inderdaad niet perfect, maar ze waren wel doeltreffend. Volgens de politieagenten die de anonieme brief stuurden, is het geen toeval dat sinds de schrapping van de nabijheidsbrigades 70 % van de schietpartijen in Brussel in hun zone plaatsvindt.
Het is enorm verontrustend dat mensen die in de frontlinie staan in de strijd tegen de georganiseerde misdaad anoniem aan de alarmbel moeten trekken, niet uit vrees voor vergelding vanwege de drugsmaffia, maar uit vrees voor vergelding vanwege hun eigen PS-burgemeesters. De drie burgemeesters van die zone staan aan het hoofd van de politie en moeten hun verantwoordelijkheid nemen en voor hun eigen deur vegen.
Mijnheer de minister, schaalvergroting is de oplossing. Die zal zorgen voor een betere solidariteit tussen de wijken en voor meer capaciteit waar die het meeste nodig is, en zal ervoor zorgen dat wanpraktijken zoals deze niet meer mogelijk zijn. Elke dag opnieuw wordt bewezen dat een fusie van de Brusselse politiezones broodnodig en dringend is.
Mijnheer de minister, vindt u het normaal dat agenten via een anonieme brief aan de alarmbel moeten trekken, nadat ook in Anderlecht andere sectoren al anoniem aan de alarmbel trokken?
Zijn de nabijheidsbrigades essentieel in de strijd tegen de georganiseerde misdaad?
Hoe staat het met de invulling van het politiekorps in de zone Brussel Zuid ten opzichte van het theoretische kader? Wie draagt de verantwoordelijkheid voor de correcte invulling?
Welke schaalvoordelen ziet u specifiek voor de wijken in een fusie van de Brusselse politiezones?
16.03 Bernard Quintin,
ministre: Madame et monsieur les députés, merci pour vos questions. J'ai donc bien lu l'article.
Ik heb de anonieme brief niet gekregen, maar ik ben wel op de hoogte van de situatie vanaf dag twee van mijn ambtstermijn.
Les choix qui ont été formés l'ont été par les responsables de la zone de police Bruxelles-Midi, qui sont en effet les bourgmestres et le chef de corps, lesquels ont décidé en 2021 de la suppression de ces brigades. Pour le dire très clairement, il me paraît assez évident que supprimer ce qu'on appelle dans le jargon la VIP – Very Irritating Police – n'a certainement pas contribué, pour recourir à un euphémisme, à lutter efficacement contre le trafic de drogue. Il n'y a qu'à voir la situation actuelle dans la zone. La suppression de cette brigade de proximité permet en effet d'avoir des points de deal fixes au lieu d'obliger les dealers à se déplacer et donc de rendre leur travail, si je puis m'exprimer ainsi, plus difficile.
Nabijheidsbrigades zijn essentieel. Daarmee wil ik niet one size fits all gezegd hebben, want de realiteit van elke politiezone verdient een eigen aanpak, maar de nabijheidsbrigades zijn absoluut essentieel in onze strijd tegen drugscriminaliteit.
Ce que je regrette aussi dans la décision qui a été prise en 2021, c'est qu'on a voulu résoudre quelques problèmes ponctuels, qui sont d'ailleurs examinés aujourd'hui par les autorités judiciaires compétentes, en prenant des mesures linéaires générales. Prendre des mesures linéaires générales pour résoudre un problème ponctuel, ce n'est absolument pas ma ligne de travail parce qu'on jette le bébé avec l'eau du bain, comme on dit.
Quels étaient les motifs pour le faire? C'est une question qu'il faut poser aux responsables de la zone de police locale Midi que sont les bourgmestres et le chef de corps.
Je peux ajouter que les renforts fédéraux qui ont été mis à la disposition de la zone Midi sont encore là pour une bonne partie, en ce compris le renforcement de la police judiciaire fédérale à Bruxelles par une trentaine d'unités venant d'autres zones. Cela porte ses fruits – et je le dis avec beaucoup de prudence et d'humilité – en termes de sécurité et aussi en termes d'arrestations dans le cadre des fusillades qui ont eu lieu en février et en mars.
De invulling van het politiekorps van die zone is, nogmaals, vooreerst de verantwoordelijkheid van die zone. De precieze cijfers moet ik u later meedelen, want die heb ik nu niet bij.
La fusion amènera en tout cas – c'est l'objectif – une unité de commandement et – c'est aussi essentiel et c'est la dynamique fondamentale que je veux insuffler dans cette fusion – une meilleure répartition des efforts entre capacité d'intervention et police de proximité. Les deux sont absolument nécessaires. Il faut une capacité d'intervention renforcée à Bruxelles, certainement pour la zone Midi. Cela se fera par une mutualisation des efforts mais sans porter atteinte à la police de proximité.
Nabijheidspolitie is absoluut essentieel voor die interventies, maar ook voor de gerechtelijke onderzoeken, om goede inlichtingen te verkrijgen.
Pour moi, cette capacité d'intervention et la police de proximité sont les deux jambes absolument indispensables pour le marathon de la lutte contre le crime organisé.
Je m'en voudrais de ne pas terminer en saluant les efforts qui sont faits tant par la police locale que par la police fédérale pour lutter contre le crime organisé.
16.04 Catherine Delcourt (MR): Merci monsieur le ministre pour vos réponses. La lutte contre le trafic de drogue passe évidemment par le travail de quartier et de proximité, ce qui s'inscrit pleinement dans votre politique de sécurité globale. Les raisons qui ont poussé à la suppression des brigades de proximité sont trop floues et nécessitent des clarifications. C'est pourquoi une demande d'audition des bourgmestres de la zone de police Midi a été introduite par le MR afin de faire la lumière sur ces choix incompréhensibles.
J'aimerais souligner par ailleurs l'ambivalence
entre d'une part un discours qui est opposé à la fusion des zones de police
bruxelloises, au motif que dans une grande zone de police unifiée on ne
pourrait plus faire de police de proximité, et d'autre part la décision
concrète et lourde de conséquences de supprimer les brigades de proximité. Les
bourgmestres de la zone Midi qui ont délibérément choisi de dissoudre ces
brigades ne peuvent ignorer les conséquences de leur décision. Les responsabilités doivent être prises.
16.05 Jeroen Bergers (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw duidelijke antwoord.
Ik denk dat het inderdaad essentieel is dat er nabijheidsploegen zijn in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het is zeer onduidelijk en betwijfelbaar of die nabijheidsbrigades in de zone Brussel Zuid om de juiste redenen zijn geschrapt.
Het is heel belangrijk dat wij werk maken van de fusie van de Brusselse politiezones. Het is minstens opmerkelijk te noemen dat de zone die daarbij het meeste te winnen heeft zich daar hard tegen verzet en zelfs dreigt om te stoppen met investeren in politie, terwijl schietpartijen in die zone bijna dagelijkse realiteit zijn geworden.
De burgemeesters moeten hun eigen verantwoordelijkheid opnemen. Zij moeten voor hun eigen deur vegen. Het is ook daarom dat wij de vraag steunen om de drie burgemeesters uit de zone Brussel Zuid uit te nodigen voor een hoorzitting in het Parlement. Iedereen moet kiezen tussen eigen machtsspelletjes spelen of de veiligheid van de bevolking dienen. De keuze van Arizona is in elk geval duidelijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17.01 Jeroen Soete (Vooruit): Mijnheer de minister, na een jaar hard werken heb je eindelijk congé en ben je klaar om op vakantie te vertrekken. Wanneer je op de luchthaven aankomt, zie je dat je vlucht uren vertraging heeft. Dat is miserie, er zijn betere manieren om een reis te starten.
Om die bittere pil wat te verzachten, bestaat er sinds jaar en dag een Europese regeling. Vanaf drie uur vertraging heeft men recht op een compensatie voor het ongemak. Wat zien we nu echter? Voor Europa hoeft dat niet langer. Voortaan moet men geen drie maar vijf uur vertraging hebben voor men een compensatie zou kunnen aanvragen. Voor lange vluchten zou dat zelfs opgetrokken worden tot negen uur.
Mijnheer de minister, het gaat hier volgens ons zonder meer om een uitholling van de consumentenrechten. Het is een achteruitgang, met dank ongetwijfeld aan de lobbygroepen van de luchtvaartsector.
Dat is nog niet alles, mijnheer de minister. Ik heb u twee maanden geleden ondervraagd over de luchtvaartmaatschappijen en hoe moeilijk ze het maken voor de gewone mensen, voor de consument, om die compensatie aan te vragen. Het formulier daarvoor zit verstopt op hun website en men moet twee universitaire diploma's hebben om te vinden hoe men die compensatie kan aanvragen. In de Verenigde Staten, het land van de chloorkippen en de hormoonkoeien, is dat sinds maart 2025 echter perfect mogelijk. Dat is daar wettelijk geregeld, de compensatie wordt er automatisch toegekend. De mensen krijgen automatisch waar ze recht op hebben. Ondertussen blijven de luchtvaartmaatschappijen er hier in Europa er een olympische sport van maken om die compensatie toe te kennen en aan de consument uit te keren.
Wij zijn de partij van de consument. Wij kunnen ons in dat voorstel niet vinden, mijnheer de minister. Ik heb u al vergeleken met Robin Hood. Ik stel voor, kruip op uw paard en trek ten strijde tegen het voorstel in de Europese Raad.
17.02 Minister Rob Beenders: Collega Soete, eerst en vooral, ik heb de plannen van Europa alleen in de media gelezen. Gelukkig hebben we nog geen enkele officiële tekst gezien. Dat stemt me enigszins hoopvol. Dat geeft al aan dat ons standpunt niet gewijzigd is en dat België zijn standpunt inzake vliegreizen, zeker op het vlak van de bescherming van de consumenten, zal blijven verdedigen.
We hebben de aandachtspunten al een paar keren herhaald. Ik wil dat hier met plezier nog een keer doen. We moeten de consumenten blijven beschermen tegen de luchtvaartmaatschappijen wanneer er een instapweigering, een annulering of een vertraging van een vlucht is. Dat is een van onze belangrijkste prioriteiten in deze onderhandelingen.
In het kader van de Europese besprekingen van de hervormingen van de bestaande regelgeving zullen we er echt op toezien dat de rechten van de passagiers gevrijwaard blijven, zoals ze dat nu zijn. We zullen geen achteruitgang tolereren. We zijn dan ook fel gekant tegen het verlagen van de compensaties of het verhogen van de drempels voor het aanvragen van een compensatie. Maar daar houdt het niet op. U hebt er zelf ook naar verwezen, wat in het buitenland kan, moet ook in Europa kunnen. We willen expliciet verdere stappen zetten om de rechten van de passagiers te versterken. We zijn op dit moment aan het onderzoeken hoe we de luchtvaartmaatschappijen kunnen verplichten om de compensaties waar passagiers recht op hebben automatisch toe te kennen.
We hebben ondertussen op het kabinet al gesprekken gehad met de luchtvaartmaatschappijen. We zullen ons standpunt blijven verdedigen en we zullen hier verder aan blijven werken.
In het regeerakkoord, maar ook in mijn beleidsverklaring, staat uitdrukkelijk de noodzaak om consumenten beter te informeren over hun rechten. Dat gaat over alle sectoren. Bij de hervorming van de Europese regelgeving inzake luchtvervoer zal ik er echt op toezien dat we ervoor zorgen dat de informatieverplichtingen versterkt worden en dat passagiers duidelijk geïnformeerd worden over hun rechten, voor ze hun contract afsluiten.
17.03 Jeroen Soete (Vooruit): Mijnheer de minister, ik ben niet echt verrast, maar wel verheugd dat u zult blijven opkomen voor de rechten van de consument en dat u dit op Europees niveau met man en macht zult tegenhouden. Voor Vooruit is het duidelijk dat de rechten van de consument op de eerste plaats komen. Het kan niet dat die rechten zomaar teruggeschroefd worden. Iedereen heeft recht op kwaliteitsvolle dienstverlening. Als er iets misgaat, dan moet een consument effectief recht hebben op een effectieve oplossing en op een compensatie. Wij kiezen altijd de kant van de consument, niet de kant van de grote spelers. Ik ben er zeker van dat u hiermee aan de slag zult gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18.01 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik had niet verwacht dat ik op een week tijd twee keer het spreekgestoelte zou moeten bestijgen om de rechten van de vrouwen in dit land te verdedigen. Vorige week ging het over het moederschapsverlof. Die periode zou tijdens werkloosheid plots niet meer meetellen om pensioenrechten op te bouwen. De minister heeft dat ontkend, maar achteraf bleek wel dat een dergelijke regeling in een versie van de tekst opgenomen was. Dat toont aan hoe waakzaam we moeten zijn. Vandaag gaat het over het echtscheidingspensioen. 420.000 mensen in dit land dreigen hun echtscheidingspensioen te verliezen. Acht op de tien daarvan zijn vrouwen.
De onderliggende redenering is, zo lees ik in de pers, dat scheiden loont. Nee, mijnheer de minister, scheiden loont niet. Scheiden is lijden. Scheiden is een drama voor heel veel mensen. Scheiden is vooral heel duur. Ik begrijp dus niet dat u een algemene regel zou invoeren om enkele misbruiken, waarvan er zelfs wordt gezegd dat wij ze niet hard kunnen maken, aan te pakken. Dat staat ook in het Laatste Nieuws vanochtend.
Vandaar mijn vragen aan u, mijnheer de minister. Zal de regel echt in werking treden? Zult u iedereen straffen op basis van een aantal uitzonderingen, die u zelfs niet kunt bewijzen? Wordt het voorstel morgen in het superkernkabinet besproken?
18.02 Minister Rob Beenders: Mevrouw Bertrand, u bent kennelijk een selectieve lezer van Het Laatste Nieuws. Het is daarom goed dat wij hier kunnen verduidelijken wat in de krant heeft gestaan en vooral wat in het regeerakkoord staat en wat de huidige regering wil veranderen.
Wij zijn niet tegen de vrouwen. Wij zullen de regeling niet oneerlijker maken. Wij zullen geen 400.000 gezinnen pijn doen door de echtscheidingspremie af te pakken. Dat zullen wij absoluut niet doen.
Laat mij duidelijk zijn over het bericht in Het Laatste Nieuws: de krant was fout en heeft dat ook letterlijk toegegeven in een artikel van vanmiddag. (Protest)
Lees de krant. Er staat letterlijk in dat er in de gedrukte krant een fout stond. Ik wil het hier herhalen. Wij moeten immers hier een beleid voeren en niet in de krant. Ik bevestig dus namens de hele regering dat wij niet zullen raken aan de 420.000 echtscheidingspensioenen. Er is dus geen reden tot bezorgdheid.
Dat neemt niet weg dat het stelsel van het echtscheidingspensioen wel bijzonder is. Mevrouw Bertrand, wanneer u van mening bent dat wij iets moeten doen voor personen in een scheidingsprocedure en dat wij vrouwen moeten beschermen wanneer zij een heel moeilijke periode doormaken, dan moet u toegeven dat dat stelsel niet het meest faire statuut is. Het is bijvoorbeeld niet geldig voor ambtenaren, hoewel ambtenaren ook kunnen scheiden en vrouwen ook schade kunnen ondervinden.
Het is dus goed wat de regering doet, namelijk hervormen en zorgen dat we naar een pensioensplit evolueren die voor iedereen eerlijker is en niet alleen voor bijvoorbeeld niet-ambtenaren. Wij willen evolueren naar een stelsel waaraan ook de ex-partner bijdraagt ingeval de andere partner, meestal de vrouw, thuisblijft om bijvoorbeeld voor de kinderen te zorgen. Het regeerakkoord tekent voor ons de juiste weg, die van een eerlijke hervorming. Maak u dus geen zorgen, wij zullen de vrouwen in dat verhaal niet achterlaten.
18.03 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de minister, ik ben blij met uw antwoord. Het is de tweede keer dat er iets in de krant staat dat ons veel zorgen baart.
Ik herinner iedereen aan het principe van het echtscheidingspensioen. Dat is er voor uit de echt gescheiden vrouwen die er bewust voor gekozen hebben om thuis te blijven om hun kinderen op te voeden en tijdens die periode dus geen pensioenrechten hebben kunnen opbouwen. U stelt een ander systeem voor, de pensioensplit, maar dat is een vrijwillig systeem waarvoor men kiest op het moment dat men het huwelijkscontract voor de notaris sluit. De man of de vrouw – het is meestal de man –, moet daar wel mee instemmen. Dat is een fundamenteel ander systeem dan het echtscheidingspensioen. Ik vraag iedereen dus om waakzaam te blijven, want alle vrouwen zullen door het nieuwe systeem getroffen worden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Hiermee is de vragensessie afgerond.
Voorstel ingediend door:
Proposition
déposée par:
Kjell Vander Elst, Philippe Courard, Christophe
Lacroix.
Discussion
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (265/6)
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(265/6)
De bespreking is geopend.
La
discussion est ouverte.
De rapporteur, de heer Aerts, verwijst naar
het schriftelijk verslag.
19.01 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wens collega Vander Elst te feliciteren, omdat voor het eerst een resolutie van hem in de plenaire vergadering voorligt. Het thema ervan is belangrijk. In de commissie hebben we dat met de nodige sereniteit behandeld, in verschillende fases, en uiteindelijk is het gelukt om tot een stemming te komen. Men zou kunnen verwachten dat Open Vld, in een eerste resolutie die in de commissie voor Landsverdediging ter sprake kwam, eerder een militaire of aanverwante kwestie zou aankaarten. Daaruit kan ik alleen maar concluderen dat Open Vld vindt dat deze regering en de minister van Defensie heel goed bezig zijn inzake de defensie-inspanningen die uitgevoerd worden. Dat wil ik toch wel even meegeven. Naast het feit dat ik dat kan concluderen, steunen wij wel de voorliggende tekst. Herinneringseducatie is voor ons belangrijk. Leren uit de fouten van het verleden met het oog op de toekomst, lijkt mij anno 2025 actueler dan ooit.
Ik wil twee kleine puntjes uit de resolutie aanstippen.
Ten eerste, voor ons is het belangrijk om 8 mei te bestempelen als een herdenkingsdag. Ik ben ook tevreden dat de oorspronkelijke tekst niet aanvaard is, want de heer Vander Elst had eerst voorgesteld om daarvan een officiële vrije dag te maken. Voor ons zou 11 juli een nog interessantere vrije dag zijn. Het is alleszins goed dat we daar geen officiële vrije dag van gemaakt hebben. Ik denk ook niet dat het tot de taken van de commissie voor Landsverdediging behoort om daarover uitspraken te doen. Daar zijn andere instanties voor. Wel is het zinvol om die 8ste mei op een waardige manier te kunnen herdenken.
Ten tweede, voor ons is het van belang om in alles wat herinneringseducatie betreft ook de bevoegdheidsverdeling in dit land te respecteren en de rol van de deelstaten daarin te erkennen. Ik denk dat deze resolutie dat op een voldoende evenwichtige manier doet.
