KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 134
CRIV 50 PLEN 134
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag mercredi
20-06-2001 20-06-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Wensen tot herstel
1
Voeux de rétablissement
1
Spreker: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie
Orateur: Yves Leterme, président du groupe
CVP
WETSONTWERPEN
1
PROJETS DE LOI
1
Wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar
2001 (1204/1 en 2) (1206/1)
1
Projet de loi ajustant le budget des Voies et
Moyens de l'année budgétaire 2001 (1204/1 et 2)
(1206/1)
1
- Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001 (1205/1 tot 11)
1
- Projet de loi contenant le premier ajustement du
budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2001 (1205/1 à 11)
1
Algemene bespreking
1
Discussion générale
1
Sprekers: Hugo Coveliers, voorzitter van de
VLD-fractie, Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën, Hagen Goyvaerts, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie, Claude Eerdekens,
voorzitter van de PS-fractie, Paul Tant,
Jacqueline Herzet, Dirk Pieters, Herman
Van Rompuy, Pierrette Cahay-André
Orateurs: Hugo Coveliers, président du
groupe VLD, Yves Leterme, président du
groupe CVP, Didier Reynders, ministre des
Finances, Hagen Goyvaerts, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale, Claude Eerdekens,
président du groupe PS, Paul Tant,
Jacqueline Herzet, Dirk Pieters, Herman
Van Rompuy, Pierrette Cahay-André
Bespreking van de artikelen
26
Discussion des articles
26
Sprekers: Guido Tastenhoye, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie, Bart Laeremans
Orateurs: Guido Tastenhoye, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale, Bart Laeremans
BIJLAGE
31
ANNEXE
31
INTERNE BESLUITEN
31
DECISIONS INTERNES
31
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
31
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
31
B
ESLISSINGEN
31
D
ECISIONS
31
VOORSTELLEN 32
PROPOSITIONS 32
T
OELATING TOT DRUKKEN
32
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
32
MEDEDELINGEN
33
COMMUNICATIONS
33
COMMISSIES 33
COMMISSIONS
33
V
ERSLAGEN
33
R
APPORTS
33
REGERING 34
GOUVERNEMENT
34
V
ERSLAG
34
R
APPORT
34
O
VERGEZONDEN KONINKLIJK BESLUIT
34
A
RRETE ROYAL TRANSMIS
34
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2001
34
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2001
34
ARBITRAGEHOF 35
COUR
D'ARBITRAGE
35
A
RRESTEN
35
A
RRETS
35
P
REJUDICIËLE VRAGEN
35
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
35
JAARVERSLAGEN 36
RAPPORTS
ANNUELS
36
K
ANSSPELCOMMISSIE
36
COMMISSION DES
J
EUX DE
H
ASARD
36
H
OGE
R
AAD VOOR DE
J
USTITIE
37
C
ONSEIL SUPERIEUR DE LA
J
USTICE
37
R
IJKSINSTITUUT VOOR DE SOCIALE VERZEKERINGEN
DER ZELFSTANDIGEN
37
I
NSTITUT NATIONAL D
'
ASSURANCES SOCIALES POUR
TRAVAILLEURS INDEPENDANTS
37
RESOLUTIES 37
RESOLUTIONS
37
E
UROPEES
P
ARLEMENT
37
P
ARLEMENT EUROPEEN
37
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
20
JUNI
2001
10:00 uur
______
du
MERCREDI
20
JUIN
2001
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.03 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.03 heures par M.
Herman De Croo, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen
in bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
Philippe Seghin, wegens ambtsplicht / pour
obligation de mandat;
Gerolf Annemans, Aimé Desimpel, Stef Goris,
buitenslands / à l'étranger;
Danny Pieters, Raad van Europa / Conseil de
l'Europe.
01 Voeux de rétablissement
01 Wensen tot herstel
Geachte collega's, ik wens minister Van den
Bossche een spoedig herstel toe. Hij heeft mij iets
na middernacht, samen met de heer Coveliers,
verlaten. Ik heb deze ochtend vroeg vernomen dat
hij het slachtoffer is geworden van een
verkeersongeval in de loop van de vroege
ochtend. Ik wens hem namens de Kamer
beterschap.
Mijnheer Leterme, ik kan u meedelen dat ik vanaf
nu mij gedurende enkele uren per dag
"nekbandloos" mag bewegen.
01.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, wij sluiten ons uiteraard aan bij uw
wensen tot spoedig herstel ten aanzien van
minister Van den Bossche.
Mijnheer de voorzitter, het verheugt ons oprecht
dat u vooruitgang boekt met uw nekklachten.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, ik dank u voor
uw gemeende wensen.
Wetsontwerpen
Projets de loi
02 Wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar
2001 (1204/1 en 2) (1206/1)
- Wetsontwerp houdende eerste aanpassing
van de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001 (1205/1 tot 11)
02 Projet de loi ajustant le budget des Voies et
Moyens de l'année budgétaire 2001 (1204/1 et 2)
(1206/1)
- Projet de loi contenant le premier ajustement
du budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2001 (1205/1 à 11)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze
twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets de loi.
(Assentiment)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
02.01 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, de heer Desimpel kan om uitzonderlijke
redenen niet aanwezig zijn. Hij verwijst naar zijn
schriftelijk verslag.
De voorzitter: Dat is een uitstekend initiatief.
02.02 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wil hiertegen protesteren. Wij
behandelen hier toch de begrotingscontrole. In de
commissie hebben wij uitvoerige besprekingen
gewijd aan deze begrotingscontrole. Wij zijn nu
halfweg de legislatuur. Nu blijkt dat een aantal
knipperlichten op oranje staan. De minister van
Begroting zelf heeft aangekondigd dat er een
evolutie is in de macro-economische
omgevingsvoorwaarden waarin het
begrotingsbeleid moet worden gevoerd. Er is ook
in de media heel wat te doen over dat
begrotingsbeleid. Uitgerekend op een ogenblik dat
de Kamer gaat debatteren over iets belangrijks als
een begrotingscontrole, verwijst de heer Desimpel
naar zijn schriftelijk verslag. Ik vind dat zeer spijtig.
De voorzitter: Ik neem daar akte van.
02.03 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, in iedere commissie worden de
rapporteurs aangeduid. Bij de aanduiding ervan
moet over deze problematiek misschien eens
worden gepraat. Ik kan alleen meedelen dat naar
mijn gevoelen de heer Desimpel een grondige
reden heeft om toevallig hier niet aanwezig te
kunnen zijn.
De voorzitter: Geachte collega's, het is
aangewezen dat de rapporteur aanwezig kan zijn,
maar laten wij niet vergeten dat wij vandaag,
woensdag, vergaderen en dat ligt voor de plenaire
vergaderingen niet altijd in de lijn van de traditie.
Mijnheer Leterme, ik begrijp evenwel uw kritiek.
02.04 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik weet dat u iets hebt tegen
beroepsvolksvertegenwoordigers. Het is evenwel
niet zo uitzonderlijk dat in de Kamer op een
woensdag activiteiten worden gepland, waarbij
een volksvertegenwoordiger kan worden geacht -
eventueel, desgevallend, indien het hem past en
als het in alle omstandigheden voor hem mogelijk
is - hier aanwezig te zijn.
Le président: Il faut gérer son temps de telle
manière qu'on puisse faire le maximum de ce qui
vous est demandé.
02.05 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik vraag een minuutje geduld omdat ik
de tabellen die ik zal hanteren aan de bode heb
gegeven om ze te kopiëren, teneinde het werk van
de mensen die het verslag moeten maken, te
vergemakkelijken.
De voorzitter: Dat is heel vriendelijk, mijnheer
Leterme. Wilt u de bespreking reeds zonder deze
tabellen aanvatten of zijn deze tabellen zeer
nuttig?
02.06 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik gebruik nooit nutteloze documenten.
Deze tabellen zijn zeer nuttig.
De voorzitter: Ik zie dat de tabellen er zijn.
U hebt het woord, mijnheer Leterme.
02.07 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wil eerst uiting aan mijn ongenoegen
geven. De bespreking van de begroting vindt
weliswaar plaats in aanwezigheid van de minister
van Financiën, een goede zaak, maar ik had
graag ook de minister van Begroting onder ons
gehad.
02.08 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, de minister van Begroting komt.
02.09 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik vraag dat omwille van praktische
redenen. In de commissiebesprekingen werden
immers belangrijke, niet-weerlegbare argumenten
gehanteerd, waartegen de minister van Begroting
in een eerste fase tegenwerpingen maakte. Het
was de bedoeling om de bespreking van een
aantal essentiële punten in de begroting,
appreciatieverschillen tussen de minister en
mijzelf, in de plenaire vergadering verder af te
ronden. Daarom is het belangrijk dat de minister
van Begroting hier aanwezig is. Dat is ook een van
de redenen waarom ik het jammer vind dat het
verslag niet wordt gebracht. Indien het verslag
mondeling zou zijn gebracht, zou het duidelijk
hebben aangetoond dat er over een aantal
essentiële elementen discussie bestond.
In eerste instantie moet ik opmerken dat deze
begrotingscontrole hallucinant is en dat omwille
van twee redenen. Ten eerste, bij het begin van
de bespreking van de begrotingscontrole zijn een
aantal uitgangshypotheses verwoord. In de
documenten inzake de begrotingscontrole wordt
de financiële en budgettaire toestand van dit land
beschreven. Bij het begin van de bespreking van
de begrotingscontrole heeft de minister van
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Begroting echter gezegd dat er weinig rekening
met de voorliggende begrotingscontrole moet
worden gehouden. Ondertussen werden immers
dermate wijzigingen in de macro-economische
uitgangshypotheses aangebracht, maar ook in de
uitgaven en vooral de inkomsten, waardoor zeer
snel een nieuwe begrotingscontrole nodig zal zijn.
Het is hallucinant dat in de memorie van
toelichting - de documenten inzake de
begrotingscontrole nog steeds de taal wordt
verwoord die wij reeds twee jaar horen, namelijk
het is fantastisch, het is formidabel, het is het
beste van de wereld.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, u vroeg om de
minister van Begroting. De minister is daar.
02.10 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
minister, ik was aan het uitleggen dat de
begrotingscontrole voor ons hallucinant is omdat
men in verband met deze begrotingscontrole in de
memorie van toelichting nog uitgaat van een
blauwe hemel en zonneschijn. U verklaarde echter
dat er geen rekening mee moet worden gehouden
omdat de toestand ondertussen dermate is
geëvolueerd dat wij zeer binnenkort een nieuwe
begrotingscontrole, die uitzonderlijk kort voor de
zomer zal moeten plaatsvinden, zullen moeten
hebben. Dat is misschien een beetje een
paniekreactie.
Ik wil drie tot vier punten bespreken waarover een
meningsverschil bestond -
een normale zaak
tussen meerderheid en oppositie
- inzake
belangrijke onderdelen van het begrotingsbeleid.
Een eerste meningsverschil tussen de regering en
onszelf - de collega's van mijn fractie weten dat wij
deze strijd reeds een aantal maanden voeren, om
niet te zeggen sinds het begin van deze legislatuur
- is de discussie over de evolutie van de fiscale
druk. Sommigen zeggen over deze fiscale druk
dat hij drastisch daalt dankzij de blauwe deelname
aan de regering. Paul De Grauwe, ook een
blauwe, heeft reeds aangetoond dat met blauwen
in de regering de fiscale druk normaliter niet daalt
maar veeleer toeneemt. Op een bepaald moment
is in elk geval zelfs gezwaaid met de bewering dat
de mensen 10% minder belastingen zullen
betalen. Welnu, niets is minder waar.
Collega Marc Van Peel heeft hier ooit met de
advertentie van de VLD in de hand overtuigend
aangetoond dat de belastingdruk niet is gedaald.
Bovendien blijkt halfweg de legislatuur dat er op
dat vlak geen enkel signaal werd gegeven over
een daling van die fiscale druk, wel integendeel.
De fiscale druk, zijnde de verhouding tussen het
geheel aan fiscale ontvangsten versus het bruto
binnenlands product, stijgt onbetwistbaar. Het
aandeel van ons bruto binnenlands product dat
gaat naar verplichte fiscale heffingen is nog altijd
aan het stijgen en dit in weerwil van grote
verklaringen vanuit de meerderheid.
02.11 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik kan de spreker haast niet
verstaan omdat er enorm veel ruis op het geluid
zit.
De voorzitter: Nu ik een goede verstandhouding
heb met de Nederlanders wil ik de Kamer niet
spenen van het betoog van de heer Leterme.
Gaat het nu beter, mijnheer Goyvaerts?
02.12 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Nu
gaat het beter.
De voorzitter: Ik dacht even dat u de vertaling
volgde.
02.13 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Nee,
het is enkel om de spreker nog beter te horen.
02.14 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik zou collega Goyvaerts het volgende
willen zeggen over de laatste vondst van de heer
Slangen inzake de communicatieaanpak van de
regering. Tijdens de eerste fase werden
vervelende dingen gewoon platgewalst via de
media en via allerlei ingrepen zoals slogantaal en
half verkapte leugens. Nu het wat moeilijker wordt,
schakelt men ook nieuwe technieken in. Als het
wat vervelend wordt voor de meerderheid,
gebruikt men geen argumenten maar gewoon de
ruis. U zult merken dat dit de komende weken ook
in andere dossiers zal worden gebruikt.
Toen wij onze mening gaven over de fiscale druk
heeft de minister in De Morgen van 5 juni 2001
verklaard, ik citeer: "... hij zit er bijna 30 miljard
Belgische frank naast. De fiscale druk zal naar
beneden gaan, zeker als je in tegenstelling tot
Leterme ook rekening houdt met de parafiscale
druk". Als ik spreek over fiscale druk heb ik het
uiteraard over de fiscale druk en niet de
parafiscale druk. Dit argument heeft dan ook
totaal geen betekenis want het gaat over fiscale
en niet over parafiscale druk.
Trouwens, in het regeerakkoord staat een passus
die exclusief gaat over fiscale druk en waarbij
wordt gesproken van een gestadige daling in de
loop van de legislatuur van die fiscale druk. Er
werd dus een toezegging gedaan aan de
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
bevolking dat de fiscale druk onder paars-groen
zal dalen. De minister heeft op 28 mei 2001
tijdens de besprekingen in de commissie voor de
Financiën en de Begroting volhard in de boosheid
toen hij zei, ik citeer: "Om absoluut te bewijzen dat
de fiscale druk zou stijgen, wordt wel een zeer
bijzondere rekenkunde gehanteerd en wordt geen
rekening gehouden met de sociale
bijdragevermindering". De essentie van fiscale
druk is dat het daarbij gaat over de fiscaliteit en
niet over de parafiscaliteit.
Ik geef toe dat mijn betoog wat saai en cijfermatig
zal zijn, maar dit is het gevolg van de
besprekingen in de commissie.
Ik moet toch het een en ander rechtzetten omtrent
het verwijt dat de minister ons maakt, namelijk dat
wij een verkeerde rekenkunde zouden gebruiken.
Mijnheer de minister, wij zijn uitgegaan van een
reële groei van 2,8% en een deflator van 1,5%. Dit
zijn onze cijfers niet, dit zijn cijfers uit de algemene
toelichting bij de begroting. Men kan dus
bezwaarlijk beweren dat wij het BBP cijfer bewust
laag ingeschat hebben. Wij schatten het in op
10.355 miljard, de regering op 10.394 miljard
Belgische frank. De regering gaat hierbij uit van
een reële groei van 2,5% en een deflator van
2,3%. Wij gingen echter uit van de cijfers van de
algemene toelichting bij de begroting. Stel nu
echter dat wij wel de uitgangspunten van de
minister volgen en niet uitgaan van de
documenten van de minister. Stel dat we uitgaan
van gecorrigeerde cijfers inzake groei, neem nu
2,0 tot 2,3%. Dit is de gemiddelde voorspelling van
een aantal banken en instellingen zoals Fortis,
BBL, Dexia, KBC enzovoort. De gouverneur van
de Nationale Bank heeft recent zelfs verklaard dat
2,3 tot 2,6% groei de meest realistische
voorspelling is. Ik denk dat dit ongeveer het
letterlijke citaat is van de gouverneur van de
Nationale Bank. Indien wij deze cijfers hanteren
levert ons dat een BBP op van 10.353 miljard
Belgische frank. Dit leidt samen met de geraamde
fiscale ontvangsten - het cijfer uit uw algemene
toelichting - tot een fiscale druk van 28,67%. De
verhouding fiscale ontvangsten versus BBP,
geraamd op basis van de uitgangspunten die ik u
zonet schetste, levert dus een fiscale druk op van
28,67%. Deze rekenkunde stoot, bij dit resultaat
van 28,67% fiscale druk, op de meest
verregaande tegenwerpingen van uw kant.
(Opmerking van minister Vande Lanotte)
De voorzitter: Mijnheer de minister, indien u
wenst dat uw woorden voor de geschiedenis
worden geboekstaafd, moet u voor de micro
spreken. Mijnheer Leterme, gelieve de minister de
gelegenheid te laten voor een repliek.
02.15 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
Leterme, u moet weten waarover u praat. U
rekende met een reële groei van 2,3% en een
inflatie van 2,2% en u neemt de fiscale inkomsten
uit ons document, nietwaar?
02.16 Yves Leterme (CVP): Uit uw document,
inderdaad.
02.17 Minister Johan Vande Lanotte: Wij hebben
echter rekening gehouden met een reële groei van
2,5% om de fiscale inkomsten te berekenen.
02.18 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
minister, wij moeten het debat voeren op basis
van gegevens.
02.19 Minister Johan Vande Lanotte: Akkoord,
maar als u de reële groei inschat op 2,3% moet u
echter ook de fiscale inkomsten herberekenen op
2,3%. Wij hebben alles berekend op basis van
2,5% groei.
02.20 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
minister, wij gaan uit van uw cijfers die u voorlegt
aan deze Kamer. Alles evolueert, dag na dag
evolueren uw cijfers. Uw opgegeven cijfer is
2977,5 miljard Belgische frank. Zelfs als wij geen
rekening houden met de uitgangshypothese
inzake economische groei en deflator, maar wel
met de gecorrigeerde hypothese, dan levert ons
dat een fiscale druk op van 28,67%. Dit is een
getal dat de minister van Financiën Reynders, van
blauwe signatuur, zal interesseren. Een fiscale
druk van 28,67% is nog altijd een stijging van de
fiscale druk in vergelijking met het begin van de
legislatuur. Uiteraard houdt het bij een stijging van
de fiscale druk geen steek tegenargumenten aan
te voeren verwijzende naar het feit dat de
parafiscale druk zal dalen. Op dat moment voeren
we dit debat verkeerd. Hiermee sluit ik mijn eerste
bemerking dan ook af.
Een tweede dispuut tussen de regering, de
minister van Begroting en onszelf heeft betrekking
op de evolutie van de primaire uitgaven. De
oppositie beweert niet als enige dat er een
probleem is bij de primaire uitgaven zowel in het
algemeen, als wat entiteit 1 betreft. Intussen zijn
er andere verantwoordelijken in dit land die reeds
een vermanende vinger opsteken en
waarschuwen voor een te hoge stijging van de
primaire uitgaven. Men voorspelt problemen
inzake het behalen van het stabiliteitsprogramma.
En aangezien de primaire uitgaven te veel stijgen
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
zal dat voor problemen zorgen wil men het
stabiliteitsprogramma tot een goed einde brengen
en wil men de norm van 1.5% of 1.8% groei op de
primaire uitgaven bereiken.
In dat verband citeer ik een uitspraak van minister
Vande Lanotte in De Morgen van 5 juni 2001:
"Ieder jaar gaan wij ervan uit dat er ongeveer 20
miljard van de begroting niet wordt uitgegeven. Zo
doet men dit al tien jaar omdat je nooit 100% van
je budget kunt spenderen. En wat doet Leterme
nu? Hij neemt de reële uitgaven van het jaar 2000,
vergelijkt deze met de begroting 2001, waar die 20
miljard inzitten" wat juist is "en zo bewijst hij
dat de primaire uitgaven te snel stijgen. Zo is het
niet moeilijk natuurlijk".
In de commissie gaat de minister nog een stap
verder en ik voeg er meteen aan toe dat ik de
woorden die hij gebruikte betreur. (Onderbreking
door minister Vande Lanotte)
Uiteraard leeft u in een mediamaatschappij,
mijnheer de minister. De degradatie die u uitte is
evenwel nog erger gezien uw woorden in
parlementaire documenten verschijnen. U zei
immers letterlijk: "Ronduit intellectueel oneerlijk is
de berekening van de uitgavenevolutie. Een
correcte vergelijking van de cijfers vereist onder
meer dat rekening gehouden wordt met een
traditionele kredietonderbenutting van minstens 20
miljard frank". Dit laatste argument werd trouwens
ook in De Morgen verwoord. Deze woorden
werden opgenomen in het verslag -
dat de
rapporteur ons daarnet overigens niet gunde - van
de commissiebespreking van 28 mei 2001.
Het meningsverschil tussen meerderheid en
oppositie betreft, enerzijds, de fiscale druk en,
anderzijds, de evolutie van de primaire uitgaven.
In dat verband laat ik terloops opmerking dat
inmiddels de gouverneur van de Nationale Bank
bij wijze van spreken intellectueel zijn kamp koos
en onze stellingen bijtreedt. Qua politieke
obediëntie kan de gouverneur nochtans niet
worden verweten een christen-democraat te zijn;
ik gebruik deze term omdat de voorbije weken
"christen-democraat" inderdaad als een verwijt
wordt beschouwd.
Mijnheer de minister, volgens ons houdt uw
verantwoording geen steek. U zegt dat wij voor
2000 uitgingen van reële gerealiseerde cijfers
waarbij geen rekening werd gehouden met een
onderbenutting van 20 miljard frank en dat wij voor
2001 cijfers uit de begroting namen waarin de
voorziene kredieten van 20 miljard frank wel
zouden zitten. Alzo onderbouwt u onze stelling.
02.21 Minister Johan Vande Lanotte: Bij de
correctie hebben wij die 20 miljard afgetrokken,
maar u hebt ze eraan toegevoegd.
02.22 Yves Leterme (CVP): Ik ga daar straks op
in.
Mijnheer de minister, wat het jaar 2000 betreft,
gingen wij uit van een bedrag van 1.117,7 miljard
Belgische frank aan primaire uitgaven, entiteit I,
dus voor het luik federale overheid. Dat cijfer komt
uit de begrotingscontrole 2000, meer bepaald
bladzijde 17 van de algemene toelichting bij de
initiële begrotingsopmaak 2001. Het gaat dus om
het totaal van de lopende kapitaalsuitgaven,
exclusief uiteraard deze met betrekking tot de
rijksschuld. Dit zijn wel degelijk kredieten, terwijl u
insinueert dat wij uitgingen van reële cijfers.
Op het bedrag van 1.117,7 miljard frank pasten wij
twee correcties toe: enerzijds, verminderingen met
6,2 miljard investeringssubsidie die werd
doorgestort aan de NMBS, in verband met de HST
met betrekking tot de strook Antwerpen-
Rotterdam en, anderzijds, 2,1 miljard frank, zijnde
de doorstorting ten belope van slechts 11/12 van
de kredieten ter financiering van de investeringen
door de NMBS. Die truc werd later herhaald, maar
mits bijpassingen.
Zo komen wij tot een bedrag van 1.109,3 miljard.
In dat verband, mijnheer de minister, geeft u in uw
antwoord toe, ik citeer: "De regering heeft in 2000
inderdaad gebruik gemaakt van de goede
budgettaire situatie om een aantal latente of
vaststaande schulden, waaronder de
investeringssubsidie aan de NMBS voor de strook
Antwerpen-Nederland, Antwerpen-Rotterdam,
vervroegd te betalen". Welnu, indien u deze
uitgaven in rekening brengt om de primaire
uitgaven van 2000 te berekenen, dan betekent dit
dat u deze kunstmatig verhoogt, zodanig dat de
vergelijking tussen 2000 en 2001 wordt vertekend.
Voor 2001 zijn we effectief uitgegaan van
kredieten die op een volledig analoge manier als
voor 2000 zijn berekend, op basis van de
algemene toelichting bij de begrotingscontrole van
2001, die we op bladzijde 11 aantreffen. We
hebben hier ook een aantal correcties op
toegepast, waarvan u de gegrondheid in het debat
niet hebt weerlegd. Ik zal deze verduidelijken.
In de eerste plaats verwijs ik naar een verhoging
met 1.721.500.000 frank met betrekking tot het
schoolwaarborgfonds. Ik zal daar straks, omwille
van de communautaire dimensie van deze
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
kwestie, op terugkomen.
Ten tweede, een verhoging met 1.750.000.000
frank met betrekking tot de veiligheidscontracten,
financiering, RSZ en BPO.
Ten derde, een verhoging met 1.100.000.000
frank, die men aanrekent op diverse
thesaurierekeningen van Landsverdediging. U
hebt terecht gezegd dat dit in het verleden, onder
andere in het kader van het plan-Delcroix en de
uitvoering ervan, reeds is gebeurd. Deze
rekeningen zouden volgend jaar door de minister
worden geannuleerd en tot variabele kredieten
worden omgevormd zodat ik citeer de minister
"deze gedebudgetteerde middelen opnieuw
geïntegreerd worden in de volgende algemene
uitgavenbegroting 2002." Dat is op zich,
beleidsmatig, een goede maatregel. Wij hebben u
dat trouwens in de commissie gezegd. In elk
geval, er gebeurt ten belope van 1.100.000.000
frank een uitgave via die thesaurierekening.
De vierde correctie die wij doen heeft betrekking
op een verhoging van 1.034.000.000 frank voor
het krediet inzake het begrotingsfonds omdat het
betaald educatief verlof naar de RVA wordt
overgeheveld.
We komen uit op een bedrag van 1.168.000.000
frank, dat samengevoegd met de bedragen van
daarstraks, een nominale stijging van 5,29%
betekent, wat rekeninghoudend met een deflator
van 2,2 tot 2,3% een reële stijging van ruim 3%
geeft. Dit percentage moet uiteraard ten aanzien
van de uitgavennorm van 1,5 tot 1,8% worden
afgezet. Dit onderbouwt onze stelling, die
ondertussen ook door de gouverneur van de
Nationale Bank wordt ondersteund, dat op het vlak
van de primaire uitgaven het knipperlicht in elk
geval op oranje staat. Dat is niet politiek bedoeld,
maar er moet worden voor gewaarschuwd dat u
inzake de primaire uitgaven een gemakkelijke
begrotingspolitiek aan het voeren bent en dat u de
norm, die u in het kader van het
stabiliteitsprogramma zelf mee hebt opgelegd, niet
haalt, tenzij u in de begrotingscontrole niet alleen
de kleine accidentjes rond de BTW en de ziekte-
en invaliditeitsverzekering zou aanpakken, maar
ook tot kredietreducties zou overgaan. Dit zou de
stelling onderbouwen dat we hier een hallucinant
debat over deze begrotingscontrole voeren.
Wat entiteit 1 betreft, blijven wij bij onze stelling,
die door de Hoge Raad voor de Financiën en de
Nationale Bank wordt onderschreven, dat de norm
met betrekking tot de primaire uitgaven die van
toepassing is op entiteit 1, op de volledige entiteit
1 van toepassing is, zijnde de federale overheid,
maar ook de sociale zekerheid. Wij hebben
kunnen uiteenzetten wat onze inschatting is
inzake de evolutie van de primaire uitgaven, luik
federale overheid. Als we gaan kijken wat de
evolutie is inzake primaire uitgaven met betrekking
tot de sociale zekerheid het tweede onderdeel
van entiteit 1 dan moeten wij besluiten dat ook
daar de situatie niet bemoedigend is. Er is geen
sprake van een compenserende, lagere groei van
primaire uitgaven dan 1,5 tot 1,8% in het luik van
de sociale zekerheid. De primaire uitgaven voor
2000 waren initieel begroot op 1.680.100.000.000
frank algemene toelichting bladzijde 97 wat
gecorrigeerd voor overschrijdingen een bedrag
van 1.694.500.000.000 frank oplevert. De primaire
uitgaven voor de sociale zekerheid van 2001
werden initieel begroot op 1.754.900.000.000
frank bladzijde 66 van de algemene toelichting
wat gecorrigeerd voor overschrijdingen
1.763.500.000.000 frank voor 2001 inhoudt.
Vandaar de nominale stijgingen in de uitgaven van
de sociale zekerheid, wat de initiële
begrotingscijfers betreft, van 4,45%, en wat de
gecorrigeerde cijfers betreft, van 4,1%. De reële
stijging bedraagt dus voor de ene vergelijking
2,2% en voor de andere 1,8%. Voor het jaar 2000
hebben we de initiële begrotingscijfers genomen,
vermeerderd met de begrotingsoverschrijding in
het RIZIV van 14,4 miljard frank, zoals door de
minister in de commissie werd aangegeven. Voor
het jaar 2001 hebben we rekening gehouden met
een overschrijding in het RIZIV van 8,6 miljard
frank in vergelijking met de initiële
begrotingscijfers, tevens overeenkomstig de
verklaring van de minister.
Ik concludeer dat de overschrijding in het luik
federale overheid uiteraard niet wordt
gecompenseerd door het tweede luik, de sociale
zekerheid; ook daar wordt de norm van 1,5%
immers niet bereikt. Op basis van de
samenvatting van deze gedetailleerde gegevens,
stellen wij een stijging vast van de primaire
uitgaven in het eerste luik van 2,55%. Mijnheer de
minister, eenvoudige rekenkunde leert ons dat dit
uiteraard veel hoger ligt dan uw ambitie en uw
toezegging om dit te beperken tot 1,5% of 1,8%.
De gouverneur van de Nationale Bank en alle
observatoren hebben dus gelijk: zij bevestigen
onze stelling dat men, halfweg de legislatuur, op
het vlak van de primaire uitgaven te ver is gegaan,
dat u een te laks beleid hebt gevoerd, dat u te lang
bent blijven stilstaan en dat u te weinig uw
verantwoordelijkheid hebt genomen. Dit heeft
uiteraard implicaties voor de structurele sanering
van de overheidsfinanciën. U viert de teugels op
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
het vlak van de primaire uitgaven; u maakt geen
gebruik van de verbeterde conjunctuur, van de
hogere ontvangsten en van de sterke
economische groei om niet alleen op
conjunctureel maar ook op structureel gebied de
begroting te saneren.
