KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 147
CRIV 50 PLEN 147
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag mercredi
04-07-2001 04-07-2001
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
WETSONTWERPEN EN
WETSVOORSTELLEN
1
PROJETS ET PROPOSITIONS DE LOI
1
Wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting (1270/1 tot 8)
1
Projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques (1270/1 à 8)
2
- Wetsvoorstel van de heren Yves Leterme en
Dirk Pieters tot wijziging van artikel 132 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en
artikel 61 van het koninklijk besluit tot uitvoering
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992 (169/1 tot 3)
1
- Proposition de loi de MM. Yves Leterme et Dirk
Pieters modifiant l'article 132 du Code des impôts
sur les revenus 1992 et l'article 61 de l'arrêté royal
d'exécution du Code des impôts sur les revenus
1992 (169/1 à 3)
2
- Wetsvoorstel van de heer Georges Lenssen tot
wijziging van artikel 38, eerste lid, 14°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(195/1 tot 3)
1
- Proposition de loi de M. Georges Lenssen
modifiant l'article 38, alinéa 1er, 14°, du Code des
impôts sur les revenus 1992 (195/1 à 3)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen tot
opheffing van de fiscale discriminatie van
gezinnen van gehuwden (277/1 en 2)
1
- Proposition de loi de Mme Alexandra Colen
mettant fin à la discrimination fiscale dont font
l'objet les couples mariés (277/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon c.s.
tot aanvulling van artikel 113 van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (323/1 en 2)
1
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon et
consorts complétant l'article 113 du Code des
impôts sur les revenus 1992 (323/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heren Dirk Pieters en Yves
Leterme tot wijziging van verschillende bepalingen
betreffende de inkomstenbelasting met het oog op
de opheffing van de fiscale discriminatie van
gehuwden (356/1 tot 3)
1
- Proposition de loi de MM. Dirk Pieters et Yves
Leterme modifiant diverses dispositions relatives
à l'impôt sur le revenu, en vue de supprimer la
discrimination fiscale frappant les personnes
mariées (356/1 à 3)
2
- Wetsvoorstel van de heer Jozef Van Eetvelt tot
wijziging van artikel 143 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (359/1 tot 3)
1
- Proposition de loi de M. Jozef Van Eetvelt
modifiant l'article 143 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (359/1 à 3)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen tot
wijziging van verscheidene bepalingen van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, tot
opheffing van de fiscale discriminatie van
gezinnen van gehuwden (398/1 en 2)
1
- Proposition de loi de Mme Alexandra Colen
modifiant diverses dispositions du Code des
impôts sur les revenus 1992 en vue de mettre fin
à la discrimination fiscale dont font l'objet les
couples mariés (398/1 et 2)
2
-
Wetsvoorstel van de heer Servais
Verherstraeten tot wijziging van artikel 133 van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(413/1 en 2)
1
- Proposition de loi de M. Servais Verherstraeten
modifiant l'article 133 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (413/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Simonne Creyf tot
wijziging van artikel 145 (4) van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 (530/1 tot 3)
1
- Proposition de loi de Mme Simonne Creyf
modifiant l'article 145 (4) du Code des impôts sur
les revenus 1992 (530/1 à 3)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Fientje Moerman en
de heren Aimé Desimpel en Georges Lenssen tot
wegwerking van de discriminaties tussen
gehuwden en ongehuwd samenwonenden op het
vlak van de personenbelasting (600/1 en 2)
1
- Proposition de loi de Mme Fientje Moerman et
MM. Aimé Desimpel et Georges Lenssen
éliminant les discriminations entre personnes
mariées et cohabitants non mariés en matière
d'impôt des personnes physiques (600/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon,
mevrouw Frieda Brepoels, de heer Danny Pieters
en mevrouw Els Van Weert tot wijziging van de
artikelen 104 en 113 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 ten einde de reële
kosten voor de kinderopvang aftrekbaar te maken
(700/1 en 2)
1
- Proposition de loi de M. Alfons Borginon, Mme
Frieda Brepoels, M. Danny Pieters et Mme Els
Van Weert modifiant les articles 104 et 113 du
Code des impôts sur les revenus 1992 afin
d'instaurer la déductibilité des dépenses réelles
pour garde d'enfant (700/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heer Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen en Erik Derycke tot wijziging
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, betreffende de invoering van een
arbeidsbonus in de personenbelasting (903/1 en
2)
2
- Proposition de loi de MM. Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen et Erik Derycke modifiant le
Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui
concerne l'instauration d'un bonus-travail à l'impôt
des personnes physiques (903/1 et 2)
2
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
- Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon tot
invoeging van een artikel 136bis in het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (918/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Alfons Borginon insérant
un article 136bis dans le Code des impôts sur les
revenus 1992 (918/1 et 2)
2
-
Wetsvoorstel van de heren Servais
Verherstraeten en Dirk Pieters tot aanvulling van
artikel 38 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (1250/1 en 2)
2
-
Proposition de loi de MM. Servais
Verherstraeten et Dirk Pieters complétant l'article
38 du Code des impôts sur les revenus 1992
(1250/1 et 2)
2
Hervatting van de algemene bespreking
2
Reprise de la discussion générale
2
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Dirk Pieters,
Didier Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Dirk Pieters,
Didier Reynders, ministre des Finances
Ontslag van een lid
7
Démission d'un membre
7
Spreker: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie
Orateur: Yves Leterme, président du groupe
CVP
Wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting (1270/1 tot 8)
7
Projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques (1270/1 à 8)
7
Hervatting van de algemene bespreking
7
Reprise de la discussion générale
7
Sprekers: Karel Pinxten, Hagen Goyvaerts,
Dirk Pieters, Eric van Weddingen, Didier
Reynders, minister van Financiën, Yves
Leterme, voorzitter van de CVP-fractie, André
Smets
Orateurs: Karel Pinxten, Hagen Goyvaerts,
Dirk Pieters, Eric van Weddingen, Didier
Reynders, ministre des Finances, Yves
Leterme, président du groupe CVP, André
Smets
Bespreking van de artikelen
23
Discussion des articles
23
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 mei
2000 houdende toekenning van een jaarlijkse
dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip
en van een jaarlijkse dotatie aan Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Astrid (1274/1 tot 3)
25
Projet de loi modifiant la loi du 7 mai 2000
attribuant une dotation annuelle à Son Altesse
Royale le Prince Philippe et une dotation annuelle
à Son Altesse Royale la Princesse Astrid (1274/1
à 3)
25
Algemene bespreking
25
Discussion générale
25
Sprekers: Eric van Weddingen, rapporteur,
Hagen Goyvaerts
Orateurs: Eric van Weddingen, rapporteur,
Hagen Goyvaerts
Bespreking van de artikelen
27
Discussion des articles
27
Spreker: Hagen Goyvaerts
Orateur: Hagen Goyvaerts
Wetsvoorstel van de heer Jean-Pol Poncelet tot
wijziging, wat de voor onderwijs bestemde
gebouwen betreft, van het koninklijk besluit nr. 20
van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven
van de belasting over de toegevoegde waarde en
tot indeling van de goederen en de diensten bij
die tarieven (1276/1 tot 6)
28
Proposition de loi de M. Jean-Pol Poncelet
modifiant, en ce qui concerne les immeubles
affectés à l'enseignement, l'arrêté royal n° 20 du
20 juillet 1970, fixant le taux de la taxe sur la
valeur ajoutée et déterminant la répartition des
biens et des services selon ces taux (1276/1 à 6)
28
Algemene bespreking
28
Discussion générale
28
Sprekers: Yves Leterme, rapporteur, Fientje
Moerman, Hagen Goyvaerts, André Smets,
Didier Reynders, minister van Financiën, Jef
Tavernier, voorzitter van de AGALEV-
ECOLO-fractie
Orateurs: Yves Leterme, rapporteur, Fientje
Moerman, Hagen Goyvaerts, André Smets,
Didier Reynders, ministre des Finances, Jef
Tavernier, président du groupe AGALEV-
ECOLO
Bespreking van de artikelen
38
Discussion des articles
38
Sprekers:
Fientje Moerman, Didier
Reynders, minister van Financiën, Yves
Leterme, voorzitter van de CVP-fractie
Orateurs:
Fientje Moerman, Didier
Reynders, ministre des Finances, Yves
Leterme, président du groupe CVP
Wetsvoorstel van de heer Eric van Weddingen,
mevrouw Fientje Moerman, de heren Gérard
Gobert, Jef Tavernier, Jacques Chabot en Peter
Vanvelthoven tot wijziging van artikel 53octies van
het Wetboek van de belasting over de
toegevoegde waarde (1286/1 en 2)
39
Proposition de loi de MM. Eric van Weddingen,
Mme Fientje Moerman, MM. Gérard Gobert, Jef
Tavernier, Jacques Chabot et Peter Vanvelthoven
modifiant l'article 53octies du Code de la taxe sur
la valeur ajoutée (1286/1 et 2)
39
Algemene bespreking
39
Discussion générale
39
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Bespreking van de artikelen
40
Discussion des articles
40
BIJLAGE
41
ANNEXE
41
INTERNE BESLUITEN
41
DECISIONS INTERNES
41
INTERPELLATIEVERZOEKEN 41
DEMANDES
D'INTERPELLATION
41
I
NGEKOMEN
41
D
EMANDES
41
MEDEDELINGEN
42
COMMUNICATIONS
42
REGERING 42
GOUVERNEMENT
42
I
NGEDIEND WETSONTWERP
42
D
EPOT D
'
UN PROJET DE LOI
42
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2001
42
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2001
42
VARIA 42
DIVERS
42
B
RUSSELSE
H
OOFDSTEDELIJKE
R
AAD
42
C
ONSEIL DE LA
R
EGION DE
B
RUXELLES
-C
APITALE
42
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
04
JULI
2001
14:30 uur
______
du
MERCREDI
04
JUILLET
2001
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.30 heures par M.
Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance:
Didier Reynders.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen
in bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés
Patrick Moriau, Ferdy Willems, wegens ziekte /
pour raison de santé;
Anne Barzin, Colette Burgeon, wegens
ambtsplicht / pour obligation de mandat;
Olivier Maingain, Europees Parlement / Parlement
européen;
Denis D'hondt, NAVO / OTAN.
Wetsontwerpen en wetsvoorstellen
Projets et propositions de loi
01 Wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting (1270/1 tot 8)
- Wetsvoorstel van de heren Yves Leterme en
Dirk Pieters tot wijziging van artikel 132 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en
artikel 61 van het koninklijk besluit tot
uitvoering van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (169/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van de heer Georges Lenssen
tot wijziging van artikel 38, eerste lid, 14°, van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(195/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen
tot opheffing van de fiscale discriminatie van
gezinnen van gehuwden (277/1 en 2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon
c.s. tot aanvulling van artikel 113 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(323/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heren Dirk Pieters en
Yves Leterme tot wijziging van verschillende
bepalingen betreffende de inkomstenbelasting
met het oog op de opheffing van de fiscale
discriminatie van gehuwden (356/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van de heer Jozef Van Eetvelt tot
wijziging van artikel 143 van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 (359/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen
tot wijziging van verscheidene bepalingen van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, tot opheffing van de fiscale discriminatie
van gezinnen van gehuwden (398/1 en 2)
-
Wetsvoorstel van de heer Servais
Verherstraeten tot wijziging van artikel 133 van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(413/1 en 2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Simonne Creyf tot
wijziging van artikel 145 (4) van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (530/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van mevrouw Fientje Moerman
en de heren Aimé Desimpel en Georges
Lenssen tot wegwerking van de discriminaties
tussen gehuwden en ongehuwd
samenwonenden op het vlak van de
personenbelasting (600/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon,
mevrouw Frieda Brepoels, de heer Danny
Pieters en mevrouw Els Van Weert tot wijziging
van de artikelen 104 en 113 van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 ten einde de
reële kosten voor de kinderopvang aftrekbaar te
maken (700/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen en Erik Derycke tot
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992, betreffende de
invoering van een arbeidsbonus in de
personenbelasting (903/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon tot
invoeging van een artikel 136bis in het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (918/1 en 2)
-
Wetsvoorstel van de heren Servais
Verherstraeten en Dirk Pieters tot aanvulling
van artikel 38 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (1250/1 en 2)
01 Projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques (1270/1 à 8)
- Proposition de loi de MM. Yves Leterme et Dirk
Pieters modifiant l'article 132 du Code des
impôts sur les revenus 1992 et l'article 61 de
l'arrêté royal d'exécution du Code des impôts
sur les revenus 1992 (169/1 à 3)
- Proposition de loi de M. Georges Lenssen
modifiant l'article 38, alinéa 1
er
, 14°, du Code
des impôts sur les revenus 1992 (195/1 à 3)
- Proposition de loi de Mme Alexandra Colen
mettant fin à la discrimination fiscale dont font
l'objet les couples mariés (277/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon et
consorts complétant l'article 113 du Code des
impôts sur les revenus 1992 (323/1 et 2)
- Proposition de loi de MM. Dirk Pieters et Yves
Leterme modifiant diverses dispositions
relatives à l'impôt sur le revenu, en vue de
supprimer la discrimination fiscale frappant les
personnes mariées (356/1 à 3)
- Proposition de loi de M. Jozef Van Eetvelt
modifiant l'article 143 du Code des impôts sur
les revenus 1992 (359/1 à 3)
- Proposition de loi de Mme Alexandra Colen
modifiant diverses dispositions du Code des
impôts sur les revenus 1992 en vue de mettre
fin à la discrimination fiscale dont font l'objet
les couples mariés (398/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Servais
Verherstraeten modifiant l'article 133 du Code
des impôts sur les revenus 1992 (413/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Simonne Creyf
modifiant l'article 145 (4) du Code des impôts
sur les revenus 1992 (530/1 à 3)
- Proposition de loi de Mme Fientje Moerman et
MM. Aimé Desimpel et Georges Lenssen
éliminant les discriminations entre personnes
mariées et cohabitants non mariés en matière
d'impôt des personnes physiques (600/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Alfons Borginon, Mme
Frieda Brepoels, M. Danny Pieters et Mme Els
Van Weert modifiant les articles 104 et 113 du
Code des impôts sur les revenus 1992 afin
d'instaurer la déductibilité des dépenses réelles
pour garde d'enfant (700/1 et 2)
- Proposition de loi de MM. Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen et Erik Derycke modifiant le
Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui
concerne l'instauration d'un bonus-travail à
l'impôt des personnes physiques (903/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Alfons Borginon
insérant un article 136bis dans le Code des
impôts sur les revenus 1992 (918/1 et 2)
-
Proposition de loi de MM. Servais
Verherstraeten et Dirk Pieters complétant
l'article 38 du Code des impôts sur les revenus
1992 (1250/1 et 2)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
01.01 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is
verwonderlijk de enorme belangstelling in deze
plenaire vergadering voor dit onderwerp te moeten
vaststellen! Er waren meer leden in de commissie
aanwezig om het debat te gronden te voeren dan
op dit ogenblik in dit halfrond.
De SP zal de belastinghervorming goedkeuren
omdat wij, socialisten er ons goed bij voelen. Het
is niet de eerste sociale belastingverlaging die in
deze legislatuur wordt goedgekeurd en uitgevoerd.
Ik verwijs naar de indexering van de
belastingschalen. Op dit punt wenste de heer Dirk
Pieters een correctie. Hij beklemtoonde dat deze
beslissing genomen werd door de vorige regering.
Het zal u niet verbazen dat ik mij in deze discussie
op mijn gemak voel. De socialisten maakten
immers deel uit van de vorige regering en keurden
deze beslissing mee goed. Wij zijn in deze
regering aanwezig om haar uit te voeren.
Mijnheer Pieters, de minister had, mijns inziens,
een punt toen hij zich verwonderde over de kritiek
van de CVP dat deze regering een aantal
maatregelen beslist die slechts in de volgende
legislatuur zullen worden uitgevoerd. Met de
indexering van de belastingschalen was dit niet
anders. Dit was een beslissing van de vorige
regering die zou worden uitgevoerd in de volgende
legislatuur.
01.02 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik kan deze opmerking van de heer Vanvelthoven
niet aan mij voorbij laten gaan. Het is niet mijn
bedoeling de sprekers voortdurend te
onderbreken. Deze morgen hebben we alleen op
dit punt onderbroken. Ik verschiet ervan dat de
heer Vanvelthoven opnieuw naar dit punt verwijst.
Dit zou er kunnen op wijzen dat hij mijn reactie op
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
de stelling van de minister niet heeft gehoord.
01.03 Peter Vanvelthoven (SP): Toch wel.
01.04 Dirk Pieters (CVP): Het huidige
wetsontwerp bevat een aantal bepalingen die
slechts in werking treden in de loop van de
volgende legislatuur en van kracht worden op 1
januari 2003 en op 1 januari 2004.
01.05 Minister Didier Reynders: 1 januari 2003 is
zo hoop ik de huidige legislatuur.
01.06 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
een heleboel maatregelen worden slechts op 1
januari 2004 van kracht.
01.07 Minister Didier Reynders: U weet dat we
de tweederde meerderheid hebben gehaald. Het
wordt misschien gemakkelijker om het tot 2003 vol
te houden.
01.08 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
geruchten doen de ronde dat deze regering
gebruik wil maken van het vermoedelijk meevallen
van de Europese ontwikkelingen om vervroegde
verkiezingen uit te schrijven. Laten wij dat debat
echter niet voeren.
Een zaak staat vast. De meeste maatregelen
treden slechts in werking in 2003 en 2004. Het
gros van de maatregelen komt slechts op
kruissnelheid vanaf 2005-2006. Let op, dit is geen
punt van kritiek.
Dat laatste zou een inconsistente kritiek zijn. Als ik
het aanklaag dat het effect stijgt doorheen de tijd,
hebt u gelijk als u mij antwoordt dat met de
indexering hetzelfde gebeurt. Inderdaad heeft de
maatregel om te beslissen de belastingschalen te
indexeren een glooiend effect doorheen de tijd.
Dat is coherent. Ik alludeer erop dat een aantal
maatregelen in deze wet slechts in werking treden
nadat een volgende legislatuur al in functie is. Bij
de indexering van de belastingschalen is dat niet
het geval, hoewel jaarlijks een koninklijk besluit
wordt uitgevaardigd. Volgens mij is daar toch een
verschil tussen.
Ten tweede, vind ik dat er in dit debat wat
intellectuele eerlijkheid mag zijn rond het
volgende. De budgettaire marge om al deze
dingen te realiseren is eigenlijk in de vorige
legislaturen tot stand gekomen. Helemaal op het
einde van de vorige legislatuur, die jarenlang
onpopulair moest zijn, werden twee populaire
maatregelen genomen. In de eerste plaats gaat
het om de heel bescheiden aanpassing van de
indexering. De tweede maatregel betrof een
aanpassing van 1000 frank voor de wegwerking
van de discriminaties voor gehuwden. Die twee
bescheiden maatregelen kon men invoeren met
de erg beperkte beschikbare ruimte. Uw
budgettaire ruimte is nu groter. U kan ze invullen.
Tegenover de vorige legislatuur bent u echter zo
ondankbaar dat u zelfs niet wil erkennen dat die
twee maatregelen door de vorige legislatuur
werden genomen. Ik betreur dat u de vorige
legislaturen zelfs die verdienste niet gunt. Mijnheer
de voorzitter, dat kan ik geen nieuwe politieke
cultuur noemen.
De voorzitter: Mijnheer Pieters, het is niet mijn
taak om te oordelen. U hebt wel al enkele minuten
opgenomen van de toespraak die u straks zal
houden.
01.09 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, ik zal op de vragen later een antwoord
geven. Toch wil ik even reageren. Ik wil erop
wijzen dat er saneringen hebben bestaan, echter
niet gedurende één of twee legislaturen, maar wel
gedurende twintig jaar. Daarop bestond een
uitzondering tussen 1987 en 1992, tijdens welke
periode geen echte sanering werd doorgevoerd. In
feite zijn er gedurende twintig jaren lang
saneringen geweest. De ruimte die wij nu hebben,
is te danken aan de saneringen van die twintig
jaren. Dat is dus niet de verdienste van de vorige
legislatuur alleen.
De voorzitter: Ik stel voor dat u de heer
Vanvelthoven toestaat het woord te voeren,
hoewel ik niets heb tegen een onderbreking met
zijn toestemming. Wij zouden echter wel moeten
kunnen doorwerken.
01.10 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer
Pieters, met u wil ik de verdienste opnemen voor
de moeilijke saneringsmaatregelen in de jaren
negentig. Die verdienste komt dus niet alleen u
toe, maar ook ons. Wij claimen ze eveneens,
alsmede de moeilijke zaken die wij hebben
kunnen verbeteren voor de burgers.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de
herindexering heb ik genoemd. Ook is de
geleidelijke afschaffing van de crisisbijdrage in de
wet opgenomen. Die afschaffing is prioritair
gericht naar de lage inkomens. De aftrekbaarheid
van de kinderopvangkosten is opgetrokken. De
uitkeringen voor arbeidsongevallen en
beroepsziekten zijn geheel of gedeeltelijk
vrijgesteld van belasting. Op voorstel van de SP
zijn er nog andere fiscale maatregelen gekomen,
zoals de aftrekbaarheid van de
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
kapitaalaflossingen. Mensen die wegens een
erfelijke aandoening of een vroegere ziekte geen
levensverzekering konden verkrijgen, wordt
gegarandeerd dat zij een huis kunnen aankopen.
Het fiscaal voordeel geldt dus ook voor hen. In
deze legislatuur zijn daarover al enkele zaken
beslist in het voordeel van de belastingplichtigen.
Het fiscale landschap in België is op twee jaar tijd
toch wel enigszins veranderd. Die maatregelen
komen volgens mij vooral de lage en de
middeninkomens ten goede.
De kers op de taart is de bespreking van vandaag,
waarover morgen wordt gestemd. Ik zal al die
maatregelen niet een voor een bespreken. Wij
hebben onze appreciatie of mindere appreciatie al
in de commissie laten blijken. Ik zal me beperken
tot de hoofdlijnen.
Wij denken dat deze belastinghervorming in elk
geval de lage en gemiddelde inkomens ten goede
komt. Ik wil dat illustreren met een aantal cijfers.
21 miljard frank, 15% van het totale budget van de
beschikbare middelen, is expliciet bestemd voor
gezinnen met een laag inkomen. Ik heb het
dan
natuurlijk over de terugbetaalbare
belastingkredieten. Er is een terugbetaalbaar
belastingkrediet voor werknemers met een laag
inkomen. Dat betekent concreet dat die mensen
kunnen rekenen op een opslag van 1.500 frank
netto per maand boven op hun loon. Mijnheer de
minister, wij hopen dat uw administratie erin zal
slagen om dat belastingkrediet zo snel mogelijk
via de bedrijfsvoorheffing aan de betrokken
belastingplichtigen toe te kennen en dat de
belastingplichtigen niet moeten wachten tot op het
ogenblik waarop zij de aanslag ontvangen.
Daarnaast omvat de hervorming nog voor
ongeveer 70 miljard frank, meer dan de helft van
het beschikbare budget, forfaitaire
belastingverminderingen die de lage en
gemiddelde inkomens verhoudingsgewijs meer
voordeel opleveren: de verhoging van het
belastingvrij minimum voor gehuwden met 22.000
frank per gezin, de aangepaste
belastingvermindering voor gehuwde
gepensioneerden met 20.000 frank per gezin en
de verhoging van de forfaitaire beroepskosten
voor werknemers die zo'n 4.000 frank per jaar
oplevert. In dit verband wil ik verwijzen naar een
bijdrage van twee fiscalisten van de ACV-
studiedienst in "De Gids op Maatschappelijk
Gebied" van september 2000. Zij hebben drie
mogelijkheden om de druk op arbeid te verlagen
geëvalueerd. Het gaat om de verhoging van de
forfaitaire beroepskosten voor bescheiden
inkomens, de aanpassing van de tariefschijven en
het optrekken van het belastingvrij minimum. Zij
hebben de impact van die voorstellen getoetst aan
de hand van een simulatieprogramma. Hieruit
blijkt dat al deze maatregelen, samen goed voor
85 miljard frank of twee derde van het totale
budget, goed tot zeer goed scoren op het vlak van
herverdeling van het inkomen. Wij zijn ook
verheugd dat het totale pakket maatregelen,
inclusief het afschaffen van de twee hoogste
tarieven, de progressiviteit van de belastingen
verhoogt. Dat wil dus zeggen dat na de
belastinghervorming de hoogste inkomens een
groter deel van de pot belastinggeld zullen vullen.
Dat is voor de SP een belangrijk gegeven om
deze belastinghervorming goed te keuren. Het
gaat niet om een lineaire belastingverlaging van
10% voor iedereen maar er komt wel een
belastingverlaging die in globo 10% bedraagt.
Verhoudingsgewijs zullen de lagere inkomens
echter meer profiteren van de belastingverlaging
dan de hogere inkomens.
De voorzitter: Mijnheer Pieters, laat de heer
Vanvelthoven zijn speech houden. U komt straks
nog aan het woord.
01.11 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik zou voorzichtig zijn in de manier waarop u zich
uitdrukt na wat hier deze week is gebeurd rond
onder andere Belgacom. Als er zich dan al eens
een situatie voordoet waarin zich een normaal
debat kan ontwikkelen, vraagt u dat men niet zou
interveniëren. U die zoveel interviews hebt
gegeven over de herwaardering van het
Parlement, vraagt dat men zou zwijgen zodra men
de vinger opsteekt.
De voorzitter: Mijnheer Pieters, de heer
Vanvelthoven heeft gevraagd zijn speech te
mogen houden en ik respecteer dat. U hebt
gevraagd om straks meer spreektijd te krijgen en
dat zal ook gebeuren. Laat de heer Vanvelthoven
echter eerst zijn speech afwerken.
01.12 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
als de heer Vanvelthoven effectief gevraagd heeft
om hem geen vragen te stellen, dan zal ik dat ook
niet doen. Mijnheer Vanvelthoven, hebt u dat
gevraagd?
De voorzitter: De heer Vanvelthoven heeft mij
zonet gezegd dat hij graag zijn speech zou
houden. Mijnheer Pieters, ik heb hier al een paar
zaken gehoord waarvan ik het wat op mijn heupen
krijg. U zegt dat er weinig openbare debatten
waren in de Kamer. Ik heb een lijst laten maken
en het is gebleken dat er nog nooit zoveel zijn
geweest dan sedert ik voorzitter ben. Ik wil ook
gerust een lijst laten maken van de
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
onderbrekingen. Als er iemand onderbrekingen
toestaat, en terecht, dan is het wel deze voorzitter.
Men moet de spreker echter ook de gelegenheid
geven zijn gedachtegang af te maken. Als u
werkelijk een onbedwingbare nood voelt om te
onderbreken, dan kan ik daar namens de Kamer
natuurlijk ook moeilijk aan weerstaan. Is dat nu
het geval?
01.13 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
dit steunt blijkbaar op een misverstand tussen u
en mij. Ik dacht zelfs dat onderbrekingen nu en
dan u genegen waren Als nu blijkt dat dit niet het
geval is, zal ik dat niet meer doen. Het is dus geen
onweerstaanbare dwang.
Als ik de heer Vanvelthoven echter hoor zeggen
dat de progressiviteit van het belastingstelsel
toeneemt, is het normaal dat ik hem de vraag wil
stellen of de afschaffing van de toptarieven
daarvan ook deel uitmaakt.
De voorzitter: Dat is inderdaad een goede vraag.
01.14 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de
voorzitter, dat is inderdaad een goede vraag. Als
de heer Pieters echter goed had geluisterd, had hij
gehoord dat ik dat al eerder heb uitgelegd.
Zelfs rekening houdend met 7 miljard frank
afschaffing van de hoogste tarieven, verhoogt
deze belastinghervorming de progressiviteit. Ik
geef twee voorbeelden. Voor kleine verdieners
met een inkomen lager dan 500.000 frank dalen
de belastingen met meer dan 50%. Voor de
hoogste inkomens, hoger dan 2 miljoen frank,
daalt de belasting met 6%. Dat bedoel ik met een
verhoging van de progressiviteit van de belasting.
De hoge inkomens zullen in de toekomst meer
bijdragen tot de totale belastingpot dan de kleine
inkomens dan vandaag het geval is.
01.15 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer
Vanvelthoven, hoe zit het met de progressiviteit
voor een schijf boven 1,2 miljoen frank? U moet
mij niet verkeerd begrijpen, mijnheer
Vanvelthoven, ik ben hiervan ook voorstander.
Zeggen dat de progressiviteit stijgt als men de
toptarieven naar beneden haalt, zult u echter
nergens verkocht krijgen.
01.16 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer
Pieters, de gegevens tonen dit wel aan. Met
progressiviteit bedoel ik dat de lage inkomens
meer van deze belastinghervorming profiteren dan
de hoge inkomens, ondanks uw en deels ook
onze kritiek. Voor ons moesten de hoogste
tarieven niet worden afgeschaft, maar dat zit nu
eenmaal in het pakket maatregelen. Globaal
gezien iedereen kan de rekening maken zullen
de lage inkomens een grotere
belastingvermindering krijgen dan de hoge
inkomens.
01.17 Dirk Pieters (CVP): Dat betekent dat de
progressiviteit is verstrekt.
01.18 Peter Vanvelthoven (SP): De
progressiviteit is inderdaad versterkt. De belasting
voor lage inkomens zal een stuk minder worden
dan vandaag het geval is. Daarom is er een groter
verschil in progressiviteit.
01.19 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik heb medelijden met de heer Vanvelthoven.
01.20 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer
Pieters, u moet geen medelijden met ons hebben.
Wij voelen ons goed bij de belastinghervorming. Ik
heb begrepen dat u zich daarbij ook goed voelt.
Het enige waarmee u een probleem hebt, is dat
bepaalde maatregelen voor u misschien sneller in
werking zouden moeten treden. Ik hoorde u echter
zeggen dat u kunt instemmen met de globaliteit
van deze belastinghervorming, ondanks het feit
dat u zich morgen zult onthouden.
01.21 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik zal tegen stemmen.
01.22 Peter Vanvelthoven (SP): U bent er zelfs
tegen, mijnheer Pieters.
Mijnheer de voorzitter, globaal gezien kan deze
belastinghervorming onze goedkeuring
wegdragen. Dat neemt niet weg dat wij in de
commissie en ook vandaag voor een aantal
bestaande onrechtvaardigheden aandacht hebben
gevraagd.
Een van die onrechtvaardigheden zit nog in een
ander punt van artikel 154 van het Wetboek van
de Inkomstenbelastingen. Dat artikel voorziet in
een belastingvrijstelling voor mensen voor wie het
belastbaar inkomen alleen uit
vervangingsinkomsten bestaat die niet boven een
maximumbedrag gaan. Wij hebben daarover een
amendement in de commissie ingediend, waarin
wij enkele voorbeelden hebben uitgewerkt. De
toepassing van dit artikel kan in een aantal
gevallen tot ongewenste belastingsupplementen
aanleiding geven. Iemand met een
werkloosheidsuitkering die in een bepaald jaar
zelfs slechts enkele honderden franken
bijverdient, wordt met een meerbelasting van
meer dan 10.000 frank geconfronteerd. Dat is
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
nooit de bedoeling van de wetgever geweest.
Hetzelfde geldt voor iemand die van een pensioen
leeft. Een lichte verhoging van het pensioen tot
boven het maximumbedrag geeft ook aanleiding
tot belangrijke belastingsupplementen.
Wij hebben terzake een amendement ingediend
om die meerbelasting in ieder geval te beperken
tot het supplement aan inkomen. U hebt in de
commissie gezegd dat u dit een voorstel vond dat
in elk geval het onderzoeken waard is. De
behandeling in de commissie duurde niet lang
genoeg om de kostprijs ervan te berekenen en de
technische uitwerking te realiseren. U hebt echter
toegezegd om dit door de administratie te laten
onderzoeken. Ik wil hierop nogmaals aandringen.
In de commissie werd ook ernstig gedebatteerd
over de problematiek van de eenoudergezinnen
en meer bepaald het feit dat kinderen van
dergelijke gezinnen, die een vakantiejob doen,
worden gediscrimineerd ten opzichte van kinderen
uit tweeoudergezinnen. In het wetsontwerp werd
deze discriminatie aangekaart en opteerde u voor
een oplossing waarbij het maximum bij te
verdienen bedrag zou worden opgetrokken met
18.000 Belgische frank. Onze maar ook andere
fracties deden het voorstel om het
onderhoudsgeld niet meer mee te rekenen in de
bepaling van de hoegrootheid van de netto
bestaansmiddelen. De oplossing, die uit de bus is
gekomen en die erin bestaat dat 6.000 frank
onderhoudsgeld per maand niet wordt
meegerekend bij de bepaling van de netto
bestaansmiddelen, kan onze goedkeuring
wegdragen, te meer omdat dit is gekoppeld aan
de verhoging van het bij te verdienen bedrag voor
kinderen van alleenstaanden. Dit betekent volgens
onze berekeningen toch dat tot een
onderhoudsgeld van 13.000 frank per maand
kinderen van alleenstaanden een zelfde
vakantiejob kunnen doen als kinderen van
gehuwde koppels.
In dit verband heb ik nog twee vraagjes voor u,
mijnheer de minister. Ten eerste, u weet dat het
voor de betrokkenen moeilijk te berekenen is
hoeveel zij elk jaar mogen bijverdienen om nog
ten laste te blijven van de ouders. Het is dan ook
misschien nuttig om een eenvoudig
rekenprogramma op uw website te plaatsen zodat
dit voor de belastingplichtigen gemakkelijk
toegankelijk en gemakkelijk te berekenen is. Een
tweede vraag heeft betrekking op de gewijzigde
tekst. Er zou discussie kunnen ontstaan over de
vraag of onderhoudsgelden, die niet belastbaar
zijn uit hoofde van het kind, aftrekbaar zijn uit
hoofde van bijvoorbeeld de vader wegens het feit
dat hij bijvoorbeeld achterstallen betaalt of niet
regelmatig stort. Een dergelijke situatie kan toch
niet tot gevolg hebben dat dit kind, dat die
onregelmatig gestorte onderhoudsgelden
ontvangt, deze onderhoudsgelden in rekening
moet brengen om de netto bestaansmiddelen te
bepalen. Zoals de tekst nu is geformuleerd, zou
men eruit kunnen afleiden dat enkel regelmatig
gestorte onderhoudsgelden niet meer in
aanmerking worden genomen om de netto
bestaansmiddelen te bepalen. Het lijkt mij toch
ook de bedoeling te zijn geweest om elke soort
onderhoudsgeld ook de niet regelmatig gestorte
onderhoudsgelden uit te sluiten tot 6.000 frank
per maand.
Een andere verbetering voor gezinnen waarvan de
ouders gescheiden zijn, betreft ongetwijfeld de
mogelijkheid die nu is ingevoerd om de
gescheiden echtgenoten niet langer aan te
spreken voor schulden van de andere echtgenoot.
In het wetsvoorstel waarover morgen zal worden
gestemd, is daarvoor een oplossing gevonden
voor de toekomst. Dit is een zeer goede zaak. Er
zijn terzake zeer veel schrijnende voorbeelden.
Mijnheer de minister, wat zal er gebeuren met
zaken uit het verleden?
Mijnheer de minister, er bestaan nog heel wat
schrijnende situaties. Vorige week nog kwam er
een gescheiden vrouw met vier kinderen ten laste
naar mij toe. Zij werkt zelf nog, en ze is al een
aantal jaren gescheiden van een zelfstandige.
Haar woning is intussen verkocht. Door de
herziening van de belastingen van haar ex-man
heeft ze nu aanslagen van 1,5 miljoen frank en 2
miljoen frank gekregen. Voor die vrouw is dit een
catastrofe. Ze wordt nu geconfronteerd met
loonbeslag en met de inhouding van teruggaven
van de belastingen. Mijnheer de minister, is het
niet mogelijk een oplossing te vinden voor
dergelijke mensen, die niet meer kunnen
profiteren van het huidige ontwerp? Die mensen
lopen vaak met het hoofd tegen de muur. Men
zegt wel vaak "dura lex, sed lex," "de wet is hard,
maar hij is wat hij is," maar een oplossing moet
toch mogelijk zijn in dergelijke gevallen?