Collega's, zoals ik al in mijn inleiding gezegd heb, zullen we deze tekst dan ook steunen. We hadden ook kunnen handelen zoals in de vorige legislatuur gebeurd is. In de commissie voor Landsverdediging heb ik toen, vanuit mijn rol als oppositielid, meerdere resoluties en meerdere wetsvoorstellen ingediend en ter stemming voorgelegd, maar die werden door de vivaldipartijen telkens weggestemd. Elke tekst van mij in de commissie voor Landsverdediging werd, volgens mij voornamelijk onder druk van de PS, weggestemd. Wij proberen echter correct te kijken naar de inhoud van een tekst. De tekst die vandaag voorligt, bevalt ons en verdient dan ook onze steun, waarmee ik de collega van Open Vld proficiat wens.
19.02 Kristien Verbelen (VB): Collega's, ik zou eerst en vooral willen benadrukken dat wij helemaal geen probleem hebben met meer investeren in wetenschappelijk onderzoek of in herinneringseducatie. Het is een feit dat het verzet in de traditionele historiografie vaak onderbelicht is gebleven, zeker als men dat vergelijkt met collaboratie en repressie. Meer historisch onderzoek en een sterke verankering van het onderwerp in de samenleving kunnen waardevol zijn.
Toch moeten we ons de vraag stellen waarom dit debat in de commissie voor Landsverdediging werd gevoerd. Die commissie behandelt militaire thema's en geen strikt historische onderwerpen. Mocht het nu nog gaan om historisch militair onderzoek, dan zou ik nog ergens de link kunnen zien, maar initiatieven zoals het invoeren van een officiële herdenkingsdag en het opzetten van een verzetsmuseum vallen toch veel logischer onder de bevoegdheden van de gemeenschappen, in een commissie bevoegd voor cultuur of onderwijs.
Wij zijn geen voorstander van de suggestie om 8 mei opnieuw tot een herdenkingsdag of zelfs een feestdag uit te roepen. Dat betekent niet dat wij die slachtoffers willen vergeten. Integendeel, het is net omdat we de herdenking niet tussen andere losse initiatieven willen laten verzinken.
Wij pleiten ervoor om dit te integreren in de bestaande herdenkingsdag van 23 augustus. Die datum werd in 2009 door het Europees Parlement ingesteld als pan-Europese dag voor het herdenken van slachtoffers van alle totalitaire en autoritaire regimes, waaronder ook het nazisme en het communisme. De datum van 23 augustus markeert het pact tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie en herdenkt alle slachtoffers van staatsterreur, van de Shoah tot de Holodomor, van massadeportaties tot politieke executies. Het biedt dus een meer omvattend, waardig en verenigd moment van bezinning, met meer zichtbaarheid en impact dan een bijkomende, versnipperde herdenkingsdag op 8 mei.
Kortom, wij zijn voor herdenking en onderzoek, maar dan wel op de juiste plaats en met het juiste draagvlak.
Voorzitter:
Wouter Vermeersch, ondervoorzitter.
Président: Wouter Vermeersch, vice-président.
19.03 Mathieu Michel (MR): Monsieur le président, chers collègues, je tiens avant tout à remercier le collègue Vander Elst pour son travail et son engagement. Je me félicite aussi de toutes les discussions en commission, qui furent en effet harmonieuses et importantes. Nous avons tous conscience que le moment que nous vivons est crucial, puisque le radicalisme et les idées simplistes tentent de réapparaître.
Je tiens à attirer votre attention sur les études récentes qui démontrent que les jeunes générations sont de plus en plus séduites par des régimes centralisés et autoritaires. Dès lors, il est évidemment plus urgent que jamais que nous puissions lire notre passé commun pour ne jamais en oublier les leçons. En ce sens, cette proposition de résolution vise à consacrer davantage la mémoire des acteurs de la résistance. Ces femmes et ces hommes qui, de l'intérieur, ont construit la libération de notre pays et, par là, celle de nos valeurs.
Je voudrais en citer quelques exemples. Je commencerai par Jean-Baptiste Piron, colonel dans l'armée belge. À la suite de la capitulation, il fut arrêté et enfermé. Il arriva à s'échapper et finira par s'exiler au Royaume-Uni après un long périple jusqu'à Gibraltar. Depuis l'Angleterre, il forma et dirigea la brigade Piron, une unité de volontaires belges qui participa à la libération de la Belgique, des Pays-Bas et d'une partie de la France. Ensuite, Jozef Raskin, un moine missionnaire et agent secret qui entra dans la résistance afin d'espionner les communications allemandes. Le 1er mai 1942, il fut arrêté par la Gestapo et fut condamné, puis exécuté par les nazis en 1943. Ou encore Andrée De Jongh, cette femme qui quitta son travail afin de venir en aide aux services de la Croix-Rouge. Elle y soigna les blessés au combat. Par la suite, elle fonda différentes lignes d'évasion, dont "Comète" qui aida les aviateurs alliés abattus à échapper aux nazis. Chers collègues, ce sont des exemples de petites histoires, mais qui s'écrivent avec un grand H et dont nous avons le devoir de nous souvenir.
Se souvenir, c'est préserver la mémoire collective de la Seconde Guerre mondiale et sa transmission intergénérationnelle. Le 8 mai 1945 marque la fin d'un des conflits les plus meurtriers de l'histoire de l'humanité, avec plus de 60 millions de morts.
La proposition, en partenariat avec les acteurs institutionnels de notre pays, vise en effet à faire entrer profondément dans nos musées et dans l'enseignement cette mémoire essentielle. Ce devoir de mémoire constitue pour nous un acte qui est rempli de sens et de conviction, car c'est sur les valeurs portées par les résistants que sont nés des principes de plus grande égalité et de plus grande redistribution de l'État social actif que nous voulons préserver aujourd'hui. Mais c'est aussi sur ces actes de résistance que se sont fondées les valeurs d'un principe de réconciliation européenne, menant à l'union des pays et des peuples que nous devons poursuivre aujourd'hui dans un espoir de paix.
Se souvenir, c'est aussi honorer celles et ceux qui ont combattu pour cette liberté: résistants, soldats, alliés, civils engagés, victimes de l'occupation. Ils ont tous contribué, souvent au prix de leur vie, à la libération de l'Europe.
Se souvenir, c'est aussi renforcer les valeurs démocratiques et européennes. Le 8 mai est aussi la victoire de ces valeurs qui construisent aujourd'hui un espace de paix durable sur un continent apaisé. Mais, ce n'est jamais acquis.
Se souvenir, c'est aussi lutter contre le révisionnisme et les discours extrémistes qui s'enracinent encore dans la société. Dans ce contexte de montée des populismes, de désinformation, de négationnisme ou de nostalgie autoritaire, cette journée joue un rôle éducatif et préventif. Elle offre un cadre pour réaffirmer des repères historiques, déconstruire les mythes et nourrir l'esprit critique.
Le devoir de mémoire, c'est donc une mission continue qui sera contemporaine à jamais. C'est se souvenir pour toujours, mais c'est aussi écouter les récits et les témoignages des générations qui ont vécu l'horreur. Se souvenir hier comme aujourd'hui car, comme l'a dit Lucie Aubrac, une résistante française, le mot résister doit toujours se conjuguer au présent.
19.04 Philippe Courard (PS): Monsieur le président, chers collègues, pour mon groupe, le travail de mémoire est une compétence essentielle de l'État fédéral et de la Défense. Comme nous l'a indiqué M. Dany Neudt de l'association Helden van het verzet la semaine dernière lors de son audition en commission sur une proposition de mon collègue Christophe Lacroix, il appartient à notre génération de transmettre l'esprit de la résistance. Et cela ne peut se résumer à des livres d'histoire, alors que le nombre de témoins de cette époque ne cesse de se réduire.
À l'heure où l'extrême droite fait descendre ses partisans dans les rues en France pour contester des décisions de justice, à l'heure où l'extrême droite occupe de nombreux sièges dans cette Assemblée et s'est d'ailleurs abstenue sur ce texte, à l'heure où notre premier ministre pose fièrement avec le candidat d'extrême droite roumain, à l'heure où l'extrême droite est au pouvoir dans de nombreux pays européens ou aux portes du pouvoir, l'heure est au réveil, au réveil des démocrates. Et je remercie mon collègue Vander Elst d'avoir pris cette initiative qui met en lumière la résistance belge et que nous soutiendrons avec force.
Honorer la mémoire de toutes celles et tous ceux qui se sont battus pour notre liberté est essentiel. Ces femmes et ces hommes ont pris tous les risques, souvent dans l'ombre et l'anonymat, pour combattre le nazisme et protéger notre pays et nos droits et libertés. Mettre en lumière le passé et rappeler à quel point la démocratie, la liberté, l'État de droit et le vivre ensemble sont des valeurs aussi fondamentales que fragiles prend tout son sens.
Dans cette logique, sous la précédente législature, un important travail a été mené afin de réellement renforcer le War Heritage Institute, notamment par l'adoption d'un nouveau plan stratégique pour la période 2021-2025. Je salue aussi la nouvelle banque de données sur la résistance qui a été mise en ligne récemment par le CegeSoma. J'espère que la nouvelle majorité s'inscrira dans ce mouvement.
Et là, pour conclure, vous me permettrez en effet de pointer trois points d'attention au regard de ce qu'il s'est passé en commission sur cette proposition.
Le premier a été de voir une majorité littéralement tétanisée lorsqu'il s'agit de parler du travail de mémoire en commission de la Défense. On le sait, pour la N-VA, de tels textes relèvent de la culture et n'ont pas leur place en Défense. Ce malaise de la majorité a donné lieu au report à plusieurs reprises du vote de cette proposition. Vous comprendrez que cela m'inquiète car la mémoire est bien une compétence fédérale.
Alors que nous commémorons cette année les 80 ans de la fin de la Seconde Guerre mondiale, j'espère vraiment de tout cœur que l'État fédéral, en collaboration avec les entités fédérées et les autorités locales, prendra les initiatives qui s'imposent pour donner vie à ce souvenir, notamment celui de la résistance.
Je pense aussi que ma province de Luxembourg est un lieu de premier plan pour rappeler l'histoire douloureuse de notre pays et le sacrifice de beaucoup pour nous libérer.
Deuxièmement, j'ai été assez choqué de voir que, via des amendements de la majorité, de nombreuses ambitions budgétaires et muséales ont été retirées du texte. Mais nous sommes dans une logique propre à la coalition Arizona. Ce gouvernement prévoit en effet de couper drastiquement dans la politique scientifique fédérale et dans le budget du bicentenaire du pays, qui devait notamment permettre la restauration du Cinquantenaire et du Musée royal de l'Armée. Je le regrette fortement, au nom de mon groupe.
Enfin, nous devons aller plus loin qu'une résolution. Mon groupe soutient depuis longtemps la demande de refaire du 8 mai un jour férié national à part entière, afin de commémorer la victoire contre le nazisme. J'entends la remarque de la N-VA concernant le 11 juillet. Je pense qu'il s'agit de choses totalement différentes, et cela me choque de voir que des événements certes importants, mais qui n'ont rien à voir, sont mis sur un même plan. Il s'agit ici du combat de la résistance contre le nazisme. Cette journée du 8 mai permettrait notamment de commémorer le souvenir de nos soldats tombés au front de la Seconde Guerre mondiale, mais aussi la mémoire des résistantes et résistants. J'ai donc redéposé cet amendement en séance plénière et j'espère vraiment, cette fois, que vous le soutiendrez.
19.05 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Vander Elst, met deze resolutie wilt u een feestdag op 8 mei bespreekbaar maken en dat debat op de agenda zetten. Ik dank u daarvoor. Wij ondersteunen deze resolutie voluit, want herdenken gaat eigenlijk over vandaag. Vroeger streden we tegen fascisme in laarzen en met kepies op, vandaag strijden we tegen fascisme in kostuum.
Herdenken is nodig, want kennen we eigenlijk onze verzetshelden? Het antwoord is neen. Neen, we kennen onze verzetshelden niet. Daar moet verandering in komen. Onze verzetshelden kregen geen plek in ons collectief geheugen. Nochtans werden meer dan 15.000 verzetshelden vermoord door de nazi's. Er is dus werk aan onze herinneringseducatie. De grootste overwinning die we de fascisten kunnen geven, is immers het brede verzet vergeten.
Ik wil deze resolutie meteen in de praktijk omzetten en daarom vertel ik graag het verhaal van Delphine De Waele uit Aalst. Haar levensverhaal speelt zich af tijdens de Staking der 100.000, een meerdaagse staking tijdens de Tweede Wereldoorlog, die exact één jaar na de inval van de Duitsers begon en werd geleid door een zekere Julien Lahaut, arbeider en syndicalist, verkozen in deze Kamer voor de toenmalige Kommunistische Partij van België en schepen in Seraing.
U moet weten dat elke syndicale actie tijdens de bezetting gevaarlijk was. Vakbonden werden illegaal verklaard en staken was gewoonweg verboden. Maar toch vonden uiteindelijk 100.000 mensen de moed om in staking te gaan tegen de bezetter. Ze eisten aardappelen tegen de honger en 20 % meer loon voor hun arbeid.
De staking begon met een optocht van vrouwen in de staalfabriek Cockerill in Seraing. Ze gingen rond in de fabriek en maanden hun mannen aan het werk neer te leggen. Zo legden 8.000 arbeiders effectief het werk neer. Ze vervoegden de vrouwen in hun sociale strijd. Dat was niet zonder gevaar.
Delphine De Waele was actief in Aalst en produceerde sluikpers met nieuws over die stakingen. Zo zorgde ze voor aandacht onder de bevolking voor die stakingen. De stakingen konden zich mede dankzij haar, via die sluikpers, verspreiden van Luik richting Henegouwen, via de Borinage tot in de mijnen in Limburg, tot in de textielfabrieken in Gent en Aalst.
Verzetshelden zijn heel vaak heel gewone mensen die buitengewone zaken doen. Delphine was een gewone vrouw, maar de oorlog veranderde alles. Delphine koos voor solidariteit met de stakers. Ze koos voor verzet en dus ging ze mee de straat op, eerst met een paar, dan met tientallen, vrouwen, moeders, hongerige lijven en vurige harten. In Aalst kwamen er honderden bij en Delphine stond in het midden van de menigte. Ze was bang, maar krachtiger dan ooit. Ze droeg een zelfgemaakt spandoek waarop in blokletters stond: "Wij eisen kolen en brood." Na drie weken stakingen en sociale acties moesten de bezetters buigen voor de eisen van wie zich verzette. Ze kregen 8 % loonsverhoging in één keer, in oorlogstijd. Dat leek toen onmogelijk, maar ze hadden het wel gedaan.
Delphine hebben ze later opgepakt. Zes weken lang probeerden ze haar te breken door foltering, maar ze brak niet. Delphine overleefde, velen van haar kameraden niet. Haar moed leeft voort in onze herinneringen en in ons verzet. Dat is onze erfenis en onze toekomst. Van 8 mei een officiële herdenkingsdag maken ter nagedachtenis van het verzet en alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog is een heel goede eerste stap naar een officiële feestdag. Vrij op 8 mei is het einddoel. De PVDA-fractie heeft alvast een wetsvoorstel ingediend om van 8 mei opnieuw een officiële feestdag te maken, zoals dat hoort en zoals dat het geval was tot 1974. Ik hoop hiervoor dan ook op de steun van alle democratische krachten hier aanwezig.
19.06 Luc Frank (Les Engagés): Sehr geehrter Herr Vizepräsident, werte Kolleginnen und
Kollegen, chers collègues, Erinnerungskultur ist wichtig, denn nur wer seine
Geschichte kennt, kann auch seine Zukunft gestalten.
Ce 8 mai, comme chaque année, nous penserons à la fin de la Deuxième Guerre mondiale en Europe. Le lendemain, nous célébrerons l'Europe en commémorant la déclaration Schuman, qui a lancé la construction européenne.
Cette construction européenne est directement issue des horreurs de la Deuxième Guerre mondiale et des mouvements de résistance face à la barbarie nazie et fasciste. La résolution que nous votons aujourd'hui, et que Les Engagés soutiennent pleinement, vise à remettre en avant le rôle essentiel des résistances durant la Seconde Guerre mondiale et à faire du 8 mai une journée de commémoration.
Les actes héroïques de la résistance face à l'occupant nazi doivent être rappelés. Le courage de ces femmes et hommes a été incroyable. Ils ont été des rouages essentiels dans la défaite de l'ennemi nazi. Nous ne les remercierons jamais assez. Mais ces résistants aspiraient à un avenir meilleur. Ils souhaitaient construire une société plus juste et concrétiser la paix après la victoire. Ils ne voulaient pas revivre l'échec de Versailles. Leur combat était transnational, car les résistances européennes ne travaillaient pas en silos nationaux. Dans ce foisonnement d'idées, l'idée d'une Europe unie occupait une large place, notamment en Belgique.
En ces temps où la guerre est de retour sur le continent européen, où les nationalismes sèment le chaos dans l'ordre international et où la force et la coercition semblent être la seule grammaire des relations internationales, il est essentiel d'avoir un travail de mémoire autour de la Seconde Guerre mondiale et de la résistance.
Ce travail doit également être un hommage à la vision d'avenir de nombreux résistants car dans un continent que la nuit recouvrait, la lumière de l'espoir ne s'est pas éteinte. Aujourd'hui, c'est à nous de la faire briller.
Collega
Vander Elst, ik dank u voor dit initiatief.
19.07 Axel Weydts (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, collega's, hier hebt u een mooi voorbeeld van tekst die op een brede steun van zowel de oppositie als de meerderheid in de Kamer kan rekenen en dat is goed.
Waar de bespreking van onderhavig voorstel van resolutie plaatsvond, collega Verbelen, is van ondergeschikt belang. Of dat nu in de commissie voor Landsverdediging dan wel in een andere commissie gebeurde, het gaat over de inhoud. Ik heb alvast de indruk dat het Vlaams Belang op zoek is naar een reden om straks niet te moeten voorstemmen; we weten natuurlijk allemaal dat de redenen daarvoor elders te zoeken zijn.
Ik heb persoonlijk iemand gekend die in het verzet diende, met name Frida Laverge, een moedige vrouw uit Kortrijk die haar kinderwagen gebruikte om smokkelpers te verdelen en te verspreiden. Welnu, wie met zulke mensen spreekt, kan niet anders dan concluderen dat zij echte heldendaden verrichtten. Het gaat daarbij heel vaak over heel gewone mensen die buitengewone dingen hebben gedaan.
Onze geschiedenis leert ons dat vooral de collaborateurs in Vlaanderen bekend zijn. De verzetshelden van toen zijn veel minder bekend en dat is jammer. Daarom is het ook zeer goed dat we op de 80ste verjaardag van hun heldendaden voorliggend voorstel van resolutie hier kunnen goedkeuren.
Ik wil dan ook heel graag mijn dank uitspreken aan u, collega Vander Elst, voor het initiatief dat u hebt genomen om het voorstel in de commissie voor Landsverdediging in te leiden. Ik wil ook mijn dank uitspreken aan onder andere Dany Neudt en Ellen De Soete en de 8 meicoalitie, die het debat over het thema al jaren in de maatschappij aan het voeren zijn. Zij verdienen dat.