Collega's, ik heb een aantal punctuele
weerleggingen van de minister in verband met
onze stelling over de terugkeer van het spook van
de debudgetteringen genoteerd. In feite flatteren
de debudgetteringen nog het resultaat van de
evolutie van de primaire uitgaven.
Ten eerste, is er de kritiek dat de fiscale druk stijgt
in tegenspraak met het regeerakkoord. Ten
tweede, mijnheer de minister, u gaat te ver met de
primaire uitgaven en u haalt uw doelstellingen niet.
Wij baseren ons op uw eigen cijfers en op de
vaststelling dat u uitgaven vooruitschuift of nog
snel in rekening brengt voor het jaar 2000. Op 28
mei 2001 zegt u in de commissie voor de
Financiën en de Begroting: "De bewering dat
gebruik wordt gemaakt van debudgetteringen is
absoluut onjuist. In tegenstelling tot het verleden
gebeurt de begrotingsopmaak nu op de meest
orthodoxe wijze. Ik ben dan ook zeer formeel: alle
overheidsuitgaven zijn correct in rekening
gebracht bij de berekening van het
vorderingssaldo van de overheid".
Mijnheer de minister, het is voor het debat van
belang te wijzen op het feit dat u spreekt van een
vorderingssaldo. Indien u in de commissie voor de
Financiën en de Begroting ons betoog aandachtig
had gevolgd, zou u begrepen hebben wat wij
verstonden onder debudgetteringen. Voor ons zijn
de debugetteringen, waarvan sprake in deze
documenten over de begrotingscontrole,
manipulaties om de zaak vooruit en achteruit te
schuiven. Zoals daarstraks aangetoond, zit u in
de rats en gebruikt u deze manipulaties om het
resultaat van de primaire uitgaven op het niveau
van de federale overheid te flatteren; dit is het
niveau waar de norm van 1,5% van toepassing is,
wat door u ook niet wordt betwist.
Mijnheer de minister, het is nogal logisch dat die
debudgetteringen niet altijd een gevolg hebben
voor het vorderingssaldo, omdat het
vorderingssaldo volgens de definitie van het
Verdrag van Maastricht ook betrekking heeft op
alle verrichtingen buiten de begroting en niet
alleen binnen de begroting. Het hanteren van de
definitie van het vorderingssaldo volgens het
Verdrag van Maastricht weerlegt uw argument,
waarin u veelvuldig wijst op de non-impact op het
vorderingssaldo, om aan te tonen dat uw
manipulaties geen debudgettering zouden zijn.
Wat de punctuele opmerkingen betreft, heb ik in
de geschreven versie van uw antwoorden
vastgesteld dat u de CVP gelijk geeft inzake haar
standpunten met betrekking tot de rente-
uitsparing, de UMTS-licenties voor ongeveer 600
miljoen frank, het schoolwaarborgfonds, het
Copernicus-plan, de BSE-crisis, de problematiek
van de RVA. In de feiten geeft u ons telkenmale
gelijk! U weerlegt ons argument inzake
debudgettering slechts met het argument dat dit
geen impact heeft op het vorderingssaldo. Het
debat draait niet rond het vorderingssaldo maar
rond de flattering van de evolutie van de primaire
uitgaven! Ik kan heel wat voorbeelden geven maar
zal me beperken tot een voorbeeld dat een
communautaire dimensie heeft. Ik herhaal dat de
minister met het argument van een nuleffect op
het vorderingssaldo de stelling van de CVP niet
weerlegt dat de primaire uitgaven niet alleen
slecht evolueren maar bovendien geflatteerd
worden door debudgetteringen en manipulaties
zoals vooruit- en achteruitschuiven van uitgaven.
Ik wens een voorbeeld, het dossier van het
schoolwaarborgfonds, toe te lichten omdat het niet
alleen van belang is in de context van de
debudgetteringen maar ook op het
communautaire vlak deining heeft veroorzaakt. De
minister zal moeten toegeven dat de CVP tijdens
de bespreking van de begrotingscontrole in de
commissie als eerste aan de kaak heeft gesteld
dat er via de verhoging van de dotatie van het
schoolwaarborgfonds een overheveling op
obscure wijze gebeurt van 275 miljoen frank aan
het Franstalig onderwijs.
Mijnheer Eerdekens, het is jammer dat uw PS-
fractie niet aanwezig is. U zult moeten toegeven
dat de PS vandaag niet even talrijk aanwezig is
als de vorige keer bij de overdracht van meer
middelen voor het Franstalig onderwijs. Vandaag
gebeurt dit minder opvallend. U hebt echter
opnieuw reden tot vieren. Alhoewel het peanuts
zijn, schalengeld zoals wij dat noemen, hebt u de
afspraak gemist om dit opnieuw te vieren met een
massale aanwezigheid van uw fractie.
Mijnheer de minister, als we over deze aanpassing
van de begroting zouden moeten stemmen, kon u
uw koffers pakken. U wijst naar de CVP-fractie.
Op dit ogenblik zijn wij vijfmaal zo belangrijk als de
PS-fractie! Op dit ogenblik is de oppositie sterker
vertegenwoordigd dan de meerderheid. Mijnheer
de minister van Institutionele Hervormingen, u
weet dat leden van de regering geen stemrecht
hebben. U wilt dit opnieuw aanpassen.
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
De voorzitter: U moet de minister niet opwarmen.
02.23 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik spreek alleen voor mijn fractie.
(Onderbreking door minister Vande Lanotte)
Mijnheer de minister, ik zou niet zo zeker zijn,
want steeds meer blijkt dat degenen die tot de
meerderheid gerekend worden bij stemmingen
niet altijd met de meerderheid stemmen. Laat ons
terzake niet te optimistisch zijn.
De voorzitter: Mijnheer de minister, u heeft het
warm. Ik zie het.
02.24 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de heer Vande Lanotte zegt
interessante dingen over de debatcultuur.
02.25 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
de voorzitter, dit is een van de weinige dingen
waarvoor de meerderheid de oppositie warm heeft
kunnen maken. Ik heb immers vastgesteld dat u
daarmee ook begonnen bent. Natuurlijk,
ondertussen heeft er iemand gezegd dat we daar
beter niet zouden over praten tenzij hij dit gezegd
heeft in publiek.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, mijnheer Vande
Lanotte er bestaat een heel mooi spreekwoord.
Il existe un très beau proverbe français qui dit "il y
a une différence entre les endroits où l'on cultive
et les endroits où l'on est cultivé".
02.26 Yves Leterme (CVP): Et on ne tient plus le
coup.
Wat het schoolwaarborgfonds betreft leiden we uit
de begrotingsdocumenten af dat er een
overheveling gebeurt, een extra overheveling,
mijnheer Eerdekens, van 275 miljoen BEF naar
het Franstalig onderwijs, waar wij de vinger op de
wonde hebben gelegd. Deze overheveling gebeurt
via zeer obscure methoden. Men doet dit door een
krediet van 1,446.5 miljard in te schrijven met het
opschrift "toelage aan het Nationaal
Waarborgfonds voor Schoolgebouwen" en men
schrapt dit krediet op de begroting van
Wetenschapsbeleid. Vervolgens schrijft men een
nieuw krediet in, voor een bedrag van 1,721.5
miljoen in de Rijksschuldbegroting, zodat het voor
een buitenstaander, en dus ook voor iemand die
de parlementaire controle moet verzekeren op het
begrotingsbeleid nog moeilijker wordt om te
achterhalen wat daar in de feiten met die gelden
gebeurt. Na ingewonnen inlichtingen blijkt dat die
275 miljoen BEF zal gebruikt worden om het
deficit aan Franstalige zijde op te vangen, een
deficit dat bestaat, onder meer, uit een tekort van
100 miljoen bij de Service Général des Garanties
des Infrastructures Scolaires Subventionnées
(SGGISS). Dit is een bestuur dat verantwoordelijk
is voor het administratief beheer van de
leningscontracten en daarnaast een eventueel
beroep op een staatswaarborg mogelijk te maken
ten bedrage van 175 miljoen BEF voor een
atheneum dat ressorteert onder het Franstalig
onderwijs.
Om te onderbouwen dat dit "stoemelings" moest
worden geregeld, wil ik toch wijzen op een pittig
detail. In de algemene toelichting, de
verantwoording bij de algemene uitgavenbegroting
die door de minister namens de regering is
neergelegd, blijkt dat het Nationaal
Waarborgfonds voor Schoolgebouwen enkel mag
dienen, wat voor het Rekenhof en andere
instanties van belang kan zijn, voor verplichtingen
uit het verleden, met name rentetoelagen, de
verwijlinteresten daarop eventueel en een
borgstelling door de Staat. Beiden zijn
desgevallend het gevolg van principiële beloften
van voor 31 december 1989, zijnde de datum van
inwerkingtreding van de bijzondere
financieringswet. Het zal ons benieuwen op welke
wettelijke basis men zich zal beroepen om het
beroep op dit krediet eventueel te wettigen.
Wat de debudgetteringen betreft kunnen wij vele
voorbeelden geven. Deze zijn in het verslag
opgenomen, dus wij gaan ons wat dat betreft
beperken. Naast onze vaststelling, op basis van
de documenten van de minister zelf, dat de fiscale
druk niet daalt, maar integendeel licht stijgt in dit
land, is onze tweede belangrijke kritiek dat op het
vlak van de primaire uitgaven er een belangrijke
overschrijding is. Deze werd ondertussen ook
onderkend en benadrukt door en terechtgewezen
door de gouverneur van de Nationale Bank.
Daarnaast wordt het overschrijdend groeicijfer van
de primaire uitgaven geflatteerd als men rekening
zou houden met alle debudgetteringen en andere
manipulaties die gebeuren in het kader van deze
begrotingscontrole.
Een derde kritiek, die ook gedeeld wordt door de
gouverneur van de Nationale Bank, is het feit dat
de regering blijkbaar teert op de budgettaire
marge. Sinds twee jaar worden epische discussies
gewijd aan de vragen waar die budgettaire marge
nu voor staat en in welke mate de toch beperkte
marge geweld aan wordt gedaan. Ik neem tabel
22 van het jaarverslag van de Nationale Bank als
uitgangspunt voor de berekening van de
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
budgettaire marge. Overigens besteed ik nogal
wat aandacht aan bronvermelding, aangezien de
regering vaak het ontbreken van enige
bronvermelding gebruikt om geruis op onze
stellingen te brengen.
Welnu, als wij deze tabel actualiseren en rekening
houden met de kosten, verbonden aan het
Lambertmont-akkoord dat nog moet worden
goedgekeurd, blijkt dat de budgettaire marge,
zelfs bij het respecteren van de 1,5 tot 1,8-
groeinorm van de primaire uitgaven - quod non,
maar dat zal niet gebeuren - ruimschoots wordt
overschreden. Ik som de factoren even op
waarmee ik rekening heb gehouden, zodat wij op
basis van objectieve en rationele argumenten
kunnen debatteren: de uitgaven ingevolge de
hervorming van de personenbelasting, per jaar
uitgezet, de afschaffing van de aanvullende
crisisbijdrage, de maatregelen ter bevordering van
de werkgelegenheid, de sociale correcties, de
investeringen en subsidies voor de NMBS, de
extra kredieten voor ontwikkelingssamenwerking,
het sociaal akkoord voor de non-profitsector, de
belastingvermindering in het Vlaamse Gewest en
de uitvoering van het Lambermont-akkoord - zelfs
als wij geen rekening houden met Lambermont is
er een probleem. De budgettaire marge in
procenten van het bruto binnenlands product,
berekend door de Hoge Raad voor de Financiën
bij een primaire uitgavengroei conform de
vooropgestelde doelstellingen bedraagt 0,6% in
2002 - zonder eventuele toekomstige maatregelen
komen wij, zoals gezegd, nu al aan 0,68% -; in
2003 komen wij aan 1,26% waar normaal 1,1%
wordt verwacht en in 2004 komen wij aan 1,56%
in plaats van 1.5% en in 2005 loopt dat op tot
2,12%. Deze cijfers houden geen rekening met
een economische groei lager dan 2,5%, wat niet
meer zo hypothetisch is. Destijds heeft minister
Vande Lanotte zich stoer op de borst geklopt en
verklaard dat hij als socialist toch een correct
begrotingsbeleid kon voeren en het
goudhamsterprincipe zou toepassen. Daarbij ging
hij uit van een economische groei van 2,5%.
Vandaag zien wij dat die groeiprognose van 2,5%,
die destijds werd onderschat in vergelijking met
wat in 2000 kon worden verwacht, de komende
jaren veeleer te optimistisch moet worden
genoemd dan wel realistisch. Kijken wij maar naar
de 1,6 tot 1,7-groei in de Verenigde Staten.
Noteer hierbij dat ik geen rekening heb gehouden
met de onverwacht vroege overschrijding van de
spilindex, waardoor de sociale uitkeringen en de
overheidslonen drie maanden vroeger werden
verhoogd. Noch hield ik rekening met een aantal
kleinere uitgaven.
Zelfs als we daarmee geen rekening houden,
komen we uit op de evolutie zoals daarnet
geschetst.
Bij die uiteenzetting moeten de verschillende
maatregelen worden gevoegd waarmee wij
rekening houden om vast te stellen dat de
budgettaire marges overschreden zijn. In feite is
dat de derde belangrijke kritiek van de CVP ten
aanzien van deze begrotingscontrole.
Daarbovenop komen de door uzelf onderkende
problemen in de ziekteverzekering. Die
ziekteverzekering stevent blijkbaar af op een
tekort van meer dan 8 miljard frank, ondanks de
42 miljard frank extra input in het RIZIV.
Ook de uit de hand lopende primaire uitgaven
moeten wij toevoegen. Rond de overschrijding van
de budgettaire marge zei ik net nog dat wij
rekening moeten houden met een evolutie van
primaire uitgaven van 1,5%.
Bovendien moeten wij denken aan de
tegenvallende BTW-inkomsten. Minister van
Financiën Reynders en minister van Begroting
Vande Lanotte geven voor die tegenvallende
BTW-inkomsten in allerlei verklaringen een
tegenstrijdige uitleg.
Wij moeten ook rekening houden met een
vergetelheid van de minister van Binnenlandse
Zaken om 1,1 miljard frank in te schrijven ter
financiering van de bescherming en de beveiliging
van de euro-transporten. Het gaat om de
beveiliging van de transporten van geld in het
kader van de introductie van het chartaal gebruik
van de euro.
Als men rekening houdt met al die voorvallen, dan
is het begrijpelijk dat de minister van Begroting
vorige maand plots paniekerig zei dat hij wel een
document begrotingscontrole voorlegde, maar dat
men daarmee eigenlijk geen rekening moest
houden. De toestand was namelijk dermate
ontspoord dat hij ze niet meer onder controle had.
Voor de zomer moest nog snel een extra
begrotingscontrole worden ingelast. Gezien de
situatie is dat zeer begrijpelijk.
Tot hier gaat onze kritiek op deze
begrotingscontrole. Ik had nog een passus over
de manier waarop wij het begrotingsbeleid zouden
zien tijdens de komende legislaturen. In grote
lijnen hebben wij het daarover gehad in de
commissie. Uit respect voor de collega's laat ik
dat onderdeel van mijn uiteenzetting achterwege.
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Ik heb onze kritiek in drie lijnen uiteengezet. Ten
eerste, de vaststelling dat de fiscale druk in België
stijgt ondanks de blauwe deelname aan de
regering. Het gaat om de verhouding tussen de
fiscale heffingen en het bruto binnenlands product.
Ten tweede, de vaststelling dat u de norm van
1,5% voor de primaire uitgaven niet haalt.
Integendeel, die norm wordt ruimschoots
overschreden, ondanks gebruikmaking van trucs
zoals debudgettering en manipulaties van
uitgaven. Ten derde, het is evident dat de
budgettaire marge ruimschoots is overschreden,
zelfs al houdt men nog geen rekening met de
onheilstijdingen die ons wachten en met een
aantal nog niet ingeschreven vergetelheden en
kredieten.
De heer Van Rompuy zal in het debat straks deze
kritiek nog aanvullen. Volgens mij zijn deze drie
punten van kritiek voldoende materie om een
repliek van de regering te mogen verwachten,
zonder dat het tweede luik nu uitvoerig moet
worden behandeld.
02.27 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le
président, messieurs les vice-premiers ministres,
chers collègues, un budget peut être à la fois
ambitieux et prudent; ce n'est pas contradictoire.
(Interruption de M. Yves Leterme)
Le président: Monsieur Leterme, M. Eerdekens
vient de commencer son intervention et vous
l'interrompez déjà!
02.28 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik had als openingszin verwacht: "Le PS
se réjouit...". Ik hoor echter een andere zin. Ik
vraag me af of de heer Eerdekens er zeker van is
dat hij wel de juiste toespraak bij zich heeft.
02.29 Claude Eerdekens (PS): Vous avez
raison: il faut toujours être optimiste dans la vie.
Je ne comprends pas vos appréhensions.
Le président: Il vaut mieux être heureux pour
deux!
02.30 Claude Eerdekens (PS): Le ministre du
Budget a fait du bon travail. Je n'ai donc aucune
raison de douter de ses immenses qualités.
C'est avec satisfaction que nous constatons que
les comptes publics sont à présent en équilibre.
Après toutes les années de déficit budgétaire,
nous voyons enfin la fin du tunnel à ce propos.
Malheureusement, nous ne pouvons pas pavoiser
excessivement. Il faut rester prudent parce que
l'autosatisfaction serait le plus grand des pièges si
elle nous engageait dans des dépenses que nous
ne pourrions plus maîtriser. A supposer que les
taux d'intérêts remontent demain, nous nous
retrouverions dans une perspective d'endettement
et nous connaîtrions à nouveau un effet "boule de
neige" de la dette publique. Il faut par conséquent
rester prudent et mesuré.
Je ne sais pas qui, au sein du gouvernement, a
inventé le terme "hamster doré" que j'ai pu lire
dans la presse. En tout cas, cette politique du
"hamster doré" peut nous plaire car le hamster est
une espèce à protéger et il est fort sympathique.
Qu'il soit doré, autant avoir un peu trop de graisse
que trop peu; il vaut mieux avoir des réserves.
En ce qui concerne les grandes lignes de ce
budget, je constate que:
1° le gouvernement s'est basé sur les hypothèses
émises par le Bureau du Plan; c'est positif;
2° le gouvernement s'est aussi basé sur une
hypothèse de croissance du PIB de 2,5 %, ce qui
est très raisonnable;
3° il n'a pas été tenu compte de la baisse récente
des taux d'intérêts;
4° les recettes fiscales et parafiscales ont été
estimées avec prudence et je m'en réjouis.
Malgré la volonté de prudence, nous trouvons
malgré tout des effets novateurs dans cet
ajustement budgétaire. En effet, le plan annuel
2001-2005 constitue une étape importante dans la
mesure où une série de priorités du parti socialiste
sont rencontrées, et ce dans la limite des marges
disponibles. Nous sommes heureux que des
dépenses soient adoptées pour permettre de faire
face au vieillissement de la population. Je pense
notamment au financement des pensions, des
communautés et des régions et à la
modernisation de la sécurité sociale, qui nous est
chère. Des moyens sont aussi dégagés pour lutter
contre la pauvreté et pour améliorer le
fonctionnement des services publics.
En ce qui concerne l'emploi, nous sommes aussi
très satisfaits des moyens mis à la disposition de
la vice-première ministre, Mme Onkelinx, et ce
dans le cadre de cinq points:
1° le renforcement de l'approche préventive du
chômage des jeunes;
2° l'effort fourni dans le cadre de la convention de
premier emploi;
3° une diminution des pièges à l'emploi par la
réduction des charges;
4° les incitants à la création d'entreprise;
5° des moyens sont consacrés pour améliorer
l'égalité des chances et notamment accroître le
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
taux d'emploi féminin en garantissant aux femmes
des emplois durables et de qualité, ainsi qu'une
meilleure conciliation de la vie familiale et
professionnelle.
Nous sommes tout à fait satisfaits de ce budget.
Contrairement à mon collègue, M. Leterme, mon
intervention ne sera donc pas très longue. Je
rappellerai simplement et je l'ai dit au ministre
des Finances avant de monter à la tribune qu'il
est important de dégager une solution en vue de
réduire la contribution des communes à l'impôt
d'Etat. Je parle des additionnels communaux à
l'impôt des personnes physiques. Il semblerait que
ce soit bientôt le cas. Si la solution peut être
trouvée, ce sera un coup de pouce pour les
finances communales. Nous nous réjouissons
qu'un accord puisse intervenir à ce sujet au sein
du gouvernement. Tous les municipalistes
siégeant dans cette assemblée seront sensibles à
ce coup de pouce, même si les montants sont
dérisoires.
Enfin, je voudrais une fois de plus exprimer mes
craintes, partagées par de nombreux
municipalistes, quant à l'impact de la réforme des
polices. J'ai vraiment le sentiment, même si cela
ne concerne pas cet ajustement budgétaire, que
la réforme des polices démarre comme un train
fou lancé dans le brouillard, car à ce jour, on
ignore les charges financières à supporter par le
gouvernement fédéral et les communes.
On a peut-être sous-estimé l'impact que pourrait
avoir cette réforme, notamment sur les finances
locales. A titre d'exemple, je citerai le transfert de
l'équipement de la gendarmerie pour les zones de
police locale, le transfert du personnel. L'Etat étant
son propre assureur...
De voorzitter: De heer Tant wenst even te
interveniëren. Er zijn wat problemen met de
geluidsinstallatie. Men is bezig ze op te lossen.
02.31 Paul Tant (CVP): Mijnheer de voorzitter,
technische problemen kunnen mij niet
tegenhouden.
Mijnheer de voorzitter, ik ben blij met het laatste
deel van het betoog van de heer Eerdekens. U
zult zich herinneren dat wij in de loop van de
voorbije maanden voortdurend gewaarschuwd
hebben voor de manier waarop de
politiehervorming door de zittende minister van
Binnenlandse Zaken wordt aangepakt. Wij hebben
geen instemming of zelfs reactie gekregen van de
meerderheid toen er nog tijd was om in te grijpen.
Mijnheer Eerdekens, vandaag komt u hier
jeremiëren over een minister die de mist ingaat.
Jammer dat u dat niet vroeger hebt onderkend.
Mijnheer de voorzitter, het zou goed zijn als wij
een oude traditie in ere zouden kunnen herstellen.
Als er interpellaties worden gehouden, zou men
namelijk tenminste de goede wil kunnen tonen om
nog even naar elkaar te luisteren. Dat zou kunnen
voorkomen dat men moet komen zeggen dat de
oppositie eigenlijk gelijk had als het kalf helemaal
verdronken is. Ik betreur dat.
Le président: Monsieur Tant, quasiment chaque
jeudi, M. Eerdekens adresse une question à son
ministre favori, M. Duquesne, sur un sujet qui le
passionne: la réforme des polices.
02.32 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le
président, je dois ajouter que j'ai terminé ma
question orale, jeudi dernier, en lui disant "à jeudi
prochain". Cela figure d'ailleurs au compte rendu
analytique et je peux d'ores et déjà annoncer que
je lui adresserai une nouvelle question orale, au
sujet de laquelle je peux vous assurer qu'à titre
personnel, je suis inquiet.
Certes, la bonne foi est générale en ce dossier. La
volonté a été de mener à bien cette réforme des
polices et de pouvoir obtenir l'adhésion de
l'ensemble des acteurs concernés au niveau des
forces de police, mais il va de soi que lorsque
nous, bourgmestres et échevins, tous partis
confondus, décryptons les conséquences de
l'arrêté "mammouth", nous découvrons des effets
pervers auxquels il n'avait pas été songé.
Ainsi en est-il de la couverture assurance auto des
véhicules cédés par la gendarmerie aux zones de
police. L'Etat étant son propre assureur,
l'ensemble des zones de police doit à présent
souscrire des polices d'assurance pour couvrir ses
véhicules. Cela vaut également pour les bâtiments
de la gendarmerie transférés aux zones de police
ainsi qu'en matière d'accidents de travail pour les
gendarmes transférés, puisque la couverture est
obligatoire. Journellement apparaissent des coûts
de plus en plus importants.
Or, on s'est aperçu dans l'arrêté "mammouth" que
le système de récupération était impayable et que
les communes allaient avoir affaire à deux sortes
d'agents: des policiers qui entrent en service et qui
seront mieux rémunérés que certains chefs de
service après 30 ans de carrière.
Nous sommes dans une phase expérimentale. Le
ministre de l'Intérieur nous a appris que dix zones
de police pilote allaient nous permettre d'apprécier
les conséquences de cette réforme.
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Personnellement, je suis convaincu que le coût
global dépassera, pour l'Etat fédéral et les
communes, les prévisions les plus pessimistes.
J'espère me tromper, mais tous les indicateurs en
ma possession laissent apparaître que, comme un
volcan qui se réveille, nous sommes dans la
période des tremblements de terre qui annoncent
la montée de la lave.
02.33 Paul Tant (CVP): U hebt volkomen gelijk
maar u mag niet nalaten de verantwoordelijken
aan te wijzen. Waar is het misgelopen? Men heeft
nooit onderhandeld met de mensen uit de
vakbondswereld, namelijk de politievakbond.
Omwille van de pacificatie heeft men alles van
tevoren toegegeven. Dat is de oorzaak van heel
de problematiek. Niemand van ons heeft daar
trouwens voldoende aandacht aan besteed. Wij
hebben de minister af en toe op concrete punten
gewezen. Ik betreur dat dit zo laattijdig gebeurt.
Mijnheer de voorzitter, hoe zal men de factuur
betalen en hoe zal men de veiligheid van de
mensen verder verzekeren? In grote
agglomeraties dreigt men door de beperking van
het aantal nacht- en weekenduren dat men mag
presteren de operationaliteit te ondergraven, dit
ondanks de veel hogere kostprijs. Beeld u zich dat
eens in. Mijnheer Eerdekens, u kunt het probleem
vanuit de meerderheid niet slechts onderkennen,
het interesseert mij meer hoe u het denkt op te
lossen.
02.34 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le
président, M. Tant est évidemment un expert en
ce domaine, puisqu'il est le président de la
commission de l'Intérieur et des Affaires
générales. Donc, il est logique, étant donné ses
responsabilités dans cette assemblée, qu'il soit
plus informé que les membres qui se contentent
de participer aux travaux de la commission de
l'Intérieur. Donc, votre expertise est vraiment
remarquable et il n'est jamais désagréable de
considérer que l'on a eu raison trop tôt.
A présent, le gouvernement est confronté aux
charges financières qui ne seront pas imputées au
budget 2001, parce que le coût de la réforme des
polices, pour l'Etat comme pour les communes,
apparaîtra en 2002. Donc, au nom de mon
groupe, je signale les craintes que nous
éprouvons, sentiment que nous partageons avec
vous, monsieur Tant, avec des parlementaires...
02.35 Paul Tant (CVP): Monsieur Eerdekens,
votre appartenance à la majorité ne suffit pas pour
émettre un diagnostic négatif.
02.36 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le
président, nous nous situons dans la discussion
relative à l'ajustement budgétaire.
02.37 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik denk dat er heel wat te zeggen is
over de historische operatie van de
politiehervorming. Er kunnen een aantal
aanmerkingen worden gemaakt. Men moet dan
echter wel de discussie ten gronde voeren, niet
louter in het kader van de verdeling van de kosten.
Dat is een argument maar niet het enige. Verder
meen ik dat de heer Tant zich vergist als hij de
problematiek bij de grote korpsen situeert. Dat is
onjuist. De grote lokale korpsen hebben minder
problemen dan de kleine. U stelt dat men nooit
met de vakbonden onderhandeld heeft. Dat is
echter niet het geval, misschien heeft men te veel
onderhandeld met de vakbonden. Als men een
grote stad heeft waar men iedereen duidelijk kan
laten werken, dan heeft men een operationeel en
goed politiekorps. Men moet hen echter wel
kunnen laten werken.
02.38 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je voudrais dire au nom de
mon groupe que nous partageons les inquiétudes,
les remarques et les demandes de M. Eerdekens
quant aux conséquences de la réforme des
polices. Ceci étant, la bonne foi de chacun ne doit
pas être remise en cause; ni celle du ministre, ni
celle des municipalistes, ni celle des
parlementaires.
Ensuite, je trouve qu'on a beaucoup négocié avec
les syndicats et qu'ils ont beaucoup obtenu. Or,
c'est nous qui devrons payer cette réforme des
polices, en en supportant le coût budgétaire.
Enfin, monsieur Eerdekens, le ministre s'est
engagé à revoir la loi de réforme des polices. Sur
base de cela, nous pourrons d'ici un an ou deux,
apprécier à sa juste valeur ce qu'on nous
demande et ce que nous avons obtenu pour la
population. Car le but, c'est la police de proximité
pour la population. Et il faut y consacrer les
moyens nécessaires.
02.39 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le
président, je suis tout à fait d'accord avec Mme
Herzet. Je n'ai aucune objection à formuler à
l'encontre de l'ajustement du budget 2001.
Cependant, il faudra certainement prendre des
rendez-vous budgétaires avec le ministre du
Budget, en 2002 et dans les années suivantes, si
l'on veut pouvoir assumer une police de proximité
et une police fédérale de qualité.
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
02.40 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik had eigenlijk nog een vraag voor de heer
Eerdekens. Mijnheer Eerdekens, ik heb met
genoegen vastgesteld dat u blijft aandringen op
het afschaffen van de 3% inningskosten zoals dat
door de senatoren gevraagd werd. U verwijst
daarbij vooral naar de kosten van de
politiehervorming. Ik wou u even vragen of u er
zich ook van bewust bent dat het wetsontwerp tot
hervorming van de personenbelasting de
gemeenten nog eens met 8 miljard frank aan extra
lasten zal opzadelen. U kunt daar dus nog een
bijkomend argument vinden om te pleiten voor het
afschaffen van de 3%.