Mijnheer de minister, ik wil nog twee opmerkingen
maken. Ten eerste, het prettige gedeelte is achter
de rug, denk ik. De belastingverlaging met 134,5
miljard frank is geregeld. Het moeilijke gedeelte
moet nog komen. Hiermee bedoel ik de discussie
over de omvorming van de aftrekken, de korven,
en de vereenvoudiging van ons stelsel van
personenbelasting, waarvoor we wachten op het
advies van de Hoge Raad voor Financiën. Ik denk
dat de vereenvoudiging niet gemakkelijk zal
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
worden. Het geld dat ter beschikking was, gaat
immers naar de belastingverlaging. Er zal in elk
geval moed nodig zijn om het belastingstelsel
eenvoudiger en doorzichtiger te maken voor de
belastingplichtige. Wij dringen erop aan nog
tijdens deze legislatuur er ernstig werk van te
maken.
Ten tweede, wil ik een opmerking maken over de
gebrekkige fiscale controles. Ik heb u er enige tijd
geleden reeds over geïnterpelleerd. Dit is een
onderwerp dat u uiteraard nauw aan het hart ligt.
Ik ga niet zover als de regeringscommissaris, de
heer Zenner, die via de pers zijn mening
verkondigde dat de belastingadministratie "une
entreprise en quasi faillite" is. Maar het is wel vijf
voor twaalf voor de belastingadministratie, dus
denk ik dat er dringend maatregelen moeten
worden getroffen. Naar aanleiding van mijn vorige
interpellatie hebt u aangekondigd dat u met een
boordtabel zou komen zowel inzake fiscale fraude,
als inzake de dagdagelijkse fiscale controle.
Volgens uw aankondiging zou dit nog voor het
reces gebeuren. Het reces begint binnenkort, dus
verwachten wij van u hierover enig concreet
nieuws.
02 Ontslag van een lid
02 Démission d'un membre
De voorzitter: Mijnheer de minister, collega's, ik
wens aan de Kamer mee te delen dat onze goede
collega, de heer Stefaan De Clerck, mij een
vriendelijke brief geschreven heeft. Daarin biedt hij
zijn ontslag aan als lid van deze Kamer. Hij vraagt
dat zijn ontslag zou ingaan op 4 juli 2001.
Ik wilde mijn waardering voor de heer De Clerck
uitdrukken terwijl hij aanwezigheid was, maar hij
heeft gevraagd om dat niet te doen. Toch kan ik
het niet nalaten hem te bedanken voor de vele
dagen, maanden en jaren die hij als minister, als
kamerlid en als partijvoorzitter in ons midden heeft
doorgebracht. Vermoedelijk donderdag zullen wij
overgaan tot de eedaflegging van zijn opvolger.
02.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, uit uw woorden meen ik te begrijpen dat
u verlangt naar een herhaling van de goede
ervaringen met de heer De Clerck.
03 Wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting (1270/1 tot 8)
03 Projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques (1270/1 à 8)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
03.01 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, als wij
naar dit ontwerp kijken vanuit een groene
invalshoek, dan kunnen wij ons moeilijk van de
indruk ontdoen dat de minister er op korte in
geslaagd is om zijn groene collega's twee keer in
te pakken. Een eerste keer heeft hij dat gedaan in
verband met de ecotaksen. Gisteren heeft de heer
Leterme, onze fractieleider, daar reeds de
aandacht op gevestigd en wij zullen er de
aandacht op blijven vestigen. Als wij kijken naar
het ontwerp betreffende de hervorming van de
personenbelasting hebben wij ook daar het
gevoelen dat er niet veel groene accenten in
zitten.
Bij de lezing van de stukken vroeg ik mij af hoe
dat kwam. Spontaan dacht ik dan terug aan een
tv-programma van Bruno Wyndaele, De Laatste
Show, waarin de Agalev-excellentie die deel
uitmaakt van het kernkabinet aanwezig was en
waar zij voor de camera blinkend kond kwam
doen van haar eerste nachtelijk conclaaf op
Lambermont. Op de vraag aan minister Aelvoet
hoe zij dat kon volhouden antwoordde zij: "Ja,
maar af en toe doe ik ook een tukje tussendoor".
Ik moest daar spontaan aan denken toen ik dit
doornam. Ik denk dat de groene excellenties
continu hebben geslapen. Immers, als ik kijk naar
dit hele fiscale pakket van bijna 135 miljard frank
dan heb ik bijna een telescoop nodig om ook maar
ergens één groen accentje te bespeuren. Wij
vinden dan wel wat: ergens onderaan vinden wij
1,5 miljard frank voor de vergroening van de
fiscaliteit vanaf het inkomstenjaar 2003,
omgerekend in procenten een soortelijk gewicht
van de groenen in deze regering van 1,1%.
Inderdaad, mijnheer van Weddingen, wij moeten
dit corrigeren, want in de eerste krachtlijn
vermindering van de last op arbeid zit ook een
nog iets. Er zit 2,5 miljard frank in voor het woon-
werkverkeer, met ingang van inkomstenjaar 2001,
en een half miljard voor de terugbetaling van de
kosten voor het openbaar vervoer. Mits een kleine
correctie kunnen wij dat soortelijk gewicht, dat
groene soortelijk gewicht in deze fiscale
hervorming optrekken van 1,1% tot 4,5% in totaal,
waarvan het grootste stuk dan nog slaat op het
inkomstenjaar 2003. Er zijn er ooit in vroegere
regeringen met minder tevreden geweest.
Ik begrijp dan ook volkomen dat de
voorzitter/secretaris van Agalev in De Morgen
verklaarde dat hij maar matig tevreden was over
deze regering. Eerlijk gezegd zou ik dat in zijn
plaats ook zijn. Hij heeft alle reden om heel matig
tevreden te zijn over het geleverde regeringswerk.
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
In mijn uiteenzetting wil ik het meer concreet
hebben over de artikelen 6 en 9 van het ontwerp
die bij elkaar aansluiten. Mijn fractie stelt voor die
artikelen te schrappen omdat het sop de kool
gewoon niet waard is.
Met artikel 9 wordt zogezegd het woon-
werkverkeer en het verkeer via andere
vervoersmodi dan de eigen wagen gestimuleerd.
Men wil dat doen door een forfaitaire aftrek van 6
frank per kilometer toe te kennen, zelfs al liggen
de eigenlijke kosten lager. Er zijn beperkingen op,
zoals u weet: 2 x 25 kilometer. Bovendien valt het
bedrag binnen de regeling van de bewezen
beroepskosten en verder is er de budgettaire
beperking van 2,5 miljard frank. Dit zijn de 3
contraintes die daarop wegen. Omgerekend
betekent dit dat het gaat over een bedrag van
maximum 66.000 frank per jaar. Legt men daar de
tabel van de forfaitaire beroepskosten naast en
rekent men de percentages om naar een
inkomen, dan stelt men vast dat men eigenlijk al
forfaitaire beroepskosten heeft voor een inkomen
van 479.000 frank. Dit houdt in dat mensen die
meer dan 479.000 frank verdienen, beter gebruik
maken van hun forfait. Men kan zich afvragen of
dat er veel of weinig zijn. Daarop kan niemand
precies antwoorden. Het enige wat wij weten is dat
de gemiddelde belastbare bezoldiging, in
vergelijking met die 479.000 frank, vandaag toch
ligt op om en bij de 780.000 frank. In 2001 ligt dit
wellicht nog hoger. Zelfs voor de gehuwde
echtgenotes ligt dit op om en bij de 600.000 frank,
dus nog een heel stuk hoger.
De groep die op deze maatregel een beroep zou
kunnen doen, zal uiterst klein zijn van bij het
begin. Concreet betekent dit dat artikel 9 bijzonder
weinig, tot zelfs geen nut heeft. Ik ben dan ook
heel benieuwd naar de evaluatie die u hebt
aangekondigd. Ik ben benieuwd te weten hoeveel
mensen in de praktijk een beroep zullen doen op
het nieuwe artikel 9 van het ontwerp.
Ik wil er niet lang over uitweiden, maar men zou
nota bene de vergelijking kunnen maken tussen
wat in artikel 9 wordt voorgesteld en wat door de
vorige regering werd beslist met betrekking tot
artikel 38 van het Wetboek op de
Inkomstenbelasting inzake de vrijstelling van
fietsvergoeding. Men maakt die vergelijking al
eens graag in de regering en ik wil dat hier dan
ook eens doen. Die maatregel sloeg en slaat in
Vlaanderen op 12% van de mensen die zich van
de woon- naar de werkplaats begeven. 12%
Vlamingen doen dat vandaag per fiets, tegen 1%
in Brussel en Wallonië. Dat was ten minste laat
mij even chauvinistisch zijn een maatregel die
een belangrijk impact had op een grote groep
werknemers.
Rekening houdend met de regeling die de vorige
regering terzake had doorgevoerd, heeft het
nieuwe artikel 9 als concreet gevolg voor het
woon-werkverkeer per fiets dat de werknemer
alleen gebaat is met een keuze voor het forfait.
Het nieuwe artikel heeft dus weinig of geen zin.
Wij beweren dit niet omdat we in de oppositie
zitten, mijnheer de minister, wij proberen de zaak
objectief te benaderen. Ik citeer de Belastinggids,
een handig boekje dat is samengesteld door een
aantal fiscalisten, met betrekking tot artikel 9 van
het ontwerp: "Het zal als stimulans zeker
onvoldoende zijn de belastingplichtige ervan te
overtuigen zijn auto voor het woon-werkverkeer
aan de kant te laten. Daarom is de fiscale impact
van deze maatregel te verwaarlozen". Deze
bewering komt dus niet van ons, maar kan men
lezen in de Belastinggids.
Bovendien zal de maatregel ertoe leiden dat de
onderbezette en overbelaste ambtenaren van uw
ministerie nog meer vragen om uitleg zullen
krijgen over deze onduidelijke regeling, over deze
zinloze nieuwigheid, en dat is erg. Dit zal een extra
complicatie tot gevolg hebben voor de
werknemers die zich met een andere
vervoersmodus dan hun eigen auto naar het werk
begeven. Dus, meer complicatie en minder
efficiëntie van de belastingtoepassing. Dit geldt
voor de fietsers, maar nog meer voor wie gebruik
wil maken van carpooling; want voor hen wordt het
systeem immers hopeloos ingewikkeld.
Laten wij ervan uitgaan dat men na de evaluatie
van artikel 9 sleutelt aan de parameters, aan de 2
x 25 km-regeling of aan de 6 frank-regeling, om
de maatregel zinvol te maken. Ik raad u aan zich
over het resultaat te bezinnen, want wanneer de
maatregel effectief wordt doorgevoerd, zal men
minder gebruik maken van het forfait. Dit zal een
extra belasting van de belastingdiensten tot gevolg
hebben. Op dat ogenblik zal er een contradictie
ontstaan tussen de aangekondigde wijziging van
artikel 9 en wat u eigenlijk met artikel 6 van uw
ontwerp beoogt, met name de aanmoediging van
een groep werknemers om van het kostenforfait af
te zien. Met artikel 9 zult u dus op termijn iets
invoeren dat haaks staat op wat u vandaag met
artikel 6 wil bereiken: met name, de bevolking
ervan overtuigen af te zien van het kostenforfait.
Mijnheer de voorzitter, de auteurs van Fiscoloog
spreken over dit artikel 6 van een verslechtering.
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Het tijdschrift Trends een onverdachte niet-CVP-
bron publiceerde over artikel 6 een artikel met
als titel: "Fiscale ontmoediging openbaar vervoer".
En dat met een paarsgroene regering, vooralsnog
paars met een groen tintje!
Artikel 6 gaat over de al dan niet vrijstelling van de
werknemer van de bijdrage betaald door de
werkgever, in de kosten om zich van zijn
woonplaats naar zijn werkplaats te begeven.
Hierover zal ik niet uitweiden, maar mij beperken
tot volgende opmerking.
Het betreft hier de categorie personen die, zoals
bepaald in het ontwerp en het WIB, geregeld
gebruikmaakt van het openbaar vervoer. Welnu,
thans bestaat er geen verschil tussen werknemers
en belastingplichtigen die ofwel een beroep doen
op het forfait, ofwel hun beroepskosten bewijzen.
Inderdaad, wordt er geen abonnement gekocht,
dan geldt voor de werknemer hoe dan ook een
fiscale vrijstelling van 6.000 frank en wordt er wel
een abonnement gekocht, dan wordt het volledige
bedrag van de werkgeversbijdrage voor de
verplaatsing naar het werk vrijgesteld. Dat
betekent dat werknemers die geregeld het
openbaar vervoer gebruiken en hun werkelijke
beroepskosten bewijzen, kunnen genieten van de
volledige vrijstelling.
Ik bespaar u in dat verband een uitvoerig
voorbeeld, maar het komt erop neer dat wanneer
een werknemer een treinabonnement van 80.000
frank als beroepsonkosten inbrengt en de
werkgever hierin voor 40.000 frank tussenkomt,
de werknemer vrijgesteld is van belastingen op
deze tussenkomst.
Wat doet deze regering echter? Hoe zal zij deze
werknemer treffen? Welnu, door hem toe te staan
het bedrag van 80.000 frank voor zijn
treinabonnement af te trekken, maar door hem
meteen erop te wijzen dat de werkgeversbijdrage
van 40.000 frank voortaan slechts belastingvrij is
wanneer hij de werkelijke kosten niet bewijst. Dat
betekent concreet dat een belastingplichtige die
ervoor opteert zijn beroepskosten te bewijzen en
dat is het recht van elke belastingplichtige en
zijn treinabonnement voorlegt, fiscaal wordt
gestraft. Voor iemand met een treinabonnement
van 80.000 frank maakt dat een belangrijk bedrag
uit, aangezien betrokkenen tegen een tarief van
50% wordt gestraft. Indien de werkgeversbijdrage
40.000 frank bedraagt wordt hij gestraft voor de
helft, hetzij 20.000 frank. Tegen een tarief van
45% is het uiteraard iets minder.
Wat er ook van zij, de werknemer die zich via het
openbaar vervoer naar zijn werk begeeft en
hiervoor een abonnement koopt waarvoor hij
vrijstelling wilt, wordt gestraft omdat hij wordt
verplicht af te zien van het forfait.
Hieruit kan ik slechts besluiten dat men via artikel
6 onmiskenbaar een aantal personen ontmoedigt
om zich via het openbaar vervoer naar hun werk
te begeven.
Men doet dat omdat gebruikers van het openbaar
vervoer, die vandaag hun beroepskosten
bewijzen, er fors op achteruitgaan. Het gaat om
die zeer substantiële categorie. Vandaar dat men
in De Fiscoloog terecht spreekt van een
verslechtering, een fiscale ontmoediging van het
openbare vervoer.
Ik wil afronden met een algemeen besluit. Ik neem
aan dat het doel van het ontwerp is de fiscale druk
te stabiliseren. Mijn opinie is dat men een
verlaging van de fiscale druk alleen maar kan
bereiken als de economische groei in ons land in
elkaar stort. Stort die niet in elkaar, dan zal men
geen verlaging van de fiscale druk krijgen. Als de
fiscale druk zal afnemen, zal het niet toe te
schrijven zijn aan deze fiscale hervorming, maar
aan slappe economische groei.
Ik kom tot een tweede eindconclusie. Dit ontwerp
schiet tekort op het vlak van de aangekondigde
vereenvoudiging en verhoogde transparantie van
ons fiscaal stelsel. In uw beleidsnota van 21
november sprak u van het samenbrengen van een
aantal aftrekmogelijkheden in een drie-, viertal
korven. U had een korf voor de tewerkstelling, een
korf voor de mobiliteit, een korf voor de
spaarfiscaliteit en een korf voor investeringen in
onroerend goed. Vandaag presenteert u ons een
ontwerp waarmee u de kans geboden wordt om
daar daadwerkelijk gebruik van te maken, om
vereenvoudiging in te voeren. U doet in uw
ontwerp echter eigenlijk net het tegendeel. U
maakt de zaken nog ingewikkelder. Over de
techniek van het belastingkrediet wil ik niet meer
zeggen. Voor het woon-werkverkeer wordt de
situatie voor de gewone belastingplichtige
hopeloos ingewikkeld. U spreekt in uw beleidsnota
over transparantie en vereenvoudiging en u doet
vandaag het tegendeel. Sommigen zullen zeggen
dat dit eigen is aan politici, maar ik had dat van u
toch niet verwacht.
Een laatste, voor ons storende conclusie is dat u
met dit ontwerp de fiscaliteit niet alleen
ingewikkelder en minder toegankelijk maakt voor
de gewone burger, maar dat u eigenlijk ook het
openbaar vervoer durft te ontmoedigen. Van een
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
regering waarvan Agalev en Ecolo deel uitmaken,
hadden wij ons nooit kunnen indenken dat zij
zouden aanvaarden dat er ook maar een artikel of
een passus in zou staan die een ontmoediging
van het gebruik van het openbaar vervoer voor
een grote categorie van belastingplichtigen, meer
bepaald de groep die gebruik maakt van het
openbaar vervoer en tegelijk zijn werkelijke kosten
bewijst, tot gevolg zou hebben.
Ik wil eindigen met de titel van de nieuwsbrief over
fiscaliteit uit de De Fiscoloog van 30 mei 2001, die
volledig gewijd is aan het ontwerp dat ons
vanmiddag bezighoudt en waarover morgen zal
worden gestemd. De titel spreekt voor zich:
`Hervorming personenbelasting: wachten op
betere tijden'. Mijnheer de minister, dat is ook wat
wij van plan zijn te doen.
De voorzitter: De rapporteur, de heer van
Weddingen, zal wat vaak de gewoonte is de
laatste spreker zijn. Collega's, u moet weten dat
de rapporteur in deze Kamer het recht heeft naast
de minister te zitten. Er was een tijd dat de
rapporteur, ongeacht zijn partij, naast de minister
plaatsnam. De rapporteur beantwoordde soms
bemerkingen die verband hielden met het verslag.
03.02 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, waarom is die gewoonte
afgeschaft?
De voorzitter: Ze is niet afgeschaft.
03.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Ze
wordt niet meer gebruikt?
De voorzitter: Ik zeg maar dat de rapporteur
destijds naast de minister zat om de situatie te
verduidelijken. Toen de commissies nog niet
openbaar waren en men alleen over het verslag
beschikte, kon de rapporteur getuigen wat er in de
commissie was gezegd.
03.04 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik kan de collega misschien uit de nood
helpen waarom die gewoonte in onbruik is
geraakt. Het heeft wellicht te maken met de
gewoonte van de huidige ministers om tijdens de
pleidooien de hele tijd te telefoneren. Het heeft
geen zin dat men als rapporteur naast een
telefonerende minister gaat zitten.
De voorzitter: Mijnheer Pinxten, u moet altijd
opletten wat de toekomst u kan bieden. Als ik zo
rustig blijf bij het fillibusteren, was dat omdat een
goede voorzitter of boswachter een uitstekende
stroper moet zijn geweest, onder de enige
voorwaarde dat hij al zijn streken niet kwijt zou
zijn.
Mijnheer Pieters heeft het woord.
03.05 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
collega Van Weddingen, ik sluit mij aan bij de
lovende woorden die collega Leterme deze
morgen heeft uitgesproken over uw verslag en uw
bekwaamheid om eventueel toelichting te geven
bij het verslag indien zich dat zou opdringen.
Als laatste spreker van de CVP wil ik enerzijds
onze opmerkingen en kritieken nogmaals heel
bondig samenvatten en anderzijds op enkele
elementen ingaan die door de collega's Leterme
en Pinxten nog niet werden uitgediept.
Het ontwerp bevat zeker positieve aspecten. Dat
zou er nog aan ontbreken. De
personenbelastingen worden verlaagd en het
ontwerp verlaagt terecht de inkomensbelastingen
van de natuurlijke personen, want de bevolking
heeft jarenlang financiële inspanningen moeten
leveren om de budgettaire crisis te overwinnen.
Door die inspanningen die in de vorige legislaturen
werden geleverd, is hiervoor sinds 1981 met
onderbreking opnieuw een budgettaire marge
beschikbaar.
We vinden het ook positief dat de regering
eindelijk erkent dat er een probleem is inzake de
fiscale discriminatie van gehuwden en in haar plan
dan ook de afschaffing van een aantal fiscale
discriminaties heeft opgenomen. Het verheugt ons
ook dat zij zich daarbij vooral heeft gebaseerd op
het wetsvoorstel van de CVP, dat ik samen met de
heer Leterme had ingediend. In zekere zin zouden
we kunnen zeggen dat we op een zeer efficiënte
manier oppositie hebben gevoerd vermits we
ganse stukken tekst uit ons eigen voorstel in dit
ontwerp terugvinden.
In dit ontwerp worden trouwens nog enkele andere
voorstellen en amendementen van de CVP
opgenomen. Ik verwijs naar het voorstel van
mevrouw Creyf, met betrekking tot de maximale
leeftijd voor vrouwen inzake belastingvermindering
voor verzekeringen en naar het debat over de
vrijstelling van de onderhoudsgelden voor de
berekening van de netto-bestaansmiddelen.
Hiervoor verwijs ik naar de geamendeerde
wetsvoorstellen van de collega's Van Eetvelt,
Leterme en Pieters.
De negatieve aspecten zal ik in tien punten
samenvatten.
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Ten eerste, slechts een zesde van het plan wordt
door deze regering uitgevoerd. Van het
belastingplan ten belope van 134,5 miljard wordt
slechts 25 miljard in deze legislatuur gerealiseerd.
Het saldo van meer dan 100 miljard komt slechts
vanaf 2006 op kruissnelheid, waardoor het plan in
grote mate meer een belofte dan een feit is.
Ten tweede, de afschaffing van de fiscale
discriminatie is duidelijk geen prioriteit van de
paarsgroene regering, ook al erkennen ze het
probleem. Van de belastingverlaging met 25
miljard in deze legislatuur, zal slechts 3 miljard
naar de afschaffing van de fiscale discriminaties
vloeien.
Ten derde, niet alle fiscale discriminaties tussen
gehuwden en samenwoners worden afgeschaft,
want de gepensioneerden met een
gezinspensioen, de bruggepensioneerden en de
werklozen vallen buiten de regeling. We kunnen
aantonen dat nog 14 discriminaties feitelijk blijven
bestaan.
Wij kunnen aantonen dat er in feite nog veertien
discriminaties blijven bestaan.
Ten vierde, de echte alleenstaande blijft in de kou.
Wij hadden voorgesteld om de echte
alleenstaanden fiscaal voordeliger te blijven
behandelen om aldus het draagkrachtbeginsel te
laten spelen. De regering is het daarmee niet
eens. Deze vier punten werden reeds door
fractieleider Yves Leterme toegelicht.
Ten vijfde, de regering maakt de complexe
regeling van woon-werkverkeer nog complexer,
zoals juist door collega Pinxten werd betoogd.
Ten zesde, de regering verlaagt de fiscale druk op
arbeid, maar niet op de meest efficiënte wijze.
Vooral de invoering van het belastingkrediet stuit
op onze kritiek. Het is een complexe formule
waarbij het voordeel voor de lagere
arbeidsinkomens slechts met vertraging ter
beschikking komt. Ons eenvoudig alternatief luidt:
verhoog de forfaitair aftrekbare beroepskosten. De
regering had zich bij dit ontwerp tot hervorming
van de personenbelasting de vraag moeten stellen
of heel wat van de voorliggende maatregelen, die
een grote hap nemen uit de federale budgettaire
marge, wel in de fiscaliteit moesten genomen
worden. Vanuit economische en sociale efficiëntie
is het immers vaak meer aangewezen om de
sociale uitkeringen zoals de kinderbijslagen te
verhogen of de eigen bijdragen van de
werknemers aan de sociale zekerheid te
verminderen zodat de afstand tussen bruto- en
nettolonen kleiner wordt. De invoering van een
terugbetaalbaar belastingkrediet van ongeveer
20.000 frank per jaar gericht op de lage
arbeidsinkomens is niet de best mogelijke
techniek. De terugbetaling gebeurt niet via de
bedrijfsvoorheffing maar via de afrekening van de
aanslag, dus één tot drie jaar na de vaststelling
van het lage arbeidsinkomen. Het is dus niet op
het ogenblik dat de burger het echt nodig heeft,
namelijk wanneer zijn of haar arbeidsinkomen
laag is, dat deze paarsgroene regering met de
bepalingen van dit wetsontwerp ter hulp snelt en
een actieve welvaartsstaat vestigt, maar ongeveer
twee jaar later, wanneer de inkomenssituatie
reeds grondig kan veranderd zijn. Daarnaast is
niet iedereen met een laag arbeidsinkomen
financieel behoeftig. Zelfs de Raad van State
stelde in zijn advies de vraag of het gerechtigd is
dat een echtgenoot een terugbetaalbaar
belastingkrediet verkrijgt als de andere echtgenoot
aanzienlijke inkomsten heeft.
Onze collega mevrouw Greta D'Hondt heeft
hierover een wetsvoorstel ingediend dat reeds
door de huidige coalitie weggestemd werd.
Nochtans wordt de voorgestelde techniek van
verhoging van de forfaitaire aftrek voor
beroepskosten eveneens verdedigd door alle
sociale partners in een gemeenschappelijk advies
van de Nationale Arbeidsraad en de Centrale
Raad voor het Bedrijfsleven en het beheerscomité
van de Rijkssociale Zekerheid. Mevrouw D'Hondt
zal trouwens een nieuw wetsvoorstel in die zin
indienen.
Ten zevende, de groep van belastingplichtigen
wier inkomen wordt vastgesteld volgens forfaitaire
grondslagen van aanslag wordt uitgesloten van
het nieuwe belastingskrediet voor de lage
arbeidsinkomsten. Dit is onbegrijpelijk. In de
toelichting staat uitdrukkelijk dat het
belastingkrediet een instrument moet blijven ter
bevordering van de werkgelegenheid en ter
bestrijding van de armoede. De stap vanuit de
werkloosheid naar een zelfstandige zaak, waarbij
de inkomsten in het begin soms zeer laag liggen,
zou te groot zijn. In ons amendement vindt men
een opsomming van de beroepen die op forfaitaire
wijze kunnen worden belast. Het betreft 27
groepen, waaronder de landbouwers en vele
kleine zelfstandigen. Om een voorbeeld te geven:
80% tot 90% van de landbouwers werkt forfaitair.
Iedereen weet dat velen onder hen nog nauwelijks
de eindjes aan elkaar kunnen knopen en toch
wordt hen dit voordeel niet gegund. Het is voor mij
onbegrijpelijk en ongelooflijk dat de liberale
fracties hebben aanvaard dat deze zelfstandigen
niet mogen genieten van het voordeel van de
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
20.000 frank belastingskrediet.
Ten achtste, de verhoging van de fiscale aftrek
voor kinderopvang wordt afgewezen. Er komt voor
de erkende kinderopvang geen verhoging van het
maximale dagbedrag en ook geen verhoging van
de leeftijd tot 12 jaar. Wij waren voorstander van
een aftrek zonder maximum, aangezien de kosten
voor een dag kinderopvang vaak al 450 frank
overschrijden. Ik verwijs naar het verslag voor de
rest van de uiteenzetting hierover.
Ook de niet-erkende kinderopvang wordt op
fiscaal vlak en in vergelijking met de erkende
kinderopvang veel te weinig gewaardeerd. Het is
slechts een verhoging van de belastingvrije som
van 16.000 frank. Nochtans is de niet-erkende
kinderopvang dikwijls een noodzaak. Zelfs als het
geen noodzaak is, verdient deze opvang
maatschappelijke waardering.
Ten negende, de maatregelen ten gunste van de
kinderen ten laste zijn ontoereikend. Ik verwijs
naar de problematiek van de verhoging van de
netto bestaansmiddelen voor kinderen van
alleenstaanden met betrekking tot de kinderen van
echtgescheiden ouders die een alimentatie
ontvangen en een studentenjob willen doen. Het
voorstel zoals het in het ontwerp was opgenomen,
bood geen afdoend antwoord. De CVP heeft haar
amendement terzake toegelicht. Het werd
opnieuw ingediend door de meerderheid. Het is
slechts door de hoofse houding van de heer Van
Weddingen dat de CVP het amendement dat
inhoudelijk het onze is, in extremis nog hebben
mogen mee ondertekenen. Op die manier wordt
het geschetste probleem gedeeltelijk opgelost.
Het belastingskrediet voor kinderen van
alleenstaanden poogt de non take up op te lossen.
Op dit punt is onze kritiek dezelfde als degene die
we hebben verwoord met betrekking tot het
activiteitsinkomen. Het is geen allerbeste
maatregel omdat hij te laattijdig werkt, slechts via
de inkohiering dus met 1 tot 3 jaar vertraging
en omdat hij complex is. Wij kiezen voor de weg
van de defiscalisering gecombineerd met een
verhoging van de kinderbijslagen. Voor meer
toelichting verwijs ik naar het verslag.
De inwerkingtreding van de maatregelen uit het
wetsontwerp die iets met kinderen te maken
hebben, gebeurt via de inkohiering vanaf het
aanslagjaar 2003. Dit betekent dat bijna al de
belastingplichtigen tot 2004 tot in de volgende
legislatuur moeten wachten om iets van deze
maatregelen te merken.
Ten tiende, er is geen compensatie voor de
negatieve weerslag op de financiële middelen van
de gemeenten, door de CVP geraamd op
ongeveer 8 miljard frank als het geheel op
kruissnelheid komt. Ik verwijs opnieuw naar het
verslag maar ook naar de bespreking van het
wetsontwerp tot vermindering en/of afschaffing
van de 3% inningkosten die de federale overheid
de gemeenten aanrekent. Dit debat werd gisteren
in de commissie gevoerd.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, rekening houdend met deze 10 punten
van kritiek zult u kunnen begrijpen dat de CVP
gemengde gevoelens heeft over dit wetsontwerp.
Onze kritieken wegen niet licht. Alhoewel deze
belastinghervorming voor de belastingbetaler goed
nieuws bevat, heeft ze veel kansen laten liggen.
De belastingbetaler zal de positieve effecten
slechts vanaf de helft van de volgende legislatuur
echt voelen op voorwaarde dat de budgettaire
marge op dat ogenblik reeds niet aan andere
leuke dingen is besteed.
03.06 Eric van Weddingen (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers
collègues, il est vrai que le dernier orateur se doit
d'être bref et je le serai.
Que dire, monsieur le ministre, sinon qu'il y a bien
longtemps que j'attendais une vraie réforme
fiscale! Mieux, une véritable réduction de la
pression fiscale! Une réduction si importante que
chaque contribuable aura réellement l'occasion de
la ressentir concrètement!
Ainsi, en tenant compte des mesures fiscales déjà
adoptées depuis la formation de ce
gouvernement, nous assisterons, dès 2003
année appartenant encore à cette législature , à
une réduction de la pression fiscale de plus de
10%. On parle de 10,8%, et même de plus de
24% à partir de 2006.
Monsieur Pinxten, vous riez, car l'année 2006
vous semble si loin. Pourtant, elle n'est en réalité
pas si éloignée, car pour parvenir à la fin normale
de cette législature et laisser le temps nécessaire
à un autre gouvernement pour éventuellement
corriger la réforme, nous serons déjà en 2006!
Partant, il n'est pas du tout illogique de montrer
dès maintenant ce que sera, jusqu'en 2006,
l'impact de cette réforme et de l'ensemble des
autres mesures prises depuis la formation de ce
gouvernement, parce que les contribuables
bénéficieront véritablement des avantages de
celles-ci jusqu'en 2006, en espérant qu'ils en
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
bénéficieront encore par la suite. En tout cas,
jusqu'en 2006, il paraît certain qu'ils bénéficieront
des avantages de cette réforme!
Tous les contribuables dont, hélas, je suis
attendaient cela.
Il est vrai que les circonstances le permettent
aujourd'hui et que ce ne fut pas toujours le cas
jusque dans un passé récent. Toutefois, monsieur
le ministre, vous avez magnifiquement saisi la
balle au bond et, pour reprendre un terme de
saison, vous en avez fait une « balle de match ».
En commission, j'ai déclaré que votre projet
répondait, à mes yeux, aux trois grandes
caractéristiques de toute réforme fiscale réussie.
Tout d'abord, vous avez élaboré un projet
compréhensible pour tous, parce que s'articulant
autour de quelques axes fort simples que tout le
monde peut percevoir. Certes, il demeure
quelques complexités. Néanmoins, la majorité des
complexités techniques sont essentiellement dues
au phasage. Partant, par définition, celles-ci
disparaîtront avec le temps, puisqu'il s'agit de
mesures transitoires.
Ensuite, votre projet présente cette nécessaire
seconde qualité, à savoir une réduction
suffisamment sensible pour être concrètement
perceptible par chacun. Monsieur le ministre, vous
nous en avez d'ailleurs fourni suffisamment
d'exemples concrets pour nous en convaincre.
Enfin, votre projet est équitable: il touche toutes
les catégories de contribuables.
D'ailleurs, lorsque l'on examine le projet, il est
difficile de choisir pour s'en réjouir, dans mon
cas une mesure plutôt qu'une autre. Je ne
compte pas sacrifier ici à un jeu traditionnel qui
consiste à mettre en exergue certaines mesures
au détriment d'autres, au motif qu'elles
correspondraient plus à ma philosophie. Ce qui
frappe dans ce projet, c'est son équilibre. Toute
intervention trop ciblée aurait nécessairement
pour effet de dénaturer le projet. Le fer a été porté
partout où c'était nécessaire, sans privilégier une
catégorie de contribuables par rapport à une
autre. C'est d'ailleurs ce qui assurera, je l'espère,
la pérennité de la réforme. Rien n'est plus
dommageable en matière fiscale et nous l'avons
encore connu dans un passé récent que des
révisions répétées et parfois contradictoires de la
législation fiscale. Non seulement, cela engendre
l'insécurité fiscale mais c'est aussi une des
causes principales d'évasion fiscale.
Je serais donc très mal à l'aise si je
m'enthousiasmais pour une mesure en en laissant
une autre dans l'ombre car je considère
honnêtement que toutes les mesures proposées
étaient nécessaires. De là à conclure qu'aucune
autre mesure n'aurait été utile ou qu'il n'eût pas
été intéressant d'aller encore plus loin pour
certaines mesures, c'est un pas que je ne
franchirai pas, monsieur le ministre, sinon vous ne
me reconnaîtriez pas! Je ne vous en proposerai
pas non plus puisque la masse budgétaire
actuelle et prévisible ne permettrait pas
raisonnablement de les réaliser et l'on tomberait
dans ce travers que je viens de dénoncer comme
à éviter, à savoir que nous serions éventuellement
obligés, après avoir pris ces mesures, de faire
marche arrière.
Ce qui importe, c'est d'être conscient que, au
même titre que la réduction de notre endettement
doit se poursuivre, la réduction de la pression
fiscale ne se termine pas avec ce projet. Le bout
du tunnel, même s'il devient perceptible grâce à
ce projet, n'est pas encore atteint, nous le savons.
En effet, l'objectif était le rattrapage de la
moyenne européenne. Au début de cette
législature, au moment de l'accord de
gouvernement, cet objectif nécessitait un
allègement de l'ordre de 400 milliards. Or, si le
montant de réduction de 328 milliards annoncé
pour 2006 nous rapproche très sensiblement de
cet objectif d'origine, dans le même temps, des
réformes sont en cours dans les principaux pays
voisins et, pendant que nous nous approchons de
la moyenne européenne, cette dernière continue à
baisser. C'est au moment où la réforme sera
entièrement entrée en vigueur, au moment où elle
sera en vitesse de croisière qu'il faudra faire le
point et apprécier quel sera encore notre handicap
à cette époque. Le ministre a d'ailleurs rappelé,
dans son exposé introductif je l'ai relu, c'est
l'avantage d'être rapporteur! -, que la convergence
fiscale constituait la sixième étape de la stratégie
du gouvernement, après ce projet qui en est la
cinquième.
J'ai dit que je ne traiterais pas d'une mesure en
particulier, et je compte m'y tenir. Mais un mot tout
de même de la réduction des taux les plus élevés.
J'ai senti, surtout en commission, des réticences.
Je ne dirai pas davantage, j'ai senti des réticences
sur cette mesure-là en particulier. Pourtant, c'est
une mesure aussi indispensable que peu
coûteuse. Notre taux le plus élevé, vous le savez,
va passer de 55 à 50%, plus encore des
additionnels communaux, mais ne prenons que
les taux de base.