Beste collega's, voor Vooruit mag men nog een stap verder gaan. Wij blijven er immers ook voorstander van om van 8 mei opnieuw een officiële feestdag te maken. Collega Anja Vanrobaeys nam wel initiatieven door wetsvoorstellen in die zin in te dienen in de commissie voor Sociale Zaken. Daarvoor is er vandaag echter geen meerderheid. In ieder geval doen we met de goedkeuring van onderhavige tekst een eerste belangrijke stap. De herinnering aan 8 mei en aan de heldendaden van destijds zijn uiteindelijk veel belangrijker dan een dag vakantie. Daarom zijn wij heel erg blij met het initiatief. Het is een belangrijke stap naar meer educatie, meer onderzoek en blijvende herinnering op die officiële herdenkingsdag op 8 mei. Wie weet, kunnen we ooit ook een verzetsmuseum oprichten, dat de helden van destijds eert en hun de eer geeft die hun toekomt.
19.08 Koen Van den Heuvel (cd&v): Eerst en vooral dank ik ook collega Vander Elst voor het initiatief, dat de volledige steun van onze fractie heeft. Ik meen dat het vandaag heel duidelijk is waarom onderhavig voorstel van resolutie belangrijk is.
Er zijn daarnet, zoals bijna elke week, vragen gesteld over geopolitieke spanningen in de wereld. Dan is het goed dat we in die woelige geopolitieke tijd in de wereld stilstaan bij het verleden. Het verleden leert ons soms toch een aantal lessen.
Ik meen dat herdenkingsmomenten aan de menselijke rampen in de 20ste eeuw, gesteund door wetenschappelijk onderzoek, de alertheid van ons als individu en vooral van de samenleving kunnen versterken, zodat we vandaag de juiste beslissingen kunnen nemen. Ik zie tweeërlei redenen.
Ten eerste, wij moeten eerbied en dankbaarheid betonen voor wie in de Tweede Wereldoorlog, onder andere in het verzet, slachtoffer werd van zijn of haar moed. Dankzij hun inzet en hun offer leven wij vandaag in de vrije samenleving die we kennen.
Ten tweede, dergelijke herdenkingsmomenten doen ons beseffen dat dat niet gratis is en dat wij daarvoor moeten strijden. We moeten met enthousiasme en daadkracht tegen de polariserende trend van sommigen ingaan, eraan herinnerend dat onze mensen van het verzet, onze verzetshelden, zich 80 jaar geleden voor een vrije samenleving opofferden. Het lokale bestuur van Puurs-Sint-Amands en ikzelf als burgemeester proberen alvast om de herinnering levend te houden hoe zeer veel jonge leden van de verzetsbeweging de Zwarte Hand naar Duitse kampen werden weggevoerd om zo de jonge generatie, die onze vrije samenleving vanzelfsprekend vindt, te doen beseffen dat dat niet altijd vanzelfsprekend is en het resultaat van de inzet van vele mensen.
Mijnheer de voorzitter, bij deze wil ik de heer Vander Elst nogmaals bedanken. Onze fractie zal het voorstel van resolutie met enthousiasme goedkeuren.
19.09 Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij zullen hier straks hopelijk een belangrijk voorstel goedkeuren over burgerschapsvorming en herinneringseducatie, gelinkt aan de Tweede Wereldoorlog en aan het Belgische verzet.
Laten we eerlijk zijn, we hebben de voorbije decennia de rol van het verzet in onze geschiedschrijving te weinig belicht. Tijdens officiële plechtigheden en in het onderwijs was er gewoon te weinig aandacht voor de daden van het verzet. Het belang van het moedige werk van die tienduizenden gewone mannen en vrouwen, die met gevaar voor het eigen leven de strijd mee hebben gevoerd om onze vrijheid te herwinnen, mag niet worden onderschat.
De vzw Helden van het verzet en de 8 meicoalitie hebben de voorbije jaren heel grote inspanningen geleverd om het thema opnieuw op de agenda te plaatsen opdat de helden over wie het zou moeten gaan opnieuw het statuut zouden krijgen dat zij verdienen. Het gaat natuurlijk om heel veel actoren. CegeSoma bijvoorbeeld werkt ook al jaren op dat thema. Niettemin is het heel belangrijk dat wij uitdrukkelijk dankbaar zijn voor de middenveldorganisaties die het thema opnieuw op de agenda plaatsen. Dat toont meteen ook aan waarom een stevig middenveld belangrijk is in een democratische samenleving.
Herinneringseducatie en burgerschapsvorming zijn belangrijke taken in een rechtsstaat. Die taken moeten worden opgenomen door vele actoren, van scholen, onderzoeksinstellingen en musea tot herinneringsplaatsen. Er wordt weleens gesteld dat een heel dorp nodig is om een kind op te voeden. Er is evenwel een hele gemeenschap nodig om een herinnering levendig te houden en burgerschap aan te leren. Met het voorliggende voorstel van resolutie willen wij dus, hopelijk met het volledige Parlement, ons steentje bijdragen.
In de huidige geopolitieke context komen de waarden van onze westerse liberale democratieën onder druk te staan. Daarom is het heel erg belangrijk van de juiste kennis te vertrekken, teneinde ten minste het verleden te gebruiken om te reflecteren en gedachtenoefeningen te stimuleren, niet alleen bij onze jeugd. Iedereen in de samenleving kan deugd daarvan hebben.
Het voorstel van resolutie dringt onder andere aan op samenwerking tussen de verschillende actoren, het stimuleren en verankeren van het verzetsverhaal in een museaal aanbod en de sterke integratie van herinneringseducatie en burgerschapsvorming, allemaal heel belangrijke aangelegenheden. Wij verheugen er ons dan ook over dat we straks hopelijk unaniem het voorstel zullen kunnen goedkeuren.
In de commissie hebben we onder andere ook voorgesteld om 8 mei tot een echte feestdag, een nationale herdenkingsdag te maken. Collega Almaci heeft daar in het Vlaams Parlement in het verleden ook al initiatieven rond genomen. Hopelijk vinden we hier nu een brede meerderheid, die de collega's in het Vlaams Parlement kan inspireren om die voorstellen ook opnieuw op te nemen. Wat 8 mei betreft, zitten wij trouwens op dezelfde lijn als de collega's van Vooruit. Wij willen absoluut dat 8 mei een officiële feestherdenkingsdag wordt.
Een andere kwestie betreft de archieven. De organisatie Helden van het verzet drong er al eerder op aan dat de archieven goed moeten worden onderhouden en actief toegankelijk moeten zijn. Op dat vlak bestaat er toch wel enige vrees, ook bij het Rijksarchief, dat tegemoetkomen aan die verzuchting een probleem wordt, gelet op de op til zijnde besparingen. Ik hoop, collega's, dat u zich terdege bewust bent van de situatie, dat u met die vraag aan de slag gaat en dat we die kwestie met alle fracties opnemen, ook al heeft dat pleidooi de tekst niet gehaald. Ik hoop ook dat de tekst geen eindpunt maar een beginpunt is.
Ten slotte richt ik mij tot mevrouw Verbelen. De herdenkingssector ken ik toevallig vrij goed. Herdenken is overal ter wereld een taak van commissies voor Defensie. Bij de Duitse vrienden, bijvoorbeeld, staat de Kriegsgräberfürsorge daarvoor in, bij de Britten de Commonwealth War Graves Commission en overal worden dergelijke initiatieven aangestuurd vanuit een commissie voor Landsverdediging of Defensie. Dus uw argument raakt echt kant noch wal. Als u straks met uw fractie niet voorstemt, dan geeft u een heel erg duidelijk signaal.
19.10 Kjell Vander Elst (Open Vld): Collega's, op 8 mei 2025 zal het exact 80 jaar geleden zijn dat we de bezetters versloegen en Nazi-Duitsland capituleerde. Het feit dat dat gebeurde, is mede te danken aan heel veel verzetshelden, ook in ons land. Het verzet kwam van vele van onze bondgenoten, maar ook van gewone mensen, gewone mannen en vrouwen, zelfs minderjarigen, die opkwamen tegen een meedogenloze bezetter. Ze kozen niet voor de weg van de minste weerstand, maar voor verzet, met gevaar voor eigen leven, soms zelfs met de dood tot gevolg. Meer dan tienduizenden verzetshelden hebben het leven moeten laten in die gruwelijke Tweede Wereldoorlog. Ze deden dat niet voor eer of voor erkenning, maar uit overtuiging.
Vandaag staan wij hier in een vrij land, een democratische rechtsstaat. Dat is mede te danken aan hen. Collega's, het lijkt misschien dan wel iets uit een ver vervlogen tijd, een discussie van het verleden, maar dat is het niet. Aan de rand van Europa woedt een gruwelijke oorlog. In het hart van Europa worden fundamentele rechten uitgehold. We zien hoe autoritaire leiders steeds meer greep krijgen en hun greep versterken, hoe vrije meningsuitingen en vrije pers onder druk komen te staan. Collega's, vrijheid is nooit vanzelfsprekend. Democratie is geen garantie. Het is een strijd van verschillende generaties geweest om die democratische rechten en vrijheden te vrijwaren en te behouden. Dat is het vandaag nog steeds.
Het is dus bijzonder belangrijk om het verleden te herdenken, zodat we het heden kunnen begrijpen. Daarom is deze resolutie geen symbolisch gebaar. Het is een signaal. Het is een signaal om structureel in te zetten op herinneringseducatie, in samenwerking met musea, onderwijsinstellingen en onderzoekscentra, met respect voor de bevoegdheidsverdelingen, maar vooral om jonge mensen te informeren, maar ook te inspireren. Collega's, ik moet het bekennen, misschien heb ik niet in elke geschiedenisles even goed opgelet, maar in de middelbare school, noch in de lagere school, heb ik ook maar iets meegekregen over het verzet. Daarvan moeten we dringend werk maken. Het wordt tijd dat we hier samen met die onderwijsinstellingen op inzetten.
Collega's, laat het duidelijk zijn, het verzet laat zich niet toe-eigenen.
Het is geen ideologische eigendom van de ene of de andere partij, van de ene of de andere politieke of ideologische strekking. Er bestaan tal van lokale verhalen waarbij ook lokale politici van verschillende ideologische strekkingen betrokken waren. Wie het verzet dus probeert te reduceren tot één politieke familie, doet het heel veel onrecht aan. In het verzet stonden mensen zij aan zij, van socialisten tot liberalen, van gelovigen tot ongelovigen, van armen tot rijken, Vlamingen, Walen, Brusselaars. Dat maakt duidelijk hoe breed de verzetsbeweging was, hoe die gedragen werd door mensen van alle strekkingen. Het verzet is niet links, noch rechts, het is van ons allemaal.
Deze resolutie is een stap in de goede richting, een stap naar herinnering, herdenking en erkenning, maar het is slechts een eerste stap. We moeten daarop voortwerken, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, samen met verschillende organisaties, waarvan er enkele al genoemd zijn. Helden van het verzet bijvoorbeeld zijn mensen, organisaties en verenigingen die bergen werk verzetten om die problematiek en dat aandachtspunt op de agenda te krijgen. Het is dus ook goed dat die geëerd worden en dat we samen met hen en met die organisaties samenwerken om stappen vooruit te zetten. Al de organisaties en verenigingen die daarmee bezig zijn, wil ik dan ook uitdrukkelijk danken.
Ik wil afsluiten met een dankwoord voor de collega's die over de grenzen van meerderheid en oppositie heen dit thema op een zeer respectvolle manier hebben behandeld, dit voorstel ook hebben gesteund in de commissie voor Landsverdediging en samen mee hebben vormgegeven. Dat toont aan dat we overeenkomsten kunnen vinden in het Parlement, los van meerderheid, oppositie of partijpolitieke kleur. Ik hoop dat we het politiek hokjesdenken vandaag voor deze resolutie, maar ook in de toekomst verschillende malen kunnen overstijgen.
19.11 François De Smet (DéFI): Chers collègues, je voudrais moi aussi remercier notre collègue Vander Elst pour ce texte qui intervient à un bon moment, à quelques encablures des 80 ans de la fin de la Seconde Guerre mondiale.
Comme beaucoup d'entre vous, j'imagine, j'ai déjà visité le camp d'Auschwitz-Birkenau. Moi, c'était il y a déjà plus de 20 ans, en compagnie de 30 jeunes écoliers et de trois témoins. Parmi eux, il y avait un homme que certains d'entre vous connaissent, je suppose, Simon Gronowski.
Simon est connu parce que c'est l'enfant du 20e convoi, le seul convoi de déportés vers Auschwitz qui a été attaqué. Trois jeunes étudiants belges ont réussi à l'arrêter. Pas longtemps, quelques instants, juste assez de temps pour que le petit Simon, enfant, soit poussé en dehors du train par sa mère, avant que le train redémarre vers Auschwitz, où périront sa mère et sa sœur.
Avoir visité Auschwitz avec Simon des années plus tard, alors que c'était la première fois qu'il entrait dans ce camp, reste l'une des expériences les plus marquantes de ma vie. Pour ce genre de choses, il faut évidemment soutenir ce texte. Ce n'est pas la seule raison.
La deuxième raison pour laquelle il faut soutenir cette initiative, ce sont les racines de la guerre et singulièrement de cette Seconde Guerre mondiale, qu'on le veuille ou non, qui reste toujours aujourd'hui le principal marqueur de nos héritages idéologiques. L'éducation à la citoyenneté, la conscientisation des esprits aux événements de la guerre sont essentielles, mais cela inclut pour moi aussi les événements qui ont mené à cette guerre. L'arrivée des régimes totalitaires dans les années 20 et 30, la récession économique provoquée entre autres par un protectionnisme délirant, la montée de la haine entre citoyens et communautés, autant de signaux d'alerte qui doivent nous inviter à la commémoration mais aussi à la vigilance.
Il est exact, M. Michel l'a dit, que les jeunes générations aujourd'hui semblent pouvoir être séduites davantage qu'avant par des dirigeants forts et des régimes forts. Et donc, lorsqu'on entend se souvenir, il faut se souvenir aussi que dans les années 20 et 30, le propos politique était au fur et à mesure des années de plus en plus simpliste, populiste, antiparlementaire, outrancier, réduisant l'autre non plus au rang d'adversaire mais d'ennemi. Quand on voit le niveau de certains propos à l'étranger, mais aussi ici, il est plus que temps de se souvenir où nous mènent les discours de haine mais aussi, tout simplement, le trop-plein de radicalité et de simplisme.
Les plus dangereux pour la démocratie, ce ne sont pas seulement ceux qui veulent soumettre nos libertés mais aussi les opportunistes qui, consciemment ou non, leur ouvrent le chemin.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
Ingediend
amendement:
Amendement déposé:
Verzoek/Demande 9(n)
• 18 – Philippe Courard cs (265/7)
Aangehouden: het amendement.
Réservé: l'amendement.
De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
Le vote sur l'amendement réservé et sur
l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
Stemmen |
113 |
Votants |
Blanco of ongeldig |
1 |
Blancs ou nuls |
Geldig |
112 |
Valables |
Volstrekte meerderheid |
57 |
Majorité absolue |
Vincent Medaer Bours heeft 12 stemmen gekregen.
Vincent Medaer Bours a obtenu 12 voix.
Mevrouw Alexandra Jaspar heeft 73 stemmen gekregen.
Mme Alexandra Jaspar a obtenu 73 voix.
Mevrouw Cédrine Morlière heeft 22 stemmen gekregen.
Mme Cédrine Morlière a obtenu 22 voix.
De heer Peter Van den Eynde heeft 5 stemmen gekregen.
M. Peter
Van den Eynde a obtenu 5 voix.
Mevrouw Alexandra Jaspar, die de volstrekte meerderheid heeft gekregen, is benoemd tot directrice van de autorisatie- en adviesdienst van de Gegevensbeschermingsautoriteit.
Mme Alexandra Jaspar ayant obtenu la majorité absolue, est proclamée directrice du service d'autorisation et d'avis de l’Autorité de protection des données.
Ik schors de vergadering, want de premier moet aanwezig zijn voor de interpellaties. Hij zou rond 17.30 uur hier aanwezig zijn.
De vergadering wordt geschorst van 17.08 uur tot 17.45 uur.
La séance est suspendue de 17 h 08 à 17 h 45.
De voorzitter: Collega's, de premier had een onderhoud met zijn Oekraïense collega, vandaar de vertraging en schorsing.
21.01 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le ministre des Affaires étrangères, le jeudi 3 avril, nous apprenions que la Hongrie se retirait du Statut de Rome, qui fonde la Cour pénale internationale (CPI). Au-delà du caractère inacceptable de cette affirmation et de cette annonce, cette décision constitue également un précédent dangereux, la Hongrie étant le premier des 27 États de l'Union européenne à ne plus reconnaître la légitimité de la Cour pénale internationale.
Cette décision constitue aussi un recul sans précédent en matière de justice internationale, ce qui affaiblit la lutte contre les crimes les plus graves au premier rang desquels se trouvent les crimes de guerre, les crimes contre l'humanité et le crime de génocide. Monsieur le ministre des Affaires étrangères, vous avez alors immédiatement et fermement réagi à cette déclaration en indiquant: "Il est important de rappeler à la Hongrie qu'elle reste tenue de respecter le Statut et de coopérer pleinement avec la Cour, y compris en se conformant aux mandats d'arrêt qu'elle délivre". Je me permets d'insister sur cette partie de vos déclarations: "en se conformant aux mandats d'arrêts délivrés par la Cour".
Pourtant, ce même 3 avril, quelques heures plus tard, quelques heures après votre déclaration, monsieur le ministre des Affaires étrangères, sur le plateau de Terzake, monsieur le premier ministre indiquait: "Il n'est pas certain que le premier ministre israélien Benyamin Netanyahu, sous le coup d'un mandat d'arrêt émis par la CPI, serait arrêté s'il se trouvait sur le sol belge". Cette déclaration, excusez-moi de vous le dire, monsieur le premier ministre et monsieur le ministre des Affaires étrangères, est sidérante car on parle d'un mandat d'arrêt émis par la Cour pénale internationale. On parle de monsieur Benyamin Netanyahu. On parle de crimes de guerre. On parle surtout d'une population de deux millions de personnes, coupée de toute aide humanitaire à Gaza, ce qui correspond précisément au crime contre l'humanité pour lequel le premier ministre israélien est actuellement poursuivi devant la Cour pénale internationale.
Monsieur le ministre, pour rappel, le 21 novembre 2024, la Cour pénale internationale avait émis des mandats d'arrêt contre le premier ministre israélien Benyamin Netanyahu et l'ancien ministre de la Défense israélien Yoav Gallant pour "crime de guerre de famine en tant que méthode de guerre, crimes contre l'humanité de meurtre, de persécution et d'autres actes inhumains".