De voorzitter: Mijnheer Pieters, het gaat in het
kader van de vermindering van de belastingen om
minder inkomsten en extra lasten. Ik meen dat u
dat bedoelde.
02.41 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
als de gemeenten hun tarieven ongewijzigd laten,
dan geven zij een bijkomende
belastingvermindering aan hun burgers. Wij
komen daar later op terug. Ik wou de heer
Eerdekens alleen vragen of hij weet dat, naast
een aantal argumenten die hiervoor pleiten en die
hij heeft vermeld waaronder de
politiehervorming er nog eens een bijkomende
aderlating ten belope van 8 miljard frank op de
gemeenten afkomt.
02.42 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijn opmerking gaat in dezelfde
richting. Het is goed dat de heer Eerdekens hier
de stoere man uithangt die opkomt voor de
belangen van de gemeenten, maar ik wil hem een
heel precieze vraag stellen. Ik verwijs naar een
gesprek dat wij gevoerd hebben in de Conferentie
van voorzitters met betrekking tot het procedurele
statuut van het wetsontwerp van zijn goede
collega Lizin. Dat wetsontwerp is aanhangig in de
commissie voor de Financiën en de Begroting. In
de Conferentie van voorzitters hebt u gesteld dat
dit bij voorrang door de commissie voor Financiën
en Begroting moet worden behandeld. Het ziet er
naar uit dat we het ontwerp van
belastinghervorming nog voor het reces uit de
commissie krijgen. De vraag is of uw fractie erop
staat dit onmiddellijk na het ontwerp van
belastinghervorming op de agenda van de
commissie voor Financiën en Begroting te
plaatsen. Dat is natuurlijk iets concreter dan uw
retoriek. Vraagt uw fractie, mijnheer Eerdekens,
dat dit ontwerp onmiddellijk wordt geagendeerd en
besproken en desgevallend ter stemming
voorgelegd in de commissie voor de Financiën en
Begroting zodanig dat duidelijk wordt of u meent
wat u zegt dan wel of het alleen maar
stoerdoenerij is omdat u onder druk staat van de
municipalisten?
02.43 Paul Tant (CVP): Mijnheer de voorzitter,
sta mij toe u een goede raad te geven. Als u in de
commissie daarover wilt laten stemmen, wacht
dan tot minister Vande Lanotte in het buitenland
is. In de commissie waar hij meestal komt, slaagt
hij erin keer op keer wetsvoorstellen waarover
moet worden gestemd, met enkele weken of
maanden uit te stellen. Ik betrouw hem terzake
niet meer.
De voorzitter: Mijnheer Tant, de ministers zijn al
zo dikwijls in het buitenland. Ik stel voor dat wij nu
eerst naar de repliek van de heer Eerdekens
luisteren.
02.44 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le
président, je pense que les craintes budgétaires
pour les communes sont partagées par
l'ensemble de mes collègues, toutes formations
confondues. En effet, que ce soit en Flandre, en
Wallonie ou à Bruxelles, on peut nourrir de
sérieuses inquiétudes quant à l'évolution des
finances locales.
Si les accords de la Saint-Polycarpe sont votés, le
refinancement des communautés et des régions
sera appréciable. Les pouvoirs régionaux
décentralisés disposeront alors de moyens
supplémentaires. De plus, tout en restant
modérément optimiste, je pense pouvoir dire que
les finances de l'Etat fédéral sont assainies d'une
façon durable.
Par contre, s'il est un pouvoir important fragilisé
dans la société dans laquelle nous vivons, c'est
bien le pouvoir local. Je pense que la solution au
problème des finances locales se situe à
différents niveaux de pouvoir:
- au niveau local, bien entendu, où l'on doit
assumer ses responsabilités et faire preuve du
sens des responsabilités;
- au niveau régional, où des incitants doivent être
prévus;
- et probablement l'Etat fédéral doit-il assumer
aussi sa quote-part de responsabilités dans ses
domaines de compétence.
Pour ce qui concerne la proposition de Mme Lizin,
je ferai part à cette dernière de toute l'estime que
vous lui portez. Elle en sera évidemment
extrêmement heureuse. Cela dit, elle a voté une
proposition qui vous est sympathique, et qui me
l'est aussi. Mais je suis réaliste et je sais qu'en
politique, il est impossible au ministre du Budget
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
d'admettre, sur un seul exercice, de passer de 3%
à 0. J'en suis parfaitement conscient.
Donc, si un compromis pouvait intervenir au sein
du gouvernement, permettant, dans le temps, une
réduction à 1% dès 2003 par exemple, ce serait
déjà une solution raisonnable. La question est
posée de savoir s'il est sage pour les communes
de passer de 3% à 0. En effet, la tentation pourrait
être grande pour l'Etat de décider de ne plus
rendre ce service aux communes. Et si les
communes doivent elles-mêmes percevoir les
additionnels communaux à l'impôt des personnes
physiques, cela leur coûterait cinq ou six fois plus
que ce qu'il leur en coûte actuellement avec les
3%. La sagesse commanderait, me semble-t-il,
d'arriver à 1%, comme le proposait M.
Bacquelaine dans une proposition de loi
contresignée par M. Charles Janssens, et ce
moyennant un étalement dans le temps. Je crois
que c'est raisonnable.
Le président: J'apprécie que la Chambre suive
l'actualité politique.
02.45 Didier Reynders, ministre: Monsieur le
président, j'ai eu l'occasion, hier pendant les
quelques secondes d'absence de M. Leterme en
commission des Finances, de fournir la réponse
du gouvernement à propos de la réforme fiscale
en ce qui concerne la discussion générale et,
notamment, sur la problématique des communes
qui avait été soulevée par plusieurs membres et
par M. Pieters notamment. J'ai précisé que, pour
le moment, le gouvernement et c'est d'ailleurs
l'objet du débat sur le contrôle budgétaire n'avait
rien prévu pour l'exercice 2001 en ce qui concerne
les frais administratifs des communes. C'est une
situation de fait.
En ce qui concerne les relations entre l'Etat, les
régions et les communes, un débat est en cours
au sein du comité de concertation et deux
orientations peuvent en être dégagées. La
première est une méthode de contrôle des
transferts réalisés entre les différents niveaux de
pouvoir. Une des pistes consisterait à élargir les
compétences du Conseil supérieur des Finances
en la matière, spécifiquement sur le contrôle des
flux financiers entre l'Etat, les régions et les
communes.
La deuxième piste, et je l'ai rappelée hier,
consisterait en une réduction des frais
administratifs, prélevés à charge des communes
ou en tout cas de l'impôt des personnes
physiques transféré aux communes, qui démarrait
l'année prochaine. On a effectivement imaginé
mais je ne me prononce pas sur des
pourcentages de ramener ces frais à 2 % en
2002 et à 1% en 2003, mais dans le cadre
d'efforts qui doivent être menés en parallèle par
les régions. Il est évident que ce ne sera pas une
initiative isolée dans le débat sur l'ensemble des
finances communales. Dans ce contexte, je tiens
à rappeler, comme je l'ai fait hier, que ces 3 % ne
s'appliquent qu'à la partie « impôts des personnes
physiques ». L'Etat collecte gratuitement d'autres
impôts pour les communes et je confirme, comme
l'a dit M. Eerdekens, qu'il me paraît utile de
maintenir un prélèvement, ne fût-ce que de 1%,
pour faire comprendre que l'autre solution, qui
serait le prélèvement direct par les communes
elles-mêmes, coûterait probablement beaucoup
plus cher aux communes.
Pour ce qui concerne les travaux en commission,
je l'ai dit également à l'occasion de la discussion
générale sur la réforme fiscale, dès que le débat
sur la réforme fiscale s'achève, probablement ce
jeudi, nous pourrions dès lors entamer la
discussion en commission sur un certain nombre
de points retenus comme urgents par la Chambre
et la Commission. Il y en a plusieurs mais j'estime
que ce débat sur les communes doit retenir
prioritairement la commission des Finances et du
Budget avant les vacances.
Le président: Je suis satisfait, c'est un point
politique tranché. C'est clair.
02.46 Claude Eerdekens (PS): Monsieur le
président, M. Leterme est content.
Le président: Voilà, tout le monde est content,
vous avez dit que vous aimiez les gens heureux.
Vous êtes content aussi !
Mijnheer Goyvaerts, u hebt dadelijk het woord.
Nadien komen mevrouw Herzet en de heer Van
Rompuy aan de beurt, gevolgd door de heer
Poncelet, als hij aanwezig is, de heer Tavernier en
mevrouw Cahay-André. Ik zal dit meedelen aan de
heer Tant die dadelijk mijn plaats zal innemen,
omdat ik verwacht word op de Conferentie van
voorzitters.
Mijnheer Goyvaerts, verdedigt u ook uw
amendementen?
02.47 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de
amendementen, maar de heer Tastentoye zal ze
verdedigen.
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, geachte
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
collega's, de begrotingsbespreking, evenals de
begrotingsaanpassing, zijn traditioneel een
moment van reflectie over het regeringsbeleid en
over de wijze waarop deze paars-groene regering
haar doelstellingen haalt en bijgevolg het land
bestuurt.
Ook bij deze bespreking van de
begrotingsaanpassing moeten wij toch weerom
vaststellen dat de meerderheid in dit halfrond weer
schittert vanwege haar verwaarloosbare
aanwezigheid - wij halen zelfs niet eens 10% van
het aantal leden en hiermee haar
onverschilligheid laat blijken.
De bespreking van de begrotingsaanpassing 2001
verloopt mijns inziens in mineur, in een negatieve
sfeer en wordt overschaduwd vanwege de
donderwolken die zich samenpakken boven de
economische conjunctuur. In normale
omstandigheden is een begrotingsaanpassing een
moment bij uitstek waarbij wordt getoetst of het
regeringsbeleid nog op koers zit, en waarbij
beleidsbeslissingen, met de daaraan gekoppelde
budgettaire enveloppes worden geëvalueerd.
Vanwege het feit dat de initiële begroting 2001 en
dit in navolging van de begroting 2000 opgesteld
is vanuit de optiek dat deze regering nog wel een
tijdje zal kunnen meesurfen op de goede
economische conjunctuur, was er aanvankelijk
niet zo dadelijk een vuiltje aan de lucht.
Echter nog tijdens de bespreking van deze
begrotingsaanpassing moest u de aankondiging
lanceren dat er voor het einde van deze maand
nog een budgetcontrole komt. U hebt die toen
verdedigd door te stellen dat de budgetcontrole
traditioneel rond deze periode gebeurt en dat dit
de regering momenteel goed uitkomt vanwege het
aanvangen op 1 juli van het Europees
voorzitterschap, waarbij dit voorzitterschap een
aanzienlijk beslag op de tijd van verschillende
ministers zou kunnen leggen. Echter, mijnheer de
minister, uw woorden waren nog niet goed
uitgesproken, of in een radio-interview van de
volgende dag en in een interview van een bepaald
magazine, komen plots de ware redenen van deze
dringende budgetcontrole tot uiting. Op uw
kabinet, evenals op het kabinet van uw collega
Reynders, zijn plots een aantal alarmsignalen
beginnen knipperen, want op dit ogenblik rijst rond
twee zaken een groot probleem. Ten eerste, de
daling van de BTW-inkomsten en ten tweede, het
ontsporen van de uitgaven in de gezondheidszorg,
meer bepaald de uitgaven van het RIZIV.
De problematiek van het RIZIV is en blijft een oud
zeer. Daar hebben alle rapporten van de
werkgroep-Jadot reeds op gewezen.
Met de regelmaat van de klok worden er dan ook
gegevens over de regionale
consumptieverschillen in de gezondheidszorg
gepubliceerd.
Niettegenstaande de verwoede pogingen van
minister Vandenbroucke om de situatie in de
sectoren klinische biologie en medische
beeldvorming onder controle te krijgen, stapelen
de tekorten zich op. In de initiële begroting werd
voor de algemene regeling 2000 in een
budgettaire overschrijding van 7,5 miljard frank
voorzien. Uit recente cijfers blijkt dat dit
ondertussen is opgelopen tot bijna 16,5 miljard
frank. Op basis van de budgetoverschrijdingen
van de eerste drie maanden van dit jaar wordt een
bijkomend tekort van zowat 8 miljard frank
vastgesteld.
Vanwege de steeds maar cumulerende tekorten
van het RIZIV blijft men bijgevolg in de
neerwaartse budgettaire spiraal zitten. Zelfs al
worden nu meteen maatregelen genomen voor
een versnelde recuperatie van het geld door een
snellere terugbetaling van de meeruitgaven in de
klinische biologie en de medische beeldvorming,
dan nog zal dit ons inziens niet voldoende zijn om
de tekorten weg te werken. Tevens is het
twijfelachtig of de genomen maatregelen een
ontradend effect zullen hebben, aangezien het
zuiden van dit land met een systematische
overconsumptie zit ten opzichte van het noorden
van het land.
Wat de daling van de BTW-inkomsten betreft,
kregen de ontvangsten van de BTW, goed voor
ongeveer 30% van de fiscale ontvangsten, de
eerste vier maanden van dit jaar rake klappen,
met name een daling van bijna 4,5%. In de
huidige context van de verminderde economische
groei zou het best kunnen dat de bedrijfswereld de
bui reeds vroeger zag hangen en bijgevolg haar
betalingen reeds een aantal maanden geleden
heeft teruggeschroefd. Dit gecombineerd met het
terugbetalen van overtollige voorafbetalingen en
omvangrijke terugstortingen van BTW inzake
uitvoer en investeringen zou wel eens de reden
kunnen zijn voor het feit dat er voor de eerste vier
maanden 11 miljard frank minder BTW-inkomsten
werden genoteerd.
Mijnheer de minister, deze gewijzigde toestand
heeft alles te maken met het feit dat de
groeivertraging sinds enige tijd ook in de cijfers
van de Vlaamse en de Waalse bedrijven tot uiting
komt. Sinds het begin van dit jaar worden we
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
overspoeld met negatieve berichten over een
sputterende Amerikaanse economie. Er gaat geen
dag voorbij of er wordt gesproken over forse
vertragingen in de Amerikaanse economie, over
winstwaarschuwingen, over massale afdankingen
bij grote bedrijven en over de Amerikaanse
centrale bank die probeert om het recessiegevaar
te ontwijken door de rentevoeten steeds verder
naar beneden aan te passen.
Aanvankelijk was er nog de hoop dat dit allemaal
van korte duur zou zijn en dat het mogelijke onheil
over Europa zou overwaaien. Wie die ijdele hoop
heeft gekoesterd, is intussen wel bedrogen
uitgekomen. Ook Vlaanderen en Wallonië
ontsnappen niet aan de economische
groeivertraging.
Dat de economische conjunctuur in Vlaanderen en
Wallonië het stilaan moeilijk krijgt, blijkt uit de
evolutie van de verschillende
vertrouwensindicatoren. Ik verwijs terzake naar de
conjunctuurbarometer van de Nationale Bank die
het vertrouwen van de ondernemers weerspiegelt.
Deze barometer is nu reeds voor de derde
opeenvolgende maand gedaald. Het pessimisme
van de bedrijfsleiders is nu bijna even groot als in
eind 1998 toen de conjunctuurbarometer op haar
absolute minimum zat.
Ook de dalende trend van de industriële
bestellingen geeft aan dat een heropleving van de
productie in de nabije toekomst onwaarschijnlijk
is. Ook de investeringen van de industrie vertonen
een verslechtering als gevolg van een uitstel van
investeringsprojecten. Daarnaast is de
ontwikkeling van de vraag in sommige sectoren
een belangrijke indicator. Uit de gegevens blijkt
bijvoorbeeld dat het aantal inschrijvingen van
nieuwe voertuigen in de laatste drie maanden met
8% is gedaald. Voor de bouwnijverheid zijn er
eveneens belangrijke indicatoren die een
achteruitgang aangeven.
Ook de conjunctuurindicatoren van zowel de
binnenlandse als de buitenlandse bestellingen
tonen een achteruitgang van respectievelijk 16 en
13% over de laatste drie maanden. Enigszins
verontrustend is ook de verslechtering van het
consumentenvertrouwen sinds het begin van dit
jaar. Deze indicator geeft een minder
optimistische beoordeling door de gezinnen van
zowel de huidige als de toekomstige economische
situatie. Dit is ook een belangrijk gegeven omdat
de consumenten nu eenmaal de drijvende
krachten zijn en blijven achter de economie. Het
zal dan ook belangrijk zijn hoe de arbeidsmarkt
evolueert in de komende maanden omdat
dit
bepalend zal zijn voor het
consumentenvertrouwen en dus ook voor de
gezinsbesteding.
Bij het opstellen van de begroting bent u, mijnheer
de minister, nog uitgegaan van een economische
groei van 2,5% omdat dit op de golven van de
toenmalige hoogconjunctuur een haalbaar cijfer
was. Wie echter rekening houdt met de jongste
aanpassingen van de verwachte groei en de
vooruitzichten die de analisten naar voren
schuiven, houdt er sterk rekening mee dat de
groei zal dalen beneden de 2,5% en als de
vooruitzichten tegengevallen desgevallend tot rond
de 2% kan zakken. We mogen het belang van
deze cijfers niet onderschatten omdat dit gevolgen
heeft voor de financieringsbehoefte van de
overheid evenals voor de verdere sanering van de
overheidsschuld. Om niet te zeggen dat de
versnelde afbouw wel eens zou kunnen stilvallen.
Om deze tegenvallende vooruitzichten van de
voorbije weken wat te temperen, was daar plots
de berichtgeving van de gouverneur van de
Nationale Bank, de heer Quaden. Op het eerste
zicht opnieuw geen vuiltje aan de lucht. De peptalk
moet de regering opnieuw moed geven. Opnieuw
groeicijfers van 2,6% en een begrotingsmarge van
30 miljard Belgische frank.
Voorzitter: Paul Tant, tweede ondervoorzitter.
Président: Paul Tant, deuxième vice-président.
Wie de berichtgeving wat nader in detail heeft
geanalyseerd, moet deze cijfers enigszins
nuanceren. De groei van 2,6%, zo zegt de heer
Quaden, is te optimistisch. De realiteit kan ook bij
2,3% liggen omdat de studiedienst van de
Nationale Bank ook toegeeft dat er sinds de
laatste maand verschillende economische
indicatoren zijn die een verdere ongunstige
evolutie vertonen en dus een verdere
verslechtering aangeven. Het is nu alleen nog
wachten op een gelijkaardig signaal van de Hoge
Raad voor Financiën. Ook heeft de heer Quaden
gewaarschuwd voor een aantal randvoorwaarden
zoals daar zijn de toename van de federale
uitgaven buiten de vork van 1,5% en de te hoge
uitgaven voor onder andere de politiehervorming -
dit element werd zopas nog in de discussie
aangehaald - en de gezondheidszorg.
Voor u blijft er natuurlijk niets aan de hand,
mijnheer de minister. U beweert deze terugval in
de economische groei perfect te kunnen
opvangen met de zogenaamde ingebouwde
buffers. Mijnheer de minister, u kunt ons veel
wijsmaken maar ik geloof niet dat u over een
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
buffer beschikt. Volgens mij betreft het hier een
luchtbel. Tenzij u ons natuurlijk wil laten geloven
dat u tijdens de begrotingsopmaak uitging van een
economische groei van 2,5% terwijl de
consensusprognose 2,8% bedroeg en dat dit uw
buffer was.
Dit gekoppeld aan de terugval in de BTW-
inkomsten en de uit de hand lopende RIZIV-
uitgaven en het feit dat de economische groei
lager zal landen, moeten bij u toch een aantal
flikkerlampen doen branden. Komt daarbij dat de
reële uitgaven dus zonder de rentelasten voor
entiteit 1, deze omvatten de uitgaven van de
federale overheid en de sociale zekerheid
volgens de doelstelling zoals geformuleerd in het
stabiliteitsplan zou stijgen met 1,5%. In realiteit is
dit niet zo. De uitgaven voor de federale regering
bedragen momenteel 1,6% en deze voor de
sociale zekerheid 2,3%. Bijgevolg is de belofte
aan Europa van een groeinorm van 1,5% voor de
primaire uitgaven een loze belofte geworden,
mijnheer de minister. Er kan van een zogenaamde
buffer dan ook niet veel of helemaal niets meer
overschieten.
Als klap op de vuurpijl komt daar nog de
vroegtijdige overschrijding van de spilindex
bovenop waardoor de meeruitgaven voor de
sociale uitkeringen en de wedden van de
ambtenaren drie maanden vroeger moeten
worden ingeschreven. Alweer een extraatje van 6
tot 8 miljard frank. Ook met de inflatie zit het niet
zo goed. Nadat het federale planbureau de inflatie
nauwelijks 4 weken geleden nog op 1,5% hield en
bleef bevestigen dat de inflatie dit jaar nauwelijks
meer dan de helft van vorig jaar zou bedragen,
trekt het planbureau de inflatieverwachting op tot
2,2%.
De ontsporing van de inflatie heeft natuurlijk
verschillende oorzaken. Een van de oorzaken is
ongetwijfeld dat de olieprijzen hoog blijven en dat
het herstel van de euro niet naar wens verloopt.
Het meest verontrustend is dan nog de
aanhoudende stijging van de niet-energieprijzen,
zoals die van de voedingsmiddelen.
Daartegenover staat de begrotingsbelofte dat u dit
jaar een overschot van 0,2% van het BBP zou
halen. Ik verwijs hierbij naar het
stabiliteitsprogramma dat deze regering in
december 2000 voorlegde. Indien ik mij niet vergis
staat erin vermeld dat het engagement tot een
0,2% BBP overschot ook geldt in gevallen van
tegenvallende groei.
Mijnheer de minister, in het licht van de huidige
situatie kunnen wij de vraag stellen of u überhaupt
nog over een begrotingsmarge beschikt. Indien u
deze belofte wenst waar te maken, dan zal u toch
de puntjes op de i's moeten zetten. Er resten u
volgens mij maar twee zaken te doen. Ofwel dient
er bezuinigd te worden op de uitgaven, ofwel
moeten de belastingen verhoogd worden. De
belastingen verhogen kan u politiek echter niet
verkopen, te meer daar deze regering nu al twee
jaar belastingsverlaging als credo gebruikt. De
bevolking heeft er tot op heden echter nog niet
veel van gezien. Er rest u dan maar één optie:
bezuinigen. Het budgettaire mes moet er in. Voor
hoeveel dient er dan bezuinigd te worden? 10
miljard? 20 miljard? 30 miljard? Dit blijft een open
vraag. Voor welk departement, voor welke
minister? Dit moet allemaal nog bekeken worden.
Wij zijn dan ook zeer nieuwsgierig naar de
resultaten van de tweede budgetcontrole.
U zal naar de buitenwereld toe natuurlijk blijven
proberen deze toestand te minimaliseren. Onlangs
zei u nog:"Wij kunnen wel tegen een stootje". U
hebt de opdracht de schade te beperken omdat
deze regering blijft vasthouden aan de
ingebouwde buffers. Dit verklaart ook uw
mededeling aan de Ministerraad met betrekking
tot de voorafgaande akkoordbevinding van
uwentwege voor alle beslissingen waarvoor geen
of onvoldoende kredieten bestaan, of waardoor
ontvangsten kunnen beïnvloed worden, of
waardoor nieuwe uitgaven ontstaan. Het moet
blijkbaar ernstig zijn als u zo de knip op de
portemonnee moet houden. Het gaat zelfs nog
verder. Ik las dat de goedkeuring van een dossier
op de Ministerraad blijkbaar onvoldoende is. U
moet uitdrukkelijk uw akkoord geven. Er moet dan
toch sprake zijn van budgettaire ontsporingen. Het
paarsgroene project zou natuurlijk een flinke deuk
kunnen krijgen indien u zou moeten toegeven dat
er dit jaar geen overschot op de begroting zal zijn.
Of, erger nog, indien u zou moeten toegeven dat
de begroting dit jaar niet eens in evenwicht komt,
maar er naar aloude traditie een tekort zou zijn.
Op dat ogenblik is uw goudhamster een stille dood
gestorven en blijft er slechts een eerste klas
begrafenis over.
Tot slot maak ik graag nog een opmerking over de
eerste aanpassing van de algemene
uitgavenbegroting. Het betreft hier de dotatie, of
moet ik het in het vervolg het leefloon noemen,
van prins Laurent. Met deze paarsgroene regering
gaat er natuurlijk geen begroting of
begrotingsaanpassing voorbij zonder dat er geld
wordt versluisd naar het koningshuis. Het begint
sterke gelijkenissen te vertonen met het verhaal
van de vadsige koningen ten tijde van de
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Merovingers. De beslissing omtrent deze dotatie
kende nogal een duister verloop. Zo'n vier weken
geleden heeft de kabinetsraad stiekem beslist een
belastingsvrije maandwedde 920.000 frank netto
toe te kennen. Na deze kabinetsraad werd in de
mededeling aan de pers hierover geen melding
gemaakt. Pas enkele dagen maakte een
Franstalige krant hier melding van. Voor dit
cadeau, en ik zou het eigenlijk een politieke
benoeming van formaat willen noemen, bestaat er
echter geen enkele aanleiding en is er mijn inziens
geen rechtsgrond of grondige motivatie. De
argumentatie dat de betrokken prins niet langer
ten laste zou zijn van het koningspaar is dan ook
een lachertje. Zij die kort van geheugen zijn zou ik
er toch aan willen herinneren dat prins Laurent tot
op heden een bruto maandwedde ontving van
9 miljoen frank als voorzitter van het zinloze
Koninklijke Instituut, KINT. Dit is een instelling die
in 1994 speciaal in het leven werd geroepen om
hem aan een inkomen te helpen.
De financiering van dit instituut gebeurde door de
Gemeenschappen en precies omwille van het feit
dat de Franstalige Gemeenschap gedurende de
voorbije jaren nog niets bijdroeg, sprong de
federale regering bij om snel iets te organiseren
teneinde een persoonlijke dotatie in het leven te
roepen, een win for life als het ware, a rato van
920.000 Belgische frank netto per maand.
Met verwijzing naar de "maçonnieke" inslag van
de toespraak van Prins Laurent in de Senaat, rijst
tevens de vraag wat de invloed van de loge en
haar logeministers op deze beslissing wel kon zijn.
Mijnheer de voorzitter, het is duidelijk dat dit voor
het Vlaams Blok onaanvaardbaar is. Alleen de
publieke perceptie van deze beslissing is
wraakroepend. Wat moeten de mindervaliden, de
arbeidsongeschikten, de minimum-
bestaanstrekkers - of liever de leefloontrekkers
volgens het nieuwe politieke jargon
- en de
gepensioneerden hiervan denken? Immers, voor
hun noden is er al jaren geen geld, maar voor een
nutteloze prins - ik noem hem de Peter Sellers van
het Koningshuis, naar de man die gestalte gaf aan
de pink panter - kan met één pennentrek 11
miljoen worden vrijgemaakt, alleen maar omdat
zijn wieg in het paleis stond.
Om die reden hebben wij een amendement
ingediend dat op een later moment zal worden
verdedigd door de heer Tastenhoye, in de hoop
dat het de VLD van haar gewetensprobleem kan
verlossen.
02.48 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, monsieur le ministre, mes
chers collègues, je souhaite intervenir sur le
budget du département de la Justice.
Monsieur le ministre, je me permettrai tout d'abord
de citer un des points développés dans le
document "Contrôle budgétaire 2001, garder le
cap!" Mon intervention sera très brève puisqu'il
s'agit simplement d'une modification budgétaire.
Nous n'allons pas relancer ici tout le débat sur la
politique de la justice.
Dans ce rapport, le gouvernement expose
clairement ses priorités politiques. Le ministre l'a
également cité à l'occasion de son exposé
introductif devant la commission de la Justice.
Je cite: "Le maintien de cette norme budgétaire
permettra, au cours des années à venir, de
dégager des moyens supplémentaires pour mener
une politique ambitieuse. Ainsi, le gouvernement
vise à réaliser une politique nouvelle, dynamique
en matière d'emplois, notamment par une
réduction sensible de l'impôt sur le travail, une
sécurité sociale modernisée, adaptée aux
nouveaux besoins de la population, un meilleur
fonctionnement des administrations publiques, de
la justice et de la sécurité, des mesures en faveur
du développement durable et de la mobilité."
Monsieur le ministre, contrairement à ce que
certains se plaisent à répéter un peu partout, la
justice est donc bien une des priorités majeures
de notre gouvernement, ce dont les libéraux se
réjouissent bien entendu.
Je voudrais poser deux questions, la première
ayant trait aux moyens que l'on va accorder à
l'application de la peine de travail comme peine
autonome, la deuxième à la surveillance
électronique.
Nous avons adopté à une très large majorité, faut-
il le rappeler, la proposition de loi instaurant la
peine de travail comme peine autonome en
matières correctionnelle et de police. Cette
modification majeure de notre Code pénal confie
un rôle considérable au personnel des maisons de
justice chargé de l'encadrement et de l'exécution
de cette peine, hors des murs de la prison.
L'espoir que nous avons placé dans cette nouvelle
loi plaide pour que les budgets nécessaires à son
succès soient prévus, sans quoi elle ne serait pas
opérationnelle. En effet, monsieur le ministre,
lorsque la loi instaurant la peine de travail comme
peine autonome en matières correctionnelle et de
police sera d'application, le recours aux maisons
de justice sera encore plus important. Le groupe
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
libéral y restera attentif mais se pose des
questions en la matière.
Votre collègue, le ministre de la Justice, a précisé
lors de la discussion générale de cette proposition
de loi que l'encadrement ne pouvait être prévu
dans le cadre du contrôle budgétaire, mais qu'il
ferait l'objet d'une décision pour le budget 2002.
Le ministre avait annoncé qu'il était disposé à faire
réaliser, sur la base des choix opérés par la
commission, une estimation approximative des
moyens qui devront être inscrits au budget 2002.
Monsieur le ministre, quand serez-vous en
mesure de nous communiquer cette estimation
approximative? En disposez-vous déjà? Etes-vous
en mesure de chiffrer de manière approximative
les implications budgétaires de l'introduction de la
peine de travail en tant que peine autonome dans
notre Code pénal?