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
On parle d'harmonisation fiscale européenne, on
parle d'indispensables convergences, or, sait-on
que l'Allemagne de Schröder ramène son taux
maximum de 53 à 45%? Aujourd'hui, en 2001, il
est déjà ramené à 48,5%. Sait-on que la France
de Jospin envisage, et il y a déjà un projet qui
existe, de passer de 54 à 43,2%? Sait-on que le
Luxembourg, quelle horrible comparaison, passe
de 46 à 38%? Je n'oserais pas vous parler de la
réforme Bush, mais là, on envisage de ramener le
taux maximum de 39,6 à 33%. Comme je le
disais, le bout du tunnel est visible, mais pas
encore atteint.
Je reconnais, pour cette dernière comparaison,
que les impôts des Etats qui s'ajoutent à l'impôt
fédéral sont plus importants que nos additionnels
locaux et régionaux.
Ce n'est pas pour conclure qu'il faut très
rapidement baisser encore les taux les plus hauts,
mais il faut, et je crois que c'est fondamental, que
le prochain effort porte encore sur le barème et
sur les tranches moyennes. Le projet permet déjà
de récupérer 50% de dix années de non-
indexation des barèmes, il reste donc encore
quelque chose à faire.
L'effet psychologique de la suppression des deux
taux les plus élevés était nécessaire et je félicite le
ministre d'avoir osé le proposer et le soutenir. Je
me réjouis d'ailleurs qu'il n'y ait pas eu d'attaque
démagogique, mais uniquement certaines
réticences.
L'effet de cette réforme sur l'économie sera
incontestablement bénéfique. Mme Moerman a
rappelé un certain nombre de chiffres du Bureau
du plan. Je ne retiendrai que les 20% d'effet de
retour sur le plan des recettes, et c'est d'ailleurs
comme cela que, si la réforme coûte normalement
au budget à peu près 134 milliards, en fait, elle
représente pour les contribuables une réduction
de pression fiscale de 169 milliards.
En conclusion, cette première vraie réforme
devrait permettre la restauration d'une certaine
crédibilité fiscale pour les contribuables. On dit
que "chat échaudé craint l'eau froide". Les
contribuables belges sont, quant à eux, tous
devenus des "chats fiscalement échaudés" après
plus de dix années de rage taxatoire. C'est là la
principale cause de l'étendue de l'évasion fiscale.
Si l'on veut restaurer et je crois que beaucoup ici
le souhaitent le civisme fiscal, il faut d'abord
restaurer la crédibilité fiscale de l'autorité.
Je pense sincèrement que le présent projet est un
facteur important de cette restauration. C'est donc
avec conviction que nous le soutiendrons.
03.07 Didier Reynders, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, je ne rappellerai pas
l'ensemble des éléments du projet, presque tous
les groupes ayant jugé opportun d'intervenir dans
cette discussion générale.
Je m'attarderai simplement à quelques éléments
après avoir remercié M. van Weddingen pour le
rapport qu'il a rédigé, mais aussi présenté
oralement en séance plénière ainsi que les
services qui ont travaillé rapidement pour rédiger
ce document. Je voudrais également remercier la
commission. Je rappelle, en effet, que le débat a
surtout eu lieu en commission. Je sais qu'il est
toujours un peu désolant de débattre en séance
plénière devant un hémicycle clairsemé, où l'on
retrouve à peu près les mêmes intervenants qu'en
commission Chacun doit, je le répète, comprendre
que le débat a essentiellement eu lieu en
commission. D'autres débats ont d'ailleurs encore
lieu, pour l'instant, dans d'autres commissions, ce
qui empêche des parlementaires de nous
rejoindre.
Je voudrais encore faire mes remerciements pour
le travail accompli puisqu'un certain nombre
d'amendements ont été adoptés en commission
ce qui est peut-être encore trop rare et ont
permis d'améliorer certains aspects du projet à
l'avantage de certains contribuables. Je pense en
particulier à la problématique des rentes
alimentaires que l'on a évoquée, qui a
effectivement connu une évolution favorable au
sein de la commission tout comme, en matière de
mobilité, à la possibilité offerte aux entreprises de
passer à 120% de déductibilité des frais qu'elles
exposent pour l'organisation de mécanismes ou
de systèmes de transport en commun spécifiques
à l'entreprise ou à plusieurs entreprises, dès
l'exercice fiscal 2003, c'est-à-dire les revenus de
2002. Ce sont des mesures nouvelles qui ont été
introduites à l'occasion du débat en commission,
qui rejoignent pour partie des demandes
formulées dans l'accord interprofessionnel, en
particulier cette disposition concernant les
entreprises, ou qui rejoignent des préoccupations
que des membres de la commission avaient
évoquées.
Je voudrais confirmer que nous ne rencontrerons
aucune difficulté du côté de la Commission
européenne en ce qui concerne cette mesure de
déductibilité renforcée pour les entreprises.
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Il est utile de préciser que le projet dont nous
discutons aujourd'hui a connu un certain nombre
d'améliorations dans le cadre du débat en
commission.
Ik wil kort enkele elementen aangeven van het
algemeen kader van deze belastinghervorming.
De heer Pieters stelde vast dat gedurende de
vorige regeringen in België werd gesaneerd. We
kenden in België al saneringen gedurende
ongeveer twintig jaar. Ik heb dat al gezegd in de
commissievergadering en herhaal dat nu in de
plenaire vergadering. De huidige marge is aan die
saneringen te danken. Er was echter een
probleem in de periode 1988-1993. De sanering
van de schuldratio en het deficit stopte toen.
Tussen 1988 en 1993 blijft het deficit op ongeveer
7%, waardoor de schuldratio automatisch
verhoogde tot ongeveer 138%. In de twintigjarige
saneringsperiode daalde de schuldratio vanaf
1993 in de daaropvolgende acht jaar.
Een belastinghervorming is nodig. In die twintig
jaar lange saneringsperiode zijn er verschillende
periodes. Tijdens de jaren '80 werden tegelijkertijd
de overheidsfinanciën gesaneerd en de fiscale
druk verlaagd. Die hervorming werd doorgevoerd
na de fiscale hervorming van de heer Grootjans.
Vanaf ongeveer 1985 daalde de fiscale druk dus
concreet, terwijl de openbare financiën werden
gesaneerd. In de jaren '90 werden de openbare
financiën eveneens gesaneerd, maar de fiscale
druk verhoogde door enkele maatregelen. Zo
werden de fiscale barema's niet geïndexeerd en
voerde men de anti-crisisbelasting in, een nieuwe
belasting vanaf ongeveer 1994. Momenteel is de
fiscale druk dus zeer hoog. Het spreekt voor
zichzelf dat we een andere richting moeten
uitgaan.
De heer Leterme herinnerde aan de "rage
taxatoire".
Il s'agissait, si je ne me trompe, d'une expression
régulièrement utilisée à l'intérieur comme à
l'extérieur de cette enceinte par Jean Gol qui a
beaucoup usé de cette formule pendant les
années 90. D'une certaine façon, je remercie
M. Leterme d'y faire allusion parce que c'est la
démonstration de ce qui s'est passé pendant
quelques années.
Il est vrai que c'est la poursuite de
l'assainissement des finances publiques mais
avec, malheureusement, pour une bonne part, un
assainissement reposant sur une augmentation
des charges pour les contribuables. Je pourrais
presque utiliser la formule aujourd'hui - je crois
que Jean Gol l'apprécierait -: nous sommes peut-
être en train de nous lancer à certains égards
dans une sorte de "rage détaxatoire"; mais cela
n'est jamais que détricoter ce qui a été tricoté
pendant un certain nombre d'années.
Cependant, nous allons plus loin. Je crois que
nous diminuons plus fortement la pression fiscale
au cours de ces exercices qu'elle n'a été
augmentée au cours des précédents.
Het is dus normaal dat wij nu een nieuwe prioriteit
vastleggen, namelijk het verminderen van de last
op arbeid. Er is een verschil voor de
vennootschappen. Het gaat eerste en vooral om
het verminderen van de sociale lasten. Wij
moeten nog werken aan een fiscale hervorming
van de vennootschapsbelasting. Eerst en vooral
komt er echter een vermindering van de sociale
lasten. Er werd reeds een eerste stap gezet in dat
verband tijdens de vorige legislatuur door een
aantal beslissingen van de vorige regering. Voor
de particulieren gaat het om een vermindering van
de personenbelasting. Wij werken dus in twee
richtingen. Voor de vennootschappen gaat het om
een vermindering van de sociale lasten en voor de
particulieren om een verlaging van de
personenbelasting.
Pour ce qui concerne la stratégie fiscale suivie,
au-delà de ce cadre général de l'assainissement
des finances publiques qui nous permet de
disposer de marges, je voudrais couper les ailes à
une sorte de canard, d'image régulièrement
présentée: il existe une stratégie arc-en-ciel en
matière de réforme fiscale et d'évolution de la
fiscalité, mais qui ne doit pas être découpée en
tranches. C'est un projet commun et l'accord de
gouvernement le précise bien.
L'ensemble des formations de la majorité souhaite
avancer dans une réforme fiscale qui a
d'importants effets sociaux, qui avantage de
manière tout à fait légitime et importante des
catégories sociales qui disposent de revenus
faibles. Chacun souhaite aller dans cette direction.
Tous, nous souhaitions aussi supprimer l'essentiel
des discriminations qui portent finalement
préjudice à certains choix de vie opérés par nos
concitoyens. Nous souhaitons tous diminuer
l'impôt sur le travail - aucun doute en la matière -
de la même manière que l'on veut voir - j'y
reviendrai
- avancer la simplification de la
législation fiscale ou que l'on veut atteindre divers
objectifs spécifiques, que ce soit en matière de
mobilité ou de développement durable, par
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
exemple.
Il me semble donc un peu absurde de vouloir
cantonner la marque, l'empreinte d'une partie
d'une coalition à un des volets de la réforme
fiscale. L'ensemble de la réforme était voulu par
les différentes formations de la majorité arc-en-
ciel. C'est dans ce sens qu'il me paraît le plus
raisonnable d'analyser cette réforme comme un
tout, qui s'intègre dans une stratégie en plusieurs
étapes. On l'a rappelé à plusieurs reprises.
Il est vrai qu'il paraît légèrement étonnant
aujourd'hui de le rappeler mais le stop fiscal était
déjà une nouveauté vu que, pendant dix ans, les
impôts ne cessaient d'augmenter. Appliquer le
stop fiscal pour la première fois dans le budget
2000, le budget qui a dû prendre en charge
certains coûts liés à la crise de la dioxine, ce
n'était pas si simple quand on se remémore la
situation dans laquelle se trouvait notre pays à
l'été et l'automne 1999, lors de l'élaboration du
budget 2000. Ce fut le stop fiscal.
L'indexation des barèmes fiscaux n'a pas fait
l'objet d'une décision du gouvernement précédent.
De temps en temps, il est bon de rappeler la
réalité. Le gouvernement précédent a seulement
enfin choisi de ne plus suspendre; donc il n'a rien
fait mais il a choisi de ne pas suspendre une
nouvelle fois l'indexation des barèmes fiscaux.
Avant les élections de 1995, l'engagement avait
déjà été pris de ne plus supprimer cette
indexation, de ne plus la suspendre mais, dès
l'année suivante, la suspension intervenait à
nouveau. Il y a eu une hésitation en 1999: va-t-on
encore suspendre? C'est vrai qu'il n'y a pas eu de
nouvelle décision et l'indexation a donc dû rejouer.
Comme je l'ai rappelé tout à l'heure, cette
indexation n'a cependant pas joué à l'époque dans
les précomptes professionnels pour le premier
trimestre de l'année.
C'est en cela que je dis qu'il faut non seulement
prendre de nouvelles décisions, ce que nous
faisons pour intégrer cette indexation dans les
barèmes fiscaux, mais aussi pour payer, pour
rembourser aux contribuables, en 2001, le surplus
d'impôts qui leur a été demandé sur leurs revenus
de 1999 parce que les précomptes n'étaient pas
adaptés. C'était une deuxième étape.
La troisième a consisté bien sûr dans la
suppression progressive de la cotisation
complémentaire de crise. Je voudrais apporter
des précisions à ce sujet et prendre deux
références dans cette législature:
- au 1
er
janvier 2002, il n'y aura plus qu'un seul
pour cent de cotisation de crise sur l'ensemble
des revenus. Le taux maximum d'imposition en
Belgique sera descendu à 52%;
- au 1
er
janvier 2003, dans les précomptes
également, il n'y aura plus du tout de cotisation de
crise: 3% d'impôts disparaissent et le taux
maximum d'imposition sera de 50% dès les
précomptes professionnels.
La mesure suivante, c'est la réforme et je vais y
revenir. Bien sûr, il faudra aller plus loin et j'y
reviendrai également mais d'autres mesures sont
déjà prises. Je pense aux mesures en matière de
rentes pour accident du travail et maladies
professionnelles, la participation des travailleurs
aux résultats de leur entreprise (votée à
l'unanimité dans cette assemblée), d'autres
mesures aussi sur la déductibilité des frais de
garde pour les enfants de moins de 3 ans.
Quelle est l'ambition de ce volet de la stratégie
fiscale déjà réalisé? Indexation, cotisation de
crise, réforme fiscale. On a beaucoup cité de
chiffres. Monsieur le président, je vais me
permettre d'en citer trois sur les différentes
périodes évoquées:
- en 2003, dernière année de la législature: 138
milliards de réduction de l'IPP, par rapport à ce
qu'aurait été la pression fiscale si rien n'avait été
changé depuis 1999. C'est un peu plus de 10% de
réduction de la pression fiscale sur les particuliers
et je vous fais grâce des éléments après la
virgule;
- en 2006: 328 milliards, c'est-à-dire plus de 24%
de réduction de la pression fiscale par rapport à
ce qu'aurait été cette charge fiscale sur les
particuliers sans changement depuis 1999;
-
j'ai présenté en commission un tableau
regroupant l'ensemble des éléments et nous
allons, entre 1999 et 2003, appliquer de manière
cumulative une réduction de l'IPP, toujours par
rapport à ce qu'il aurait été sans changement, de
318 milliards de francs.
Ce n'est peut-être pas grand-chose pour certaines
formations politiques dans cet hémicycle.
Cependant, 318 milliards de francs sur la
législature, rendus d'une certaine manière aux
contribuables via l'IPP, cela me paraît tout de
même un élément significatif. Je ne fais aucune
comparaison avec quelque autre mesure prise
pendant cette législature parce que ce type de
dossier intègre plusieurs préoccupations et j'y
reviendrai.
Wij gaan naar een algemene hervorming van de
personenbelasting met bepaalde kosten, maar
ook met een evenwicht tussen alle categorieën
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
van inkomens en tevens tussen alle
doelstellingen. Het gaat niet alleen om neutraliteit
tussen de verschillende vormen van samenleven
maar ook om het verlagen van de belasting op
arbeid. Eerst en vooral gaan wij de belastingen op
arbeid verlagen. Dat is een eerste doelstelling.
Ten tweede gaan wij bijna alle discriminaties
afschaffen. Ik heb in de commissie reeds gezegd
dat ook de nog resterende discriminaties moeten
worden weggewerkt. Met een wetsvoorstel of een
wetsontwerp kan men misschien tot verdere
verbeteringen komen inzake discriminaties. De
belangrijkste discriminaties worden echter reeds in
dit wetsontwerp weggewerkt. Wij werken ook met
nieuwe gunstige maatregelen, bijvoorbeeld inzake
mobiliteit, duurzame ontwikkeling en rationeel
energiegebruik. Er zijn verschillende nieuwe
gunstige maatregelen in de hervorming vervat.
Bovendien worden er belangrijke maatregelen
genomen met betrekking tot een vereenvoudiging.
Het afschaffen van twee schalen is al een eerste
vereenvoudiging. Ook het afschaffen van alle
discriminaties is een belangrijke vereenvoudiging
van ons stelsel.
Dans ce cadre, j'insisterai sur deux points. Je
répondrai aux questions de M. Vanvelthoven et de
Mme Moerman mais je dirai aussi un mot sur le
volet relatif à la mobilité, dont il a été souvent
question.
La mobilité est un thème soutenu et voulu par
l'ensemble des membres de la majorité. J'ai cru
comprendre qu'il l'était aussi par tous les groupes
au sein de cette assemblée. Pour qu'il n'y ait pas
de malentendus, toutes les mesures qui existent
aujourd'hui en matière de déductibilité ou d'autres
mécanismes fiscaux liés à la mobilité, sont
maintenues. J'ai lu qu'il y avait quelques
hésitations concernant deux catégories. On posait
notamment la question suivante: "Pourra-t-on
encore déduire six francs du kilomètre si l'on
utilise son propre véhicule automobile pour se
rendre de son domicile au lieu de travail sur une
distance plus importante que 25 kilomètres aller et
25 kilomètres retour?". Je vous réponds par
l'affirmative. Rien ne change. Si l'on vient
d'Ostende ou de Liège, on pourra toujours
dépasser les 100 kilomètres par jour et par trajet,
c'est-à-dire 200 kilomètres aller et retour seront
déductibles à six francs le kilomètre. Il n'y a aucun
doute: la mesure reste inchangée pour celui qui
bénéficie aujourd'hui d'une mesure de
déductibilité.
Il en va de même en ce qui concerne l'utilisation
des motos. Le doute à ce propos a également été
introduit pendant un certain temps dans le débat.
Je vais donc clarifier cette question: les
utilisateurs de motos ou de motocyclettes peuvent
déduire l'ensemble des frais qu'ils peuvent
prouver; il n'y pas de limitation à six francs le
kilomètre. Cette disposition est maintenue et il y a
toujours une déductibilité complète en la matière.
Nous avons simplement ajouté de nouveaux
incitants visant à favoriser le transport en commun
public, à travers la possibilité d'exonération totale
dans le chef d'un bénéficiaire: des
remboursements opérés par l'employeur en ce qui
concerne les frais d'abonnement de train, de bus
ou de métro, les transports en commun organisés
par des entreprises. Tout à l'heure, j'ai évoqué la
déductibilité qui peut aller jusque 120%: 100% sur
les revenus 2001, puis 120%, à partir des revenus
2002, des initiatives prises par les entreprises
pour organiser elles-mêmes des transports en
commun. Aujourd'hui, nous sommes souvent
limités à 75%. A présent, on passe à 100%, puis à
120%.
Des mesures concernent aussi le co-voiturage.
De quoi s'agit-il? Les personnes qui décideront de
se regrouper dans le véhicule individuel d'une
seule personne, pourront, même si elles
n'exposent aucun frais pour utiliser ce système de
transport, déduire, dès les revenus 2001, six
francs le kilomètre sur un total de maximum 50
kilomètres aller/retour. Dans l'exposé des motifs,
nous avons clairement indiqué, et cela a été
exposé en commission, que nous augmenterons
cette distance dès les revenus 2002. Après une
analyse de la situation, on pourra peut-être encore
envisager d'autres majorations à l'avenir.
Toutes ces mesures visent à favoriser l'utilisation
d'autres modes de transport que le véhicule
automobile individuel. Mais l'on sait et c'est pour
cela que nous avons maintenu la déductibilité de
six francs par kilomètre et les dispositions
relatives aux avantages en nature pour les
voitures de société qu'un certain nombre de
personnes ne peuvent pas faire autrement
aujourd'hui qu'utiliser leur véhicule individuel.
A l'avenir, ces incitants devront être analysés, et
ce également en fonction d'autres mesures qui
viendront s'y ajouter. Les sociétés de transport en
commun devront s'adapter à ces nouvelles
mesures: il faudra prévoir des parkings de
dissuasion, des liens plus faciles entre différents
modes de transport, des horaires mieux adaptés.
Les entreprises devront, elles aussi, s'adapter. Je
citerai un exemple qui sort des compétences
fiscales: avec un incitant fiscal pour le co-
voiturage, il est évident que l'on devra prévoir des
parkings sécurisés pour permettre aux personnes
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
de se rendre en un point de rencontre avant de
voyager en commun. Le long des autoroutes, on
constate que des voitures stationnent, notamment
sur les ponts d'autoroute, parce que leur
propriétaire pratiquent le co-voiturage. Il faudrait
évidemment prévoir une sécurité plus grande. Ce
sont des efforts que les pouvoirs publics devront
effectuer.
La mobilité est un secteur - j'aurais pu en prendre
d'autres - qui connaît des évolutions importantes,
mais qui viennent s'ajouter aux éléments
existants.
Ik kom tot de vragen van de heer Vanvelthoven en
mevrouw Moerman.
Een eerste vraag betrof de toestand van het
verleden inzake de feitelijke scheiding. Er is een
oplossing voor de toekomst, maar wat moet er
gebeuren voor het verleden? Er zal misschien een
studie terzake moeten worden verricht. Daarom
zal ik aan mijn administratie een verslag over de
toestand van het verleden vragen. Er kan dan
misschien een nieuwe maatregel worden
genomen of een nieuwe oplossing voor het
verleden worden gevonden. Dit is echter een
probleem van rechtswaardigheid. Er zijn immers
verschillende situaties. Sommige mensen hebben
reeds een betaling gedaan. Er kan misschien een
nieuwe maatregel worden ingevoerd voor mensen
die nog geen betaling of een gedeeltelijke betaling
hebben gedaan. Er moet een juiste keuze terzake
worden gemaakt. Ik ben bereid om een concreet
voorstel terzake, eventueel in oktober, aan de
commissie voor te leggen.
Ten tweede werd gevraagd of het mogelijk is een
berekeningsmodel op de website te zetten? Ik heb
reeds contact met de diensten opgenomen om dit
na te gaan. Dat moet mogelijk zijn voor
berekeningsmodellen van verschillende bronnen
van inkomsten, in de eerste plaats voor de
jongeren.
Ten derde, werd de vraag naar onregelmatige
uitkeringen gesteld. Er is geen verschil. Er is geen
sprake van een taxatie in de twee gevallen. De
referentie met artikel 90,3 is alleen een referentie
voor de definitie van de uitkeringen. Voor mijn
administratie is het echter duidelijk dat er geen
verschil is tussen onregelmatige of regelmatige
uitkeringen.
Ten vierde, wat de boordtabel van een
commissaris inzake de strijd tegen de fiscale
fraude en vereenvoudiging betreft, heb ik goed
nieuws. Morgen staan de twee boordtabellen op
de agenda van het directiecomité. De presentatie
zal dus nog voor het reces kunnen plaatsvinden.
Dat is misschien zeer laat, maar het is binnen de
termijn.
Pour ce qui concerne le phasage et l'entrée en
vigueur des différentes mesures, je voudrais
rappeler trois éléments qui sont parfois passés
inaperçus.
Le phasage proprement dit. Les revenus de 2001
seront déjà concernés par la réforme et elle sera
totalement d'application pour les revenus perçus
dès le 1
er
janvier 2004. Je voudrais d'ailleurs
signaler que pour ce qui concerne les
indépendants, dès le 1
er
janvier 2004, toute la
réforme leur sera d'application, à travers les
versements anticipés. Donc, j'espère qu'à travers
les précomptes professionnels, nous pourrons, en
fonction des disponibilités budgétaires, rendre la
réforme la plus rapidement sensible pour tous les
contribuables, y compris ceux payant ces
précomptes professionnels.
Mijnheer Leterme, de wet is de wet. Wij krijgen
een nieuwe wet met een integrale toepassing van
de hervorming vanaf de inkomsten van 2004. Het
is misschien mogelijk om terzake een debat te
voeren maar een dergelijke wet zal zorgen voor
een volledige hervorming vanaf de inkomsten van
2004.
03.08 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wou even stilstaan bij de gefaseerde
inwerkingtreding van deze belastinghervorming
die in het wetsontwerp is opgenomen. Wij stellen
vast dat grosso modo een vijfde van die
belastinghervorming in deze legislatuur wordt
uitgevoerd terwijl de rest een groot vraagteken
blijft. Dit is geen taal van de oppositie. Ik herhaal
dat de vice-eerste minister en minister van
Begroting heeft gezegd dat voor hem de
maatregelen voor 2002 voor een bedrag van 10
miljard frank en voor 2003 voor een bedrag van 25
miljard frank verworven zijn. Voor de rest zal men
kijken naar van de economische groei afhankelijke
beschikbare marges. De tabel tot 2006, waarin
sprake is van maatregelen voor een bedrag van
134,5 miljard frank en waarbij werd rekening
gehouden met de terugverdieneffecten, bindt
eigenlijk niemand want de vice-eerste minister
zegt zelf dat dit afhangt van de economische
toestand. De economische omslag, die aanleiding
moet geven tot budgettaire voorzichtigheid, leidde
reeds tot een begrotingscontrole ten belope van
ongeveer 20 tot 25 miljard frank. Het is duidelijk
dat het eerste dat zal sneuvelen, wanneer er moet
worden gesaneerd, zullen een aantal maatregelen
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
zijn die in de fasering zijn opgenomen. Dit is een
vaststelling die wij afleiden uit de woorden van de
minister van Begroting.
03.09 Minister Didier Reynders: In de regering
werd terzake een akkoord bereikt en ik ben het
dan ook eens met de minister van Begroting. Ik
heb reeds aangekondigd dat heel de hervorming
van toepassing zal zijn vanaf januari 2004. De
eerste maatregelen zullen echter al in 2001 van
kracht worden. Wij hebben een akkoord bereikt
inzake de bedrijfsvoorheffing voor de jaren 2002
en 2003. Wat 2004 en later betreft, zullen wij
misschien zelfs vlugger kunnen gaan. Er komt een
wet die een integrale toepassing van de
hervorming mogelijk maakt vanaf 2004. Het is
echter vanzelfsprekend dat een betere
economische groei zal zorgen voor een snellere
invoering van de maatregelen. Als het mogelijk is,
wil ik op het vlak van de bedrijfsvoorheffing meer
maatregelen doorvoeren. De wet die een integrale
toepassing van de hervorming vanaf 2004 zal
mogelijk maken, moet echter eerst worden
goedgekeurd. Als het mogelijk is, kunnen wij
misschien zelfs vlugger gaan op het vlak van de
bedrijfsvoorheffing.
Ik kom dan tot een tweede opmerking. Het gaat
niet alleen over de invoering van bepaalde
maatregelen gedurende de jaren 2001 tot en met
2004 maar ook over een invoering in twee of meer
legislaturen. Dit klopt. 1 januari 2004 is zes maand
na het einde van deze legislatuur.
A plusieurs reprises, j'ai eu l'occasion de poser la
question en commission. Etant donné que nous
dépassons de six mois la durée de la législature, il
est important pour les contribuables de savoir qui,
dans cet hémicycle, souhaite remettre en cause
les mesures qui seront d'application au 1
er
janvier
2004.
J'ai cru comprendre que la seule critique émise
dans cet hémicycle consistait à demander que ces
mesures soient avancées pour l'essentiel d'entre
elles, c'est-à-dire celles qui touchent la
discrimination entre les différents types de choix
de vie. La question qui se posera est de savoir s'il
existe un groupe, une formation qui souhaite, pour
les prochaines élections, faire campagne sur le
thème de la remise en cause des mesures
fiscales qui interviendront au 1
er
janvier 2004.
Sinon, il est assez illusoire de mener un débat sur
les faits et mesures au-delà de cette législature.
Toute disposition que nous prenons dans cette
assemblée a vraiment un effet sur plusieurs
législatures. A mes yeux, il est normal de travailler
sur quatre années pour une réforme fiscale de
cette ampleur et que chacun sache s'il entre dans
les intentions de l'un ou l'autre groupe, une fois la
réforme votée, de remettre en cause certains de
ses aspects à partir de 2004.
03.10 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wil de minister kort onderbreken voor
twee opmerkingen.
Mijnheer de minister, ten eerste leeft in onze
fractie de vraag om de discriminatie van
gehuwden weg te werken. Het siert u dat u die
vraag genoteerd hebt. Wij vragen wel dat u de
maatregelen ter wegwerking van de
discriminaties, die nu detailmaatregelen zijn, en
die minder ver gaan dan wat op het einde van de
vorige legislatuur werd beslist door de regering
Dehaene-Van Rompuy, nu op het voorplan brengt.
Wij hebben er meteen bijgezegd dat voor ons de
schrapping van de twee toptarieven gedeeltelijk
kon worden verschoven naar een later tijdstip. Wij
zijn intellectueel consistent, en niet demagogisch.
Die 7 miljard frank kunnen worden gebruikt om de
discriminaties sneller weg te werken. Dit is voor
ons prioritair. Het is duidelijk dat dit voor u niet het
geval is.
Ten tweede, wil ik een opmerking maken over de
fasering en over de onzekerheid inzake de
belastingverlaging na de verkiezingen van 2003.
Niet wij, of een andere groep in deze Kamer,
zetten daar vraagtekens bij. Het is de vice-
premier, de minister van Begroting van deze
regering, die zegt dat hij alleen gebonden is voor
2002 en 2003. De rest, zegt hij, moet worden
bekeken overeenkomstig de economische groei.
03.11 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega Leterme, de wet is de wet. De
wet bepaalt een integrale toepassing van de
maatregelen vanaf 2004. Het is misschien
mogelijk vlugger te werken als er de volgende
jaren een grotere economische groei is.
Le point qui m'a le plus frappé concernant le
calendrier est que, dans le phasage, un certain
nombre d'intervenants souhaitaient découper les
contribuables en morceaux! Ils ne semblent pas
se rendre compte qu'il peut exister des couples
mariés qui vont bénéficier des mesures
concernant la mobilité, la révision des barèmes, la
suppression des taux supérieurs ou toute une
série d'autres dispositions comme celle des frais
professionnels. Il est vrai qu'il existe un phasage
mais celui-ci concerne d'abord la diminution et,
par priorité, la diminution sur les revenus du travail
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
de tous les contribuables, mariés ou non, et
progressivement la suppression de toutes les
discriminations mais en quatre ans de revenus ce
qui me semble particulièrement court.
C'est un peu le même raisonnement que celui qui
consiste à isoler d'une certaine façon les enfants.
On oublie un peu facilement que toutes les
mesures favorisant les contribuables en général,
favorisent très souvent les enfants parce que leur
particularité, surtout des enfants en bas âge, est
d'être très souvent à charge d'adultes sur le plan
fiscal. Les mesures qui réduisent la fiscalité sur
l'ensemble des contribuables viennent d'abord en
aide aux familles avec enfants et ensuite,
s'ajoutent des mesures plus spécifiques. Il ne faut
pas découper les contribuables en morceaux. Ils
forment un tout et lorsqu'une famille bénéficie
d'une réduction importante de la fiscalité, cette
réduction bénéficie aux enfants.
Je ferai deux dernières remarques, monsieur le
président - je ne reviendrai pas sur les mesures
puisqu'elles ont été longuement débattues - l'une
concernant l'ampleur de la réforme et l'autre une
opposition un peu systématique ces derniers
temps entre le fiscal et le social.
Wat de kalender betreft, heb ik al gezegd dat er
een nieuwe fasering komt op vier jaar. Ik heb
kritiek gehoord op het genoemde bedrag. Nu eens
vindt men het bedrag te hoog, dan weer te weinig.
Mijnheer Leterme, voor 2002 en 2003 vindt u het
bedrag misschien niet zo hoog, maar tijdens het
begrotingsdebat vond u het bedrag wel te hoog en
zei u dat er misschien geen marge voor was. Er is
dan echter ook geen marge voor andere
maatregelen. Ik begrijp het niet meer. Men kan het
bedrag te hoog of te laag vinden, maar niet allebei
tegelijk.
Ik denk dat we tot een belangrijke hervorming
zullen komen. Er zal een belangrijke vermindering
van de belasting op arbeid plaatsvinden. Die
vermindering weegt niet te veel voor de begroting,
en ze weegt zeker niet te veel voor de
belastingplichtige.
On doit, et c'est apparu très souvent en
commission, éviter d'entrer dans des critiques
contradictoires qui, à certains moments,
consisteraient à dire qu'il n'y a rien dans cette
réforme et qu'on y retrouve pas grand-chose, et à
d'autres moments que, malgré des marges
importantes, la réforme est trop forte par rapport à
celles-ci.
Depuis moins d'un an, je suis assez habitué à
vivre avec ces critiques et depuis l'annonce de
cette réforme l'année dernière, je vis dans
l'alternance d'une certaine façon: parfois, il faut
aller plus vite et en faire plus et parfois cela va
trop vite et on fait trop, le budget ne supportera
pas la situation.
Il faut garder une logique crédible dans la
démarche. La réforme est importante; elle
s'intègre dans d'autres éléments de diminution de
la pression fiscale et s'intègre surtout dans une
politique d'ensemble
et c'est la dernière
remarque que je ferai en reparlant des éléments
fiscaux et sociaux car cette opposition est souvent
absurde.
Mais, monsieur le président, je crois que M.
Leterme souhaite réagir.
Je serais également ravi d'entendre une première
intervention du groupe de M. Smets dans ce
débat.
03.12 André Smets (PSC): Monsieur le
président, monsieur le ministre, vous dites qu'il
faut éviter d'opposer le fiscal et le social et
j'espère que chacun sera convaincu de ce que
vous avancez. Mais je constate qu'actuellement il
y une opposition entre le fédéral et le communal.
Et c'est ce qui m'inquiète. Vous savez comme moi
que les mandataires communaux sont de plus en
plus en proie à d'énormes difficultés de maîtrise
des finances publiques, que la commune est la
base de la démocratie et son autonomie est de
plus en plus relative.
Or, l'on constate un transfert manifeste de
charges financières qui sont décidées au
Parlement vers les budgets des communes,
alors que ces dernières ne sont même pas
associées à ces décisions.
A ce propos, le cas le plus évident demeure, me
semble-t-il, celui de la réforme des polices. Bon
nombre de discussions ont été menées par votre
gouvernement avec l'ensemble des représentants
de la police; pourtant, leurs employeurs
principaux, que sont désormais les communes,
n'y ont pas du tout été associés.
Partant, la situation actuelle est simple: nous ne
savons pas où nous allons dans ce dossier - et
même M. Eerdekens l'affirme: personne ne
parvient à préciser ce que la réforme des polices
coûtera en fin de compte et bon nombre de
communes sont inquiètes devant leurs difficultés
grandissantes à maîtriser les coûts de la police.
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
A mes yeux, une opposition entre le niveau fédéral
et le niveau communal se dessine de plus en plus
clairement.
Par ailleurs, un autre cas préoccupant réside dans
le fait que de nombreuses communes se trouvent
actuellement confrontées à des retards
considérables dans les versements du niveau
fédéral pour alimenter les CPAS. Vous le savez,
monsieur le ministre si vous voulez bien
m'écouter , que ce problème devient de plus en
plus inquiétant. La semaine dernière, M. Vande
Lanotte le reconnaissait d'ailleurs à cette tribune.
Je peux en tout cas vous confirmer que de
nombreuses communes et ce n'est pas la nôtre,
vous êtes bien placé pour le savoir se trouvent
aux prises avec de graves difficultés de trésorerie
tant au niveau de leurs CPAS qu'au niveau de la
globalité de leurs dépenses. Et au train où vont les
choses, je ne peux craindre que le pire. Certes, et
je suis le premier à m'en réjouir, l'on assiste au
niveau fédéral à une maîtrise des finances: celle-
ci est d'ailleurs le fruit des efforts consentis par les
gouvernements précédents et c'est la première
fois que je vous entends le reconnaître dans cet
hémicycle...
03.13 Didier Reynders, ministre: Si vous veniez
plus souvent en commission, vous m'entendriez le
dire plus souvent.
03.14 André Smets (PSC): Certes, au niveau
fédéral, il y a une maîtrise plus grande des
finances. Et tandis que des pays comme
l'Allemagne, la France et l'Italie sont actuellement
surpris par la dégradation économique, vous nous
rassurez, monsieur le ministre, en nous
garantissant que la Belgique maîtrise ses
finances.
Néanmoins, je demeure particulièrement inquiet
face à cet écart énorme qui se profile désormais
entre la maîtrise des finances au niveau fédéral et
la « déglingue » des finances communales.
Aussi, monsieur le ministre, je me permets de
vous interroger sur les mesures que vous
comptez adopter à ce sujet. Car il me revient que
certaines communes n'ont pas vu leur budget
communal approuvé quelles que soient
d'ailleurs les tendances politiques de leurs
responsables.
03.15 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's ik wou
een onjuistheid rechtzetten. Indien onze fractie
zou worden bedoeld is dit een onjuiste
interpretatie van onze gedachtegang in verband
met een consequente toepassing van de
begrotingssanering, enerzijds en het beklemtonen
dat wat nu gebeurt te gering zou zijn, anderzijds.