La Cour pénale internationale estime qu'il existe des motifs raisonnables de croire que M. Netanyahu et M. Gallant ont "délibérément et en toute connaissance de cause privé la population civile de Gaza des biens indispensables à sa survie, y compris de nourriture, d'eau, de médicaments, de fournitures médicales, de carburant et d'électricité, et ce, depuis le 8 octobre 2023 au moins jusqu'au 20 mai 2024".
À la même occasion, la CPI avait émis un mandat contre le dirigeant du Hamas Mohammed Deif pour son rôle dans les crimes commis lors de l'attaque du 7 octobre. Cependant, la mort de ce dernier dans un bombardement durant l'été 2024 a entretemps été confirmée.
Alors, monsieur le premier ministre et monsieur le ministre des Affaires étrangères, quand un mandat d'arrêt international est émis, la Belgique doit répondre présente. Elle doit l'exécuter sans ambiguïté. Or la position exprimée par le premier ministre tranche particulièrement avec la position que la Belgique avait adoptée jusque-là. Pour rappel, notre ancien premier ministre, M. Alexander De Croo, avait été d'une clarté totale lorsqu'il avait été interrogé sur cette question. Il avait répondu: "Si une personne sous le coup d'un mandat d'arrêt de la Cour pénale internationale se trouve sur son territoire, la Belgique assumera sa responsabilité. Il ne peut y avoir deux poids deux mesures, la Belgique soutient la CPI."
Monsieur le ministre, la justice et la justice internationale ne sont pas à géométrie variable. Or nous voilà avec une divergence au sein du gouvernement sur un sujet qui jusqu'ici faisait largement consensus et tenait même lieu de boussole en matière de politique étrangère: le respect du droit international. Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, la justice doit s'appliquer à toutes et à tous. C'est non seulement une obligation légale, c'est notre devoir moral.
Nous savions, messieurs, que beaucoup de passages de votre accord de gouvernement étaient encore sujets à négociation. Pourtant, il en est un qui nous apparaissait clair et limpide mais qui, à peine deux mois plus tard, est déjà enfreint par les déclarations de notre premier ministre. Je vous le lis pour rappel. Vous citiez, vous disiez, vous écriviez: "La Belgique souligne l'importance d'un ordre international fondé sur le droit international. La lutte contre l'impunité est une priorité et la Belgique soutient les tribunaux internationaux tels que la CPI et la CIJ dans leurs enquêtes sur les violations du droit international."
Par ailleurs, votre note d'orientation, monsieur le ministre des Affaires étrangères, affirmait à juste titre que: "La crédibilité de la Belgique dans le domaine du respect du droit international et de la lutte contre l'impunité est l'un de ses atouts importants. Elle nous permet de jeter des ponts avec d'autres régions. Nous ne pouvons pas nous exposer à l'accusation de deux poids deux mesures."
Ces propos semblent également être confirmés par d'autres partenaires de majorité, puisqu'hier à peine, Mme Verlinden, ministre de la Justice, déclarait qu'elle était totalement en porte-à-faux avec les propos du premier ministre et que le mandat de la Cour pénale internationale, si M. Benyamin Netanyahu devait se trouver sur le territoire belge, serait pleinement et intégralement respecté.
Alors, les déclarations de M. De Wever ne respectent pas la justice internationale. Les déclarations de M. De Wever ne respectent pas l'accord de gouvernement. Elles ne respectent pas la séparation des pouvoirs. Elles ne respectent pas les autorités judiciaires, seules compétentes pour exécuter les mandats d'arrêt délivrés par la CPI. Pire encore, de telles déclarations démontrent l'absence totale de considération sur le fait qu'Israël affame deux millions de Palestiniens à Gaza et qu'un risque de génocide est en cours.
À force de tolérer l'intolérable, monsieur Prévot, nous banalisons l'impunité.
Alors, monsieur De Wever, après avoir posé avec le candidat d'extrême droite roumain en pleine campagne présidentielle et avec Mme Marion Maréchal-Le Pen qui se targue d'être la garante de la vraie doctrine familiale, après avoir rejoint les positions de Viktor Orbán en laissant planer le doute sur l'exécution du mandat d'arrêt de la Cour pénale internationale émis contre Benyamin Netanyahu, il y a des moments où l'Histoire nous met face à un choix: défendre nos valeurs ou devenir complices de celles et ceux qui les détruisent.
Aujourd'hui, monsieur le ministre des Affaires étrangères, de quel côté vous placez-vous?
La Belgique doit pouvoir se regarder en face et arrêter ceux que la justice internationale tente de juger.
Monsieur le ministre des Affaires étrangères, je demande votre position ainsi que celle du gouvernement.
Quelle est la position du gouvernement belge sur l'application des mandats délivrés par la Cour pénale internationale?
Quelle est la position du gouvernement belge sur l'exécution du mandat d'arrêt délivré par la Cour pénale internationale à l'encontre du premier ministre israélien, si ce dernier devait venir en Belgique?
Quelle position la Belgique portera-t-elle face au retrait unilatéral de la Hongrie du Statut de Rome, retrait contraire à l'accord de coopération de 2006 et à la décision du Conseil européen de 2011?
Monsieur le premier ministre, je ne comptais pas vous interpeller, mais les interpellations ayant été jointes, je me permets malgré tout de vous interroger. Je ne vous surprendrai pas en vous rappelant nos obligations internationales, vos obligations de premier ministre – et non de président de parti – à la tête d'un pays fondateur de l'Union européenne, d'un pays partie prenante au Statut de Rome.
Monsieur le premier ministre, monsieur De Wever, vous faites rarement les choses au hasard. J'essaye de comprendre. J'essaye de comprendre quelle était finalement votre pensée ce soir-là à l'émission Terzake. Quelles étaient vos motivations? Qu'est-ce qui vous amène à offrir une telle impunité à M. Benyamin Netanyahu? Quelles motivations peuvent expliquer que vous quittiez l'ordre international, que vous renonciez au respect du droit international, pour soutenir un homme accusé d'être responsable du décès de dizaines de milliers de personnes innocentes et de l'organisation d'une famine impactant deux millions de personnes au sein de la bande de Gaza? Qu'est-ce qui vous passe par l'esprit lorsque vous approuvez indirectement – à travers le soutien que vous exprimez à M. Netanyahu – la violence de cette colonisation?
Vous parlez de réalpolitique, je parlerai de cynisme, monsieur De Wever.
Vous vous asseyez sur le même banc qu’Orbán. Vous nous mettez au ban de la justice internationale. Vous posez pour des photos avec des personnalités d’extrême droite. Je pense que vous enfilez plus encore le costume de président de parti que celui de premier.
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, mes questions sont simples: avez-vous encore aujourd'hui une position conjointe de gouvernement à défendre, ici en Belgique, et à l’international?
Monsieur le président, je dépose une motion de
recommandation à l’attention des collègues. Je vous remercie, chers collègues.
21.02 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de premier, mijnheer de minister, eigenlijk is er op dit moment maar één relevante vraag. Wat is het nu? Wat is het standpunt van deze regering?
Mijnheer de premier, u hebt gesuggereerd dat ons land het aanhoudingsbevel van het Internationaal Strafhof naast zich zal neerleggen en de man waarover het nu gaat, Benjamin Netanyahu, niet zal aanhouden als hij voet op Belgische bodem zou zetten. Dat lijkt misschien onschuldig, maar met uw uitspraak zet u ons land buiten het internationaal recht en dat is voor mijn partij onaanvaardbaar.
Dit is geen realpolitik, mijnheer de premier, dit is afbraakpolitiek. De rechtsstaat is absoluut en men leeft de regels na. Dat heeft elke federale regering tot nu toe gedaan. Het is onbegrijpelijk dat u die deur nu openzet. Het gaat niet alleen over Netanyahu, het gaat over iedereen die een internationaal arrestatiebevel krijgt. De regels moeten dezelfde zijn voor Netanyahu, voor iemand van Hamas of voor Poetin. Daarin maakt men geen onderscheid.
Mijnheer de premier, u gaat niet alleen in tegen het internationaal recht, u gaat ook in tegen uw eigen regeerverklaring en de beleidsverklaring van uw minister van Buitenlandse Zaken. Ik citeer: "Het buitenlandse beleid van België is gebaseerd op respect voor het internationaal recht, dat altijd hetzelfde is, ongeacht het conflict in de wereld. We hanteren geen dubbele maatstaven. Het is een kwestie van principe, geloofwaardigheid en effectiviteit".
Dus nogmaals, wat is het nu? Ik vraag dat ook aan de andere collega's van de meerderheid, want in dit Huis, in dit Parlement, blijft het oorverdovend stil. Vooruit: niet gehoord. Cd&v: niet gehoord. Nogmaals, wat is het nu?
Deze regering zegt wel dat ze zich wil profileren als verdediger van multilateralisme en het internationaal recht, maar u verklaart het tegenovergestelde. Mijn vraag is concreet: wat is het nu? Wat is het standpunt van de federale regering? Mijnheer de minister, hoe rijmt u de uitspraak van de premier met de verschillende passages over respect voor het internationaal recht in uw beleidsverklaring?
21.03 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, c'était d'abord à M. Prévot que je voulais m'adresser, mais comme vous êtes présents tous les deux, j'en profite.
Ce jeudi 3 avril sur le plateau de Terzake, monsieur le premier ministre,
vous avez tenu des propos totalement ahurissants qui ne peuvent rester sans
réponse. Chers collègues, Bart De Wever a déclaré qu'il n'était pas
certain que notre pays arrêterait Benyamin Netanyahu s'il mettait un jour
le pied sur le sol belge, malgré le mandat d'arrêt international émis par la
Cour pénale internationale. Ces mots ne sont pas seulement une déclaration
maladroite; c'est une gifle – une gifle infligée aux victimes et une
remise en cause directe de notre État de droit. C'est une insulte à l'engagement historique de la
Belgique pour la justice internationale. Comment peut-on banaliser à ce point
l'impunité face à des crimes aussi graves? Comment peut-on devenir complice
d'un des plus grands criminels de guerre?
Le mandat de
la Cour pénale internationale, que vous ne voulez pas appliquer, monsieur De Wever,
ne vise pas un désaccord politique ou un différend diplomatique, mais bien un
chef de gouvernement qui est accusé de crimes de guerre et de crime contre
l'humanité. Et, pendant ce temps, à la tête de l'État belge, on émet des doutes
sur le fait qu'on ne respecterait pas une décision de justice internationale?
Mais où sommes-nous? Depuis des mois, ce que nous voyons à Gaza est
insoutenable: des enfants déchiquetés sous les bombes; des journalistes brûlés
vifs; des médecins, des infirmières, des secouristes assassinés alors qu'ils ne
faisaient que sauver des vies. Nous voyons des familles entières rayées de la
carte, des enfants qui meurent littéralement de faim et de froid.
Et nous, en Belgique, le pays du surréalisme, nous avons un premier ministre qui, non content de ne pas reconnaître la Palestine et de ne pas demander de sanctions contre Israël, nous dit la bouche en cœur que nous n'allons pas respecter un mandat d'arrêt international? Nous, l'un des pays fondateurs de la Cour pénale internationale? Nous, l'un des États parties prenantes au Statut de Rome? Nous, la Belgique qui a toujours voulu se montrer exemplaire? Eh bien, non en fait!
Il y a quelques mois, j'avais interrogé votre prédécesseur, Alexander De Croo, en séance plénière. Il avait répondu devant ce Parlement: "Si une personne sous le coup d'un mandat d'arrêt de la Cour pénale internationale se trouve sur son territoire, la Belgique assumera sa responsabilité. Il ne peut y avoir de deux poids deux mesures." C'était clair, juste et c'est cette ligne qu'on doit tenir. La justice internationale, ce n'est pas à la carte; on ne choisit pas les mandats qu'on applique en fonction de la couleur du passeport ou des alliances politiques du moment.
Monsieur le premier ministre, j'ai vu votre émotion en Ukraine, j'ai vu votre compassion devant les souffrances du peuple ukrainien. C'était légitime, c'était même très touchant. Mais je vous le demande aujourd'hui, monsieur le premier ministre: comptez-vous vous rendre aussi en Palestine? Vous savez, des massacres comme ceux de Boutcha qui sont terribles, on ne les compte même plus à Gaza. Aurez-vous aussi cette émotion pour les enfants de Gaza, pour les enfants palestiniens qui sont privés d'eau, de nourriture, de soins, pour les familles entières sous les bombes, pour les secouristes abattus et jetés dans une fosse commune?
Monsieur le ministre des Affaires étrangères, je vous le demande très directement: la Belgique exécutera-t-elle le mandat d'arrêt de la CPI à l'encontre de Benyamin Netanyahu si celui-ci venait à se rendre sur notre territoire?
Pouvez-vous nous garantir qu'aucune pression politique n'interférera dans ce processus? Quelle est la position, non pas des Engagés ou de la N-VA, mais celle du gouvernement belge?
Êtes-vous prêts à défendre les mêmes principes de droit, les mêmes exigences de justice qu'il s'agisse de Vladimir Poutine ou de Benyamin Netanyahu? Car c'est bien cela dont il s'agit, d'un droit qui s'applique à tout le monde, pas d'un droit qui s'applique à géométrie variable. Imagine-t-on un seul instant Bart De Wever dire à propos de Vladimir Poutine: "Non, en fait, je ne pense pas que nous appliquerons un mandat d'arrêt international"? On ne l'imagine pas une seule seconde.
Je vous le dis franchement, avec la colère sourde de celles et ceux qui ne supportent plus l'hypocrisie et le silence complice de notre pays. Si la Belgique commence à douter, à tergiverser, à faire des exceptions, alors ce n'est pas seulement notre image qui est en jeu, c'est notre intégrité démocratique, notre crédibilité à l'international. Si nous ne sommes pas capables de dire à celles et ceux qui se font massacrer, déplacer, affamer, qui se font exterminer, qui se font génocider "On vous croit, on vous voit, et la justice un jour sera faite", alors à quoi sert notre démocratie?
Le silence, l'hypocrisie et la lâcheté ne sont pas une option face aux images insoutenables qui nous parviennent chaque jour de Gaza!
21.04 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, ik dacht dat u zich vergist had, maar ik weet het nu niet zeker. Ik twijfel, want u leek vorige week donderdag overtuigd toen u uw opmerkelijke uitspraak deed voor de televisiecamera's. Ofwel was u verrast door de vraag van de journalist en kende u op dat moment de draagwijdte van beslissingen van het Internationaal Strafhof niet. Dat kan. Ofwel kende u de wetgeving niet die hierover bestaat in ons land, wist u niet dat we een beslissing van het Internationaal Strafhof moeten uitvoeren, dat die uitvoering gebeurt door justitie, door de rechterlijke macht, en dat een politicus zich daarin niet moet mengen, zeker niet een minister en al zeker niet een eerste minister. Vandaar mijn eerste vraag. Hebt u zich vergist vorige week donderdag?
Collega's, iedereen kan zich vergissen, ook grote politici, ook belangrijke politici. Ze worden nog groter als politicus als ze die vergissing ook durven toe te geven.
Het is echter ook mogelijk dat u zich niet vergist hebt en dat u overtuigd bent en blijft van uw uitspraak om Netanyahu niet op te pakken als hij in ons land aangetroffen wordt. U weet toch dat er zoiets bestaat als de scheiding der machten, mijnheer de eerste minister? In een rechtsstaat bestaat de scheiding der machten, in Rome niet, dat is waar. We zijn hier echter niet in het oude Rome. We zitten hier niet in de Romeinse Senaat, waar de senatoren de voeten van de keizer kussen. Montesquieu en de trias politica zijn ondertussen al gepasseerd in de geschiedenis. De scheiding der machten is ondertussen de basis van onze rechtsstaat. Ik hoop dat deze regering de basis van de rechtsstaat erkent en blijft erkennen.
De rechtsstaat staat immers onder druk, heel sterk zelfs. Meer druk is echt niet nodig. We hebben dan ook geen nood aan een eerste minister die als een Romeinse keizer beslist welk staatshoofd we wel gaan aanhouden (steekt duim omhoog) en welk staatshoofd we niet gaan aanhouden (houdt duim omlaag).
Wat bedoelde u precies toen u vorige week duidelijk maakte dat België Netanyahu niet zou oppakken, mocht hij in België aangetroffen worden? Bedoelde u dat u dan even uw telefoon zou nemen? Naar wie zou u telefoneren? Naar de federale procureur met de vraag om het aanhoudingsbevel van het Internationaal Strafhof niet uit te voeren? Is dat wat u zou doen? Echt? Dat doet me trouwens wat denken aan de Fortiszaak. U weet hoe het is afgelopen met een aantal van de betrokken personen.
Het is niet aan u als eerste minister om te oordelen of u het aanhoudingsbevel van het Internationaal Strafhof zal uitvoeren of niet. Dat is een verplichting voor ons land en het is de rechterlijke macht die het uitvoert. Dat is de unanieme mening van alle experts en tal van ngo's die we de laatste dagen hebben gehoord. U zult het waarschijnlijk ook gelezen hebben. Uw uitspraken werden betreurd en veroordeeld door ngo's als Amnesty International en 11.11.11, maar ook door eminente juristen als Luc Walleyn, advocaat bij het Internationaal Strafhof, een expert in deze materie. Hij is vernietigend over uw uitspraken.
Hij zei het volgende: "Wettelijk gezien heeft Bart De Wever geen enkele bevoegdheid over het aanhoudingsmandaat van het Internationaal Strafhof. In België is er een speciale wet die bepaalt dat voor de aanhouding in het kader van het Internationaal Strafhof geen politieke tussenkomst mogelijk is." Gisteren hebben meer dan 30 academische onderzoekers in internationaal strafrecht en in mensenrechten een open brief ondertekend met de vraag aan u om uw standpunt te heroverwegen. Ik stel dus nogmaals de vraag of u terugkomt op uw uitspraken van vorige week.
Wat in Gaza gebeurt, tart elke verbeelding. Dat aanhoudingsmandaat is er niet zomaar gekomen. Netanyahu wordt gezocht voor oorlogsmisdaden en dat arrestatiebevel komt niet van ons, van een linkse ngo of van een groep pro-Palestijnse activisten. Het is uitgesproken door de hoogste wereldwijde instantie, die net is opgericht om dit soort zaken objectief te onderzoeken. Ik mag hopen dat u de geloofwaardigheid en de positie van het Internationaal Strafhof hier niet wilt betwisten, want dan hebben we een ander debat.
Netanyahu wordt gezocht voor oorlogsmisdaden. Over welke misdaden gaat het? U weet het, over het inzetten van uithongering als wapen. De ovens van de bakkers liggen stil bij gebrek aan bloem. Op dit moment vinden er moordaanvallen plaats op de burgerbevolking, op ziekenhuizen, op hulpverleners. Er zijn al meer dan 50.000 doden. Hoeveel is genoeg om in actie te schieten? Sinds oktober 2023 zijn er in dit conflict al meer dan 15.000 kinderen gedood. Het gaat over meer dan 320 Palestijnse kinderen die gedood werden in de 10 dagen vóór uw uitspraken, over meer dan 850 baby's, jonger dan een jaar, die de hel in Gaza niet overleefd hebben, over 14 hulpverleners die tijdens hun werk in een duidelijk herkenbaar uniform en met een duidelijk herkenbare ambulance in koelen bloede werden neergeknald door het Israëlische leger. Over deze gruwel gaat het.