J'en arrive à ma deuxième question. La
commission a également longuement débattu de
la surveillance électronique. Le ministre a
annoncé son intention de consacrer d'importants
investissements en vue d'étendre les mesures de
surveillance électronique. Il est question de 34 ou
35 millions de francs qui seraient consacrés à
l'achat du matériel nécessaire et à la mise en
oeuvre de la mesure.
Le gouvernement a déposé des amendements
visant à introduire également dans le Code pénal
la surveillance électronique comme peine
autonome, en complément de la peine de travail.
La surveillance électronique constitue également
une réponse judiciaire visant à réagir sévèrement
face à la criminalité, tout en restant humaine, et à
éviter les influences criminogènes et les
dommages causés par la détention. C'était l'avis
général des membres de la commission de la
Justice.
Monsieur le ministre, comptez-vous déposer un
projet de loi en cette matière? Le cas échéant,
quand sera-t-il déposé?
02.49 Herman Van Rompuy (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, hier volgt een kort
betoog over de begrotingscontrole 2001.
Een eerste beschouwing over de economische
toestand is de volgende. Enkele maanden
geleden, naar aanleiding van een van de weinige
mondelinge vragen die ik tijdens mijn politieke
loopbaan stelde aan de minister van Begroting,
raadde ik de regering aan in een economische
groei van 2,0% te voorzien in plaats van 2,5%.
Over de norm van 2,5% bestond vrijwel een
consensus; sommigen spreken nog van 2,1%,
maar op enkele nullen na de komma na, is het
onmogelijk een precies percentage te bepalen.
Men kan er aldus van uitgaan dat omzeggens
iedereen het eens is met de voorzichtige raming
van 2,0%. Men mag immers niet vergeten dat de
norm een jaar geleden 3,1% bedroeg.
De Nationale Bank houdt het nog steeds - tegen
beter weten in, daarvan ben ik overtuigd - bij een
groei van 2,6%. Het behoort uiteraard tot haar rol
om geruststellend te zijn, maar volgens mij tast
deze bewering haar geloofwaardigheid aan. Zij
zou beter ofwel niets hebben gezegd, ofwel
hebben gezegd wat iedereen weet, aanvoelt en
kan waarnemen.
Men moet goed voor ogen houden dat de groei in
Nederland en in Duitsland tijdens het eerste
trimester een nulgroei was. In Nederland spreekt
men zelfs van de stagflatie, te weten het
samengaan van stagnerende economie en
oplopende inflatie. Nederland kent opnieuw een
inflatie van 5%. Duitsland kent praktisch een
stilstand van de economische activiteiten. Zelfs in
eigen land kenden wij tijdens het eerste trimester
een groei van het bruto binnenlands product van
nauwelijks 0,5% ten opzichte van de vorige
periode.
De fout van het Planbureau en van andere
instellingen is dat zij louter mechanisch redeneren,
terwijl men eigenlijk moet rekening houden met tal
van psychologische factoren, zelfs al is dat
moeilijk en soms zelfs arbitrair. Het is evident dat
de dalende beurskoersen in het buitenland
herinner u in dat verband het drama dat in ons
land plaatsvond, de internationale berichten over
tegenvallende economische groei, de wereldwijde
berichten over herstructurering van
ondernemingen een sterke impact hadden op
het gedrag van consumenten en van
investeerders.
Die psychologische factor wordt door
modellenbouwers altijd sterk onderschat.
Deze groeivertraging weegt natuurlijk op de
begroting. De regering zegt dat zij de
minontvangsten kan compenseren door
minuitgaven op het vlak van de rentebetalingen
van de openbare schuld. Dat zal wel juist zijn,
maar ik behoor nog tot de oude school. De
rentebetalingen op de openbare schuld behoren
niet tot de primaire verrichtingen. Door de
vermindering van de economische activiteit en de
weerslag daarvan op de ontvangsten, krijgen we
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
een verslechtering van het primaire overschot, dat
van fundamenteel belang is voor het terugdringen
van de openbare schuld, waaraan wij met het oog
op de demografische schok in 2010 zo hard
moeten werken.
Een tweede beschouwing gaat over heden boven
toekomst.
De Nationale Bank voorspelt een verslechtering
van het structureel primair saldo met ongeveer 40
miljard. Zij trekt de eenmalige uitgaven en de
conjunctuurelementen van het saldo af en komt
dan uit bij een verslechtering van om en bij de 40
miljard frank, wat aanzienlijk is. In de nota van het
Internationaal Monetair Fonds, die in november
werd gepubliceerd, spreekt men over een
verslechtering van het primair overschot
ontdaan van conjunctuurelementen
van 80
miljard of 0,8% van het nationaal inkomen op twee
jaar tijd. Ik spreek over de periode 1999-2001. Als
die cijfers juist zijn, is dat enorm.
Men heeft van de uitzonderlijke conjunctuur geen
gebruikgemaakt om de openbare schuld nog
sneller af te bouwen. Integendeel, als ik de
gegevens van het IMF en de Nationale Bank mag
geloven, heeft men de voorbije twee jaar eigenlijk
een duurzame verslechtering ingebouwd. Men
speculeert natuurlijk op de oogverblinding van het
evenwicht. Ik heb het de eerste minister een paar
dagen geleden nog horen zeggen. Het evenwicht
moet alles redden terwijl onderliggend en dat zal
ooit bovenkomen een sterke verslechtering kan
worden waargenomen van de orde van grootte die
ik u net heb meegedeeld.
Mijn derde korte beschouwing gaat over fiscale
sprookjes.
De fiscale druk verminderen is voor sommige
regeringspartners de core business. Het is de core
business van het stokoude liberalisme, want er is
nooit een ander liberalisme geweest als dat van
de belastingverlaging. Na twee jaar is de fiscale
druk op de inkomens uit arbeid gestegen met
0,4% van het bruto binnenlands product. U kunt
dat narekenen. Ik kan u de cijfers van de
Nationale Bank geven als u dat interesseert. Ik
heb ze zelf niet uitgevonden. Dat was wel in het
kader van een groei van 2,6%. Dat voeg ik er
onmiddellijk aan toe, maar men heeft een stijging
van de fiscale druk op de inkomens uit arbeid van
ongeveer 40 miljard op twee jaar tijd. Zelfs als
men rekening houdt zoals de minister van
Begroting soms doet met de daling van de
sociale lasten of de werknemersbijdragen, dan is
de stijging nog altijd 30 miljard. Daar gaat maar 10
miljard af. Gelukkig hebben wij destijds de fiscale
barema's geïndexeerd, anders zou het resultaat
inzake fiscale druk nog poverder zijn.
Ik denk verder aan de gezins- en
huwelijksvriendelijkheid of liever onvriendelijkheid.
De gehuwden die ontsnapten uit de oude tijd,
dat pelotonnetje van anachronisme gaan naar
een verlichting van hun fiscale druk van ongeveer
1/10 van het totaal aantal discriminaties. Een
tiende wordt voor het einde van de legislatuur in
2003 weggewerkt. In de volgende legislatuur zal
ongeveer 90% van die discriminaties worden
weggewerkt. Zo een lage prioriteit doet
vermoeden dat als de economie de volgende
jaren nog wat meer nijpt, de gehuwden de eerste
slachtoffers zullen zijn van eventuele maatregelen
die men zou moeten nemen.
Collega's, twee jaar geleden het lijkt wel een
eeuwigheid had ik een begrotingsruimte van 3,5
miljard frank. Omdat ik in de pers over 5 miljard
had gesproken, beschuldigde de heer Di Rupo
mij, zeer vriendelijk, van demagogie. U ziet hier
een typische demagoog voor u staan. Ik zie dat u
opwipt, maar ik doe niet mee aan die
beschuldigingen.
(Protest van de heer Willy Cortois)
Mijnheer Cortois, ik weet niet of u het hebt
gemerkt, maar dit was ironisch bedoeld. Ik moet
mijn ironie nog explicieter maken, maar indien u
het niet begrepen had, het was ironisch bedoeld.
Mijn ware natuur zou u nog kunnen verbazen,
maar ik zal haar voor zeer laat bewaren.
Toen ik twee jaar geleden beschikte over een
begrotingsruimte van 3,5 miljard frank, besteedde
ik 1,2 miljard frank aan het wegwerken van de
fiscale discriminaties van de gehuwden. Ik spreek
bijna zoals sommige regeringsleden, maar ik
bedoel natuurlijk dat de regering dat toen heeft
beslist. Na twee jaar kwam daar nog geen frank
bij. Nu heeft men een plan waarmee een
verlichting van slechts een tiende van alle
discriminaties wordt beoogd tegen het einde van
deze legislatuur in juni 2003, indien alles normaal
verloopt en daar zijn we niet tegen. Nog inzake
fiscaliteit zegt de heer Dewael dat, indien het
Lambermont-akkoord doorgang vindt, een aantal
belastingen in Vlaanderen zal dalen. Indien het
Lambermont-akkoord geen doorgang zou vinden
men weet nooit of er nog partijen met
beginselen zijn, dat is een risico dat men moet
lopen blijft dat geld bij de federale overheid. Ik
veronderstel dat de regering in haar budgettaire
schema's ervan uitgaat dat ze ook zonder die
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
overdracht van dotaties aan de gemeenschappen
op koers blijft. Indien het geld niet naar de
gemeenschappen gaat, blijft het in de federale
kas. Welnu, waarom besteedt ze dan dat
vrijgekomen geld niet aan het hoogtepunt van de
socialistische beweging, de afschaffing van het
kijk- en luistergeld voor iedereen? Als de
Vlamingen dat doen, geldt het alleen voor de
Vlamingen en voor de Franstaligen in de periferie.
Het zou trouwens interessant zijn een referendum
voor te stellen over het Lambermont-akkoord in de
periferie. Indien het Lambermont-akkoord wordt
goedgekeurd en het kijk- en luistergeld wordt
afgeschaft, zou die petitie dan nog door 22.000
personen zijn ondertekend? Dat is echter een
ander verhaal en kan bij een andere gelegenheid
aan bod komen; het zou immers te geestig
kunnen zijn.
De vraag is echter wat men met het geld gaat
doen indien het Lambermont-akkoord niet wordt
goedgekeurd. Ik heb gezien dat de socialistische
beweging tendeert naar het hoogtepunt van haar
programma, de afschaffing van het kijk- en
luistergeld, dus zou ze het geld daaraan kunnen
besteden. In die hypothese zou het Lambermont-
akkoord goed zijn voor iedereen. Ik geef dit als
een hint, want ik heb de indruk dat u nog niet
voldoende denkt aan wat er gebeurt indien het
akkoord niet wordt goedgekeurd.
02.50 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
Van Rompuy, ik heb de goudhamster, die in het
kantoor naast het mijne een rustig leven leidt, erop
betrapt dat ze iedere avond bidt dat het
Lambermont-akkoord niet zou worden
goedgekeurd. Ik heb haar gezegd dat ze dat niet
meer mag doen, want het is een onzalige
gedachte. Indien het akkoord niet zou worden
goedgekeurd, is dit voor de begroting van de
federale regering een zeer goede zaak; dat is
evident, maar wij houden er inderdaad nog niet
veel rekening mee.
02.51 Herman Van Rompuy (CVP): Mijnheer de
voorzitter, De Vlaamse regering had die besparing
ook kunnen doen, maar ze geeft het uit. De
Franstalige regering geeft het zeker uit.
02.52 Minister Johan Vande Lanotte: Wij houden
er natuurlijk nog geen rekening mee. Wij
verschillen een beetje van mening over de
appreciatie van de beginselvastheid in de politiek.
Waarschijnlijk hebt u daarover net hetzelfde idee.
02.53 Herman Van Rompuy (CVP): In ieder
geval is het een redenering die steek houdt. Ik
bied het maar aan als een suggestie.
Ik kom tot een vierde en laatste reeks van
beschouwingen. Het is evident dat de
begrotingsmarges zijn ingeslikt, en zelfs meer dan
dat. Het is onnodig dit te herhalen, dat spreekt
voor zich. De Nationale Bank heeft dat trouwens in
haar jaarverslag reeds met zoveel woorden
gezegd; vooral omdat zij ervan uitgaat dat een
stijging van de uitgaven met 1,8% reeds een
gedane zaak is.
In 2001 stijgen de reële uitgaven voor entiteit 1,
federale overheid en sociale zekerheid, met meer
dan 3% als men de eenmalige factoren en een
aantal andere bewegingen eruit zuivert. 3% is het
dubbele van wat mag rekening houdend met de
reeds genomen initiatieven.
De prioriteiten zijn zo slecht opgesteld dat de
regering op de sociale betoging alleen kon
antwoorden met opgewarmde miljarden. Volgens
het ACV - ik heb hun cijfers niet nagerekend maar
het zijn ernstige mensen
- zou van de
opgewarmde miljarden - het woord opgewarmd is
echt wel van toepassing - er slechts 1 miljard vers
geld zijn. De regering reageert met opgewarmde
miljarden en met de belofte van een
rondetafelconferentie. Bij gebrek aan geld lanceert
men enkele grote woorden over hervorming, iets
wat men op andere terreinen ook reeds heeft
gedaan. Wie daar intrapt, zijn nuttige idioten. Niet
meer dan dat.
Meer geld voor de NMBS moest er niet komen
volgens een schema waarin elk jaar 1 miljard
frank meer wordt uitgegeven dan het jaar
voordien. Wil men het fileprobleem en de
fileverstikking tijdig aanpakken had men het
omgekeerde moeten doen. Elk jaar dat men wacht
is een jaar verloren. Het valt op dat de aangroei
van de NMBS-middelen de volgende jaren trager
zal zijn dan in de voorbije legislatuur toen men
moest saneren. Van prioriteiten gesproken!
De posterioriteiten voor de gezinnen onder meer
inzake de huwelijksonvriendelijkheid en de
mobiliteit en voor de sociale sector geven aan dat
men in het begin van de legislatuur - dit is mijn
grondige overtuiging - geïmproviseerd heeft en op
dit ogenblik alleen kan interen op conjuncturele
meevallers en op operaties van spreiding in de
tijd.
De regering van de schone schijn, "Keeping up
appearances", zal de volgende weken en jaren...
(...)
Wie is Richard? Hij die zich altijd laat vloeren.
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
02.54 Minister Johan Vande Lanotte: U gelijkt
beter op hem dan ik. (Gelach)
02.55 Herman Van Rompuy (CVP): Ik zal mijn
mening voor mezelf houden. Pas op want ik word
eerlijk! Ik zal mijn dreigement niet uitvoeren.
(Gelach)
De regering van de schone schijn zal de volgende
dagen en weken een cosmetische operatie van
budgetcontrole doen omdat ze de groeivoet van
de economie niet wil herzien. Zo simpel is dat. Als
men de groeivoet niet aanpast naar 2% heeft een
dringende begrotingscontrole geen enkele zin. De
Nationale Bank heeft de regering een
reddingsboei toegeworpen, de 2,6%. Ik heb reeds
gezegd wat ik hierover denk.
Alhoewel er geen budgettaire ruimte is, zal de
regering pogen iets te doen aan de
bedrijfsbelastingen. Als er geen ruimte is kan men
ze altijd uitvinden. Het argument van de
terugverdieneffecten wordt van stal gehaald. Ik zal
minister Daems niet citeren omdat ik niet
overdreven pijnlijk wil doen in deze moeilijke
dagen. De daling van de sociale lasten zou
aanzienlijke terugverdieneffecten veroorzaken.
Sommigen, minister Daems incluis, gebruiken dit
om een pleidooi te houden voor een vermindering
van de vennootschapsbelasting. De budgettaire
ruimte is nul. Men creëert er een!
Een analyse van de cijfers inzake
werkgelegenheid - de cijfers van het Planbureau
zijn terzake zeer verhelderend - toont aan dat
sinds het najaar 1994 de werkgelegenheidsgraad
zeer sterk is beginnen stijgen. Vanaf deze periode
stijgt de werkgelegenheidsgraad vrijwel loodrecht.
In deze stijging is geen breuk terug te vinden met
de vermindering van de sociale lasten. Dit
betekent dat de inkomensmatiging een veel
sterker middel is om nieuwe jobs te creëren dan
de vermindering van de sociale lasten.
Van de bijkomende vermindering van de sociale
lasten zal trouwens niets in huis komen bij gebrek
aan geld. Mijnheer de minister, ik kan u een hint
geven. U kunt de bijkomende vermindering van
sociale lasten programmeren in de jaren 2007-
2011. De ruimte voor de volgende legislatuur is
volledig op. Gouverner, c'est prévoir. Men kan
volgende legislatuur beginnen volstouwen en dat
verkopen als staatsmanskunst.
02.56 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
Van Rompuy, zoals u zelf gezegd hebt, de
volgende legislatuur zal het weer hetzelfde zijn.
Als u nu spreekt over 2007, is dat een hint
eigenlijk. Dat is een beetje te vroeg.
02.57 Herman Van Rompuy (CVP): Mijnheer
Vande Lanotte, inzake de volgende legislatuur heb
ik de heer De Gucht geciteerd. Zoals u weet komt
alles wat de heer De Gucht zegt uit. Ik zal u de lijst
geven van al zijn voorspellingen. Ik weet niet of de
heer Dehaene hem daar 7 op 10 voor zou geven.
De lijst is lang. Ik heb niet gezegd wat ik dacht of
wat anderen dachten, zeker ook niet wat u dacht.
Ik weet dat u ons nog altijd graag ziet. (Gelach)
02.58 Minister Johan Vande Lanotte: Dat is
waar.
02.59 Herman Van Rompuy (CVP): Oude liefde
roest niet.
02.60 Minister Johan Vande Lanotte: Met de
nadruk op "oud" wat ons betreft.
02.61 Herman Van Rompuy (CVP): Old soldiers
never die. They just fade away.
De voorzitter: Voor de eerste keer in de periode
van uw aanwezigheid in de Kamer schrijft u
geschiedenis, mijnheer Van Rompuy. Ik heb nog
maar weinig liefdesverklaringen gehoord die
gelanceerd worden van op de tribune van de
Kamer. Maar ga zo door.
02.62 Herman Van Rompuy (CVP): Mijnheer de
voorzitter, voor het EU-voorzitterschap heeft de
regering zestien prioriteiten. Men heeft mij altijd
geleerd dat als men er zestien heeft, men eigenlijk
geen prioriteiten heeft. Als men te veel prioriteiten
heeft dan loopt alles vast. De regering heeft alleen
gesurft op de hoogconjunctuur. Deze is voorbij.
Men moet opnieuw kiezen. Ik hoop dat men
opnieuw zal leren kiezen voor investeren in plaats
van voor consumeren. Men moet nagaan waar de
echte behoeften van de mensen zijn en niet alleen
de electorale noden van de kiezer. Trouwens op
Vlaams vlak is dat nog duidelijker. De groenen
hebben gisteren interessante voorstellen gedaan
in verband met de besteding van mogelijke
Lambermont-gelden. Ik voel mij erg verwant met
de voorstellen die zij gisteren hebben gedaan en
minder verwant met een aantal "schnabbels" die
de heer Dewael voor ogen had getoverd.
Er is een nieuwe "social imbalance" gegroeid,
naar het beroemde woord van de Amerikaanse
economist Galbreath, waarbij de publieke sector
achternahinkt inzake de opbouw van sociaal,
menselijk, familiaal en fysiek kapitaal. Wij
moesten onderinvesteren in de voorbije periode.
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Op die vier domeinen, namelijk, sociaal,
menselijk, familiaal en fysiek kapitaal moet er
heropgebouwd worden. De CVP zal terzake de
volgende weken concrete voorstellen doen.
De paarsgroene partijen kunnen geen nieuw
programma maken voor na 2003. Zij hebben
immers geheel de budgettaire ruimte bezet en
meer dan dat. De kampioenen van het nieuwe
zullen dan de verdedigers van het oude worden.
Ze kunnen niets nieuws voorstellen, want dan
moet men andere dingen laten vallen. Dat is zo
rijp overdacht dat men dat niet zal kunnen doen.
Het is trouwens te vroeg om te juichen in de
meerderheid. De Tarpeïsche rots is altijd heel
dicht bij het kapitool.
02.63 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
de voorzitter, dames en heren, ik zal hoewel niet
gedetailleerd toch algemeen en uitgebreid
antwoorden op de gestelde vragen.
Ten eerste beweerden sommige parlementsleden
dat de fiscale druk is toegenomen. We verschillen
terzake van mening. Onze berekeningen wijzen uit
dat er voor het eerst een lichte daling van de
fiscale druk is, zelfs zonder rekening te houden
met de persoonsbelastingen. Maar goed, dat is
een steriele discussie, want het gaat om enkele
honderden van een procent verschil. Bovendien
zullen de gegevens pas op het einde van het jaar
duidelijkheid scheppen.
Mag ik toch even ingaan op de door de heer
Leterme gehanteerde methodologie? Hij heeft zijn
berekeningen aangepast uitgaande van een
economische groei van 2,3% en een ander
inflatiecijfer. Dan mag hij uiteraard ook niet meer
de fiscale inkomsten, zoals we ze voorstellen en
die gebaseerd zijn op een groei van 2,5%, als
grondslag nemen. Hij heeft het over een 0,02%
verschil in stijging, dan is 0,2% minder groei
daartoe al voldoende. Nogmaals, ik wil terzake
geen polemiek voeren; zodra we beschikken over
de exacte cijfers kunnen we de evolutie
onderzoeken.
Ten tweede, sommigen hadden opmerkingen over
de primaire uitgaven. Dienaangaande herinner ik
eraan dat de regering er zich toe verbonden heeft
1,5%-groeinorm van de primaire uitgaven strikt toe
te passen. Dat is geen gemakkelijke zaak. Dit jaar
doen we dat ook al, weliswaar zonder rekening te
houden met de uitgaven ingevolge de
politiehervorming, zoals we van bij het begin
hebben gesteld. Om een correcte berekening te
maken, hebben we de 20 miljard daartoe voor
2000, die uiteraard de uitgaven doen stijgen, niet
meegerekend, waardoor we gemakkelijk de 1,5%
halen. In die optiek komen we inderdaad, zonder
de kosten van de politiehervorming, op 1,5 tot
1,6% stijging van de primaire uitgaven. Natuurlijk
zijn de uitgaven voor de politiehervorming niet
eenmalig maar jaarlijks; het stijgingsritme ervan
echter wel. Dat betekent dat we vanaf volgend jaar
de stijging van 1,5% voor de primaire uitgaven wel
kunnen aanhouden. Als we daarin slagen, hebben
we een niet onaanzienlijke inspanning gedaan.
Dat is alvast onze bedoeling.
In globo zijn we er steeds van uitgegaan dat we de
groei van de uitgaven zonder problemen tot 2,2%
zouden kunnen beperken, op twee voorwaarden
weliswaar, namelijk dat de fiscale inkomsten
volgen en dat we de uitgaven onder controle
kunnen houden. Wat dat laatste betreft, de
bespreking van de hervorming van de
ziekteverzekering is bezig en die moet ertoe leiden
dat we een aantal correcties kunnen aanbrengen,
zodanig dat het budget niet wordt overschreden.
Wat het tweede punt betreft, zijn de
onderzoekingen bezig. We zullen wel degelijk
enkele anomalieën bekijken. Als we erin slagen de
uitgaven te controleren en de inkomsten op het
niveau van de groei te krijgen, dan moeten we
onze doelstelling probleemloos op ongeveer 2,2%
kunnen behouden.
Als we onder die 2,2% zouden gaan en
bijvoorbeeld zouden uitkomen op 2% of op een
verschil in groei van 0,2%, dan heeft men een
verschil van 0,1% in het begrotingsresultaat. Het
overschot bedraagt dan niet 0,2% maar 0,1%.
Niemand kan dat ontkennen. Ik zal ook niet
pretenderen dat we het niet zouden merken als we
onder die 2,2% gaan. Mogelijk komen we ook niet
boven die 2,2%. We mogen in geen van beide
richtingen overdrijven. Door het zogenaamde
platformeffect kunnen we niet veel lager dan die
2,2% komen. Als de economie het hele jaar
stabiliseert, dus het hele jaar gelijk blijft, dan is de
groei 1,7%. In het eerste trimester hebben we een
kleine groei van 0,5% gekend ten opzichte van het
voorgaande trimester. Een vooropstelling van 2%
tot 2,2% zal dus wel het meest realistische zijn.
We proberen het resultaat te behouden op die
vooropgestelde 2,2%. Moest het resultaat toch wat
lager zijn, dan zou het in de gewestelijke uitgaven
wat kunnen worden aangepast, behoudens
meevallers.
Het zal er dan op neerkomen om de groeinorm
van 1,5% voor volgend jaar aan te houden.
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Mijnheer Pieters, ik wil antwoorden op uw vraag
over de belastingen. Volgens u betekent een
daling van de belastingen een vermindering van
de inkomsten voor de gemeenten. Ik ben het
daarmee fundamenteel oneens.
Als men een belasting heft van 6% op 100 frank,
dan levert dat 6 frank aan belastingen op. De
belastingdruk voor de bevolking bedraagt in dat
geval dus 6 frank. Stel dat men hetgeen aan de
federale overheid wordt betaald, berekent op 90
frank. 6% belasting op 90 frank is slechts 5,4
frank. Op die manier zouden we inderdaad geld
verliezen. Wanneer we echter de voet verhogen
tot 6,9% op 90 frank, dan zijn de belastingen in
wezen niet verhoogd. Men heeft de voet
verhoogd, maar men laat de bevolking niet méér
belastingen betalen dan 6 frank. Het probleem is
echter dat de gemeentebesturen aan de bevolking
moeten uitleggen dat de aanpassing van die voet
op een lager bedrag niet tot een verhoging leidt.
Dat is een moeilijke boodschap. Ik ben het erover
eens dat niemand die boodschap graag
verkondigt. De voorstelling dat het om een
belastingverhoging gaat, is echter foutief.
Het klopt ook niet dat de ene geeft en de andere
neemt. Het totaal daalt namelijk. Voor elke 100
frank federale belasting is er 6 frank gemeentelijke
belasting, het totaal is dus 106 frank. We
behouden nu die 6 frank gemeentelijke belasting,
terwijl de federale belasting daalt tot 90 frank. Van
106 frank naar 96 frank is een daling van 10 frank.
02.64 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik aanvaard uw uitleg.
Ik wil echter beklemtonen wat u zelf net hebt
aangegeven. Een federale belastingverlaging
vergt dat de gemeenten hun tarieven verhogen.
Ik denk dat u verstandig genoeg bent om te
begrijpen dat de burger dat niet percipieert als een
pure technische aanpassing. Voor de burger komt
dat over als een hogere belastingheffing door de
gemeentebesturen. Dat is het probleem: de
federale overheid wil als sympathiek worden
beschouwd. Als ze de weerslag op hun financiën
willen vermijden, dan zullen de gemeentelijke
bestuurders er echter uitkomen als degenen die
de belastingen verhogen.
02.65 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
Pieters, uw opmerking is juist. Ik vind echter dat
men dat aan de bevolking toch moet uitleggen. Als
men die redenering doortrekt, kan men nooit een
belastingverlaging doorvoeren, tenzij ze te
compenseren voor de gemeenten. Dat is een
dubbelspel.
Omgekeerd moest de federale regering vier jaar
geleden de facto de belastingen verhogen omwille
van de indexering. De federale overheid was toen
de zwartepiet. De gemeenten kregen daardoor
meer inkomsten. We hebben aan de gemeenten
toen ook niet om compensatie gevraagd.
Er is een federaal, een gewestelijk en een
gemeentelijk niveau. De federale overheid beslist
zijn belastingen aan te passen, in dit geval
omlaag. De gemeenten moeten zelfstandig hun
eigen beslissingen nemen. Dat is geen kwestie
van de goede of de slechte zijn of van geven en
nemen. Er is gewoon geen andere manier. Ik geef
het voorbeeld van 1995-1996. De gemeenten
hebben toen extra inkomsten gekregen omdat de
belastingschalen niet geïndexeerd werden. Dat
was een sluipende belastingverhoging voor de
gemeenten. De federale overheid kreeg echter de
zwartepiet toegespeeld. Daar heeft men echter
niet tegen geprotesteerd. Het is voor de
gemeenten moeilijk om dit uit te leggen en het
komt niet sympathiek over maar ik zie echt geen
andere mogelijkheid.
De heer Leterme heeft het over de
schoolgebouwen gehad. Vorig jaar hebben we
vastgesteld dat we op dat punt voor het
Nederlandstalig stelsel een tekort van 175 miljoen
frank hadden. Bij de schoolgebouwen gaat het om
een veeleer simplistisch mechanisme. Die
leningen zijn ooit gegeven en we weten dat een
aantal onderwijsinstellingen die niet kunnen
terugbetalen. Dat moet dus worden verrekend. Die
175 miljoen frank zijn toegekend aan de bevoegde
beheersinstantie. We stellen nu vast dat we aan
Franstalige kant 100 miljoen frank te weinig
geraamd hebben. Er is geen probleem met de
wettelijke basis om dit geld toe te kennen. Het
geld voor Vlaanderen werd nog maar zes maand
geleden goedgekeurd bij de stemming over het
bijblad. Ik meen dat iedereen dat heeft
goedgekeurd. Voor de Franstaligen gebruiken we
nu net dezelfde basis. Voor een Brusselse school
is de tussenkomst geblokkeerd omdat we
besloten hebben dat eerst geverifieerd moet
worden of zich daar wel effectief een probleem
voordoet. Ik wil dan ook beklemtonen dat het hier
niet om een communautair dossier gaat en al
evenmin om een probleem inzake legaliteit. Het
gaat om een zaak die we voor beide kanten doen
naargelang de ramingen binnenkomen.
Men kan niet zeggen dat ik ooit euforisch ben
geweest over een begroting. Daarnaast moet men
ook niet laten uitschijnen dat er paniek is. Ik
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
probeer de zaken op een rustige manier te
beheren door op tijd in te grijpen. Met de
ziekteverzekering en de inspanningen die nu
worden gedaan, meen ik dat we daarin zullen
slagen. Ook wat de inkomsten betreft, zullen we
doen wat we moeten doen. Ik hoop nog steeds dat
onze budgetcontrole ertoe kan leiden dat onze
doelstellingen effectief worden gehaald. Dat kan
alleen mislukken als de economie heel erg
tegenvalt. Ik meen echter dat we alleen een reële
vertraging krijgen maar geen catastrofe.