Het is lichtjes anders. Wij formuleren de kritiek dat
de regering, zoals in zoveel andere dossiers, in
deze legislatuur veel minder doet dan wat ze op
termijn belooft. Wanneer wij erop wijzen dat zij
maar 25,7 miljard realiseert tot de volgende
verkiezingen, dan betekent dit "veel minder dan
wat de mensen was beloofd".
Als u de belastingen tot aan de volgende
verkiezingen slechts met 25,7 miljard frank
verlaagt, doet u heel wat minder dan u aan de
mensen hebt beloofd, zoals in zovele zaken. Dit is
een belovende macht, maar geen uitvoerende
macht. Dat is de contradictie. Wat de
consequentie in de begrotingssanering betreft,
blijven wij bij ons standpunt. Als u 25 miljard aan
belastingverlagingen wilt besteden, vragen wij om
dat geld consequent te gebruiken om prioritair de
fiscale discriminaties ten aanzien van de
gehuwden weg te werken. Dat is een totaal
verschil van oriëntatie en prioriteit tussen,
enerzijds, deze heterogene paars-groene
meerderheid, die in deze kwestie niet coherent is,
en, anderzijds, onze consequente houding dat
prioritair werk moet worden gemaakt van de
wegwerking van die discriminaties.
03.16 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, eerst en vooral, mijnheer Leterme, het
was een goede formule, maar alleen dat. Tien
procent lastenverminderingen voor de
particulieren de personenbelasting in 2003
vertegenwoordigt een bedrag van 138 miljard
frank. Dat is toch een zekere ingreep gedurende
deze legislatuur. Dat is belangrijker dan uw
bezorgdheid. Het ACV heeft dezelfde kritiek geuit.
In sommige kringen wordt de regering bekritiseerd
omdat ze te veel voor de personenbelasting doet.
Er is een contradictie tussen de twee verschillende
zaken. Het is toch waar dat wij in 2003 een
vermindering van de personenbelasting met 10%
moeten realiseren?
Je répéterai à M. Smets ce que j'ai dit en
commission, car manifestement l'information
circule mal. Je me réjouis de cette première
intervention de votre groupe dans ce débat. Elle
porte sur les communes.
Concernant le département des finances, vous
parlez de charges qui viendront plus tard. On
évoque à cet égard la réforme des polices. Ce
n'est pas une raison pour certaines communes
d'augmenter déjà les impôts communaux cette
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
année. Je ne suis pas sûr que, dans les budgets
2001, il se justifie de prévoir des charges en
matière de police. Il faudra peut-être faire la clarté
en la matière.
Première remarque. Dès mon arrivée au
département, j'ai tenté de rembourser aux
communes les arriérés que mes prédécesseurs
avaient laissés s'accumuler. On avait atteint des
sommes astronomiques: 15, 17 milliards de retard
de paiement à l'égard des communes au sein du
ministère des Finances. Ces retards ont été
totalement résorbés. Les communes sont à jour.
J'ai même, cette année, pris l'initiative de faire des
avances aux communes pour éviter tout retard
dans les paiements en ce qui concerne l'impôt des
personnes physiques.
Deuxième remarque: qu'allons-nous faire? A ce
sujet, une proposition de M. Bacquelaine cosignée
par d'autres membres de l'assemblée a été
adoptée en commission. Elle tend à réduire les
frais retenus par le fédéral sur les centimes
additionnels communaux de 3% cette année à 2%
en 2002 et à 1% en 2003, tout en instaurant en
parallèle, une nouvelle section au Conseil
supérieur des Finances qui vérifiera les paiements
effectués du fédéral vers les communes. Je crois
que c'est une évolution positive au-delà de la
résorption de l'arriéré à travers des mesures
nouvelles.
Troisième élément, l'autonomie communale. J'y
suis au moins autant attaché que vous. C'est pour
cette raison qu'une des critiques que j'entends
souvent à propos de la réforme fiscale, je ne la
comprends pas! La réforme fiscale n'a
absolument aucune conséquence sur les
communes. Il appartient aux communes de fixer
elles-mêmes le pourcentage de centimes
additionnels qu'elles souhaitent appliquer. Il y a, là
aussi, une contradiction: ou bien c'est au fédéral
de prendre la décision, mais alors on abandonne
l'autonomie communale, ou bien on maintient
l'autonomie communale et on laisse aux autorités
communales le soin d'accompagner la réforme
fiscale ou non, donc de diminuer aussi l'impôt sur
le travail ou de choisir de le maintenir à son niveau
actuel en augmentant les centimes additionnels.
On ne peut pas, à certains moments, plaider pour
l'autonomie communale et puis, lorsque c'est un
peu plus dérangeant parce qu'il s'agit de fiscalité,
demander à l'Etat de faire son travail.
Je n'ai d'ailleurs pas entendu beaucoup, ces
dernières années, les communes se plaindre
lorsque des mesures étaient favorables pour leurs
finances. Je pense par exemple,
malheureusement pour le contribuable, à la non-
indexation des barèmes fiscaux, qui a augmenté
les recettes de l'Etat mais aussi les recettes des
communes sans qu'elles aient rien à faire, ou
l'indexation décidée en ce qui concerne le
précompte immobilier. Je crois qu'il faut être
correct en matière d'autonomie. Il appartiendra
aux communes de faire leur choix.
Je conclus dès lors, comme annoncé, en disant
que le dernier point que je voulais évoquer, c'est
cette opposition que l'on entend souvent entre le
social et le fiscal. Je reste convaincu que la
réforme fiscale qui prend, c'est vrai, une part très
importante des moyens budgétaires disponibles
aujourd'hui, mais je dirais plutôt: qui rend à la
population un part très importante des moyens qui
ont été prélevés sur cette même population
pendant les périodes d'assainissement
budgétaire, contient des éléments particulièrement
favorables sur le plan social. Elle contient des
mesures favorables aux plus bas revenus, tels le
crédit d'impôt, les barèmes d'imposition, les frais
forfaitaires qui sont augmentés, des mesures en
matière de décumul en termes de pension, de
prépension. Mais toutes ces mesures ne peuvent
pas être isolées d'une politique sociale dans son
ensemble. L'instrument fiscal sert bien sûr à
réduire, comme c'est le cas ici, l'impôt sur le
travail, à mener de nouvelles politiques en matière
de mobilité, de développement durable,
d'économie d'énergie mais aussi de nouvelles
politiques sociales.
Cela doit être très clair: il n'y a pas, à mes yeux,
d'opposition entre ces différentes matières. La
réforme, si elle tend à une simplification, à une
réduction de l'impôt, tend aussi à promouvoir la
croissance économique, l'emploi, à travers un
pouvoir d'achat plus important, et à mettre en
oeuvre un certain nombre de dispositifs favorables
sur le plan social.
Je voudrais, monsieur le président, remercier la
Chambre d'avancer dans cette réforme fiscale.
Mais ainsi que plusieurs intervenants l'ont rappelé,
il convient d'aller plus loin encore, y compris en ce
qui concerne l'impôt des personnes physiques et
l'impôt des sociétés, en vue de rester dans la
moyenne européenne.
Je suis heureux d'entendre que personne ne
souhaite remettre en cause les éléments de cette
réforme qui sont prévus après les prochaines
échéances électorales. La présente réforme est
particulièrement attendue par l'ensemble des
contribuables de notre pays.
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
On peut regretter l'absence d'unanimité sur un tel
texte, tant espéré par nos concitoyens. J'espère
au moins que personne ne voudra s'y opposer.
De voorzitter: De algemene bespreking is
gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1270/7)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1270/7)
Het wetsontwerp telt 65 artikelen.
Le projet de loi compte 65 articles.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
Art. 2
Dans le texte néerlandais, il y a lieu d'inverser les
8
ème
et 9
ème
lignes.
Artikel 2, zoals verbeterd, wordt aangenomen.
L'article 2, tel que corrigé, est adopté.
De artikelen 3 tot 5 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 3 à 5 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 6
- 5: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
6 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 6 est réservé.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 7
- 1: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
- 17: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
De stemming over de amendementen en het
artikel 7 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 7 est
réservé.
Artikel 8 wordt aangenomen.
L'article 8 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 9
- 2: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/2)
- 28: Dirk Pieters, Yves Leterme (1270/8)
De stemming over de amendementen en het
artikel 9 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 9 est
réservé.
De artikelen 10 tot 17 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 10 à 17 sont adoptés article par
article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 17bis (n)
- 18: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 17ter (n)
- 19: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
De artikelen 18 tot 22 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 18 à 22 sont adoptés article par
article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 23
- 6: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
23 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 23 est
réservé.
Artikel 24 wordt aangenomen.
L'article 24 est adopté.
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 25
- 7: Yves Leterme,Greta D'Hondt (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
25 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 25 est
réservé.
Artikel 26 wordt aangenomen.
L'article 26 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 27
- 8: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
27 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 27 est
réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 27bis (n)
- 9: Yves Leterme, Greta D'hondt (1270/3)
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
De artikelen 28 tot 33 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 28 à 33 sont adoptés article par
article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 34
- 11: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
34 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 34 est
réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 35
- 12: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
35 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 35 est
réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 36
- 3: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/2)
De stemming over het amendement en het artikel
36 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 36 est
réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 37
- 13: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
37 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 37 est
réservé.
De artikelen 38 en 39 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 38 et 39 sont adoptés article par
article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 40
- 4: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/2)
De stemming over het amendement en het artikel
40 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 40 est
réservé.
De artikelen 41 tot 48 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 41 à 48 sont adoptés article par
article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 49
- 15: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
49 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 49 est
réservé.
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
De artikelen 50 tot 64 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 50 à 64 sont adoptés article par
article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 65
- 27: Yves Leterme, Greta D'Hondt (1270/5)
De stemming over het amendement en het artikel
65 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 65 est
réservé.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen
en artikelen en over het geheel zal later
plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements et les articles réservés ainsi
que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
04 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7
mei 2000 houdende toekenning van een
jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid
Prins Filip en van een jaarlijkse dotatie aan Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid (1274/1 tot
3)
04 Projet de loi modifiant la loi du 7 mai 2000
attribuant une dotation annuelle à Son Altesse
Royale le Prince Philippe et une dotation
annuelle à Son Altesse Royale la Princesse
Astrid (1274/1 à 3)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
04.01 Eric van Weddingen, rapporteur:
Monsieur le président, je me réfère au rapport
écrit.
04.02 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, met deze paarsgroene regering gaat er
geen begroting of geen begrotingsaanpassing
voorbij of er moet geld worden versluisd naar het
koningshuis. De beslissing van de kabinetsraad
over de dotatie aan prins Laurent kende een nogal
duister of geheimzinnig verloop en is geen
voorbeeld van open communicatie. Met het
voorliggende wetsontwerp wordt prins Laurent
uiteindelijk beloond met een leefloon, een soort
"win for life" van zowat 920.000 frank netto per
maand of zowat 45.000 frank per werkdag. Dit
alles gebeurt zonder enige zinnige motivering,
tenzij het feit dat de eerste minister goed wil staan
bij het Hof.
Ik durf zelfs verwijzen naar de uitspraak van
professor Van den Wyngaert, hoogleraar nieuwste
geschiedenis en dynastiekenner en bijgevolg een
onverdachte bron terzake, die stelde dat de
regering met deze dotatie een stap te ver doet en
zei "...dat bijgevolg de 11 miljoen frank dotatie
voor prins Laurent niet te verantwoorden zijn".
Daarom hebben wij nog tijdens de zitting een
amendement ingediend dat ertoe strekt de
dotaties aan prinses Astrid en prins Laurent te
schrappen. Gezien de commentaren van de
laatste weken, hoeft dit geen verdere toelichting.
Ik heb het steeds merkwaardig gevonden dat voor
de noden van deze nutteloze of moet ik zeggen:
niet zinvolle prins deze regering met één
pennentrek 11 miljoen frank vrijmaakt, gewoon
omdat zijn wieg in het paleis stond en niet in een
Volkshuis. Hoe de socialistische mandatarissen
deze beslissing uitleggen of verkopen aan hun
militanten in de Volkshuizen, is mij een raadsel.
Sinds de paleisdweil bij uitstek, Willy Claes,
verkondigde dat "...de royalistische formule de
enige denkbare is in dit land", is de ideologische
houding van de socialistische politici verworden tot
die van aan België verslaafde politici die zich
koesteren in het Lakense zonnetje. Nochtans
waren het in het verleden wel degelijk de
socialisten de gemotiveerde socialisten dan, niet
de salonsocialisten die aanvankelijk de
republikeinse kaart trokken. Toen de
afgevaardigden van de toenmalige unitaire BSP
als erkende republikeinen in het Parlement
terechtkwamen, werd nagenoeg elke troonrede
verstoord door geroep voor, onder andere,
algemeen stemrecht.
Tijdens de commissiebesprekingen heb ik reeds
uitgebreid het historische kader van de dotaties
evenals de huidige financiële toestand of wat men
de "kassa" van de leden van het koningshuis zou
kunnen noemen, toegelicht.
In het kader van deze algemene bespreking wil ik
het over een andere boeg gooien en een poging
doen om het momenteel nog gesloten debat over
de monarchie wat open te trekken. Gezien de
stevige verklaringen en uitlatingen van een aantal
leden van de VLD-fractie naar aanleiding van het
toekennen van deze dotatie aan Laurent, moet dat
toch wel enigszins kunnen. In de hoop dat tijdens
deze plenaire discussie in het halfrond ten minste
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
een aantal VLD'ers de moed hebben om hun
standpunt hierover te verdedigen, wil ik mijn
betoog als volgt opbouwen. De commentator van
de VLD-krant, de VLD-Pravda, was in zijn
opiniestuk met als titel "Het laatste taboe valt" op
20 juni 2001 bijzonder scherp. Luc Van der Kelen
stelde: "Niet het feit dat de koninklijke familie
betaald wordt voor het werk dat ze doet is het
probleem, wel het feit dat er een dotatie moet zijn
voor elk afzonderlijk familielid: nu vijf, en straks
hoeveel als de jongste generatie prinsenkinderen
volwassen wordt?
De zaak-Opgrimbie en de dotatie van prins
Laurent hebben kwaad bloed gezet en een open
debat over de functie van de monarchie is nog
moeilijk of niet te vermijden". Bijgevolg moet in dit
Parlement de discussie over de grenzen van de
koninklijke macht en de principiële vraag over de
aanvaardbaarheid van het constitutionele model
worden gevoerd.
Er is een tijd geweest dat het koningschap een
reële zaak was. Die tijd is stilaan voorbij. Precies
uit de erfelijkheid van de koningsfunctie blijkt de
volstrekte onbelangrijkheid. Het doet er niet toe
wie er koning is. Het koningschap is de enige
maatschappelijke functie waarvan grondwettelijk
vaststaat dat iedereen zelfs de domste onder
ons haar kan opnemen.
Het aan de orde stellen van de macht van de
Koning lijkt een taboe te zijn geworden. Het is
onze overtuiging dat een dergelijk instituut niet
meer past in deze tijd en dat het fenomeen van de
erfelijke troonopvolging niet getuigt van respect
voor haar onderdanen. Dit op nostalgie
gebaseerde sprookje past niet meer in deze tijden
van modernisering van de natie en van
internationalisering. Over de bestaansreden van
het koningshuis moet even open en onbeladen
kunnen worden gediscussieerd als over elk
actueel onderwerp. De monarchie moet dringend
op een zinnige en kritische wijze worden
beoordeeld, los van de emotionele component.
Volgens mij kan men een analyse van het
koningshuis op twee manieren maken. Ten
eerste, via tijdloze argumenten tegen de
monarchie en bijgevolg voor de republiek, vanuit
psychologisch, maatschappelijk en
staatsrechterlijk oogpunt. Ten tweede, via het
weerleggen van de meest gehoorde argumenten
om de monarchie als staatsvorm te handhaven.
Bij discussies over het koningshuis stel ik vast dat
er steeds moet worden opgebokst tegen
onbestemde angsten, vooroordelen en de vrees
voor verandering. De voorstanders van de
monarchie zitten met de sentimentele of
gevoelsmatige behoefte aan verering en
bewondering voor wie boven ons staat. Dit wordt
periodiek gevoed door lofprijzingen van
hoogwaardigheidsbekleders van verschillende
gezindheden, en natuurlijk door de media.
Een rechtgeaarde republikein wordt telkens weer
geconfronteerd met de vrees dat een republiek het
gevaar impliceert van Franse of Amerikaanse
toestanden, met een politiek aanvechtbaar
staatshoofd. Als alternatief kan men echter ook
denken aan staatsvormen zoals die van Duitsland
en Finland, waar een heer of dame van
onberispelijken huize de symbolische functie van
het staatshoofd vervult, zonder enige feitelijk
bemoeienis met het regeringswerk.
Er bestaat ook het vooroordeel dat een
vorstenhuis een waarborg is voor het behoud van
de waarden en de normen. In werkelijkheid weten
we echter zeer weinig van de al dan niet verfijnde
manieren, opvattingen of moraal van het
staatshoofd en de verwante familie. Alle feitelijke
gegevens worden immers zorgvuldig afgeschermd
door het protocol. Door die geheimhouding
ontstaat een soort van afglans van het mysterie.
Een ander element dat tegen de borst stuit, is het
feit dat in ons huidig stelsel een soort zwarte doos
is geïnstalleerd, waarin de controle van de
volksvertegenwoordiging niet kan doordringen. In
een fatsoenlijk staatsbestel moet iedereen die
macht uitoefent voortdurend worden gecontroleerd
en kritisch op de vingers worden gekeken. De
Grondwet schrijft echter voor dat de federale
uitvoerende macht bij de Koning berust.
Tezelfdertijd is die macht echter oncontroleerbaar
wegens het stelsel van de ministeriële
verantwoordelijkheid.
De Grondwet is een document waarin de
basisregels van de parlementaire democratie en
de hoofdlijnen van de staatsorganisatie zijn
vastgelegd, onder meer met betrekking tot de
lagere overheden. De positie van de Koning is
vastgelegd in artikel 37 en artikel 88 van de
Grondwet.
Voornamelijk bij de vorming van een nieuwe
regering speelt de Koning een belangrijke rol,
zowel als bij de keuze van de personen in dat
proces.
Om het voornaamste bezwaar tegen de
monarchie direct naar voren te schuiven: zij
strookt niet met de democratie. Dit is niet alleen
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
een formeel argument. Ik verklaar mij nader. Gelet
op de inhoud van artikel 88 waarin wordt bepaald
dat de Koning onschendbaar is en dat zijn
ministers verantwoordelijk zijn, wordt de indruk
gewekt dat de onschendbaarheid is gebaseerd op
de mythe van de goede Koning en zijn slechte
raadgevers. De Koning wil immers voor eenieder
het goede, maar zijn dienaren misleiden hem en
voeren het land ten gronde. In het hart van het
staatsbestel is dus wel bewust een speler
toegelaten die niet direct onder een
democratische controle staat.
Een ander aspect van het ondemocratische
karakter van het koningschap is het elitaire
karakter ervan. Het gaat nochtans onmiskenbaar
om een publieke functie in openbare dienst. En
toch staat deze functie niet open voor burgers;
men kan er bij wijze van spreken geen examen
voor afleggen en men kan er evenmin voor
verkozen worden. De burgers zijn als het ware niet
op gelijke voet in deze functie benoembaar.
Nochtans bepaalt artikel 10 van de Grondwet dat
alle Belgen gelijk zijn voor de wet en benoembaar
zijn in een openbare dienst. Ook het feit dat het
koningschap is gereserveerd voor een beperkt
aantal leden van een bepaalde familie versterkt
het ondemocratisch karakter en ondergraaft het
gelijkheidsbeginsel.
Een heel andere kant van het vraagstuk betreft de
menselijke factor, waarbij de aanstaande
opvolging een centrale vraag blijft in het debat. In
de Grondwet wordt niet gesproken van een recht
op troonopvolging; het gaat hier om een
opgelegde plicht, niet alleen een recht of een
verwachting. Dit houdt in dat de troonopvolger, of
beter gezegd de nakomeling van de Koning, die
zijn vermoedelijke opvolger is, voorbestemd is en
als dusdanig moet worden gevormd en opgeleid.
Hiervan kan niet zonder meer afstand worden
gedaan. Het grondwettelijk beeld is immers dat de
troonopvolger opvolgt, zonder afweging van zijn
kant.
Een ander element dat wordt ingeroepen is het feit
dat de Koning onontbeerlijk is voor de continuïteit
van het staatsbestel. Wat zou er gebeuren indien
de bepalingen over de Koning uit de Grondwet
worden verwijderd? Eerst en vooral moet de
Grondwet worden aangepast teneinde geen
leemte te creëren voor een aantal procedurele
bepalingen. Het zijn voornamelijk procedureregels
die vervallen zoals een aantal bepalingen over het
proces van wetgeving en de kennisgeving van het
besluit tot bekrachtiging van bijvoorbeeld een
wetsontwerp. In de plaats van de Koning kan een
verkozen president plaatsnemen die niet tegelijk
regeringsleider is en die de bevoegdheid krijgt
over een aantal representatieve taken. Dit alles
kan volgens mij worden gerealiseerd zonder het
parlementair stelsel aan te tasten, een
omwenteling zonder bloedvergieten door statuut,
Grondwet en wet aan te passen.
De grenzen van de koninklijke macht versus de
republikeinse staatsvorm is en blijft een taboe in
dit land. Met deze uiteenzetting ondernam ik een
poging om het debat omtrent de zin of de onzin
van het Koningshuis te openen, met het inzicht om
een aantal collega's aan te zetten tot een
intellectuele discussie ten gronde.
Een zaak staat echter wel vast, met name dat de
troon lang niet meer zo vast verankerd is in de
vaderlandse bodem, zoals iedereen tot dusver
veronderstelde. Dit stemt ons hoopvol voor de
toekomst.
04.03 Eric van Weddingen (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je souhaite simplement qu'il
soit acté que j'estime l'intervention que nous
venons d'entendre peu digne mais qu'il serait
cependant inopportun de réagir.
Le président: Monsieur van Weddingen, la
freedom of speech règne à cette tribune. La
responsabilité des propos appartient au député qui
les exprime. Ici, tout peut se dire.
04.04 Eric van Weddingen (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je voulais exprimer mon
sentiment sur ce qui a été dit!
Le président: Vous êtes couvert par le même
droit.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1274/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1274/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 2
- 1: Hagen Goyvaerts,Guido Tastenhoye (1274/3)
04.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, dit is een drukfout. Het
amendement werd ingediend door de heer
Tastenhoye en mezelf. Bij de ondertekening staan
de namen correct vermeld. In de aanzet staat
verkeerdelijk de heer Bultinck.
De
voorzitter: De stemming over het
amendement en artikel 2 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 2 est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 3
- 2: Hagen Goyvaerts, Guido Tastenhoye (1274/3)
De stemming over het amendement en artikel 3
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 3 est réservé.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen
en artikelen en over het geheel zal later
plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements et les articles réservés ainsi
que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
05 Wetsvoorstel van de heer Jean-Pol Poncelet
tot wijziging, wat de voor onderwijs bestemde
gebouwen betreft, van het koninklijk besluit
nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de
tarieven van de belasting over de toegevoegde
waarde en tot indeling van de goederen en de
diensten bij die tarieven (1276/1 tot 6)
05 Proposition de loi de M. Jean-Pol Poncelet
modifiant, en ce qui concerne les immeubles
affectés à l'enseignement, l'arrêté royal n° 20 du
20 juillet 1970, fixant le taux de la taxe sur la
valeur ajoutée et déterminant la répartition des
biens et des services selon ces taux (1276/1 à 6)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
05.01 Yves Leterme, rapporteur: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de commissie voor de
Financiën en de Begroting heeft dit wetsvoorstel
besproken tijdens vier vergaderingen, op 6, 21, 25
en 27 juni 2001.
In de inleidende uiteenzetting wees de heer Jean-
Jacques Viseur in verband met dit voorstel van de
heer Poncelet erop dat het van belang is dat het
onderwijs voor de kinderen in de best mogelijke
omstandigheden kan plaatshebben. Als gevolg
van de federale staatsstructuur heeft België
inzake BTW een handicap ten opzichte van
andere landen die het onderwijs op nationaal
niveau beheren. Voor die landen is de invloed van
de BTW onbestaande omdat de Staat de BTW als
eindgebruiker betaalt, maar ze vervolgens
terugwint in de begroting. Het wetsvoorstel van de
heer Poncelet beoogt de verlaging van het BTW-
tarief naar 6% voor de verbouwings-, renovatie-
,verbeterings-, herstellings- of onderhoudswerken
van een voor onderwijs bestemd gebouw of van
een gedeelte ervan. Een dergelijke maatregel
vereist echter het akkoord van Europese
instanties. De ministers van Financiën zegden op
6 juni 2001 toe om dat akkoord van de Europese
Commissie te vragen.
Tijdens de vergadering van 21 juni 2001 heeft de
heer Poncelet twee amendementen ingediend die
door zijn collega Jean-Jacques Viseur werden
toegelicht. Daarbij stipte de heer Viseur aan dat de
amendementen van de heer Poncelet aan het
wetsvoorstel een andere richting geven. Voor de
heer Viseur is die andere richting niet
onverenigbaar met het feit dat de minister van
Financiën aan de Europese Commissie vragen
heeft gesteld over de oorspronkelijke bedoeling
van het wetsvoorstel.
Amendement 1 van de heer Poncelet heeft tot
doel de kosteloosheid van de registratie te
verzekeren als reële rechten op voor onderwijs
aangewende of bestemde goederen worden
overgeheveld naar vermogensrechtelijke VZW's,
ongeacht of die door leningen worden bezwaard.
Amendement 2 van de heer Poncelet strekt ertoe
diezelfde overdrachten vrij te stellen van de bij
artikelen 147 en volgende van het Wetboek der
Successierechten voorgeschreven taks tot
vergoeding van de successierechten, voor zover
die overdrachten door de gemeenschappen
worden gevorderd om de financiering te verkrijgen
van werkzaamheden met betrekking tot dergelijke
goederen.
Uw rapporteur beklemtoonde dat het wetsvoorstel,
alsook de door de heer Poncelet ingediende
amendementen, deel uitmaken van een aantal
toegevingen aan de PSC-fractie om de steun van
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
die fractie te verkrijgen voor de twee toen nog
aanhangig zijnde en aan het Parlement
voorgelegde ontwerpen inzake de
staatshervorming.
De spreker legde er ook nog de nadruk op dat in
de formulering van de amendementen deze
maatregelen uitsluitend het vrij onderwijs van de
Franse Gemeenschap ten goede zullen komen,
omdat het beheer van de voor het vrij onderwijs
van de Vlaamse Gemeenschap bestemde
gebouwen volkomen verschillend is
georganiseerd. De heer Jef Tavernier betwistte
die interpretatie. Het geamendeerde wetsvoorstel
zou volgens collega Tavernier ook voordelig zijn
voor het gesubsidieerd vrij onderwijs dat in
Vlaanderen door een meerderheid van de
leerlingen wordt gevolgd. Het beheer van de voor
het vrij onderwijs bestemde gebouwen is immers
ook daar in handen van gesubsidieerde VZW's.
Volgens de heer Tavernier was er dus helemaal
geen sprake van maatregelen die de ene
gemeenschap meer zouden bevoordelen dan de
andere. Collega Fientje Moerman is het met de
uitspraak van de vorige spreker, de heer
Tavernier, volmondig eens.
In Vlaanderen kent de DIGO de subsidies toe voor
de werkzaamheden die in de schoolgebouwen van
het vrij, gesubsidieerd onderwijs worden
uitgevoerd. Of voorzien is, zoals collega Moerman
beweert, in de belastingvrije overdracht van de
reële rechten op de voor onderwijs aangewende of
bestemde gebouwen naar vermogensrechtelijke
VZW's zoals door de amendementen 1 en 2 van
de heer Poncelet wordt beoogd, is echter een heel
andere zaak. Het vrij gesubsidieerd onderwijs in
Vlaanderen is ook voor een groot deel
georganiseerd in de vorm van VZW's. Die zullen
dus ook van de voorgestelde maatregelen gebruik
kunnen maken.
In de vergadering van 21 juni 2001 werden het
oorspronkelijke wetsvoorstel en de
amendementen aan een stemming onderworpen.
Artikel 1 werd aangenomen met 10 stemmen en 1
onthouding. Amendement 1 van de heer Poncelet
tot vervanging van artikel 2 werd aangenomen
met dezelfde stemverhouding. Amendement 2 van
de heer Poncelet tot invoering van een nieuw
artikel 3 in het oorspronkelijk wetsvoorstel werd
eveneens aangenomen met 10 stemmen voor en
1 onthouding.
Amendement 3 van de heer Poncelet, tot
vervanging van het opschrift van het wetsvoorstel,
wordt aangenomen met dezelfde stemming. Door
uw rapporteur werd een tweede lezing van de
geamendeerde tekst gevraagd. Deze tweede
lezing ging door op 25 juni 2001. Tijdens deze
vergadering diende uw rapporteur amendement
nummer 4 in, dat ertoe strekt de omschrijving
"Vermogensrechtelijke Verenigingen zonder
Winstoogmerk, waarvan het doel erin bestaat
onroerende goederen ter beschikking te stellen
welke diegene die ze betrekt zonder winstbejag
aanwendt voor onderwijs", te vervangen door de
woorden `Vereniging zonder Winstoogmerk'. De
indiener stelde vast dat, mocht de bepaling uit het
wetsvoorstel zoals aangenomen in eerste lezing,
definitief worden aangenomen, de aan een
Vermogensrechtelijke Vereniging zonder
Winstoogmerk gedane inbreng van gebouwen die
aangewend worden of bestemd zijn voor onderwijs
alleen, aan een algemeen vast recht van 1.000
frank zou zijn onderworpen. Volgens uw
rapporteur zou de bedoelde maatregel vooral het
Franstalig vrij onderwijs ten goede komen
aangezien de organiserende instanties in
Vlaanderen doorgaans al onder een VZW-
structuur werken met inbegrip van het beheer van
de schoolgebouwen.
Volgens de rapporteur hebben de Vlaamse VZW's
een ruimer sociaal oogmerk dan alleen het beheer
van het vermogen. Uw rapporteur stelt derhalve
voor het toepassingsveld uit te breiden tot alle
VZW's teneinde ze het voordeel van de
voorgestelde maatregel niet te ontzeggen.
Volgens hem druist het artikel 2 van het
wetsvoorstel zoals geredigeerd overduidelijk in
tegen het in artikel 10 van de Grondwet bedoelde
gelijkheidsbeginsel. Met een amendement
nummer 5 beoogt uw rapporteur de vervanging
van het voorgestelde en in eerste lezing
aangenomen artikel 3 door de volgende bepaling:
"ten vierde, de Verenigingen Zonder
Winstoogmerk betreffende het onderwijs".
Tijdens de daaropvolgende bespreking merkte de
heer Poncelet op dat de voorgestelde bepalingen
in zijn wetsvoorstel en in de amendementen zoals
aangenomen geen enkele vorm van uitsluiting
bevatten. Ze betreffen, aldus de heer Poncelet,
VZW's waarvan het doel er onder meer in bestaat
onroerende goederen ter beschikking te stellen
die door diegene die ze betrekt zonder
winstoogmerk worden aangewend voor onderwijs.
Ze kunnen dus evengoed betrekking hebben op
de Vlaamse VZW's waarvan het doel ruimer is.
Uw rapporteur voerde aan dat uit
wetgevingstechnisch oogpunt een afwijking van de
algemene regel steeds duidelijk en uitputtend
moet worden omschreven. In dit geval gaat het
dus wel degelijk om VZW's die tot doel hebben
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
onroerende goederen ter beschikking te stellen
die door degene die ze betrekt worden
aangewend voor onderwijs en niet voor andere
soorten activiteiten. De voorzitter van de
Commissie, de heer Maingain, deed opmerken
dat het goed waarop het vermogenbeheer
betrekking heeft daadwerkelijk moet worden
aangewend voor onderwijs. Niets belet echter,
volgens de heer Maingain, dat de betrokken VZW
nog een ander doel zou hebben dat natuurlijk
verband houdt met het onderwijs, zoals
bijvoorbeeld optreden als onderwijsorganiserende
instantie. Mevrouw Moerman was het erover eens
dat een afwijkende maatregel steeds beperkend
moet worden geïnterpreteerd. De spreekster
vroeg zich echter af of de uitbreiding van het
geldingsgebied van de voorgestelde
vrijstellingsmaatregelen tot VZW's met andere
doelstellingen dan onderwijs geen aanleiding zou
kunnen geven tot misbruiken. Mevrouw Moerman
zei ook nog niet onder indruk te zijn van de door
de heer Leterme, uw rapporteur, ontwikkelde
argumentaties in verband met de kans op
misbruik. Zij verklaarde dan ook de voorgestelde
amendementen niet te steunen, maar
suggereerde om later nog op deze zaak terug te
komen. Namens haar fractie wenste zij nog te
verduidelijken dat dit wetsvoorstel pas aan de
plenaire vergadering van de Kamer zou worden
voorgelegd na de stemming over het ontwerp van
bijzondere wet houdende overdracht van diverse
bevoegdheden aan gewesten en
gemeenschappen.
Uw rapporteur stipte aan dat zijn tweede
amendement ertoe strekt het nieuwe artikel 3,
zoals in eerste lezing aangenomen, te vervangen
door de bepaling, "ten vierde: de vereniging
zonder winstoogmerk betreffende het onderwijs".
Daaruit zou duidelijk moeten blijken dat er geen
sprake kan zijn van een ander sociaal oogmerk
dan het onderwijs. De rapporteur herhaalde zijn
vraag naar de precieze betekenis van het begrip
vermogensrechtelijke VZW. Welke criteria
bepalen of een VZW al dan niet
vermogensrechtelijk is? Wat met een VZW die
een ziekenhuis niet alleen beheert, maar er tevens
de zorgverstrekking organiseert? Kan een
dergelijke VZW als vermogensrechtelijke VZW
worden beschouwd en maakt zij aldus aanspraak
op het voorgestelde belastingvoordeel?
De minister preciseerde een vermogensrechtelijke
vzw als een vzw die een roerend of onroerend
vermogen beheert. De besproken bepalingen
leggen inzonderheid de nadruk op de bestemming
van de gebouwen die deel uitmaken van dat
vermogen. Desnoods, aldus de minister, zal een
administratieve rondzendbrief de samenstelling
van dat vermogen nader omschrijven. De
verslaggever beklemtoonde dat het belangrijk is
om in de wet zelf, en niet in de administratieve
rondzendbrief, nauwkeurig de toepassingssfeer
van de maatregelen aan te geven.
De heer Maingain stelde een aantal
tekstverbeteringen voor waarmee de commissie
het eens kon zijn.
In het licht van de preciseringen door de diverse
sprekers aangebracht, vroeg collega mevrouw
Brepoels waarom absoluut nader moet worden
bepaald dat het om een vermogensrechtelijke vzw
gaat. Volgens haar spreekt het immers vanzelf dat
ongeacht welke vzw het beheer van onroerende
goederen tot doel kan hebben. Verslaggever de
heer Dirk Pieters stelde derhalve met
amendement nummer 6 voor in artikel 2 het
begrip "vermogensrechtelijke" weg te laten en in
artikel 3 het nieuwe woord
"vermogensverenigingen" te vervangen door het
woord "verenigingen", zodat de
belastingvrijstellingen op alle vzw's zou kunnen
worden toegepast.
Tenslotte werden een aantal tekstverbeteringen
en technische verbeteringen aangebracht aan de
tekst van het voorstel.
De amendementen nummers 4, 5 en 6 van de
heer Pieters werden verworpen met 11 stemmen
tegen 4. Artikel 2 en het nieuwe artikel 3 werden
aangenomen in tweede lezing met 11 stemmen
tegen 4. Het gehele wetsvoorstel zoals het werd
geamendeerd, met inbegrip van de
wetgevingstechnische verbeteringen, werd op 27
juni 2001 aangenomen met 11 stemmen tegen 4.
Het opschrift van het wetsvoorstel wordt
dienovereenkomstig aangepast. Het verslag werd
eenparig goedgekeurd.
De voorzitter: De lijst met sprekers ziet er als
volgt uit: eerst krijgt mevrouw Moerman het woord,
vervolgens de heer André Smets en tenslotte de
heer Leterme. Zijn er nog andere kandidaat-
sprekers? (Nee)
Ik sluit de lijst.