Die mensen en hun families hebben ook rechten. Ze hebben recht op een onderzoek, op gerechtigheid, op een onafhankelijke zoektocht naar het waarom van deze gruwel. Dat is precies waarom het Internationaal Strafhof werd opgericht.
Daarom heeft het Internationaal Strafhof dat arrestatiebevel uitgevaardigd, ook tegen voormalig Defensieminister Gallant en ook tegen Hamasleiders, want ook zij moeten zich verantwoorden.
Gisteren ondervroeg ik de minister van Justitie, mevrouw Verlinden, in de commissie voor Justitie over uw uitspraken. Zij was heel duidelijk, heel helder en sprak u ook heel duidelijk tegen. Zij zei dat België als staat die partij is bij het Statuut van Rome juridisch de plicht heeft om verzoeken tot voorlopige aanhouding uit te voeren. Het maakt niet uit of het al dan niet over een zittend staatshoofd gaat.
Zoals reeds gezegd, heeft de vorige eerste minister, de heer De Croo, in november 2024 in de plenaire vergadering heel duidelijk geantwoord dat als een persoon die gezocht wordt door het Internationaal Strafhof zich op ons grondgebied bevindt, wij dat aanhoudingsmandaat moeten uitvoeren.
Il ne peut y avoir deux poids et deux mesures par rapport à cela.
Dat was helder, dat was klaar. Die lijn wordt verlaten. Mijnheer de premier, uw woorden gingen de wereld rond. De Israëlische krant The Jerusalem Post publiceerde uw uitspraken en regionale media zoals Al Jazeera, Middle East Eye en The New Arab deden hetzelfde. Uw partijgenoot, de heer Freilich, voelde zich geroepen om in de internationale pers duiding te geven bij uw woorden met de volgende uitspraak, en ik citeer hem: ʺThe prime minister’s words represent a major shift in policy, slowly we see positive changesʺ. Positieve veranderingen, collega's. Positieve veranderingen in de Belgische houding.
Hebben jullie dat goed gehoord, collega's van Vooruit, van cd&v, van Les Engagés? Wat is het gevolg? Voor internationale waarnemers staat België vandaag net als Hongarije in het rijtje van landen die bereid zijn het Internationaal Strafhof te ondergraven ten voordele van Netanyahu, en wie weet Poetin.
Mijnheer de premier, woorden die een premier uitspreekt kunnen enkel door een premier worden teruggenomen, niet door de minister van Buitenlandse Zaken, noch door de minister van Justitie. U kunt dit alleen rechtzetten door heel duidelijk en zonder mitsen en maren te zeggen dat we Netanyahu zullen aanhouden als hij in België landt. Punt. Dan voeren we het aanhoudingsbevel uit, net zoals we zouden doen voor ieder ander staatshoofd, neem ik aan.
Mijnheer de premier, u was deze week terecht tot tranen toe bewogen toen u de horror zag die de Russen in Boetsja in Oekraïne hebben aangericht. Deze emotie zag ik daarnet niet toen de andere interpellanten hier stonden, want u zat er wat verveeld bij. De Oekraïense autoriteiten verzamelen echter nog altijd bewijsmateriaal over deze gigantische moordpartij en oorlogsmisdaad voor hun zaak die nu loopt voor het Internationaal Strafhof en waarvoor een aanhoudingsbevel tegen Poetin is uitgevaardigd. Hebt u dan, mijnheer de premier, daar ook tegen president Zelensky gezegd dat u vindt dat geen enkel Europees land Poetin moet aanhouden? Ik denk het niet. Twee maten, twee gewichten.
De vragen zijn dus heel duidelijk en helder, mijnheer de premier. Was uw uitspraak van vorige week een vergissing en trekt u uw uitspraken in? Was of is uw uitspraak een standpunt van de regering? Is er eigenlijk een officieel standpunt van de regering? Zo ja, welk standpunt is dat dan? De verklaringen van de diverse ministers gaan immers alle kanten uit.
21.05 Sam Van Rooy (VB): Geacht Parlement, lieve fractiegenoten, ministers, eerste minister, wij van het Vlaams Belang, dat is evident, blijven pleiten voor een geweldloze tweestatenoplossing, maar dat vereist natuurlijk wel dat de Palestijnen Israël erkennen en stoppen met het plegen van genocidale jihadistische terreuraanslagen. Dat geldt natuurlijk ook voor de islamitische staat Iran en de jihadstaat Qatar. We willen benadrukken dat we terreur en geweld veroordelen en dat we ons met klem verzetten tegen het importeren van buitenlandse conflicten in dit land.
Deze verschrikkelijke oorlog kan meteen stoppen als de moslimterroristen van Hamas de onschuldige Israëlische gijzelaars vrijlaten en zich overgeven, zodat ze geen existentiële jihadistische bedreiging meer vormen voor Israël. Het moet me in dit verband toch van het hart dat dezelfde partijen die hier daarstraks hoog van de toren bliezen over het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog vandaag de Joden opnieuw uitleveren aan de nazi's, de islamonazi's, wel te verstaan.
Dit gezegd zijnde, meerdere Europese landen hebben aangegeven, of ten minste gesuggereerd, dat ze Netanyahu niet zouden arresteren. Daaronder niet de minste landen: Italië, Frankrijk en allicht ook Duitsland. Juridische experts wijzen erop dat Israël geen lid is van het ICC en dat de Palestijnse Gebieden geen lid kunnen zijn omdat het niet om een soevereine staat gaat. Het ICC heeft met andere woorden geen jurisdictie over Israël en de Palestijnse Gebieden. Allicht gaat het dus zijn boekje te buiten.
De hoofdaanklager van het ICC, Karim Asad Ahmad Khan genaamd, schreef in zijn aanklacht leugens die ondertussen allang weerlegd werden.
Het verklaart ook waarom het ICC naast de Israëlische premier louter en alleen een aantal dode Hamasjihadisten aanklaagt. Het is dan ook even logisch als veelzeggend dat de aanklacht van het ICC wordt toegejuicht door, jawel, Hamas.
Mijnheer de premier, welke initiatieven worden er trouwens genomen om de financierings- en steunnetwerken van Hamas, van het Moslimbroederschap en van de islamitische staat Iran op ons grondgebied te bestrijden? Ik hoop althans dat daarover geen onenigheid bestaat binnen uw regering. Over de aanklacht van het ICC is die onenigheid er duidelijk wel. Vicepremier Prévot en minister Verlinden juichen de aanklacht toe, net zoals Hamas dus. Daar mogen ze trots op zijn. Uzelf, mijnheer De Wever, zei, ik citeer: "Ik denk niet dat er een Europees land is dat Netanyahu" – Bibi voor de vrienden – "zou arresteren. Frankrijk", zo zei u, "zou dat bijvoorbeeld niet doen en ik denk wij ook niet." Dat roept natuurlijk de vraag op hoe alleen u staat in deze regering.
Mijnheer de premier, wat is het nu, zou België inderdaad aan realpolitik doen? Zou België al dan niet Netanyahu arresteren? Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord.
21.06 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de premier, het is bloedbad na bloedbad, oorlogsmisdaad na oorlogsmisdaad, etnische zuivering, uithongering, verdrijving en het wordt elke dag verderfelijker. Deze wreedheden gaan niet alleen door, ze nemen ook toe in wreedheid. Waarom? Omdat de kolonistenstaat Israël geen enkel gevolg ondervindt, omdat de wereld hen een grenzeloze straffeloosheid toelaat onder het mom van realpolitik.
"Vergeef mij, moeder. Vergeef mij, moeder. Ik heb dit pad gekozen om mensen te helpen. Vergeef mij, moeder." Dat waren de laatste woorden van Rifat Radwan. Hij smeekte zijn moeder om vergeving omdat hij de keuze had gemaakt hulpverlener te worden in Palestina. Dat is blijkbaar een carrière die in Palestina met de dood bestraft kan worden. "Vergeef mij, moeder." Rifat werd teruggevonden in een massagraf met een kogel in zijn achterhoofd, samen met veertien anderen, waaronder hulpverleners en brandweerlui. Het Israëlische leger had zelfs de ambulances samen met de brandweerwagen mee onder de grond gestopt om alles te maskeren. "Vergeef mij, moeder. Ik heb dit pad gekozen om mensen te helpen", zei Rifat.
Weet u, in 1863 werd het Internationale Rode Kruis opgericht, precies om toe te laten dat mensen in oorlogsgebieden op het slagveld verzorgd konden worden en om toe te laten dat de hulpverleners beveiligd zouden worden. Dat is het jaar nadien in 1864, 160 jaar geleden, vastgelegd in de Conventie van Genève, met name de bescherming van de hulpverleners en het toedienen van medische hulp. Al 18 maanden aan een stuk schendt het Israëlische leger de Conventie van Genève. Precies door de brutaliteit van die misdaad is er een arrestatiebevel voor de heer Netanyahu, precies wegens dat soort schendingen van de Conventie van Genève.
Wat zegt u dan een aantal dagen na het bloedbad op de ambulances? U geeft de indruk dat Netanyahu niet moet worden gearresteerd. U hebt het over realpolitik. Wat betekent realpolitik in deze context eigenlijk? Dat wij toelaten dat via België, via Europa nog steeds Duitse en Amerikaanse wapens voor de genocide worden geleverd, dat wij in Parijs handjes gaan schudden om nog eens een nieuw Europees associatieverdrag met de genocidaire staat af te sluiten. Is dat de realpolitik van vandaag?
Zolang er geen verantwoording is, zullen de Israëli's doorgaan en zullen ze de grens steeds verder leggen: universiteiten, scholen, kinderen, ziekenhuizen enzovoort. “Vergeef mij, moeder, omdat ik hulpverlener ben.” Dit gebeurt alleen maar omdat de wereld niet alleen wegkijkt, maar ook omdat ze deze genocide financiert, bewapent en actief verdedigt. Dat is de realiteit van vandaag.
Ondertussen liegt Israël, doodt Israël, liegt Israël, doodt Israël aan één stuk door. We kunnen alles opnoemen vanaf het begin. De Amerikaanse journaliste Shireen werd vermoord. Ze hebben erover gelogen. Het al-Shifaziekenhuis werd in puin gelegd. Ze hebben erover gelogen. De vijfjarige Hind Rajab en heel haar familie zijn thuis afgemaakt. Ze hebben erover gelogen. De UNRWA en de vluchtelingenorganisaties, ze hebben erover gelogen. Het bloedbad bij de bloemuitdeling en de voedseluitdeling met honderden mensen, ze hebben erover gelogen. Ze liegen elke keer om hun genocide goed te praten. Ik zou eindeloos kunnen doorgaan.
Wij zouden hier in dit Parlement allemaal, van de eerste tot de laatste, achter het internationaal recht moeten gaan staan, achter sancties tegen de agressor, tegen de straffeloosheid. Zolang wij in het Belgische Parlement geen maatregelen nemen, geen economisch embargo opleggen, geen militair embargo opleggen, zijn wij medeplichtig aan deze genocide van de 21ste eeuw. Dat kan en moet vandaag stoppen, beste collega's.
De voorzitter: Ik verleen nu het woord aan de regering. Beide ministers hebben 20 minuten.
21.07 Eerste minister Bart De Wever: Mijnheer de voorzitter, collega's, voor alle duidelijkheid, de vele vragen hebben geen betrekking op een reële situatie. Er is immers geen enkele aanwezigheid van een zittend regeringsleider van Israël op Belgisch grondgebied ingepland en er zijn bij mijn weten ook geen internationale meetings noch uitnodigingen met dat gevolg.
Tijdens een interview werd wel de hypothese geopperd van een noodlanding, maar dat is – mijn verontschuldigingen voor de flauwe woordspeling – uit de lucht gegrepen. Zoiets zal zich nooit voordoen, maar het kan desondanks wel nuttig zijn om over een hypothese debatten te voeren en inschattingen te maken. Ik heb dus in een interview een politieke inschatting gemaakt en dat was exact dezelfde inschatting zoals die ook al eerder was gemaakt in Duitsland, Frankrijk, Italië en Polen.
Zo heeft de Franse regering eind vorig jaar aangegeven dat Frankrijk weliswaar zijn internationale verplichtingen zou nakomen – zoals ik dat ook heb gezegd –, maar dat het ook zijn verplichtingen onder het internationaal recht zou moeten respecteren wat de immuniteit van staatshoofden en regeringsleiders betreft, zeker als men die uitnodigt voor een internationale conferentie, wat in Brussel niet zo ondenkbeeldig is. Dat zou kunnen gebeuren, maar dan zal men die immuniteit toch op voorhand moeten borgen – ik mag hopen dat we dat toch allemaal beseffen –, in het bijzonder als die staten niet ressorteren onder het Statuut van Rome, zoals Israël.
Duitsland en Italië signaleerden, evenzeer dat het niet evident is om een zittend regeringsleider van een land zomaar aan te houden, en ook Polen heeft exact hetzelfde gecommuniceerd toen er begin dit jaar sprake was van de aanwezigheid van de Israëlische regeringsleider op een herdenkingsplechtigheid naar aanleiding van 80 jaar Auschwitz. Uiteindelijk heeft dat bezoek niet plaatsgevonden en is het bij een hypothese gebleven.
Waarom zijn al die landen dan toch zo voorzichtig? Waarom doen ze dat toch? Dat heeft uiteraard zijn redenen. Het zou de eerste keer zijn dat een zittend regeringsleider van een democratie wordt aangehouden op het grondgebied van een andere democratie. Operationeel zou dat ook betekenen dat de veiligheidsdiensten van de arresterende natie de betreffende regeringsleider en zijn veiligheidsdispositief zouden moeten overmeesteren.
Ik kan mij inbeelden dat geen enkele van die collega's vrolijk wordt van zo'n vooruitzicht en zo'n situatie diplomatiek wenselijk zouden achten. Dat heet dan realpolitik.
U kunt dat allemaal wegwuiven; dat hebt u ook allemaal gedaan. U kunt de grote morele verontwaardiging laten spreken. Daar hebt u vast een goed gevoel bij. U gaat met een goed gevoel naar huis, maar dat is, met alle respect, gemakkelijk. Dat is echt niet moeilijk. Die woorden zijn niet duur.
Los van al dat soort overwegingen die ik maak, zoals andere landen die ook hebben gemaakt, is de juridische situatie uiteraard wel duidelijk. Daarover is geen tegenspraak mogelijk. Er is dus niet alleen geen tegenspraak in de regering, er is ook geen tegenspraak mogelijk. Het betreft hier in essentie een rechterlijke beslissing. De verantwoordelijkheid ligt bij de procureur van het internationale strafhof om in gebeurlijk geval het federaal parket te contacteren en over te gaan tot een gebeurlijke aanhouding. Zo heeft onze minister van Justitie het klaar en duidelijk gesteld. Dat zal niemand tegenspreken. Dat kan niemand tegenspreken.
Permettez-moi donc d’être clair, je n’ai absolument pas pris position contre le droit international. Il est évident que mon gouvernement et ce pays respectent le droit international. La nuance que j’ai apportée concernait uniquement des considérations déjà exprimées par de nombreux experts en droit pénal international ainsi que par des gouvernements européens.
J’ai également précisé explicitement dans l’interview en question que je déplore profondément la décision de la Hongrie de se retirer de la Cour pénale internationale.
L’évaluation que j’ai formulée n’avait
absolument pas pour but de faire une déclaration sur le fond du conflit
tragique et extrêmement toxique qui ravage le Moyen-Orient depuis trop
longtemps. Je déplore que
certains collègues aient suggéré l’inverse.
Ik betreur namelijk het leed van alle onschuldige slachtoffers in gewelddadige conflicten. Er zijn hier twijfels geuit over mijn menselijkheid ten opzichte van het leed van onschuldige slachtoffers in Gaza. Het spijt me verschrikkelijk, maar dat vind ik zeer laag bij de grond.
Ceci étant dit, la position du gouvernement sur le fond du conflit est très claire. J'ai déjà cité l'accord de gouvernement aujourd'hui et je ne le ferai plus. Cet accord, c'est la ligne du gouvernement et nous ne nous en écarterons pas.
21.08 Maxime Prévot, ministre: Mesdames et messieurs les députés, je l'ai dit dans cette salle il y a plusieurs semaines, je l'ai dit également récemment en séance de la commission des Relations extérieures, et je le redirai tout au long de mon mandat: la Belgique soutient et soutiendra toujours, politiquement et financièrement, le travail de la Cour pénale internationale.
L'accord de gouvernement est d'ailleurs très clair. Outre le soutien au multilatéralisme de façon globale, je cite quelques extraits: "Nous défendons vigoureusement l'ordre international ancré dans le droit international. De manière ambitieuse mais pragmatique, nous intensifions la lutte contre l'impunité en œuvrant entre autres à la poursuite effective des crimes de guerre, des crimes contre l'humanité et des crimes de génocide. La Belgique soutient les tribunaux internationaux tels que la Cour pénale internationale."
In februari,
enkele dagen nadat ik mijn ambt opgenomen had, heb ik de procureur van het hof
ontmoet. Ik zei hem dat België een bondgenoot van het hof is en zal blijven. Ik
heb hem gezegd dat ik de houding van de Amerikaanse autoriteiten tegenover hem
en zijn familie sterk veroordeel.
Concreet
betekent de steun van België aan het hof het volgende: tientallen interventies
ter ondersteuning van het hof in internationale fora, in het bijzonder bij de organen
van de Verenigde Naties, talrijke benaderingen van lidstaten om hen te
herinneren aan hun verplichtingen onder het Statuut van Rome, tientallen
benaderingen om ervoor te zorgen dat nog meer landen het hof steunen en, naast
de verplichte financiële bijdragen, talrijke bijkomende vrijwillige financiële
bijdragen en de organisatie van talrijke evenementen over het onderwerp.
In het kader
van de werkzaamheden van de Europese Unie zet België zich ook in voor de vele
verklaringen en beslissingen die de samenwerking met het hof moeten bevorderen.
Daardoor wordt België internationaal erkend als een fervent voorstander van hof.
België is een van de staten die het meest met het hof samenwerken en wordt vaak
aangehaald als voorbeeld van zijn doeltreffend gecentraliseerde
samenwerkingssysteem.
C’est pourquoi il était évident que j’exprime publiquement et sans délai – M. Aouasti l’a souligné – mon profond regret de voir la Hongrie souhaiter se retirer du Statut de Rome. Chaque retrait affaiblit la lutte contre l’impunité.
J’entends bien redoubler d’efforts diplomatiques pour que plusieurs adhésions au Statut de Rome soient la réponse à ce retrait.
Je le dis aussi à tous nos partenaires internationaux, bilatéraux et
multilatéraux: il n’y a aucun doute possible sur ce soutien. La Belgique non
seulement soutient mais promeut et défend une Cour pénale internationale
indépendante et impartiale.