02.66 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, messieurs les ministres,
chers collègues, je sais qu'il n'est pas habituel que
l'on donne la parole à un parlementaire après
l'avoir donnée à un ministre.
Le président: C'est un honneur, madame!
02.67 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC):
J'en suis très touchée, monsieur le président, et je
vous en remercie.
Etant donné l'heure tardive de la matinée, je
n'abuserai pas du temps de parole qui m'est
accordé.
Monsieur le président, messieurs les ministres,
chers collègues, je voudrais tout d'abord aborder
le volet des Affaires sociales et des Pensions.
Le budget des soins de santé montre une
évolution avec un dépassement comparable aux
exercices précédents, mais néanmoins inquiétant
notamment quant à la perspective du déficit
cumulé.
Nous savons que ces dépenses accrues relèvent
d'une série de facteurs structurels et conjoncturels
comme le vieillissement de la population et le coût
croissant des technologies médicales. Il n'en reste
pas moins que d'autres facteurs moins logiques
influencent les dépenses tels que certains modes
d'abus de consommation qu'il convient de qualifier
de mauvais usages ou de déviances.
Au-delà des techniques d'économie budgétaire et
des récupérations qui existent, il importe, pour
pallier ces dépenses injustifiées, de poursuivre
plus encore la politique de responsabilité des
acteurs (prestataires et patients), notamment par
une utilisation enfin rationnelle des diverses
données en matière de soins de santé ainsi que
par une optimalisation des techniques de
comptabilité.
Sans verser dans le dirigisme médico-social, il est
urgent de se doter des moyens de maîtrise des
dépenses sous peine de voir notre assurance
maladie échapper à tout contrôle et évoluer vers
une faillite dont la population, notamment la moins
favorisée, ferait les frais.
Je voudrais maintenant dire quelques mots au
sujet du volet Santé publique de cet ajustement.
Par ses atermoiements, ses reports, le budget de
la Santé publique donne plutôt l'impression d'une
sous-utilisation que d'un excès de dépenses.
Nous pensons, notamment au transfert du budget
de l'Agence fédérale pour la sécurité alimentaire
non encore fonctionnelle comme à diverses
mesures envisagées telles que la lutte contre le
tabagisme ou la pollution.
Notre souhait est que ces politiques se
concrétisent le plus rapidement possible. Nous
sommes conscients que la multiplication des
problèmes récents a compliqué la politique de la
Santé publique, mais nous espérons bien que tout
sera mis en oeuvre pour améliorer celle-ci.
J'en viens maintenant au volet Emploi et Travail.
Les affectations budgétaires traduisent assez bien
les réalisations de ce gouvernement en matière
d'emploi dont l'efficacité paraît déjà se traduire par
les fluctuations positives et négatives de certains
postes. Nous pensons ici au chômage global et à
celui des jeunes. Cette évolution des moyens y
affectés doit être poursuivie, ce qui n'exclut pas
une attention particulière au contrôle des critères
et moyens.
En ce qui concerne le volet Intégration sociale, on
ne peut que se réjouir de la diminution du budget
du minimex dès lors qu'il traduit une diminution du
nombre de bénéficiaires de ce minimex. Ceci
devra permettre une optimalisation de la politique
de la drogue visant à mettre en oeuvre des projets
de réinsertion des toxicomanes minimexés.
Voilà, monsieur le président, messieurs les
ministres, chers collègues, les quelques
remarques que je souhaitais apporter à ce
premier ajustement du budget.
02.68 Johan Vande Lanotte, ministre: Madame
Cahay, le souci du gouvernement va dans le
même sens que votre intervention. Les grandes
réformes, par exemple en ce qui concerne
l'Agence pour la sécurité de la chaîne alimentaire,
doivent être exécutées le plus vite possible. Je
réaffirme la volonté du gouvernement d'agir dans
le sens souhaité par l'intervenante.
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
En ce qui concerne Mme Herzet, je ne peux pas
répondre pour l'instant aux deux questions
spécifiques qu'elle a posées à propos du secteur
justice, mais je demanderai à mon collègue
Verwilghen d'y donner suite.
De voorzitter: De algemene bespreking is
gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar
2001. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1204/1)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi ajustant le budget des Voies et
Moyens de l'année budgétaire 2001. Le texte
adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1204/1)
Het wetsontwerp telt 10 artikelen.
Le projet de loi compte 10 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 10 alsook de bijgevoegde tabel
worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 10 ainsi que le tableau annexé
sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp houdende eerste aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (1205/1 en 2 + 1204/2
verslag met door de commissie aangenomen
amendementen en op blz. 130 aangebrachte
verbetering)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi contenant le premier ajustement du
budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2001. Le texte adopté par la
commission sert de base à la discussion. (Rgt
66,4) (1205/1 et 2 + 1204/2 rapport avec
amendements adoptés et correction apportée
par la commission, p. 130)
Artikel 1-01-1 wordt aangenomen.
L'article 1-01-1 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 1-01-2 (tabellen/tableaux)
- 15: Hagen Goyvaerts, Guido Tastenhoye
(1205/11)
- 14: regering/gouvernement (1205/10)
02.69 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op
een geniepige wijze is er ongeveer een maand
geleden besloten om prins Laurent voortaan een
jaarlijkse dotatie van 11 miljoen frank netto toe te
kennen. Dat is in alle stilte gebeurd en men heeft
blijkbaar geprobeerd om dat verborgen te houden.
Hieromtrent bestaan er echter een aantal
onduidelijkheden. Men vraagt ons hier om een
begrotingsaanpassing goed te keuren teneinde de
prins deze dotatie te verlenen. Wij zijn echter nog
niet in kennis gesteld van het wetsontwerp dat dit
mogelijk moet maken. Het is nog niet behandeld
in de commissie. (Onderbreking door minister
Vande Lanotte)
Mijnheer de minister, dat is toch een verkeerde
gang van zaken? We hebben dit wetsontwerp nog
niet eens onder ogen gekregen, laat staan dat het
al besproken zou zijn in de commissie. Op het
internet heb ik een ontwerp gevonden dat is
ingediend. Dat stemt echter helemaal niet overeen
met wat wij hier nu geacht worden goed te keuren.
U hebt namelijk een nieuwe basisallocatie ingelast
om de dotatie goed te keuren. Ze zou ingaan
vanaf 1 juli en wordt begroot op 5,5 miljoen frank,
de dotatie voor een half jaar. In het wetsontwerp
dat wij nog niet te zien kregen maar dat ik van het
internet heb geplukt, wordt in artikel 3 vermeld dat
een artikel 3bis wordt ingevoerd dat als volgt luidt:
"Met ingang van 1 juli 2001 wordt er ten laste van
de schatkist van het rijk aan zijne koninklijke
hoogheid prins Laurent een jaarlijkse dotatie van
272.682 euro verleend".
Omgerekend vertegenwoordigt dat een bedrag
van 11 miljoen frank. Het artikel vervolgt: "Voor de
periode van 1 juli 2001 tot 31 december 2001
geldt in de plaats van het bedrag van 272.682
euro, vermeld in het eerste lid, het bedrag van 11
miljoen Belgische frank". Wat is het nu? Geven wij
5,5 miljoen frank aan prins Laurent of 11 miljoen
frank? (Onderbreking door minister Vande
Lanotte)
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Mijnheer de minister, hier staat uitdrukkelijk: "Voor
de periode van 1 juli tot 31 december 11 miljoen
frank". Ik kan het u tonen. Wat zult u daarmee
doen? Zult u deze tekst amenderen?
02.70 Minister Johan Vande Lanotte: Wij zullen
dat zien op het ogenblik dat deze tekst wordt
besproken.
02.71 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Wij
geven dus als het ware een blanco cheque?
02.72 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
Tastenhoye, ik heb de indruk dat u nog niet goed
weet hoe de zaken er hier aan toegaan. Een
begroting voorziet in een aantal bedragen. Er is
evenwel altijd nog een wet nodig om het geld uit te
geven. Dat maakt een wezenlijk verschil. Het zou
goed zijn dat u dat verschil goed zou kennen, dan
zou u beide zaken niet vermengen. Het is niet
omdat in de begroting is opgenomen een toelage
te geven, dat deze toelage ook wordt betaald.
Daarvoor is nog een wettelijke basis nodig. Zolang
die wettelijke basis er niet is, kan niets worden
gedaan. Eenmaal de wettelijke basis is
goedgekeurd, wordt de begroting al dan niet
aangepast. Dat is de logische gang van zaken in
het parlement.
02.73 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik
blijf erbij dat de logische gang van zaken is dat u
eerst dit wetsontwerp behandelt, om daarna het
geld toe te kennen. Maar ja, ik zal hiermee
waarschijnlijk niet de logica volgen die deze
regering volgt.
Mijnheer de minister, ik heb even een rekening
gemaakt op basis van een bedrag van 11 miljoen
frank netto per jaar. Stel dat deze prins Laurent,
die nu ongeveer 35 jaar is, nog 50 jaar te leven
heeft, dan gaan wij in de komende jaren aan die
persoon nog 550 miljoen frank, in hedendaags
geld uitgedrukt, uitbetalen. Dat is meer dan een
half miljard frank. Dan spreek ik nog niet over alle
andere bijkomende posten, zoals de bewaking
van de prins, het onderhoud van zijn villa,
enzovoort. Als wij dit allemaal bij elkaar tellen, dan
betekent dit dat wij in de toekomst minstens 1
miljard frank aan deze nutteloze prins zullen
uitgeven.
Hij krijgt hiermee een levensverzekering, waar
men ú tegen kan zeggen. Dat betekent een
bedrag van 920.000 frank netto per maand. Als
een normale maand 20 werkdagen bedraagt, dan
ontvangt deze prins een bedrag van 45.000 frank
netto. Mijnheer de minister, u die pretendeert de
minister van de kleine man, van de sociale partij te
zijn, hoe kunt u in uw Volkshuizen gaan uitleggen
dat men netto 45.000 frank wil uitgeven aan een
nutteloze prins, wetende dat heel wat arbeiders
een hele maand hard moeten werken voor minder
dan 45.000 frank netto per maand? Hoe zult u dat
uitleggen aan uw achterban in de Volkshuizen,
waar vandaag Het Laatste Nieuws ligt?
Het Laatste Nieuws bloklettert: "De VLD gunt prins
Laurent geen 11 miljoen frank". Wij zullen zien of
de VLD dit hard zal maken. Ik geloof daar niets
van. De VLD zal straks of morgen wel bijdraaien.
In elk geval is de boodschap bij de man in de
straat en de man aan de toog goed overgekomen.
Dit jaar is er geen geld om het bestaansminimum
op te trekken. Vanaf volgend jaar is slechts 4%
beschikbaar om het bestaansminimum te
verhogen. Dit betekent - ik heb het uitgerekend -
dat een gezin dat nu ±
30.000 frank netto
bestaansminimum krijgt, volgend jaar 1.000 frank
per maand meer krijgt. Prins Laurent krijgt 45.000
frank netto per werkdag!
De koninklijke dotatie begint de spuigaten uit te
lopen. Dat zegt niet alleen het Vlaams Blok. Lees
er de perscommentaren van de jongste dagen
maar op na. Ik citeer Luc Van Der Kelen uit Het
Laatste Nieuws van vandaag: "Het officiële
koningshuis zou best beperkt blijven tot koning en
kroonprins. De andere prinsen zullen vroeg of laat
moeten leren voor zichzelf te zorgen".
De heer Goyvaerts citeerde daarnet uit Weekend
Knack van 30 mei 2001 waarin Tessa Vermeiren
zich eveneens afvraagt, ik citeer: "Hoe moet het in
de ogen van arbeidsongeschikten, mindervaliden,
bestaansminimumtrekkers en gepensioneerden
totaal onbegrijpelijk zijn als er geen geld is om in
hun noden te voorzien, maar zomaar 11 miljoen
frank kan worden vrijgemaakt voor een luimige
prins die totnogtoe niet bewezen heeft nuttig te zijn
voor dit land en voor zijn burgers". Dat is nog heel
braaf gesteld. Tessa stelt dan nog een retorische
vraag: "Moeten wij nu echt denken dat onze
koningskinderen eigenlijk niet verstandig genoeg
zijn om zelf een behoorlijke job te versieren? Voor
een baan van 11 miljoen frank moet je in het
normale leven natuurlijk wel iets meer in je mars
hebben dan aardig met honden omgaan en een
Ferrari als bedrijfswagen zit meestal ook niet in
het pakket". Aldus Tessa Vermeiren in Weekend
Knack.
Ook in andere publicaties vindt men dezelfde
bedenkingen terug. Ik citeer uit De Gazet van
Antwerpen die onlangs stelde: "Waarom moeten
nu alle prinsen een belastingvrije dotatie krijgen?
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Om met een Ferrari rond te scheuren?" In De
Standaard heeft Rolf Falter het over vadsige
koningen. Ik citeer: "Heel lang geleden ging het in
deze contreien net zo bij de dynastie van
de
Merovingers. Die hebben in de
geschiedenisboeken een vast epitheton gekregen:
de vadsige koningen". Rolf Falter wijst er terloops
ook op dat België zijn monarchie in feite tersluiks
betaalt, ik citeer: "zoals de man die voor thuis de
rekening van een hotelkamer wil verbergen".
Mijnheer de voorzitter, collega's, wij zijn
waarschijnlijk het enige land in West-Europa dat
momenteel een hele koninklijke meute
onderhoudt. Wij geven nu reeds dotaties aan de
koning en de koningin, aan Fabiola, aan prinses
Lilian, aan Filip en Mathilde, aan Astrid en nu ook
aan Laurent. Astrid zou een dotatie krijgen omdat
zij een kroostrijk gezin heeft. De vraag rijst dan
waarom men aan Laurent een dotatie geeft.
Laurent moet misschien ergens een kroostrijk
gezin onderhouden, maar officieel zijn wij daarvan
in elk geval niet op de hoogte.
Mijnheer de minister, het zou interessant zijn
indien u een licht kon werpen op deze kwestie.
In elk geval gaat deze dotatie te ver. In andere
monarchieën blijven de dotaties beperkt tot de
koning of de koningin, zoals in Spanje en Groot-
Brittannië, of eventueel ook tot de koningin-
moeder, zoals in Nederland, en tot de kroonprins.
In België gaat men werkelijk de hele koninklijke
familie onderhouden op kosten van de
belastingbetalers. Als men aan prins Laurent die
nu de zevende in rij is voor de troonopvolging, en
die bij heuglijk nieuws van prins Filip en prinses
Mathilde zelfs naar de achtste plaats zal verhuizen
een dotatie van 11 miljoen frank geeft, gaat men
dan ook de andere troonopvolgers voor hem een
dotatie geven? Wanneer men de achtste in rij een
dotatie geeft, kan men de nummers vier tot en met
zeven toch niet overslaan? Prinses Astrid heeft
vier kinderen. De oudste, Amadeo, moet nu
ongeveer vijftien jaar zijn. Over een jaar of drie
krijgt hij wellicht ook een dotatie?
De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, u kunt deze
familiekroniek straks buiten de vergadering
verderzetten. Ik stel voor dat u uw betoog stilaan
besluit.
02.74 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het loopt toch werkelijk de
spuigaten uit. De jaarlijkse koninklijke dotatie is nu
al opgelopen tot 293,8 miljoen frank voor de
civiele lijst van de koning en de koningin. Daarbij
komen nog de dotaties voor prinses Lilian: 16,2
miljoen frank, voor koningin Fabiola: 52,6 miljoen
frank, voor prins Filip en prinses Mathilde: onlangs
van 11 miljoen frank verdrievoudigd naar 33
miljoen frank, voor prinses Astrid 11 miljoen, en
nu krijgt ook prins Laurent nog eens 11 miljoen
frank. Alles samen geven wij dus zowat 420
miljoen frank per jaar uit voor deze koninklijke
poppenkast.
02.75 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mag ik heel kort
onderbreken? Ik kan enkel bijtreden wat collega
Tastenhoye zonet gezegd heeft. Verder wil ik
opmerken dat niemand in dit halfrond het blijkbaar
waagt om te protesteren tegen wat hier gezegd
wordt. Niemand neemt blijkbaar de verdediging op
van het circus van Laken. Ik vind dit een belangrijk
en merkwaardig feit. Het hele halfrond doet er het
zwijgen toe. Ik leid daaruit af dat onze collega's
beschaamd zijn over wat nu met de financiering
van de dotaties gebeurt. Uit het stilzwijgen hier leid
ik ook af dat weinig collega's die financiering nog
kunnen verdedigen.
De voorzitter: Mijnheer Laeremans, dit was geen
echte onderbreking, maar een indeplaatsstelling.
U trekt conclusies in de plaats van uw collega. Dat
is niet de bedoeling van het interruptierecht.
Mijnheer Tastenhoye, ik verzoek u stilaan uw
betoog te besluiten.
02.76 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik ga inderdaad mijn
betoog besluiten. Ik wil wel opmerken dat er geen
enkele reactie is van de socialisten, die toch de
werkman verdedigen en dus per definitie
republikeinen zouden moeten zijn. Zij zijn
zogezegd democraten. Welnu, het koningschap,
de monarchie die bij erfopvolging geregeld wordt,
is een aanfluiting van elk democratisch beginsel.
Ik wacht dus op een reactie van de socialisten,
zowel de Vlaamse als de Waalse, om ons bij te
treden in ons verzet tegen deze onverantwoorde
dotatie aan de koninklijke poppenkast. Ik hoop
ook dat de VLD, die vandaag in Het Laatste
Nieuws te kennen geeft zich te zullen verzetten,
voet bij stuk zal houden. Senator Dedecker heeft
gezegd dat hij het debat in de Senaat gaat
aanzwengelen. Ik hoop dat hij woord houdt. Op de
CVP zullen we terzake allicht niet moeten
rekenen. Het is immers de CVP die als
regimebevestigende partij, bij monde van collega
De Crem, zelf heeft aangedrongen om aan prins
Laurent een dotatie van 11 miljoen frank toe te
kennen.
Mijnheer de voorzitter, ik kijk met belangstelling uit
naar de stemming over dit amendement.
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
De
voorzitter: De stemming over de
amendementen, het artikel 1-01-2 en de
bijgevoegde tabellen wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements, l'article 1-01-2 et
les tableaux y annexés est réservé.
Artikel 1-01-3 (nieuw), zoals door de commissie
voorgesteld, wordt aangenomen.
L'article 1-01-3 (nouveau), tel que proposé par la
commission, est adopté.
De artikelen 2.12.1 tot 2.12.4, 2.13.1, 2.15.1 en
2.15.2, 2.16.1 tot 2.16.13, 2.18.1 en 2.18.2, 2.19.1
tot 2.19.5, 2.21.1 en 2.21.2, 2.23.1 tot 2.23.5,
2.26.1 tot 2.26.6, 2.31.1 en 2.31.2, 2.32.1, 2.33.1
en 2.33.2, 3-01-1, 4-01-1, 5-01-1 worden artikel
per artikel aangenomen.
Les articles 2.12.1 à 2.12.4, 2.13.1, 2.15.1 et
2.15.2, 2.16.1 à 2.16.13, 2.18.1 et 2.18.2, 2.19.1 à
2.19.5, 2.21.1 et 2.21.2, 2.23.1 à 2.23.5, 2.26.1 à
2.26.6, 2.31.1 et 2.31.2, 2.32.1, 2.33.1 et 2.33.2,
3-01-1, 4-01-1, 5-01-1 sont adoptés article par
article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen,
de aangehouden tabellen en het aangehouden
artikel alsook over het geheel zal later
plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements, les tableaux et l'article réservés
ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
La séance est levée à 12.38 heures. Prochaine
séance mercredi 20 juin 2001 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 12.38 uur.
Volgende vergadering woensdag 20 juni 2001 om
14.15 uur.
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
WOENSDAG 20 JUNI 2001
MERCREDI 20 JUIN 2001
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
Beslissingen Décisions
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet
van 6 april 1995 houdende inrichting van de
parlementaire overlegcommissie bedoeld in
artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State, heeft
de parlementaire overlegcommissie in haar
vergadering van 14 juni 2001 de volgende
beslissingen genomen:
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi
du 6 avril 1995
organisant
la
commission
parlementaire de concertation prévue à l'article 82
de la Constitution et modifiant les lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat, la commission parlementaire
de concertation a pris les décisions suivantes en sa
réunion du 14 juin 2001:
- overeenkomstig artikel 12, § 2, van de vermelde
wet en met toepassing van artikel 80 van de
Grondwet, heeft de commissie de termijnen
bepaald waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over de volgende wetsontwerpen,
waarvoor de regering de spoedbehandeling heeft
gevraagd:
- conformément à l'article 12, § 2, de la loi précitée
et en application de l'article 80 de la Constitution, la
commission a déterminé les délais dans lesquels le
Sénat aura à se prononcer sur les projets de loi
suivants, pour lequels le gouvernement a demandé
l'urgence:
a) voor het wetsontwerp tot wijziging van artikel 38
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992 inzake de bijdrage van de werkgever in de
reiskosten van de woonplaats naar de plaats
van tewerkstelling
(nr. 1267/12000/2001):
de
commissie heeft beslist de evocatietermijn op
5 dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast
te stellen;
a) pour le projet de loi modifiant l'article 38 du Code
des impôts sur les revenus 1992 en matière
d'intervention de l'employeur dans les frais de
déplacement du domicile au lieu du travail
(n° 1267/12000/2001): la commission a décidé de
fixer le délai d'évocation à 5 jours et le délai
d'examen à 30 jours;
b) voor het wetsontwerp houdende hervorming van
de personenbelasting (nr. 1270/12000/2001): de
commissie heeft beslist de evocatietermijn op
15 dagen en de onderzoekstermijn op 60 dagen
vast te stellen;
b) pour le projet de loi portant réforme de l'impôt
des personnes physiques (n° 1270/12000/2001):
la commission a décidé de fixer le délai d'évocation
à 15 jours et le délai d'examen à 60 jours;
c)
voor het wetsontwerp tot bekrachtiging en
wijziging van het koninklijk besluit van
22
februari
2001 houdende organisatie van de
controles die worden verricht door het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen en
tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 22
februari 2001 betreffende de financiering van het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen (nr.
1275/12000/2001): de
commissie heeft beslist de evocatietermijn op 5
dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast te
stellen;
c) pour le projet de loi portant confirmation et
modification de l'arrêté royal du 22 février 2001
organisant les contrôles effectués par l'Agence
fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire et
modifiant diverses dispositions légales et portant
confirmation de l'arrêté royal du 22 février 2001
relatif au financement de l'Agence fédérale pour la
Sécurité de la Chaîne alimentaire (n°
1275/1
2000/2001): la commission a décidé de fixer le délai
d'évocation à 5 jours et le délai d'examen à
30 jours;
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
d)
voor het wetsontwerp tot bevordering van
buurtdiensten en -banen (nr. 1281/12000/2001):
de commissie heeft beslist de evocatietermijn op
5 dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast
te stellen;
d)
pour le projet de loi visant à favoriser le
développement de services et d'emplois de
proximité (n° 1281/12000/2001): la commission a
décidé de fixer le délai d'évocation à 5 jours et le
délai d'examen à 30 jours;
e) voor het wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(nr. 1290/12000/2001): de commissie heeft beslist
de evocatietermijn op 5 dagen en de
onderzoekstermijn op 30 dagen vast te stellen;
e) pour le projet de loi visant à améliorer le taux
d'emploi des travailleurs (n° 1290/12000/2001): la
commission a décidé de fixer le délai d'évocation à
5 jours et le délai d'examen à 30 jours;
f) voor het wetsontwerp betreffende de verzoening
van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(nr. 1291/12000/2001): de commissie heeft beslist
de evocatietermijn op 5 dagen en de
onderzoekstermijn op 30 dagen vast te stellen;
f) pour le projet de loi relatif à la conciliation entre
l'emploi et la qualité de vie (n° 1291/12000/2001):
la commission a décidé de fixer le délai d'évocation
à 5 jours et le délai d'examen à 30 jours;
g) voor het wetsontwerp houdende de aanpassing
van de arbeidsongevallenverzekering aan de
Europese richtlijnen betreffende de directe
verzekering met uitzondering van de
levensverzekering (nr.
1292/12000/2001): de
commissie heeft beslist de evocatietermijn op
5 dagen en de onderzoekstermijn op 30 dagen vast
te stellen;
g) pour le projet de loi portant adaptation de
l'assurance contre les accidents du travail aux
directives européennes concernant l'assurance
directe autre que l'assurance sur la vie (n° 1292/1
2000/2001): la commission a décidé de fixer le délai
d'évocation à 5 jours et le délai d'examen à
30 jours;
- overeenkomstig de artikelen 2, 2°, en 12, § 1, van
de vermelde wet, heeft de commissie beslist dat de
verzoeken tot verlenging van de onderzoekstermijn
voor de Senaat, vervallen voor de volgende
wetsontwerpen:
- conformément aux articles 2, 2°, et 12, § 1
er
, de la
loi précitée, la commission a décidé que les
demandes de prolongation des délais d'examen
pour le Sénat, sont devenus sans objet pour les
projets de loi suivants:
a) voor het wetsontwerp tot wijziging van de wet van
27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder
winstgevend doel en aan de instellingen van
openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend
(nrs. K1854/1 tot 91998/1999);
a)
pour le projet de loi modifiant la loi du
27 juin 1921 accordant la personnalité civile aux
associations sans but lucratif et aux établissements
d'utilité publique (n
os
K1854/1 à 91998/1999);
b) voor het wetsontwerp tot wijziging van sommige
bepalingen van het Wetboek van strafvordering en
tot wijziging van de wet van 19
februari
2001
betreffende de proceduregebonden bemiddeling in
familiezaken (nrs. K912/1 tot 92000/2001);
b)
pour le projet de loi modifiant certaines
dispositions du Code d'instruction criminelle et
modifiant la loi du 19 février 2001 relative à la
médiation en matière familiale dans le cadre d'une
procédure judiciaire (n
os
K912/1 à 92000/2001);
- overeenkomstig de artikelen 2, 4°, en 12, § 1, van
de vermelde wet en met toepassing van artikel 81,
vijfde lid, van de Grondwet, heeft de commissie de
termijn bepaald waarbinnen de Kamer zich moet
uitspreken over het wetsontwerp tot wijziging van de
wet van 21 november 1989 betreffende de
verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake
motorrijtuigen en tot wijziging van artikel 31 van
de
wet van 25 juni 1992 op
de landverzekeringsovereenkomst
(nr. 1079/1
2000/2001): la commission a décidé de fixer le délai
d'examen à 30 jours.
- conformément aux articles 2, 4°, et 12, § 1
er
, de la
loi précitée et en application de l'article 81, alinéa 5,
de la Constitution, la commission a déterminé le
délai dans lequel la Chambre aura à se prononcer
sur le projet de loi modifiant la loi du
21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire
de la responsabilité civile en matière de véhicules
automoteurs et modifiant l'article 31 de la loi du
25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre
(n° 1079/12000/2001): de commissie heeft beslist
de onderzoekstermijn op 30 dagen vast te stellen.
Ter kennisgeving
Pour information
VOORSTELLEN PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
1. Wetsvoorstel (de dames Dalila Douifi en Magda
De Meyer) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek,
wat de familienaam betreft (nr. 1300/1).
1. Proposition de loi (Mmes Dalila Douifi et Magda
De
Meyer) modifiant le Code civil en ce qui
concerne le nom patronymique (n° 1300/1).
2.
Wetsvoorstel (mevrouw Trees Pieters)
betreffende de franchiseovereenkomst (nr. 1307/1).
2. Proposition de loi (Mme Trees Pieters) relative à
l'accord de franchise (n° 1307/1).
3. Wetsvoorstel (de heren Servais Verherstraeten,
Tony Van Parys en Jo Vandeurzen) tot wijziging van
artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek (nr. 1308/1).
3. Proposition de loi (MM. Servais Verherstraeten,
Tony Van Parys et Jo Vandeurzen) modifiant
l'article 374 du Code civil (n° 1308/1).
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
COMMISSIES COMMISSIONS
Verslagen Rapports
Volgende verslagen werden ingediend:
Les rapports suivants ont été déposés:
namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken,
de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
au nom de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique,
- door mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra, over
het College van deskundigen belast met de controle
van de geautomatiseerde stemmingen en
stemopneming (nr. 923/3);
-
par Mme Géraldine Pelzer-Salandra, sur le
Collège d'experts chargés du contrôle des
systèmes de vote et de dépouillement automatisés
(n° 923/3);
namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,
au nom de la commission des Finances et du
Budget,
- door de heer Aimé Desimpel, over:
- par M. Aimé Desimpel, sur:
. het wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar 2001
(nr. 1204/2);
. le projet de loi ajustant le budget des Voies et
Moyens de l'année budgétaire 2001 (n° 1204/2);
. het wetsontwerp houdende eerste aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001 (nr. 1205/9);
. le projet de loi contenant le premier ajustement du
budget général des dépenses de l'année budgétaire
2001 (n° 1205/9);
namens de commissie voor de Sociale Zaken,
au nom de la commission des Affaires sociales,
- door de heer Paul Timmermans, over:
- par M. Paul Timmermans, sur:
. het wetsontwerp tot bevordering van buurtdiensten
en -banen (nr. 1281/3);
. le projet de loi visant à favoriser le développement
de services et d'emplois de proximité (n° 1281/3);
. het wetsvoorstel van mevrouw Trees Pieters tot
wijziging van artikel 52 van de wet van 26 maart 1999
betreffende het Belgisch actieplan voor de
werkgelegenheid 1998 en houdende diverse
bepalingen, wat de dienstencheques betreft
(nr. 133/2);
. la proposition de loi de Mme Trees Pieters
modifiant l'article 52 de la loi du 26 mars 1999 relative
au plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant
des dispositions diverses en ce qui concerne les
chèques-services (n° 133/2);
. het wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
tot wijziging van de wet van 26 maart 1999
betreffende het Belgisch actieplan voor de
werkgelegenheid 1998 en houdende diverse
bepalingen met het oog op de uitbreiding van het
toepassingsgebied van de dienstencheques
(nr. 278/2);
. la proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur
modifiant la loi du 26 mars 1999 relative au plan
d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des
dispositions diverses en vue d'étendre le champ
d'application des chèques-services (n° 278/2);
namens de commissie voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing,
au nom de la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société,
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
-
door mevrouw Michèle Gilkinet, over het
wetsontwerp tot bekrachtiging en wijziging van het
koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende
organisatie van de controles die worden verricht
door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen en tot wijziging van diverse
wettelijke bepalingen en tot bekrachtiging van het
koninklijk besluit van 22 februari 2001 betreffende
de financiering van het Federaal Agentschap voor
de Veiligheid van de Voedselketen (nr. 1275/2).