05.02 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in de
eerste plaats dank ik de verslaggever voor zijn
zeer gedetailleerd en grondig verslag. Dat leek me
wel nodig, want onderwijsmateries zijn op zich al
een ingewikkelde zaak. Ze komen hier ook bijna
nooit meer ter sprake. Wanneer men er ook
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
communautaire aangelegenheden bij betrekt,
krijgt men een heel ingewikkelde mix.
Ik probeer toe te lichten waarom in de plenaire
vergadering nu twee amendementen ter tafel
liggen, ondertekend door de heer Leterme,
mevrouw Brepoels en mijzelf. Die twee
amendementen wijzigen nogmaals de
oorspronkelijke tekst, zoals hij in de commissie
werd goedgekeurd. Ik zal ook trachten uit te
leggen waarom wij de tekst wijzigen.
Het wetsvoorstel van de heer Poncelet heeft een
lange weg doorlopen. Aanvankelijk was het de
intentie om de BTW op de bouw van
schoolgebouwen te verlagen tot 6%. Uiteindelijk is
men gekomen tot een vrijstelling van registratie-
en successierechten. Men heeft wellicht ingezien
dat de kans om het BTW-tarief te verlagen klein
was, aangezien dit onder Europees toezicht moet
geschieden. Aanvankelijk was dus voor een
oplossing gekozen waarbij in een vrijstelling was
voorzien voor de zogenaamde patrimoniale vzw's.
Dat zijn een soort tussen-vzw's tussen de
inrichtende machten en de overheid. Die
patrimonium-vzw's zouden de gebouwen ter
beschikking stellen aan de inrichtende machten en
zelf vrijgesteld zijn van registratie- en
successierechten.
Hier ziet men hoe op niet al te lange termijn de
wetgevingen in de Vlaamse en de Franse
gemeenschap uit elkaar zijn gegroeid, met name
inzake onderwijs. Aan Vlaamse zijde worden
schoolgebouwen gefinancierd door DIGO, de
Dienst Infrastructuur voor het Gesubsidieerd
Onderwijs. Dat geldt zowel voor het vrij als voor
het officieel gesubsidieerd onderwijs. Een van de
vereisten van de DIGO is dat de inrichtende
machten eigenaar zijn van de gebouwen die voor
subsidie in aanmerking komen. Als men gaat
werken met de tussenstap van een patrimonium-
VZW, dan beantwoordt men natuurlijk niet meer
aan die vereiste van de DIGO. Zoals het voorstel
oorspronkelijk was geformuleerd, zou het wel heel
moeilijk zijn om het ook te laten toepassen aan
Vlaamse kant. Vandaar de amendementen van de
heer Leterme, mevrouw Brepoels en mijzelf die nu
ter tafel liggen. Ze zijn eigenlijk vrij eenvoudig, in
die zin dat ze de lat gelijkleggen een uitdrukking
die men meer gebruikt in het Vlaamse dan in het
federale Parlement voor het officieel en het vrij
onderwijs. Dit betekent dat het vrij onderwijs, dat
in de toekomst zijn patrimonium wil reorganiseren,
zal vrijgesteld worden van het betalen van
registratierechten en ook van de betaling van
successierechten wat minder frequent voorkomt
wanneer zij iets in hun patrimonium opnemen.
Door dat er ook bij te betrekken is de rekening die
oorspronkelijk door de heer Poncelet werd
voorgesteld bruikbaar in de twee delen van ons
land, wat een goede zaak is.
De voorzitter: Ook in Brussel, mevrouw.
05.03 Fientje Moerman (VLD): Natuurlijk ook in
Brussel. Men heeft daar in elk geval hetzij
Franstalig, hetzij Nederlandstalig onderwijs
aangezien dit gemeenschapsmateries zijn.
Als indirecte uitloper van de staatshervorming is
dit een goede zaak voor het vrij onderwijs.
Mijnheer Leterme, we zullen allemaal moeten
toegeven dat dit een goede zaak is voor het vrij
onderwijs, zowel aan Vlaamse als aan Waalse
kant. Mijn verleden als schepen van onderwijs en
ondervoorzitter van een hogeschool stelt mij in
staat te zeggen dat de herschikkingen in het
onderwijslandschap die nu in snel tempo
plaatsvinden, met name in het landschap van het
hoger onderwijs, belemmerd werden door de
bepalingen die nog golden inzake het betalen van
registratierechten. Ik beveel de collega's dan ook
aan om deze twee amendementen op het
voorstel-Poncelet goed te keuren.
05.04 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een vraag voor
mevrouw Moerman. Mevrouw Moerman, ik stel
vast dat het wetsvoorstel een rare wending krijgt
door het creëren van die pratimonium-VZW's.
Hebt u er een idee van hoeveel bijkomende
VZW's er gecreëerd moeten worden om dit te
organiseren? Men lost hier immers een politiek
probleem op door er opnieuw een soort VZW-
structuur tussen te schuiven. Ik neem aan dat het
voor Vlaanderen niet om drie VZW's gaat.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, mevrouw
Moerman, ik heb een probleem met uw
amendementen. Door uw amendementen op
artikel 2 en artikel 3 vervangt u de dito artikelen.
Het amendement nr. 8 van de heer Leterme en de
dames Moerman en Brepoels wil artikel 2
vervangen. Mijnheer Leterme, uw amendement nr.
6 amendeert echter het vroegere artikel 2. U moet
daarmee iets doen.
05.05 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik zal daar straks iets mee doen.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, hetzelfde geldt
voor amendement nr. 9. Dit amendement vervangt
artikel 3, maar u amendeert zelf het vroegere
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
artikel 3.
Ik deel dit mee zodat u erover kunt nadenken
vooraleer ik de amendementen behandel.
05.06 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de
voorzitter, wij moeten accepteren dat de wegen
van de materies die tot de bevoegdheden van de
gemeenschappen behoren, meer en meer uit
elkaar groeien en dat men in de verschillende
delen van het land even creatieve, maar andere
oplossingen aan een probleem geeft. Registratie-
en successierechten zijn nog steeds een federale
bevoegdheid. In de federale wetgeving moeten de
oplossingen van de gemeenschappen worden
geëerbiedigd. Dat is in een federale staat
onvermijdelijk. Daarom deze amendementen. Wij
willen de oplossing langs Vlaamse zijde, noch de
oplossing langs Franstalige zijde als de juiste naar
voren schuiven. Wij nemen er gewoon akte van
dat dit de gekozen oplossingen zijn. De federale
wetgeving moet zo worden geconstrueerd dat
beide kunnen bestaan.
05.07 André Smets (PSC): Monsieur le président,
monsieur le ministre, je remplace M. Poncelet,
empêché. Personnellement, sans aborder le
problème de façon technique, j'aimerais soutenir à
cette tribune sa première proposition qui
concernait la réduction du taux de TVA de 21% à
6%.
J'ai bien entendu que le ministre s'est engagé à
interroger la Communauté européenne pour voir
dans quelles conditions on pourrait oeuvrer. En
tant qu'ancien directeur d'école, je constate
combien partout, même à Bruxelles et en Flandre,
comme en Wallonie, il existe des problèmes
énormes, relatifs à l'entretien et à l'aménagement
de bâtiments scolaires.
Je ne prendrai qu'un cas concret: les normes de
sécurité. Il est évident qu'on ne peut accepter une
rivalité scolaire à ce niveau, qu'il y ait guerre
scolaire en matière de bâtiments, puisqu'un enfant
est un enfant, que ce soit en Wallonie, à Bruxelles
ou en Flandre. Il y va de la sécurité des enfants,
quel que soit le réseau, que les bâtiments soient
dans un état de qualité.
Je trouve que la mesure prônée par M. Poncelet
mérite d'exister; elle a l'avantage de réduire
considérablement les charges eu égard à ces
normes de sécurité qu'il s'agit de rencontrer, mais
aussi tout simplement à des normes de qualité de
vie dans chaque école. Combien nous serions
heureux qu'une solution se dégage en obtenant
une réduction de 21% à 6%!
En attendant, puisqu'il semble qu'il faille passer
dans un premier temps par des amendements
pour essayer d'obtenir une exonération des droits
d'enregistrement et de succession, je peux
témoigner que ces charges sont très lourdes et
que, non seulement cette situation décourage tous
ceux qui, souvent bénévolement, consacrent du
temps au coeur même des écoles, mais en plus
ces charges empêchent de se tourner davantage
vers des réalisations pédagogiques.
Dans ce cadre, forcément, le débat est ouvert.
Aux techniciens de trouver des solutions. Moi,
j'entends bien, et je m'en réjouis, que vous
cherchez une solution, si j'ai bien compris, au
bénéfice de tous, que ce soient des enfants du
communal, de la Communauté, de la Région ou
de l'enseignement libre: un enfant est un enfant,
mais aussi des solutions qui concernent
l'ensemble du pays en adoptant des législations si
nécessaire adaptées de région à région. Je crois
qu'il faut être clair: qu'on le regrette ou non, nous
allons vers un système confédéral. Ayons le
courage de le dire. De toute façon, l'enseignement
est une matière communautarisée. C'est tout de
même ahurissant de voir l'argent qu'on aura
consacré pour les bâtiments scolaires, ne serait-
ce que pour rencontrer des normes élémentaires
de sécurité. J'ajoute que le coeur même des villes
rencontre souvent des problèmes encore plus
complexes dans la mesure où les coûts de
construction sont encore plus élevés, compte tenu
des problèmes de mobilité que l'on rencontre.
Monsieur le président, je ne viens pas ici pour
déposer des normes techniques. Je suis
actuellement incapable de le faire. Reconnaître
ses difficultés, c'est aussi se grandir. Je dis
simplement que le problème est posé et que je
m'en réjouis. J'ai bien entendu qu'une démarche
sera faite dans le cadre d'une concertation avec
l'Europe. En attendant, s'occuper d'un dossier qui
concerne les enfants, c'est capital. J'insiste sur les
normes de sécurité.
Si vous me le permettez, je vais peut-être vous
faire part d'un rêve à cette tribune. A l'heure
actuelle où si souvent, on rappelle la nécessité de
faire se rencontrer davantage les réalités scolaires
et la réalité d'entreprise, je vais adresser une
question à M. le ministre, question que je pose
depuis dix ans. Je ne vous mets donc pas en
cause.
N'est-il pas possible d'obtenir, dans le cadre de
l'enseignement, des possibilités de déductibilité
fiscale pour des ASBL liées à des écoles ou pour
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
les écoles elles-mêmes? Je trouve ahurissant que
cette possibilité n'existe pas alors qu'il y a tant
d'entreprises ou de particuliers qui bénéficient
d'une déductibilité fiscale pour des dons à des
oeuvres sociales, par exemple. Un geste social
par excellence serait de s'occuper de l'école de sa
commune et de sa région, qu'elle soit primaire,
secondaire ou même universitaire. A ce niveau, la
question mérite d'être posée et je suis ravi,
monsieur le ministre, de pouvoir le faire et il me
plairait d'avoir une réponse positive, un jour ou
l'autre.
05.08 Didier Reynders, ministre: Monsieur
Smets, je ne peux vous donner de garantie
absolue car je souhaite rester assez longtemps
dans ce département mais peut-être qu'un jour,
quelqu'un d'autre viendra prendre ma place une
fois que la réforme fiscale sera totalement
exécutée.
Cela étant dit, vous souhaitez une déductibilité
financée par les communautés ou par le fédéral?
Dans le débat sur la compétence fiscale des
régions, nous avons évidemment prévu la
possibilité pour elles d'aménager des dispositifs
fiscaux à l'avantage de leurs compétences mais
moyennant récupération sur le budget régional.
Vous proposez qu'on octroie une déductibilité qui
serait compensée par exemple sur les dotations
des communautés?
05.09 André Smets (PSC): Monsieur le ministre,
vous venez d'introduire un élément de complexité
et cela impose la réflexion. Je dis simplement que
la question est posée. Je vais envisager un
complément d'information en vue de déposer une
proposition, à un moment donné.
05.10 Didier Reynders, ministre: Dans un cas,
c'est un refinancement des communautés par le
fédéral, à travers des déductibilités fiscales. Dans
l'autre cas, c'est un choix de politique en matière
d'enseignement par l'autorité qui serait
responsable en la matière. On n'en est pas là
puisque l'autonomie fiscale ne va pas si loin en ce
qui concerne les communautés. Si vous déposez
une proposition, on l'examinera avec attention.
05.11 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Smets, het lijkt mij ook belangrijk dat wij
op een bepaald moment als federaal
parlementslid ook even een definitie formuleren
van wat dat precies inhoudt en welke belangen wij
moeten verdedigen. Volgens mij verschilt de
definitie van een federaal parlementslid van die
van een regionaal parlementslid.
De financiën en de zorg voor bepaalde
evenwichten zijn uiteraard pijnlijke punten. Wij
hebben vorige week, met uw steun, de
desbetreffende wetsontwerpen goedgekeurd
zodat een herfinanciering van de
Gemeenschappen mogelijk werd en dit ten koste
van het federale niveau. Als er natuurlijk
voortdurend nieuwe transfers van het federale
niveau naar de Gemeenschappen worden
goedgekeurd, komen bepaalde evenwichten in het
gedrang. Ook op het federale niveau kan daardoor
de afbouw van de staatsschuld in het gedrang
komen. Ik vind dat wij goed moeten beseffen op
welk niveau wij zitten en wat onze
verantwoordelijkheid is.
Als ik u volg in uw redenering zullen we op een
bepaald moment misschien in een gunstige BTW-
regeling of gunstige fiscale aftreksystemen
voorzien op het niveau van de Gemeenschappen
ten koste van bijvoorbeeld het wegwerken van
fiscale discriminaties van gehuwden op het
federale niveau. Wij hebben in het kader van de
akkoorden een afspraak gemaakt over de
verdeling van de middelen tussen het federale
niveau en de Gemeenschappen en Gewesten.
Volgens mij moeten we eerst het systeem
uittesten vooraleer er andere transfers kunnen
worden tot stand gebracht die de zeer delicate
evenwichten in het gedrang kunnen brengen.
05.12 André Smets (PSC): Monsieur Tavernier,
je partage votre souci d'équilibre.
Monsieur le président, comme disent les
proverbes: "hâtez-vous lentement, cent fois sur le
métier remettez votre ouvrage, polissez-le sans
cesse, ajoutez quelques fois et souvent effacez."
L'essentiel est d'avoir un débat constructif et j'en
mesure tout à fait la complexité. Au-delà des
clivages, l'important est que les gens se parlent et
cherchent des solutions au bénéfice de tous.
05.13 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik zal proberen beknopt te zijn alhoewel
ik toch wel een en ander te zeggen heb over dit
merkwaardige wetsvoorstel. Het gaat hier toch wel
om een zeer eigenaardige manier van wetgevend
werk.
Op 6 juni hebben we mogen vaststellen dat er
plots een brede golf door de meerderheid ging die
een probleem wou oplossen in verband met het
vrij onderwijs. Het ging in eerste instantie om een
wetsvoorstel van collega Poncelet om de BTW-
voet te verlagen voor de vernieuwingswerken aan
schoolgebouwen. Vervolgens kregen we een
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
pirouette te zien van amendementen over de
registratie- en successierechten. Dit illustreert
natuurlijk de methode-Verhofstadt zoals we die de
laatste maanden aan het werk hebben gezien.
Men beweert meermaals dat er een globaal
akkoord werd bereikt en in extremis moet men
toch nog een aantal stemmen afkopen met onder
andere benoemingen maar vooral ook met
wetsvoorstellen die uit het niets verschijnen en
waarvan niemand eigenlijk goed weet wat ze
bevatten. Vorige week werd er dan ook een
voorstel van bijzondere wet weggestemd zonder
dat de meerderheid wist wat er aan de hand was.
Wij hebben vastgesteld dat Verhofstadt zijn
engagement terzake aan onder meer collega Van
Hoorebeke gedaan naar aanleiding van een
mondelinge vraag, niet is nagekomen. Dat is de
realiteit.
05.14 Minister Didier Reynders: Mijnheer
Leterme, mijnheer Van Hoorebeke heeft
tegengestemd.
05.15 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de
voorzitter, de minister neemt mij de woorden uit de
mond. Als ik mij niet vergis, hebben vier leden van
de Volksuniefractie tegen het bewuste voorstel
van bijzondere wet gestemd. Het probleem lag
niet in de meerderheid want die heeft voor het
voorstel gestemd.
05.16 Yves Leterme (CVP): Mevrouw Moerman,
wij hebben vastgesteld dat de vraag vanuit de
Volksunie om een verruiming te krijgen van de
bevoegdheden inzake voogdij en administratief
toezicht over de politie niet werd ingewilligd.
Mijnheer de minister, ik weet niet waarom de
Volksunie verdeeld stemde. Waarschijnlijk was
wat op tafel lag onvoldoende, zoals dat ook voor
ons het geval was. De belofte aan de Volksunie
werd in elk geval niet ingewilligd.
05.17 Minister Didier Reynders: Mijnheer
Leterme, was het geen voorstel van de CVP?
05.18 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
minister, het was ons voorstel niet. Wij keurden
het ontwerp niet goed, omdat wij niet tevreden zijn
met een kruimel of een snoepje. Anderen zijn dat
blijkbaar wel. Ik herhaal, wat de heer Verhofstadt
aan die mensen van de Volksunie had toegezegd,
werd niet gerealiseerd. En wat ter tafel lag was
blijkbaar onvoldoende.
Ik ken nog andere voorbeelden. Zo was er het
wetsvoorstel tot verlaging van de BTW-voet van
21% naar 6%. Tussen haakjes, mijnheer de
minister, hoe zit het daar precies mee? Ik hoor dat
mevrouw Moerman verklaart dat het er niet meer
van zal komen. In de commissie voor de
Financiën hebt u gezegd dat u het advies van de
Europese Commissie zou vragen. Daarnet zei
mevrouw Moerman dat men intussen beseft dat
de verlaging er niet onmiddellijk kan komen, en
dat ze er misschien nooit kan komen. Daarnet
sprak u dat dan weer tegen.
05.19 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik voel me niet echt geviseerd, maar ik
wil dit verduidelijken. Ik heb waarschijnlijk gezegd
dat men intussen heeft ingezien dat het niet zo
eenvoudig is de BTW-voet te verlagen, omdat de
BTW-materie inderdaad aan Europese supervisie
en goedkeuring onderworpen is. De verlaging is
dus niet voor vandaag of morgen. Mijnheer
Leterme, indien u gisteren in de commissie voor
de Financiën was geweest - u kunt echter niet op
alle plaatsen tegelijk zijn -, had u de minister
horen uitleggen op welke termijn de BTW-
verlaging wel mogelijk is. Blijkbaar is dit inderdaad
niet vandaag of morgen.
05.20 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, die verlaging is niet voor morgen of
overmorgen, maar de bespreking is wel voor
dinsdag. Dan wordt in de Ecofin-raad het eerste
debat gehouden over alle verlagingen van BTW-
tarieven, op vraag van België. Dat heb ik
afgesproken met de Europese Commissie tijdens
de algemene commissievergadering. Het gaat niet
alleen over zaken in verband met onderwijs of
opleiding, maar ook over mobiliteit,
ontwikkelingssamenwerking, en over een aantal
andere zaken.
Kortom, volgende dinsdag wordt in de Ecofin-raad
de eerste stap gezet voor de verlaging van de
BTW-tarieven.
05.21 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik verheug mij op het antwoord op die
eerste vraag, maar ik vervolg. De gebeurtenissen
rond dit wetsvoorstel illustreren de
koopmansmethodiek van Verhofstadt die voor het
bereiken van de tweederde meerderheid allerlei
snoepjes heeft moeten uitdelen en stemmen heeft
moeten afkopen zonder eigenlijk goed te weten
waaraan men begint en nog minder waar men zal
landen. Als bewijs haal ik het wetsvoorstel-
Poncelet aan, waar de titulatuur verwees naar een
verlaging van de BTW-voet. Welnu, op een
tweede commissiebijeenkomst is zowel de inhoud
als de titulatuur volledig vervangen door een
wetsvoorstel met dezelfde beneficiant, maar met
een andere inhoud. In dit verband kan men zelfs
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
de vraag stellen of er momenteel vanuit de PSC
nog een wetsvoorstel op tafel ligt om de BTW-voet
van 21% naar 6% te verlagen.
Mijnheer de minister, bestaat er op dit moment
een wetsvoorstel waarover u de Europese
Commissie raadpleegt? Ja of nee? (Nee) Welnu,
dit illustreert de koopmanskunst alweer.
05.22 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, wij hadden een wetsvoorstel en er is
een bespreking op Europees vlak. Het is perfect
mogelijk voor de regering om naar het Parlement
te komen met een ontwerp van wet. Na een
bespreking op Europees vlak, met het akkoord
van de Europese Commissie, is het perfect
mogelijk hier te komen met een wetsontwerp.
05.23 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, bedankt voor dit
aanvullend antwoord, maar het gebeuren rond het
wetsvoorstel-Poncelet illustreert het werken van
uur tot uur, zonder te weten waar men landt. Plots
wordt het geweer van schouder veranderd en
komt met men een wetsvoorstel op de proppen
dat totaal verschillend is van inhoud. De
communicatie in de constitutionele meerderheid is
dermate deficiënt dat heel wat leden, zelfs leden
van de meerderheid in de commissie, geen
duidelijkheid hebben over de inhoud van de te
behandelen amendementen. Ik zal niet te
technisch uitweiden omdat het verslag en de
toelichting van mevrouw Moerman op dat vlak
voldoende uitgebreid zijn. Om te bewijzen dat men
handelt à la tête du client, zonder goed te weten
wat op tafel ligt, verwijs ik naar het vaststaand
gegeven dat, op het ogenblik dat de heer Poncelet
amendementen indiende, de realiteit die wij nu
kennen door leden van de meerderheid
mevrouw Moerman en de heer Tavernier op een
verkeerde manier werd ingeschat. Is dit waar of
niet? Ik kan het verslag erbij nemen.
Toen ik in de commissie ervoor waarschuwde dat
de voorliggende tekst op maat van het Franstalig
onderwijs was gesneden en een discriminatie van
het Vlaams vrij gesubsidieerd onderwijs zou
inhouden, hebt u gezegd dat u niet overtuigd was
door mijn argumenten. Zowel de heer Tavernier
als mevrouw Moerman, zij het wat genuanceerd,
hebben toen gezegd dat er geen enkele reden
was om mijn amendementen te aanvaarden.
Waar of niet?
05.24 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
mijnheer Leterme haalt hier twee zaken door
elkaar. Eerst was er het oorspronkelijke
geamendeerde voorstel-Poncelet, dat inderdaad
onmogelijk in Vlaanderen te gebruiken was. Dit
kwam niet voort uit de federale wetgeving, maar
wel uit de Vlaamse wetgeving op de DIGO die eist
dat de Inrichtende Macht eigenaar is van de
schoolgebouwen.
Mijnheer Leterme, ik zal u ogenblikkelijk toegeven
dat uw kennis van het vrij onderwijs en de
subtiliteiten van de DIGO-subsidiëring
waarschijnlijk groter is dan de mijne. Tweede punt
betrof uw amendement op die teksten. U stelde
voor dat eruit te halen en het van toepassing te
maken op alle vzw's die zich met onderwijs
bezighielden. Toen heb ik gezegd dat men moest
oppassen u hebt dit amendement ook maar in
de commissie ter tafel gebracht want dat u het te
ruim formuleerde. Ik heb erop gewezen dat men
best op een bepaald ogenblik een overdracht doet
eraan toevoegend dat het gebouw uitsluitend voor
onderwijsdoeleinden wordt overgedragen. Vijf jaar
later kan men het dan aan een ander doel
affecteren zonder dat iemand daar ooit iets zal van
weten.
Zoals het nu is geformuleerd, overigens in
gemeenschappelijk akkoord, is het technisch
juister en sluit het ook alle mogelijke misbruiken of
onoplettendheden terzake uit. Deze toelichting
wilde ik toch geven.
05.25 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Leterme, ik denk dat u met uw
argumenten toch nog met iets rekening moet
houden. U noemt het in het voordeel van het
Franstalig onderwijs en in het nadeel van het
Vlaams onderwijs.
05.26 Yves Leterme (CVP): "Discriminerend"
heb ik het genoemd.
05.27 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Er is
een voordeel aan de nieuwe regeling of
benadering inzake registratie- en en
successierechten ten opzichte van het
oorspronkelijk voorstel van BTW. Indien er een
BTW-verlaging was, ging dit ten koste van de
federale staatskas. Op het moment dat het gaat
over registratie- en successierechten, komt dat
uiteindelijk voor rekening van de regio's. Daarom
heb ik geen probleem met een technisch goed
geformuleerd amendement, indien de betrokken
gewestregeringen zich daarmee min of meer
akkoord verklaren. Als zij achter het anders
geformuleerde voorstel staan, is dat geen
probleem. Zij zijn degenen die daarvan trouwens
de gevolgen moeten dragen. Dat is wel
belangrijke aanvulling.
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
05.28 Yves Leterme (CVP): Mijnheer Tavernier,
wat het laatste punt betreft moeten de
gewestregeringen geen bindend advies geven. Op
dat vlak zat ik verkeerd. De minister heeft mij
daarop gewezen. Toen ik er in de commissie de
aandacht van de Vlaamse collega's op vestigde
dat de amendementen-Poncelet die ertoe strekten
het wetsvoorstel integraal te vervangen, eenzijdig
het Franstalig onderwijs bevoordeelden, hebt u
gezegd dat dit niet juist was. Mevrouw Moerman,
ook u hebt dat gezegd, zij het iets genuanceerder.
Opdat hierover geen discussie zou blijven
bestaan, lees ik voor uit het verslag dat ook door u
werd goedgekeurd: "De spreker uw dienaar
onderstreept dat deze maatregelen uitsluitend het
vrij onderwijs van de Franse Gemeenschap ten
goede zullen komen, omdat het beheer van de
voor het vrij onderwijs van de Vlaamse
Gemeenschap bestemde gebouwen volkomen
verschillend is georganiseerd en wordt
gesubsidieerd door DIGO. De heer Jef Tavernier
(Agalev-Ecolo) betwist die interpretatie. Het
geamendeerde wetsvoorstel zal volgens hem ook
voordelig zijn voor het gesubsidieerd vrij onderwijs
dat in Vlaanderen door een meerderheid van de
leden wordt gevolgd. Het beheer van de voor het
vrij onderwijs bestemde gebouwen is immers in
handen van gesubsidieerde vzw's. Er is dus
helemaal geen sprake van maatregelen die de
ene gemeenschap meer zou bevoordelen dan de
andere. Mevrouw Fientje Moerman is het met de
uitspraak van de vorige spreker volmondig eens.
In Vlaanderen kent de DIGO de subsidies toe voor
de werkzaamheden die in de schoolgebouwen van
het vrij onderwijs worden uitgevoerd. Voorzien in
de belastingvrije overdracht van de reële rechten
op de voor het onderwijs aangewende of
bestemde gebouwen naar vermogensrechtelijke
vzw's zoals door de amendementen 1 en 2 van de
heer Poncelet wordt beoogd, is echter een heel
andere zaak". Vandaar de nuance naar u toe,
mevrouw Moerman.
Het vrij gesubsidieerd onderwijs in Vlaanderen is
echter ook grotendeels georganiseerd in de vorm
van VZW's. Zij zullen dus ook van de voorgestelde
maatregelen nuttig gebruik kunnen maken.
Mijnheer Tavernier, u moet echter ruiterlijk
toegeven dat ik opkom voor het Vlaams belang
wanneer ik de meerderheid waarschuw voor de
koopmanskunst van de heer Verhofstadt. Men
keurt immers amendementen goed die men niet
eens begrijpt, en die nadelig en discriminerend zijn
voor het Vlaams onderwijs. Geef toe dat u hebt
gezegd dat ik ongelijk had en dat mijn
bezorgdheid misplaatst was.
Ik geef een kort historisch overzicht. Op
maandagochtend heb ik op het partijbureau van
mijn partij gezegd dat dit nadelig was voor het
Vlaams vrij onderwijs. Op dinsdag of op woensdag
heeft Vlaams volksvertegenwoordiger Luc
Martens in opdracht van het partijbureau in het
Vlaams Parlement een dringende mondelinge
vraag of hoe dat daar ook heet gesteld aan de
minister-president van Vlaanderen, de heer
Dewael. Wat u en de Vlaamse meerderheid
betreft, is de zaak pas aan het rollen gegaan toen
minister-president Dewael in het Vlaams
Parlement de volgende bevrijdende woorden heeft
uitgesproken: "De heer Leterme heeft gelijk en u
zou zijn amendement beter goedkeuren, zoniet
wordt het Vlaams onderwijs gediscrimineerd voor
ongeveer 1,1 miljard frank".
Pas op dat ogenblik is de zaak gekanteld en heeft
men toegegeven mevrouw Moerman als eerste,
ere wie ere toekomt dat men een fout had
begaan, en dat wij eigenlijk gelijk hadden. Pas dan
werd de eerste zware tegenreactie weerlegd tegen
wat ik in de commissie had gezegd. Ik wil het mes
niet in de wonde draaien, maar als iemand een
goed onderbouwd argument heeft, ook al zit die
persoon in de oppositie, is het verkeerd te zeggen
dat hij geen gelijk heeft, gewoon omdat het van de
oppositie komt en omdat het niet past in een of
ander politiek akkoord, in casu met de PSC.
Tijdens de vorige legislatuur heb ik dit immers ook
nooit gedaan. Het zou beter geweest zijn indien
we binnen de commissie tot een goede oplossing
waren gekomen.
Mijnheer de voorzitter, ik geef toe dat de
amendementen nummers 7 en 8, of 8 en 9, zo
meteen weet ik het niet precies, die ik samen met
mevrouw Brepoels ondertekende, snel werden
geredigeerd; op de hoek van de tafel als het ware.
Dat is gedeeltelijk een antwoord op uw vraag.
Dergelijke wetsvoorstellen worden door het
Parlement gejaagd en thans gebeurt precies
hetzelfde met belangrijke wetsontwerpen. Dat
werd vandaag trouwens ook aangehaald tijdens
de Conferentie van voorzitters.
Een dergelijke werkwijze leidt niet alleen tot slecht
wetgevend werk, maar ook tot situaties zoals
deze, waarbij een aantal scheeftrekkingen moeten
worden rechtgezet.
De amendementen die ik ondertekende samen
met mevrouw Brepoels zijn op wetgevend en
technisch vlak inderdaad minder goed opgesteld
dan de tekst van de amendementen die mevrouw
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
Moerman opstelde en die zij mij vorige week
voorlegde, waarbij zij mij in alle redelijkheid wat
ik apprecieer voorstelde om ze samen in te
dienen.
De amendementen ondertekend door mevrouw
Moerman en mijzelf zijn degelijke amendementen
en ik hoop dat de meerderheid ze zal willen
goedkeuren.
Afgezien van de technische inhoud van de
documenten wens ik nog het volgende te zeggen.
Wanneer men in een dergelijke situatie wordt
geconfronteerd met argumenten die inhoudelijk
moeilijk kunnen worden weerlegd, is het
aangewezen deze argumenten te accepteren, ook
al komen zij van de oppositie.
Hoe dan ook, dit was voor mij en hopelijk ook
voor u, collega's - een belangrijke les. Blijkbaar is
het pas wanneer op een ander niveau, in het
Vlaams Parlement, een minister van dezelfde
partij zegt dat de oppositie in de Kamer een punt
behaalt, dat er wat beweegt. Terzake had het
Vlaams belang beter kunnen worden gediend.
Wat er ook van zei, ik ben ervan overtuigd dat een
bekeerde ziel meer vreugde ervaart dan iemand
die volhardt in de boosheid. Het verheugt mij dat
deze documenten kunnen worden goedgekeurd.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, betreur ik, wellicht
samen met andere collega's, het volgende.
Tijdens de commissievergadering waarvan
daarnet sprake, heerste er veel animositeit en
bewogenheid in de geledingen en was er ook veel
media-aandacht voor de bespreking van de
dotatie van Prins Laurent.
Welnu, zodra het volgende punt werd besproken,
zijnde het wetsvoorstel van de heer Poncelet en
de amendementen die werden neergelegd en die
het wetsvoorstel eigenlijk vervingen door een
nieuwe tekst, namen heel wat leden hun
boekentasje en verlieten zij de zaal, zelfs al
hadden sommigen onder hen bij het vorige punt
grote dithyramben uitgesproken in het kader van
het Vlaams, nietwaar, mijnheer Goyvaerts. Zij
vonden het zelfs niet nodig dit voor Vlaanderen
nadelige wetsvoorstel te bestrijden.
05.29 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Leterme, u gaat toch niet zover anderen
te verwijten media-aandacht te organiseren in de
commissie?
05.30 Yves Leterme (CVP): Mijnheer Tavernier,
iedereen strijdt met de middelen waarover hij
beschikt.
Ik zei slechts dat het wetsontwerp in verband met
de dotatie van Prins Laurent weliswaar aandacht
verdiende, maar dat die aandacht niet in proportie
was met het de geringe aandacht voor een
wetsvoorstel dat het Vlaams belang ook dient,
maar waaraan minder belang werd gehecht omdat
het te technisch was om het in extenso te volgen.
Mijnheer de voorzitter, tot hier beperkt zich mijn
betoog in de algemene bespreking.
Wat de artikelsgewijze bespreking betreft meen ik
dat wij niet veel uitleg meer moeten verstrekken.
De strekking van de amendementen is duidelijk uit
de uiteenzettingen en de schriftelijke motivering.
Voor alle duidelijkheid: wij trekken de
amendementen nummers 6 en 7 in.
De voorzitter: Ik wens de leden te doen
opmerken dat destijds meer dan eens errata
verschenen in het Belgisch Staatsblad.
Hieraan trachtten wij allen samen te verhelpen via
twee technieken. Ten eerste, ik ben zeer gevoelig
voor het uitstekend werk van de
commissiesecretarissen en dat wens ik te
onderstrepen.
Ten tweede, sedert februari van vorig jaar
beschikken wij in de Kamer over een fulltime
juridische dienst die uitstekend werk levert naast
het werk van de commissiesecretarissen.
Ten derde, het Reglement is gewijzigd en er wordt
in een soort legistieke lezing voorzien. Regelmatig
worden er legistieke opmerkingen geformuleerd
door de commissiesecretariaten en door de
juridische dienst. Immers, niets is vervelender dan
een wet te zien verschijnen in het Belgische
Staatsblad en enkele weken later errata te moeten
signaleren.
Niets is immers gênanter dan een Belgisch
Staatsblad te zien waarin een wet verschijnt
waarop enkele dagen of weken later een reeks
errata volgt. Het kan nog gebeuren, maar de
Kamer heeft een reeks juridische zandzakjes
aangebracht om die dijkbreukjes tegen te houden.
Ik vind dat dit ook mag worden gezegd en ik wil
hulde brengen aan de diensten terzake.
05.31 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het bestaan van die juridische
zandzakjes, zoals u dat in een nieuw decrooïsme
noemt, mag niet beletten dat men ook in
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
commissies probeert de werkzaamheden zo te
organiseren dat er zinvol, wetgevend werk
gebeurt, ook al leveren die diensten uitstekend
werk. Het is mijn overtuiging dat het de laatste
dagen op dat vlak een beetje de verkeerde kant
uitgaat. Ik hoop dat wij in u een medestander
zullen vinden om dit correct te organiseren.
De voorzitter: Om in mijn eigen terminologie te
blijven: het is als melk op de stoof, ze kookt eens
over en daarna zakt ze opnieuw.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1276/5)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1276/5)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in
"wetsvoorstel tot wijziging van artikel 159 van het
Wetboek van registratie-, hypotheek- en
griffierechten en artikel 149 van het Wetboek der
successierechten".
L'intitulé a été modifié par la commission en
"proposition de loi modifiant l'article 159 du Code
des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de
greffe et l'article 149 du Code des droits de
succession".
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 2
- 8: Yves Leterme, Frieda Brepoels, Fientje
Moerman (1276/6)
- 6: Yves Leterme, Frieda Brepoels (1276/6)
Het amendement nr. 6 van de heer Yves Leterme
en mevrouw Frieda Brepoels wordt ingetrokken.
L'amendement n° 6 de M. Yves Leterme et Mme
Frieda Brepoels est retiré.
05.32 Fientje Moerman (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik wou alleen de aandacht van mijn
collega en medeondertekenaar erop vestigen dat
er blijkbaar een juridisch zandzakje werd
aangebracht bij amendement nr. 8 en dat de tekst,
zoals hij officieel is gepubliceerd in de stukken van
het Parlement, lichtjes verschilt van de tekst die
wij hebben opgesteld. Ik denk echter dat het een
juridisch juiste formulering is.