C’est parce que nous sommes un pays attaché à l’indépendance et à l’impartialité de la justice que nous respectons strictement le principe de la séparation des pouvoirs. La Belgique ne politise pas la justice, ni pour l’inciter ni pour la contrarier ou la réfréner.
De administratie van mijn collega, de minister van Justitie, heeft het aan mijn diensten bevestigd: volgens ons nationaal recht wordt de uitvoering van verzoeken om wederzijdse bijstand en samenwerking met het hof, zoals verzoeken om voorlopige aanhouding en verzoeken om aanhouding en overlevering, geregeld door de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafhof en de internationale straftribunalen, die een strikt gerechtelijke procedure vastlegt, waarin noch de regering als geheel, noch een minister individueel tussenkomt.
Alors, si quelqu'un conteste cela, qu'il se manifeste car cela revient à contester le principe même de la séparation des pouvoirs, socle fondamental de notre démocratie.
C'est également cet attachement à ce principe qui fait que nous n'appliquons pas de double standard. Notre position est la même à l'égard de toutes les situations dans le monde, de tous les contextes et de tous les mandats d'arrêt. C'est ce qui fait la crédibilité de notre politique étrangère.
Bref, vous avez entendu le premier ministre et, hier, la ministre de la Justice: il n'y a pas ou plus de controverse. Tout le gouvernement se tient derrière le soutien passé, présent et futur de la Belgique à la Cour. Je demanderai d'ailleurs à rencontrer prochainement la présidente de la Cour pour lui réitérer tout notre soutien et ôter tout doute éventuel.
De voorzitter: De interpellanten krijgen vijf minuten spreektijd voor een repliek.
21.09 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, je vous ai bien entendus. Mais, à bien vous entendre, on constate que, malgré tout, il y a une divergence.
Lorsque le ministre des Affaires étrangères indique "de controverse, il n'y en a plus ou plus guère", c'est qu'il y en a encore. Lorsque la clarté du ministre des Affaires étrangères fait place à l'ambiguïté du premier ministre, c'est qu'il y a divergence. Et, lorsqu'il y a divergence, c'est qu'il n'y a pas de position du gouvernement.
Alors, je sais qu'on peut jouer au Dr Prévot et à Mr De Wever ici au Parlement mais, à un moment donné, une position de gouvernement face à l'exécution d'un mandat d'arrêt de la Cour pénale internationale et face au statut d'un pays qu'est la Hongrie et de sa place dans l'Union européenne ne peut souffrir de divergence.
Monsieur De Wever, comme vous le faites très souvent, vous avez cité d'autres pays en exemple pour indiquer et faire part qu'en termes de réalpolitique, en termes d'émoi, il serait compliqué d'agir.
Or, à quoi a-t-on assisté ces derniers jours et ces dernières heures lorsque M. Benjamin Netanyahu a fait le choix de se rendre finalement de la Hongrie aux États-Unis? C'est qu'il a décidé délibérément d'éviter l'espace aérien de l'Islande et des Pays-Bas, parce que l'Islande et les Pays-Bas, que vous citez en exemple dix fois par intervention, ont précisément décidé d'appliquer pleinement, intégralement et fermement le mandat d'arrêt de la Cour pénale internationale si leur espace aérien était survolé, et non pas uniquement si jamais il devait y avoir une panne de moteur qui amènerait l'avion à atterrir sur leur territoire.
Vous confondez aussi – et c'est inquiétant, monsieur le premier ministre – l'immunité, l'inviolabilité et l'impunité. Je pense que vous êtes suffisamment intelligent et malin pour connaître la différence entre ces termes, simplement pour consacrer le troisième, l'impunité de votre homologue, l'impunité du premier ministre israélien si jamais il devait arriver sur le territoire belge et l'absence d'exécution de ce mandat d'arrêt de la Cour pénale internationale. Parce que l'exécution de ce mandat d'arrêt ne vous appartient pas. Il appartient aux autorités judiciaires, à elles et à elles seules de l'exécuter, de l'examiner et de déterminer s'il se justifie, et non pas à une doctrine ou à une ligne politique.
J'ai envie d'en terminer par une citation d'Oscar Wilde, monsieur le ministre des Affaires étrangères et monsieur le premier ministre, qui disait: "Qu'est-ce qu'un cynique? Un cynique, c'est un homme qui connaît le prix de tout, et la valeur de rien." Alors, le prix, on le connait. Quel est le prix diplomatique d'une arrestation? J’ai envie de vous opposer à cela: quelle est la valeur d’une vie, et singulièrement des deux millions de vies qui, aujourd'hui, sont coincées à Gaza et qui souffrent de famine?
21.10 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de premier, mijnheer de minister, ik heb twee versies gehoord. Ik heb één vraag gesteld, namelijk wat is het nu? Ik heb twee verschillende antwoorden gehoord.
Mijnheer de premier, u wijst hier moreel met het vingertje, maar het gaat niet over moraliteit, het gaat hier over de rechtsstaat. Met uw uitspraken hebt u laten uitschijnen dat u de beslissing van het federaal parket niet zou uitvoeren, want uiteindelijk moet u ondertekenen wat het federaal parket u voorlegt. U hebt laten uitschijnen dat u dat niet zou doen. Op die manier, met die uitspraken, ondergraaft u de rechtsstaat en ondergraaft u onze diplomatieke geloofwaardigheid. Als u denkt dat u op die manier aan realpolitik doet, dan bent u verkeerd. Dit is afbraakpolitiek van de bovenste plank.
Minister Prévot, u was wel duidelijk. U hebt uw beleidsverklaring opnieuw bevestigd. De premier maakt politieke inschattingen. Zo noemt hij dat. De minister van Defensie maakt geopolitieke analyses, tegen de sterren op. U moet hier nu wachten om te reageren. U staat onder curatele. Al uw meningen moeten eerst in het kernkabinet afgetoetst worden. Nochtans is uw beleidsverklaring duidelijk: respect voor het internationaal recht, geen dubbele maatstaven, een kwestie van principes, effectiviteit en geloofwaardigheid.
Mijnheer de premier, u hebt de geloofwaardigheid van ons land met uw uitspraken ondergraven.
Mijnheer de minister, voor u heb ik één oproep: houd de premier bij de les en voer uw beleidsverklaring uit.
Ik zal de Kamer een motie van aanbeveling bezorgen.
21.11 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre et monsieur le ministre, je vous remercie de vos réponses. Il est intéressant, au demeurant, de noter les réactions des collègues aux propos de M. De Wever. Il n'y a que sur les bancs N-VA que vous avez été applaudi très chaleureusement. Au MR, un peu; au CD&V, il n'y avait pas grand-monde; chez Les Engagés non plus et personne chez Vooruit. Cela veut dire que, même dans votre majorité, on n'est pas satisfait et on est mal à l'aise de votre réponse, de votre positionnement et de votre ingérence dans l'État de droit. Vous avez pris quatre minutes montre en main pour répondre à un dossier extrêmement important. En fait, on dirait que c'est la valeur que vous lui accordez, à savoir pas grand-chose.
En revanche, s'agissant des réponses de M. Prévot vs M. De Wever, c'est un peu good cop/bad cop. C'est plein de bonnes intentions, c'est très bien, et je vous en remercie. C'est même presque courageux par les temps qui courent, mais ce n'est pas suffisant. Vous dites, monsieur Prévot, que la Belgique ne politise pas la justice. J'ai envie de vous croire. Or ce n'est pas ce qu'a dit Bart De Wever dans l'émission Terzake. Désolée, monsieur le premier ministre, de vous mettre face à vos contradictions et face à vos propos. Vous vous êtes clairement ingéré dans ce dossier.
J'entends les réponses de MM. Prévot et De Wever, mais elles sont insuffisantes – surtout celles de M. De Wever. Elles le sont totalement face aux enfants qui sont décapités. Et ce n'est pas marrant! Je parle d'enfants décapités, les gars! Je parle d'enfants qui meurent sous des bombes, et vous vous marrez? Où sommes-nous là? D'abord, vous n'écoutez pas, et je demande qu'on m'écoute. Et puis, là, vous faites des petites blagues! Je n'ai pas envie de faire du show à ce propos! Vos réponses sont insuffisantes face aux enfants décapités, face à des secouristes jetés dans des fosses communes, face à la colonisation qui se poursuit, face au génocide que nous vivons en direct.
Donc, vous dites, monsieur le premier ministre, que c'est une décision de justice. Mais ce n'est pas à vous de décider de la respecter! Nous vivons dans un système de séparation des pouvoirs. Et vous ne la respectez pas.
Monsieur De Wever, vous avez cité certains pays qui sont dirigés par vos amis. On parle de Meloni et d'Orban. Ce n'est pas vraiment l'exemple que j'ai envie de suivre pour notre pays.
Ce que vous avez tenté de faire monsieur De Wever, c'est de faire bouger la fenêtre d'Overton. C'est ce concept où on dit des dingueries et des atrocités pour essayer de nous faire accepter l'inacceptable.
Malheureusement, la fenêtre d'Overton s'est refermée sur vous puisque De Morgen et la presse néerlandophone vous ont étrillé, Mme Verlinden vous a contredit, M. Prévot vous a contredit. Pour cette fois, la fenêtre d'Overton s'est refermée sur vous. J'espère qu'elle continuera à être fermée parce que vous trouverez chez nous des personnes qui la refermeront à chaque fois afin d'éviter qu'elle ne recule de manière beaucoup trop importante.
J'étais pleine d'espoir – je suis parfois un
peu naïve – par rapport à vos réponses. Je me suis dit qu'on aurait peut-être
des réponses satisfaisantes et je n'ai donc pas déposé tout de suite la motion
de recommandation que j'avais préparée. Je souhaitais d'abord vous entendre.
Malheureusement, vos réponses sont largement insuffisantes. Franchement, je n'ai rien d'autre à vous
dire.
21.12 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Collega's, mijnheer de eerste minister, toen ik mijn interventie voorbereidde, heb ik even nagedacht over wat de eerste minister allemaal zou kunnen antwoorden. We moeten een beetje kunnen inschatten wat de mogelijke antwoorden zullen zijn.
Theoretisch gezien kan de eerste minister zeggen dat hij zich vergist heeft en het zal rechtzetten. De eerste minister kan ook zeggen: neen, ik blijf bij mijn standpunt. Derde optie is iets tussenin. Hij kan proberen iets te vinden als: "Jullie hebben het niet allemaal goed begrepen." Wat heeft de eerste minister gezegd? De situatie zal zich niet voordoen. Het is maar een hypothese voor een noodlanding. Een hypothese voor een noodlanding. Over die noodlanding had ik vorige week niets gehoord.
De eerste minister zei dat hij niet spontaan zal komen en als hij toch komt, dan is het een noodlanding. Wat is die noodlanding dan? We zullen het weigeren; we gaan het niet doen. U draait in een cirkel, mijnheer de eerste minister, om op hetzelfde punt uit te komen. U blijft bij uw standpunt. Minister Prévot was veel duidelijker. Bart De Wever zegt dat het een noodlanding is en dat we in geval van nood aan de noodrem zullen trekken. De heer Prévot zegt dat we alles uitvoeren, altijd. Dat was een correct antwoord.
Maar wat is het nu? Wat is nu het standpunt van de regering? We kregen twee verschillende antwoorden. Weet iemand bij Vooruit, bij Les Engagés, bij cd&v, wat het standpunt van deze regering is? Bent u bij Vooruit nu gerustgesteld door dat antwoord? Door het antwoord van de heer Prévot zou ik gerustgesteld zijn, door het antwoord van de eerste minister niet. Aan jullie applaus te horen – en ik heb het niet gehoord, noch gezien – zijn jullie absoluut niet gerustgesteld. Ik ruik een parfum de crise. Dat is een uitspraak van iemand van Les Engagés.
U hebt de kans gemist, mijnheer de eerste minister, om duidelijk te zeggen dat de beslissing van het Internationaal Strafhof uitgevoerd zal worden. U hebt de kans gemist om duidelijk te maken dat u aan de juiste kant van de geschiedenis zult staan als het erop aankomt.
U verwees naar andere landen. Dat is gemakkelijk. Ik wist ook dat u dat zou doen. Daarom heb ik het ook opgezocht. Wat zijn de reacties van andere landen? U bent een beetje selectief geweest.
Wat zegt men in Nederland? In Nederland heeft de minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp, gezegd dat zij hem zullen arresteren. Spanje heeft aangegeven dat het de verbintenissen en verplichtingen die door het arrestatiebevel zijn ontstaan, zou nakomen. Noorwegen idem, de Ierse voormalige eerste minister Simon Harris en zijn opvolger Micheál Martin idem. En Frankrijk dan? U gebruikt Frankrijk natuurlijk als voorbeeld. Waar Frankrijk een ambigue houding aanneemt en het heeft over een mogelijke immuniteit, neemt u dat over. Er is een mogelijke immuniteit en dan kunnen we het niet doen.
U hebt daarnet ook terecht verwezen naar het antwoord van minister Verlinden, maar u was weer wat selectief. Minister Verlinden heeft duidelijk gezegd dat immuniteit niet speelt en dat dit ook geldt voor een staatshoofd. Dat zegt ook het Internationaal Strafhof. Het maakt niet of het een zetelend staatshoofd is, maar u gebruikt het argument van Macron. U loopt Macron te veel achterna. Als u dat dan toch wilt doen, erken dan Gaza. Dat zou een betere optie zijn om Macron achterna te lopen.
Collega's, het is vandaag meer dan ooit nodig om een duidelijke keuze te maken, klare taal te spreken en er geen enkele twijfel over te laten bestaan dat ons land het internationaal recht zal respecteren, niet alleen wanneer het ons uitkomt, maar ook wanneer dat politiek gevoelig ligt. Dat is precies wat een rechtsstaat onderscheidt van willekeur.
Ik dien ook een motie in.
21.13 Sam Van Rooy (VB): Hoezo genocide? Sinds 1940 is de bevolking van Palestina verviervoudigd, aldus MR-voorzitter Bouchez. Toch iemand in dit halfrond die ze nog allemaal op een rij heeft.
We leven in een orwelliaanse wereld. Terwijl Benjamin Netanyahu wordt vervolgd, worden de Turkse jihadist Erdogan en de Syrische jihadist Al-Jolani omarmd. De anti-Israëlobsessie van de linkse partijen, die we hier vandaag weer maar eens moeten aanschouwen, is werkelijk ziekelijk. Hun hysterische activisme tegen het enige joodse staatje komt voort uit een giftige cocktail van antisemitische sentimenten, lichtzinnigheid en natuurlijk de strijd om de steeds belangrijker wordende moslimstem.
Alsof er in dit land nog niet genoeg antisemitisme was, wordt virulent antisemitisme massaal binnengehaald uit de islamitische wereld, ook door de regering-De Wever. Deze regering blijft UNRWA sponsoren met miljoenen euro's belastinggeld, terwijl die VN-organisatie is geïnfiltreerd door Hamasterroristen en door talloze verheerlijkers van jihadterreur en van de grootste slachting op joden, op 7 oktober 2023, sinds de Holocaust.
Ondertussen wordt het antisemitisme verder aangewakkerd door de lasterleugens die dagelijks door de mainstreammedia en door de traditionele partijen worden uitgebraakt. De jihadisten van Al Jazeera, van Iran en Hamas kijken tevreden toe. Alsof dat nog niet genoeg is, worden de daders van antisemitisme in dit land nauwelijks bestraft.
Tot slot, ik herhaal de kern van de zaak. De oorlog stopt alleen als alle gijzelaars terug zijn en als Hamas zich overgeeft.
21.14 Peter Mertens (PVDA-PTB): Ik heb heel veel woorden gehoord waarmee geprobeerd werd het onmogelijke uit te leggen. Er is de kwestie van het aanhoudingsbevel en er is het signaal dat gegeven is op de televisie, namelijk dat de heer Netanyahu niet gearresteerd zou worden, ondanks het aanhoudingsbevel. Men heeft het proberen goed te praten door te zeggen dat het een kwestie van immuniteit is. Het is duidelijk, immuniteit geldt niet. De heer Netanyahu is verantwoordelijk voor die mogelijke genocide. Als hij in ons land zou zijn, valt die immuniteit weg.
Men heeft verwezen naar Poetin. Ten aanzien van Poetin loopt terecht – laat dat duidelijk zijn – ook een internationaal aanhoudingsbevel. Rusland heeft dat Statuut van Rome echter ook niet ondertekend. Dus heel dat verhaaltje dat Israël het Statuut van Rome niet ondertekend heeft en dat dit een vrijgeleide zou zijn om de heer Netanyahu los te laten lopen, klopt absoluut van geen kanten. Men voelt dat men probeert zich hieruit te redden.
Er is een meningsverschil rond dat aanhoudingsbevel. Gelukkig is er nog één minister in de regering, in de meerderheid die het internationaal recht, tenminste theoretisch, verdedigt. Wat de essentie betreft, is er echter wel eensgezindheid in deze regering. Dit gaat slechts over één aspect. Dit gaat alleen over het Internationaal Strafhof. Dit gaat niet over wat het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft gezegd, namelijk dat alle lidstaten van de Verenigde Naties inspanningen moeten doen om te voorkomen dat de genocide verdergaat. Dan gaat het over een economisch embargo. Dan gaat het over een militair embargo. Dan gaat het over het stopzetten van de associatieverdragen. Dan gaat het over stopzetten van de akkoorden, die ook ons land nog steeds heeft met Israël. Dat is onze plicht volgens het Internationaal Gerechtshof.
Ik vind het onwaarschijnlijk dat wij, na 18 maanden genocide, in dit Parlement nog geen enkele sanctie hebben genomen en dat u durft blijven zeggen dat er geen twee maten en twee gewichten zijn. Natuurlijk zijn die er wel. Hoeveel sanctiepakketten hebben wij – terecht – genomen tegenover Rusland en hoeveel tegenover Israël? Nul. Kom mij dus niet meer zeggen dat er met deze regering geen twee maten en twee gewichten zijn. Zeg dat niet meer tot er hier een economisch en een militair embargo tegenover die genocidale staat wordt goedgekeurd.
Men zegt dat Israël een democratie is, terwijl het 2 miljoen mensen verdrijft uit het land.
Als men 50.000 mensen vermoordt, als men 200.000 mensen verminkt voor het leven, waaronder kinderen, als men mensen uithongert, als men medicamenten blokkeert aan de grens, als men scholen, musea en dergelijke bombardeert, hoe kan men dan nog spreken van een democratie, terwijl datzelfde land en dezelfde verantwoordelijken van de extreemrechtse regering vervolgd worden? Dat is een schande. U hebt zich vandaag helemaal niet geëxcuseerd voor uw woorden. U hebt ze bevestigd en ik schaam mij daarvoor als parlementslid in dit land. Het spijt mij.
Motions
De voorzitter: Tot besluit van de bespreking van de interpellaties gericht aan de minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking werden vijf moties ingediend.