- par Mme Michèle Gilkinet, sur le projet de loi
portant confirmation et modification de l'arrêté royal
du 22 février 2001 organisant les contrôles
effectués par l'Agence fédérale pour la Sécurité de
la Chaîne alimentaire et modifiant diverses
dispositions légales et portant confirmation de
l'arrêté royal du 22 février 2001 relatif au
financement de l'Agence fédérale pour la Sécurité
de la Chaîne alimentaire (n° 1275/2).
REGERING GOUVERNEMENT
Verslag Rapport
Bij brief van 12 juni 2001 zendt de minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast
met het Grootstedenbeleid, de agenda en het
verslag van het secretariaat-generaal van de Raad
over betreffende de Europese Raad Interne Markt,
Consumenten en Toerisme van 30 en 31 mei 2001.
Par lettre du 12 juin 2001, le ministre de l'Economie
et de la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, transmet l'ordre du jour
et le rapport du secrétariat général du Conseil
concernant le Conseil européen Marché interne,
Consommateurs et Tourisme des 30 et
31 mai 2001.
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au Comité d'avis
chargé de Questions européennes
Overgezonden koninklijk besluit
Arrêté royal transmis
Bij brief van 18 juni 2001 zendt de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen, met toepassing van
artikel 3bis, § 1, lid 2 en 3, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State, over vóór
bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad:
Par lettre du 18 juin 2001, le ministre des Affaires
sociales et des Pensions transmet, en exécution de
l'article 3bis, §
1
er
, alinéas 2 et 3, des lois
coordonnées sur le Conseil d'Etat, avant leur
publication au Moniteur belge:
1. het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 168
van de wet van 12 augustus 2000 houdende
sociale, budgettaire en andere bepalingen;
1. l'arrêté royal portant exécution de l'article 168 de
la loi du 12 août 2000 portant des dispositions
sociales, budgétaires et diverses;
2. het advies van de Raad van State;
2. l'avis du Conseil d'Etat;
3. het verslag aan de Koning alsmede de tekst van
het voormelde ontwerpbesluit die voor advies aan
de afdeling wetgeving van de Raad van State zijn
voorgelegd.
3. le rapport au Roi ainsi que le texte du projet
d'arrêté susvisé qui ont été soumis à l'avis de la
section de législation du Conseil d'Etat.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Algemene uitgavenbegroting 2001
Budget général des dépenses 2001
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie, bij brief van 5 juni 2001, een lijst over
met herverdelingen van basisallocaties betreffende
het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid
en Leefmilieu.
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet, par lettre du 5 juin 2001, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
ministère des Affaires sociales, de la Santé
publique et de l'Environnement.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
ARBITRAGEHOF COUR
D'ARBITRAGE
Arresten Arrêts
Met toepassing van artikel 113 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 113 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
-
het arrest nr.
80/2001 uitgesproken op
13 juni 2001 betreffende de prejudiciële vragen over
artikel 35, derde en vierde lid, van de wet van
27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van
28 december 1944
betreffende
de
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals
ingevoegd bij artikel 24 van de wet van 6 juli 1989,
gesteld door de correctionele rechtbank te Luik bij
vonnis van 3 maart 2000 inzake de arbeidsauditeur
tegen F. Hala en anderen, en de rechtbank van
eerste aanleg te Charleroi bij vonnis van
4 september 2000 inzake de arbeidsauditeur tegen
H. Akbar en anderen;
- l'arrêt n° 80/2001 rendu le 13 juin 2001 concernant
les questions préjudicielles relatives à l'article 35,
alinéas 3 et 4, de la loi du 27 juin 1969 révisant
l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la
sécurité sociale des travailleurs, tel qu'il a été inséré
par l'article 24 de la loi du 6 juillet 1989, posées par
le tribunal correctionnel de Liège par jugement du
3 mars 2000 en cause de l'auditeur du travail contre
F. Hala et autres, et par le tribunal de première
instance de Charleroi par jugement du
4 septembre 2000 en cause de l'auditeur du travail
contre H. Akbar et autres;
(rolnummers: 1902 en 2030)
(n
os
du rôle: 1902 et 2030)
-
het arrest nr.
81/2001 uitgesproken op
13 juni 2001 over de prejudiciële vraag betreffende
artikel 135, §
3, van het Wetboek van
Strafvordering, gesteld door het hof van beroep te
Gent bij arrest van 21 maart 2000 inzake J. Van
Durme tegen J. Verbanck en anderen;
- l'arrêt n° 81/2001 rendu le 13 juin 2001 relatif à la
question préjudicielle concernant l'article 135, § 3,
du Code d'instruction criminelle, posée par la cour
d'appel de Gand par arrêt du 21 mars 2000 en
cause de J. Van Durme contre L. Verbanck et
autres;
(rolnummer: 1924)
(n° du rôle: 1924)
-
het arrest nr.
82/2001 uitgesproken op
13 juni 2001 betreffende de prejudiciële vraag over
artikel 3, § 2, tweede lid, van het decreet van de
Vlaamse Raad van 23 oktober 1991 betreffende de
openbaarheid van bestuursdocumenten in de
diensten en instellingen van de Vlaamse regering,
gesteld door de Raad van State bij arrest van
23
februari
2000 inzake M. Wittouck tegen de
Vlaamse Gemeenschap.
- l'arrêt n° 82/2001 rendu le 13 juin 2001 relatif à la
question préjudicielle concernant l'article 3, § 2,
alinéa 2, du décret du Conseil flamand du
23 octobre 1991 relatif à la publicité des documents
administratifs dans les services et établissements
du gouvernement flamand, posée par le Conseil
d'Etat par arrêt du 23 février 2000 en cause de
M. Wittouck contre la Communauté flamande.
(rolnummer: 1943)
(n° du rôle: 1943)
Ter kennisgeving
Pour information
Prejudiciële vragen
Questions préjudicielles
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
- de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 43,
eerste en tweede lid, en 70, § 4, tweede lid, van het
Wetboek van de belasting over de toegevoegde
waarde, gesteld door het hof van beroep te
Antwerpen bij arrest van 3 april 2001 inzake de NV
Borsumij Belgium tegen de Belgische Staat;
- les questions préjudicielles concernant les articles
43, alinéas 1
er
et 2, et 70, § 4, alinéa 2, du Code de
la taxe sur la valeur ajoutée, posées par la cour
d'appel d'Anvers par arrêt du 3 avril 2001 en cause
de la SA Borsumij Belgium contre l'Etat belge;
(rolnummer: 2160)
(n° du rôle: 2160)
- de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van de
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals
gewijzigd bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996,
gesteld door de arbeidsrechtbank te Kortrijk bij
vonnis van 18 april 2001 inzake A. Kluev tegen het
OCMW te Kortrijk en door het arbeidshof te Gent bij
arrest van 27 april 2001 inzake M. Ahmeti tegen het
OCMW te Brugge; de beschikking tot
samenvoeging van de zaak met rolnummer 2163
met de reeds samengevoegde zaken nummers
2130 en 2140; de beschikking tot samenvoeging
van de zaak met rolnummer 2170 met de reeds
samengevoegde zaken nummers 2130, 2140 en
2163;
- les questions préjudicielles concernant l'article 57,
§ 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres
publics d'aide sociale, tel que modifié par l'article 65
de la loi du 15 juillet 1996, posées par le tribunal du
travail de Courtrai par jugement du 18 avril 2001 en
cause de A. Kluev contre le CPAS de Courtrai et
par la cour du travail de Gand par arrêt du
27 avril 2001 en cause de M. Ahmeti contre le
CPAS de Bruges; l'ordonnance de jonction de
l'affaire portant le numéro de rôle 2163 avec les
affaires déjà jointes numéros 2130 et 2140;
l'ordonnance de jonction de l'affaire portant le
numéro du rôle 2170 avec les affaires déjà jointes
numéros 2130, 2140 et 2163;
(rolnummers: 2130, 2140, 2163 en 2170)
(n
os
du rôle: 2130, 2140, 2163 et 2170)
- de prejudiciële vraag over artikel 164, derde lid,
van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994
betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gesteld
door de arbeidsrechtbank te Brugge bij vonnis van 4
mei 2001 inzake de Landsbond der christelijke
mutualiteiten tegen de BVBA Apotheek Beuselinck
en S. De Wulf en tegen de BVBA Apotheek
Beuselinck en F. Vroome;
- la question préjudicielle concernant l'article 164,
alinéa 3, de la loi coordonnée du 14 juillet 1994
relative à l'assurance obligatoire soins de santé et
indemnités, posée par le tribunal du travail de
Bruges par jugement du 4 mai 2001 en cause de
l'Union des mutualités chrétiennes contre la SPRL
"Apotheek Beuselinck" et S. De Wulf et contre la
SPRL "Apotheek Beuselinck" et F. Vroome;
(rolnummer: 2175)
(n° du rôle: 2175)
- de prejudiciële vraag over artikel 156 van de wet
betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen,
gecoördineerd op 14 juli 1994, gesteld door de
Commissie van beroep ingesteld bij de dienst voor
geneeskundige controle van het RIZIV inzake
Dr. J. Gelin, Dr. J. Smits en Dr. M. Grieten; de
beschikking tot samenvoeging van deze zaken met
de zaak met rolnummer 2165.
- la question préjudicielle concernant l'article 156 de
la loi coordonnée du 14
juillet
1994 relative à
l'assurance obligatoire soins de santé et
indemnisations, posée par la Commission d'appel
instituée auprès du service de contrôle médical de
l'INAMI en cause du Dr. J. Gelin, Dr. J. Smits et
Dr. M. Grieten; l'ordonnance de jonction de ces
affaires avec l'affaire portant le numéro de rôle
2165.
(rolnummers: 2165, 2196, 2197 en 2198)
(n
os
du rôle: 2165, 2196, 2197 et 2198)
Ter kennisgeving
Pour information
JAARVERSLAGEN RAPPORTS
ANNUELS
Kansspelcommissie
commission des Jeux de Hasard
Bij brief van 8 juni 2001 zendt de voorzitter van de
Kansspelcommissie, overeenkomstig artikel 16 van
de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de
kansspelinrichtingen en de bescherming van
de
spelers, het jaarverslag
2000 van de
Kansspelcommissie over.
Par lettre du 8 juin 2001, le président de la
commission des Jeux de Hasard transmet,
conformément à l'article 16 de la loi du 7 mai 1999
sur les jeux de hasard, les établissements de jeux
de hasard et la protection des joueurs, le rapport
d'activité 2000 de la commission des Jeux de
Hasard.
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Financiën en de
Begroting
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Finances et du Budget
Hoge Raad voor de Justitie
Conseil supérieur de la Justice
Bij brief van 13 juni 2001 zendt de voorzitter van de
Hoge Raad voor de Justitie, overeenkomstig
artikel 259bis-18 van het Gerechtelijk Wetboek, het
verslag van de Hoge Raad voor de Justitie over
betreffende de doorlichting van het parket te
Brussel, uitgevoerd in toepassing van de artikelen
259bis-12 en 259bis-17 van het Gerechtelijk
Wetboek.
Par lettre du 13 juin 2001, la présidente du Conseil
supérieur de la Justice transmet, conformément à
l'article 259bis-18 du Code judiciaire, le rapport du
Conseil supérieur de la Justice de l'audit du parquet
de Bruxelles, effectué en application des articles
259bis-12 et 259bis-17 du Code judiciaire.
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Justitie
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission de la Justice
Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der
zelfstandigen
Institut national d'assurances sociales pour travailleurs
indépendants
Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der
zelfstandigen heeft zijn activiteitenverslag 2000
overgezonden.
L'Institut national d'assurances sociales pour
travailleurs indépendants a transmis son rapport
d'activités 2000.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
Renvoi à la commission des Affaires sociales
RESOLUTIES RESOLUTIONS
Europees Parlement
Parlement européen
Bij brief van 13 juni 2001 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de teksten
over van dertien standpunten en drie resoluties
aangenomen door deze vergadering:
Par lettre du 13 juin 2001, le secrétaire général du
Parlement européen transmet le texte de treize
positions et trois résolutions adoptées par cette
assemblée:
1. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Cyprus betreffende de deelname
van Cyprus aan het Europees Milieuagentschap en
het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
1. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de
Chypre, concernant la participation de Chypre à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
2. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Malta betreffende de deelname
van Malta aan het Europees Milieuagentschap en
het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
2. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de
Malte, concernant la participation de Malte à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
3. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Bulgarije betreffende de deelname
van Bulgarije aan het Europees Milieuagentschap
en het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
3. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de la
Bulgarie, concernant la participation de la Bulgarie à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
20/06/2001
CRIV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
4. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Estland betreffende de deelname
van Estland aan het Europees Milieuagentschap en
het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
4. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République
d'Estonie, concernant la participation de l'Estonie à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
5. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Turkije betreffende de deelname
van Turkije aan het Europees milieuagentschap en
het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
5. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de
Turquie, concernant la participation de la Turquie à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
6. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Slowaakse Republiek betreffende de
deelname van Slovakije aan het Europees
Milieuagentschap en het Europees
milieuobservatie- en -informatienetwerk;
6. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République
slovaque, concernant la participation de la
Slovaquie à l'Agence européenne pour
l'environnement et au réseau européen
d'information et d'observation pour l'environnement;
7. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Slovenië betreffende de deelname
van Slovenië aan het Europees Milieuagentschap
en het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
7. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de
Slovénie, concernant la participation de la Slovénie
à l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
8. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Letland betreffende de deelname
van Letland aan het Europees Milieuagentschap en
het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
8. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de
Lettonie, concernant la participation de la Lettonie à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
9. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Hongarije betreffende de
deelname van Hongarije aan het Europees
Milieuagentschap en het Europees
milieuobservatie- en -informatienetwerk;
9. position sur la proposition de décision du Conseil
relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de
Hongrie, concernant la participation de la Hongrie à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
10. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Tsjechische Republiek betreffende de
deelname van Tsjechije aan het Europees
Milieuagentschap en het Europees
milieuobservatie- en -informatienetwerk;
10.
position sur la proposition de décision du
Conseil relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République
tchèque, concernant la participation de la
République tchèque à l'Agence européenne pour
l'environnement et au réseau européen
d'information et d'observation pour l'environnement;
11. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Roemenië betreffende de
deelname van Roemenië aan het Europees
Milieuagentschap en het Europees
milieuobservatie- en -informatienetwerk;
11.
position sur la proposition de décision du
Conseil relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la Roumanie,
concernant la participation de la Roumanie à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
CRIV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
12. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Litouwen betreffende de deelname
van Litouwen aan het Europees Milieuagentschap
en het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
12.
position sur la proposition de décision du
Conseil relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de
Lituanie, concernant la participation de la Lituanie à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
13. standpunt inzake het voorstel voor een besluit
van de Raad betreffende het sluiten van een
overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Polen betreffende de deelname
van Polen aan het Europees Milieuagentschap en
het Europees milieuobservatie- en -informatie-
netwerk;
13.
position sur la proposition de décision du
Conseil relative à la conclusion de l'accord entre la
Communauté européenne et la République de
Pologne, concernant la participation de la Pologne à
l'Agence européenne pour l'environnement et au
réseau européen d'information et d'observation
pour l'environnement;
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke hernieuwing en naar het
Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la société et
au Comité d'avis chargé de Questions européennes
14. resolutie over het Verdrag van Nice en de
toekomst van de Europese Unie;
14. résolution sur le traité de Nice et l'avenir de
l'Union européenne;
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen en naar het
Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures
et au Comité d'avis chargé de questions
européennes
15. resolutie over de mededeling van de Commissie
aan de Raad en het Europees Parlement Onze
behoeften en verantwoordelijkheden op elkaar
afstemmen milieu-aangelegenheden integreren in
de economische politiek;
15.
résolution sur la communication de la
Commission au Conseil et au Parlement européen
Concilier nos besoins et nos responsabilités en
intégrant les questions d'environnement dans la
politique économique;
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke hernieuwing, naar de commissie
voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la société, à la
commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au Comité d'avis
chargé de Questions européennes
16. resolutie over het verslag van de Commissie
over de EURES-activiteiten in de periode 1998-
1999: "Naar één Europese arbeidsmarkt: de
bijdrage van EURES".
16. résolution sur le rapport de la Commission sur
les activités EURES 1998-1999 « Vers un marché
européen intégré de l'emploi: la contribution
d'EURES ».
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
de Sociale Zaken en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission des Affaires sociales et au Comité
d'avis chargé de Questions européennes
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 PLEN 134
CRABV 50 PLEN 134
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag mercredi
20-06-2001 20-06-2001
10:00 uur
10:00 heures
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Wensen tot herstel
1
Voeux de rétablissement
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP
WETSONTWERPEN EN -VOORSTELLEN
1
PROJETS ET PROPOSITIONS DE LOI
1
Wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar
2001 (1204/1) (1206/1)
1
Projet de loi ajustant le budget des Voies et
Moyens de l'année budgétaire 2001 (1204/1)
(1206/1)
1
- Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001 (1205/1 tot 11)
2
- Projet de loi contenant le premier ajustement du
budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2001 (1205/1 à 11)
2
Algemene bespreking
2
Discussion générale
2
Sprekers: Hugo Coveliers, voorzitter van de
VLD-fractie, Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Claude Eerdekens, voorzitter
van de PS-fractie, Paul Tant, Jacqueline
Herzet, Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën , Hagen Goyvaerts,
Herman Van Rompuy, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie , Pierrette Cahay-André
Orateurs: Hugo Coveliers, président du
groupe VLD , Yves Leterme, président du
groupe CVP , Claude Eerdekens, président
du groupe PS , Paul Tant, Jacqueline
Herzet, Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances , Hagen Goyvaerts,
Herman Van Rompuy, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale , Pierrette Cahay-André
Bespreking van de artikelen
15
Discussion des articles
15
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
20
JUNI
2001
10:03 uur
______
du
MERCREDI
20
JUIN
2001
10:03 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.04 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.04 heures par M.
Herman De Croo, président.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Met zending buitenslands: Gerolf Annemans
Buitenslands: Stef Goris en Aimé Desimpel
Raad van Europa: Danny Pieters
Ambtsplicht: Philippe Seghin
Federale regering:
Louis Michel, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken: Griekenland
Luc Van den Bossche, minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen: gezondheidsredenen
André Flahaut, minister van Landsverdediging:
WEU (Parijs)
Jaak Gabriëls, minister van Landbouw en
Middenstand: Europese Landbouwraad
(Luxemburg)
Annemie Neyts-Uyttebroeck, staatssecretaris voor
Buitenlandse Handel: Rusland
Excusés
En mission à l'étranger: Gerolf Annemans
A l'étranger: Stef Goris et Aimé Desimpel
Conseil de l'Europe: Danny Pieters
Devoirs de mandat: Philippe Seghin
Gouvernement fédéral:
Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères: Grèce
Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de l'administration:
raisons de santé
André Flahaut, ministre de la Défense: UEO (Paris)
Jaak Gabriëls, ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes: Conseil européen agricole
(Luxembourg)
Annemie Neyts-Uyttebroeck, secrétaire d'Etat au
Commerce extérieur: Russie
01 Wensen tot herstel
De voorzitter: Ik heb vernomen dat minister
Vanden Bossche vannacht een verkeersongeval
heeft gehad. Ik wens hem veel beterschap.
01 Voeux de rétablissement
Le président: J'ai appris que M. Luc Vanden
Bossche, ministre de la Fonction publique, a été
victime, cette nuit, d'un accident de voiture. Je lui
souhaite un prompt rétablissement.
01.01 Yves Leterme (CVP): Ik sluit mij daarbij aan.
01.01 Yves Leterme (CVP): Je m'associe à ces
voeux.
Wetsontwerpen en -voorstellen
Projets et propositions de loi
02 Wetsontwerp houdende aanpassing van de 02 Projet de loi ajustant le budget des Voies et
20/06/2001
CRABV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar
2001 (1204/1) (1206/1)
- Wetsontwerp houdende eerste aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001 (1205/1 tot 11)
Moyens de l'année budgétaire 2001 (1204/1)
(1206/1)
- Projet de loi contenant le premier ajustement du
budget général des dépenses de l'année
budgétaire 2001 (1205/1 à 11)
Ik stel voor een enkele bespreking aan deze twee
wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule discussion
à ces deux projets de loi. (Assentiment)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
02.01 Hugo Coveliers (VLD): De heer Desimpel
laat zich verontschuldigen. Hij is door andere
verplichtingen weerhouden in het buitenland. Hij
verwijst naar zijn schriftelijke verslag.
02.01 Hugo Coveliers (VLD): M. Desimpel s'est
fait excuser. Il est retenu à l'étranger par d'autres
obligations. Il se réfère à son rapport écrit.
02.02 Yves Leterme (CVP): Ik protesteer
daartegen. Bij de begrotingscontrole bleek dat een
aantal knipperlichten op oranje staan. De pers heeft
er al meermaal melding van gemaakt. Ik betreur dat
de verslaggever naar zijn schriftelijk verslag verwijst
voor zo'n belangrijk ontwerp.
02.02 Yves Leterme (CVP): Je proteste contre
cette absence. Au moment du contrôle budgétaire,
plusieurs clignotants se sont allumés. Il en a été
abondamment question dans la presse. Je regrette
que, pour un projet d'une telle importance, le
rapporteur se réfère à son rapport écrit.
02.03 Hugo Coveliers (VLD): Het zijn de
commissies die de verslaggevers aanduiden.
Misschien moet daarover in de commissies worden
gedebatteerd bij de keuze van een verslaggever.
De voorzitter: Bovendien is er niet steeds op
woensdag plenaire zitting.
02.03 Hugo Coveliers (VLD): Les rapporteurs
sont désignés par les commissions. Peut-être ce
problème devrait-il être abordé en commission, au
moment du choix du rapporteur.
Le président: Par ailleurs, la Chambre ne se réunit
pas en séance plénière tous les mercredis.
02.04 Yves Leterme (CVP): Het is niet
uitzonderlijk dat er op woensdag plenaire
vergaderingen zijn. Dat is geen excuus. Ik kom nu
tot mijn uiteenzetting.
02.04 Yves Leterme (CVP): L'organisation de
séances plénières le mercredi ne présente pas un
caractère exceptionnel. Cet élément ne constitue
pas une excuse valable.
02.05 Yves Leterme (CVP): Ik ben blij met de
aanwezigheid van de minister van Financiën, maar
zou de minister van Begroting hier ook graag
hebben. De begrotingscontrole is hallucinant. In het
begin van de discussie zei de minister van
Begroting dat de gegevens intussen gewijzigd zijn
en dat een nieuwe begrotingscontrole nodig is. Een
eerste discussiepunt betreft de fiscale druk.
Volgens de regering zou die druk dalen. Er wordt
een belastingvermindering voorgespiegeld. Tot op
heden is daar niets van terechtgekomen. De fiscale
druk is zelfs gestegen. De minister van Begroting
heeft zijn beweringen van enige tijd geleden
weerlegd en gezegd dat men ook rekening moet
houden met de parafiscale druk die zou gedaald
zijn. Intussen wordt niet ontkend dat de fiscale druk
stijgt.
02.05 Yves Leterme (CVP): J'en arrive maintenant
à mon exposé. Si je me réjouis de la présence du
ministre des Finances, j'apprécierais également
celle de son collègue du Budget. Le déroulement du
contrôle budgétaire dépasse tout entendement, le
ministre du Budget ayant affirmé, au début de la
discussion, que les chiffres avaient changé et qu'un
nouveau contrôle s'imposait. A propos de la
pression fiscale - premier thème que j'aborderai -, le
gouvernement avait annoncé qu'elle allait se réduire
et il faisait miroiter la perspective d'une diminution
des impôts. A ce jour, rien de tout cela ne s'est
concrétisé et, dans les faits, la pression fiscale a
même augmenté. Le ministre du Budget a réfuté
l'argumentation que j'avais développée il y a
quelque temps, en faisant valoir qu'il fallait tenir
compte également de la diminution de la pression
parafiscale. Dans l'intervalle, on ne nie pas que la
pression fiscale augmente.
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Wij zijn uitgegaan van een reële groei van het BBP
met 2,8 procent en een deflatie van 1,5 procent.
Daarbij gaan we uit van een BBP van 10,355 miljard
frank, terwijl de regering spreekt van 10.394 miljard
frank waarbij ze uitgaat van een reële groei van 2,5
procent en een deflatie van 2,3 procent. Dat zou
een groei van 2,2 procent met zich brengen. Met
een fiscale ontvangst van 2.977 miljard frank geeft
dat een fiscale druk van 28,7 procent, wat een
stijging is tegenover 2000.
Notre analyse et celle du gouvernement sont
fondées sur des chiffres différents : alors que nous
prévoyons une croissance réelle du PNB de 2,8
pour cent et un déflateur de 1,5 pour cent, pour un
PNB de 10.355 milliards de francs, le
gouvernement s'inspire d'une croissance réelle de
2,5 pour cent et un déflateur de 2,3 pour cent, pour
un PNB de 10.394 milliards de francs. La
croissance devrait être de 2,2 pour cent. Les
recettes fiscales s'élevant à 2.977 milliards de
francs, la pression fiscale est de 28,7 pour cent, soit
une augmentation par rapport à 2000.
Een ander punt van discussie is de evolutie van de
primaire uitgaven. De minister heeft, zowel in De
Morgen als in de commissie voor Financiën, de
opmerkingen van mijn partij tegengesproken. De
gouverneur van de Nationale Bank heeft wel
degelijk de benadering van de CVP onderschreven.
Ik ontken met klem dat de CVP de cijfers vertekend
zou voorstellen. Minister Vande Lanotte beweert dat
we voor 2000 uitgaan van de reële cijfers en voor
2001 van de begroting. Dat is niet het geval; we
gaan zowel voor 2000 als voor 2001 uit van de
kredieten.
Voor 2000 gaan we uit van een bedrag van 1.117,7
miljard frank als primaire uitgaven. Het gaat hierbij
wel degelijk om kredieten, waarop we twee
correcties toepassen: enerzijds 6,2 miljard frank
voor de investeringssubsidie die werd doorgestort
aan de NMBS voor de HST tussen Antwerpen en
Rotterdam en anderzijds 2,1 miljard frank voor de
niet-uitbetaalde schijf van het voorziene krediet voor
de financiering van NMBS-investeringen.
Autre point de discussion : l'évolution des dépenses
primaires. Tant dans le journal De Morgen qu'en
commission des Finances, le ministre a réfuté
l'argumentation de mon parti. Je tiens à faire
observer que, dans l'intervalle, le gouverneur de la
Banque nationale a fait siennes les thèses du CVP.
Je m'inscris avec force en faux contre les
allégations selon lesquelles le CVP aurait tronqué
les chiffres. Le ministre Vande Lanotte affirme que,
pour 2000, nous fondons notre analyse sur les
chiffres réels, alors que notre analyse pour 2001
serait basée sur le budget. Voilà qui est inexact :
tant pour 2000 que pour 2001, nous nous basons
sur les crédits.
Pour 2000, nous nous fondons sur des dépenses
primaires de 1.117,7 milliards de francs, s'agissant
bel et bien de crédits, auxquels nous appliquons
deux correctifs : d'une part, la subvention pour
investissement de 6,2 milliards de francs versée à
la SNCB pour le tracé du TGV entre Anvers et
Rotterdam et, d'autre part, un montant de 2,1
milliards de francs pour la tranche de crédits prévue
pour le financement des investissements de la
SNCB, qui n'a pas encore été versée.
Indien de minister deze uitgaven in rekening brengt
om de primaire uitgaven 2000 te berekenen, dan
betekent dit dat hij deze kunstmatig verhoogt, met
als gevolg een vertekening van de vergelijking met
2001.
Voor 2001 gaan we vanzelfsprekend uit van
kredieten, waarop we ook een aantal correcties
hebben toegepast.
Si le ministre prend en compte ces dépenses pour
le calcul des dépenses primaires pour 2000, cela
revient à gonfler ces chiffres, ce qui ne peut que
fausser la comparaison avec les chiffres de 2001.
Pour 2001, nous nous fondons bien entendu sur
des crédits, auxquels nous avons apporté un certain
nombre de corrections.
Wij houden rekening met een verhoging voor het
schoolwaarborgfonds, dat werd toegekend aan een
thesaurierekening, verhogingen voor
veiligheidscontracten, voor Landsverdediging en
voor de overheveling van het begrotingsfonds
betaald educatief verlof naar de RVA. Zo komen wij
tot een bedrag van 1.168 miljard frank. Voor de
primaire uitgaven moet dus worden gewaarschuwd.
Er wordt een te gemakkelijke begrotingspolitiek
Nous tenons compte d'une augmentation pour le
Fonds de garantie des bâtiments scolaires affectée
à un compte de trésorerie, d'augmentations pour
les contrats de sécurité et la Défense nationale ainsi
que pour le transfert du fonds budgétaire afférent
au congé-éducation payé à l'ONEM. Nous obtenons
ainsi un montant de 1.168 milliards. Il faut donc
surveiller l'évolution des dépenses primaires et
mener une politique budgétaire plus rigoureuse. De
20/06/2001
CRABV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
gevoerd. Bovendien blijven wij bij de stelling dat de
norm aangaande de primaire uitgaven van
toepassing is op entiteit I, zijnde de federale
overheid en de sociale zekerheid. Er is een
nominale toename van de primaire uitgaven van
3,03 procent; dus ruim boven de norm van 1,5
procent. Wat de primaire uitgaven in de sociale
zekerheid zelf betreft, ziet de toestand er niet
bemoedigend uit. Ook daar wordt de 1,5
procentnorm niet gehaald. De stijging van de
primaire uitgaven bedraagt 1,8 tot 2,2 procent. Op
basis van onze cijfers stijgen de primaire uitgaven
voor entiteit I met liefst 2,55 procent.
plus, nous considérons que la norme relative aux
dépenses primaires s'applique à l'entité I, à savoir
l'autorité fédérale et la sécurité sociale. Les
dépenses primaires affichent une augmentation
nominale de 3,03 pour cent, ce qui est largement
supérieur à la norme de 1,5 pour cent. En matière
de sécurité sociale, l'évolution des dépenses
primaires n'est guère plus encourageante puisque
la norme de 1,5 pour cent y est également
dépassée. L'augmentation des dépenses primaires
se situe entre 1,8 et 2,2 pour cent. D'après les
chiffres dont nous disposons, les dépenses
primaires pour l'entité I augmenteraient de 2,55
pour cent.