De voorzitter: Daarmee wordt het volledige artikel
2 vervangen. De stemming over het artikel en het
amendement is aangehouden. Ik heb begrepen,
mijnheer Leterme, dat uw amendement nr. 6 als
ingetrokken mag worden beschouwd.
De stemming over het amendement en het artikel
2 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 2 est réservé.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 3
- 9: Yves Leterme, Frieda Brepoels, Fientje
Moerman (1276/6)
- 7: Yves Leterme, Frieda Brepoels (1276/6)
Het amendement nr. 7 van de heer Yves Leterme
en mevrouw Frieda Brepoels wordt ingetrokken.
L'amendement n° 7 de M. Yves Leterme et Mme
Frieda Brepoels est retiré.
05.33 Didier Reynders, ministre: Il s'agit d'une
proposition qui portait sur un autre sujet.
Le président: C'est la technique de l'accordéon.
05.34 Didier Reynders, ministre: Je voulais
confirmer que les droits de succession,
notamment la taxe compensatoire qui est visée
par l'article 3 de la proposition, restent fédéraux.
Dans l'état actuel des textes adoptés aux deux
tiers des voix, ils ne font pas partie des éléments
transférés aux régions.
Le texte qui est proposé ici corrige les équilibres
entre les différentes institutions dans les
communautés, mais il ne porte en rien à
conséquence en ce qui concerne le financement
des communautés et des régions.
Pour ce qui est du nouvel article 2 en matière de
droits d'enregistrement, la situation est quelque
peu différente puisque, au-delà de ce qui a été dit
entre enseignement officiel et enseignement non
officiel, deux autres éléments doivent être pris en
compte.
1. Ces droits d'enregistrement-ci sur les donations
devraient normalement, après les votes, être
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
transférés aux régions au 1
er
janvier 2002. Les
mesures d'allègement de la fiscalité entraîneront
donc un allègement des recettes régionales dans
le cadre des articles tels qu'ils sont décidés.
2. Par rapport au texte adopté en commission,
l'amendement proposé constitue un pas
supplémentaire puisqu'il supprime non seulement
un droit proportionnel mais aussi un droit fixe de
1.000 francs qui était maintenu. Je tenais à faire
cette remarque car, à plusieurs reprises, en
séance et en commission, on m'a signalé que tous
les groupes devaient être bien conscients du texte
déposé. Il est donc important qu'ils en prennent
connaissance.
Il y a donc, d'une part, des impôts qui, même
prélevés dans une moindre mesure, restent
fédéraux et, d'autre part, des impôts relatifs aux
droits d'enregistrement qui seront transférés dès
l'année prochaine aux régions. En outre, il y a la
suppression du droit fixe de 1.000 francs, ce qui
constitue une évolution en termes de coûts
budgétaires pour les régions.
Je voulais le souligner pour que tous les groupes
en soient bien conscients lorsqu'ils devront voter
demain.
05.35 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb begrepen dat de minister een
groot voorstander van de belastingverlaging is. In
de mate van het mogelijke, zijn wij dat uiteraard
ook. Ik veronderstel dat het standpunt van de
regering terzake is dat de tekst, zoals hij in het
amendement is neergeschreven, kan worden
goedgekeurd.
05.36 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, het is meer een probleem van
gewestelijke autonomie op fiscaal vlak. Deze
hervorming evolueert verder in de richting van een
verlaging van de registratierechten. Met
betrekking tot artikel 2 vestig ik er de aandacht op
dat de verlaging van de registratierechten vanaf 1
januari 2002 financiële gevolgen zal hebben voor
de gewesten. Ik ben bereid deze tekst in het
ontwerp op te nemen, nadat de voltallige Kamer
zich daarover heeft uitgesproken.
05.37 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de minister staat dus gunstig tegenover
de tekst van het amendement. Dat is belangrijk
voor de stemming morgen.
De voorzitter: Mijnheer de minister, hebt u
bezwaren tegen een amendement op een
amendement op een amendement?
05.38 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, ik heb geen bezwaar tegen een
amendement op een amendement op een initieel
voorstel. Ik wijs nogmaals op de gevolgen voor de
gewesten. Het is dus een zaak voor alle fracties
van de meerderheid zowel als voor de oppositie.
De voorzitter: Het opschrift van het oorspronkelijk
wetsvoorstel is dus ook veranderd. Het is een
nieuw en ander opschrift. De amendementen
maken, als zij zijn goedgekeurd, van de twee
bestaande artikelen andere artikelen. Dit is een
interessant geval voor assistenten van staatsrecht
en parlementair recht.
05.39 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het leuke aan dit wetsvoorstel is dat het
zelfs na zoveel gewijzigde versies nog steeds een
wetsvoorstel van de PSC blijft.
De
voorzitter: De stemming over het
amendement en het artikel 3 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 3 est réservé.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen
en artikelen en over het geheel zal later
plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements et les articles réservés ainsi
que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
06 Wetsvoorstel van de heer Eric van
Weddingen, mevrouw Fientje Moerman, de
heren Gérard Gobert, Jef Tavernier, Jacques
Chabot en Peter Vanvelthoven tot wijziging van
artikel 53octies van het Wetboek van de
belasting over de toegevoegde waarde (1286/1
en 2)
06 Proposition de loi de MM. Eric van
Weddingen, Mme Fientje Moerman, MM. Gérard
Gobert, Jef Tavernier, Jacques Chabot et Peter
Vanvelthoven modifiant l'article 53octies du
Code de la taxe sur la valeur ajoutée (1286/1 et
2)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
De heer Aimé Desimpel, rapporteur, verwijst naar
het schriftelijk verslag.
M. Aimé Desimpel, rapporteur, se réfère au
rapport écrit.
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1286/1 en 2
verslag met door de commissie
aangebrachte errata)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1286/1 et 2 rapport
avec errata apportés par la commission)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
Artikel 2, zoals verbeterd, wordt aangenomen.
L'article 2, tel que corrigé, est adopté.
Artikel 3 wordt aangenomen.
L'article 3 est adopté.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
La séance est levée à 18.03 heures. Prochaine
séance le jeudi 5 juillet 2001 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 18.03 uur.
Volgende vergadering donderdag 5 juli 2001 om
14.15 uur.
CRIV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
WOENSDAG 04 JULI 2001
MERCREDI 04 JUILLET 2001
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
INTERPELLATIEVERZOEKEN DEMANDES
D'INTERPELLATION
Ingekomen Demandes
1.
de heer Willy Cortois tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "Sabena".
1.
M. Willy Cortois au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "la Sabena".
(nr. 849 verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 849 renvoi en séance plénière)
2. mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de goedkeuring
van het zevenpuntenplan van de Europese
Commissie door de Europese landbouwminister".
2. Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "l'adoption, par les
ministres européens de l'Agriculture, du plan en
sept points de la Commission européenne".
(nr. 850 verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
(n° 850 renvoi à la commission de l'Economie, de
la Politique scientifique, de l'Education, des
Institutions scientifiques et culturelles nationales,
des Classes moyennes et de l'Agriculture)
3. de heer Yves Leterme tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "Sabena".
3.
M. Yves Leterme au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "la Sabena".
(nr. 851 verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 851 renvoi en séance plénière)
4. de heer François Bellot tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "de reddingskansen van Sabena".
4.
M. François Bellot au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "les perspectives de
sauvetage de la Sabena".
(nr. 852 verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 852 renvoi en séance plénière)
5. de heer Jean-Pol Poncelet tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "Sabena".
5.
M. Jean-Pol Poncelet au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "la Sabena".
(nr. 853 verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 853 renvoi en séance plénière)
6. de heer Jacques Chabot tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "Sabena".
6.
M. Jacques Chabot au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "la Sabena".
(nr. 854 verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 854 renvoi en séance plénière)
7. de heer Karel Van Hoorebeke tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "Sabena".
7.
M. Karel Van Hoorebeke au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "la Sabena".
(nr. 855 verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 855 renvoi en séance plénière)
8. de heer Lode Vanoost tot de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "de toestand van Sabena".
8.
M. Lode Vanoost au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "la situation de la
Sabena".
(nr. 856 verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 856 renvoi en séance plénière)
04/07/2001
CRIV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
9. mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot de minister
van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties over "de toestand van Sabena".
9. Mme Marie-Thérèse Coenen au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "la situation de la
Sabena".
(nr. 857 verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 857 renvoi en séance plénière)
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
REGERING GOUVERNEMENT
Ingediend wetsontwerp
Dépôt d'un projet de loi
De regering heeft het wetsontwerp tot uitlegging en
wijziging van sommige bepalingen van de wet van
15 maart 1999 betreffende de beslechting van
fiscale geschillen en van de wet van 23 maart 1999
betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken
(nr.
1329/1) (aangelegenheid zoals bedoeld in
artikel 77 van de Grondwet) ingediend.
Le gouvernement a déposé le projet de loi
interprétant et modifiant certaines dispositions de la
loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en
matière fiscale et la loi du 23 mars 1999 relative à
l'organisation judiciaire en matière fiscale
(n° 1329/1) (matière visée à l'article 77 de la
Constitution).
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
Algemene uitgavenbegroting 2001
Budget général des dépenses 2001
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie, bij brieven van 27 juni 2001, twee lijsten
over met herverdelingen van basisallocaties
betreffende de diensten van de eerste minister.
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet, par lettres du 27 juin 2001, deux bulletins
de redistributions d'allocations de base concernant
les services du premier ministre.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
VARIA DIVERS
Brusselse Hoofdstedelijke Raad
Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale
Bij brief van 21 juni 2001 zendt de voorzitster van
de Brusselse Hoofdstedelijke Raad de
"Gedragscode voor de volksvertegenwoordigers
van de democratische politieke fracties ten aanzien
van gekozenen, partijen of verenigingen die
kennelijk ideologieën onderschrijven of voorstellen
doen die afbreuk kunnen doen aan de
democratische beginselen waarop ons politiek
stelsel berust" over.
Par lettre du 21 juin 2001, la présidente du Conseil
de la Région de Bruxelles-Capitale transmet le
"Code de bonne conduite entre Députés des
groupes démocratiques à l'encontre des élus, des
partis ou des associations qui manifestent, portent
des idéologies ou des propositions susceptibles
d'atteinte aux principes démocratiques qui fondent
notre système politique".
Deze gedragscode is aangenomen door de
"Werkgroep belast met de bevordering van de
democratische waarden" van het Brussels
Parlement, opgericht bij de resolutie van
31 maart 2000, en is op vrijdag 15 juni 2001
ondertekend door alle fractieleiders van de
Franstalige en Nederlandstalige democratische
partijen.
Ce code de conduite a été adopté par le "Groupe de
travail chargé de la promotion des valeurs
démocratiques" du Parlement bruxellois institué par
la résolution du 31 mars 2000 et a été signé par
l'ensemble des chefs de groupe des partis
démocratiques francophones et néerlandophones le
vendredi 15 juin 2001.
Verzonden naar de commissie voor Politieke
Vernieuwing
Renvoi à la commission pour le Renouveau
politique
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 PLEN 147
CRABV 50 PLEN 147
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag mercredi
04-07-2001 04-07-2001
14:28 uur
14:28 heures
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
WETSONTWERPEN EN
WETSVOORSTELLEN
1
PROJETS ET PROPOSITIONS DE LOI
1
Wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting (1270/1 tot 7)
1
Projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques (1270/1 à 7)
1
- Wetsvoorstel van de heren Yves Leterme en
Dirk Pieters tot wijziging van artikel 132 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en
artikel 61 van het koninklijk besluit tot uitvoering
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992 (169/1 en 2)
1
- Proposition de loi de MM. Yves Leterme et Dirk
Pieters modifiant l'article 132 du Code des impôts
sur les revenus 1992 et l'article 61 de l'arrêté royal
d'exécution du Code des impôts sur les revenus
1992 (169/1 et 2)
1
- Wetsvoorstel van de heer Georges Lenssen tot
wijziging van artikel 38, eerste lid, 14°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(195/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Georges Lenssen
modifiant l'article 38, alinéa 1er, 14°, du Code des
impôts sur les revenus 1992 (195/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen tot
opheffing van de fiscale discriminatie van
gezinnen van gehuwden (277/1 en 2)
2
- Proposition de loi de Mme Alexandra Colen
mettant fin à la discrimination fiscale dont font
l'objet les couples mariés (277/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon c.s.
tot aanvulling van artikel 113 van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (323/1 en 2)
2
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon et
consorts complétant l'article 113 du Code des
impôts sur les revenus 1992 (323/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heren Dirk Pieters en Yves
Leterme tot wijziging van verschillende bepalingen
betreffende de inkomstenbelasting met het oog op
de opheffing van de fiscale discriminatie van
gehuwden (356/1 tot 3)
2
- Proposition de loi de MM. Dirk Pieters et Yves
Leterme modifiant diverses dispositions relatives
à l'impôt sur le revenu, en vue de supprimer la
discrimination fiscale frappant les personnes
mariées (356/1 à 3)
2
- Wetsvoorstel van de heer Jozef Van Eetvelt tot
wijziging van artikel 143 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (359/1 tot 3)
2
- Proposition de loi de M. Jozef Van Eetvelt
modifiant l'article 143 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (359/1 à 3)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen tot
wijziging van verscheidene bepalingen van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, tot
opheffing van de fiscale discriminatie van
gezinnen van gehuwden (398/1 en 2)
2
- Proposition de loi de Mme Alexandra Colen
modifiant diverses dispositions du Code des
impôts sur les revenus 1992 en vue de mettre fin
à la discrimination fiscale dont font l'objet les
couples mariés (398/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heer Servais
Verherstraeten tot wijziging van artikel 133 van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(413/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Servais Verherstraeten
modifiant l'article 133 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (413/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Simonne Creyf tot
wijziging van artikel 145 (4) van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 (530/1 tot 3)
2
- Proposition de loi de Mme Simonne Creyf
modifiant l'article 145 (4) du Code des impôts sur
les revenus 1992 (530/1 à 3)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Fientje Moerman en
de heren Aimé Desimpel en Georges Lenssen tot
wegwerking van de discriminaties tussen
gehuwden en ongehuwd samenwonenden op het
vlak van de personenbelasting (600/1 en 2)
2
- Proposition de loi de Mme Fientje Moerman et
MM. Aimé Desimpel et Georges Lenssen
éliminant les discriminations entre personnes
mariées et cohabitants non mariés en matière
d'impôt des personnes physiques (600/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon,
mevrouw Frieda Brepoels, de heer Danny Pieters
en mevrouw Els Van Weert tot wijziging van de
artikelen 104 en 113 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 ten einde de reële
kosten voor de kinderopvang aftrekbaar te maken
(700/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Alfons Borginon, Mme
Frieda Brepoels, M. Danny Pieters et Mme Els
Van Weert modifiant les articles 104 et 113 du
Code des impôts sur les revenus 1992 afin
d'instaurer la déductibilité des dépenses réelles
pour garde d'enfant (700/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heer Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen en Erik Derycke tot wijziging
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, betreffende de invoering van een
arbeidsbonus in de personenbelasting (903/1 en
2
- Proposition de loi de MM. Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen et Erik Derycke modifiant le
Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui
concerne l'instauration d'un bonus-travail à l'impôt
des personnes physiques (903/1 et 2)
2
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
2)
- Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon tot
invoeging van een artikel 136bis in het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (918/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Alfons Borginon insérant
un article 136bis dans le Code des impôts sur les
revenus 1992 (918/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heren Servais
Verherstraeten en Dirk Pieters tot aanvulling van
artikel 38 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (1250/1 en 2)
2
- Proposition de loi de MM. Servais
Verherstraeten et Dirk Pieters complétant l'article
38 du Code des impôts sur les revenus 1992
(1250/1 et 2)
2
Hervatting van de algemene bespreking
3
Reprise de la discussion générale
3
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Dirk Pieters,
Didier Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Dirk Pieters,
Didier Reynders, ministre des Finances
Ontslag van een lid
5
Démission d'un membre
5
Wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting
5
Projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques
5
Hervatting van de algemene bespreking
5
Reprise de la discussion générale
5
Sprekers: Karel Pinxten, Dirk Pieters, Eric
van Weddingen, Didier Reynders, minister
van Financiën , Yves Leterme, voorzitter van
de CVP-fractie, André Smets
Orateurs: Karel Pinxten, Dirk Pieters, Eric
van Weddingen, Didier Reynders, ministre
des Finances , Yves Leterme, président du
groupe CVP , André Smets
Bespreking van de artikelen
13
Discussion des articles
13
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 mei
2000 houdende toekenning van een jaarlijkse
dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip
en van een jaarlijkse dotatie aan Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Astrid (1274/1)
16
Projet de loi modifiant la loi du 7 mai 2000
attribuant une dotation annuelle à Son Altesse
Royale le Prince Philippe et une dotation annuelle
à Son Altesse Royale la Princesse Astrid (1274/1)
16
Algemene bespreking
16
Discussion générale
16
Sprekers: Eric van Weddingen, rapporteur,
Hagen Goyvaerts
Orateurs: Eric van Weddingen, rapporteur,
Hagen Goyvaerts
Bespreking van de artikelen
18
Discussion des articles
18
Wetsvoorstel van de heer Jean-Pol Poncelet tot
wijziging, wat de voor onderwijs bestemde
gebouwen betreft, van het koninklijk besluit nr. 20
van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven
van de belasting over de toegevoegde waarde en
tot indeling van de goederen en de diensten bij
die tarieven (1276/1 tot 6)
18
Proposition de loi de M. Jean-Pol Poncelet
modifiant, en ce qui concerne les immeubles
affectés à l'enseignement, l'arrêté royal n° 20 du
20 juillet 1970, fixant le taux de la taxe sur la
valeur ajoutée et déterminant la répartition des
biens et des services selon ces taux (1276/1 à 6)
18
Algemene bespreking
18
Discussion générale
18
Sprekers: , Fientje Moerman, Hagen
Goyvaerts, André Smets, Didier Reynders,
minister van Financiën , Jef Tavernier,
voorzitter van de AGALEV-ECOLO-fractie
Orateurs: , Fientje Moerman, Hagen
Goyvaerts, André Smets, Didier Reynders,
ministre des Finances , Jef Tavernier,
président du groupe AGALEV-ECOLO
Bespreking van de artikelen
23
Discussion des articles
23
Sprekers:
Fientje Moerman, Didier
Reynders, minister van Financiën , Yves
Leterme, voorzitter van de CVP-fractie
Orateurs:
Fientje Moerman, Didier
Reynders, ministre des Finances , Yves
Leterme, président du groupe CVP
Wetsvoorstel van de heer Eric van Weddingen,
mevrouw Fientje Moerman, de heren Gérard
Gobert, Jef Tavernier, Jacques Chabot en Peter
Vanvelthoven tot wijziging van artikel 53octies van
het Wetboek van de belasting over de
toegevoegde waarde (1286/1 en 2)
24
Proposition de loi de MM. Eric van Weddingen,
Mme Fientje Moerman, MM. Gérard Gobert, Jef
Tavernier, Jacques Chabot et Peter Vanvelthoven
modifiant l'article 53octies du Code de la taxe sur
la valeur ajoutée (1286/1 et 2)
24
Algemene bespreking
24
Discussion générale
24
Bespreking van de artikelen
25
Discussion des articles
25
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
04
JULI
2001
14:28 uur
______
du
MERCREDI
04
JUILLET
2001
14:28 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.30 heures par M.
Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is
de minister van de federale regering: Didier
Reynders
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance: Didier Reynders
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Ambtsplicht: Anne Barzin en Colette Burgeon
Gezondheidsredenen: Ferdy Willems en Patrick
Moriau
Europees Parlement: Olivier Maingain
NAVO: Denis D'hondt
Federale regering
Guy Verhofstadt, eerste minister: Europees
Parlement (Straatsburg)
Louis Michel, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken: met zending buitenslands
Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu: ambtsplicht
Luc Van den Bossche, minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen: gezondheidsredenen
Annemie Neyts-Uyttebroeck, staatssecretaris voor
Buitenlandse Handel: Europees Parlement
(Straatsburg)
Eddy Boutmans, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking: ambtsplicht
Excusés
Devoirs de mandat: Anne Barzin et Colette Burgeon
Raisons de santé: Ferdy Willems et Patrick Moriau
Parlement européen: Olivier Maingain
OTAN: Denis D'hondt
Gouvernement fédéral
Guy Verhofstadt, premier ministre: Parlement
européen (Strasbourg)
Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères: en mission à l'étranger
Magda Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement: devoirs de mandat
Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de l'administration:
raisons de santé
Annemie Neyts-Uyttebroeck, secrétaire d'Etat au
Commerce extérieur: Parlement européen
(Strasbourg)
Eddy Boutmans, secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement: devoirs de mandat
Wetsontwerpen en wetsvoorstellen
Projets et propositions de loi
01 Wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting (1270/1 tot 7)
- Wetsvoorstel van de heren Yves Leterme en
Dirk Pieters tot wijziging van artikel 132 van het
01 Projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques (1270/1 à 7)
- Proposition de loi de MM. Yves Leterme et Dirk
Pieters modifiant l'article 132 du Code des impôts
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en
artikel 61 van het koninklijk besluit tot uitvoering
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992 (169/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Georges Lenssen tot
wijziging van artikel 38, eerste lid, 14°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(195/1 en 2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen tot
opheffing van de fiscale discriminatie van
gezinnen van gehuwden (277/1 en 2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon c.s.
tot aanvulling van artikel 113 van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (323/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heren Dirk Pieters en Yves
Leterme tot wijziging van verschillende
bepalingen betreffende de inkomstenbelasting
met het oog op de opheffing van de fiscale
discriminatie van gehuwden (356/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van de heer Jozef Van Eetvelt tot
wijziging van artikel 143 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (359/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen tot
wijziging van verscheidene bepalingen van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, tot
opheffing van de fiscale discriminatie van
gezinnen van gehuwden (398/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Servais
Verherstraeten tot wijziging van artikel 133 van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(413/1 en 2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Simonne Creyf tot
wijziging van artikel 145 (4) van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 (530/1 tot 3)
- Wetsvoorstel van mevrouw Fientje Moerman en
de heren Aimé Desimpel en Georges Lenssen tot
wegwerking van de discriminaties tussen
gehuwden en ongehuwd samenwonenden op het
vlak van de personenbelasting (600/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon,
mevrouw Frieda Brepoels, de heer Danny Pieters
en mevrouw Els Van Weert tot wijziging van de
artikelen 104 en 113 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 ten einde de reële
kosten voor de kinderopvang aftrekbaar te
maken (700/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen en Erik Derycke tot wijziging
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen
1992, betreffende de invoering van een
arbeidsbonus in de personenbelasting (903/1 en
2)
- Wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon tot
invoeging van een artikel 136bis in het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 (918/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heren Servais
Verherstraeten en Dirk Pieters tot aanvulling van
artikel 38 van het Wetboek van de
sur les revenus 1992 et l'article 61 de l'arrêté
royal d'exécution du Code des impôts sur les
revenus 1992 (169/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Georges Lenssen
modifiant l'article 38, alinéa 1er, 14°, du Code des
impôts sur les revenus 1992 (195/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Alexandra Colen
mettant fin à la discrimination fiscale dont font
l'objet les couples mariés (277/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon et
consorts complétant l'article 113 du Code des
impôts sur les revenus 1992 (323/1 et 2)
- Proposition de loi de MM. Dirk Pieters et Yves
Leterme modifiant diverses dispositions relatives
à l'impôt sur le revenu, en vue de supprimer la
discrimination fiscale frappant les personnes
mariées (356/1 à 3)
- Proposition de loi de M. Jozef Van Eetvelt
modifiant l'article 143 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (359/1 à 3)
- Proposition de loi de Mme Alexandra Colen
modifiant diverses dispositions du Code des
impôts sur les revenus 1992 en vue de mettre fin
à la discrimination fiscale dont font l'objet les
couples mariés (398/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Servais Verherstraeten
modifiant l'article 133 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (413/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Simonne Creyf
modifiant l'article 145 (4) du Code des impôts sur
les revenus 1992 (530/1 à 3)
- Proposition de loi de Mme Fientje Moerman et
MM. Aimé Desimpel et Georges Lenssen
éliminant les discriminations entre personnes
mariées et cohabitants non mariés en matière
d'impôt des personnes physiques (600/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Alfons Borginon, Mme
Frieda Brepoels, M. Danny Pieters et Mme Els
Van Weert modifiant les articles 104 et 113 du
Code des impôts sur les revenus 1992 afin
d'instaurer la déductibilité des dépenses réelles
pour garde d'enfant (700/1 et 2)
- Proposition de loi de MM. Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen et Erik Derycke modifiant le
Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui
concerne l'instauration d'un bonus-travail à
l'impôt des personnes physiques (903/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Alfons Borginon
insérant un article 136bis dans le Code des
impôts sur les revenus 1992 (918/1 et 2)
- Proposition de loi de MM. Servais
Verherstraeten et Dirk Pieters complétant l'article
38 du Code des impôts sur les revenus 1992
(1250/1 et 2)
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
inkomstenbelastingen 1992 (1250/1 en 2)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
01.01 Peter Vanvelthoven (SP): Morgen stemmen
wij voor deze belastinghervorming die onze
goedkeuring wegdraagt. De kritiek dat het om
maatregelen gaat die pas tijdens een volgende
legislatuur ingaan, vind ik wat gratuit.
01.01 Peter Vanvelthoven (SP): Demain, nous
adopterons une réforme fiscale qui emporte
pleinement notre adhésion. Les critiques dénonçant
l'entrée en vigueur tardive, sous la prochaine
législature, de ces mesures me semblent non
fondées.
01.02 Dirk Pieters (CVP): Misschien heeft de heer
Vanvelthoven mijn reactie op het antwoord van de
minister slecht begrepen. In het huidig wetsontwerp
staan inderdaad bepalingen die pas in 2003 en
2004 van kracht zijn. De indexering van de
belastingschalen gaat echter onmiddellijk in. Als het
effect zou stijgen met de tijd, zou ik dat coherent
vinden. Dat is echter niet het geval.
In het verleden moest men vaak onpopulaire
maatregelen nemen omwille van de beperkte
budgettaire marge. Dankzij dat stringent beleid kon
deze regering een belastingverlaging doorvoeren. Ik
betreur het dat zij de inspanningen van de vorige
regering niet erkent.
01.02 Dirk Pieters (CVP): Sans doute M.
Vanvelthoven a-t-il mal compris ma réaction à la
réponse du ministre. Le projet à l'examen comporte,
en effet, des mesures qui n'entreront en vigueur
qu'en 2003 ou en 2004. L'indexation des barèmes
fiscaux sera toutefois immédiatement d'application.
Si l'effet de cette mesure devait se renforcer dans le
temps, je considérerais cette dernière comme
cohérente. Tel n'est toutefois pas le cas.
Par le passé, la marge budgétaire restreinte a
contraint le précédent gouvernement à prendre des
mesures souvent impopulaires. C'est grâce à cette
rigueur que le gouvernement actuel peut opérer
cette réduction de la pression fiscale. Je regrette
qu'il ne reconnaisse pas les efforts fournis par la
précédente coalition.
01.03 Minister Didier Reynders (Nederlands): Er
was een sanering van de openbare financiën
gedurende vrijwel twintig jaar. Nu hebben we
inderdaad een marge.
01.03 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: L'effort d'assainissement des finances publiques
s'est étalé sur près de 20 ans. Actuellement, nous
disposons en effet d'une marge de manoeuvre
budgétaire.
01.04 Peter Vanvelthoven (SP): Wij erkennen
inderdaad de saneringen van de jaren `90 die
uiteraard de burger ten goede komen. Nu kunnen
we overgaan tot indexering, tot aftrekbaarheid van
kinderopvang, tot fiscaal vrijgestelde vergoedingen
voor beroepsziekten en tot ettelijke andere fiscale
ingrepen. Al deze maatregelen komen de burger ten
goede, vooral de lagere en middeninkomens. Deze
belastinghervorming is vooral goed voor de lagere
inkomens. Niet minder dan 21 miljard of 15% van
de middelen komt hen ten goede, bijvoorbeeld via
de terugbetaalbare belastingkredieten. Hopelijk lukt
het de administratie om deze 1.500 fr. snel bij de
begunstigden te brengen.
01.04 Peter Vanvelthoven (SP): Nous savons
pertinemment combien les assainissements des
années nonante ont porté leurs fruits, pour le plus
grand bénéfice de nos concitoyens. Aujourd'hui
nous pouvons procéder à l'indexation, à la
déductibilité des frais de garde d'enfants, à
l'exonération fiscale des indemnités pour maladie
professionnelle et à quantité d'autres interventions
fiscales. Toutes ces mesures sont profitables pour
nos concitoyens, en particulier ceux d'entre eux qui
perçoivent de bas revenus et des revenus moyens.
Cette réforme fiscale améliorera surtout la situation
de cette catégorie sociale. 21 milliards, soit 15 %
des moyens financiers, profiteront aux bas revenus,
par exemple par le biais des crédits d'impôt
remboursables. J'espère que votre administration
réussir à faire en sorte que ces 1.500 francs
tombent rapidement dans l'escarcelle des
bénéficiaires.
De hervorming bevat ook nog 70 miljard aan
forfaitaire lastenverminderingen, waarvan alweer
La réforme prévoit également une réduction des
charges forfaitaires pour un montant de 70 milliards
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
vooral de lagere inkomens genieten. Fiscalisten van
de ACV-studiedienst komen tot de conclusie dat de
drie maatregelen, genomen om de belastingdruk te
verminderen, goed scoren. Het betreft immers geen
lineaire belastingverlaging van tien procent, maar
wel een verlaging van tien procent in globo, die de
lagere inkomens meer ten goede komt dan de
hogere.
de francs, essentiellement au bénéfice des revenus
les plus bas. Selon des fiscalistes du service
d'étude de l'ACV, les trois mesures destinées à
réduire la pression fiscale sont des mesures
valables. Il ne s'agit pas d'une réduction fiscale
linéaire de 10%. Il s'agit globalement d'une
réduction de 10% mais elle profitera davantage aux
bas revenus qu'aux revenus élevés.
01.05 Dirk Pieters (CVP): U kan toch niet beweren
dat een aftopping van de hoge belastingtarieven de
progressiviteit van de fiscaliteit bevordert?
01.05 Dirk Pieters (CVP): Vous n'allez tout de
même pas prétendre qu'un écrêtage des barèmes
fiscaux les plus élevés favorise la progressivité de
la fiscalité?
01.06 Peter Vanvelthoven (SP): Het is een feit dat
deze belastinghervorming de progressiviteit
bevordert. Bij lage inkomens dalen de belastingen
met meer dan vijftig procent, bij de hogere boven
de twee miljoen dalen ze met zes procent. Zo
dragen de hogere inkomens meer bij dan de lagere
inkomens. De progressiviteit is een feit, dat
bewijzen de cijfers; de lagere inkomens genieten
een veel grotere belastingverlaging dan de hogere,
dat is de echte betekenis van progressiviteit. Ook
de CVP stemt grotendeels in met de
belastinghervorming, vermits ze zich gaat
onthouden tijdens de stemming. Er blijven wel nog
enkele onrechtvaardigheden. Een van de
resterende onrechtvaardigheden geldt mensen met
een vervangingsinkomen. Het zou kunnen dat deze
mensen negatieve effecten ervaren als gevolg van
de hervormingen. We hebben daarom een
amendement ingediend betreffende de
belastingtoelage. Ik dring er bij de minister op aan
dat hij deze problematiek prioritair behandelt. Ook
de problematiek van kinderen uit éénoudergezinnen
die maar beperkt kunnen bijverdienen verdient onze
aandacht. De regeling van het loskoppelen van het
onderhoudsgeld biedt hier volgens ons soelaas. Het
vrijstellingsbedrag van 6000 fr. per maand lijkt mij
billijk.
01.06 Peter Vanvelthoven (SP): Il est un fait que
la présente réforme favorise la progressivité.
L'imposition des revenus inférieurs baisse de plus
de 50%. Pour les revenus élevés plus de 2
millions elle baisse de 6%. De la sorte, la
contribution des revenus élevés est plus importante
que celle des revenus plus bas. La progressivité
peut être démontrée par les chiffres puisque les
revenus inférieurs bénéficient d'une réduction
d'impôts nettement plus importante que les hauts
revenus. Tel est le véritable sens de la
progressivité. Le CVP est aussi partisan, dans une
large mesure, de la réforme puisqu'il compte
s'abstenir lors du vote. Quelques situations
inéquitables subsistent malgré tout. L'une d'entre
elles concerne les bénéficiaires d'un revenu de
remplacement. Il se pourrait que ces personnes
puissent subir des effets négatifs de la réforme.
Nous avons déposé un amendement à cet effet.
J'insiste auprès du ministre pour qu'il traite ce
problème en priorité. Le problème des ménages
monoparentaux qui ne peuvent augmenter que
leurs revenus dans une modeste mesure mérite
également notre attention. A notre estime, la
dissociation des aliments pourrait constituer une
solution. L'exonération d'un montant de 6000
francs par mois nous semble équitable.
In dit verband wil ik twee vragen stellen. Welk
bedrag mag er verdiend worden terwijl men toch ten
laste blijft van de ouders? Zou een nieuw en
eenvoudig berekeningsprogramma op uw website
hier geen oplossing bieden? Rond de wettekst zou
er discussie kunnen ontstaan over niet-aftrekbare
onderhoudsgelden, zoals achterstallen, die dan toch
bij de netto bestaansmiddelen van het kind zouden
geteld worden.
Voor gescheidenen is er nu ook de verbetering dat
echtgenoten niet meer kunnen aangesproken
worden voor de schulden gemaakt door hun
partner.
Dit zorgt immers voor een schrijnende situatie.
Bestaat er geen mogelijkheid om dit op te lossen?
Dans ce contexte, je voudrais poser deux
questions. Quel montant peut-on gagner tant qu'on
reste à charge de ses parents? Un programme de
calcul nouveau et plus simple sur votre site web ne
constituerait-il pas une solution? Le texte de loi
pourrait donner lieu à des discussions au sujet des
pensions alimentaires non déductibles, tels les
arriérés, qui pourraient dorénavant être joints aux
moyens d'existence nets de l'enfant.
Il y a une amélioration aussi en ce qui concerne les
divorcés puisque les conjoints ne seront plus
responsables des dettes de l'autre.
Il est vrai qu'il en résulte des situations
extrêmement pénibles.Ne pourrait-on pas y trouver
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Het moeilijkst wordt de discussie over de
hervorming van de aftrekken. We wachten op het
advies van de Hoge Raad van Financiën daarover.
Ook aan de doorzichtigheid van deze wet kan nog
heel wat gebeuren.
de solution?
La discussion sur la réforme des abattements
fiscaux s'annonce comme la plus difficile de toutes.
Nous attendons les instructions du Conseil
supérieur des Finances en la matière.
Il s'agira avant tout de rendre cette loi plus
transparente.
De gebrekkige fiscale controles zijn een laatste
heikel thema waar maatregelen dringend aan de
orde zijn. Ik hoop dat de minister hieromtrent heel
binnenkort met goed nieuws komt. (Applaus)
L'insuffisance des contrôles fiscaux constitue un
dernier écueil auquel il doit être remédié d'urgence.
J'espère que le ministre nous annoncera très
prochainement de bonnes nouvelles en la
matière.(Applaudissements)
02 Ontslag van een lid
De voorzitter: Ik heb zojuist het ontslag ontvangen
van de heer Stefaan De Clerck als kamerlid. Ik wil
van deze gelegenheid gebruik maken om hem te
danken voor een vruchtbare inzet als kamerlid en
minister. Zijn opvolging zal morgen worden
geregeld.
02 Démission d'un membre
Le président: Je viens de recevoir la démission de
M. Stefaan De Clerck, membre de la Chambre. Je
saisis cette occasion pour le remercier des efforts
fructueux qu'il a fournis en qualité de député et de
ministre. Sa succession sera réglée demain.