En conclusion de la discussion des interpellations au ministre des Affaires étrangères, des Affaires européennes et de la Coopération au développement, cinq motions ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Khalil Aouasti en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Khalil Aouasti, Kjell Vander Elst en
mevrouw Rajae Maouane
en het
antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking,
- overwegende dat er door het Internationaal Strafhof een arrestatiebevel uitgevaardigd werd tegen de Israëlische eerste minister Netanyahu en de gewezen Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid;
- overwegende dat België als lidstaat van het Internationaal Strafhof verplicht is om deze personen aan te houden en hen aan de internationale justitie over te dragen;
- overwegende dat de scheiding der machten in acht genomen dient te worden en dat de Belgische gerechtelijke overheden van rechtswege bevoegd zijn voor de uitvoering van de verzoeken van het Internationaal Strafhof, in het bijzonder wat de arrestatiebevelen betreft;
vraagt de regering
- dat België zich ertoe verbindt de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof uit te voeren en extra maatregelen te nemen om de werking, de onafhankelijkheid en de efficiëntie van het Internationaal Strafhof te beschermen, zoals de activering van de blokkeringswet van de EU (Blocking statute) om de Amerikaanse sancties tegen het Internationaal Strafhof af te blokken;
- dat eerste minister Benjamin Netanyahu onmiddellijk aangehouden wordt zodra hij probeert het Belgische grondgebied te betreden, via het land, de lucht of de zee;
- dat België eindelijk overweegt om sancties tegen Israël af te kondigen voor de misdaden die dat land begaan heeft in de Gazastrook en voor zijn illegale beleid dat gericht is op de bezetting van Palestijns grondgebied;
- dat België eindelijk de Palestijnse Staat erkent als enige oplossing voor duurzame vrede tussen de staten Israël en Palestina."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Khalil Aouasti et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Khalil Aouasti, Kjell Vander Elst et Mme Rajae Maouane
et la réponse du ministre des Affaires étrangères, des Affaires européennes et de la Coopération au développement,
- considérant le mandat d’arrêt émis par la CPI contre le premier ministre israélien Netanyahu et l’ancien ministre de la Défense israélien Yoav Gallant pour crimes de guerre et crimes contre l’humanité;
- considérant que la Belgique en tant qu’État membre de la CPI a l’obligation de les arrêter et de les remettre à la justice internationale;
- considérant le respect de la séparation des pouvoirs et que ce sont les autorités judiciaires belges qui sont compétentes de plein droit pour exécuter les demandes de la CPI, en particulier les mandats d’arrêt;
demande au gouvernement
- que la Belgique s’engage à exécuter les mandats d'arrêt de la CPI et à prendre des mesures supplémentaires, pour protéger le fonctionnement, l’indépendance et l'efficacité de la Cour pénale comme l’activation de la loi de blocage (Blocking statute) de l'UE pour contrer les sanctions américaines contre la CPI.
- que, si le premier ministre Benyamin Netanyahu tente d’entrer sur le territoire belge, que ce soit sur terre, via l’espace aérien ou maritime, il soit immédiatement arrêté;
- que la Belgique envisage enfin des sanctions à l’égard d’Israël pour les crimes commis dans la bande de Gaza et sa politique illégale d’occupation du Territoire palestinien.
- que la Belgique reconnaisse, enfin, l’État de Palestine comme seule solution durable de paix entre deux États, Israël et la Palestine."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Kjell Vander Elst en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Khalil Aouasti, Kjell Vander Elst en
mevrouw Rajae Maouane
en het
antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking,
vraagt de regering
- het Statuut van Rome onvoorwaardelijk te respecteren;
- het rechtstatelijk principe van de scheiding der machten te allen tijde te respecteren;
- uitspraken en aanhoudingsbevelen van internationale hoven en rechtbanken objectief te respecteren en na te leven;
- publiekelijk het standpunt in te nemen dat uitspraken en aanhoudingsbevelen van internationale hoven en rechtbanken in België steeds objectief zullen worden gerespecteerd en nageleefd, zonder uitzonderingen;
- de internationale rechtsorde blijvend te beschermen tegen aanvallen van autoritaire regimes;
- de onbelemmerde werking van het Internationaal Strafhof te verzekeren."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Kjell Vander Elst et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Khalil Aouasti, Kjell Vander Elst et Mme Rajae Maouane
et la réponse du ministre des Affaires étrangères, des Affaires européennes et de la Coopération au développement,
demande au gouvernement
- de respecter inconditionnellement le Statut de Rome;
- de respecter en tout temps le principe d'État de droit que constitue la séparation des pouvoirs;
- de respecter et d'appliquer objectivement les décisions et les mandats d'arrêt des cours et des tribunaux internationaux ;
- d'adopter publiquement la position selon laquelle les décisions et les mandats d'arrêt des cours et des tribunaux internationaux seront toujours respectés et appliqués objectivement en Belgique, sans exception;
- de protéger en permanence l'ordre juridique international contre les attaques de régimes autoritaires;
- de garantir le libre fonctionnement de la Cour pénale internationale."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Rajae Maouane en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Khalil Aouasti, Kjell Vander Elst en
mevrouw Rajae Maouane
en het
antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking,
- overwegende dat België altijd een leidende rol heeft gespeeld bij het tot stand komen en de werking van het Internationaal Strafhof (ICC);
- overwegende dat België het Internationaal Strafhof onverminderd steunt sedert de opstart van zijn activiteiten in Den Haag in 2002;
- overwegende dat het voor ons land cruciaal is dat zware misdaden – de misdaad van genocide, misdaden tegen de mensheid, oorlogsmisdaden, misdaden van agressie – niet onbestraft blijven;
- overwegende dat het regeerakkoord duidelijk stelt dat de strijd tegen straffeloosheid een prioriteit is, en dat België internationale hoven (zoals het ICC en het ICJ) steunt bij onderzoeken naar schendingen van internationaal recht;
- overwegende de verplichtingen van België in het kader van het Statuut van Rome en de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen;
- overwegende dat de goede samenwerking die België tot op heden had met het Internationaal Strafhof en de andere internationale straftribunalen internationaal en unaniem wordt erkend en regelmatig onderstreept door de internationale straftribunalen zelf;
- overwegende dat er nationaal en internationaal onduidelijkheid is ontstaan over de positie van België ten opzichte van aanhoudingsbevelen van het ICC, onder meer maar niet uitsluitend betreffende deze die op 21 november 2024 werden uitgevaardigd tegen Benyamin Netanyahu voor de oorlogsmisdaden van uithongering en van het opzettelijk richten van een aanval tegen de burgerbevolking; en voor de misdaden tegen de menselijkheid van moord, vervolging en andere onmenselijke handelingen;
vraagt de regering
- haar onverminderde steun ten opzichte van het ICC onvoorwaardelijk te bevestigen;
- zich eensgezind uit te spreken dat België alle aanhoudingsbevelen van het ICC zal uitvoeren, inclusief die uitgevaardigd tegen Benyamin Netanyahu, en dat ons land ook alle andere partijen van het Statuut van Rome daartoe gebonden acht;
- het ICC te beschermen tegen bedreigingen die zijn werking zouden bemoeilijken."
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Rajae Maouane et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Khalil Aouasti, Kjell Vander Elst et Mme Rajae Maouane
et la réponse du ministre des Affaires étrangères, des Affaires européennes et de la Coopération au développement,
- considérant que la Belgique a toujours joué un rôle de premier plan dans l'institution et le fonctionnement de la Cour pénale internationale (CPI);
- considérant que la Belgique soutient invariablement la Cour pénale internationale depuis le démarrage de ses activités à La Haye en 2002;
- considérant qu'il est crucial pour notre pays que les crimes graves – le crime de génocide, les crimes contre l'humanité, les crimes de guerre, les crimes d'agression – ne restent pas impunis;
- considérant que l'accord de gouvernement mentionne clairement que la lutte contre l'impunité constitue une priorité, et que la Belgique soutient les tribunaux internationaux (tels que la CPI et la CIJ) dans les enquêtes sur les violations du droit international;
- eu égard aux obligations incombant à la Belgique en vertu du Statut de Rome et de la loi du 29 mars 2004 concernant la coopération avec la Cour pénale internationale et les tribunaux pénaux internationaux;
- considérant que la bonne coopération que la Belgique avait jusqu'à présent avec la Cour pénale internationale et les autres tribunaux pénaux internationaux est internationalement et unanimement reconnue et régulièrement soulignée par les tribunaux pénaux internationaux eux-mêmes;
- considérant qu'une certaine ambiguïté est apparue au niveau national et international quant à la position de la Belgique à l'égard des mandats d'arrêt de la CPI, notamment mais pas exclusivement en ce qui concerne le mandat délivré le 21 novembre 2024 à l'encontre de Benyamin Netanyahu pour les crimes de guerre consistant à affamer et à diriger intentionnellement des attaques contre la population civile; et pour les crimes contre l'humanité de meurtre, persécution et autres actes inhumains;
demande au gouvernement
- de réaffirmer inconditionnellement son soutien invariable à l'égard de la CPI;
- de déclarer d'une seule voix que la Belgique exécutera tous les mandats d'arrêt de la CPI, y compris celui délivré à l'encontre de Benyamin Netanyahu, et que notre pays estime que toutes les autres parties au Statut de Rome y sont également tenues;
- de protéger la CPI contre les menaces qui compliqueraient son fonctionnement."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Nabil Boukili en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Khalil Aouasti, Kjell Vander Elst en
mevrouw Rajae Maouane en het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken, Europese
Zaken en Ontwikkelingssamenwerking,
- overwegende dat België partij is bij het Statuut van Rome, het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof (ICC), en zich ertoe verbonden heeft om volledige medewerking te verlenen aan de tenuitvoerlegging van de beslissingen;
- overwegende dat in het aanhoudingsbevel dat het ICC tegen de heer Benyamin Netanyahu uitgevaardigd heeft ernstige beschuldigingen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid in de context van het conflict in Palestina geformuleerd worden;
- overwegende dat de recente openlijke weigering van eerste minister De Wever om het aanhoudingsbevel uit te voeren onmiskenbaar in strijd is met onze internationale verplichtingen;
- overwegende dat dergelijke uitspraken de internationale geloofwaardigheid van België ondermijnen, net als het engagement van ons land ten aanzien van de internationale justitie en de strijd tegen straffeloosheid;
- overwegende dat de niet-naleving van de beslissingen van het ICC bijzonder schadelijk is voor de slachtoffers van conflicten en voor de fundamentele rol die het internationaal recht speelt in de handhaving van de vrede en de bescherming van de mensenrechten;
- herinnert eraan dat het van cruciaal belang is dat België zijn internationale verbintenissen nakomt, in het bijzonder met betrekking tot het Statuut van Rome en de beslissingen van het ICC;
- veroordeelt de uitspraken van de eerste minister waarin hij de uitvoering van een internationaal aanhoudingsbevel van het Internationaal Strafhof ter discussie stelt;
- eist dat de Belgische regering publiekelijk haar engagement bevestigt om volledige medewerking te verlenen aan het ICC, zonder uitzondering of onderscheid om politieke redenen;
- dringt aan op een officiële verduidelijking van het regeringsstandpunt over de uitvoering van aanhoudingsbevelen van het Internationaal Strafhof tegen eender welk individu, ongeacht diens nationaliteit of functie;
- roept de regering ertoe op om de huidige beleidslijn dringend opnieuw tegen het licht te houden opdat België een drijvende kracht zou blijven in de verdediging van het internationaal recht en de mensenrechten."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Nabil Boukili et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Khalil Aouasti, Kjell Vander Elst et Mme Rajae Maouane
et la réponse du ministre des Affaires étrangères, des Affaires européennes et de la Coopération au développement,
- considérant que la Belgique est un État partie au Statut de Rome, fondateur de la Cour pénale internationale (CPI), et s'est engagée à coopérer pleinement avec ses décisions;
- considérant que le mandat d'arrêt émis par la CPI à l'encontre de M. Benyamin Netanyahu concerne des accusations graves de crimes de guerre et de crimes contre l'humanité dans le contexte du conflit en Palestine;
- considérant que le refus public exprimé récemment par M. le premier ministre De Wever d'exécuter ce mandat constitue une violation manifeste de nos obligations internationales;
- considérant qu’une telle déclaration remet en question la crédibilité de la Belgique sur la scène internationale, ainsi que son engagement envers la justice internationale et la lutte contre l'impunité;
- considérant que le non-respect des décisions de la CPI nuit gravement aux victimes de conflits et au rôle fondamental que joue le droit international dans la préservation de la paix et des droits humains;
- rappelle l'importance capitale pour la Belgique de respecter ses engagements internationaux, notamment en ce qui concerne le Statut de Rome et les décisions de la CPI;
- condamne les propos du premier ministre remettant en cause l'exécution d'un mandat international de la Cour pénale internationale;
- exige que le gouvernement belge réaffirme publiquement son engagement à coopérer pleinement avec la CPI, sans exception ni distinction politique;
- demande une clarification officielle sur la position du gouvernement quant à l'exécution de mandats émis par la CPI contre tout individu, indépendamment de sa nationalité ou fonction;
- appelle à une réévaluation urgente de la ligne politique actuelle afin d'assurer que la Belgique continue de jouer un rôle moteur dans la défense du droit international et des droits humains."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Aurore Tourneur.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Aurore
Tourneur.
Tot besluit van de bespreking van de interpellaties gericht aan de eerste minister werden drie moties ingediend.
En conclusion de la discussion des interpellations au premier ministre, trois motions ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Stefaan Van Hecke en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Stefaan Van Hecke, Sam Van Rooy en
Peter Mertens en het antwoord van de eerste minister,
- overwegende dat België altijd een leidende rol heeft gespeeld bij het tot stand komen en de werking van het Internationaal Strafhof (ICC);
- overwegende dat België het Internationaal Strafhof onverminderd steunt sedert de opstart van zijn activiteiten in Den Haag in 2002;
- overwegende dat het voor ons land cruciaal is dat zware misdaden – de misdaad van genocide, misdaden tegen de mensheid, oorlogsmisdaden, misdaden van agressie – niet onbestraft blijven;
- overwegende dat het regeerakkoord duidelijk stelt dat de strijd tegen straffeloosheid een prioriteit is, en dat België internationale hoven (zoals het ICC en het ICJ) steunt bij onderzoeken naar schendingen van internationaal recht;
- overwegende de verplichtingen van België in het kader van het Statuut van Rome en de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen;
- overwegende dat de goede samenwerking die België tot op heden had met het Internationaal Strafhof en de andere internationale straftribunalen internationaal en unaniem wordt erkend en regelmatig onderstreept door de internationale straftribunalen zelf;
- overwegende dat er nationaal en internationaal onduidelijkheid is ontstaan over de positie van België ten opzichte van aanhoudingsbevelen van het ICC, onder meer maar niet uitsluitend betreffende deze die op 21 november 2024 werden uitgevaardigd tegen Benyamin Netanyahu voor de oorlogsmisdaden van uithongering en van het opzettelijk richten van een aanval tegen de burgerbevolking; en voor de misdaden tegen de menselijkheid van moord, vervolging en andere onmenselijke handelingen;
vraagt de regering
- haar onverminderde steun ten opzichte van het ICC onvoorwaardelijk te bevestigen;
- zich eensgezind uit te spreken dat België alle aanhoudingsbevelen van het ICC zal uitvoeren, inclusief die uitgevaardigd tegen Benyamin Netanyahu, en dat ons land ook alle andere partijen van het Statuut van Rome daartoe gebonden acht;
- het ICC te beschermen tegen bedreigingen die zijn werking zouden bemoeilijken."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Stefaan Van Hecke et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Stefaan Van Hecke, Sam Van Rooy et Peter Mertens et la réponse du premier ministre,
- considérant que la Belgique a toujours joué un rôle de premier plan dans l'institution et le fonctionnement de la Cour pénale internationale (CPI);
- considérant que la Belgique soutient invariablement la Cour pénale internationale depuis le démarrage de ses activités à La Haye en 2002;
- considérant qu'il est crucial pour notre pays que les crimes graves – le crime de génocide, les crimes contre l'humanité, les crimes de guerre, les crimes d'agression – ne restent pas impunis;
- considérant que l'accord de gouvernement mentionne clairement que la lutte contre l'impunité constitue une priorité, et que la Belgique soutient les tribunaux internationaux (tels que la CPI et la CIJ) dans les enquêtes sur les violations du droit international;
- eu égard aux obligations incombant à la Belgique en vertu du Statut de Rome et de la loi du 29 mars 2004 concernant la coopération avec la Cour pénale internationale et les tribunaux pénaux internationaux;
- considérant que la bonne coopération que la Belgique avait jusqu'à présent avec la Cour pénale internationale et les autres tribunaux pénaux internationaux est internationalement et unanimement reconnue et régulièrement soulignée par les tribunaux pénaux internationaux eux-mêmes;
- considérant qu'une certaine ambiguïté est apparue au niveau national et international quant à la position de la Belgique à l'égard des mandats d'arrêt de la CPI, notamment mais pas exclusivement en ce qui concerne le mandat délivré le 21 novembre 2024 à l'encontre de Benyamin Netanyahu pour les crimes de guerre consistant à affamer et à diriger intentionnellement des attaques contre la population civile; et pour les crimes contre l'humanité de meurtre, persécution et autres actes inhumains;
demande au gouvernement
- de réaffirmer inconditionnellement son soutien invariable à l'égard de la CPI;
- de déclarer d'une seule voix que la Belgique exécutera tous les mandats d'arrêt de la CPI, y compris celui délivré à l'encontre de Benyamin Netanyahu, et que notre pays estime que toutes les autres parties au Statut de Rome y sont également tenues;
- de protéger la CPI contre les menaces qui compliqueraient son fonctionnement."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Peter Mertens en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Stefaan Van Hecke, Sam Van Rooy en
Peter Mertens en het antwoord van de eerste minister,
- overwegende dat België het Statuut van Rome, het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof (ICC), heeft onderschreven en zich ertoe heeft verbonden volledig samen te werken met de beslissingen van het Hof;
- overwegende dat het arrestatiebevel uitgevaardigd door het ICC tegen de heer Benyamin Netanyahu betrekking heeft op ernstige beschuldigingen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de context van het conflict in Palestina;
- overwegende dat de recente publieke weigering van eerste minister De Wever om dit arrestatiebevel uit te voeren een flagrante schending vormt van de internationale verplichtingen van België;
- overwegende dat een dergelijke verklaring de geloofwaardigheid van België op het internationale toneel ondermijnt, evenals haar engagement voor internationale gerechtigheid en de strijd tegen straffeloosheid;
- overwegende dat het niet-naleven van beslissingen van het ICC ernstige schade toebrengt aan de slachtoffers van conflicten en afbreuk doet aan de fundamentele rol die het internationaal recht speelt in het behoud van vrede en mensenrechten;
- herinnert aan het grote belang voor België om zijn internationale verbintenissen na te komen, in het bijzonder met betrekking tot het Statuut van Rome en de beslissingen van het Internationaal Strafhof;
- veroordeelt de uitspraken van de eerste minister waarin de uitvoering van een internationaal arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof in twijfel wordt getrokken;
- eist dat de Belgische regering publiekelijk haar engagement bevestigt om zonder uitzondering of politiek onderscheid volledig samen te werken met het ICC;
- vraagt om een officiële verduidelijking van de positie van de regering met betrekking tot de uitvoering van door het ICC uitgevaardigde arrestatiebevelen tegen om het even welk individu, ongeacht diens nationaliteit of functie;
- roept op tot een dringende herziening van het huidige beleid om te verzekeren dat België een voortrekkersrol blijft spelen in de verdediging van het internationaal recht en de mensenrechten."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Peter Mertens et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Stefaan Van Hecke, Sam Van Rooy et Peter Mertens et la réponse du premier ministre,
- considérant que la Belgique a souscrit au Statut de Rome, le traité fondateur de la Cour pénale internationale (CPI), et s'est engagée à apporter sa pleine coopération aux décisions de la Cour;
- considérant que le mandat d'arrêt délivré par la CPI contre Benjamin Netanyahu porte sur des accusations graves de crimes de guerre et de crimes contre l'humanité dans le contexte du conflit en Palestine;
- considérant que le refus récemment exprimé en public par le premier ministre, Bart De Wever, d'exécuter ce mandat d'arrêt constitue une violation flagrante des obligations internationales de la Belgique;
- considérant qu’une telle déclaration mine la crédibilité de la Belgique sur la scène internationale, ainsi que son engagement en faveur de la justice internationale et de la lutte contre l'impunité;
- considérant que le non-respect des décisions de la CPI cause un préjudice grave aux victimes des conflits et porte atteinte au rôle fondamental que joue le droit international dans la préservation de la paix et des droits humains;
- rappelle la grande importance pour la Belgique de respecter ses engagements internationaux, en particulier en ce qui concerne le Statut de Rome et les décisions de la Cour pénale internationale;
- condamne les propos du premier ministre remettant en question l'exécution d'un mandat d'arrêt international délivré par la Cour pénale internationale;
- exige que le gouvernement belge réaffirme publiquement son engagement à coopérer pleinement, sans exception ni distinction politique, avec la CPI;
- demande une clarification officielle de la position du gouvernement en ce qui concerne l'exécution des mandats d'arrêt délivrés par la CPI contre toute personne, quelle que soit sa nationalité ou sa fonction;
- appelle à une révision urgente de la politique actuelle afin de s'assurer que la Belgique continue de jouer un rôle de premier plan dans la défense du droit international et des droits humains."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Kathleen Depoorter.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Kathleen
Depoorter.