De minister beweert dat er niet aan debudgettering
wordt gedaan en dat de begroting zeer orthodox
wordt opgesteld. Wij hebben erop gewezen dat men
allerlei manipulaties toepast om de primaire
uitgaven te flatteren. De minister heeft ons trouwens
op een aantal punten gelijk moeten geven.
Via het schoolwaarborgfonds wordt stiekem 275
miljoen frank overgeheveld naar het Franstalig
onderwijs door het krediet van 1,446 miljard frank
dat ingeschreven stond op de toelage aan het
waarborgfonds te vervangen door 1,721 miljard
frank en deze in te schrijven op de
rijksschuldbegroting. Die 275 miljoen frank moet
dienen om het deficit langs Franstalige zijde op te
vangen. Het waarborgfonds voor schoolgebouwen
mag enkel dienen voor verplichtingen uit het
verleden, met name rentetoelagen van voor 31
december 1989. Ik vraag me dan ook af hoe men
die meeruitgaven zal verantwoorden.
Le ministre prétend qu'il n'y a pas de
débudgétisations et que l'orthodoxie budgétaire a
été respectée. Nous avons dénoncé toutes les
manipulations destinées à masquer l'évolution
défavorable des dépenses primaires. Le ministre
nous a d'ailleurs donné raison sur un certain
nombre de points.
On se sert du Fonds de garantie des bâtiments
scolaires pour transférer subrepticement 275
millions à l'enseignement francophone en
remplaçant le crédit de 1,446 milliard inscrit à titre
de subside pour le Fonds de garantie des bâtiments
scolaires par un crédit de 1,721 milliard et en
inscrivant celui-ci au budget de la dette de l'Etat.
Ces 275 millions épongeront le déficit du côté
francophone. Le Fonds de garantie des bâtiments
scolaires ne peut servir qu'à honorer des obligations
héritées du passé, à savoir les subventions-intérêts
antérieures au 31 décembre 1989. Dès lors, je me
demande comment on justifiera ces dépenses
supplémentaires.
Volgend punt van kritiek op de begrotingspolitiek
van de federale regering is dat de budgettaire
marges zelfs bij het respecteren van de 1,5
procent uitgavengroei ontoereikend zijn. Dit
kunnen we concluderen via een actualisering
rekening houdend met het Lambermontakkoord
van tabel 22 van het jaarverslag van de Nationale
Bank. De daarin vermelde cijfers houden dan nog
geen rekening met eventuele effecten van een
lagere economische groei en de onverwacht vroege
overschrijding van de spilindex. Dit zijn echter niet
de enige zorgen voor de minister van Begroting. Er
zijn ook nog de problemen in de ziekteverzekering,
die afstevent op een tekort van 8 miljard frank en de
uit de hand lopende primaire uitgaven.
La critique suivante à laquelle s'expose la politique
budgétaire du gouvernement fédéral est que les
marges budgétaires sont insuffisantes, même si on
respecte la norme de 1,5 % en matière de
croissance des dépenses. Si nous pouvons
l'affirmer, c'est sur la base d'une actualisation,
compte tenu des accords du Lambermont, du
tableau 22 du rapport annuel de la Banque
Nationale. Et il convient malheureusement de
préciser que les chiffres qui y figurent ne tiennent
pas compte des effets éventuels d'une croissance
économique inférieure et du dépassement précoce
et inattendu de l'indice pivot. Mais ce ne sont pas là
les seules préoccupations du ministre du Budget. Il
faut y ajouter les problèmes qui se posent dans le
domaine de l'assurance-maladie, laquelle se dirige
tout droit vers un déficit de 8 milliards, et la dérive
des dépenses primaires.
Op de koop toe zijn er de tegenvallende BTW-
inkomsten en de "vergetelheid" van minister
En outre, les recettes de la TVA sont décevantes et
le ministre Duquesne a "oublié" d'inscrire à son
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Duquesne om kredieten in zijn begroting in te
schrijven ten bedrage van 1,1 miljard frank voor de
beveiliging van de eurotransporten naar de
banken... Op die manier begrijpt men steeds beter
waarom minister Vande Lanotte ineens een extra
begrotingscontrole inlast op het einde van deze
maand.
budget des crédits s'élevant à 1,1 milliard de francs
et portant sur la sécurisation des transports d'euros
vers les banques, ... Dans ces conditions, on
comprend mieux pourquoi le ministre Vande
Lanotte doit subitement intercaler un contrôle
budgétaire supplémentaire à la fin de ce mois.
Ik toonde dus aan dat de fiscale druk en de primaire
uitgaven stijgen. De 1,5 procentnorm wordt niet
gerespecteerd, ondanks een reeks
debudgetteringen en andere begrotingstechnieken.
De budgettaire marge wordt duidelijk overschreden.
Ik ben benieuwd naar de repliek van de regering op
onze kritiek. (Applaus CVP)
J'ai donc démontré que la pression fiscale et les
dépenses primaires augmentent. La norme de
1,5% n'est pas respectée en dépit d'une série de
débudgétisations et d'autres techniques
budgétaires. La marge budgétaire est
manifestement dépassée. Je suis curieux
d'entendre la réplique du gouvernement aux
critiques que nous avons exprimées.
(Applaudissements sur les bancs du CVP)
02.06 Claude Eerdekens (PS): Een begroting kan
ambitieus en voorzichtig tegelijk zijn, dat is geen
contradictie. Als we zouden zwelgen in
zelfvoldaanheid lopen we natuurlijk zo ons ongeluk
tegemoet. In het goudhamsterbeleid kunnen wij ons
dan ook best vinden.
Deze begrotingsaanpassing is grosso modo
gebaseerd op de redelijke hypothesen van het
Planbureau. Dat is uitgegaan van een
vooropgestelde groei van 2,5%, wat redelijk is,
temeer daar geen rekening gehouden werd met de
recente rentevoetdaling.
Er wordt gewerkt met een voorzichtige raming van
de fiscale en parafiscale ontvangsten.
Deze begroting bevat niettemin een aantal
vernieuwende krachtlijnen, die in de lijn liggen van
de prioriteiten van de PS. Er worden middelen
uitgetrokken om de vergrijzing van de bevolking te
ondervangen, voor de financiering van de
Gemeenschappen en Gewesten, de modernisering
van de sociale zekerheid, de armoedebestrijding en
een beter functionerend openbaar ambt.
02.06 Claude Eerdekens (PS) : Un budget peut
être ambitieux et prudent, ce n'est pas
contradictoire. Cependant, une auto-satisfaction
nous précipiterait dans le plus grand des pièges. La
politique du « hamster doré » peut donc nous plaire.
Dans les grandes lignes, cet ajustement se base
sur les hypothèses du Bureau du plan. Celui-ci a
travaillé sur une hypothèse de croissance de 2,5 %,
ce qui est raisonnable, d'autant plus qu'il n'a pas été
tenu compte de la récente baisse des taux
d'intérêts.
Les recettes fiscales et parafiscales sont
envisagées avec prudence.
Ce budget n'en comporte pas moins des axes
novateurs rencontrant les priorités du PS.
Des dépenses sont prévues pour faire face au
vieillissement de la population, pour financer
Communautés et Régions, moderniser la sécurité
sociale, lutter contre la pauvreté et améliorer la
fonction publique.
Wij verheugen ons over de middelen die de vice-
premier worden toebedeeld voor de bestrijding van
de jeugdwerkloosheid en de werkloosheidsvallen,
de startbaanovereenkomst, de oprichting van kleine
ondernemingen en de bevordering van de toegang
tot de arbeidsmarkt, meer bepaald voor vrouwen.
Wij zijn bijgevolg tevreden met deze begroting.
Niettemin wil ik de regering eraan herinneren dat
het erop aankomt de gemeenten een ruggensteun
te geven door de bijdrage die zij voor de
opcentiemen betalen, te verlagen.
Ten slotte maak ik mij zorgen over de impact van
Nous nous réjouissons des moyens mis à la
disposition de la vice-première ministre en matière
de chômage des jeunes, de convention de premier
emploi, de lutte contre les pièges à l'emploi, de
création de petites entreprises et d'accès à l'emploi,
particulièrement pour les femmes.
Nous sommes donc satisfaits de ce budget. Ceci
dit, je rappelle au gouvernement qu'il est important
de concrétiser la réduction de la contribution que
paient les communes pour les additionnels ; ce
serait un fameux coup de pouce.
Enfin, j'ai des craintes quant à l'impact de la
20/06/2001
CRABV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
de politiehervorming. Volgens mij is dit de zoveelste
hervorming die met name inzake de verzekering
van de politievoertuigen onvoldoende doordacht is.
Dient het nog gezegd: de staat is zijn eigen
verzekeraar.
réforme des polices - à mon sens un nouveau train
lancé dans le brouillard - notamment en matière
d'assurance des véhicules de police. Dois-je vous le
rappeler, l'Etat est son propre assureur.
02.07 Paul Tant (CVP): Wij hebben de voorbije
maanden voortdurend gewaarschuwd van die
escalatie. Toen was het nog niet te laat, maar
niemand in de meerderheid bracht dan de moed op
om onze redenering te volgen, laat staan te
verdedigen. Vandaag erkent de heer Eerdekens de
verregaande gevolgen van de politiehervorming
voor de gemeentefinanciën. Ik betreur dat men in
dit Parlement niet luistert naar de oppositie.
De voorzitter: Ik herinner er u aan dat de heer
Eerdekens de minister van Binnenlandse Zaken
daarover elke donderdag aan de tand voelt.
02.07 Paul Tant (CVP): Au cours des mois
écoulés nous avons constamment attiré l'attention
sur les risques d'une telle escalade. A ce moment-là
il n'était pas trop tard, mais au sein de la majorité
personne n'a eu le courage de suivre notre
raisonnement, et certainement pas de le défendre.
Aujourd'hui, M. Eerdekens reconnaît que la réforme
des polices a de lourdes conséquences pour les
finances communales. Je déplore que l'on ne soit
pas à l'écoute de l'opposition dans ce Parlement.
Le président : Je vous rappelle que, chaque jeudi,
M. Eerdekens interroge à ce sujet le ministre de
l'Intérieur.
02.08 Claude Eerdekens (PS): En ik zal dat
morgen opnieuw doen! Persoonlijk ben ik over die
kwestie zeer ongerust. Die hervorming is weliswaar
met de beste bedoelingen opgezet, maar de
gemeenten maken zich terecht grote zorgen nu zij
zicht hebben op de kwalijke gevolgen van de
bepalingen van het Mammoetbesluit. De
recuperatieregeling is onbetaalbaar. Zo hebben wij
moeten vaststellen dat nieuwe politiemensen die in
dienst treden meer verdienen dan dienstchefs met
dertig jaar dienst! Wij zullen in de tien proefzones
kunnen vaststellen wat daarvan de gevolgen zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat de totale kostprijs, voor
de gemeenten en de federale overheid samen,
hoger zal uitvallen dan de meest pessimistische
ramingen.
02.08 Claude Eerdekens (PS) : Et je l'interrogerai
encore demain ! A titre personnel, je vous dirai que
je suis vraiment inquiet en cette matière. Il y a eu,
certes, une volonté de bien organiser cette réforme,
mais, lorsque les communes détectent des effets
pervers dans l'arrêté Mammouth, elles sont en droit
d'être inquiètes. Le système de récupération est
impayable. Ainsi avons-nous dû constater que de
nouveaux policiers entrant en fonction gagneront
davantage que des chefs de services en fonction
depuis trente ans ! Nous verrons les conséquences
dans les dix zones pilote définies.
Je suis convaincu que le coût global, pour les
communes et pour l'État fédéral, dépannera les
prévisions les plus pessimistes.
02.09 Paul Tant (CVP): U mag niet nalaten de
verantwoordelijken aan te wijzen. Men heeft omwille
van de pacificatie vooraf alles toegegeven. Er werd
nooit met de vakbonden onderhandeld. De vraag is
wie de rekening zal betalen? Hoe zal de veiligheid
van de burger gegarandeerd worden? Kan u deze
problemen oplossen?
02.09 Paul Tant (CVP): Vous ne pouvez omettre
de désigner les responsables. Vous avez tout
sacrifié sur l'autel de la pacification. Vous n'avez
jamais organisé la moindre concertation avec les
syndicats. La question est de savoir qui paiera la
facture. Comment garantirez-vous la sécurité de
nos concitoyens ? Etes-vous en mesure de
résoudre ces problèmes ?
02.10 Claude Eerdekens (PS): De heer Tant is
terzake uitstekend onderlegd. Als voorzitter van de
commissie voor de Binnenlandse Zaken staat zijn
deskundigheid op dat vlak buiten kijf.
02.10 Claude Eerdekens (PS) : M. Tant est un
expert qualifié en ce domaine en tant que président
de la Commission de l'Intérieur. Son expertise est
remarquable.
02.11 Hugo Coveliers (VLD): De discussie over de
politiehervorming moet ten gronde worden gevoerd.
Men mag het niet enkel hebben over de verdeling
van de kosten. Vervolgens haalt de heer Tant ten
onrechte aan dat er een probleem is met de grote
agglomeraties: indien men erin slaagt iedereen te
02.11 Hugo Coveliers (VLD): La réforme des
polices doit faire l'objet d'un débat de fond. Nous ne
pouvons nous borner à parler de la répartition des
coûts. Je voudrais ajouter que M. Tant a tort de
faire état d'un problème en ce qui concerne les
grandes agglomérations. En effet, si nous
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
doen werken is er geen probleem. Ook werd er niet
te weinig onderhandeld met de vakbonden, maar
integendeel te veel.
réussissons à faire travailler tout le monde, nous
n'aurons aucun problème. En outre, il est faux que
nous ayons trop peu négocié avec les syndicats. La
vérité, c'est que nous avons trop négocié avec eux.
02.12 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Mijn
fractie deelt de bezorgdheid van de heer Eerdekens
terzake, maar de oprechtheid van de partijen mag
niet ter discussie worden gesteld.
Bij de onderhandelingen met de vakbonden werden
veel toegevingen gedaan en nu zullen wij voor dat
alles moeten betalen.
Ten slotte stemde de minister in met een herziening
van deze wet. Vooral de buurtpolitie is van wezenlijk
belang en moet over voldoende middelen
beschikken.
02.12 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC) : Mon
groupe partage les inquiétudes de M. Eerdekens à
ce propos, mais la bonne foi des parties n'est pas à
mettre en cause.
De nombreuses concessions ont été faites au cours
de la négociation avec les syndicats et c'est nous
qui devons payer la facture !
Enfin, le ministre a acquiescé à la révision de cette
loi. Ce qui compte, c'est la police de proximité que
nous devons doter de moyens suffisants.
02.13 Claude Eerdekens (PS): Ik ben het geheel
met mevrouw Herzet eens. Wij zullen echter met de
minister van Begroting afspraken moeten maken
voor 2002 en de daaropvolgende jaren teneinde de
kwaliteit van de federale politie veilig te stellen.
02.13 Claude Eerdekens (PS) : Je suis tout à fait
d'accord avec Mme Herzet, mais il y aura des
rendez-vous à prendre avec le ministre du Budget
en 2002 et par après, afin d'assurer une police
fédérale de qualité.
02.14 Dirk Pieters (CVP): De heer Eerdekens blijft
pleiten voor de afschaffing van de drie procent
inningskosten. Het wetsontwerp tot hervorming van
de personenbelasting zal de gemeenten intussen
nogmaals 8 miljard kosten. Is de heer Eerdekens
zich bewust van deze bijkomende aderlating?
02.14 Dirk Pieters (CVP) : M. Eerdekens plaide
toujours pour la suppression des frais de perception
qui s'élèvent actuellement à 3%. Cependant, le
projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques représente un coût
supplémentaire de huit milliards pour les
communes. M. Eerdekens se rend-il compte de la
nouvelle saignée qu'entraînera ce projet?
02.15 Yves Leterme (CVP): De heer Eerdekens
werpt zich op als verdediger van de gemeenten.
Staat zijn fractie achter de agendering van het
ontwerp Lizin in de commissie Financiën en
Begroting onmiddellijk na de behandeling van het
ontwerp betreffende de belastinghervorming?
02.15 Yves Leterme (CVP): Monsieur Eerdekens
se profile comme le défenseur des communes. Son
groupe admet-il que le projet de Mme Lizin soit
porté à l'ordre du jour de la commission des
Finances et du Budget, immédiatement après du
projet relatif à la réforme fiscale ?
02.16 Paul Tant (CVP): Het ontwerp wordt best
geagendeerd wanneer minister Vande Lanotte er
niet is, want die slaagt er keer op keer in de
behandeling op de lange baan te schuiven.
02.16 Paul Tant (CVP): Il est préférable de porter
le projet à l'ordre du jour en l'absence du Ministre
Vande Lanotte, car il parvient à chaque fois à
renvoyer la discussion aux calendes grecques.
02.17 Claude Eerdekens (PS): Alle collega's, over
de partijgrenzen heen, delen de vrees van de
gemeenten voor budgettaire problemen. Als het
Lambermont-akkoord wordt goedgekeurd, is de
herfinanciering van de deelgebieden een feit, maar
vallen de lokale besturen niet uit de boot ?
Wat het voorstel van mevrouw Lizin betreft, wijs ik
erop dat de administratieve kosten waarvan sprake
een aan de gemeente verleende dienst dekken,
namelijk de inning van belastingen ten bate van de
gemeente.
02.17 Claude Eerdekens (PS): Les craintes
budgétaires des communes sont partagées par
l'ensemble des collègues de toutes les formations.
Si Polycarpe est voté, le refinancement des
pouvoirs régionalisés est assuré, mais le pouvoir
local, lui, n'est-il pas fragilisé ?
En ce qui concerne la proposition de Mme Lizin, je
rappellerai que ces frais administratifs
correspondent à un service rendu aux communes:
la perception d'impôts en leur faveur.
20/06/2001
CRABV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Als er een compromis kan worden gevonden over
een beperking in de tijd tegen 2003, zoveel te beter,
maar ik weet niet of men zomaar van 3% naar 0%
kan springen. Een verlaging tot 1% gespreid over
een bepaalde periode lijkt me wat dat betreft
redelijker.
Si un compromis peut intervenir pour une réduction
dans le temps, à l'horizon 2003, tant mieux, mais je
ne sais pas si l'on peut passer de 3 % à 0 % ;
passer à 1 %, avec un étalement dans le temps, me
paraîtrait raisonnable.
02.18 Minister Didier Reynders (Frans) : Ik
herhaal dat de regering momenteel geen
wijzigingen met betrekking tot de administratieve
kosten voor 2001 overweegt.
De discussie over de betrekkingen tussen de
federale overheid, de Gewesten en de gemeenten
heeft plaats in het overlegcomité.
Een eerste denkspoor zou erin bestaan de transfers
tussen de diverse bevoegdheidsniveaus te
controleren. De Hoge Raad van Financiën zou met
die taak kunnen worden belast.
Het tweede denkspoor zou bestaan in een
vermindering van de administratieve kosten die ten
laste van de gemeenten op het stuk van de
personenbelasting worden geïnd. Die vermindering
zou vanaf volgend jaar gelden, maar zij moet
parallel lopen met de inspanningen van de
Gewesten.
Ik wijs erop dat de federale overheid enkel voor de
personenbelasting 3% int en dat zij ook kosteloos
andere belastingen ten voordele van de gemeenten
int. Het ware nuttig om een bepaald percentage
voor de administratieve kosten te handhaven, want
een rechtstreekse inning van die belastingen door
de gemeenten zou in ieder geval duurder uitvallen.
Zodra de werkzaamheden met betrekking tot de
belastinghervorming zijn afgerond, kunnen wij de
bespreking van dringende dossiers in de commissie
aanvatten en het dossier van de gemeenten is er
daar één van.
02.18 Didier Reynders , ministre (en français): Je
le répète ici: pour le moment, le gouvernement n'a
pas prévu de modification pour les frais
administratifs relatifs à 2001.
Quant aux relations Etat-Régions-Communes, un
débat a lieu au sein du Comité de concertation.
Une première piste serait le contrôle des transferts
entre les différents niveaux de pouvoirs. On pourrait
charger le Conseil supérieur des Finances de cette
mission.
La deuxième piste serait une réduction des frais
administratifs prélevés à charge des communes, en
matière d'IPP, qui démarrerait l'an prochain, mais
en symbiose avec des efforts de la part des
Régions.
Remarquons que l'État ne prélève 3 % que pour
l'IPP et qu'il prélève sans frais d'autres impôts en
faveur des communes. Maintenir un pourcentage
de frais administratifs serait utile car un
prélèvement direct par les communes de ces
impôts serait, en tout état de cause, plus onéreux.
Nous pourrions commencer les discussions en
commission, dès la fin des travaux concernant la
réforme fiscale, à propos de dossiers urgents, et le
dossier des communes figure parmi ceux-là.
02.19 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): De
begrotingsaanpassing 2001 laat de meeste leden
onverschillig. De bespreking ervan wordt
overschaduwd door de negatieve signalen inzake
de economische conjunctuur. Nochtans gaat de
regering uit van een goede economische
conjunctuur.
De minister kondigde een budgetcontrole aan.
Reden daartoe was het Europees voorzitterschap,
maar de ware redenen zijn de volgende: de BTW-
inkomsten dalen en de uitgaven van het RIZIV
ontsporen. Er werd gerekend op een budgettaire
overschrijding van 7,5 miljard frank, maar die zou al
02.19 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
L'ajustement budgétaire 2001, dont l'examen est
passé au second rang des préoccupations face à
l'inquiétude engendrée par les indices de
détérioration de la conjoncture, semble susciter
l'indifférence de la plupart des membres. Le
gouvernement s'est pourtant fondé sur des
perspectives conjoncturelles favorables.
Le ministre, prétextant la présidence belge de
l'Union européenne, a annoncé un nouveau
contrôle budgétaire, rendu en réalité nécessaire par
la diminution des recettes de la TVA et le dérapage
des dépenses de l'INAMI. Alors que le
gouvernement avait prévu un dépassement
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
zijn opgelopen tot 16,5 miljard frank. Zelfs met
maatregelen die onmiddellijk worden toegepast, kan
de neerwaartse spiraal niet worden doorbroken. In
het Zuiden blijft er namelijk een systematische
overconsumptie.
In het eerste kwartaal van 2001 daalden de BTW-
inkomsten met 4,5 procent of 11 miljard frank. De
groeivertraging is zowel bij Vlaamse als Waalse
bedrijven vast te stellen. Ook uit Amerikaanse hoek
krijgen we continu negatieve signalen. De
conjunctuurbarometer van de Nationale Bank blijft
dalen. Het aantal investeringsprojecten neemt af.
Ook de bouw- en de automobielsector voelen dit.
Het consumentenvertrouwen neemt af. Dit is
nochtans de stuwende kracht achter de economie.
Daarom is de evolutie van de arbeidsmarkt in de
volgende maanden zeer belangrijk.
Er werd uitgegaan van een groei van 2,5 procent.
De kans is echter groot dat de groei tot 2 procent
zal zakken. Dit kan gevolgen hebben voor de
financieringsbehoefte van de overheid en voor de
verdere sanering van de overheidsschuld.
budgétaire de 7,5 milliards de francs, celui-ci
s'élèverait déjà à 16,5 milliards de francs. Même la
mise en oeuvre immédiate de mesures n'enrayera
pas la spirale descendante, la surconsommation
systématique constituant toujours un phénomène
bien réel dans le sud du pays.
Au cours du premier trimestre de 2001, les recettes
de la TVA ont baissé de 4,5 pour cent, soit de 11
milliards de francs. Les entreprises flamandes
comme wallonnes ressentent les effets du
ralentissement de la croissance. Des Etats-Unis
nous parviennent également des signaux négatifs.
La tendance à la baisse affichée par le baromètre
conjoncturel de la Banque nationale se maintient.
La diminution des projets d'investissement affecte
également les secteurs de la construction et de
l'automobile. La confiance du consommateur, qui
constitue la force motrice de l'économie, s'effrite.
Dès lors, l'évolution de marché de l'emploi dans les
prochains mois constituera un facteur déterminant.
Le gouvernement s'est fondé sur une croissance de
2,5 pour cent. Le risque de voir l'indice de la
croissance diminuer jusqu'à 2 pour cent est
cependant réel. Une telle évolution affecterait
directement les besoins en matière de financement
des pouvoirs publics et l'assainissement plus avant
de la dette publique.
De gouverneur van de Nationale Bank, de heer
Quaden, kondigt groeicijfers aan van 2,6 procent,
maar het kan ook 2,3 procent worden. De
studiedienst van de Nationale Bank stelt vast dat
verschillende indicatoren een verdere verslechtering
aangeven. De heer Quaden waarschuwde ook voor
de toename van de federale uitgaven, onder meer
door de politiehervorming en in de
gezondheidszorg. De minister beweert de terugval
in de economische groei te kunnen opvangen met
de ingebouwde "buffers". Deze buffers zijn volgens
ons onbestaande. Al deze elementen moeten de
minister toch alarmeren.
Voorzitter: de heer Paul Tant.
De reële uitgaven zijn gestegen met meer dan 1,5
procent, wat de doelstelling was van het
stabiliteitsplan. De belofte aan Europa om voor de
primaire uitgaven een groeinorm van 1,5 procent te
handhaven werd dus niet ingelast.
De vroegtijdige overschrijding van de spilindex kost
6 tot 8 miljard frank extra. Het Federaal Planbureau
Le gouverneur de la Banque nationale, M. Quaden,
a annoncé que la croissance se chiffrerait
probablement à 2,6%, mais pourrait également ne
pas dépasser la barre des 2,3%. Selon le service
d'étude de la Banque nationale, divers indicateurs
montrent une détérioration de la situation
économique. M. Quaden a, par ailleurs, mis en
garde les responsables politiques contre
l'augmentation des dépenses fédérales, surtout
pour ce qui est des soins de santé et de la réforme
des polices. Le ministre affirme pouvoir faire face
au ralentissement de la croissance économique
grâce aux marges budgétaires prévues. Nous
constatons cependant que ces marges sont
inexistantes. Tous ces éléments doivent éveiller
l'inquiétude du ministre.
Président: Paul Tant.
Les dépenses réelles ont augmenté de plus de
1,5%, alors que ce chiffre figurait comme objectif
dans le plan de stabilité. La promesse faite à
l'Europe de respecter un taux de croissance
équivalent à 1,5% pour les dépenses primaires, n'a
dès lors pas été respectée.
Le dépassement anticipé de l'indice pivot
représente un coût supplémentaire de 6 à 8
20/06/2001
CRABV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
verwacht een inflatie van 2,2 procent, te wijten aan
de blijvend hoge olieprijzen, het moeizame herstel
van de euro en de aanhoudende stijging van de
prijzen van onder meer voedingsmiddelen.
Indien de regering haar begrotingsbelofte om een
overschot van 0,2 procent BBP te halen wil
uitvoeren, zal ze óf moeten bezuinigen op de
uitgaven óf de belastingen moeten verhogen.
Vermits die tweede keuzemogelijkheid er voor deze
regering niet is, zal er moeten bezuinigd worden.
Welk departement moet er inleveren?
milliards. Le Bureau fédéral du plan prévoit une
inflation de 2,2% en raison de la flambée continue
des prix des produits pétroliers, alimentaires et
autres et du difficile rétablissement de l'euro.
Si le gouvernement entend respecter sa promesse
de réaliser un excédent budgétaire de 0,2% par
rapport au PIB, il devra soit limiter les dépenses,
soit augmenter les impôts. La deuxième option
étant exclue pour ce gouvernement, il faudra
réaliser des économies. Quel département devra-t-il
se serrer la ceinture?
De minister moet de schade proberen te beperken.
Elke beslissing waarvoor onvoldoende kredieten
bestaan, die de ontvangsten kan beïnvloeden of
waardoor nieuwe uitgaven ontstaan, moet
voorafgaandelijk worden goedgekeurd door de
minister. Indien hij zou moeten toegeven dat de
begroting dit jaar eindigt met een deficit, zou het
paars-groene project een flinke deuk krijgen.
Vier weken geleden besliste de kabinetsraad
stiekem prins Laurent een belastingvrije
maandwedde van 920.000 frank toe te kennen. Het
nieuws werd uitgebracht door een Franstalige krant.
Voor deze politieke benoeming bestaat geen enkele
rechtsgrond of motivatie. De regering ziet zich
blijkbaar genoodzaakt bij te springen, nu de
Franstalige Gemeenschap al jaren niets heeft
bijgedragen aan het Koninklijk instituut KINT, dat
louter voor prins Laurent in het leven werd
geroepen. Vraag is wat de invloed van de loge was
op deze beslissing. Voor het Vlaams Blok is deze
beslissing onaanvaardbaar, op een ogenblik dat er
geen geld zou zijn voor wie met een uitkering moet
rondkomen. Daarom dienden we een amendement
in dat ertoe strekt deze dotatie te schrappen en dit
bedrag toe te kennen aan de basisallocatie
"bestaansminima" op het departement Sociale
Zaken. (Applaus bij het Vlaams Blok)
Le ministre doit s'efforcer de limiter les dégâts. Il
doit approuver préalablement chaque décision qui
entraînera des dépenses pour lesquelles les crédits
actuels sont insuffisants ou qui est de nature à
influencer les recettes, ou encore qui est
susceptible de créer de nouvelles dépenses. S'il
devait reconnaître que le budget se soldera cette
année par un déficit, le projet de la coalition arc-en-
ciel aurait du plomb dans l'aile.
Il y a quatre semaines, le Conseil des ministres a
décidé en catimini d'octroyer au Prince Laurent une
dotation mensuelle exonérée d'impôt de 920.000
francs. C'est un journal francophone qui a révélé
cette information. Or, cette nomination politique ne
repose sur aucune base légale et n'est pas motivée.
Le gouvernement se voit manifestement contraint
de mettre la main à la poche, ce qui est sans doute
attribuable au fait que la Communauté française ne
fournit plus, depuis des années, la moindre aucune
contribution à l'Institut Royal pour la Gestion durable
des Ressources naturelles et la Promotion des
Technologies propres, institut qui a été créé
exclusivement à l'intention du Prince Laurent. On
peut se demander quelle influence la loge a
exercée sur cette décision. Le Vlaams Blok juge
cette décision inacceptable au moment où on
prétend ne pas disposer d'assez d'argent pour aider
les personnes qui dépendent d'allocations sociales.
Aussi, nous avons déposé un amendement visant à
supprimer cette dotation et à utiliser ce montant
pour financer l'allocation de base "minimex" du
département des Affaires sociales.
(Applaudissements sur les bancs du Vlaams Blok)
02.20 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC): Ik zal
niet ingaan op de details van de
begrotingsaanpassingen per departement, en
beperk mij tot Justitie. Dat departement is voor de
regering een prioriteit, wat wij ten zeerste
toejuichen. Als op dat gebied niet afgeweken wordt
van de begrotingsnorm, zullen de nodige middelen
beschikbaar kunnen worden gesteld om een
ambitieus beleid te voeren.
02.20 Jacqueline Herzet (PRL FDF MCC) : Sans
évoquer le détail des ajustements, département
après département, je me limiterai à la Justice,
priorité gouvernementale que nous nous plaisons à
saluer. En ce domaine, le maintien de la norme
budgétaire permettra de dégager des moyens pour
une politique ambitieuse.
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Welke middelen worden er uitgetrokken voor de
toepassing van de werkstraf als autonome straf ?
Bij de nieuwe wet krijgt het personeel van de
justitiehuizen immers een grote rol toebedeeld
inzake begeleiding. De minister heeft verklaard dat
de begeleiding op de begroting 2002 zou worden
ingeschreven. Wanneer zal hij ons een ruwe
schatting van de behoeften inzake begeleiding
kunnen geven ?
Wat zal de totale weerslag op de begroting zijn van
de toepassing van de werkstraf als autonome straf?
Tevens zijn er grote investeringen (34 of 35 miljoen
BEF) gepland voor het elektronisch toezicht. De
regering heeft amendementen ingediend die ertoe
strekken het elektronisch toezicht aan te merken als
een autonome straf. Is er een wetsontwerp van die
strekking in de maak ? Zo ja, wanneer zal het
worden ingediend ?
Quels seront les moyens consacrés à l'application
de la peine de travail comme peine autonome ? Un
rôle d'encadrement considérable est, en effet,
confié par la nouvelle loi au personnel des maisons
de justice. Le ministre a précisé que l'encadrement
serait mis à charge du budget 2002. Quand sera-t-il
en mesure de nous communiquer une évaluation
approximative de ces besoins en encadrement ?
Quel sera l'impact budgétaire général de
l'application de la peine de travail comme peine
autonome ?
Par ailleurs, en ce qui concerne la surveillance
électronique, d'importants investissements sont
prévus, 34 ou 35 millions.Le gouvernement a
déposé des amendements visant à considérer cette
surveillance comme une peine autonome. Va-t-on
vers un projet de loi en la matière ? Et si oui,
quand ?
02.21 Herman Van Rompuy (CVP): Enkele
maanden geleden raadde ik de minister aan het bij
een economische groei van 2,0 procent te houden
in plaats van de vooropgestelde 2,5 procent. De
Nationale Bank houdt het tegen beter weten in bij
een groei van 2,6 procent, wat haar
geloofwaardigheid aantast. In Nederland en
Duitsland is er in het eerste trimester een nulgroei.
Men spreekt er van "stagflatie". In België was er een
groei van 0,5 procent van het BBP ten opzichte van
het voorgaande trimester.
Fout is dat men verder blijft rekenen op een
mechanische manier en dat men geen rekening
houdt met de psychologische factor, zoals
bedrijfssluitingen en tegenvallende beursberichten,
die tot groeivertraging leiden.
De regering zou de minontvangsten compenseren
door minuitgaven inzake de rentebetalingen op de
openbare schuld. Het gaat echter niet om primaire
verrichtingen. Het primair overschot, dat essentieel
is voor een versnelde schuldafbouw, daalt dus.
De Nationale Bank verwacht een vermindering van
het primair structureel saldo met 40 miljard. Het IMF
schat dit op 80 miljard voor 200 en 2001. Men heeft
dus geen gebruik gemaakt van de positieve
economische conjunctuur om aan schuldafbouw te
doen.
De vermindering van de fiscale druk vormt de
kernbekommernis van de liberalen. Maar
gedurende de laatste twee jaar was er een
verhoging van de fiscale druk op het inkomen uit
02.21 Herman Van Rompuy (CVP): Il y a
quelques mois, j'avais recommandé au ministre de
se fonder sur une croissance de 2,0% au lieu de
2,5%. Faute d'en savoir plus, la Banque nationale
s'en tient à une croissance de 2,6%, mettant en jeu
sa crédibilité. Les Pays-Bas et l'Allemagne ont
connu une croissance nulle au cours du premier
trimestre. On évoque déjà le phénomène de
"stagflation". La Belgique a enregistré une
croissance de 0,5% du PIB par rapport au trimestre
précédent.
Il est erroné de continuer à calculer
mécaniquement, en omettant le facteur
psychologique, comme les fermetures d'entreprises
et les informations boursières décevantes qui se
traduisent par un ralentissement de la croissance.
Le gouvernement compenserait la diminution des
recettes par une réduction des dépenses
concernant le paiement des intérêts de la dette
publique. Il ne s'agit pourtant pas d'opérations
primaires. L'excédent primaire, essentiel à la
réduction accélérée de la dette, baisse donc.
La Banque nationale s'attend donc à une diminution
du solde structurel primaire de 40 milliards. Le FMI
porte cette estimation à 80 milliards pour 2000 et
2001. La conjoncture économique favorable n'a
donc pas été mise à profit pour réduire la dette.
La diminution de la pression fiscale correspond à du
corebusiness des libéraux. Mais, au cours des deux
dernières années, la pression fiscale sur les
20/06/2001
CRABV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
arbeid met 0,4 procent van het BNP. Slechts één
tiende van de fiscale discriminaties van gehuwden
zal tegen eind 2003 zijn weggewerkt. De rest is voor
de volgende regering. De gehuwden zullen dus
waarschijnlijk bij een minder gunstige conjunctuur
de eerste slachtoffers zijn. Twee jaar geleden,
tijdens de vorige regeerperiode, was er een totaal
begrotingsoverschot van 3,5 miljard frank. Daarvan
was 1,2 miljard frank bestemd voor het wegwerken
van de fiscale discriminatie van gehuwden.
Sindsdien kwam daar nog geen frank bij.
revenus du travail a augmenté de 0,4% du PNB.
Seule une discrimination fiscale sur dix dont les
couples mariés sont victimes disparaîtra d'ici à la fin
2003. Le prochain gouvernement devra se charger
du reste. Les couples mariés seront donc
probablement les premières victimes d'une
conjoncture moins favorable. Il y a deux ans, au
cours de la précédente législature, on enregistrait
déjà un excédent budgétaire de 3,5 milliards de
francs dont 1,2 milliard a été consacré à la
suppression de la discrimination fiscale des couples
mariés. Depuis lors, pas un centime de plus n'a été
déboursé.
De heer Dewael kondigt Vlaamse
belastingverlagingen aan als Lambermont doorgaat.
Zoniet blijft het geld in de federale kas. Waarom
besteedt de regering in dat geval het vrijgekomen
geld niet aan de afschaffing van het kijk- en
luistergeld voor iedereen, het paradepaardje van de
socialistische beweging?
Monsieur Dewael annonce une baisse de la fiscalité
si les accords du Lambermont sont adoptés. A
défaut, l'argent restera dans les caisses de l'Etat
fédéral. Pourquoi le gouvernement n'utiliserait-il pas
cette nouvelle marge budgétaire pour supprimer
pour tous la redevance radio-télévision, le cheval de
bataille des socialistes ?
02.22 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Voor de federale begroting zou de
niet-goedkeuring van de Lambermontakkoorden
een meevaller zijn, maar daarvan gaan wij niet uit.
02.22 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais): La non-approbation des accords du
Lambermont serait une bonne opération pour le
budget fédéral, mais nous ne comptons pas là-
dessus.
02.23 Herman Van Rompuy (CVP): De
begrotingsmarges zijn meer dan opgesoupeerd. De
Nationale Bank geeft dat ook toe. De uitgaven
stijgen met meer dan 1,8 procent. Voor 2001 stijgen
de reële uitgaven voor entiteit I met drie procent, het
dubbele van wat werd vooropgesteld.
De prioriteiten zijn zeer slecht opgesteld. Bij de
betoging van de sociale sector kan de regering
enkel reageren met "opgewarmde" miljarden. Men
probeert brandjes te blussen door hervormingen
aan te kondigen. Dit was ook het geval voor de
problematiek van de NMBS.
Het motto van de regering is: Keeping up
appearances. De regering zal nu genoodzaakt
worden cosmetische operaties uit te voeren.
De bedrijfsbelasting zal worden aangepakt, hoewel
daar geen ruimte voor bestaat. Men zegt dat de
vermindering van de sociale lasten
terubetaaleffecten zou genereren. De
werkgelegenheidsgraad stijgt al ononderbroken
sinds 1994. De inkomensmatiging is daartoe dus
een veel beter middel dan de vermindering van de
sociale lasten. Voor een bijkomende vermindering
is er geen geld. Ik stel voor dat dit wordt
geagendeerd voor 2007-2011, want voor de
volgende regeerperiode zijn alle middelen reeds
besteed.
02.23 Herman Van Rompuy (CVP): Il n'y a plus
aucune marge budgétaire. La Banque nationale
elle-même l'a reconnu. L'augmentation des
dépenses est supérieure à 1,8 pour cent. Pour
2001, les dépenses réelles afférentes à l'entité I
augmenteront de trois pour cent, soit le double de
ce qui avait été préconisé.
Les priorités sont pour le moins confuses. Le
gouvernement n'a plus d'argent pour satisfaire les
revendications du secteur non marchand. Le seul
moyen qui lui reste pour apaiser la grogne, c'est
d'annoncer des réformes. Ce fut le cas également
pour le dossier SNCB. Le gouvernement n'a qu'un
but : sauver les apparences. Aujourd'hui, il n'a plus
d'autre choix que d'embellir artificiellement son
budget.
Il affirme vouloir s'occuper de la fiscalité des
entreprises mais il ne dispose d'aucune marge
budgétaire à cet effet. On nous dit que la diminution
des charges sociales aura un effet de retour. Or, le
taux d'activité est en augmentation continue depuis
1994. La modération salariale serait donc un moyen
bien plus efficace que la réduction des charges
sociales. Il n'y a plus d'argent pour financer une
nouvelle diminution dont je propose qu'elle figure au
programme du gouvernement en 2007-2011 car,
pour la législature suivante, tous les moyens
disponibles ont déjà été affectés.
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Wanneer men te veel prioriteiten heeft, zestien voor
het Europese voorzitterschap, dan heeft men er
geen.
Deze regering heeft gesurft op de hoogconjunctuur,
maar die is voorbij. Er moeten weer keuzes worden
gemaakt en de regering moet rekening houden met
de echte noden. De publieke sector hinkt achterop
op het vlak van menselijk, familiaal en fysiek
kapitaal. Wij zullen daaromtrent voorstellen
formuleren.
Deze regering heeft geen budgettaire ruimte meer
en zal dus genoodzaakt zijn opnieuw verdediger te
worden van het oude.
A vouloir définir trop de priorités, on finit par n'en
avoir plus aucune.
Ce gouvernement a surfé sur la vague de la haute
conjoncture qui est à présent retombée. Il faut à
nouveau opérer des choix. En outre, le
gouvernement doit tenir compte des besoins réels.
Le secteur public accuse un retard en matière de
capital humain, familial et physique. Nous
formulerons dès lors des propositions à ce sujet.
Privé de toute marge de manoeuvre, ce
gouvernement va donc devoir se reconvertir en
défenseur des anciens acquis.
02.24 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): De fiscale druk zou licht dalen zonder
de persoonlijke bijdragen, zij het zeer beperkt. Ik wil
nu niet verder ingaan op de discussie.
Voor de primaire uitgaven zal vanaf volgend jaar de
1,5-procentnorm worden gehanteerd. Voor 2001 is
dit ook al het geval, zonder de politiehervorming.
We willen de stijging met 1,5 procent aanhouden en
ik meen dat dit ook mogelijk is.
Er is geen enkel probleem wanneer er een groei is
van 2,2 procent, op voorwaarde dat de fiscale
inkomsten volgen en de uitgaven onder controle
blijven. Hierover zijn er reeds besprekingen bij de
ziekteverzekering aan de gang. Bij een groei van 2
procent zal er een begrotingsverschil zijn van 0,1
procent. Door het platformeffect zal de groei niet
onder de 2 procent zakken.
02.24 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : La pression fiscale baissera très
légèrement sans les cotisations individuelles. Je ne
souhaite pas m'étendre plus avant.
En ce qui concerne les dépenses primaires, on
appliquera la norme de 1,5% à partir de l'année
prochaine. C'est déjà le cas pour 2001, sans la
réforme des polices. Nous souhaitons maintenir
cette augmentation de 1,5% et je pense que c'est
possible.
Aucun problème ne se profile à l'horizon dans
l'hypothèse d'une croissance de 2,2%, pour autant
que les recettes fiscales suivent et que les
dépenses soient maîtrisées. En ce qui concerne ce
dernier point, les discussions relatives à l'assurance
maladie sont en cours. Si la croissance devait être
de 2%, nous enregistrerions une différence
budgétaire de 0,1%. Mais grâce à l'effet plate-
forme, la croissance ne descendra pas en dessous
de la barre des 2%.
De groeinorm van 1,5 procent moet volgend jaar
worden gerespecteerd.
Ik ben het niet eens met de zienswijze van de heer
Pieters die stelt dat de gemeentelijke inkomsten
dalen door de belastingvermindering. Wel zullen de
gemeenten de gemeentelijke aanslagvoet moeten
verhogen om dezelfde inkomsten te hebben. Het
globale resultaat blijft een belastingvermindering.
La norme de croissance de 1,5 pour cent devra être
respectée l'année prochaine.
Je ne puis me rallier à la thèse, défendue par M.
Dirk Pieters, selon laquelle la réduction de la taxe
communale entraînerait une diminution des recettes
communales. Mais il est vrai que pour conserver un
niveau identique de recettes, il faudra majorer le
taux d'imposition communal. Globalement, l'impôt
baissera.
02.25 Dirk Pieters (CVP): De burger zal een
dergelijke verhoging niet zien als een louter
technische aanpassing en de gemeentelijke
overheid zal de boeman zijn.
02.25 Dirk Pieters (CVP): Une telle majoration ne
sera pas perçue comme un simple aménagement
technique par les citoyens qui pointeront un doigt
accusateur vers les autorités communales.
02.26 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Met die redenering kan men nooit
een belastingvermindering doorvoeren. De
02.26 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : En raisonnant de la sorte, vous
excluez toute possibilité de réduction fiscale. Il
20/06/2001
CRABV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
gemeenten zullen de operatie dus moeten uitleggen
aan de burger. In 1995-1996 kregen de gemeenten
extra inkomsten door de niet-indexering van de
belastingschalen. Daartegen rees geen protest.
appartiendra dès lors aux communes d'expliquer
cette opération au citoyen. En 1995-1996 la non-
indexation des barèmes fiscaux avait valu aux
communes des recettes complémentaires. A
l'époque, cette mesure n'avait suscité aucune
protestation.
Voor de schoolgebouwen in het Nederlandstalig
gedeelte was er vorig jaar een tekort van 175
miljoen frank. Nu stellen we hetzelfde vast aan
Franstalige kant. Dit is geen communautair dossier,
er is geen probleem inzake de legaliteit. We grijpen
in als dat nodig is.
Ik ben nooit euforisch geweest, maar er is ook geen
reden tot paniek. We houden alles in het oog en
gaan ervan uit dat we dankzij de budgetcontrole de
doelstellingen zullen halen. (Applaus)
En ce qui concerne les bâtiments scolaires pour la
partie néerlandophone, il y a eu un déficit de 175
millions l'an dernier. Nous observons à présent le
même phénomène pour la partie francophone. Il ne
s'agit pas d'un dossier communautaire et il n'y a
aucun problème de légalité. Nous intervenons en
cas de nécessité.
Mon attitude n'a jamais été euphorique mais il ne
sert à rien de paniquer. Nous suivons l'évolution de
la situation et nous sommes convaincus que le
contrôle budgétaire nous permettra de réaliser les
objectifs. (Applaudissements)
02.27 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC):
Wat Sociale Zaken en Pensioenen betreft, moet,
gezien de zorgwekkende
begrotingsoverschrijdingen inzake
gezondheidszorg, het responsabiliseringsbeleid
worden voortgezet om onterechte uitgaven te
ondervangen, meer bepaald door een rationeel
gebruik van de gegevens en een optimalisering van
de boekhoudkundige technieken. Zoniet dreigt de
ziekteverzekering op het faillissement af te
stevenen.
Inzake volksgezondheid, waarvan de begroting ons
inziens overigens onderbenut wordt, wensen wij dat
het beleid ter ontrading van het roken en ter
bestrijding van de vervuiling zo snel mogelijk wordt
uitgevoerd, en dat het budget voor het Federaal
Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
ten spoedigste wordt overgeheveld.
De begrotingsposten op het stuk van de
werkgelegenheid geven een duidelijk beeld van de
verwezenlijkingen van de regering. Er moet in die
richting voortgewerkt worden, met bijzondere
aandacht voor criteria en middelen.
Op het gebied van maatschappelijke integratie ten
slotte moeten dankzij de daling van het aantal
bestaansminimumtrekkers
wederinschakelingsprojecten kunnen worden
opgezet voor drugsverslaafden die van het
bestaansminimum leven. (Applaus bij de PRL FDF
MCC)
02.27 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC) :
En ce qui concerne le volet Affaires sociales et
pensions, étant donné que des dépassements
budgétaires inquiétants sont constatés pour les
soins de santé, il faut, pour pallier les dépenses
injustifiées, poursuivre la politique de
responsabilisation, notamment par l'utilisation
rationnelle des données et par l'optimalisation des
techniques comptables, sous peine de faillite de
l'assurance maladie.
En matière de santé publique, dont le budget paraît
sous-employé, nous souhaitons que les politiques
relatives à la lutte contre le tabagisme et la
pollution, ainsi que le transfert du budget de
l'Agence fédérale pour la sécurité alimentaire,
soient exécutés le plus rapidement possible.
Les affectations budgétaires en matière d'emploi
traduisent bien les réalisations du gouvernement.
L'évolution doit se poursuivre dans le même sens,
avec une attention particulière pour les critères et
les moyens.
Enfin, en matière d'intégration sociale, la diminution
du nombre de minimexés devra permettre de
mettre en oeuvre des projets de réinsertion à
l'intention de toxicomanes
minimexés.(Applaudissements sur les bancs PRL-
FDF-MCC)
02.28 Minister Johan Vande Lanotte (Frans): De
regering deelt uw bekommernis.
02.28 Johan Vande Lanotte , ministre (en
français) : Le souci du gouvernement va dans le
même sens que celui de votre intervention.
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Er zal zo spoedig mogelijk werk worden gemaakt
van de geplande belangrijke hervormingen, met
name wat het Federaal Agentschap voor de
Voedselveiligheid betreft. Mevrouw Herzet kan ik
thans geen precies antwoord geven, maar de
minister van Justitie zal haar vragen later kunnen
beantwoorden.
De voorzitter: Op het wetsontwerp houdende
eerste aanpassing van de Algemene
Uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2001
werden dus twee amendementen ingediend. Wordt
een van beide amendementen goedgekeurd, dan
kan pas vijf dagen daarna over het geheel van dit
ontwerp worden gestemd.
Les grandes réformes prévues seront exécutées le
plus vite possible, notamment en ce qui concerne
l'Agence fédérale pour la sécurité alimentaire.
A Mme Herzet, je ne peux répondre pour le moment
d'une manière spécifique, mais le ministre de la
Justice peut lui répondre ultérieurement.
Le président : Deux amendements ont donc été
déposés au projet de loi contenant le premier
ajustement du budget général des dépenses de
l'année budgétaire 2001. Si l'un des deux
amendements est adopté, le vote sur l'ensemble du
projet ne pourra avoir lieu que dans cinq jours.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp houdende aanpassing van de
Rijksmiddelenbegroting van het begrotingsjaar
2001. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1204/1)
Nous passons à la discussion des articles du projet
de loi ajustant le budget des Voies et Moyens de
l'année budgétaire 2001. Le texte adopté par la
commission sert de base à la discussion. (Rgt 66,4)
(1204/1)
Het wetsontwerp telt 10 artikelen.
Le projet de loi compte 10 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 10 alsook de bijgevoegde tabel
worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 10 ainsi que le tableau annexé sont
adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp houdende eerste aanpassing van
de algemene uitgavenbegroting van het
begrotingsjaar 2001. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (1205/1)
Nous passons à la discussion des articles du projet
de loi contenant le premier ajustement du budget
général des dépenses de l'année budgétaire 2001.
Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1205/1)
Artikel 1-01-1 wordt aangenomen.
L'article 1-01-1 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 1-01-2 (tabellen/tableaux)
- 15: Hagen Goyvaerts, Guido Tastenhoye
(1205/11)
- 14: regering/gouvernement (1205/10)
Art. 1-01-2 (tabellen/tableaux)
- 15: Hagen Goyvaerts, Guido Tastenhoye
(1205/11)
- 14: regering/gouvernement (1205/10)
Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Op
geniepige wijze werd een maand geleden beslist
prins Laurent een jaarlijkse dotatie van 11 miljoen
Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Il y a un
mois, il a été décidé en catimini d'octroyer au prince
Laurent une dotation annuelle d'environ 11 millions
20/06/2001
CRABV 50
PLEN 134
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
frank netto toe te kennen.
Het wetsontwerp dat dit mogelijk moet maken is
echter nog niet overgemaakt aan het Parlement.
Het document met die tekst - die ik van het internet
haalde - stemt niet overeen met de
begrotingsaanpassing, die voorziet in een nieuwe
basisallocatie van 5,5 miljoen frank vanaf 1 juli. De
tekst heeft het echter over 11 miljoen frank voor de
periode van 1 juli tot 31 december 2001. Welke
versie is correct?
de francs nets. Le projet de loi requis à cet effet n'a
toutefois pas encore été déposé au Parlement. J'ai
trouvé sur Internet le document comportant le texte
y relatif, lequel ne correspond pas à l'adaptation
budgétaire qui prévoit une nouvelle allocation de
base de 5,5 millions de francs à partir du 1
er
juillet.
Le texte, quant à lui, prévoit un montant de 11
millions pour la période du 1
er
juillet au 31
décembre 2001. Qu'en est-il au juste?
Minister Johan Vande Lanotte (Nederlands): Een
begroting geeft de toelating tot uitgeven, maar
houdt geen verplichting in. Voor de daadwerkelijke
uitgave is een wettelijke basis nodig. De heer
Tastenhoye loopt vooruit op de feiten. Hij heeft het
over een wetsontwerp waarvan de bespreking nog
niet is aangevat.
Johan Vande Lanotte, ministre (en néerlandais):
Un budget permet une dépense mais ne comporte
aucune obligation. Toute dépense concrète
nécessite un fondement légal. Monsieur
Tastenhoye anticipe sur les faits. Il fait état d'un
projet de loi dont la discussion n'a pas encore été
entamée.
Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik vind het
logischer dat eerst het wetsontwerp aan bod komt.
Stel dat prins Laurent nog vijftig jaar leeft, dan zal
hij 550 miljoen frank hebben ontvangen. Als je daar
nog eens de bijkomende kosten bijrekent, zoals
voor bewaking, zullen de uitgaven voor deze
nutteloze prins oplopen tot 1 miljard. Per dag zal de
prins 45.000 netto ontvangen. Hoe zal de minister
dit uitleggen in de volkshuizen? Voor de verhoging
van de bestaansminima is er dit jaar geen geld.
Vanaf volgend jaar zullen ze met vier procent
worden verhoogd. Wij begrijpen niet dat een
minister die zich opwerpt als verdediger van de
kleine man dit toelaat. Niet alleen het Vlaams Blok
verzet zich tegen de koninklijke dotaties.
Verschillende media laten horen dat de
koningskinderen zelf in hun onderhoud moeten
kunnen voorzien. Men vindt die bedenkingen terug
in Het Laatste Nieuws, De Gazet van Antwerpen en
in De Standaard. Rolf Falter had het dan gisteren
over de "vadsige koningen". Wij zijn ongeveer het
enige West-Europese land dat een hele koninklijke
meute onderhoudt. Prinses Astrid zou haar dotatie
danken aan haar kroostrijk gezin. Wat is de grond
van de dotatie aan Laurent? In andere monarchieën
krijgen enkel koning of koningin en kroonprins een
dotatie. Laurent is de zevende voor de
troonopvolging, binnenkort wellicht de achtste. Al
wie hem voorgaat voor de troonopvolging zou in die
redenering een dotatie moeten krijgen. Jaarlijks
gaat bijna 420 miljoen frank naar de koninklijke
poppenkast.
Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Je trouve
qu'il serait plus logique de traiter d'abord le projet de
loi.
Si le Prince Laurent vit encore cinquante ans, il
aura reçu au total 550 millions de francs. Et si on
ajoute à cela les frais supplémentaires tels que
ceux nécessités par la surveillance, les dépenses
que nous sommes contraints de faire pour
entretenir ce prince inutile se monteront à 1 milliard
de francs. Le Prince Laurent percevra donc 45.000
francs nets par jour. Que le ministre aille expliquer
tout cela dans les maisons du peuple ! D'autant que
cette année-ci, aucun crédit n'est prévu pour
augmenter le minimum de moyens d'existence, qui
ne sera majoré de 4 % qu'à partir de l'année
prochaine. Il nous paraît incompréhensible qu'un
ministre qui s'érige en défenseur des petites gens
permette pareille situation. Le Vlaams Blok n'est
pas le seul à s'opposer aux dotations royales.
Plusieurs médias ont laissé entendre que les
enfants royaux devraient pouvoir pourvoir eux-
mêmes à leur entretien. Parmi ces médias figurent
Het Laatste Nieuws, Knack, de Gazet van
Antwerpen et De Standaard. Dans l'édition d'hier de
ce dernier, Ralf Falter parlait des "rois fainéants".
Je me demande si nous ne sommes pas le seul
pays d'Europe occidentale à entretenir toute une
meute royale. La Princesse Astrid recevrait une
dotation parce qu'elle est mère de famille
nombreuse. Pour quel motif le Prince Laurent se
voit-il attribuer une dotation ? Dans d'autres
monarchies, seuls le roi ou la reine et le prince
héritier en reçoivent une. Laurent occupe la
septième position dans l'ordre de succession au
trône et il sera probablement relégué sous peu à la
huitième. Si on suit ce raisonnement, tous ceux et
celles qui le précèdent devraient bénéficier d'une
dotation. Ce sont chaque année près de 420
CRABV 50
PLEN 134
20/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
millions qui sont attribués au guignol royal.
Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Niemand van
de aanwezigen durft te protesteren tegen wat nu
wordt gezegd. De collega's schamen zich
waarschijnlijk over het feit dat ze dit moeten
goedkeuren.
Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Aucune
personne présente dans l'hémicycle n'ose protester
contre ce qui vient d'être dit. Nos collègues ont sans
doute honte de devoir avaliser cette dotation.
Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik wacht op
de socialisten om zich samen met ons te verzetten
tegen de belachelijke dotaties aan de koninklijke
poppenkast. Op steun van de CVP zullen we in
deze zaak niet moeten rekenen. Wij zullen morgen
ons amendement aanhouden.(Applaus Vlaams
Blok)
Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): J'attends
des socialistes qu'ils nous rejoignent pour dénoncer
ces dotations grotesques octroyées au guignol
royal. Nous ne pourrons compter sur le soutien du
CVP. Demain, nous réserverons notre
amendement. (Applaudissements sur les bancs du
Vlaams Blok)
De stemming over de amendementen, de tabellen
en het artikel 1-01-2 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements, les tableaux et
l'article 1-01-2 est réservé.
De artikelen 2.12.1 tot 2.12.4, 2.13.1, 2.15.1 en
2.15.2, 2.16.1 tot 2.16.13, 2.18.1 en 2.18.2, 2.19.1
tot 2.19.5, 2.21.1 en 2.21.2, 2.23.1 tot 2.23.5, 2.26.1
tot 2.26.6, 2.31.1 en 2.31.2, 2.32.1, 2.33.1 en
2.33.2, 3-01-1, 4-01-1, 5-01-1 worden artikel per
artikel aangenomen.
Les articles 2.12.1 à 2.12.4, 2.13.1, 2.15.1 et 2.15.2,
2.16.1 à 2.16.13, 2.18.1 et 2.18.2, 2.19.1 à 2.19.5,
2.21.1 et 2.21.2, 2.23.1 à 2.23.5, 2.26.1 à 2.26.6,
2.31.1 et 2.31.2, 2.32.1, 2.33.1 et 2.33.2, 3-01-1, 4-
01-1, 5-01-1 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen,
de aangehouden tabellen en het aangehouden
artikel alsook over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements, les tableaux et l'article réservés
ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De vergadering wordt gesloten om 12.38 uur.
Volgende vergadering om 14.15 uur.
La séance est levée à 12.38 heures.
Prochaine séance à 14.15 heures.
Document Outline