03 Wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting
03 Projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
03.01 Karel Pinxten (CVP): De minister heeft
blijkbaar zijn collega's van Agalev-Ecolo twee keer
liggen gehad. Zowel in de ecotaks als in dit ontwerp
is weinig te merken van hun inbreng. Men moet al
gaan kijken naar de voetnoten om hun accenten
terug te vinden. Het gaat om enkele kleine
procentjes. Die fractie heeft dan ook maar weinig
reden tot tevredenheid. Ik wil hier ingaan op de
zogenaamde stimulering van het woon-
werkverkeer. Men wil dat bevorderen door een
forfaitaire aftrek van zes frank per kilometer,
ongeacht het gekozen vervoermiddel. De
voorgestelde formule betekent dat wie meer dan
479.000 frank per jaar verdient, beter een beroep
doet op het forfait. In feite is artikel 9 een dode mus.
Men kan de vergelijking maken van dit artikel 9 met
de beslissing van de vorige regering inzake artikel
38 WIB. De vorige regeling inzake woon-
werkverkeer met de fiets was veel voordeliger dan
wat artikel 9 nu te bieden heeft. Het artikel zal te
weinig stimulans bieden om de auto thuis te laten.
Daardoor zal de fiscale weerslag onbeduidend zijn.
Dat is althans de mening van een aantal fiscalisten.
Het artikel 9 zal voor veel complicaties zorgen voor
de fietsgebruikers, maar ook voor de carpoolers,
03.01 Karel Pinxten (CVP): Manifestement, le
ministre a floué deux fois ses collègues d'Agalev-
Ecolo car, dans le dossier des écotaxes aussi bien
que dans ce projet-ci, il ne reste pas grand-chose
de l'empreinte dont ils entendaient les marquer.
Pour trouver trace de leurs accents personnels, il
faut vraiment scruter les notes en bas de page.
Tout leur apport se résume à une poignée de
pourcentages. Par conséquent, le groupe écologiste
n'a pas lieu d'être satisfait. Mais je voudrais évoquer
ici les mesures prises dans le cadre des
déplacements entre le domicile et le lieu de travail.
Le gouvernement entend les promouvoir en
instaurant une déduction forfaitaire de 6 francs le
kilomètre, quel que soit le moyen de transport
utilisé. La formule proposée implique que ceux qui
gagnent plus de 479.000 francs par an ont intérêt à
opter pour le forfait. En réalité, l'article 9 est une
disposition mort-née.
On peut comparer cet article 9 avec la décision
prise par le précédent gouvernement concernant
l'article 38 du CIR. La précédente réglementation en
matière de déplacements domicile - lieu de travail à
vélo était beaucoup plus intéressante que celle
prévue à l'article 9. Cet article n'offrira pas
suffisamment d'incitants pour que les gens laissent
leur voiture au garage. L'impact fiscal de cette
mesure sera, dès lors, insignifiant. C'est du moins
l'avis d'un certain nombre de fiscalistes. L'article 9
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
want over hen is er helemaal geen sprake. Artikel 9
zal worden geëvalueerd. De praktijk zal uitwijzen
dat het forfait minder zal worden gebruikt en de
diensten daardoor zwaarder zullen worden belast.
Artikel 6 zou volgens fiscalisten voor een
verslechtering zorgen. Het zou leiden tot fiscale
ontmoediging van het openbaar vervoer. De
werknemer kan genieten van een vrijstelling van de
bijdrage van de werkgever ten bedrage van 6000
frank wanneer hij geen abonnement heeft en een
volledige vrijstelling wanneer hij wel een
abonnement heeft. Door de nieuwe regeling zal er
discriminatie ontstaan tussen degenen die met een
forfait werken en degenen die hun kosten bewijzen.
Deze laatsten zullen een volledige bijdrage kunnen
krijgen.
engendrera de nombreuses complications pour les
cyclistes et les adeptes du co-voiturage ont, pour
leur part, été complètement ignorés. L'article 9 fera
l'objet d'une évaluation. La pratique démontrera que
le forfait sera moins utilisé et que les services
enregistreront donc une surcharge de travail.
Selon les fiscalistes, l'article 6 entraînera une
dégradation de la situation. L'utilisation des
transports publics sera, en effet, fiscalement
découragée. Le travailleur peut bénéficier d'une
exonération de la contribution de l'employeur à
concurrence de 6.000 francs lorsqu'il ne dispose
pas d'un abonnement et d'une exonération totale
lorsqu'il dispose d'un abonnement. La nouvelle
réglementation créera une discrimination entre ceux
qui utilisent le forfait et ceux qui prouvent leurs frais
réels. Ces derniers pourront obtenir une contribution
complète
Het doel van het ontwerp was de fiscale druk te
stabiliseren en zelfs te verminderen. Dat kan men
alleen bereiken als de economische groei in elkaar
stuikt, niet via deze hervorming. Inzake de
aangekondigde verhoogde transparantie schiet het
ontwerp ook te kort. In de beleidsnota sprak de
minister nog over vier korven voor aftrok. Vandaag
echter zien we een ontwerp waarin net het
tegendeel gebeurt.
Fiscaliteitsproblemen zoals het belastingkrediet of
het woon-werk-verkeer worden juist hopeloos
ingewikkeld gemaakt voor de belastingbetaler. Met
dit ontwerp maakt de regering de fiscaliteit juist
minder toegankelijk en ontmoedigt het gebruik van
het openbaar vervoer. Dat hadden we nooit
verwacht van een regering met een groene fractie.
(Applaus)
Le projet de loi a pour objet de stabiliser, voire
même de réduire la pression fiscale. A mon estime,
vous ne pourrez atteindre cet objectif que si la
croissance économique s'effondre et non pas par
cette réforme. Ce projet de loi ne répond pas non
plus à l'exigence d'une transparence accrue. Dans
votre note de politique, vous évoquiez encore
quatre corbeilles de déduction mais nous
constatons aujourd'hui que le projet va dans le sens
contraire.
Les problèmes de fiscalité, comme le crédit d'impôt
ou les mesures liées aux déplacements entre le
domicile et le lieu de travail, deviennent
désespérément complexes pour le contribuable. Ce
projet rend la fiscalité précisément moins accessible
et vous découragez, dès lors, l'utilisation des
transports publics. Nous ne nous serions pas
attendus à cela d'un gouvernement à participation
écologiste. (Applaudissements)
03.02 Dirk Pieters (CVP): Het ontwerp bevat zeker
positieve elementen inzake een belastingverlaging.
Na jaren van besparing en inlevering is er een
marge voor deze maatregelen. We vinden trouwens
in het ontwerp een resem voorstellen van de CVP.
Negatief is wel dat de regering slechts een klein
deel van haar eigen voorstel realiseert. De fiscale
discriminaties worden niet afgeschaft. Dat geldt ook
voor de discriminaties tussen de gehuwden. De
echte alleenstaande blijft in de kou. Bovendien
wordt het woon-werk-verkeer niet bevorderd. De
invoering van het belastingkrediet is ook vatbaar
voor kritiek.
03.02 Dirk Pieters (CVP): Le projet en question
comporte sans aucun doute des éléments positifs
en matière de diminution des impôts. Après des
années d'économies et d'assainissements nous
disposons d'une marge pour réaliser ces mesures.
Dans le projet, on retrouve d'ailleurs une multitude
de propositions du CVP. Le fait que le
gouvernement ne réalise qu'une petite partie de sa
propre proposition est toutefois un élément négatif.
Les discriminations fiscales ne sont pas
supprimées, notamment celles qui lèsent les
personnes mariées. Les personnes véritablement
isolées sont également laissées pour compte. Les
incitants concernant les déplacements entre le
domicile et le lieu de travail sont absents.
L'introduction du crédit d'impôt mérite également
certaines critiques.
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Een voorbeeld is de invoering van de
terugbetaalbaarheid van het belastingkrediet voor
lage inkomens. Deze maatregel is veel te laat
voelbaar. Mevrouw D'Hondt diende hierover een
wetsvoorstel in dat ondertussen al werd afgekeurd.
Het belastingkrediet moet een stimulans zijn om
terug aan het werk te gaan. De meeste
landbouwers werken met forfaits en kunnen niet
van het belastingkrediet genieten. We begrijpen niet
waarom de liberalen deze groep zelfstandigen
verwaarloost.
De verhoging van de fiscale aftrok van
kinderopvang werd afgekeurd. De niet-erkende
opvang wordt veel te weinig gewaardeerd, hoewel
het vaak een noodzaak is.
De maatregelen ten gunste van kinderen ten laste
zijn ontoereikend. De inwerkingtreding ervan is pas
voor de incohiering van het aanslagjaar 2003 en zal
dus pas voelbaar zijn in 2004.
Er zal geen compensatie worden gegeven voor de
negatieve weerslag van de nieuwe maatregelen op
de financiële middelen van de gemeenten.
Le remboursement du crédit d'impôt pour les bas
revenus en est un exemple. L'effet de cette mesure
se fera sentir beaucoup trop tard. Madame D'Hondt
a déposé en la matière une proposition de loi qui a
déjà été rejetée.
Le crédit d'impôt est destiné à inciter les gens à
reprendre le travail. La plupart des agriculteurs
procèdent sur la base de forfaits et n'entrent dès
lors pas en ligne de compte pour le crédit d'impôt.
Nous ne comprenons pas pourquoi les libéraux
négligent ce groupe d'indépendants.
L'augmentation de l'abattement fiscal pour la garde
d'enfants a été refusée. Cette garde non reconnue
est trop peu appréciée, bien qu'elle réponde
souvent une réelle nécessité.
Les mesures en faveur des enfants à charge sont
insuffisantes. Leur entrée en vigueur n'est prévue
que pour l'enrôlement de l'exercice d'imposition
2003 en ne se fera donc sentir qu'en 2004.
Aucune compensation n'est prévue pour
compenser l'incidence négative des nouvelles
mesures sur les recettes des communes.
Wij staan dus met gemengde gevoelens tegenover
deze belastinghervorming. Ze komt de burger
weliswaar ten goede, maar met uitstel in de tijd en
op voorwaarde dat de budgettaire marge dan al niet
aan andere dingen is gespendeerd. (Applaus)
La réforme fiscale nous inspire des sentiments
mitigés. Si elle améliore le sort des citoyens, elle est
étalée dans le temps et ne pourra être mise en
oeuvre effectivement qu'à la condition que la marge
budgétaire disponible ne soit pas affectée à d'autres
objectifs. (Applaudissements)
03.03 Eric van Weddingen (PRL FDF MCC): Er
valt niet veel te zeggen, behalve dan dat ik al lang
op deze vermindering van de fiscale druk zat te
wachten die ik net als alle andere
belastingplichtigen zal voelen.
Vanaf 2003, dus nog binnen deze zittingsperiode,
zal die vermindering 10,8% bedragen en nadien
wordt ze nog interessanter.
De omstandigheden laten inderdaad een
belastingvermindering toe.
Het is echter de verdienste van de minister die kans
te hebben aangegrepen.
Een goede belastinghervorming moet eenvoudig
zijn en begrijpelijk voor het gros van de bevolking.
De technische complexiteit is alleen aan de fasering
te wijten en zal mettertijd verdwijnen.
Een belastinghervorming moet ook voldoende
ingrijpend zijn, zodat ze door de belastingplichtigen
03.03 Eric van Weddingen (PRL FDF MCC): Que
dire, sinon qu'il y a longtemps que j'attendais cette
réduction de la pression fiscale, que chaque
contribuable ressentira, moi comme les autres.
Dès 2003, dès cette législature donc, cette
réduction sera de 10,8%. Et plus encore par la
suite.
C'est vrai que les circonstances le permettaient.
Mais le ministre a saisi la balle au bond.
Une bonne réforme fiscale doit être simple et
compréhensible par le plus grand nombre.Les
complexités techniques ne sont dues qu'au
phasage et disparaîtront avec le temps.
Elle doit aussi être suffisamment importante pour
être perceptible par les contribuables. Elle doit enfin
être équitable, en touchant toutes les catégories de
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
wordt waargenomen. Ten slotte moet ze billijk zijn,
wat betekent dat ze voor alle inkomenscategorieën
moet gelden. De huidige hervorming voldoet aan
die voorwaarde, aangezien alle maatregelen
ongeveer evenveel aandacht krijgen. Waar nodig
werd opgetreden, zodat het blijvend karakter van de
hervorming gewaarborgd is.
revenus. C'est le cas ici; on aurait du mal à mettre
en exergue l'une ou l'autre mesure et le fer a été
porté partout où c'était nécessaire. C'est ce qui
garantira la pérennité de la réforme.
Ik zal niet zeggen dat men geen andere
maatregelen had kunnen treffen of dat men niet
verder had kunnen gaan in de genomen
maatregelen, maar de budgettaire speelruimte liet
dat niet toe, waardoor men nadien van die
beslissingen zou moeten terugkomen. Het doel
bestaat erin het Europees gemiddelde te halen, wat
betekent dat er een vermindering met 400 miljard
moet komen. De voor 2006 aangekondigde
vermindering van 328 miljard brengt ons dichterbij
die doelstelling, maar intussen maken ook andere
Europese landen werk van belastinghervormingen.
Wij zullen moeten nagaan waar wij staan wanneer
de hervorming op kruissnelheid zal zijn gekomen.
Ik wil wijzen op de afschaffing van de twee hoogste
belastingtarieven. Daarover bestond enige
terughoudendheid, terwijl die afschaffing absoluut
noodzakelijk is en de overheid weinig geld kost. In
Duitsland heeft de heer Schroeder het
maximumtarief tot 48,5% verlaagd en hij wil het in
de nabije toekomst nog tot 45% verminderen. Ook
in Frankrijk overweegt de heer Jospin dat tarief tot
43,2% te verlagen. In Luxemburg wil men tot 38%
gaan en in de Verenigde Staten zelfs tot 33%. Het
einde van de tunnel is dus in zicht, maar nog niet
bereikt.
Je ne dirai pas qu'on n'aurait pas pu prendre
d'autres dispositions ou aller plus loin dans les
mesures prises, mais les manques budgétaires ne
le permettraient pas et il faudrait revenir par la suite
sur des dispositions prises. L'objectif est de
rattraper la moyenne européenne, ce qui nécessite
une réduction de 400 milliards. La réduction de 328
milliards annoncée pour 2006 nous en rapproche
mais, entre-temps, les autres pays européens
opèrent eux aussi des réformes fiscales. Il faudra
évaluer où nous en sommes quand la réforme aura
sorti ses pleins effets.
Il me faut quand même évoquer la suppression des
deux taux d'imposition les plus élevés. J'ai senti des
réticences alors qu'elle est aussi indispensable que
peu coûteuse.L'Allemagne de M. Schroeder
ramène son taux maximum à 48,5% et bientôt à
45%.La France de Jospin, elle, envisage de le
réduire à 43,2%. Le Luxembourg passe à 38% et,
aux Etats-Unis, on envisage 33%. Le bout du tunnel
est donc visible, mais pas encore atteint.
De volgende inspanning moet nog op de wijziging
van de belastingschalen en op de middenschijven
slaan . Er moet nog iets worden gedaan om het
gedurende tien jaar niet-indexeren van de
belastingschalen in te halen die voor 50 % door dit
ontwerp wordt goedgemaakt. Deze hervorming zal
de economie gunstig beïnvloeden. Ik wijs enkel op
de return van 20 % voor de ontvangsten: voor de
belastingplichtigen komt het dus neer op een
vermindering van 169 miljard tegenover een kost
van 134,5 miljard.
Il faut que le prochain effort porte encore sur le
barème et sur les tranches moyennes. Il reste
encore quelque chose à faire pour rattraper dix ans
de non indexation, que le présent projet compense
à concurrence de 50%. L'effet de cette réforme sur
l'économie sera bénéfique. Je ne retiendrai que les
20% d'effets de retour sur les recettes, ce qui
représente donc une réduction, pour le
contribuable, de 169 milliards pour un coût de 134,5
milliards.
Met die hervorming moet de fiscale
geloofwaardigheid enigszins hersteld worden. De
Belgische belastingplichtige verdient dat, en de
overheid is hem dat verschuldigd. Wij zullen deze
hervorming met overgave steunen. (Applaus bij de
liberalen)
Cette réforme devrait restaurer une certaine
crédibilité fiscale. Les contribuables belges méritent
celle-ci, l'autorité la leur doit. C'est avec conviction
que nous soutiendrons cette réforme.
(Applaudissements sur les bancs des libéraux).
03.04 Minister Didier Reynders (Frans) : Ik dank
de rapporteur en de commissieleden voor het werk
dat zij verricht hebben.
03.04 Didier Reynders , ministre (en français): Je
remercie le rapporteur et les membres de la
commission pour le travail accompli.
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
In de commissie werden een aantal amendementen
in het voordeel van de belastingplichtige
aangenomen, meer bepaald met betrekking tot de
onderhoudsgelden en de aftrekbaarheid ten belope
van 120% van de beroepskosten voor vervoer.
Certains amendements favorables au contribuable
ont été adoptés en commission, concernant les
rentes alimentaires et la déductibilité à 120% de
frais de transport professionnels.
(Nederlands): De saneringen waren al twintig jaar
aan de gang. Daardoor is er een marge ontstaan,
maar tussen 1988 en 1993 werd de sanering van
het deficit stopgezet en de schuldratio nam
daardoor toe. In 1985 nam de fiscale druk af en
werden de openbare financiën gesaneerd. In de
jaren '90 werd er verder gesaneerd, maar de fiscale
druk nam toe. Er werden nieuwe belastingen
geheven. Momenteel hebben we dus een zeer hoge
fiscale druk en het is evident dat daaraan wordt
gewerkt.
(En néerlandais) C'est grâce aux assainissements
en cours depuis vingt ans qu'une marge de
manoeuvre a pu être dégagée. Entre 1988 et 1993,
l'effort d'assainissement du déficit budgétaire a été
interrompu et le taux de la dette a augmenté. En
1985, la pression fiscale a diminué et les finances
publiques ont été assainies. Dans les années 90,
cet effort d'assainissement s'est poursuivi mais la
pression fiscale a augmenté. De nouveaux impôts
ont été levés. La pression fiscale est donc
actuellement très élevée et il est évident que nous
oeuvrons à sa réduction.
(Frans) Ik dank de heer Leterme voor zijn allusie op
het belastingvirus, want dat spruit voort uit een op
een lastenverhoging gestoelde saneringsoperatie.
Wij verspreiden thans een "antibelastingvirus", en
gaan daarbij nog verder dan de vorige regeringen.
(En français) Je remercie M. Leterme de faire
allusion à la «rage taxatoire», car elle est le résultat
d'un assainissement appuyé sur une augmentation
des charges.
Nous procédons actuellement à une «
rage
détaxatoire » - Jean Gol apprécierait la formule en
allant plus loin que les gouvernements précédents.
(Nederlands) Er is een verschil: voor de
vennootschappen gaat het vooral om de
vermindering van sociale lasten. Voor de
particulieren gaat het eerder om een vermindering
van de personenbelasting.
(En néerlandais) Il existe une différence en ce sens
que, pour les sociétés, il s'agit avant tout de la
réduction des charges sociales tandis que, pour les
particuliers, il s'agit plutôt d'une réduction de l'impôt
des personnes physiques.
(Frans) Inzake de belastinghervorming bestaat er
zoiets als een paars-groene strategie waar de
voltallige regering achter staat.
Allen wensen wij maatregelen te nemen ten gunste
van de lage inkomens, af te rekenen met de
discriminaties gebonden aan de levenskeuze, de
belasting op arbeid te verminderen en specifieke
doelstellingen te bereiken inzake mobiliteit en
duurzame ontwikkeling.
Deze hervorming moet bijgevolg als een geheel
worden gezien en werd niet door een deel van de
regering aan de rest opgedrongen.
(En français) Il y a une stratégie arc-en-ciel en
matière de réforme fiscale, qui est partagée par
l'ensemble du gouvernement.
Nous souhaitions tous intervenir en faveur des
revenus les moins élevés, mettre fin aux
discriminations liées aux choix de vie, diminuer la
pression sur le travail, atteindre des objectifs
spécifiques en matière de mobilité et de
développement durable.
Cette réforme doit donc être comprise comme un
tout et non comme l'empreinte d'une partie du
gouvernement.
Het was niet eenvoudig om vanaf de begroting 2000
de belastingen te bevriezen.
De indexering van de belastingschalen heeft
terugwerkende kracht tot 1 januari 1999.
Op 1 januari 2002 zal de crisisbijdrage nog maar
1% bedragen en de maximale aanslagvoet 52%.
Appliquer le stop fiscal dès le budget de 2000 n'était
pas chose simple.
L'indexation des barèmes fiscaux a un effet
rétroactif au 1
er
janvier 1999.
Au 1
er
janvier 2002, il n'y aura plus qu'1 % d'impôt
de crise et on aura un taux maximum d'imposition
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Vervolgens zal de crisisbijdrage geheel verdwijnen
en de hoogste aanslagvoet tot 50% zakken.
de 52 %. Ensuite, on verra la complète disparition
de l'impôt de crise et un taux maximum de 50 %.
Andere maatregelen werden al getroffen, onder
meer met betrekking tot de uitkeringen wegens
arbeidsongevallen of beroepsziekten, de
winstparticipatie van de werknemers, en de
aftrekbaarheid van de kosten voor opvang van
kinderen jonger dan 3 jaar.
Ik zal slechts drie cijfers aanvoeren. In 2003 zal de
belastingdruk dankzij de belastinghervorming met
10%, of 138 miljard frank, zijn gedaald in 2006 met
meer dan 24%, of 328 miljard.
Dankzij de vermindering van de personenbelasting
zal de belastingplichtige in de periode 1999-2003
318 miljard frank in zijn zak kunnen steken.
D'autres mesures sont déjà prises, concernant les
rentes pour accidents de travail et les maladies
professionnelles, la participation aux bénéfices des
travailleurs, la déductibilité des frais de garde pour
les enfants de moins de 3 ans.
Je ne citerai que trois chiffres. En comparaison
avec ce qui aurait été la situation sans réforme
fiscale, en 2003, il y aura une diminution de 10%,
soit 138 milliards, de la pression fiscale, en 2006, il
y aura une diminution de plus de 24%, soit 328
milliards.
De 1999 à 2003, ce sont 318 milliards qui seront
rendus au contribuable par le biais de la diminution
de l'IPP.
(Nederlands) Er zal een algemene maar
evenwichtige hervorming van de personenbelasting
worden doorgevoerd. We streven naar een
vermindering van de belasting op arbeid. Alle
discriminaties moeten op termijn worden
afgeschaft. De voornaamste worden nu reeds
weggewerkt. Er worden belangrijke maatregelen
genomen inzake mobiliteit, duurzame ontwikkeling
en rationeel energiegebruik.
(En néerlandais) La réforme de l'impôt des
personnes physiques sera générale et équilibrée.
Nous oeuvrons pour une diminution des charges qui
pèsent sur le travail. A terme, toutes les
discriminations devront être éliminées. A cet égard,
les principales discriminations sont, dès à présent
supprimées. Des mesures importantes sont prises
en matière de mobilité, de développement durable
et d'utilisation rationnelle de l'énergie.
(Frans) Iedereen wil meer mobiliteit. Aan de op dat
vlak reeds getroffen maatregelen wordt niet
geraakt, zowel voor motoren als voor auto's. Wel
komen er nieuwe incentives, specifiek gericht op
het openbaar of het door de bedrijven
georganiseerde collectieve vervoer, en op
carpooling.
In de toekomst zullen die incentives geanalyseerd
moeten worden in het licht van andere parameters :
een fiscaal incentive voor carpooling zal
bijvoorbeeld gepaard moeten gaan met veilige
parkeergelegenheid.
(En français) La mobilité est voulue par tout un
chacun. Toutes les mesures existantes en la
matière sont maintenues, tant pour les motos que
pour les autos. Mais de nouveaux incitants visent
les transports en commun publics ou organisés par
les entreprises ainsi que le covoiturage.
Dans l'avenir, ces incitants devront être analysés en
fonction d'autres paramètres : avec un incitant fiscal
pour le covoiturage, il faudra, par exemple, prévoir
des parkings sûrs.
(Nederlands): Wat de vragen van mevrouw
Moerman en de heer Vanvelthoven betreft in
verband met de toestand van gescheiden personen
is er geen probleem, maar naar het verleden toe
moeten we correct handelen tegenover gescheiden
personen die al dan niet reeds betaald hebben voor
schulden gemaakt door de partner. Een eenvoudig
berekeningsmodel op mijn website is reeds
aangevraagd en wordt ontwikkeld.
Inzake onregelmatige onderhoudsuitkeringen is er
geen discriminatie mogelijk met regelmatig betaalde
(En néerlandais) Il ne subsiste aucun problème en
ce qui concerne les questions soulevées par Mme
Moerman et M. Van Velthoven au sujet de la
situation des personnes divorcées mais, pour ce qui
est du passé, nous devons agir correctement à
l'égard des personnes divorcées qui, le cas
échéant, ont déjà pris en charge des dettes
occasionnées par le conjoint.J'ai quant à moi
demandé l'installation sur mon site web d'un
modèle de calcul simple, qui est actuellement en
préparation.
En ce qui concerne les pensions alimentaires
irrégulières, aucune discrimination n'est possible
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
onderhoudsuitkeringen.
Inzake de bestrijding van fiscale fraude is er
morgen een vergadering van het directiecomité dat
deze zaak dus nog vóór 21 juli zal behandelen en
een voorstel indienen.
par rapport aux pensions alimentaires payées
régulièrement.
La lutte contre la fraude fiscale figure à l'ordre du
jour du comité de direction de demain, qui la traitera
donc avant le 21 juillet prochain.
(Frans) Wat de stapsgewijze invoering betreft
komen de inkomsten van het jaar 2001 nu reeds in
aanmerking en zal de hervorming in 2004 worden
voltooid.
(En français) Pour ce qui est du phasage, les
revenus de 2001 seront déjà concernés et la
réforme sera complète en 2004.
(Nederlands): Er komt een nieuwe wet die een
algemene belastinghervorming inhoudt welke
volledig van kracht zal zijn vanaf 2004.
(En néerlandais) Une nouvelle loi introduisant une
réforme fiscale générale sera intégralement
d'application à partir de 2004.
03.05 Yves Leterme (CVP): Slechts 1/6 tot 1/5 van
de belastinghervorming wordt in deze legislatuur
uitgevoerd. Dit wordt bevestigd door de minister van
Begroting. Hij zegt dat de andere maatregelen
afhankelijk zullen zijn van de economische situatie.
Het valt te verwachten dat wanneer het minder
goed gaat, de maatregelen ten gunste van de
gehuwden eerst zullen worden geschrapt.
03.05 Yves Leterme (CVP): Un sixième ou un
cinquième à peine de la réforme fiscale sera mis en
oeuvre sous la présente législature. Le ministre du
Budget l'a confirmé, en ajoutant que les autres
mesures dépendront de la situation économique.
Nous pouvons nous attendre à ce que, en cas de
situation économique moins favorable, les mesures
en faveur des couples mariés seront supprimées en
premier.
03.06 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
hele belastinghervorming zal van kracht zijn op 1
januari 2004. De eerste maatregelen zullen al in
2001 van toepassing zijn. De vermindering van de
bedrijfsvoorheffing is aan de orde in 2002-2003.
Misschien kunnen we zelfs vlugger gaan wanneer
de situatie gunstig is. In dat geval meen ik dat de
bedrijfsvoorheffing voorrang moet krijgen.
03.06 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):
L'ensemble de la réforme fiscale sera d'application
au 1
er
janvier 2004. Les premières mesures
entreront en vigueur dès 2001. La réduction du
précompte professionnel sera à l'ordre du jour en
2002-2003.
Peut-être même pourrons-nous accélérer le
mouvement si la situation évolue favorablement.
Dans ce cas, j'estime que le précompte
professionnel devrait avoir la priorité.
(Frans) Voor de belastingplichtige is het belangrijk
te weten wie in dit halfrond de maatregelen die op 1
januari 2004 in werking zullen treden wenst in twijfel
te trekken en met dat thema naar de verkiezingen
wil trekken.
Een hervorming van dergelijke omvang vereist een
overgangsperiode van diverse jaren.
(En français) Il est important pour le contribuable de
savoir qui, dans cette Assemblée, veut remettre en
cause les mesures qui interviendront au 1
er
janvier
2004 et qui mènerait sa campagne électorale sur ce
thème.
Pour une réforme de cette ampleur, il est normal de
travailler sur plusieurs années.
03.07 Yves Leterme (CVP): De maatregelen die
deze regering besliste rond de wegwerking van de
discriminatie van gehuwden zijn veel beperkter dan
de maatregelen beslist tijdens de vorige legislatuur.
Gebruik het overschot dan tenminste om deze
discriminatie prioritair weg te werken. De regering
geeft blijkbaar de voorrang aan het afschaffen van
de fiscale toptarieven, wat zeven miljard zal kosten.
De minister van Begroting verklaart zelf dat hij zich
enkel gebonden voelt voor 2002 en 2003 en de rest
laat afhangen van de economische groei.
03.07 Yves Leterme (CVP): La portée des
mesures que ce gouvernement a décidé de prendre
pour mettre fin aux discriminations dont les couples
mariés son les victimes est bien plus limitée que
celles prises sous la précédente législature. Tant
qu'à faire, utilisez la marge budgétaire dont vous
disposez pour supprimer en priorité cette
discrimination. Visiblement, le gouvernement
préfère d'abord supprimer les taux d'imposition les
plus élevés, ce qui coûtera sept milliards. Le
ministre du Budget lui-même déclare qu'il ne prend
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
pas d'engagement au-delà des années 2002 et
2003 et que tout dépendra de la conjoncture
économique
03.08 Minister Didier Reynders (Nederlands): Dat
is de wet. Verdere verbintenissen hangen inderdaad
af van de economische groei.
03.08 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
C'est la loi. Nos engagements sont tributaires de la
croissance économique.
(Frans) Sommigen wilden een wig drijven tussen de
belastingplichtigen door de gehuwden apart te
belasten. Hetzelfde geldt voor de kinderen. Wat in
de eerste plaats ten goede komt aan gezinnen met
kinderen, zijn maatregelen die ten goede komen
aan alle belastingplichtigen.
(En français) Certains ont souhaité découper les
contribuables en morceaux en isolant les couples
mariés. Cela a été la même chose pour les enfants.
Ce qui bénéficie d'abord aux familles avec enfants,
ce sont les dispositions qui bénéficient à tous les
contribuables.
(Nederlands): Er was kritiek op het bedrag dat wordt
uitgetrokken. In 2002 en 2003 zou er te weinig
uitgetrokken worden, maar de huidige marge laat
ons niet toe meer te besteden.
(En néerlandais) Des critiques ont été formulées au
sujet des moyens qui seront prévus. Ils seraient
insuffisants pour les années 2002 et 2003.
Toutefois, compte tenu de la marge dont nous
disposons actuellement, nous ne pouvons les
augmenter.
(Frans) Wanneer men kritiek uit, moet men ervoor
zorgen dat die niet tegenstrijdig is. De hervorming
maakt deel uit van een allesomvattend beleid
(En français): Il faut éviter les critiques
contradictoires. La réforme s'intègre dans une
politique d'ensemble.
03.09 André Smets (PSC):Er bestaat op dit
ogenblik een tegenstelling tussen het federale en
het gemeentelijke niveau dat mij verontrust.
Het is duidelijk dat de lasten van de centrale
overheid hoe langer hoe meer naar de gemeenten
worden overgeheveld, terwijl die laatste niet bij de
beslissingen worden betrokken. Dit was het geval
voor de politiehervorming: niemand weet precies
waartoe ze zal leiden en er heerst algehele
ongerustheid terzake. Idem voor laattijdige
stortingen van het federale niveau aan de
gemeenten in het kader van de OCMW's, waardoor
heel wat gemeenten thesaurieproblemen krijgen.
03.09 André Smets (PSC): Il y a actuellement une
opposition entre le fédéral et le communal qui
m'inquiète.
Il y a un transfert de plus en plus manifeste de
charges de l'État vers les communes, qui ne sont
pas associées aux décisions. Cela a été le cas pour
la réforme des polices : personne ne sait où l'on va
et l'inquiétude est générale. Cela est aussi le cas
pour le retard des versements du fédéral aux
communes dans le cadre des CPAS, ce qui met de
nombreuses communes en difficulté dans leur
trésorerie.
Het baart mij zorgen dat de gemeentebegrotingen
voortdurend stijgen terwijl u terzake een beheersing
aankondigt. Sommige gemeentebegrotingen
werden trouwens niet goedgekeurd!
L'écart de plus en plus grand entre la maîtrise que
vous annoncez au niveau fédéral et la « déglingue »
au niveau communal ne laisse pas de m'inquiéter.
Certains budgets communaux n'ont d'ailleurs pas
été approuvés !
03.10 Yves Leterme (CVP): De regering doet
tijdens haar legislatuur veel minder dan wat ze de
burger heeft beloofd. Het is geen uitvoerende
macht, maar een belovende macht. Het is geen
kwestie van te veel of te weinig doen. Het gaat
erom dat de beloftes worden gebroken. We menen
wel dat een veel groter aandeel van de middelen
moet worden besteed aan de wegwerking van de
fiscale discriminatie van gehuwden.
03.10 Yves Leterme (CVP): Au cours de cette
législature, ce gouvernement aura beaucoup moins
réalisé que ce qu'il avait promis aux citoyens. Ce
n'est pas un pouvoir exécutif mais un pouvoir de
«promesses». La question n'est pas de savoir si
l'on en fait trop ou trop peu. Ce qui importe, c'est
que des engagements ne sont pas tenus. Nous
estimons qu'une part beaucoup plus importante des
moyens doit servir à mettre un terme aux
discriminations qui touchent les personnes mariées.
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
03.11 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Tegen 2003 moet de personenbelasting met 10
procent verminderd zijn. Dat is niet niks. Toch heeft
het ACV hier kritiek op. Voor de enen is het te veel,
voor de anderen te weinig.
03.11 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
D'ici à 2003, l'impôt des personnes physiques aura
baissé de 10%. Ce n'est pas rien. Or, la CSC
critique malgré tout cette mesure. Pour les uns, ce
taux est trop élevé et, pour d'autres, il est
insuffisant.
(Frans) Ik wil de heer Smets en de PSC, die zich
vandaag in het debat mengden, eraan herinneren
dat ik onmiddellijk na mijn aankomst op Financiën
heb beslist de gemeenten de achterstallen terug te
betalen die mijn voorgangers lieten oplopen.
Wij hebben ook beslist de administratieve kosten
die de gemeenten voor de inning van de belasting
door de staat betalen, te verminderen.
De belastinghervorming beïnvloedt geenszins de
gemeentelijke autonomie. De gemeenten behouden
hun keuzevrijheid.
Ik besluit. Het sociale en het fiscale worden vaak
verkeerdelijk als tegenpolen voorgesteld. Onze
belastinghervorming past in een sociaal beleid.
(En français): À M. Smets, au PSC, qui intervient
aujourd'hui dans ce débat, je rappelle que, dès mon
arrivée aux Finances j'ai décidé de rembourser aux
communes les arriérés que mes prédécesseurs
avaient laissé s'accumuler.
Nous avons aussi pris la décision de réduire les
frais administratifs payés par les communes pour la
perception de l'impôt par l'État.
La réforme fiscale n'a aucune conséquence sur
l'autonomie communale. Les choix des communes
restent entiers.
Je conclus. On oppose souvent le social et le fiscal.
C'est une erreur. Notre réforme fiscale fait partie
d'une politique sociale.
Ik dank de Kamer dat zij voortgang wil maken met
deze belastinghervorming, in het besef dat we nog
een stap verder zullen moeten gaan, meer bepaald
op het stuk van de vennootschapsbelasting en de
Europese convergentie.
Ik ben alvast blij dat niemand deze
belastinghervorming ter discussie stelt. (Applaus bij
de meerderheid)
Je remercie la Chambre d'avancer dans cette
réforme fiscale tout en sachant qu'il faudra aller
plus loin, notamment pour l'impôt des sociétés et
dans la convergence européenne.
Je suis du moins heureux que personne n'ait
l'intention de remettre cette réforme fiscale en
cause.(Applaudissements sur les bancs de la
majorité)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
De voorzitter: Wij vatten de bespreking van de
artikelen aan. De door de commissie aangenomen
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1270/17)
Le président: Nous passons à la discussion des
articles. Le texte adopté par la commission sert de
base à la discussion. (Rgt 66,4) (1270/17)
Het wetsontwerp telt 65 artikelen.
Le projet de loi compte 65 articles.
De artikelen 1 tot 5, met tekstverbeteringen, worden
artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 5, avec les corrections de texte,
sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 6
- 5: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 6
- 5: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel 6
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 6 est réservé.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Art. 7
- 1: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
- 17: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
Art. 7
- 1: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
- 17: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
De stemming over de amendementen en het artikel
7 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 7 est
réservé.
Artikel 8 wordt aangenomen.
L'article 8 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 9
- 1: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
Art. 9
- 1: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
De stemming over het amendement en het artikel 9
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 9 est réservé.
De artikelen 10 tot 17 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 10 à 17 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 17bis (n)
- 18: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
Art. 17bis (n)
- 18: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 17ter (n)
- 19: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
Art. 17ter (n)
- 19: Jean-Pol Poncelet (1270/3)
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
De artikelen 18 tot 22 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 18 à 22 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 23
- 6: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 23
- 6: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
23 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 23 est réservé.
Artikel 24 wordt aangenomen.
L'article 24 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 25
- 7: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 25
- 7: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
De stemming over het amendement en het artikel
25 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 25 est réservé.
Artikel 26 wordt aangenomen.
L'article 26 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 27
- 8: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 27
- 8: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
27 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 27 est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 27bis (n)
- 9: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 27bis (n)
- 9: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
De artikelen 28 tot 33 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 28 à 33 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 34
- 11: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 34
- 11: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
34 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 34 est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 35
- 12: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 35
- 12: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
35 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 35 est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 36
- 3: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
Art. 36
- 3: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
De stemming over het amendement en het artikel
36 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 36 est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 37
- 13: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 37
- 13: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
37 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 37 est réservé.
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
De artikelen 38 en 39 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 38 et 39 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 40
- 4: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
Art. 40
- 4: Yves Leterme, Servais Verherstraeten,
Simonne Creyf (1270/2)
De stemming over het amendement en het artikel
40 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 40 est réservé.
De artikelen 41 tot 48 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 41 à 48 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 49
- 15: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
Art. 49
- 15: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/3)
De stemming over het amendement en het artikel
49 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 49 est réservé.
De artikelen 50 tot 64 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 50 à 64 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 65
- 27: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/5)
Art. 65
- 27: Yves Leterme, Dirk Pieters (1270/5)
De stemming over het amendement en het artikel
65 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 65 est réservé.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
04 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7
mei 2000 houdende toekenning van een jaarlijkse
dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip
en van een jaarlijkse dotatie aan Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Astrid (1274/1)
04 Projet de loi modifiant la loi du 7 mai 2000
attribuant une dotation annuelle à Son Altesse
Royale le Prince Philippe et une dotation annuelle
à Son Altesse Royale la Princesse Astrid (1274/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
04.01 Eric van Weddingen , rapporteur: Ik verwijs
naar mijn schriftelijk verslag.
04.01 Eric van Weddingen , rapporteur: Je m'en
réfère à mon rapport écrit.
04.02 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): De
beslissing om prins Laurent een dotatie te verlenen,
is geen toonbeeld van open communicatie. De prins
krijgt per dag 45.000 frank netto. Niet alleen het
Vlaams Blok is tegen deze dotatie. Ook professor
Van den Wyngaert vindt de toekenning van de
dotatie aan de prins een stap te ver. De enige reden
04.02 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): La
décision d'accorder une dotation au Prince Laurent
n'est pas un exemple d'ouverture en matière de
communication. Le Prince perçoit 45.000 francs
nets par jours. Le Vlaams Blok n'est pas le seul
parti à s'opposer à cette dotation. Le professeur
Van de Wijngaert aussi juge excessif l'octroi d'une
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
voor deze beslissing is dat de premier de gunst van
het hof wil winnen.
Heel wat leden van de VLD deden krasse
uitspraken over het dossier. Ik hoop dat ze ook hier
de moed zullen hebben om hun mening te uiten.
Uit de erfelijkheid van het koningschap blijkt de
complete nutteloosheid van het instituut. Er moet
over de bestaansredenen van het koningschap op
eenzelfde open manier kunnen worden
gediscussieerd als over andere actuele
onderwerpen. De monarchisten klampen zich vast
aan hun drang om iemand te vereren. De
republikeinen vrezen van hun kant dat men in een
republiek met een politiek aanvechtbaar persoon
kan worden geconfronteerd. Misschien kan men
soelaas vinden in een systeem waar de president
een louter ceremoniële functie heeft.
dotation au Prince. Le seul motif de cette décision
est que le premier ministre souhaite être dans les
bonnes grâces de la Cour.
De nombreux membres du VLD se sont livrés à des
déclarations virulentes dans ce dossier. J'espère
qu'ils auront aujourd'hui le courage d'exprimer leur
opinion dans cet hémicycle.
Le caractère héréditaire de la fonction royale
témoigne de la totale inutilité de cette institution. On
doit pouvoir discuter des raisons d'existence de la
fonction royale comme de tout autre sujet
d'actualité. Les monarchistes se retranchent
derrière leur propension à vénérer quelqu'un. Quant
aux républicains, ils redoutent d'être confrontés à
une personnalité politique contestable dans un
système républicain. Peut-être la solution doit-elle
être recherchée dans un système où le président
occuperait une fonction purement cérémonielle.
Een vorstenhuis zou misschien wel een waarborg
zijn voor de handhaving van een aantal normen, al
hangt daarrond een waas van mysterie.
In een echt democratisch systeem, wordt iedereen
gecontroleerd. Dat geldt niet voor een koningshuis.
De positie van de Koning is grondwettelijk
vastgelegd. Bij de vorming van een nieuwe regering
speelt hij een grote rol. Bovendien is de Koning
onschendbaar. Enkel zijn "dienaars" zijn wel
verantwoordelijk. Het koningschap is bovendien
elitair. Geen burger kan ertoe toetreden. Het is
gereserveerd voor een bepaalde familie. Dat
principe ondergraaft het gelijkheidsbeginsel.De
nakomeling van de Koning is voorbestemd om
troonopvolger te worden.
Sommigen zeggen dat de Koning een garant is voor
de continuïteit van het staatsbestel. Hij moet onder
meer de wetten uitvaardigen en zorgen voor de
representativiteit. Dat kan natuurlijk even goed door
een ander staatshoofd.
La maison royale pourrait peut-être constituer une
garantie pour le maintien de certaines normes, bien
qu'elle baigne dans un climat de mystère.
Dans un système démocratique digne de ce nom,
chacun est contrôlé. Or, la Maison royale échappe à
tout contrôle. La position du Roi est définie par la
Constitution. Lors de la formation d'un nouveau
gouvernement, le Roi est appelé à jouer un rôle
important. De plus, sa personne est inviolable. Par
ailleurs, la royauté constitue une institution élitaire.
Aucun citoyen ne peut y accéder. Elle est réservée
à une famille déterminée. Ce principe vide de sa
substance le principe d'égalité. Le descendant du
Roi est prédestiné à succéder à son père sur le
trône.
Selon certains, le Roi constitue le garant de la
continuité de l'Etat. Il doit notamment promulguer
les lois et exercer une fonction de représentation.
Ces missions pourraient tout aussi bien être
confiées à un autre chef d'Etat.
De begrenzing van de koninklijke macht blijft taboe
in dit land. Ik roep mijn collega's echter op tot een
open intellectuele discussie omtrent deze materie.
Het koningshuis is immers niet meer zo verankerd
in ons staatsbestel als voorheen, iets wat ons
hoopvol stemt. (Applaus bij het Vlaams Blok)
La limitation du pouvoir royal reste un sujet tabou
dans notre pays. Néanmoins, je lance un appel à
mes collègues pour que nous consacrions à cette
question un débat intellectuel et ouvert. La Maison
Royale n'est plus aussi solidement ancrée dans
notre Etat qu'autrefois, ce qui d'ailleurs nous réjouit.
(Applaudissements sur les bancs du Vlaams Blok)
04.03 Eric van Weddingen (PRL FDF MCC): Ik wil
dat wordt genotuleerd dat ik dat een weinig waardig
betoog vind, maar ook dat het weinig opportuun is
om daartegen te reageren.
De voorzitter: Op het spreekgestoelte mag men
04.03 Eric van Weddingen (PRL FDF MCC): Je
souhaite qu'il soit acté que je considère cette
intervention comme peu digne, mais aussi qu'il
serait peu opportun d'y réagir.
Le président: Tout peut se dire à la tribune. Et,
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
alles zeggen. En soms gebeurt dat ook.
parfois, c'est le cas.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
De voorzitter: Wij vatten de bespreking van de
artikelen aan. De door de commissie aangenomen
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1274/1)
Le président: Nous passons à la discussion des
articles. Le texte adopté par la commission sert de
base à la discussion. (Rgt 66,4) (1274/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 2
- 1: Guido Tastenhoye, Koen Bultinck (1274/3)
Art. 2
- 1: Guido Tastenhoye, Koen Bultinck (1274/3)
De stemming over het amendement en artikel 2
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 2 est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 3
- 2: Hagen Goyvaerts (1274/3)
Art. 3
- 2: Hagen Goyvaerts (1274/3)
De stemming over het amendement en artikel 3
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 3 est réservé.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
05 Wetsvoorstel van de heer Jean-Pol Poncelet
tot wijziging, wat de voor onderwijs bestemde
gebouwen betreft, van het koninklijk besluit
nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de
tarieven van de belasting over de toegevoegde
waarde en tot indeling van de goederen en de
diensten bij die tarieven (1276/1 tot 6)
05 Proposition de loi de M. Jean-Pol Poncelet
modifiant, en ce qui concerne les immeubles
affectés à l'enseignement, l'arrêté royal n° 20 du
20 juillet 1970, fixant le taux de la taxe sur la
valeur ajoutée et déterminant la répartition des
biens et des services selon ces taux (1276/1 à 6)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
05.01 Yves Leterme, rapporteur: Het wetsvoorstel
werd tijdens vier commissievergaderingen
besproken. De heer Viseur wees erop dat het
onderwijs in de voor de kinderen beste
omstandigheden moet verlopen. Er zal een
verlaging van het BTW-tarief tot zes procent worden
doorgevoerd voor verbeteringen, herstellingen en
renovaties van onderwijsgebouwen. De minister
beloofde voor dit voorstel het advies van de
Europese Unie te vragen.
05.01 Yves Leterme, rapporteur: La présente
proposition de loi a été examinée en commission au
cours de quatre réunions. M. Viseur a souligné
combien il est important que l'éducation des enfants
puisse se dérouler dans les meilleures conditions. Il
y aura une baisse de la TVA, qui sera désormais à
6%, pour les transformations, les réparations et les
réhabilitations de bâtiments affectés à
l'enseignement. Le ministre a promis de s'enquérir
de l'avis de l'Union européenne au sujet de cette
proposition de loi.
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Op 21 juni diende de heer Poncelet twee
amendementen in die werden toegelicht en
verdedigd door de heer Viseur. Het voorstel en de
amendementen maken deel uit van de toegevingen
gedaan aan de PSC om hun steun te verkrijgen
voor de ontwerpen over de staatshervorming. Deze
maatregelen zullen enkel ten gunste zijn van het
Franstalig onderwijs.
Le 21 juin, M. Poncelet a déposé deux
amendements qui ont été explicités et défendus par
M. Viseur. La proposition et les amendements font
partie des concessions accordées au PSC pour
obtenir le soutien de ses membres pour les projets
relatifs à la réforme de l'Etat. Seul l'enseignement
francophone tirera bénéfice de ces mesures.
De heer Tavernier wees erop dat het Vlaams vrij
onderwijs wel degelijk ook kan gebruik maken van
de BTW- verlaging. Mevrouw Moerman is het
ermee eens. Het vrij gesubsidieerd onderwijs is in
Vlaanderen ook vaak in VZW's georganiseerd en
kan dus ook genieten van het nieuwe stelsel. Het
ontwerp werd na een tweede lezing goedgekeurd,
waarbij een tekstwijziging werd doorgevoerd. De
heer Poncelet wees er daarbij op dat zijn voorstel
geen uitsluiting beoogt en dus ook in Vlaanderen
kan worden toegepast. De betrokken VZW moet
wel in de eerste plaats een onderwijstaak beogen.
Wel werd gevraagd dat duidelijkheid hieromtrent
zou worden aangebracht. Het aangepast ontwerp
werd uiteindelijk goedgekeurd met 4 stemmen
tegen 4. (Applaus)
M. Tavernier a souligné que l'enseignement libre
flamand peut lui aussi bénéficier de la réduction du
taux de TVA. Mme Moerman est d'accord. En
Flandre, l'enseignement libre subventionné est
souvent organisé sous forme d'ASBL et peut dès
lors bénéficier du nouveau régime. Le projet a déjà
été approuvé en deuxième lecture. Une
modification a été apportée au texte. M. Poncelet a
souligné à cette occasion que sa proposition ne
comportait aucune exclusive et qu'elle pouvait dès
lors être appliquée également en Flandre. Il va de
soi que l'ASBL concernée doit en tout premier lieu
viser des missions d'enseignement. Il conviendra
cependant de clarifier les choses à ce niveau. Le
projet adapté a finalement été approuvé par 11 voix
contre 4. (Applaudissements)
05.02 Fientje Moerman (VLD): Ik bedank de
verslaggever voor zijn grondige verslag over deze
ingewikkelde en communautair geladen
onderwijsmaterie. Ik wil graag de redenen uitleggen
voor de twee amendementen die nu ter tafel liggen.
Van de oorspronkelijke intentie van een verlaging
van de BTW tot zes procent op schoolgebouwen
gaat men nu naar een afschaffing van de
registratie- en successierechten. De kansen op een
BTW-verlaging zijn immers niet voor morgen,
wegens de Europese beperkingen. Normaal ging
het over een vrijstelling van de BTW van zes
procent voor de patrimonium-VZW's die dan de
schoolgebouwen zouden doorgeven aan scholen.
Wallonië en Vlaanderen zijn echter snel
uiteengegroeid in deze materie. Het DIGO financiert
immers alles in Vlaanderen en eist dat de
inrichtende macht eigenaar is van de gebouwen. Dit
is dus niet het geval bij patrimonium-VZW's die de
schoolgebouwen enkel doorgeven.
05.02 Fientje Moerman (VLD): Je remercie le
rapporteur pour son rapport circonstancié relatif à
l'enseignement, matière ô combien complexe,
notamment de par ses implications
communautaires. J'aimerais exposer les raisons qui
sous-tendent les deux amendements à l'examen.
Alors que le but initial était de ramener la TVA sur
les bâtiments scolaires à 6 %, on propose à présent
de supprimer les droits d'enregistrement et de
succession. En effet, les restrictions européennes
en la matière nous empêchent de réduire la TVA
tout de suite. Nous aurions souhaité instaurer une
dispense de la TVA de 6 % en faveur des asbl
patrimoniales, lesquelles transféreraient ensuite les
bâtiments scolaires aux écoles. Cependant, la
Wallonie et la Flandre n'ont pas tardé à adopter des
positions divergentes en cette matière. En Flandre,
le DIGO (service chargé des travaux d'infrastructure
dans l'enseignement subventionné) finance tout et
exige que le pouvoir organisateur soit propriétaire
des bâtiments. Or, ce n'est pas le cas des asbl
patrimoniales dont le rôle se limite à transférer les
bâtiments scolaires.
Er werden amendementen ingediend om de lat
gelijk te leggen voor het vrij onderwijs. Zo is de
regeling zowel in Vlaanderen als in Wallonië van
toepassing. Dit is een goede zaak voor het vrij
onderwijs. De herschikkingen waarin voorzien is
voor het onderwijs, werden tot op heden belemmerd
door de regels inzake registratierechten. Ik roep de
Des amendements ont été déposés afin que
l'enseignement libre bénéficie de la même
reconnaissance que l'enseignement officiel. La
réglementation est donc d'application tant en
Flandre qu'en Wallonie. C'est une bonne chose
pour l'enseignement libre. Jusqu'à présent, toute
réforme dans ce domaine était impossible en raison
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
kamerleden op om het voorstel en de
amendementen goed te keuren. (Applaus)
de la réglementation en vigueur en matière de droits
d'enregistrement. J'appelle les députés à voter la
proposition et les
amendements.(Applaudissements)
05.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Hoeveel bijkomende VZW's zullen in Vlaanderen
moeten worden gecreëerd?
05.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Combien d'ASBL supplémentaires devront-elles
être créées en Flandre ?
05.04 Fientje Moerman (VLD): We zullen moeten
aanvaarden dat men in de twee landsdelen andere
oplossingen biedt voor eenzelfde probleem. We
willen noch de Vlaamse, noch de Waalse oplossing
als de juiste vooruitschuiven. We willen alleen dat
dit juridisch mogelijk is.
05.04 Fientje Moerman (VLD): Nous devons nous
faire une raison : désormais, un même problème
recevra une solution différente au nord et au sud du
pays. Nous ne disons pas que la solution flamande
est meilleure que la solution wallonne, ou
inversement. Simplement, nous voulons que la
chose soit juridiquement possible.
05.05 André Smets (PSC): Ik vervang de heer
Poncelet die verhinderd is.
Ik steun zijn oorspronkelijk voorstel ten gunste van
een verlaagd BTW-tarief. Ik neem nota van het feit
dat er op Europees vlak een overlegronde zal
plaatsvinden. Ik stel vast dat er overal enorme
problemen met het onderhoud en de inrichting van
schoolgebouwen rijzen.
Het gaat hier om de veiligheid en de levenskwaliteit
van de kinderen die recht hebben op behoorlijke
gebouwen. De verplichtingen die voortvloeien uit de
tenuitvoerlegging van de veiligheidsnormen, wegen
loodzwaar en een verlaging van de BTW-tarieven
zou hoogst welkom zijn.
Ook de lasten van overheveling zijn heel zwaar
zodat voor pedagogische activiteiten bedoelde
middelen worden afgewend.
05.05 André Smets (PSC): Je remplace M.
Poncelet, empêché.
Je soutiens sa proposition initiale de réduction du
taux de TVA. Je prends note du fait qu'une
concertation va être organisée avec l'Europe.
Je constate combien, partout, il y a des problèmes
énormes relatifs à l'entretien et à l'aménagement
des bâtiments scolaires.
Il en va de la sécurité et de la qualité de vie des
enfants qu'ils puissent fréquenter des bâtiments de
qualité. Les charges causées par la mise en oeuvre
des normes de sécurité sont lourdes et une
diminution du taux de TVA serait la bienvenue.
Les charges de transmission sont également
lourdes et détournent des moyens des activités
pédagogiques.
Het debat is geopend; laat de technici nu maar
oplossingen zoeken. We evolueren naar een
confederaal staatsbestel. De stadskernen kampen
met zware problemen. Die moeten opgelost
worden.
Ik blijf hameren op de veiligheidsnormen.
Kunnen er geen aftrekmogelijkheden worden
ingevoerd voor vzw's die actief zijn op het stuk van
opleiding en onderwijs ?
Le débat étant ouvert, aux techniciens de trouver
des solutions. On va vers un système confédéral.
Le coeur des villes rencontre de grosses difficultés.
Il faut les résoudre.
J'insiste sur les normes de sécurité.
N'y a-t-il pas moyen d'obtenir des possibilités de
déductibilité fiscale en faveur d'ASBL oeuvrant pour
l'enseignement ?
05.06 Minister Didier Reynders (Frans) : Moet die
aftrekmogelijkheid dan gefinancierd worden ten
laste van de gemeenschapsbegrotingen ?
05.06 Didier Reynders , ministre (en français):
Souhaiteriez-vous une déductibilité financée sur le
budget des Communautés ?
05.07 André Smets (PSC): Dit is een nieuw
element dat de hele materie een stuk complexer
maakt. Wij moeten dat bestuderen, en zullen
daarna een wetsvoorstel indienen.
05.07 André Smets (PSC): Vous introduisez un
élément de complexité qu'il nous faudra étudier.
Nous déposerons ensuite une proposition de loi.
05.08 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Als 05.08 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): En tant
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
federaal parlementslid moeten wij definiëren wat
onze verantwoordelijkheid precies is. Inzake
financiën hebt u vorige week nog meegestemd voor
transfers van het federale naar het regionale
niveau. Wij moeten onze verantwoordelijkheid
opnemen en vermijden dat we bijvoorbeeld gunstige
fiscale maatregelen beslissen ten beste van de
federale financiën. We moeten vooral opletten dat
we de zeer delicate evenwichten niet in gevaar
brengen door onze transfers.
que membres du parlement fédéral, nous devons
définir scrupuleusement notre responsabilité. La
semaine dernière encore, vous avez approuvé de
nouveaux transferts financiers du niveau fédéral
vers le niveau régional. Nous devons prendre nos
responsabilités et éviter, par exemple, de décider
d'incitants fiscaux à charge des finances fédérales.
Nous devons surtout veiller à ce que nos transferts
ne mettent pas en péril les très délicats équilibres.
05.09 André Smets (PSC): Ik deel de
bekommernis van de heer Tavernier om het
evenwicht.
Wat telt is dat er over de meningsverschillen en
scheidingslijnen heen een open discussie wordt
gevoerd. Ik ben mij bewust van de complexiteit
ervan.
05.09 André Smets (PSC): Je partage le souci
d'équilibre de M. Tavernier.
L'essentiel est qu'il y ait, au-delà des clivages, un
débat ouvert, dont je perçois la complexité.
05.10 Yves Leterme (CVP): Deze maatregelen
illustreren de methode-Verhofstad : een globaal
akkoord opmaken en in extremis nog een aantal
stemmen afkopen door allerlei wetsvoorstellen. De
bevoegdheidsuitbreidingen die aan de VU werden
beloofd, zullen niet worden gerealiseerd.
05.10 Yves Leterme (CVP): Ces mesures
illustrent la méthode Verhofstadt : élaborer un
accord global et acheter in extremis des voix au
moyen d'un certain nombre de propositions de loi.
Les extensions de compétence qui ont été promises
à la VU ne seront pas concrétisées.
05.11 Fientje Moerman (VLD): Vier mensen van
de VU hebben tegen gestemd. Alle leden van de
meerderheid hebben voor gestemd.
05.11 Fientje Moerman (VLD): Quatre membres
de la VU ont voté contre. Tous les membres de la
majorité ont voté pour.
05.12 Yves Leterme (CVP): Niettemin zullen de
bevoegdheidsuitbreidingen niet worden uitgevoerd.
Fientje Moerman (VLD):Aan wie heft VU & ID dat
te danken?
05.12 Yves Leterme (CVP): Il n'en reste pas
moins que les extensions de compétence resteront
lettre morte.
Fientje Moerman (VLD): Quels membres de la VU
devez-vous remercier pour cela ?
05.13 Yves Leterme (CVP): De aangekondigde
BTW-verlaging naar 6 procent zal nooit worden
toegepast. Mevrouw Moerman heeft dit al
toegegeven.
05.13 Yves Leterme (CVP): La baisse annoncée
de la TVA à 6% ne sera jamais appliquée. Mme
Moerman l'a déjà admis.
05.14 Fientje Moerman (VLD): Ik heb gezegd dat
BTW-materies niet eenvoudig aan te passen zijn
omdat ze afhangen van Europese beperkingen en
de termijnen om ze aan te passen ook zeer lang
kan aanslepen.
05.14 Fientje Moerman (VLD): J'ai indiqué qu'il
n'était pas aisé d'adapter les matières relatives à la
TVA parce qu'elles sont soumises à des limitations
au plan européen et que les délais d'adaptation
sont parfois longs.
05.15 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Het eerste debat over verlaagde BTW-tarieven
heeft volgende dinsdag plaats in de Ecofin-raad.
Niet alleen onderwijs, maar ook mobiliteit komt dan
aan bod.
Yves Leterme (CVP): We bewijzen ons standpunt
met het volgende voorbeeld. Het wetsvoorstel-
Poncelet is in zijn inhoud en titulatuur totaal
05.15 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: Le premier débat sur la diminution des taux de
TVA se déroulera mardi prochain, lors du conseil
ECOFIN. On n'y abordera pas seulement la
question de l'enseignement mais aussi celle de la
mobilité.
Yves Leterme (CVP): L'exemple suivant étaye
notre point de vue: le contenu et l'intitulé de la
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
veranderd waardoor het niet meer over BTW-
verlaging ging.
proposition de loi de M. Poncelet ont été
intégralement modifiés, au point qu'il ne s'agit plus
d'une baisse de la TVA.
Deze regering koopt dus een aantal stemmen af,
zonder te weten of het haalbaar is. Is er een
document dat aan de Europese Commissie wordt
voorgelegd? Blijkbaar niet?
Ce gouvernement achète donc des voix, sans
savoir si la chose est réalisable. Un document a-t-il
été soumis à la Commission européenne? Sans
doute que non.
05.16 Minister Didier Reynders (Nederlands): Er
was een wetsvoorstel, maar nu gaan we eerst met
de Europese Commissie onderhandelen.
05.16 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
Il existait déjà une proposition de loi. A présent,
nous entamons les négociations, en commençant
par la Commission européenne.
05.17 Yves Leterme (CVP): Dat illustreert nog
maar eens de improvisatie van deze regering. Op
het ogenblik dat de heer Poncelet zijn voorstellen
formuleerde, was de meerderheid totaal niet op de
hoogte van de consequenties die in feite een
discriminatie ten nadele van Vlaanderen inhielden.
Zij wilde dan ook niet weten van onze
amendementen.
05.17 Yves Leterme (CVP): Cela démontre une
fois encore l'improvisation dans laquelle opère ce
gouvernement. Au moment où Monsieur Poncelet
formulait ses propositions, la majorité n'avait pas
conscience des implications ni de la discrimination
qui en résulterait pour la Flandre. Elle n'a donc pas
voulu de nos amendements.
05.18 Fientje Moerman (VLD): Het oorspronkelijk
geamendeerd voorstel-Poncelet gaf aanleiding tot
een discriminatie van het Vlaams vrij onderwijs
omwille van de regelgeving op Vlaams niveau. Uw
amendement om de regels op alle VZW's van
toepassing te maken, was naar mijn mening te
ruim. De huidige formulering van het amendement,
dat we samen hebben opgesteld, is veel preciezer
en wel aanvaardbaar.
05.18 Fientje Moerman (VLD): La proposition
Poncelet initialement amendée conduisait à une
discrimination de l'enseignement libre flamand en
raison de la réglementation en vigueur en Flandre.
A mon sens, les termes de votre amendement
visant à rendre la réglementation applicable à
toutes les ASBL étaient trop vagues. La nouvelle
formulation que nous lui avons donnée est
beaucoup plus précise et acceptable.
05.19 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): De
benadering via registratie- en successierechten is
ten laste van de regio's, de benadering via een
verlaging van de BTW-voet is ten laste van de
federale schatkist. Ik heb geen problemen met een
technisch goed geformuleerd amendement op
voorwaarde dat de Gewesten zich hiermee akkoord
kunnen verklaren.
05.19 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO):
L'approche par le biais des droits d'enregistrement
et des droits de succession est du ressort des
Régions. Celle qui repose sur une réduction du taux
de TVA relève du trésor fédéral. Je n'ai aucune
objection à l'encontre d'un amendement dont la
formulation est techniquement adéquate, pour
autant que les Régions puissent y adhérer.
05.20 Yves Leterme (CVP): De gewestregeringen
moeten geen akkoord geven. De amendementen-
Poncelet speelden in het voordeel van het
Franstalig onderwijs en dat werd door de heer
Tavernier en genuanceerder door mevrouw
Moerman betwist.
05.20 Yves Leterme (CVP): Les gouvernements
régionaux n'ont pas à donner leur accord. Les
amendements de M. Poncelet étaient favorables à
l'enseignement francophone et c'est ce qu'ont
contesté M. Tavernier et, avec davantage de
nuances, Mme Moerman.
Uit het verslag blijkt dat duidelijk werd gezegd dat
het voorstel uitsluitend het Franstalig onderwijs ten
goede komt. De heer Tavernier betwistte dat en
mevrouw Moerman eveneens. De VZW's in
Vlaanderen kunnen immers ook gebruik maken van
de nieuwe regeling. De ganse problematiek is maar
ter sprake gekomen, nadat minister- president
Dewael erop gewezen heeft dat ik met mijn
amendement terzake gelijk had. Mevrouw Moerman
Il ressort du rapport qu'il a été dit clairement que la
proposition ne profite qu'à l'enseignement
francophone. M.Tavernier et Mme Moerman ont
contesté cela. En effet, les ASBL en Flandre
pourront également recourir à la nouvelle
réglementation. Le problème n'a été soulevé
qu'après que le ministre-président Dewael eut
souligné que j'avais raison sur ce point avec mon
amendement. Mme Moerman fut la première à
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
heeft dat als eerste erkend. Men had er beter aan
gedaan dat aan Vlaamse zijde onmiddellijk in te
zien. Het is toch geen manier van werken dat men
dergelijke voorstellen door de Kamer jaagt. Men zou
er beter aan doen om ook eens amendementen van
de oppositie te aanvaarden. Ik vind het trouwens
ongehoord dat voor dit ontwerp zo weinig
belangstelling bestond in de commissie, dat in
tegenstelling met de bespreking van het ontwerp
over de dotatie van prins Laurent.
l'admettre. Il eut été préférable que, du côté
flamand, on en prenne d'emblée conscience. Il est
inacceptable d'agir de la sorte et de faire adopter le
texte à la hâte par la Chambre. Il serait préférable
d'adopter de temps en temps des amendements de
l'opposition. D'ailleurs, je trouve scandaleux que la
commission ait accordé si peu d'intérêt à ce projet,
contrairement à celui porté au projet sur le dotation
au Prince Laurent.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord?
(Nee)
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la
parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
De voorzitter: Wij vatten de bespreking van de
artikelen aan. De door de commissie aangenomen
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1276/5)
Le président: Nous passons à la discussion des
articles. Le texte adopté par la commission sert de
base à la discussion. (Rgt 66,4) (1276/5)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in
"wetsvoorstel tot wijziging van artikel 159 van het
Wetboek van registratie-, hypotheek- en
griffierechten en artikel 149 van het Wetboek der
successierechten".
L'intitulé a été modifié par la commission en
"Proposition de loi modifiant l'article 159 du Code
des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de
greffe et l'article 149 du Code des droits de
succession".
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 2
- 8: Yves Leterme, Frieda Brepoels, Fientje
Moerman (1276/6)
- 6: Yves Leterme, Frieda Brepoels (1276/6)
Art. 2
- 8: Yves Leterme, Frieda Brepoels, Fientje
Moerman (1276/6)
- 6: Yves Leterme, Frieda Brepoels (1276/6)
Het amendement nr. 6 van de heer Yves Leterme
en Mevrouw Frieda Brepoels wordt ingetrokken.
L'amendement n° 6 de M. Yves Leterme et Mme
Frieda Brepoels est retiré.
05.21 Fientje Moerman (VLD): De tekst van
amendement 8 verschilt lichtjes van de tekst die wij
aanvankelijk hadden ingediend. Maar de nieuwe
tekst is juridisch beter.
05.21 Fientje Moerman (VLD): Le libellé de
l'amendement n° 8 s'écarte quelque peu du texte
que nous avions déposé initialement. Cela dit, le
nouveau libellé est plus solide d'un point de vue
juridique.
De stemming over de amendementen en het artikel 2
wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 2 est
réservé.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 3
- 9: Yves Leterme, Frieda Brepoels, Fientje Moerman
(1276/6)
- 7: Yves Leterme, Frieda Brepoels (1276/6)
Art. 3
- 9: Yves Leterme, Frieda Brepoels, Fientje
Moerman (1276/6)
- 7: Yves Leterme, Frieda Brepoels (1276/6)
04/07/2001
CRABV 50
PLEN 147
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Het amendement nr. 7 van de heer Yves Leterme en
Mevrouw Frieda Brepoels wordt ingetrokken.
L'amendement n° 7 de M. Yves Leterme et Mme
Frieda Brepoels est retiré.
05.22 Minister Didier Reynders (Frans) : Wat de
amendementen betreft, bevestig ik dat de
successierechten federaal blijven. De
registratierechten zouden op 1 januari 2002 naar de
Gewesten moeten worden overgeheveld. Bovendien
schrapt het voorgestelde amendement niet enkel een
proportioneel recht, maar ook een vast recht. Sommige
belastingen blijven federaal, andere worden dan weer
overgeheveld naar de Gewesten, maar er is ook de
afschaffing van het vast recht van 1000 frank.
05.22 Didier Reynders , ministre (en français):
Au sujet de ces amendements, je confirme que
les droits de succession restent fédéraux. Les
droits d'enregistrement devraient être transférés
aux Régions dès le 1
er
janvier 2002. De plus,
l'amendement proposé supprime non seulement
un droit proportionnel, mais aussi un droit fixe.
Des impôts restent fédéraux, d'autres vont être
transférés aux Régions, mais il y a aussi la
suppression du droit fixe de 1.000 francs.
05.23 Yves Leterme (CVP): Ik neem aan dat het
standpunt van de minister gevolgd wordt door de rest
van de regering. Zal het amendement goedgekeurd
worden?
05.23 Yves Leterme (CVP): J'imagine que le
point de vue du ministre est partagé par les
autres membres du gouvernement.
L'amendement sera-t-il adopté ?
05.24 Minister Didier Reynders (Nederlands): Het
gaat meer over een probleem inzake gewestelijke
autonomie. De verlaging zal volledig ten laste van de
Gewesten zijn.
05.24 Didier Reynders , ministre(en
néerlandais): Il s'agit plutôt d'un problème
d'autonomie régionale. La diminution sera
entièrement à charge des Régions.
05.25 Yves Leterme (CVP): De minister is de tekst
van het amendement dus gunstig gezind.
05.25 Yves Leterme (CVP): Le ministre est
donc favorable au texte de l'amendement.
05.26 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
tekst is goed, maar het is een materie voor alle fracties
want het heeft uitsluitend gevolgen voor de Gewesten.
De voorzitter: Door de amendementen wordt het
voorstel totaal gewijzigd.
05.26 Didier Reynders , ministre (en
néerlandais): Le texte est bon mais la matière
qui y est abordée concerne tous les groupes
puisque les conséquences concerneront
uniquement les Régions.
Le président: Les amendements modifient
fondamentalement la proposition.
De stemming over het amendement en het artikel 3
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 3 est
réservé.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements et les articles réservés ainsi
que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
06 Wetsvoorstel van de heer Eric van Weddingen,
mevrouw Fientje Moerman, de heren Gérard Gobert,
Jef Tavernier, Jacques Chabot en Peter
Vanvelthoven tot wijziging van artikel 53octies van
het Wetboek van de belasting over de toegevoegde
waarde (1286/1 en 2)
06 Proposition de loi de MM. Eric van
Weddingen, Mme Fientje Moerman, MM.
Gérard Gobert, Jef Tavernier, Jacques Chabot
et Peter Vanvelthoven modifiant l'article
53octies du Code de la taxe sur la valeur
ajoutée (1286/1 et 2)
Algemene bespreking
Discussion générale
De voorzitter: De algemene bespreking is geopend.
Le président: La discussion générale est
ouverte.
De heer Aimé Desimpel, rapporteur, verwijst naar het M. Aimé Desimpel, rapporteur, renvoie au
CRABV 50
PLEN 147
04/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
schriftelijk verslag.
rapport écrit.
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
De voorzitter: Wij vatten de bespreking van de
artikelen aan. De door de commissie aangenomen
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(1286/1)
Le président: Nous passons à la discussion des
articles. Le texte adopté par la commission sert
de base à la discussion. (Rgt 66,4) (1286/1)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
Artikel 2 dient in limine als volgt te worden gelezen:
"Artikel 53octies van het Wetboek van de belasting
over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van
28 december 1992, wordt aangevuld met een § 3,
luidend als volgt:".
Il y a lieu de lire la phrase liminaire de l'article 2
comme suit: "L'article 53octies du Code de la
taxe sur la valeur ajoutée, inséré par la loi du 28
décembre 1992, est complété par un § 3, rédigé
comme suit:".
In de Nederlandse tekst van het voorgestelde artikel
53octies, § 3, dienen de woorden "in artikelen 53,
eerste lid, 3°, 53ter (...)" te worden gelezen als "in de
artikelen 53, eerste lid, 3°, 53ter (...)".
Dans le texte néerlandais de l'article 53octies, §
3, proposé, il y a lieu de lire "in de artikelen 53,
eerste lid, 3°, (...)".
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De vergadering wordt gesloten om 18.03 uur.
Volgende vergadering donderdag 5 juli 2001 om 14.15
uur.
La séance est levée à 18.03 heures.
Prochaine séance le jeudi 5 juillet 2001 à 14.15
heures.
Document Outline