21.15 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgente behandeling van de eenvoudige motie.
De voorzitter: Dank u wel.
21.16 Aurore Tourneur (Les Engagés): Idem pour moi aussi, monsieur le président.
De voorzitter:
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu
ultérieurement. La discussion
est close.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 9 april 2025 stel ik u voor artikel 67 van het Kamerreglement van toepassing te verklaren op de vertrouwelijke delen van het rapport van de CREG over het Modular Offshore Grid II-project.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 9 avril 2025, je vous propose de rendre l'article 67 du Règlement de la Chambre applicable aux parties confidentielles du rapport de la CREG sur le projet Modular Offshore Grid II.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
De voorzitter: Ik heb daarstraks een ordemotie van mevrouw Merckx ontvangen.
Mevrouw Merckx, het zou me verbazen dat u op de ontvankelijkheid had gerekend, want daar is natuurlijk geen sprake van.
Ten eerste, het betreft geen punt dat op de agenda staat en dat is een voorwaarde.
Ten tweede, het voorstel tot aanpassing van het Reglement met betrekking tot de pensioenen van de Kamerleden behoort tot de bevoegdheden van het Bureau en van de vzw.
Bovendien heeft uw ordemotie geen grond, omdat ik u al heb toegezegd dat ik zal doen wat u in de motie vraagt. Eigenlijk bent u tevreden met mijn uitspraak, denk ik.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Demandes
d'urgence
M. Bayet demande l'urgence pour la proposition de résolution visant à garantir le caractère fédéral des établissements scientifiques et des institutions culturelles, n° 827/1.
24.01 Hugues Bayet (PS): Monsieur le président, chers collègues, nous demandons en effet l'urgence pour cette proposition de résolution. Nous sommes inquiets, car au moment de boucler le budget – au moins, nous espérons que vous y parviendrez, puisque nous venons de recevoir l'ordre du jour de la séance dans quinze jours, et aucun budget ne se trouve à l'horizon –, et malgré les sorties rassurantes de la ministre Matz, nous voulons dénoncer les coupes budgétaires de plus de 20 % programmées par le gouvernement De Wever dans la politique scientifique et culturelle fédérale.
Ces institutions emploient pourtant, chers collègues, plus de 2 400 personnes. Elles soutiennent la connaissance et l'innovation et accueillent chaque année plus d'1,5 million de visiteurs. Les affaiblir constituerait évidemment une faute politique majeure et une attaque contre le ciment entre nos deux Communautés. De plus, alors que la Belgique bénéficie d'un retour sur investissement exceptionnel dans le secteur spatial, car je voudrais vous rappeler que chaque euro investi récolte 4,35 euros pour 3 500 emplois qui sont soutenus, la majorité actuelle préfère sacrifier un secteur stratégique sur l'autel de la rigueur idéologique.
Donc, oui, monsieur le président, nous en avons marre des promesses ministérielles et des plans sur la comète, car c'est en réalité vers un trou noir que se dirige la politique scientifique, vers les abysses de la défédéralisation.
C'est extrêmement urgent, monsieur le président, étant donné que nous n'avons toujours pas de budget et que nous ne pouvons être rassurés en aucune manière. Je suis sûr et certain que, si les propos de la ministre Matz sont sincères, les collègues des Engagés ainsi que les autres de la majorité nous soutiendront pour cette demande d'urgence. Il est en effet plus que temps de travailler sur ce sujet.
Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence
est rejetée par assis et levé.
De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.
Mevrouw De Knop vraagt de urgentie voor haar wetsvoorstel tot invoering van een minimale dienstverlening inzake het personenvervoer per spoor in geval van staking, nr. 857/1.
24.02 Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, als alle aangekondigde acties plaatsvinden, dan tellen we tegen eind augustus van dit jaar 88 stakingsdagen bij het spoor. Vorig jaar waren er vier of vijf stakingsdagen, terwijl er dit jaar al een op de vier dagen gestaakt werd. Dat belooft voor de rest van het jaar. In die context werkt het huidige systeem van een gegarandeerde dienstverlening duidelijk niet meer. Het laat reizigers alleen toe 24 uur op voorhand te weten te komen welke treinen al dan niet zullen rijden. Bij zoveel stakingsdagen per jaar is dat echt niet voldoende.
Werknemers kunnen nu eenmaal niet vrije dagen blijven nemen, studenten kunnen hun lessen of examens niet blijven missen. De reiziger is keer op keer slachtoffer van de grillen van de talrijke spoorvakbonden. Daarom pleiten wij vandaag voor de invoering van een wettelijk vastgelegde minimale dienstverlening bij spoorstakingen, een raak-op-uw-werkgarantie zeg maar, zodat reizigers altijd een alternatief hebben.
Andere landen tonen aan dat het kan. In Spanje is het stakingsrecht grondwettelijk gegarandeerd, maar bij stakingen geldt er een minimale dienstverlening. En ja, daar kunnen ook personeelsleden opgevorderd worden, als dat nodig blijkt. Waarom zouden wij dat in België niet kunnen? De minimale dienstverlening dient trouwens als een ondergrens en vervangt het systeem van de gegarandeerde dienstverlening niet.
Met ons wetsvoorstel willen we een aantal artikelen van de wet van 23 juli 1926 wijzigen. We stellen meer bepaald voor dat bij spoorstakingen het aangepaste vervoersaanbod minstens 50 % bedraagt van de geplande dienstregeling van het aanbod voor elk van de dienstregelingen. 50 %, dat lijkt me niet onredelijk. Trouwens, in ons voorstel zouden de directiecomités van de NMBS en Infrabel het aangepaste vervoersplan ook in overleg kunnen bepalen. Zo krijgt de NMBS eindelijk weer controle over haar dienstverlening en haar aanbod, ook tijdens stakingen.
Bij opeenvolgende stakingsdagen zou ook telkens hetzelfde vervoersaanbod gelden, zodat de reiziger niet elke dag opnieuw, zoals vandaag, in onzekerheid moet verkeren.
Laat het echter duidelijk zijn, het stakingsrecht blijft ook in ons voorstel overeind. Het is en blijft een fundamenteel recht, maar dat betekent niet dat we ons als samenleving telkens opnieuw moeten laten gijzelen.
Collega's, gezien de talrijke aangekondigde stakingen wil ik u vragen om het voorstel met urgentie te behandelen, zodat we de reizigers zo snel mogelijk een waardig alternatief kunnen bieden. Onze reizigers verdienen het om nu door te pakken en het laat de regering ook toe om in alle ernst de sociale dialoog verder te voeren. Iedereen die met de reizigers begaan is, zou het voorstel moeten steunen. Ik reken dus op iedereen in het halfrond om het verzoek tot urgentie te steunen.
De voorzitter: Mevrouw De Knop, het komt mij voor dat u het voorstel al urgent behandeld hebt, los van de stemming die nog zal volgen.
24.03 Gilles Foret (MR): Monsieur le président, le groupe MR a déjà déposé une proposition de loi pour renforcer le service garanti qui avait été installé par le ministre François Bellot il y a quelques années. Je propose que l'on joigne plutôt les discussions ces prochaines semaines. En effet, le 22 et le 29, il y aura une discussion sur l'ordre des travaux et les priorités en commission de la Mobilité. De ce fait, nous ne soutiendrons pas l'urgence, mais nous souhaitons évidemment renforcer le service garanti pour le bien de tous les voyageurs du rail.
De voorzitter: Collega's, ik wil u erop wijzen dat iedereen op zijn eigen plaats moet zitten voor de stemming, opdat we geen foutieve resultaten zouden krijgen.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.
L'urgence est rejetée par assis et levé.
Nous avons aussi une demande d'urgence pour une proposition de résolution de M. Dermagne visant le maintien du statut actuel des travailleuses et des travailleurs des arts et son régime de protection sociale, n° 862/1.
24.04 Caroline Désir (PS): Monsieur le président, l'incertitude dans laquelle sont plongés actuellement les travailleurs et les travailleuses des arts concernant leur statut est insupportable. Ils sont déjà pour beaucoup confrontés à des situations précaires vu l'intermittence de leur métier. Aujourd'hui, ils se trouvent en outre dans un flou total quant à l'avenir que le gouvernement leur réserve. Nous ne savons pas si le régime d'exception du chômage va être maintenu. On leur souffle le chaud et le froid et cela nous paraît inacceptable.
Celles et ceux qui font vivre la culture dans notre pays méritent des perspectives claires et rapidement. Nous ne pouvons pas les laisser dans l'expectative. Nous ne pouvons certainement pas attendre la réunion d'une CIM Culture prévue à la fin juin, comme l'a suggéré la ministre-présidente francophone et ministre de la Culture, Élisabeth Degryse. Fin juin, il sera déjà peut-être déjà trop tard pour eux.
C'est pourquoi nous demandons aujourd'hui l'urgence pour notre proposition de résolution qui vise à maintenir le statut actuel des travailleuses et des travailleurs des arts et son régime de protection sociale dans son intégralité.
Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est rejetée par assis et levé.
De Furgente wordt verworpen bij zitten en opstaan.
Pairages
Collega’s, alvorens we overgaan tot de naamstemmingen, vraag ik u de stemafspraken bekend te maken waarbij een lid zich onthoudt bij de stemming in overleg met een afwezig lid.
Chers collègues, avant de procéder aux votes nominatifs, je vous propose d'annoncer les pairages par lesquels un membre s'abstient de voter en accord avec un membre absent.
Zijn er
stemafspraken?
Y a-t-il des accords de pairage?
24.05 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik heb een stemafspraak met collega Michel De Maegd.
24.06 Philippe Courard (PS): Monsieur le président, j’assurerai un pairage pour M. Pierre Kompany.
De voorzitter: Dan gaan we nu over tot de naamstemmingen.
Nous allons donc maintenant procéder aux votes nominatifs.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Justitie van 2 april 2025.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 2 avril 2025.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 29/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Steven Matheï.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 29/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Steven Matheï.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
25.01 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, het hele halfrond moet het erover eens zijn dat de cipiers de stijgende agressie in de overbevolkte gevangenissen beu zijn en een snelle, daadkrachtige aanpak eisen.
Collega’s, er heeft op 28 maart 2025 overleg plaatsgevonden met minister Verlinden en de vakbonden. De eisen van de vakbonden kennen we allemaal. Iedereen hier in het halfrond kan die eisen onderschrijven. Ze pleiten onder meer voor meer veiligheidscellen met een dubbele deur voor agressieve gedetineerden, strengere sancties voor gedetineerden die zich misdragen, een koppeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling aan iemands gedrag tijdens de detentie en meer drugcontroles in de gevangenissen. Dat zijn maar enkele voorbeelden.
Collega’s, we mogen ook niet vergeten dat er twee dagen na het overleg opnieuw een heel erg zwaar geval van agressie heeft plaatsgevonden in de gevangenis van Haren, waarbij een gedetineerde drie cipiers heeft verwond. De penitentiaire beambten vragen dringend concrete acties en geen beloften. Zij vragen concrete acties die een onmiddellijke impact hebben op het terrein.
Daarom dien ik mijn motie van aanbeveling in. Die beambten stellen immers terecht dat de problematiek bijzonder ernstig is en al veel te lang aansleept en dat er nog geen adequate maatregelen zijn getroffen om de veiligheid van de penitentiaire beambten te benaarstigen, laat staan te garanderen. Zij vragen dan ook dat daarvan met prioriteit werk wordt gemaakt.
Wat staat dus in de motie? Wij vragen aan de regering om onmiddellijk de nodige regelgevende en praktische initiatieven uit te werken voor onder meer de bouw van voldoende veiligheidscellen met een dubbele deur in de strijd tegen agressieve gedetineerden, veel strengere sancties voor gedetineerden die zich misdragen, een koppeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling aan iemands gedrag tijdens de detentie en meer drugcontroles in de gevangenis. Uiteraard vragen wij daarvoor ook de nodige budgetten vrij te maken.
De voorzitter:
Début du vote / Begin van de
stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
nagekeken?
Fin du vote / Einde van de stemming.
Résultat du vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
104 |
Oui |
Nee |
31 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de plenaire vergadering van vandaag.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la séance plénière de ce jour.
Vijf moties werden ingediend (MOT nr. 30/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Khalil Aouasti;
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Kjell Vander Elst;
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Rajae Maouane;
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Nabil Boukili;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Aurore Tourneur.
Cinq motions ont été déposées (MOT n° 30/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Khalil Aouasti;
- une motion de recommandation a été déposée par M. Kjell Vander Elst;
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Rajae Maouane;
- une motion de recommandation a été déposée par M. Nabil Boukili;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Aurore Tourneur.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
75 |
Oui |
Nee |
58 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de plenaire vergadering van vandaag.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la séance plénière de ce jour.
Drie moties werden ingediend (MOT nr. 33/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Stefaan Van Hecke;
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Peter Mertens;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Kathleen Depoorter.
Trois motions ont été déposées (MOT n° 33/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Stefaan Van Hecke;
- une motion de recommandation a été déposée par M. Peter Mertens;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Kathleen Depoorter.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
76 |
Oui |
Nee |
57 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
Stemming over amendement nr. 18 van Philippe
Courard cs tot invoeging van een verzoek 9(n). (265/7)
Vote sur l'amendement n° 18 de Philippe Courard
cs tendant à insérer une demande 9(n). (265/7)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
35 |
Oui |
Nee |
99 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
28.01 Alexia Bertrand (Open Vld): Ik moet de vaststelling maken dat de meerderheid vandaag niet in aantal is. Ik betreur eveneens dat de regering vertrokken is en dat er geen ministers aanwezig zijn voor de stemming over de moties.
We stemmen nu over een belangrijke resolutie. We vinden het gewoon jammer dat er geen quorum is bij de meerderheid.
De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Bertrand.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
117 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
17 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement.
Reden van
onthouding? (Nee)
Raison d'abstention?
(Non)
We moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van 24 april 2025.
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance du 24 avril 2025.
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 24 april 2025 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 24 avril 2025 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 19.16 uur.
La séance est levée à 19 h 16.
De
bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 56 PLEN 039
bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 56 PLEN 039 annexe. |
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN |
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS |
Vote nominatif - Naamstemming: 1
Oui |
104 |
Ja |
Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Daerden Frédéric, Deborsu Charlotte, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, De Knop Irina, Delcourt Catherine, Demesmaeker Eva, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Magnette Paul, Mahdi Sammy, Maouane Rajae, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tourneur Aurore, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Non |
31 |
Nee |
Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Keuten Dieter, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van den Bosch Annik, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 2
Oui |
75 |
Ja |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Delcourt Catherine, Demesmaeker Eva, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Mahdi Sammy, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Non |
58 |
Nee |
Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, De Knop Irina, Depoortere Ortwin, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Keuten Dieter, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse
Abstentions |
2 |
Onthoudingen |
Courard Philippe, Vander Elst Kjell
Vote nominatif - Naamstemming: 3
Oui |
76 |
Ja |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Delcourt Catherine, Demesmaeker Eva, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Mahdi Sammy, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Non |
57 |
Nee |
Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, De Knop Irina, Depoortere Ortwin, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Keuten Dieter, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse
Abstentions |
2 |
Onthoudingen |
Courard Philippe, Vander Elst Kjell
Vote nominatif - Naamstemming: 4
Oui |
35 |
Ja |
Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Chahid Ridouane, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Prévot Patrick, Ribaudo Julien, Schlitz Sarah, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Yigit Ayse
Non |
99 |
Nee |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, De Croo Alexander, De Knop Irina, Delcourt Catherine, Demesmaeker Eva, Depoortere Ortwin, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Keuten Dieter, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Mahdi Sammy, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Pas Barbara, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ponthier Annick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Sneppe Dominiek, Soete Jeroen, Somers Werner, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Troosters Frank, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hoecke Alexander, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Verkeyn Charlotte, Vermeersch Wouter, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Abstentions |
1 |
Onthoudingen |
Courard Philippe
Vote nominatif - Naamstemming: 5
Oui |
117 |
Ja |
Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Boukili Nabil, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daems Greet, Daenen Nele, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Deborsu Charlotte, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, De Knop Irina, Delcourt Catherine, Demesmaeker Eva, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, De Witte Kim, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hedebouw Raoul, Jadoul Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Magnette Paul, Mahdi Sammy, Maouane Rajae, Matagne Julien, Matheï Steven, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ribaudo Julien, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Tourneur Aurore, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yigit Ayse, Yzermans Alain
Non |
0 |
Nee |
Abstentions |
17 |
Onthoudingen |
Bury Katleen, Depoortere Ortwin, Dillen Marijke, Keuten Dieter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Troosters Frank, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter